Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Onderwijsinspectie Hendrik Consciencegebouw Koning Albert II-laan 15 1210 BRUSSEL
[email protected] www.onderwijsinspectie.be
Verslag over de doorlichting van SG Noord/Lyceum Paardenmarkt te ANTWERPEN 1 Hoofdstructuur voltijds secundair onderwijs Instellingsnummer Instelling Directeur Adres Telefoon Fax E-mail Website Bestuur van de instelling Adres Scholengemeenschap Adres CLB Adres
125311 SG Noord/Lyceum Paardenmarkt Frieda MEIRE Paardenmarkt 94 - 2000 ANTWERPEN 1 03-470.25.30 03-470.25.31
[email protected] http://www.slpl.be AGB Stedelijk Onderwijs Antwerpen Lange Gasthuisstraat 15 - 2000 ANTWERPEN 1 SG Noord Lange Gasthuisstraat 15 - 2000 ANTWERPEN 1 Stedelijk CLB Antwerpen Lange Gasthuisstraat 24 - 2000 ANTWERPEN 1
Dagen van het doorlichtingsbezoek 05-11-2012 t.e.m. 19-12-2012 Einddatum van het doorlichtingsbezoek 19-12-2012 Datum bespreking verslag met de instelling 16-01-2013 Samenstelling inspectieteam Inspecteur-verslaggever Jurgen Hus Teamleden Dirk Diepers Walter Van den Brandt Deskundige(n) behorend tot de nihil administratie Externe deskundige(n) nihil
125311 - SG Noord/Lyceum Paardenmarkt te ANTWERPEN 1 (Schooljaar 2012-2013)
1
INHOUDSTAFEL INLEIDING .............................................................................................................................................. 3 1
SAMENVATTING ............................................................................................................................. 5
2
DOORLICHTINGSFOCUS ................................................................................................................... 7 2.1 2.2
3
Structuuronderdelen in de doorlichtingsfocus ...................................................................................7 Procesindicatoren of procesvariabelen in de doorlichtingsfocus .......................................................7
RESPECTEERT DE SCHOOL DE ONDERWIJSREGLEMENTERING? .......................................................... 8 3.1
Respecteert de school de erkenningsvoorwaarden?..........................................................................8
3.1.1
Voldoet de school aan de onderwijsdoelstellingen?...................................................................8
3.1.1.1 Natuurwetenschappen in het tso van de tweede graad Bouw- en houtkunde, Elektriciteitelektronica, Elektromechanica (2003/112) ............................................................................................8 3.1.1.2 TV elektriciteit/elektronica en PV praktijk elektriciteit in het tso van de tweede graad Elektriciteit-elektronica (2007/133) en TV elektriciteit, TV elektriciteit/elektronica, PV praktijk elektriciteit en stage in het tso van de derde graad Elektriciteit-elektronica (2006/307) .....................9 3.1.1.3 TV mechanica, TV toegepaste chemie en TV toegepaste fysica in het tso van de derde graad Industriële wetenschappen (2006/316) .....................................................................................12 3.1.2 3.2 4
Voldoet de school aan de overige erkenningsvoorwaarden? ...................................................16
Respecteert de school de overige reglementering? .........................................................................17
BEWAAKT DE SCHOOL DE EIGEN KWALITEIT? ................................................................................. 18 4.1 4.2
Welzijn...............................................................................................................................................18 Begeleiding ........................................................................................................................................18
4.2.1 4.3
Leerbegeleiding .........................................................................................................................18
Evaluatie ............................................................................................................................................19
4.3.1 4.3.2
Evaluatiepraktijk ........................................................................................................................19 Rapporteringspraktijk ................................................................................................................19
5
ALGEMEEN BELEID VAN DE SCHOOL .............................................................................................. 21
6
STERKTES EN ZWAKTES VAN DE SCHOOL ....................................................................................... 23 6.1 6.2 6.3
7
ADVIES EN REGELING VOOR HET VERVOLG .................................................................................... 24 7.1 7.2
2
Wat doet de school goed? ................................................................................................................23 Wat kan de school verbeteren? ........................................................................................................23 Wat moet de school verbeteren? .....................................................................................................23 Onderwijsdoelstellingen: advies en regeling voor het vervolg .........................................................24 Overige erkenningsvoorwaarden: advies en regeling voor het vervolg ...........................................24
125311 - SG Noord/Lyceum Paardenmarkt te ANTWERPEN 1 (Schooljaar 2012-2013)
INLEIDING De decretale basis van het onderzoek Tijdens een doorlichting gaat de onderwijsinspectie na of de school 1. de onderwijsreglementering respecteert, 2. op systematische wijze haar eigen kwaliteit onderzoekt en bewaakt, 3. haar tekorten al dan niet zelfstandig kan wegwerken (zie artikel 38 van het decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs, 8 mei 2009). Een doorlichting is dus een onderzoek van 1. de onderwijsreglementering, 2. de kwaliteitsbewaking door de school, 3. het algemeen beleid van de school. Een onderzoek in drie fasen Een doorlichting bestaat uit drie fasen: het vooronderzoek, het doorlichtingsbezoek en het doorlichtingsverslag. - Tijdens het vooronderzoek bekijkt het inspectieteam de gehele school aan de hand van het CIPOreferentiekader. Het vooronderzoek wordt afgesloten met een doorlichtingsfocus: een selectie van te onderzoeken aspecten tijdens het doorlichtingsbezoek. - Tijdens het doorlichtingsbezoek voert de onderwijsinspectie het onderzoek uit aan de hand van observaties, gesprekken en analyse van documenten. - Het doorlichtingsverslag beschrijft het resultaat van de doorlichting, bevat een advies over de verdere erkenning en wordt gepubliceerd op www.doorlichtingsverslagen.be. Een gedifferentieerd onderzoek 1. Omdat de onderwijsinspectie gedifferentieerd doorlicht, onderzoekt het inspectieteam in de instelling een selectie van de onderwijsreglementering: een selectie van structuuronderdelen om het voldoen aan de onderwijsdoelstellingen na te gaan. Hierbij onderzoekt de onderwijsinspectie altijd de volgende procesvariabelen uit het CIPOreferentiekader: o het onderwijsaanbod o de uitrusting o de evaluatiepraktijk o de leerbegeleiding een selectie van andere erkenningsvoorwaarden een selectie van overige regelgeving. 2. Om de kwaliteitsbewaking door de school na te gaan, selecteert het inspectieteam een aantal procesvariabelen. Het inspectieteam gaat met de kwaliteitswijzer na of de school voor deze procesvariabelen aandacht heeft voor doelgerichtheid: welke doelen stelt de school voorop? ondersteuning: welke ondersteunende initiatieven neemt de school om efficiënt en doelgericht te werken? doeltreffendheid: bereikt de school de doelen en gaat de instelling dit na? ontwikkeling: heeft de school aandacht voor nieuwe ontwikkelingen? 3. Het inspectieteam onderzoekt ten slotte het algemeen beleid van de school aan de hand van vier procesvariabelen: leiderschap, visieontwikkeling, besluitvorming, kwaliteitszorg.
125311 - SG Noord/Lyceum Paardenmarkt te ANTWERPEN 1 (Schooljaar 2012-2013)
3
Het onderzoek naar de hygiëne, veiligheid en bewoonbaarheid De controle van de erkenningsvoorwaarden betreffende de bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne van de instelling vindt gelijktijdig met de doorlichting plaats. Deze controle resulteert in een afzonderlijk verslag dat bij het doorlichtingsverslag wordt gevoegd en eveneens verschijnt op www.doorlichtingsverslagen.be. Het advies De adviezen die de onderwijsinspectie uitbrengt, hebben betrekking op alle of op afzonderlijke structuuronderdelen van de school. De onderwijsinspectie kan drie adviezen uitbrengen: - een gunstig advies: het inspectieteam adviseert gunstig over de verdere erkenning van de school of van structuuronderdelen. - een beperkt gunstig advies: het inspectieteam adviseert gunstig over de erkenning van de school of van structuuronderdelen als de school binnen een bepaalde periode voldoet aan de voorwaarden vermeld in het advies. - een ongunstig advies: het inspectieteam adviseert om de procedure tot intrekking van de erkenning van de school of van structuuronderdelen op te starten. Bij een ongunstig advies beoordeelt de onderwijsinspectie bovendien of de school de vastgestelde tekorten zelfstandig kan wegwerken. Tot slot Binnen een termijn van dertig kalenderdagen na ontvangst van het definitieve doorlichtingsverslag informeert de directeur van de school de ouders, leerlingen of cursisten over de mogelijkheid tot inzage. Binnen de dertig kalenderdagen na ontvangst moet de directeur van de school het verslag volledig bespreken tijdens een personeelsvergadering. Het bestuur van de school of zijn gemandateerde tekent het verslag voor gezien. Het bestuur stuurt het binnen dertig kalenderdagen na ontvangst terug naar de onderwijsinspectie en maakt eventueel melding van zijn opmerkingen. De school mag het verslag niet gebruiken voor publicitaire doeleinden.
