LOT KINDEREN IN OORLOGSGEBIEDEN GAAT NEDERLAND AAN HET HART

Rapport

LOT KINDEREN IN OORLOGSGEBIEDEN GAAT NEDERLAND AAN HET HART ‘Wat is er nodig om gewoon kind te kunnen zijn?’ Onderzoek in opdracht van War Child

www.ioresearch.nl

COLOFON

Uitgave I&O Research Zuiderval 70 Postbus 563 7500 AN Enschede Rapportnummer 2015 Datum Mei 2015 Opdrachtgever War Child Auteurs Gijs Jan Visser Peter Kanne Bestellingen Exemplaren zijn verkrijgbaar bij de opdrachtgever.

lot kinderen in oorlogsgebieden gaat nederland aan het hart 

2

Belangrijkste resultaten Nederlander meest begaan met lot oorlogskinderen Indien Nederlanders tien situaties van rampen of misstanden, in combinatie met de slachtoffergroep (mensen in het algemeen, kinderen of dieren) wordt voorgelegd, blijkt dat het lot van kinderen in oorlogsgebieden hen het meest aan het hart gaat. Daarna volgen andere rampen die kinderen kunnen overkomen: natuurrampen of epidemieën. De volgorde naar groep is als volgt: kind, mensen in het algemeen, dieren. De volgorde naar rampsituatie: oorlog, natuurramp, epidemie, armoede in eigen land. WELKE VAN VOLGENDE SITUATIES GAAT U HET MEEST AAN HET HART? 1.

kinderen die slachtoffer worden van oorlog

2.

kinderen die slachtoffer worden van een natuurramp

3.

kinderen die slachtoffer worden van epidemieën zoals Ebola

4.

mensen in het algemeen die slachtoffer worden van oorlog

5.

mensen in het algemeen die slachtoffer worden van een natuurramp

6.

kinderen in Nederland die leven in armoede

7.

mensen in het algemeen die slachtoffer worden van epidemieën zoals Ebola

8.

mensen in het algemeen die leven in armoede

9.

dieren die slachtoffer worden van een natuurramp

10.

dieren die slachtoffer worden van epidemieën zoals de vogelgriep of de varkenspest

Kinderen in oorlogsgebieden blijven verstoken van basisvoorwaarden kind te kunnen zijn De kindertijd van Nederlandse kinderen wordt met een 8,1 hoog beoordeeld. In Syrië ligt dit met een 2,3 aanzienlijk lager. Ook kinderen in Afghanistan (2,6) en bezet Palestijns gebied (2,8) hebben volgens de Nederlanders geen onbezorgde kindertijd. Voorwaarden voor een onbezorgde kindertijd zijn volgens de Nederlanders: vrede (geen oorlog), een veilige thuissituatie, liefhebbende ouders, onderdak, een veilige leefomgeving, voldoende eten en drinken, het hebben van vriendjes en vriendinnetjes, emotionele steun ontvangen, onderwijs kunnen volgen, buiten kunnen spelen, schone buitenlucht en kunnen beschikken over kleding. Voor kinderen in Nederland wordt aan deze voorwaarden volgens 100% tot 96% voldaan. Voor kinderen in de vier voorgelegde oorlogslanden wordt – volgens de Nederlanders – overwegend voldaan aan het hebben van liefhebbende ouders, vriendjes en vriendinnetjes en schone buitenlucht. Ongeveer de helft van de Nederlanders denkt dat kinderen in Syrië, Congo, Afghanistan en Palestina emotionele steun krijgen en dat ze kunnen beschikken over kleding. Onderdak en voldoende eten en drinken krijgen kinderen in Afghanistan en Palestina volgens bijna twee derde van de Nederlanders, maar in Syrië en Congo maar volgens een derde tot een kwart. In alle vier de landen blijven kinderen volgens de Nederlanders echter verstoken van de zeer belangrijke voorwaarden om kind te kunnen zijn: vrede, een veilige leefomgeving en onderwijs kunnen volgen.


3

Aantal gewapende conflicten wordt onderschat In het tweede deel van het onderzoek zijn enkele kennisvragen gesteld over oorlogssituaties in Nederland. Hieruit blijkt dat Nederlanders de duur van de oorlog in Syrië onderschatten, net als het aantal gewapende conflicten in de wereld. Tot slot schatten Nederlanders de gemiddelde levensverwachting van mensen die in een oorlogsgebied wonen meer dan 25 jaar lager in dan de gemiddelde Nederlandse levensverwachting. War Child goed bekend Negen op de tien Nederlanders (93 procent) kent War Child, net wat minder dan Artsen zonder Grenzen en Unicef.


