Lombok schoon, voor en door ondernemers, 2001 Voorwoord Het Utrechtse Lombok heeft zich het afgelopen decennium weten te ontwikkelen tot een aantrekkelijke, levendige wijk vol bedrijvigheid. Nog niet zo lang geleden werd er nog gesproken over sloop en achterstand, maar investeringen in stadsvernieuwing en bedrijvigheid hebben die ontwikkeling gekeerd. Prachtige woonhuizen uit het begin van de vorige eeuw zijn in hun oude luister hersteld. Nieuwe appartementen staan op de oude industrieterreintjes van weleer. Het winkelgebied van Lombok (de Kanaalstraat en de Damstraat) heeft een uitheems karakter, met zijn vele groenten- en fruitwinkels, bakkers en slagers die hun waren vaak kleurig en aantrekkelijk uitstallen. Hier koop je geen biscuitjes bij de Spar, maar bachlava en Arabische muziek. Niet alleen uit de wijk, maar ook uit de stad en zelfs de regio komen de klanten. Vooral in het weekend is het er een drukte van belang. Die drukte heeft een keerzijde. Het winkelgebied is haast te krap voor zoveel bedrijvigheid. Dubbelgeparkeerde auto's, stilstaande bussen, laden en lossen uit bestelbussen die stoep en straat in beslag nemen. Bovendien: de winkels staan vaak midden tussen woonhuizen. En ze zijn vaak gevestigd in voormalige woonhuizen; dus zijn ze niet berekend op opslag van bederfelijke waren als groenten en fruit. Deze winkels scheiden hun bedrijfsafval doorgaans niet, want daar zijn geen voorzieningen voor. Dus belandt er afval op straat. Zulk zwerfvuil veroorzaakt daar grote ergernis. Met name in dat deel van de straat waar veel food-winkels liggen, wordt iedere dag wel karton, groente, fruit, soms vlees of papier op straat gedumpt. Bedrijfsafval is in Lombok een serieus probleem. En daarom is de Stichting Lombok Schoon opgericht, om de problematiek van het bedrijfsafval aan te pakken in een pilotproject. Ogenschijnlijk is het probleem niet ingewikkeld en kan de oplossing dat dus ook niet zijn. Het komt erop neer dat een groep ondernemers (rond de twintig) teveel afval aanbiedt op een foutieve wijze, en bovendien te weinig betaalt voor het inzamelen ervan. Het probleem blijkt evenwel hardnekkig, ook al zijn er inmiddels tal van ondernemers, bewoners, ambtenaren en bestuurders bij betrokken. In dit boekje gaan we in op de achtergrond van de problematiek, de werkwijze en de resultaten van Lombok Schoon. Direct betrokkenen komen aan het woord over de vraag hoe zij het probleem ervaren en waar zij denken dat de oplossing ligt. Ze keken kritisch naar anderen en naar zichzelf. Ze spraken niet enkel namens de organisatie waar ze deel van uitmaken, maar zeker ook vanuit hun eigen ervaringen. Kritisch en met realiteitszin. We zijn dankbaar voor de oprechte inzet van alle betrokkenen. Joke Roelofs, projectmanager Cees van Diemen, bedrijvencontactfunctionaris.
