Logo:
ZORGEN DOET ER TOE! WAT DOE JIJ?
Alles wat je moet weten over leren in zorg en welzijn.
Font:
MetaPlusBlack
abcdABCD
Leren en werken in zorg en welzijn doet er toe!
De sector zorg en welzijn is kampioen in veelzijdigheid. In Nederland zijn binnen de sector duizenden organisaties actief en werken meer dan een miljoen professionals. Er is bijna geen opleiding te bedenken die niet in zorg en welzijn nodig is. Je kunt er zelfs terecht als logistiek planner, medewerker technische dienst of kok. De opleidingen die je hiervoor nodig hebt, vind je in deze folder natuurlijk niet. Maar als je straks wilt gaan werken in de echte zorg en welzijnsfuncties, dan vind je hier alle informatie om tot een goede keuze te komen. Informatie over onder meer de zes niveaus waarop je kunt starten, de drie leerroutes die je kunt volgen en de negen werkvelden waarin je kunt werken. Vooropleiding Afhankelijk van je vooropleiding (zie toelating) kun je op een bepaald niveau starten. Niveau Opleiding
(opsomming geeft een beeld, is niet volledig)
Toelating
Duur
1
Zorghulp
Geen vooropleiding vereist
1 jaar
2
Helpende zorg en welzijn
VMBO basis beroepsgerichte leerweg kan een eis zijn of Diploma niveau 1 (geeft mogelijk verkorting van opleidingsduur)
2 jaar
3
Verzorgende-IG Pedagogisch medewerker 3 kinderopvang Medewerker maatschappelijke zorg
VMBO Kb / G / T leerweg of VBO met 2 vakken op C, rest op B-niveau of MAVO of Overgangsbewijs 3 – 4 HAVO of Diploma niveau 2 (geeft mogelijk verkorting van opleidingsduur)
3 jaar
4
Verpleegkunde Gespecialiseerd pedagogisch medewerker 4 kinderopvang Persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg Pedagogisch medewerker 4 jeugdzorg Apothekersassistent
VMBO Kb / G / T leerweg of LBO met 4 vakken op D-niveau en 2 op C-niveau of MAVO met 4-6 vakken op D-niveau of Overgangsbewijs 3 – 4 HAVO of Diploma niveau 3 (geeft mogelijk verkorting van opleidingsduur)
4 jaar
5
Sociaal pedagogische hulpverlening Maatschappelijk werk en dienstverlening HBO Verpleegkunde
HAVO / VWO of Diploma niveau 4 (geeft mogelijk verkorting van opleidingsduur)
4 jaar
WO
Arts – specialist Psychologie Gezondheidswetenschappen Orthopedagogiek
VWO of Diploma niveau 5
6 jr. basisarts + evt. specialisatie 3 – 6 jr. 4 jr. psycholoog, gezondheidswetenschapper, orthopedagoog
LET OP: Het overzicht geeft de landelijk vastgestelde toelatingseisen voor het schooljaar 2010 – 2011 weer. Per school kan afgeweken worden van deze eisen.
Heb je nog vragen over de aansluiting van je huidige opleiding naar de vervolgopleiding van je keuze? Stel je vraag dan aan een decaan van je huidige of gewenste opleiding.
