Locatie: Forumgebouw Weide Wereld Teunisbloemlaan CB Vleuten

Gebouwnoodplan Locatie Adres

Datum Versie Doc. naam

Forumgebouw Weide Wereld Teunisbloemlaan 40-54, te Vleuten

11-02-2014 004 Gebouwnoodplan

Locatie: Forumgebouw Weide Wereld Teunisbloemlaan 40-54 3452 CB Vleuten

Forumgebouw Weide Wereld

Brandweer Utrecht

Naam

Naam

Michelle van der Mark

Functie Facilitair coördinator

Functie

datum

11-02-2014

datum

………………..2014

Paraaf

……………………..

Paraaf

……………………..

© Van Doorenmalen Services Tel: 0345 – 63 10 98 / Fax: 0345 – 63 11 35 E-mail: [email protected]

1




INHOUDSOPGAVE INLEIDING .................................................................................................... 5

1. 1.1. 1.2. 1.3. 1.4.

2.


Doelstelling ............................................................................................................5 Toepassingsgebied ...............................................................................................6 Beheerder ..............................................................................................................6 Distributie ...............................................................................................................6

IN- EN EXTERNE ALARMNUMMERS........................................................... 7

2.1. 2.2. 2.3. 2.4. 2.5. 2.6. 2.7. 2.8. 2.9. 2.10. 2.11. 2.12. 2.13. 2.14. 2.15

3.

ALARMERINGSSTRUCTUUR .................................................................... 11

3.1. 3.2. 3.3. 3.4.

4.

Organisatieschema..............................................................................................11 Interne alarmering................................................................................................12 Opvang hulpdiensten...........................................................................................12 Het calamiteitenteam ...........................................................................................12

INSTRUCTIES............................................................................................ 13

4.1. 4.2. 4.3. 4.4. 4.5. 4.6. 4.7. 4.8. 4.9. 4.10.

5. 5.1. 5.2. 5.3. 5.4. 5.5. 5.6. 5.7.

Alarmdiensten........................................................................................................7 Contactpersonen tijdens en buiten openingstijden ...............................................7 Alarmopvolging ......................................................................................................8 Aangrenzende gebouwen......................................................................................8 Afvalverwerking .....................................................................................................8 Automatisering.......................................................................................................8 Brandblusmiddelen ................................................................................................8 Energiebedrijven....................................................................................................8 Inbraak signaleringsinstallatie en brandmeldinstallatie.........................................9 Meldkamer alarminstallatie....................................................................................9 Ruitbreuk/glaszetter...............................................................................................9 Schoonmaak..........................................................................................................9 Technische bedrijven.............................................................................................9 Gas/CV ................................................................................................................10 Waterleidingbedrijf...............................................................................................10

Calamiteitenteam.................................................................................................13 Ploegleider (beheerder).......................................................................................13 Bedrijfshulpverlening ...........................................................................................15 Docenten en begeleiders.....................................................................................16 Medewerkers in het gebouw................................................................................17 Overige personen/medewerkers .........................................................................17 Bij afwezigheid/onvoldoende bedrijfshulpverleners ............................................17 Relatie noodplan met derden ..............................................................................17 Meldingsformulier ‘brand/ongeval’.......................................................................18 Meldingsformulier ‘bommelding’..........................................................................19

ONTRUIMING ............................................................................................. 20 Verzamelplaats bij een gedeeltelijke of algehele ontruiming ..............................20 Instructieborden en ontruimingsplattegronden....................................................20 Instructie ontruiming ............................................................................................21 Verzamelplaats bij gedeeltelijke ontruiming ........................................................22 Einde ontruiming..................................................................................................23 Evaluatie ..............................................................................................................23 Specifieke procedures .........................................................................................23


2





5.8. Afspraak Brandweer ............................................................................................23 5.9. Brandweeringangen ............................................................................................23 5.10. Nazorg .................................................................................................................24 5.11. Bijlage calamiteiten instructies ............................................................................24 6. PERSONEEL EN ORGANISATIE .................................................................... 25 6.1. Toegangs-/openingstijden en maximaal aantal personen ..................................25 6.2. Bezoekers, derden, onderhoudsbedrijven ..........................................................27 6.3. Technische bedrijven...........................................................................................27 7. ALGEMENE INFORMATIE VAN HET GEBOUW ................................................... 28 7.1. Typering van het gebouw/complex......................................................................28 7.2. Situering van het gebouw ....................................................................................28 7.3. Relatie gebouwnoodplan met derden .................................................................29 7.4. Bijzondere gevaren omgeving .............................................................................29 7.5. Bijzondere risico's welke kunnen voorkomen......................................................29 8. TECHNISCHE VOORZIENINGEN ................................................................... 30 9. ONTRUIMINGSPLATTEGRONDEN en indeling gebruikers ............................ 32 10. PLATTEGRONDEN MET AFSLUITERS GAS/ELEKTRA/WATER...................... 35 11. OVERZICHTSTEKENING OMGEVING ............................................................ 36 12. OPSLAG GEVAARLIJKE STOFFEN ............................................................... 39


3





PARAAF

PARAAF

Beheerder

Coördinator

WIJZIGINGSBLAD

d.d.

