Status: Dit kwalificatiedossier is opgesteld op basis van de formats en handleidingen, zoals deze bekend waren op 1 juni 2004. Dit kwalificatiedossier is ontwikkeld onder de verantwoordelijkheid van de paritaire commissies beroepsonderwijs bedrijfsleven van kenniscentra Aequor en VAPRO. De besturen van kenniscentra Aequor en VAPRO hebben op 1juli 2005 de goedkeuring van de ministeries van OCW/LNV ontvangen. De delen 1 en 2 geven de kern en de nadere uitwerking van het kwalificatieprofiel weer evenals het bijbehorende verantwoordingsdocument, waarin de keuzes van de paritaire commissies beroepsonderwijs en bedrijfsleven zijn toegelicht en verantwoord. In deel 3 zijn de onderliggende brondocumenten opgenomen.
Kwalificatiedossier middenkaderfunctionaris milieu en ruimte, april 2005
Inhoudsopgave DEEL 1 DE DOOR HET MINISTERIE VAN OCW/LNV VAST TE STELLEN KERN VAN HET KWALIFICATIEPROFIEL....................................................................................... 2 1
ALGEMENE INFORMATIE.............................................................................................. 2
2
SPECIFIEKE INFORMATIE ............................................................................................. 3
3
KERNTAKEN....................................................................................................................... 5
4
KERNOPGAVEN ................................................................................................................. 6
5
COMPETENTIEMATRIX .................................................................................................. 7
DEEL 2 DE DOOR HET BESTUUR VAN HET KENNISCENTRUM OP ADVIES VAN DE PARITAIRE COMMISSIE BEROEPSONDERWIJS BEDRIJFSLEVEN VAST TE STELLEN NADERE UITWERKING ................................................................................ 8 6
VERRIJKTE KERNTAKEN VAN HET TOTALE KWALIFICATIEPROFIEL ........ 8
7
EVENTUELE KERNOPGAVEN BEHOREND BIJ EEN UITSTROOMDIFFERENTIATIE ................................................................................... 17
8
BEROEPSCOMPETENTIES MET BEHEERSINGSCRITERIA ................................ 18
9
OPBOUW KWALIFICATIEPROFIEL........................................................................... 26 9.1 9.2
Kern....................................................................................................................................... 26 Uitstroomdifferentiaties ........................................................................................................ 26
10
CERTIFICEERBARE EENHEDEN ................................................................................ 28
11
COMPETENTIEMATRIX ................................................................................................ 29
12
VERANTWOORDINGSDOCUMENT ............................................................................ 30 12.1 12.2 12.3 12.4 12.5 12.6 12.7
De onderliggende beroepscompetentieprofielen....................................................................... Naam en structuur van het kwalificatieprofiel .......................................................................... Van beroepscompetentieprofiel(en) naar kwalificatieprofiel.................................................... Leer- en burgerschapscompetenties .......................................................................................... Borging van de kwaliteit van examinering ............................................................................... Doorstroomrechten.................................................................................................................... Het proces van totstandkoming van het kwalificatiedossier .....................................................
DEEL 3: BRONDOCUMENTEN ...................................................................................................... 42
Er bestaat in het Nederlands een dilemma als het gaat over het gebruik van woorden die als mannelijk en vrouwelijk geïnterpreteerd kunnen worden. We zouden consequent kunnen werken met 'hij/zij' en 'zijn/haar', maar dat geeft een gedwongenheid die wij stilistisch niet verantwoord vinden. De personen die in dit stuk de handelingen verrichten of beschreven worden, kunnen in onze optiek net zo goed mannen zijn als vrouwen.
Kwalificatiedossier middenkaderfunctionaris milieu en ruimte, april 2005
1
DEEL 1 DE DOOR HET MINISTERIE VAN OCW/LNV VAST TE STELLEN KERN VAN HET KWALIFICATIEPROFIEL
Kwalificatieprofiel Middenkaderfunctionaris milieu en ruimte 1 ALGEMENE INFORMATIE
datum: 28 april 2005
versie: 2005/2006
Onder regie van kenniscentrum Kenniscentra Aequor en Vapro
Ontwikkeld door
Aequor, Afdeling Ontwikkeling en Innovatie en sector Groene Ruimte VAPRO
Bron- en referentiedocumenten De voor dit kwalificatiedossier gebruikte brondocumenten zijn: • de onderliggende beroepscompetentieprofielen weten: Milieufunctionaris (Aequor, 02-12-2004) Handhaver/Vergunningverlener milieu (Aequor, 02-122004) Milieutechnisch medewerker (VAPRO, 15-09-2004) •
het door de stuurgroep kwalificatiestructuur vastgestelde brondocument leren en burgerschap (mei 2004).
De voor dit kwalificatiedossier gebruikte referentiedocumenten zijn: •
Verantwoording door/op
Referentiedocument Talen in de kwalificatiestructuur
Paritaire commissies beroepsonderwijs bedrijfsleven van kenniscentrum: VAPRO d.d. 21 april 2005 Aequor d.d. 11 mei 2005 Bestuur van Kenniscentrum: VAPRO d.d 21 april 2005 Aequor d.d. 26 mei 2005
Kwalificatiedossier middenkaderfunctionaris milieu en ruimte, april 2005
2
2 SPECIFIEKE INFORMATIE Korte typering van het kwalificatieprofiel
De middenkaderfunctionaris milieu en ruimte werkt bij milieutechnische diensten van gemeenten en provincies, waterschappen / heemraadschappen, ingenieursbureaus / adviesbureaus, aannemers die saneringen uitvoeren, en productiebedrijven. Hij houdt zich bezig met het opzetten en begeleiden van onderzoek en advisering met betrekking tot bodem, water, lucht, geluid, afvalstoffen, biodiversiteit, flora en fauna en aspecten van arbo en veiligheid. Hij adviseert over relevante wet- en regelgeving, vraagt vergunningen aan en onderhoudt en/of controleert ze in opdracht van bedrijven. De middenkaderfunctionaris kan doorgroeien naar een meer specialistische of leidinggevende functie binnen de milieubedrijven door ervaring en of scholing.
Kwalificatiestructuur
In de kwalificatiestructuur van VAPRO neemt het profiel een unieke positie in: Niveau 4 Middenkaderfunctionaris milieu en ruimte In de kwalificatiestructuur van Aequor is het profiel gepositioneerd in de sector Groene Ruimte
Typering en niveau van de kwalificatie
4
Middenkaderfunctionaris natuur en leefomgeving
3
Vakbekwaam medewerker natuur en leefomgeving
2
Medewerker natuur en leefomgeving
1
Assistent medewerker voedsel en leefomgeving
1
*Arbeidsmarktgekwalificeerd assistent
0 assistent 0 vakman
0 0 0 0 X middenkaderfunctionaris X
Kwalificatiedossier middenkaderfunctionaris milieu en ruimte, april 2005
*Middenkaderfunctionaris milieu en ruimte
niveau 1 niveau 2 niveau 3 niveau 4 niveau 4
3
Uitstroomdifferentiaties
De uitstroomdifferentiaties en bijbehorende competentiematrix zijn vastgesteld door de besturen van de kenniscentra Aequor en VAPRO op advies van de paritaire commissies beroepsonderwijs bedrijfsleven behorend bij kenniscentra Aequor en VAPRO op basis van het mandaat van de ministeries van OCW/LNV. De uitstroomdifferentiaties zijn daarmee integraal onderdeel van het door de ministeries van OCW/LNV vastgestelde kwalificatieprofiel.
Vrije ruimte
De inhoud van de vrije ruimte wordt vastgesteld en onderhouden door het bevoegd gezag van de onderwijsinstelling.
Examinering
Voor Vapro geldt: De onderwijsinstellingen bieden via de bedrijfstakgroepen (BTG's) van de Bve Raad de paritaire commissie inzicht in de wijze waarop de examinering van dit kwalificatieprofiel wordt vormgegeven. De paritaire commissie kan hierover haar mening geven, maar heeft geen bevoegdheden inzake examinering. Voor Aequor geldt: De paritaire commissie van Aequor heeft vastgesteld dat de verantwoordelijkheid voor de examinering berust bij de onderwijsinstellingen. Derhalve worden daarover in dit document geen uitspraken gedaan.
Diploma
Ten bewijze dat is voldaan aan de eisen uit dit kwalificatieprofiel wordt het diploma middenkaderfunctionaris milieu en ruimte toegekend, indien de examinering met een voldoende resultaat is afgerond. Mits voldaan is aan de daarvoor vastgestelde voorwaarden wordt op het diploma middenkaderfunctionaris milieu en ruimte tenminste één van onderstaande uitstroomdifferentiaties vermeld: • Milieufunctionaris (uitstroomdifferentiatie 1) (Aequor en VAPRO) • Handhaver/vergunningverlener milieu (uitstroomdifferentiatie 2) (Aequor)
Certificeerbare eenheden
Niet van toepassing
Wettelijke beroepsvereisten
Niet van toepassing
Kwalificatiedossier middenkaderfunctionaris milieu en ruimte, april 2005
4
3 KERNTAKEN De volgende kerntaken maken deel uit van de kern van het kwalificatieprofiel 1. Begeleidt milieuonderzoek 2. Begeleidt saneringen 3. Vraagt vergunningen aan en onderhoudt vergunningen 4. Handhaaft milieu wet- en regelgeving
Kwalificatiedossier middenkaderfunctionaris milieu en ruimte, april 2005
5
4 KERNOPGAVEN De volgende kernopgaven maken deel uit van de kern van het kwalificatieprofiel Kernopgave 1 Klantvriendelijkheid versus integriteit De middenkaderfunctionaris milieu en ruimte staat voor de opgave een goede relatie met de klant te onderhouden en tegelijkertijd er voor te zorgen dat de wet- en regelgeving wordt nageleefd. Tussen zijn adviserende en controlerende rol bestaat een spanningsveld. Regelmatig komt het voor dat de middenkaderfunctionaris te maken heeft met tegenstrijdige belangen. Daarbij kan het gaan om wensen van de opdrachtgever die niet stroken met de eisen die de wetgeving stelt, of om eisen van de opdrachtgever die niet overeenkomen met datgene wat de werkgever van de middenkaderfunctionaris milieu en ruimte verlangt. De middenkaderfunctionaris milieu en ruimte staat in deze gevallen voor de taak een verantwoorde afweging te maken, zonder zijn integriteit te verliezen. Afbreukrisico: door niet juist te handelen kan de middenkaderfunctionaris het bedrijf imagoschade of bedrijfseconomische schade bezorgen. Kernopgave 2 Efficiëntie versus kwaliteit De middenkaderfunctionaris milieu en ruimte staat voor de opgave efficiënt te werken en tegelijkertijd kwaliteit te leveren. In zijn opdrachten heeft hij te maken met tijdsdruk terwijl tegelijkertijd de protocollen op het gebied van kwaliteit, gezondheid en veiligheid moeten worden gevolgd. Daarnaast moet de middenkaderfunctionaris milieu en ruimte rekening houden met onverwachte situaties en hierop inspelen met adequate acties, ook al is dit van invloed op de oorspronkelijke planning. Ook moet hij per situatie de juiste keuze maken voor ofwel begeleiden op afstand ofwel begeleiden op locatie. Ten slotte moet de middenkaderfunctionaris milieu en ruimte regelmatig de afweging maken in hoeverre hij overlegt met collega’s en betrokkenen voordat hij individueel beslissingen maakt. Al deze afwegingen zijn van invloed op de efficiëntie en kwaliteit van zijn werk. Afbreukrisico: door niet efficiënt te werken of door de kwaliteitsprotocollen niet correct na te leven kan de middenkaderfunctionaris het bedrijf financiële schade toebrengen.
Kwalificatiedossier middenkaderfunctionaris milieu en ruimte, april 2005
6
5 COMPETENTIEMATRIX In de competentiematrix zijn ten behoeve van de overzichtelijkheid de competenties opgenomen die bij de kern van dit kwalificatieprofiel een rol spelen. De matrix is een hulpmiddel en brengt in beeld welke competenties nodig zijn bij welke kerntaken en kernopgaven. Voor de nadere detaillering wordt geadviseerd het betreffende onderdeel in deel 2 van het kwalificatieprofiel te bekijken.
