26829 Stabu augustus 2004
17-08-2004
09:31
Pagina 1
Willy Brandtlaan 81 6716 RJ Ede (Gld.) Tel. (0318) 63 30 26 Fax (0318) 63 59 57 E-mail:
[email protected] Website: http://www.stabu.nl
BULLETIN AUGUSTUS 2004
Inhoud augustus 2004 01 Logische tussenstap op weg naar het LexiCon 02 Digitale Nieuwsbrief 02 Vraag voor STABU 04 Onder Ede – gezamenlijke ontwikkeling aanbestedingsreglement van de baan 05 Projectgroep Tegelwerk zoekt het uit tot op de bodem 06 Klankbordgroep gebruikers STABU 06 Afscheid van projectgroeplid PG14 07 Gaat STABU verder met BRIS? 08 Nieuwe brochure ‘Ketenaansprakelijkheid’ 09 Internationale afstemming bestekken vordert gestaag 09 Schilderwerk voorzien van een nieuw verfje 10 In kort bestek – Bijdrage BNB 11 STABU in de restauratie 12 Geslaagden Opleiding Bestekschrijver 13 Specificeren van materialen en producten volgens Europese Normen 14 STABU-gebruikersdagen 14 Nieuw: cursus actualiteit in wet- en regelgeving in de B&U 15 Aanbestedingskalender.nl: opvolger van Eurasbo 15 PAIS leidt tot samenwerking opdrachtgevers 16 STABU Cursusaanbod 16 STABU Jaarverslag 2003 17 STABU haalt nog niet het maximale eruit 18 Zonnestroom in STABU 18 Kees Woestenenk koninklijk onderscheiden 19 STABU en de WUR 21 Interactieve workshop ‘Aanbesteden in de praktijk’ 21 STABU uitgave 2004-2 21 Uitbreiding dienstverlening voor fabrikanten 22 Vraag het STABU 23 Nieuwe exploitatiehouder Van Meijel Automatisering 24 Prijsoverzicht STABU-producten 24 Colofon
Logische tussenstap op weg naar het LexiCon De Stichting STABU is gestart met de elektronische koppeling tussen de Elementenmethode en de STABU2-systematiek. Zowel het Algemeen Bestuur als de Klankbordgroep hebben hun goedkeuring aan dit project gegeven. Achtergronden De in Nederland toegepaste Elementenmethode (de laatste update dateert van 1991) is een onderdeel van de in Zweden ontwikkelde SfBsystematiek die naast Nederland ook in Engeland en België als ordeningsstructuur voor bouwinformatie wordt gebruikt. De meeste in Nederland gebruikte calculatieprogramma’s zijn gekoppeld aan deze Elementenmethode. Dus als we een goede koppeling wensen tussen projectbestekken, samengesteld met de STABU-syste-
matiek, en calculatiesystemen moeten we bevorderen dat er ‘elementgerichte projectbestekken’ op de markt komen. Deze formulering staat ook in het ‘Programma van Eisen’ voor een nieuwe bestekssystematiek die door de Stichting STABU aanvaard is. Dit kan aanzienlijke kostenreducties bij de aannemers opleveren en past daarmee ook goed in de beleidsvoornemens van de Regieraad. Het overschakelen naar ‘bouwdeel’ of ‘elementen’ bestekken past ook uitstekend in de door de woningcorporaties gewenste koppeling tussen systematisch beheer en onderhoud en de STABU2systematiek. Tevens is het overschakelen naar deze elementenbestekken de opstap naar het bouwbreed toepassen van het LexiCon, de objectenbibliovervolg op blz. 3
Advertenties: 02 DUNCAN Automatisering bv Kubus Informatiesysteem (antwoordkaartje)
Een brug wordt geslagen tussen de Elementenmethode en de STABU-systematiek, waarvan het LexiCon het uiteindelijke doel is. 1
26829 Stabu augustus 2004
17-08-2004
09:31
Pagina 2
Digitale nieuwsbrief
Vraag voor STABU Al uw vragen, opmerkingen en suggesties kunt u vanaf heden ook via de STABU-website stellen. Probeer het uit... www.stabu.org,hulp,vraagformulier
STABU heeft de eerste stappen gezet om een digitale nieuwsbrief te verspreiden. Het plan is om regelmatig informatie te verschaffen over zogenaamde STABU-evenementen, zoals gebruikersdagen, nieuwe uitgaven, bouwbeurs 2005, etc. etc. Zo worden actuele zaken in een kort artikel weergegeven. Bij uitgebreidere artikelen wordt een korte inleiding opgenomen, waaruit een koppeling naar het uitgebreide artikel op de website is gelegd.
bezoeken van de website. Daarnaast kunnen ‘overigen’ zich voor deze nieuwsbrief aanmelden via een eenmalige e-mail actie. De digitale nieuwsbrief gaat overigens de naam STABU-m@il voeren. Meer informatie: Redactieraad website, Bert van de Goot, tel. (0318) 633026 of via e-mail:
[email protected]
Gestart wordt met verspreiding onder die personen die hun wachtwoord hebben geactiveerd t.b.v. het
2
STABU-bulletin augustus 2004
26829 Stabu augustus 2004
17-08-2004
09:31
Pagina 3
vervolg van blz. 1 theek voor de bouw en daarmee de naadloze aansluiting met CAD-systemen en kostendatabanken. BNA De Koninklijke Maatschappij tot bevordering der Bouwkunst Bond van Nederlandse Architecten BNA heeft de Stichting STABU gevraagd om een nieuwere versie van de Elementenmethode 1991 op de markt te brengen en tevens de tabel 0 van SfB, oftewel de tabel die gebieden, gebouwtypen en ruimten (tabel 1) nader definieert, uit te geven. In overleg met de door de BNA aangestelde beheerder dhr. T. Jongkind is de voorbereiding van dit traject gestart. De heer Jongkind zal bezien of met name de recente Belgische en Engelse ontwikkelingen meegenomen kunnen worden bij de Nederlandse publicatie van tabel 0. Het uitgangspunt bij de nieuwe uitgave is om de bestaande tabel te handhaven en uitsluitend uitbreidingen toe te voegen op basis van wensen van de gebruikers. Naar verwachting zal in 2005 deze nieuwe uitgave zowel op papier als in de vorm van ’elektronische informatie’ op de markt worden gebracht. De Stichting STABU streeft ernaar om tijdens de komende Internationale Bouwbeurs in Utrecht (februari 2005) een demoversie van de koppeling tussen de Elementenmethode en de STABU2-systematiek te tonen. UNETO-VNI Deze organisatie wil de brug slaan tussen de projectbestekken opgesteld met de STABU-systematiek en de (elektronische) wijze waarop de installateurs ontwerpen, calculeren organiseren en inkopen. Deze brug kan gebouwd worden in de vorm van het gezamenlijk definiëren van ‘installaties’ en ‘installatieonderdelen’ waarbij uiteindelijk het LexiCon de brug wordt tussen het ene bruggenhoofd de STABU-systematiek en het andere bruggenhoofd de artikelclassificatie ETIM. De STABU-projectgroepen zijn door het bestuur van UNETO-VNI geautoriseerd om deze definities vast te stellen en in zowel de Elementenmethode (als bouwdelen en bouwdeelcomponenten) als in het LexiCon te laten opnemen.
Om de koppeling tussen de Elementenmethode en de STABU2-systematiek te kunnen realiseren heeft STABU in samenwerking met alle partijen in de bouw een nieuwe bestekstructuur ontwikkeld waarbij tabel 1 van de Elementenmethode via Bouwdelen en Bouwdeelcomponenten (STABU-element) gekoppeld wordt aan de STABU2-systematiek. De korttekststructuur waarop de STABU2-systematiek is gebaseerd blijft ongewijzigd. Door deze structuur is het tevens mogelijk om aan reeds bestaande calculatieprogrammatuur te koppelen. Tevens zullen op termijn aan de Elementenmethode functionele/ prestatiebeschrijvingen op verschillende beschrijvingsniveaus worden toegevoegd waardoor het mogelijk wordt om functionele/prestatie-achtige bestekken te kunnen schrijven.
Voor meer informatie over dit project: Stichting STABU, G.C.M. (Bert) van de Goot (0318) 633026.
STABU-bulletin augustus 2004
3
26829 Stabu augustus 2004
17-08-2004
09:31
Pagina 4
ONDER EDE door mr. R.C.J. Cremers
Gezamenlijke ontwikkeling aanbestedingsreglement van de baan Op 1 september 2001 is het UAR 2001 bouwbreed tot stand gekomen. Naast de 3 bouwdepartementen VROM, Verkeer en Waterstaat en Defensie die zich toentertijd verplicht hebben om dit toe te passen, waren de VNG en de Unie van Waterschappen ook van de partij evenals de BNA, ONRI, Aedes vereniging van woningcorporaties en het AVBB. Het AVBB had zelfs een lid, mr. D.E. van Werven, afgevaardigd in de redactiecommissie van dit nieuwe aanbestedingsreglement. Anno 2004 is men zover dat er een nieuw aanbestedingsreglement dient te komen, alleen deze keer zal dit niet bouwbreed worden vastgesteld. In de nieuwe ‘Beleidsregels aanbesteding van werken 2004’ verplichten de vier bouwministeries (VROM, Verkeer en Waterstaat, Defensie en Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit) zich om te werken met het Aanbestedingsreglement Werken 2004 (verder te noemen ARW 2004). Andere ministeries, provincies, gemeenten en waterschappen mogen hun eigen regels blijven volgen. De gemeenten gaan niet werken volgens het ARW 2004. De Vereniging Nederlandse Gemeenten adviseert haar leden te blijven werken volgens een iets aangepaste versie van het UAR 2001. Hieronder zijn verschillende reacties op het ARW 2004 weergegeven om een bijdrage te leveren aan de nationale discussie rond dit nieuwe aanbestedingsreglement. Reactie AVBB ‘Bij het tot stand komen van het UAR-EG 1991 en het UAR 2001 is het bouwbedrijfsleven nauw be4
trokken geweest. Dat is niet het geval bij het ARW 2004. Redenen zijn de beperkte doelstelling van het ARW 2004 – geen instrument voor marktordening – en het scheiden van het opdrachtgeversbelang en het sectorbelang. Naar het oordeel van het AVBB wordt de relatie tussen ordening en mededinging door de overheid ten onrechte ontkend. Wel is medio december 2003 het AVBB gehoord. Dit heeft tot enkele aanpassingen in de marge geleid. Met de inhoudelijke voorstellen van het AVBB is op geen wijze rekening gehouden. Bovendien ontstaat een lappendeken aan aanbestedingsreglementen. Alleen de Rijksoverheid is verplicht het nieuwe aanbestedingsreglement toe te passen. Andere overheden kunnen het ook gaan toepassen, maar kunnen ook kiezen voor de ‘oude UAR-en’, rechtstreekse toepassing van de aanbestedingsrichtlijn of een eigen reglement, zoals de gemeente Rotterdam heeft gemaakt. Verder moet binnenkort de nieuwe aanbestedingsrichtlijn worden toegepast. Het AVBB roept de overheid dan ook op snel te komen met het toegezegde uniforme aanbestedingskader, waar een voor alle overheidsopdrachtgevers geldende Aanbestedingswet een belangrijk onderdeel van uitmaakt. Met het nieuwe aanbestedingsreglement wordt voor de bouwbedrijven de positie bij aanbestedingen aanzienlijk verslechterd. De praktische aanpassingen in het reglement zijn een vooruitgang, maar dat is puur cosmetisch’. Reactie UNETO-VNI ‘UNETO-VNI heeft er met het oog
op duidelijkheid, doorzichtigheid en kostenbeheersing steeds voor gepleit dat alle overheidsaanbesteders moeten handelen volgens één reglement. Met het ARW 2004 komt er weer een nieuwe loot aan de rijk begroeide stam. Een paar overheidsaanbesteders (die samen overigens een belangrijke positie in de markt innemen) moet het ARW 2004 toepassen terwijl andere aanbesteders hun eigen koers kunnen blijven varen. Dit betekent dat de veelheid aan regelingen voor aanbestedingen, waar een gegadigde mee te maken kan krijgen, verder toeneemt. De behoefte bij installatiebedrijven aan één uniforme regeling voor alle overheidsaanbesteders blijft onverminderd groot en het is te hopen dat het aangekondigde uniforme aanbestedingskader nu snel tot stand komt. Inhoudelijk beoordeeld betekent het ARW 2004 een verslechtering van de positie van de gegadigde/inschrijver in vergelijking met het UAR 2001. In dit verband zijn onder andere te noemen de verandering in de bewijslast bij een niet-passende aanbieding, het ontbreken van een anti-leur bepaling en het ontbreken van regels over de ontwerpvergoeding. Een verbetering is dat het ARW 2004 de regels voor alle aanbestedingsprocedures volledig uitschrijft. UNETO-VNI roept het kabinet op afstand te nemen van de emotie van het moment en in het aangekondigde uniforme aanbestedingskader een evenwichtiger balans tussen aanbesteder en gegadigden te realiseren’. vervolg op blz. 5
STABU-bulletin augustus 2004
26829 Stabu augustus 2004
17-08-2004
09:31
Vervolg van blz. 4 Reactie BNA Ir. Erik Kooij, directeur/manager van Spring Architecten te Rotterdam tevens: – Voorzitter Juridische Commissie van de Bond van Nederlandse Architecten (BNA) (www.bna.nl); – Lid Innovatie Academie van het SBR-project BouwBeter (www.bouwbeter.nl). ‘Regelmatig adviseer ik opdrachtgevers een aanbesteding te organiseren. Dat je als aanbesteder respectvol met elkaar om moet gaan en vooral de verwachtingen vooraf goed op elkaar moet afstemmen, staat voor mij als een paal boven water. Hoewel ik als voorzitter van de Juridische Commissie van de BNA te maken heb met de juridische kant van het bouwen (en dan met name waar het de belangen van architecten betreft) ervaar ik in mijn praktijk dat zonder samenwerken het onmogelijk is iets te realiseren. Geldt dit niet ook voor de Overheid? Sinds geruime tijd maak ik deel uit van een projectteam om faalkosten in de bouw te reduceren en succesopbrengsten te genereren. Samenwerken en een gezamenlijke focus op de klant zijn sleutelbegrippen. Een cultuuromslag in de bouw is hard nodig, hierom smeekt de Overheid, maar wat doet zij zelf? De Bouwfraude laat binnen bouwbedrijven maar ook in de markt diepe sporen na. Als gevolg hiervan vind ik de bouwmarkt als geheel, versterkt door de huidige economische stagnatie erg onstabiel. Niemand weet hoe het verder moet? Een zaak van overleven. Extra regels om jezelf in te dekken liggen in onze cultuur dan voor de hand, maar is dit wel zo verstandig? Ik betwijfel het sterk, maar sta in een spagaat: twee gedachten strijden om voorrang. De eerste traditionele gedachte is dat zeer gedegen tekeningen gemaakt en STABU-bestekken geschreven moeten worden om bij een aanbesteding met uitmuntende aanbestedingsstukken te komen, zodat na een ruime rekentijd aannemers met een zorgvuldig opgestelde inschrijving kunnen komen en op basis hiervan een project op een voorspelbare wijze kunnen realiseren. Dit is traditioneel en is misschien voor de huidige overgangsperiode een noodzakelijke wijze van werken. De tweede gedachte is dat dit absoluut geen recht doet aan kansen die er zijn om de kennis en ervaring die
STABU-bulletin augustus 2004
Pagina 5
er bij aannemers, applicateurs en producenten aanwezig is aan te wenden tijdens de ontwerp- en bouwvoorbereidingsfase van een project. Er zijn optimalisatiemogelijkheden te over die bouwkosten met vele procenten kunnen laten dalen en die de winsten van bedrijven met procenten zou kunnen laten stijgen terwijl de klant meer tevreden is dan ooit. Maar welke belangen staan voorop? Ik denk dan ook even aan de belangen van politici en de ambtenaren....... Heeft de markt hier wel behoefte aan. Ik vind van niet. Het tussentijds resultaat van het SBR-project BouwBeter, waar circa 25 toonaangevende bedrijven uit de bouwketen samenwerken om middels innovatie tot samenwerken te komen met een gemeenschappelijke focus op de klant, toont voor mij aan dat de ‘bouworganisatie’ in Nederland uit de vorige eeuw stamt. Voor architecten, die de Rijksoverheid als voorbeeldige opdrachtgever kennen, is de ARW 2004 een stap terug. Bouwteam, prestatiecontracten en DBFM-constructies waar inmiddels uitgebreid (wisselende) ervaring mee is opgedaan zijn richtingen die perspectief bieden. Architecten en uitvoerenden stellen hun kennis en ervaring ten dienste van het project van de klant/opdrachtgever ter beschikking en werken samen toe aan een resultaat. Met samenwerken op basis van vertrouwen en met een focus op de klant is veel te winnen voor alle betrokkenen. Meer dan met een nieuw reglement’. Reactie STABU Per 15 augustus 2004 zal het ARW 2004 in werking treden. Of het ook zo breed in de markt toegepast zal gaan worden als het UAR 2001, is gelet op bovenstaande reacties nog maar de vraag.