blz

Hoofdstuk

14-8-12 14-8-12

1 6

Voorblad 1.3

14-8-12

7

2.2

14-8-12 14-8-12 14-8-12 14-8-12 14-8-12 06-9-12 11-2-14 11-2-14 11-2-14 11-2-14

7 9 9 32 39 35 7 39 35 39

2.2 2.12 2.13 8 11 10 2.2 11 10 11

ONDERWERP WIJZIGING OMSCHRIJVING Naam facilitair coördinator Datum aangepast Naam verwijderd van Dhr. S. Wiemelink, Mevr. H. Hester, Mevr. A. van Ginkel en Mevr. W. Krieken Aanpassen contactpersonen Aanpassen contactpersonen Aanpassen contactpersonen Aanpassen installaties (airco) Verzamelplaats Ontruimingsplattegronden Aanpassen contactpersonen Verzamelplaats Aanpassen zuurstof Verzamelplaats


4


1.




INLEIDING

Daar het niet mogelijk is om door preventieve maatregelen met zekerheid ongevallen of zelfs rampen te voorkomen, is er altijd een geringe kans op het ontstaan van een ongewenste gebeurtenis van een dusdanige omvang en met dusdanige gevolgen, dat voor de bestrijding daarvan speciale maatregelen moeten worden getroffen. Het primaire gevaar wordt gevormd door de calamiteit zelf en is qua aard en grootte afhankelijk van de gevarenbron en de omgeving daarvan. Het secundaire gevaar wordt gevormd door de gevolgen, zoals paniek, die op hun beurt oorzaak kunnen zijn van een afgeleide calamiteit. Het beschikbaar hebben van een operationeel gebouwnoodplan is dan ook pure noodzaak om, ingeval van een noodsituatie, op een adequate wijze de gevolgen voor personen, organisatie, inboedel, gebouwen en omgeving zo beperkt mogelijk te houden.

1.1. Doelstelling Het gebouwnoodplan is een middel dat voorziet in gecoördineerde actie met betrekking tot: • redding en medische behandeling van slachtoffers; • het onder controle brengen van de noodsituatie; • bescherming van de op locatie aanwezige personen; • beperking van de schade intern en extern; • verstrekking van juiste informatie aan scholieren, ouders/verzorgers, familieleden en nieuwsmedia. Tevens bevat het gebouwnoodplan de organisatorische bouwstenen waarop het onderzoeksteam de gegevens kan verzamelen, die nodig zijn om de oorzaak van de noodsituatie te achterhalen teneinde in preventieve zin maatregelen te kunnen treffen. Door middel van het gebouwnoodplan wordt bereikt dat: • de diverse opeenvolgende activiteiten, die naar aanleiding van een noodsituatie in gang gezet moeten worden, zijn voorzien; • de verantwoordelijkheden en bevoegdheden voor de uitvoering hiervan zijn vastgelegd; • noodhulpmiddelen van goede kwaliteit en in voldoende mate op vaste, goed bereikbare plaatsen voorhanden zijn; • alle betrokkenen, die met een noodsituatie binnen of in de omgeving van het gebouw te maken kunnen krijgen geïnformeerd en getraind zijn; • informatiebronnen, afspraken, regels, etc., die gehanteerd moeten worden in geval van een noodsituatie, aanwezig zijn en worden beheerd; • zoveel mogelijk met technische-, economische-, veiligheids- en milieuaspecten rekening wordt gehouden; • afhandeling van de nasleep van de noodsituatie op gecoördineerde wijze geschiedt; • evaluatie plaatsvindt van de noodsituatie. © Van Doorenmalen Services Tel: 0345 – 63 10 98 / Fax: 0345 – 63 11 35 E-mail: [email protected]

5





Met betrekking tot de samenwerking op het gebied van calamiteitenbeheer is een intentieverklaring BHV door de gebruikers van het gebouw ondertekend. 1.2.

Toepassingsgebied

Dit noodplan is van toepassing op: Forumgebouw Weide Wereld Teunisbloemlaan 40-54, 3452 CB Vleuten

1.3. Beheerder Samenstelling/onderhoud : Dienst maatschappelijke Ontwikkeling Utrecht (DMO) Adres : Postbus 2158 Postcode/plaats : 3500 GD Utrecht Telefoonnummer : 06 – 10 58 08 36

d.d. 4 september 2012

Paraaf .................................................

1.4. Distributie Dit gebouwnoodplan zal aan de volgende contactpersoon worden gedistribueerd: OBS Vleuterweide Jenaplan Zonnewereld Reinaerde (de Ster) Koko (het Zandkasteel) Kameleon Portes BSO Leidsche Rijn Boom Kameleon DMO Sport


6


2.



IN- EN EXTERNE ALARMNUMMERS

2.1.

Alarmdiensten

Intern

: 06 – 1058 0836 (Facilitair beheerder)

Extern

Alarmnummer

Ambulance

: 1-1-2

/

0900 - 8844

Brandweer

: 1-1-2

/

0900 - 8844

Politie

: 1-1-2

/

0900 - 8844

2.2.