Competenties 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 12
Aannemen van opdrachten Verrichten vooronderzoek Verrichten milieuonderzoek Begeleiden uitvoering van werkzaamheden Aanvragen en onderhouden vergunningen Registreren, interpreteren en rapporteren Organiseren van werkzaamheden Klantgericht werken Integer handelen Adviseren en informeren Controleren en handhaven milieuwetgeving en –regelgeving
14 Ontwikkelingsgerichtheid
Kerntaken 1 X X X X
2 3 X X X X
4
Kern opgaven 1 2
X X X X X X X X X
X X X X X X X X X X X X X X X
X X X
X X X X
KERNTAKEN VAN DE KERN 1. Begeleidt milieuonderzoek 2. Begeleidt saneringen 3. Vraagt vergunningen aan en onderhoudt vergunningen 4. Handhaaft milieu wet- en regelgeving KERNOPGAVEN VAN DE KERN 1. Klantvriendelijkheid versus integriteit 2. Efficiëntie versus kwaliteit
Kwalificatiedossier middenkaderfunctionaris milieu en ruimte, april 2005
7
DEEL 2 DE DOOR HET BESTUUR VAN HET KENNISCENTRUM OP ADVIES VAN DE PARITAIRE COMMISSIE BEROEPSONDERWIJS BEDRIJFSLEVEN VAST TE STELLEN NADERE UITWERKING
6. VERRIJKTE KERNTAKEN VAN HET TOTALE KWALIFICATIEPROFIEL Kerntaak 1 Begeleidt milieuonderzoek Proces
Rol/ verantwoordelijkheden
De middenkaderfunctionaris milieu en ruimte begeleidt onderzoek naar kwaliteit van water, lucht, bodem, geluid, afvalstoffen en flora en fauna en biodiversiteit. Hij verricht vooronderzoek door bijvoorbeeld informatie over het onderzoeksobject te verzamelen, buitenwerk te verrichten. Ook neemt hij monsters en verricht hij metingen. Op basis van de gegevens uit het vooronderzoek maakt hij, in samenspraak met de leidinggevende, een onderzoeksplan en plant hij de uitvoering van het milieuonderzoek. Hij begeleidt medewerkers bij de uitvoering van hun werk. Bij het begeleiden van de uitvoering en medewerkers is hij zo nodig op locatie. Bij de begeleiding van medewerkers wordt hij ondersteunt door zijn leidinggevende. Ook bij onduidelijkheden in de werkuitvoering kan hij terugvallen op zijn leidinggevende. Hij verzamelt de resultaten van het milieuonderzoek en legt de resultaten naast wettelijke normen. Hij legt verbanden tussen de resultaten en trekt conclusies. Deze conclusies bespreekt hij met zijn leidinggevende. Vervolgens verwoordt en presenteert hij de resultaten en conclusies helder in een rapport voor de opdrachtgever. Hij werkt zelfstandig onder verantwoordelijkheid van zijn leidinggevende aan deze taak. Hij is verantwoordelijk voor zijn eigen werk en in het geval van aanbesteding ook voor andermans werk. Hierbij is hij verantwoordelijk voor zijn eigen en andermans veiligheid. De middenkaderfunctionaris milieu en ruimte heeft bij het begeleiden van milieuonderzoek de rol van projectleider. Bij kleine bedrijven is hij verantwoordelijk voor het gehele proces. Het aannemen van grote opdrachten gebeurt echter door zijn leidinggevende. Bij onduidelijkheden en problemen kan hij terugvallen op zijn leidinggevende. Binnen de kaders van het project functioneert de middenkaderfunctionaris milieu en ruimte als leidinggevende. Hij is verantwoordelijk voor de kwaliteit van het eindresultaat en hij is ervoor verantwoordelijk dat hij zelf veilig, kwaliteits- en milieubewust werkt. De projectleider werkt onder begeleiding van een leidinggevende, op wie hij bij onduidelijkheden kan terugvallen en wordt in de rol van projectleider gecoached door zijn leidinggevende.
Kwalificatiedossier middenkaderfunctionaris milieu en ruimte, april 2005
8
Complexiteit
Betrokkenen
Hulpmiddelen
Kwaliteit van proces en resultaat
Keuzes en dilemma’s
Afhankelijk van het milieuonderzoek, van de looptijd van het project en de grootte van het projectteam varieert de complexiteit van eenvoudig, routinematig werk tot complex, waarbij een groot beroep gedaan wordt op zijn analytische en probleemoplossende vaardigheden, zijn leidinggevende kwaliteiten en zijn adviesvaardigheden. De complexiteit van de planning en aansturing kan vergroot worden door bijzondere omstandigheden ter plekke, die om inzet van specialisten of speciale veiligheidsmaatregelen vragen. Bij signaleren van bijzondere omstandigheden kan de middenkaderfunctionaris terugvallen op zijn leidinggevende. Hij moet calamiteiten of opvallende resultaten signaleren en zijn leidinggevende hierover informeren en adviseren, op grond waarvan zijn leidinggevende een verantwoorde beslissing kan nemen. Het beoordelen en interpreteren van milieumetingen kan een grote complexiteit hebben. De complexiteit van deze taak is sterk afhankelijk van het type milieumeting dat wordt beoordeeld, alsmede van de nuances die bij de beoordeling en interpretatie ervan mogelijk zijn. Bij het beoordelen en interpreteren komen vaak veel aspecten kijken, die hij bij zijn overwegingen moet betrekken. Bij problemen of onduidelijkheden schakelt hij de leidinggevende in. De middenkaderfunctionaris milieu en ruimte werkt samen met veldmedewerkers, laboranten en specialisten. Hij geeft leiding aan veldmedewerkers. Hij overlegt met de leidinggevende, de opdrachtgever, het bevoegd gezag en derden (burgers, verzekeraars). De middenkaderfunctionaris milieu en ruimte maakt gebruik van topografische kaarten, plattegronden, luchtfoto's en legenda's, meetinstrumenten, bemonsteringsinstrumenten, planningssystematiek, beoordelingstools (checklists, tabellen, grafieken) communicatiemiddelen en vakliteratuur. Het milieuonderzoek dient nauwkeurig, veilig en volgens de geldende regels en protocollen op het gebied van milieu, arbo en kwaliteit te worden uitgevoerd, waarbij het budget voor de inzet van mensen en middelen niet wordt overschreden. De middenkaderfunctionaris moet met kennis van het gebied, van technische processen en van regelgeving, in samenspraak met de leidinggevende een verantwoord onderzoeksplan maken en veldmedewerkers een heldere onderzoeksopdracht geven die leidt tot de gevraagde onderzoeksresultaten. Bij het begeleiden van milieuonderzoek staat de middenkaderfunctionaris milieu en ruimte soms voor de keuze om de nadruk te leggen op kostenefficiënt werken, of de nadruk te geven aan milieuverantwoord en veilig werken. De belangen van de eigen werkgever kunnen soms strijdig zijn met de belangen van de opdrachtgever en met die van het bevoegd gezag. De middenkaderfunctionaris milieu en ruimte moet soms keuzes maken welke belangen hij het zwaarst laat wegen.
Kwalificatiedossier middenkaderfunctionaris milieu en ruimte, april 2005
9
Kerntaak 2 Begeleidt saneringen Proces
Rol/ verantwoordelijkheden
Complexiteit
Betrokkenen
(Hulp-) middelen
Kwaliteit van proces en resultaat Keuzes en dilemma’s
De middenkaderfunctionaris milieu en ruimte verricht voorbereidende werkzaamheden voor de sanering, onder toezicht van zijn leidinggevende. Hij brengt het te saneren object nauwkeurig in kaart. Hij voert een startwerkoverleg, checkt of de aannemer aan alle voorwaarden voldoet, zorgt voor de uitvoering, begeleidt de uitvoerders, plant en coördineert de werkzaamheden, controleert de voortgang van de sanering, meet en bemonstert, controleert afvalwaterpompen, adviseert de aannemer over vervolgstappen, houdt toezicht op de veiligheid, controleert het werk van derden, en geeft het bevoegd gezag de gelegenheid tot inspectie en handhaving. Tot slot handelt hij de sanering administratief af, maakt tekeningen en rapporteert. De milieufunctionaris rapporteert zowel schriftelijk als mondeling over de activiteiten die hij heeft verricht, en over de resultaten daarvan. De middenkaderfunctionaris milieu en ruimte voert milieusaneringen uit in opdracht van een klant (particulier, overheid of bedrijf). Hij heeft hierbij de rol van projectleider. Soms stuurt hij een aantal medewerkers aan. In alle gevallen heeft hij te maken met derden (aannemers). Hij is verantwoordelijk voor zijn eigen werk en het werk van anderen. Hij is er voor verantwoordelijk dat bij de sanering wordt gewerkt volgens geldende normen voor veiligheid, kwaliteit en milieu. Bij onduidelijkheden of problemen kan hij altijd terugvallen op zijn leidinggevende. De complexiteit varieert en is afhankelijk van de soort sanering, de looptijd van het project en de grootte van het aan te sturen projectteam. Kleine opdrachten zijn eenvoudig en routinematig, grote projecten kunnen hoog complex zijn en hoogwaardig projectleiderschap vereisen. De middenkaderfunctionaris milieu en ruimte werkt samen met medewerkers, opdrachtgever en leidinggevende. Hij geeft leiding aan medewerkers. Hij overlegt met de leidinggevende, opdrachtgever en derden. De middenkaderfunctionaris milieu en ruimte maakt gebruik van meet- en saneringsapparatuur, rapportageformats, beoordelings- en interpretatiematerialen. De sanering is zodanig uitgevoerd dat het object volgens geldende milieunormen is gesaneerd, terwijl het budget voor inzet mensen en middelen en de looptijd niet is overschreden. Het belang van het bedrijf (kostenbeheersing) is soms tegenstrijdig met het milieubelang. De middenkaderfunctionaris milieu en ruimte dient daarom keuzes te maken welke belangen hij het zwaarst laat wegen. Een ander dilemma heeft te maken met integriteit, aangezien de projectleider bij saneringen vaak het eigen werk controleert.
Kwalificatiedossier middenkaderfunctionaris milieu en ruimte, april 2005
10
Kerntaak 3 Vraagt vergunningen aan en onderhoudt vergunningen Proces
Rol/ verantwoordelijkheden
Complexiteit
Betrokkenen
De middenkaderfunctionaris milieu en ruimte neemt, in samenspraak met de leidinggevende, een opdracht aan voor het aanvragen en/of onderhouden van vergunningen van bedrijven en burgers. Ook verwerkt de middenkaderfunctionaris meldingen van bedrijven en burgers. Hij inventariseert welke maatregelen nodig zijn om aan de voorwaarden van een vergunning te voldoen en adviseert bij minder complexe situaties het bedrijf /de opdrachtgever hierover. Bij complexe situaties overlegt hij met zijn leidinggevende. Ten behoeve van het onderhoud van vergunningen regelt hij de verplichte onderzoeken, keuringen, controles, rapportages binnen de termijnen die vereist worden in de afgegeven vergunning. Hij zorgt er, in overleg met de leidinggevende, voor dat de juiste medewerkers of bedrijven worden ingezet voor dit werk. Hij begeleidt deze medewerkers bij het werk, waarvoor hij vaak op locatie aanwezig is. Vervolgens stelt hij, indien van toepassing, eenvoudige vergunningen op, in samenspraak met derden. Hij dient ervoor te zorgen dat er volgens de toepasselijke veiligheidsrichtlijnen en kwaliteitsprotocollen wordt gewerkt. Hij informeert de opdrachtgever over (het verloop van) de werkzaamheden. Ook geeft hij, na overleg met de leidinggevende, de opdrachtgever gevraagd en ongevraagd advies over milieumaatregelen. Bij onverwachte situaties neemt hij, in overleg met de leidinggevende, adequate beslissingen. Hij analyseert en verwerkt de gegevens uit de onderzoeken en zorgt voor een rapportage. In sommige gevallen zorgt hij ook voor de financiële afwikkeling van het geleverde werk. Tenslotte is hij aanwezig bij de handhavingcontroles door het bevoegd gezag. Hij informeert het bevoegd gezag tijdens deze controles over de verrichte werkzaamheden en getroffen maatregelen. De middenkaderfunctionaris milieu en ruimte is verantwoordelijk voor de kwaliteit van het gehele proces dat leidt tot een succesvol aangevraagde vergunning en/of volgens voorschriften onderhouden vergunning, waarbij hij het budget voor de opdracht niet dient te overschrijden. Hij werkt hierbij zelfstandig, en is leidinggevend binnen de kaders van de projectopdracht. In zijn leidinggevende rol kan hij terugvallen op zijn eigen leidinggevende. Hij is verantwoordelijk voor het plannen van werkzaamheden en de inzet van uitvoerende medewerkers of specialistische bedrijven die onderzoeken, controles en keuringen uitvoeren. Hij is verantwoordelijk voor zijn eigen werk en voor het werk van anderen. Het aanvragen en onderhouden van vergunningen is complex vanwege de steeds veranderende wetgeving, de diversiteit van bedrijfsprocessen en de kennis die dit veronderstelt, de betrokkenheid van meerdere bevoegde instanties, de weerstand die bij opdrachtgevers kan bestaan tegen milieuinvesteringen, de termijnen die zijn gekoppeld aan periodieke keuringen en het managen van de benodigde inzet van diverse (specialistische) uitvoerenden bij keuringen en controles. De middenkaderfunctionaris milieu en ruimte werkt samen met specialistische uitvoerende bedrijven en veldmedewerkers. Hij geeft leiding aan veldmedewerkers. Hij overlegt met de opdrachtgever en de leidinggevende.
