Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming Onderwijsinspectie Hendrik Consciencegebouw Koning Albert II-laan 15 1210 BRUSSEL
[email protected] www.onderwijsinspectie.be
Verslag over de doorlichting van Stedelijk Lyceum te ANTWERPEN 1 Hoofdstructuur voltijds secundair onderwijs Instellingsnummer Instelling Directeur Adres Telefoon Fax E-mail Website Bestuur van de instelling Adres Scholengemeenschap Adres CLB Adres
29348 Stedelijk Lyceum Nathalie PEETERS Quellinstraat 31 - 2018 ANTWERPEN 1 03-201.62.80 03-201.62.81
[email protected] http://www.llquellinstraat.be AGB Stedelijk Onderwijs Antwerpen Lange Gasthuisstraat 15 - 2000 ANTWERPEN 1 SG Stedelijk Lyceum Antwerpen Lange Gasthuisstraat 15 - 2000 ANTWERPEN 1 Stedelijk CLB Antwerpen Lange Gasthuisstraat 24 - 2000 ANTWERPEN 1
Dagen van het doorlichtingsbezoek 15-09-2014, 16-09-2014, 17-09-2014, 18-09-2014, 19-092014 Einddatum van het doorlichtingsbezoek 19-09-2014 Datum bespreking verslag met de instelling 22-10-2014 Samenstelling inspectieteam Inspecteur-verslaggever Johanna COEMAN Teamleden Henk FORIERS, Jurgen HUS, Alex MAES, Geert POLFLIET, Gabriël POPPE, Marc SMEULDERS
29348 – so – Stedelijk Lyceum te ANTWERPEN 1 (Schooljaar 2014-2015)
1
INHOUDSTAFEL INLEIDING .............................................................................................................................................. 3 1
SAMENVATTING ............................................................................................................................. 5
2
DOORLICHTINGSFOCUS ................................................................................................................... 7 2.1 2.2
3
Structuuronderdelen in de doorlichtingsfocus ................................................................................... 7 Procesindicatoren of procesvariabelen in de doorlichtingsfocus ....................................................... 7
RESPECTEERT DE SCHOOL DE ONDERWIJSREGLEMENTERING? .......................................................... 8 3.1
Respecteert de school de erkenningsvoorwaarden?.......................................................................... 8
3.1.1
Voldoet de school aan de onderwijsdoelstellingen?................................................................... 8
3.1.1.1 VOET ....................................................................................................................................... 8 3.1.1.2 A-stroom eerste graad techniek (leerplan O/2/2010/013) .................................................... 9 3.1.1.3 1B - Graad 1 techniek (leerplan 0/2/2010/019) ...................................................................11 3.1.1.4 Decoratie - Graad 1 (leerplan 0/2/2005/045) ......................................................................12 3.1.1.5 Hout - Graad 1 (leerplan O/2/2004/041) .............................................................................13 3.1.1.6 Nederlands in de onthaalklas voor anderstalige nieuwkomers van het secundair onderwijs - OKAN, BVR van 1/3/2007 ..................................................................................................14 3.1.1.7 Frans in aso tweede graad in de studierichtingen Humane wetenschappen, Latijn, Wetenschappen (leerplan OVSG 0/2/2012/080) .................................................................................16 3.1.1.8 Geschiedenis in aso tweede graad in de studierichtingen Humane wetenschappen, Latijn en Wetenschappen (leerplan O/2/2004/108) ............................................................................18 3.1.1.9 Wiskunde in aso tweede graad in de studierichtingen Humane wetenschappen, Latijn en wetenschappen (leerplan O/2/2004/087) ......................................................................................20 3.1.1.10 Gedrags- en cultuurwetenschappen in aso derde graad Humane wetenschappen (leerplan O/2/2006/299) ......................................................................................................................22 3.1.1.11 Wiskunde in aso derde graad in de studierichtingen Latijn-wiskunde en Wetenschappen-wiskunde (leerplan O/2/2006/425) ..........................................................................25 3.1.2 Voldoet de school aan de erkenningsvoorwaarde ’bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne’? ..................................................................................................................................................26 3.1.3 Voldoet de school aan de overige erkenningsvoorwaarden? ...................................................28 3.2 4
Respecteert de school de overige reglementering? .........................................................................29
BEWAAKT DE SCHOOL DE EIGEN KWALITEIT? ................................................................................. 30 4.1 4.2
Leerbegeleiding .................................................................................................................................30 Evaluatiepraktijk................................................................................................................................32
5
ALGEMEEN BELEID VAN DE SCHOOL .............................................................................................. 34
6
STERKTES EN ZWAKTES VAN DE SCHOOL ....................................................................................... 36 6.1 6.2 6.3
Wat doet de school goed? ................................................................................................................36 Wat kan de school verbeteren? ........................................................................................................36 Wat moet de school verbeteren? .....................................................................................................36
7
ADVIES BETREFFENDE DE ERKENNINGSVOORWAARDEN ................................................................ 37
8
OVERIGE REGELGEVING: REGELING VOOR VERVOLG ...................................................................... 37
2
29348 – so – Stedelijk Lyceum te ANTWERPEN 1 (Schooljaar 2014-2015)
INLEIDING De decretale basis van het onderzoek Tijdens een doorlichting gaat de onderwijsinspectie na of de school 1. de onderwijsreglementering respecteert, 2. op systematische wijze haar eigen kwaliteit onderzoekt en bewaakt, 3. haar tekorten al dan niet zelfstandig kan wegwerken (zie artikel 38 van het decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs, 8 mei 2009). Een doorlichting is dus een onderzoek van 1. de onderwijsreglementering, 2. de kwaliteitsbewaking door de school, 3. het algemeen beleid van de school. Een onderzoek in drie fasen Een doorlichting bestaat uit drie fasen: het vooronderzoek, het doorlichtingsbezoek en het doorlichtingsverslag. - Tijdens het vooronderzoek bekijkt het inspectieteam de gehele school aan de hand van het CIPOreferentiekader. Het vooronderzoek wordt afgesloten met een doorlichtingsfocus: een selectie van te onderzoeken aspecten tijdens het doorlichtingsbezoek. - Tijdens het doorlichtingsbezoek voert de onderwijsinspectie het onderzoek uit aan de hand van observaties, gesprekken en analyse van documenten. - Het doorlichtingsverslag beschrijft het resultaat van de doorlichting, bevat een advies over de verdere erkenning en wordt gepubliceerd op www.doorlichtingsverslagen.be. Een gedifferentieerd onderzoek 1. Omdat de onderwijsinspectie gedifferentieerd doorlicht, onderzoekt het inspectieteam in de school een selectie van de onderwijsreglementering: het voldoen aan de onderwijsdoelstellingen Hiertoe selecteert de onderwijsinspectie een aantal structuuronderdelen. Daarbij onderzoekt de onderwijsinspectie altijd de volgende procesvariabelen uit het CIPOreferentiekader: het onderwijsaanbod de uitrusting de evaluatiepraktijk de leerbegeleiding. De onderwijsinspectie onderzoekt ook altijd de vakoverschrijdende eindtermen. - een selectie van andere erkenningsvoorwaarden, waaronder de erkenningsvoorwaarde bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne. een selectie van overige regelgeving. 2. Om de kwaliteitsbewaking door de school na te gaan, selecteert het inspectieteam een aantal procesvariabelen. Het inspectieteam gaat met de kwaliteitswijzer na of de school voor deze procesvariabelen aandacht heeft voor doelgerichtheid: welke doelen stelt de school voorop? ondersteuning: welke ondersteunende initiatieven neemt de school om efficiënt en doelgericht te werken? doeltreffendheid: bereikt de school de doelen en gaat de school dit na? ontwikkeling: heeft de school aandacht voor nieuwe ontwikkelingen?
29348 – so – Stedelijk Lyceum te ANTWERPEN 1 (Schooljaar 2014-2015)
3
3. Het inspectieteam onderzoekt ten slotte het algemeen beleid van de school aan de hand van vier procesvariabelen: leiderschap, visieontwikkeling, besluitvorming, kwaliteitszorg. Het advies De adviezen die de onderwijsinspectie uitbrengt, hebben betrekking op alle of op afzonderlijke structuuronderdelen van de school. De onderwijsinspectie kan drie adviezen uitbrengen: - een gunstig advies: het inspectieteam adviseert gunstig over de verdere erkenning van de school of van structuuronderdelen. - een beperkt gunstig advies: het inspectieteam adviseert gunstig over de erkenning van de school of van structuuronderdelen als de school binnen een bepaalde periode voldoet aan de voorwaarden vermeld in het advies. - een ongunstig advies: het inspectieteam adviseert om de procedure tot intrekking van de erkenning van de school of van structuuronderdelen op te starten. Bij een ongunstig advies beoordeelt de onderwijsinspectie bovendien of de school de vastgestelde tekorten zelfstandig kan wegwerken. Tot slot Binnen een termijn van dertig kalenderdagen na ontvangst van het definitieve doorlichtingsverslag informeert de directeur van de school de ouders en leerlingen over de mogelijkheid tot inzage. Binnen de dertig kalenderdagen na ontvangst moet de directeur van de school het verslag volledig bespreken tijdens een personeelsvergadering. Het bestuur van de school of zijn gemandateerde tekent het verslag voor gezien. Het bestuur stuurt het binnen dertig kalenderdagen na ontvangst terug naar de onderwijsinspectie en maakt eventueel melding van zijn opmerkingen. De school mag het verslag niet gebruiken voor publicitaire doeleinden.
Meer informatie? www.onderwijsinspectie.be en www.doorlichtingsverslagen.be
4
29348 – so – Stedelijk Lyceum te ANTWERPEN 1 (Schooljaar 2014-2015)
1
SAMENVATTING
Het Stedelijk Lyceum Quellin te Antwerpen is gehuisvest in een ruime campus, die wordt gedeeld met een basisschool en een Centrum voor Volwassenenonderwijs. De school gebruikt voor het aanbieden van haar onderwijs nog drie andere vestigingsplaatsten: de Leningstraat, de Eikenstraat, en de Rodestraat. Ze maakt deel uit van de scholengemeenschap het Stedelijk Lyceum en heeft de stad Antwerpen als inrichtende macht. De visie van de school kadert binnen het pedagogisch project van het Stedelijk Onderwijs Antwerpen (PPSOA) en werd vertaald naar de school in het schoolwerkplan. De middenschool werd respectievelijk in 2007 en 2009 met een tweede en derde graad aso uitgebreid. Ze heeft een eerste graad A-stroom met basisopties die aansluiten bij aso-studierichtingen. In de B-stroom wordt het beroepenvelden Kantoor, Verkoop en Decoratie/hout ingericht. Binnen het aso zijn er in de tweede graad de studierichtingen: Latijn, Wetenschappen en Humane wetenschappen en in de derde graad de studierichtingen Wetenschappen-wiskunde, Latijn-wiskunde en Humane wetenschappen. Het relatief uitgebreide studieaanbod in relatie tot het groeiend aantal leerlingen heeft voor een aantal vakken nog tijdelijk samenzettingen tot gevolg. Daarnaast organiseert de school ook onthaalklassen voor anderstalige nieuwkomers (OKAN). Typerend voor de instroom van de school is het grote aantal leerlingen met een andere nationaliteit en met een andere thuistaal dan het Nederlands. Naast de taalproblemen heeft een groot aantal leerlingen leerachterstand - 85% heeft schoolse achterstand opgelopen - of specifieke noden. Er zijn veel tussentijdse in- en uitstromers. De school is zich goed bewust van de verscheidenheid van de leerlingenpopulatie en stemt haar visie en het beleid daar ook sterk op af. Het erkenningsonderzoek gebeurde op basis van een representatief staal van vakken uit de basisvorming (techniek, wiskunde, Frans en geschiedenis) en het specifiek gedeelte (decoratie, hout, gedrags- en cultuurwetenschappen en wiskunde). In het beroepenveld Decoratie/hout, en voor geschiedenis in de tweede graad en gedrags- en cultuurwetenschappen in de derde graad worden de onderwijsdoelstellingen in voldoende mate gerealiseerd. Voor techniek in de eerste graad A-stroom en 1 B, voor Frans en wiskunde in de tweede graad en voor wiskunde in derde graad voldoet de leerplanrealisatie niet. Een aantal factoren speelt hier mee, onder meer onvoldoende planning van het volledige curriculum over het schooljaar en onvoldoende gerichtheid op de leerplandoelen. Voor de grote groep OKAN-leerlingen worden heel wat inspanningen geleverd en de behaalde resultaten zijn positief. De school doet inspanningen om taalachterstanden en leerachterstanden weg te werken, onder meer door structureel in bijkomende lesuren te voorzien voorzien om de taalvaardigheid Nederlands te vergroten en door het uitbouwen van vele andere initiatieven binnen een breed GOK- en talenbeleid. Verder is er ook aandacht voor loopbaanbegeleiding en studieoriëntering. Doorstromingscijfers tonen dat de school er in slaagt om bij heel wat leerlingen de opgelopen leerachterstand te stoppen, leerlingen zelfvertrouwen te geven en een leerwinst te realiseren. De school legt de lat bewust hoog om leerlingen voor te bereiden op het vervolgonderwijs en zet daartoe gericht in op schoolloopbaanbegeleiding, oriëntering en op e-learning (mogelijkheid om binnen de lesuren opdrachten individueel verdiepend te maken). Er zijn nog geen gegevens beschikbaar over de behaalde resultaten. Aansluitend bij haar visie, slaagt de school er in een brede vorming te realiseren. De vakoverschrijdende eindtermen worden dan ook in voldoende mate nagestreefd. In de diverse vakoverstijgende projecten komen de vakoverschrijdende eindtermen evenwel weinig uitgesproken aan bod.
