Luister naar Mensinge! Toekomstvisie op het landschap van Mensinge met haar cultuurhistorie van vele verhalen
Bekroond met Harry de Vroome Penning 2012 “Met het project is voor een groot gebied een toekomstvisie gemaakt geheel in lijn met de ideeën van Harry de Vroome. Ontwikkeling is mogelijk met behoud van de kwaliteit van het gebied”, aldus het juryrapport. Landschapsarchitect Henk van Blerck stelde in opdracht van Staatsbosbeheer een visie op voor de bossen, velden en madelanden bij havezathe Mensinge in Roden. Er was al jaren protest tegen een beheer waarin vooral abstracte natuurdoelen werden nagestreefd. Door de verhalen van huidige en vroegere inwoners en bezoekers van Roden op te sporen en deze in samenspraak met Rodenaren te vertalen naar een toekomstvisie met meerdere verhaallijnen, is er nu een gemeenschappelijk perspectief. “De rijke cultuurhistorie is sturend voor het beheer van het landschap. Het plan leest als een jongensboek, het gaat uit van het landschap en brengt de verschillende belangen van de bewoners, van de cultuurhistorie en van de landschaps- en natuurwaarden bij elkaar. Het proces is uniek en zorgvuldig. De ontwikkeling van de tijd blijft zichtbaar als een mozaïek. En Mensinge vertelt weer een verhaal.”
Ir H.J.J.C.M van Blerck De Watertoren 5 3912 AK Rhenen 0317 614735
[email protected] www.schokland.com Ir H.W. van Ziel Buro Hemmen Randwijkse Rijndijk 22 6668 LM Randwijk 0488 - 420 204 06 44600419 www.burohemmen.nl Ing G.J. Baltjes De Watertoren 5 beeld 3912 AK Rhenen 06 15022361
[email protected]
W AT E R buiten
in
2
Toekomstvisie voor de Mensingebossen: “Luister naar Mensinge!”
november 2009
Voorwoord Voor u ligt een eerste concept voor een nieuwe toekomstvisie op Mensinge, het gebied ten zuiden van de Steenberger Loop dat vroeger behoorde bij de Havezate Mensinge. Hier vinden we een rijke schakering aan bossen uit verschillende tijden en een flink heideveld, met aangrenzend het dal van het Lieverense Diep en stroompjes die daar in uitmonden. De toekomstvisie ondersteunt de intentie van de beheerder, Staatsbosbeheer, om de kwaliteit en betekenis van dit unieke gebied voor Drenthe te vergroten. Daarnaast geeft de toekomstvisie mogelijkheden aan voor een adequaat duurzaam beheer in de komende 25 jaar. Dit natuurgebied maakt een belangrijk onderdeel uit van de ecologische hoofdstructuur (EHS) en Staatsbosbeheer sluit met het beheer van deze terreinen aan op de plannen voor het versterken van de EHS. Tegelijkertijd wijst deze visie een weg waarlangs cultuur en natuur elkaar versterken. De Mensingebossen en het aangrenzend beekdal zijn immers van zowel natuurlijk als cultuurhistorisch belang. Dat biedt kansen, maar ook verplichtingen! Via het beheer van het gebied door Staatsbosbeheer zelf kunnen de natuurlijke en cultuurhistorische waarden worden gekoesterd. Als beheerder van dit gebied waakt Staatsbosbeheer er evenwel ook voor dat de kwaliteit van het gebied achteruit zal gaan door ruimtelijke ontwikkelingen in de omgeving. Tegen initiatieven die wel van Mensinge willen profiteren, maar er niets tegenover willen stellen dat de waarde van Mensinge op langere termijn veilig stelt of versterkt wordt bezwaar aangetekend. De mogelijke ontwikkeling van een grote nieuwbouwwijk ten westen van Mensinge bijvoorbeeld zal een grote recreatieve druk op de bossen tot gevolg hebben. Ook de hydrologie zal erdoor beïnvloed worden, wat grote gevolgen kan hebben voor de natuur en de cultuurhistorische waarden in het gebied. Deze visie speelt in op dergelijke ontwikkelingen voor wat betreft binnen de terreinen van Staatsbosbeheer mogelijk is. Een evenwichtige samenhangende planvorming voor de aanliggende gebieden is echter voor de toekomst van Mensinge ook van levensbelang. Staatbosbeheer heeft gebruikers, via een klankbordgroep met daarin vertegenwoordigers van ondermeer gebruikersgroep Mensinge, IVN, gemeente, provincie, scouting, vrijwilligersgroep, Huis Mensinge en bewoners Mensingeweg (8t/m 16), nauw betrokken bij de opstelling van deze visie en wil ook samen optrekken in de toekomst. Communicatie met en voorlichting aan gebruikers uit de omgeving is immers van groot belang. Staatsbosbeheer stelt zich ten doel om in dit gebied de rijke cultuurhistorie sturend te laten zijn in het beheer van het landschap. Bij het bestuderen van die historie blijkt deze een aaneenschakeling van vele verhalen te zijn. In deze toekomstvisie worden deze verhalen op ingetogen wijze ontsluierd. De luister van Mensinge zit hem namelijk in al die verschillende geschiedenissen. Het zijn verhalen uit het verleden, maar ze wortelen in hetzelfde landschap dat we tegenwoordig hier beleven. Iedere dag worden die oude verhalen opnieuw verteld. Het landschap spreekt ons aan, als we maar luisteren.
Topografische kaart uit 2006 van het gebied met ten zuiden van Roden het ‘reservaat’ dat Staatsbosbeheer namens alle Nederlanders in beheer heeft. In dat beheer zijn de natuurwaarden belangrijk, maar de cultuurhistorie van het gebied wordt in deze toekomstvisie als sturend principe genomen. Wat is die cultuurhistorie? De waaier aan beplantingen en de geometrische ingedeelde bossen doen een samenhangend ontwerp vermoeden. Maar is dat ontwerp ooit gemaakt? En op welke stijl duiden de lanen en waterpartijen dan? Is het wel een landgoed?
Toekomstvisie voor de Mensingebossen: “Luister naar Mensinge!”
november 2009
3
1 | Waarden van Mensinge Bij het opstellen van de toekomstvisie moesten we van Staatsbosbeheer antwoorden geven op een aantal vragen. Hoe bijzonder zijn de aanwezige waarden van dit gebied? Hoe is dit landschap ontstaan? Wat was, cultuurhistorisch gezien, het ‘oorspronkelijke’ ontwerp? De cultuurhistorie diende bij deze toekomstvisie leidend te zijn, maar we dienden ook rekening te houden met de ecologische waarden en te onderzoeken of herstel van de abiotische samenhang nog mogelijk is. Wat betekent dit gebied voor de recreanten uit Roden en omgeving? Komen er in de toekomst meer mensen naar het gebied en waarvoor?
Topografische kaart van rond 1900. Nog steeds is het grootste deel van het gebied woeste grond. Ten zuiden van Roden staan al wel enkele bossen aangegeven (Sterrebos en Klein Dennen). In het zuid-westen van Mensinge zijn enkele percelen met houtwallen omgeven, maar nog niet bebost. De Grote Plas ligt in zo’n omwalde ontginning. Bij de monding van de Steenbergerloop in het Lieverense Diep is midden tussen de groene madelanden een stuk met heide en ronde weitjes te zien.
4
Toekomstvisie voor de Mensingebossen: “Luister naar Mensinge!”
november 2009
Het oorspronkelijk ontwerp bestaat niet Als je een recente topografische kaart van het gebied bekijkt, krijg je de indruk dat al die geometrische patronen deel uitmaken van één ontwerp dat vanuit de havezate over het gebied is gelegd. Dat blijkt niet zo te zijn als je oudere kaarten er bij pakt en aan de hand daarvan de geschiedenis tijdlaag voor tijdlaag ‘afpelt’. Zoals vrijwel alle landschappen is ook dit landschap het resultaat van een veelheid aan ontwikkelingen in verschillende periodes in de geschiedenis. Na onze verkenning van de cultuurhistorie van het gebied presenteerden we dan ook niet één, maar twaalf verhalen uit de cultuurhistorie van Mensinge. En later bleken er nog meer verhalen te zijn. Niet één cultuurhistorie Het eerste verhaal gaat over de huidige betekenis van het gebied voor de wandelaars uit Roden, het tweede over de natuurvorsers die ook tegenwoordig nog veel bijzonders in het gebied ontdekken. We kwamen ook bij het verhaal van de ruilverkaveling die ertoe heeft geleid dat in het gebied nog steeds de hogere gronden met bos en heide een natuurlijke eenheid vormen met het lagere beekdal. Wel vele geschiedenissen Vanaf het begin van de negentiende tot ver in de twintigste eeuw leefden er leden van de notabele familie Kymmell in het huis Mensinge, die er in fasen voor zorgden dat de bossen werden aangelegd. Hoe hun rol bij de aanleg van de Oude Vaart is geweest is nog onduidelijk, maar ze hebben vanuit hun positie als notabele in het dorp zeker grote invloed gehad op de wijze waarop de gemeenschappelijke markegronden met heide en veen over verschillende eigenaren verdeeld werden en op de ontginning ervan. Vóór de Kymmells waren er de ridders van Van Ewsum die in de late middeleeuwen hier probeerden te heersen. Ze brachten nieuwe landbouwtechnieken naar het gebied en wilden zelfs de rechtspraak naar zich toe trekken. De boermarke liet zich echter al die tijd niet uit het veld slaan en hield vast aan hun eeuwenoude esdorpencultuur en marke-organisatie. Onze verhalen gingen nog verder terug, veel verder nog dan de ridder Menso de Rode in de elfde eeuw, die vanuit een waterburcht het verkeer over het Lieverense Diep controleerde voor de Bisschop van Utrecht. We gingen zelfs verder terug dan de bouwers van de grafheuvel aan het Lieverense Diep. Tot in de ijstijden. Dat verhaal van gletsjers, smeltwaterstromen en eeuwenlange stormen die enorme hoeveelheden klei en zand naar dit gebied brachten is voor dit gebied namelijk uitermate belangrijk. Hier, op deze plek, vind je een combinatie van geomorfologische fenomenen die bijna nergens in Nederland op deze schaal voorkomen. Zoals veel potklei, keileem, een ingeschuurd beekdal en een reeks pingo-ruïnes.
Topografische kaart van rond 1840 van het gebied met ten zuiden van Roden. Enkele dorpskernen vallen op en in groen zijn de beekdalen aangegeven. Het grootste deel van het gebied is echter nog onontgonnen en bestaat uit lichtpaars/beige gekleurde woeste gronden met veen en heide. Soms zijn hier ook blauwe vlekken die aangeven dat het veld zeer nat was. Ten zuiden van Roden zien we alleen het Sterrrenbos en De Dennen. En de Oude Vaart ligt eenzaam in de weidsheid van het veld, net als de tochten die het begin van Nieuw-Roden vormden. Heel dun staat ook de Steenbergerloop ten oosten van Steenbergen en Roderesch ingetekend, bijna tot het begin van de Oude Vaart. De ontginning van de hoogvenen en heidevelden op de woeste gronden is dus kort daarvoor begonnen. Veel later dan de meeste andere delen van Drenthe.
Toekomstvisie voor de Mensingebossen: “Luister naar Mensinge!”
november 2009
5
Geschiedenissen vormen samen landschapsanalyse Met ieder verhaal gingen we verder terug in de geschiedenis. Steeds beschreven we wat er in het huidige landschap nog terug te vinden is van die fasen uit de historisch ontwikkeling. Soms waren geschreven bronnen te vinden, maar veel vaker moesten we verschillende teksten combineren met allerlei historische kaarten. Daarbij speculeerden we soms, maar altijd op basis van een degelijke analyse van het landschap. De verhalen zijn steeds gebaseerd op de geomorfologie, de bodem, de ecologie en de waterhuishouding van het gebied. Op die manier bieden de reeks verhalen een flinke uitbreiding van de beschrijving van de cultuurhistorie van het gebied. Via cultuurhistorie ook aandacht voor andere waarden Verheugend is dat de verhalen in verschillende delen van het gebied nog in het terrein herkenbaar zijn, of afleesbaar te maken. Zo ontstond het idee om in de toekomstvisie per deelgebied een ander verhaal te vertellen. Op deze manier kan niet alleen aan de cultuurhistorische waarden recht worden gedaan. Ieder deelgebied heeft een eigen verhaal waarin ook andere waarden tot uiting komen. Omdat de verhalen van de cultuurhistorie ook gebaseerd zijn op de geomorfologie, de bodem, de waterhuishouding, de ecologie en de beleving en het gebruik van mensen in deze tijd kunnen ook natuur-, landschaps- en recreatieve waarden via die cultuurhistorie in de toekomstvisie verwerkt worden. Houtwallen Een goed voorbeeld hiervan is te vinden in de manier waarop in het gebied met de houtwallenpatronen omgegaan kan worden. Deze houtwallen blijken door de eeuwen heen steeds weer aangelegd te zijn. Ze dienden als veiligstelling van de kavels die men in het beekdal of op de velden ontgon. Afhankelijk van het verhaal dat afleesbaar gemaakt wordt kan voor een verschillend beheer van die wallen gekozen worden. Soms staat daarbij de natuurwaarde voorop en soms de landschapswaarde. Een andere keer kan zo’n wal een rol spelen in de recreatie. Bossen Als gevolg van zijn lange geschiedenis is in het gebied een rijke variatie aan bostypen te vinden. Van de andere kant moet daar bij aangetekend worden dat grote delen van de bossen niet zo oud zijn en dat ze altijd als ontginningsbossen zijn beheerd gericht op houtproductie.
N.B. Educatieve waarden zijn moeilijk in deze waardering tot uiting te brengen. Eigenlijk zijn met name de natuur- en landschapswaarden zonder uitzondering als educatieve waarden aan te merken, omdat mensen daarin “onderwezen” kunnen worden. Educatie is zo beschouwd meer een doelstelling dan een waarde. Die doelstelling zouden we kunnen opnemen in de visie, waarbij we wellicht nog nadrukkelijker aandacht kunnen besteden aan de beleefbaarheid van de verschillende waarden.