4

1

Inleiding

Aanleiding War Child zet zich in voor een beter leven van honderdduizenden oorlogskinderen. Het is de missie van War Child een oorlogskind te helpen de toekomst te verbeteren. War Child werkt aan:  het stimuleren van de psychologische en sociale ontwikkeling van oorlogskinderen  het beschermen van kinderen tegen de gevolgen van gewapende conflicten, het geweld, de uitbuiting, de ingrijpende ervaringen  het organiseren van onderwijs  ervoor zorgen dat deze kinderen gehoord worden. Hun stem telt! 20-jarig bestaan en TV-avond War Child bij de EO op NPO1 In oktober 2015 bestaat War Child twintig jaar en op 10 juni 2015 heeft War Child een bijzondere tv-avond van anderhalf uur bij de EO op NPO1. Speciaal voor die avond gaat een aantal BN’ers op reis naar programma’s van War Child. Onderzoeksvraag In opdracht van War Child heeft I&O Research een onderzoek uitgevoerd met als centrale vraag: Wat is er nodig om gewoon kind te kunnen zijn?’. Deze vraag is voorgelegd aan een representatieve steekproef van Nederlanders die deze vraag beantwoordden voor de situatie in Nederland en in oorlogsgebieden. De achterliggende vraag van het onderzoek is in hoeverre hier verschillen tussen bestaan: hebben kinderen in een oorlogsgebied (bijvoorbeeld Syrië) in de beleving van Nederlanders andere behoeften dan kinderen in bijvoorbeeld Nederland? Daarnaast is in dit onderzoek onderzocht wat Nederlanders weten van (kinderen in) oorlogssituaties. Deze en andere vragen worden in dit onderzoek beantwoord. Onderzoeksopzet en respons Het onderzoek is online uitgevoerd in het I&O Research Panel, een ‘access panel’ met ruim 21.000 leden. De vragenlijst kon tussen 23 april en 10 mei worden ingevuld. In totaal hebben 1.146 Nederlanders deelgenomen. I&O Research heeft dit onderzoek pro bono uitgevoerd.


5

2

Kinderen in Nederland en in oorlogsgebieden

Uit de onderstaande tabel blijkt dat kinderen die het slachtoffer worden van oorlog mensen het meest aan het hart gaan (gemiddeld een 8,5 op een schaal 1 (kan men niet zoveel schelen tot 10 (gaat iemand zeer aan het hart). Onder mannen is dit met een 8,3 iets lager dan onder vrouwen (8,8). Ouders met kinderen zijn (uiteraard) ook meer begaan met het lot van kinderen in oorlogsgebieden (8,7). De top 3 wordt gecomplementeerd door kinderen die het slachtoffer worden van een natuurramp (8,3) en van grote uitbraken van bijvoorbeeld Ebola (8,1). Voor alle situaties geldt dat vrouwen en mensen met kinderen meer begaan zijn met de omschreven situaties dan mannen. Tabel 1: Welke van volgende situaties gaat u het meest aan het hart? TOT 35

35-54

55 EO

TOTAAL

kinderen die slachtoffer worden van oorlog

8,1

8,4

9,0

8,5

kinderen die slachtoffer worden van een natuurramp

7,6

8,1

8,8

8,3

kinderen die slachtoffer worden van epidemieën zoals Ebola

7,5

7,9

8,7

8,1

mensen in het algemeen die slachtoffer worden van oorlog

7,6

7,8

8,6

8,0

mensen in het algemeen die slachtoffer worden van een natuurramp

7,3

7,7

8,4

7,9

kinderen in Nederland die leven in armoede

7,2

7,6

8,3

7,8

mensen in het algemeen die slachtoffer worden van epidemieën zoals Ebola

7,0

7,5

8,3

7,7

mensen in het algemeen die leven in armoede

6,9

7,3

7,9

7,5

dieren die slachtoffer worden van een natuurramp

6,0

6,4

6,6

6,5

dieren die slachtoffer worden van epidemieën zoals de vogelgriep of de varkenspest

5,8

6,3

6,6

6,5

Nederlanders geven kindertijd Nederlandse kinderen 8,1 Vervolgens vroegen we Nederlanders met kinderen van 18 jaar of jonger om de kindertijd van Nederlandse kinderen een rapportcijfer te geven.