1
Niveaus
Binnen zorg en welzijn kun je op zes niveaus leren en werken. Bij elk niveau hoort bepaalde kennis, maar ook bepaalde vaardigheden en verantwoordelijkheden. Door de veelzijdigheid in werkvelden zijn er binnen de sector volop mogelijkheden om door te groeien. Zo kun je bijvoorbeeld, nadat je in een verzorgingshuis hebt gewerkt, ook aan de slag in een verpleeghuis of ziekenhuis. Bovendien stimuleren organisaties hun medewerkers om door te stromen naar een hoger niveau en helpen ze je met het volgen van bijbehorende opleidingen. Hieronder vind je een overzicht van wat voor werk je bij de verschillende niveaus kunt verwachten. NIVEAU 1 Je krijgt vooral een assisterende functie. Je helpt cliënten met het huishouden, je zorgt in beperkte mate voor kinderen en maakt bijvoorbeeld eten klaar. Ook boodschappen doen en een praatje maken behoren tot je taken. NIVEAU 2 Je kunt met diverse groepen mensen gaan werken op uitvoerend en ondersteunend niveau. Denk aan kinderen, gehandicapten, volwassenen en ouderen. Je helpt ze bijvoorbeeld met hun persoonlijke verzorging en het huishouden. NIVEAU 3 Met niveau 3 ben je bevoegd om verschillende taken op het uitvoerende, ondernemende, coördinerende en begeleidende vlak te verrichten. Met een diploma verzorgende kun je bijvoorbeeld aan de slag in de werkvelden verpleeg- en verzorgingshuizen, de gehandicaptenzorg en de thuiszorg. Je helpt mensen met aanen uitkleden en wassen maar ook met technische handelingen. Met de opleiding pedagogisch medewerker kinderopvang kun je bijvoorbeeld terecht in een kinderdagverblijf. En een medewerker maatschappelijke zorg kan bijvoorbeeld aan de slag als activiteiten- of woonbegeleider in verschillende werkvelden. In alle functies op dit niveau observeer, begeleid en stimuleer je mensen. NIVEAU 4 Als verpleegkundige kun je aan de slag in veel verschillende soorten organisaties: een ziekenhuis, een verpleeg- of verzorgingshuis of bijvoorbeeld in de geestelijke gezondheidszorg. Je bent zowel op het uitvoerende, organiserende als coördinerende vlak bezig. Je kunt met een diploma op dit niveau soms ook leidinggevende taken krijgen. Een verpleegkundige regelt bijvoorbeeld de organisatie, planning en uitvoering van de verpleegkundige zorg. En zo zijn de hoofdtaken van een persoonlijk begeleider gehandicaptenzorg: preventie en begeleiding. Ook organiseer je activiteiten voor je cliënten.
2
Niveaus
NIVEAU 5 Als je op niveau vijf aan de slag gaat, heb je een Hbo-opleiding achter de rug. Als verpleegkundige op dit niveau organiseer je verpleegkundige taken en voert deze ook uit. Daarnaast voer je bijvoorbeeld ook probleemverhelderende gesprekken en geef je voorlichting. Je leert op dit niveau ook meer over coördineren en leidinggeven. Een sociaal pedagogisch hulpverlener werkt op het terrein van welzijn. Dat kan met kinderen, jongeren, volwassenen en ouderen. Je biedt hen (en soms ook hun omgeving) begeleiding en/of ondersteuning bij de problemen die ze hebben. NIVEAU WO WO-Niveau staat voor een wetenschappelijke opleiding, ofwel een universitair diploma. Er zijn verschillende beroepen die je op dit niveau kunt uitvoeren. Denk bijvoorbeeld aan orthopedagoog en gezondheidswetenschapper, maar ook aan psycholoog, chirurg, huisarts of verpleeghuisarts. Met zo’n opleiding kun je binnen uiteenlopende werkvelden aan de slag.
3
Leerroutes
Met uitzondering van WO-niveau, kun je op alle niveaus kiezen voor een reguliere/normale route of voor een leerwerkroute. In het Mbo spreekt men over BOL en BBL. BOL is het normale traject en staat voor Beroeps Opleidende Leerweg. Je zit dan gewoon op school en loopt meerdere keren stage. BBL is het leerwerktraject en staat voor Beroeps Begeleidende Leerweg. Je bent dan meer in de praktijk bezig dan dat je op school zit. In het Hbo zijn de benamingen hiervoor: voltijd en duaal. Als je de duale leerroute volgt, ga je een dag per week naar school en werk je de andere dagen in de praktijk. Bij voltijd zit je het merendeel van je tijd op school en loop je meerdere stages. Als je een deeltijdopleiding volgt, ben je ook het grootste gedeelte van je tijd gewoon aan het werk. Het grootste verschil met een BBL- of duale opleiding is dat je niet vooraf een leerarbeidsovereenkomst met een werkgever hoeft af te sluiten. Reguliere route: BOL (Mbo) of voltijd (Hbo) Een BOL- of een voltijdopleiding is een combinatie van leren en stage. Als je een BOL- of voltijdopleiding volgt, zit je vooral op school. Door middel van stages leer je de lesstof