29348 – so – Stedelijk Lyceum te ANTWERPEN 1 (Schooljaar 2014-2015)
5
Het kwaliteitsonderzoek werd gevoerd op basis van de processen leerbegeleiding en de evaluatiepraktijk. Wat betreft de leerbegeleiding maakt de school haar maatschappelijke opdracht waar. De school slaagt er voortreffelijk in om een veilig leef- en leerklimaat te creëren op basis van wederzijds respect. Er wordt sterk ingezet op het verhogen van de taalvaardigheid, de motivatie en het welbevinden van de leerlingen. De school gaat er van uit dat dit voorwaarden zijn om het leren leren preventief te ondersteunen. De visie op leerbegeleiding kadert in een leerlinggerichte schoolcultuur en de toepassing ervan hangt samen met de GOK-werking en het talenbeleid. De leerbegeleiding werd de voorbije jaren grondig structureel hertekend; een leerzorgteam staat in voor de diagnose en de specifieke zorg bij risicoleerlingen. Zij staan de klastitularissen en vakleraren bij in hun opdracht om individueel en klassikaal leerzorg als kerntaak op te nemen. Ze nemen de coördinatie van heel wat daartoe extra ontwikkelde initiatieven op zich. Voor OKAN is er een sterke trajectbegeleiding uitgebouwd. Voor ex-OKAN-leerlingen organiseert de school extra begeleidingsmogelijkheden. Een goed uitgewerkt leerlingvolgysteem brengt het individuele leertraject in kaart. Ondanks de talrijke initiatieven en de sterke aansturing toont de doorlichting dat de kwaliteitszorg nog niet voldoende tot op het niveau van de klas is doorgedrongen. De mate waarin het aanwenden van gedifferentieerde werkvormen en binnenklasdifferentiatie werden aangetroffen via het onderzoek, en de vaak teleurstellende leerlingenresultaten tonen aan dat dit beleid nog een weg te gaan heeft. Het evaluatiebeleid scoort globaal genomen goed. Schoolbreed werden ook daar heel wat initiatieven genomen die de kwaliteitsverbetering tot doel hebben. Voor de concrete uitvoering zijn de vakgroepen en individuele leraren verantwoordelijk en daardoor is het beeld voor alle vakken en graden niet gelijk. Zo worden attitudecijfers meegenomen in de evaluatie, maar over de daartoe gehanteerde criteria bestaat weinig transparantie. Dezelfde opmerking geldt voor de evaluatie van de onderzoekscompetentie op basis van de specifieke eindtermen. Ook de doeltreffendheid van het evalueren kan nog heel wat verbeteren. Nu wordt de evaluatie nog te weinig aangewend om het leerproces bij te sturen. Het reflectief vermogen van de vakgroepen om daarin hun verantwoordelijkheid op te nemen is nog niet overal even sterk. Bovenvermelde tekorten en verbeterpunten betekenen niet dat de school geen aandacht schenkt aan haar interne kwaliteit. Inzake de interne kwaliteitszorg is er een duidelijke visieontwikkeling, en gaat het beleid verder dan een dagdagelijkse aansturing van de schoolorganisatie. Het bewaken van de kwaliteit gebeurt gestructureerd en is gebaseerd op operationele doelstellingen. Er is een groeiende aandacht voor een resultaatgerichte aansturing, coördinatie en opvolging van de onderwijskundige processen. Het strategisch plan wordt gecommuniceerd naar het volledige lerarenteam en geeft de boodschap dat kwaliteitszorg de verantwoordelijkheid is van iedereen. Een aantal structurele en organisatorische initiatieven werden genomen om dit beleid kracht bij te zetten (niveaugroepen, club-uren, e-learning). Waar nodig wordt vlug bijgestuurd of wordt samengewerkt met externe partners (UA). Tijdens de doorlichting is evenwel gebleken dat een aantal trajecten minder kwaliteitsvol worden doorlopen, zoals het bewaken van de leerplanrealisatie en het vastleggen van evaluatiecriteria door de vakwerkgroepen. De onderwijsregelgeving wordt in voldoende mate nageleefd. De inspectie besluit de doorlichting met een beperkt gunstig advies. Het inspectieteam is ervan overtuigd dat de school de slagkracht, motivatie en competenties bezit om de vastgestelde tekorten weg te werken binnen de voorziene termijn.
6
29348 – so – Stedelijk Lyceum te ANTWERPEN 1 (Schooljaar 2014-2015)
2
DOORLICHTINGSFOCUS
Op basis van het vooronderzoek en in het kader van een gedifferentieerde doorlichting selecteerde de onderwijsinspectie onderstaande structuuronderdelen en procesindicatoren/procesvariabelen voor verder onderzoek.
2.1
Structuuronderdelen in de doorlichtingsfocus
VOET OKAN Onthaalonderwijs anderstalige nieuwkomers Graad 1 A Graad 1 B Graad 1 Decoratie - Hout Graad 1 Latijn Graad 1 Moderne wetenschappen Graad 2 ASO Humane wetenschappen Graad 2 ASO Latijn Graad 2 ASO Wetenschappen Graad 3 ASO Humane wetenschappen Graad 3 ASO Latijn-wiskunde Graad 3 ASO Wetenschappenwiskunde
2.2
Basisvorming x Nederlands voor nieuwkomers techniek techniek
Specifiek gedeelte
Decoratie, hout techniek techniek Frans, geschiedenis, wiskunde Frans, geschiedenis, wiskunde Frans, geschiedenis, wiskunde
wiskunde wiskunde
wiskunde cultuurwetenschappen, gedragswetenschappen wiskunde wiskunde
Procesindicatoren of procesvariabelen in de doorlichtingsfocus
Onderwijs - Begeleiding Leerbegeleiding Onderwijs - Evaluatie Evaluatiepraktijk
29348 – so – Stedelijk Lyceum te ANTWERPEN 1 (Schooljaar 2014-2015)
7
3 3.1
RESPECTEERT DE SCHOOL DE ONDERWIJSREGLEMENTERING? Respecteert de school de erkenningsvoorwaarden?
3.1.1 Voldoet de school aan de onderwijsdoelstellingen? Het onderzoek naar het voldoen aan de onderwijsdoelstellingen levert voor de geselecteerde structuuronderdelen het volgende op. 3.1.1.1
VOET
Voldoet De school streeft in voldoende mate met een eigen planning de VOET bij haar leerlingen na. Beleid De visie en de planning voldoen. Er zijn nog enkele hiaten wat betreft de gerichtheid op alle VOET en alle leerlingengroepen. De schoolvisie op de VOET is nog niet in al haar aspecten uitgeschreven, maar de school zet stappen om haar visie verder te expliciteren en VOET-doelstellingen te operationaliseren. De doelstellingen worden geformuleerd op de drie niveaus (beleid, leraren en leerlingen). Voornamelijk het leerlingenniveau verdient nog verdere uitwerking. Het beleid hanteert een turfsysteem om een duidelijke kijk te verkrijgen op contexten die minder aan bod komen en mogelijke hiaten. Men wil zo komen tot een sterk onderbouwd en gebruiksvriendelijk beleidsplan dat toegankelijk is voor alle personeelsleden.
Doelgerichtheid
Ondersteuning
Doeltreffendheid
Ontwikkeling
8
De organisatie en coördinatie van de VOET-werking zijn vooral gesitueerd op het directieniveau. Een (recentelijk geactualiseerde) werkgroep, bestaande uit de vakgroepvoorzitters, staat in voor de opvolging van de initiatieven. Een groot aantal personeelsleden zijn betrokken bij de diverse vakoverschrijdende projecten. De communicatie over de VOET ten aanzien van leerlingen en ouders gebeurt vooral naar aanleiding van de organisatie van deze projecten. De organisatiestructuur functioneert vrij adequaat. Er worden elementen van de VOET-werking geëvalueerd, maar dit gebeurt niet systematisch en leidt slechts uitzonderlijk tot bijsturingen. De school heeft nog geen instrumenten ontwikkeld om de effectiviteit van de diverse VOETinitiatieven in kaart te brengen. De VOET-werking wordt geëvalueerd aan de hand van enquêtes bij de leerlingen. De VOET-initiatieven die worden genomen door de vakgroepen zijn gering in aantal en niet elk initiatief is even kwaliteitsvol. De projecten op schoolniveau zijn dan weer zeer zinvol maar dekken nog niet alle VOET. De personeelsleden worden vertrouwd gemaakt met het concept van de geactualiseerde VOET op personeelsvergaderingen. De directie verwacht van alle vakgroepen dat ze afspraken maken om de inspanningsverplichting ten aanzien van de VOET na te komen. Zij dringt erop aan waar mogelijk doelgericht verbanden te leggen tussen de VOET en het vakcurriculum. Er zijn een aantal professionaliseringsinitiatieven, maar de breedte en effecitiviteit ervan zijn beperkt tot het beleidsniveau.
29348 – so – Stedelijk Lyceum te ANTWERPEN 1 (Schooljaar 2014-2015)
Uitvoering Vrijwel alle eindtermen worden bij alle leerlingen met voldoende diepgang nagestreefd. Deze context is sterk verankerd in de dagelijkse schoolwerking en maakt integraal deel uit van het zorgbeleid binnen de school. Diverse initiatieven groeiden vanuit de GOK-werking. De eindtermen die betrekking hebben op het omgaan met eigen ontwikkeling en met relaties komen aan bod in de eerste graad (bijvoorbeeld tijdens het Zindering-project). De eindtermen rond omgaan met kunst en cultuur behandelt men voornamelijk in het kunstenproject van de derde graad.
Mentale gezondheid
Politiek-juridische samenleving
3.1.1.2
Ongeveer de helft van de eindtermen wordt met voldoende diepgang nagestreefd. De school geeft aan dat bepaalde facetten van deze context nog niet werden omgezet in schoolbrede projecten. Men maakt werk van een gedegen leerlingenraad om de participatie en besluitvorming op school vorm te geven. Inzicht in het democratisch bestel wordt verkregen via een bezoek aan het parlement. De eintermen rond rechten en plichten en de plaats van België in de Europese Unie en de wereld krijgen vooralsnog weinig aandacht.
A-stroom eerste graad techniek (leerplan O/2/2010/013)
Voldoet niet De eindtermen en leerplandoelstellingen worden niet in voldoende mate gerealiseerd door een onvolledig aanbod en onvoldoende op de leerplandoelstellingen afgestemde benadering. De evaluatie is hierdoor eveneens niet valide. Onderwijsaanbod Volledigheid Evenwicht Beheersingsniveau Samenhang
Niet alle onderwijsdoelstellingen worden effectief aangeboden. Vorig schooljaar was er veel lesuitval waardoor een aantal leerplandoelstellingen niet of in onvoldoende mate gerealiseerd werden. In het tweede leerjaar werd veel tijd besteed aan het voorbereiden en geven van een spreekbeurt i.v.m. het toepassingsgebied biochemie. De realisatie van de onderzoeksdoelstellingen stond hier niet centraal. Verscheidene eindtermen en leerplandoelstellingen worden niet gerealiseerd. De belangrijkste hiaten situeren zich in de aanpak volgens het technologisch proces, het kennismaken met de activiteiten van beginnende beroepsbeoefenaars in de verschillende toepassingsgebieden, het ontwerpen en onderzoeken, automatisatie, foutdetectie en het toepassingsgebied biochemie. De ICT-mogelijkheden i.v.m. integratie, differentiatie, remediëring en informatieverwerving worden niet of in onvoldoende mate gebruikt. De verschillende onderdelen van het leerplan, kennis, vaardigheden en attitudes worden in het eerste leerjaar evenwichtig aangeboden. In het tweede leerjaar was dit vorig schooljaar niet het geval. Het aanbod kan nog beter afgestemd worden op het verwachte beheersingsniveau van de onderwijsdoelstellingen. Er is nog onvoldoende horizontale en verticale samenhang.
29348 – so – Stedelijk Lyceum te ANTWERPEN 1 (Schooljaar 2014-2015)
9
Uitrusting ICT Inzet uitrusting Leermiddelen
Evaluatiepraktijk Evenwicht Volledigheid Beheersingsniveau Transparantie
Leerbegeleiding Preventief Curatief
Deskundigheidsbevordering Beginsituatieanalyse Overleg Vorming
De school beschikt over voldoende actuele leermiddelen voor de realisatie van de meeste onderwijsdoelstellingen, maar ze worden niet steeds doelmatig ingezet. Voor sommige toepassingsgebieden (o.a. biochemie en informatie- en communicatie) beschikt de school niet over voldoende uitrusting. De school beschikt over een beperkte ICT-uitrusting voor de realisatie van de onderwijsdoelstellingen voor techniek, maar deze uitrusting wordt nog niet geïntegreerd en projectmatig ingezet. Leraar- en klasafhankelijk wordt het beschikbare didactisch materiaal en de schooluitrusting efficiënt ingezet met het oog op het bereiken van de onderwijsdoelstellingen. In sommige lessen, die niet georganiseerd worden in het vaklokaal, wordt echter nauwelijks didactisch materiaal gebruikt en verlopen de lessen sterk gestuurd en erg klassikaal. De onderwijsdoelstellingen m.b.t. de cognitieve kennis in de aangeboden toepassingsgebieden komen effectief aan bod in de evaluatie. Door het onvolledige aanbod en het overwicht aan toetsen en taken voor sommige toepassingsgebieden in het tweede leerjaar is de evaluatie niet valide. In het eerste leerjaar komen de meeste onderwijsdoelstellingen evenwichtig aan bod in de evaluatie. In het tweede leerjaar is dit in onvoldoende mate het geval. De opdracht en vraagstelling zijn overwegend afgestemd op het verwachte beheersingsniveau, maar vaak in onvoldoende mate op de leerplandoelstellingen. De leerlingen zijn leraar- en itemafhankelijk in meer of mindere mate op de hoogte van de evaluatiecriteria. Voor andere opdrachten en bij andere lesgevers zijn de criteria en de cesuur onduidelijk. Het is niet steeds duidelijk voor welk deel de evaluatie meetelt in de bepaling van het eindtotaal. De leerlingen hebben zicht op hoe de antwoorden verbeterd worden. Het studiemateriaal is gestructureerd en afgestemd op het ontwikkelingsniveau van de leerlingen. Sommige leraren gebruiken activerende werkvormen, differentiatie, instructie- en vaktaal effectief voor het bereiken van de doelen. Recent worden werk- en evaluatiefiches opgesteld en werd het cursusmateriaal beter afgestemd op de leerplaninhouden. De school brengt de competenties en de professionele behoeften van het lerarenteam in kaart en is zich bewust van de nood aan professionalisering of nascholing. De vakgroep ontwikkelt de competenties van de leraren nog in onvoldoende mate. Overleg rond leerplanstudie, actueel pedagogisch-didactische, organisatorische en inhoudelijke thema’s ontbreekt nog te vaak in het vakoverleg. De vakgroep beschikt nog onvoldoende over voldoende reflecterend vermogen om de eigen kwaliteit te bewaken.