Meldkamer

Contactpersonen tijdens en buiten openingstijden

Naam gebouwpartner

Naam contactpersoon

Telefoonnummer

DMO, Facilitair coördinator

Mevr. M. van der Mark

06 – 1050 7343

DMO, Facilitair beheerder

06 – 1058 0836

OGU

Dhr. R. van Dijk Dhr. D. Mensink Mevr. S. Dijns 24-uur storingdienst

Welzaam

Dhr. A. Chebli

06 – 8131 8461

Jenaplanschool Zonnewereld

Mevr. M. van Doodeweerd

06 – 4827 2892

OBS Vleuterweide

Dhr. R. Jansen

Koko Kinderopvang

Mevr. M. Zoetemelk

06 – 5176 7111 030 – 6666 406 030 – 6661 851

Reinaerde

Mevr. C. van ‘t Hoff

030- 2499930

Kameleon Kinderopvang

Mevr. T. de Jong

06 – 1561 9375

DMO Sport

Dhr. R. van het Riet Dhr. G. Gouka

030 – 286 8340 06 – 5187 1800


030 – 2864 286

7


2.3.



Alarmopvolging

Naam Adres Postcode/plaats Telefoon Fax Bijzonderheden 2.4.


: Trigion : : : 088 – 298 15 00 : :

Aangrenzende gebouwen

Uitsluitend woningbouw 2.5.

Afvalverwerking

Naam Adres Postcode/plaats Telefoon

: Stadswerken : : : 030 – 286 68 79

2.6. Automatisering Bij de individuele gebruikers van het gebouw is informatie aanwezig.

2.7.

Brandblusmiddelen

Naam Adres Postcode/plaats Telefoon 2.8.

: Ansul : : : 0320 – 24 08 64

Energiebedrijven

Naam Adres Postcode/plaats Telefoon

: Eneco : Postbus 1014 : 3000 BA Rotterdam : 0800 – 9009 (tevens storingsnummer)


8


2.9.




Inbraak signaleringsinstallatie en brandmeldinstallatie

Inbraaksignaleringsinstallatie Naam : Hollander Telefoon : 055 – 368 11 41 Fax : Brandmeldinstallatie Naam Telefoon Fax

: Sytec : 010 – 292 14 14 :

2.10. Meldkamer alarminstallatie Naam Adres Postcode/plaats Telefoon Fax

: Trigion : : : 088 – 298 15 00 :

2.11. Ruitbreuk/glaszetter Naam Adres Postcode/plaats Telefoon

: All in glas : Gietijzerstraat 1 : 3534 AV Utrecht : 030 - 2310694 (tevens storingsnummer)

2.12. Schoonmaak Naam Adres Postcode/plaats Telefoon

: CSU : : :

2.13. Technische bedrijven Elektrotechnisch Naam Adres Postcode/plaats Telefoon Fax

: : Kropman Elektrotechniek : : : 088-334 4444 :


9





2.14. Gas/CV Naam Adres Postcode/plaats Telefoon Storingstelefoon Fax

: Stedin Netbeheer B.V. : Postbus 2686 : 3000 CR Rotterdam : 0900 - 1426 (op werkdagen van 08:00 – 18:00 uur) : 0800 - 9009 :

2.15 Waterleidingbedrijf Naam Adres Postcode/plaats Telefoon Storingstelefoon Klantenservice Fax

: Vitens : Reactorweg 47 : 3542 AD Utrecht : 030 – 248 75 65 : 0800 – 0359 : 0900 – 0650 (op werkdagen van 08:00 – 17:00 uur) : 030 – 241 49 55


10


3.




ALARMERINGSSTRUCTUUR

3.1. Organisatieschema Binnen het gebouw hebben een aantal functionarissen naast hun normale werkzaamheden een specifieke taak en verantwoordelijkheid, ingeval zich een buitengewone situatie voordoet of dreigt voor te gaan doen. BHV’ers in het gebouw werken samen en zijn derhalve geïnstrueerd om op calamiteiten in het gehele gebouw op te treden.

Calamiteitenteam (gezamenlijke organisaties)

Operationeel

Conciërge

Ploegleider

Externe hulpverlening Brandweer, politie, ambulance e.d.

BHV-teams van gehuisveste organisaties


11





Wie is de ploegleider? De locatie van de calamiteit bepaalt de ploegleider. Dit betekent dat de bhv' er van die specifieke gebouwpartner, die als bhv' er onderdeel is van het calamiteitenteam als ploegleider fungeert. Wie dit is, kan per gebouwpartner per dag worden ingedeeld. Dit wordt bepaald in het eigen ontruimingsplan van de gebouwpartner. Indien de ploegleider zich nog niet gemeld heeft, is de eerst aanwezige BHV' er automatisch ploegleider, tot de ploegleider zich meldt.

3.2. Interne alarmering De leden van de BHV organisatie kunnen via de portofoon of middels het ontruimingsalarm worden opgeroepen. De portofoon dient altijd opgeladen te zijn en staat ingesteld op kanaal 1. De beheerder besluit tot spoedige inschakeling van deskundige externe hulp, waarbij meldingen betreffende ongevallen, waarbij personen zijn betrokken en alarmering betreffende brand, explosie, rook, storm, wateroverlast (hemelwater), leidingbreuk(en) en dergelijke, dienen te worden gemeld tijdens de openstelling van het gebouw middels het landelijke alarmnummer:

1-1-2 3.3. Opvang hulpdiensten De Ambulance en Politie worden bij de hoofdingang opgevangen en kort en zakelijk door een lid van de opgeroepen BHV-organisatie, bij voorkeur een BHV-er of een lid van het calamiteitenteam, geïnformeerd. De brandweer wordt bij de brandweeringang (bij brandmeldpaneel) hal b.g. ingang sporthal opgevangen.