toe te passen in de praktijk. Een BOL- of voltijdopleiding heeft als voordeel dat je (samen met je medeleerlingen) meer tijd krijgt om de theorie tot je te nemen, voordat je hiermee aan de slag gaat. Kenmerken van een BOL- of voltijdopleiding zijn: • Je gaat alle dagen naar school. • Je leert vooral op school. • Jouw rol is leerling en stagiaire. • De praktijk leer je op een stageplaats. • Je sluit een stageovereenkomst af. • Je ontvangt (mogelijk) een stagevergoeding. • Combinatie van leren op school en stage lopen in de praktijk. • Je hebt veel contact met studiegenoten omdat je veel op school bent. • Je ontvangt studiefinanciering en een OV-jaarkaart (onder bepaalde voorwaarden). • In de organisatie word je begeleid door een werkbegeleider en praktijkopleider, op school door docenten, een coach en/of een studieloopbaanbegeleider. Wanneer kies je voor een BOL- of voltijdopleiding? • Als je liever eerst de theorie krijgt aangereikt, voordat je in de praktijk gaat leren. • Als je het vak op school wilt leren en nog niet hoeft of wilt werken. • Als je het prettig vindt om met leeftijdsgenoten te leren. Leerwerk route: BBL (Mbo) of duaal (Hbo) Een BBL- of een duale opleiding is een combinatie van leren en werken. Als je een BBL- of duale opleiding volgt, moet je eerst solliciteren naar een leerwerkplaats bij een organisatie. Daar blijf je tijdens je hele studie werken. Pas als je aangenomen bent, kun je je aanmelden bij je opleiding. Je zit gemiddeld één of twee dagen per week op school en je werkt gemiddeld drie of vier dagen per week bij de organisatie. Een BBL- of duale opleiding heeft als voordeel dat je de theorie die je op school krijgt, direct kunt toepassen in de praktijk.
4
Leerroutes
Kenmerken van een BBL- of duale opleiding zijn: • Je gaat één of twee dagen per week naar school en drie of vier dagen per week werk je in de praktijk. • Je leert vooral in de praktijk. • Jouw rol is werknemer en leerling. • De praktijk leer je op een leerwerkplek. • Je sluit een leerarbeidsovereenkomst af met een werkgever. • Je ontvangt een salaris. • Combinatie van werken in de praktijk en leren op school. • Je hebt weinig contact met studiegenoten omdat je veel in de praktijk werkt. • Je ontvangt geen studiefinanciering en geen OV-jaarkaart. • In de organisatie word je begeleid door een werkbegeleider en praktijkopleider, op school door docenten, een coach en/of een studieloopbaanbegeleider. Wanneer kies je voor een BBL- of duale opleiding? • Als je sneller leert door in de praktijk te werken en daarnaast de theorie krijgt aangereikt. • Als je het vak in de praktijk wilt leren, omdat je liever met je handen werkt. • Als je eerder ervaring in het werkveld hebt opgedaan en je daarmee je voordeel wilt doen, tijdens je opleiding. • Als je graag een salaris wilt. • Als je al een baan in het werkveld hebt en door wilt groeien.
Deeltijdroute: Mbo of Hbo Een deeltijdopleiding is ook een combinatie van leren en werken. Je volgt de opleiding naast je normale werk. Je kunt je dus ook gewoon aanmelden voor een opleiding zonder toestemming van je werkgever. Voor de meeste deeltijdopleidingen moet je wel een bepaald aantal uren in het ‘opleidingsgebied’ werken of je moet minimaal bepaalde praktijkopdrachten kunnen uitvoeren. Dat kan dus je normale werk zijn maar het kan ook zijn dat je daarvoor (tijdelijk) ander werk moet zoeken of een soort van stage moet lopen. Kenmerken van een deeltijdopleiding zijn: • Een deeltijdstudie kun je combineren met je werk (dus behoud van salaris) en je gezin. • Schooluren zijn doorgaans in de avonduren. • De studielengte varieert. Soms duren opleidingen langer dan de voltijdvariant maar er worden ook vaak EVC-trajecten gebruikt. Dit kan de opleidingsduur verkorten. • Je komt niet in aanmerking voor studiefinanciering en/of een OV-jaarkaart. • Als de studie nuttig is voor je werk wil je werkgever misschien een bijdrage leveren in de studiekosten en/of de vergoeding van de studietijd. • Er wordt vaak gebruik gemaakt van e-learning/afstandsleren. • Als je eigen werkplek aansluit bij je studie hoef je geen stage te lopen. • Er is geen niveau- of waardeverschil met een voltijdopleiding. Wanneer kies je voor een deeltijdopleiding? • Als je studeren wil combineren met je eigen werk en je gezin of je sociale leven. • Als je doorzettingsvermogen hebt en je studieactiviteiten goed zelf kunt plannen. • Als je het prettig vindt om zelfstandig te leren. • Als je het prettig vindt om met volwassenen in de klas te zitten.