Inleiding "En is Lombok nu echt zo veranderd? Vroeger heette de Kanaalstraat een ongeorganiseerd zooitje, nu noemen mensen het een gezellige multiculturele winkelstraat. Terwijl de straat de afgelopen tien jaar vrijwel gelijk is gebleven. Nog steeds parkeren auto's er midden op straat en vullen groentenkraampjes alle stoepen. Alleen de naam is anders." Aldus journaliste Charlotte Huisman in het Utrechts Nieuwsblad medio 2001. Stichting Lombok Schoon is één van de organisaties die - met financiële hulp van Europa (URBAN) en de gemeente Utrecht - heeft getracht bij te dragen aan het verbeteren van de leefbaarheid van de wijk. Doel van project Lombok Schoon is dat de straat schoner wordt. Dat ondernemers in het gebied hun verantwoordelijkheid nemen en zich inzetten om de afvalproblemen op te lossen. Misschien is er minder veranderd dan we verwacht of gehoopt hadden. In ieder geval is er een grote inzet van gemeente, politie, bewoners en ondernemers geweest om het tij te keren. Stichting Lombok Schoon; methodiek en aanpak Ondernemers uit de straat moesten van meet af aan direct betrokken zijn bij de activiteiten van Stichting Lombok Schoon. De ondernemers moesten medeontwikkelaar en medeverantwoordelijk worden voor het implementeren van nieuwe maatregelen. Ook de communicatie tussen en met de ondernemers stond hoog in het vaandel. Doel van de stichting was het om een groot draagvlak voor het project te vormen om de slaagkans ervan te vergroten. Praktisch betekende dit dat twee ondernemers uit het gebied gingen deelnemen in het bestuur. Ter voorbereiding van het project kwam een kerngroep gedurende enkele maanden tweewekelijks bijeen. Hierin waren zes Lombok-ondernemers vertegenwoordigd met ieder een verschillende culturele achtergrond en uit diverse branches. Een projectmanager werd aangesteld, met als opdracht voor een goede coördinatie tussen de verschillende partijen te zorgen en de voortgang te bewaken. Een functionaris voor bedrijvencontacten werd vervolgens verantwoordelijk gemaakt voor het directe overleg met de ondernemers. Hij werd tevens de spil tussen de ondernemers en de projectmanager. Aanvankelijk was het de bedoeling dat een perscontainer voor het bedrijfsafval in de directe omgeving van de Kanaal-Damstraat zou worden geplaatst. De ondernemers zouden een contract met Stichting Lombok Schoon afsluiten. De stichting zou dan verantwoordelijk zijn voor het aanbod, de verwerking en betaling van het bedrijfsafval. Begin 2000 werd duidelijk dat de plannen niet uitvoerbaar waren, mede doordat buurtbewoners milieubezwaren maakten tegen de plaatsing van de perscontainer in hun wijk. Stichting Lombok Schoon zocht met de Reinigings- en Havendienst een oplossing die aansloot bij de reguliere werkwijze van deze dienst. Stichting Lombok Schoon en de Reinigings- en Havendienst sloten hiertoe een contract af voor de pilotperiode van oktober 2000 tot juni 2001. In deze periode werd het bedrijfsafval niet meer één maal per week opgehaald maar drie maal, op dinsdag, donderdag en zaterdag. De ondernemers werden geacht hun bedrijfsafval aan te bieden in herkenbare rode Lombok Schoon vuilniszakken. Karton, hout, papier e.d. moesten ze bundelen in handzame pakketten en voorzien van een sticker met het Lombok Schoon logo. Het bedrijfsafval werd vervolgens in de winkels opgehaald.
De andere activiteiten van de Reinigings- en Havendienst gingen en gaan intussen gewoon door: elke ochtend - behalve op zondag – worden de straten geveegd, de containers worden op vaste tijden geleegd en op vrijdag wordt het (particuliere) huisvuil opgehaald. Om inzicht te krijgen in de soort en hoeveelheid aangeboden bedrijfsafval werd in de pilotperiode per adres het aanbod geregistreerd. De ondernemers werd duidelijk gemaakt dat er na deze periode een nieuw contract zou worden aangeboden. Elke ondernemer moet dan gaan betalen voor de hoeveelheid vuil die hij dan aanbiedt. Ook moet hij volgens dat contract het bedrijfsafval op de juiste wijze en op de juiste tijd gaan aanbieden. Medio 2001 stopte de pilot van Stichting Lombok Schoon. De problemen werden voorgelegd aan de projectgroep Stedelijk Afval van de gemeente. Voortbouwend op de kennis en ervaring van Stichting Lombok Schoon startte deze groep het Project Handhaving Bedrijfsafval Kanaalstraat. Belangrijk doel was de milieuovertreders gezamenlijk en continu aan te pakken. Juni 2001 benaderde de Reinigings- en Havendienst intussen alle ondernemers om nieuwe en passende contracten af te sluiten. Bureau Bedrijfsinspectie (onderdeel van de Dienst Stadsontwikkeling) en