10 29348 – so – Stedelijk Lyceum te ANTWERPEN 1 (Schooljaar 2014-2015)
3.1.1.3
1B - Graad 1 techniek (leerplan 0/2/2010/019)
Voldoet niet De ontwikkelingsdoelen en leerplandoelstellingen worden niet in voldoende mate gerealiseerd omwille van een onvolledig aanbod en onvoldoende op de leerplandoelstellingen afgestemde benadering. De evaluatie is hierdoor eveneens niet valide. Onderwijsaanbod Volledigheid Evenwicht Beheersingsniveau Samenhang
Onderwijsorganisatie Organisatie curriculum
Uitrusting ICT Inzet uitrusting Leermiddelen
Evaluatiepraktijk Evenwicht Volledigheid Beheersingsniveau Transparantie
Leerbegeleiding Preventief Curatief
Niet alle leerplandoelstellingen worden gerealiseerd in de geselecteerde verkenningsgebieden. Vooral het herkennen van technische systemen in de verkenningsgebieden en het erkennen van technische beroepen werden niet gerealiseerd. Verder zijn sommige gebieden onvoldoende uitgediept zoals elektriciteit en verzorging waardoor niet alle leerplandoelstellingen aan bod kwamen. De leerkrachten selecteerden meer verkenningsgebieden dan het leerplan verplicht. Er zijn ook veel vervangingen geweest in de loop van het voorbije schooljaar waardoor de planning niet afgewerkt werd. Afhankelijk van de beschikbare uitrusting en de voorkeur van de betrokken leerkracht verschuift de aandacht naar een deel van de verkenningsgebieden. Er is voldoende overleg geweest om een zinvolle verdeling te maken van de leerstof tussen de verschillende leerjaren en tussen de verschillende leraren, rekening houdend met ieders competenties. De lesuren worden in blok aangeboden wat bevorderlijk is om meer beschikbare lestijd aan te wenden. Alle minimale vereisten zijn aanwezig in het lokaal techniek-harde sector. De school heeft een flinke investering gedaan in de uitrusting van een vaklokaal harde sector in de Leningstraat. Hoewel er nog maar kort wordt gewerkt in deze vestigingsplaats heeft het meeste gereedschap en materiaal toch al zijn plaats gevonden en kan er al productief gewerkt worden. Het lokaal techniek-zachte sector in de vestigingsplaats Leningstraat beschikt niet over wasbakken met stromend water. Het ICT-materiaal in de vaklokalen is erg gering. Er moet telkens een verplaatsing gebeuren naar een ICT-lokaal of een koffer met I-pads bijgehaald worden. Dit hypothekeert een goede integratie van ICT in het lesgebeuren. Het vak techniek staat parallel geroosterd. Daardoor worden er lessen georganiseerd in een lokaal zonder aangepaste uitrusting. De drempel om echte practica geïntegreerd aan te bieden wordt zo te hoog. De evaluatie is onvoldoende afgestemd op de leerplandoelstellingen. Er is geen controle van de volledigheid van de evaluatie. Het beheersingsniveau van de kennisdoelstellingen wordt minimaal geëvalueerd. Het juiste gewicht van de geëvalueerde praktisch georiënteerde doelstellingen tegenover de theoretische doelstellingen wordt niet bewaakt. De verdeling tussen theorie en praktijk in de evaluatie is niet doordacht. De ontwikkeling van nieuw cursusmateriaal met evaluatiefiches schept kansen om het geheel nauwkeuriger af te stemmen op het leerplan. Deze evaluatie bestaat uit proces- en productevaluatie, door de leerling zelf en door de leraar. Deze fiches worden systematisch verder uitgewerkt gedurende het schooljaar. Er is een vorm van informele formatieve evaluatie tijdens de praktijkmomenten. Er is echter geen doordacht systeem om tekorten tijdens het proces te detecteren. De leraren organiseren niet de nodige remediëring, ook niet na het afwerken van grotere leerstofgehelen. De leraren kunnen een voldoende veilige werkomgeving creëren waarin leerlingen zich geborgen kunnen voelen en hun leraar als aanspreekpunt zien.
29348 – so – Stedelijk Lyceum te ANTWERPEN 1 (Schooljaar 2014-2015)
11
Deskundigheidsbevordering Vorming Beginsituatieanalyse
3.1.1.4
Er is geen doelgericht systeem om de noden van de leerkrachten te analyseren op het vlak van bijscholing. Er is wel een registratie, maar er wordt niet op schoolniveau, noch op niveau van de vakgroep gezocht naar oplossingen. De competenties en ervaringen van de leerkrachten in de vakgroep zijn erg verscheiden. Tot op heden werd dit voordeel niet benut. Er gebeurt onvoldoende overleg binnen de vakgroep om elkaars noden aan te vullen.
Decoratie - Graad 1 (leerplan 0/2/2005/045)
Voldoet De leerplandoelstellingen worden in voldoende mate gerealiseerd. De evaluatie is valide. Onderwijsaanbod Volledigheid Evenwicht Beheersingsniveau Samenhang
Onderwijsorganisatie Samenstelling klasgroepen Organisatie curriculum
Uitrusting ICT Inzet uitrusting Leermiddelen
Evaluatiepraktijk Evenwicht Volledigheid Beheersingsniveau Transparantie
Leerbegeleiding Preventief Curatief
Alle onderwijsdoelstellingen worden effectief aangeboden aan de hand van een motiverende opdrachtenreeks met voldoende aandacht voor creativiteit en het zich toe-eigenen van een plastisch vocabularium. Er is voldoende aandacht voor gebruikte materialen, beeldende middelen, decoratietechnieken, productenkennis en -gebruik, waarneming, vormgeving, kleurkennis en -gebruik, en de ontwikkeling van het gevoel voor schoonheid t.a.v. beeldende kunst en vormgeving. De verschillende onderdelen van het leerplan, kennis, vaardigheden en attitudes worden evenwichtig aangeboden. Het aanbod is afgestemd op het verwachte beheersingsniveau van de onderwijsdoelstellingen. De onderwijsdoelstellingen worden geïntegreerd aangeboden. Het aanbod vertoont voldoende horizontale en verticale samenhang. De groepering van leerlingen is functioneel voor het realiseren van de onderwijsdoelstellingen. De indeling van het curriculum en de organisatie van de lesweek zijn afgestemd op het realiseren van de onderwijsdoelstellingen. De school beschikt in vestigingsplaats Quellin over voldoende actuele leermiddelen voor de realisatie van de onderwijsdoelstellingen. In de recent ingebruikgenomen vestigingsplaats Leningstraat is het vaklokaal nog onvoldoende uitgerust en nog niet ingericht. De inzet van ICT-middelen is beperkt. De school zet het aanwezige didactisch materiaal en de schooluitrusting efficiënt in met het oog op het bereiken van de onderwijsdoelstellingen. Alle onderwijsdoelstellingen komen effectief en evenwichtig aan bod in de evaluatie. De opdracht en vraagstelling is eenduidig en voldoende afgestemd op het verwachte beheersingsniveau. De leerlingen zijn vooraf op de hoogte van de evaluatiecriteria. Het is duidelijk voor welk deel de evaluatie meetelt in de bepaling van het eindtotaal. Het studiemateriaal is gestructureerd en afgestemd op het ontwikkelingsniveau van de leerlingen. De leraren gebruiken activerende werkvormen, differentiatie, inoefenen van leerstrategieën, sticordi-maatregelen; instructie- en vaktaal effectief voor het bereiken van de doelen. De leraar zorgt voor remediëring en geeft feedback aangepast aan de noden van alle leerlingen. Er heerst een veilig leerklimaat en een stimulerend pedagogisch klimaat. Het klasmanagement is afgestemd op het welbevinden en het motiveren van de leerlingen.
12 29348 – so – Stedelijk Lyceum te ANTWERPEN 1 (Schooljaar 2014-2015)
3.1.1.5
Hout - Graad 1 (leerplan O/2/2004/041)
Voldoet De leerplandoelstellingen worden in voldoende mate gerealiseerd. De evaluatie is valide. Onderwijsaanbod Volledigheid Evenwicht Beheersingsniveau Samenhang
Onderwijsorganisatie Organisatie curriculum Samenstelling klasgroepen
Uitrusting ICT Inzet uitrusting Leermiddelen
Evaluatiepraktijk Evenwicht Volledigheid Beheersingsniveau Transparantie
Leerbegeleiding Preventief Curatief
Alle onderwijsdoelstellingen worden effectief aangeboden aan de hand van motiverende werkopdrachten en bij het leerplan aansluitend cursusmateriaal. Er is voldoende aandacht voor het kennismaken met de belangrijkste aspecten van het aangeboden beroepenveld, de kennis van grondstoffen, materialen en gereedschappen, het toepassen van de basistechnieken, het naleven van de veiligheidsaspecten en het opvolgen van een gepaste werkmethode. Het maken en interpreteren van tekeningen is afgestemd op de uitgevoerde werkopdrachten. De voorgeschreven basishandelingen worden systematisch ingeoefend. De verschillende onderdelen van het leerplan, kennis, vaardigheden en attitudes worden evenwichtig aangeboden. Het aanbod is afgestemd op het verwachte beheersingsniveau van de onderwijsdoelstellingen. De onderwijsdoelstellingen worden geïntegreerd aangeboden. Het aanbod vertoont voldoende horizontale en verticale samenhang. De groepering van leerlingen is functioneel voor het realiseren van de onderwijsdoelstellingen. De indeling van het curriculum en de organisatie van de lesweek zijn afgestemd op de realisatie van de onderwijsdoelstellingen. De school beschikt in beide vestigingsplaatsen (Quellinstraat en Leningstraat) over voldoende actuele leermiddelen en een goed uitgerust vaklokaal voor de realisatie van de onderwijsdoelstellingen. In vestigingsplaats Leningstraat, is het vaklokaal sinds dit schooljaar in gebruik genomen. De leermiddelen zijn operationeel. De school zet het beschikbare didactisch materiaal en de schooluitrusting in met het oog op het bereiken van de onderwijsdoelstellingen. Alle onderwijsdoelstellingen komen effectief, evenwichtig en met voldoende diepgang aan bod in de evaluatie. Er is voldoende evenwicht tussen practica en theoretische kennis. Het beheersingsniveau voldoet. De leerlingen zijn op de hoogte van de evaluatiecriteria. Het is duidelijk voor welk deel de evaluatie meetelt in de bepaling van het eindtotaal. Het studiemateriaal is gestructureerd en afgestemd op het ontwikkelingsniveau van de leerlingen. De leraren gebruiken activerende werkvormen, differentiatie, inoefenen van leerstrategieën, instructie- en vaktaal effectief voor het bereiken van de doelen. De leraar zorgt voor remediëring en geeft feedback aangepast aan de noden van alle leerlingen.
29348 – so – Stedelijk Lyceum te ANTWERPEN 1 (Schooljaar 2014-2015)
13
3.1.1.6
Nederlands in de onthaalklas voor anderstalige nieuwkomers van het secundair onderwijs OKAN, BVR van 1/3/2007
Voldoet De school streeft de ontwikkelingsdoelen na en evalueert ze evenwichtig en transparant. De leraren integreren de taaldoelen en algemene doelen in het aanbod, met aandacht voor attitudes. Deze aanpak genereert in voldoende mate de beoogde doorstroom naar het reguliere onderwijs. Onderwijsaanbod Volledigheid Evenwicht Beheersingsniveau Samenhang
Het onderwijsaanbod is in voldoende mate afgestemd op de ontwikkelingsdoelen. Het aanbod is gevarieerd, evenwichtig en aangepast aan de beginsituatie en het beoogde ontwikkelingsniveau van de leerlingen. Zowel de taaldoelen als de algemene doelen komen ruim aan bod in een gevarieerd lesaanbod. Het Nederlands wordt gecombineerd binnen een vakkenpakket dat ook onder andere ICT, crea, techniek, wiskunde en percussie aanbiedt. Het gebruikte lesmateriaal sluit aan bij de leefwereld van de anderstalige nieuwkomers en is gericht op de doorstroming naar het reguliere secundair onderwijs. De complexiteit van de taaltaken neemt toe naarmate het beheersingsniveau van de leerlingen stijgt. Het tekstmateriaal is gevarieerd. De lespraktijk is meestal dynamisch. Uitzonderlijk duikt nog contextloze grammatica op in het materiaal, of dreigt een deductieve of te schoolse aanpak de interesse van de leerlingen te fnuiken. Een aantal buitenschoolse activiteiten bevordert de maatschappelijke integratie van de leerlingen.
Uitrusting ICT Leermiddelen
Evaluatiepraktijk Evenwicht Volledigheid Beheersingsniveau Transparantie
Er zijn voldoende actuele leermiddelen om de ontwikkelingsdoelen aan te bieden. De lessen voor OKAN worden in principe steeds in dezelfde lokalen georganiseerd. Ze zijn meestal voldoende uitgerust met multimedia en ICT. De evaluatiepraktijk is in voldoende mate afgestemd op de ontwikkelingsdoelen. De taalvaardigheden worden gekoppeld aan concrete, meetbare doelen. Ook het behalen van de algemene doelen en de attitudes wordt gemeten. Voor Nederlands hanteren de leraren de Toolkit Onderwijs en Arbeid (TOA) om de taalvaardigheid van de leerling te meten. Een uitgebreid taalpaspoort brengt gedetailleerd het al dan niet behalen van de taaldoelstellingen in kaart. Het verband tussen het eindrapport en de dagelijkse prestaties (toetsen) is echter niet altijd eenduidig en transparant. Het gefaseerd opvolgen van de criteria in het taalpaspoort gebeurt nog niet algemeen. Voor wiskunde, Frans en ICT zijn er competentierapporten en voor techniek is dit nog dit jaar gepland. Het beleid kiest uitdrukkelijk voor een geleidelijke invoering van deze evaluatiesystematiek. Uitzonderlijk duiken nog toetsen op met contextloze taalbeschouwing of louter reproductieve kennis. Met het oog op doorstroming naar het reguliere onderwijs, leggen de leerlingen op het einde van het traject gestandaardiseerde testen af die peilen naar de schoolse taalvaardigheid van de leerling.