Meer informatie? www.onderwijsinspectie.be en www.doorlichtingsverslagen.be
4
125311 - SG Noord/Lyceum Paardenmarkt te ANTWERPEN 1 (Schooljaar 2012-2013)
1
SAMENVATTING
Het ‘Stedelijk Lyceum Paardenmarkt en Luchthaven’ in Antwerpen is een kleine nijverheidstechnische school die doorstromingsgerichte tso-studierichtingen aanbiedt uit de studiegebieden Bouw en Mechanicaelektriciteit. Daaronder bevinden zich de vrij unieke studierichtingen Vliegtuigtechnieken en Productie- en procestechnologie. Het relatief uitgebreide studieaanbod in relatie tot het kleine aantal leerlingen heeft voor vele vakken heel wat samenzettingen tot gevolg, zowel van klassen van verschillende studierichtingen als van twee leerjaren van eenzelfde studierichting (graadklassen). Hierdoor komt de leerplanrealisatie en de profilering van de betrokken studierichtingen onder druk te staan. In een aantal vakken wordt daardoor zelfs het studierendement gehypothekeerd. Na een jarenlange daling van het leerlingenaantal is er dit schooljaar weer een lichte stijging. Kenmerkend voor de school is het grote aantal instromende leerlingen met een schoolse achterstand, in bijna alle leerjaren. De leerlingenpopulatie is daarenboven zeer heterogeen en voor een belangrijk deel multicultureel en kansarm. Binnen deze context onderschrijft de school de missie en de visie van haar bestuur en tracht haar leerlingen een kwaliteitsvolle opleiding te bieden. De schoolleiding streeft naar een gestructureerd beleid met een participatieve besluitvorming om voor beleidsbeslissingen en -prioriteiten een zo breed mogelijk draagvlak te creëren. Hierbij vertrouwt het beleid op de verantwoordelijkheidszin van de personeelsleden. Bij gebrek aan voldoende opvolging en bijsturing bestaat er op uitvoeringsniveau evenwel een sterk variërende ontwikkelingsdynamiek. Dat blijkt onder meer uit de sterke kwaliteitsverschillen die zijn vastgesteld binnen zowel de gevoerde erkennings- als kwaliteitsonderzoeken. De leerplanrealisatie voldoet niet voor vakken van het specifiek gedeelte in de studierichtingen van de tweede en derde graad Elektriciteit-elektronica en de derde graad Industriële wetenschappen. Heel wat tekorten ontstaan bij gebrek aan leerplanstudie en met de nodige zorg opgestelde jaarplannen. Voor de studierichting Industriële wetenschappen weegt een gebrek aan leermiddelen bijkomend op de leerplanrealisatie. Deze tekorten geven aanleiding tot een gunstig advies beperkt in de tijd. In de tweede graad worden de doelstellingen en leerinhouden van het vak natuurwetenschappen opvallend kwaliteitsvol aangereikt. De vakgroepwerking wordt overwegend zwak ingevuld en er worden weinig afspraken gemaakt met betrekking tot de pedagogisch-didactische aanpak op klasniveau. De stages en de geïntegreerde proef worden doorgaans goed georganiseerd, zijn kwaliteitsvol en sluiten aan bij het profiel van de respectieve studierichtingen. Het studiesucces in het hoger onderwijs ligt iets onder het Vlaams gemiddelde. Op het vlak van de infrastructuur staat de school voor grote uitdagingen. De gebouwen en lokalen zijn verouderd, ogen afgeleefd en voor heel wat aspecten beantwoorden zij niet aan de welzijnsvoorwaarden. De leerbegeleiding is gericht op het verzekeren van zowel preventieve als curatieve ondersteuning. Enkele begeleidingsinitiatieven zijn structureel in de schoolwerking ingebed en leraargebonden zijn goede praktijkvoorbeelden aangaande begeleiding en remediëring opgetekend. Veel initiatieven leiden echter een te geïsoleerd bestaan en stromen niet door naar het hele schoolteam.
125311 - SG Noord/Lyceum Paardenmarkt te ANTWERPEN 1 (Schooljaar 2012-2013)
5
De schoolvisie op evalueren gaat uit van de, binnen het Stedelijk Onderwijs van Antwerpen, recent ontwikkelde visie op competentiegericht leren. De evaluatiepraktijk staat echter nog niet op punt en wordt gekenmerkt door een gebrek aan gelijkgerichtheid. Voor de meeste onderzochte vakken is de evaluatiepraktijk onvoldoende afgestemd op de leerplandoelen. De rapporteringspraktijk kent een positieve evolutie. De oproep van het schoolbeleid om de behaalde scores van stimulerende commentaren en relevante remediëringsvoorstellen te voorzien, wordt echter nog niet door alle leraren correct toegepast. De school verzamelt en analyseert gegevens over haar werking, maar de verworven informatie wordt nog onvoldoende aangewend om de interne kwaliteitszorg verder te ontwikkelen. Er is een groeiende aandacht voor onderwijsinnovatie en de daaraan verbonden professionalisering.
6
125311 - SG Noord/Lyceum Paardenmarkt te ANTWERPEN 1 (Schooljaar 2012-2013)
2
DOORLICHTINGSFOCUS
Op basis van het vooronderzoek en in het kader van een gedifferentieerde doorlichting selecteerde de onderwijsinspectie onderstaande structuuronderdelen en procesindicatoren/procesvariabelen voor verder onderzoek.
2.1
Structuuronderdelen in de doorlichtingsfocus
Structuuronderdeel Graad 2 TSO Bouw- en houtkunde Graad 2 TSO Elektriciteit-elektronica
Basisvorming natuurwetenschappen natuurwetenschappen
Graad 2 TSO Elektromechanica Graad 3 TSO Elektriciteit-elektronica
natuurwetenschappen
Graad 3 TSO Industriële wetenschappen
2.2
Specifiek gedeelte PV praktijk elektriciteit, TV elektriciteit/elektronica PV praktijk elektriciteit, stage, TV elektriciteit, TV elektriciteit/elektronica TV mechanica, TV toegepaste chemie, TV toegepaste fysica
Procesindicatoren of procesvariabelen in de doorlichtingsfocus
Logistiek Welzijn Veiligheid Gezondheid en hygiëne Milieu
Onderwijs Begeleiding Leerbegeleiding
Onderwijs Evaluatie Evaluatiepraktijk Rapporteringspraktijk
125311 - SG Noord/Lyceum Paardenmarkt te ANTWERPEN 1 (Schooljaar 2012-2013)
7
3 3.1
RESPECTEERT DE SCHOOL DE ONDERWIJSREGLEMENTERING? Respecteert de school de erkenningsvoorwaarden?