3.4. Het calamiteitenteam Het calamiteitenteam (mede gebruikers) wordt door de opgeroepen BHV-organisatie, opgeroepen en geïnformeerd. Zodra het alarm gaat, of via melding door de portofoon wordt het calamiteitenteam opgeroepen. Plaats van samenkomst is de ingang bij sport bij het brandmeldpaneel.


12



4.

INSTRUCTIES

4.1.

Calamiteitenteam



Taken • Algehele leiding en coördinatie en laat zich hierbij bijstaan door de Bedrijfshulpverleningsorganisatie van het gebouw totdat de externe hulpverlening is gearriveerd. • Inzicht behouden in ontstane situatie. • Treffen van bijzondere voorzieningen en maatregelen. • Eventueel inschakelen van (in -en/of externe) instanties. • Opvangen en informeren van de in het gebouw aanwezige en ondergebrachte personen, familie autoriteiten en media. • Zorg dragen, conform de kaders van de overeengekomen intentieverklaring BHV, voor continuïteit van de samenstelling en operationele inzetbaarheid van de Bedrijfshulpverleningsorganisatie binnen het (gehele) gebouw. Alarmering/plaats van samenkomst Ingang sport op de begane grond bij het brandmeldpaneel. Specifieke taken, zie ook takenkaarten. • Geeft in overleg met de ploegleider opdracht tot ontruiming. • Zorgt dat er bij afwezigheid een contactpersoon (continuïteit) aanwezig is. • Verwijst media naar de contactpersonen van de organisaties welke in het gebouw zijn gehuisvest. • Geeft, indien nodig, opdracht voor herhuisvesting (overleg DMO). Indien het niet mogelijk is om binnen afzienbare tijd terug te keren in het pand, wordt er opdracht gegeven om te verzamelen bij de Cultuurcampus.

4.2. Ploegleider Is herkenbaar middels groen vest met op de rugzijde zwarte letters Ploegleider. De ploegleider draagt, onder rechtstreekse verantwoording van de gebruikers (calamiteitenteam) van het gebouw, zorg voor en geeft leiding aan een adequate Bedrijfshulpverleningsorganisatie, teneinde bij eventuele ongevallen en calamiteiten menselijk leed en/of letsel, alsmede materiële schade te voorkomen c.q. te beperken. Hij/zij doet dit zowel in preventieve als repressieve zin voor het gehele gebouw. Taken Preventief De ploegleider oefent zijn taak in preventieve zin uit door het: • adviseren van de gebruikers van het gebouw inzake Bedrijfshulpverlening; © Van Doorenmalen Services Tel: 0345 – 63 10 98 / Fax: 0345 – 63 11 35 E-mail: [email protected]

13


• • • • • • • •




opstellen van voor de veiligheid noodzakelijke richtlijnen; opstellen en up-to-date houden van het gebouwnoodplan; periodiek (laten) controleren en onderhouden van het Bedrijfshulpverleningmaterieel; periodiek controleren of de voorgeschreven veiligheids -en beveiligingsrichtlijnen worden nagestreefd en de daartoe aangebrachte c.q. verstrekte voorzieningen worden toegepast; controleren of de leden van de Bedrijfshulpverlening voldoen aan de door de wet gestelde eisen; onderhouden van contacten die verband houden met de Bedrijfshulpverlening; kennis hebben van en kunnen werken met geïnstalleerde brandmeldinstallaties c.q. inbraaksignaleringsinstallaties (beheerder van deze installaties); rapporteert periodiek, maar ook wanneer nodig bij misstanden direct aan de (contactpersoon) gebruikers van het gebouw.

Repressief, zie ook takenkaarten. De ploegleider oefent zijn taak in repressieve zin uit door het: • laat bij een brandmelding geen personen meer tot het gebouw toe. • adequaat coördineren bij de bestrijding van ongevallen en andere voorkomende calamiteiten totdat de externe hulpverleningsinstanties zijn gearriveerd; • leidinggeven aan het personeel van de Bedrijfshulpverlening; Hiervoor maakt hij gebruik van het uitdelen van takenkaarten. Deze takenkaarten hangen bij het brandmeldpaneel. Voor takenkaarten zie bijlage I. • afsluiten (doen) c.q. openen van het gebouw, indien dit in het kader van de BHV noodzakelijk is; • opvangen van medewerkers en derden verzorgen; • inzetten van noodzakelijk personeel en materieel; • adviseren van gebruikers van het gebouw; • informeren en adviseren van externe hulpverleningsdiensten; • er op toe zien dat iedereen weer veilig naar zijn/haar werkplek terugkeert. Bevoegdheden De ploegleider is bevoegd tot het: • onderhouden van in- en externe contacten, welke verband houden met de Bedrijfshulpverlening; • inwinnen van in- en externe adviezen; • organiseren en coördineren van de in het kader van de Bedrijfshulpverlening gewenste noodzakelijk oefeningen; • bij ongevallen of calamiteiten of dreiging daarvan is de ploegleider bevoegd tot: • het geheel of gedeeltelijk inzetten van de BHV; • het inzetten van een bewakingsdienst ten behoeve van de controle en begeleiding van in- en uitgaande personen en verkeer en het afgrendelen van het terrein en gebouw of gedeelten daarvan; • het regelen van werken rusttijden van de onder zijn verantwoording ingezette bedrijfshulpverlener; • het geven van adviezen en maatregelen treffen of doen treffen, die in het belang van de bestrijding van calamiteiten noodzakelijk worden geacht. © Van Doorenmalen Services Tel: 0345 – 63 10 98 / Fax: 0345 – 63 11 35 E-mail: [email protected]

