PS.01
Bewerkingen verzameling deel 1
1-17
BEWERKINGEN verzameling deel 1 Afbeeldingen op Internet, die niet te downloaden zijn, toch kopiëren.
Maak een printscreen van het scherm, waarbij de afbeelding op 100% staat. Open photoshop. Bestand > Nieuw: vul in de grootte van je scherm, bv 1600x1200 pixels > ok Bewerken > Plakken. Maak uitsnede met Rechthoekig selectiekader met de stijl: Normaal. Afbeelding > Uitsnijden. Selecteren > Deselecteren.
Afbeelding met ronde randen (sjablooneffect):
Maak een nieuw document: Bestand > Nieuw. Vul in de grootte, de kleur bij achtergrondinhoud, kleurmodus RGB en 8-bits. Laag > Nieuw > Laag> ok. Een transparante laag wordt geopend. Kies een voorgrondkleur in gereedschapspalet. Kies een gereedschap bv: Afgeronde rechthoek: Klik in optiebalk op icoon vullen met pixels. Vul een waarde in bij straal. Maak de vorm met de muis. Open een bron-afbeelding. Met gereedschap verplaatsen de bron in de doelafbeelding brengen. Is ingevoegde beeld te groot, vervolg. Bewerken > Vrije transformatie. Weergave > In venster. Het canvas vergroot en het kader wordt geheel zichtbaar. Pas de schaal aan van het transformatiekader, dmv de hoeken te slepen. Shift-toets voor behoud verhoudingen. > bevestig commando. Verschuif het beeld naar een hoek. Laag > Uitknipmasker maken; de afbeelding wordt nu aangepast naar de vorm in de laag. Laag > één laag maken. Opmerkingen: 1.Voeg eventueel meerdere afbeeldingen in en maak elke keer een uitknipmasker. 2.Ook een gevulde selectie in een laag kan toegepast worden. Maak hiervoor een selectie en vul met emmertje of een verloop deze met een kleur, deselecteer het kader. 3.Een volledig gevulde laag zal de afbeelding niet knippen.
Afbeeldingen van twee gelijke afbeeldingen bewerken Bijvoorbeeld met de camera gemaakt of in photoshop bewerkt. Open twee versies van gelijke afbeeldingen ene overbelicht of andere witbalans dan wel meerdere personen. Sleep een ervan in de andere afbeelding. Selecteer beiden lagen. Bewerken>Lagen automatisch uitlijnen. Breng een laagmasker aan. Penseel in het masker.
PS.01
Bewerkingen verzameling deel 1
2-17
Bronafbeelding in een doelafbeelding plaatsen.
Open beide afbeeldingen. In bronafbeelding: Selecteren > Alles. Bewerken > Kopiëren. In doelafbeelding: maak een selectie en plaats muis in de selectie. Bewerken > Plakken. Bewerken > Vrije transformatie. Indien nodig: Weergave > In venster. Met shift grootte aan passen. En verplaatsen met muis >enter.
Opmerking : Andere methode om bronafbeelding in doelafbeelding te plaatsen: Kies:bestand > plaatsen > zoek een bronafbeelding. Maak doelafbeelding eventueel vooraf op maat.
Cirkellijn in een afbeelding.
Open een afbeelding. Laag>nieuw>laag. Gereedschap ovaal selectiekader. Maak een cirkel met shift ingerukt. Verplaats eventueel het kader, door muis buiten het kader te slepen. Bewerken>omlijnen. Vul het nodige in. Selecteren>deselecteren. Verplaatsen: Activeer de laag met de cirkel. Kies gereedschap verplaatsen. Sleep met de muis. Laag>één laag maken.
Chromatische aberratie verwijderen.
Zoom in. Aanpassingslaag > Kleurtoon en Verzadiging : Blauwe tinten; Verzadiging -100 en Lichtheid plm -60 Masker omkeren = Ctrl+i . Maskeer die delen waar dit in voorkomt.
PS.01
Bewerkingen verzameling deel 1
3-17
Donkere delen in een afbeelding oplichten.
