Noorwegen het beste land om te wonen Scholenbezoek 11 t/m 15 oktober 2009 Oslo, Netty Gelijsteen
Foto’s op voorpagina bovenaan: metrostation Nationaltheater westuitgang onderaan: operagebouw binnen en op het wit marmeren dak Foto’s gemaakt door Arno van Rijs en Netty Gelijsteen
Noorwegen het beste land om te wonen
Negen Masterstudenten Professioneel Meesterschap brengen een bezoek aan de Masteropleiding Diversiteit van de Hogeschool van Oslo. We vergeleken onze opleidingen en onze beroepspraktijken. De afstand die we tot elkaar hebben resulteert in een frisse kijk op het Nederlandse schoolsysteem en op ons eigen onderzoek. Leerdoelen Noorwegen In Noorwegen bestaat een leerrecht waardoor het Noorse onderwijs in dienst staat van de kinderen. De leerling en zijn woonomgeving staan centraal in het onderwijs. Het onderwijs richt zich op de gemeenschap. Het richt zich niet op een geloof want het onderwijs is openbaar, maar het onderwijs is wel verbonden met de plaatselijke kerk. Iedereen heeft recht op onderwijs binnen een redelijke afstand van zijn woonomgeving. Door de grootte van het land geeft dat niet veel keuzemogelijkheden aan de ouders. Het doel van het onderwijs is de leerlingen opvoeden tot burgers van Noorwegen die zich betrokken voelen bij hun omgeving. Nederland heeft een leerplicht en de school staat in dienst van de economie met de staat als organisator. Ouders zijn verplicht hun kinderen naar school te sturen. In Nederland is er wel een vrijheid van schoolkeuze. Er zijn schooltypes op basis van een geloof of een onderwijsprincipe. Alle scholen hebben als doel de leerling tot een werkzame burger op te voeden. Vijfenvijftig procent van de middelbare scholieren in Nederland volgt een beroepsgerichte opleiding op het VMBO. Staatssecretaris Van Bijsterveldt: “Het VMBO is samen met het mbo hofleverancier van vakmensen. Zij zijn van groot belang voor onze economie.” In Noorwegen staat het aanleren van gemeenschapszin centraal. Daarvan is het vak burgerschap een voorbeeld. De algemene sociale vaardigheden staan voorop en komen in alle schoolroosters voor. Samen spelen, samen leren en ontdekken. De cognitieve vaardigheden zijn secondair. Een Noorse leerling moet vanaf 8 jaar kunnen lezen. Het lezen wordt aangeleerd vanuit de klanken. Dat is voor leerlingen met dyslexie erg prettig. Met de klanktaalmethode ontstaat meer begrip tussen het horen en herkennen van de woorden en daardoor hebben leerlingen meer grip op het schrijven. De scholen gaan ervan uit dat iedereen een plekje in een klas of in een gemeenschap nodig heeft. Het uitsluiten van gehandicapten of kinderen met gedragsproblemen is verboden. In Noorwegen is het onderwijs inclusief gehandicapte kinderen.