Kwalificatiedossier middenkaderfunctionaris milieu en ruimte, april 2005
11
Hulpmiddelen
Kwaliteit van proces en resultaat
Keuzes en dilemma’s
De middenkaderfunctionaris milieu en ruimte maakt gebruik van wetboeken, staatscourant, kwaliteitssystemen, registratie- en rapportagesystemen en bedrijfsgegevens. Het aanvragen en het onderhouden van vergunningen dient op een planmatige, nauwkeurige, representatieve en integere wijze verricht te worden, met als resultaat dat een aanvraag wordt beoordeeld of een verleende vergunning volgens voorschrift wordt onderhouden, waarbij geen budgetoverschrijding heeft plaatsgevonden. Hierbij moet door alle betrokkenen zijn gewerkt zijn volgens geldende regelgeving op het gebied van arbo, kwaliteit en milieu. Verschillende wetten en regels kunnen tegenstrijdig zijn. De middenkaderfunctionaris milieu en ruimte dient de wet- en regelgeving zodanig uit te zoeken dat zeker is dat de vergunning voldoet aan alle toepasselijke wetten en regels. Welke derden betrokken moeten worden bij het afgeven van de vergunning vraagt een deskundige afweging. De middenkaderfunctionaris milieu en ruimte dient zich niet te laten beïnvloeden door de opdrachtgever bij het vergunningenwerk. Hij dient zowel klantvriendelijk als integer te handelen, wat tot een dilemma kan leiden. Verder is het van belang dat de opdrachtgever tevreden is, terwijl de middenkaderfunctionaris milieu en ruimte binnen het gestelde budget dient te blijven. Dit kan in conflict zijn met elkaar. Het werk rondom het aanvragen en onderhouden van vergunningen dient efficiënt uitgevoerd worden, terwijl ook de kwaliteitsnormen nageleefd dienen te worden. Dit is soms tegenstrijdig. Meldings- en rapportagetermijnen leveren een afbreukrisico. Bij het niet (tijdig) nakomen van gemaakte afspraken kan dit financieel nadeel voor de opdrachtgever opleveren.
Kwalificatiedossier middenkaderfunctionaris milieu en ruimte, april 2005
12
Kerntaak 4 Handhaaft milieu wet- en regelgeving Proces
De middenkaderfunctionaris milieu en ruimte bepaalt bij een melding of aanvraag voor een vergunning welke milieumaatregelen/milieueisen van toepassing zijn. Hij toetst hiervoor standaard formulieren aan richtlijnen. Hij handhaaft verder door middel van integrale controles. Bij problemen of onduidelijkheden bij de uitvoering van controles kan hij terugvallen op de leidinggevende. De aanleiding van een controle kan preventief, een klacht of een hercontrole zijn. Hij controleert het buitengebied en bedrijven. Hij inspecteert, zowel op afspraak als onaangekondigd, bedrijfsgebouwen, terreinen, milieutechnische voorzieningen, buitengebied en het energiebeheer. In het buitengebied handhaaft hij de wet- en regelgeving rond flora en fauna, het onderhoud van watergangen, ontgrondingen en waterkwaliteit. Hij controleert een afgebakend gebied. Bij geconstateerde overtredingen handelt hij deze volgens protocol af. Hij brengt (deelprocessen van) bedrijfsprocessen in kaart. Hij controleert of het bedrijf de vereiste registratie van milieugegevens op orde heeft. Hij communiceert duidelijk wanneer er sprake is van een overtreding of een deficiënte situatie. Bij problemen of onduidelijkheden overlegt hij met de leidinggevende. De resultaten van een inspectie bespreekt hij met de leidinggevende, waarna hij op basis van de resultaten het bedrijf voorlicht over milieumaatregelen, milieubeleid en bedrijfsmilieuzorg. Hij spreekt in dergelijke gevallen af dat milieumaatregelen binnen een bepaalde termijn getroffen moeten zijn. Bij hercontroles constateert hij of het bedrijf afdoende maatregelen heeft getroffen. Hij voert een formele correspondentie over zijn bevindingen. Zo nodig zet hij, na beraadslaging met de leidinggevende, de procedure in gang die leidt tot een dwangmaatregel. Wanneer het bedrijf een bezwaar- of beroepschrift wil indienen, geeft hij informatie over de bezwaar- en beroepsprocedure. Hij treedt op in de beroep- en bezwaarprocedure om de door de het bevoegd gezag genomen beslissing toe te lichten.
Rol/ verantwoordelijkheden
Complexiteit
Bij gemelde klachten onderneemt hij, na overleg met de leidinggevende, passende actie. Hij neemt de situatie ter plekke op en neemt milieumaatregelen. Zo nodig schakelt hij derden in. Hij meldt schriftelijk aan de klager wat het resultaat van zijn klacht is. Hij administreert en archiveert gegevens en correspondentie nauwkeurig. De middenkaderfunctionaris milieu en ruimte is verantwoordelijk voor zijn eigen werk. Hij werkt zelfstandig en benadert derden als dit nodig is om correcte beslissingen te kunnen nemen die in overeenstemming zijn met wet- en regelgeving. Naast een handhavende rol heeft hij ook een adviserende en voorlichtende rol. Veel van de werkzaamheden van de middenkaderfunctionaris milieu en ruimte zijn vervat in procedures. Hierdoor zijn taken vaak routinematig van aard. De steeds veranderende wetgeving, de diversiteit in bedrijfsprocessen en de kennis die dit veronderstelt, de betrokkenheid van derden en de weerstand die hij kan ontmoeten bij burgers en bedrijven, compliceren het werk.
Kwalificatiedossier middenkaderfunctionaris milieu en ruimte, april 2005
13
Betrokkenen
(Hulp-) middelen
Kwaliteit van proces en resultaat Keuzes en dilemma’s
De middenkaderfunctionaris milieu en ruimte werkt samen en overlegt met collega’s, leidinggevende en externe functionarissen. Dit zijn bijvoorbeeld collega's van andere gemeentelijke afdelingen en de brandweer. Andere betrokkenen zijn burgers en bedrijven. De middenkaderfunctionaris milieu en ruimte maakt gebruik van het wetboek, staatscourant, kwaliteitssystemen, registratie- en rapportagesystemen, bedrijfsmilieu-dossiers, plaatselijke verordeningen, besluiten, beleidsstukken, voorschriftenpakketten, meetapparatuur, kaarten en plattegronden. De handhaving dient op een nauwkeurige en integere wijze te worden verricht, met als resultaat dat de milieuwet- en regelgeving zoveel mogelijk wordt nageleefd. Controleren versus klantvriendelijkheid. De middenkaderfunctionaris milieu en ruimte krijgt te maken met bedrijven/klanten die niet voldoen aan gestelde eisen. De klant kan het niet eens zijn met de milieumaatregelen of sancties die hij oplegt. De middenkaderfunctionaris milieu en ruimte dient de klant vriendelijk en correct te wijzen op overtredingen en afwijkende situaties, maar dient er ook voor te zorgen dat de afwijkende situaties worden opgelost. Het vriendelijk blijven en het afdwingen van maatregelen kan conflicteren. Adviseren versus beoordelen. De middenkaderfunctionaris milieu en ruimte dient duidelijk voor ogen te houden dat het bedrijf of de klant verantwoordelijk is voor aanpassingen die leiden tot de vereiste milieunormen. Zijn taak is vooral voorlichtend en minder adviserend, omdat dit verwachtingen bij het bedrijf kan wekken over de beoordeling van het eindresultaat na verrichte aanpassingen. Integriteit. De middenkaderfunctionaris milieu en ruimte dient op een integere wijze met de klacht om te gaan. Hij dient elke klacht serieus te nemen en in alle gevallen aan de klager terug te melden wat er met de klacht is gedaan.
Kwalificatiedossier middenkaderfunctionaris milieu en ruimte, april 2005
14
Kerntaak 5 Ondersteunt ruimtelijk ordeningsbeleid Uitstroomdifferentiatie handhaver/ vergunningverlener milieu Proces
De middenkaderfunctionaris milieu en ruimte heeft een taak in het handhaven van het ruimtelijk ordeningsbeleid. Hij controleert afgebakende gebieden op overtredingen van het bestemmingsplan. Bij het constateren van overtredingen bespreekt hij de constatering en de te volgen stappen eerst met zijn leidinggevende en vervolgens met de eigenaar. Hij zorgt voor een adequate schriftelijke afhandeling van de geconstateerde overtreding. Hij toetst bouwaanvragen, bouwvergunningen en aanlegvergunningen aan het bestemmingsplan. Hij zoekt de gegevens uit het bestaande bestemmingsplan bij de aanvraag en controleert of de bestemmingsregels al dan niet worden overtreden. Hij legt de resultaten van de controle voor aan zijn leidinggevende en bespreekt met hem de te ondernemen vervolgstappen. Voldoet de aanvraag, dan rapporteert hij dit aan de eindverantwoordelijke voor de bouwaanvraag. Voldoet de aanvraag niet aan de eisen, dan informeert hij de aanvrager hierover en adviseert hij deze over de mogelijke vervolgstappen
Rol/verantwoordelijkheden
Complexiteit
Betrokkenen
(Hulp-) middelen Kwaliteit van proces en resultaat
Wanneer er sprake is van gebiedsontwikkeling in de zin van woningen of bedrijven, adviseert hij, na overleg met de leidinggevende, in opdracht van het gemeentecollege of de gemeenteraad over milieutechnische zaken. De middenkaderfunctionaris milieu en ruimte werkt vrij zelfstandig. Hij raadpleegt veelvuldig collega’s en specialisten, waarna hij na overleg met de leidinggevende beslissingen neemt. Bij problemen en onduidelijkheden overlegt hij met zijn leidinggevende. In de meeste gemeenten houdt zijn rol op als het om sanctioneren gaat; het dossier wordt dan overgenomen door een juridisch medewerker. Het uitvoeren van deze taak vereist goede kennis van de Wet op de Ruimtelijke ordening en de gemeentelijke planning. Hij moet het bestemmingsplan en de beleidsvisie erachter goed kennen en overtuigend zijn richting eigenaren. Hij kan tijdens controles geconfronteerd worden met onverwachte situaties en weerstand bij overtreders. Dit compliceert zijn werk. Verder is een complicerende factor dat er verschillende planstructuren bestaan bij het rijk, waterschap, provincie en gemeente. De middenkaderfunctionaris milieu en ruimte werkt samen met collega’s, specialisten, leidinggevende. Hij overlegt met de leidinggevende, de opdrachtgever en vertegenwoordigers van bevoegde overheden. De middenkaderfunctionaris milieu en ruimte maakt gebruik van het wetboek, bestemmingsplan, protocollen en richtlijnen. Het resultaat is een adequaat gehandhaafd bestemmingsplan voor het gebied waarvoor de middenkaderfunctionaris milieu en ruimte verantwoordelijk is. Bij overtredingen is de schade zoveel mogelijk beperkt en hersteld.
