Lokale bewerkingen in Lightroom Hoewel Lightroom 1.0 niet was bedoeld als vervanger van Photoshop was een veelgehoorde kritiek toch dat bewerkingen alleen op de gehele foto konden worden toegepast en niet op beperkte onderdelen. Adobe heeft hier naar geluisterd en voor Lightroom 2 uitgebreide functionaliteit voor lokale bewerkingen toegevoegd, waardoor de meeste bewerkingen nu direct in Lightroom kunnen worden uitgevoerd. Lightroom bood (en biedt) uitgebreide functionaliteit om foto‟s achteraf nog bij te stellen, bijvoorbeeld de belichting aan te passen, de witbalans bij te stellen en extra contrast in de foto te introduceren. Deze bewerkingen worden standaard op de gehele foto toegepast, als een bewerking wordt gekozen om een specifiek deel van de foto te corrigeren, dan hebben andere delen van de foto „last‟ van die aanpassing. Het blijft dus een compromis. Met Lightroom 2.0 heeft Adobe in de Develop module de mogelijkheid geïntroduceerd om „lokale bewerkingen‟ toe te passen op foto‟s (sneltoets K). Toepassingen zijn bijvoorbeeld het verzachten van onregelmatigheden in de huid door de Clarity instelling op een negatieve waarde in te stellen, of juist rimpels extra aan te zetten met een positieve Clarity, extra verscherpen van de ogen door hier meer verscherping in te tekenen, kleur in de achtergrond versterken door deze met 1 stop minder belichting (Exposure) in te tekenen, wolkenluchten van meer contrast te voorzien, etc. Het model dat Adobe hiervoor heeft gekozen is die van het bewerkingspenseel (adjustment brush). Dit heeft veel weg van de manier waarop Photoshop werkt met „Layer Masks‟. Je tekent als het ware de bewerkingen in het beeld, door eerst het gedeelte te markeren (een masker te maken) dat bewerkt moet worden en vervolgens daar één of meerdere bewerkingen op toe te passen. Deze bewerkingen gaan van aanpassingen in belichting en contrast tot aanpassingen in kleurverzadiging en lokale verscherping. De bewerkingen zijn niet-destructief, dat betekent dat ze niet op het originele bestand worden toegepast en dat wijzigingen achteraf makkelijk zijn door te voeren zonder dat er kwaliteit verloren gaat.
Masker Elk ingetekend masker wordt op de foto weergeven als een punt (waar je bent begonnen met het intekenen van het masker) zodat je het masker kunt selecteren. Het geselecteerde masker krijgt een zwarte stip. Soms moet je een keer op de H toets drukken, terwijl het adjustment brush gereedschap is geselecteerd, als de punten niet zichtbaar zijn. Een ingetekend masker verplaatsen is niet mogelijk, je kunt een masker wel verwijderen met de DEL toets, en je kunt hem ook niet omdraaien (inverse mask) zoals in Photoshop. Zo lang je niet naar een ander gereedschap dan de adjustment brush gaat of niet op New drukt, worden alle delen van de foto onder hetzelfde masker geplaatst. Zo kun je twee losse delen links bovenin en rechts bovenin toch als één bewerking behandelen terwijl ze niet met elkaar verbonden zijn.
Lokale bewerkingen worden rood gemarkeerd Soms zijn de wijzigingen die je toepast heel subtiel, het is dan niet meteen duidelijk te zien waar het masker precies loopt tijdens het intekenen of achteraf. Door op de O toets te drukken kun je, nadat je het masker hebt geselecteerd, zien welke gedeeltes van de foto precies in het masker zitten. Dit wordt met een rode kleur aangegeven (de kleur kun je eventueel ook wijzigen met Shift+O, een rood masker op een foto met rode appels werkt niet zo goed). De grootte van het penseel kun je wijzigen met de [ (kleiner) en ] (groter) toetsen, met het scrollwheel van de muis of door de schuifbalk van de „brush‟ te verplaatsen. Andere instellingen zijn Feather – hoe snel loopt het effect af, hoe hoger de waarde hoe minder sterk de randen worden – en Flow – hoe snel wordt het effect ingetekend. Door deze laatste waarde te verlagen kun je op minder krachtige computers iets beter met deze gereedschappen werken. Met Density stel je in hoe sterk de intekening wordt, deze waarde is later niet te wijzigen. Je kunt een A en een B penseel maken, zodat je snel tussen sterktes en groottes kunt wisselen. Als een foto veel detail heeft dan is het soms lastig het masker correct in te tekenen. Door de Auto Mask optie in te schakelen kun je langs de randen tekenen zonder er overheen te gaan, Lightroom kijkt hierbij naar gebieden met grotendeels dezelfde kleur. Ga je toch over de rand heen, met de ALT toets verandert het penseel in een „erase‟ (verwijder) penseel waarmee je die wijziging ongedaan maakt. Density op 0 zetten heeft hetzelfde effect. De standaard optie om een wijziging ongedaan te maken, ALT+Z, helpt hierbij niet, die wist vaak het complete ingetekende masker.