14 29348 – so – Stedelijk Lyceum te ANTWERPEN 1 (Schooljaar 2014-2015)
Rapporteringspraktijk Transparantie Leerondersteunend
Leerbegeleiding Preventief Curatief
De rapportering sluit aan bij de evoluerende evaluatiepraktijk: van een louter cijfermatige aanpak met beperkte commentaar van de verschillende vakken en vier taalvaardigheden naar een meer procesmatige benadering met gedetailleerde uitsplitsing van de ontwikkelingsdoelen. Op dit ogenblik geeft het rapport nog geen zicht op de chronologische evolutie die de leerling doormaakt in het behalen van de onderscheiden ontwikkelingsdoelen. Ook de competentierapporten zijn nog niet algemeen in gebruik. De woordcommentaar is wisselend summier of uitgebreid en gedetailleerd. De school rapporteert wel al systematisch over een aantal attitudes, waarin ook enkele algemene doelen over burgerzin en sociale vaardigheden vervat zitten. De OKAN-aanpak getuigt van zorg voor de leerlingen. Er is een kwalitatieve intake met ruimte voor bijsturing van de groepsindeling. De school streeft naar zo homogeen mogelijke klasgroepen qua taalniveau. Het OKAN-team vergadert geregeld over de vorderingen van de leerlingen. Dit gebeurt soms ad hoc, soms op vakvergaderingen en in klassenraden. De informatie over de individuele leerlingen wordt bijgehouden, maar de overkoepelende structuur van die gegevens is weinig transparant. De leraren hanteren doorgaans activerende en communicatieve werkvormen gericht op de ontwikkeling van de taalvaardigheden. Leerlingen met specifieke taal- of leermoeilijkheden kunnen bijkomende ondersteuning krijgen (o.m. logopedie en huiswerkbegeleiding). Extra “cluburen” (met onder andere Frans) worden vrijblijvend of verplicht aangeboden. De vervolgcoaches kunnen individuele leertrajecten uittekenen, waarbij leerlingen een aangepast rooster krijgen en extra vakken volgen in een hoger of lager studiejaar of vakken wisselen naargelang de behoefte.
Loopbaanbegeleiding
De vervolgcoaches begeleiden de leerlingen in hun verdere loopbaan, zowel binnen als buiten de school, in het onderwijs of op de arbeidsmarkt. Als voorbereiding op het vervolgonderwijs peilt de school naar de interesses van de leerling en biedt ze kennismakingslessen aan in het reguliere onderwijs. Contacten met een uitgebreid netwerk van scholen vergemakkelijken de uitwisseling van informatie en de opvolging van het traject. De vervolgschool ontvangt een informatiedossier. Extra initiatieven, zoals bv. een Facebookpagina, ondersteunen de zoektocht naar relevante informatie over ex-OKAN-leerlingen.
Sociale en emotionele begeleiding
Het OKAN-team besteedt veel aandacht aan het sociale en emotionele welzijn van de leerlingen als voorwaarde voor leervorderingen. Via gezamenlijke Curatief activiteiten leveren ze inspanningen om de anderstalige nieuwkomers te Preventief integreren in het schoolgebeuren en de maatschappij. Ze stimuleren ze om deel te nemen aan het maatschappelijke leven, lid te worden van sportclubs, e.d. Telaatkomers of afwezigen worden systematisch gemeld en opgevolgd.
29348 – so – Stedelijk Lyceum te ANTWERPEN 1 (Schooljaar 2014-2015)
15
Onderwijsorganisatie Organisatie curriculum Samenstelling klasgroepen
De indeling in vijf niveaugroepen op basis van cognitieve vaardigheidstesten bij het begin van het jaar laat een gedifferentieerde aanpak toe. De samenstelling van deze groepen wijzigt in de loop van het jaar, naar aanleiding van de evaluaties van de doelen. Bovendien variëren de groepen soms in functie van de activiteiten, wat een uurrooster oplevert op maat van de leerlingen. De maximumgrootte van de klassen (16 leerlingen per groep) faciliteert het bereiken van de taaldoelen. Lesgeven met twee leerkrachten maakt differentiatie gemakkelijker. Er is evenwel nog een zekere ruimte om de efficiëntie van deze duo-aanpak te verhogen.
Deskundigheidsbevordering Overleg Vorming
De leraren hebben een specifieke OKAN-expertise opgebouwd via nascholing en interne deskundigheidsbevordering. Er heerst op school een open cultuur: lesgeven in duo of met open deur en collegiale visitaties zijn voor de meeste leraren gebruikelijk. Het OKAN-team houdt geregeld vakoverleg. Daar komen zowel organisatorische als didactisch-pedagogische aspecten aan bod. Er is uitwisseling van ervaringen met een netwerk van andere OKAN-scholen. De coördinatoren van die scholen overleggen vier keer per jaar.
3.1.1.7
Frans in aso tweede graad in de studierichtingen Humane wetenschappen, Latijn, Wetenschappen (leerplan OVSG 0/2/2012/080)
Voldoet niet Niet alle leerplandoelen worden in voldoende mate aangeboden. Het realiseren van de vaardigheidsdoelen komt in het gedrang door een overwicht aan ondersteunende kennis, wat ook in de evaluatie tot uiting komt. Onderwijsaanbod Volledigheid Evenwicht Beheersingsniveau Samenhang
Uitrusting ICT Inzet uitrusting Leermiddelen
Alle vaardigheden komen in de lessen aan bod, maar de leerlingen krijgen onvoldoende kansen om ze effectief in de klas in te oefenen. Een overwicht van contextloze grammatica en lexicale leerinhouden bedreigen de realisatie van de vaardigheidsdoelen. Dit geldt vooral voor de productieve vaardigheden. Soms primeert het inoefenen of van buiten leren van contextloze grammaticale leerinhouden op een interactief leerproces. Het gebruikte lesmateriaal bestaat uit leerboeken aangevuld met eigen materiaal, dat doorgaans aansluit bij de leefwereld van de leerlingenpopulatie. Niet alle materiaal is afgestemd op het hedendaags taalonderwijs, dat de nadruk legt op communiceren. De leraren moedigen de leerlingen aan om de attitudedoelstellingen na te streven en het Frans te gebruiken tijdens de les. Zowel bij luisteren als bij lezen komen prescriptieve en argumentatieve teksten minder aan bod. Mede omwille van het lage instroomniveau vanuit de eerste graad, bereikt een onvoldoende aantal leerlingen het verwachte beheersingsniveau. Dit resulteert in een groot aantal tekorten voor Frans. De infrastructuur en de uitrusting voldoen globaal. Bijna alle klassen hebben voldoende ICT-mogelijkheden. Toch zou de uitbreiding naar alle klassen de leraars de gelegenheid bieden om het gebruik systematisch te integreren in hun lessen. In één lokaal worden simultaan twee lessen georganiseerd voor twee verschillende klasgroepen. Ze zijn gescheiden door kasten. Dit beperkt het auditieve comfort van de lesgever en leerlingen.
16 29348 – so – Stedelijk Lyceum te ANTWERPEN 1 (Schooljaar 2014-2015)
Evaluatiepraktijk Evenwicht Volledigheid Beheersingsniveau Transparantie
Leerbegeleiding Preventief Curatief
De evaluatie gaat onvoldoende na of de leerlingen de leerplandoelen bereiken. Ze is onevenwichtig omdat de vaardigheden niet voldoende aan bod komen. De evaluatiepraktijk weerspiegelt het overwicht aan ondersteunende grammaticale en lexicale kennis in het onderwijsaanbod. Dat overwicht is groter dan de afgesproken puntenverhouding tussen kennis en vaardigheden laat vermoeden. De toetsvragen peilen veel meer naar kennis en het puntenaantal voor kennis ligt de facto veel hoger. De quotering is voor de leerlingen en ouders niet altijd even transparant. De leraars evalueren de meeste leesdoelen. Toch is de beoordeling van die vaardigheid weinig valide omdat de grammaticale kennis soms nog expliciet getoetst wordt in leesoefeningen. De belangrijkste hiaten manifesteren zich bij spreekvaardigheid en mondelinge interactie. Behalve dat er op spreken een cijfer staat, is daar weinig meer van terug te vinden in de voorgelegde documenten. De leerkrachten bieden voldoende luisteroefeningen aan, maar globaal luisteren komt minder aan bod. Voortgaand op het voorgelegde materiaal is de toetsfrequentie voor dagelijks werk nogal laag. Daardoor wordt het remediërend effect van de beoordelingen onderbenut, hoewel de schoolvisietekst over “permanent evalueren” spreekt. De examens hanteren niet systematisch de doeltaal en het gebruik van woordenboeken tijdens de examens is in bepaalde gevallen niet toegelaten. Positief zijn de voorbeelden van zelfevaluatie en peerevaluatie. Het gebruik van een evaluatierooster voor spreekvaardigheden is een goede aanzet om de beoordeling transparant te maken. In het rapport zijn de vaardigheden opgesplitst, maar de informatiewaarde van de commentaren is nogal beperkt en de remediërende suggesties zijn vrij algemeen geformuleerd. De leerkrachten zorgen voor een rustig, gestructureerd leerklimaat. Ze sporen de leerlingen aan om hun attitudes te evalueren en bij te sturen. De leraars zijn bekommerd om het welzijn van de leerlingen met het oog op leerwinst. Hun expertise bewerkstelligt een positief leerklimaat. Ze hebben oog voor preventieve leerbegeleiding. Begrippenlijsten en syntheseschema’s maken de leerstof overzichtelijk. De werkvormen zijn vrij gevarieerd, maar de spreekkansen vrij beperkt. In de klas gebruiken de leraars consequent de doeltaal, hoewel een aantal documenten nog in het Nederlands opgesteld zijn (waaronder ook een aantal examens). Er is oog voor differentiatie. Leerlingen met leermoeilijkheden of achterstand krijgen extra oefeningen op computer aangeboden. Soms worden leerlingen met leerachterstand afgesplitst in een aparte groep. Die krijgt parallel les van een andere leerkracht. Sommige leerlingen worden doorverwezen naar zogenaamde ‘cluburen’ op woensdagnamiddag. Speciale aandacht voor de noden en integratie van exOKAN-leerlingen maakt voor hen de overgang gemakkelijker. De leraars besteden aandacht aan de remediëring, maar de feedback bij toetsen is beknopt.
29348 – so – Stedelijk Lyceum te ANTWERPEN 1 (Schooljaar 2014-2015)
17
Deskundigheidsbevordering
3.1.1.8
De vakgroep besteedt aandacht aan deskundigheidsbevordering. De leraars volgen opleidingen, aangespoord door het schoolbeleid terzake. Het aantal recente, gerichte vakdidactische opleidingen is eerder beperkt. Het lerarenteam van de tweede graad is klein; er is een goede samenwerking en veelvuldig informele informatie-uitwisseling. Ook de samenwerking met de eerste en derde graad verloopt vlot. De vakgroep Frans behandelt zowel praktische en organisatorische aspecten als didactischpedagogische materies. Al is er ruimte voor inhoudelijke verdieping van dat laatste aspect. Zo blijft de resulstatenanalyse naar aanleiding van de peilingstoets Frans op het einde van de eerste graad nogal oppervlakkig. De open schoolcultuur en de aanwezige expertise en ervaring bieden gelegenheid om systematische kwaliteitsverbetering na te streven, ook van het onderwijsleerproces. Tot nu toe werd terzake nog maar weinig gebruik gemaakt van externe ondersteuning.
Geschiedenis in aso tweede graad in de studierichtingen Humane wetenschappen, Latijn en Wetenschappen (leerplan O/2/2004/108)
Voldoet De leerplandoelstellingen zitten voldoende herkenbaar vervat in de studie van de historische samenlevingen. De afstemming van de evaluatiepraktijk op de leerplandoelstellingen voldoet. Onderwijsaanbod Volledigheid Evenwicht Beheersingsniveau Samenhang
De opbouw en integratie van het referentiekader in de studie van de historische samenlevingen voldoen. Er wordt een duidelijke leerlijn gevolgd zowel op gebied van het verwerven van kennis en inzicht in tijd, ruimte en socialiteit als voor de beoefening van de historische vaardigheden op een voldoende beheersingsniveau. De leerlingen verwerven voldoende kennis en inzicht betreffende de besproken historische feiten, begrippen, verklaringen, ontwikkelingen en relaties. Daarbij is er de gewenste aandacht voor duiding van de historische feiten en ontwikkelingen in de bredere context van dimensies van tijd, ruimte en socialiteit of in de context van historische interpretatie. Het begrippenkader wordt geïntegreerd opgebouwd. In de beide leerjaren krijgen de leerplandoelstellingen betreffende actief en onderzoekend leren en de toepassing van historische methode voldoende aandacht. De leerlingen beschikken over een atlas en een goed uitgewerkte en gestructureerde cursus. In het eerste leerjaar wordt een leerboek aangevuld met bijkomend cursusmateriaal. In het tweede leerjaar vormt een zorgvuldig samengestelde leerlingencursus die afgestemd is op een doelgerichte wisselwerking tussen bronnenanalyse en synthese van de historische inhouden, de basis voor het leerproces. Het zelf ontwikkeld studiemateriaal is overzichtelijk en bijzonder verzorgd naar vormgeving en lay-out. Daarin zijn vaardigheidsgerichte werkvormen concreet afgestemd op leerstrategieën (bijv. evolueren van begeleid naar meer zelfstandig actief en probleemoplossend leren). Er is bij de leerlingencursus aandacht voor een voldoende evenwicht tussen het minimaal te bereiken beheersingsniveau op gebied van kennis, inzicht en vaardigheden en de beginsituatie (multiculturele mix) van de doelgroep. Lesobservaties tonen verschillen op uitvoeringsniveau. Enerzijds worden activerende werkvormen gebruikt die de leerlingen aanzetten tot toepassing van historische vaardigheden, kritische reflectie en synthesevaardigheden. Anderzijds worden bronnen veeleer ingezet voor het aanschouwelijk maken van een overwegend centraal aangestuurd onderwijs- en leerproces.