Hogeschool Oslo in een voormalige brouwerij
De verschillen in het onderwijs tussen Noorwegen en Nederland. volksaard Nationale dag Ouders en opvang Voorschoolse educatie
Noorwegen
Nederland
Noren zien zichzelf als nazaten van arme vissers en de arme buur van Zweden. Natuurliefhebbers. 7 mei elk dorp een eigen kostuum en sinds kort ook een Oslo-kostuum. Trots op eigen locale afkomst. Vrouwen en mannen werken. 5 dagen opvang volledig gesubsidieerd Voorschoolse educatie opgenomen in het onderwijs beleid
Nederlanders zien zichzelf als spin in het web. Kosmopolitisch economisch denken. Nederland als handelsschakel in europa 30 april Koninginnedag, oranjegekte en rommel- en kindermarkt. Vrouwen werken parttime
Kinderen centraal en Noorse identiteit. Kerk uit de gemeenschap belangrijk. comfortabel evolutie zacht Groep/ gemeenschap Sociale vaardigheden Geen cognitieve toetsen. e Na 10 klas nationaal examen in één vak. Twee weken voor het examen bekend welk vak: Noors, Engels of wiskunde e Op 3 plaats
Voorschoolse trajecten niet onder het ministerie van onderwijs. (Kinderopvang door gemeentelijke zorgstructuur) Voorschool vanaf 3 jaar Plicht tot 18 jaar. Met een inspanningsverplichting voor het onderwijs voor het behalen van een startkwalificatie (MBO2) 5 t/m 18 jaar Keuze bij ouders voor openbaar, bijzonder en speciaal onderwijs. Zwarte en witte scholen in grote steden. Vrijheid van onderwijs en stichten van scholen geeft veel diversiteit in schoolaanbod. Helft van de scholen op geloof gebaseerd. Speciaal onderwijs voor gehandicapten kinderen en gedragsproblematische kinderen met gedragsproblemen rec 1 t/m 3- 4. Rec 4 komt steeds meer voor in regulier onderwijs, de rugzak kinderen wat is rec? Economisch functioneren van toekomstig kind centraal en diverse identiteiten. uitdagend revolutie hard individueel Cognitieve vaardigheden Vanaf groep 1 monitoren op reken- en taalvermogens. Groep 7 entreetoets en groep 8 Citotoets Einde van de middelbare school middels een nationaal examen Op eerste plaats
Basisonderwijs/ primaryschool
6 t/m 16 jaar
4 t/m 12 jaar
Ontwikkelingsregistratie Kunnen lezen Aanleren lezen Inclusief onderwijs
Niet vastgelegd door toetsing Vooral sociaal emotioneel beeld van leerling communiceren met ouders op 8 jarige leeftijd Op klank en via letter-klankgroepen Niemand mag worden uitgesloten
Blijven zitten
niet
Alle vorderingen vastgelegd in citogestuurde toetsen om leerling optimaal te begeleiden. Op 6 jarige leeftijd Woordherkenning en toepassing Speciaal onderwijs, gehandicapten kinderen geen recht op plaats binnen gewone scholen. School afhankelijk van subsidies, rugzakjes Indien nodig
Leerplicht/recht
Onderwijs vormen Keuze vrijheid
Inclusief onderwijs
onderwijsuitgangspunt
Toetsen en nationaal examen
Welbehagen kinderen 2009
Van 0 tot 6 jaar Recht op 10 jaar onderwijs. Mag ook worden onderbroken en later verzilverd worden in bovenbouw 6 t/m 16 jaar Enhetsskolen, eenheidsscholen. Impliciete invloed van kerk of signatuur Geen keuze voor ouders, land te groot. Wil je anders? Dan krijg je het commentaar: “Ben je te goed voor de openbare school?” Bij wet geregeld om kinderen niet uit te sluiten van het reguliere onderwijs.
Openbaar onderwijs
Ja (handvol uitzonderingen)
groepsleerkracht
Voorgezet onderwijs
Gaat mee met haar klas of per bouw Onderbouw 4 jaar Middenbouw 3 jaar Bovenbouw 3 jaar 3 jaar
Keuze beroepsopleiding
16 jaar
12 jaar
Voorbereidend universiteit/HBO toelating Landelijk examen voortgezet onderwijs
3 jaar eigenkeuze ouders leerlingen met advies van school Een van de 3 leervakken, Noors, Engels of wiskunde, als nationaal examen
VMBO
Heet pre-vocation school en komt voor binnen de bovenbouw van het basisonderwijs Prevocation school met aansluitend 1 jaar vocational school en 3 jaar praktijk 1 jaar met 3 jaar betaalde stage in bedrijf
5 jaar Havo 6 jaar VWO op basis van landelijke Citoscore eind basisschool Per profiel minimal 6 vakken en max 8 vakken landelijk eindexamen. VMBO kader en basis 3 vakken landelijk, vakrichting georganiseerd door vakrichting beroepsonderwijs met controle landelijk. Vakgerichte opleiding met landelijk examen op 3 nivo’s
MBO1 MBO2 MBO3 MBO4 Toetsing beroepsonderwijs Sociaal gedrag
2 jaar school en 2 jaar betaalde stage in bedrijf 3 jaar met diploma competentie vakbekwaamheid. Keuze extra jaar voor studiecompetentie zonder diploma Competentie gericht met portfolio en een vak landelijk (16 jaar) Een waarschuwing en anders een notitie op je eindrapportage, die door werkgever wordt opgevraagd bij de sollicitatie.