3.1.1 Voldoet de school aan de onderwijsdoelstellingen? Het onderzoek naar het voldoen aan de onderwijsdoelstellingen levert voor de geselecteerde structuuronderdelen het volgende op. 3.1.1.1
Natuurwetenschappen in het tso van de tweede graad Bouw- en houtkunde, Elektriciteitelektronica, Elektromechanica (2003/112)
Voldoet Het leerplan wordt met beklijvende werkvormen behandeld. De evaluatie toont aan dat de leerlingen de meeste leerplandoelstellingen hebben bereikt. Onderwijsaanbod Het leerplan wordt degelijk en planmatig afgewerkt. De leerplandoelstellingen komen expliciet aan bod, met aandacht voor de onderliggende eindtermen. Het onderzoekend leren wordt goed geoefend, behalve voor het experimenteel gedeelte omdat de leerlingen daarvoor alleen maar met applets werken die proeven simuleren. Daarmee missen zij een van de belangrijkste vaardigheden van het onderzoekend leren, namelijk de manuele handelingen waarmee ze nauwkeurig, veilig en milieubewust experimenten leren uitvoeren en aandacht leren schenken aan de veiligheidsvoorschriften in een labo. Uitrusting De school heeft voldoende vaklokalen, maar daarvan wordt geen gebruik gemaakt. De toestand van die lokalen kan daarvoor maar gedeeltelijk als verontschuldiging ingeroepen worden (zie verslag toegepaste chemie en toegepaste fysica in de derde graad Industriële wetenschappen). Voor het chemiegedeelte van het leerplan is het vaklokaal immers voldoende uitgerust en voor de ontbrekende leermiddelen in dat lokaal, mogen bestellingen aangevraagd worden. Trouwens, ook het lokaal waarin de lessen momenteel plaatsvinden, voldoet niet aan de minimale materiële vereisten. Het is niet voorzien van een lerarentafel die geschikt is voor demonstraties, er zijn geen aansluitingen voor water, gas en elektriciteit en er zijn geen aan de vloer verankerde leerlingentafels. Bovendien bevat het lokaal maar een beperkt gedeelte van de vereiste leermiddelen. Het is wel uitgerust met een digitaal bord en internet, waarvan intensief en deskundig gebruik gemaakt wordt.
8
125311 - SG Noord/Lyceum Paardenmarkt te ANTWERPEN 1 (Schooljaar 2012-2013)
Leerbegeleiding Behalve voor het practicumgedeelte van het leerplan, zijn de aangewende werkvormen voorbeelden van goede praktijk. Ze streven de overgrote meerderheid van de vakoverschrijdende eindtermen ‘leren leren’ na en zijn gericht op competentiegericht leren. De leerlingen onderzoeken en verwerken regelmatig zelfstandig leerinhouden in kleine groepjes, waarbij iedereen actief betrokken wordt. Omdat de leerlingen daardoor zelf de moeilijkheden met de leerstof ontdekken, kan er heel efficiënt gedifferentieerd les gegeven worden. Gelet op de zeer heterogene klasgroepen in vooral het eerste leerjaar, is dit broodnodig. Het digitale platform zou hierin een grotere rol kunnen spelen. Momenteel wordt het bijna uitsluitend gebruikt voor het opslaan en het uitwisselen van taken tussen leraar en leerlingen. Ook de klassikale lessen verlopen zeer actief, met doelgerichte vragen en oefeningen die het probleemoplossend denken van de leerlingen veelvuldig stimuleren. Evaluatiepraktijk De evaluatie gebeurt overwegend leerplangericht en is voldoende transparant en valide. Slechts enkele opgaven hebben geen betrekking op de leerplandoelstellingen. Voor dagelijks werk en verschillende thema’s wordt veel mondeling getoetst. Dat gebeurt wanneer de leerlingen klassikaal over hun zelfstandig werk aan hun medeleerlingen rapporteren (‘lesgeven’). De leerplandoelstellingen die de leerlingen daarmee bereiken, dienen wel met nog concretere verantwoordingstukken gearchiveerd te worden dan nu het geval is. Globaal en op jaarbasis zijn de leerlingenresultaten van het vorige schooljaar behoorlijk tot goed. Het valt op dat in de meeste klassen de resultaten verbeteren naarmate het schooljaar vordert, ook voor de examens, hoewel het tweede semester langer duurt dan het eerste. Dat wijst erop dat de gebruikte werkvormen effect hebben, de leerinhouden goed doen beklijven en het leervermogen van de leerlingen gaandeweg versterken. 3.1.1.2
TV elektriciteit/elektronica en PV praktijk elektriciteit in het tso van de tweede graad Elektriciteit-elektronica (2007/133) en TV elektriciteit, TV elektriciteit/elektronica, PV praktijk elektriciteit en stage in het tso van de derde graad Elektriciteit-elektronica (2006/307)
Voldoet niet De leerplandoelstellingen voor de onderzochte vakken van het specifiek gedeelte in de tweede en derde graad worden in onvoldoende mate gerealiseerd. Grote delen van de leerinhouden worden noch aangeboden, noch geëvalueerd. Onderwijsaanbod Zowel voor de tweede als de derde graad zijn er weinig werkopdrachten, leerlingendocumenten (cursus, tekeningen, …), laboverslagen en/of praktische realisaties terug te vinden. De agenda’s van de leerlingen, het aanwezige cursusmateriaal, de planningsdocumenten (indien al aanwezig) en de evaluaties van de leerlingen kunnen onvoldoende duidelijkheid scheppen over de behandelde leerstof.
125311 - SG Noord/Lyceum Paardenmarkt te ANTWERPEN 1 (Schooljaar 2012-2013)
9
Voor de tweede graad kan de school onvoldoende aantonen of en hoe de leerplandoelstellingen voor labo gerealiseerd zijn. De algemene vakdoelstellingen met betrekking tot het proefondervindelijk kunnen vaststellen, eenvoudige elektrische metingen kunnen uitvoeren, meetresultaten kunnen aflezen en de resultaten kunnen rapporteren en interpreteren worden onvoldoende behandeld. De theoretische leerinhouden met betrekking tot enkelvoudige wisselstroomketens worden binnen het vak TV elektronica beperkt behandeld. De leerinhouden met betrekking tot samengestelde ketens, vermogen en arbeid in wisselstroomketens zijn niet aangeboden. Voor praktijk elektriciteit zijn de leerplandoelstellingen met betrekking tot een installatie met buizen en/of kanalisatie met geschikte hulpstukken en bevestigingsmiddelen kunnen uitvoeren, een foutencontrole en lichtschakelingen kunnen uitvoeren in inbouwmontage slechts minimaal gerealiseerd. De leerinhouden in verband met o.a. vertinnen en solderen, speciale lichtarmaturen, eenvoudige metingen en de elektrische huisinstallatie worden onvoldoende of niet behandeld. Er wordt nog geen gebruik gemaakt van een CAD-applicatie (computer-aided design) als instrument voor schemaontwikkeling. De noodzakelijke samenhang tussen de leerplandoelstellingen met betrekking tot theorie, technisch tekenen, technologie en praktijk ontbreekt, waardoor het studiepeil verzwakt. Voor de derde graad is een aanzienlijk deel van de leerinhouden en de leerplandoelstellingen onvoldoende of niet aangeboden. Voor TV elektriciteit betreft het o.a. synchrone machines, generatoren, tachogeneratoren, foutentheorie, meten met PC, vermogenmeting, aardingsmeting, isolatiemeting en metingen op machines. Bovendien is een gedeelte van de leerstof eerder gericht op de leerinhouden dan op de leerplandoelstellingen. Voor regeltechniek betreft het voornamelijk de leerinhouden aangaande regelkringen en regelaars. Behoudens toepassingen met betrekking op het programmeren op PLC’s (programmable logic controller), kan de integratie van labo niet aangetoond worden. Voor de vakken TV meettechniek en schema-analyse ontbreken, uitgezonderd voor de leerplandoelstellingen opgenomen in de geïntegreerde proef, de nodige verantwoordingsdocumenten (taken, toetsen, werkopdrachten, tekeningen) om de leerplanrealisatie aan te tonen. Ook voor praktijk elektriciteit zijn er buiten de geïntegreerde proef geen uitgewerkte werkopdrachten, geen verslagen en geen leerlingendocumenten aanwezig die aantonen welke of met welke diepgang de leerplandoelstellingen gerealiseerd zijn. De planningsdocumenten van de leraren en de agenda’s van de leerlingen kunnen eveneens onvoldoende duidelijkheid scheppen over de behandelde leerstof.
