Loonbelastingregels: een geheugensteun voor ieder werkgever! Marla Bonafacio-Zimmerman
Wettelijke bepalingen Op basis van de hoofdregel van artikel 6 lid 1 van de Landsverordening op de Loonbelasting1976 (hierna: “LLB van 1976”) geldt als loon: “al hetgeen onder welke naam of vorm ook uit een bestaande of vroegere dienstbetrekking wordt verkregen. Niet in geld verkregen loon wordt in aanmerking genomen naar zijn geldswaarde”.
In artikel 6 lid 2 LLB wordt een opsomming gegeven van voordelen die ten goede van een werknemer kunnen komen zonder dat deze aanleiding hoeven te geven tot het heffen van loonbelasting. Hiernaast bepaalt artikel 6c lid 1 van de LLB van 1976 dat:“niet in geld genoten loon wordt in aanmerking genomen naar de waarde welke daaraan in het economische verkeer kan worden toegekend met dien verstande dat voor zover de verwerving van het loon het gebruik of verbruik daarvan meebrengt, de waarde wordt gesteld op ten hoogste het bedrag van de besparing.” Uitwerkingen van deze bepaling, die voornamelijk van belang zijn beloningen in natura, treft men aan in de Handleiding Loonbelasting danwel in diverse ministeriële beschikkingen, brieven van de Directeur der Belastingen en aanschrijvingen van de Hoofd van de Inspectie der Belastingen. In paragraaf 3 wordt een overzicht gegeven van de fiscale behandeling van de meest voorkomende beloningen in natura, die in een arbeidsovereenkomst worden opgenomen. In paragraaf 4 zal aandacht worden besteed aan tweetal faciliteiten waarop een werknemer (of diens rechtsopvolgers) in voorkomende gevallen aanspraak kan (kunnen) maken. Deze faciliteiten maken niet expliciet deel uit van een arbeidsovereenkomst.
3. Een aantal belangrijke secundaire arbeidsvoorwaarde en hun fiscale behandeling.
Secundaire arbeidsvoorw aarden
Wel/Geen loon
Opmerkingen
Dertiende maand
1
Wel loon
Aangezien hier sprake is van een “andere beloning welke slechts éénmaal per jaar wordt genoten” is deze belast volgens de tabel bijzondere beloningen ex artikel 8, lid 3 LLB 1976.
Vakantietoelage per maand (bruto)
2
Wel loon
Zie 1.
Geen loon
Volgens artikel 6, lid 3c LLb. 1976 juncto artikel 8i van de Landsverordening Inkomstenbelasting 1943 (hierna: LIB 193”) worden toeslagen van de werkgever. op het loon van de werknemer ter compensering van de door de werknemer verschuldigde premies ingevolge de Lv.AOV en Lv. AWW buiten het inkomensbegrip gehouden.
3a
Geen loon
De aanspraken en verstrekkingen zijn vrijgesteld. De toeslag, het zogenaamde werkgeversdeel, behoort niet tot het loon.
4
Geen loon
Volgens artikel 6, lid 3d LLB. 1976 juncto artikel 8 j LIB 1943 worden verplichte bijdragen van de werkgever voor pensioenen en pensioenfondsen buiten het inkomensbegrip gehouden.
Premie 3 AOV/AWW welke (volledig) door werkgever wordt betaald
Premie AVBZ welke (volledig) door werkgever wordt betaald Premie oudedagspensioen welke (volledig) door werkgever wordt betaald
Secundaire arbeidsvoorw aarden
Korting op rente hypotheeklening (vergeleken met marktrente)
5
Wel/Geen loon
Opmerkingen
Wel loon
Op basis van artikel 6, lid 1 LLB. 1976 wordt onder loon verstaan al hetgeen wat onder welke naam of vorm ook uit een dienstbetrekking wordt verkregen. De waardering van dit niet in geld verkregen loon wordt in aanmerking genomen naar zijn geldswaarde. Het voordeel uit renteloze of laagrentende leningen moet als belastbaar loon worden aangemerkt. Op grond van een redelijke wetstoepassing dient dit tot het loon te rekenen voordeel, als betaalde rente in aanmerking te worden genomen in de inkomstenbelasting. Zie Hof Leeuwaarden 17 november 1978, nr. 138/77, BNB 1979/258. Momenteel neemt de Belastingdienst het standpunt in dat een rente van minimaal zes procent als zakelijk dient te worden aangemerkt. Het verschil met lagere rentepercentages dient dus als voordeel te worden aangemerkt.