8,1

Voor de kindertijd van Nederlandse kinderen

Nederlanders van 35 jaar en jonger zijn duidelijk positiever over de kindertijd van Nederlandse kinderen (8,4) dan de 55-plussers (7,6). De groep tussen 35 en 54 jaar zit met een 8,1 op het totaalgemiddelde. De verschillen tussen mannen en vrouwen zijn klein. Nederlanders geven kindertijd Syrische kinderen een 2,3 Daarna is ook gevraagd om de kindertijd van kinderen in enkele andere landen te beoordelen (tabel 2). Uit de tabel blijkt meteen dat Nederlanders denken dat opgroeien in met name Syrië (gemiddeld 2,3), Afghanistan (2,6) en bezet Palestijns gebied (2,8) een stuk minder aangenaam is dan in Nederland. In de Democratische Republiek Congo en Colombia zijn de waarderingen voor de kindertijd iets hoger dan de drie Aziatische gebieden.


6

Tabel 2: Hoe denkt u dat het is voor kinderen in de volgende landen om op te groeien? Kunt u voor elk land een inschatting maken in een cijfer van 1 tot 10 hoe het is om daar kind te zijn? <35

35-54

55+

TOTAAL

Syrië

2,3

2,3

2,3

2,3

Afghanistan

2,7

2,6

2,5

2,6

Bezet Palestijns gebied

2,7

2,8

2,8

2,8

Democratische Republiek Congo

3,7

3,6

3,7

3,7

Colombia

5,0

4,9

4,5

4,7

Verenigde Staten van Amerika

7,3

7,3

7,4

7,4

Nederland

8,4

8,1

7,6

8,1

Duitsland

8,4

8,3

8,3

8,3

Veilige thuissituatie en vrede zijn het belangrijkst De Nederlanders kregen in totaal vijftien situaties voorgelegd die belangrijk (kunnen) zijn voor een onbezorgde kindertijd (zie voor alle items tabel 3). De top vijf van wat men het meest belangrijk vindt voor een onbezorgde kindertijd – waar dan ook – zijn: 1.

vrede (geen oorlog)

2.

een veilige thuissituatie, zonder huiselijk geweld

3.

liefhebbende ouders

4.

onderdak

5.

een veilige leefomgeving (geen geweld buiten)

Volgens vrijwel iedereen hebben Nederlandse kinderen een veilige thuissituatie Vervolgens is doorgevraagd in hoeverre men denkt dat dit in Nederland het geval is. De percentages volledig het geval, bijna altijd het geval, en meestal het geval zijn in deze analyses bij elkaar opgeteld. 1.

vrede (geen oorlog)  98%

2.

een veilige thuissituatie, zonder huiselijk geweld  96%

3.

liefhebbende ouders  99%

4.

onderdak  100%

5.

een veilige leefomgeving (geen geweld buiten)  94%

Twee derde denkt dat thuissituatie Syrië veilig is Het zal geen verbazing wekken dat Nederland er zeer goed vanaf komt in vergelijking met de Democratische Republiek Congo, Syrië, Afghanistan en de bezette Palestijnse gebieden. Een aantal zaken vallen in deze vergelijking op. De Democratische Republiek Congo, Syrië, Afghanistan en de bezette Palestijnse gebieden ‘scoren’ (niet onverwacht) veel lager op bijvoorbeeld vrede (geen oorlog), een veilige leefomgeving en voldoende eten en drinken. Deze volgens Nederlanders zeer belangrijke aspecten (en de lagere score hierop in de vier landen) lijkt door te werken in het oordeel over meerdere van de andere aspecten. Denk bijvoorbeeld aan voldoende speelgoed (97 procent in Nederland, 6 procent in Syrië en bijvoorbeeld 0 procent in de Democratische Republiek Congo). Het is natuurlijk logisch dat kinderen in de Democratische Republiek Congo of Syrië ander speelgoed hebben dan in Nederland, wat natuurlijk niet hoeft te betekenen dat dit automatisch te weinig is. Hetzelfde geldt voor buiten kunnen spelen en kunnen sporten.