Activeer in Gereedschapset: Penseel. Activeer in Gereedschapset: Bewerken in Standaardmodus (het rechthoekje met een stip). Penseel delen die niet lichter mogen worden. Klik nogmaals op het rechthoekje met een stip> Gevolg een selectie in Bewerken in Snelmaskermodus. Laag > nieuw > Laag via kopiëren. Modus van Laag 1 op Bleken
DOORDRUKKEN en TEGENHOUDEN gereedschap
Dupliceer afbeelding. Nieuwe laag > vullen met 50 % grijs. Modus: Zacht licht. Bereik: Schaduwen, Middentonen of Hooglichten. Gereedschap: Tegenhouden. Belichting bv 30%. Kwast delen die lichter moeten zijn. (Laag 1) Nieuwe laag> vullen met 50 % grijs. Modus: Zacht licht. Gereedschap: Doordrukken. Dekking zeg 30 %. Kwast de delen die donkerder moeten zijn. (Laag 2)
DOORDRUKKEN en TEGENHOUDEN. Met een bewerking waarbij de wijzigingen niet destructief zijn.
Laag > Nieuw > Laag. Bewerken > Vullen >> Gebruik: 50 % grijs > OK Geef deze laag de modus: Bedekken. Gevolg: Er is geen wijziging. Penceel > Optiebalk: Kies een grootte met een zachte rand,modus: Normaal en Dekking 10 a 20 %. Wijzig tussentijds eventueel de Dekking meer of minder. Voorgrondkleur wit voor tegenhouden (lichter te maken). Voorgrondkleur zwart voor doordrukken (donkerder te maken). Laat muis los om eventueel meerdere keren over dezelfde plaats te gaan. Klik op de x-toets om over te schakelen van wit naar zwart. Herstellen: kies in de Kleurenkiezer de waarden voor R, G en B allen op 128. Kies Penseel 100% Dekking om eerdere bewerking geheel ongedaan te maken. Kies Penseel een lagere Dekking voor iets te wijzigen.
PS.01
Bewerkingen verzameling deel 1
4-17
HANDELING maken en toepassen Nieuwe handeling maken. Palet Handelingen (Vensters > Handelingen). Nieuwe handeling maken >> Geef een naam aan de handeling. Maak een bewerking met diverse opdrachten. Opnemen stoppen. De handeling is nu gebruiksklaar. De handeling toepassen. Klik op de gewenste Handeling. Selectie afspelen.
HELDERHEID aanpassen zonder kleurwijziging
Open een afbeelding. Maak een Aanpassingslaag met de opdracht Niveaus of Curve. Wijzig de modus in Lichtsterkte. Verander de instellingen van Niveaus of Curve naar behoefte. Rechter muisknop op een laag. Kies: één laag maken.
JPEG in AdobeCameraRaw (ACR) bewerken. In photoshop Bestand > Openen als. Zoek het bewuste jpeg bestand. Kopieer het bestand om het origineel te behouden. Selecteer dit bestand. Openen als: CameraRAW (xTif; enz). Openen Bewerken in ACR Afbeelding openen JPEG opent in Photoshop. Dit kan een 16 bits zijn daar als dat zo in ACR is ingesteld. Gereed in ACR. Het bestand is dan nog alleen in ACR te openen. De wijzigingen zijn niet te zien op de afbeelding in verkenner. Afbeelding openen in ACR: Bestand opent in Photoshop. Bestand > Opslaan: wordt Opslaan als: maak keuze JPEG of PSD bestand die als JPEG of PSD opent. Het bestand in Photoshop blijft staan. Bestand > met X > Opslaan als: geeft oa een keuze uit PSD of TIFF bestand.
PS.01
Bewerkingen verzameling deel 1
Kleurzweem verwijderen – Witbalans herstellen Methode met fotofilter:
Bewerken > Aanpassingen > Fotofilter. Kies een Filter met de complementaire kleur en pas de Dichtheid aan.