18 29348 – so – Stedelijk Lyceum te ANTWERPEN 1 (Schooljaar 2014-2015)
Uitrusting ICT Inzet uitrusting Leermiddelen
Evaluatiepraktijk Evenwicht Volledigheid Beheersingsniveau Transparantie
Leerbegeleiding Preventief Curatief
De leerlingen krijgen in de tweede graad niet altijd les in een vaklokaal, maar in elke klas kan men wel beschikken over de minimaal vereiste leermiddelen. Multimedia worden frequent ingezet voor aanschouwelijk onderwijs of voor doelgerichte bronnenanalyse; historische atlassen daarentegen worden niet optimaal gebruikt. De leraren stellen aanvullende informatie en ondersteunend materiaal ter beschikking via het elektronisch platform. Aan het geproportioneerde aanbod beantwoordt een vrij evenwichtige evaluatie, zowel in de vorm van dagelijks werk als in de vorm van examens. Daaruit blijkt dat het beheersingsniveau van de leerlingen ten aanzien van de vaardigheidsdoelstellingen gerealiseerd wordt. De invulling van de evaluatiepraktijk met dagelijks werk en examens sluit aan bij de richtlijnen op schoolniveau. In beide leerjaren is de leerlingenevaluatie samengesteld uit dagelijks werk en examens. Ze sluit inhoudelijk voldoende bij het onderwijsleerproces aan. De evaluatie dagelijks werk is hoofdzakelijk gericht op het retrospectief peilen naar kennis, inzicht, vaardigheden en toepassingen betreffende de aangeleerde inhouden. Alternatieve vormen van evaluatie die het actief en onderzoekend leren stimuleren en valideren komen zelden voor. De examens zijn voor elk leerjaar binnen de vakgroep gescreend. Kennis, inzicht en vaardigheden worden volgens afgesproken puntenverhoudingen geëvalueerd. De vraagstelling is in elk leerjaar representatief voor de behandelde leerstof. De kennis- en inzichtvragen mikken op een voldoende beheersingsniveau. De vragen met betrekking tot historische vaardigheden houden verband met situeren in tijd en ruimte, kaarten- en bronnenanalyse. Het verwerkingsniveau van de bronnenanalyse voldoet. De resultaten van de leerlingen en de klasgemiddelden voor geschiedenis zijn globaal zeer laag. Hier laat de vakgroep nog een aantal mogelijkheden onbenut (taalbeleid, evaluatiepraktijk). De meerderheid van de leerlingen is anderstalig en heeft heeft moeite met het Nederlands als instructietaal. De school probeert op deze uitdagingen een antwoord te bieden door in te zetten op structurele (taal)ondersteuning en loopbaanbegeleiding. Bij ondermaatse studieresultaten neemt zij haar opdracht ter harte en heroriënteert de leerlingen naar een geschikte studierichting. De betrokkenheid van leraren en de open manier waarop zij communiceren, dragen bij tot een positief en ondersteunend leerklimaat. De opbouw van de lessen is gevarieerd, interactief en de leerlingen werken gemotiveerd mee. Het lesmateriaal en het eigen cursusmateriaal zijn gestructureerd en sluiten aan bij de lesstructuur en bij actuele en waar mogelijk ook multiculturele contexten. Verwijzingen naar de leefwereld en samenleving wakkeren de motivatie van de leerlingen aan. Het motiverend klasmanagement, werkafspraken en leertips zijn duidelijk herkenbare onderdelen van de leerbegeleiding. Het leermateriaal voor de leerlingen ondersteunt hun leerproces. Heel wat aandacht gaat naar het aanleren en inoefenen van leerstrategieën (gebruik van analyseschema’s, lees- en schrijfkaders en toepassing van het OVUR-principe bij opdrachten). In de context van de taalvaardigheidsproblemen van de leerlingen is er voldoende aandacht voor het afwisselend gebruik van beeldbronnen en tekstbronnen. Ondanks al deze inspanningen is het talig niveau van veel leerlingen zwak. Leraren volgen leerlingen van nabij op. Zij hanteren daarvoor voldoende taken, opdrachten en toetsen waarbij sterk ingezet wordt op het geven van heldere instructies. Korte syntheses en nauwkeurige informatie over wat ze moeten kennen en kunnen ondersteunen het leerproces. Na elke toetsen of taak kunnen de leerlingen rekenen op mondelinge en/of schriftelijke feedback.
29348 – so – Stedelijk Lyceum te ANTWERPEN 1 (Schooljaar 2014-2015)
19
Er is voorlopig nog weinig aandacht voor binnenklasdifferentiatie in de vorm van meer uitdagende of bijkomende opdrachten voor leerlingen die bovengemiddeld presteren. Indien nodig wordt de remediëring geïntegreerd in de lessen. In geval van specifieke leerproblemen sluit de leerbegeleiding op vakniveau aan bij de begeleiding op schoolniveau. Deskundigheidsbevordering
3.1.1.9
De vakgroep heeft al heel wat initiatieven genomen en doelgericht leer- en evaluatiemateriaal ontwikkeld. Er is binnen de vakgroep voldoende aandacht voor de implementatie en multiplicatie van gevolgde nascholing.
Wiskunde in aso tweede graad in de studierichtingen Humane wetenschappen, Latijn en wetenschappen (leerplan O/2/2004/087)
Voldoet niet De eindtermen en leerplandoelstellingen worden onvolledig aangeboden. Omwille van tekorten in het aanbod gaat de evaluatie onvoldoende na of alle onderwijsdoelstellingen worden bereikt. Onderwijsaanbod Volledigheid Evenwicht Beheersingsniveau Samenhang
De vaststellingen hebben betrekking op de basisvorming van de studierichtingen Humane wetenschappen en Latijn en op zowel de basisvorming als het specifiek gedeelte van de studierichting Wetenschappen. Sommige leerplandoelstellingen worden niet of ruim onvoldoende aangeboden. De onderwerpen differentiequotiënt (leerplandoel 62), het uitvoeren van meetkundige constructies en het oplossen van problemen (leerplandoelen 111 en 116) komen niet aan bod. Bepaalde onderdelen van de ruimtemeetkunde (leerplandoelen 131, 132 en 136) en de statistiek (leerplandoelen 140 en 141) worden niet of met onvoldoende diepgang aangeboden. De overige leerplandoelen worden zeer nauwgezet behandeld. De vakgroep biedt alle onderwerpen op het hoogste verwerkingsniveau aan, maar houdt bij de planning weinig rekening met een homogene spreiding van basis- en uitbreidingsleerstof. Zo worden diverse uitbreidingsdoelen uitvoerig behandeld terwijl sommige basisdoelen worden onderbelicht.
Uitrusting ICT Inzet uitrusting Leermiddelen
Evaluatiepraktijk Evenwicht Volledigheid Beheersingsniveau Transparantie
De materiële uitrusting om de leerplandoelstellingen te realiseren voldoet. De meeste lokalen zijn uitgerust met computers, die weinig of niet worden benut. De leerlingen maken gebruik van het grafisch rekentoestel, maar de meerwaarde voor het wiskundeonderwijs blijft voorlopig beperkt. De leraren benutten de digitale leeromgeving van de school als communicatiemiddel en om extra oefeningen ter beschikking te stellen. Omwille van de tekorten in het aanbod gaat de evaluatie onvoldoende na of alle onderwijsdoelstellingen zijn bereikt. De examenvragen zijn verzorgd en het aantal examenopgaven is redelijk. De evaluatie is transparant, onder meer door een gedetailleerde vermelding van de puntenverdeling. De toetsen bevragen voornamelijk rekenvaardigheden terwijl andere vakgebonden vaardigheden (tekenvaardigheden, denk- en redeneervaardigheden, probleemoplossende vaardigheden) minder aan bod komen. De vraagstelling peilt niet altijd naar het door het leerplan beoogde beheersingsniveau. Vele vragen zijn veelal gericht op de leerinhouden eerder dan op de leerplandoelstellingen.
20 29348 – so – Stedelijk Lyceum te ANTWERPEN 1 (Schooljaar 2014-2015)
Diverse basisdoelen worden niet expliciet geëvalueerd. De uitbreidingsleerstof maakt een onevenwichtig groot onderdeel uit van de evaluatie waardoor het eindcijfer niet altijd representatief is voor het beheersingsniveau van de leerlingen. Grote klasgroepen behalen teleurstellende resultaten. De vakgroep is nog op zoek naar een doeltreffende manier om vakattitudes in de evaluatie op te nemen. Op vakgroep- en schoolniveau werden hieromtrent nog geen sluitende afspraken gemaakt. Leerbegeleiding Preventief Curatief
De lessen verlopen op een kalme en gestructureerde wijze. De communicatie met de leerlingen is stimulerend en gericht op zowel inzet als prestatie. Een positief en veilig leerklimaat met aandacht voor iedere leerling stimuleert de betrokkenheid van de leerlingen. Het professioneel engagement en de vakdeskundigheid van de leraren heeft een positieve invloed op het leerklimaat binnen de klassen. In alle klassen is de curatieve leerbegelding sterk uitgewerkt. De leraren bieden remediëringsoefeningen aan en stellen modeloplossingen ter beschikking. Er is weinig aandacht voor preventieve leerbegeleiding. De vakgroep gebruikt niet consequent correcte wiskundetaal en de nota’s van de leerlingen vertonen lacunes. Er zijn enkele beloftevolle aanzetten tot coöperatief leren maar van binnenklasdifferentiatie is voorlopig geen sprake. De vakgroep neemt geen initiatieven om de leerbegeleiding te stroomlijnen. Zowel de preventieve leerbegeleiding als de remediëring wordt aan de professionaliteit van de individuele leraar overgelaten, waardoor de invulling verschilt per leraar. De vakgroep streeft een hoog beheersingsniveau na. Uit de evaluatie blijkt dat (in bepaalde klasgroepen) de meerderheid van de leerlingen dat niveau niet bereikt. Dit leidde voorlopig niet tot zelfreflectie. Om de interesse en het enthousiasme bij de leerlingen te prikkelen, neemt de school deel aan de verschillende wiskundeolympiades en andere wedstrijden.
Deskundigheidsbevordering Overleg Vorming
Tijdens de twee schooljaren voorafgaand aan de doorlichting heeft de vakgroep een beperkt aantal nascholingen gevolgd. De nascholingen hebben weinig impact op de lespraktijk en op de ontwikkelingsdynamiek van de vakgroep.
29348 – so – Stedelijk Lyceum te ANTWERPEN 1 (Schooljaar 2014-2015)
21
3.1.1.10 Gedrags- en cultuurwetenschappen in aso derde graad Humane wetenschappen (leerplan O/2/2006/299) Voldoet De specifieke eindtermen en de leerplandoelstellingen worden op een voldoende wijze gerealiseerd. De studieresultaten zijn gebaseerd op een leerplangericht aanbod, op een voldoende leerbegeleiding en op een voldoende valide evaluatiepraktijk. Onderwijsaanbod Volledigheid Evenwicht Beheersingsniveau Samenhang
Het onderwijsaanbod is voor beide vakken voldoende afgestemd op de inhoud en het vereiste beheersingsniveau van de leerplandoelen. Dit gebeurt steeds met voldoende diepgang. Vorig schooljaar deden zich planningsproblemen voor waardoor niet alle thema’s waarrond de doelen geclusterd zijn op een voldoende grondige manier aangeboden werden. Zowel in gedragswetenschappen, maar nog meer uitgesproken in cultuurwetenschappen werden sommige doelen diepgaand en uitgebreid theoretisch behandeld. Daardoor werd de realisatie van andere doelen gehypothekeerd werd. De gedrevenheid van de vakgroep om de leerplannen maximaal te implementeren gekoppeld aan het ontbreken van ervaring om vlot een aantal doelstellingen samen te implementeren in een herkenbare context die aansluit op de multiculturele populatie, zorgt zowel bij cultuur- als gedragswetenschappen voor een vrij theoretische benadering. In cultuurwetenschappen komt de samenhang tussen verschillende maatschappelijke verschijnselen daardoor te weinig aan bod. In gedragswetenschappen verhoogt het aanknopen met herkenbare situaties binnen de leefwereld en de subculturen van de leerlingen het inzichtelijk niveau. De actief construerende rol van eigen ervaringen van leerlingen in hun leerproces wordt nog te weinig aangesproken. Toch worden er voldoende inspanningen geleverd om de theoretische begrippen in zinvolle toepassingen en verwijzingen te verwerken. De leerlingen krijgen heel wat opdrachten met gevarieerde doelstellingen. De verticale afstemming komt nu nog te weinig duidelijk tot uiting. Begrippen en doelstellingen die leerlingen reeds in de vorige graad gerealiseerd zijn, worden zelden voldoende herkenbaar geïntegreerd en/of verder uitgewerkt en verdiept. Er worden naar de leerlingen aanzetten tot reflectief handelen gegeven, maar deze dienen nog te weinig om hun eigen leerproces bij te sturen. Nu de hele cyclus van de twee graden voor het eerst doorlopen is, is het de bedoeling van de vakgroep om de planningen van cultuuren gedragswetenschappen nog beter op elkaar af te stemmen waardoor de samenhang van het curriculum versterkt wordt. Dat geldt ook voor de vakoverstijgende samenwerking. Door meer gericht aan te knopen met de leefwereld en de dagdagelijkse maatschappelijke realiteit kan het theoretisch leerpakket wat lichter gemaakt worden.