Kwalificatiedossier middenkaderfunctionaris milieu en ruimte, april 2005
15
Keuzes en dilemma’s
De overtreder bestraffen versus schade beperken. De schade beperken is in het belang van het milieu. Daarom dient de middenkaderfunctionaris milieu en ruimte voortdurend af te wegen of hij moet overgaan tot bestraffen, waarmee hij wellicht de medewerking van de betrokken klant of burger verspeelt bij het beperken c.q. opruimen van de schade.
Kerntaak 6 Ondersteunt zorgsystemen Uitstroomdifferentiatie milieufunctionaris Proces
Rol/verantwoordelijkheden
Complexiteit
Betrokkenen
Hulpmiddelen
Kwaliteit van proces en resultaat Keuzes en dilemma’s
De middenkaderfunctionaris milieu en ruimte is in staat, in overleg met de leidinggevende, milieuzorgsystemen op te zetten en te implementeren in de bedrijfsvoering van het midden- en kleinbedrijf. Hij voert een nulmeting uit, stelt milieuaspecten vast en brengt bedrijfsprocessen in kaart. Hij ondersteunt bij het formuleren van milieubeleid en het opstellen van een milieuzorgprogramma. Verder ondersteunt hij bij het ontwikkelen van een milieumanagementsysteem. Hij ondersteunt bij het monitoringprogramma en het uitvoeren van audits. Hij integreert, in overleg met de leidinggevende, waar mogelijk het milieuzorgsysteem met andere zorgsystemen, zoals die voor kwaliteit, veiligheid en arbo. Hij verzorgt milieuvoorlichting. Tevens ondersteunt hij bij het onderhouden en verbeteren van het systeem. De middenkaderfunctionaris milieu en ruimte heeft de rol van adviseur. Hij ondersteunt een bedrijf, maar is niet eindverantwoordelijk voor het resultaat. Hij is verantwoordelijk voor zijn eigen werk en soms voor het werk van anderen. Hij voert zijn werk zelfstandig uit en overlegt waar nodig met collega's en leidinggevende. Het ondersteunen van zorgsystemen varieert afhankelijk van de omvang van het bedrijf van eenvoudig tot zeer complex. De middenkaderfunctionaris milieu en ruimte moet actuele kennis hebben van regelgeving en certificering, maar ook van zeer diverse technische processen om zijn werk goed uit te voeren. Hij moet betrokkenheid bij werknemers binnen het bedrijf genereren en omgaan met tegengestelde belangen. De middenkaderfunctionaris milieu en ruimte overlegt met de opdrachtgever, werknemers en milieucoördinator van het betrokken bedrijf, bevoegd gezag en derden. De middenkaderfunctionaris milieu en ruimte maakt gebruik van weten regelgeving, handboeken, richtlijnen, iso-certificering en registratiesystemen. Een voor het bedrijf op maat gemaakt zorgsysteem dat praktisch toepasbaar is en dat garandeert dat er binnen de kaders van de wet- en regelgeving geproduceerd wordt. De middenkaderfunctionaris milieu en ruimte dient binnen het bedrijf mensen ervan te overtuigen dat milieu, veiligheid en arbo niet alleen geld kost maar dat het ook geld kan opleveren. Dit is een complexe discussie die op meerdere niveaus dient te worden gevoerd.
Kwalificatiedossier middenkaderfunctionaris milieu en ruimte, april 2005
16
7 EVENTUELE KERNOPGAVEN BEHOREND BIJ EEN UITSTROOMDIFFERENTIATIE De volgende kernopgave maakt deel uit van de uitstroomdifferentiaties van het kwalificatieprofiel
Kernopgave 3 Klantvriendelijk versus commercieel handelen De middenkaderfunctionaris milieu en ruimte staat voor de opgave de opdracht naar tevredenheid van de klant te volbrengen, terwijl hij ook het commerciële resultaat van de opdracht bewaakt. Wanneer bij uitvoering van de opdracht blijkt dat sprake is van onvoorziene omstandigheden op locatie die extra inzet van mensen of extra werkzaamheden vragen, dient hij af te wegen of de opdracht binnen het afgesproken budget kan worden uitgevoerd (zgn. meerwerk) ofwel een nieuwe offerte en opdracht moet worden vastgesteld. Wanneer de middenkaderfunctionaris milieu en ruimte meer werk verricht dan is geoffreerd, leidt dit tot extra kosten voor het bedrijf en wordt daarmee de winst wordt gedrukt. Er kan zelfs verlies ontstaan. Wanneer hij niet heeft geanticipeerd op onvoorziene omstandigheden en de opdracht volgens oorspronkelijk plan heeft uitgevoerd, zal het resultaat kwalitatief onvoldoende zijn en tot ontevredenheid bij de opdrachtgever leiden.
Kwalificatiedossier middenkaderfunctionaris milieu en ruimte, april 2005
17
8. BEROEPSCOMPETENTIES MET BEHEERSINGSCRITERIA Uitstroomdifferentiatie Naam Diff. A Milieufunctionaris Diff. B Handhaver/vergunningverlener Beroepscompetentie 1
Beheersingscriteria gericht op het proces
Resultaat
Beroepscompetentie 2
Beheersingscriteria gericht op het proces
Resultaat
Aannemen van opdrachten De middenkaderfunctionaris milieu en ruimte is in staat om op adequate wijze een opdracht aan te nemen en vast te leggen in een commercieel verantwoord contract. Achterhaalt wensen van de opdrachtgever Maakt een nauwkeurige begroting van het benodigde werk en de inzet van personeel Overziet de gevolgen van de eigen werkzaamheden in het grotere geheel Stelt een representatieve offerte op Bespreekt de offerte met de leidinggevende en de opdrachtgever Stelt het contract op Communiceert op passende wijze met betrokkenen Een ondertekend contract waarin de afgesproken werkzaamheden en alle relevante afspraken staan vermeld. Verrichten vooronderzoek De middenkaderfunctionaris milieu en ruimte is in staat om op adequate wijze vooronderzoek te verrichten, zodat de werkzaamheden adequaat kunnen aanvangen. Bakent het onderzoeksobject af Brengt het onderzoeksobject in kaart Beschrijft de onderzoeksopdracht Stelt vast waar onderzoek/bemeting/bemonstering plaats moet vinden Stelt adequate onderzoeksmethoden vast Stelt een onderzoeksplan op Rapporteert gegevens en bevindingen aan leidinggevende, collega’s en andere betrokkenen Communiceert op passende wijze met betrokkenen Onderzoeksplan of saneringsmethode zijn in kaart gebracht
Kwalificatiedossier middenkaderfunctionaris milieu en ruimte, april 2005
18
Beroepscompetentie 3
Beheersingscriteria gericht op het proces
Resultaat
Beroepscompetentie 4
Beheersingscriteria gericht op het proces
Resultaat
Verrichten milieuonderzoek De middenkaderfunctionaris milieu en ruimte is in staat om op adequate wijze milieuonderzoek te verrichten. Inspecteert de locatie Bepaalt onderzoekspunt Voert milieuonderzoek uit, volgens protocol en onderzoeksplan Verwerkt de resultaten Stelt onderzoeksrapport op Rapporteert gegevens en bevindingen aan leidinggevende, collega’s en andere betrokkenen Schakelt indien nodig de leidinggevende of collega’s in Voert alle werkzaamheden uit met inachtneming van relevante wet- en regelgeving/voorschriften op het gebied van veiligheid, arbeidsomstandigheden, duurzaamheid en milieu Ziet toe op toepassing van wettelijke en bedrijfsvoorschriften Werkt efficiënt, kostenbewust en met zorg voor de omgeving Betrouwbare meetgegevens Er is een representatief onderzoek uitgevoerd Het onderzoek is uitgevoerd met inachtneming van de veiligheidsvoorschriften en (onderzoek)protocollen
Begeleiden uitvoering van werkzaamheden De middenkaderfunctionaris milieu en ruimte is in staat om op adequate wijze milieuonderzoek en saneringen te begeleiden, zodat de werkzaamheden volgens opdracht worden uitgevoerd. Coördineert en bewaakt werkuitvoering Hanteert de overeengekomen afspraken bij de werkuitvoering Stuurt medewerkers aan Zorgt ervoor dat wettelijke en bedrijfsvoorschriften bekend zijn bij medewerkers Ziet toe op toepassing van wettelijke en bedrijfsvoorschriften Verdeelt de werkzaamheden, op basis van kwaliteiten van de medewerkers Biedt ruimte voor eigen verantwoordelijkheid van medewerkers Handelt adequaat in conflictsituaties Spreekt anderen aan op uitingen/gedrag Signaleert knelpunten in het werkproces en doet verbetervoorstellen Voert, in overleg met de leidinggevende, verbetervoorstellen uit Overlegt met de opdrachtgever, collega’s en leidinggevende over de uit te voeren werkzaamheden Communiceert op passende wijze met betrokkenen Werkzaamheden zijn volgens afspraak uitgevoerd
Kwalificatiedossier middenkaderfunctionaris milieu en ruimte, april 2005
19
Beroepscompetentie 5
Aanvragen en onderhouden vergunningen De middenkaderfunctionaris milieu en ruimte is in staat om op adequate wijze vergunningen aan te vragen en te onderhouden.