de Milieupolitie voeren vanaf die tijd strenge milieucontroles uit. De overtreders worden bestuursrechtelijk dan wel strafrechtelijk vervolgd. De les uit Lombok Schoon Bedrijfsafval binnen in een zaak ophalen bleek te omslachtig en is tijdens het project weer losgelaten. Het ontbreken van een bedrijfsafvalstoffenverordening is bovendien een groot manco gebleken. Daardoor ontbrak een belangrijke juridische basis om onwillige ondernemers aan te pakken. Bovendien: ondanks de goede voorbereiding en afspraken kwam niet iedereen zijn verplichtingen na. Capaciteitsproblemen bij de verschillende betrokken organisaties waren daar mede debet aan. Desondanks heeft de pilot tal van inzichten opgeleverd. Het volume en de aanbieders van bedrijfsafval zijn precies in kaart gebracht. Blijkt dat 65% van de ondernemers wekelijks 1 tot 6 vuilniszakken aanbiedt. 20% biedt wekelijks 7 tot 12 vuilniszakken aan en 15% biedt wekelijks meer dan 12 vuilniszakken aan. Deze 15% blijkt overigens wél verantwoordelijk voor circa 50% van het totale bedrijfsafval in het gebied. Het grootste aanbod van afval en het ergste probleem daarmee concentreert zich in de Kanaalstraat, in het gedeelte tussen de Dam- en Lombokstraat. Het probleem blijkt zich ook tot enkele branches te beperken. Het gaat met name om groenten- en fruitzaken, bakkerijen, slagerijen, kruidenierszaken en de horeca. Het echte afvalprobleem is toe te schrijven aan hooguit 10 tot 20% van de ondernemers. Die zijn nu met naam en toenaam bekend. Alle ondernemers zijn zich door het project ervan bewust geworden dat hun bedrijfsafval anders moet worden aangeboden en dat ze na de proefperiode de juiste rekening zullen ontvangen voor hun bedrijfsafval. Nog meer winst: de direct betrokken instanties Wijkbureau West, Reinigingsen Havendienst, Politie Regio Utrecht, bureau Bedrijfsinspectie en de Dienst Stadsbeheer werken beter samen waardoor hun beleid en aanpak effectiever is. Dit werd mede gesteund en gestuurd door de politiek, met name door wethouder Van Zanen, die verantwoordelijks is voor onder meer Openbare Ruimte.
Een schone straat?! Door zes dagen per week te vegen en twee maal per week extra bedrijfsafval op te halen, is het winkelgebied Kanaal-Damstraat zonder twijfel schoner geworden. Ook de ondernemers zijn er zich bewust van dat ze moeten betalen naar rato van de hoeveelheid bedrijfsafval die ze aanbieden. Een aantal ondernemers wordt er nu op aangesproken dat ze zich moeten houden aan de milieuregels. Enkelen worden vervolgd omdat ze weigeren zich hier aan te conformeren. Tevens neemt het bewustzijn toe dat een schone straat een betere uitstraling naar de klanten heeft. Tachtig tot negentig procent van de ondernemers houdt zich inmiddels keurig aan de regels. Alle partijen zijn het er over eens: er moeten heldere en eenduidige regels zijn. De ondernemer moet die nakomen en de gemeente moet zorgen voor een strak handhavingsbeleid. Te weinig ondernemers zijn lid van een goed georganiseerde en actieve ondernemersvereniging. Dit wordt gezien als een manco om ondernemers op één lijn te krijgen en hen betrokken te maken bij de héle straat. Ook wordt het na decennia gedogen tijd voor een cultuuromslag; ieder moet zijn eigen verantwoording nemen en niet schromen om elkaar op verantwoordelijkheden aan te spreken, zowel ondernemers en bewoners. De toekomst, de droom Ambitieuze plannen zijn ontwikkeld om het unieke karakter van de wijk tussen Leidsche Rijn en het Stationsgebied verder te ontwikkelen. Over pakweg vijf jaar zijn de panden in de Kanaal-Damstraat gerenoveerd, en is de Kop van Lombok deels opnieuw gebouwd. Er komt een grote supermarkt voor terug, wellicht een moskee met winkeltjes, woonhuizen en een leefplein. Onder de Kop van Lombok is een grote parkeergarage en ondergronds een opslagplaats voor gescheiden afvalopslag. Er ligt dan een verordening voor bedrijfsafvalstoffen, ondernemers in Utrecht hebben hun eigen vuilniszakken of containers dan wel kliko’s. Dan wordt er gewerkt met het diftarsysteem: een ingebouwde chip legt vast wie wat aanbiedt. De Kanaal- Damstraat is over vijf jaar een echte winkelstraat – deels een promenade - waar het eenzijdige aanbod van foodwinkels vervangen is door een veelzijdig multicultureel aanbod, ook in het midden en hoge marktsegment. Voor toeristen en funshoppers is het een leuk dagje uit: gezellige winkeltjes waarin vele culturen zijn terug te vinden, een volksbuurtmuseum, een hotel, een moskee. Een wandeling naar de molen en uitrusten bij het water. En dat allemaal in een schone winkelstraat.
