www.lofting.be
loft story
nieuwsbrief van en voor mensen met een passie voor herbestembare panden en stadsontwikkeling Keizer Karelstraat 103, 9000 Gent – Jaargang 1 – nr. 2 – E 2,5
Nieu w:
voo H r he et GO t be D tere SHU IS bed ( rijfs trouw )f eve nt eest o UR pro f BIS ject m G a r in s k ted elaar oup, elijk nieu eo mg wbou evin w g
editoriaal Geachte Heer, Mevrouw, De reacties op de eerste ‘Loft Story’ waren unaniem positief. Een vervolg kon dan ook niet uitblijven. Vanaf heden mag u semestrieel een info-magazine van Lofting Group verwachten met achtergrondinformatie, toelichting bij projectontwikkelingen, de (eigenzinnige) visie van een aantal betrokken partijen en uitgebreid fotografisch materiaal. Bovendien is “Urbis Group” ondertussen uitgegroeid tot een heuse tweede pijler in de organisatie, zodat er vanaf heden hieraan een aparte katern wordt gewijd.
inhoud Editoriaal
1
Bouwstenen voor de toekomst
2
Project in de kijker: Godshuis
6
Urbis
13
Watertoren
21
Projecten in ontwikkeling
23
Be loft: cliënt in de kijker
30
Column
colofon Keizer Karelstraat 103 9000 Gent Tel.: (09) 233 15 30 Fax: (09) 233 17 29 e-mail:
[email protected] www.lofting.be V.U.: Rudy Leroy Koninginnelaan 12 8670 Koksijde
Immers, nieuwe tendenzen dwingen tot nieuwe keuzes. Zo komt het werkterrein van Lofting Group steeds meer in de verdrukking door het schaarser worden van de herbestembare panden en de (nog steeds) toenemende (over)regulering van de renovatiesector. Met “Urbis Group” beogen we de tendens van de ‘terugkeer naar de stad’ te volgen met een aanbod van kwalitatieve stadsinbreidingsprojecten of plaatsvervangende nieuwbouw. Deze woontypes vragen soms een aantal andere inzichten, maar zijn meestal (zowel technisch als financieel) minder complex dan zuivere renovatieprojecten. Wat mag u van deze ‘Loft Story’ verwachten? Naast een verdere kennismaking met onze organisatie, de projecten in ontwikkeling, de cliënt in de kijker (in de rubriek “Be Loft”) en de column van Herman Brusselmans, zullen we er ook elke keer naar streven om één bepaald onderwerp aan te snijden, welke van ‘algemene orde’ is. Gezien onze toenemende expansieplannen, leek het ons interessant om “investeren in onroerend goed” als rode draad te verweven doorheen dit bedrijfsmagazine. Bovendien gaan we vanaf heden u ook actief de kans bieden om als (kleine of grotere) ‘belegger’ mee te investeren in sommige projecten.
Alvast veel lees- en kijkplezier,
Rudy Leroy
1
bouwstenen voor de toekomst Goed 15 jaar geleden werd de eerste ‘steen’ gelegd van Lofting Group, door de aankoop van een voormalige veevoederfabriek. Sindsdien is er al veel gebeurd, maar een gesprek over verleden en heden blijft interessant om de toekomst van Lofting Group te kunnen inschatten.
2
Er is heel wat veranderd in die 15 jaar? R. Leroy: Absoluut. Ik zou bijna durven zeggen, dat bijna niks nog hetzelfde gebleven is. Toen ik mijn eerste loftproject ontwikkelde, was ik nog een pionier in Vlaanderen en werd ik met grote ogen bekeken. Lofts genoten enorme belangstelling, maar uit vele hoeken stelde men dat dit een hype was, die even snel zou overwaaien als ze opgekomen was. Maar dat is dus niet het geval. Lofts zijn echt een blijver als vorm van geïndividualiseerd wonen binnen een stedelijke context. Ook de verschillende herverkopen van lofts, die wij ondertussen gerealiseerd hebben, bevestigen dit gegeven. Meestal kon de oorspronkelijke loftbewoner op vrij korte termijn een mooie meerwaarde realiseren, wat in het vastgoed niet altijd evident is. De hype is wel afgenomen, maar daar tegenover staat duidelijk een groter publiek die open staat voor de loft-idee. Zo hebben we bv. al verschillende zestigplussers of bedrijven die bij ons een loft afgenomen hebben, wat in het begin zeker niet het geval was.
Een breder doelpubliek vraagt ook een andere aanpak? R. Leroy: Ja, de eerste kopers waren echt gemotiveerde mensen, die zelf hun mouwen opstroopten om er ‘in te vliegen’, zelfs al waren ze niet vertrouwd met de bouwsector. Een bouwkundig probleem werd als een curiosum ervaren, maar werd dan soms op een zeer inventieve wijze opgelost of zelfs geaccentueerd. Hierdoor was de eigen inbreng en beleving enorm groot. Ook werd het samenhorigheidsgevoel onder de loftbewoners dikwijls versterkt, want men maakte hetzelfde verhaal mee (stof tot in hun ondergoed, de aannemer die niet kwam opdagen,…) of men kon leren van zijn of haar buurman. Bovendien werden soms minder conventionele oplossingen gebruikt, die toch sterk gesmaakt werden. De huidige kopers gaan echter nog zelden zelf uitvoerig aan de slag. Meestal laten ze zich van bij de start leiden door een (binnenhuis)architect of worden wij aangesproken om het interieur uit te werken. Hierdoor is de persoonlijke beleving natuurlijk iets kleiner, maar het is een te begrijpen evolutie: iedereen is druk bezig en de toenemende (over)regulering en administratieve rompslomp van de laatste jaren, maakt het voor een privaat persoon zeker niet gemakkelijk. Alleen verliest hierdoor het loftprincipe een stukje authenticiteit. Bovendien moet ik soms vaststellen dat sommige (interieur)architecten eerder hun eigen visitekaartje willen afgeven, dan een loft te maken op maat van de cliënt.
Is de toegenomen reglementering een probleem of biedt het op langere termijn meer (rechts)zekerheid? R. Leroy: Het is een echt probleem en zeker voor de renovatiesector. Bij het uitschrijven van al die reglementeringen staat men niet stil bij de praktische uitvoerbaarheid van die regels en de financiële impact op een project. Bovendien is het quasi uitgesloten om nog alle reglementen te kennen, en spreken de controlerende instanties zich dikwijls tegen, of worden er tegenstrijdige adviezen gegeven, naargelang de regio of ambtenaar. Gevolg is dat iedereen zich probeert in te dekken, van de architect over de ingenieur en aannemer, tot de brandweer toe, om later toch nooit met de vinger te kunnen gewezen worden. Hierdoor wordt meer ‘eenheidsworst’ gecreëerd, omdat een aantal technische oplossingen niet meer weerhouden worden omwille van de kostprijs of de risicograad.
3
Welke invloed heeft dit op de studie van een nieuw project? R. Leroy: Meer nog dan vroeger, moeten we van in den beginne kijken of renovatie als optie nog wel haalbaar is. De renovatiekost wordt steeds hoger, maar er is wel een plafond aan de verkoopbaarheid van de individuele lofts. Meer en meer zal er gekozen worden voor plaatsvervangende nieuwbouw of voor gemengde projecten, waarbij renovatie en nieuwbouw op dezelfde site zullen plaatsvinden om aldus rendabeler te kunnen bouwen. Nu, dat contrast kan dan misschien ook wel zeer goede resultaten bieden en een nieuwe uitdaging betekenen om conceptueel mooie dingen te realiseren.