22 29348 – so – Stedelijk Lyceum te ANTWERPEN 1 (Schooljaar 2014-2015)
Het werken aan de onderzoekscompetentie gebeurt nog te weinig volgens een vak- en graadoverstijgende aanpak. Er is in de beide vakken wel aandacht voor de theoretische onderbouwing. Een aantal deelopdrachten heeft betrekking op het aanleren en inoefenen van de verschillende onderzoeksmethoden. In het tweede leerjaar van de derde graad krijgen de leerlingen de opdracht om alle deelcompetenties toe te passen in een eindwerk. Ondanks de begeleiding van de vakleraar en een niet vakgerelateerde copromotor slagen de leerlingen er nog niet in om een werk te realiseren dat in voldoende mate aan de criteria van de specifieke eindtermen beantwoordt. Zowel voor het formuleren van goed doordachte hypotheses of onderzoeksvragen als voor het confronteren van onderzoeksresultaten met andere standpunten kan een betere leerlijn ontwikkeld worden. De samenhang met de vakoverschrijdende eindtermen wordt in de planningsdocumenten bewust nagestreefd. Onderwijsorganisatie
Uitrusting
Evaluatiepraktijk
De leerplannen worden door samenzetting van beide leerjaren per graad gepland en gerealiseerd. De leerlingen volgen de leerplannen op basis van zes lestijden per week die afwisselend uitsluitend over of gedrags- of cultuurwetenschappen handelen. Dit is een bewuste keuze van de vakgroep. De organisatie van blokuren zorgt voor een efficiënte benutting van de onderwijstijd. Daardoor kunnen de leerlingen bij meer complexe opdrachten ook goed begeleid worden. Er zijn weinig vakdoorbrekende en -overschrijdende projecten en activiteiten. Ook de contacten met verschillende maatschappelijke velden waardoor maatschappijbetrokken onderwijs bevorderd wordt, zijn veeleer gering. De leslokalen zijn wat ruimte en ICT-infrastructuur betreft voldoende ondersteunend voor de leerplanrealisatie. Een echt krachtige leeromgeving ontbreekt omdat de vakgroep voorlopig nog niet over een vaklokaal beschikt waar vakgebonden documentatie en naslagwerken kunnen geraadpleegd worden. beschikt. Extra ondersteunende documentatie wordt overwegend door de vakgroep zelf aangereikt. Het digitale platform van de school wordt op een adequate wijze gebruikt om het leren te ondersteunen. De evaluatiepraktijk is leerplangericht, en het beheersingsniveau wordt voldoende bewaakt. De vraagstelling bij de examens en de toetsen bestrijkt op een evenwichtige en representatieve manier het geheel van de leerplandoelstellingen. De vraagstelling is doordacht en peilt naar verschillende beheersingsniveaus (kennis, inzicht, toepassen). De verwachtingen zijn helder geformuleerd en de puntenverdeling is steeds duidelijk. De verhouding tussen reproductie, inzicht en toepassing binnen nieuwe contexten is een sterk punt. De criteria voor het beoordelen van het eindwerk sluiten te weinig aan bij de specifieke eindtermen. Bij taken en opdrachten komen de meer complexe beheersingsniveaus (analyseren, synthetiseren, beoordelen) aan bod. De vraagstelling op de toetsen is vrij representatief voor de examens. Er is voor het eindwerk een criteriumgericht traject uitgetekend waarbij procesen productevaluatie opgenomen worden in de punten van het dagelijks werk. De resultaten voor de onderzochte vakken voldoen. Vermits vorig jaar pas de eerste leerlingen uitstroomden is het studiesucces van oud-leerlingen in het vervolgonderwijs voorlopig nog niet gekend.
29348 – so – Stedelijk Lyceum te ANTWERPEN 1 (Schooljaar 2014-2015)
23
Leerbegeleiding
Deskundigheidsbevordering
Er wordt sterk ingezet op de motivatie en het welbevinden van de leerlingen. Dit gebeurt door het creëren van een aangenaam en veilig leerklimaat. Vormen van groepswerk bevorderen het coöperatief leren. De leerbegeleiding speelt goed in op de beginsituatie en behoeften van de leerlingen en wordt gekenmerkt door een individuele aanpak. Er wordt frequent gebruik gemaakt van actieve en gevarieerde werkvormen. Om de werking zo goed mogelijk af te stemmen op de leerplandoelen en de doelgroep, wordt voor gedragswetenschappen het gehanteerde leerwerkboek aangevuld met bijkomende informatiebronnen. Voor cultuurwetenschappen wordt een zelf samengestelde cursus gebruikt die aangevuld wordt met heel wat actueel materiaal. Het ontwikkelen van leerstrategieën, de aandacht voor structuur en voor inzichtelijk werken en de reflectie op het eigen leren zijn duidelijk herkenbaar. Leerlingen nemen uitgebreid notities en krijgen doorheen heel wat verwervings- en verwerkingsopdrachten de kans om actief met de leerstof aan de slag te gaan en om begrippen, denkkaders en concepten toe te passen op concrete vraagstukken. De opdrachten zijn evenwel altijd erg gestuurd. Het zelfontdekkend leren en het probleemoplossend denken worden hierdoor niet echt aangemoedigd. Leerlingen worden zelden uitgedaagd om creatief aan het werk te gaan. Leer- en evaluatieafspraken en leerstofoverzichten die aangeven wat leerlingen met welke leerstofonderdelen moeten kennen en wat ze moeten kunnen ondersteunen het leerproces. Er wordt geïnvesteerd in taalondersteuning en taalstimulering. Dit gebeurt aan de hand van het gradueel bijbrengen van vakspecifieke woordenschat, opdrachten en taken met aandacht voor het talige aspect, het gebruik van interactieve werkvormen en het corrigeren van taalfouten. De aandacht voor taal in de vraagstelling bij opdrachten, toetsen en examens ondersteunt het leren. Er wordt veel aandacht besteed aan gegronde feedback op de prestaties van de leerlingen. De vakgroep heeft nog geen structurele aanpak voor instromers. Toch zijn er elk jaar leerlingen die overstappen naar de studierichting Humane wetenschappen. De betrokkenheid van het schoolteam op de kwaliteit van de opleiding en op de zorg voor de leerlingen is hoog. De vakgroep beschikt over voldoende reflecterend vermogen om de kwaliteit van haar werking verder te verhogen. De deskundigheid werd zorgvuldig opgebouwd, overwegend door zelfstudie. Verdere vorming door schooloverstijgende multiplicatie en het volgen van nascholingsprojecten staan op stapel. Voor de verdere uitwerking en implementatie van de specifieke eindtermen doet de school een beroep op de pedagogische begeleidingsdienst.
24 29348 – so – Stedelijk Lyceum te ANTWERPEN 1 (Schooljaar 2014-2015)
3.1.1.11 Wiskunde in aso derde graad in de studierichtingen Latijn-wiskunde en Wetenschappenwiskunde (leerplan O/2/2006/425) Voldoet niet De eindtermen en leerplandoelstellingen worden onvolledig aangeboden. De evaluatie gaat onvoldoende na of alle onderwijsdoelstellingen worden bereikt. Onderwijsaanbod Volledigheid Evenwicht Beheersingsniveau Samenhang
De vaststellingen hebben betrekking op de basisvorming en het specifiek gedeelte van de bovenvermelde studierichtingen. De leerplandoelstellingen en de specifieke eindtermen met betrekking tot de onderzoekscompetentie (ET20, ET21 en ET22) worden niet aangeboden conform de vereisten van het leerplan. De vakgroep oefent de leerlingen niet in het formuleren en onderzoeken van een haalbare onderzoeksvraag. De verschillende stappen van wiskundig onderzoek worden niet door alle leerlingen geëxploreerd en er zijn geen rapporten van de resultaten beschikbaar. De vakgroep springt onzorgvuldig om met de verantwoordingsplicht. Tijdens de doorlichting konden geen of onvolledige leerlingendocumenten worden voorgelegd. Van de onderwerpen complexe getallen (leerplandoelen 30 tot 36), limieten (leerplandoel 69), differentialen (leerplandoel 90), discrete wiskunde (leerplandoelen 97 tot 99) en statistiek (leerplandoel 117) ontbraken gegevens om de diepgang van het aanbod na te gaan. Het onderwerp continuïteit (leerplandoel 56) werd niet aangeboden. De overige leerplandoelen worden met meer dan voldoende diepgang behandeld. De vakgroep biedt de leerplandoelen op het hoogste verwerkingsniveau aan en houdt bij de planning voldoende rekening met een homogene spreiding van de basis- en uitbreidingsleerstof.
Uitrusting ICT Inzet uitrusting Leermiddelen
Evaluatiepraktijk Evenwicht Volledigheid Beheersingsniveau Transparantie
De materiële uitrusting om de leerplandoelstellingen te realiseren voldoet. De meeste lokalen zijn uitgerust met computers, die weinig of niet worden gebruikt. De leerlingen maken vlot gebruik van het grafisch rekentoestel. De leraren benutten de digitale leeromgeving van de school als communicatiemiddel en om extra oefeningen ter beschikking te stellen. De examens en toetsen zijn representatief voor wat er in de klas gebeurt. De examenvragen zijn verzorgd en helder. Het aantal examenopgaven is redelijk. De evaluatie is transparant, onder meer door een gedetailleerde vermelding van de puntenverdeling. De examens en toetsen verwachten van de leerlingen een hoog beheersingsniveau van de leerstof en het bereiken van dat niveau lukt bij de meeste leerlingen behoorlijk. Omwille van de tekorten in de leerplanrealisatie gaat de evaluatie onvoldoende na of alle onderwijsdoelstellingen zijn bereikt. De toetsen bevragen voornamelijk rekenvaardigheden, maar ook de andere vakgebonden vaardigheden (tekenvaardigheden, denk- en redeneervaardigheden, probleemoplossende vaardigheden) komen aan bod, zij het in mindere mate. De vraagstelling peilt niet altijd naar het in het leerplan beoogde beheersingsniveau. Diverse vragen zijn gericht op de leerinhouden veeleer dan op de leerplandoelstellingen.
29348 – so – Stedelijk Lyceum te ANTWERPEN 1 (Schooljaar 2014-2015)
25
De vakgroep is nog op zoek naar een doeltreffende manier om vakattitudes in de evaluatie op te nemen. Op vakgroep- en schoolniveau werden hieromtrent nog geen sluitende afspraken gemaakt. Leerbegeleiding Preventief Curatief
De lessen verlopen op een kalme en gestructureerde wijze. De communicatie met de leerlingen is stimulerend en gericht op zowel inzet als prestatie. Een positief en veilig leerklimaat met aandacht voor iedere leerling stimuleert de betrokkenheid van de leerlingen. Het professioneel engagement en de vakdeskundigheid van de leraren heeft een positieve invloed op het leerklimaat binnen de klassen. In alle klassen is de curatieve leerbegelding sterk uitgewerkt. De leraren bieden remediëringsoefeningen aan en stellen modeloplossingen ter beschikking. Er is weinig aandacht voor preventieve leerbegeleiding. De vakgroep gebruikt niet consequent correcte wiskundetaal en de nota’s van de leerlingen vertonen ernstige lacunes. Er zijn enkele beloftevolle aanzetten tot coöperatief leren, maar van binnenklasdifferentiatie is voorlopig geen sprake. De vakgroep neemt geen initiatieven om de leerbegeleiding te stroomlijnen. Zowel de preventieve leerbegeleiding als de remediëring wordt aan de professionaliteit van de individuele leraar overgelaten waardoor de invulling verschilt per leraar. Zelfreflectie over het afstemmen van de leerbegeleiding op de evaluatieresultaten gebeurt niet. Om de interesse en het enthousiasme bij de leerlingen te prikkelen neemt de school deel aan de verschillende wiskundeolympiades en andere wedstrijden.
Deskundigheidsbevordering Overleg Vorming
Tijdens de twee schooljaren voorafgaand aan de doorlichting heeft de vakgroep een beperkt aantal nascholingen gevolgd. De nascholingen hebben weinig impact op de lespraktijk en op de ontwikkelingsdynamiek van de vakgroep.
3.1.2 Voldoet de school aan de erkenningsvoorwaarde ’bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne’? Het Stedelijk Onderwijs wil voor de organisatie van het welzijnsbeleid vooral eenheid en samenwerking creëren. Daarom heeft het beleid gekozen voor een indeling in divisies volgens de onderwijsniveaus. Sinds 1 september 2014 zijn de twee scholengemeenschappen (Noord en Zuid) gefusioneerd tot één scholengemeenschap (Stedelijk Lyceum) en ondergebracht in de divisie secundair onderwijs. Deze heeft een eigen opdracht, werking, structuur en stelt een beleidsplan op. De divisie wordt geleid door één divisiedirecteur om maximale eenheid van het beleid na te streven. De dienst Patrimonium en de interne dienst voor preventie en bescherming op het werk (IDPB) ondersteunen de divisie. Zij volgen de verslagen van de externe diensten op en geven hierbij advies. Eveneens plannen zij acties om de bewoonbaarheid en veiligheid in de scholen te verbeteren. Uit het onderzoek Bewoonbaarheid, Veiligheid en Hygiëne (BVH) blijkt dat de ondersteuning en de advisering van de interne preventiedienst aan de directies nog niet optimaal verlopen. Per vestigingsplaats is er een lokale preventiemedewerker die fungeert als contactpersoon voor de IDPB en de dienst Patrimonium.