Hogeschool Oslo in een voormalige brouwerij
Openbaar en bijzonder Recht van ouders op vrije schoolkeuze bij wet, artikel 23 Heeft haar klas gemiddeld een jaar
4 tot 6 jaar
Praktijkschool van 12 t/m 18 jaar met BOL of BBL afsluiting van 1 jaar 1 jaar school, een jaar 4 dagen betaalde stage 2 jaar school, 1 jaar stage in bedrijf 3 jaar school met 1 jaar stage in bedrijf diploma. Aansluiting op HBO Competentie gericht met assessment, beoordelingsprogramma en/of portfolio (18 jaar) Systeem van direct straffen en afdwingen.
Bezoek aan de Jordalschool
Jordalschool in oost Oslo en Toryl voor de klas
De Jordalschool ligt in Oslo-Oost, een arbeiderswijk die is ontstaan na de grote brand van 1624. Na die brand mochten houten huizen alleen buiten de stad gebouwd worden en Oslo-Oost lag toen nog buiten de muren. Nu worden in deze volkswijk de houten huizen vervangen door stenen koopwoningen, waardoor de samenstelling van de bevolking langzaam verandert. Je zou deze ontwikkeling kunnen vergelijken met die in stadsdeel de Pijp of de Indische buurt in Amsterdam. In dit deel van Oslo wonen veel migranten. Lopend door de wijk zie je veel moslima’s met hoofddoekjes en Pakistaanse mannen. Tegenover een Moskee, aan de rand van de wijk tegen het dieper gelegen spoor, ligt een gevangenis. De Jordalschool is een Noorse basisschool, waar we de bovenbouw, de hoogste klassen van het basisonderwijs bezoeken. Deze prevocationklas, in Nederland een VMBO-onderbouwklas, met de studierichting media is groep acht, de klas van docente Toryl. De Gemiddelde leeftijd van de leerlingen is 14 jaar. Toryl is trots op haar klas omdat de leerlingen goed samenwerken en vriendelijk met elkaar omgaan ondanks het verschil in achtergrond van de kinderen. Het onderwijsteam waarin Toryl een van de zes docenten is, richt zich in de lessen vooral op houding en gedrag van de leerlingen. Toryl geeft Engels, Noors en religie. Ze is opgeleid aan de universiteit als docent Engels, met Noors v oor nieuwe Noren als tweede taal. De leerlingen krijgen lessen in Noors, Engels, wiskunde, sociale wetenschappen waarin religie een plek heeft, natuurwetenschap, fysieke wetenschap met daarin sport en handarbeid. Twee uur per week is er naar keuze Spaans, Frans, Duits of twee uur extra Noors of Engels. Per twee klassen is een team van vier docenten verantwoordelijk voor alle lessen. Projecten en excursies worden door de teams gepland en bedacht. De roosters zijn tot vorig jaar door de teams zelf gemaakt. Nu worden ze centraal gemaakt, omdat niet alle klassen meer een eigen lokaal hebben en docenten vanwege hun vakkennis ingezet worden in andere teams. Profielen groep 8 t/m 10 Twee uur per week hebben de leerlingen van groep acht en vier uur per week die van groep negen oriëntatie op hun gekozen profiel: sport, media, cultuur (dans, zang, muziek) en design & techniek. Sport wordt door veel jongens gekozen vanwege het voetballen. Er is op school een grote fanclub van de locale voetbalclub Vålerenga. Verder is bij de jomgens ijshockey de favoriete sport om te beoefenen bij de jongens en handbal bij de meiden. In groep tien kiezen de leerlingen hun profiel. Lessen bij Toryl De les Engels die we volgen is een frontale les. De juf heeft een bureau aan de linkerkant van de klas; leerlingen aan de rechterkant krijgen geen leesbeurt en worden niet betrokken bij de les. Toryl benadert de leerlingen rustig en maant ze tot stilte door haar wijsvinger over haar mond te leggen. Ze