Welke veranderingen heeft beleggen in onroerend goed ondergaan? R. Leroy: Als het de eigen woning betreft, stel ik vast dat jonge mensen doorgaans méér moeten lenen dan vroeger om een fatsoenlijke woning te kunnen verschaffen. Maar het blijft natuurlijk een belangrijke, stabiliserende factor in ieders gezinsleven om zijn of haar eigen stekje te hebben. Het is wel zo dat men minder dan vroeger vast hangt aan die éne woning, waar men gans zijn of haar leven wil blijven wonen. Men durft al gemakkelijker een loft of appartement aan te schaffen voor een periode van 5 à 15 jaar, om ze dan opnieuw van de hand te doen, afhankelijk van de gezins- of beroepssituatie. Als men wenst te investeren in vastgoed als zuivere vorm van belegging, dan stel ik twee belangrijke verschuivingen vast. Door de terughoudendheid van de banken om een vastgoedproject te financieren, moet de kapitaalsbasis tegenwoordig zeer groot zijn om met kans op succes een promotieproject te ontwikkelen. Bovendien is het bouwen van een opbrengsteigendom of een woonproject zo complex aan het worden, dat het als particulier bijna niet meer te beheersen valt.
Welke consequenties heeft dat voor Lofting Group? R. Leroy: De eerste consequentie is dat we voor de eigen projectontwikkeling, nog meer dan vroeger, beroep willen doen op externe investeerders, om de kapitaalsbasis te verbreden (in de volgende pagina’s zal er hier dan ook regelmatig naar verwezen worden). Een tweede consequentie is dat wij nu reeds verschillende keren als ‘extern consultant’ aan projectbegeleiding hebben gedaan of doen, en dit op vraag van privaat investeerders. Hier ligt ook een deel van het werkterrein van “Urbis Group”, waar we al onze kennis inbrengen voor de begeleiding en verkoop van nieuwbouwprojecten. Naar de toekomst toe zal dit aspect steeds belangrijker worden voor onze organisatie. Het zal dus zeker niet aan werk ontbreken de komende jaren…
PARKET HOUTEN PLAFONDDECORATIE KLEINMEUBEL BINNENHUIS SIERVERLICHTING
ANDERS wonen bvba – Wolvenstraat 14 – 8500 Kortrijk tel. & fax 056/22 78 42 4
Ilse Van Hecke, Office Manager
Gino Verniers, Werfcoördinator
Rudy Leroy, Gedelegeerd Bestuurder
Lucinda Troch, Sales Manager en Juridisch Adviseur
Caroline Van Keirsbilck, Sales Assistent
Het team van Lofting Group
5
in de KIJKER Godshuis te Sint-Laureins
Historiek In de 18de eeuw en begin 19de eeuw waren de zieke inwoners van de gemeenten Maldegem, Adegem en Sint-Laureins voor verzorging aangewezen op het Sint-Janshospitaal van Brugge. Het is de gefortuneerde dame “Antonia Van Damme” die door de bouw van het ‘Godshuis’ aan dit leed een einde wou maken. Naast de louter altruïstische motivatie, speelde ook een zeer persoonlijke beweegreden: zo zou ze haar zielerust afkopen voor het opgebouwde familiefortuin (welke door haar vader deels vergaard was met de verkoop van kerkgoederen). De bouw van het Godshuis startte in juli 1843 en werd op amper 6 jaar gerealiseerd.
De bouw van het Godshuis startte in juli 1843. 6
Op 25 september 1849 werd het gesticht ingezegend en trokken de eerste nonnetjes, samen met 16 Gentse weesjes in het klooster. Ooit zouden er tot 118 weesmeisjes verbleven hebben en zou het hospitaal vol gelegen hebben met 3 lange rijen zieken. Na de dood van juffrouw Van Damme werd het Godshuis bij testament geschonken aan de Gemeente. In WO II was het Godshuis een toevluchtsoord en schuilplaats voor de plaatselijke bevolking. Achter de metersdikke muren en in de grote overwelfde kelders was het veilig schuilen. De oorlogsschade was gelukkig beperkt tot enkele obus-inslagen en gebroken ruiten. Vanaf de jaren ’70 nam het verval van het Godshuis sterk toe: het aantal weeskinderen werd schaarser en het klooster toonde steeds meer ouderdomsverschijnselen. De zusters durfden de kapel niet meer binnen, sommige ruimtes werden voor het publiek afgesloten en aan hun lot overgelaten. Na verloop van tijd beantwoordde het gebouw niet meer aan de wettelijke normen voor bejaardenopvang en werd beslist een nieuw rustoord te bouwen op een deel van het terrein. In 1990 vluchtte het OCMW met zijn oudjes naar een nieuwe residentie naast het Godshuis.
7
De gemeenteraad besliste om de dure renovatie van het beschermde monument niet zelf uit te voeren en stelde het klooster voor ‘een symbolisch bedrag’ te koop in ruil voor de nodige renovatiewerken. De nieuwe eigenaar werd een promotor uit Harelbeke, maar van de vele beloftes tot renovatie kwam er niks in huis. Bijgevolg werd het klooster vele jaren volledig overgelaten aan duiven, ongedierte en (kleine) delinquenten. Door hardnekkig verzet uit diverse hoeken werd de promotor het wachten echter moe en zocht een kandidaat-overnemer. Toen Lofting Group in 1999 het Godshuis van Sint-Laureins kocht (samen met Condominium uit Antwerpen), werden de wenkbrauwen door menige partij gefronst: wat kan men immers doen met een voormalig, zwaar vervallen klooster in het noordwesten van de provincie Oost-Vlaanderen? Residentiële bewoning was immers geen valabele optie, gezien de landelijke omgeving, het specifieke karakter van het (als monument geklasseerde) klooster en de zeer hoge renovatie/restauratiekost. Vrij snel werd een andere optie wel definitief weerhouden: het klooster zou herbestemd worden tot een kwalitatief hoogstaand horeca-complex, met feestzalen, seminarieruimtes en overnachtingsfaciliteit. Na 15 maanden wachten, werd de ingediende bouwaanvraag eindelijk vergund en konden de bouwwerkzaamheden aangevat worden. Eerst langzaam aan, gezien het risicovolle karakter van sommige ingestorte zones, maar dan steeds sneller, in functie van tijdslimieten die intern nagestreefd werden. Na bijna 3 jaar continu (ver)bouwen is nu de eerste fase voltooid en hebben de eerste feestelijkheden reeds plaatsgevonden in dit prachtige gebouw. Het gebouw heeft grandeur en ademt historiek uit, de groene binnentuinen zorgen voor rust en openheid, de (feest)zalen zijn strak modern of klassiek sfeervol, maar de absolute blikvanger is ongetwijfeld de riante inkompartij, met zijn indrukwekkende koepelstructuur. Sfeer, charme en hedendaags comfort zijn verenigd in een zeldzaam geziene harmonie, waardoor feesten of bedrijfevents een extra dimensie krijgen (zie ook www.godshuis.be).
8
Het financieringsverhaal Zo mogelijk nog moeilijker dan het bouwaspect, is in dit dossier het investeringsaspect geweest. Grote horecagroepen wensten geen bouwrisico te nemen en het is een publiek geheim dat banken huiveren bij de gedachte om een horeca-project te (moeten) financieren. Naast de inbreng van een belangrijke eigen inspanning door Lofting Group en Condominium, waren de subsidies van ‘Monumentenzorg’ de eerste externe gelden die aangetrokken konden worden. Door de beweging in en rond het Godshuis, groeide ook bij (een gedeelte van) de lokale bevolking de interesse om een stukje mee te investeren in het Godshuis. Daarom werd het kapitaal van de nv Godshuis voor hen opengesteld door de creatie van nieuwe aandelen en werd een privaat obligatie uitgeschreven, waar heel wat partijen op intekenden. Naargelang het geloof in het project toenam, waren ook een aantal aannemers bereid om, naast hun professioneel vakmanschap, ook financieel of logistiek een extra duit in het zakje te doen, waarvoor dank. In alfabetische volgorde: Anders Wonen uit Kortrijk, Asa uit Gent, Convotherm uit Maldegem, De Mulder uit Vurste, Depa uit Eeklo, Mevaco uit Aalter, Parket Project uit Moen, Peter Martens uit Sint-Laureins, Philip Criel uit Eeklo, Studieburo Boydens uit Brugge, Studieburo Fraeye uit Sint-Amandsberg en Van De Walle uit Jabbeke. Toen ook enkele professionele horeca-partners (B&B Catering, MDV Catering, groep Carlsberg/HLS,…) zich financieel mee engageerden, is er finaal een kredietfinanciering bij Delta Lloyd Bank afgesloten, om aldus het financiële plaatje rond te maken voor deze eerste fase. Ook voor de volgende bouwfasen zal er nog beroep gedaan worden op ‘extern kapitaal’. Mocht u hieromtrent interesse hebben, dan kan u zich hiervoor, volledig vrijblijvend, aanmelden via
[email protected] of
[email protected].