Projectgroep Tegelwerk zoekt het uit tot op de bodem Tijdens de jaarvergadering van de Bond van Aannemers van Tegelwerken in Nederland (BOVATIN) is op 12 juni jl. door STABU een lezing gehouden. Ongeveer 80 van de 300 leden waren aanwezig en er ontstond een levendige discussie over bestekken. Recent is er ook contact geweest met de tegelzettersbranche over het aanpassen van de tabel voor tegelwerk. Met de BOVATIN-leden is afgesproken dat zij STABU zullen informeren als er punten zijn waar aandacht aan moet worden geschonken. Begin september 2004 zullen met een nieuw te vormen werkgroep de onderstaande aandachtspunten worden doorgenomen en tevens wordt gekeken naar hoofdstuk 35 Natuursteen. Punten van aandacht: • de Tabel voor vlakheid tegelwerk (en deze eventueel bij natuursteen toevoegen); • de Aanvullende Technische Bepalingen; • toevoegen van nieuwe onderdelen; • toevoegen van prestatie-eisen. Vragen/opmerkingen Meer informatie over de aanpassingen van ‘Tegelwerk’ is verkrijgbaar bij bouwkundig projectcoördinator ing. A.J.M. (Alphons) van den Bogaard, tel. (0318) 633026 of e-mail:
[email protected]. Uiteraard zal STABU u regelmatig op de hoogte houden over de voortgang van de werkzaamheden, ook via het Blad Mozaïek.
STABU als bouwbreed informatiesysteem komt tegemoet aan de wensen van zowel opdrachtgevers als opdrachtnemers. Naast de bestaande aanbestedingsreglementen zal de Stichting STABU ook het ARW 2004 ter beschikking stellen via de STABU-website www.stabu.org. Concluderend zou ik willen zeggen dat de bouw in Nederland samen verder moet en dat het voor alle partijen gewenst is dat er overeenstemming is over de te gebruiken set regelgeving bij aanbestedingen. Mr. Rissa C.J. Cremers Bedrijfsjurist bij de Stichting STABU 5
26829 Stabu augustus 2004
17-08-2004
09:31
Pagina 6
Klankbordgroep gebruikers STABU De klankbordgroep is op 9 juni jl. bijeengekomen. Allereerst is een nieuw lid, dhr. H. Kocken welkom geheten. Hij is werkzaam bij Brabant Wonen en bij deze woningbouwcorporatie met 15000 eenheden behartigt hij de bestekken op zowel (vervangende) nieuwbouw als op renovatie. De groep heeft de verantwoording van de nieuwe STABU-uitgave (2004-2) besproken. Als inhoudelijke onderwerpen kwam o.a. het gebruik van de nieuwe norm NEN 6722 naar voren. Een discussie is er gevoerd over het gebruik van het onderwerp ‘derden’. Dit resulteert in een artikel in een van de komende bulletins. De klankbordgroep gaf tevens aan dat het gebruik van de huidige index met nog een aantal uitbreidingen die gaan komen een goede ontwikkeling is. Ook het steeds meer door STABU aandragen van voorbeeldbestekken is een positieve ontwikkeling. Tevens is door
STABU gemeld dat er een elektronische nieuwsbrief zal aankomen. De klankbordgroep is blij met de nieuwe keuring en verspreiding van de bestekservices omdat daarmee de gebruikers een juiste leidraad hebben om te gebruiken. De leden
hebben aangegeven dat het een constructieve vergadering was met veel onderwerpen. De volgende vergadering zal in het najaar gehouden worden met als hoofdonderwerp de uitgave van 2005-1.
Afscheid van projectgroeplid PG14 Op 24 maart 2004 is tijdens de vergadering van Projectgroep 14 (PG14) Klimaatinstallaties, afscheid genomen van de heer L.E. Lopulalan. Naast zijn deelname in PG14 was hij ook betrokken bij de werkgroep Stoominstallaties (1992-1994). Na zo’n 12,5 jaar geeft hij nu het stokje over aan de overige projectgroepleden.
volgd. Zo zal met de STABU-uitgave 2004-2 de Roterende warmtewisselaar (B530140), de Watergevoede warmte-eenheid (B531710) en de Ventilorradiator (B551230) aan het
bestand zijn toegevoegd m.b.t. Hoofdstuk 60 Verwarmingsinstallaties en Hoofdstuk 61 Ventilatie- en luchtbehandelingsinstallaties.
Nieuwe leden De heer Lopulalan is opgevolgd door de heer K. van Popering. In de afgelopen jaren is door het vertrek van de heren De Bruin (ONRI), Van Toorenburg (ONRI) en Wagenaar (Uneto-VNI) de samenstelling van PG 14 gewijzigd. Bijgaande foto toont de nieuwe samenstelling van PG 14 Klimaatinstallaties. Onderwerpen Op het programma van de projectgroep staat als hoofdmoot de functionele en prestatie-beschrijving van installaties en -delen, het definiëren van installaties en de koppeling tussen de NL/SfB-Elementenmethode en de STABU-systematiek. Daarnaast worden de vaktechnische productontwikkelingen op de voet ge6
Projectgroep 14 Klimaatinstallaties: v.l.n.r. zittend ing. H. Besselink, (ONRI), L.E. Lopulalan (RGD) (Afscheid op 24 maart 2004), K. van Popering (RGD); staand v.l.n.r. ir. E.J. Buskens (Tebodin), ing. T.T.C. van Gerwen, ing. F.A. Vos (Uneto-Vni), H.J. Punter (Uneto-Vni), ing. R.K. Leeuw (RGD), ing. C. Hoonakker (DGW&T) en ing. C. Cornax (STABU).
STABU-bulletin augustus 2004
26829 Stabu augustus 2004
17-08-2004
09:31
Pagina 7
Gaat STABU verder met BRIS? In 2002 heeft de Stichting STABU voor al haar licentiehouders een collectief contract afgesloten voor het gebruik van een deel van het BrisWarenhuis. De kostprijs voor dit gebruik is in de standaard STABUabonnementsprijs inbegrepen. Bij de recente evaluatie van het gebruik van BRIS door STABU-licentiehouders is gebleken dat slechts een beperkt deel BRIS actief raadpleegt. Daarom wil de Stichting STABU de komende maanden haar licentiehouders raadplegen om te bezien of het collectieve contract met BRIS moet worden voortgezet. Als inleiding op deze actie hierbij een samenvatting van het BRISWarenhuis. BrisWarenhuis Het BrisWarenhuis is een digitaal kennissysteem waarin de hele bouwregelgeving is opgenomen. Niet alleen het Bouwbesluit en andere relevante wetten en besluiten zoals de woningwet, het besluit indieningsvereisten aanvraag bouwvergunning, de wet op de ruimtelijke ordening, arboregelgeving, etc. zijn opgenomen, maar ook alle integrale direct en een groot aantal indirect door het Bouwbesluit aangestuurde NEN normen, CUR aanbevelingen, ISSO publicaties, jurisprudentie, kennisdocumenten, bouwfysische rekenprogramma’s, etc. Kennisschillen leiden de gebruiker door het woud aan regelgeving. Extra uitleg, al dan niet in de vorm van plaatjes, maken de regelgeving inzichtelijk. Binnenkort wordt het systeem uitgebreid met checklisten en toetsprotocollen. Daarbij worden aan de hand van een aantal criteria die onderdelen uit de regelgeving die niet relevant zijn automatisch weggefilterd zodat de gebruiker niet lastig gevallen wordt met onderdelen uit de regelgeving die niet van toepassing zijn. Het hele systeem bestaat uit bijna 40.000 pagina’s. De gebruikers van STABU hebben toegang tot een beperkt deel, te weten de module ‘Wetten, besluiten en regelingen’ en de module ‘Ondersteunende documenten’ met hierin opgenomen o.a. SBR publicaties. Individueel kunnen STABU gebruikers deze licentie desgewenst uitbreiden met NEN normen, CUR Aanbevelingen, Politiekeurmerk Veilig Wonen, overzicht Erkende Kwaliteitsverklaringen en BRL’s en bouwfysische rekenapplicaties.
De Nederlandse bouwregelgeving is continue aan verandering onderhevig. Het Bouwbesluit is al zo’n 18 keer gewijzigd, de Ministeriële Regelingen 30 keer, de Woningwet meer dan 40 keer, om nog maar niet te spreken over het aantal correctie- en/of wijzigingsbladen op de NEN normen. In het BrisWarenhuis worden al die wijzigingen altijd verwerkt zodat de gebruiker te maken heeft met doorlopende teksten. Met het BrisWarenhuis is de gebruiker er altijd van verzekerd dat hij/zij met de juiste versies van de documenten werkt. Het BrisWarenhuis voorziet ook in een bibliotheekfunctie die het mogelijk maakt om bijvoorbeeld alle regelgeving van een ander jaar op te roepen. Dit is erg handig bij een bouwwerk wat langer duurt, of bij een conflict over een bouwwerk wat een paar jaar geleden is opgeleverd. Het BrisWarenhuis maakt ook de relatie tussen de verschillende documenten inzichtelijk. Door middel van hyperlinks wordt de gebruiker door de regelgeving geloodst. Kennisschillen met uitleg (plaatjes) en voetnoten helpen de gebruiker om de ingewikkelde regelgeving beter te begrijpen. Binnen het BrisWarenhuis zijn alle documenten geconverteerd naar HTML en/of XML bestanden die via hyperlinks aan elkaar zijn gekoppeld. De functionaliteit is daarmee veel hoger dan met bijvoorbeeld PDF documenten. Er kan bijvoorbeeld gezocht worden binnen alle documenten tegelijk, ook binnen die documenten waar de gebruiker geen licentie op heeft. Zo kan een gebruiker direct zien welke norm, wet of besluit hij moet hebben. Indien hij/zij beschikt over de juiste licentie zal het desbetreffende onderdeel via een muisklik direct toegankelijk zijn. Indien er geen licentie is maar het document wel op een andere manier beschikbaar is, wordt in ieder geval duidelijk waar de informatie staat. Linking vanuit andere applicaties naar bijvoorbeeld onderdelen van het Bouwbesluit, de NEN normen of kwaliteitsverklaringen zijn ook mogelijk. Een dergelijke ‘deeplinking’ is bijvoorbeeld al aangebracht vanuit de bouwfysische BINK rekenprogramma’s. Ook vanuit de STABUsystematiek kan een deeplinking aangebracht worden naar relevante onderdelen van de regelgeving.