Beheersingscriteria gericht op het proces
Resultaat
Beroepscompetentie 6
Beheersingscriteria gericht op het proces
Resultaat
Bestudeert het milieudossier van het bedrijf Bespreekt de gegevens met de leidinggevende Voert de vereiste onderzoeken, keuringen en controles uit of laat dit doen Toetst verzamelde gegevens aan wet- en regelgeving Controleert of processen voldoen aan vergunningsvoorschriften Schakelt indien nodig de leidinggevende of collega’s in Stelt, in overleg met de leidinggevende, vast of en welke maatregelen nodig zijn voor aanvragen/onderhouden van een vergunning Stelt vast of een vergunning of meldingsplicht relevant is Rapporteert gegevens en bevindingen aan leidinggevende, collega’s en eventuele andere betrokkenen Verzorgt vereiste rapportage Adviseert, na overleg met de leidinggevende, het bedrijf over de te nemen maatregelen Ondersteunt bij de aanvraag van de vergunning, het doen van de melding of revisie van de vergunning Voert alle werkzaamheden uit met inachtneming van relevante wet- en regelgeving/voorschriften op het gebied van veiligheid, arbeidsomstandigheden, duurzaamheid en milieu Werkt efficiënt, kostenbewust en met zorg voor de omgeving Communiceert op passende wijze met betrokkenen Een succesvol aangevraagde vergunning Er is voldaan aan de meldingsplicht Een volgens wettelijke voorschriften onderhouden vergunning Registreren, interpreteren en rapporteren De middenkaderfunctionaris milieu en ruimte is in staat om op adequate wijze gegevens te registreren, te interpreteren en te rapporteren, zodat de informatie gebruikt kan worden voor (toekomstige) referentie en analyse of voor het nemen van gepaste maatregelen of actie. Registreert gegevens met betrekking tot diverse bedrijfsprocessen Combineert gegevens en brengt ze met elkaar in verband Interpreteert en beoordeelt gegevens Trekt conclusies op basis van gegevens Rapporteert gegevens en bevindingen aan leidinggevende en eventuele collega’s en andere betrokkenen Maakt gebruik van geautomatiseerde gegevenssystemen en in de bedrijfstak gangbare programmatuur Communiceert op passende wijze met betrokkenen Onderneemt direct actie bij het constateren van relevante afwijkingen en raadpleegt indien nodig de leidinggevende en/of een deskundige. Actuele en accuraat geïnterpreteerde gegevens Rapportages die opgesteld zijn volgens afspraak Indien noodzakelijk onmiddellijke actie bij afwijkende gegevens
Kwalificatiedossier middenkaderfunctionaris milieu en ruimte, april 2005
20
Beroepscompetentie 7
Beheersingscriteria gericht op het proces
Resultaat
Beroepscompetentie 8
Beheersingscriteria gericht op het proces
Resultaat
Organiseren van werkzaamheden De middenkaderfunctionaris milieu en ruimte is in staat om op adequate wijze de werkzaamheden te organiseren en te beheersen. Inventariseert werkzaamheden en benodigdheden Maakt, na overleg met de leidinggevende, samen met de opdrachtgever de (project)afspraken Verricht voorbereidende werkzaamheden Maakt, in overleg met de leidinggevende, een werkplanning Verdeelt de werkzaamheden, op basis van de kwaliteiten van de medewerkers Coördineert en bewaakt werkuitvoering Hanteert de overeengekomen afspraken bij de werkuitvoering Evalueert werkuitvoering Signaleert knelpunten in het werkproces en doet verbetervoorstellen Voert verbeteringen in de werkuitvoering door Onderneemt actie bij afwijking van de afspraken Ziet toe op toepassing van wettelijke en bedrijfsvoorschriften Schakelt indien nodig de leidinggevende of collega’s in Rapporteert gegevens en bevindingen aan leidinggevende, collega’s en eventuele andere betrokkenen Overziet de gevolgen van de eigen werkzaamheden in het grotere geheel Houdt nauwkeurig de (project)administratie bij Werkt efficiënt, kostenbewust en met zorg voor de omgeving Communiceert op passende wijze met betrokkenen Spreekt anderen aan op uitingen/gedrag Toont respect voor opvattingen en gewoonten van anderen Het werk wordt effectief en efficiënt uitgevoerd Projectuitvoering voldoet aan de gemaakte projectafspraken Klantgericht werken De middenkaderfunctionaris milieu en ruimte is in staat om op adequate wijze de wensen en belangen van opdrachtgevers als vertrekpunt te nemen, zodat hij een goede relatie met de opdrachtgever opbouwt op basis van vertrouwen en waardering. Inventariseert wensen van de klant/opdrachtgever Werkt vanuit de belangen van de klant Beperkt hinder voor de opdrachtgever ten gevolg van werkzaamheden. Blijft binnen kaders van eigen beroepsuitoefening en verwijst zonodig door naar specialisten/de leidinggevende Houdt rekening met gevoeligheden Communiceert op passende wijze met betrokkenen Handelt adequaat in conflictsituaties Schakelt indien nodig de leidinggevende of collega’s in Overziet de gevolgen van de eigen werkzaamheden in het grotere geheel Stelt zich pro-actief op Komt afspraken na Evalueert het verloop van de werkzaamheden met de opdachtgever Toont respect voor opvattingen en gewoonten van anderen Klant is tevreden De middenkaderfunctionaris milieu en ruimte heeft een duurzame relatie met klant opgebouwd
Kwalificatiedossier middenkaderfunctionaris milieu en ruimte, april 2005
21
Beroepscompetentie 9
Beheersingscriteria gericht op het proces
Resultaat
Beroepscompetentie 10
Integer handelen De middenkaderfunctionaris milieu en ruimte is in staat op adequate wijze integer te handelen tijdens alle bij zijn functie behorende werkzaamheden, zodat hij handelt overeenkomstig het vertrouwelijk karakter van de functie. Schat in welke informatie vertrouwelijk is Gaat vertrouwelijk met verkregen informatie en gegevens om Maakt geen misbruik van vertrouwelijke informatie Handelt bij alle werkzaamheden volgens de geldende normen en waarden Toont tact en diplomatie als derden naar vertrouwelijke informatie vragen Communiceert op passende wijze met betrokkenen Spreekt anderen aan op uitingen/gedrag Toont respect voor opvattingen en gewoonten van anderen Stelt zich op als een betrokken werknemer Een ondubbelzinnige relatie met belanghebbenden Vertrouwen van betrokken belanghebbenden in de middenkaderfunctionaris milieu en ruimte. Adviseren en informeren
De middenkaderfunctionaris milieu en ruimte is in staat om op adequate wijze klanten/opdrachtgever te adviseren en te informeren, zodanig dat voldaan wordt aan de vraag van de klant/opdrachtgever of diens probleem opgelost wordt. Beheersingscriteria gericht Analyseert de vraag van de klant/opdrachtgever op het proces Geeft vaktechnisch advies en voorlichting Stemt de werkzaamheden af met de opdrachtgever Informeert de opdrachtgever over de voortgang van de werkzaamheden Verwijst, indien nodig, door naar andere specialisten Stelt zich pro-actief op Houdt rekening met gevoeligheden Toont respect voor opvattingen en gewoonten van anderen Communiceert op passende wijze met betrokkenen Resultaat Helder advies, dat de klant/opdrachtgever in staat stelt een besluit te nemen Beroepscompetentie 11 Handhaven ruimtelijk ordeningsbeleid (uitstroomdifferentiatie handhaver/vergunningverlener) De middenkaderfunctionaris milieu en ruimte is in staat om op adequate wijze het ruimtelijk ordeningsbeleid te handhaven. Beheersingscriteria gericht op het proces
Resultaat
Bestudeert het relevante ordeningsbeleid Controleert een afgebakend gebied op overtredingen Rapporteert geconstateerde overtredingen Past vergunningsvoorschriften toe Adviseert, na overleg met de leidinggevende, over bestuurs-, straf- en/of privaatrechtelijke handhavingsmogelijkheden bij milieuovertreding Communiceert op passende wijze met betrokkenen Voert alle werkzaamheden uit met inachtneming van relevante wet- en regelgeving/voorschriften op het gebied van veiligheid, arbeidsomstandigheden, duurzaamheid en milieu Werkt efficiënt, kostenbewust en met zorg voor de omgeving Overtredingen zijn gesignaleerd en zoveel mogelijk voorkomen
Kwalificatiedossier middenkaderfunctionaris milieu en ruimte, april 2005
22
Beroepscompetentie 12
Beheersingscriteria gericht op het proces
Resultaat
Controleren en handhaven milieuwetgeving en -regelgeving De middenkaderfunctionaris milieu en ruimte is in staat om adequate wijze milieuwetgeving en milieuregelgeving te controleren en te handhaven. Bestudeert het milieudossier van het bedrijf Neemt kennis van verordening van het buitengebied Inspecteert bedrijven en buitengebied, waaronder de flora en fauna Constateert overtredingen en doet een voorstel voor passende actie Stelt benodigde milieutechnische aanpassingen vast Adviseert, na overleg met de leidinggevende, inzake milieutechnische aanpassingen Maakt een voorstel voor afspraken over milieutechnische aanpassingen Adviseert, na overleg met de leidinggevende, over bestuurs-, straf- en/of privaatrechtelijke handhavingsmogelijkheden bij milieuovertreding Handelt klachten af Verzorgt de correspondentie, de administratie en archivering Voert alle werkzaamheden uit met inachtneming van relevante wet- en regelgeving/voorschriften op het gebied van veiligheid, arbeidsomstandigheden, duurzaamheid en milieu Werkt efficiënt, kostenbewust en met zorg voor de omgeving Communiceert op passende wijze met betrokkenen Een milieucontrole die volgens protocol is uitgevoerd Actie bij geconstateerde afwijkingen
Kwalificatiedossier middenkaderfunctionaris milieu en ruimte, april 2005
23
Beroepscompetentie 13
Beheersingscriteria gericht op het proces
Resultaat
Ondersteunen milieuzorgsystemen (uitstroomdifferentiatie milieufunctionaris) De middenkaderfunctionaris milieu en ruimte is in staat om op adequate wijze bedrijven te ondersteunen bij het opzetten en uitvoeren van milieuzorgsystemen, zodat bedrijven en organisaties beschikken over praktisch toepasbare systemen en er binnen de kaders van de wet- en regelgeving geproduceerd kan worden. Geeft voorlichting over milieuzorgsystemen Voert een nulmeting uit Stelt milieuaspecten vast Brengt bedrijfsprocessen in kaart Integreert, na overleg met de leidinggevende, milieuzorg in de bedrijfsvoering Begeleidt, in samenspraak met de leidinggevende milieuzorgactiviteiten Betrekt kwaliteits-, veiligheids- en arbozorg waar relevant Doet risico-inventarisatie en –evaluatie op het terrein van kwaliteit, arbo, milieu en veiligheid Evalueert de milieuzorgactiviteiten Is alert op wijzigingen in procedures en werkinstructies Houdt het milieuzorgsysteem actueel Bewaakt het milieuzorgsysteem Optimaliseert het zorgsysteem Signaleert knelpunten in het werkproces en doet verbetervoorstellen Is alert op (impliciete) milieuklachten Handelt klachten af Voert alle werkzaamheden uit met inachtneming van relevante wet- en regelgeving/voorschriften op het gebied van veiligheid, arbeidsomstandigheden, duurzaamheid en milieu Werkt efficiënt, kostenbewust en met zorg voor de omgeving Communiceert op passende wijze met betrokkenen Een praktisch toepasbaar en actueel bedrijfsmilieuzorgsysteem
Kwalificatiedossier middenkaderfunctionaris milieu en ruimte, april 2005
24
Beroepscompetentie 14
Beheersingscriteria gericht op het proces
Resultaat
Ontwikkelingsgerichtheid De middenkaderfunctionaris milieu en ruimte is in staat om zich op adequate wijze te ontwikkelen, zodat hij goed kan functioneren in de beroepscontext. Volgt de ontwikkelingen binnen het vakgebied en met het vakgebied gerelateerde maatschappelijke ontwikkelingen Reflecteert, zelf of samen met de leidinggevende, op het eigen beroepsmatig handelen Bepaalt, in overleg met de leidinggevende, wat hij verder moet ontwikkelen Bepaalt, in overleg met de leidinggevende, welke activiteiten hij daartoe moet ondernemen Onderneemt de afgesproken activiteiten Stelt zich open op voor persoonlijke ontwikkeling en handelt hiernaar Verkrijgt een geschikte en relevante plaats op de arbeidsmarkt Komt voor zichzelf op, zonder anderen te benadelen Constante ontwikkeling van de eigen competenties
Kwalificatiedossier middenkaderfunctionaris milieu en ruimte, april 2005
25
9 OPBOUW KWALIFICATIEPROFIEL 9.1 KERN Voor het kwalificatieprofiel Middenkaderfunctionaris milieu en ruimte is de volgende inhoud van de kern vastgesteld. Kern
Middenkaderfunctionaris milieu en ruimte
De volgende kerntaken, kernopgaven en competenties maken deel uit van de kern Kerntaken 1, t/m 4 Kernopgaven
1, 2
Competenties
1 t/m 10, 12, 14
9.2 UITSTROOMDIFFERENTIATIES Voor het kwalificatieprofiel functionaris milieu en ruimte zijn de volgende uitstroomdifferentiaties vastgesteld. Milieufunctionaris Uitstroomdifferentiatie A. Korte typering van de uitstroomdifferentiatie: De milieufunctionaris houdt zich bezig met het opzetten en begeleiden van onderzoek en advisering met betrekking tot bodem, water, lucht, geluid, afvalstoffen, biodiversiteit, flora en fauna en aspecten van arbo en veiligheid. Hij adviseert over vergunningen, vraagt vergunningen aan en onderhoudt ze in opdracht van bedrijven. Daarnaast kan de milieufunctionaris werkzaam zijn bij productiebedrijven. Hij is verantwoordelijk voor het onderhouden van zorgsystemen (KAM: kwaliteit, arbo en milieu). Dit onderhoud start soms bij het opzetten, maar bestaat in elk geval uit het ondersteunen, aanpassen, controleren en onderhouden van het zorgsysteem. Een dergelijk zorgsysteem beslaat niet alleen het milieu, maar ook bijvoorbeeld kwaliteit en veiligheid. De milieufunctionaris als KAM-coördinator behandelt ook milieuklachten aan de hand van het zorgsysteem. De volgende kerntaken, kernopgaven en competenties maken deel uit van deze uitstroomdifferentiatie Kerntaken
1, t/m 4, 6
Kernopgaven
1 t/m 3
Competenties
1 t/m 10, 12 t/m 14
Kwalificatiedossier middenkaderfunctionaris milieu en ruimte, april 2005
26
Handhaver/vergunningverlener milieu Uitstroomdifferentiatie B. Korte typering van de uitstroomdifferentiatie: De handhaver/vergunningverlener milieu houdt zich bezig met het opzetten en begeleiden van onderzoek en advisering met betrekking tot bodem, water, lucht, geluid, afvalstoffen, biodiversiteit, flora en fauna en aspecten van arbo en veiligheid. De handhaver/vergunningverlener milieu werkt aan preventie middels voorlichting, handhaaft door middel van controles van bedrijven en het buitengebied, verleent vergunningen. Hij toetst meldingen en handelt deze af. Hij behandelt klachten. Hij ondersteunt en handhaaft het ruimtelijk ordeningsbeleid. Hij adviseert op milieutechnisch terrein bij gebiedsontwikkeling in de zin van bouw van woningen of bedrijven. Hij laat milieuonderzoek en zo nodig saneringen uitvoeren. De volgende kerntaken, kernopgaven en competenties maken deel uit van deze uitstroomdifferentiatie Kerntaken
1 t/m 5
Kernopgaven
1, 2
Competenties
1 t/m 12, 14
Kwalificatiedossier middenkaderfunctionaris milieu en ruimte, april 2005
27
10 CERTIFICEERBARE EENHEDEN De besturen van Aequor en VAPRO hebben op advies van de Paritaire commissies voorlopig geen certificeerbare eenheden vastgesteld. .