Effecten Zoals gezegd, je kunt meerdere aanpassingen op basis van één selectie toepassen, bijvoorbeeld iets meer licht in de ogen, maar ze ook verscherpen. Standaard geeft het selectiemenu bij „Effect‟ maar één optie, maar door de schakelaar om te zetten aan de rechterkant kun je alle bewerkingsmogelijkheden bij elkaar laten weergeven en zo snel meerdere aanpassingen toepassen.
Haal de schakelaar om en je kunt snel meerdere aanpassingen selecteren Kies hieruit een basisbewerking, deze kun je altijd later nog wijzigen als het effect te sterk is of niet sterk genoeg. Je kunt de belichting (Exposure), helderheid (Brightness), contrast (Contrast), kleurverzadiging (Saturation), lokaal contrast (Clarity) en verscherping (Sharpness) aanpassen. Daarnaast kun je ook een kleur aan je penseel meegeven, bijvoorbeeld om ergens warmer licht in te tekenen of een stukje van een zwartwit foto in te kleuren. De combinaties van effecten kun je ook opslaan, zo kun je nog sneller werken. Doe dit door bij Effect de optie “Save Current Settings as New Preset” te kiezen. Maak bijvoorbeeld een preset voor het witter maken van tanden, het verzachten van de huid of het verscherpen van ogen. En per foto kun je op basis van dit startpunt het effect dan nog versterken of verzwakken. Een snelle manier om rap weer naar de volgende foto door te kunnen.
In deze foto van oma heb ik er voor gekozen de achtergrond en het vest donkerder te maken met een adjustment brush op -2,53 stop belichting. Hierdoor leidt de achtergrond minder af. Daarnaast zijn de ogen iets verscherpt met het verscherpings penseel. Mijn werkwijze is meestal dat ik een sterkte van de kwast kies (Density) en eerst het masker inteken. Om tijdens het intekenen te zien waar ik geweest ben druk ik op de O toets om met rood te tonen welke delen van de foto geselecteerd zijn. Afhankelijk van de gekozen sterkte van de kwast en/of flow ga ik meerdere keren over hetzelfde deel heen. Vervolgens schakel ik de kleur met O weer uit en kies met de schuiven de gewenste positieve of negatieve effecten.
Grijsverloopfilter Lezers die deze site al langere tijd volgen zullen wellicht weten dat ik erg enthousiast ben over grijsverloopfilters. Het is een onmisbaar accessoire voor mijn landschapsfoto‟s. Het filter zorgt er voor dat het contrastverschil tussen de lucht en de grond kleiner wordt, waardoor er onder andere meer kleur en detail in de lucht bewaard blijven of de lucht dramatischer wordt aangezet.
In Lightroom kun je dit effect ook toepassen (hoewel je een wit uitgebeten lucht niet meer terug kunt halen) met behulp van de Gradient Filter (sneltoets M) functie. Het filter plaats je net zoals een lokale bewerking met
behulp van een punt, waarna een drietal lijnen worden geplaatst. Door de lijnen uit elkaar te trekken wordt de overgang tussen het donkere (bovenste) deel en het lichte (onderste) deel groter waardoor de overgang geleidelijker verloopt en het effect minder sterk wordt. Door de muis aan de linker- of rechterkant van de foto te houden verschijnen er twee gekromde pijltjes, hiermee kun je het filter draaien zodat deze zo veel mogelijk gelijk loopt met de horizon of, zoals in onderstaande foto, zo min mogelijk horizontale delen van de foto doorsnijdt:
De belichting is op -2 stops ingesteld, wat overeen komt met een 0.6ND/4ND grijsverloopfilter. Door de onderen bovenkant van het filter te slepen kan het effect sterker of minder sterk worden gemaakt. Elk filter dat je maakt kun je, vanzelfsprekend zou ik haast zeggen, ook opslaan als een preset. Heb je geen zin je eigen presets te maken, dan heeft Sean McCormack van Lightroom-Blog.com een mooie optie. Voor slechts €6 (incl. BTW) kun je bij hem een set grijsverloopfilter presets downloaden die hard en soft ND0.3, ND0.6 en ND0.9 filters simuleren in zowel landschap als portret formaat. En hij heeft ook het Tobacco filter ingevoegd. Je kunt ook een demo uitproberen.