Het voornemen van de overheid is om alle wetten gratis via Internet ter beschikking te stellen. Een deel is reeds te downloaden van Internet. Uitzonderingen daar gelaten zijn dit over het algemeen losse wetten en besluiten en geen geconsolideerde bestanden. De lezer dient alle wijzigingsbesluiten eerst uit te printen en voor zover mogelijk zelf tot één geheel te maken. Uitzondering daarop is de door BRIS ontwikkelde gratis internetsite BouwbesluitOnline van VROM (en van BRIS). De extra ‘kennisschillen’ in het BrisWarenhuis met de uitleg van het Bouwbesluit en de bovenvermelde koppelingen staan niet gratis op Internet. Het zoeken van de relevante wetten (en de juiste versie daarvan) zal veel zoektijd en ervaring vereisen van de gebruiker. Hij kan op Internet bijvoorbeeld niet in alle PDF en HTML bestanden tegelijk zoeken. Als hij eenmaal een bestand heeft gevonden, dan is het over het algemeen wel mogelijk om binnen één zo’n bestand te zoeken, maar nooit over meerdere bestanden tegelijk. Op Internet staat erg veel informatie die al lang achterhaald is. Daar is geen enkele controle op, met alle risico’s van dien. Een gebruiker weet dan ook nooit zeker of een gevonden document wel de juiste en complete versie is! Vooral in het kader van regelgeving en kwaliteitsbewaking is dat riskant, onbetrouwbaar en dus eigenlijk af te raden. Actualiteit en volledigheid staan bij BRIS hoog in het vaandel, de gebruiker van het BrisWarenhuis is altijd verzekerd van het werken met de juiste versie van de regelgeving. Jaarlijks besteedt BRIS een zeer groot bedrag aan productontwikkeling, zowel wat betreft materiekennis als ontsluiting en functionaliteit. Zo wordt momenteel gewerkt aan een ontsluiting waarbij op gebouwdeel gezocht kan worden naar de van belang zijnde leden van het Bouwbesluit. (Bijvoorbeeld een plaatje van een badkamer waarbij op de muur geklikt kan worden om alle onderdelen van het Bouwbesluit te krijgen die daar betrekking op kunnen hebben). Ook wordt een thesaurus ontwikkeld voor vertaling van praktijkbegrippen naar Bouwbesluitbegrippen. STABU gebruikers profiteren van deze ontwikkelingen vervolg op blz. 8
STABU-bulletin augustus 2004
7
26829 Stabu augustus 2004
17-08-2004
09:31
Pagina 8
vervolg van blz. 7 De STABU-Licentiehouders hebben op dit moment toegang tot de volgende onderdelen uit het BrisWarenhuis: De module ‘Wetten, Besluiten en Regelingen’ met op dit moment: Woningwet Artikeltekst Uitvoering van artikel 7a van de Woningwet Toelichting VROM publicaties Bouwbesluit 2003 Leeswijzer Artikeltekst Bouwbesluit 2003 - extra info (zoals een uitgebreide TNO toelichting, uitleg in de vorm van plaatjes (Bouwbesluit in Woord en Beeld van ‘Anne Uythoven’) Nota van Toelichting VROM publicaties Regeling Bouwbesluit 2003 Artikeltekst Toelichting Regeling materialen chemicaliën leidingwatervoorzieningen Bouwbesluit voor conversie Artikeltekst Toelichting Regelingen Bouwbesluit Bouwbesluit na fase 2 Artikeltekst Toelichting Besluit bouwvergunningsvrije en licht-bouwvergunningplichtige bouwwerken Artikeltekst Toelichting VROM publicaties Besluit indieningsvereisten aanvraag bouwvergunning Artikeltekst Toelichting Regeling Indieningsformulieren VROM publicaties Andere wetten Algemene wet bestuursrecht Besluit op de ruimtelijke ordening 1985 Brandweerwet Gemeentewet Luchtvaartwet Monumentenwet 1988 Wet bodembescherming Wet geluidhinder Wet milieubeheer Wet op de ruimtelijke ordening Wet op de stads- en dorpsvernieuwing Wet ziekenhuisvernieuwing Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen Besluit grenswaarden binnen zones rond industrieterreinen Besluit zonering buitenl. luchtvaartterreinen N.- en Midden-Limburg Besluit geluidhinder spoorwegen (stb.122, 1987) Besluit geluidsbelasting grote luchtvaart Besluit geluidsbelasting kleine luchtvaart Besluit zonering buitenl. luchtvaartterreinen Zuid-Limburg Arbeidsomstandighedenbesluit Regeling berekening nachtelijke geluidsbelasting Wet Bibob Besluit Bibob Besluit beheer sociale woningbouw Regeling beperking meldingsplicht BBSH Wet Victor Burgerlijk Wetboek 7 bijzondere overeenkomsten Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte Besluit servicekosten Besluit kleine herstellingen Andere overheidsvoorschriften 8
voor slechts een fractie van de kosten die ‘normale’ klanten betalen. De aanvankelijke overeenkomst tussen BRIS en STABU ging uit van een internetlicentie. Omdat bleek dat een deel van de STABU gebruikers nog niet over Internet op de werkplek beschikt is afgesproken dat er ook Cd’s verstuurd worden. De gebruikers van de cd-versie hebben zo ook toegang tot alle bovenvermelde onderdelen, ook al hebben zij geen toegang tot andere informatie op Internet. Binnenkort zullen de STABU-licentiehouders per e-mail gevraagd worden hun reactie op het wel of niet voortzetten van het BRIS contract te geven. Beschikt u niet over een e-mailadres reageer dan nu schriftelijk naar de Stichting STABU, Antwoordnummer 2611, 6710 VC Ede.
Nieuwe brochure ‘Ketenaansprakelijkheid’ De toelichting bij de rubriek Regelgeving, Ketenaansprakelijkheid is uitgebreid met actueel nieuws. Daar is namelijk een rechtstreekse link aangebracht naar de brochure van de belastingdienst ‘Aansprakelijkheid voor belastingen en premies bij onderaanneming’. Voor het raadplegen van de vernieuwde brochure ‘Ketenaansprakelijkheid’, kunt u de STABU-website raadplegen www.stabu.org.
STABU-bulletin augustus 2004
26829 Stabu augustus 2004
17-08-2004
09:31
Pagina 9
Internationale afstemming bestekken vordert gestaag Door STABU is twaalf jaar geleden het initiatief genomen om nationale bestekkenorganisaties uit diverse Europese landen bijeen te brengen. Uiteindelijk heeft dit geleid, tien jaar geleden, tot de formele oprichting van ICIS, International Construction Information Society. ICIS organiseert jaarlijks een gezamenlijke bijeenkomst bij één van de leden waarbij het belangrijkste onderdeel het ‘show and tell’ gedeelte is. Omdat de leden geen concurrenten van elkaar zijn, is iedereen bereid om open te vertellen over de nieuwe ontwikkelingen waarmee men bezig is en deze te demonstreren en waar andere leden mogelijk hun voordeel mee kunnen doen. Door deze uitwisseling van informatie groeien de nogal verschillende systemen toch meer naar elkaar toe. De presentaties van de meest recente bijeenkomst in Toronto, Canada zijn beschikbaar op www.icis.org. Tevens is in Toronto een aantal afspraken gemaakt waarvan de belangrijkste hier zijn weergegeven: • De ICIS Delegates Assembly zal in 2005 door STABU worden georganiseerd in Rotterdam in de laatste week van juni. Deze vergadering zal worden gecombineerd met een openbaar congres waarbij met name veel aandacht zal worden besteed aan hoe architecten met zeer gecompliceerde opdrachten er toch in slagen deze projecten in goede kwaliteit te realiseren. Dat daarbij de belangrijke rol van contracten en specificaties aan de orde komt is natuurlijk logisch.
• ICIS gaat haar website zodanig opnieuw opbouwen dat het voor derden veel gemakkelijker wordt om de verschillen per land in besteksystemen en contracten te kunnen vinden. • In Noord-Amerika (Canada en de Verenigde Staten) is een compleet nieuw stelsel van tabellen gepubliceerd (15 juni 2004) die dezelfde ordeningsprincipes hanteert als in Europa gebruikelijk is. • ICIS is medesponsor van het Sustainable Building Congress in Tokyo, Japan in 2005. Voor meer informatie zie ‘www.sb05.com’. • Op initiatief van de nationale architectenorganisatie en de bouwkostendeskundigenorganisatie is in Zuid-Afrika een nieuwe bestekkenorganisatie in het leven geroepen, Pro Spec genaamd. Deze organisatie is kandidaat-lid van ICIS geworden. • CRB (Zwitserland) was als toehoorder aanwezig en wil graag weer ICIS-lid worden. • Om te komen tot een internationale vulling van het LexiCon organiseert STABU eind 2004 een workshop voor geinteresseerde ICIS-leden. Voor meer informatie: Stichting STABU, ir. M.L.A.M. van Hezik, (0318) 633026
Leden ICIS: Arcom, Inc – VS Cobo Systems NV/SA – België Construction Information Limited – Nieuw Zeeland Construction Information Systems Australia Pty Ltd – Australië Construction Specifications Canada (CSC) – Canada CROW – Nederland CSI, Construction Specification Institute – VS Digicon Information Inc – Canada GAEB, Gemeinsamer Ausschuss Elektronik im Bauwesen – Duitsland IIBH, Institute of International Harmonisation for Building and Housing – Japan NBS Services Division – Verenigd Koninkrijk STABU, Nederland Standards Norway – Noorwegen The Building Information Foundation, RTS – Finland ÚRS Praha – Tsjechië
STABU-bulletin augustus 2004
Schilderwerk voorzien van nieuw verfje Om Schilderwerk (hoofdstuk 46) weer aan te laten sluiten op de nieuwste ontwikkelingen op schildersgebied is na lange tijd de projectgroep (PG10) weer bij elkaar gekomen. De STABU-licentiehouders met een moederbestek en fabrikanten met een bestekservice willen niet teveel lastig worden gevallen met wijzigingen. Daarom zullen de aanpassingen van lay-out en spelling pas worden doorgevoerd zodra de nieuwe opbouw duidelijk is. Uiteraard zal dit in nauw overleg gebeuren met de leden van de projectgroep en de klankbordgroep. De resultaten van de enquête van enige jaren geleden zal ook worden gebruikt bij de aanpassing. Actiepunten De volgende onderdelen worden in één keer doorgevoerd: • lay-out aanpassen en gewijzigde opzet van de specificaties; • aanpassen ISO 8501 naar NEN-ENISO 8501; • maken van voorbeeldbestekteksten. STABU streeft ernaar om dit beschikbaar te hebben met uitgave 2005-1. De volgende vier onderdelen kunnen per uitgave worden toegevoegd en leveren geen problemen op voor de STABU-gebruikers: • toevoegen van verfspecificaties met COT1) nummers; • toevoegen van verfsystemen overeenkomstig NPR 7452 (in samenwerking met VOM2) en VMB3)); • toevoegen van industriële verfsystemen; • toevoegen van prestatie-eisen. Vragen/opmerkingen STABU zal u regelmatig infomeren over de voortgang van de werkzaamheden. Meer informatie over de op handen zijnde aanpassingen van ‘Schilderwerk’ is verkrijgbaar bij bouwkundig projectcoördinator ing. A.J.M. (Alphons) van den Bogaard, Tel. (0318) 633026 of e-mail:
[email protected] 1)
2)
3)
Centrum voor Onderzoek en Technisch Advies Vereniging voor Oppervlaktetechnieken van Materialen Vereniging van Metaalbeschermings Bedrijven 9
26829 Stabu augustus 2004
17-08-2004
09:31
Pagina 10
In kort bestek
Stijgende staalprijzen en kostenverhogende omstandigheden De afgelopen maanden verschijnen regelmatig berichten over de stijging van de staalprijzen. Als oorzaak van de stijging wordt veelal de toenemende vraag uit China genoemd. Anderen vermoeden bij de combinatie van dalende vraag (als gevolg van protectionistische maatregelen van de VS) en stijgende prijzen een afspraak tussen staalproducenten. Hoewel de toon van de berichten alarmerend is, verzuimt men telkens duidelijke informatie te verschaffen. Om een beeld te geven van hetgeen zich op de staalmarkt afspeelt is in de afbeelding het prijsverloop van de afgelopen 36 maanden weergeven. Verloop prijzen profielstaal afgelopen 36 maanden (gewoon staal AE 235 A) 800
die de aannemer niet kunnen worden toegerekend en die de kosten van het werk aanzienlijk verhogen.’ Voor de beoordeling van het beroep van aannemers op de regeling dient niet alleen te worden vastgesteld of er sprake is van kostenverhogende omstandigheden, maar ook of deze omstandigheden de kosten van het werk aanzienlijk verhogen. Uit de tekst van het eerste lid van par. 47 UAV kan worden opgemaakt dat er slechts sprake is van kostenverhogende omstandigheden indien de aannemer bij het aangaan van de overeenkomst met deze omstandigheden geen rekening hoefde te houden. Met andere woorden: het gaat om onvoorziene kostenverhogende omstandigheden.
700
600
euro per ton
500
Series1
400
300
200
100
35
33
31
29
27
25
23
21
19
17
15
9
13
7
11
5
3
1
0
maanden
(bron: http://www.agoria.be/indices/data/1FERREUXEURO.XLS). Inmiddels blijkt dat aannemers regelmatig een beroep doen op een vergoeding voor kostenverhogende omstandigheden op grond van par. 47 UAV 1989. Lid 1 van deze paragraaf luidt als volgt ‘Onder kostenverhogende omstandigheden worden in deze paragraaf verstaan omstandigheden die van dien aard zijn dat bij het tot stand komen van de overeenkomst geen rekening behoefde te worden gehouden met de kans dat zij zich zouden voordoen, 10
Wanneer is er sprake van onvoorziene omstandigheden? In de jurisprudentie wordt de oliecrisis van 1973 aangemerkt als een onvoorziene omstandigheid. Ook als een onvoorziene omstandigheid zich eerder heeft voorgedaan behoeft geen rekening te worden gehouden met het optreden van vergelijkbare omstandigheden. De tweede oliecrisis (van 1979) is daarom eveneens als onvoorziene omstandigheid aangemerkt. Dat prijzen van grondstoffen (sterk) fluctueren wordt op zich niet aangemerkt als een onvoorziene omstandigheid. Een beroep op par. 47 UAV vanwege een stijging van de bitumenprijs met ƒ 95,00 per 1.000 kg werd afgewezen met: ‘De prijzen van de bitumen waren ten tijde van de aanbesteding weliswaar dalend, doch dit hoeft nog niet te betekenen dat deze daling zich zou voortzetten. Een daling brengt als zoda-
nig niet met zich mee dat geen rekening behoeft te worden gehouden met stijgingen in de navolgende periode. Ook zijn de onderhavige stijgingen, ieder afzonderlijk en gezamenlijk, niet zodanig extreem dat deze niet meer tot het ondernemersrisico van de aannemer zouden behoren te komen. Volgens de statistieken zijn prijsfluctuaties in de orde van de in deze procedure genoemde bedragen geen uitzondering’. Ook een schaarste aan basralocuspalen als gevolg van oorlogshandelingen in Suriname werd, omdat aannemer voor de totstandkoming van de overeenkomst op de hoogte was van de mogelijkheid dat schaarste zou kunnen optreden, niet beschouwd als een onvoorziene omstandigheid. Op de website van de Metaalunie (http://metaalunie.nl/Nieuws) lezen we naar aanleiding van de stijgende staalprijzen onder meer het volgende ‘Sinds medio 2003 worden de metaalbedrijven geconfronteerd met prijsstijgingen van staal. Onder andere de vraag uit China drijft de prijs sterk op.’ Het is dus al bijna een jaar bekend dat de staalprijzen sterk stijgen. De reden van de stijging maakt duidelijk dat het niet om een incident gaat. Gelet op deze bekendheid is het derhalve maar de vraag of sprake is van onvoorzien omstandigheden. Wanneer is er sprake van een aanzienlijke kostenstijging? Van Wijngaarden geeft in Hoofdstuk Bouwrecht, nr. 897 een aantal verschillende criteria die door arbiters werden gehanteerd om antwoord op deze vraag te geven. De vervolg op blz. 11
STABU-bulletin augustus 2004
26829 Stabu augustus 2004
17-08-2004
09:31
vervolg van blz. 10 gehanteerde criteria zijn onder meer de grootte van het opslagpercentage voor risico, een redelijke winstmarge voor de aannemer, het percentage van de aanneemsom, de kostenstijging uitgedrukt in procenten en het absolute bedrag van de stijging. Veel meer dan ‘redelijkheid en billijkheid’ is op het eerste gezicht uit de geciteerde zaken niet op te maken. Uit de in Hoofdstukken Bouwrecht aangehaalde jurisprudentie blijkt dat het antwoord op de vraag of sprake is van een aanzienlijke kostenstijging steeds weer afhankelijk is van de omstandigheden van het geval. Zo wordt in een uitspraak een percentage van 0,6 procent beschouwd als een aanzienlijke prijsstijging en in een andere zaak hetzelfde percentage juist niet. Dat de prijsstijging gerelateerd kan worden aan de aannemingssom wordt duidelijk in eenzelfde zaak waarbij het beroep op par. 47 UAV van een onderaannemer (5%) wordt toegewezen, maar het beroep van de hoofdaannemer (0,6%) wordt afgewezen. Conclusie Als de aannemer een beroep doet op par. 47 UAV zou het in afzonderlijke gevallen zo kunnen zijn dat in onderhandeling tussen opdrachtgever en aannemer getracht moeten worden tot overeenstemming te ko-
Pagina 11
men. Hiertoe zijn partijen overigens ook verplicht, zo bepaalt par. 47 lid 3 UAV. Daarbij zal het historische verloop van het project een rol spelen om de vraag te kunnen beantwoorden of aannemer met de prijsstijging rekening had kunnen en dus ook moeten houden. Afhankelijk van de aard van het project kan worden vastgesteld of de omvang van de prijsstijging aanzienlijk is, in verhouding tot de aannemingssom. In de ‘BNA-voorbeeldbepalingen en toelichting’ wordt geadviseerd de aanbiedingsbegroting van de aannemer na de offertefase geen rol meer te laten spelen. Voor het vaststellen van de omvang van de prijsstijging zal daarom bij voorkeur gebruik gemaakt moeten worden van de directiebegroting. Par. 47 UAV buiten werking te stellen om een beroep van de aannemer op dit artikel te voorkomen, biedt geen structurele oplossing. Immers de mogelijkheid tot een beroep op onvoorziene omstandigheden blijft altijd open staan en het is maar de vraag of een bepaling die par. 47 uitsluit niet door bijvoorbeeld een arbiter zal worden bestempeld als zijnde ‘onredelijk’. Wellicht verdient het overweging om bij het opstellen van de stichtingskostenbegroting rekening te houden met het feit dat ook de opdrachtgever als gevolg van externe omstandigheden met zijn bouwactiviteiten enig risico inzake deze kwestie kan lopen.