6
Waarden Mensinge Waarden Mensinge natuurwaarden natuurwaarden
samenhang havezate Mensinge lanenpatroon Starrebos (incl. westelijk deel) vijvers (landschapsstijl) oude eikenlanen (noord-zuid) Vaart houtwallenstructuren es dobbes visueel landschappelijke waarden uitzichtpunten beekdal dikke boom grote ven/kleine ven heide Moltmakersstuk Kassa Cassandra Scarpa
Waarden Mensinge
belang internationaal/ belang internationaal/ nationaal/regionaal/lokaal nationaal/regionaal/lokaal
Kassa
Cassandra
Scarpa
natuurwaarden recreatieve waarden
regionaal regionaal lokaal lokaal lokaal regionaal/nationaal lokaal lokaal/regionaal regionaal/nationaal regionaal lokaal lokaal belang internationaal/ nationaal/regionaal/lokaal
landschapsecologie landschapsecologie landschapsecologie wandelen en natuurbeleving samenhang beekdalen en ++ hogere gronden nationaal samenhang beekdalen en hogere gronden nationaal ++ oo samenhang beekdalen en hogere gronden nationaal ++ omgeving Mensinge regionaal kerngebieden en verbindingszones nationaal/regionaal kerngebieden en verbindingszones nationaal/regionaal + kerngebieden en verbindingszones nationaal/regionaal + e Kassa Cassandra Starrebos (incl.- westelijkScarpa deel) regionaal belang internationaal/ vegetatie en flora vegetatie enflora flora vegetatie en Centrale bosgebied (Klein Dennen) lokaal/regionaal natuurwaarden nationaal/regionaal/lokaal beekdalgraslanden nationaal beekdalgraslanden nationaal beekdalgraslanden nationaal ++ oo oo Oudevaartsbos lokaal landschapsecologie rijkere bosvegetaties regionaal rijkere bosvegetaties regionaal rijkere bosvegetaties regionaal ++ oo oo Moltmakersstuk lokaal samenhang beekdalen en hogere gronden nationaal + o ++ arme bosvegetaties regionaal o o arme regionaal arme bosvegetaties regionaal o bosvegetaties o Alteveerse bossen lokaal kerngebieden en verbindingszones nationaal/regionaal + broekbosvegetaties regionaal o o o broekbosvegetaties regionaal broekbosvegetaties regionaal o o o andere recreatievormen heidevegetaties met heischrale graslandaspecten regionaal o vegetatie en flora heidevegetaties heidevegetaties met heischrale graslandaspecten regionaal - met heischrale o graslandaspecten regionaal hoogveen- en venvegetaties lokaal/regionaal paardrijden lokaal beekdalgraslanden nationaal +-ooo hoogveenen ovenvegetaties lokaal/regionaal hoogveenen venvegetaties lokaal/regionaal -paddenstoelen en overige flora regionaal? o blokgooien lokaal rijkere bosvegetaties regionaal +o-en overige flora oo paddenstoelen regionaal? paddenstoelen en overige flora regionaal? fauna scouting lokaal arme bosvegetaties regionaal o o fauna fauna landzoogdieren regionaal picknicken lokaal broekbosvegetaties regionaal ooo landzoogdieren regionaal landzoogdieren regionaal vleermuizen regionaal + + + fietsen lokaal heidevegetaties met heischrale graslandaspecten regionaal o vleermuizen regionaal vleermuizen regionaal ++ +++ broedvogels regionaal spelen (voor kinderen) hoogveenen venvegetaties lokaal/regionaal o niet-broedvogels lokaal broedvogels regionaal broedvogels regionaal +-+bezoekerscentrum paddenstoelen en overige flora regionaal? -o --o o-o reptielen, amfibieën en vissen regionaal niet-broedvogels lokaal niet-broedvogels lokaal uitkijktoren fauna entomofauna lokaal/regionaal reptielen, amfibieën en vissen regionaal reptielen, amfibieën en vissen regionaal o+ oo o+ andere attractiepunten landzoogdieren regionaal -+ -o entomofauna lokaal/regionaal entomofauna lokaal/regionaal + vleermuizen regionaal + + + landschapswaarden broedvogels regionaal + + aardkunde landschapswaarden landschapswaarden vrij meanderende beek nationaal/regionaal niet-broedvogels lokaal -+ -o -+ aardkunde aardkunde voorkomen potklei en vissen nationaal reptielen, amfibieën regionaal o+ oo o+ vrij+- meanderende nationaal/regionaal vrij meanderende beek nationaal/regionaal o beek + pingoruïnes nationaal entomofauna lokaal/regionaal + oo ++ voorkomen potklei nationaal voorkomen potklei nationaal +o oo ++ Kassa Cassandra Scarpa fossiele beekmeanders regionaal belang internationaal/ pingoruïnes nationaal pingoruïnes nationaal -+ oo ++ stroeten nationaal/regionaal natuurwaarden nationaal/regionaal/lokaal landschapswaarden es lokaal fossiele beekmeanders regionaal fossiele beekmeanders regionaal o+ o++ landschapsecologie aardkunde archeologie stroeten nationaal/regionaal stroeten nationaal/regionaal + o + samenhang beekdalen nationaal ++ oo ++ vrij meanderende beek en hogere gronden nationaal/regionaal +++ grafheuvel lokaal/regionaal o o es lokaal es lokaal + kerngebieden en verbindingszones nationaal/regionaal -+ -o +++ voorkomen potklei nationaal + o overig onbekend lokaal archeologie archeologie vegetatie en flora historische geografie en landschapskunst pingoruïnes nationaal o + grafheuvel lokaal/regionaal grafheuvel lokaal/regionaal beekdalgraslanden nationaal +ooo oooo o++o oude lijnen: Mensingeweg, Roderweg regionaal fossiele beekmeanders regionaal overig onbekend lokaal overig onbekend lokaal + o + rijkere bosvegetaties regionaal ++ooo o+o samenhang havezate Mensinge regionaal stroeten nationaal/regionaal historische geografie en o landschapskunst historische geografie en landschapskunst arme bosvegetaties regionaal o lanenpatroon Starrebos (incl. westelijk deel) regionaal o ++ es lokaal +o lijnen: Mensingeweg, -o + oude Roderweg regionaal oude lijnen: Mensingeweg, Roderweg regionaal o vijvers (landschapsstijl) lokaal o o + broekbosvegetaties regionaal o o o archeologie samenhang havezate Mensinge regionaal samenhang havezate Mensinge regionaal o o oude eikenlanen (noord-zuid) lokaal + o + heidevegetaties met heischrale graslandaspecten regionaal o+ grafheuvel lokaal/regionaal o o lanenpatroon Starrebos (incl. westelijk deel) regionaal lanenpatroon Starrebos (incl. westelijk deel) regionaal o ++ Vaart lokaal + o + hoogveenen venvegetaties lokaal/regionaal o+ overig onbekend lokaal + o houtwallenstructuren regionaal/nationaal ++ vijvers (landschapsstijl) lokaal vijvers (landschapsstijl) lokaal o o + paddenstoelen en overige regionaal? o historische geografie en flora landschapskunst es lokaal - eikenlanen - (noord-zuid) + oude lokaal oude eikenlanen (noord-zuid) lokaal + o + fauna oude lijnen: Mensingeweg, Roderweg regionaal o+ooo o++ dobbes lokaal/regionaal Vaart lokaal Vaart lokaal landzoogdieren regionaal -samenhang havezate Mensinge regionaal o o visueel landschappelijke waarden houtwallenstructuren regionaal/nationaal houtwallenstructuren regionaal/nationaal ++ vleermuizen regionaal +++ +oo ++ uitzichtpunten Starrebos beekdal regionaal/nationaal e lanenpatroon (incl. westelijk deel) regionaal -++ es lokaal es lokaal + broedvogels regionaal +oo --o + dikke boom regionaal vijvers (landschapsstijl) lokaal o ++o dobbes lokaal/regionaal dobbes lokaal/regionaal o niet-broedvogels lokaal grote eikenlanen ven/kleine ven lokaal oude (noord-zuid) lokaal ++ oo +o visueel landschappelijke visueel landschappelijke waarden reptielen, amfibieën en vissen regionaal o+ oo o+waarden Vaart lokaal uitzichtpunten beekdal regionaal/nationaal uitzichtpunten beekdal regionaal/nationaal ++ entomofauna lokaal/regionaal +oo ++ houtwallenstructuren regionaal/nationaal ++ dikke regionaal dikke boom regionaal o boom -o o es lokaal -+ ven/kleine -o ven +o grote lokaal grote ven/kleine ven lokaal landschapswaarden dobbes lokaal/regionaal -+ Moltmakersstuk oo ++ heide lokaal heide Moltmakersstuk lokaal aardkunde visueel landschappelijke waarden vrij meanderende beek nationaal/regionaal + o + “versleten”. Zo dreigen ze te verdwijnen, Veel ++ van de houtwallen zijn erg uitzichtpunten beekdal regionaal/nationaal recreatieveowaarden + recreatieve waarden voorkomen nationaal terwijl+o ze juist kenmerkend zijn dikke boompotklei regionaal o voor de geschiedenissen van Mensinge. wandelen en onatuurbeleving wandelen en natuurbeleving pingoruïnes nationaal +o grote ven/kleine ven lokaal + omgeving Mensinge regionaal omgeving Mensinge regionaal fossiele beekmeanders regionaal o+oo ++ heide Moltmakersstuk lokaal Starrebos (incl. westelijk deel) regionaal Starrebos (incl. westelijk deel) regionaal o ++ stroeten nationaal/regionaal + o + Centrale bosgebied (Klein Dennen) lokaal/regionaal Centrale bosgebied (Klein Dennen) lokaal/regionaal + o es lokaal + +o recreatieve waarden Oudevaartsbos lokaal Oudevaartsbos lokaal archeologie wandelen en natuurbeleving Moltmakersstuk lokaal Moltmakersstuk lokaal + o + grafheuvel ooo ++ Toekomstvisie voor de Mensingebossen: “Luisterlokaal/regionaal naar Mensinge!” november 2009 omgeving Mensinge regionaal Alteveerse bossen lokaal Alteveerse bossen lokaal + + + overig onbekend lokaal +oo + Starrebos (incl. westelijk deel) regionaal ++ andere recreatievormen andere recreatievormen historische geografie en landschapskunst Centrale bosgebied (Klein Dennen) lokaal/regionaal + o o paardrijden lokaal paardrijden lokaal oude lijnen: Mensingeweg, Roderweg regionaal o-+ o-o o-o Oudevaartsbos lokaal blokgooien lokaal
Waarden Mensinge
Waarden Mensinge
o + + ++ o + + Kassa
+ + + + + o + o + o + + + + ++ + ++ ++ o ++ +
+ + o + + o + o o + + ++ o + +
+ + + + o
C
2 | Geschiedenissen van Mensinge Steeds verder tijdlagen afpellend kwamen de verhalen naar boven. De reeks verhalen van de cultuurhistorie van het landschap leveren ieder mogelijke ingrediënten voor een toekomstvisie. Deze zijn in de tekst cursief aangegeven. • Wandelingen van de Rodenaars De mensen van de gebruikersgroep leidden ons rond en vertelden: “in het hele bos vind je plekken om bij stil te staan, de zon, de wind en de regen te voelen en te bedenken: waar komt dit vandaan?” • Het verhaal van de boswachters De mensen van Staatsbosbeheer hebben veel kennis en weten dat je de natuur niet altijd helpt door het gebied aan zijn lot over te laten. Beheer is nodig en daarvoor moeten we keuzes maken, doelen stellen. Ze maken onderscheid in verschillende delen van het bos, diverse soorten lanen en percelen met een eigen water-(toe)stand. • De flora van de natuurvorser Met hun kennis van soorten en ecosystemen kunnen de ecologen ons wijzen op speciale situaties in bodem en waterhuishouding. Die leveren in dit gebied een bijzondere variatie op in de natuur van madelanden, heideveld, bossen en plassen, Mensinge heeft wel 9 soorten vleermuizen ! • De visie van De Vroome Dat het Lieverense Diep nog vrij meanderend door haar dal loopt is niet vanzelfsprekend. In de ruilverkaveling Peizermade, in het begin van de zestiger jaren, is dit veilig gesteld door het als “te sparen terrein van natuurwetenschappelijke betekenis” in het landschapsplan op te nemen. Niet alleen de meanderende beekloop, maar ook de eenheid van het dal en de overgangen naar de essen en velden erlangs waren in de visie van De Vroome c.s. belangrijk. “Ecologie is de zorg voor speciale situaties, waar werelden elkaar ontmoeten, kijken wat er in de omgeving groeit, hoe het historisch gegroeid is en dat vertalen in de praktijk”; • Jonker en Joffer Christina, nazaat van de invloedrijke familie Kymmell die eeuwenlang op Mensinge woonde, werd in het dorp de freule of de joffer genoemd. Het was een dame die hier lang eenzaam woonde, af en toe kwam kijken of het werk op het land goed gebeurde, of om als echte notabele de ijsbaan te openen. Bekend is dat ze van duiven en paarden hield en dat ze een stuk van haar land beschikbaar stelde voor het concours hippique. “De jonker”, haar broer, overleed op jonge leeftijd. Hij was zeer tegen de zin van zijn vader kunstschilder geworden en maakte hier - niet om ze te verkopen, maar gewoon voor zichzelf - vele schilderijen van plekken in de omgeving. De jonker en de joffer hielden niet van dikdoenerij. Ze genoten van het mooie, het echte, het eenvoudige, het licht en de dieren.