Stofcorrectie Een laatste mogelijkheid voor lokale bewerkingen is de stofcorrectie functie. Digitale camera sensors zijn vatbaar voor stof en als je stof op de sensor hebt zie je dat terug op de foto in de vorm van een donker rondje. Hoe dichter het diafragma (hoge f-waarde), hoe sterker dit effect. Gelukkig kent Lightroom de ‟spot‟ en „clone‟ gereedschappen (sneltoets N) om deze stofjes uit de foto weg te poetsen. In dit artikel heb ik hierover meer geschreven, ook prima te gebruiken om kleine problemen uit een foto weg te poetsen.
Een goede manier om er zeker van te zijn dat je alle delen hebt gehad is door gebruik te maken van de nieuwe Page Up en Page Down functionaliteit in Lightroom 2.0. Links bovenin in de Navigator staat een kleine afbeelding van je foto. Zorg er voor dat je een inzoom niveau hebt gekozen waarmee je lekker kunt werken (bijvoorbeeld 1:2) en druk op Page Down om de foto scherm voor scherm af te lopen. De beweging gaat van links-boven naar links-onder en vervolgens springt het scherm automatisch weer naar boven om de tweede kolom af te gaan. Uiteindelijk kom je zo aan het einde van de afbeelding terecht. Met Page Up kun je trouwens terug door de foto lopen.
Photoshop Heb je Photoshop dan helemaal niet meer nodig? Nee, dat is ook weer niet het geval. Lightroom biedt veel functionaliteit speciaal geschikt voor fotografen, maar niet alle functies zijn even uitgebreid. Zo biedt Photoshop meer controle over de fijne details in lagen, lagen kunnen omgedraaid worden, veel meer specifieke functies voor het aanpassen van enkele pixels. Daarnaast kun je in Photoshop ook eenvoudiger composities maken en bijvoorbeeld tekst op de foto toevoegen of iemand uit de foto knippen. Daar staat tegenover dat Lightroom voor standaard aanpassingen veel sneller werkt, in een vereenvoudigde interface speciaal ontwikkeld voor fotografen. Photoshop is vooral bedoeld voor echte minutieuze aanpassingen, Lightroom is een product om wat sneller mee te werken, de grote lijnen snel neer te zetten en eerder weer gereed te zijn voor het maken van nieuwe foto‟s. Ikzelf maak geen gebruik van Photoshop, ik kan vrijwel alles af in Lightroom. Heel soms zou ik wat meer controle willen hebben, zoals bij het klonen van elementen op grotere oppervlakken. De gereedschappen van Lightroom werken dan niet altijd lekker, maar eigenlijk komt dit zelden voor. Gelukkig heeft Adobe met Adobe Photoshop CS4 en Lightroom 2.0 extra aandacht besteed aan de integratie van de programma‟s en kunnen bewerkte foto‟s als Smart Object in Photoshop worden geladen zodat je hierin gewoon verder kunt gaan waar je in Lightroom was gebleven. Een reden waarom een aantal mensen nog steeds voor Photoshop kiest is de performance. Photoshop werkt bij veel mensen net wat sneller, omdat er minder getoond hoeft te worden in beeld. Een Lightroom bibliotheek
doorlopen met daarin een flink aantal bewerkte foto‟s vraagt veel van de hardware, op mijn vrij nieuwe 24″ iMac met 4GB werkgeheugen merk ik na de zesde of zevende foto die ik bewerk wel dat het allemaal iets langzamer gaat. Even het programma sluiten en weer openen helpt dan. Lightroom vereist dus een krachtige computer, hoewel het er ook aan ligt hoeveel aanpassingen je doet. Hopelijk maakt Lightroom in de toekomst steeds meer gebruik van de kracht van de videokaart, zoals Photoshop dit nu ook doet. Lightroom is een goed alternatief voor duurdere en veel uitgebreidere beeldbewerkingsprogramma’s zoals Photoshop. De meeste functies die een fotograaf zou willen toepassen zijn in het pakket te vinden, de functionaliteit voor lokale aanpassing is enorm krachtig en veelzijdig. Dat de performance af en toe wat stokt is niet zo vreemd als je bedenkt wat er allemaal moet gebeuren tijdens het in real-time bewerken. Het is daarnaast ook een mooie reden om te proberen tijdens het nemen van de foto al zo veel mogelijk goed te doen in de camera. Dan ben je minder tijd kwijt aan de nabewerking.