Branchering per gebied Branchering
Diensten
Damstraat Kanaalstraat: Damstraat tot Lombokstraat Kanaalstraat: Lombok- tot JP Coenstraat Kanaalstraat: Westplein tot Damstraat Totaal
12 8 4 2 26
Food / horeca 11 30 8 49
Non food 15 14 9 1 39
Geboorteland ondernemers geboorteland Turkije Marokko Suriname/ Nederlandse Antillen Iran China Nederland
Colofon Idee / realisatie Tekst / interviews Eindredactie Ontwerp Druk Foto's
Aantal 40 20 11 4 1 38
Joke Roelofs, projectmanager Cees van Diemen, bedrijvencontactenfunctionaris Karel Verdonschot Taluut
Totaal 38 52 21 3 114
De secretaris: 'gemengde gevoelens' “We hebben er niet uitgehaald wat we gedacht hadden, maar het heeft wel een hele trein op gang gebracht”. De heer Smits, secretaris van Stichting Lombok Schoon, heeft gemengde gevoelens overgehouden aan het pilotproject Lombok Schoon. Hij begrijpt de ondernemers wel. Zij worden in hun marginale bedrijven en door de moordende concurrentie welhaast gedwongen om te bezuinigen op de kosten, dus ook op de kosten voor bedrijfsafval. Bovendien verklaart Smits hun opstelling met cultuurverschillen. Sommige culturen gaan gewoon anders om met afval, en daar moet je rekening mee houden. Belangrijkste probleem van het pilotproject vindt hij het ontbreken van een bedrijfsafvalstoffenverordening in de gemeente Utrecht. Dat maakt volgens hem de juridische basis zwak om ondernemers die zich niet aan de regels houden te vervolgen. Het wijkbureau zou een belangrijke taak kunnen vervullen als vertegenwoordiger voor de ondernemers. Eigenlijk zou in elke wijk waar veel bedrijvigheid is een bedrijvencontactfunctionaris moeten opereren. Gezien de samenstelling van de ondernemers zou dat in Lombok bij voorkeur een Turk moeten zijn. Het zou een vertrouwenspersoon moeten zijn die de belangen van de ondernemers vertegenwoordigt en de ondernemers wegwijs maakt in de wirwar van regels. Daarvoor is een band met de ondernemers beslist noodzakelijk, leert zijn ervaring. Smits: ”Winkeliers kwamen pas naar me toe toen mijn gezicht bekend was in de Kanaalstraat. Pas toen betrokken ze me bij bepaalde dingen”. Smits is niet erg optimistisch over de nabije toekomst. Hij verwacht niet dat de problemen, die nu worden veroorzaakt door een klein deel van de ondernemers, op korte termijn zullen worden opgelost. Op langere termijn zijn er nog flinke stappen nodig, wil het goedkomen. Welke? Smits somt ze op: "Er moet een bedrijfsafvalstoffenverordening komen. En er moeten eenvoudige en duidelijke afspraken met de gemeente waaronder de Reinigings- en Havendienst - gemaakt worden. En er moet een vertrouwenspersoon worden ingezet om contacten te leggen en te onderhouden. Pas dan komt een structurele oplossing in zicht."
De heer K. Smits, secretaris Stichting Lombok Schoon
De wijkbewoonster: 'Ik schaam me als er visite komt' Mevrouw Prins woont al jaren midden in de Kanaalstraat. Ze is actief wijkbewoonster en heeft veel last van zwerfvuil in haar straat. Drie maal per week veegt ze de stoep, maar ze schaamt zich als er visite komt en de straat er vervuild bij ligt. Grootste probleem is dat iedereen altijd maar afval op straat neerzet. De ondernemers, de bewoners en zelfs de klanten... "want die nemen een kistje fruit mee, en als ze dan bij hun auto komen, dan zetten hun boodschapjes erin en laten ze het kistje gewoon op straat staan." Bewoners zouden direct betrokken moeten zijn bij het initiatief van Stichting Lombok Schoon, vindt mevrouw Prins. Bewoners en ondernemers moeten elkaar erop aanspreken als iemand zich niet aan de regels houdt. Ook de overheid moet strenger controleren en overtreders bestraffen. Prins over de samenwerking en de effectiviteit van de betrokken instanties: "Iedereen heeft zijn taak, maar ik vind niet dat iedereen zijn taak nakomt. Iedereen is het er mee eens, iedereen weet wat er aan de hand is, maar hoe kan het dan allemaal zo lang duren"? Mevrouw Prins, actief wijkbewoonster en lid van de kerngroep