Toekomstvisie voor de Mensingebossen: “Luister naar Mensinge!”
november 2009
7
SAGE VAN MENSO DE RODE PINGO’S, POTKLEI, DEKZAND EN KEILEEM
DE MYTHE VAN EEN ESDORP
RIDDER EN HERENBOER HEREN VAN STAND EIGENDOM EN ONDERNEMING
1810
1822
1840
DE VISIE VAN DE VROOME
1900
1850
1926
LANEN EN BEHEER WANDELINGEN VAN DE RODENAARS
BUITEN EN BOSBAAS JONKER EN JOFFER
8
FLORA VAN DE NATUURVORSER
Toekomstvisie voor de Mensingebossen: “Luister naar Mensinge!”
november 2009
1940
• Buiten en Bosbaas De broers Jan en Pieter waren door een lucratief huwelijk van hun vader Jan Kymmell al bemiddeld toen ze in 1878 Mensinge van hun oom erfden. Zij beschouwden het als hun buiten, hun zomerverblijf. Door bos te planten treedt Jan in de voetsporen van zijn opa en naamgenoot. In de bijna 50 jaar dat Jan de zomers op Mensinge verblijft (van 1878 tot 1925) is een groot deel van de bossen van Mensinge aangeplant. Hij zag het als een houtvesterij die functioneel en zakelijk opgezet diende te worden. Zijn ‘bosbaas’ is daar na Jan’s dood mee voortgegaan, wellicht volgens Jan’s plan. De belangrijkste nieuwe paden kregen een eikenlaanbeplanting. • Eigendom en onderneming Waren Jan en Pieter ook degene die de gronden waarop nu de bossen staan hebben verworven? Of hebben hun ooms Berend en Coenraad Wolter dat al in de loop van de 19e eeuw gedaan? Dat was de tijd waarin de markegenoten hun gemeenschappelijk gebruikte gronden opdeelden en verkochten. Uit de gegevens van 1832 blijkt dat de markegenoten van Roden toen nog het grootste deel van de woeste gronden in eigendom hebben. Enkele delen zijn al wel verdeeld, zoals in de ontginningen waar Nieuw-Roden uit zou ontstaan. Het zuidelijke en oostelijke deel van het huidige Mensinge waren echter nog grotendeels van de markegenoten. De Kymmells waren in de 19e eeuw betrokken bij allerlei ondernemingen en transacties, ook bij veenontginningscompagniën. Was de aanleg van de Oude Vaart halverwege de 19e eeuw onderdeel van zo’n plan? Het ten noorden van Roden gelegen kanaal, de Rodervaart, is pas meer dan een halve eeuw later gerealiseerd. Het is aannemelijk dat aan beide kanten van het kanaal op Mensinge hoogveen heeft gelegen. De Grote en Kleine Plas zijn waarschijnlijk ontstaan door de veenafgraving. Was de hoeveelheid turf die daar gestoken kon worden bedrijfseconomisch gezien groot genoeg geweest om er een kanaal naar het Diepje voor te graven? Werd er ook gerekend op vervoer van turf vanaf de Steenberger Loop? Was het een onderneming van de markegenoten of alleen van de Kymmells? • Heren van stand Aan het eind van de 18e eeuw kopen Coenraad Wolter Ellents en zijn vrouw Gesina Mensinge en geven het nieuwe allure en status. De liefde tussen de twee komt tot uiting in een gedicht dat hij voor haar maakte. Coenraad is een soort commissaris van de koningin in Drenthe en hij neemt deel in tal van grote ondernemingen. Gesina en Coenraad nemen de zorg op zich voor de zoons van de overleden zus van Gesina. De oudste daarvan is Jan Kymmell. Ook hij ontwikkelt zich tot diplomaat en wordt o.a. twee maal schulte van Roden. Hij is ook ondernemer en neemt na het overlijden van Coenraad het beheer van Mensinge op zich. In deze tijd worden de oudste bossen van Mensinge geplant met lanen en Sterrebos. De secretaris en de schulte gebruiken hun inzicht, invloed en kapitaal. Ze investeren verstandig in onroerend goed. Bosbouw is een goede onderneming voor heren van stand. Toekomstvisie voor de Mensingebossen: “Luister naar Mensinge!”
november 2009
9
• Ridders en herenboeren Vóór de grootschalige ontginningen in de 19e eeuw zag het landschap er totaal anders uit. Het land werd heel anders gebruikt. Door na te denken over het hoe en waar van de verschillende vormen van grondgebruik op en rond Mensinge komen weer andere verhalen op. Bewoners van Mensinge zoals de ommelandse adelijke familie Van Ewsum, hebben rond Mensinge land in cultuur gebracht en land afgegraven. Turfstekerij en het tichelen van de potklei kan belangrijk zijn geweest op Mensinge. Verschillende heren van Mensinge haalden inkomsten uit een dakpanbakkerij. En wat dacht u van de teelt van boekweit en hop? Volgens de literatuur zijn er eeuwenlang tot halverwege de 19e eeuw tienduizenden hopveldjes geweest in en om Roden, Peize en Eelde! Die hopveldjes waren zo’n 900 vierkante meter groot en hadden allemaal een eigen omranding met houtwallen of een haag. Is dat een verklaring voor die waaier van kleine perceeltjes rond het Sterrebos? Johan van Ewsum mocht geen rechtspraak uitoefenen van de markegenoten in het Noordenveld. Hier was een belangenstrijd tusen de esdorpencultuur die de woeste gronden nodig hadden in het potstalsysteem en de adel van buiten die de woeste gronden wil exploiteren.
• De sage van Menso de Rode Op de kaart van halverwege de negentiende eeuw is het gebied rond Roden nog grotendeels als woeste grond aangegeven. En dat was niet alleen de heide die bij het verhaal van esdorpen hoort en die je op het Moltmakerstuk nog achter de bossen om de es van Roden kunt herkennen. Die woeste gronden bestonden op en om het keileemplateau ook uit hoogveen. Op de inventarisatie van Staatsbosbeheer van 1943 staat zelfs toen nog op vele plekken hoogveen aangegeven. In die tijd lag het veen waarschijnlijk als een natte spons over het hele grotendeels ondoordringbare landschap. Komt dan ook het beeld naar voren van het landschap uit de tijd van Menso de Rode? Door de ligging aan het Lieverens Diep, één van de weinige waterwegen op de overgang van het plateau naar het laagveengebied, kon Menso op deze plek vanuit een ‘waterburcht’ het verkeer in het gebied controleren. Drenthe hoorde vanouds toe aan de bisschop van Utrecht en Groningen niet. Het is niet voor niets dat juist bij de dorpen in deze overgangszone havezaten zijn gevestigd als vervolg op die waterburchten. • Relicten uit de prehistorie Op de rand van het dal bij Klein Dennen ligt een grafheuvel, die is opgeworpen door mensen die hier al in de prehistorie leefden.
• De mythe van een esdorp Roden, Peize en Eelde worden vaak tot de Drentse esdorpen gerekend. Door hun ligging op de noordelijke rand van het Drents-Friese keileemplateau op de overgang naar het Groningse laagveengebied hebben zij zich echter vaak afwijkend ontwikkeld. Je kunt je zelfs afvragen of het wel echte esdorpen zijn. Het zijn net zo goed randveenontginningsdorpen. De es van Roden ligt 2 kilometer van het dorp. Dat is uitzonderlijk, want de meeste esdorpen liggen aan één kant tegen hun es met akkers aan en aan de andere kant tegen het beekdal met de weidegronden. Was het hoogveen dat hier vroeger in een groot deel van het gebied lag er de oorzaak van dat de meest noordelijke esdorpen zich afwijkend hebben ontwikkeld? Maakte dat veen de ontwikkeling van een echt esdorp lange tijd onmogelijk? En waren de burchten aan de waterwegen tussen Drenthe en de ommelanden van Groningen de belangrijkste motor voor de ontwikkeling van het dorp? In de vijftiende, zestiende, zeventiende en achttiende eeuw was er een zeer gemengd grondgebruik dat met de hofstede van de Van Ewsums gericht was op handel en productie voor een zeer groot afzetgebied.
10
Toekomstvisie voor de Mensingebossen: “Luister naar Mensinge!”
november 2009
• Pingo’s, potklei, dekzand en keileem De basis voor het landschap hier is in de laatste ijstijden gelegd. Toen is hier op grote schaal potklei afgezet die hier dagzoomt (aan de oppervlakte komt), wat bijzonder is. Ook vind je hier net als in andere delen van Drenthe keileem, dekzanden en pingo-ruïnes. De nog niet zo lang beschikbare algemene hoogtekaart van Nederland die met satelietbeelden is gemaakt leverde allerlei nieuwe detailinformatie op over het landschap van deze omgeving. Er kwam bijvoorbeeld uit naar voren dat er nog veel meer pingoruïnes in dit gebied te vinden zijn dan tot nog toe werd aangenomen. Pingo’s zijn ontstaan in de ijstijden. In de laatste ijstijd kwam het landijs niet tot in Drenthe. De grond was wel permanent bevroren en terwijl over het land de wind waaide en het losliggend zand in paraboolduinen over de keileem en potklei-afzettingen joeg, klonterde onder de grond het water samen in ijslenzen. Een ijslens werd steeds groter omdat al het water uit de omgeving aangezogen werd. Zo’n ijslens werd zelfs een bult in dit poolsteppelandschap. Dat wordt een pingo genoemd. Na de ijstijd smolten die pingo’s. De grond op de ijslens schoof eraf en vormde een ring eromheen. De bult veranderde in een deuk in het landschap. Omdat de bodem van zo’n pingo-ruïne uit ondoorlatende keileem bestond bleef het water er in staan. Deze pingoruïnes waren de beginpunten van de groei van hoogveen.
Toekomstvisie voor de Mensingebossen: “Luister naar Mensinge!”
november 2009
11
3 | Op weg naar een verbrede visie op van Mensinge Bij bespreking van de 12 verhalen van de cultuurhistorie met de klankbordgroep bleek dat men enthousiast was over het overzicht die de reeks aan verhalen biedt. Hiermee is een verbreding van de visie op het gebied mogelijk ten opzichte van de vorige. Die was vooral gericht op het realiseren of behouden van bepaalde typen natuur. Door de reeks verhalen zag men nieuwe verbanden en werden allerlei ideeën voor toekomstige inrichting besproken. Soms waren deze een bevestiging van het bestaande beleid, soms werd duidelijk dat daarvoor duidelijke keuzes tussen bepaalde manieren van beheer gemaakt zouden moeten worden. Wat kunnen we willen? Daarbij kwam steeds de huiver voor te grote ingrepen in het gebied terug. Van de andere kant begreep men best dat het gebied ook niet aan zijn lot kon worden overgelaten. Om de discussie over welke ingrepen wenselijk zijn en welke niet en welke gevolgen het kiezen voor een bepaalde inrichting zouden zijn, is een schetsmatige scenariostudie gedaan. De drie scenario’s zijn alle realistisch, niet in de zin dat ze concreet “doorgerekend” of op de vierkante meter exact zijn, maar wel zo dat ze een vertaling zijn van (sluimerende) visies die reeds onder betrokkenen leven. Na bestudering van de 12 histories van Mensinge blijken deze visies eeuwenoude wortels te hebben: tot aan de strijd tussen Jan van Ewsum en de boerenstand, of zelfs tot aan Menso!
3.2 broekbossen op zure venen 3.4. loofbossen op lemig zandgronden 3.10. broekbos van laagveen 5.2. hoogveen 5.3. hoogveenven 5.4. natte heide 6.3. droge heide 6.5. heide met struweel 7.1. jong verlanding 8.2. natte schraallanden 9.2. kamgrasweiden en zilverschoongrasland 9.6. overig bloemrijke graslanden 10.1.vochtig schraalgras 13.6 multifunctioneel bos 18.1. houtwallen en singels 20.9. houtwallen en singels
Subdoeltypen die Staatsbosbeheer volgens de oude visie nastreeft in het beheer van het gebied. Wat opvalt is dat het houtwallenpatroon er slechts ten dele opstaat en dat de verschillende fasen in de ontginning in het beheer niet altijd als eenheid worden behandeld.
12
Toekomstvisie voor de Mensingebossen: “Luister naar Mensinge!”
november 2009
Ontwikkelen of behouden? Door de eeuwen heen kenmerkt deze streek zich door een strijd om de zeggenschap over de toekomst van het landschap tussen de landadel en de boeren verenigd in de marke. Soms won de landadel, soms de marke. Meestal bleef het echter bij een patstelling waardoor beider visie niet echt werd gerealiseerd. Eerst was daar Menso de Rode, later de familie Van Ewsum, toen Coenraad Ellents en de Kymmells. Zij wilden het land hun wil opleggen, het ontginnen, gebruiken, te gelde maken, desnoods door het land af te graven, hun macht laten gelden en uitbeelden. Soms met heuse lanenstelsels. Al die tijd woonden daar ook de gewone mensen, de boeren en ambachtslieden. Zij hadden er belang bij dat het land over de generaties heen vruchtbaar, bruikbaar, bebouwbaar bleef. Met name bij het hoogveen en de heide bleek het grote verschil in belangen tussen de twee. Deze woeste gronden waren essentieel voor de boeren en hun potstalsysteem en turfsteken voor eigen gebruik. Zij bleven zich tot halverwege de 19e eeuw met hand en tand verzetten tegen de ontginning ervan. Toen Staatsbosbeheer de bossen in beheer kreeg waren die weer - tegen wil en dank - van die lui van buiten die wel even kwamen vertellen hoe er met het bos omgegaan moest worden. Dat hebben ze geweten! De Rodenaren kwamen in opstand. En weer leidde dit tot een patstelling.
Drie scenarioschetsen: Kassa, Cassandra en Scarpa In deze verkenning worden voortbouwend op bovenstaande karakteristiek drie toekomstscenario’s geschetst. De eerste twee bouwen voort op de aloude controverse en de derde probeert een uitweg daarvoor te bieden. Alle drie zijn het reacties op de nu nog geldende visie op het gebied.
Van Daele: Kassa (v.(m.) [
• Kassa: een nieuwe landadel neemt de leiding met een ombouw van de bestaande visie tot ondernemingsplan; • Cassandra: waarschuwt voor de negatieve effecten van de visie van Kassa en staat voor voortzetting van de terughoudende en behoudende voortzetting van beleid op basis van de oude visie; • Scarpa laat zien hoe nieuwe markegenoten samen kunnen werken met een gemeenschappelijke visie die voortbouwt op de historie, maar ook op de kansen die Kassa signaleert.
In de discussie binnen de natuurbeschermingsbeweging in de tweede helft van de vorige eeuw stond de rol van Cassandra voor diegenen die wel protesteerden maar geen alternatieve opbouwende plannen presenteerden. Soms kon iets tegengehouden worden, vaak niet. Per saldo verliest Cassandra altijd.