10
125311 - SG Noord/Lyceum Paardenmarkt te ANTWERPEN 1 (Schooljaar 2012-2013)
De blokstage van twee weken is voldoende representatief voor het leerplan en in overeenstemming met de regelgeving. De realisatie van leerinhouden en doelstellingen voor de vakken van het specifiek gedeelte wordt gewaarborgd. De concretisatie van de leerdoelen in het modeldocument ‘activiteitenlijst’ wordt nog onvoldoende efficiënt benut. De aandacht voor en de evaluatie van de persoonlijke attitudes en de arbeidsattitudes zijn een voorbeeld van goede praktijk. De opdracht van de geïntegreerde proef is representatief voor de studierichting. De combinatie van aspecten uit de verschillende vakgebieden komen voldoende aan bod. Er wordt in sterke mate gewerkt rond realiteitsgebonden projecten op een voldoende hoog niveau. Onderwijsorganisatie De realisatie van de leerplandoelstellingen wordt gehypothekeerd door een veeleer ruim onderwijsaanbod dat tot heel wat - deels ver gezochte horizontale en verticale samenzettingen leidt. Deze samenzettingen en de wijze waarop de leraren hier mee omgaan, worden bovendien regelmatig gewijzigd waardoor de planning en de indeling van het graadleerplan over de leerjaren verstoord wordt. Er is behoorlijk wat lesuitval. Dit onder meer wegens afwezigheden van leraren en het organiseren van relatief veel extramurale activiteiten. De vervangingsuren worden onvoldoende aangewend om lesactiviteiten te organiseren of leerachterstand weg te werken. Uitrusting De minimale uitrusting en de beschikbare verbruiksgoederen volstaan om kwaliteitsvol onderwijs aan te bieden. Over het algemeen worden de lessen gegeven in geschikte, maar enigszins verwaarloosde vaklokalen. De lokalen ogen wanordelijk en een groot gedeelte ervan wordt gebruikt voor de opslag van veelal oude, onveilige machines en materialen. Hierdoor wordt de aanwezige moderne didactische uitrusting onvoldoende ingezet met het oog op het bereiken van de leerplandoelen. Kansen om de leerlingen zelfstandiger en actiever te betrekken bij hun eigen leerproces, om ze zodoende te leiden naar zelfstandig leren, worden hierdoor gemist. Evaluatiepraktijk De leerlingenevaluatie verloopt nog zeer traditioneel. Ze is over het algemeen sterk reproductief, vooral gericht op kennis en soms onvoldoende afgestemd op de te bereiken leerplandoelstellingen. Ondanks de vele initiatieven op schoolniveau, ontbreekt het binnen deze vakgroep aan een coherente visie op evaluatie. Een deel van de leerinhouden wordt ‘graadgebonden’ aangeboden. Hierdoor ontbreekt bij de leerlingen in het eerste leerjaar van elke graad in een aantal gevallen de nodige voorkennis om de aangeboden leerstof succesvol te verwerken. Aan leerlingen die niet slagen in het tweede jaar van een graad, wordt de leerstof van het eerste leerjaar het volgende schooljaar opnieuw aangeboden. Er zijn ook vak- en leraargebonden grote verschillen wat betreft het evalueren waardoor de representativiteit en de validiteit van de leerlingenbeoordeling niet gewaarborgd is. Het aantal tekorten op sommige vakken en de B- en C-attesten in de studierichting liggen vrij hoog. De school wendt deze gegevens ook nog onvoldoende aan om te reflecteren over haar eigen onderwijsleerproces. 125311 - SG Noord/Lyceum Paardenmarkt te ANTWERPEN 1 (Schooljaar 2012-2013)
11
Leerbegeleiding Ondanks de screening van de kennis van de instromende leerlingen, de structureel aangeboden inhaallessen en de inhaalcursus basiselektriciteit, verloopt de begeleiding van de leerlingen moeizaam. Binnen de heterogeen samengestelde (graad)klas, waarbij enkele leerlingen over onvoldoende basiskennis beschikken, slaagt men er onvoldoende in om tot een leerlinggericht onderwijsleerproces te komen. Het proefondervindelijk leren en activerende werkvormen worden nog te weinig aangewend. Voor de TV-vakken maken de leraren gebruik van handboeken en eigen cursusmateriaal dat niet altijd gestructureerd is samengesteld, niet geschikt is voor de doelgroep en/of onvoldoende aansluit bij de leerplandoelstellingen. In de aangeboden leerinhouden, het cursusmateriaal, de werkopdrachten en de evaluaties van de leerlingen zijn weinig sporen terug te vinden van differentiatie. Voor de praktijkvakken zijn de luttele documenten die beschikbaar zijn, onvoldoende uitgewerkt. De vakgroepwerking wordt zwak ingevuld. De werking wordt formeel aangestuurd door het schoolbeleid, maar er is nog onvoldoende inhoudelijke opvolging. Het overleg blijft beperkt tot het maken van afspraken rond organisatorische en materiële aspecten. Er worden nauwelijks concrete afspraken gemaakt betreffende de visievorming, de leerplanstudie, de invulling van de jaarplannen, de evaluatieprocedures en criteria, het bewaken van de horizontale samenhang en/of het uitzetten van verticale leerlijnen. Zowel de overgang van de tweede naar de derde graad als de samenhang tussen de praktische en theoretische vakken dienen versterkt te worden om een vlotte overgang van de leerlingen over de leerjaren heen te verzekeren. 3.1.1.3
TV mechanica, TV toegepaste chemie en TV toegepaste fysica in het tso van de derde graad Industriële wetenschappen (2006/316)
Voldoet niet De leerplanrealisatie is onvolledig, de uitrusting voldoet niet en de evaluatie toont onvoldoende aan of de leerlingen de meeste leerplandoelstellingen bereikt hebben. TV mechanica Onderwijsaanbod Voor TV mechanica worden de leerplandoelstellingen gedeeltelijk gerealiseerd. De leerplandoelstellingen met betrekking tot klassieke mechanica en sterkteleer worden volledig en met voldoende diepgang aangeboden. De leerinhouden met betrekking tot machine- elementen en pneumatica worden in voldoende mate, maar niet steeds leerplandoelgericht, aangeboden. De school kan niet aantonen of de leerplandoelstellingen rond meettechniek, hydraulica, pompen en numerieke besturing CNC (computer numerical control) bereikt worden. Het uitvoeren van metingen, praktische toepassingen en labo-oefeningen kan onvoldoende aangetoond worden, o.a. door het ontbreken van meetrapporten, laboverslagen, werkopdrachten, … De leerinhouden worden ook vooral theoretisch benaderd, waarbij de praktische toepassingen onvoldoende aandacht krijgen.