Of:
Methode met correctiefilter in een aparte laag:
Dupliceer de achtergrondlaag. Filter > Vervagen > Gemiddelde Afbeelding > Aanpassingen > Negatief. Modes: Kleur en pas Dekking aan. Het zal niet altijd goed werken.
Kleur verzwakken of versterken of kleur wijzigen
Selecteer eventueel het gebied. Doezelaar plm. 2 px Afbeelding>Aanpassingen>Kleurtoon/Verzadiging Kies in het venster bij bewerken voor een willekeurige tint. Wijs met het pipetgereedschap op een kleur in de afbeelding. Wijzig de verzadiging. (voor de kleur te wijzigen: Kies: Kleurtoon)
Kloonstempel: Objecten in een rechte lijn verwijderen.
Kies gereedschap kloonstempel. Houdt de alt-toets ingedrukt. Wijs een plek aan op de doellijn, met het midden van de aanwijzer op de lijn. Klik één keer op de linker muisknop. Houdt alt-toets ingedrukt Ga naar het begin van de te wijzigen plek op de lijn. Laat de alt-toets los. Druk op de linker muisknop en sleep met de muisaanwijzer.
5-17
PS.01
Bewerkingen verzameling deel 1
6-17
Laagstijl kopiëren. ( in een andere laag of in een ander bestand)
Selecteer de laag met laagstijl (bronafbeelding) Laag>laagstijl>laagstijl kopiëren. Selecteer een andere laag (of doelafbeelding). Laag>laagstijl>laagstijl plakken.
LICHTVERLOOP opheffen
Dupliceer Achtergrondlaag (indien nodig) twee maal. Laagmasker toevoegen voor beiden. Modus Vermenigvuldigen en andere Modus Bleken Met verloopgereedschap beiden een Verloop aanbrengen. Zie lagenpalet. Pas eventueel de Dekkingen aan.
Liniaal en lijnen
Kies: Weergave > Linialen en Magnetisch > Hulplijnen aanvinken. Lijnen aanbrengen: Plaats de muispijl in het gebied van de liniaal en sleep . Met muispijl in het gebied van de liniaal en met Alt-toets indrukken en slepen ontstaat een lijn haaks op het liniaal. Bij het verplaatsen komen twee dubbele lijntjes met pijlen. Door de muisknop los te laten ontstaat er een blauwe lijn. Of: kies: Weergave > Nieuwe hulplijn; Bepaal de plaats. Lijn verplaatsen: Kies Verplaatsgereedschap in gereedschapspalet. Ga met de muis naar de betreffende lijn. Er komt een teken. Verschuif de lijn. Lijn verwijderen: Ga met de muis naar de betreffende lijn en sleep de lijn terug naar de liniaal. Lijnen vergrendelen: Weergave > Hulplijnen vergrendelen, aanvinken. Ontgrendelen is afvinken. Alle lijnen verwijderen: Weergave > Linialen, afvinken.
Opmerking: Wanneer de linialen alleen worden verwijderd blijven de hulplijnen staan.
PS.01
Bewerkingen verzameling deel 1
7-17
Lucht donkerder maken dmv Niveaus.
Dupliceer Achtergrondlaag. Aanpassingslaag > Niveaus . Klik op het laagminiatuur. Maak een verloop in het gebied van de lucht. Of gebruik het penseel. Dubbelklik op laagmasker miniatuur van de Niveaus laag en past linker- of middenschuifregelaar aan.
Lucht donkerder maken dmv modus vermenigvuldigen.
Dupliceer Achtergrondlaag. Klik op het laagminiatuur. Maak een verloop in het gebied van de lucht. Kies modus: vermenigvuldigen. Verminder eventueel de Dekking
LUCHT doordrukken
Dupliceer Achtergrondlaag Laag > Laagstijl > dubbel klik op Verloopbedekking: Kies bij Verloop: Voorgrond naar transparant; aanvinken: Omkeren; Overvloeimodus: Bedekken; Eventueel hoek wijzigen; OK Pas eventueel de Dekking aan in de laag.