Kwalificatiedossier middenkaderfunctionaris milieu en ruimte, april 2005
28
11 COMPETENTIEMATRIX In de competentiematrix zijn ten behoeve van de overzichtelijkheid de competenties opgenomen die bij de kern en de uitstroomdifferentiaties van dit kwalificatieprofiel een rol spelen. De matrix is een hulpmiddel en brengt in beeld welke competenties nodig zijn bij welke kerntaken en kernopgaven en in welke uitstroomdifferentiaties. Voor de nadere detaillering wordt geadviseerd het betreffende onderdeel in deel 2 van het kwalificatieprofiel te bekijken. Kernopgaven
Kerntaken
1 Aannemen van opdrachten 2 Verrichten vooronderzoek 3 Monsters/metingen of verricht milieuonderzoek 4 Begeleiden uitvoering van werkzaamheden 5 Aanvragen en onderhouden vergunningen 6 Registreren, interpreteren en rapporteren 7 Organiseren van werkzaamheden 8 Klantgericht werken Integer handelen Adviseren en informeren Handhaven ruimtelijk ordeningsbeleid Controleren en handhaven milieuwetgeving en –regelgeving 13 Ondersteunen milieuzorgsystemen 14 Ontwikkelingsgerichtheid 9 10 11 12
1 X X X
2 X X X
X
X
3
4
5
6
Diff.A
Diff.B
Kern
Diff. A
Competenties Kern 1
2
3
X X
X
X
X
X
X
X X
X X
X
X
X X
X X
X X X X X
X X
X X
X X
X X
X X X
X X
X X X X
X
X
X
X
X
X
X
X X
KERNTAKEN 1. Begeleidt milieuonderzoek 2. Begeleidt saneringen 3. Vraagt vergunningen aan en onderhoudt vergunningen 4. Handhaaft milieu wet- en regelgeving 5. Ondersteunt ruimtelijk ordeningsbeleid (uitstroomdifferentiatie B Handhaver/ vergunningverlener) 6. Ondersteunt zorgsystemen (uitstroomdifferentiatie A Milieufunctionaris) KERNOPGAVEN 1. Klantvriendelijkheid versus integriteit 2. Efficiëntie versus kwaliteit 3. Klantvriendelijk versus commercieel handelen (uitstroomdifferentiatie A Milieufunctionaris)
Kwalificatiedossier middenkaderfunctionaris milieu en ruimte, april 2005
29
12 VERANTWOORDINGSDOCUMENT In deze verantwoording wordt de opbouw van het kwalificatieprofiel Middenkaderfunctionaris milieu en ruimte en de wijze van totstandkoming toegelicht en verantwoord. In deze verantwoording worden zeven onderdelen behandeld: 12.1 De onderliggende beroepscompetentieprofielen 12.2 Naam en structuur van het kwalificatieprofiel 12.3 Van beroepscompetentieprofielen naar kwalificatieprofiel 12.4 Leer- en burgerschapscompetenties 12.5 Borging van de kwaliteit van examinering 12.6 Doorstroomrechten 12.7 Het proces van totstandkoming van het kwalificatiedossier De zeven onderdelen worden in de navolgende paragrafen verder uitgewerkt. 12.1
DE ONDERLIGGENDE BEROEPSCOMPETENTIEPROFIELEN
Aan het kwalificatieprofiel Middenkaderfunctionaris milieu en ruimte liggen de volgende beroepscompetentieprofielen ten grondslag: • • •
Milieutechnisch medewerker (VAPRO) Milieufunctionaris (Aequor) Handhaver/vergunningverlener milieu (Aequor)
De beroepscompetentieprofielen zijn opgenomen in Deel 3. Vanwege de verwantschap die in het gemeenschappelijk deel van de beroepsuitoefening zowel in kerntaken, kernopgaven als competenties en in de beroepscontext zichtbaar is, is voor clustering van deze beroepscompetentieprofielen gekozen. De onderliggende beroepscompetentieprofielen geven inhoudelijke verwantschap op hetzelfde niveau weer. De kerntaken ‘begeleidt milieuonderzoek’, ‘begeleidt saneringen’, ‘vraagt vergunningen aan en onderhoudt vergunningen’ en ‘handhaaft milieu wet- en regelgeving zijn gedeeld. De kern van het beroep is gedeeld en wordt pas specifiek in een bepaalde beroepscontext. Door het clusteren van de beroepscompetentieprofielen in één kwalificatieprofiel is in uitvoerende zin voor het onderwijs een brede opleidingsmogelijkheid gecreëerd. De civiele waarde voor deze brede basis en de specialiserende uitstroom, is herkenbaar in de beroepspraktijk. Bij de uitvoer van de beroepspraktijkvorming zal gekeken moeten worden naar de verschillende beroepscontexten, waarbinnen beroepservaring kan worden opgedaan. De Paritaire commissie van Aequor heeft geconstateerd dat er voldoende bpv-plaatsen beschikbaar zijn voor het voorliggend kwalificatieprofiel inclusief uitstroomdifferentiaties. Om dit te kunnen vaststellen is informatie uit het register van opleidingsbedrijven beoordeeld en zijn bedrijfsadviseurs bevraagd. Waar in de toekomst aanwijzingen zijn dat er knelpunten bestaan ten aanzien van de bpvplaatsen zal hierover beraad worden gehouden tussen onderwijs en bedrijfsleven. Voor VAPRO geldt dat de verwachting is dat er voor dit profiel voldoende bpv-plaatsen beschikbaar zijn. Voor meer en actuele informatie met betrekking tot bpv-plaatsen verwijzen wij naar het macrodoelmatigheidsadvies en het register van erkende leerbedrijven van VAPRO.
Kwalificatiedossier middenkaderfunctionaris milieu en ruimte, april 2005
30
12.2
NAAM EN STRUCTUUR VAN HET KWALIFICATIEPROFIEL
12.2.1 Naamgeving Als naam voor dit kwalificatieprofiel is gekozen voor Middenkaderfunctionaris milieu en ruimte. Hierbij is gekeken naar een voor alle onderliggende beroepsgroepen overkoepelende en herkenbare naam, die aansprekend is voor de doelgroep. 12.2.2 De kern van het kwalificatieprofiel • Korte typering van het profiel Op basis van verantwoordelijkheid, complexiteit en transfer is aan de uitstroomdifferentiaties niveau 4 toegekend. Het gaat hierbij om de beroepstypering middenkaderfunctionaris. De beroepsbeoefenaar begeleidt onderzoek en sanering; de complexiteit van de taken is groot en het werkveld divers. Voor de overige informatie verwijzen we naar hoofdstuk 2, specifieke informatie, onderdeel korte typering van het kwalificatieprofiel. • Relatie tussen kerntaken, kernopgaven en beroepscompetenties In de kerntaken en kernopgaven wordt de context beschreven van de beroepsuitoefening van een startend beroepsbeoefenaar. Een startend beroepsbeoefenaar is iemand die aan de kwalificatie-eisen voldoet, maar nog niet ervaren is in de beroepsuitoefening. In de beroepscompetenties wordt beschreven welke kennis, vaardigheden, houding en inzicht nodig zijn om de kerntaken te kunnen uitvoeren en met de kernopgaven om te kunnen gaan. De relatie tussen enerzijds kerntaken en kernopgaven en anderzijds beroepscompetenties wordt weergegeven in de competentiematrix (hoofdstuk 11). De beschreven kerntaken en kernopgaven zijn gebaseerd op de beroepspraktijk die omschreven staat in de beroepscompetentieprofielen. In het kwalificatieprofiel is een abstractere formulering gebruikt. Voor de invulling van opleidingsaspecten is het van belang dat voor specifieke contextgebonden aspecten gekeken wordt naar de beroepscompetentieprofielen. 12.2.3 De beschrijving van eventuele uitstroomdifferentiaties Er is door de Paritaire commissies gekozen voor de volgende uitstroomdifferentiaties: • Milieufunctionaris • Handhaver/vergunningverlener milieu De uitstroomdifferentiatie Milieufunctionaris is gebaseerd op de volgende beroepscompetentieprofielen: • Milieufunctionaris (Aequor) • Milieutechnisch medewerker (VAPRO) De belangrijkste redenen voor de keuze van deze uitstroomdifferentiaties zijn de herkenbaarheid voor de arbeidsmarkt en de uitvoerbaarheid voor het onderwijs. De uitstroomdifferentiaties maken het mogelijk om naast de algemene kern ook essentiële contextgebonden aspecten te beschrijven die nodig zijn om in de praktijk als startend beroepsbeoefenaar aan de slag te kunnen. In de uitstroomdifferentiaties zijn twee specifieke taken opgenomen, namelijk het ondersteunen van het ruimtelijk ordeningsbeleid en het ondersteunen van zorgsystemen. 12.2.4 De aanwijzing van eventuele certificeerbare eenheden Vertegenwoordigers van onderwijs en bedrijfsleven hebben ervoor gekozen om voorlopig geen certificeerbare eenheden vast te stellen. De deelnemer wordt in staat gesteld (deel)prestaties aan te tonen door het vastleggen van resultaten in een portfolio. Uitsluitend door de minister of door een aangewezen instelling vast te stellen beroepsvereisten (erkenningen) kunnen als aparte certificeerbare eenheden worden opgenomen. Hiervan is in dit kwalificatieprofiel geen sprake.