14





Bereikbaarheid De ploegleider c.q. diens plaatsvervanger dient na werktijd, middels een daartoe verstrekt communicatiemiddel (GSM en Portofoon), bereikbaar te zijn. In pauzetijd van de locatiebeheerders, wordt de telefoon en de portofoon van de locatiebeheerders overgedragen aan de medewerker van Portes, waardoor bereikbaarheid wordt gewaarborgd. De medewerker van Portes neemt de taak als ploegleider over van de locatiebeheerder in de pauzetijd. Checklist voor ploegleider bedrijfshulpverlening • zijn brandweer of andere hulpdiensten al gewaarschuwd? • is de bedrijfshulpverleningsorganisatie van de etage/verdieping of Forumgebouw ingezet? • zijn naar relevantie de huurder en overige gebruikers van het Forumgebouw geïnformeerd? • wordt de brandweer bij de brandweeringang opgevangen? • liggen voor de brandweer informatie, sleutels en plattegronden gereed? • is begeleiding brandweer geregeld? • verloopt de ontruiming goed (communicatie/coördinatie)? • staat de lift buitendienst en op de begane grond met geopende deuren? 4.3.

Bedrijfshulpverlening

Taken De Bedrijfshulpverleningsorganisatie heeft bij onvoorziene voorvallen of calamiteiten de volgende taakstelling. • Verrichten van levensreddende handelingen. • Het beperken/bestrijden van een beginnende brand. • Redden van gewonden (let op eigen veiligheid). • Verrichten van hand- en spandiensten in het kader van de hulpverlening. • Alert zijn op het oproepsignaal/ontruimingssignaal. • Het veilig begeleiden van personen naar de verzamelplaats. Preventief in normale werksituatie • Bevorderen van orde en netheid. • Deelname aan periodieke gezamenlijke oefeningen en trainingen; • Toezicht op vrijhouden van gangen en deuren. • Kennis van veiligheidsvoorzieningen en bijzondere apparatuur of ruimten. • Zorgen voor de staat van onderhoud en aanvulling van de reddings -en hulpverleningsmiddelen. • Alert zijn op gevaarlijke en onveilige situaties.


15





Taak bij ontruiming • De aanwezige personen informeren en de ontruiming begeleiden. • Het bekendmaken, na overleg met het calamiteitenteam, van de verzamelplaats. • Deuren en ramen dichtdoen. • Controleren of alle personen uit het gebouw zijn (ook toiletten e.d.). • Verlaat als laatste het gebouw. • Erop toezien dat personen de verzamelplaats niet verlaten. • Rapporteren van bijzonderheden aan het calamiteitenteam. • Afwachten van nadere instructies en beschikbaar blijven voor het calamiteitenteam. Herkenning De bedrijfshulpverleners zijn tijdens een calamiteit herkenbaar aan een geel/oranje vest met op de rugzijde BHV. Taak bij signaal ‘veilig’ Laat bij signaal ‘veilig’ geordend door het calamiteitenteam of externe hulpverlening iedereen naar het gebouw terugkeren.

4.4.

Docenten en begeleiders

Taken • Bij ontdekking incident/calamiteit: informeer direct (doen) telefonisch, via de portofoon of mondeling de Bedrijfshulpverlening of het calamiteitenteam. • Neem volgens vooraf overeengekomen procedure een klas of groep kinderen over waarvan de docent of begeleider Bedrijfshulpverlener is. • Handel verder conform de voor uw organisatie geldende instructie en procedures. • Schakel direct in gebruik zijnde elektrische apparatuur uit. • Sluit na opdracht tot ontruiming alle ramen van het lokaal of ruimte. • Zorg bij brand dat leerlingen geen tassen e.d. meenemen, dit kan vertraging of gevaarlijke situaties tijdens de ontruiming veroorzaken (struikel -en valgevaar). • Bij een bommelding dienen de leerlingen wel zoveel mogelijk tassen e.d. mee te nemen. Herkenbaar door melding via portofoon: '"Ontruiming naar Cultuurcampus". • Sluit na ontruiming van het leslokaal de eventuele kasten (niet op slot) en schakel de verlichting uit, nadat u er zeker van bent dat alle leerlingen het lokaal hebben verlaten. • Stel de klas (normaal) op de verzamelplaats op (twee aan twee). • Bij brand en/of rookontwikkeling, in directe omgeving, dienen de leerlingen zich gebukt in veiligheid te stellen (zie erop toe dat men niet kruipt in verband met mogelijk letsel aan de knieën, door glas). • Laat geen leerlingen of kinderen achter. • Neem de presentielijst van de klas of groep met u mee naar de verzamelplaats. • Controleer op de verzamelplaats aan de hand van de presentielijst of alle leerlingen in veiligheid zijn. Informeer het calamiteitenteam. • Stel bij vermissing van personen het calamiteitenteam hiervan op de hoogte. • Bij een lichte blessure/ongeval wordt de leerling voor EHBO door een BHV-er behandeld. © Van Doorenmalen Services Tel: 0345 – 63 10 98 / Fax: 0345 – 63 11 35 E-mail: [email protected]

16


•




Na behandeling hervat de leerling zijn/haar les. Bij een ernstige blessure, die niet door de docent kan worden afgehandeld, worden de BHV en het calamiteitenteam altijd ingelicht. Deze zijn altijd verantwoordelijk voor de verdere afwikkeling.