26 29348 – so – Stedelijk Lyceum te ANTWERPEN 1 (Schooljaar 2014-2015)
De organisatie en de uitvoering van het welzijnsbeleid zijn geïntegreerd in het algemeen beleid, zowel op school- als op divisieniveau. Het centrale beleid streeft naar een transparant BVH-beleid waarbij renovatie en nieuwbouwprojecten centraal staan. Verder wordt er volop ingezet op attitudewijziging en vorming van het personeel aangaande BVH. Verschillende acties zijn in de meerjarenplanning op centraal niveau opgenomen en worden door diverse verantwoordelijken opgevolgd. Uit het onderzoek blijkt dat door het gebruik van verscheidene planningsdocumenten (Metis-square, globale preventieplannen, actieplannen …) de lokale verantwoordelijken niet altijd zicht hebben op de geplande en de reeds uitgevoerde taken door het centrale niveau. Het afgelopen jaar is sterk ingezet op de verbetering van de communicatie tussen het centrale niveau van het Autonoom Gemeentebedrijf (AGB) van het Stedelijk Onderwijs en de scholen, maar dit verloopt nog steeds niet optimaal. De school is nog onvoldoende op de hoogte van de stand van zaken van de werken gepland door de dienst Patrimonium. Het beleid maakt zich sterk dat na de operationalisering van Metis-square, de scholen een totaal beeld zullen krijgen op de beheersing van de risico’s. De inspraak van de werknemers in het welzijnsbeleid wordt voor het Stedelijk Onderwijs geregeld via het Speciaal Overleg Comité (SOC). Dit comité vergadert op regelmatige tijdstippen. Op het niveau van de school worden een globaal preventieplan (GPP) en jaarlijks actieplan (JAP) opgesteld door de lokale werkgroepen voor preventie. Nieuwbouwconcepten en grote renovaties zijn in aparte AGB/patrimoniumprojecten opgenomen. De documenten die voorgelegd worden aan het SOC, zijn meestal de acties opgesteld door de dienst Patrimonium en zijn vooral beperkt tot de investeringsdossiers voor het AGB van het Stedelijk Onderwijs. Het GPP en JAP, opgesteld op schoolniveau, worden nauwelijks aan het SOC kenbaar gemaakt. De onderwijsinspectie heeft echter wel bedenkingen bij het toekennen van de prioriteiten en de wijze waarop enkele vooropgestelde streefdata zijn bepaald. De prioriteitenbepaling is doorgaans onvoldoende gebaseerd op duidelijke criteria of risicoanalyses. De school beschikt over vier vestigingsplaatsen. op de Quellinstraat 31 bevindt zich de hoofdvestigingplaats. Verder gebruikt de school de vestigingsplaatsen op de Eikenstraat 8, de Rodestraat 16 (sporthal) en sinds 1 september 2014 ook de vestiging op de Leningstraat 26. Het verslag betreft enkel de bevindingen op de Quellinstraat 31 en de Leningstraat 26. Voor de vestigingsplaats op de Quellinstraat gaat de school op systematische wijze de bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne na. Dat blijkt uit de regelmaat waarmee ze controles uitvoert. Daardoor kent ze de tekorten en is ze waakzaam voor ongunstige veranderingen. Het huidige globaal preventieplan en het jaarlijks actieplan zijn opgebouwd op basis van intern uitgevoerde controles en de bevindingen van de externe en interne diensten. De wijze waarop de risico-inschattingen verloopt, is soms te weinig gebaseerd op duidelijke criteria. Sommige tekorten zijn op het ogenblik van de doorlichting al weggewerkt en andere zijn gepland. De uitwerking van de plannen is concreet en realistisch waardoor we kunnen aannemen dat de uitvoering zal volgen. Uit de planning blijkt dat er aandacht is voor maatregelen die in afwachting van een oplossing ten gronde, de situatie minimaal verbeteren. Uit de controles en adviezen van de bevoegde interne en externe diensten blijkt een beperkt aantal tekorten op het vlak van de bewoonbaarheid, veiligheid, gezondheid en hygiëne. De vaststellingen in deze documenten stemmen overeen met de bevindingen van de onderwijsinspectie tijdens de doorlichting. Zo zijn het wegwerken van de tekorten, vermeld in het keuringsverslag van de laagspanningsinstallatie (verslag van 24/06/2010) en het gebrek aan compartimentering door de gebrekkige staat van de branddeuren, belangrijke werkpunten. Ook het voortdurend falen van de liften en de vastgestelde inbreuken zijn belangrijke aandachtspunten. Voor de bovenvermelde punten heeft de dienst Patrimonium acties gepland om de tekorten weg te werken. Ondanks het plaatsen van zonnewering, aan de binnenzijde van de ramen, loopt bij zonnig weer de temperatuur in de klaslokalen op de bovenste verdiepingen zeer hoog op. 29348 – so – Stedelijk Lyceum te ANTWERPEN 1 (Schooljaar 2014-2015)
27
Op het vlak van gezondheid en hygiëne voldoet de vestiging in voldoende mate aan de minimale verwachtingen. Er zijn wel onvoldoende toiletten voor de meisjes, maar door de scheiding van de speeltijden leidt dit niet voor overlast voor de leerlingen. Ondanks het dagelijkse onderhoud en de recent geplaatste ventilatie is er toch geurhinder in de jongenstoiletten. Voor de vestigingsplaats Leningstraat is de overdracht van de documenten en informatie aangaande BVH tussen de vorige en de huidige school moeizaam verlopen. Recentelijk heeft de school een nieuw GPP/JAP opgesteld. Dit is gestructureerd opgebouwd op basis van intern uitgevoerde controles en de bevindingen van de externe en interne diensten. De school voorziet in voldoende middelen om de acties uit te voeren. Uit de documenten van de dienst Patrimonium blijkt dat er de voorgaande schooljaren enkele belangrijke werken zijn uitgevoerd om de infrastructuur te verbeteren. De bevoegde interne en externe diensten geven in hun verslagen aan dat er nog een beperkt aantal tekorten op het vlak van de bewoonbaarheid, veiligheid, gezondheid en hygiëne zijn. De onderwijsinspectie heeft kunnen vaststellen dat aan een groot deel van de vastgestelde tekorten al een oplossing is gegeven. Enkele opmerkingen uit het brandpreventieverslag en de toegankelijkheid voor personen met beperkte mobiliteit verdienen nog aandacht. Op het vlak van gezondheid en hygiëne voldoet de vestiging aan de minimale verwachtingen. Er is nog geen aangepast toegankelijk toilet voor mindervaliden. De school krijgt een gunstig advies voor de erkenningsvoorwaarde bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne. Omwille van de systematiek waarmee de school tekorten opspoort en wegwerkt, de realisatie van kleinere tussentijdse oplossingen en de aandacht voor proactieve acties, vertrouwt de onderwijsinspectie op het beleidsvoerend vermogen van de school om de resterende tekorten weg te werken.
3.1.3 Voldoet de school aan de overige erkenningsvoorwaarden? Het onderzoek naar het voldoen aan de geselecteerde erkenningsvoorwaarden levert het volgende op. Onderzochte erkenningsvoorwaarde Leeft de school de bepalingen na over de taalregeling in het onderwijs? (codex so, art. 15, §1, 5°) Neemt de school de reglementering betreffende verlofregeling en aanwending van de schooltijd in acht? (codex so, art. 15, §1, 7°) Heeft de school een beleidscontract of beleidsplan met een centrum voor leerlingenbegeleiding dat minstens de verplichte bepalingen vermeldt? (codex so, art. 15, §1, 9° en decreet CLB, art. 39 en 40)
28 29348 – so – Stedelijk Lyceum te ANTWERPEN 1 (Schooljaar 2014-2015)
ja ja ja
3.2
Respecteert de school de overige reglementering?
Het onderzoek naar het voldoen aan de geselecteerde reglementering levert het volgende op. Onderzochte regelgeving Is er een schoolreglement waarin de verplichte bepalingen correct zijn opgenomen? (codex so, art. 112 en 123/10) • de basisprincipes van het schoolbeleid met betrekking tot een aantal leerlinggebonden materies • de lesspreiding en de vakantie- en verlofregeling voor leerlingen • de krachtlijnen inzake extra-murosactiviteiten, leerlingenstages, werkplekleren en school- of centrumvervangende onderwijsprogramma’s • de samenwerking met andere onderwijsinstellingen, vormingsinstellingen of organisatiesvoor zover rechtstreekse impact op leerlingen • bepalingen in verband met het recht op onderwijs aan huis • de bijdrageregeling, afwijkingen en contactpersoon terzake • de inspraakmogelijkheden voor de betrokken personen in de school of centrum • de voorwaarden waaronder de betrokken leerling en de betrokken personen inzage kunnen uitoefenen in of een toelichting kunnen vragen bij of een kopie kunnen bekomen van de leerlingengegevens, waaronder de evaluatie-gegevens • de organisatie van de leerlingenevaluatie • de lokale leefregels • de eventuele beroepsmogelijkheden voor de betrokken personen ten aanzien van betwiste beslissingen buiten beslissingen in verband met definitieve uitsluiting of leerlingenevaluatie • de basisprincipes van het schoolbeleid met betrekking tot reclame en sponsoring • engagementsverklaring waarin wederzijdse afspraken worden opgenomen • bepalingen over overdraging bij schoolverandering van leerlingengegevens naar de nieuwe school
Is het schoolreglement conform het inschrijvingsrecht? (codex so, art. 110/1 tot 110/10) Informeert de school ouders en leerlingen en personeel over het centrum voor leerlingenbegeleiding waarmee ze samenwerkt? (codex so, art. 15, §1, 9° en decreet CLB, art. 33) Respecteert de voorziene verhaalmogelijkheid de reglementair voorgeschreven procedure? (codex so, art. 115/6) Respecteert de school voor secundair onderwijs de reglementaire bepalingen met betrekking tot oriëntering en evaluatie van leerlingen? (codex so, art. 254, §1, 256, §1, 1° en BVR van 19-7-2002) Verloopt het afleveren van attesten van lesbijwoning correct? (codex so, art. 115, derde alinea en 252, §2) Respecteert de school het minimumlessenrooster? (codex so, art. 148-157 en BVR van 19-7-2002)
29348 – so – Stedelijk Lyceum te ANTWERPEN 1 (Schooljaar 2014-2015)
ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja ja
29
4
BEWAAKT DE SCHOOL DE EIGEN KWALITEIT?
Het onderzoek naar de kwaliteit en de kwaliteitsbewaking van de geselecteerde procesindicatoren of procesvariabelen levert het volgende op.
4.1
Leerbegeleiding De school heeft veel aandacht en levert veel inspanningen om haar leerlingen te begeleiden in hun leerproces. Vele acties kaderen in de GOK werking waarbij preventie en remediëring van leerachterstanden en extra taalondersteuning belangrijke aandachtspunten zijn. Naast de vele klassikale en individuele leerbegeleidingsinitiatieven is er voor OKAN en ex-OKAN leerlingen een sterke trajectwerking met extra begeleidingsmogelijkheden uitgewerkt. Op het vlak van individuele remediëring en bijsturen van het pedagogisch didactisch handelen op basis van klassikale tekorten zijn er nog groeikansen. De aanzet om het rendement van de geleverde begeleidingsinspanningen na te gaan zijn verdienstelijk. Doelgerichtheid De aandacht voor brede zorg voor leerlingen spoort met de schoolvisie. Dit vertaalt zich in een sterk ontwikkeld beleid waarbij leren leren, remediëren, differentiëren en uitdagen tot de kerntaken van alle vakleraren behoren en het leerzorgteam de nodige professionele en gestructureerde en gecoördineerde ondersteuning biedt. Uit de doorlichting blijkt dat de aandacht voor leren leren, remediëren en differentiëren, ondanks een aantal uniforme afspraken nog sterk leraarafhankelijk zijn en dat dit voor sommige vakken eerder zwak is. De school slaagt erin om in een aangenaam leer- en leefklimaat te creëren. De school besteedt voldoende aandacht aan het optimaliseren van de randvoorwaarden om te kunnen studeren en het begeleiden van haar leerlingen. Een breed gamma aan initiatieven maakt duidelijk dat het schoolbeleid sterk inzet op een degelijke kennis van het Nederlands bij alle leerlingen en het bieden van specifieke zorg m.b.t. diagnose en begeleiding van risicoleerlingen. Voor OKAN is er een sterke trajectbegeleiding uitgebouwd. Voor ex-OKAN-leerlingen organiseert de school extra begeleidingsmogelijkheden. Het leerzorgteam biedt ondersteuning en begeleiding voor de klassikale en individuele leerlingbegeleiding via leren leren, afname leerstijltoetsen, coördinatie e-learning, afspraken en individuele begeleiding, ondersteuning Nederlands, Frans, huiswerkbegeleiding, begeleiding bij leerstoornissen en remedial teaching. Ondersteuning De ondersteuning is formeel uitgewerkt in de eerste graad. Om de beginsituatie te meten, wordt bij de instromende leerlingen in het eerste jaar een leerstijltoets afgenomen bij de start van het schooljaar. De vorderingen van de leerlingen met betrekking tot taal- en schrijfvaardigheid worden nauwkeurig in kaart gebracht. Op verscheidene momenten organiseert de school gestructureerd extra begeleidingsuren voor taalondersteuning en/of huiswerkbegeleiding (soms in samenwerking met hogeschool- of universiteitsstudenten) Tijdens de lesuren werkt de klassenleraar doelgericht aan diverse aspecten van leren leren en studiekeuzebegeleiding. De in het lessenrooster geïntegreerde lessen e-learning (één tot twee uur per week) die afgestemd zijn op het leren kiezen, leren leren, socio-emotionele begeleiding en competentiegericht onderwijs op maat van de leerling, maken integraal deel uit van het lessenpakket. De school wil dit nog planmatiger sturen en opvolgen. De leerzorg wordt door het ganse team gedragen en wordt ondersteund door een goed uitgewerkt leerlingvolgsysteem. Steekproefsgewijs werd vastgesteld dat de doorstroming van de informatie van de leraren naar het leerlingvolgsysteem nog voor verbetering vatbaar is.
30 29348 – so – Stedelijk Lyceum te ANTWERPEN 1 (Schooljaar 2014-2015)
De verantwoording van de interventies en de remediëringsinspanningen ontbreekt soms in het leerlingvolgsysteem. Tijdens het schooljaar kunnen de leerlingen op verscheidene momenten een beroep doen op de vakleraren (remediëring Frans voor neveninstromers, cluburen Frans en wiskunde, huiswerkbegeleiding OKAN, ondersteuning Nederlands eerste graad, academisch Nederlands derde graad). Voor leerlingen met leerstoornissen of leerlingen die extra zorg nodig hebben, worden er individuele begeleidingsmogelijkheden en/of stappenplannen uitgewerkt. Een aantal leerlingen met studiemethodeproblemen wordt ondersteund via begeleide studie-uren en individuele leerproblemen worden opgevolgd door de leerlingenbegeleider. De instroom van anderstalige leerlingen in de school verhoogt de nood aan taalgericht onderwijs. Via gerichte lessen wordt gewerkt aan de taalvaardigheid bij de leerlingen die extra taalzorg vereisen. De transfer naar een taalkrachtige leeromgeving in alle vakken is een belangrijk aandachtpunt. Doeltreffendheid De school gaat ervan uit dat het welbevinden van de leerling een belangrijke voorwaarde is om het leren leren te ondersteunen. De lage evaluatiescores in sommige vakken en klasgroepen tonen aan dat dit niet steeds het geval is. De verantwoordelijkheid voor de curatieve leerbegeleiding wordt veelal bij de leerling gelegd. Sommige vakgroepen bieden remediëringstaken aan en registreren of een leerling er al dan niet gebruik van maakt. Een structurele opvolging is voorzien. De zwakke resultaten van soms gehele klasgroepen voor bepaalde vakken geven aanleiding tot opvolging door de directie, maar ze worden nog te weinig door de leraren gebruikt om het eigen handelen in vraag te stellen. Slechte resultaten worden vaak toegeschreven aan de beperkte motivatie van de leerlingen, overladen leerplannen of aan de heterogeniteit van de klasgroep. De school beschikt over een kwaliteitszorgsysteem om (cijfermatig en via bevragingen) de noden aan en de doeltreffendheid van de leerbegeleiding (zowel preventief als curatief) na te gaan (o.a. nagaan van de resultaten en de opvolging van het rendement van de extra begeleidingsinitiatieven). Ontwikkeling Het beleid tracht via allerhande initiatieven, die kaderen in of aansluiten bij de GOK-werking, de leerbegeleiding vorm te geven, projecten te evalueren, beter te structureren en bij te sturen. Het zorgteam volgde verscheidene nascholingen die gericht zijn op de ondersteuning van leraren om in te spelen op de veranderende inputkenmerken van de leerlingen. De taakbetrokkenheid is voldoende groot om kritisch stil te staan bij de betrokken initiatieven en waar nodig bij te sturen.