benadert de kinderen liefdevol, spreekt zachtjes en wijst de leerlingen op hun gedrag, zonder woorden. Ze vraagt de klas of ze het goed vinden dat wij aanwezig zijn bij hun les. We mogen blijven. De leerlingen zijn volgzaam en ordelijk. Engels Tijdens deze les wordt een tekst verklaard aan de hand van vragen die de juf weet en de leerlingen moeten radend antwoorden. Als laatste onderwerp laat Toryl een stukje tekst horen waarover de leerlingen huiswerk moeten maken. Er is geen luisteropdracht en geen nagesprek. Bij het verdelen van fruit krijgen alle leerlingen van de school een stuk fruit uitgedeeld en mogen dat opeten in de klas. Het geeft veel geloop en onrust.
Toryl na de les
Een leerling valt extra op. Het is Benjamin; hij heeft geen boeken bij zich en vraagt veel aandacht door extra en onnodige geluiden te maken. Hij wrijft steeds opnieuw over zijn voorhoofd. Hij geeft snel en goede antwoorden, draait zich om als er achter hem iemand spreekt, wipt op zijn stoel en speelt met sleutels. Toryl moet hem drie keer manen stil te zitten. Benjamin vindt school een “ratrace”. Dat schokt de juf. “Nou, denk je dat echt? Dat kan toch bijna niet?” Na de les vraag ik Toryl of Benjamin een zorgindicatie heeft. Dat blijkt niet het geval. “Ik zou een onderzoekje moeten aanvragen”, zegt Toryl. “Te vaak hopen docenten dat het nog wel goed komt met een leerling en nemen ze signalen niet serieus genoeg.” Zorg op de Jordalschool Naast de gebruikelijke klassenindeling zijn er drie extra klassen. Een voor gehandicapten, een voor kinderen met een gedragsprobleem en een voor kinderen met het downsyndroom. Bijna alle dagen van de week is er een schoolverpleegkundige aanwezig en een dag in de week een psycholoog. Er is een fulltime leerlingbegeleidster. Kinderen worden buiten school getest op voordracht van docenten en de psycholoog. Noorse les Tijdens Noors gaan vier kinderen naar een aangrenzende ruimte; zij krijgen extra taalhulp. De leerlingen zijn lang bezig laptops uit de kast te halen en te starten. Als alle computers aan staan is de les bijna voorbij. De klassenassistent is vanwege een ziek kind verhinderd. De leerlingen hebben vorige week de opdracht gekregen een brief te schrijven aan het ministerie van buitenlandse zaken over de mensenrechten in Afghanistan. Dit naar aanleiding van een documentaire die de leerlingen hebben gezien over vluchtelingenkampen in Afghanistan. Mediales De mediales bestaat uit een les photoshop met de opdracht een zelfgemaakt portret te plaatsen in een andere omgeving, of met kleur en contrast een nieuwe betekenis te geven aan een landschap of stadsgezicht. Opvallend is dat Toryl die mij vergezelt nog nooit heeft gezien wat de leerlingen in dit lokaal doen. Ze is verrast over de kwaliteit van de producten en de mogelijkheden van het programma. De helft van de klas werkt zelfstandig en rustig aan de opdracht die op papier staat, een kwart surft op het net op zoek naar plaatjes of zit te kletsen, en een kwart van de klas snapt het programma of de opdracht onvoldoende om zelfstandig te werken. De docent loopt rond en helpt de leerlingen die hun vinger opsteken. Omgang Het is op deze school niet gebruikelijk kinderen te straffen. Er wordt met ze gesproken tot ze tot rede gebracht zijn. Toryl vertelt ons dat goede prestaties voor sociale vaardigheid en gedrag nodig zijn bij sollicitaties. Leerlingen passen goed op dat ze geen aantekening op hun rapport krijgen, want dat beïnvloedt de kans op werk.