4.5.

Medewerkers in het gebouw

Taken • Bij een brand het activeren van de ontruimingsinstallatie door het inslaan van de dichtstbijzijnde handbrandmelder en informeer vervolgens de calamiteiten instructie de in- en externe hulpverlening. • Bij ontdekking van het incident/de calamiteit: informeer direct telefonisch, via de portofoon of mondeling de beheerder (interne hulpverlening). • Handel verder conform de voor u organisatie geldende instructie en procedures. • Schakel bij een brand direct in gebruik zijnde elektrische apparatuur uit. • Sluit alle ramen van de ruimte/het gebouw. • Zorg bij brand, zover mogelijk, dat bezoekers geen tassen e.d. meenemen, dit kan vertraging of gevaarlijke situaties tijdens de ontruiming veroorzaken (struikel- en valgevaar). • Bij een bommelding dienen bezoekers wel zoveel mogelijk tassen e.d. mee te nemen. • Sluit na ontruiming van de ruimte/kamer de eventuele kasten (niet op slot) en deur, schakel de verlichting uit, nadat u er zeker van bent dat alle personen de ruimte/kamer hebben verlaten. • Begeleid, indien mogelijk, personen via een veilige route naar de verzamelplaats. • Laat geen personen achter (let op eigen veiligheid). • Controleer/informeer op de verzamelplaats of personen in veiligheid zijn. • Stel bij vermissing direct de beheerder hiervan op de hoogte. • Bij een lichte blessure/ongeval wordt het slachtoffer in eerste instantie door een deskundige behandeld.

4.6. Overige personen/medewerkers Staan tijdens een incident/calamiteit ter beschikking van het calamiteitenteam. 4.7. Bij afwezigheid/onvoldoende bedrijfshulpverleners Bij onvoldoende bedrijfshulpverleners, treden door het calamiteitenteam en/of ploegleider aangewezen medewerkers op.

4.8. Relatie noodplan met derden Er zijn duidelijke afspraken gemaakt over gezamenlijk optreden van zowel de BHV’ers, de BHV-organisatie, alsmede de gebruikers welke deelnemen aan het calamiteitenteam. Deze afspraken worden in het BHV overleg besproken. © Van Doorenmalen Services Tel: 0345 – 63 10 98 / Fax: 0345 – 63 11 35 E-mail: [email protected]

17


4.9.




Meldingsformulier ‘brand/ongeval’

DATUM

:

....................................................................

TIJDSTIP VAN MELDING PLAATS AARD/ERNST PERS. ONGEVALLEN MELDER

: : : : :

................................ uur ................................ Afd. ...................... .................................................................... Naam .................................................. Naam ..................................................

ACTIES DOOR DE TELEFONISTE Gemeld aan : ......................... Oproep Brandweer : .................. Oproep Ambulance : .................. Ontruimingsalarm om : .................. NADERE GEGEVENS Aard van de brand: O Hout, karton etc. O Elektriciteit O Computers O Elektriciteit O Kunststoffen

Signaal ‘VEILIG’ Brand ‘MEESTER’

om ....... uur uur uur

1e Nader bericht: O Niets te doen O Hulpverlening O Kleine brand O Middel brand O Grote brand O Zeer grote brand O Explosie om om

uur

Aankomst........uur Aankomst........uur

Oproep: O EHBO O Ambulance O Calam.team O Tech. Bedr O Veiligheidsk O Med.Dienst O ...........

.......uur, opgegeven door .......uur, opgegeven door

.......uur .......uur .......uur .......uur .......uur .......uur .......uur

................... …................

Brandweer ingerukt om .............uur OPMERKINGEN

© Van Doorenmalen Services Tel: 0345 – 63 10 98 / Fax: 0345 – 63 11 35 Email: [email protected]

18




24-09-2012 concept Gebouwnoodplan

4.10. Meldingsformulier ‘bommelding’ WAT MOET U DOEN BIJ EEN BOMMELDING? Exacte datum/tijd van ontvangst: Op ........dag, .......................... om ..........uur Letterlijke inhoud van het bericht: ................................................................................................................................................ ................................................................................................................................................ ................................................................................................................................................ VRAAG OP VRIENDELIJKE TOON: - Waar ligt de bom? : - Wanneer springt de bom? : - Hoe ziet de bom eruit? : - Wie bent u? : - Waarom doet u dit? : - Van wie en hoe hebt u dit gehoord? :

................................. ................................. ................................. ................................. ................................. .................................

IDENTIFICEER DE BERICHTGEVER: - Stem: Man O - Spraak: Nederlands O Engels O Duits O Frans O .......... O

Vrouw Normaal Langzaam Snel Kortaf Ernstig

Accent of dialect :

O O O O O O

Kind Lachend Hakkelend Lispelend Hees/schor ..........