Een sprong over de patstelling In de geschiedenis is het ook een aantal keren voorgekomen dat de landadel en de Rodenaren wel goed hebben samengewerkt. Dat was bijvoorbeeld in de tijd dat de Kymmells zich opstelden als één van de markegenoten. Het land werd eerlijk verdeeld. Voor de ontginning van onder andere Nieuw-Roden was samenwerking nodig. De kennis van de Kymmells kwam toen waarschijnlijk goed van pas. Misschien werd er zelfs wel gezamelijk aan het Mensingekanaal gewerkt. In ieder geval aan de realisatie van het kanaal naar het noorden.
Drie scenario’s verbeelden ieder een benadering van de natuur en de cultuur in het landschap. Toekomstvisie voor de Mensingebossen: “Luister naar Mensinge!”
november 2009
Carlo Scarpa (1906 - 1978), was een Italiaanse ontwerper en architect. Hij werd geïnspireerd door het landschap, de cultuur en de historie van de omgeving van Venetië. Onder andere in het door hem tot indrukwekkend museum gereconstrueerde Castelvecchio in Verona is te ervaren hoe hij relicten van verschillende fasen in de cultuurhistorie tot één nieuw geheel omvormde.
13
KASSA: natuur is als een schatkamer waarvan de cultuur kan genieten en profiteren; 14
CASSANDRA: cultuur is een bedreiging voor de kwetsbare natuur en moet zich gedeisd houden; Toekomstvisie voor de Mensingebossen: “Luister naar Mensinge!”
SCARPA: natuur en cultuur zijn eeuwenlang in wisselwerking en kunnen elkaar verrijken. november 2009
Afweging van de scenario’s In de scenariostudie is vaak met zevenmijlslaarzen gewerkt. In een ‘porseleinkast’ als dit gebied lijkt dat wellicht wat onbehouwen. We wilden op deze manier echter wel de belangrijkste keuzes bespreekbaar maken om zo de richting voor een toekomstvisie samen te bepalen. Dat is in zekere mate Waarden Mensinge wel gelukt, hoewel men grote behoefte had aan een verbeelding van de belang internationaal/ gevolgen van de voorkeur. natuurwaarden nationaal/regionaal/lokaal landschapsecologie
Hoewel de klankbordgroep voorzichtig toch een aantal samenhang beekdalen en erg hogere gronden was werden nationaal zaken duidelijk die omslag ten opzichte van de vigerende visie kan kerngebieden en een verbindingszones nationaal/regionaal vegetatie en flora betekenen: beekdalgraslanden nationaal • Het nemen van het houtwallenpatroon als drager werd omarmd; rijkere bosvegetaties regionaal • Bedachtzaam ontsluieren van de overgangszone ook; arme bosvegetaties regionaal • De ontginningsfasen als eenheden nemen ook, waardoor het begrazingsbroekbosvegetaties regionaal gebied anders begrensd zou moeten worden; heidevegetaties met heischrale graslandaspecten regionaal • Begrazing grote beesten staat ter discussie; lokaal/regionaal hoogveen-met en venvegetaties • Inpaddenstoelen verschillende en delen van flora het gebied op terughoudende wijze de verschiloverige regionaal? lende verhalen uit de cultuurhistorie als basis nemen voor toekomstige fauna landzoogdieren regionaal inrichting. vleermuizen regionaal broedvogels regionaal In bijgaande tabel is aangegeven hoe de scenario’s lokaal scoren bij de versterniet-broedvogels kenreptielen, van de bestaande waarden. amfibieën en vissen regionaal entomofauna lokaal/regionaal belang internationaal/ natuurwaarden nationaal/regionaal/lokaal landschapswaarden landschapsecologie aardkunde samenhang beekdalen nationaal vrij meanderende beek en hogere gronden nationaal/regionaal kerngebieden en verbindingszones nationaal/regionaal voorkomen potklei nationaal vegetatie en flora pingoruïnes nationaal beekdalgraslanden nationaal fossiele beekmeanders regionaal rijkere bosvegetaties regionaal stroeten nationaal/regionaal arme bosvegetaties regionaal es lokaal broekbosvegetaties regionaal archeologie heidevegetaties met heischrale graslandaspecten regionaal grafheuvel lokaal/regionaal hoogveenen venvegetaties lokaal/regionaal overig onbekend lokaal paddenstoelen en overige flora regionaal? historische geografie en landschapskunst fauna oude lijnen: Mensingeweg, Roderweg regionaal landzoogdieren regionaal samenhang havezate Mensinge regionaal vleermuizen regionaal e lanenpatroon Starrebos (incl. westelijk deel) regionaal broedvogels regionaal vijvers (landschapsstijl) lokaal niet-broedvogels lokaal oude eikenlanen (noord-zuid) lokaal reptielen, amfibieën en vissen regionaal Vaart lokaal entomofauna lokaal/regionaal houtwallenstructuren regionaal/nationaal
Waarden Mensinge
es landschapswaarden dobbes aardkunde visueel landschappelijke waarden vrij meanderende beek uitzichtpunten beekdal voorkomen dikke boom potklei pingoruïnes grote ven/kleine ven fossiele beekmeanders heide Moltmakersstuk stroeten es recreatieve waarden archeologie wandelen en natuurbeleving grafheuvelMensinge omgeving overig onbekend Starrebos (incl. westelijk deel) historische geografie en Dennen) landschapskunst Centrale bosgebied (Klein
lokaal lokaal/regionaal
Waarden Mensinge Waarden Mensinge
+ + + o o + + o + Kassa
+ + +-
+ o + + o + o o+-
o -+ + o +o + + -
landschapswaarden belang internationaal/
Kassa Kassa belang internationaal/ aardkunde nationaal/regionaal/lokaal nationaal/regionaal/lokaal vrij meanderende beek landschapsecologie landschapsecologie voorkomen potklei samenhang beekdalen nationaal samenhang beekdalenen enhogere hogeregronden gronden nationaal ++ pingoruïnes kerngebieden en nationaal/regionaal kerngebieden enverbindingszones verbindingszones nationaal/regionaal -fossiele beekmeanders vegetatie en flora Cassandra vegetatie enScarpa flora beekdalgraslanden nationaal stroeten beekdalgraslanden nationaal ++ rijkere bosvegetaties regionaal + es rijkere bosvegetaties regionaal + arme bosvegetaties regionaal o archeologie o bosvegetaties ++ arme regionaal oo broekbosvegetaties regionaal grafheuvel +met heischrale graslandaspecten broekbosvegetaties regionaal oheidevegetaties regionaal overig onbekend heidevegetaties met heischrale graslandaspecten regionaal -hoogveen- en venvegetaties lokaal/regionaal historische geografie en landschapskunst o o overige flora hoogveenen venvegetaties lokaal/regionaal paddenstoelen en regionaal? oude lijnen: Mensingeweg, o o overige flora fauna paddenstoelen en regionaal? Roderweg samenhang havezate Mensinge landzoogdieren regionaal o fauna lanenpatroon Starrebos (incl. westelijk deel) vleermuizen regionaal + o o landzoogdieren regionaal vijvers (landschapsstijl) broedvogels regionaal o vleermuizen regionaal ++ niet-broedvogels lokaal oude eikenlanen (noord-zuid) o broedvogels regionaal +reptielen, amfibieën en vissen regionaal o Vaart o niet-broedvogels lokaal entomofauna lokaal/regionaal + houtwallenstructuren reptielen, amfibieën en vissen regionaal o es entomofauna lokaal/regionaal + landschapswaarden dobbes + + aardkunde visueel landschappelijke waarden + beek landschapswaarden vrij-meanderende nationaal/regionaal + uitzichtpunten beekdal voorkomen potklei nationaal + aardkunde dikke boom omeanderende o beek pingoruïnes nationaal vrij nationaal/regionaal +grote ven/kleineregionaal ven o + fossiele beekmeanders voorkomen potklei nationaal +o heide Moltmakersstuk Cassandra Scarpa stroeten nationaal/regionaal pingoruïnes nationaal -+ natuurwaarden es lokaal fossiele beekmeanders regionaal o+ landschapsecologie archeologie recreatieve waarden stroeten nationaal/regionaal + grafheuvel lokaal/regionaal o samenhangenbeekdalen en hogere gronden wandelen natuurbeleving o ++ o + es lokaal ++ overig onbekend lokaal kerngebieden en verbindingszones omgeving Mensinge + o+ archeologie historische geografie en landschapskunst vegetatie en flora e Starrebos (incl. westelijk deel) o + grafheuvel lokaal/regionaal oo oude lijnen: Mensingeweg, Roderweg beekdalgraslanden regionaal Centrale bosgebied (Klein Dennen) o o o onbekend + overig lokaal +samenhang havezate Mensinge regionaal rijkere bosvegetaties Oudevaartsbos o o o + lanenpatroon Starrebos (incl. westelijk deel) regionaal historische geografie en landschapskunst arme bosvegetaties Moltmakersstuk o vijvers (landschapsstijl) lokaal - lijnen: + oude Mensingeweg, Roderweg regionaal oo broekbosvegetaties Alteveerse bossen o eikenlanen o(noord-zuid) oude lokaal samenhang havezate Mensinge regionaal -+ heidevegetaties met heischrale graslandaspecten andere recreatievormen Vaart lokaal o o + lanenpatroon Starrebos (incl. westelijk deel) regionaal -+ hoogveen- en venvegetaties houtwallenstructuren regionaal/nationaal paardrijden o o (landschapsstijl) + vijvers lokaal opaddenstoelen lokaal en overige flora es blokgooien o oude eikenlanen (noord-zuid) lokaal + dobbes lokaal/regionaal fauna scouting o o Vaart lokaal + visueel landschappelijke waarden landzoogdieren picknicken oo houtwallenstructuren regionaal/nationaal uitzichtpunten beekdal ++ vleermuizen regionaal/nationaal fietsen + + o boom ++ es lokaal -o dikke regionaal broedvogels spelen (voor kinderen) +ven o- ven/kleine + dobbes lokaal/regionaal -+ grote lokaal niet-broedvogels o+visueel landschappelijke waarden bezoekerscentrum reptielen, amfibieën en vissen uitkijktoren o o o + uitzichtpunten beekdal regionaal/nationaal ++ entomofauna andere attractiepunten o- boom + ++ dikke regionaal o
natuurwaarden natuurwaarden
Kassa
arme bosvegetaties broekbosvegetaties heidevegetaties met heischrale graslandaspecten hoogveen- en venvegetaties paddenstoelen en overige flora fauna landzoogdieren vleermuizen broedvogels niet-broedvogels reptielen, amfibieën en vissen entomofauna
Waarden Mensinge
- ven/kleine+ven grote o Moltmakersstuk + heide
lokaal
landschapswaarden lokaal
aardkunde vrij meanderende beek nationaal/regionaal + regionaal/nationaal ++ o + recreatieve waarden voorkomen potklei nationaal + + regionaal o o o wandelen en natuurbeleving pingoruïnes nationaal + lokaal +o o omgeving Mensinge regionaal fossiele beekmeanders regionaal o lokaal + o + Starrebos (incl. westelijk deel) regionaal nationaal/regionaal + o + (Klein Dennen) stroeten Centrale bosgebied lokaal/regionaal es lokaal + + Oudevaartsbos lokaal archeologie Toekomstvisie voor de Mensingebossen: 2009 Moltmakersstuk “Luister naar Mensinge!” novemberlokaal grafheuvel lokaal/regionaal oo + regionaal o + Alteveerse bossen lokaal overig onbekend lokaal + o + regionaal o ++ andere recreatievormen historische geografie en landschapskunst lokaal/regionaal + o o paardrijden lokaal
+ +
+ + + +
regionaal regionaal regionaal lokaal/regionaal regionaal?
o o -
o -
o o o o o
regionaal regionaal regionaal lokaal regionaal lokaal/regionaal
+ + o +
+ o o
+ + o +
+ + o + +
o o o o o -
+ + + + + +
o +
o o
+ +
o o + + -
o o o o o o o
o o ++ + + + ++ + +
++ o + Kassa +
o o o Cassandra o
+ o o Scarpa +
+ -+ + +o + o + +o+ ++ + + ++ ++ o ++ + ++
o oo o o ooo + ooo o+ o ooo o o o
++ + + ++ o o oo + o + o o o o o o + + o + + oo + + +
+ + o + +
o o o o o -
+ + + + + +
o +
o o
+ +
Cassandra Cassandra
Scarpa Scarpa
nationaal/regionaal nationaal ++ oo ++ nationaal -++ regionaal nationaal/regionaal oo oo o lokaal oo o -
o
-o oo lokaal/regionaal ooo lokaal oo -oo regionaal o regionaal regionaal + -+ lokaal +++ lokaal -+o o lokaal o + regionaal/nationaal o o lokaal o + lokaal/regionaal
o + regionaal/nationaal o + regionaal oo ++ lokaal o o ++ belang ointernationaal/ lokaal o ++ nationaal/regionaal/lokaal o ++ o + o + nationaal -o + nationaal/regionaal + regionaal regionaal oo +o nationaal lokaal/regionaal oo +o regionaal lokaal o ++ regionaal lokaal oo o+ regionaal lokaal oo o+ regionaal o + o ++ lokaal/regionaal ++ lokaal o + regionaal? + lokaal o + o + lokaal o + regionaal lokaal ++ o + regionaal lokaal -o +o regionaal o +o lokaal o regionaal o + lokaal/regionaal o o o o o +
nationaal/regionaal nationaal nationaal o + regionaal o ++ nationaal/regionaal o o lokaal o + lokaal/regionaal + + lokaal o
o
15
4 | Luister naar Mensinge! Op basis van een combinatie van Cassandra en Scarpa werd een voorkeursschets uitgewerkt. Deze schets werd vertaald in een globale beschrijving van het bijbehorende beheer. Dat werd met de interne werkgroep van Staatsbosbeheer besproken en leverde in grote lijnen een toekomstvisie voor het gebied op. Deze werd verder uitgewerkt en verbeeld in een reeks vogelvluchttekeningen van de beoogde toekomst van de verschillende delen van het gebied. Steeds werd daarin een koppeling gemaakt tussen één of meer van de verhalen uit de historie van het gebied en de bestaande en potentiële ecologische waarden aldaar. Sturend was ook het te verwachten en gewenste recreatieve gebruik van dat deel van het gebied. Aan de hand van de vogelvluchtschetsen en een bespreking daarvan in het veld werd deze toekomstvisie met de gebruikers/klankbordgroep en op een openbare presentatie in Roden besproken. Men kwam tot de conclusie dat deze visie inspirerend is en verantwoord met het gebied omgaat.