De ondernemer: 'Er zijn geen problemen.' De heer H. Kozan is eigenaar van Turkiyem, een grote groenten- en fruitzaak annex slagerij in de Kanaalstraat. Na vijftien jaar bij Aldi te hebben gewerkt heeft de heer Kozan nu dertien jaar zijn eigen zaak. De ondernemer vindt niet dat er echt problemen zijn met bedrijfsafval. In de Damstraat al helemaal niet en in de Kanaalstraat eigenlijk ook niet. De kosten voor het ophalen van zijn bedrijfsafval vindt hij wel een probleem. Kozan huurt twee panden die hem jaarlijkse ƒ55.000,- aan huur kosten. Hij heeft vier personeelsleden in dienst, moet vier maal per week naar de veiling rijden en heeft verder nog heel wat meer kosten. Terwijl door de grote concurrentie in de straat zijn marge heel smal is. De brutowinst op een doos sinaasappels bedraagt bijvoorbeeld niet meer dan luttele vijf gulden, zegt hij. Het nieuwe contract met de Reinigings- en Havendienst kost hem ƒ12.000,- per jaar, voor twee containers. Dit kan zijn bedrijf niet meer opbrengen, stelt de ondernemer. Bovendien heeft hij aan één container genoeg omdat al het karton naar de kerk gaat. Een ander probleem is dat de heer Kozan geen aparte opslagruimte heeft voor zijn afval.Vanuit één winkelpand wordt verkocht, het andere pand dient als opslag voor de voorraad en vuilopslag tegelijk. Voor de deur staat ook nog een bedrijfswagen met handelswaar. Het groenten- en fruitafval in de container begon allengs zo te stinken dat Kozan die niet meer gebruikt. Drie maal per week biedt hij nu zijn bedrijfsafval in zakken aan. De ondernemer vindt hoe dan ook dat hij schoner is gaan werken door het project van de Stichting Lombok Schoon. "Dit is ook belangrijk voor de klanten, die vinden dat prettig en komen daardoor vaker terug." De heer H. Kozan, ondernemer in de Kanaalstraat
De ondernemer: 'Respect graag' Na twee jaar een kleine groenten- en fruitzaak te hebben gehad in de Kanaalstraat is de heer S. Rezaie al meer dan vijf jaar eigenaar van de grootste supermarkt in de Kanaalstraat: SPAR Lombok markt. Na een opleiding als tandtechnieker, kroop het bloed waar het niet gaan kon. Handelen en uitdagingen aangaan is de Iraanse familie eigen. Samen met vader en twee broers werkt Rezaie zes dagen per week van zeven uur 's ochtend tot half negen 's avonds. Sedert enkele maanden doet hij het wat rustiger aan en gaat hij niet ook nog ‟s nachts enkele keren per week naar de veiling. Economisch heeft Rezaie niets te klagen. Hoewel de uitgaven – mede door de aankoop van het bedrijfspand groot zijn, kan de familie goed leven. Rezaie heeft nauwelijks opslagmogelijkheden voor zijn bedrijfsafval. Vroeger sloeg hij het op in de bedrijfswagen, nu wordt het drie maal per week opgehaald en hoeft dat niet meer. Al zijn de ophaalkosten voor het bedrijfsafval verdubbeld tot 200,- per maand, de situatie is echt verbeterd, vindt hij. De straat is schoner en hygiënischer. Karton brengt de heer Rezaie zelf weg naar Scherpenzeel. Fruit en groenten dat niet lang meer houdbaar is gaat voor een lage prijs of gratis weg. Zo brengt hij zijn hoeveelheid afval flink terug. Punt van kritiek vindt de ondernemer dat hij bij milieucontrole niet altijd met respect wordt behandeld. Over de oplossing van het bedrijfsafvalprobleem is de heer Rezaie zeer duidelijk: “mensen moeten zich aan de regels houden”. De heer S. Rezaie, ondernemer en lid van de kerngroep
De wijkagent: 'Ik begrijp het niet' “Ik begrijp zelf niet waarom de ondernemer er niet alert op is. Het ziet er soms niet uit. Ik begrijp hun overwegingen niet, je zou toch van de ondernemers verwachten dat ze hun eigen straat schoonhouden. Dat verkoopt toch beter.” De heer R. van Zuilen, wijkagent in Lombok, kan de opstelling van menig ondernemer in de wijk maar moeilijk vatten. Om de bureaucratie binnen instanties te omzeilen heeft hij een adressenbestand van vaste contactpersonen binnen de gemeente en politie opgebouwd. Het liefst met een 06-nummer. Als bewoners of ondernemers klachten hebben dan moeten ze bij Wijkbureau West zijn. Van Zuilen merkt daarover wel op dat een hier ingediende klacht over vele schijven gaat en „dat het wel even kan duren voordat de juiste instantie hem in behandeling neemt‟. Over de werkwijze en betrokkenheid van de instanties