9
10
interview Het Godshuis is gelegen in het pittoreske Sint-Laureins, vlakbij Eeklo en Maldegem en op +/- 20 km van Brugge en Knokke (zeer gemakkelijk te bereiken via de expresweg (n49) Knokke-Antwerpen). Om meer toelichting te bekomen over de diverse mogelijkheden, richten we ons tot Björn Mervilde, de commercieel manager van het Godshuis.
Wie kan hier terecht ? Björn Mervilde: Iedereen die er aan denkt om een stijlvol feest of bedrijfsevenement te organiseren, kan in het Godshuis terecht. En dan bedoelen we echt iedereen : door de verschillende groottes en aankledingen van zalen, kan men hier zowel terecht voor meer intimistische feestelijkheden als mega-evenementen. Of het nu gaat om trouwfeesten, jubilea, recepties of bedrijfspresentaties, het kan hier echt allemaal.
Welke zijn volgens u de belangrijkste troeven ? Björn Mervilde: Naast onze verzorgde en stijlvolle bediening, is het algemene kader indrukwekkend : uw feest laten doorgaan in een vroeger klooster, dat is toch uniek. De eerste aanblik als iemand binnenkomt, is overrompelend : de indrukwekkende koepelstruktuur van de vroegere kapel of de arduinen vloer, met een uitgebreide vloertekening, doen de meesten verstommen. Maar ook de sfeer van de zalen en de indrukwekkende binnentuinen, omgeven door gaanderijen, zijn beklijvende beelden.
Ook bedrijven kunnen hier terecht ? Björn Mervilde: Absoluut. Zowel seminaries als bedrijfsfeesten of ‘product placements’ kunnen perfect georganiseerd worden in het Godshuis. En de evenementenburo’s zijn vooral geïnteresseerd in de ‘black box’ zalen op het eerste verdiep, waar men décors naar believen kan opbouwen.
info: Het Godshuis Leemweg 11 9980 Sint-Laureins Tel.: (09) 223 15 10 Fax: (09) 223 15 32
[email protected] www.godshuis.be
Is het gebouw vrij toegankelijk ? Björn Mervilde: Om het een beetje ordentelijk te houden, is het gebouw enkel vrij toegankelijk op “Open Monumentendag”, ieder jaar in september. Maar men kan wel elke zondag bij ons terecht voor een uitgebreide brunch, mits inschrijving vooraf. Op die manier koppelen we het aangename aan het nuttige. Maar als iemand met min of meer concrete feestplannen zit, dan sta ik uiteraard ter beschikking voor meer tekst en uitleg. Men zegge het voort….
11
Verwarming – Airco – Electro – Sanitaire
Centrale verwarming – Vloerverwarming Sanitaire installaties Van ontwerp tot volledige afwerking, uitgebreid gamma toestellen Nieuwbouw en verbouwingen Onderhoud en herstellingen Ruime ervaring loftinstallaties Referenties op aanvraag Gratis prijsofferte 20 jaar ervaring
Gentsesteenweg 415 9420 Erondegem (Erpe-Mere) Tel. & fax 053-81.05.70 GSM 0475-49.22.07 e-mail
[email protected] URL http://artron.telenet.be
De Rycke R. & Zonen nv. Broeckstraat 10 – 9890 Gavere Tel: 09/384.23.64 – Fax: 09/384.20.15 e-mail:
[email protected]
12
urbis De ‘terugkeer’ naar de stad is een trend die zich om verschillende redenen blijft doorzetten. Ook ‘politiek Vlaanderen’ is zich bewust van deze evolutie en heeft daar in haar “Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen” actief op ingespeeld, meer zelfs, ze moedigt die trend op ‘macro-niveau’ aan in haar strategische visie: enerzijds wil men onze (beperkte) open ruimte in landelijke omgevingen beschermen of vrijwaren voor al te veel bouwwoede, anderzijds wordt verdere ‘verdichting’ nagestreefd van het ‘stedelijk weefsel’, door invulling van braakliggende terreinen of sites, betere ontsluitingen, plaatsvervangende nieuwbouw e.d. Vermits er in een stedelijke context van alles te gebeuren staat, en Lofting Group slechts een (beperkt) gedeelte van die ‘stadsbeweging’ kan coveren, is ‘Urbis Group’ ontstaan als projectmakelaar in stedelijke omgevingen. Toch zijn er een aantal criteria opgesteld om het werkterrein te definiëren. Binnen Urbis Group wordt alleen gewerkt rond projecten en/of groepswoningen (woonerven, appartementen,…). Hierbij wordt gezocht naar een juiste prijs/kwaliteitverhouding, maar ook een juiste juridische omkadering (bouwvergunning, basisakte, e.d.) is heden ten dage zeer belangrijk om gebeurlijke discussies (bij verkoop of naderhand) te vermijden.
KEIZERKARELSTRAAT 103 9000 GENT TELEFOON 09 - 233 15 30 FAX 09 - 233 17 29 EMAIL
[email protected] WWW.URBIS.BE
Op de ervaring en kennis die er binnen Urbis Group aanwezig is, kan een beroep gedaan worden door derden/investeerders, die op die manier ‘hun’ vastgoedproject logistiek of commercieel willen laten ondersteunen door een gespecialiseerde partner. In deze katern kunnen we u dan ook de eerste nieuwbouwprojecten van diverse investeerders aanbieden, waarbij Urbis Group actief betrokken is als projectmakelaar en/of projectbegeleider.
13
De Groene Vallei Als promotor klinkt het bijna te mooi om waar te zijn: een residentieel woonproject bouwen in een site, die al sinds mensenheugenis de ‘Groene Vallei’ genoemd wordt. En toch is het dit wat de Antwerpse promotor Condominium II bvba in Gent komt te realiseren: vlakbij het historisch centrum van Gent worden eerstdaags de bouwwerkzaamheden aangevat voor een kwalitatief hoogstaand woonproject. We vroegen tekst en uitleg bij Rudy Stevens, zaakvoerder van Condominium.
Gent is geen onbekende meer voor u? Juist, ondanks het feit dat ik een echte sinjoor ben, heb ik al altijd een boontje gehad voor Gent. En ondertussen heb ik, in samenwerking met Lofting Group, toch wel al twee mooie realisaties in Gent (UCO Roygem en Lousberg Park) op mijn actief staan.
Hebben die vorige realisaties een invloed op de ontwikkeling van de ‘Groene Vallei’? Absoluut. Zo heb ik ten aanzien van het politiek bestel en de stedenbouwkundige diensten in Gent al heel wat credibiliteit kunnen opbouwen, waardoor de voorbereidende gesprekken in een positieve sfeer konden verlopen. Vergeet immers niet dat dit ‘bouwdossier’ reeds méér dan 15 jaar aansleepte, met heel wat verhitte discussies en ‘wilde plannen’ tot gevolg, alvorens ik het dossier naar mij heb toegetrokken. Op 2 à 3 jaar hebben wij met alle betrokken instanties toch een consensus kunnen uitwerken, die elke partij nu tot tevredenheid stemt. Zonder onze vorige realisaties in Gent, zou dit ongetwijfeld een stuk moeilijker geweest zijn.