Uitwerking in zeven richtlijnen 1. Laat elke ontginningsfase zijn eigen verhaal van de cultuurhistorie vertellen! 2. Ontwikkel de houtwallen als hét samenbindend patroon aansluitend bij die verhalen! 3. Koppel het beheer van de natuur aan de a-biotische gradiënt van de Lieverense Poort! 4. Zorg voor rust in gebieden die het nodig hebben én concentreer drukte waar het kan! 5. Versterk netwerk van comfortabele hoofdpaden en avontuurlijke slingerpaden!
6. Benadruk enkele beeldbepalende lanen en zichtlijnen voor de oriëntatie in het gebied! 7. Koppel daaraan strategisch de belangrijke faciliteiten!
16
Toekomstvisie voor de Mensingebossen: “Luister naar Mensinge!”
november 2009
Laat elke ontginningsfase zijn eigen verhaal van de cultuurhistorie vertellen! ridders aan het Oude Diepje
Verschillende delen van het gebied krijgen ieder een ander verhaal uit de cultuurhistorie als leidraad voor de toekomstige inrichting. In de toekomstvisie gaat men daar niet exposerend, maar eerder ingetogen en voortbouwend mee om. Deze verhalen zijn natuurlijk educatief interessant, maar de verschillende sferen in het gebied die ze oproepen geven Mensinge luister! • Het lange smalle dal van het Lieverense Diep met de slingerende beek, de open madelanden en de steilranden vertellen het verhaal van de Lieverense Poort. • Langs de randen van het dal ligt een hele reeks pingoruïnes en een enkele grafheuvel. Deze rand kan daarom het best het verhaal vertellen van de prehistorische geschiedenis en de hydrologische en ecologische gradiënten die hier in zo’n grote afwisseling voorkomen. • In het meest noordelijke deel van het gebied lag vroeger het Oude Diepje. Aan dit Oude Diepje had Menso zijn waterburcht van waaruit hij het verkeer tussen Groningen en Drenthe via het Lieverense Diep kon controleren. • De oudste bossen dicht bij Huis Mensinge, met het Sterrebos en de resten van drie lange lanen lenen zich natuurlijk het best om het verhaal van de notabelen op de havezate te laten voortleven en dan met name het verhaal van de liefde tussen Coenraad Wolter Ellents en zijn vrouw Gesina en hun pleegzoon Jan Kymmell. • Om het Sterrebos heen ligt de waaier aan kleine kavels die vertellen over de verschillende vormen van grondgebruik die hier vroeger zijn toegepast: weidebouw, hopteelt en winning van potklei. * Klein Dennen is de oudste van de drie “lekkende boskamers”: de ontginningsbossen omgeven door houtwallen ieder met een afwisseling in droge en natte plekken. Die natte plekken zijn vaak uitgeveende plassen in pingoruïnes die nog steeds een hydrologische relatie met het dal van het Lieverense Diep of de Steenberger Loop hebben. * De Oude Vaart, de paden en wallen erlangs en de Oudevaartsebossen zijn verbonden met de ontginning van het hoogveen en de moderne bosbouw. * Het verhaal van de esdorpencultuur tenslotte en met name de weidsheid van het veld die daar bij hoort kan in het zuidelijk deel van het gebied een plek krijgen.
Toekomstvisie voor de Mensingebossen: “Luister naar Mensinge!”
Havezatebossen en lanen van liefde
lekkende boskamers veen en bos en boelevaart
van wei, klei en hop parels op het randje
madelanden in de Lieverense Poort begraasde woeste gronden tussen es, dal en potstal
november 2009
17
Ontwikkel de houtwallen als hét samenbindend patroon aansluitend bij de verschillende verhalen! De wallen en houtwallen dragen het landgoed!
Ze vormen het raamwerk, met daarbinnen bossen en weides, Het plangebied bestond tot ver in de negentiende eeuw uit woeste gronden met heide en hoogveen dat vanuit de vele pingo-ruïnes over het land groeide. De ontginning ervan vond stukje bij beetje plaats. Het half verscholen patroon van houtwallen is daarvoor typerend. Bij iedere nieuwe ontginningsfase werd eerst een houtwal opgeworpen om wild buiten te houden en soms ook om vee binnen de perken te houden. In de toekomstvisie wordt voorgesteld om dit patroon van houtwallen als het samenbindend patroon in het gebied te gebruiken. Dat betekent niet dat overal op dezelfde manier met die wallen om zou moeten worden gegaan. In sommige deelgebieden zullen de wallen als echte hakhoutwallen kunnen worden beheerd. Dat betekent een intensief beheer. In andere gebieden wordt er juist heel terughoudend met de wallen omgegaan. Daar is het motto dat niets doen in principe het beste beheer is. Alleen als een grote boom in de wal omvalt wordt de wal hersteld en nieuwe struikvormers ingeplant. Op de heide zullen de wallen deel worden van het begrazingsgebied en in de centrale bossen van de lekkende boskamers zullen de wallen met hulst en andere struiken worden ingeplant. Zo zullen zij grotendeels ondoordringbaar worden. En ontstaan rustige hoeken in die bossen.
18
Toekomstvisie voor de Mensingebossen: “Luister naar Mensinge!”
november 2009
Koppel het beheer van de natuur aan de a-biotische gradiënt van de Lieverense Poort!
De natuurlijke opbouw van het gebied laat zich in grote lijnen karakteriseren door van west naar oost drie geomorfologische en hydrologische zones. In het westen een uitgestrekt gebied met slecht doorlatende bodem waar vanouds natte heide en hoogveen groeide. Ten oosten daarvan ligt het dal van het Lieverense Diep dat door de keileem en potklei heen een weg naar het noorden heeft uitgesleten, soms met steile randen. Daartussen ligt een overgangszone waar water opkwelt, waar pingoruïnes voor speciale milieus zorgen op plaatsen waar ze een verbinding hadden met het beekdal. Op die plekken vindt nog steeds veenvorming plaats. Hier heb je een grote afwisseling van keileem, potklei, zandgronden en veen. Dat levert in deze overgangszone een afwisseling in biotopen op die op weinig andere plekken voorkomt. In de toekomstvisie worden geen grote ingrepen voorgesteld om de ecologische processen in deze bijzondere natuurlijke omstandigheden (weer) op gang te helpen. Maar het is ook niet de bedoeling dat deze rijkdom helemaal verborgen blijft of zelfs wordt tegengewerkt. Om te voorkomen dat er roofbouw op de kwaliteit wordt gepleegd wordt de driedeling en de gradiënt daarin door een reeks kleinschalige ingrepen ontsluierd. Die ingrepen bouwen behalve op de natuur ook op de cultuurhistorische gegevenheden.
Toekomstvisie voor de Mensingebossen: “Luister naar Mensinge!”
november 2009
19
Zorg voor rust in gebieden die het nodig hebben én concentreer drukte in gebieden waar het kan!
Het verdelen van de bezoekersdruk in het gebied is een beproefd recept. Met de inrichting en de dosering van faciliteiten voor recreanten wordt beoogd de intensiteit van het gebruik in delen van het gebied hoger en in andere delen juist lager te maken. Dat geeft rust in delen die het nodig hebben en robuustheid op plekken die veel bezoekers aan moeten kunnen. In de toekomstvisie wordt de drukte langs enkele routes en vanuit twee entrees dicht bij de rand van het dorp opgevangen. Ten eerste bij de parkeerplaats aan de Norgerweg bij de sportvelden. Van daaruit zullen de meeste mensen het gebied betreden. De zone langs de Oudevaart en met name het gebied dicht bij de sportvelden zal nog meer ingericht worden om veel mensen te kunnen herbergen. Vandaar kunnen binnen de boskamers met de Grote Plas en die met de Kleine Plas drukkere en rustiger delen te vinden zijn. De tweede entree van het gebied is bij het Sterrebos. De huidige parkeerplaats zal worden uitgebreid en met enkele faciliteiten worden aangevuld. Het bestaande verlaten tennisveld kan daarbij worden betrokken. Het parkeerplaatsje in Klein Dennen wordt in deze visie opgeheven. Klein Dennen hoort juist bij de zone langs de rand van het dal die rust nodig heeft. De kleinschalige grote variatie in bodem, waterhuishouding en vegetatie kan daardoor beter tot zijn recht komen.
In rood staan de routes en gebieden aangegeven waar de grootste drukte in het gebied zal worden opgevangen. In blauw de gebieden die rust nodig hebben.
20
Toekomstvisie voor de Mensingebossen: “Luister naar Mensinge!”
november 2009
Versterk netwerk van comfortabele hoofdpaden en avontuurlijke slingerpaden!
fietsers en ruiters
Het hoofdpadennetwerk is voor iedereen goed begaanbaar en je kunt je er goed oriënteren.
Toekomstvisie voor de Mensingebossen: “Luister naar Mensinge!”
november 2009
Aanvullend daarop zijn er wat meer avontuurlijke paden, vaak wat smaller, kronkelend door donker bos en soms wat minder goed begaanbaar, bijvoorbeeld als het pad een natter stuk bos doorkruist. Op deze paden is het wat moeilijker om je te oriënteren.
21
Benadruk enkele beeldbepalende lanen en zichtlijnen voor de oriëntatie in het gebied!
De drie lanen in de oude bossen (1, 2 en 3) dicht bij Huis Mensinge, de Herenlaan (4) en de ‘boelevaart’ langs de Oude Vaart (5) zijn de belangrijke lanen in het gebied die daartoe ook expliciet zullen worden beheerd. Het zijn beeldbepalende lijnen in het gebied. Zo mogelijk zullen de bomen in de laan als trotse laanbomen kunnen uitgroeien. Wel zal daarbij zo ingetogen mogelijk met de bomen in het aanliggende bos worden omgegaan. Maar soms zal een boom in één van deze hoofdlanen voorrang krijgen boven een boom in het bos. In de praktijk zal dit evenwel niet vaak nodig zijn. Aan deze historische lanen wordt de nieuwe lindenlaan (6) als jonge toevoeging aan het patroon van hoofdlanen toegevoegd. Deze laan is een 21ste eeuwse schakel tussen de bossen uit het einde van de 18e eeuw en die van het eind van de 19e eeuw. Deze lanen zijn verbonden met de twee entrees van het gebied. Aan die lanen liggen belangrijke voorzieningen (met sterretjes aangegeven) als parkeerplaatsen en voorlichting over het gebied.
22
Toekomstvisie voor de Mensingebossen: “Luister naar Mensinge!”
november 2009
Koppel daaraan strategisch de belangrijke faciliteiten!
4 5
2 6 3
1
Huis Mensinge
Toekomstvisie voor de Mensingebossen: “Luister naar Mensinge!”
november 2009
23
5 | Uitwerking sfeerbeeld per deelgebied LIEVERENSE DIEP Het verhaal van de madelanden in de Lieverense Poort De belangrijkste basis voor de ontwikkeling van dit gebied is de ondergrond. Daarin bevindt zich potklei en keileem. Belangrijk is natuurlijk het zand dat daaroverheen is gestoven en het hoogveen dat daarbovenop is gegroeid. Het meest karakteristieke voor dit gebied is evenwel dat zich door de ondoorlatende potklei en keileemlagen een waterstroom heeft ingesneden: het Lieverense Diep. Kenmerkend zijn de steilranden die daardoor ontstaan zijn. Verder is de bodem met potklei bijzonder. Dit heeft na een eeuwenlang gebruik als madelanden tot bijzondere vegetaties in het dal geleid. Ze vertegenwoordigen de grootste natuurwaarden van Mensinge. In de toekomstvisie blijft het huidige beleid gehandhaafd: madelandbeheer in de weides. In het noorden kan hermeandering van de beek tot een zelfde sfeer leiden als ten zuiden van de stuw. We stellen daarom voor dat op terreinen die in eigendom zijn van Staatsbosbeheer (of andere eigenaars die daarvoor voelen) de beek vrij spel krijgt, wellicht geholpen door het opwerpen van barrières, zoals omgevallen bomen. Op den duur zal dan spontane, maar wel enigszins geleide hermeandering gaan plaatsvinden. De barrières dienen niet zo hoog te zijn dat overstroming van de omgeving optreedt en ook de stuwhoogte mag niet overschreden worden.
STEENBERGERLOOP Het verhaal van Menso en het Oude Diepje Langs de zuidrand van de Steenbergerloop zijn op de hoogtekaart de meanders van het vroegere Oude Diepje te herkennen. Menso en de latere ridders Van Ewsum controleerden vanaf hun burcht via het Oude Diepje al het verkeer dat over het Lieverense Diep ging. Pas in de negentiende eeuw werd het Oude Diepje rechtgetrokken en aangesloten op het kanaal dat ten westen van Roden gegraven werd om het hoogveen daar te ontginnen. Die nieuwe watergang werd de Steenbergerloop genoemd. In dit gebied wordt in deze visie ook in de toekomst een weidebeheer voorgestaan. Het is belangrijk dat in dit dal zichtlijnen vanaf de Mensingeweg naar het Lieverense Diep behouden blijven of worden gecreëerd. In deze visie wordt ervoor gekozen om de meanders van het Oude Diepje weer uit te graven en in de bocht van één meander de burcht van Menso op een artistieke wijze te verbeelden. Dit kan gekoppeld worden aan een nieuw struinpad langs de meanders van het nieuwe Oude Diepje. Dit kan worden gekoppeld aan waterberging langs de Steenbergerloop, waarbij berging plaatsvindt in “tichelgaten” met daaromheen moderne “wandeldijkjes” en houtwallen.