BNB: De Bond van Nederlandse bestekdeskundigen BNB streeft naar het bevorderen van de kennis, het inzicht en de vaardigheid van bestekdeskundigen. Daarnaast streeft de vereniging naar een deskundige en maatschappelijk deugdelijke beoefening van het vak van bestekschrijver, het bevorderen van de toepassing van de bestekschrijfkunde en het behartigen van de belangen van bestekdeskundigen. De BNB wil de kwaliteit van de beroepsuitoefening van de bestekschrijver op een hoger plan brengen en ontwikkelt daartoe een systeem van permanente educatie. Daarnaast wordt de gelegenheid geboden tot onderlinge contacten op informele wijze. Dit is zowel van belang voor de actuele kennis van ontwikkelingen op het vakgebied als voor de momenten waarop daadwerkelijk hulp nodig is. Meer informatie over de BNB op het internet: www.bestekdeskundigen.nl. Auteur Ir. Sietze Wierda: Architect BNA en directeur/bestekdeskundige van BIRDS raadgevend ingenieurs BV. Secretaris/penningmeester van de Bond van Nederlandse Bestekdeskundigen BNB.
STABU in de restauratie – stage-opdracht student bouwkunde De afgelopen zes maanden heeft Menno Pietersen stage gelopen bij de Stichting STABU. Het doel van de stage was de STABU-systematiek te controleren op restauratie-aspecten en het verzamelen van nieuwe restauratie-onderdelen. Na de introductiefase met o.a. het leren omgaan met een besteksverwerkend programma en het bestuderen van de STABU-systematiek kon het stageproject beginnen. Om te voorkomen dat Menno zou worden bedolven onder teveel verschillende restauratie-aspecten, heeft hij zich geconcentreerd op drie klassieke Amsterdamse panden. Zelfs na deze afbakening van onderwerpen, bleek het aanbod van informatie, t.w. natuursteen, glas in lood, metselwerk, dakpannen, hout, metaal
STABU-bulletin augustus 2004
en stukadoorswerk teveel om in zes maanden te onderzoeken. Daarom besloot de stagiair zich te concentreren op de drie onderwerpen die op dat moment het meest interessant waren: natuursteen, glas in lood en metselwerk. Na zelfstandig informatie te hebben verzameld over de drie onderwerpen zijn er verslagen opgesteld en besproken met diverse STABU-medewerkers. Naar aanleiding van nuttig commentaar is contact gezocht met vertegenwoordigers uit de verschillende branches.
delijk geworden hoe moeilijk het kan zijn om uniforme afspraken vast te leggen en bestekteksten te formuleren. Met behulp van de adviezen en aantekeningen is het uiteindelijke verslag gevormd. De uitkomst van het verslag zal bijdragen in de toevoeging van restauratie-aspecten in de STABU-systematiek. STABU zal nu in overleg met de desbetreffende projectgroepen de door Menno verzamelde gegevens bestuderen en omzetten in bruikbare specificaties voor restauratiebestekken.
Ook overleg met professionals uit de restauratiesector leverde veel nieuwe invalshoeken op en was erg leerzaam. Tevens kwamen verschillende en soms tegenstrijdige belangen naar voren. Hierdoor is het dui11
26829 Stabu augustus 2004
17-08-2004
09:31
Pagina 12
Geslaagden Opleiding Bestekschrijver 2003/2004 De opleiding bestekschrijver mag zich nog steeds verheugen op een grote belangstelling. In dit opleidingsjaar is het 555ste diploma bestekschrijver uitgereikt. Alle cursisten van het opleidingsjaar 2003/2004 hebben het examen met goed gevolg afgesloten. Geslaagden Opleiding Bestekschrijver 11 mei 2004 De heer W.C.M. Baas - Krijger & Wagter Architecten B.V. De heer P. Beckers - NV Waterleiding Mij. Limburg De heer H. Brands - Brabant Wonen De heer H. Broekhuizen - Bouwkundig Adviesbureau BV De heer R. Gardien - Innotiv Netherlands B.V. De heer L.P.J.A. van der Hulst - Hollman Adviseurs De heer R. Jacobs - De Twee Snoeken Automatisering De heer A.A. Klop - Marquart Architecten B.V. De heer J. Lamme - Huis Bouwkosten-management De heer A.M. van den Oudenrijn - JHK Architecten De heer S.G. van Rosmalen - Tebodin Consultants & Engineers De heer C.G.M. Rulens - Marquart Architecten B.V. De heer D.I. Sahertian - Universiteit Utrecht, Afd. Tech., Engineering De heer Gardien is de 555ste cursist die het diploma bestekschrijver in ontvangst mocht nemen. Geslaagden Opleiding Bestekschrijver 13 mei 2004 De heer J.J. van der Aa - Beltman Architecten en Ingenieurs B.V. De heer M.W.J.A. van den Berg - Brabant Water De heer E. Bisschop - Van Hoogevest Architecten b.v. De heer R. Buddingh - Architectenbureau Van der Stelt & Schoots De heer P.G.P. Coleman - DGW&T Directie West Mevrouw M. Costa - Bouwkundig Bureau Caltek B.V. De heer R. Dingemanse - Grontmij Bravenboer & Scheers B.V. De heer C.M. Duisterwinkel - Veentra/Los en Sitsen Architecten BNA De heer M.C. IJzerman - Van Hoogevest Architecten b.v. De heer J.A. Klijnsma - Van Manen en Zwart Architecten De heer W.E.C. Spanjers - Brabant Water De heer E. Veldmeijer - Wentink Torsing Architecten De heer L. Visser - EGM Beheer B.V. Mevrouw J. Willems - Ven Architecten en Ingenieurs bna bv Geslaagden Opleiding Bestekschrijver 9 juni 2004 De heer F. Bax - Mac Bouw Design De heer S.J.G. Brilhuis - Woonbeheer Borne De heer J. Dijkstra - Gemeente Dongeradeel De heer W. Dootjes - BCN Drachten B.V. De heer R.N. Ercicia - DGW&T Directie Zuid, dkr. Volkel De heer M. van Gelder - Progam Bouwadvies De heer H. El Gharbani - Volkshuisvesting Arnhem De heer M. Gremmen - DGW&T Directie Zuid, dkr. Volkel De heer J.W. Groenendaal - Würdemann Koningen Groenendaal De heer F. van Hulst - Mac Bouw Design De heer B.J. Onderwaater - Bloemen Architecten B.V. De heer M.B. Pietersen - Bouwkundig Buro Coppens B.V. De heer A. Sangster - Innotiv De heer D.A.S. Tolboom - Innotiv De heer E.P. Wijsman - Architecten Rothuizen van Doorn ‘t Hooft De heer W. Zwep - Oost Flevoland Woondiensten Geslaagden Opleiding Bestekschrijver op 18 juni 2004: De heer Tj. Boos - Bouwkundig Teken- en Adviesburo Philip Zwart BV De heer R.J.L. Meekes - Innotiv Netherlands B.V. De heer E. Schaper - DGW&T Directie Zuid, dkr Volkel
12
STABU-bulletin augustus 2004
26829 Stabu augustus 2004
17-08-2004
09:31
Pagina 13
Oplettendheid bestekschrijvers geboden
Specificeren van materialen en producten volgens Europese normen Auteur: G.J.M. Majoor - NEN Bouw schappen zou status kunnen ontlenen aan een privaatrechtelijk keurmerk, zoals het Europese Keymark of het Nederlandse KOMO keurmerk. Het specificeren van materialen en producten voor de bouw zit in de beginfase van een fors aanpassingsproces. Dit is het gevolg van de geleidelijke, productsgewijze invoering van de Richtlijn Bouwproducten met daaraan gekoppeld de CEmarkering van bouwproducten. Richtlijn Bouwproducten brengt de Europese economische eenwording weer een stukje dichterbij. In dit geval gaat het om de eigenschappen van bouwproducten, die worden vastgesteld volgens testmethoden die voor heel Europa gelijk zijn, inclusief de wijze van aanduiden van die eigenschappen. Het grote voordeel van deze uniformering is dat bouwproducten uit andere landen van de EU niet meer in het eigen land opnieuw moeten worden getest volgens nationale testmethoden, die dan ook stuk voor stuk de komende jaren zullen gaan verdwijnen. De reikwijdte van de Richtlijn Bouwproducten is echter enigszins beperkt: het gaat hierbij alleen om eigenschappen van bouwproducten die van belang zijn in de regelgeving van een of meer Europese lidstaten. Denk daarbij aan zaken als sterkte-eigenschappen, brandgedrag, brandwerendheid en bouwfysische eigenschappen. Voor deze eigenschappen biedt de CE-markering een zekere status aan de productspecificaties van de fabrikant. In ieder geval betekent dit dat de overheid deze gegevens accepteert als voldoende bewijs bij de handhaving van de bouwregelgeving. Toch blijft het ook in de systematiek van de Europese bouwproductnormen mogelijk voor fabrikanten om ook eigenschappen die niet relevant zijn voor wetgeving vrijwillig aan te geven. Ook het vaststellen van die eigenschappen wordt voor heel Europa gelijk, alleen zonder wettelijke verplichting. De verklaring van de fabrikant omtrent dit soort eigen-
STABU-bulletin augustus 2004
De garanties van de CE-markering en van het KOMO keurmerk In de Nederlandse praktijk is het gebruikelijk dat materialen en producten onder het KOMO keurmerk worden geleverd. Daarbij komt altijd een onafhankelijke keuringsinstelling aan te pas, die controleert of de fabrikant ook daadwerkelijk levert wat hij verklaart te leveren. Bij de CE-markering is het controleregime gevarieerder en soms minder streng: bij producten waarvan de eigenschappen niet doorslaggevend zijn voor bijvoorbeeld de veiligheid van mensen in een gebouw, kan een type-onderzoek door en een eigen verklaring van de fabrikant afdoende zijn. Alleen bij de zwaardere vormen van Attestation of Conformity is een rol weggelegd voor speciaal hiervoor aangewezen keuringsinstellingen. In het kader van CE-markering wordt per bouwproduct aangegeven in de Europese productnorm welke vorm van Attestation of conformity daarop van toepassing is. Van de producten die inmiddels onder de verplichtingen van de Richtlijn Bouwproducten vallen zoals cement en isolatiemateriaal zien we vaak CE en KOMO op de verpakking staan. Het eerste is wettelijk verplicht, het tweede niet. Ook in STABU-bestekken Europese productspecificaties gebruiken Zodra een bepaalde Europese productnorm officieel is aangewezen als basis voor de CE-markering van dat product is er sprake van een geharmoniseerde Europese productnorm op basis waarvan iedere fabrikant (na een bepaalde overgangsperiode, meestal een jaar) deze producten moet specificeren. Dus ook de STABU-bestekssystematiek moet dan hieraan worden aangepast. Daarna moet de nationale norm voor dat product zijn ingetrokken. Het gaat hierbij om het invoeren van ongeveer 500 verschillende geharmoniseerde productnormen, die natuurlijk niet allemaal tegelijkertijd gereed zijn. De laatste normen
in dit pakket zijn over drie tot vijf jaar te verwachten. Op de website van het ministerie van VROM is onder het dossier CE-markering na te gaan welke geharmoniseerde productnormen inmiddels beschikbaar zijn. Dan zijn er nog bouwproducten waarvoor geen normen zijn of worden opgesteld: denk aan speciale producten zoals Lewisplaten of ankers voor in beton. In dat geval is er de mogelijkheid om CE-markering toe te kennen op basis van een ETA (European Technical Approval). Zo kunnen alle producten en materialen die in de bouw en ook in de weg- en waterbouw worden toegepast te zijner tijd CE-markering krijgen. Waarom oplettendheid bestekschrijver geboden? De systematiek van de Richtlijn Bouwproducten is zodanig dat er ruimte is om recht te doen aan alle mogelijke kwaliteiten die waar dan ook in Europa worden gevraagd. En aangezien het niveau van eisen in de nationale bouwregels onveranderd de verantwoordelijkheid blijft van de individuele lidstaten, zien we in de geharmoniseerde Europese productnormen dus ook een veel ruimere spreiding in kwaliteiten of kwaliteitsklassen dan dat we in de Nederlandse normen gewend waren. De inferieure kwaliteit die toch niet in Nederland was toegestaan werd in een NEN simpelweg niet genoemd, en was normaal gesproken ook niet leverbaar. Dat betekent dus -als voorbeeld- dat een bestekschrijver zich moet afvragen of een CE-gemarkeerde baksteen met bepaalde opgegeven druksterkte, vochtopnamepercentage, percentage holle ruimte en vorst-dooibestandheidsklasse wel geschikt is voor de beoogde toepassing. Of andersom geredeneerd: een bestekschrijver moet weten welke producteigenschappen minimaal nodig zijn om daarmee een gebouw te maken dat aan de eisen van het Bouwbesluit en de wensen van de opdrachtgever voldoet. Dat wordt vervolg op blz. 14 13
26829 Stabu augustus 2004
17-08-2004
09:31
vervolg van blz. 13 even studeren want veel geharmoniseerde Europese productnormen gebruiken nieuwe vormen van aanduidingen voor bepaalde producteigenschappen. Dat gebeurt of in de vorm van klassen of in de vorm van opgegeven waarden, de zogenaamde declared value.