O O O O O O

...................................................

ACHTERGRONDGELUIDEN: Lachen O Muziek O Verkeer O Opgenomen door Telefoonnummer Datum Bericht gegeven aan

: : : :

Praten O Computers O Vliegtuig O

Kinderen Werkplaats ..........

O O O

............................................................... ............................................................... ............................................................... ...............................................................

OPMERKINGEN

19  Van Doorenmalen Services Tel: 0345 – 631098 / Fax: 0345 – 631135 e-mail: [email protected]


5.




ONTRUIMING

5.1. Verzamelplaats bij een gedeeltelijke of algehele ontruiming Voor de medewerkers, bezoekers en derden is een tweetal verzamelplaatsen bepaald. De locatie is afhankelijk van het soort en de plaats van de calamiteit, windrichting, etc. Op de ontruimingsplattegronden zijn de verzamelplaatsen aangegeven. Verzamelplaats 1 • Bij een ontruiming is de eerste verzamelplaats buiten het gebouw,zie overzichtstekening Gebouwpartner OBS Vleuterweide Jenaplan Zonnewereld Reinaerde (de Ster) Koko (het Zandkasteel) + BSO Leidsche Rijn Kameleon Portes DMO Sport

Verzamelplaats Op het veld aan het Passiebloempad, op de tennisvelden op het achterste gedeelte. Op het veld aan het Passiebloempad, op de eerste (greffel)baan. Op het veld aan het Passiebloempad, op het voetbalveld, nabij de ingang van de sportzaal. Parkeerplaats aan de Vlambloemlaan, overkant van de straat. Op het veld aan het Passiebloempad, op het voetbalveld, achter Reinaerde. Op het veld aan het Passiebloempad, op de tennisvelden, naast OBS Vleuterweide. Op het veld aan het Passiebloempad, op de eerste (greffel)baan, naast de Zonnewereld.

Zie voor een overzicht de plattegrond in hoofdstuk 11. LET OP HET VERKEER!!! (fiets- en voetpad). Verzamelplaats 2 • Cultuurcampus, Voor De Burchten 2, 3452 MA Utrecht (Vleuten). Bij een bommelding wordt direct naar deze verzamelplaats ontruimd. Via de portofoon wordt dan omgeroepen: " Ontruiming naar Cultuurcampus", om paniek te voorkomen. Op de verzamelplaats wordt appèl gehouden. Het calamiteitenteam controleert het aantal kinderen / bezoekers en meldt zich met dat gegeven bij de ploegleider (eventueel via portofoon). Vermissing wordt direct doorgegeven aan de ploegleider. 5.2. Instructieborden en ontruimingsplattegronden In de voor medewerkers en bezoekers toegankelijke ruimten zijn instructieborden ‘WAT TE DOEN BIJ’ (zie bijlage) en ‘ONTRUIMINGSPLATTEGRONDEN’, bij de brandslanghaspels, aanwezig met daarop algemene instructies hoe te handelen in geval van buitengewone situaties zoals brand, ongeval en ontruiming.






5.3. Instructie ontruiming Calamiteiten die aanleiding kunnen zijn tot een geheel of gedeeltelijke ontruiming van meerdere afdelingen: • brand; • natuurrampen (overvloedige waterval, onweer, storm, windhoos); • bommeldingen; (melding via portofoon: " ontruiming naar cultuur campus" ) • stroomstoring. • ongeval met gevaarlijke stoffen op het Amsterdam/Rijnkanaal Bevel tot ontruiming De ploegleider bepaalt, zolang bevoegde instanties (brandweer, politie e.d.) nog niet aanwezig zijn, in welke mate ontruiming nodig is totdat externe hulpverlening is gearriveerd (brandweer/politie). Het lokale calamiteitenteam wordt door de ploegleider geïnformeerd. Bevel tot ontruiming wordt gegeven door: • ploegleider; • commandant/bevelvoerder gemeentebrandweer, politie; • calamiteitenteam; • leidinggevenden; • iedereen middels het inslaan van een handbrandmelder waarmee de ontruimingsinstallatie voor een deel of geheel van het gebouw wordt geactiveerd Ontruimingssignaal In het gebouw is een ontruimingsinstallatie met handbrandmelders aanwezig. Ontruimingsploeg Bij het signaal tot ontruiming draagt de ploegleider de zorg dat iedereen zo snel en zo veilig mogelijk het gebouw verlaat. en naar de toegewezen verzamelplaats toe gaat. Dit geschiedt m.b.v. de BHV’ers van de verschillende organisaties. Het is echter denkbaar dat op het moment van ontstaan van een ramp niet alle BHV-ers aanwezig zijn. In dat geval wordt door de ploegleider een ontruimingsploeg van niet BHV-ers samengesteld. In geval van ontruiming dient de ploegleider in de herdersruimte te blijven als contactpersoon om de gearriveerde brandweer van actuele informatie en de benodigde faciliteiten te voorzien. Wijze van ontruiming Wanneer een gebouw geheel ontruimd dient te worden, kan dit geschieden in drie fasen, te weten: 1. eerst de locatie of de verdieping waar het incident heeft plaatsgevonden; 2. vervolgens de verdieping boven en onder de plaats van het incident; 3. tenslotte de rest van het gebouw (horizontaal);