PS.01
Bewerkingen verzameling deel 1
8-17
Object lichter maken:
Laag > Laag dupliceren. Met bijvoorbeeld Niveaus laag lichter maken, Gammaknop naar links. Laagmasker toevoegen. Met wit penseel object kwasten
OMLIJNING
OMLIJNING
Transparante omlijning
Selecteren>Alles. Bewerken>Omlijnen. Bijvoorbeeld: breedte 50 pixels, Kleur wit, Locatie: Binnen, Dekking 30 %>ok Selecteren>Deselecteren.
doorschijnend en rondom verlopend in doezelen
Open een afbeelding. Laag>Laag dupliceren>ok Dubbelklik op deze laag>>venster: Laagstijl. Klik op de tekst: lijn. Kies vultype: Verloop. Kies positie: Binnen, kies een Grootte, kies een Dekking. Wijzig Hoek en Schalen>ok
PS.01
Bewerkingen verzameling deel 1
9-17
Ongewenste glans verwijderen dmv Kloonstempel
Kies het gereedschap kloonstempel. Wijzig in de optie de modus in Donkerder. De bewerking heeft alleen invloed op de pixels die lichter zijn, dan die we kiezen uit het brongebied. Zijn de pixels uit het brongebied lichter, dan gebeurt er niets. Wijzig de dekking in bijvoorbeeld 50 % Alt-klik voor een bronkleur. Kwast over de plek. Hierbij wordt ook de structuur naar het doel overgebracht. De bestaande structuur blijft behouden als deze donkerder is dan van de bron.
Opmerking: Bij modus Lichter heeft de bewerking invloed op pixels die donkerder zijn.
Ongewenste glans verwijderen dmv Penseel
Klik met gereedschap pipet op de te kopiëren kleur. Kies gereedschap penseel. Wijzig in de optie de modus in donkerder. Hiermee wordt alleen de kleur aangebracht die lichter is dan met het pipet is gekozen. Kwast over de plek. De bestaande structuur blijft behouden als deze donkerder is dan van de bron.
Overbelichte delen herstellen dmv Penseel met behoud van structuur.
Dupliceer afbeelding. Een nieuwe laag maken. Modus: Donkerder. (Alles wat donker is van de onderliggende laag blijft zichtbaar). Activeer: Achtergrond laag. Voorgrondkleur (Kleurenkiezer) met het pipet gereedschap een kleur uit de afbeelding. Penseel: Gereedschap: zachte rand, dekking 100 %. Activeer transparante laag 1. Schilder over het gebied die te licht zijn. Pas de grootte van het Penseel steeds aan. Dekking aanpassen.
PS.01
Bewerkingen verzameling deel 1
10-17
Overbelichte delen herstellen dmv een Masker met behoud van structuur.
Een nieuwe Laag maken. Selecteren > Kleurbereik > Overeenkomst hier 146 Aanpassingslaag: Niveaus: Gammaknop naar rechts (middelste). Laag > Uitknipmasker maken Eventueel het Masker met een zwarte penseel aanpassen. Dekking penseel plm.30 %
OPDELEN van een foto in meerdere delen.
Maak de afbeelding bij Afbeeldingsgrootte met maten die gemakkelijk zijn te delen. Activeer Linialen en Magnetisch en plaats lijnen rondom en maak verdeellijnen. Rechthoekig Gereedschap met Stijl: Normaal > selecteer een deel > gevolg door: Laag via kopiëren. Let op: Dat bij elke handeling de onderste laag actief is. Herhaal dit voor elk deel. Hierna is elke laag afzonderlijk te bewerken. Pas voor deze lagen het Uitknipmasker toe.
PS.01
Bewerkingen verzameling deel 1
11-17
PERSPECTIEF retoucheren objecten in perspectief wegklonen
Laag > Nieuw > Laag > OK. Perspectiefvlak tekenen: Activeer de nieuwe Laag. Filter > Perspectiefpunt. Dubbelklik op het handje, om in te zoomen. Vlak maken (2e icoon links). Kies X-toets om in te zoomen voor nauwkeurige plaatsing van de punten. Maak het vlak met blauwe lijnen van beginpunt tot het 4e punt.