14
Wat moet men zich nu voorstellen van dit nieuwe project in Gent? De ‘Groene Vallei’ is een schitterend project voor mensen die echte woonkwaliteit zoeken in Gent. Het gebouw wordt opgetrokken in een stijlvolle, hedendaagse architectuur met mooie bouwaccenten, zoals bv. de arduinen sokkel van twee niveaus hoog. Alle binnenruimtes zijn ruim en licht: elk appartement heeft minimum 2 gevels met ramen en zichten, de netto-hoogtes variëren van 2m60 tot 3m00 en alle appartementen hebben echt volwaardige slaapkamers (van 2 tot 4 kamers) met veel licht en lucht.
En dan heeft u nog niet gesproken over de locatie zelf? Ja, die is echt fantastisch. Het gebouw wordt volledig geïncorporeerd in het nieuwe stadspark van Gent. Langs de voorzijde komt een nieuw plein, volledig autovrij, welke via verlaagde kades uitvloeit tot aan het Coupure-water. Langs de achterzijde, wat ook de zuidkant is, heeft u zicht op een groenzone van bijna 4 hectare. Dat kan je hier allemaal krijgen op amper een boogscheut van het historisch centrum van Gent. Zeg nu zelf, zo’n gelegenheid krijg je nooit meer aangeboden in Gent.
Reageren de mensen even enthousiast als u? Absoluut. Nog voor de werkzaamheden zijn aangevat, is er reeds 25 % verkocht aan personen die er bijna allemaal zelf gaan komen inwonen. Dit spreekt boekdelen, denk ik… Het weze duidelijk: snel wezen is de boodschap…
15
INTER-TEGEL® Drieslaan 35 8560 Gullegem (Kortrijk) T 056 43 00 00 www.inter-tegel.be
INTER-CARRELAGES® Route Nationale 6041 Gosselies (Charleroi) T 071 25 65 10 www.inter-carrelages.be
TECHIMEX® Kerklaan 84 1830 Machelen (Brussel) T 02 712 51 50 www.techimex.be
16
De Molenslag In de Molenstraat te Deinze, wordt een modern woonerf gecreëerd, waarbij tien woningen in een wijde boog aan elkaar geschakeld worden. Deze opvallende inplanting splitst niet alleen het terrein in een gemeenschappelijke groenzone en in een gedeelte privaat tuinen, maar garandeert elke bewoner ook heel wat privacy. Ook de keuze van de kleuren en materialen oogt fris en hedendaags. We gingen ons licht eens opsteken bij Christa Lievens en Sylvie Lamsens, architecten van het buro ‘Atelier voor Stedelijke Architectuur’ uit Gent.
C. Lievens: Het gebouw is als een dynamisch geheel opgevat met diverse gebogen lijnen, zoals de inplanting van de woningen, de zinken daken en de spiltrap in elke woning. Eigenlijk kunnen we stellen dat zowel het interieur als het exterieur georiënteerd zijn naar één centraal punt : in de woning is er de spiltrap waarrond alle functies draaien, extern zijn de woningen georiënteerd naar de gemeenschappelijke groenzone toe.
Ook de architectuur is jong en speels opgevat ? C. Lievens: Ja, iedere woning heeft zijn eigen identiteit door het gebruik van diverse kleuren in de gevels. Toch wordt er een mooie eenheid gevormd door de voorbouwen van elke woning, die in éénzelfde tint zijn, en de geïntegreerde buitenaanleg, die door de bouwheer reeds aangelegd wordt.
Het concept richt zich hier vooral naar (jonge) gezinnen ? S. Lamsens: Eigenlijk wel. De woningen zijn zeer ruim opgevat met een grote leefruimte, 3 mooie slaapkamers en 2 badkamers. En naast de privaat tuinen is er een gemeenschappelijke groenzone, welke de mogelijkheid biedt om sterke sociale contacten te creëren, zeker voor de kinderen. Gecombineerd met de uitstekende ligging in Deinze (met vlotte ontsluitingsmogelijkheden, diverse scholen en winkels in de nabijheid,…), verwachten we hier inderdaad vooral gezinnen, die wooncomfort beogen in een jonge en moderne omgeving.
17
Gentbrugge
H. Pirennelaan – E. Cavellstraat 4 nieuwbouw beletagewoningen. Elke woning omvat garage, bureau, living, keuken, vestaire, 2 toiletten, badk, 3 slpks en koer. Goede bereikbaarheid.
Braemstraat RESIDENTIE ENSOR Op de hoek van de Braemstraat en de Raf Verhaeststraat komen 16 nieuwbouwappartementen. Nog 2 duplex appartementen te koop met 2 of 3 slpks met terras. Ondergrondse parkeergarage. Oplevering begin 2005.Rustige omgeving.
DE HAINAUT-BLOMMAERT BVBA O n a f h a n k e l i j k Ve r z e k e r i n g s m a k e l a a r Ve r z e k e r e n - s p a r e n - b e l e g g e n Specialist verzekeren mede-eigendom C B FA n r 1 2 4 3 4 - L i d F. V. F.
Putkapelstraat 105 A - 9051 ST-DENIJS-WESTREM Tel 09/221.74.47 - Fax 09/221.21.36
[email protected]
18
Visie
... op stadsontwikkeling Voor onze rubriek ‘Visie’ klopten we aan bij Eddy Vanzieleghem, bezieler van de ‘Belgische Architectuur Awards’, voorzitter van ‘Architectuur als Gebuur’ en lid van de ‘Commissie Monumenten & Architectuur van stad Gent (COMA)’. Daarnaast is hij reeds 25 jaar actief als architect in (voornamelijk) de Gentse regio (ook het loftproject ‘Florida’ te Gent, wordt onder zijn deskundige leiding gerealiseerd).
1. Welke zijn de algemene trends/evoluties/verschuivingen die u ervaart in de woningmarkt? Zijn er belangrijke verschuivingen op komst? Het is duidelijk dat de prijzen van bouwgrond het bouwen van een nieuwe woning steeds minder toegankelijk maken. Veel percelen zijn meestal ook in handen van bouwpromotoren waardoor de keuzevrijheid sterk wordt beperkt. Bovendien bieden de nieuwe verkavelingen met percelen van 400 tot 650 m2 minder privacy dan vroeger het geval was. De markt gaat dan ook stilaan in de richting van groepswoningbouw waaronder rijwoningen, stapelbouw of appartementsgebouwen. Meestal ook met een beperktere gemiddelde bewoonbare oppervlakte dan vroeger. Hierdoor is er voor de bewoner of kandidaateigenaar steeds minder mogelijkheden tot zelfuiting en privacy. Daarom zoeken kandidaat kopers of bouwers met middelen eerder naar alternatieve woonvormen waarmee ze zich nog kunnen identificiëren of profileren. Dit gaat van oude herenwoningen die
gerenoveerd of opgedeeld worden over woonboten tot fabrieksgebouwen waar lofts worden ingebracht. Binnen deze reeds bestaande casco poogt men dan op een onconventionele wijze zichzelf uit te drukken (minder met bakstenen maar meer met inrichting). Tenslotte merken we ook dat de gemiddelde leeftijd van de kopers of bouwers steeds hoger wordt. Dit heeft zowel te maken met de tijd die nodig is om voldoende kapitaal te verzamelen voor een dergelijke investering, het consumptiepatroon dat de laatste decennia enorm is gewijzigd (vroeger had men alles over voor een eigendom) en tenslotte ook de late leeftijd waarin men in een vaste relatie stapt of aan gezinsuitbreiding denkt. Anderszijds leidt dit weer in de steden tot een behoefte aan woningen voor alleenstaanden of tweepersoonsgezinnen. Wat men ook vaststelt is dat jongere koppels een instapwoning kopen die achteraf met veel winst wordt doorverkocht waardoor het vrijgekomen kapitaal kan dienen als startkapitaal voor latere woning.