12
125311 - SG Noord/Lyceum Paardenmarkt te ANTWERPEN 1 (Schooljaar 2012-2013)
De blokstage van twee weken is voldoende representatief voor het leerplan en in overeenstemming met de regelgeving. De relatie met de leerinhouden en doelstellingen voor de vakken van het specifiek gedeelte wordt kwaliteitsvol geconcretiseerd d.m.v. een activiteitenlijst. Ook de aandacht voor en de evaluatie van de persoonlijke en de arbeidsattitudes zijn een voorbeeld van goede praktijk. De geïntegreerde proef is representatief voor de studierichting en het uitvoeringsniveau is voldoende hoog. De doelstellingen en de opdrachten met betrekking tot de geïntegreerde proef zijn duidelijk omschreven in een handleiding met voorschriften en nuttige wenken. De vorderingen worden genoteerd in een logboek. Uitrusting Voor het realiseren van de meeste leerplandoelstellingen beschikt de studierichting over voldoende didactische leermiddelen, maar onder meer door het ontbreken van een vaklokaal worden ze nog onvoldoende efficiënt ingezet. De school beschikt echter niet over de minimale didactische uitrusting voor het uitvoeren van de nodige toepassingen en oefeningen met betrekking tot hydraulica (o.a. hydraulische simulator, pompen, cilinders) en maakt ook geen gebruik van de mogelijkheden aangeboden door de VDAB (Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling) en het RTC (Regionaal Technologisch Centrum) om de doelstellingen via 'werkplekleren' te realiseren. De aanwezige ICT-uitrusting (informatie- en communicatietechnologie) wordt nog onvoldoende gebruikt om het geïndividualiseerd leerproces van de leerlingen te ondersteunen en hun zelfstandigheid te verhogen. Evaluatiepraktijk Over het algemeen is de evaluatie voor de aangeboden en behandelde leerplandoelstellingen representatief, valide en op een voldoende hoog niveau. Voor de meer toepassingsgerichte leerplandoelstellingen zijn de evaluatiecriteria en het aandeel hiervan in de totale evaluatie nog niet volledig uitgewerkt. De evaluatie wordt nog onvoldoende aangewend om het onderwijsleerproces bij te sturen. De attesteringsgegevens tonen aan dat de school nog veel C-attesten uitreikt, maar dat het aantal de laatste schooljaren wel sterk dalend is. De slaagcijfers in het hoger onderwijs zijn iets lager dan gemiddeld in Vlaanderen. De leraren zijn er nog niet toe gekomen om systematisch hun onderwijskundig handelen in vraag te stellen en de resultaten van de evaluatie, met inbegrip van de attestering, te spiegelen aan interne en externe verwachtingen, zoals het vervolg van de schoolloopbaan en de slaagkansen in het hoger onderwijs. Leerbegeleiding De leerlingen zijn tevreden over de ondersteuning en begeleiding door de leraren. Leerlingen met leerproblemen worden indien nodig bijgewerkt door middel van inhaallessen tijdens de middagpauze. Door het ontbreken van een goed uitgerust vaklokaal worden de leerinhouden aangereikt middels een leergesprek dat wordt ondersteund door een leerboek en/of cursus. 125311 - SG Noord/Lyceum Paardenmarkt te ANTWERPEN 1 (Schooljaar 2012-2013)
13
Er wordt nog onvoldoende gebruik gemaakt van activerende werkvormen, waardoor de geboekte leerwinst niet altijd optimaal is. De voorbije schooljaren beschikten de leerlingen over kopieën van leer- en werkboeken en door de leraren ontwikkeld cursusmateriaal. Het geheel mist samenhang en structuur en een gedeelte is onvoldoende representatief voor de leerplandoelstellingen. De vakgroepwerking wordt zwak ingevuld. De werking wordt formeel aangestuurd door het schoolbeleid, maar er is nog onvoldoende inhoudelijke opvolging. Het overleg blijft beperkt tot het maken van afspraken rond organisatorische en materiële aspecten. Er worden nauwelijks concrete afspraken gemaakt betreffende de visievorming, de leerplanstudie, de invulling van de jaarplannen, de evaluatieprocedures en criteria, het bewaken van de horizontale samenhang en/of het uitzetten van verticale leerlijnen. Gestructureerde coördinatie met de leraren van de tweede graad is er nauwelijks. TV toegepaste chemie, TV toegepaste fysica Onderwijsorganisatie De leerlingen van het eerste leerjaar volgen voor het leerplan gebonden gedeelte van beide vakken, samen les met die van het tweede leerjaar. Om de leerplandoelstellingen in deze graadklas degelijk te kunnen afwerken, heeft de school een lesuur toegepaste chemie meer ingericht dan het leerplan vraagt en daarbovenop aan elk leerjaar een extra lesuur toegekend dat vrij voor deze vakken ingevuld kan worden. Door deze urenverdeling spaart de school een graaduur uit om er in het complementair gedeelte voor beide leerjaren een gezamenlijk lesuur industriële chemie in te richten. De school vindt dit noodzakelijk vanwege het belang van de industriële chemie in de Antwerpse nijverheid en de opleidingen daarvoor in het hoger onderwijs. Voor de realisatie van dit vak heeft ze contacten gelegd met de sector. Alle lesuren worden aan dezelfde leraar toegewezen, wat een flexibele besteding van de beschikbare lestijd mogelijk maakt. Onderwijsaanbod Ondanks het feit dat er voldoende lesuren zijn om het leerplan af te werken, werden vorig schooljaar in beide vakken verschillende hoofdstukken slechts fragmentarisch behandeld. Gedeeltelijk is dit te wijten aan niet gecompenseerde lesuitval, maar hoofdzakelijk is het de afwezigheid van een degelijke planning die deze onvolledige leerplanrealisatie veroorzaakt heeft. Zelfs binnen een hoofdstuk werd de logische opbouw van het leerplan niet altijd gevolgd. Zo kwam voor toegepaste fysica het gedeelte ‘staande en lopende golven’ van het hoofdstuk ‘harmonische bewegingen’ pas in mei aan bod, terwijl het eerste deel van dat hoofdstuk tijdens het eerste semester behandeld werd. In toegepaste chemie onderbrak men gedurende een aantal weken het hoofdstuk elektrochemie voor een gedeelte koolstofchemie. Het slotgedeelte van dat hoofdstuk werd zonder reden weggelaten. Daarnaast hebben nog verschillende algemene vakdoelstellingen geen invulling gekregen, waardoor de globale aanpak van beide vakken zijn voornaamste doel gemist heeft: de behandelde leerstof kreeg wel de vereiste diepgang en vaak zelfs meer dan dat, maar dat gebeurde nagenoeg uitsluitend vanuit een theoretische invalshoek, terwijl de algemene doelstellingen een 14
125311 - SG Noord/Lyceum Paardenmarkt te ANTWERPEN 1 (Schooljaar 2012-2013)
empirische benadering vragen. Het onderzoekend leren en in het bijzonder de natuurwetenschappelijke onderzoeksmethode die inherent is aan deze vakken, kregen daardoor nauwelijks of geen aandacht. Dat blijkt ook uit het proefondervindelijk gedeelte: van de minimaal vijf verplichte leerlingenpractica per leerjaar en voor elk vak, hebben de leerlingen er vorig schooljaar slechts twee uitgevoerd uit de opgelegde lijst voor toegepaste fysica (calorimetrie en slingerbeweging). Voor toegepaste chemie werd maar één verplicht item onderzocht (redoxchemie). De leerlingen hebben van geen enkel practicum een gestructureerd verslag moeten maken, hoewel de algemene vakdoelstellingen dat uitdrukkelijk opleggen. De directie heeft deze ernstige nalatigheden bij de aanvang van dit schooljaar met adequate personele maatregelen aangepakt. Uit de bijgewoonde lessen blijkt dat het leerplan voor beide vakken voortaan wel doelgericht uitgewerkt wordt. De leraar is zich nog aan het inwerken en tracht planmatig de achterstand en de tekortkomingen uit het verleden weg te werken. Hij krijgt daarbij ondersteuning van zijn collega natuurwetenschappen. Uitrusting De school heeft voor beide vakken een afzonderlijk vaklokaal. Het chemielokaal is sinds vorig schooljaar vernieuwd, maar beantwoordt nog niet helemaal aan de veiligheidsvoorwaarden. De bestelde brandtrap aan de buitenzijde van het lokaal die als tweede vluchtweg moet dienen, moet nog geplaatst worden. Ook de werkbladen van de tafels voldoen maar gedeeltelijk aan de voorschriften: ze zijn niet voorzien van verhoogde randen en het is niet zeker of ze voldoende brandbestendig zijn. Van de uitrusting ontbreekt een (actuele) inventaris waardoor het niet duidelijk is of alle minimaal vereiste leermiddelen (in voldoende hoeveelheden) aanwezig zijn. Ook voor toegepaste fysica is er geen (actuele) inventaris van de uitrusting, maar daarvan heeft een bezoek aan het vaklokaal aangetoond dat er heel wat vereiste leermiddelen te kort zijn, vooral voor de leerlingenpractica. Het lokaal zelf ligt er chaotisch bij. Een aantal tafels staan rommelig bij elkaar en de doorgangen zijn niet overal voldoende breed. In deze toestand kan in dat lokaal niet behoorlijk en voldoende veilig les gegeven worden. Het wordt dan ook niet gebruikt. De lessen toegepaste fysica vinden plaats in het chemielokaal, dat voor dat vak echter geen didactisch materiaal bevat. Leerbegeleiding De lessen verlopen via degelijke leergesprekken die het probleemoplossend denken regelmatig aanspreken. Door de relatief kleine klasgroepen en het extra lesuur in elk leerjaar, krijgen de leerlingen voldoende kansen om bijkomende uitleg te vragen. Ook buiten de lessen kunnen zij bij hun leraar terecht. Het digitaal platform dient momenteel bijna uitsluitend voor het opslaan en het uitwisselen van taken tussen leraar en leerlingen. Het gebruik van de overige mogelijkheden, waarmee men o.a. het onderwijsproces beter zou kunnen differentiëren, moet nog groeien. Gelet op de heterogene instroom in het eerste leerjaar is dit meer dan wenselijk.