Bepaal de punten door een afgeleide te maken van het aanwezige perspectief. Ontstaat er een gele of rode lijn rondom het vlak, dan met een van de hoekpunten slepen totdat er een blauw rastervlak ontstaat.
Vlak bewerken (1e icoon links). Om hoekpunt of middenpunt te verslepen. Maak het perspectiefvlak groot genoeg om kloonmonsters hieruit te kunnen nemen. Retoucheren in het vlak met bron uit dit vlak: Kloonstempel (3e icoon links). Kader wordt groen. Alt-klik altijd in het perspectiefvlak voor een bron. Kloonstempel een ander bron geven: Alt indrukken, daarna Linkermuisknop, daarna Alt loslaten, daarna Muis loslaten. Verplaats Muis. Muis indrukken geeft stempelen. Herhaal dit veel om de juiste bron in het doel te zetten. Sneltoetsen in perspectiefpunt: Laatste knooppunt te verwijderen Laatste perspectiefvlak te verwijderen 2 x zoomen Gereedschaphandje Gereedschaphandje tijdelijk Laatste handeling ongedaan maken
Backspace of delete om. Backspace. x h spatietoets ctrl+z
PS.01
Bewerkingen verzameling deel 1
12-17
PERSPECTIEF objecten bij plaatsen
Open afbeelding. Laag > Nieuw > Laag > OK. Activeer de nieuwe Laag. Filter > Perspectiefpunt. Dubbelklik op het handje, om in te zoomen. Vlak maken (2e icoon links). Kies X-toets om in te zoomen voor nauwkeurige plaatsing van de punten. Maak een kader met blauwe lijnen van beginpunt tot het 4e punt. Bepaal de punten door een afgeleide te maken van het aanwezige perspectief. Ontstaat er een gele of rode lijn rondom het vlak, dan met een van de hoekpunten slepen totdat er een blauw rastervlak ontstaat. Maak het perspectiefvlak groot zodanig, dat de plek van het nieuwe object in het kader valt. Vlak bewerken (1e icoon links). Om hoekpunt of middenpunt te verslepen. Selectie kader (4e icoon links). Maak een selectie om het object. Selectie verplaatsen naar de bestemmingsplek. Optiebalk: Modus verplaatsen: Bestemming. Optiebalk: Modus Verplaatsen: Bron Muis in selectie en sleep naar het object. Klik naast selectie om te laten vervallen > OK.
Selectie uit een bronafbeelding naar doelafbeelding plaatsen.
Maak een selectie van een deel in bronafbeelding. Bewerken > Kopiëren. Open doelafbeelding. Bewerken > Plakken. Bewerken > Transformatie > Schalen Shift een hoekpunt en sleep, Verschijf naar juiste plek > Enter
+
+
PS.01
Bewerkingen verzameling deel 1
13-17
Snelmaskermodus gebruiken voor een selectie.
Klik op icoon Snelmaskermodus in Gereedschappenpalet. Penseel is direct beschikbaar met zwart als Voorgrondkleur. Penseel op zwart geeft een rode kleur. Dit is niet de selectie. Te veel rood gemaakt? Wijzig penseelkleur in wit. Zwart = volledig gedekt. Grijs = schijnt noch door. Wit = maak alles weer geselecteerd. Is selectie klaar? Klik wederom op het icoon Snelmaskermodus. Eventueel dient de selectie omgekeerd te worden. Kies selecteren>selectie omkeren. Bewaar eventueel de selectie: Selecteren > Selectie opslaan. Eventueel: Laag > Nieuw > Laag via kopiëren.
SPIEGELEN en REFLECTIE
Selecteer het te spiegelen object. Laag > Nieuw > Laag via kopiëren. Bewerken > Transformatie > Verticaal omdraaien. Verplaatsen uit Gereedschappalet > verplaatst het object. Laagstijl: dubbelklik op Verloopbedekking. Kies een Verloop, kies Omkeren, kies Hoek, verlaag eventueel de Dekking, Schaal bv 30 % > OK Voeg een laag toe boven de Achtergrond.