19
3. Welk advies heeft u voor mensen die willen investeren in onroerend goed?
2. Welke verschillen ervaart u (voor u zelf en de koper/bouwheer) tussen nieuwbouw en renovatie? Persoonlijk voel ik meer voor renovatie dan voor nieuwbouw. Een bestaande context kan u als ontwerper leiden tot oplossingen waar je bij nieuwbouw nooit toe zou komen. Beperkingen stimuleren meestal de creativiteit. Ook de zoektocht naar licht en ruimtegevoel kan dikwijls boeiende resultaten opleveren. Tenslotte is de metamorfose die een verbouwde woning ondergaat voor de opdrachtgever gemakkelijker waar te nemen dan dat hij iets nieuws uit de grond ziet rijzen dat hij enkel kent vanop een tekening. Qua kostenbeheersing is een nieuwbouwwoning iets eenvoudiger omdat er bij een renovatie dikwijls onverwachte zaken opduiken en vooraleer je iets nieuws aanbrengt moet er nog dikwijls iets afgebroken worden. De beperktere uit te voeren hoeveelheden en de moeilijkheidsgraad ervan maken de eenheidsprijzen duurder bij verbouwing. Anderzijds heb je dan weer het voordeel dat je als bewoner of koper van een bestaande woning de werken kunt spreiden in functie van het beschikbare budget en je de kans hebt om de woning te ondergaan en daardoor bewuster keuzes kunt maken bij de renovatie. De eindbalans qua kosten voor grond en nieuwbouw of voor aankoop bestaande woning en renovatie komen quasi overeen. Bij renovatie heb je dikwijls een betere ligging in een bestaande kern, een link met het verleden en wat minder benutte ruimten in overschot. Bij een nieuwbouwwoning is de eindproduct soms beter qua isolatie, onderhoudskost en levensduur en is er meer kans op privacy. De meer geïsoleerde ligging noodzaakt wel meer verplaatsingstijd en -kosten naar alle voorzieningen zoals scholen, werk en ontspanning. Een nieuwbouw in een bestaande kern kan de nadelen van beide bouwwijzen verenigen, maar de bouwgronden of af te breken panden met goede ligging in een stads- of dorpskern zijn zeldzaam en duur.
20
De belangrijkste beslissing bij aankoop van onroerend goed is de ligging ervan. Een duur gebouw op een foute ligging is een slechtere investering dan een goedkoper gebouw op een goede ligging. Welke zijn de goede liggingen in ons verdichtend Vlaanderen? Deze in de buurt van stads- of dorpskernen, dicht bij uitrustingsvoorzieningen en openbaar vervoer. Een tweede punt is de omgeving van het terrein of het gebouw. Percelen of gebouwen zonder vis-à-vis, bijvoorbeeld aan pleinen, waterlopen of parken zijn zeer gegeerd. De nabijheid van monumenten kan ook een troef vormen qua herkenbaarheid. Liggingen in de buurt van hinderlijke fabrieken of bedrijven, dancings, restaurants verkeerswegen, kruispunten worden best vermeden. Een derde punt is het profiel van een buurt. Een bediendenwoning in een chique buurt met art-décowoningen is te prefereren boven een zeldzame mooie herenwoning in de negentiendeeeuwse gordel van een stad. Qua concept, materiaalgebruik en planorganisatie wordt best gestreefd naar een niet te gepersonaliseerde aanpak van de casco. Die hou je beter voor de inrichting die later kan aangepast worden door een nieuwe eigenaar. Licht, ruimte, een praktische circulatie en onderhoudsvriendelijke materialen vormen de belangrijke ingrediënten van een goede woning. De typische Gentse burgerwoningen in de rij bewijzen reeds anderhalve eeuw dat ze nog steeds erg gegeerd zijn door deze kwaliteiten. Te dure, opzichtige en vaak zeer persoonlijke en snel demoderende snufjes zijn meestal een slechte investering. Dure opzichtige villa’s in buitenwijken verliezen hun waarde omdat kopers met middelen niet willen investeren in de smaak van anderen. Investeren in onroerend goed is door de kostprijs meestal een beslissing die uw leven en de kwaliteit ervan zal bepalen. Een goede begeleiding is daarbij onontbeerlijk. Een architect, een notaris, een financiële instelling en een correct makelaar kunnen u daarin bijstaan. Raadpleeg hen tijdig, dwz voor de aankoop van een grond of bestaand gebouw om de mogelijkheden en de budgettaire consequenties reëel in te schatten. Naast deze nuchterheid moet er vanzelfsprekend ook dat goed gevoel zijn, een beetje verliefdheid die doet dromen.
watertoren De watertoren van Oostende, of hoe een promotor lijden kan… Als u Oostende binnenrijdt, dan kan u op uw rechterzijde een voormalige, maar fiere watertoren van bijna 50 meter hoog aanschouwen. Deze toren is gebouwd in 1900, bovenop een fundering van houten palen en oogt zeer ‘krijgshaftig’ door zijn uitgesproken ‘kasteelarchitectuur’. Ondanks het feit dat de stad Oostende zelf de eigenaar is van deze toren (en deze reeds in 1977 werd geklasseerd als monument), staat deze toren al vele jaren te verkommeren en is er al heel wat discussie gerezen omtrent dit ‘probleemdossier’. Aangespoord door ‘AHROM, afdeling Monumenten en Landschappen’, besliste de stad Oostende eind 2002 om de watertoren te koop te stellen, maar dan wel gekoppeld aan een aantal strikte voorwaarden. In een schrijven de dato 04/03/03, stelt men de problematiek duidelijk: “…De slechte bouwfysische toestand kan onmogelijk opgelost worden door het plaatsen van een nieuwe dakbedekking en het dichten van de ramen in functie van een lichtbaken voor de stad Oostende. Om een duurzaam herstel te bekomen, moet een restauratie dan ook gekoppeld worden aan een herbestemming van het monument”.
21
Vanuit Lofting Group werd met enthousiasme gereageerd op deze oproep/wedstrijd. Architect Dumoulin uit Gent werd een studieopdracht toegewezen en een grondig uitgewerkt dossier werd overgemaakt aan de stadsdiensten, conform de oproepingsvoorwaarden. Er werden diverse dossiers ingediend maar in een schrijven van 21 mei 2003 stelt het stadsbestuur: “… na (interne) besprekingen gevoerd te hebben betreffende de ingediende aanbiedingen, is gebleken dat slechts uw project beantwoordt aan de gestelde criteria en ook kans maakt op het bekomen van de vereiste stedenbouwkundige vergunning”.