7

Misschien kan men in de Democratische Republiek Congo of bezet Palestijns gebied zelfs wel vaker buiten spelen dan in Nederland, waar kinderen juist vaak binnen lijken te blijven. Uiteraard speelt de veilige leefomgeving bij dit aspect ook een rol. Tot slot de schone buitenlucht: in veel Nederlandse steden zitten hoge concentraties fijnstof in de lucht. Het is natuurlijk maar de vraag in hoeverre dit in de andere vier landen het geval is, het zal niet gemeten zijn. In relatie tot het belang dat Nederlanders hechten aan de aspecten wordt in de Democratische Republiek Congo, Syrië, Afghanistan en Iran vooral niet voldaan aan de voorwaarden vrede (geen oorlog) en een veilige leefomgeving (geen geweld buiten). Als het gaat om een veilige thuissituatie, denken de Nederlanders dat kinderen in Syrië deze het vaakst wordt geboden. In de overige drie landen denkt ongeveer de helft van de Nederlanders dat kinderen een veilige thuissituatie hebben. Ook denken Nederlanders dat kinderen in de andere landen onvoldoende eten en drinken hebben (een kwart in Syrië en de Democratische Republiek Congo en ongeveer de helft in Afghanistan en bezet Palestijns gebied). Verder valt op dat de Nederlanders de veiligheid van de thuissituatie in Syrië vrij hoog beoordelen (65 procent), terwijl dit percentage in de andere drie landen rond de 45 procent ligt. Hetzelfde geldt voor buiten kunnen spelen: in de Democratische Republiek Congo en Afghanistan denkt rond de 70 procent dat dit in deze landen goed kan, terwijl dit in Syrië en bezet Palestijns gebied op circa een derde ligt. Tabel 3: Kunt u voor kinderen in …. per voorwaarde zeggen in hoeverre dat voor hun kindertijd geldt? WAAR DAN OOK

NEDERLAND

Belang

DR CONGO

SYRIË

AFGHANISTAN

BEZET PALESTIJNS GEBIED

In hoeverre geldt dit in deze landen?

vrede (geen oorlog)

100%

98%

4%

1%

9%

7%

onderdak

100%

100%

38%

34%

63%

62%

liefhebbende ouders

100%

99%

77%

88%

91%

86%

een veilige thuissituatie (geen huiselijk geweld)

100%

96%

49%

65%

46%

44%

een veilige leefomgeving (geen geweld buiten)

100%

94%

4%

7%

8%

7%

voldoende eten en drinken

99%

99%

25%

26%

52%

45%

het hebben van vriendjes/vriendinnetjes

99%

97%

80%

82%

81%

84%

emotionele steun ontvangen

99%

93%

48%

51%

49%

55%

onderwijs kunnen volgen

98%

100%

10%

19%

22%

31%

buiten kunnen spelen

98%

98%

69%

32%

68%

33%

schone buitenlucht

97%

96%

78%

69%

77%

61%

kunnen beschikken over kleding

96%

100%

52%

49%

52%

60%

kunnen sporten

85%

90%

12%

6%

11%

6%

voldoende speelgoed

53%

97%

0%

6%

2%

4%

kunnen beschikken over een mobiele telefoon

15%

77%

69%

32%

68%

33%


8

Kinderen in oorlogsgebieden hebben dezelfde behoeften als kinderen in Nederland Acht op de tien Nederlanders (82 procent) zijn deze mening toegedaan.

82%

... denkt dat kinderen in oorlogsgebieden dezelfde behoeften hebben als Nederlandse kinderen

Naarmate de leeftijd van de Nederlanders toeneemt, is men vaker deze mening toegedaan. Onder 55-plussers is dit 87 procent en onder 35-54 jarigen 84 procent. Jongeren denken minder vaak dat de behoeften van kinderen in oorlogsgebieden niet verschillen met Nederlandse kinderen (70 procent). Vrijwel iedereen vindt de moeder het belangrijkste in het leven van een kind 84 procent noemt vervolgens de vader. Daarna komt er een hele tijd niets en volgt op 5 procent (het beste) vriendje of vriendinnetje. Er zijn nauwelijks verschillen tussen man en vrouw en de drie generaties.

96%

... vindt de moeder de meest belangrijke persoon in het leven van een kind

Vrijwel iedereen vindt dat kinderen nooit in een oorlog thuishoren Een grote meerderheid (88 procent) is verder van mening dat de psychosociale hulp die War Child aan kinderen in oorlogsgebieden biedt, ervoor zorgdraagt de kans groter wordt dat deze kinderen later niet deelnemen aan oorlog en geweld.