rondom het project is Van Zuilen positief. "Er is beslist de wil om het probleem goed aan te pakken. Alle instanties zijn gemotiveerd." Over de huidige situatie rondom het bedrijfsafval is de heer Van Zuilen niet zo positief. Eigenlijk staat er altijd vuil! Er zijn strakke regels en afspraken nodig om de problematiek op te lossen. En die moeten ook worden gemaakt tussen en binnen de instanties zodat de boodschap naar de ondernemers eenduidig is en blijft. Van Zuilen denkt dat voorlichting voor de ondernemers en op scholen in de wijk een nuttige bijdrage kan leveren om milieubewuster te worden. Maar: “Ik zie eigenlijk maar één echte oplossing en dat is forse bestuursdwang. Het probleem moet de ondernemers te kwader trouw economisch treffen”. De heer R. van Zuilen, Politie Regio Utrecht ,wijkagent in Lombok
Wijkbureau West / de Dienst Stadsbeheer: ‟Net elastiek.‟ De mythe dat de Kanaal- Damstraat alleen maar een gezellige tolerante multiculturele winkelstraat is, is mede door de inzet van het wijkbureau ontkracht. Wijkbureau West heeft er zich namelijk flink voor ingezet om ook de problémen van de straat bij de Gemeente Utrecht op de agenda te zetten en op de agenda te houden. De aanpak van de problematiek moet volgens wijkmanager mevrouw Utlu en haar collega Verschoof integraal zijn. De gemeentelijke diensten en de politie moeten samenwerken om de wijk schoon, veilig én leefbaar te maken. Het wijkbureau weet zich hierbij in belangrijke mate gesteund door het gemeentebestuur. Mevrouw Utlu: ”Het college heeft behoorlijk zijn nek uitgestoken om de problematiek op de agenda te krijgen. Met name wethouder Van Zanen speelt hierin een cruciale rol." Het wijkbureau registreert de klachten van bewoners en ondernemers en stuurt deze vervolgens door naar de verantwoordelijke gemeentelijke afdeling. Het bureau heeft daarbij een signalerende taak. Het heeft geen controlerende taak noch instrumenten of bevoegdheden om zélf problemen op te lossen. Binnen het huidige systeem van klachtenmelding is niet altijd helder wat er met de klacht gebeurt. Dit dan tot grote ergernis van de indiener van de klacht. Behalve dat het wijkbureau als front office tijdens kantooruren functioneert zou er ook een calamiteitenteam moeten zijn dat 24 uur per dag bereikbaar is voor noodgevallen. Mevrouw Utlu noemt de gemakzucht en de mentaliteit van de ondernemers als belangrijke oorzaken van de problematiek: “Als ik een ondernemer ben en ik ga ‟s morgens om vier uur naar de veiling en ik koop goedkope producten, dan weet ik toch van tevoren dat een groot deel daarvan afval is”. Oftewel, de ondernemer weet bij inkoop al dat de winkel te klein is. Bij mevrouw Utlu moet je niet aankomen met dooddoeners als cultuurverschillen. In haar geboorteland Turkije houdt de ondernemer zijn straat ook schoon. De vaak te tolerante houding van de gemeente heeft bovendien niet positief gewerkt op het oplossen van de problemen. Verschoof geeft het beleid ten aanzien van uitstallingen als voorbeeld: ”Als er wat gedaan wordt is het een actie. Dan is het twee, drie weken heel kort heel fel aanpakken en vervolgens is het weer loslaten. Net elastiek. Je laat het los en pats, het schiet weer terug.” Kortetermijnoplossing is volgens het wijkbureau: vervuilers die niet mee willen werken flink aanpakken. Ook ziet ze het liefst een permanente vertegenwoordiging van de gemeente in de straat. Controleurs en handhavers, alsook een team dat de ondernemers met raad en daad bijstaat. Voor de lange termijn heeft Utlu grootse plannen. De Kanaal-Damstraat zou de status van woonwinkelcentrum moeten krijgen. Er zou zich een bazaarachtige woonwerkomgeving moeten ontwikkelen. En het winkelcentrum moet goed bereikbaar zijn. De Kanaal-Damstraat is dan aantrekkelijk, veilig, levendig en schoon. Verschoof maakt een voorbehoud: " Bij de herinrichting van de Kanaalstraat moeten we er rekening mee houden dat het een centrale verbindingsweg is die veel drukke zijstraten ontsluit. Het wordt bepaald geen eenvoudige opgave.' Mevrouw M.Utlu, wijkmanager en de heer B. Verschoof, accountmanager Dienst Stadsbeheer.