Beroepsonderwijs
op weg naar de regionale beroepsschool vanaf station Sagdalen
In StrØmmen bezoeken we de gelijknamige StrØmmenschool. Met honderdtwintig docenten en zevenhonderd studenten is het voor Nederlandse begrippen een kleine middelbare school. De cursusduur is drie jaar. Er zijn drie trajecten mogelijk en vier verschillende vakrichtingen. De school heeft een regionale functie. School en praktijk samen vormen de scholing. Voluit heet de school AKERSHUS Fylkeskommune, StrØmmen Videregående Skole. Trajecten Geel zijn de lessen op school en groen is scholing in het bedrijfsleven. Oranje is een keuzejaar in plaats van het gewone derde jaar. studie competent vakbekwaam
1
2
3
4
Schoolverloop Op basis van de gehaalde resultaten kiezen de leerlingen hun traject: een jaar school en drie jaar praktijk in het bedrijfsleven; twee jaar school en twee jaar in een bedrijf; of drie jaar school. De docenten moeten ouders en leerlingen helpen bij een goede keuze. Het oranjejaar is een keuze waarop leerlingen recht hebben. In plaats van een derde klas in de afstudeerrichting vakbekwaamheid (geel), volgen ze een jaar de afstudeerrichting studiecompetentie (oranje). Veertig tot vijftig procent van deze klas haalt de studiecompetentie die toegang geeft tot de hogeschool of universiteit niet. De leerlingen die falen, hebben geen diploma en mogen het laatste jaar voor de richting vakbekwaam niet overdoen. Goede voorlichting aan de ouders over de resultaten en feedback aan de leerlingen over de haalbaarheid van hun keuzes wordt nu ingevoerd en is opgenomen in het pedagogisch klimaat. Dat op deze school heerst. Als een leerling vijf jaar aaneengesloten als werknemer heeft gefunctioneerd, is hij of zij ook toelaatbaar aan Universiteit of Hogeschool. Er wordt dan wel een toelatingstest afgenomen. Pedagogisch klimaat Ingeborg Lundsvoll is de pedagogisch medewerkster van de school. Ze vormt de dagelijkse leiding met een technisch directrice. De school is op zoek gegaan naar een passende pedagogiek en heeft dat gevonden in de ideeën van de Deen Jens Bay. De basis van zijn theorie is: 1. respect voor de student 2. kennis is de basis voor alle activiteiten 3. resultaat en efficiëntie gericht 4. directe en open dialoog.