Korting op rente persoonlijke lening, vergeleken
6
Wel loon
Bespaarde rente is loon
NB.:rente aftrekbaar tot max.ƒ5000
Zie 5.
Secundaire arbeidsvoorw aarden
Wel/Geen loon
Opmerkingen
Wel loon
Bespaarde rente is loon
met marktrente Korting op rentelening auto, vergeleken met marktrente
7
Renteloze lening voor studiekosten
8
Renteloze lening als voorschot voor betaling autobelasting
9
Wel loon
Bespaarde rente is loon
Renteloos voorschot op eerstvolgende salarisuitbetaling
10
Wel loon
Bespaarde rente is loon
Korting op premie verzekeringen via werkgever
11
Wel loon
Volgens artikel 6, lid 1 LLB. 1976 wordt onder loon verstaan al hetgeen onder welke naam of vorm ook uit dienstbetrekking wordt verkregen.
Zie 5.
Geen loon
Bespaarde rente is geen loon Volgens artikel 6, lid 3h LLB 1976 hoeven “verstrekkingen met betrekking tot zodanige opleiding of studie” niet tot het loon te worden gerekend. Wel moet sprake zijn van een studie voor een beroep.
Uitzondering De Nederlandse staatssecretaris heeft in een Resolutie van 19
Secundaire arbeidsvoorw aarden
Wel/Geen loon
Opmerkingen
augustus 1988, BNB 1988/315 goedgekeurd dat “indien aan werknemers producten uit het bedrijf van de werkgever worden verstrekt, voor welke verstrekking van de werknemers een eigen bijdrage wordt verlangd, ervan uit mag worden gegaan dat geen belastbaar voordeel wordt genoten, mits voldaan is aan de volgende voorwaarden: a. de producten zijn voor de werkgever niet branchevreemd b. de hoeveelheid ervan gaat niet uit boven hetgeen in een gezin als dat van de werknemer pleegt te worden geconsumeerd c. de bijdrage van de werknemer is ten minste gelijk aan de integrale kostprijs voor de werkgever.
Volledige vergoeding studiekosten door werkgever.
12
Wel/Geen loon afhankelijk van de studie
Artikel 6 lid 3h LLB. 1976 bepaalt dat “uitkeringen tot dekking van op de werknemer drukkende kosten van zijn opleiding of studie voor een beroep aftrekbaar” zijn. In dit
Secundaire arbeidsvoorw aarden
Wel/Geen loon
Opmerkingen
artikel worden dezelfde bewoordingen als in artikel 16 LIB. 1943 gebruikt. De vrijstelling houdt mijns inziens dan ook verband met de mogelijkheid studiekosten als buitengewone lasten in mindering op het inkomen te brengen. Studiekosten komen slechts in aanmerking als buitengewone lasten indien de studiekosten worden gemaakt ter verbetering van iemands financieel-economische positie (zie aantekening staatssecretaris bij BNB 1968/29). Voldoende is dat met het oog op positieverbetering investering in persoonlijke kennis plaatsvindt. Geen recht op aftrek bestaat indien de vergroting van de persoonlijke kennis een zo algemeen karakter draagt dat daarvan geheel onafhankelijk van de beroepsuitoefening in het privé-leven profijt kan worden getrokken (te denken valt in dit verband aan het behalen van het rijbewijs voor een gewone personenauto). Dus als de werkgever. de kosten voor het behalen van het rijbewijs voor een werknemer. vergoed, dan is deze vergoeding bij de
Secundaire arbeidsvoorw aarden
Wel/Geen loon
Opmerkingen
werknemer belast (zelfs al zou deze werknemer bij de werkgever” salesman zijn) Een na het beëindigen van de studie ontvangen studiekostenvergoeding is belast. Zie HR 24 december 1969, BNB 1970/60. In een dergelijk geval zijn namelijk de kosten tijdens de studie al aftrekbaar geweest als buitengewone lasten. Dubbel voordeel is aldus uitgesloten. Eenmalige winstuitkering
13
Wel loon
Aangezien hier sprake is van een “tantième” is deze belast volgens de tabel bijzondere beloningen ex artikel 8 lid 3 LLB. 1976.