125311 - SG Noord/Lyceum Paardenmarkt te ANTWERPEN 1 (Schooljaar 2012-2013)
15
Evaluatiepraktijk Zowel voor toegepaste chemie als voor toegepaste fysica is de evaluatie van het vorige schooljaar onvoldoende representatief voor de leerplandoelstellingen. Heel wat opgaven zijn uitsluitend op de leerstof gericht en verschillende doelstellingen werden niet (aantoonbaar) getoetst. Hierdoor toont deze evaluatie onvoldoende aan of de leerlingen de meeste leerplandoelstellingen hebben bereikt. Bovendien is die evaluatie maar beperkt betrouwbaar als meetinstrument voor het kennen en kunnen van de leerlingen: bij verschillende opgaven is het mogelijk om het juiste antwoord te raden (juist/fout-vragen) en/of door eliminatie te vinden (meerkeuzevragen). De giscorrectie die bij sommige meerkeuzevragen toegepast werd, is statistisch fout en in het nadeel van de leerlingen. Op een aantal vragen is een duidelijk afgebakend antwoord niet mogelijk omdat de opgaven te vaag geformuleerd werden. Ten slotte kwam ook hergebruik van examenopgaven in opeenvolgende leerjaren voor, eenmaal zelfs van een integraal examen. Vooral wanneer leerlingen overzitten, brengt dit de betrouwbaarheid van de evaluatie in het gedrang. Vorig schooljaar waren de leerlingenresultaten van het eerste leerjaar op enkele uitzonderingen na behoorlijk tot goed voor beide vakken, behalve voor de eindexamens. Daarin slaagde de helft van de klas niet. In het tweede leerjaar, waar de leerlingen dezelfde examens kregen, waren de resultaten beduidend beter voor toegepaste fysica, maar voor toegepaste chemie nog zwakker dan in het eerste leerjaar. Op jaarbasis waren de resultaten voor beide vakken en voor nagenoeg alle leerlingen in beide leerjaren echter ruim voldoende, omdat de cijfers voor dagelijks werk de zwakke examenprestaties gecompenseerd hebben. In het laatste leerjaar bedroegen de jaargemiddelden 67% voor toegepaste chemie en 70% voor toegepaste fysica. Hieruit kan afgeleid worden dat de leerlingen aan het einde van het secundair onderwijs wel in staat zijn om kleinere maar niet om grote leerstofgehelen te verwerken. Deze vaststelling doet vragen rijzen bij de geleverde inspanningen voor de vakoverschrijdende eindtermen ‘leren leren’.
3.1.2 Voldoet de school aan de overige erkenningsvoorwaarden? Het onderzoek naar het voldoen aan de geselecteerde erkenningsvoorwaarden levert het volgende op. Onderzochte erkenningsvoorwaarde ja, neen Leeft de school de bepalingen na over de taalregeling in het onderwijs? (codex secundair, art. ja 15, 5°) Neemt de school de reglementering betreffende verlofregeling en aanwending van de ja schooltijd in acht? (codex secundair, art. 15, 7°) Heeft de school een beleidscontract of beleidsplan met een centrum voor leerlingenbegeleiding dat minstens de verplichte bepalingen vermeldt? (codex secundair, art. ja 15, 9° en decreet CLB, art. 39 en 40)
16
125311 - SG Noord/Lyceum Paardenmarkt te ANTWERPEN 1 (Schooljaar 2012-2013)
3.2
Respecteert de school de overige reglementering?
Het onderzoek naar het voldoen aan de geselecteerde reglementering levert het volgende op. Onderzochte regelgeving Is er een schoolreglement waarin de verplichte bepalingen correct zijn opgenomen? (codex secundair, art. 111 en 112) • de bijdrageregeling en afwijkingen • bepalingen in verband met het recht op onderwijs aan huis • het evaluatiestelsel met inbegrip van de remediëringsmaatregelen • de verhaalmogelijkheden tegen eindbeslissingen van klassenraden over leerlingen • studie-, orde en tuchtreglement waarbij het studiereglement de grote krachtlijnen van de organisatie van de studies bevat • engagementsverklaring waarin wederzijdse afspraken worden opgenomen(codex secundair, 110/1 t.e.m. 110/27) Is het schoolreglement conform het inschrijvingsrecht? (codex secundair, art. 15, 7°) Informeert de school ouders en leerlingen en personeel over het centrum voor leerlingenbegeleiding waarmee ze samenwerkt? (codex secundair, art. 15, 9° en decreet CLB, art. 33) Respecteert de voorziene verhaalmogelijkheid de reglementair voorgeschreven procedure? (codex secundair, art. 115, 4) Respecteert de school voor gewoon secundair onderwijs de reglementaire bepalingen met betrekking tot oriëntering en evaluatie van leerlingen? (codex secundair, art. 254, §1, 256, §1, 1° en BVR van 19-7-2002) Verloopt het afleveren van attesten van lesbijwoning correct? (codex secundair, art. 115, tweede en derde alinea 252, § 1b en 252, § 2) Respecteert de school het minimumlessenrooster? (codex secundair, art. 148-157 en BVR van 19-7-2002)
125311 - SG Noord/Lyceum Paardenmarkt te ANTWERPEN 1 (Schooljaar 2012-2013)
ja, neen ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja
17
4
BEWAAKT DE SCHOOL DE EIGEN KWALITEIT?
Het onderzoek naar de kwaliteit en de kwaliteitsbewaking van de geselecteerde procesindicatoren of procesvariabelen levert het volgende op.
4.1
Welzijn
De resultaten van de controle van de erkenningsvoorwaarden betreffende bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne, vindt u terug in een afzonderlijk verslag.
4.2
Begeleiding
4.2.1 Leerbegeleiding De vaststellingen wijzen op redelijke tot sterke aandacht voor doelgerichtheid, ondersteuning, ontwikkeling. Motivering De school heeft een visie op haar leerbegeleiding ontwikkeld. Zij wil zowel preventief als curatief optreden. Dat komt o.a. tot uiting door de organisatie van informatiesessies ‘leren leren’, het voorzien in inhaallessen wiskunde en elektriciteit, de grondige beginsituatieanalyse van instromende leerlingen, het intekenen op een tutorproject i.s.m. een hogeschool en de ontwikkeling van remediëringspakketten in een aantal vakken. Nogal wat initiatieven en een gedeelte van de aanwezige expertise vinden hun oorsprong in de GOKwerking (Gelijke Onderwijskansen) rond het thema ‘Preventie en remediëring van studie- en gedragsproblemen’. Aan de hand van GOK-uren worden de sessies leren leren en de inhaallessen wiskunde bovendien structureel ingebed in de schoolwerking. De leerbegeleiding in het vakkenonderwijs stoelt vooral op de verantwoordelijkheidszin en goodwill van de leraren en vakgroepen. Sommige teamleden gaan daarbij hoofdzakelijk uit van de leerplannen, terwijl anderen eigen methodieken en zienswijzen ontwikkelen. Dergelijk sterk uiteenlopende aanpak komt de samenhang en gelijkgerichtheid binnen de school niet ten goede. Er zijn veel sterke praktijkvoorbeelden (bevragingen van participanten, SWOT-analyses, beginsituatieanalyses, inventarisatie van inhaallessen …), maar deze leiden een te geïsoleerd bestaan en stromen niet door naar het hele team. Striktere beleidsmatige opvolging en registratie, maar ook het uitwerken van een gemeenschappelijk basisinstrumentarium en -referentiekader, kan de doeltreffendheid van heel wat begeleidingsinitiatieven op vakniveau aanzienlijk doen toenemen. Tijdens intakegesprekken worden leer- en ontwikkelingsstoornissen opgespoord en geïnventariseerd. De betrokken leraren worden geïnformeerd en ontvangen specifieke begeleidingstips via het elektronisch platform en de klassenraden. In geval van ernstige leerstoornissen, taalachterstand of andere leerproblemen wordt in samenspraak met het centrum voor leerlingenbegeleiding of met andere externe deskundigen gezocht naar een haalbaar begeleidingsmodel dat zowel compenserende als dispenserende maatregelen kan bevatten. Aan de hand van een verslagformat voor de klassenraden wordt heel wat informatie over de studiemotivatie, de leerprestaties, de attitudes, de afwezigheden en de psychosociale problematiek van elke leerling verzameld. Het is de bedoeling dat al die gegevens op korte termijn ter beschikking worden gehouden in een digitaal leerlingenvolgsysteem. Op schoolniveau worden kansen op monitoring en interne evaluatie gemist, omdat de geregistreerde gegevens nog te weinig gekoppeld worden aan meetbare effecten en te weinig worden gebruikt om evoluties te analyseren.