Fase 1 Horizontale ontruiming zal in de meeste gevallen kunnen plaatsvinden bij een calamiteit in een ruimte van het gebouw. Handel volgens de voor u geldende instructie: a. eerst de ruimte waar de calamiteit begonnen is; b. de tegenoverliggende ruimten; c. de naastgelegen ruimten en compartimenten; d. de rest van gebouw (in overleg met de brandweer). Fase 2 Gedeeltelijke (verticale) ontruiming vindt in opdracht van de ploegleider of de brandweer plaats. Alle personeelsleden dienen te handelen volgens de instructies (zie bijlage 5.11) en dienen de instructies/-aanwijzingen van de BHV stipt op te volgen. De BHV-er(s) worden door de receptie gemobiliseerd en begeven zich via de noodtrappenhuizen naar de locatie en/of verdieping (zone). De aanwezige personen worden begeleid naar een veilige plaats op de verdieping of in het gebouw. Fase 3 De aanwezige personen dienen te worden begeleid naar de opgegeven verzamelplaats, waar registratie plaatsvindt. Deze verzamelplaats(en) kan, al naar gelang de aard van de calamiteit, door de ploegleider worden aangepast.

5.4. Verzamelplaats bij gedeeltelijke ontruiming In noodsituaties zoals bij een bommelding en brand, waarbij het gebouw of gedeelten van het gebouw moet worden ontruimd, worden de aanwezige personen begeleid door een BHV-er en/of aangewezen medewerker. Aanwijzingen voor verblijf op de verzamelplaatsen. • voor het inrichten van de verzamelplaats wordt opdracht verstrekt door de ploegleider; • de verzamelplaats mag door niemand worden verlaten, behalve wanneer daartoe door een bevoegd persoon (hoogst aanwezige functie) opdracht wordt gegeven; • informatie en/of antwoorden op vragen van overheidsfunctionarissen en pers mogen alleen door de afdeling communicatie worden gegeven; • bewaar uw rust en geduld; • wanneer de verzamelplaats niet (langer) veilig blijkt te zijn, dan zal door ploegleider een andere veilige verzamelplaats worden aangewezen. 22  Van Doorenmalen Services Tel: 0345 – 631098 / Fax: 0345 – 631135 e-mail: [email protected]





Aanwezigheidscontrole op de verzamelplaatsen. Controle door de ploegleider of een door hem aangewezen persoon. Vermissing van personen dient direct doorgegeven te worden aan het lokale calamiteitenteam per portofoon (in verband met het mogelijk noemen van namen). Eventuele zoekacties worden in overleg door de ploegleider (gidsfunctie) en externe hulpverlening, wanneer deze nog niet zijn gearriveerd, telefonisch overlegd. Om zoekacties goed te laten verlopen is het noodzakelijk dat de niet ontruimde afdelingen/gebouw bezet blijven om telefonisch bereikbaar te blijven voor eventuele externe hulpverleners bij mogelijke zoekacties en navraag. 5.5. Einde ontruiming Zodra de situatie dit toelaat, zal het bevel ‘einde ontruiming’ worden gegeven. Hiertoe zijn bevoegd: • commandant/bevelvoerder brandweer; Signaal ‘einde ontruiming’ zal mondeling per megafoon worden gegeven. 5.6. Evaluatie Direct na beëindiging van het incident wordt dit altijd onder leiding van de ploegleider met de autoriteiten (indien gewenst) en de medewerkers die deel uitmaken van de BHV-organisatie en het lokale calamiteitenteam geëvalueerd. 5.7. Specifieke procedures Om een samenhang in werkwijze en optreden te verkrijgen, is het noodzakelijk dat de volgende instructies en procedures zijn afgestemd op het ‘gebouwnoodplan’, te weten: • interne veiligheids- en beveiligingsinstructies; • schoolveiligheidsplannen • voorlichting en instructie aan het personeel; • instructies technische dienst; • rampenplan van de gemeente; • eventuele huur- en andere overeenkomsten met derden; • omwonenden/nevenbedrijven; • milieudienst (gemeente/provincie); • intern milieuzorgsysteem. 5.8. Afspraak Brandweer Met de Brandweer is overeengekomen dat zij: $ altijd in de gelegenheid wordt gesteld zich regelmatig op de locatie te oriënteren. 5.9. Brandweeringangen Ingangen die door de brandweer gebruikt worden zijn: • ingang sporthal (zie tekening). De plaats van de sleutelkluis en brandmeldpaneel is bij de brandweer bekend (zie tekening hoofdstuk 9). 23  Van Doorenmalen Services Tel: 0345 – 631098 / Fax: 0345 – 631135 e-mail: [email protected]





5.10. Nazorg Indien er tijdens een calamiteit personen voor verdere behandeling van letsel naar het ziekenhuis zijn overgebracht, informeert het calamiteitenteam door een aangewezen medewerker de familie. Het is van belang dat van elk ongeval of bijna ongeval, schade/letsel, door de schriftelijk middels een door de organisatie Arbo-meldingsformulier wordt aan de betreffende werkgever wordt gerapporteerd. 5.11. Calamiteiten instructies Instructie medewerkers/bezoekers ‘Wat te doen bij’.


ERROR: ioerror OFFENDING COMMAND: image STACK:

Locatie: Forumgebouw Weide Wereld Teunisbloemlaan CB Vleuten

Recommend Documents