Bureau Bedrijfsinspectie: 'Vreselijk redelijk' Bureau Bedrijfsinspectie (BBI) ziet er op toe dat zo'n 5.000 Utrechtse bedrijven zich houden aan de Wet Milieubeheer. Het toezicht van het bureau is gefocust op de grotere milieuvervuilende bedrijven, een van de belangrijke uitgangspunten is: scheiding van bedrijfsafval om de afvalberg kleiner te maken. Voor de kleine detaillist is doorgaans niet zo veel aandacht, aldus de heer R. van Brenk hoofdinspecteur Milieu & Duurzaamheid, welke afdeling valt onder bureau Bedrijfsinspectie. De ondernemers in de Kanaal-Damstraat hebben zelf direct voordeel van afvalscheiding. Papier en karton kunnen ze gratis bij inzamelbedrijf Scherpenzeel inleveren. Daardoor heeft de ondernemer aan een kleinere container genoeg en bespaart hij op zijn kosten. Extra winst: deze inspanning is goed voor het milieu. Indien een ondernemer zich niet aan de milieueisen houdt volgt BBI een vaste procedure. Een medewerker van de dienst gaat langs en legt dan de ondernemer uit wat hij niet goed doet en binnen welke tijd hij problemen moet oplossen. Per brief wordt zo'n bezoek bevestigd. Dan volgt er een hercontrole. Blijkt de ondernemer het nog steeds niet goed te doen, dan volgt er een aanzegging tot toepassing van bestuursdwang al dan niet in combinatie met het aanzeggen van een proces verbaal. En tenslotte - als de ondernemer zich nog steeds niet aan de regels houdt - volgt de daadwerkelijke bestuurlijke dwang. Inmiddels zijn we dan enkele maanden verder. Over de werkwijze van BBI en de tijd die ondernemers krijgen om aan hun milieuverplichtingen te voldoen zegt de heer Van Brenk:"Ik denk dat we redelijk zijn. Sterker nog, ik denk dat we vreselijk redelijk zijn". De Reinigings - en Havendienst heeft de problematiek rondom bedrijfsafval in de Kanaal- Damstraat aangezwengeld. Zelf vindt Van Brenk dat de invalshoek van het plan van aanpak niet primair het illegale bedrijfsafval op straat had moeten zijn maar de bedrijven zelf. Bedrijven moeten zich houden aan milieuregels, dus ze moeten hun afval op de juiste wijze opslaan en gescheiden aanbieden. En dat zou een project onder regie van BBI moeten zijn, gelet op de aanpak, de werkwijze en bevoegdheden. De heer R. van Brenk, Dienst Stadsontwikkeling; hoofdinspecteur Milieu & duurzaamheid.