Het is van groot belang dat de kwel vanuit de aanliggende hogere gronden zo zuiver mogelijk in stand wordt gehouden en zo nodig hersteld. Daarvoor is de waterhuishouding in de bossen erg belangrijk. Resultaten van bestaand of nieuw onderzoek naar kwelstromen en waterkwaliteit van het grondwater dienen in de afweging voor beheer te worden meegewogen. De loop van hydrologische stromen in de bodem is vaak ongewis. Mogelijk heeft de schade aan stuwtjes in het Oudevaartsebos bijvoorbeeld een negatieve invloed gehad op de ontwikkeling van de natuur in de Hazematen. Open bos met inlandse loofbomen werkt verder positief voor de inzijging van regenwater dat de kwelstromen voedt. Naaldhout is voor die waterstromen juist negatief, zeker als het erg dicht en donker bos is. Met name in de bossen dicht bij het dal van het Lieverense Diep verdient loofbos met open plekken ecologisch gezien dus de voorkeur.
24
Toekomstvisie voor de Mensingebossen: “Luister naar Mensinge!”
november 2009
Toekomstvisie voor de Mensingebossen: “Luister naar Mensinge!”
november 2009
25
OMWALDE KAVELS OM STERRENBOS Het verhaal van wal en wei en hop en klei Veel van deze wallen zijn bijzonder hoog - soms meer dan twee meter - en oud. De beplanting was vroeger - en soms nog - hakhout. De wallen dienden als vee-, wild- en windkering rond kleine akkertjes, weides en waarschijnlijk ook hopveldjes. In sommige veldjes is aan het microreliëf te zien dat oude waterloopjes hier ontsprongen en kronkelend naar het noorden en oosten liepen, richting het Oude Diepje en het Lieverense Diep. Misschien is er ook winning van potklei geweest, die hier dagzoomt. De vegetaties zijn vaak bijzonder, met onder meer eikvaren en allerlei mossen, vanwege het bijzondere microklimaat op de wallen en vanwege de geleidelijke uitloging van voedingsstoffen op het wallichaam. In de visie voor dit gebied wordt er voor gekozen om de wallen te herstellen en in stand te houden. Er wordt niet gekozen voor een actief hakhoutbeheer. Dat zou betekenen dat de huidige soms bijzondere vegetatie en begroeiing met bomen en struiken grotendeels teruggezet zou moeten worden. Grote kaalslag moet absoluut tegengegaan worden om te voorkomen dat Amerikaanse Vogelkers of populier de overhand krijgen. Hier wordt gekozen voor een terughoudend beheer. Op plaatsen met een nog duidelijk herkenbaar hakhout is hakhoutbeheer aan te bevelen. Op plaatsen met zware uitgegroeide bomen en een fraai ontwikkeld bosmilieu is het beheer zo veel mogelijk ‘niets doen’. Als een grote boom op de wal omvalt, zal de wal hersteld worden en de boom vervangen door één of meer nieuwe eiken. De kavels tussen de wallen kunnen hun huidige weidebeheer houden. Onderzocht kan worden of op een enkel veldje het klei tichelen of de hopteelt zichtbaar gemaakt kan worden.
26
Toekomstvisie voor de Mensingebossen: “Luister naar Mensinge!”
november 2009
Toekomstvisie voor de Mensingebossen: “Luister naar Mensinge!”
november 2009
27
28
Toekomstvisie voor de Mensingebossen: “Luister naar Mensinge!”
november 2009
DE OUDSTE BOSSEN VAN MENSINGE Het verhaal van de bossen van de Havezate Net ten zuiden van het huis en de tuinen van havezate Mensinge lieten Coenraad Wolter Ellents en zijn vrouw Gesina en hun neef Jan Wilmsonn Kymmell rond 1800 voor het eerst bossen planten op de terreinen die nu tot de Mensingebossen gerekend worden. Zij deden dit in de eerste plaats voor de houtproductie. Daar viel geld mee te verdienen. Ook hier begon men met het omwallen van het terrein om de jonge aanplant te beschermen. Daarbinnen werd het bos verkaveld en ingeplant en om de zoveel tijd gekapt of gehakt. Het bos zal voor deze notabelen ook een verlengstuk van de tuin zijn geweest, waar gewandeld kon worden. In het bos liggen dan ook enkele lange paden, lanen en vijvers. Ook het Sterrebos, waarvan er korte tijd zelfs twee zijn geweest, duidt er op dat het bos ook was om van te genieten. En om status uit te stralen. De richting van de centrale paden en de lanen zijn terug te voeren op de contouren van de tuin om het Huis Mensinge en op een verdeling van gronden over verschillende dorpsbewoners net ten zuiden van het Oude Diepje. Deze verdeling vond plaats over zichtlijnen vanuit de pek waar tegenwoordig het huis aan de westrand van de ijsbaan staat. Binnen de baan van Mensinge liggen de wallen weer in een kleinere waaier vanuit het kruispunt tussen de centrale as naar het Sterrebos en de lijn langs de oostrand van de tuin van Mensinge.
Op de houtwallen langs de buitenrand van deze bossen zal geen hakhoutbeheer plaatsvinden, maar hooguit dunnen van oude bomen, zodat ondergroei optreedt. Aftrapping dient te worden voorkomen. De bospercelen zullen worden beheerd als parkbos, waarin een gevarieerde boomsoortensamenstelling aanwezig is in individuele of groepsgewijze menging. Daarin kunnen de bomen oud worden. Er zal daartoe incidenteel gedund worden om fraaie bomen ruimte te geven en subtiel te kunnen sturen in de soortensamenstelling. Er ligt een nadruk op inlandse loofboomsoorten. De vijvers zullen gehandhaafd en zichtbaar gehouden worden. Daarbij kunnen ze worden geaccentueerd in “landschapsstijl” (bijv. meer ruimte eromheen met zichtbepalende bomen en struiken, rode beuk, treurwilg of treurbeuk, rododendrons). De vijvers worden niet aangetakt aan de Steenbergerloop (i.v.m. doorstroom landbouwwater)
Deze lijnen worden in de toekomstvisie gekoesterd en versterkt als min of meer open zichtlijnen. De centrale laan zal zelfs als laan worden gehandhaafd en zo mogelijk gecreëerd, waarbij in ieder geval de visuele relatie tussen het Sterrebos en de laan ten westen van de Mensingeweg zal worden hersteld. Hoewel de paden van het Sterrebos vrij smal zijn, zal er toch (zo mogelijk) een laanbeplanting van beuk worden aangebracht. Ze zullen net buiten het profiel van het pad buiten de greppels worden aangeplant. Het bestaande bos zal daarbij enigszins worden gedund, zodat de nieuwe bomen niet zullen worden verdrukt. Om in dit relatief smalle profiel het laanpatroon te benadrukken zal in vrij dicht verband van 5 m in de rij worden geplant. Op (lange) termijn zou dan gedund kunnen worden tot 10 m in de rij. Beuken verdragen veel schaduw en kunnen dus goed in zo’n situatie groeien. Bestaande beuken van goede kwaliteit kunnen in de laan worden opgenomen.
Toekomstvisie voor de Mensingebossen: “Luister naar Mensinge!”
november 2009
29
30
Toekomstvisie voor de Mensingebossen: “Luister naar Mensinge!”
november 2009
DE CENTRALE ONTGINNINGEN Het verhaal van de lekkende (bos)kamers Centraal in het gebied liggen vier ontginningskavels, ieder omgeven door een wal. De twee in het oosten waren al in de achttiende eeuw door de notabelen op Mensinge in cultuur gebracht. In het noordoosten is de wal duidelijk zichtbaar om de akker. Op twee plekken is die wal onderbroken, waardoor de boer zijn akker kan bereiken en bewerken. Die akker vormt een mooie open enclave in het beboste gebied eromheen. Ook vertelt die open ruimte iets over hoe de grond hier al eeuwenlang wordt gebruikt. Ten zuiden van deze akker ligt Klein Dennen. Dit is al aan het eind van de achttiende eeuw een productiebos met meerdere kleine kavels. Die verkaveling is terug te voeren op de sterk afwisselende ondergrond en het reliëf. In dit bos liggen zeker drie lagere, nattere delen. Het zijn waarschijnlijk pingoruïnes waar in de achttiende eeuw het veen al uit is gewonnen. Ook Klein Dennen is omgeven door een wal. Je zou het kunnen zien als een boskamer. In het noorden ligt zelfs een dubbele rij wallen, waardoor de boskamer een voorportaal heeft. De afwisseling van hogere en lagere, drogere en nattere delen in Klein Dennen maken het een zeer afwisselend bos, met veel potenties. Toen de twee laagtes in het oosten en zuiden nog met veen gevuld waren, lekten ze hun water naar het dal van het Lieverense Diep. Het waren stroeten. In het oosten liep waarschijnlijk ook een stroompje. Doordat de Lieverense Weg nu zo nadrukkelijk aanwezig is, is dat amper meer voor te stellen. Deze opbouw van een omwalde kavel met daarbinnen pingoruïnes en stroetsituaties is ook te vinden in de twee boskamers ten westen van Klein Dennen en de akker. Dit zijn ontginningen van een eeuw later, aan het eind van de negentiende eeuw. In de noordelijke ligt de Kleine Plas. In het reliëf is te zien dat het water hier naar het noorden lekte. Waarschijnlijk voedde deze stroet het vroegere Oude Diepje. In de nieuwe lindenlaan die door de noordrand van deze boskamer loopt is de laagte duidelijk te zien. De ontginning met de Grote Plas in het noorden en de stroet bij de Lelievijver is ook weer zo’n lekkende boskamer. Bij de Lelievijver is dat lekken naar de Hazematen goed voor te stellen, zeker als de beplanting aan de rand van het dal in de winter doorzichtig is. We stellen voor om hier ook in het bos een opening te maken, zodat ze duidelijk beleefd kunnen worden als een aantakking aan het dal van het Lieverense Diep en ook om de mogelijkheden van vegetatie in de stroeten te vergroten. Deze lekken in de boskamers zijn hoogstwaarschijnlijk ecohydrologisch van groot belang voor de Hazematen. Door hier het bos opener te maken wordt er minder water weggezogen door de bomen. Dat komt beter ten goede aan het beekdal. Tenslotte ontstaat zo een grotere randlengte met veel meer mogelijkheden voor plantengroei en voor bijvoorbeeld vogels, vlinders en libellen. De drie boskamers zijn bosbouwkundig functioneel verkaveld. Enkele van de paden tussen de percelen door hebben een verbinding met de poorten in de boskamers. Daar is de wal onderbroken. In de loop der tijd zijn door wandelaars in het hele gebied en door de grazers rond de Lelievijver nieuwe paden over en door de wallen heen gemaakt. Op veel plaatsen hebben de wallen veel te lijden.
Het contrast tussen rustige en veelbelopen stukken in het bos is aan het verdwijnen. Dat heeft ook een nivellerend effect op de natuur en de beleving van het bos. In het noorden van de noordelijke boskamer is kortgeleden een nieuwe lindelaan geplant. Daarvoor was dit een laan van Amerikaanse eiken. De aanleg van een berkenlaantje midden door deze boskamer is mislukt. In de toekomstvisie worden de omwallingen van de boskamers versterkt. Ze worden hersteld waar ze versleten zijn en de beplanting op de wallen wordt minder doorlatend. Hulst is een belangrijke struik die op deze wallen geplant wordt, omdat deze weinig licht nodig heeft. Daarnaast is hij altijd groen, zodat ook ‘s winters de kamers in stand blijven en de hulst is stekelig, wat het lopen op de wallen tegengaat. Dat maakt het mogelijk om de wallen steviger te beplanten, zonder dat het nodig is om de bestaande bomen in het aanliggende bos te kappen. Daardoor is dit een heel terughoudende ingreep, maar wel één met groot effect. De boskamers worden meer afgeloten delen van de Mensingebossen. Doordat de hulstwallen slechts op enkele plekken een “poort” hebben zullen vanzelf hoofdroutes ontstaan waar de meeste mensen zullen lopen. Daarnaast zullen hoeken in de kamers minder bereikbaar zijn en daardoor rustiger. Dat is positief voor de bijzondere vegetaties rond de plassen en stroeten. Dat soort plekken zullen deels nog wel bereikbaar zijn via enkele struinroutes die wat meer kronkelend door het bos lopen. De paden zullen de oevers van de Plassen evenwel voor een deel ook niet ontsluiten. Dat is goed voor bijvoorbeeld vogels en andere fauna die rust nodig hebben op en om het water. De bosbeelden voor Klein Dennen zijn kleinschalig en gevarieerd. Dit wordt bereikt door kleinschalig te dunnen, gericht op een gevarieerd bosbeeld - schilderen met de motorzaag; hier donker, daar lichter, inspelend op vochtige plekken, openingen en spontane verjongingen. Zwaar dood hout dient plaatselijk achter te blijven, als bron van leven van het bosecosysteem. Zo kan Klein Dennen nog meer een eigen en verrassende sfeer krijgen, binnen de kamer van hulstwallen. Door het parkeerplaatsje te verplaatsen naar een plek buiten Klein Dennen dichter bij de hoofdpaden zal dit deel van het bos de rust krijgen die het verdient. In de andere “boskamers” kan wat grootschaliger gewerkt worden, tamelijk goed aansluitend aan de huidige opzet van bosopstanden binnen de vakken van paden. Ook hier zijn natuurlijk bijzondere plaatsen, met name bij de Grote en de Kleine plas, bij uitstek plaatsen die als “wandeldoel” kunnen dienen. De Grote Plas is opener, groter, en er zijn vaak meer mensen te zien. Aan de kant van de Vaart wordt het zicht dichtgehouden met beuk en hulst op de wal. De Kleine plas is bij uitstek een oase van rust, waar kleurige eendjes dobberen en vlinders en libellen om je heen vliegen. De lindenlaan vormt in de toekomstvisie een schakel in de hoofdstructuur van een beperkt aantal lanen. Het berkenlaantje mag verder opgaan in het bos.