In de lokalen en in de gangen hangen lijstjes met de zeven punten van het sociale leerproces: Wat wil-kan-moet ik Support jezelf Neem verantwoordelijkheid Voer regels uit Behandel een ander zoals je zelf behandeld wil worden Leer samenwerken Heb interesse in verschillende meningen hebben De leerlingen worden aangemoedigd het ‘willen, kunnen en moeten’ toe te passen op elk van de sociale vaardigheden en op hun leerstof. De school is nu drie jaar bezig te bediscussiëren hoe de pedagogiek in de lessen vormgegeven moet worden. Bij navraag bleek de gekozen pedagogische methodiek breed gedragen te worden. Doordat de diversiteit van de leerlingen zo groot is, wilden de docenten de ouders meer bij school betrekken. Daarom is vorig jaar een ouderraad opgezet. Elke twee maanden wordt de planning besproken voor de thematische ouderavonden, die vier keer per jaar plaatsvinden. In juni worden de bijeenkomsten geëvalueerd met een enquête onder de ouders. Ouders wordt daarin gevraagd nieuwe onderwerpen voor de bijeenkomsten te noemen. Vakinhoudelijke opzet Er zijn vier profielen: Design, Arts and Crafts; Electricity and Electronics; HeaLth and Social Care; Technical and Industrial production. Ik bezoek een klas die Designles krijgt van een plaatselijke kunstenares. Ze heeft een opdracht gegeven die aansluit bij het boek ‘Arts and Crafts’ dat de leerlingen hebben aangeschaft. Het boek behandelt de herkomst en weeftechnieken van textiel. Ook het verven van stoffen wordt uitgelegd. De opdracht van de docent is het ontwerpen van een draagtas door het maken van verschillende schetsen. Het is een klas kapsters met maar één jongen. De ontwerpen zijn niet erg verrassend, maar de leerlingen leren hier meer te denken vanuit materialen en technieken dan vanuit producten, fantasie of uniciteit. Twee extra klassen Er zijn nog twee extra klassen: een taalklas en een volwassenen educatieklas. Iedereen die nog geen 10 jaar onderwijs heeft gevolgd mag dat in een later stadium doen. Daardoor ontstaat er een klas met volwassenen. Voor mensen van buiten Europa die het Noors nog niet machtig zijn, is er ook een aparte klas die toegang heeft tot de praktijklessen.
station Sagdalen
Wat ik leer over ons eigen systeem: Wij richten ons MBO onderwijs wel erg op de beroepspraktijk, waarbij we de leerling bijna lijken te vergeten. Dat valt des te meer op als je ons onderwijssysteem vergelijkt met Noorwegen waar de leerling en vooral de moeilijk lerende leerling centraal staat. Onze leerlingen moeten uitblinken om werk te krijgen. In Noorwegen, met maar drie procent werkeloosheid, staat de maatschappij klaar om de leerling op te nemen en te scholen. Het samen scholen, praktijk en school, past in het Noorse denken vanuit gemeenschappen. De school, de ouders en de bedrijven vormen de leergemeenschap, dus werken ze in Noorwegen samen in het onderwijs. Wat je op school leert aan sociale vaardigheden is de basis voor je baas om je aan te nemen. Bij ons kijkt de baas naar je diploma, waarop geen cijfer voorkomt voor houding, gedrag en inzet. Wij zijn hard, bestraffend en zakelijk voor de leerlingen. We toetsen cognitieve zaken vanaf het vierde levensjaar. Gelukkig worden op de meeste basisscholen ook allerlei sociale vaardigheden en gedrag aangeleerd en vorderingen beschreven. Maar in het voorgezet onderwijs is de score van de leerlingen gericht op de cognitieve vaardigheden en de sociale vaardigheden zijn voor de mentor. De schoolregels hangen we hoogstens in de gangen. Het Noorse schoolsysteem is beslist kindvriendelijker voor de gemiddelde en de slechtere leerling. Voor de uitblinkers is het lastig, die worden in dit systeem niet beloond. Over mijn onderzoek. Van Ingeborg Lundsvoll van de StrØmmenschool krijg ik nog een gloedvol betoog over de invoering van competentie als eindscores in het onderwijs. De wetenschap noemt competenties behaviorisme, vanuit de biologie zijn competenties voorwaarde scheppend gedrag, vanuit de sociologie worden competenties uitgelegd als leren door doen. Jens Bay legt competenties uit als sociale vaardigheden, die je moet leren door te doen. Ze noemt de gebieden normen en social learning als stappen in het proces naar sociale competenties. Ze maakt de volgende indeling: Normen 1
Wens/ droom
Social learning/ sociaal leerproces Wat wil-kan-moet ik
Sociale competentie
2
Onafhankelijk
Support jezelf
Zelfstandigheid/ zelfhulp
3
Neem verantwoordelijkheid
Is verantwoordelijk
4
Verantwoordelijk voor eigen gedrag Regels
Regels uitvoeren
Waardigheid
5
Gelijkwaardig behandelen
Versterken van respect
6
Samenwerken
Behandel een ander zoals je zelf behandeld wil worden Leren samenwerken
7
Luisteren naar elkaar
Interesse in verschillende meningen hebben
Ontvankelijkheid empathie
Competent handelen
Tolerantie
De normen zijn in deze indeling de uitgangspositie [in deze indeling] voor leerlingen en voor [de] docenten. De competenties zijn de omschrijvingen waarop de leerlingen worden beoordeeld. Wat de leerling te leren heeft, staat in het midden van de tabel. Ingeborg tekent een web waarin de zeven gebieden van het leerproces zijn neergezet in de stralen. Hiermee kan ze de individuele ontwikkeling van een leerling aangeven van een leerling. In de tekening kun je als leerling in een oogopslag zien waaraan je moet werken als leerling.