Pagina 14
STABU-gebruikersdagen De STABU-gebruikersdagen zijn gehouden op 10 juni (in combinatie met BNB) en 24 juni 2004 en door 45 personen bijgewoond. Alle presentaties, verzorgd door de diverse (gast)sprekers zijn geplaatst op de
website van STABU (info Stabu/producten en diensten/gebruikersdagen). In het najaar zullen wederom gebruikersbijeenkomsten worden gehouden.
Te hopen valt dat ook fabrikanten in hun productdocumentatie en in hun bestekteksten het hanteren van deze nieuwe vormen van productspecificaties voor de bestekschrijver toegankelijk maken. Voorlichting NEN organiseert samen met de Stichting Bouwkwaliteit informatiemiddagen over de Richtlijn Bouwproducten, die ook voor bestekschrijvers een eerste algemene introductie kunnen bieden in deze materie. Zie hiervoor de website www.nen.nl onder Cursussen en evenementen of bel voor een cursusfolder 015- 2690188.
Op de gebruikersdag van 24 juni jl. gaf gastspreker ing. R. Blickman van Stroomwerk een uiteenzetting over het project ‘Zonnestroom in de gebouwde omgeving’. Over Zonnestroom en STABU is ook meer informatie te vinden op bladzijde 18 van dit bulletin.
Nieuw Nieuw Nieuw Cursus Actualiteit in wet- en regelgeving in de B&U Deze nieuwe cursus actualiteit in wet- en regelgeving in de B&U is speciaal bedoeld voor hen die graag bijgeschoold willen worden over de meest recente ontwikkelingen in wet- en regelgeving in deze sector. De cursus is o.a. bestemd voor gebruikers, direct en indirect, van de STABU-bestekssystematiek zoals architecten- en ingenieursbureaus, de opdrachtgevende overheid, woningbouwverenigingen, projectontwikkelaars en aannemers- en installatiebedrijven, leveranciers en producenten van bouwstoffen die in bestekken worden voorgeschreven en iedereen die in zijn of haar dagelijkse functie in het bouwproces te maken heeft met wet- en regelgeving. Door middel van deze cursus, van één dag, is men weer geheel op de hoogte van alle valkuilen in bouwcontracten en weet men hoe deze te vermijden. 14
De prijs van deze cursus bedraagt € 310,– exclusief BTW per persoon (prijsstelling 2004), inclusief lesmateriaal en lunch.
Op de volgende data is nog plaats: • 23 september 2004; • 21 oktober 2004; • 25 november 2004; • 16 december 2004.
De nieuwe cursus Actualiteit in wet- en regelgeving in de B&U blijkt aan een grote vraag te voldoen. Op 17 juni 2004 heeft de eerste cursus plaatsgevonden en daarvoor had het maximale aantal deelnemers ingeschreven. Docent mr. D.P. (Pieter) de Vries (zie foto) zet het contractueel kader uiteen.
STABU-bulletin augustus 2004
26829 Stabu augustus 2004
17-08-2004
09:31
Pagina 15
www.aanbestedingskalender.nl: opvolger van Eurasbo Op 1 april 2004 is de nieuwe site ‘aanbestedingskalender.nl’ in de lucht gegaan. Hierop kunnen alle aankondigingen van Europese en nationale aanbestedingen door Nederlandse overheden en andere aanbesteders komen te staan. Voorlopig is de site vooral gericht op aanbestedingen in de bouw. Minister Dekker van VROM heeft besloten ook voor de aanbestedingen van de Rijksgebouwendienst gebruik te gaan maken van deze site. Het initiatief voor de ‘aanbestedingskalender.nl’ komt van ProRail, Rijkswaterstaat, Dienst Landelijk Gebied, Schiphol, gemeentewerken Rotterdam, provincie Noord-Brabant en de stichting CROW en wordt ondersteund door het Rijk, aangevoerd door PIA (de interdepartementale projectdirectie Professioneel Inkopen en Aanbesteden). Druk op de knop Door het plaatsen van de aankondigingen van aanbestedingen op de ‘aanbestedingskalender’ hoeft de opdrachtgever (zoals Rijk, gemeenten, provincies en waterschappen) niet meer zijn volledige advertenties voor de aankondigingen aan te bieden aan gedrukte bladen en hoeven opdrachtnemers in de bouw
deze bladen niet meer door te zoeken. Met één druk op de knop kan de opdrachtgever zijn aankondiging op de website zetten en kan de opdrachtnemer via een zoekmachine de voor hem interessante aankondigingen selecteren. Voor beide partijen levert dit een flinke kostenbesparing op. Het elektronisch aankondigen is een eerste stap in het traject van elektronisch aanbesteden. Bij de verdere ontwikkeling wordt vooral voortgebouwd op de ervaringen opgedaan met het systeem van elektronisch aanbesteden bij ProRail. Verder zal uitbreiding naar andere sectoren worden nagestreefd. Eurasbo Op de nieuwe website wordt gebruik gemaakt van een vernieuwd ‘Eurasbo’-stelsel (Europees advertentiesysteem voor bouwopdrachten). Voor dit stelsel is destijds een twintigtal advertentiemodellen ontwikkeld voorzien van standaardteksten. Daarbij is gestreefd naar een harmonisatie van eisen voor het selecteren van opdrachtnemers in de bouw en het beoordelen van offertes, zodat in dit proces een aanzienlijke besparing op de transactiekosten kon worden gerealiseerd. Verder hoeft alleen de op-
drachtnemer die in aanmerking komt voor de opdracht, de documentatie voor geschiktheid te overleggen. Via www.aanbestedingskalender.nl kunnen aanbestedende organisaties (overheidsorganisaties, nutssector en overigen) zich aanmelden als gebruiker van de beveiligde internetapplicatie voor het on-line opstellen van aankondigingen van opdrachten voor werken, leveringen en diensten. Het systeem van Europese formulieren en Eurasbo standaard teksten en standaard keuze-teksten is uiteraard geïmplementeerd voor de Europese aankondigingen maar is default ook overgenomen voor nationale aankondigingen (aankondigingen beneden de drempel). Meer informatie Beleidsmatige vragen over de internet-applicatie zullen door VROM worden beantwoord. Vragen over de toepassing van de internet-applicatie zullen worden beantwoord door CROW. Meer informatie is via de website www.aanbestedingskalender.nl te verkrijgen en de brochure is bij dit bulletin gevoegd.
PAIS leidt tot samenwerking opdrachtgevers Op 10 juni 2004 was het dan zover. De belangrijkste beleidsmakers en beslissers in de bouw waren uitgenodigd voor de Strategische Bijeenkomst PAIS in de Bouw en Infra te Den Haag. De resultaten van deze bijeenkomst zijn zeer positief te noemen: 1) De Position Paper is vastgesteld en daarmee is er breed draagvlak ontstaan voor de verdere uitwerking en afstemming van de zes belangrijkste ICT-projecten in de Bouw en Infra, te weten: • VISI (digitale ondersteuning van het projectmanagement en het transactieverkeer in bouwprojecten); • STABU LexiCon (objectenbibliotheek voor de B&U-sector); • ETIM/ITI (objectenbibliotheek en standaard voor e-commerce
STABU-bulletin augustus 2004
in de sector van de elektrotechnische, werktuigkundige en sanitaire installaties); • EAN Nederland (standaard voor e-commerce in de bouw en infra, voorheen EC Standaard Bouw); • CROWOB (objectenbibliotheek voor de GWW-sector); • ProRail Projectobjectenboom (methodiek om databestanden in bouw- en infraprojecten te structureren en beheersbaar te houden). 2) Tijdens dezelfde bijeenkomst zijn de mogelijke oplossingen besproken van een aantal dilemma’s en/of knelpunten die samen de wielklem vormen op de verdere ontwikkeling en toepassing van afsprakenstelsels. De deelnemers waren het erover eens dat informatiestandaarden noodzakelijk
zijn en dat de opdrachtgevers een convergent beleid zouden moeten voeren opdat duidelijk is voor de overige bouwpartners waarin geïnvesteerd dient te worden. 3) De bijeenkomst is afgesloten met de ondertekening van een intentieverklaring waarin lijnen voor de toekomst zijn geschetst. Deze intentieverklaring wordt nu omgezet in een protocol dat aan alle deelnemers en geïnteresseerden wordt voorgelegd. Voor meer informatie waarom PAIS moet, foto’s van de ondertekenaars e.d.: www.paisbouw.nl
15
26829 Stabu augustus 2004
17-08-2004
09:31
Pagina 16
STABU Cursusaanbod Aan het cursusaanbod van STABU is de nieuwe cursus ‘Actualiteit in wet- en regelgeving in de B&U’ toegevoegd voor meer informatie over deze nieuwe cursus zie blz 14 van dit bulletin. Voor het actuele cursusaanbod is een vernieuwde brochure gemaakt. Een korte opsomming is hieronder vermeld. Cursus STABU-bestekssystematiek Om de invoering van de STABU-bestekssystematiek binnen uw organisatie snel en effectief te laten verlopen, wordt door STABU een dagcursus georganiseerd. In één dag raakt u volledig vertrouwd met de STABU-systematiek. De prijs van deze cursus bedraagt € 310,– exclusief BTW per persoon (prijsstelling 2004), inclusief lesmateriaal en lunch. Op de volgende data is nog plaats: • 28 september 2004; • 32 november 2004; • 30 november 2004. Cursus STABU Bestekken lezen De Stichting STABU helpt ontvangers van projectbestekken met het kritisch beoordelen van de inhoud. Waar zitten de voetangels en klemmen in de projectbestekken? Welke risico’s zitten erin verborgen? In een ochtend en een middag worden deze belangrijke zaken toegelicht. In deze cursus wordt uitgebreid aandacht besteed aan de uitleg van die administratieve en technische zaken die grote invloed kunnen hebben op de verantwoordelijkheid en aansprakelijkheid van de uitvoerende en toeleverende bedrijven in de bouw. Met deze kennis kunnen de bedrijfsrisico’s beter ingeschat worden. Dus alle zaken die invloed hebben op zekerheidstelling, garantie, coördinatie, aansprakelijkheid, verzekeringen en geschillen komen aan de orde. De prijs van deze cursus bedraagt € 310,– exclusief BTW per persoon (prijsstelling 2004), inclusief lesmateriaal en lunch. Op de volgende data is nog plaats: • 32 september 2004; • 30 september 2004; • 34 november 2004; • 32 december 2004. Opleiding STABU Bestekschrijver (24 dagdelen) Deze opleiding tot professionele bestekschrijver behandelt alle relevante onderdelen voor het opstellen van projectbestekken. 16
Ook de nieuwe ontwikkelingen op het terrein van de materialen vragen een steeds grotere kennis en deskundigheid van de bestekschrijver. In de andere bestaande cursussen en opleidingen wordt weliswaar aandacht besteed aan het belangrijke onderdeel ‘bestekken’ maar niet in die mate dat daarmee de professionaliteit van de bestekschrijver wordt verhoogd. Op verzoek van velen heeft de Stichting STABU zes jaar geleden daarom deze opleiding opgezet. Uitgangspunt daarbij is de kennisoverdracht door ervaren docenten, gericht op de dagelijkse praktijk. De opleiding is zowel bouwkundig als installatietechnisch georiënteerd. De opzet van de opleiding is zodanig dat direct kan worden ingespeeld op veranderingen in de praktijk. Tot op heden hebben ruim 555 deelnemers deze opleiding met goed gevolg afgesloten. De kosten van de opleiding is € 2745,– exclusief BTW per persoon (prijsstelling 2004), inclusief diners, syllabi, overig studiemateriaal en examengelden. De data van opleidingsseizoen 2004/2005 zijn inmiddels vastgesteld. Opfriscursus bestekschrijver (4 dagdelen) Speciaal bedoeld voor degenen die de Opleiding Bestekschrijver hebben gevolgd en bijgeschoold willen worden over de meest recente ontwikkelingen. Hoe houdt men zijn kennis up-todate? Zeker op dit moment, met enerzijds een grote werkdruk die het gevolg is van de grote bouwportefeuille en anderzijds het hoge tempo van nieuwe regelgeving op nationaal en Europees vlak, is dat een moeilijke zaak. Hoe staat het nu precies met Duurzaam Bouwen, Bouwstoffenbesluit, Bouwbesluit, Normen, U.A.R., beoordelingsrichtlijnen, CE-merk, enz. enz?
Bedrijfsgerichte Cursussen Alle voornoemde cursussen en opleidingen zijn ook mogelijk ‘ín-company’ en compleet af te stemmen op de wensen van ùw organisatie. Meer informatie Neem voor meer informatie over welke cursus het meest aansluit op uw behoeften, contact op met cursuscoördinator ing. H.H.M. (Henny) Miltenburg. Informatie over beschikbaarheid van plaats e.d. is beschikbaar bij mevrouw E. (Evelien) van der Tuuk tel. (0318) 633026 of via e-mail:
[email protected]. De meest actuele stand van zaken kunt u ook op de website van STABU vinden: www.stabu.nl,info Stabu,opleidingen.
STABU Jaarverslag 2003 Het besluit om het STABU Jaarverslag dit jaar alleen op de website te publiceren, heeft voornamelijk positieve consequenties. Zo kan direct doorgebladerd worden naar de items die voor de lezer het meest relevant zijn. Bovendien is het jaarverslag, dat al gauw uit ruim 75 bladzijden bestaat, op deze manier milieubesparend. Nu kan het verslag vanaf het beeldscherm worden gelezen. Uiteraard kan besloten worden om het STABU Jaarverslag alsnog uit te printen. Het complete STABU Jaarverslag staat op www.stabu.org,Jaarverslag,STABU Jaarverslag 2003.
Deze cursus bestaat uit vier dagdelen (verdeeld over 2 ochtenden en middagen, inclusief lunch). De prijs van deze cursus bedraagt € 550,– exclusief BTW per persoon (prijsstelling 2004), inclusief lesmateriaal en lunch. Data in 2004: • 12 en 13 oktober.