Tanden lichter maken: Maak selectie van de tanden. Doezelaar plm. 2 px. Kleurtoon/Verzadiging. Verzadiging verlagen en Helderheid verhogen.
PS.01
Bewerkingen verzameling deel 1
14-17
Tanden bleker maken, ogen oplichten: Methode 1: Selecteer eventueel het gebied. Doezelaar plm. 2 px Afbeelding > Aanpassingen > Selectieve kleur: kies voor kleur geel en pas de kleur geel aan, daarna de helderheid met zwart.
Methode 2: Gereedschap: Tegenhouden. Pas de grootte en hardheid aan. Elke aparte streek op de zelfde plek geeft een verdubbeling van het effect. (cumulatief).
Tekst vullen met een afbeelding:
Open een bron en een doel afbeelding. Sleep bron in doel. Maakt tekst met de bron als actieve laag. Na het bevestigen staat de tekst in een laag. Verplaats tekstlaag onder de bronlaag. De tekst verdwijnt. Activeer de bronlaag. Laag>uitknipmasker maken.
Tekst vertikaal plaatsen:
Maakt tekst en bevestig commando. Laag>omzetten naar pixels>tekst. Gereedschap verplaatsen: in optiebalk aanvinken besturingselementen transformatie tonen. Met muis nabij het kader, het kader verdraaien. Bevestig het commando.
PS.01
Bewerkingen verzameling deel 1
15-17
Uitknipmasker maken / opheffen Op de laag gaan staan in het lagen palet. Laag>uitknipmasker maken / Laag>uitknipmasker opheffen. Of: In lagenpalet met de alt-toets op de scheiding van de lagen gaan staan. Linker muisknop klikken.
UITLIJNEN van meerdere dezelfde opnamen, die uit de hand zijn gefotografeerd
Bestand > Scripts > Bestanden laden naar stapel > selecteer de foto’s of map met foto’s > aanvinken: Proberen om bronafbeeldingen automatisch uit te lijnen > OK >OK.
VERGROTEN bijvoorbeeld foto 3:4 naar 2:3 brengen, waar bij de foto uitgerekt wordt. Deze voor een afdruk van 20 x 30 cm Open afbeelding. Afbeelding > Afbeeldingsgrootte: Nieuwe beeldpixels berekenen: afvinken. Vul in bij de kleinste maat 20 cm. Nieuwe beeldpixels berekenen: aanvinken. Verhoudingen: afvinken. Vul in voor de grootste maat 30 cm. OK Conclusie: Het uitrekken over de hele lengte is gelijkmatig verdeeld.
3:4
2:3
PS.01
Bewerkingen verzameling deel 1
16-17
Vullen met inhoud Selecteer het datgene wat verwijderd moet worden. Bewerken> Vullen>> Gebruik: Inhoud behouden, Modus: Normaal> OK. Selectie verwijderen: ctrl+d.
Vignettering aanbrengen
Dupliceer achtergrond laag. Laag Modus: Vermenigvuldigen. Laagmasker toevoegen. Penseel met zwart welke delen als achtergrond moeten zijn. Of: toets +i op laagmasker (deze wordt zwart) en penseel met wit voor die donkerder moeten zijn. Pas Dekking aan.
nico van den berg www.NICOfotografie.nl
PS.01
Bewerkingen verzameling deel 1
17-17
INHOUD Afbeeldingen op Internet, die niet te downloaden zijn, toch kopiëren. Afbeelding met ronde randen (sjablooneffect) Afbeeldingen van twee afbeeldingen bewerken: lagen stapelen Bronafbeelding in een doelafbeelding plaatsen Cirkellijn in een afbeelding Chromatische aberratie verwijderen Donkere delen in een afbeelding oplichten Doordrukken en Tegenhouden gereedschap Doordrukken en Tegenhouden Handeling maken en toepassen Helderheid aanpassen zonder kleurwijziging Jpeg in ACR bewerken Kleur verzwakken of versterken of kleur wijzigen
1 1 1 2 2 2 3 3 3 4 4 4 5