Mijn observatiemodel voor mijn onderzoek is gevonden. De verschillende variabelen waarmee je leerlingen zelfvertrouwen kunt leren, kan ik uitzetten op de stralen van het web. De tekening geeft aan in welke gebied en in welke mate de docent het zelfvertrouwen bevordert bij de leerling.
3 2 4
1 5
7 6
ontbijten, wandelen en gezamenlijk diner
ontbijten, gang hotel, op de fiets met Arno
Met dank aan de collegae docenten, Masterstudenten en hun docenten en begeleiders in Oslo, mijn medestudenten en onze begeleiders voor de informatie, voor de nieuwsgierigheid, voor de feedback, voor de lessen en voor de gezelligheid. Naast het onderwijs hebben we de stad verkend. Een balletvoorstelling en het mooie Operagebouw van Oslo in al zijn luister gezien en daar bovendien een balletvoorstelling gezien.
Bronnen: Child Well being and Child poverty: 2009 Where the UK stands in the European table, www.cpag.org.uk/info/ChildWellbeingandChildPoverty.pdf , verkregen op 30 oktober 2009 Inspectie van het onderwijs: 2008 Opbrengsten van het vmbo in de G4, www.onderwijsinspectie.nl/.../opbrengsten-van-het-vmbo-in-de-g4 67.23235a.pfd, verkregen op 30 oktober 2009 Meng, Christoph, et al, (2009) VMBO:Tevredenheid en aansluiting met vervolgonderwijs www.minocw.nl/documenten/vmbo_ocw.pdf, verkregen op 26 oktober Ministerie van onderwijs, cultuur en wetenschap: Overgrote meerderheid VMBO’ers tevreden over opleiding http://www.minocw.nl/actueel/nieuws/36010/overgrote-meerderheid-vmboers-tevredenover-opleiding.html 12 oktober, verkregen 30 oktober 2009 Telegraaf: 2009: Noorwegen beste land om te wonen http://www.telegraaf.nl/buitenland/4993121/___Noorwegen_beste_land_om_te_wonen___.html?p= 8,1 5 oktober, verkregen op 30 oktober 2009 Turchetti, Paolo, et al, (2009) Eurostat, data in focus, population and social conditions, eurostat 2009 KSQA-09-037-EN.pdf, verkregen op 26 okotber 2009 Veen, van der G., 2009, Jaarboek onderwijs 2009, www.cbs.nl/NR/rdonlyres/ED15A0FB.../2009f162pub.pdf, verkregen op 30 oktober 2009 Veenhoven, Ruut (2005) apparent quality-of-live in nations How Long and Happy People Live. Social Indicators Research 2005, vol 71, pp 61- 68 Veenhoven, Ruut, (2009) World Database of Happiness, Continous register of research on subjective appreciation of life, Prospectus 2009 http://worlddatabaseofhappiness.eur.nl, verkregen op 26 oktober
vanaf het dak van de Opera in Oslo