5
Werkvelden
Werken in zorg en welzijn draait om het verzorgen, ondersteunen en begeleiden van mensen. Afwisseling en uitdaging; dat zijn kenmerken van werken in deze sector. Geen dag is immers hetzelfde, want geen mens en geen hulpvraag is hetzelfde. Binnen de sector zorg en welzijn zijn negen werkvelden te onderscheiden. Eerstelijnszorg Eerstelijnszorg is het eerste aanspreekpunt voor mensen die zorg nodig hebben. Patiënten kunnen er zonder verwijzing naar toe, dichtbij huis. Denk bijvoorbeeld aan de huisarts, de tandarts, de apotheek, de fysiotherapeut of de verloskundige. In de eerstelijnszorg werk je aan de gezondheid van mensen. Het gaat dan om de lichamelijke en psychische gezondheid en het vergroten van de levenskwaliteit van mensen. De eerstelijnszorg draagt bijvoorbeeld bij aan een spoedige genezing van alledaagse ziekten, het zo goed mogelijk functioneren van mensen met een (chronische) ziekte of handicap of aan de begeleiding van een zwangerschap en een bevalling. Geestelijke gezondheidszorg In de geestelijke gezondheidszorg werk je met mensen die psychische problemen hebben. Denk bijvoorbeeld aan depressiviteit, eetstoornissen, overspannenheid, straatvrees, ADHD, verslaving of schizofrenie. Het gaat erom cliënten te behandelen of te begeleiden zodat de klachten afnemen of voorkomen worden. Jaarlijks komt ongeveer een op de vier mensen in contact met een geestelijke gezondheidsorganisatie. De meeste cliënten melden zich vrijwillig aan voor hulp. Toch bestaan er ook verschillende vormen van gedwongen geestelijke hulpverlening, al is dit maar een klein percentage. Mensen zijn allemaal anders, waardoor niet één traject van behandeling of begeleiding hetzelfde is. De manier van behandelen hangt af van de oorzaak en de zwaarte van de stoornis. Als je mensen begeleidt, ondersteun je hen bij het vinden van een weg in de samenleving. Je kunt werken met kinderen, jongeren, volwassenen of ouderen, die je begeleidt en/of verzorgt. Een goed contact met je cliënten is in dit werk heel belangrijk. Gehandicaptenzorg In de gehandicaptenzorg werk je met mensen die een zintuiglijke, lichamelijke en/of verstandelijke beperking hebben. Iedere beperking vraagt om een eigen benadering. In sommige gevallen werk je met cliënten die zeer zelfstandig zijn. In andere gevallen werk je met cliënten die maar in beperkte mate invulling kunnen geven aan hun eigen leven en veel zorg en ondersteuning nodig hebben. Maar onafhankelijk van het niveau van de beperking is het werk er altijd op gericht om je cliënten zoveel mogelijk hun eigen leven te laten leiden. In de gehandicaptenzorg kun je werken met mensen van jong tot oud. Kenmerkend is dat zorg, begeleiding en ondersteuning bij alle aspecten van het leven in meerdere of mindere mate nodig zijn: wonen, werk en dagbesteding, vrijetijdsbesteding, sociale activiteiten, gezondheid en veiligheid. Je helpt bijvoorbeeld bij het douchen, aankleden, eten en financiën maar leert ook mensen omgaan met een blindengeleidehond, een prothese of een rolstoel. Elke dag weer sta je voor andere zaken die je met een nodige dosis humor, inlevingsvermogen en creativiteit moet oplossen.