Aangezien er echter ook andere kandidaten waren voor de aankoop, werd ons in een schrijven op 12 juni 2003 meegedeeld dat de verkoop nu zou gebeuren bij opbod (wat ons totaal verbaasde, vermits enkel ons project beantwoordde aan de gestelde criteria). Omwille van de reeds geleverde inspanningen, werd binnen onze organisatie besloten om, in samengaan met de bouwonderneming Van Haerents uit Torhout, toch te pogen deze toren aan te kopen. Niet zonder de nodige moeite, slaagden we er finaal in om het hoogste bod uit te brengen. Enkel het verkrijgen van een stedenbouwkundige vergunning gold nog als opschortende voorwaarde om tot definitieve aankoop te kunnen overgaan. Maar gezien de uitstekende rapportering van ons project, zou dit nauwelijks voor problemen mogen zorgen. Dachten we…. De verschijning van een persbericht, onmiddellijk na de beëindigde aankoopprocedure, van een betrokken Oostends politicus, die stelde dat het plan nooit tot uitvoering zou komen, werd door de betrokken partij onmiddellijk ontkend en op rekening van de journalist geschreven, die compleet fout geciteerd zou hebben… Dus alles OK en de architect werd gelast om dit project volledig op punt te zetten. Na enkele extra overlegrondes met de technische diensten en verdere verfijning van het bouwvolume (waarbij bv. maximaal aandacht besteed werd aan de privacy van de omliggende percelen) werd de bouwaanvraag ingediend op 15 december 2003. In het voorjaar van 2004 krijgen we lucht van enkele onheilspellende tijdingen, merkwaardige tussenkomsten en nieuwe zienswijzen omtrent het ingediende project. Tot onze verbijstering ontvangen we op 23 juli 2004 een weigering van onze bouwaanvraag. Tragikomisch is bijna de argumentatie: “…1. De aanvraag is in strijd met de voorschriften van het bijzonder plan van aanleg. 2. Het project is niet in overeenstemming met de wettelijke bepalingen en 3. De geplande verbouwing, restauratie en uitbreiding is onverenigbaar met de onmiddellijke omgeving…”. Juist diezelfde criteria waren voor diezelfde administratie reden om ons project één jaar vroeger als enige te weerhouden…
Moraal van het verhaal: stad Oostende krijgt terug wat ze niet meer wou: een verwaarloosde watertoren…
22
in ontwikkeling Florida In het begin van de 19° eeuw werd door Karel en Lodewijk de Hemptinne een nieuw fabriek gebouwd, dienstig als mechanische spinnerij, vlakbij het Rabot in Gent. Naderhand volgden enkele transformaties en vanaf +/- 1880 fungeerde het complex als sargiën-weverij nv Florida. De laatste textielexploitant van deze site was het Gentse bedrijf UCO, maar begin de jaren ’90 werd de site verkocht. Sedert 1995 is het gebouwencomplex verkocht in onderdelen aan verschillende investeerders en bewoners. Ongeveer twee derden van het geheel is ondertussen gerenoveerd en herbestemd als woonlofts, kantoren en magazijnen. De gebouwen aan de Opgeëistenlaan, het onderwerp van de huidige verbouwing, kwamen tussen 1894 en 1910 tot stand. Het betreft hier constructies uit twee bouwlagen. Het plafond is een combinatie van troggewelven of houten moerbalken met roostering, telkens gesteund door een enkele of dubbele rij gietijzeren kolommen. De bestaande strukturen worden meestal zichtbaar gehouden. Op de verdieping is er doorlopend aan de ramen van de binnenstraat een galerij voorzien. Een zevental lofts van 150 tot +/- 200 m2 hebben hun inkom via deze galerij en bestrijken meestal de volledige bouwdiepte tot aan de Opgeëistenlaan.
23
Poperinge – Brouwerij ‘t Zwynlandt Diep verscholen in West-Vlaanderen bevindt zich de stad Poperinge, trots op haar historiek, trots op haar bekendste inwoner Dirk Frimout. Reeds decennia lang vervult Poperinge een centrumfunctie voor de ganse regio, waardoor er hier een dynamiek leeft die men nauwelijks zou verwachten : talrijke, mooie winkels, een actief sociaal leven, een goede wegeninfrastructuur met een buitenring rond de stadskern,… Op één van de invalswegen naar het centrum bevindt zich reeds meer dan een eeuw een zeer pittoreske site, “Brouwerij ’t Zwynlandt” genaamd. Rond een gezellig (kassei)pleintje bevinden zich de vroegere brouwerswoning, de bierdépot, brouwzalen en de asttoren. Momenteel zijn de renovatiewerkzaamheden volop aan de gang, de casco-oplevering is voorzien in het voorjaar van 2006. Op deze moment zijn reeds 2 van de 7 loftwoningen verkocht.
Algemene aannemer Nieuwbouw, Renovatie, Restauratie en Schrijnwerk op maat Bouwonderneming Verstraete NV Zwaaikomstraat 34 8800 Roeselare Tel. 051/26.43.80 Fax 051/26.43.81
24
Harelbeke – Banmolens Gekoesterd tussen diverse waterpartijen (de ‘oude’ en ‘nieuwe’ Leie) en in een natuurlijke groenbiotoop, liggen de ‘Banmolens’ rustig gelegen op de grens van Harelbeke en Kuurne. De markt van Harelbeke is slechts op een boogscheut verwijderd en ook het centrum van de stad Kortrijk is op amper 5 km hier vandaan.
De industriële molen kreeg zijn huidig uitzicht met zes bouwlagen en 13 traveeën in 1849, toen de Leiearm overbrugd werd. De overbrugging van het water blijft behouden en zal nu dienen als inkompartij voor het vernieuwde complex, waar negen loftwoningen gecreëerd worden. De combinatie van de vele authentieke elementen met enkele moderne ingrepen, zoals de uitkragende terrassen boven het water, bieden een hoog wooncomfort in een zeer bijzonder kader. De bouwwerkzaamheden zijn beëindigd, er is nog één casco loft beschikbaar met 3 niveaus, ideaal voor vrij beroep of combinatie wonen/werken.
25
“‘Kanaal Lofts’ zijn een perfect voorbeeld van innovatie” In het kader van de belangrijke projectontwikkeling van Lofting Group in Kortrijk, leek het ons interessant om de burgemeester van Kortrijk Stefaan De Clerck eens te interpelleren over zijn visie over Kortrijk, ruimtelijke ontwikkeling en het project ‘Kanaal Lofts’.
Als we het eerst even mogen hebben over ‘uw’ stad Kortrijk. Wat maakt volgens u Kortrijk aantrekkelijk voor een bewoner of een bezoeker? Kortrijk is in de eerste plaats een stad die op vele kruispunten ligt. Zuid-West-Vlaanderen ligt dicht bij Henegouwen, vlakbij NoordFrankrijk, maar ook dicht bij de andere Vlaamse steden. Hierdoor is Kortrijk dus zeer goed gesitueerd qua infrastructuur en ontsluiting. Op economisch vlak is Kortrijk dan weer heel dynamisch en actief. Zo is Kortrijk een stad die ernaar streeft om steeds innovatief te zijn door de kracht van product-ontwikkeling en vernieuwing. Dat was in het verleden zo en naar de toekomst toe willen we dat beeld ook blijven uitdragen. Er zijn daar een aantal aansluitingspunten bij. Kortrijk is een stad van interieur en binnenhuisinrichting en daarmee sluiten we aan op de oude traditie van de kunstwerkstede ‘De Coene’, die steeds een wereldbedrijf is geweest en waarvan er nog altijd veel ambacht en kennis is overgebleven in de streek. Wat er natuurlijk toe leidt dat wij ook vandaag een stad willen zijn van goede architectuur, binnenhuisinrichting en veel metier voor wonen in zijn geheel. Denk hierbij maar aan de beurs ‘Interieur’ die tot over de grenzen bekend is.
26
Ook qua architectuur en ruimtelijke ordening zijn er in Kortrijk initiatieven geweest? Absoluut! Wij willen echt een plaats zijn waar nieuwe ideeën bij uitstek kunnen groeien. We hebben het nadeel dat we tijdens WO II in grote mate zijn platgebombardeerd en het oude stedelijke karakter zoals in Brugge, Gent en vele andere steden niet meer hebben. Dat geeft dan wel weer het voordeel dat wij nog nadrukkelijker dan elders hedendaagse architectuur kunnen nastreven. We hebben hier heel bijzondere projecten van Paul Robbrechts, Stefaan Beel, Bob van Reeth en vele andere die ook internationaal gelauwerd werden. Dan denk ik bv. aan onze infrastructuur met Bernardo Secchi, een Italiaanse architect, zonder echter de architectuur uit onze eigen streek te willen miskennen.