STABU-bulletin augustus 2004
26829 Stabu augustus 2004
17-08-2004
09:31
Pagina 17
‘STABU haalt nog niet het maximale eruit’ – interview met ir. H. Walta Na tien jaar in projectgroep administratieve bepalingen te hebben gezeten gaat ir. H. Walta met pensioen bij DHV. Zijn opvolger is reeds bekend, het stokje is overgedragen. Hoogste tijd om eens te vragen naar de visie van de heer Walta op datgene wat bereikt is bij STABU in het laatste decennium.
PvE ‘Met een aantal leden van projectgroep 01 hebben we ‘een aanzet tot PVE voor een specificatiesysteem voor de B&U’ gemaakt. Die ‘specificatie’ is eigenlijk het raakvlak tussen wat klanten willen en wat STABU zou moeten doen.
Het complete programma van eisen staat op de dialoogbox van de STABU-website
Deskundig monopolist De heer Walta, gevraagd naar zijn achtergrond, steekt van wal: ‘Oorspronkelijk heb ik civiele techniek gestudeerd. Wat dat betreft zou ik meer bij de zusterorganisatie van STABU, t.w. CROW, passen. Tijdens mijn deelname aan de projectgroep 01 zijn echter zaken aan de orde gekomen, die zowel voor de GWWals de B&U-sector van toepassing zijn. Van meet af aan heb ik de indruk gehad dat STABU sterk gemotiveerd is om het bouwbreed informatiesysteem in de markt te zetten. STABU is een monopolist en dat kun je merken. Het is een deskundig monopolist. Voor de buitenwereld, voor de klant, is dat een lastige combinatie. Enerzijds weet een monopolist veel meer van zijn product dan wie dan ook. Maar net als alle monopolisten hebben ze ook de neiging om met name naar zichzelf te luisteren en intern gericht te zijn: het product staat meer centraal dan het gebruik ervan door de klant. Namens opdrachtgevers In projectgroep 01 vertegenwoordigde DHV van oudsher twee partijen, de ONRI en de VNG. De heer Walta: ‘Normaliter weet je wat het beleid is van ONRI en van de VNG. Bij principiële zaken is er natuurlijk wel behoefte aan terugkoppeling. Een voorbeeld ervan was de opstelling ten opzichte van de ontwikkelingsrichting van de bestekssystematiek.
STABU-bulletin augustus 2004
Doordat projectgroep 01 werd geconfronteerd met een voorstel om de STABU Standaard een nieuw karakter te geven, ontstond een discussie over de grondslagen van de systematiek. Toen is een werkgroep samengesteld, bestaande uit ervaren bestekschrijvers’, vervolgt de heer Walta zijn betoog. ‘Dat is allemaal in vrije tijd en welwillendheid geschied. In hoofdlijnen is een set van eisen op tafel gelegd (PvE). Dat is ook zo door het Algemeen Bestuur van STABU geaccepteerd. In principe moeten alle ontwikkelingen van STABU worden getoetst aan het programma van eisen. ‘Wanneer je met marketing-ogen naar de STABU-bestekssystematiek kijkt zou je waarschijnlijk komen tot verschillende uitvoeringsvormen ervan. Je zou doelgroepen onderkennen met elk hun eisen aan de systematiek. Ik denk dan aan onderscheid maken in ‘simpel’, ‘ingewikkeld’, en ‘nog ingewikkelder’. Door middel van marktonderzoek zou een wensenlijst van de markt boven tafel moeten komen. STABU nut zich niet maximaal uit, naar wat de bijdrage aan de bouw kan zijn. Het gaat dan om gradaties van effectiviteit. Samenwerking tussen partners in de bouw Je hebt nu het project; proces en systeeminnovatie in de bouw. Naar mijn gevoel moet je dat interpreteren als weer een inspanning om dat vastgelopen, dat niet-dynamische samenwerken, op institutioneel niveau weer een impuls te geven. In een aantal projecten wordt er uitstekend samengewerkt tussen adviespartijen en tussen aannemers. Op het concrete niveau van samenwerking denk ik dat er in de advieswereld best vaak en goed wordt sa-
mengewerkt. Bij de aannemerij kan ik het niet goed overzien. Als ik de rapportages zie over klachten die er zijn dan is er tussen aannemer en onderaannemer nog wel wat mis. Dit geldt ook voor nevenaannemers. Op het gebied van institutionele samenwerking, het leggen van de basis om met z’n allen in projectgroepen samen te werken, daar is naar mijn gevoel nog veel ruimte voor verbetering. STABU dient daarbij zijn eigen bijdrage te leveren in de vorm van meer technische standaardisatie. Binnen de technische projectgroepen van STABU zou ook veel meer kunnen gebeuren. Mensen moeten zich daarvoor beschikbaar stellen. Uitzonderingen daargelaten is er in veel werkgroepen en commissies toch een sfeer van veel halen en weinig brengen. Daar ben ik niet zo enthousiast over, daar vind ik de samenwerking niet geweldig. Overheid Omdat de bouw zo gefragmenteerd is, zou bij de overheid wel wat initiatief passen. De overheid zou men moeten aanspreken in zijn rol als opdrachtgever. Die opdrachtgevers hebben er belang bij dat die bouw effectief en efficiënt werkt. In de praktijk streeft men zo veel mogelijk naar laagste prijzen. Als je kwaliteit niet in relatie tot prijs beoordeelt maar puur gaat voor de laagste prijs knijp je eigenlijk het innoverend vermogen uit de bouwbranche. Dat ‘programma van eisen voor bestek’ hadden opdrachtgevers al tien jaar geleden moeten bedenken. Opdrachtgevers als groep, als verzameling van personen, laten het in wezen daar nog steeds afweten. Om alleen maar naar de overheid te kijken, dat vind ik een zwaktebod. De bedrijfstak moet zichzelf op orde kunnen houden. Opdrachtgevers en opdrachtnemers zullen dit samen moeten doen. Een rol voor STABU zie ik daarin niet. STABU moet goed zijn in de opdracht die STABU heeft, te weten een bestekssystematiek maken en het verschaffen van de bijbehorende kennis die opdrachtgevers en opdrachtnemers graag gebruiken. Daaraan zou STABU al hun handen vol moeten hebben. Hetzelfde geldt voor CROW en CUR’.
vervolg op blz. 18 17
26829 Stabu augustus 2004
17-08-2004
09:31
vervolg van blz. 17 Transparantie in aanbesteden Hoewel nu met pensioen is er nog geen sprake van het geheel stoppen met werken. Het aftredende projectgroeplid licht toe: ‘In het kader van kennisoverdracht geef ik cursus over ‘Uitbesteden – contracten – aanbesteden’. Daarnaast doe ik hier en daar wat advieswerk. Met STABU, CROW en Instituut voor Bouwrecht ben ik bezig om te kijken of we een website kunnen maken over ‘transparant aanbesteden’. Hierop zouden mensen praktische hulpmiddelen en methodieken vinden om op een goede manier werk uit te besteden, aan te besteden en contracten samen te stellen. Dat is een gebied wat betrekkelijk vaag is voor de praktijk en waarover weinig literatuur is. Met als uitgangspunt het
Pagina 18
vastleggen van ervaringen zijn er een heleboel losse elementen die eerst in samenhang gebracht moeten worden. Toepassing cyclus De cyclus bedenken, toepassen, aanpassen en opnieuw toepassen is voor kwaliteit noodzakelijk. Voor STABU geldt dat in mijn ogen ook. Stelselmatig moeten alle geluiden die binnenkomen gebundeld worden om te kijken of men het optimale product levert. Je kan alleen topkwaliteit leveren door voortdurend die cyclus te doorlopen’, besluit de heer Walta.
Kees Woestenenk koninklijk onderscheiden Op voordracht van ICIS, VROM, NVTB, UNETO-VNI, BNA en STABU heeft Kees Woestenenk op donderdag 29 april 2004 een koninklijke onderscheiding (Ridder in de Orde van Oranje Nassau) ontvangen voor zijn bijdrage aan de standaardisatie binnen de bouw zowel internationaal als nationaal. Na een STABU-loopbaan van ruim 21 jaar heeft Kees Woestenenk, technisch directeur en een van de grondleggers van de STABU-systematiek eind 2003 afscheid genomen van Stichting STABU. Door zijn inzet als projectleider is LexiCon tot de ontwikkeling gekomen van een nieuwe objectenbibliotheek. Hoewel officieel met pensioen, blijft Kees Woestenenk nog actief om het LexiCon verder af te bouwen.
Zonnestroom in STABU Een belangrijk deel van de inspanningen bij de acquisitie en begeleiding van zonnestroomprojecten, kortweg PV-projecten genoemd, wordt besteed aan het geven van voorlichting. In samenwerking met TNO-Bouw, NOVEM, STABU en een vijftal PV-leveranciers (Siemens, Stroomwerk, SolarNed/BP-Solar, Oskomera, ZNS-Van Dam Geveltechniek) is ter promotie het project ‘Zonnestroom in de gebouwde omgeving’ ontwikkeld en uitgewerkt en wel met de volgende stappen. Specificaties Als eerste stap zijn de PV-module specificaties ontwikkeld en ook die voor montage en functie. Het gaat niet alleen om de ‘gewone’ PV-modules, maar ook om die voor de toepassing voor daken en gevels. Zoals PV-dakpannen, -dakplaten, -dakbanen en -beglazing voorzien van een PV-module.
Rapportage De derde stap was het maken van een rapportage met achtergrond informatie (tekst en foto’s). In de rapportage wordt kort ingegaan op wat PV is en de beschrijvingen van de bestekteksten in relatie tot de specificaties. Informatie Voor de bestekteksten en de rapportage (*.pdf), zie de STABU website: www.stabu.org; selecteer Bestekteksten; Zonnestroom in de gebouwde omgeving. Voor algemene info: TNO-Bouw, ir. W. Borsboom, tel. (015) 2763505, e-mail:
[email protected] of STABU, ing. C. Cornax, tel. (0318) 633026, e-mail:
[email protected].
Kees Woestenenk
Bestekteksten De volgende stap betrof het maken van de verschillende bestekteksten. Namelijk die voor de gewone PVsystemen en die voor speciale daken geveltoepassingen. In totaal gaat het om 16-bestekteksten, waarvan 5 van de PV-leveranciers.
18
STABU-bulletin augustus 2004
26829 Stabu augustus 2004
17-08-2004
09:31
Pagina 19
STABU en de WUR In eerste instantie ’n wat vreemde titel, gaat STABU zijn grenzen verder verleggen, dan het brede bouwinformatie bolwerk? Laten we snel hierover duidelijkheid geven, het antwoord is neen, STABU blijft bij zijn leest. Dit artikel gaat over de herhuisvesting van Wageningen Universiteit en Researchcentrum, afgekort als de WUR en de gevolgde aanbestedingsprocedure. Deze universiteit staat in de volksmond bekend als de Landbouw Universiteit, wellicht een restant van de vroegere naam Landbouwhogeschool en nog iets recenter Landbouwuniversiteit Wageningen. De WUR heeft besloten haar huisvesting te optimaliseren en zich voornamelijk te vestigen op De Born in Wageningen. Hier zal in de periode 2004-2007 een campus ontstaan. Om deze campus te realiseren moet er ca 65.000 m2 nieuwbouw worden gepleegd en ca 25.000 m2 moet worden aangepast in de ’bestaande’ gebouwen. Op de campus De Born zullen dan 4 van de 5 Sciences Groups gevestigd zijn, tevens zal dan ook een deel van de Hogeschool Larenstein hier onderdak hebben gekregen.
Forumgebouw Het eerste project van de nieuwbouw is het Forumgebouw. Dit gebouw wordt het hart van de campus met een oppervlak van ca 34.000 m2. Hierin komen de onderwijsfaciliteiten voor de eerste fase van de 4 Science Groups, voorts komt er de centrale bibliotheek van de WUR, de restauratieve voorzieningen van de campus, kantoren e.d. in. De architect Paul Wintermans van het bureau Quist Wintermans uit Rotterdam heeft een plan ontworpen dat uitnodigt om door de twee ‘poorten’ binnen te komen en eenmaal binnen de rust en geborgenheid te geven van een solide burcht, doch ook een openheid waardoor de verschillende functies in elkaar
STABU-bulletin augustus 2004
overgaan. Door deze openheid ontstaat een flexibel gebouw waarin studenten zich voorbereiden op hun bachelor degree. De opzet van het gebouw is traditioneel te noemen met ter plaatse gestort beton en metselwerk als de belangrijkste materialen. Het project is aanbesteed en de start van de bouw is in augustus 2004 en zal medio 2006 gereed zijn.
Atlasgebouw Het Atlasgebouw vormt samen met de bestaande gebouwen Alterra oost en west de huisvesting voor de kenniseenheid Environmental Science Group (ESG). De nieuwbouw krijgt een oppervlak van ca 10.000 m2 en bevat ruimten voor onderwijs, laboratoria en kantoren. De studenten in de tweede fase krijgen hier hun vervolgopleiding en doen onderzoek voor hun afstudeerprogramma en hopen dan hun master degree te halen. Het ontwerp is van Rafaël Vinôly, projectarchitect voor het bureau Oever Zaaijer & Partners uit Amsterdam. Het gebouw heeft een dragende honingraatvormige gevel van prefab beton en houdt mede als gevolg van stedebouwkundige randvoorwaarden rekening met toekomstige uitbreidingen. De ruimten in het gebouw zijn geplaatst rondom met een glaskap overdekt atrium. Flexibiliteit is een van de belangrijkste uitgangspunten bij de opzet van het ontwerp. Hierdoor zijn ook alle verdiepingshoogten gelijk gehouden. De aanbestedingsprocedure is van start gegaan en het gebouw zal begin derde kwartaal 2006 opgeleverd gaan worden.