6
Werkvelden
Jeugdzorg In de jeugdzorg werk je met kinderen en jongeren in de leeftijd van 0 tot 23 jaar die problemen hebben. Daarnaast biedt je ook de ouders van deze jongeren hulp. Vaak zijn voor de problemen niet één enkele maar meerdere oorzaken aan te wijzen. Te denken valt aan opvoedings- en opgroeiproblemen veroorzaakt doordat jongeren sociaal minder vaardig zijn, psychisch problemen hebben of omdat mishandeling, misbruik of andere problemen binnen het gezin voorkomen. Conflicten binnen het gezin, op school of met vrienden en vriendinnen, schooluitval, zichzelf afsluiten voor anderen of onhandelbaar zijn, kunnen de gevolgen hiervan zijn. Sommigen zijn met enkele gesprekken al geholpen, bij anderen is het thuis echt helemaal mis. In dat geval kan dagbehandeling of een veilige behandelplek voor de jongere nodig zijn. Medewerkers uit de jeugdzorg proberen kinderen, jongeren én hun ouders te helpen om het probleemgedrag te veranderen. Belangrijk is dat je samen met alle betrokkenen naar mogelijke oplossingen zoekt. In dit werkveld heb je veel contact met betrokkenen uit de omgeving van de jongere. Denk bijvoorbeeld aan de gezinsleden, school, de sportclub, andere hulpverleners, zoals van een geestelijke gezondheidszorgorganisatie. Als je in de jeugdzorg werkt, stel je het belang van de jongere voorop. Kinderopvang Als beide ouders werken, moet er voor het kind goede opvang geregeld zijn. Daarvoor zorgt de kinderopvang. Afhankelijk van de werkplek zorg je voor kinderen van zes weken tot en met twaalf jaar. Opvang en verzorging is het hoofddoel van het werkveld kinderopvang. Maar het is meer dan alleen oppassen. In kinderdagverblijven, gastoudergezinnen en op de buitenschoolse opvang werk je zowel verzorgend als opvoedend en stimuleer je de ontwikkeling van de kinderen. Dit betekent dus eten, drinken en een schone luier geven, maar ook leuke activiteiten verzinnen die passen bij de leeftijd van het kind. Denk aan knutselen, spelletjes doen of liedjes zingen. Kinderen leren samen spelen en samen delen, maar ook dat ze voor zichzelf op mogen komen. Soms moet je even streng zijn, maar kinderen moeten zich wel op hun gemak kunnen voelen bij jou. Overigens vallen peuterspeelzalen officieel niet onder het werkveld kinderopvang maar onder welzijn (maatschappelijk werk). Het hoofddoel van deze tak is ontwikkeling stimuleren. Thuiszorg Mensen kunnen om allerlei redenen thuis zorg nodig hebben. Meestal gaat het om oudere mensen, maar de thuiszorg biedt ook zorg en begeleiding aan mensen die herstellen van een ongeluk, aan gezinnen met bijvoorbeeld een gehandicapt kind of een gezin waar net een baby geboren is. Op het consultatiebureau begeleid je ouders van baby’s en peuters. In een thuiszorgwinkel kun je mensen helpen een gezond leven te leiden, bijvoorbeeld door hulpmiddelen uit te lenen. Sommige thuiszorgwinkels geven ook voorlichting over voeding en diëten of cursussen op het gebied van gezondheid en welzijn. In de thuiszorg kom je dus verschillende mensen met uiteenlopende zorgvragen tegen. Als je bij mensen thuis werkt, vraagt dit best wat verantwoordelijkheid. Dat betekent dus een uitdagende baan, waarin je zelfstandig werkt en beslissingen neemt. Natuurlijk heb je in dit werk collega’s, bij wie je altijd terecht kunt met je vragen. Als je in een kraamhotel of voor het consultatiebureau werkt, heb je een vastere werkplek en directer contact met collega’s.