Kinderen horen nooit thuis in oorlog.

98%

Elk kind – waar ook ter wereld - heeft recht op een onbezorgde jeugd

98%

Kinderen die opgroeien tot evenwichtige volwassenen, zijn later beter in staat conflicten te voorkomen of op te lossen.

93%

Doordat War Child kinderen in oorlogsgebieden psychosociale hulp geeft, is de kans groter dat deze kinderen later niet deelnemen aan… 0%

88%

25%

50%


75%

100%

125%

9

3

Kennis over oorlogen en ongeregeldheden

Oorlogen in Syrië het meest bekend We hebben Nederlanders gevraagd of ze weten waar er oorlog is of ongeregeldheden. Er zijn allerlei gradaties mogelijk, zoals een conflict tussen twee partijen/stammen/bevolkingsgroepen in hetzelfde land, wat dan een burgeroorlog heet. Het onderscheid is in de recente geschiedenis wel ambivalenter geworden, wie is bijvoorbeeld de vijand in de ‘oorlog tegen terrorisme? De definitie van ongeregeldheden is volgens Van Dale wanorde of in meervoud relletjes1. Dat het oorlog is in Syrië is volgens 91% van de Nederlanders duidelijk, rond de helft beschrijft de situatie in Irak, Oekraïne en Afghanistan eveneens als oorlog, de overige 40 tot 50% ziet het als ongeregeldheden. Ongeregeldheden komen in Colombia2 volgens de Nederlanders het vaakst voor, gevolgd door de Democratische Republiek Congo3. Een derde typeert de situatie in Bosnië als ongeregeldheden, terwijl 55 procent vindt dat er niets aan de hand is. Tabel 4: In welke van onderstaande landen is er momenteel een oorlog gaande of zijn er ongeregeldheden volgens u? JA, OORLOG

GEEN OORLOG, WEL ONGEREGELDHEDEN

NEE, GEEN VAN BEIDE

WEET IK NIET

Syrië

91%

7%

0%

2%

Irak

55%

40%

2%

3%

Oekraïne

51%

44%

2%

3%

Afghanistan

49%

47%

1%

3%

Bezet Palestijns gebied

30%

64%

3%

4%

Democratische Republiek Congo

28%

53%

2%

17%

Colombia

6%

67%

14%

13%

Bosnië

2%

33%

55%

10%

Drie op de tien kinderen leeft wereldwijd in oorlogsgebied Althans, dat denken de Nederlanders. Mannen denken dat dit percentage een stuk lager is dan vrouwen. Volgens de jongeren (26 procent) leven er minder kinderen in oorlogsgebied dan volgens de 55-plussers (34 procent). Onder de 35-54 jarigen is dit 30 procent. Volgens Unicef leven er wereldwijd 231 miljoen kinderen in oorlogsgebieden. Uitgaande van een leeftijd van 0 tot 14 jaar zijn dit er dan wereldwijd 13 procent. Nederlanders overschatten dus het aantal kinderen dat in een oorlogsgebied leeft. Enige kanttekeningen zijn wel op zijn plaats: het is bij ons niet bekend welke leeftijdsgrenzen Unicef hanteert. Als zij bijvoorbeeld 0 tot 18 nemen, is het werkelijke percentage lager. Verder speelt de definitie van conflictgebied een rol.

1

Bron: Vandale.nl

2

Door conflictenteller.nl wel gedefinieerd als een actief conflict.

3

In Democratische Republiek Congo speelt het conflict zich vooral in het oosten van het land af.


10

Nederlanders onderschatten het aantal gewapende conflicten Volgens de website conflictenteller zijn er op dit moment (2015) 53 gewapende conflicten in de wereld. 4 Volgens de Nederlanders zijn er op dit moment 31 gewapende conflicten, verspreid over de hele wereld. Jongeren denken dat dit er minder zijn (27), dan de generatie erna (37). Onder de 55-plussers is dit 29. Slechts 3 Nederlanders hadden het aantal van 53 goed, maar liefst 87 procent schatte dit aantal te laag in. Zij kiezen vooral voor ‘ronde’ getallen. Zo denkt 11 procent dat er 10 conflicten zijn en eveneens 11 procent dat het er 15 zijn, en 10 procent dat het om 20 conflicten gaat. Nederlanders die denken dat er meer dan 53 gewapende conflicten zijn, denken meteen dat dit er (veel) meer zijn, 3 procent kiest bijvoorbeeld voor 100. Het maximale aantal dat is genoemd is 370. Tabel 5: Hoeveel gewapende conflicten zijn er volgens u momenteel wereldwijd? WERKELIJK:

53

gemiddelde inschatting door Nederlanders

31

man

32

vrouw

31

tot 35

27

35 t/m 54

37

55+

29

mensen met kinderen

30

Kwart Nederlanders denkt dat minimaal 41 procent van de kinderen het slachtoffer wordt van oorlogsgeweld Slechts 8 procent denkt dat kinderen hooguit een vijfde deel uitmaken van het totaal aantal slachtoffers van oorlogsgeweld. Tien procent denk dat de helft of meer van het aantal oorlogsslachtoffers een kind is! Volgens War Child is bijna de helft van de slachtoffers van oorlogsgeweld kind. De Nederlanders zitten met hun schatting dus aardig in de buurt.

4

Hierbij wordt een onderscheid gemaakt tussen 30 sluimerende conflicten, (zoals in Noord-Ierland en meer prominent het conflict

tussen Noord- en Zuid-Korea) en 23 actieve conflicten, zoals de oorlogen in Oekraïne en Syrië, maar bijvoorbeeld ook het conflict tussen Israël en de Palestijnen en de drugsoorlogen in Mexico. Nu is het vergelijk met de inschatting van gewapende conflicten niet goed te maken, want hoewel er mag worden verondersteld dat alle actieve conflicten op conflictenteller.nl gewapend zijn, is het niet zo dat alle sluimerende conflicten ongewapend zijn (denk bijvoorbeeld aan de situatie tussen Noord- en Zuid-Korea, waar regelmatig wapengekletter te horen is).


11

Tabel 6: Hoe groot is – als percentage van het totaal aantal oorlogsslachtoffers – het percentage kinderen dat het slachtoffer wordt van oorlogsgeweld? TOT 35

35 T/M 54

55+

TOTAAL

8%

10%

8%

8%

21 tot 30 procent

30%

29%

29%

29%

31 tot 40 procent

27%

32%

29%

29%

41 tot 50 procent

13%

12%

14%

13%

meer dan 50 procent

11%

10%

11%

11%

weet niet

12%

8%

9%

9%

tussen de 0 en 20 procent

Nog geen kwart weet hoe lang de oorlog in Syrië duurt De Syrische burgeroorlog begon in 2011 en duurt nu dus al vier jaar. Een op de vijf Nederlanders (22 procent) van de Nederlanders weet dat. De meeste Nederlanders (29 procent) denken dat de oorlog in Syrië drie jaar of minder duurt. Ruim een vijfde (22 procent) noemt vier jaar. Slechts weinigen (2 procent) zijn van mening dat deze oorlog recent is begonnen (in de afgelopen twee jaar). Een relatief grote groep (17 procent) geeft aan het niet te weten. Een vijfde (20 procent) schaart de Syrische oorlog al bijna onder de langdurige conflicten, door te denken dat deze vijf jaar of langer duurt. De Syrische burgeroorlog begon in 2011, zoals 22 procent van de Nederlanders dus aangaf. Levensverwachting in oorlogsgebieden veel lager ingeschat dan in Nederland Er is een fors verschil in levensverwachting tussen Nederlanders (volgens de Nederlanders gemiddeld bijna 80 jaar). Inwoners van oorlogsgebieden worden volgens de Nederlanders gemiddeld 53 jaar oud.

79,7

... gemiddelde levensverwachting in Nederland volgens het panel

In werkelijkheid is de levensverwachting in Nederland 81,0 jaar (CBS, 2013).

53,0

... jaar oud, worden mensen in oorlogsgebieden gemiddeld (volgens het panel)


12

4

Het werk van War Child

Negen op de tien kent War Child Op de vraag welk van volgende organisaties die iets doen voor kinderen of volwassenen in oorlogsgebieden men kende vóór deze enquête begon, kregen we als antwoord dat Artsen zonder Grenzen en Unicef net iets bekender zijn, maar op de derde plaats komt War Child met 93 procent. ARTSEN ZONDER GRENZEN

97%

Unicef

96%

War Child

93%

Stichting Vluchteling

53%

Andere organisatie

10%

geen

1%


13

LOT KINDEREN IN OORLOGSGEBIEDEN GAAT NEDERLAND AAN HET HART

Recommend Documents