Toekomstvisie voor de Mensingebossen: “Luister naar Mensinge!”
november 2009
31
32
Toekomstvisie voor de Mensingebossen: “Luister naar Mensinge!”
november 2009
KANAAL EN OUDEVAARTSEBOS Het raadsel van de Oude Vaart Op historische kaarten is te zien dat de vaart aan het eind van de eerste helft van de 19de eeuw is gegraven. Te zien is dat de vaart midden door de openheid van de woeste gronden liep, over een lijn van de molen naar een meander in de Hazematen die als aansluiting op het Lieverense Diep gebruikt zou kunnen worden. De grote Plas en de Kleine Plas zijn nog niet aangegeven. In 1823 waren die gronden op het veld tussen Roden en Alteveer nog in zijn geheel eigendom van de Roder markegenoten. Op wiens gezag werd het kanaal gegraven? Was de grond toen al eigendom van de familie Kymmell? Of was het een onderneming van de gezamenlijke markegenoten? Was het de bedoeling om de turf die op de nattere delen van de woeste gronden gestoken werd af te voeren naar het Lieverense Diep? Zijn zo de Grote en Kleine Plas ontstaan? Was de Vaart onderdeel van een plan om een nieuwe vaarroute naast het Lieverense Diep naar het noorden te maken? Of takte deze vaart aan op de Steenberger Loop die ook in die tijd werd gegraven. We weten het antwoord op deze vragen (nog) niet. We weten wel dat die vaart aan de westkant begeleid werd door een grote wal van grond die bij het graven van de vaart vrij kwam. Dit is een veel bredere en veelal hogere wal dan de eerder besproken wallen elders in het gebied. Het was eigenlijk meer een gronddepot. Vanaf deze wal had je nog lang uitzicht over de onontgonnen woeste gronden. Eerst werden aan de oostkant de boskamers in cultuur gebracht. Later werd ook aan de westkant van de vaart bos aangelegd. Dit werden de Oudevaartse bossen tussen de vaart en de Norgerweg. De bossen waren puur op houtproductie gericht. Aan de verkaveling is dit goed te zien. Alleen in het zuiden van het Oudevaartsebos is de verkaveling wat kleinschaliger. Daar liggen de resten van een pingo. Het is onduidelijk of langs de zuidrand van het bos langs het Moltmakerstuk een wal is aangelegd. Vanaf de zuidpunt van de wal langs de vaart bleef naar het zuiden het weidse uitzicht nog lang bestaan. De Alteveerse bossen, die dateren van ver na 1900, brachten de horizon hier dichterbij en namen het zicht op het dal in de verte weg. Het Moltmakerstuk is een relatief smalle reep die rest van het uitgestrekte veld. In het productiebos liggen geen lanen. De bospaden worden begrensd door de laatste rij bomen op de tussenliggende kavels. In het Oudevaartsebos liggen dus vanouds, net als in de boskamers geen lanen. Wel zijn er, waarschijnlijk in het begin van de twintigste eeuw rijen eiken geplant langs de Vaart. Bijzondere elementen als de doorgegroeide beukenhaag op de oversteek halverwege de vaart zijn misschien toen ook geplant. Hij is nu uitgegroeid tot een indrukwekkende poort. Uit die tijd dateert waarschijnlijk ook de herenlaan tussen de boskamers door. De verbinding van de Vaart met de Norgerweg kreeg zelfs een dubbele rij eiken. Daar is in aanzet een echte laan te herkennen. Nu is het vanaf de Norgerweg de belangrijkste entree van het bos.
Veel van deze elementen langs de vaart lijken het onderhoud en beheer te ontberen die ze vanuit cultuurhistorisch oogpunt verdienen. De zone langs de Oude Vaart en het Oudevaartsebos behoren nu reeds tot de drukstbezochte delen van de Mensingebossen en dat zal in de toekomst eerder versterken dan minder worden. In de toekomstvisie wordt daarop geanticipeerd. Door juist in dit deel van het gebied grotere aantallen bezoekers te faciliteren kunnen andere delen van het gebied rustiger blijven, of zelfs rustiger worden. Het Oudevaartsebos dient ook straks voor de vele bezoekers een afwisselend bos te zijn, afwisselend met donkere en lichte delen, oudere en jongere bomen en af en toe open plekken en een enkele ligweide bij de uitgegraven plas in het zuiden van het bos. Dat houdt in dat de schaal van ingrijpen in het bos wat groter is dan in bijv. Klein Dennen. Daar is het bos al zo gevarieerd dat bijna boomsgewijs gewerkt kan worden. In het Oudevaartsbos zal dit doorgaans meer groepsgewijs gebeuren, zodat stukken van bijv. 0,25 tot 1 ha een richting op gestuurd worden. Het ene stuk kan zich dan tot licht bos ontwikkelen, terwijl het andere deel juist donker wordt. In sommige stukken wordt zuinig omgegaan met oud bos, maar wellicht kan in een ander deel - waar het bos dat nodig heeft door sterfte - ook een stukje nieuwe aanplant plaatsvinden . Het padenpatroon moet helder zijn met goed begaanbare paden als hoofdroute. Daarbij moet wel aangetekend worden dat dit op het ogenblik een rustig bos is en een dicht padenpatroon niet nodig heeft. Mocht in de toekomst het bos hier een hogere recreatieve druk krijgen dan kan deze met een aangepast padenpatrroon worden opgevangen. Op termijn kan bijvoorbeeld aanvullend een nieuw, wat ruiger slingerpad worden aangelegd. Alle paden komen uiteindelijk uit in de zone langs de Oude Vaart. Deze wordt opgewaardeerd tot een boulevard vanaf de sportvelden tot aan het Moltmakerstuk. Voorgesteld wordt om deze Oudevaartboulevard te versterken en de verschillende ‘attracties’ te herstellen, zodat er voor de meeste bezoekers van het gebied wat te beleven is. Dat zal er toe leiden dat andere delen van het gebied worden ontlast.
wal die hier vrij open is en al de sfeer van het heideveld uitstraalt. Misschien groeit er echt wel struikheide daarboven. Steeds duidelijker en weidser wordt vanaf dit pad het uitzicht over het Moltmakerstuk en de opengemaakte Alteveerse bossen. Ook het dal met de Hazematen is hier mooi zichtbaar. Het andere deel van de grote wal langs het middendeel van de vaart blijft zoals het is: een beboste zone die naar de oever van de vaart toe een mooie gradiënt oplevert en een uniek zicht vanaf de overkant van de vaart. Tegelijkertijd zorgt het voor een bijzonder contrast tussen het Oudevaartsbos en Oude Vaart. In het noorden, tussen de sportvelden en de grote wal worden de grootste ingrepen voorgesteld. Door een reep van het driehoekige bos waarin de scouting nu zit om te zetten in een extra rij eiken naast de bestaande laan krijgt deze meer allure. Dat past bij de betekenis van deze ingang van het bos voor Rodenaren. De boomweide van drie rijen eiken komt dan bij het begin van de Oude Vaart uit. Daar dient de ruimte meer mogelijkheden te krijgen voor gebruik. De extra rij eiken kan overlopen in het pad achter de wal. Door de nieuwe rij eiken ook daar door te zetten krijgt de boulevard als geheel veel meer allure en worden meerdere routes heen en weer over de boulevard naar de entreeruimte mogelijk. Langs de oever van de vaart recht tegenover de plek waar de lindenlaan uit de boskamer in de entreeruimte komt kan een nieuw speels element aangebracht worden. Te denken valt aan een informatiekoepel en enkele banken. De oever van de vaart kan een natuurlijke tribune vormen. De entreeruimte dient in ieder geval multifunctioneler te worden dan die nu is. Dit zal het drukste punt van het hele gebied worden. Wellicht kunnen ook de blokgooiers hier terecht. Het is van groot belang dat een landschapsarchitect in samenwerking met een architect en kunstenaar voor deze ruimte een plan uitwerkt.
Deze Oudevaartboulevard omvat van oost naar west: 1. het pad langs de boskamers ten oosten van de Oude Vaart, dat geschikt blijft voor wandelaars, fietsers, klootschieters en blokgooiers. De rij eiken tussen dit pad en de vaart wordt gehandhaafd en in stand gehouden. De resten van de eikenrij aan de andere kant van het pad kunnen opgaan in het bos. Deze rij wordt niet hersteld; 2. de Oude Vaart blijft als vaart waarbij de inrichting van noord naar zuid steeds natuurlijker wordt. Speciale cultuurhistorische elementen als de beukenhaagpoort worden gekoesteerd; 3. de zone direct ten westen van de vaart bestaat uit drie delen. Het zuidelijkste deel bestaat uit de grote wal vanaf de beukenpoort. Deze krijgt bij die beukenpoort een eenvoudig pad naar boven. Het pad loopt over de
Toekomstvisie voor de Mensingebossen: “Luister naar Mensinge!”
november 2009
33
34
Toekomstvisie voor de Mensingebossen: “Luister naar Mensinge!”
november 2009
MOLTMAKERSSTUK EN ALTEVEERSE BOSSEN Het verhaal van de begraasde woeste gronden Bij de cultuurhistorie van Drenthe denken veel mensen aan de hunebedden, maar ook aan de uitgestrekte heidevelden met daarop een schapenkudde en aan de horizon de bossen om de akkers op de es bij een dorp en verderop uitzichten naar een beekdal. Tot ver in de vorige eeuw was die heide hier nog. De Alteveerse bossen zijn namelijk relatief jong. De jonker en de joffer hebben hier die uitgestrekte woeste gronden nog gezien. Die heidevelden waren een voor de boermarke belangrijk bestanddeel van hun landbouwmethode: het potstalsysteem. Op die heide konden de schapen maar ook runderen worden geweid en men kon de heide in plaggen van het veld halen en in de potstal mengen met de mest van het vee. Dat leverde de potstalmest op die gebruikt werd om de van nature arme zandgronden van de es vruchtbaar te maken. Dit potstalsysteem was zo belangrijk voor de boeren hier dat ze economisch en maatschappelijk zo’n vuist konden maken dat veel langer dan in andere delen van het Noorden de ontginning van de woeste gronden is tegengehouden. Daarmee is juist die uitgestrekte woeste grond, de velden met droge en natte heide en hoogveenkernen zeer karakteristiek voor dit gebied. In de loop van de 20ste eeuw was die heide vanaf het Moltmakerstuk maar het zuiden nog in volle glorie aanwezig, inclusief de doorzichten naar het dal in de verte en de hakhoutbossen langs de rand van de Roder es. In deze visie wordt voorgesteld om in dit zuidelijke deel van het gebied aansluitend op de kwaliteit die het Moltmakerstuk nu al biedt de herinnering aan de woeste gronden in het nog recente verleden als inspiratiebron te nemen voor de toekomst. Dat betekent niet dat voorgesteld wordt om de Alteveerse bossen helemaal te kappen. Wel wordt voorgesteld om de delen van die bossen die ecologisch gezien niet heel waardevol zijn flink te dunnen zodat de openheid en de heideveldvegetatie van het Moltmakersstuk de Alteveerse bossen gaat dooraderen. Zo kan bereikt worden dat de waardevolle delen van die bossen voor de toekomst worden veiliggesteld en wordt tegelijkertijd de weidsheid van de vroegere woeste gronden met zichtlijnen tussen die bosdelen door weer ervaarbaar gemaakt. Doel is daarbij een parkachtig landschap van heide met bosjes of bos met heideveldjes. Het Moltmakerstuk wordt in zijn geheel in beweiding genomen. Dat betekent de plek voor het blokgooiersveldje opnieuw overwogen zou moeten worden. Voorkomen moet worden dat aan de weidsheid van het veld hier afbreuk wordt gedaan, omdat delen uit beweiding worden gehouden en verbossen. Langs de rand van de Roderes worden de houtwallen en de strook bos daarlangs in hakhoutbeheer genomen zodat hier de uitstraling van een strubbenbos om de es wordt versterkt. De wallen om de Alteveerse bossen blijven in dit gebied als lage grondlichamen liggen. Ze kunnen wellicht een rol spelen in de verdeling van de beweiding over dit uitgebreide Moltmakerstuk. De beweiding zou deels door schapen plaats kunnen vinden,
maar ook voor beweiding met heidekoeien is dit een uitermate geschikt terrein. Die hebben een veel minder dreigende uitstraling dan de Schotse Hooglanders die nu in het gebied rondlopen. Daarnaast is het beweiden met heidekoeien wellicht ook in het verleden hier praktijk geweest. Ze kunnen waarschijnlijk een drinkplek vinden in de plas in het zuidwesten van het Alteveerse Bos. Dat zal een mooi plaatje opleveren met de strubbenbossen aan de westkant van de plas en de bestaande bossen langs de zuidrand. En een doorzicht naar het heideveld! LANGS DE RAND VAN HET DAL Het verhaal van het blikkerende paarlensnoer Een oude meester brengt met een tipje witte verf een lichtje in de ogen aan en geeft zo leven aan het portret. Zo ook kan de beheerder echt leven aan de Mensingebossen geven door het paarlensnoer van aardkundige, ecologische, cultuurhistorische en landschappelijke fenomenen langs de rand van het dal aan het Lieverense Diep op te poetsen. Juist daar ligt een aaneengesloten reeks van ecologische gradiënten - met name bij de stroeten - op de overgang van plateau naar beekdal. Plaatsen met een bijzondere begroeiing: die van de Hazematen, maar ook de bosbegroeiing van de potklei en de keileem, van kleine hoogveentjes en kwel. Juist daar zijn allerlei steilranden en pingoruïnes te vinden die herinneren aan de geologische processen tijdens de ijstijden en bij het ontstaan van de Lieverense Poort, waar het Diep zich in de potklei heeft gesleten. Juist daar worden verschillende verhalen uit de cultuurhistorie zichtbaar, van grafheuvel tot veenput, van landingsplaats voor het vervoer over de beek tot vervaagde aansluiting op de Oude Vaart. Juist hier is een reeks van uitzichtpunten over het dal en over de heide te vinden: vanaf de houtwal langs de Alteveerse bossen over het dal met een oude meander naar Lieveren aan de overkant, vanaf het bultje in het Moltmakersstuk over de heide en over het dal, vanaf de rand bij de Lelievijver en bij de grafheuvel bij Klein Dennen, vanaf het verlengde Sterrebos naar het dal met brug en stuw en wellicht straks en een hermeanderend Lieverense Diep. Allemaal plekken waar mensen door de eeuwen heen graag hebben gezeten, gemijmerd en wellicht plannen hebben gemaakt.
folder, waarin een toelichting gegeven wordt op de bijzondere plaatsen die onderweg aangedaan worden. De reeks bosjes in het paarlensnoer liggen buiten de wallen. Het is bos dat daar vanzelf is opgeslagen. Het is divers en afwisselend, soms dicht en dan weer zo open als een boomweide. Langs het nieuwe struinpad kan subtiel gewerkt worden aan het behoud, het herstel en de ontsluiting van al die parels. Soms kan er op plekken flink gedund worden in de opslag van bomen en struiken, zodat bijvoorbeeld een grafheuvel vrij komt te liggen, of zodat zichtlijnen mogelijk worden, niet alleen vanaf het struinpad maar ook vanaf de andere paden langs de rand van de Mensingebossen. Niet iedereen herkent natuurlijk onmiddellijk al die parels, maar ze zullen zo wel bijdragen aan de waardering die de bezoekers hebben voor het erfgoed van Mensinge, een wisselwerking van natuur en cultuur, van eeuwen her, verteld in tientallen verhalen.