7
Werkvelden
Verpleeg- en verzorgingshuizen In een verpleeghuis en een verzorgingshuis wonen mensen die niet meer zelfstandig kunnen wonen. Als gevolg van bijvoorbeeld reuma of dementie hebben zij zulke ernstige lichamelijke of geestelijke klachten dat zij niet meer voor zichzelf kunnen zorgen. In een verpleeghuis hebben mensen langdurige en intensieve zorg nodig. De meeste bewoners ontvangen daarnaast ook aanvullende zorg van bijvoorbeeld een diëtist, fysioof ergotherapeut. De meeste bewoners zijn ouderen, maar soms ontvangen ook jongere mensen er zorg. Zij revalideren er bijvoorbeeld na een ongeluk of een ernstige ziekte. Sommige verpleeghuisbewoners gaan na een tijdje weer naar huis of naar een verzorgingshuis. Anderen blijven er de rest van hun leven wonen. Je leert veel bewoners goed kennen en bouwt met een aantal echt een band op. In een verzorgingshuis ontvangen bewoners huishoudelijke en persoonlijke zorg. Ze krijgen hulp bij zaken die ze zelf niet meer goed kunnen: bijvoorbeeld wassen, aankleden, koken en het bed opmaken. Een verzorgingshuis helpt bijvoorbeeld ook bij het leggen van contacten met andere bewoners, zodat mensen niet in een sociaal isolement raken. Onder andere om deze reden bieden steeds meer verzorgingshuizen ook een restaurantfunctie, een zorgboerderij en internetfaciliteiten. De bewoners bepalen zelf in overleg met het huis welke zorg ze nodig hebben. Uitgangspunt is, dat zij alles wat ze nog zelf kunnen, ook zelf doen of met begeleiding zelf doen. Welzijn De welzijnssector is heel breed en je kunt dan ook alle kanten op. Het doel van het werk is mensen met problemen opvangen en verder helpen. Je kunt bijvoorbeeld werken met kinderen en jongeren, maar ook met vluchtelingen, drugsverslaafden en daklozen. Een bekende indeling van welzijnswerk is: maatschappelijk werk en sociaal cultureel werk. In het maatschappelijk werk krijg je te maken met allerlei mensen met uiteenlopende problemen. Je lost hun problemen niet op, maar helpt hen zelf hun leven weer op orde te krijgen. Hierna kunnen ze vaak zelfstandig weer verder. De problemen waarbij je helpt zijn heel divers. Ze variëren van eenzaamheid, angst en mishandeling tot schulden en werkeloosheid. Sommige mensen hebben moeite met het vinden van een leuke en zinvolle vrijetijdsbesteding. In het sociaal cultureel werk probeer je mensen daarmee te helpen, zodat ze niet vereenzamen of overlast gaan veroorzaken. Je werkt met mensen van alle leeftijden. Belangrijke taken zijn het organiseren van activiteiten en het gezamenlijk opzetten van buurthuizen en jongerencentra. Je werkt vaak in een wijk of stadsdeel. Het is belangrijk dat je een goede relatie opbouwt met de bewoners. Zo kan je ze motiveren om deel te nemen aan de activiteiten die je voor en met hen organiseert. Ziekenhuis Het meest bekende werkveld uit de sector is misschien wel het ziekenhuis. Maar dat daarbinnen heel uiteenlopende werkzaamheden en dus beroepen zijn, daar staan mensen vaak niet bij stil. Iedereen kent de arts, de specialist, de verpleegkundige en de ambulancechauffeur. Die laatste is overigens niet in dienst van het ziekenhuis zelf maar bij RAV. Maar wist je dat in een ziekenhuis bijvoorbeeld ook laboranten, koks, financiële experts en communicatiedeskundigen werken? In een ziekenhuis krijg je te maken met mensen van alle leeftijden, die specialistische zorg nodig hebben. Die wordt op de uiteenlopende afdelingen door veel verschillende professionals gegeven. De meeste patiënten blijven ongeveer vijf à zes dagen. Je ziet dus veel mensen komen en gaan. Een ziekenhuisopname is voor hen vaak een emotionele ervaring. Daardoor hebben de medewerkers, in de korte tijd dat ze voor een patiënt zorgen, vaak een intensief contact.
8
Werkvelden
Overig Naast de negen ‘officiële’ werkvelden in de sector zorg en welzijn bestaat ook de categorie ‘overige’. Hieronder valt bijvoorbeeld Bureau Halt dat naast een welzijnsinsteek ook een justitiële insteek heeft. Of de GGD, de Geneeskundige Gezondheidsdienst, die verantwoordelijk is voor het bevorderen en bewaken van de gezondheid en het welzijn van alle inwoners binnen haar werkgebied.
Meer weten? BrabantZorg.Net bied je actuele informatie over waar je na je opleiding makkelijk aan de slag kunt en in welke functies het moeilijker is om werk te vinden. Ook kun je op www.BrabantZorg.Net naast bijvoorbeeld nieuws en vacatures ook heel veel Brabantse zorg- en welzijnsorganisaties en scholen met een relevant opleidingsaanbod vinden.
9