Staan er op stedenbouwkundig of architecturaal vlak de komende jaren nog belangrijke verwezenlijkingen op stapel? De stad zit nu in twee grote veranderingsmomenten. Nu maken we het moment mee waarbij een aantal industriële panden en sites in volle herbestemming zijn. Daartegenover zijn we bezig met de mutatie van de Leie, het water, in de stad. Omwille van de verbreding van de Leiewerken worden zeven nieuwe bruggen gebouwd in de stad. De hele doortocht van de Leie wordt een enorme opportuniteit om het beeld van deze stad fundamenteel te veranderen voor zowel voetgangers als voor fietsers, voor de tochten langs de Leie van Gent tot aan de Franse grens. Het water wordt dus teruggewonnen en wij proberen daarvan het beste te maken voor nieuwe bewoning, activiteit, parken en dergelijke meer. De vernieuwing van de Leie gecombineerd met de vernieuwing van het industriële cumuleert en de Kanaallofts liggen op het snijpunt van die redenering. Want het kanaal Kortrijk-Bossuit wordt mee opgenomen in die hele mutatie waarbij het water opgewaardeerd wordt en die oude sites een nieuwe bestemming krijgen in een hedendaagse vorm.
Hoe kijkt u als burgemeester en/of gemeentebestuur aan tegen een projectontwikkeling als de Kanaallofts? Een aantal aspecten zijn daar belangrijk in. Ten eerste heeft Kortrijk een sterk industrieel verleden en die oude sites nieuw leven inblazen is een positieve trend. Ten tweede is Kortrijk aan een revival toe. Er is momenteel een ‘booming-effect’ ontstaan omdat belangrijke investeringen reeds gedaan werden en nog moeten komen. Het innovatie-aspect is steeds reëler en de Kanaallofts zijn bij uitstek een perfect voorbeeld van innovatie. Niet alleen vanuit het initiatief zelf maar ook diegene die zich daar komen vestigen zitten wellicht in de sfeer van innoveren en dat is dus heel positief. Dit past als gegoten in de ambitie die Kortrijk formuleert.
27
Verwacht u ook een impact op de rest van de omgeving? Absoluut! Want naast de Kanaallofts willen wij in de directe omgeving ook een heel ander type project van een andere textielsite ontwikkelen. Ik heb het hier over het Vetex project waarbij het pand volledig is afgebroken en we een aantal woonhuizen zullen realiseren. Daar gaan we dus de absolute mix krijgen tussen industriële omgeving en nieuwe woonkernen waar ook veel bijkomend groen voorzien zal worden.
Als we nu eens het wonen in de stad in ruimere zin bekijken. Zo zijn er de laatste jaren diverse initiatieven genomen om dit aan te moedigen, vb. de meeneembaarheid van de registratierechten en dergelijke. Zijn er bepaalde accenten of ideeën die u daaromtrent zou willen uitgewerkt zien in de toekomst? Er zijn diverse stedelijke en Vlaamse initiatieven, maar de kern van de gedachte lijkt mij te zijn dat wij met alle middelen moeten komen tot verdichting van onze centra en dat wij een nieuw leven moeten kunnen geven aan verouderde wijken en omgevingen. Dat kunnen we enkel doen door creativiteit en comfort te brengen waar nodig. In Kortrijk zitten we ook met de actie die wonen boven winkels aanmoedigt omdat de winkels zo dominant geworden waren dat de woongelegenheid verdwenen is. Dat moet hersteld worden. Hetzelfde geldt voor de ‘re-engineering’ van onze economische omgeving waar de bedrijven zijn weggegaan. Ook daar hebben we dezelfde opdracht, nl. het opnieuw aantrekkelijk maken om in een economische of industriële omgeving zoals we er veel hebben, te gaan wonen. Van de stad uit zijn er al veel initiatieven ontwikkeld en we geven steun aan diegene die boven winkels gaan wonen. Wat betreft oude industriële sites denk ik dat er een oplossing moet worden gezocht via de fiscaliteit. Wij dringen erop aan dat er vanuit stedenbeleid expliciet fondsen zouden worden gereserveerd voor herbestemming van die oude panden. Dat moeten niet noodzakelijk nieuwe bestemmingen zijn op economisch vlak en ook niet exclusief wonen; gemengde formules zouden eigenlijk het beste zijn. Die oude industriële panden nieuw leven inblazen is een heel specifieke verplichting van de Vlaamse Overheid, vooral wanneer er (bodem)vervuilingsaspecten zijn. Op dat vlak moet er een veel assertievere houding worden aangenomen vanuit de steden, naast OVAM,want veel dossiers geraken niet gedeblokkeerd omwille van vervuilingsproblemen. Daarvoor moet er geld ter beschikking gesteld worden want dit kan een serieuze input geven aan de hele omgeving en zo wordt de heropleving van die oude wijken versneld.
28
Als we een andere invalshoek aansnijden van het project. Hoe staat u tegenover onroerend goed als belegging of investering? In deze woelige beurstijden is er vooral in het onroerend goed zekerheid te vinden. Onroerend goed is schaars en blijft een continue vorm van zekerheid. Als politicus voer ik de strijd tegen veel te grote vormen van onzekerheid. De mensen worden heden zoveel geconfronteerd met allerlei vormen van onzekerheid, vb. jobs, inkomen, beurs, aandelen… Een minimale vorm van zekerheid is nodig, het blijft cruciaal dat elk zijn eigendom heeft. Dat geeft een houvast en dat moet aan iedereen gegarandeerd kunnen worden. Op dit moment verdient het onroerend goed dus alle steun van de overheid.
Tot slot, naar welke stijl gaat uw persoonlijke voorkeur uit? Ikzelf woon in een woning die dateert van de tweede helft van de 19e eeuw en geklasseerd is. Ik woon dus in een oud huis en waardeer de charme van een oud huis. Maar ik heb er een heel hedendaagse architectuur aan toegevoegd met Stefaan Beel. Hij heeft het oude huis integraal gerespecteerd en heeft dat gecombineerd met het hedendaagse waarin toch een verwijzing naar het verleden verwerkt zit. Ik ben een verdediger van productontwikkeling en ook het wonen op zich, elke zetel, elke stoel, elke tafel, is voorwerp van productontwikkeling. Alles wat op dat vlak gebeurt krijgt mijn steun omdat ik stijl heel erg belangrijk vind.
En wat vindt u van de loftstijl op zich? De loftstijl lijkt mij bijzonder aantrekkelijk. Want ook hier, zoals eigenlijk bij mij thuis, speelt continu de wisselwerking tussen oude en nieuwe architectuur. En dat zorgt dan toch dikwijls voor een toegevoegde waarde. In ieder geval ben ik ten persoonlijke titel wel sterk benieuwd om die ‘Kanaallofts’ eens te bezoeken in een latere fase, als de kopers hun eigen loftruimte ingericht hebben.
Wij zullen u op de hoogte houden… 29
Voor onze rubriek ‘Be Loft’, kloppen we elke keer aan bij iemand die reeds geruime tijd in zijn of haar loft woont. Discreet verscholen in het centrum van Sint-Niklaas, is er het ‘Lofthuis’, waar zes lofts gecreëerd zijn in een oorspronkelijk theater- & cinemacomplex. Onze charmante gastheer is deze keer Guy De Mey, professioneel opera- en concertzanger.
Guy, een logische beginvraag: vanwaar de keuze voor een loft? Ik woonde vroeger in een klassieke woning hier in Sint-Niklaas, maar zocht een polyvalente woonruimte met meer volume en professionele mogelijkheden. En toen ik via jullie vitrine het “Lofthuis” in de aanbieding zag, heb ik onmiddellijk gereageerd.
30
En was het liefde op het eerste gezicht? Absoluut. Ik ben zeer intuïtief van aard, en als ik deze ruimte betrad, de vroegere décortoren, werd ik onmiddellijk overrompeld door het enorme ruimtegevoel en de lichtinval. Ogenblikkelijk moest ik denken aan “Im wonderschönen Monat Mai” van Schumann. Toen ik dan vernam dat jullie desgewenst ook de binneninrichting op maat wilden uitwerken, heb ik niet meer getwijfeld en toegeslagen.