Plantgebouw Deze nieuwbouw vormt samen met de bestaande aansluitende gebouwen, de huisvesting voor Plant Science Group (PSG). De nieuwbouw is bestemd als huisvesting voor de Dienst Landbouwkundig Onderzoek (DLO). De WUR bestaat uit een tweetal geledingen nl. het wetenschappelijk-/ onderwijsdeel, (de Wageningen Universiteit) en een Researchdeel (DLO). Elke kenniseenheid kent deze twee geledingen. De nieuwbouw omvat ca 20.000 m2 en bevat laboratoria en kantoren voor de DLO-medewerkers van Plant. Het ontwerp is van Chris de Weijer van het bureau DP6 architectstudio uit Delft en bestaat uit een platte doos in de afmetingen van 75x60x20 m met hierin opgenomen twee met glasdak overkapte atria voor een betere daglichttoetreding in het middengebied. De toegepaste zonwering is zodanig ontworpen dat deze reageert op de seizoenen en elk seizoen krijgt zijn eigen kleur. De opzet is een open structuur om zodoende flexibel te kunnen indelen en te variëren met diverse kantoorconcepten. De definitieve ontwerpfase is opgestart en de aanbesteding is gepland begin 2005 en zal begin 2007 worden opgeleverd. Overige nieuwbouwplannen De nieuwbouwplannen voor de Animal Science Group (ASG) en Agrotechnology and Food Science Group (AFSG) verkeren nog in de definitiefase. Aanbestedingsvorm Bij elk project moet de meest geschikte aanbestedingsvorm gezocht te worden. Er zijn binnen de heersende regels meer mogelijkheden aanwezig dan vaak gedacht wordt. Een belangrijk uitgangspunt is dat de opdrachtgever zijn regiefunctie kan blijven uitoefenen, rechtdoende aan alle partijen op basis van transparantheid, objectiveerbaarheid, gelijkheid en met een inzichtelijke risicoverdeling en mogelijke 19
26829 Stabu augustus 2004
17-08-2004
09:31
-beheersing. Het over de schutting gooien van het risicoprobleem en hopen dat een opportunistisch ingestelde partij dat dan maar tot zich neemt is struisvogelpolitiek en getuigt niet van goed opdrachtgeverschap. Bij de traditionele vorm van aanbesteden, op het einde van de besteksfase, zijn een aantal nadelen te onderkennen. Deze zijn; • de toegevoegde informatie t.o.v. een goed uitgewerkt definitief ontwerp is beperkt als men dat bekijkt vanuit het oogpunt van prijsvorming. • het is vrijwel onmogelijk om direct na gunning de uitvoering ter hand te nemen. Uitvoerende partijen hebben tijd nodig om een uitvoeringstraject op de rails te zetten. Bovendien knellen altijd de gegevensstromen van de technische installaties met die van het bouwkundige en constructieve werk. Hierdoor wordt in de beginfase een onevenredige druk gelegd bij de diverse partijen voor de gegevensverstrekking. • er wordt geen optimaal gebruik gemaakt van de kennis en ervaring bij uitvoerende partijen. Aannemers en installateurs worden, helaas niet altijd ten onrechte, gezien als ‘meerwerkgenerators‘ in plaats van partners in een team dat een object tot stand wil brengen, met een duidelijk functioneel en economisch aspect maar ook door zijn lange levensduur een maatschappelijke betekenis krijgt. Door de uitwerkings- en detailleringsfase van architect en ingenieurs parallel te schakelen met die van de werkvoorbereiding van de uitvoerende partijen is een efficiënter proces mogelijk zonder tijdverlies en als resultaat een betere organisatie en informatie hetgeen weer uitmondt in een betere kwaliteit in minder tijd en voor minder geld. Aanbesteden op DO-plus niveau Gelet op het voorgaande is gekozen om op DO-plus niveau te gaan aanbesteden en niet op het einde van de traditionele besteksfase. Uiteraard moeten de Europese aanbestedingsregels in acht worden genomen en er moeten goede sluitende contracten gesloten kunnen worden. Wat houdt het aanbesteden DO-plus niveau nu in? Voor een goed aannemingscontract is het nodig dat het werk, naast de administratieve voorwaarden, kwalitatief en kwantitatief is bepaald. Men moet de volgende 5W+1H vragen concreet en positief kunnen beantwoorden: 20
Pagina 20
• wat moet er gemaakt worden; • wanneer moet het gemaakt worden; • waar moet het gemaakt worden; • waarvan moet het gemaakt worden; • welke voorwaarden en eisen zijn er; • hoeveel moet er gemaakt worden. Deze eisen gelden ook om op DOplus te kunnen aanbesteden. Dit betekent dat men in de decompositie van de uitwerking, dus de details, borderels en overzichten een stap verder moet gaan dan op het normale DO-niveau. Als we verder kijken dan ons Nederland zien we dat hetgeen bij ons DO-plus heet daar tot het gewone DO behoort. De STABU-systematiek gaat uit van resultaatsgerichte omschrijvingen. De ‘hoe’-vraag behoeft dus niet door de bestekschrijver beantwoord te worden want dat is het domein van de uitvoerende partijen. Doordat je een bestekspost resultaatsgericht beschrijft en daarvoor verschillende niveaus ter beschikking hebt en deze kunt mixen, maakt de STABU-systematiek het mogelijk om een niet volledig besteksklaar plan toch vast te leggen in een goed informatie- en contractdocument waarin de 5W+1H-vragen afdoende zijn beantwoord. De ervaring van abt is dat op deze wijze: • de ruwbouw voor 100% vastgelegd kan worden; • de gevels en daken voor 100% vastgelegd kunnen worden; • de afbouw en afwerking voor 90% vastgelegd kunnen worden; • de technische installaties voor 100% vastgelegd kunnen worden; • de uitvoeringskosten incl. de aannemingsvergoeding voor 100% vastgelegd kunnen worden. Met andere woorden een contractdocument met een beperkt en beheersbaar risico. Het zou nog beter en efficiënter zijn wanneer de inschrijvers de beschikking kregen over beschrijvende hoeveelstaten, het zou hun calculatiewerk en dat van hun leveranciers en onderaannemers eenvoudiger en goedkoper maken. De gelijkheid en objectiveerbaarheid van de inschrijvingen neemt hierdoor aanzienlijk toe. Zijn er ook nadelen aan het op DOplus aanbesteden van een werk. Ja zeker: Voor de opdrachtgever; het punt van no-return moet al genomen worden bij de goedkeuring van het voorlopig ontwerp. Dit betekent in de praktijk zo’n 6-12 maanden eerder, dan in het traditionele proces. Dit betekent dat er hogere eisen
gesteld moeten worden aan de definitiefase en de voorlopig ontwerpfase. Ontwerpende partijen; wat voor de opdrachtgever geldt is ook van toepassing voor deze partijen. Nadrukkelijk voor deze partijen geldt dat het rijpingsproces van een ontwerp eerder moet zijn afgerond. De praktijk geeft hier een knelpunt aan. Het definitief ontwerp moet ook definitief zijn en voldoen aan bepaalde formats. Uitvoerende partijen; het inschrijvingstraject wordt iets verzwaard, doordat er meer technisch inhoudelijk gekeken moet worden naar de plannen. Echter door de verschillende niveaus van omschrijvingen kunnen de mogelijke oplossingsvrijheden een voordeel opleveren en kan de inschrijver, die zijn vak beheerst, zijn concurrentiepositie versterken. Aanbevelingen voor de STABUsystematiek Hoewel de knelpunten, vooral die van verspreide informatie over de hoofdstukken en daardoor de gewenste samenhang van een bouwdeel versnipperd wordt, binnen de huidige systematiek oplosbaar zijn zijn verbeteringen aan te raden. Deze zijn: • Het bouwdeel als uitgangspunt nemen van de ordening, kan van dit knelpunt de oplossing zijn. Langzamerhand zien we ook dat de uitvoerende sector, het bouwdeel als uitgangspunt neemt van hun control&monitoringssystemen. De tijd is rijp voor een geleidelijke overgang. Wij spreken hier nadrukkelijk over een bouwdeel, resp. bouwdeelcluster en niet over elementen. Twee begrippen die vaak als synoniem worden gezien maar dat niet zijn. • Het verder uitwerken van de beschrijvende hoeveelhedenstaat. De onderdelen liggen klaar, zet ze in elkaar en maak er een operationeel systeem van. Wellicht zijn de oneigenlijke bezwaren van bepaalde partijen nu aan eliminatie toe. Samenvatting • Het op DO-plus aanbesteden van een werk, is ’n bijdrage om meer teamverband te krijgen in het bouwproces en daardoor een winwin situatie te creëren voor alle partijen. Het is een bepaalde tussenvorm voor de veel en vaak, soms ten onrechte, geroemde oplossing van design and build. • Het kiezen van de aanbestedingsvorm is maatwerk. Er zijn meerdere vormen voorhanden dan dat de
STABU-bulletin augustus 2004
26829 Stabu augustus 2004
17-08-2004
09:31
regelgeving ogenschijnlijk aangeeft. • Het optimaliseren van het aanbestedingsproces is een belangrijke stap in de noodzakelijke geachte heroriëntatie van de bouwnijverheid. • Het volumineuze karakter van het STABU-bestek kan worden beperkt door het bouwdeel als ingang van de ordening te kiezen. De kwaliteit van de informatie neemt daardoor toe. Th. Schoenmakers abt bv adviseurs in bouwtechniek.
Pagina 21
Interactieve workshop ‘Aanbesteden in de praktijk’ Op 13 oktober 2004 organiseert de Vereniging voor Bouwrecht-Advocaten in samenwerking met het Instituut voor Bouwrecht een workshop ‘Aanbesteden in de praktijk’. Deze workshop is bedoeld voor diegenen, die belast zijn met de dagelijkse praktijk van het aanbesteden. Tijdens deze bijeenkomst krijgen de deelnemers uitgebreid gelegenheid om zelf te oefenen met casus en om
Veel werk verzet voor de STABUuitgave 2004-2 Het team van de STABU projectcoördinatoren, ondersteund door de collega’s belast met acquisitie en kwaliteitszorg, heeft het afgelopen halfjaar veel werk verzet om het STABU-bestand weer aan te passen. Aanpassingen Deze aanpassingen zijn noodzakelijk omdat zowel de overheid in Nederland als in Brussel voortdurend bezig is met nieuwe of aangepaste regelgeving. De kwaliteitsdocumenten die wij in de Nederlandse bouw gebruiken zoals Normen en Beoordelingsrichtlijnen zijn ook voortdurend aan veranderingen onderhevig. De specificaties van bouwproducten worden iedere twee jaar opnieuw in overleg met de betrokken fabrikant doorgenomen en vastgesteld. En uiteraard worden de wensen van de STABU-gebruikers inzake uitbreidingen of aanpassingen gehonoreerd. Verantwoording Om de gebruikers van de STABU-systematiek goed te informeren over de voormelde wijzigingen is per onderdeel een verantwoording geschreven. Zo bestaat deze verantwoording uit een toelichting op de nieuwe kortteksten, groepsnamen en specificaties, de aangepaste kortteksten, groepsnamen en specificaties en de vervallen onderdelen van de STABU-database. In de STABU Standaard 2001 zijn geen mutaties. Getalsmatig kan de volgende rubriek geproduceerd worden: • mutaties Fabrikantgebonden Product Specificaties: 202 nieuwe opgesteld, 468 gewijzigd en 102 gecontroleerd en niet gewijzigd; • mutaties Algemene specificaties: 72 nieuwe opgesteld, 395 gewijzigd en 1588 stuks gecontroleerd en niet gewijzigd;
STABU-bulletin augustus 2004
• mutaties Hoofdstukken/paragrafen: 2 nieuwe opgesteld, geen wijzigingen en 2058 gecontroleerd en niet gewijzigd; • mutaties Kortteksten: 30 nieuwe opgesteld, 21 gewijzigd en 917 gecontroleerd en niet gewijzigd; • mutaties Trefwoorden: 300 stuks aangepast. Tot zover de verantwoording van de aanpassing in de STABU2-database. Daarnaast bestaat het STABU Bouwbreed Informatiesysteem ook uit de aanvullende informatie op de STABU-website en de daarvan afgeleide STABU BouwBaak. De verbeteringen en uitbreidingen daarin betreffen de circulaire Ketenaansprakelijkheid en de complete ombouw van alle voorbeeldbestekken en besteksteksten naar hetzelfde formaat. Hierdoor ontstaat een uniforme zoekstructuur voor zowel bestekteksten van de RGD, DGW&T, BNA, voorbeeldbestek voor woningen, ingewikkelde installaties en fabrikantenteksten. Het College Bouw Ziekenhuisvoorzieningen geeft via het referentiebestek aan welke algemene lijn ze wenselijk acht bij het opstellen van bestekken in de zorgsector. STABU Index De bijbehorende zoekindex is afgestemd met de leveranciers van andere indexen en uitgebreid in functionaliteit. Op termijn wil de Stichting STABU met alle leveranciers van indexen die gerelateerd zijn aan de STABU-systematiek afstemming plegen ten aanzien van het eenduidig gebruik van vooral de trefwoorden en productnamen die gebruikt worden. Gebruikers van de STABU-systematiek moeten, ongeacht de gebruikte index, op een bepaald trefwoord dezelfde vindresultaten (mits aanwezig).
problemen te bespreken. De docenten zijn: mr. A.G.J. van Wassenaer van Catwijck en ing. A.H. Rath. Duur van de bijeenkomst: 9.30 uur tot 17.00 uur. Plaats van bijeenkomst: Hoog Brabant Vergadercentrum te Utrecht. Kosten: € 495,– (lunch en cursusmateriaal inbegrepen). Meer informatie op www.ibr.nl.