18
125311 - SG Noord/Lyceum Paardenmarkt te ANTWERPEN 1 (Schooljaar 2012-2013)
4.3
Evaluatie
4.3.1 Evaluatiepraktijk De vaststellingen wijzen op redelijke tot sterke aandacht voor doelgerichtheid, ondersteuning, ontwikkeling. Motivering De schoolvisie op evalueren gaat uit van de visie op competentiegericht leren van het Stedelijk Onderwijs van Antwerpen. De school wil maximaal meegaan in het, vanuit de inrichtende macht ingezette, vernieuwingsproces en ontwikkelde daartoe al gericht acties. Gezien de recente omschakeling naar competentiegericht evalueren bevindt de school zich op dat punt nog aan het begin van een ontwikkelingsproces. De vakgroepen hebben over de eigen evaluatiepraktijk gereflecteerd en enkele aspecten ervan in kaart gebracht. In sommige groepen heeft die oefening geleid tot het vertalen van de schoolvisie naar zienswijzen die nauwer aansluiten bij de specificiteit van de vakken en/of studierichtingen. Zo zijn er al deelvisies uitgewerkt voor de beoordeling van de geïntegreerde proef, de leerlingenstages en een aantal praktische en technische vakken. De vakgroep talen introduceerde het permanent evaluatiesysteem in de taalvakken van de tweede graad en werkte een begeleidend afsprakenkader uit om de implementatie ervan te ondersteunen. De vorming van een schoolbreed draagvlak voor heel wat vernieuwende initiatieven wordt afgeremd door een gebrek aan gelijkgerichtheid. In sommige vakgroepen staan de leraren positief tegenover innovatieve beoordelingsmethoden (bijv. portfolio-evaluatie in de taalvakken), terwijl de implementatie ervan in andere groepen aarzelend tot negatief wordt onthaald. Dat neemt niet weg dat, mede dankzij de verantwoordelijkheidszin en inzet van een aantal collega’s, veel goede praktijkvoorbeelden in het vakkenonderwijs voorkomen. De nieuwe visie op de evaluatiepraktijk wordt nog niet geconcretiseerd in een samenhangend basisdocument - inclusief instrumentarium, richtlijnen, afsprakenkaders en/of implementatiestrategieën dat kan worden ingezet als blauwdruk voor het onderwijskundig handelen. Mede daardoor slagen niet alle leraren er even vlot in om vernieuwingen naar de eigen lespraktijk te vertalen. Zowel het verloop als de didactische invulling van de deliberaties en klassenraden worden aan de hand van specifiek ertoe opgestelde mededelingen en powerpointvoorstellingen toegelicht. Voor de notulering van de klassenraden is een format uitgewerkt die de verslaggever helpt bij het schetsen van het leerlingenprofiel en de inventarisering van eventueel geleverde remediëringsinspanningen. Er zijn zinvolle acties opgezet om tot een integrale gegevensverzameling betreffende de evaluatiepraktijk te komen, maar tot een betrouwbare en objectieve effectmeting komt het nog niet. De studieresultaten van de afgestudeerden in het vervolgonderwijs worden bijvoorbeeld niet systematisch in kaart gebracht en geanalyseerd. Ook worden de evaluatiegegevens nauwelijks benut om het onderwijsleerproces bij te sturen.
4.3.2 Rapporteringspraktijk De vaststellingen wijzen op redelijke tot sterke aandacht voor doelgerichtheid, ondersteuning, ontwikkeling. Motivering Er zijn vier formatieve rapportbeurten in de tweede graad en in de eerste leerjaren van de derde graad. In de tweede en derde jaren van de derde graad worden drie formatieve rapporten uitgereikt. Voor de summatieve rapportering opteert de school voor een semestersysteem. De invulling van de rapporten gebeurt aan de hand van een elektronisch systeem dat aan het digitaal platform van de school is gelinkt. Naast de individuele cijferbeoordelingen zijn in de rapporten o.a. klasgemiddelden, commentaren en bijsturingen per vak opgenomen. Aan de leraren wordt gevraagd om de commentaren en remediëringsvoorstellen zorgvuldig te formuleren, een verzoek waar niet iedereen even deskundig mee omgaat. Dat de leerlingen en hun ouders de rapporten en de onderliggende puntenboeken 125311 - SG Noord/Lyceum Paardenmarkt te ANTWERPEN 1 (Schooljaar 2012-2013)
19
per vak op elk moment digitaal kunnen raadplegen is een sterk punt. Jaarlijks worden drie oudercontacten georganiseerd, daarnaast kunnen ouders steeds een afspraak regelen om extra feedback over het presteren van hun kind te krijgen of specifieke problemen aan te kaarten. De ouders van leerlingen met opvallend zwakke studieresultaten worden per brief voor een gesprek uitgenodigd. De school verzamelt zoveel mogelijk evaluatie- en observatiegegevens om elke leerling persoonlijk te benaderen tijdens het delibereren en voor de motivering van de B- en C-attesten. De attesten worden gemotiveerd op basis van o.a. de behaalde resultaten, de studiehouding en de attitudes. Vakgebonden worden relevante remediëringsvoorstellen aan de motiveringen toegevoegd. Vooral in de studierichting Vliegtuigtechnieken worden niet uitsluitend in uitzonderlijke omstandigheden herexamens toegekend, wat een inbreuk is op de vigerende regelgeving. Hoewel aanzetten worden gegeven om de rapporteringspraktijk te optimaliseren, komt het nog niet tot een systematische gegevensverzameling- en analyse die een gerichte effectmeting mogelijk maakt. De opmaak en invoering van een attituderapport is een prioritair aandachtspunt voor het lopende schooljaar Inbreuk(en) op de regelgeving Het uitstellen van de studiebekrachtiging van leerlingen van de studierichting Vliegtuigtechnieken tot na het afleggen van een of meer bijkomende proeven, hoewel de delibererende klassenraad over voldoende gegevens beschikt om op 30 juni een uitspraak te doen (Besluit van de Vlaamse Regering van 19/07/2002, art.37, §2 en SO 64, rubriek 8.1.2.).