En nu, 6 jaar later, hoe ervaar je die beslissing? Zeer positief, het is echt heel gezellig wonen, en ’s avonds kan het hier betoverend mooi zijn met de lichtinval door het hoge raam. Ook beroepsmatig is het hier zeer goed werken. In het begin was het even zoeken, maar door een juiste schikking van wandtapijten, hebben we de perfecte akoestische balans gevonden. En als docent in het Conservatorium van Antwerpen, durf ik hier al eens een huisconcertje te brengen met mijn studenten, voor 30 tot 50 personen, en dat is elke keer prachtig.
Zijn er minpunten aan de loft? Eigenlijk niet, ik verbruik hier zelfs minder energie dan in mijn vorige woning. Ik woon in het hart van Sint-Niklaas en ik hoor niks van de stadsdrukte. Dus ik zou het niet weten, waarom ik hier zou weggaan. Bovendien is de cirkel misschien wel rond voor mij op deze plaats, want als kind kwam ik hier ook al naar het theater kijken, dus….
Bedankt Guy, en nog veel muzikale jaren in het ‘Lofthuis’ toegewenst.
31
torfs nv
tel. 09/386 60 47 fax 09/386 98 62
[email protected] www.xs4all.be:torfs
[email protected]
32
plamuur- isolatieen sierpleisterbedrijf Schoolstraat 19 9800 Vinkt (Deinze)
gebr.
Torfs is één van die weinige bedrijven die zich bezighoudt met het bepleisteren van buitengevels. Een moeilijk vak, dat enkel met degelijke stielmensen kan leiden tot een aanvaardbaar resutaat. Het is dus met andere woorden zo’, stiel waar je bijna geen vaklui meer van vindt en toch allesbepalende kenmerken kan geven aan het uiterlijk van een gebouw. Torfs biedt zowel bepleistering op stenen ondergrond als op isolatiemateriaal aan.
Op zoek (aflevering 2)
column
Zoals reeds gemeld in aflevering 1 besloten mijn verloofde, Tania de Metsenaere, en ik, de Straaljager der Vlaamse Lett’ren, op een zeker moment in onze boeiende levens om een eigen huis te kopen, meer bepaald een loft. Vele beroemde mensen wonen in een loft, dus ik redeneerde dat ik niet kon achterblijven. Er zijn zelfs veel niet-beroemde mensen die in een loft wonen, zo bij voorbeeld mijn neef Eddy, die de prachtigste loft van Linkeroever heeft, in een ex-fabrieksgebouw waarin men vroeger kaarsen maakte, maar door de komst van de gloeilamp doofde de kaarsenmakerij uit. Nu en dan zie je nog wel eens een kaars, doch meestal uit kunststof, een evolutie waar de echte kaarsenmaker z’n neus voor optrekt. Kaarsenmakers zijn vreemde snoeshanen, dat is een bekend gegeven. ‘Eddy,’ zei ik tegen m’n neef, ‘hoeveel kost dat nou, zo’n loft zoals jij er een hebt?’ ‘Een miljoen tweehonderdduizend euro,’ zei hij. Ik proefde dat bedrag even op m’n lippen, sprak het zelfs een paar keer hardop uit, en besloot toen dat het godverdomme veel te veel was. Honderdtachtigduizend euro zou ik geven voor een loft, en geen cent meer of minder. Het is namelijk geenszins zo dat het geld me op de rug groeit. Ik verkoop weliswaar ontelbare boeken, maar ja, ontelbaar is in de Vlaamse literatuur niet overdreven veel, neem dat van me aan. Trouwens, een loft op Linkeroever interesseert me geen bal. Ik wil helemaal niet in Antwerpen wonen. Ik heb schrik voor Antwerpen. Laatst liep ik in Antwerpen, waar ik met wat op eigen kracht bijeengespaard geld bij wijze van verrassing voor Tania de Metsenaere een ensemble van Gucci had gekocht in de Gucci-winkel in
Herman Brusselmans de Huidevettersstraat nummer 51, toen ik werd aangesproken door drie ongure mannen van het Albanese type. Let op, je moet niet denken dat m’n verloofde zo’n typische fashionbitch is, die alleen maar content is met Gucci, Alaïa, AF Vandevorst, Dsquared of Missoni, welneen, ze is geregeld tevreden met goedkope rommel en daar staat ze bij tijden erg beeldig mee, bij voorbeeld in haar slipje met open kruis van La Pute Anonyme, een vrij obscuur Frans merk. Maar ik had het over Albanezen. Welnu, je moet meerekenen dat ik niet dol ben op alles wat met Albanië en Albanezen te maken heeft. Ik was ‘ns op doorreis in Albanië en daar wou ik een verrassing kopen voor Tania de Metsenaere, maar ze hebben daar niet eens een Gucci-winkel! Op de koop toe werd ik in Tirana beroofd door drie Albanezen. Al m’n op eigen kracht bijeengespaard geld kwijt! Met die herinnering in gedachten scheet ik in m’n broek voor de drie Albanezen in Antwerpen. Volgens mij waren het dezelfde drie Albanezen als die keer in Tirana, al had die ene geen snor en de andere twee geen litteken in hun gezicht. Misschien waren het toch drie andere Albanezen. Hoe dan ook, net wilde ik als een haas voor hen wegrennen toen een van de Albanezen vroeg of ik Herman Brusselmans was. Dat vond ik een leuke vraag en ik zei: ‘Jazeker.’ Hij vroeg, nog steeds in dat gebroken Nederlands van hem, of hij een handtekening kon krijgen. ‘Jazeker,’ zei ik, en ik vroeg hem om zijn voornaam, zodat ik op een papiertje kon schrijven: ‘Voor Tito, van Herman Brusselmans.’ Ik vroeg aan de twee andere Albanezen of ze ook een handtekening wilden, maar die bekeken me met zo’n agressieve blik dat ik alsnog als een haas wegrende, met die Gucci-zak in m’n handen. Dus nee, voor mij geen Antwerpen. Veel liever Gent. Gent is de parel van Vlaanderen. Zonder m’n dagelijkse blik op het oude vertrouwde Gravensteen zou ik niet willen leven. Ik ben bij de eigenaar ‘ns gaan informeren of hij geen loft verkocht want ik ben er ooit geweest, in dat Gravensteen, en wat me toen al opviel was dat daar veel loftachtige ruimtes ter beschikking zijn. ‘Nee, ik verkoop niks,’ zei die eigenaar, ‘behalve de vergeetput.’ ‘Hoeveel vierkante meters heeft die?’ vroeg ik. Dat wilde ik wel eens weten. Mij zal je geen kat in een zak verkopen. ‘Niet veel,’ zei de eigenaar, ‘maar de ruimte is wel enorm diep.’ Nu ben ik nooit een echte fan van diepte geweest, eerder van lengte en van breedte. Bovendien vroeg hij voor die vergeetput driehonderdzestigduizend euro, casco. Ik ging er verder niet op in. Wie mij wil afzetten moet van verder komen. Geduldig doch met aandrang gingen Tania de Metsenaere in onze trotse Arteveldestad op zoek naar andere loften, met name exemplaren van honderdtachtigduizend euro. Ik kan jullie verzekeren dat die zoektocht niet per se over rozen liep. Wat een lelijke loften wij allemaal onder ogen hebben gekregen, ik kan er een boek over schrijven. Maar mijn uitgever zegt dat er met een boek over lelijke loften weinig te verdienen valt. Ach, alles draait om geld, nietwaar. Hoe onze zoektocht naar de ultieme loft verder in z’n werk ging, en of we er wel of niet een vonden, zal ik omstandig uit de doeken doen in aflevering 3. Tot dan.
DE PUYDT bvba LUCHTBEHANDELING LOFT & WONINGBOUW Lijkstraatje 2 9940 Evergem Tel. 09 253 03 29 Fax 09 258 02 45