Uitbreiding dienstverlening voor fabrikanten Gebruikers van de STABU-systematiek die een bepaald product in hun projectbestek willen voorschrijven maken veelvuldig gebruik van de kant-en-klare STABU Fabrikantgebonden Productspecificaties. Ongeveer 600 fabrikanten en toeleveranciers haken daarom graag in op deze door STABU aangeboden communicatiemogelijkheid. Daarnaast hebben ongeveer 90 fabrikanten gebruik gemaakt van de door diverse commerciële aanbieders geboden mogelijkheid om uitgebreide zoekbomen (de ‘bestekservices’) te laten ontwikkelen die vooral zinvol zijn bij de grotere productassortimenten. Ook zijn er relevante koppelingen met productinformatiesystemen zoals de Nederlandse BouwDocumentatie en de Zoeksnoek. Omdat architecten en raadgevende ingenieurs sterk visueel zijn ingesteld, biedt de Stichting STABU nu, voor geringe kosten, de mogelijkheid aan om de specificatie van de bouwproducten te kiezen aan de hand van een foto, schema of andere visuele presentatie van een bepaald product. Met één klik van de muis op de afbeelding van het product of op de knop ‘bestektekst’, wordt de STABU-bestektekst geselecteerd en na goedkeuring automatisch in het projectbestek geplaatst. Dit werkt zowel via het Internet vanuit de STABU-website, als vanuit de door STABU aangeleverde cd-rom uitgave. De verwachting bestaat dat een groot aantal fabrikanten vanaf heden van deze mogelijkheid gebruik gaat maken. Toelichting Meer informatie of een vrijblijvende presentatie over de werking van de STABU-bestekteksten is verkrijgbaar via Diana Kervel, tel. (0318) 633026, e-mail:
[email protected] 21
26829 Stabu augustus 2004
17-08-2004
09:31
Pagina 22
VRAAG HET door ing. H.H.M. Miltenburg Van de vragen die onder andere via de telefonische helpdesk, de STABU-gebruikersdagen en de diverse cursussen bij de Stichting STABU zijn binnengekomen is een selectie gemaakt, welke in deze rubriek worden weergegeven. Vraag Waarom is de BRL 2011 vervangen door een oudere versie? Antwoord Dit is niet het geval. De notatie van KIWA BRL’s kunnen soms aanleiding tot misverstanden zijn. Zo staat BRL 2011/02 niet voor de BRL 2011 uit 2002 maar voor deel 2. De BRL 2011+w99 notatie houdt dus in dat het hier gaat om de BRL 2011/02 met wijziging uit 1999. Deze notatie is geheel conform de standaard administratieve bepaling 01.0.01.02 ‘Publicaties’ uit de STABU Standaard 2001. Vraag Hoe kun je in STABU opruim- en schoonmaakwerkzaamheden beschrijven voor een bestaand gebouw? Antwoord In de systematiek is de mogelijkheid aanwezig voor het beschrijven van schoonmaken van nieuw werk in hoofdstuk 05 ‘BOUWPLAATSVOORZIENINGEN’. Je kunt hiermee een hogere ‘reinheidsgraad’ dan het reguliere ‘bezemschoon’ contractueel van de aannemer claimen. Immers de aannemer hoeft het werk conform paragraaf 9 lid 1 van de U.A.V. 1989 enkel voltooid en geschikt voor opneming aan de directie aan te bieden ten behoeve van de oplevering. Dit weliswaar met inachtneming van paragraaf 15.4 van de U.A.V. 1989. Als het opruimen en schoonmaken van een reeds bestaand gebouw een onderdeel moet uitmaken van het werk, en dit dus zal moeten worden opgenomen en opgeleverd, dan moet dat onderdeel van het werk als zodanig ook worden beschreven. In hoofdstuk 05 worden echter alleen die zaken beschreven 22
die niet worden opgeleverd: zoals een bouwbord, een bouwraam of een directieverblijf. Dit zijn namelijk tijdelijke voorzieningen (bouwplaatsvoorzieningen) welke geen onderdeel uitmaken van het (fysieke) werk. Het aanmaken van een vrij werksoort hoofdstuk, bijvoorbeeld met de hoofdstuktitel ‘OPRUIM- EN SCHOONMAAKWERK’, is dan een legitieme gedachte waarbij het overigens wel zaak is om de STABU-systematiek op juiste wijze te implementeren in dit nieuwe hoofdstuk. Dus als het nieuw werk is dan moet het paragraafnummer, het derde getal in de korttekstcode, geen 2 zijn maar een 3 of een 4. Bijvoorbeeld: 09.30 ‘OPRUIMWERK’ en 09.40 ‘SCHOONMAAKWERK’. Vraag Hoe kan ik in STABU cellulair glas beschrijven in hoofdstuk 21? Antwoord In de uitgave 2004-2, zal de nieuwe korttekst 21.81.15 ‘ISOLATIEWERK, ISOLATIEPLATEN, CELLULAIRE GLASPLAAT’ worden aangeboden om deze bouwstof regulier in dit hoofdstuk te kunnen beschrijven. Vraag Waarom staat er bij een publicatie die genoemd is in een specificatie(titel) geen STABU opmerking die een omschrijving geeft van de desbetreffende publicatie? Antwoord Een opmerking toevoegen aan een bestaande specificatie betekent versieverhoging wat een regelverschuiving tot gevolg heeft. Dit impliceert dat de halfjaarlijkse update voor de gebruikers erg arbeidsintensief zal uitpakken hetgeen zowel de gebruikers via o.a. de klankbordgroep als de Stichting STABU momenteel
niet wenselijk achten. Binnen de STABU-database zijn inmiddels de omschrijvingen van aanwezige publicaties opgenomen. Deze zijn nog niet door de gebruikers te benutten. Er wordt aan gewerkt om dit wel te realiseren. Vraag Hoe kun je in STABU met een expertiserapport omgaan? Antwoord Het expertiserapport of rapport van de belendingen kan reeds door of namens de aanbesteder in de bouwvoorbereidingsfase worden gemaakt. Dit gegeven kan dan contractueel worden vastgelegd in bepaling 03 ‘RAPPORT BELENDINGEN’ behorende bij artikel 01.02.05 ‘VERPLICHTINGEN VAN DE OPDRACHTGEVER’. Daarin staat dat het onderhavige rapport uiterlijk voor de uitvoering van het werk door de opdrachtgever aan de aannemer dient te worden verstrekt. Zinvoller is het wellicht, als het rapport er toch is, dit als bijlage bij het bestek te voegen. Een andere mogelijkheid is dat de opdrachtgever een dergelijk rapport door de aannemer laat maken. Dit kan contractueel worden bedongen via bepaling 03 ‘RAPPORT BELENDINGEN’ behorende bij artikelnummer 01.02.06. ‘VERPLICHTINGEN VAN DE AANNEMER’. Vraag Hoe kun je samengestelde- of composiet bouwstoffen het beste in STABU vertalen? Antwoord Dit is geheel afhankelijk van de aard en omvang van het werk. vervolg op blz. 23
STABU-bulletin augustus 2004
26829 Stabu augustus 2004
17-08-2004
09:31
vervolg van blz. 22 Theoretisch kun je namelijk voor iedere te onderscheiden bouwstof een separate bestekpost maken doch dit is dikwijls onpraktisch, tijdrovend en levert dikke bestekboeken op. Het is wellicht praktischer om zogenaamde primaire, secundaire en tertiaire bouwstoffen te onderscheiden in een te beschrijven werk. Zodoende wordt de werkbeschrijving compacter doordat er meerdere bouwstoffen, zoals bij een samengestelde- of composiet bouwstof het geval is, geïntegreerd worden in één bestekpost. Vraag Mogen verouderde bestekposten uit een moeder- of bureaubestek nog worden meegenomen in nieuwe projectbestekken? Antwoord Dat ligt eraan. In de licentieovereenkomst staat onder artikel 6a: ‘de licentiehouder dient steeds de laatste uitgave van de STABU-systematiek te gebruiken. In het geval dat een nieuwe uitgave is verspreid is het de licentiehouder toegestaan de daaraan voorafgaande te gebruiken ten behoeve van een inschrijving of aanbieding waarvan de datum ligt uiterlijk binnen 6 maanden na de datum waarop de desbetreffende uitgave is verspreid’. Er is dus sprake van een coulante overgangsperiode maar tegelijkertijd wordt het streven geuit dat de bouwpraktijk niet gediend is met verouderde contractteksten in bestekkenland! Vraag Hoe gaat STABU om met de nieuwe VBU en VBT? Antwoord STABU zal telkens de gemodificeerde versie van een publicatie van waaruit reeds regulier kan worden verwezen structureel implementeren in de bestekssystematiek. Daarnaast zullen ook relevante, bouwbreed gedragen, nieuwe publicaties worden toegevoegd. Vanuit dit uitgangspunt zijn de specificaties welke zijn gebaseerd op de NEN 6722 uit 1988, de VBU (Voorschriften Beton Uitvoering), in 2002 inhoudelijk aangepast. Deze wijzigingen hadden ook betrekking op de oppervlakte-beoordelingscriteria van het betonoppervlak. De klassen IA, IB, IC, IIA en IIB uit de oude versie van de norm werden namelijk in de nieuwste versie omgezet naar Klasse A (standaard),
STABU-bulletin augustus 2004
Pagina 23
Klasse B (bijzondere eisen) en Klasse C (geen esthetische eisen). Om klasse B goed te kunnen oppakken is de CUR-Aanbeveling 100 ‘Schoon beton – criteria voor de specificatie en beoordeling van betonoppervlakken’ als bouwbreed gedragen opvolger van de ENCI-publicatie ‘Schoon Beton... mooi werk, Leidraad voor projectspecificaties, uitvoering en beoordeling’ welke laatste nog gebaseerd was op de NEN 6722 uit 1988, opgesteld en onlangs gepresenteerd. Zo wordt in de CUR-aanbeveling voor klasse B (bijzondere eisen) weer een onderverdeling gemaakt in klasse B1 en B2. Op korte termijn zal deze nieuwe CUR-aanbeveling opgenomen worden in de systematiek. Ook de vertrouwde NEN 5950 (VBT 1995) met wijzigingsblad A3 uit december 2001, oftewel de ‘Voorschriften Beton Technologie’, is vervangen door een Europese norm voor betontechnologie, de NEN-EN 206-1. Deze wijzigingen zal grote gevolgen hebben voor de bestekboeken. Zo is de ‘B’ van ‘Beton’ bij het attribuut Betonsterkteklasse nu gewijzigd in ‘C’ van ‘Concrete’. Ook de milieuklassen en de consistentiegebieden zijn in de Europese norm ingrijpend gewijzigd. Naar verwachting zal vanaf september/oktober 2004 de NEN-EN 206-1 (en de bijbehorende Nederlandse aanvulling NEN 8005) volledig zijn ingebed in de Nederlandse bouwregelgeving. In versie 2005-1 van de STABU catalogus zal deze Europese norm dan hoogstwaarschijnlijk zijn opgenomen. Vraag Moet garantie van een onderdeel in hoofdstuk 01 worden geregeld of in de werkbeschrijvende hoofdstukken? Antwoord In paragraaf 22 lid 2 van de U.A.V. 1989 staat dat in het bestek kan worden vermeld dat van één of meer onderdelen van het werk garantie kan worden gevraagd. De bestekschrijver moet dus in overleg met de opdrachtgever deze onderdelen bepalen. Als men garantie wenst van een onderdeel wat hoofdstuk overschrijdend is, dan moet men volgens de STABU opvatting dit onderdeel omschrijven onder 01.02.22 ‘GARANTIE VOOR EEN ONDERDEEL’ in de aangeboden aanvullende administratieve bepaling 01 ‘TE GARANDEREN ONDERDELEN’. Wordt daarentegen het onderdeel waarop men garantie wenst
nagenoeg geheel beschreven in een werksoort hoofdstuk dan moet volgens de STABU opvatting deze garantie worden gevraagd in de aangeboden aanvullende technische bepaling in dat hoofdstuk. Men moet dus onder 01.02.22 geen opsomming maken van de in de werkbeschrijving genoemde garanties! Immers hetzelfde in het contract twee of meer keer opnemen kan leiden tot tegenstrijdigheden met alle gevolgen van dien.
Nieuwe STABUexploitatiehouder Van Meijel Automatisering De Stichting STABU uit Ede en Van Meijel Automatisering uit Emmeloord hebben overeenstemming bereikt over het bouwen van de koppeling van de STABU-systematiek aan programmatuur van Van Meijel Automatisering. De klantenkring van VanMeijel bestaat uit ongeveer 450 bedrijven uit de bouw. Dit zijn zowel grote internationaal opererende bedrijven als ook de middelgrote aannemers. Vanuit de markt bestaat de vraag naar het faciliteren van goede koppelingen met calculatieprogrammatuur en de bestekssystematiek van STABU. Met het ondertekenen van de exploitatie-overeenkomst is min of meer het startsein gegeven tot het voldoen aan deze vraag. Het bouwen van de koppeling zal de nodige maanden in beslag nemen. VanMeijel streeft ernaar in september 2004 de eerste applicatie te kunnen aanbieden.
23
26829 Stabu augustus 2004
17-08-2004
09:31
Pagina 24
Prijsoverzicht STABU-producten 1) De STABU-bestekssystematiek voor de woning- en utiliteitsbouw bestaat uit: • STABU-bestanden op cd-rom; • STABU Standaard 2001 (boekvorm); • STABU BouwBaak en 1 wachtwoord voor het beveiligde gedeelte van de STABU-website. De STABU-bestekssystematiek wordt geleverd na afsluiting van een licentieovereenkomst waaraan een abonnement gekoppeld is. Deze licentie-overeenkomst wordt aangegaan voor een tijdvak van drie kalenderjaren alsmede het jaar waarin de licentie-overeenkomst wordt afgesloten. De genoemde prijzen zijn inclusief leverings- en administratiekosten en zijn exclusief de verschuldigde BTW. De STABU Standaard 2001 is tevens separaat te verkrijgen. De tarieven voor 2004 zijn d.d. 3 december 2003 door het Algemeen Bestuur van de Stichting STABU vastgesteld op: Aanschaf Licentie STABU in de periode
STABU-COMPLEET (t/m 5 werkplekken*)
1-1 t/m 31-3
€ 790,–
1-4 t/m 30-6
€ 592,50
1-7 t/m 30-9
€ 395,–
1-10 t/m 31-12
€ 197,50
Aanschaf Licentie STABU in de periode
STABU-COMPACT (t/m 5 werkplekken*)
1-1 t/m 31-3
€ 299,–
1-4 t/m 30-6
€ 224,25
1-7 t/m 30-9
€ 149,50
1-10 t/m 31-12
€ 74,75,–
*Per vijf werkplekken wordt de prijs verdubbeld. De gelieerde systeemhuizen hebben speciaal voor het ‘STABU-Compact’ gebruik ook hun STABU-programma tegen gereduceerde prijzen beschikbaar gesteld. De STABU Standaard 2001; dit is het boek waarin de basis kwaliteitseisen staan omschreven waaraan een werk moet voldoen op zowel technisch als administratief gebied: STABU Standaard 2001
BULLETIN AUGUSTUS
2004
Augustus 2004 – Negentiende jaargang no. 2 ISSN: 1384-7872 Het STABU-bulletin is het driemaal per jaar verschijnende huisorgaan van de Stichting STABU over de voortgang van het STABU Bouwbreed Informatiesysteem. Het STABU-kantoor is gevestigd aan de Willy Brandtlaan 81, 6716 RJ Ede. Teksten: – ing. A.J.M. van den Bogaard – ing. C. Cornax – mr. R.C.J. Cremers – ir. M.L.A.M. van Hezik – G.J.M. Majoor – ing. H.H.M. Miltenburg – Th. Schoenmakers – ing. J.G.G. Swagers – ir. S.W. Wierda Dit blad wordt geproduceerd en geredigeerd door: Stichting STABU Mevr. D.B. Kervel Postbus 36 6710 BA EDE Telefoon: (0318) 63 30 26 Telefax: (0318) 63 59 57 E-mail:
[email protected] Website: www.stabu.nl Inlichtingen over advertentietarieven bij STABU. Overname van de inhoud: graag na overleg met de redactie. Hoewel uiterste zorg is nagestreefd, staan wij niet in voor eventuele (druk)fouten en/of onvolledigheden en aanvaarden auteurs en redactie deswege geen aansprakelijkheid.
€ 60,–
Voor het beveiligde gedeelte van de STABU-website is een extra wachtwoord te verkrijgen bij STABU: Extra wachtwoord voor het beveiligde gedeelte van de STABU-website
24
€ 95,–
STABU-bulletin augustus 2004