20
125311 - SG Noord/Lyceum Paardenmarkt te ANTWERPEN 1 (Schooljaar 2012-2013)
5
ALGEMEEN BELEID VAN DE SCHOOL
Het onderzoek naar het algemeen beleid van de school levert volgende vaststellingen op. Het Stedelijk Onderwijs is sinds 1 juli 2010 een autonoom gemeentebedrijf (AG) van de stad Antwerpen. Het AG is een dochteronderneming van de stad, beschikt over een eigen rechtspersoonlijkheid en wordt bestuurd door een raad van bestuur en een directiecomité. Doelstelling is de realisatie van een transparant en rationeel studieaanbod binnen het Stedelijk Secundair Onderwijs in Antwerpen. Om deze doelstelling te bereiken worden beleidstaken gecoördineerd binnen de scholengemeenschap door een coördinerend directeur en op het niveau secundair onderwijs door een divisiedirecteur en een overlegcomité secundair onderwijs. Het kernsecretariaat van de divisie secundair onderwijs heeft een faciliterende functie om de gezamenlijke knowhow rond diverse onderwijsitems te verspreiden en de implementatie te ondersteunen. Deze structuur wil de scholen enerzijds kansen bieden om een ‘herkenbare eenheid’ via een gezamenlijke doelgerichtheid in de praktijk om te zetten. Anderzijds biedt men de mogelijkheid om via ‘eenheid in verscheidenheid’ in elke school de eigen cultuur te bewaren. Onder meer door een sfeer van gelatenheid, moeilijk verlopende communicatie tussen diverse personeelsgeledingen en verschillen in ontwikkelingsdynamiek slaagde het beleid er voor enige jaren nauwelijks in om de eigen doelstellingen en prioriteiten tot op de werkvloer te laten doordringen en veranderingsprocessen te initiëren. Op het ogenblik van de doorlichting bevindt de school zich in een transitieproces. Uitgaande van een sterkte-zwakte analyse heeft de directie de jongste jaren vooral gefocust op de uitbouw van een nieuw organisatiemodel, de invoering van innovatief onderwijs en de dagelijkse aansturing van het personeel. Het beleid heeft hierin zowel een inspirerende, ondersteunende als aansturende rol willen spelen. De directie wordt vandaag op organisatorisch vlak ondersteund door een technisch adviseur en kan daarnaast een beroep doen op twee ‘kernteams’ en een netwerk van ‘sterrolhouders’ die, naast de invulling van belangrijke pedagogisch-didactische aandachtspunten, de interne participatie moeten helpen vormgeven en versterken. Op het vlak van de infrastructuur staat de school voor grote uitdagingen. De meeste gebouwen en lokalen zijn verouderd, afgeleefd en/of voldoen niet voor aspecten van het welzijnsbeleid. Het lokale beleid kan geen toekomstgerichte visie, inclusief langetermijnplanning, opstellen omdat het schoolbestuur niet in staat blijkt te zijn om de infrastructuur een definitieve bestemming te geven. Sinds september 2011 is de school, in samenwerking met Flanders Synergy, in een ontwikkelingstraject gestapt met als doelstelling de organisatie performanter te maken. Vanuit de eigen visie en waarden wil zij evolueren tot een zelfsturende organisatie, waar de leraren in team alle opdrachten opnemen die het leerproces van de leerlingen beïnvloeden. De directie neemt hierbij een veeleer coördinerende rol op, is verantwoordelijk voor het langetermijnbeleid en de coördinatie van de acties op schoolniveau. Deze aanpak heeft al positieve effecten opgeleverd zoals een kwaliteitsvollere organisatie. Op vele andere domeinen kan de doeltreffendheid van opgezette initiatieven nog aanzienlijk toenemen. Zo wordt de vakgroepenwerking bijvoorbeeld al formeel aangestuurd door het schoolbeleid, maar onvoldoende inhoudelijk opgevolgd. Dit resulteert in kwalitatief zeer uiteenlopende overlegculturen binnen de vakken. Er werd een nulmeting rond taal uitgevoerd en er is een taalbeleidsplan opgesteld, verder zijn in deze school nauwelijks tekenen van een doelbewust talenbeleid gedetecteerd. Na een sterke terugval van het aantal toegekende GOK-uren (29 naar 7), schrapte de school het thema taalvaardigheidsonderwijs uit haar GOK-werking. Binnen het kleine schoolteam werd niemand bereid gevonden om het talenbeleid, zonder enige vorm van compensatie, op te nemen of te coördineren. 125311 - SG Noord/Lyceum Paardenmarkt te ANTWERPEN 1 (Schooljaar 2012-2013)
21
De school brengt een groot aantal gegevens op systematische wijze in kaart, maar maakt geen gebruik van een coherent en accuraat kwaliteitszorgsysteem. De analyse van alle verzamelde gegevens geeft een beeld van o.a.: de evolutie van de attestering, het welbevinden en de leerlingenstromen. Het gevoerde onderzoek verloopt echter nog onvoldoende in het teken van zelfevaluatie. Door nog onvoldoende opvolging vanuit het beleid, leiden de vele opgezette verbeteracties vaak niet tot een optimalisering van het pedagogisch handelen.
22
125311 - SG Noord/Lyceum Paardenmarkt te ANTWERPEN 1 (Schooljaar 2012-2013)
6 6.1
STERKTES EN ZWAKTES VAN DE SCHOOL Wat doet de school goed?
Wat betreft de erkenningsvoorwaarden De leerplanrealisatie voor natuurwetenschappen in het tso van de tweede graad. Wat betreft de kwaliteit/kwaliteitsbewaking van de processen De leerbegeleiding op schoolniveau. Het leer- en onderwijsproces in het vak natuurwetenschappen in de tweede graad. Wat betreft het algemeen beleid De aandacht voor visieontwikkeling. De ruimte die aan het schoolteam gegeven wordt om via participatieve besluitvorming een nieuwe schoolorganisatie te ontwikkelen.
6.2
Wat kan de school verbeteren?
Wat betreft de erkenningsvoorwaarden De opvolging van de leerplanrealisatie. De didactische uitrusting voor de leerplanrealisatie van een aantal vakken. Wat betreft de kwaliteit/kwaliteitsbewaking van de processen De ondersteuning en de opvolging van de leerbegeleiding op klasniveau. De afstemming van de leerlingenevaluatie op de leerplandoelstellingen. De implementatie van activerende werkvormen en vernieuwingen op klasniveau. Het uitwerken van eigentijdse werkopdrachten en cursusmateriaal voor de leerlingen. Het bewaken van de identiteit van elke studierichting in de samengestelde lesgroepen. De vakgroepwerking. Het talenbeleid. Het zorgen voor en het bewaren van de vereiste verantwoordingsstukken voor de leerplanrealisatie. Wat betreft het algemeen beleid De implementatie van de visie tot op het vakkenniveau. De bewaking van de gelijkgerichtheid binnen het schoolteam. De interne kwaliteitszorg.
6.3
Wat moet de school verbeteren?
Wat betreft de erkenningsvoorwaarden De leerplanrealisatie voor TV elektriciteit/elektronica en PV praktijk elektriciteit in het tso van de tweede graad Elektriciteit-elektronica. De leerplanrealisatie voor TV elektriciteit, TV elektriciteit/elektronica, PV praktijk elektriciteit en stage in het tso van de derde graad Elektriciteit-elektronica. De leerplanrealisatie voor TV mechanica, TV toegepaste fysica en TV toegepaste chemie in het tso van de derde graad Industriële wetenschappen.
125311 - SG Noord/Lyceum Paardenmarkt te ANTWERPEN 1 (Schooljaar 2012-2013)
23
7 7.1
ADVIES EN REGELING VOOR HET VERVOLG Onderwijsdoelstellingen: advies en regeling voor het vervolg
In uitvoering van het decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 8 mei 2009 is het advies voor de erkenningsvoorwaarde ‘voldoen aan de onderwijsdoelstellingen’: BEPERKT GUNSTIG omwille van het onvoldoende realiseren van de leerplandoelstellingen voor Structuuronderdeel Basisvorming Specifiek gedeelte Graad 2 TSO Elektriciteit-elektronica X Graad 3 TSO Elektriciteit-elektronica X Graad 3 TSO Industriële wetenschappen X Om deze tekorten op te volgen voert de onderwijsinspectie vanaf 20-12-2015 opnieuw een controle uit.
7.2
Overige erkenningsvoorwaarden: advies en regeling voor het vervolg
In uitvoering van het decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 8 mei 2009 is het advies voor de overige erkenningsvoorwaarden: GUNSTIG
Namens het inspectieteam
Voor kennisname
Jurgen Hus de inspecteur-verslaggever
Naam: het bestuur of zijn gemandateerde
Datum van verzending aan de directie en het bestuur van de instelling
24
125311 - SG Noord/Lyceum Paardenmarkt te ANTWERPEN 1 (Schooljaar 2012-2013)