Kwalificatiedossier middenkaderfunctionaris milieu en ruimte, april 2005
31
12.3
VAN BEROEPSCOMPETENTIEPROFIEL(EN) NAAR KWALIFICATIEPROFIEL
Om te komen van de beschreven beroepscompetentieprofielen naar de beschrijving in dit kwalificatieprofiel is een drietal vertaalslagen aan de orde: - Herformulering van de beroepsbeschrijving, kerntaken, kernopgaven en beroepscompetenties; - Vertaling van de in het beroepscompetentieprofiel beschreven vakvolwassen beroepsbeoefenaar naar de in het kwalificatieprofiel beschreven startend beroepsbeoefenaar; - Integratie van de beroepscompetenties met de set van leer- en burgerschapscompetenties middels de vastgestelde methodiek van schering en inslag. Deze intergratie wordt uitgewerkt in paragraaf 12.4. • Herformulering Er is een vergelijkende analyse gemaakt van de onderliggende beroepscompetentieprofielen op basis van de algemene beroepsbeschrijving, de kerntaken, kernopgaven en beroepscompetenties. Gebleken is dat er, ondanks duidelijke stijl- en abstractieverschillen tussen de beroepscompetentieprofielen, inhoudelijk veel overlap is. De kerntaken, kernopgaven en beroepscompetenties zijn in het kwalificatieprofiel zodanig herschreven dat ze aansluiten bij de diverse beroepscontexten. Hieronder wordt de herformulering van de kerntaken, kernopgaven en beroepscompetenties toegelicht. • Herformulering kerntaken In onderstaande tabel is te zien in welke kerntaken in het kwalificatieprofiel (aspecten uit) de kerntaken uit de drie beroepscompetentieprofielen zijn terug te vinden. De eerste vier kerntaken van het kwalificatieprofiel behoren bij de kern, aangezien de werkzaamheden behorend bij deze vier kerntaken in alle drie de onderliggende beroepscompetentieprofielen (in meer of mindere mate) terug te vinden zijn. Kerntaken kwalificatieprofiel 1. Begeleidt milieuonderzoek
2. Begeleidt saneringen
BCP BCP Milieufunctionaris Milieutechnisch medewerker - Voert milieuonderzoek - Begeleidt milieuonderzoek uit - Verricht milieumetingen - Beoordeelt en interpreteert resultaten van milieumetingen - Begeleidt - Begeleidt saneringen milieusaneringen op projectbasis
3. Vraagt - Voert milieuonderzoek vergunningen aan en uit (gedeeltelijk) onderhoudt vergunningen 4. Handhaaft milieu wet- en regelgeving
- Voert milieuonderzoek uit (gedeeltelijk)
5. Ondersteunt ruimtelijk ordeningsbeleid 6. Ondersteunt zorgsystemen
- Ondersteunt zorgsystemen
BCP Handhaver/ vergunningverlener milieu
- Monitort milieuonderzoek en saneringen - Correspondeert, rapporteert, archiveert - Ondersteunt ruimtelijk ordeningsbeleid - Monitort milieuonderzoek en saneringen - Correspondeert, rapporteert, archiveert - Vraagt vergunningen aan en - Handelt meldingen en onderhoudt vergunningen vergunningen af (gedeeltelijk) - Correspondeert, rapporteert, archiveert - Handelt meldingen en vergunningen af - Controleert en handhaaft milieuwet- en regelgeving - Handelt klachten af - Correspondeert, rapporteert, archiveert - Ondersteunt ruimtelijk ordeningsbeleid (gedeelte dat niet bij kerntaak 1 is verwerkt) - Ondersteunt milieuzorgsystemen
Kwalificatiedossier middenkaderfunctionaris milieu en ruimte, april 2005
32
• Herformulering kernopgaven In de drie onderliggende beroepscompetentieprofielen waren veertien kernopgaven opgenomen. Deze kernopgaven zijn allen geanalyseerd. Inhoudelijk bleek er overlap te zijn tussen deze kernopgaven. De beschrijving in de beroepscompetentieprofielen was van dermate gedetailleerd niveau dat een groot aantal kernopgaven nodig was. Door in het kwalificatieprofiel een hoger abstractieniveau te hanteren bleek het mogelijk de veertien kernopgaven terug te brengen tot acht kernopgaven, waarvan de eerste twee kernopgaven tot de kern zouden behoren en de andere zes tot de uitstroomdifferentiaties. In onderstaande tabel is te zien hoe deze reductie heeft plaatsgevonden. Eerste voorstel kernopgaven kwalificatieprofiel Kern 1. Omgaan met tegenstrijdige belangen 2. Klantvriendelijkheid versus integriteit
Uitstroom milieufunctionaris 3. Efficiëntie versus eisen op het terrein van kwaliteit, arbo, milieu en veiligheid
4. Klantvriendelijk versus commercieel handelen 5. Planmatig werken versus flexibel inspelen op onverwachte situaties 6. Begeleiden op afstand versus begeleiden op locatie Uitstroom handhaver 7. Zelfstandigheid versus afstemming
BCP Milieutechnisch medewerker
BCP Milieufunctionaris
BCP Handhaver/ vergunningverlener milieu
- Klantvriendelijkheid versus integriteit - Integer omgaan met informatie en onderzoeksresultaten
- Klantvriendelijkheid versus standvastigheid - Integriteit
- Omgaan met tegenstrijdige belangen
- Productiedruk versus eisen op het terrein van kwaliteit, arbo, milieu en veiligheid - Kostenefficiënt werken versus milieuverantwoord werken
- Nauwgezet werken onder tijdsdruk. - Veiligheid, gezondheid en kwaliteit versus efficiëntie
- Klantvriendelijk versus commercieel handelen - Planmatig werken versus flexibel inspelen op onverwachte situaties - Begeleiden op afstand versus begeleiden op locatie
8. Adviseren versus controleren
- Zelfstandigheid versus afstemming - Adviseren versus controleren
Na overleg met de achterban van zowel VAPRO als Aequor bleek dat men het abstractieniveau nog te laag vond. Derhalve is een tweede slag gemaakt. De acht kernopgaven zijn teruggebracht tot drie kernopgaven, waarvan de eerste twee tot de kern van het kwalificatieprofiel behoren en de derde kernopgave alleen van toepassing is op de uitstroomdifferentiatie milieufunctionaris. In onderstaande tabel is te zien hoe de reductie van acht naar drie kernopgaven heeft plaatsgevonden.
Kwalificatiedossier middenkaderfunctionaris milieu en ruimte, april 2005
33
Huidige kernopgaven kwalificatieprofiel 1. Klantvriendelijkheid versus integriteit
Komt voort uit - Klantvriendelijkheid versus integriteit - Omgaan met tegenstrijdige belangen - Adviseren versus controleren 2. Efficiëntie versus kwaliteit - Efficiëntie versus eisen op het terrein van kwaliteit, arbo, milieu en veiligheid - Planmatig werken versus flexibel inspelen op onverwachte situaties - Begeleiden op afstand versus begeleiden op locatie - Zelfstandigheid versus afstemming 3. Klantvriendelijkheid versus commercieel handelen - Klantvriendelijk versus commercieel handelen
Herformulering beroepscompetenties Ook de competenties uit de drie beroepscompetentieprofielen zijn geanalyseerd. De herformulering van de beroepscompetenties heeft in twee etappes plaatsgevonden. In onderstaande tabel is de eerste herformulering weergegeven. Eerste voorstel competenties kwalificatieprofiel
Competenties BCP Milieutechnisch medewerker
1. Aannemen van opdrachten 2. Voorbereiden milieuonderzoek
- Uitvoeren vooronderzoek
3. Begeleiden milieuonderzoek 4. Monsters nemen 5. Metingen verrichten 6. Begeleiden saneringen 7. Aanvragen vergunningen 8. Onderhouden vergunningen 9. Interpreteren 10. Beoordelen 11. Adviseren en informeren opdrachtgever 12. Rapporteren 13. Organiseren werkzaamheden 14. Werken conform wet- en regelgeving 15. Klantgericht werken 16. Integer handelen 17. Volgen ontwikkelingen vakgebied 18 Communiceren 19. Handhaven vergunningen
20. Handhaven bestemmingsplan 21. Handhaven buitengebied 22. Verrichten van integrale milieucontroles 23. Voeren van correspondentie 24. Ondersteunen milieuzorgsystemen 25. Aansturen medewerkers
Competenties BCP Milieufunctionaris - Aannemen van opdrachten - Voorbereiden milieuonderzoek - Begeleiden milieuonderzoek
- Monsters nemen - Metingen verrichten - Controleren (gedeeltelijk) - Informatie verzamelen - Controleren (gedeeltelijk) - Interpreteren - Beoordelen
- Begeleiden saneringen
Competenties BCP Handhaver/vergunnin g-verlener milieu - Adviseren bij gebiedsontwikkeling (gedeeltelijk) - Adviseren bij gebiedsontwikkeling (gedeeltelijk)
- Monitoren saneringen
- Aanvragen vergunningen - Onderhouden vergunningen
- Adviseren en informeren van de opdrachtgever - Verzorgen rapportages - Organiseren van werkzaamheden - Werken conform wet- en - Werken volgens veiligheidsregelgeving arbo- en milieueisen - Samenwerken - Klantgericht werken - Omgaan met vertrouwelijke - Integer handelen informatie - Volgen ontwikkelingen vakgebied - communiceren
- Adviseren - Rapporteren - Projectmatig werken
- Voorlichten en adviseren - Rapporteren - Organiseren werkzaamheden
- Integer handelen - Bijhouden ontwikkelingen vakgebied - Opstellen vergunningen - Afhandelen meldingen - Behandelen van klachten - Handhaven bestemmingsplan - Handhaven buitengebied - Verrichten van integrale milieucontroles - Voeren van correspondentie
7. Zorgsystemen onderhouden
- Ondersteunen milieuzorgsystemen - Aansturen medewerkers
Kwalificatiedossier middenkaderfunctionaris milieu en ruimte, april 2005
34
26. Uitvoeren van administratie 27. Ontwikkelingsgerichtheid
- Uitvoeren van administratie
De achterban van zowel VAPRO als Aequor vonden het aantal competenties na deze eerste slag nog steeds te groot. Bovendien bleek het abstractieniveau van de 27 competenties erg laag. Door de competenties abstracter en minder gedetailleerd te formuleren kon het aantal gereduceerd worden tot veertien competenties. In onderstaande tabel is de vertaling van de bovenstaande 27 competenties naar de 14 overgebleven competenties te herleiden. Huidige competenties kwalificatieprofiel 1 Aannemen van opdrachten
Komt voort uit - Aannemen van opdrachten
2
Verrichten vooronderzoek
3
Monsters/metingen of verricht milieuonderzoek
4
Begeleiden uitvoering van werkzaamheden
- Voorbereiden milieuonderzoek - Begeleiden milieuonderzoek (gedeeltelijk) - Begeleiden saneringen (gedeeltelijk) - Monsters nemen - Metingen verrichten - Begeleiden milieuonderzoek (gedeeltelijk)
- Begeleiden saneringen (gedeeltelijk) - Aansturen van medewerkers 5
Aanvragen en onderhouden vergunningen
6
Registreren, interpreteren en rapporteren
7
Organiseren van werkzaamheden
- Aanvragen vergunningen - Onderhouden vergunningen - Handhaven vergunningen - Interpreteren - Beoordelen - Rapporteren - Organiseren van werkzaamheden
8
Klantgericht werken
- Klantgericht werken
9 10
Integer handelen Adviseren en informeren
11 12
Handhaven ruimtelijk ordeningsbeleid Controleert en handhaaft milieuwetgeving en – regelgeving Ondersteunen milieuzorgsystemen Ontwikkelingsgerichtheid
- Integer handelen - Adviseren en informeren van de opdrachtgever - Communiceren - Handhaven bestemmingsplan - Verrichten van integrale milieucontroles - Handhaven buitengebied - Ondersteunen milieuzorgsystemen - Ontwikkelingsgerichtheid - Volgen ontwikkelingen vakgebied Competenties ‘werken conform wet- en regelgeving’ en ‘communiceren’ komen als beheersingscriteria bij vele competenties terug. Competenties ‘voeren van correspondentie’ en ‘uitvoeren van administratie’ komen als beheersingscriteria bij een aantal competenties terug (als verzorgen van rapportages en het bijhouden van de administratie).