De Milieupolitie „Geen prioriteit„ De Milieupolitie signaleert en controleert milieuovertredingen. Momenteel controleert de Milieupolitie samen met bureau Bedrijfsinspectie tal van bedrijven in de Kanaal- Damstraat op hun milieu-inspanning. De boodschap dat er strenger gecontroleerd wordt is helder bij de ondernemers overgekomen. „Bij de tweede controle kenden ze mijn gezicht al en gingen ze elkaar waarschuwen.‟, aldus mevrouw Riezenbos milieucontroleur Politie Regio Utrecht. Het ontbreken van voorlichting aan de ondernemers vindt ze de voornaamste oorzaak van de bedrijfsafvalproblematiek. “Mensen willen een zaak beginnen, gaan naar de Kamer van Koophandel, schrijven zich in en daarmee is het gebeurd”. Aldus mevrouw Riezenbos. De Kamer van Koophandel of de gemeente zou de ondernemer in spe erop moeten attenderen dat hij zich moet melden bij bureau Bedrijfsinspectie, een afvalcontract moet afsluiten en nog zo een en ander. Na voorlichting moet natuurlijk structurele controle en handhaving volgen, aldus hoofd voorlichting Politie Regio Utrecht de heer J. Servaas. Het schoonhouden van de wijk is een kwestie van mentaliteit van individuen. Want opvallend is dat in bepaalde zijstraten van de Kanaalstraat altijd rotzooi ligt en in andere nooit. Welke logica hierachter zit weet mevrouw Riezenbos niet. Maar het is volgens haar dus niet terecht om de hele wijk het stempel van vervuiler op te plakken. Er is niet zoiets als dé mentaliteit van dé wijk. Naast controle en handhaving is het van belang dat betrokken instanties goed samenwerken en zich houden aan de afspraken. Mede door personeelswisselingen willen afspraken nog wel eens verwateren. Dat komt de duidelijkheid en effectiviteit niet ten goede, aldus Riezenbos. Evenals de betrokken gemeentelijke afdelingen kampt ook de politie met grote capaciteitsproblemen. Ze moet aanhoudend prioriteiten stellen. Servaas geeft er een voorbeeld van. “ Ik moet naar een dagelijkse briefing en daar noteer ik zomaar zes gestolen auto‟s, tien straatrovers die aangehouden moeten worden, twaalf woninginbraken. Als ik dan zie dat we op dat moment met zes man voor een district werken dat loopt van Lombok tot Haarzuilens en van Lage Weide tot aan Ijsselstein, dan hoef ik je niet te vertellen dat een te vroeg buiten gezette vuilniszak niet onze prioriteit heeft”. Politie Regio Utrecht, mevrouw A. Riezenbos, milieucontroleur en de heer J. Servaas, hoofd voorlichting.
Reinigings- en Havendienst: „Je moét positief zijn.' De Reinigings- en Havendienst (RHD) haalt het huisvuil op in de Gemeente Utrecht. Particulieren betalen een vast tarief alnaargelang ze een eenpersoons- of een meerpersoonshuishouden vormen. Met bedrijven wordt een commerciële overeenkomst gesloten. Die moeten betalen voor de hoeveelheid bedrijfsafval die ze aanbieden. Een van de verwarrende factoren in de Kanaal- Damstraat is dat zowel bewoners als bedrijven er hun afval aanbieden. Om het extra gecompliceerd te maken heeft de RHD ook nog een algemene zorgtaak. Dat wil zeggen dat de dienst in opdracht van de gemeente ervoor moet zorgen dat de stad schoon is. Die taak staat los van de vraag of particulieren of bedrijven nu wel of niet betalen voor hun afval. "Oorzaak van de problemen met bedrijfsafval is niet toe te rekenen aan individuele ondernemers - die gedragen zich niet anders dan andere ondernemers in de stad - maar aan de hoge concentratie food- en horecazaken in de straat. Prijsconcurrentie en het grote aantal klanten dat de winkels trekken, versterken het probleem." Aldus de heer Heller, unit-manager Inzameldienst van de RHD. Anders dan bij bureau Bedrijfsinspectie is afvalscheiding geen hot item bij de RHD. "Wekelijks wordt gewoonen gft-afval gescheiden opgehaald. Maar de RHD kan niemand tot scheiden verplichten," licht mevrouw Visser, communicatiemedewerkster van de RHD, toe. Heller vervolgt: “We hebben een kleine maar goede stap in de juiste richting gezet. We merken iets van verbetering. Maar welbeschouwd: als je drie maal per week bedrijfsafval inzamelt, dan mag het ook wel schoner worden in de straat.” Over de toekomst is de RHD-medewerker positief. “Je moét positief zijn, anders kom je nergens. We hebben al vaker extra inzet gepleegd in de Kanaal- Damstraat, maar als we het nu niet redden maak ik me echt heel veel zorgen.” Anders dan vroeger wordt het afvalprobleem nu niet alleen als RHD-probleem benaderd, maar vanuit een bredere invalshoek bekeken. Daarom zijn nu meer gemeentelijke instanties betrokken bij het veilig, schoon, bereikbaar en leefbaar maken van het gebied. De les die de RHD trekt uit het project Lombok Schoon is dat je overtredingen niet 'gewoon' moet gaan vinden. Snel reageren op onacceptabele situaties, in samenwerking met andere instanties en de politie, luidt dan ook het parool bij de dienst. Terwijl de grijze gebieden juist erg breed zijn en de grenzen flink zijn verlegd. Heller: "Dat betekent gewoon dat we preventief moeten werken. En minder tolerant moeten zijn." Reinigings- en Havendienst, de heer T. Heller Unitmanager Inzameldienst en mevrouw S. Visser, communicatiemedewerkster.