Gebruik bedrijfswoning zonder huurbetaling
14
Wel loon
Op basis van artikel 6, lid 1 LLB. 1976 dient onder loon te worden verstaan al hetgeen onder welke naam of vorm ook uit dienstbetrekking wordt verkregen. Als loon in natura wordt dan in aanmerking genomen 4,8% van de economische waarde van de ter beschikking gestelde woning. Gemiddelde woonlasten bedragen in veel gevallen ten minste 20% van het gezinsinkomen.
Secundaire arbeidsvoorw aarden
Gebruik bedrijfswoning tegen aangepaste huurprijs
Wel/Geen loon
15
Wel loon
Opmerkingen
.
Het verschil met de marktprijs is loon Volgens artikel 6, lid 1 LLB. 1976 wordt onder loon verstaan al hetgeen onder welke naam of vorm ook uit dienstbetrekking wordt verkregen. Ook wonen tegen een lagere prijs dan normaliter gevraagd wordt, vormt een bate in natura. Verschil tussen de economische huurwaarde en de eigen bijdrage van de werknemer wordt als loon in natura in aanmerking genomen. De fiscus hanteert de volgende stellingen ter vaststelling van de waarde in economisch verkeer: Fiscus Curacao hanteert 10 keer jaarhuur, dus 120 keer Fiscus St.Maarten: belangrijk is het bedrag van de maandhuur. De huurwaarde is: 4.8% van100 keer de maandhuur voor huurbedragen tot en met $ 1250 per maand danwel 120 keer de maandhuur voor huurbedragen tot en met $ 2000 per maand danwel 140 keer de maaandhuur voor huurbedragen boven $ 2000 per maand.
Secundaire arbeidsvoorw aarden
Wel/Geen loon
Opmerkingen
4. Miscellanous Tot slot wens ik nog te wijzen op een tweetal faciliteiten waarop een werknemer aanspraak kan maken. Zoals eerder is gesteld, maken deze regelingen geen onderdeel uit van een arbeidsovereenkomst die een werkgever met zijn werknemer afsluit. Een werknemer (of diens rechtsopvolgers) kan (kunnen), onder omstandigheden, wel een beroep doen op deze faciliteiten.
Andere faciliteiten Eenmalige uitkering ter zake van overlijden
Lumpsum bij beëindiging van een dienstbetrekking
Wel/Geen loon 16
Geen loon
17
Wel loon maar belast tegen bijzonder tarief
Opmerkingen
Eenmalige uikeringen en verstrekkingen bij overlijden van de werknemer zijn onbelast tot een bedrag van driemaal het maandloon Er is vooraf toestemming van de Inspectie nodig om, in plaats van de tabel bijzondere beloning in de loonbelasting., het bijzonder tarief van de inkomstenbelasting bij de heffing van loonbelasting te mogen toepassen Het tarief bedraagt inclusief opcenten niet minder dan 16.9% en niet meer dan 33,8%. Het voordeel voor de werknemer zit in de hoogte van het toe te passen tarief (maximaal 49.4% aan loonbelasting versus 33,8% aan inkomstenbelasting. De werknemer hoeft dan niet 1 jaar te wachten voordat hij van genoemd tariefsvoordeel kan genieten.