De rand van het keileemplateau met het beekdal is de leidraad waaraan al deze bijzondere plekken als parels aan een paarlensnoer liggen. Deze plaatsen worden in de toekomstvisie verbonden met een nieuw pad, dat weliswaar gebruik maakt van stukken van bestaande paden, maar ook min of meer vrij zijn wegzoekt langs de rand van het beekdal, natuurlijk zonder daar schade aan te doen. Het pad moet daarom wel over grote delen een beetje exclusief zijn, voor de kenners en voor de doorzetters, degenen die er echt voor gaan. Het zou mooi zijn als er maar enkele plekken zijn waar dit pad aan de bestaande padenstructuur raakt. Misschien zouden er ook bestaande paden kunnen en moeten verdwijnen. Het wordt een laarzenpad met hier en daar een knuppelbrug of een plank over het water, zodat fietsers er niet lekker zullen rijden, gemarkeerd met hier en daar een paal. Het pad kan informatie dragen, via het gps-systeem of via een eenvoudige
Toekomstvisie voor de Mensingebossen: “Luister naar Mensinge!”
november 2009
35
6 | Contouren van een maatregelenplan
Het Noordelijk deel: Gebied Steenbergerloop: cultuurhistorie beleven • reconstructie Oude Diepje via bestaande laagtes, in combinatie met hermeandering Steenbergerloop • eventueel combineren met waterberging, maar geen rigoureuze vergraving • land art impression van Menso’s burcht Sterrenbos: Wandelbos • beheren als landgoedbos/stinsebos/parkbos • centrale laan (Gesinalaan) aan beide zijden Mensingeweg ontwkkelen als centrale as met beukenlaan • bestaande lanen vanaf voorzijde (Coenraadlaan) en achterzijde (Jan Kymmelllaan) van Huis Mensinge eveneens als beukenlanen behouden/ontwikkelen; • Op kruispunt Gesinalaan en Coenraadlaan kunstwerk met liefdesgedicht voor Gesina; • Bij ontwikkelen lanen geleidelijk te werk gaan d.w.z. niet in één keer strook kappen, maar werken vanuit de bestaande situatie en met bestaande bomen. • vijvers handhaven en zichtbaar houden, wellicht verder accentueren in “landschapsstijl” (bijv. meer ruimte eromheen met zichtbepalende bomen en struiken, rode beuk, treurwilg (?), rododendrons); niet aantakken aan Oude Diepje (i.v.m. doorstroom landbouwwater) • wallen: geen hakhout; maar met ‘acupunctuur’ dunnen van oude bomen, zodat ondergroei optreedt; aftrapping voorkomen Landbouwpercelen rond Sterrenbos • verbetering toegankelijkheid (wandel/fietsroute langs de Steenbergerloop met doorsteekjes naar het Sterrebos • instandhouding houtwallen, met gedachte “beste beheer is niets doen”, behoud en herstel wallichamen; in het bijzonder de hoge wallen in ere houden • hakhoutbeheer met terughoudendheid toepassen om kaalslag en massale vogelkersopslag te voorkomen.
36
Toekomstvisie voor de Mensingebossen: “Luister naar Mensinge!”
november 2009
Het midden: Noordrand Klein Dennen • alternatieve plek voor parkeerplaats Klein Dennen: sprookjesbos in door wallen afgezonderde kamer • Parkeerplaats opheffen; • houtwallen herstellen, gematigd hakhoutbeheer, aanplant hulst op wallen • toegangen markeren met hulstbomen of treurbeuken • geen lanenbeheer • voorzichtige toegankelijkheid, geen doorgaande routes • lage delen mogen natter worden, herstel ven/veentjes • afwisseling in bosbeheer; stukjes donker bos naast openheid, • meer variatie in Corsicaanse dennenbos Kamer van de Kleine Plas • rustig bos, beperkt aantal toegangen alleen vanaf Linelaan en Herenlaan • wallen latenbegroeien met hulst en beuk • rust aan zuidkant van de Kleine Plas • Lindelaan als laan beheren Bos met Grote Plas en Lelievijver: weer een geheel • stoppen met begrazing in zuidelijk deel! • houtwallen beplanten met hulst, op rijkere bodems ook meidoorn en hondsroos naast bosbes; • rust voor watervogels; met name aan de westzijde • door hulst en meidoornwallen slechte toegankelijkheid van te beschermen delen bij de Grote Plas en Lelievijver; • vogelkijkhut aan de zuidzijde van de Grote Plas • lelievijver open corridor geven naar het beekdal: stroet
Toekomstvisie voor de Mensingebossen: “Luister naar Mensinge!”
november 2009
37
Het overgangsgebied buiten de omwalde kavels Mogelijkheid voor struinroute langs interessante elementen buiten het dal: stroeten, ven, uitzichtpunten, knuppelbruggetjes, struinpad door landbouwgebied, grafheuvel; rustig, alleen voor liefhebbers? Verlengde Sterrebos • potklei en leem tot uiting laten komen: dunnen van beuk, zodat rijkere bosbegroeiing kan ontstaan met struik- en kruidlaag; • bosranden stimuleren met soorten als zoete kers en linde, meidoorn • doorkijkjes naar het beekdal Weides ten oosten Klein Dennen • houtwallen waar mogelijk in hakhoutbeheer • eikenwallen en elzensingels afhankelijk van de vochtigheid • Klein Dennenloopje ontwikkelen • struinroute zo mogelijk naar het zuiden langs het beekdal Hoge rand langs de Hazematen • koester in deze zone de afwisseling van open en dichte stukken en boetseer met de bijl om de vele parels ingetogen zichtbaar te maken: van steilranden en pingoruïnes, van grafheuvel en veenputten, van landingsplaats voor het vervoer over de beek tot vervaagde aansluiting op de Oude Vaart • struinwandelroute in het overgangsgebied • belvederes met hier en daar Jonkerbankjes, evt informatie • overgang naar begrazingsgebied met heideveld op Moltmakersstuk en omvorming Alteveerse bossen.; • opslag in de hand houden;
38
Toekomstvisie voor de Mensingebossen: “Luister naar Mensinge!”
november 2009
Het westen en zuiden Oude Vaart en Boelevaart ontwerp voor entreeruimte en Boelevaart laten uitwerken met o.a.: • Noordelijk deel van Boelevaart als brede multifunctionele robuuste formeel ingerichte entree van het gebied inrichten; • eerste stuk flaneerboulevard: verbreden en aanleg nieuwe laanbeplanting westzijde zodat monumentale entree ontstaat met drie of vier rijen eiken • toevoegen meubiliair langs Vaart en koepel bij begin van de Vaart • in entree en verder langs de Vaart ook mogelijkheden voor blokgooiers? • rand van scoutingbosje omvormen tot deel van de driedubbele eikenlaan • westzijde van Vaart in zuidelijke deel veenvorming stimuleren • grote wal aan de westzijde van de vaart toegankelijk maken met struinpad • beukenpoort over de Vaart instandhouden en zo mogelijk herstellen • attractiepunt aan het eind: uitkijkpunt op de grote wal met uizichten over de heidevelden en het dal van het Lieverense Diep in; Oude Vaartsbos • wandel- en recreatiebos; • affwisseling door bosbouwkundig productiebosbeheer • rust in het zuiden • aansluiting op Boelevaart: opening in noordelijke wal en nieuwe rij eiken Moltmakersstuk • zichtlijnen naar het beekdal, coulissen en dieptewerking • per saldo meer begroeiing terugdringen • heidekoetjes of -schapen • blokgooiers verplaatsen naar naar entree Boelevaart • beleefbaar/volgbaar maken stroet en pingoruïne Kymmells deel Roder Es • wallen herstellen, bij voldoende bodemkundige mogelijkheden met ook rijkere struiksoorten: meidoorn, hondsroos, hazelaar en eikenhakhout (strubbe) • driesland (tijdelijk beweide es): schapenweide • evt. akkerbeheer, bij voorkeur met gerst Alteveerse Bossen • comfortabele routes langs de wallen vanaf Alteveer • afwisseling in grote stukken heide, donker en licht bos • lange zichtlijnen naar Hazematen en dal van Grote Diep • begrazing met heidekoeien aansluitend op Moltmakerstuk? • houtwallen niet beplanten en langzaam laten vervallen • meer toegankelijk via GPS of struinroute Toekomstvisie voor de Mensingebossen: “Luister naar Mensinge!”
november 2009
39
7 | Aanbevelingen voor uitwerking Tijdens de openbare presentatie van deze visie in De Pompstee in Roden waren de aanwezigen over het algemeen positief. De verhalenbenadering werd omarmd en de aanpak onder het motto “voorzichtige vernieuwing kon ieders goedkeuring wegdragen. Het koesteren en verbeteren van de wallenstructuur - in ieder deelgebied op een andere manier - acht men van groot belang! Het creëren van rustige delen in het plangebied moet met voorrang worden aanpakt. De hulstwallen om de verschillende bospercelen juicht men daarom toe. Als het maar niet leidt tot het ontstaan van “gangen”. Op de vraag welke projecten men bij Staatsbosbeheer met voorrang wilde aanbevelen scoorde de reconstructie van het Oude Diepje in samenhang met het laten hermeanderen van zowel de Steenbergerloop als het Lieverense Diep in het Noorden van het plangebied hoog. Vrijwel iedereen is hier enthousiast over. Een ingetogen verbeelding van Menso’s burcht werd niet altijd specifiek genoemd, maar past goed in zo’n project. De bestaande werkgroep voor de Steenberger Loop kan in dit traject betrokken worden. Hierbij moet wel opgemerkt worden dat het Steenbergerloopje grotendeels een gegraven loop is. De meanderende vooroper ervan ontsprong aan de noordrand van het Sterrenbos. Tenbehoeve van de ontginning van de venen ten westen en zuidwesten van Roden werd deze loop rechtgetrokken en doorgegraven naar het westen. Bij de planvorming voor deze waterlopen dient dit verschil in ontstaanswijze wel in acht genomen te worden.
Mensen van camping Ot en Sien willen graag meedenken in de omvorming en aansluiting bij het dorp. Ze bieden ruimte bijv. voor informatievoorziening. Op het eerste gezicht biedt dit weinig, maar als de aansluiting van camping en dorp in een iets ruimer verband worden gezien liggen er wel degelijk kansen bijv. voor een alternatief voor de parkeerplaats in Klein Dennen en voor het opheffen van missing links in de lanenstructuur tussen de bossen en Huis Mensinge en openheid naar de bron van het Oude Diepje. Ook de Havezate wil en moet daarbij betrokken worden. Dat biedt grote kansen. Een ander alternatief voor de parkeerplaats in Klein Dennen kan wellicht net ten Noorden van Klein Dennen gevonden worden aan het brede pad dat naar het begin van de Oudevaart loopt tussen de boskamer van de Grote Plas en die van de Kleine Plas door. Dat pad is robuust genoeg voor grote aantallen wandelaars. Een intensieve communicatie met de inwoners van Roden en omgeving over het beheer van het gebied en de uit te voeren projecten is uitermate belangrijk. Als eerste resultaat van de openbare presentatie vielen al enkele nieuwe aanmeldingen bij de gebruikersgroep te noteren.
Een ander project waarover de meeste mensen enthousiast waren was het opwaarderen van de drie lanen in de oudste bossen in het noorden bij Huis Mensinge. De koppeling tussen havezate en bossen wordt er door versterkt. Het verbeelden van Coenraad’s liefdesgedicht voor Gesina op het punt waar hun lanen elkaar kruisen werd toegejuichd. De opwaardering van de entree via de Boelevaart langs de Oude Vaart viel ook in goede aarde. Dat vereist wel een goed doordacht ontwerp en samenwerking met verschillende organisaties als de scouting, IVN, blokgooiers en sportverenigingen. Speciale aandacht is nodig voor de oversteekplaats over de Norgerweg die moet worden vormgegeven in nauwe samenwerking met de gemeente en met oog voor de geplande woonwijk. Op dit moment worden de Mensingebossen al zwaar betreden. Als er een nieuwe wijk naast komt te liggen zal de druk alleen maar toenmen. Het is dan zaak dat een deel van de recreatrieve druk ook in de wijk zelf opgevangen wordt. Het uitbreiden van de heidevelden op het Moltmakerstuk naar de Alteveerse Bossen werd positief benaderd. Het weer leesbaar maken van de vroegere weidse woeste gronden - die op de plaats van deze bossen een eeuw geleden het beeld nog bepaalden - zag men als een mooi perspectief. Men vroeg aandacht voor de ooievaars op Mensinge en voor de parkeermogelijkheden voor mensen van buiten Roden.
40
Toekomstvisie voor de Mensingebossen: “Luister naar Mensinge!”
november 2009
Oude Diepje Steenbergerloop
Huis Mensinge
Houtwallenkavels langs dal van het Oude Diepje Oude Mensingebos Ontginningsbos met Kleine Plas
Sterrebos
Ontginningsbos met Grote Plas
Verlengde Sterrebos Klein Dennen Houtwallenkavels langs Kleindennenloopje
De Oude Vaart
Dalrandbos bij de Dikke Boom
Moltmakerseind
Hazematen -noord
Oudevaartsbos-noord Oudevaartsbos-zuid Juffer’s ven Kymmell’s es
Moltmakersstuk
Zuidplas
Moltmakersbultje Kymmell’s veentje Poezemaatje Hazematen - midden Alteveerse bos -west Alteveerse bos - oost Hazematen - zuid Toekomstvisie voor de Mensingebossen: “Luister naar Mensinge!”
november 2009
41
42
Toekomstvisie voor de Mensingebossen: “Luister naar Mensinge!”
november 2009