29348 – so – Stedelijk Lyceum te ANTWERPEN 1 (Schooljaar 2014-2015)
31
4.2
Evaluatiepraktijk Doelgerichtheid Het beleid concretiseerde de diverse doelen van evaluatie (bezinning over het leerproces, beoordeling en oriëntering) in een duidelijke en transparante visietekst. De visie wordt gedragen door het personeel. Het beleid evalueert de evaluatiepraktijk regelmatig en stuurt bij waar nodig na overleg met de vakgroepen of het gehele schoolteam. De school neemt leefattitudes op in de evaluatie, maar de evaluatieinstrumenten worden nog regelmatig bijgestuurd. Vele vakgroepen hanteren nog geen objectief meetinstrument, waardoor de attitude-evaluatie veelal beperkt is tot de vereniging van individuele meningen van de vakleraren. De evaluatie van vakattitudes verloopt vakgroepafhankelijk, waardoor het aandeel in de totaalscore niet voor elk vak transparant is. Heel wat leraren maken weinig onderscheid tussen vak- en leefattitudes. Ondersteuning Er zijn concrete schoolbrede afspraken in verband met evaluatie, maar de implementatie wordt overgelaten aan de professionaliteit van de vakgroepen. Hierdoor ontstaan vakafhankelijke kwaliteitsverschillen. Gemeenschappelijke examens, toetsen en verbetersleutels voor parallelklassen leiden tot gelijkgerichtheid. Het gebrek aan verticale afstemming evenals de overwaardering van uitbreidingsdoelen in de toetsing resulteert (voor bepaalde vakken) in teleurstellende resultaten bij een groot deel van de leerlingen. De analyse van de evaluatiegegevens wordt niet door elke vakgroep even efficiënt gebruikt om de preventieve leerbegeleiding bij te sturen. De communicatie met de leerlingen en hun ouders over de schoolse vorderingen verloopt op een gestructureerde en transparante manier via frequente rapporten, oudercontacten en een voor ouders voortdurend raadpleegbaar elektronisch platform. Het beleid stimuleert de leraren om de rapportcijfers met degelijke commentaren te onderbouwen. De rapportcommentaren zijn veelal uitgebreid en aanmoedigend geformuleerd. De toelichtingen op het rapport zijn zowel gericht op leerattitude als op een inhoudelijke analyse van de resultaten. De school streeft ernaar de ouders zo veel mogelijk bij de evaluatie te betrekken.
32 29348 – so – Stedelijk Lyceum te ANTWERPEN 1 (Schooljaar 2014-2015)
Doeltreffendheid Het formatieve aspect van de evaluatie hangt af van de betrokken leraar. De oorzaken voor teleurstellende studieresultaten worden vaak bij de (inputkenmerken van) de leerlingen gelegd. Zelfreflectie verloopt niet bij elke vakgroep even efficiënt. De evaluatie verloopt over het algemeen traditioneel en wordt zelden in vraag gesteld. De directie maakt op vaste tijdstippen een analyse van de leerlingenresultaten. Deze analyse kan de aanleiding zijn voor een gesprek met een vakgroep of met individuele leraren. Het beleid investeert in een breed draagvlak om de evaluatiepraktijk in te bedden in een algemeen kwaliteitszorgsysteem. De rapportering over de eindresultaten is conform de regelgeving. Er is een correcte afhandeling van de processen-verbaal. De notulen van de delibererende klassenraad zijn volledig en de B- en C- attesten worden gemotiveerd. De school paste recentelijk de deliberatiecriteria aan om de leerlingenoriëntatie vlot(ter) te laten verlopen. De schoolbrede afspraken over de evaluatie van de onderzoekscompetentie in de derde graad worden veelal strikt nageleefd. De validiteit van de verkregen scores en de wijze waarop de realisatie van de eindtermen rond onderzoekscompetentie wordt gemeten, verschillen sterk van het ene poolvak tot het andere. Het aandeel van deze evaluatiegegevens in het totaalcijfer is daarom niet transparant. Duidelijke criteria voor de evaluatie van de onderzoekscompetentie ontbreken. Ontwikkeling Tijdens de voorbije jaren werd een aantal nieuwe initiatieven genomen op het vlak van de evaluatiepraktijk. De school paste de examenperiode in de eerste graad aan en de rapportering werd gefinetuned. Hoewel het beleid professionalisering stimuleert, is het aantal gevolgde nascholingen door de leraren in verband met evaluatie beperkt. De ontwikkelingsdynamiek die weliswaar duidelijk aanwezig is op schoolniveau, is in sommige vakgroepen veeleer gering.
29348 – so – Stedelijk Lyceum te ANTWERPEN 1 (Schooljaar 2014-2015)
33
5
ALGEMEEN BELEID VAN DE SCHOOL
Het onderzoek naar het algemeen beleid van de school levert volgende vaststellingen op. Besluitvorming, Kwaliteitszorg, Leiderschap, Visieontwikkeling, Zorg voor risicoleerlingen
De school maakt deel uit van de scholengemeenschap Stedelijk Lyceum. De visie is opgenomen in het masterplan voor het stedelijk onderwijs Antwerpen. Er werd een nieuw pedagogisch project uitgeschreven. Daarin staat dat om leerwinst te maximaliseren de nadruk gelegd wordt op het verwerven van competenties. Het project legt zeven accenten: taalbeleid, pedagogisch ICT beleid, socio-emotionele begeleiding, gezondheid en welzijn, preventie en remediëring, didactische werkvormen en competentiegericht leren. Voor elk van de accenten wordt een pedagogisch coördinator aangesteld op het niveau van de scholengemeenschap. Deze coördinatoren vormen samen het intern pedagogisch begeleidingsteam van het Stedelijk Lyceum. Voor elk van de accenten is er een anker op schoolniveau. De ankers vormen op hun beurt interne pedagogische begeleidingsteams in de scholen. Deze structuur wil de scholen enerzijds kansen bieden om een ‘herkenbare eenheid’ via een gezamenlijke doelgerichtheid in de praktijk om te zetten. Anderzijds biedt men de mogelijkheid om via ‘eenheid in verscheidenheid’ in elke school de eigen cultuur te bewaren. De verantwoordelijkheid voor de schoolleiding Lyceum Quellin berust bij de directeur, die is aangetreden halfweg het schooljaar 2012-2013. De directeur is de spilfiguur in deze goed functionerende school. De krachtlijnen van het beleid die bovenschools en door haar voorganger werden uitgezet, worden gevolgd, maar op basis van een schoolwerkplan en een strategisch beleidsplan krijgen de eigen accenten duidelijk vorm. Het beleid opteert ervoor om de onderwijskundige schoolprioriteiten planmatig en gefaseerd uit te voeren, op te volgen, te borgen en/of bij te sturen. Het leiderschap is menselijk, democratisch, stimulerend maar ook daadkrachtig en daadkrachtig. De teamleden ervaren de sfeer in de school als collegiaal, warm, respectvol en professioneel. Collega’s zijn bereid om elkaar op pedagogischdidactisch, maar ook op menselijk vlak bij te ondersteunen. Op basis van enerzijds kennis en expertise en anderzijds persoonlijke motivatie werden een aantal beleidstaken (leerbegeleiding, vakwerkgroepbegeleiding) toegekend aan een beperkt middenkader. Alle teamleden participeren op het vlak van schoolbeleid en besluitvorming via de lyceumraad en diverse werkgroepen gerelateerd aan de schoolspecifieke situatie. Het pedagogisch-didactisch handelen is de collectieve verantwoordelijkheid van alle teamleden en zorgt voor participatie, engagement en verantwoordelijkheid. De inhoudelijke diepgang van de vakgroepwerking stond in het verleden nog niet voldoende centraal. Recentelijk is daar verandering in gekomen. Binnen structureel voorziene kwaliteitsvolle overlegmomenten tekent het team doelgericht concrete krijtlijnen uit om een beleid te voeren gericht op de realisatie van onderwijskwaliteit. De grote vakgroepen werden opgesplitst in deelwerkgroepen en de aandacht ging dan in eerste instantie naar het gezamenlijk opstellen van leerlijnen en het werken rond de onderzoekscompetenties. De resultaten van dit werk waren evenwel tijdens de doorlichting nog te weinig zichtbaar in de leerlingendocumenten.
34 29348 – so – Stedelijk Lyceum te ANTWERPEN 1 (Schooljaar 2014-2015)
Dat de school haar kwaliteit bewaakt blijkt duidelijk uit de motiveringen die toegevoegd werden aan de talrijke B- en C-attesten en die leiden naar heroriëntering. De positieve resultaten van de OKAN-werking zijn verdienstelijk. De interne kwaliteitszorg als systeem voor het meten van effecten, reflecteren en bijsturen is beleidsmatig uitgewerkt, maar behoort nog te weinig tot de schoolcultuur. Er heerst op school een cultuur van collegialiteit en gezamenlijke doelgerichtheid. Teamleden putten inspiratie uit de ervaringen en expertise van anderen. Door kleine ingrepen slaagt de directie er in om het schoolteam beter te laten focussen op haar kerntaak en ontstaat er een aangenaam leer- en leefklimaat. Het engagement van het schoolteam is sterk. De directeur stelt zich motiverend en ondersteunend op en betrekt het team bij het nemen van belangrijke beslissingen. De vlotte contacten met het schoolbestuur, de positieve samenwerking met de pedagogische begeleidingsdienst van het OVSG en de samenwerking binnen de scholengemeenschap bieden een meerwaarde in de professionalisering en de kruisbestuiving van de verschillende deskundigheden en in kwaliteitsverbetering. In deze school communiceert men doeltreffend. Teamleden beschikken over de nodige informatiebronnen om hun opdracht naar behoren uit te voeren. Belangrijke aspecten binnen het communicatieproces worden doelbewust gestandaardiseerd en geformaliseerd. Kenmerkend is het respect en de zorg voor de mening en de eigenheid van leerlingen, ouders en collega’s. Door het voeren van een opendeurpolitiek en de organisatie van drempelverlagende acties tracht de school ouders te betrekken bij het schoolgebeuren. De nochtans participatieve initiatieven leiden nog niet steeds tot het gewenste effect. Een zwak punt is de ouderparticipatie.
29348 – so – Stedelijk Lyceum te ANTWERPEN 1 (Schooljaar 2014-2015)
35
6 6.1
STERKTES EN ZWAKTES VAN DE SCHOOL Wat doet de school goed?
Wat betreft de erkenningsvoorwaarden De realisatie van de OKAN-doelen. Wat betreft de kwaliteit/kwaliteitsbewaking van de processen De betrokkenheid en de inzet van het schoolteam. De respectvolle omgang tussen personeelsleden en leerlingen. De begeleiding van de leerlingen in een open en gestructureerd leer- en leefklimaat. De zorg voor procedures in de schoolwerking. De aandacht voor leerlingen met bijzondere noden. Wat betreft het algemeen beleid De structurele aanpak van het beleid. De aandacht voor participatie en het breed draagvlak. Het onderzoeken en opvolgen van het welbevinden van de leerlingen, het personeel en de ouders.
6.2
Wat kan de school verbeteren?
Wat betreft de erkenningsvoorwaarden Het nastreven van de vakoverschrijdende eindtermen voor alle contexten. Het competentiegericht leren in de poolvakken van de derde graad. Wat betreft de kwaliteit/kwaliteitsbewaking van de processen De inhoudelijke diepgang van de vakgroepwerking. De professionalisering. De ontwikkelingsdynamiek binnen de vakken. De afstemming van de leerlingenevaluatie op de leerplandoelstellingen en de specifieke eindtermen. Wat betreft het algemeen beleid De coördinatie en de opvolging van de leerplanrealisatie en de onderwijskundige processen. De resultaatsgerichte opvolging van het vak- en studierichtingoverleg. De implementatie van de kwaliteitszorg tot op het klasniveau. De omgang met de verantwoordingsplicht ten opzichte van alle betrokkenen.
6.3
Wat moet de school verbeteren?
Wat betreft de erkenningsvoorwaarden De leerplanrealisatie voor techniek in de eerste graad A-stroom. De leerplanrealisatie voor techniek in de B-stroom. De leerplanrealisatie voor wiskunde in de tweede graad aso in de studierichtingen Humane wetenschappen, Latijn en Wetenschappen. De leerplanrealisatie voor Frans in de tweede graad aso in de studierichtingen Humane wetenschappen, Latijn en Wetenschappen. De leerplanrealisatie voor wiskunde in de derde graad aso in de studierichtingen Latijn-wiskunde en Wetenschappen-wiskunde.
36 29348 – so – Stedelijk Lyceum te ANTWERPEN 1 (Schooljaar 2014-2015)
7
ADVIES BETREFFENDE DE ERKENNINGSVOORWAARDEN
In uitvoering van het decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 8 mei 2009 is het advies: BEPERKT GUNSTIG voor de erkenningsvoorwaarde 'voldoen aan de onderwijsdoelstellingen'
omwille van het onvoldoende realiseren van de onderwijsdoelstellingen voor Structuuronderdeel Basisvorming Specifiek gedeelte Graad 1 techniek Graad 1 A techniek Graad 1 B techniek Graad 1 Latijn techniek Graad 1 Moderne wetenschappen techniek Graad 2 Frans, wiskunde Graad 2 ASO Frans, wiskunde Graad 2 ASO Humane wetenschappen Frans, wiskunde Graad 2 ASO Latijn Frans, wiskunde Graad 2 ASO Wetenschappen Frans, wiskunde wiskunde Graad 3 wiskunde Graad 3 ASO wiskunde Graad 3 ASO Latijn-wiskunde wiskunde wiskunde Graad 3 ASO Wetenschappen-wiskunde wiskunde wiskunde Om deze tekorten op te volgen voert de onderwijsinspectie vanaf 19-09-2017 opnieuw een controle uit. GUNSTIG voor de erkenningsvoorwaarde 'bewoonbaarheid, veiligheid en hygiëne'. voor de overige erkenningsvoorwaarden.
8
OVERIGE REGELGEVING: REGELING VOOR VERVOLG
Op de gecontroleerde overige regelgeving werden door het inspectieteam geen inbreuken voor verder gevolg door de onderwijsinspectie vastgesteld.
Namens het inspectieteam
Voor kennisname namens het bestuur
Johanna COEMAN de inspecteur-verslaggever
Nathalie PEETERS de directeur
Datum van verzending aan de directie en het bestuur van de school 29348 – so – Stedelijk Lyceum te ANTWERPEN 1 (Schooljaar 2014-2015)
37