13 14
Het kwalificatieprofiel bevat kerntaken, kernopgaven en competenties die door de Paritaire commissies van de kenniscentra zijn aangemerkt als geldig voor de beroepsuitoefening voor een aantal jaren. In de raadpleging van deskundigen is hier aandacht aan besteed. Aequor en VAPRO voorzien in een onderhoudsprocedure waardoor indien nodig bijstellingen aan kwalificatieprofielen kunnen worden gedaan om de duurzaamheid te waarborgen. De manier waarop kerntaken, kernopgaven en competenties omschreven zijn maken het volgens de Paritaire commissies mogelijk om innovatieve ontwikkelingen in het onderwijs snel door te voeren in samenspraak met het bedrijfsleven. De contacten tussen onderwijs, bedrijfsleven en kenniscentra zijn zodanig dat dit snel wordt opgepakt. Het kerndeel is volgens de Paritaire commissies (gezien alle betrokkenen) zodanig geformuleerd dat nieuwe, relatief beperkte ontwikkelingen verwerkt kunnen worden in (verrijkte) kerntaken en omschrijvingen van competenties zonder dat de essentie van daarvan opnieuw vastgesteld moet worden in deel 1 en daarmee door OCW/LNV.
Kwalificatiedossier middenkaderfunctionaris milieu en ruimte, april 2005
35
Vertaalslag naar startend beroepsbeoefenaar Het beroepscompetentieprofiel geeft een beschrijving van het beroep en de competenties van een vakvolwassen beroepsbeoefenaar. Een vakvolwassen beroepsbeoefenaar heeft naast de minimaal benodigde vakvaardigheid ook inzicht en routine ontwikkeld in zijn beroep op basis van enkele jaren ervaring in de beroepspraktijk. Het kwalificatieprofiel geeft een beschrijving van de beroepscontext en competenties van de startend beroepsbeoefenaar. De startend beroepsbeoefenaar is een beroepsbeoefenaar die voldoet aan de eisen die gesteld worden aan een kwalificatie en beschikt daarmee over de minimaal benodigde vakvaardigheid voor een bepaald beroep. Het verschil tussen het beroepscompetentieprofiel en het kwalificatieprofiel is dus vooral gelegen in verschillen ten aanzien van complexiteit, verantwoordelijkheid, inzicht en zelfstandigheid. Dit betekent niet dat deze aspecten niet voorkomen in het kwalificatieprofiel. Over het algemeen zal de mate van complexiteit, verantwoordelijkheid, inzicht en zelfstandigheid zijn afgezwakt in het kwalificatieprofiel ten opzichte van het beroepscompetentieprofiel. Op deze manier kan de onderwijsdeelnemer een basis leggen om in de toekomst uit te kunnen groeien tot een vakvolwassen beroepsbeoefenaar met de bijbehorende complexiteit, verantwoordelijkheid, inzicht en zelfstandigheid. In dit kader zijn bij de kerntaken in de procesbeschrijving toevoegingen gedaan als ‘in overleg met de leidinggevende’ of ‘in samenspraak met de leidinggevende’. De middenkaderfunctionaris werkt als startend beroepsbeoefenaar al vrij zelfstandig, maar hij dient wel terug te kunnen vallen op een leidinggevende. 12.4
LEER- EN BURGERSCHAPSCOMPETENTIES EN TALEN
12.4.1 Leer- en burgerschapscompetenties Door het Cinop is het brondocument ‘leren en burgerschap’ opgesteld. Kenniscentra moeten dit brondocument gebruiken bij het formuleren van de kwalificatiedossiers. De manier waarop men dat moet doen is vastgelegd in de methode Schering en Inslag. Deze methode schrijft voor dat leren en burgerschap moet worden verweven met de beroepscompetenties. Door de Paritaire commissie van Aequor is besloten de competenties uit het landelijke brondocument globaler te formuleren, aangezien deze competenties worden gekenmerkt door een sterke mate van detaillering en overlap die niet past bij de formulering die binnen Aequor voor beroepscompetenties wordt gehanteerd. Dit heeft geleid tot de Aequorlijst Leren en Burgerschap. De Paritaire commissie van Vapro heeft zich geconformeerd aan deze Aequorlijst. In deze paragraaf wordt in tabellen verantwoord hoe Leren en Burgerschap is verweven in de competenties.
Kwalificatiedossier middenkaderfunctionaris milieu en ruimte, april 2005
36
Onderstaande tabel laat zien in welke competenties van het kwalificatieprofiel dit criterium voor leren of burgerschap is opgenomen. Nummer
Geldt voor niveau:
Beheersingscriterium uit de Aequorlijst Leren en Burgerschap∗
1
Alle
2 3
Alle Alle
4
Alle
5
Alle
6
3, 4
7
3, 4
8
Alle
9
Alle
10
Alle
11
Alle
12
Alle
13
Alle
14
Alle
15
Alle
16
Alle
17
3, 4
18
2 3, 4
Communiceert op passende wijze met betrokkenen. Spreekt anderen aan op uitingen/gedrag. Toont respect voor opvattingen en gewoonten van anderen. Rapporteert gegevens en bevindingen aan leidinggevende, collega’s en eventuele andere betrokkenen. Voert alle werkzaamheden uit met inachtneming van relevante wet- en regelgeving/voorschriften op het gebied van veiligheid, arbeidsomstandigheden, duurzaamheid en milieu. Zorgt ervoor dat wettelijke en bedrijfsvoorschriften bekend zijn bij medewerkers. Ziet toe op toepassing van wettelijke en bedrijfsvoorschriften. Werkt efficiënt, kostenbewust en met zorg voor de omgeving. Signaleert knelpunten in het werkproces en doet verbetervoorstellen. Overlegt met collega’s en leidinggevende over de uit te voeren werkzaamheden. Stelt zich open op voor persoonlijke ontwikkeling en handelt hiernaar. Overziet de gevolgen van de eigen werkzaamheden in het grotere geheel Komt voor zichzelf op, zonder anderen te benadelen Schakelt indien nodig de leidinggevende of collega’s in Stelt zich op als een betrokken werknemer Verkrijgt een geschikte en relevante plaats op de arbeidsmarkt Verdeelt de werkzaamheden, op basis van de kwaliteiten van de medewerkers Plant en regelt de eigen activiteiten Coördineert en bewaakt werkuitvoering
∗
Nummers van corresponderende succescriteria uit het brondocument van Cinop* E10,18 / N1,4,6 / C2 / O4,6,8 / P2,3,4,5 N8 /S1,7 E14,15,17/ N2,3,4,6,7 / S2 / C2,3 / O5,6,9 / P 6 E10,11,12 / S6 / O7 / P2
In welke competentie van dit kwalificatieprofiel?
1, 2, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13 4, 7, 9 7, 8, 9, 10 2, 3, 5, 6, 7
E15 / N5 / S3,4,6 / O1
3, 5, 11, 12, 13
E10,11,12
4
E10,11 / S1
3, 4, 7
N5 / S1,7,9 / O2
3, 5, 7, 11, 12, 13
S1 / O4
4, 7, 13
N1 / C1 / O6,7,10
4
L1 t/m 11 / E1,3,4,19 / O7,10 / P1 E1 / O1,2,3
14
E12,14,17 / S2,5,7,8,9 / O4,5,8,9 E13,20 / S9 / P7
14
E2,19 / N7 / S5,6 / O4,9
9
E3,5,6,7,8,9
14
O4
4, 7
O1 O2,3
Niet van toepassing 4, 7
1, 7, 8
3, 5, 7, 8
In Deel 3 is dit document opgenomen
Kwalificatiedossier middenkaderfunctionaris milieu en ruimte, april 2005
37
In de onderstaande tabel is per competentie uit het kwalificatieprofiel te zien welke leer- en burgerschapscriteria daarin zijn opgenomen. Competenties kwalificatieprofiel Middenkaderfunctionaris milieu en ruimte 1 Aannemen van opdrachten 2 Verrichten vooronderzoek 3 Verrichten milieuonderzoek 4 Begeleiden uitvoering van werkzaamheden 5 Aanvragen en onderhouden vergunningen 6 Registreren, interpreteren en rapporteren 7 Organiseren van werkzaamheden 8 Klantgericht werken 9 Integer handelen 10 Adviseren en informeren 11 Handhaven ruimtelijk ordeningsbeleid 12 Controleren en handhaven milieuwetgeving en –regelgeving 13 Ondersteunen milieuzorgsystemen 14 Ontwikkelingsgerichtheid
Nummers beheersingscriteria Aequorlijst Leren en Burgerschap 1, 12 1, 4 4, 5, 7, 8, 14 1, 2, 6, 7, 9, 10, 17, 18 1, 4, 5, 8, 14 1, 4 1, 2, 3, 4, 7, 8, 9, 12, 14, 17, 18 1, 3, 12, 14 1, 2, 3, 15 1, 3 1, 5, 8 1, 5, 8 1, 5, 8, 9 11, 13, 16
12.4.2 Talen In de documenten die de grondslag vormen voor de nieuwe competentiegerichte kwalificatiestructuur voor het beroepsonderwijs zou duidelijk moeten worden welk niveau van taalvaardigheid, gerelateerd aan de Europese competentiestandaard voor talen, verwacht wordt van leerlingen die een kwalificatie in het mbo behalen. In het Brondocument ‘Leren en Burgerschap’ wordt wel expliciet uitgegaan van de Europese doelstelling dat alle burgers in de lidstaten naast hun moedertaal in nog twee andere talen kunnen communiceren. In het brondocument worden geen beheersingsniveaus aangegeven, maar wordt slechts gesproken van ‘adequaat voor de betreffende situatie’. Door een projectgroep van Bve Raad en COLO is het ‘Referentiedocument Talen’ opgesteld. In deze paragraaf wordt beschreven welk niveau taalcompetentieprofiel uit het referentiedocument kan worden gebruikt als standaard voor taalvaardigheid. Nederlands In het referentiedocument ‘Talen in de kwalificatieprofielen’ wordt gesteld dat communicatie in het Nederlands een belangrijke vaardigheid is voor de werknemer op mbo-niveau. In het brondocument ‘Leren en Burgerschap’ wordt Nederlands als hulpmiddel in verschillende domeinen genoemd. Het gaat dan bijvoorbeeld om zaken als samenwerken, informatie verwerven en verwerken, gebruik maken van media en hulpbronnen, deelnemen aan bijeenkomsten en besprekingen, reflecteren, doelen stellen, in de maatschappij functioneren als kritisch consument, werknemer en kiezer. Het gaat ook om levenslang leren in arbeid en maatschappij. Om dit alles te kunnen uitvoeren is een taalvaardigheid nodig. Het brondocument ‘Leren en Burgerschap’ expliciteert de benodigde taalvaardigheid echter niet en geeft evenmin informatie over het niveau van taalvaardigheid Nederlands dat moet worden nagestreefd voor de verschillende opleidingsniveaus in het mbo.
Kwalificatiedossier middenkaderfunctionaris milieu en ruimte, april 2005
38
In vrijwel alle geformuleerde beroepscompetenties in het kwalificatieprofiel komen taaluitingen aan de orde. Er wordt geadviseerd gebruik te maken van het CEF∗, de internationale standaard voor taalvaardigheid. Het geadviseerde taalcompetentieprofiel Nederlands voor niveau 3-4 ziet er als volgt uit: Luisteren
Lezen
Gesprekken voeren
Spreken
Schrijven
C2 C1 B2 B1 A2 A1
Moderne vreemde talen In het brondocument ‘Leren en Burgerschap’ wordt gesproken over het toepassen van twee moderne vreemde talen ‘adequaat voor de betreffende situatie’. In het referentiedocument wordt geadviseerd om in te zetten op één vreemde taal, bij voorkeur Engels, omdat dit een verplichte vreemde taal was in de vooropleiding en men daar als Europese burger het meeste profijt van zal hebben. Echter, daar waar een andere moderne vreemde taal in de beroepspraktijk gebruikelijker is kan afgeweken worden van het advies om bij voorkeur Engels als moderne vreemde taal aan te bieden. Bovendien wordt geadviseerd om het mogelijk te maken dat deelnemers een tweede of derde taal op een lager niveau kunnen afsluiten dan hun eerste taal. Het geadviseerde taalcompetentieprofiel Eerste moderne vreemde taal voor niveau 3-4 ziet er als volgt uit: Luisteren
Lezen
Gesprekken voeren
Spreken
Schrijven
C2 C1 B2 B1.2 B1.1 A2 A1
∗
Common European Framework of reference for languages
Kwalificatiedossier middenkaderfunctionaris milieu en ruimte, april 2005
39
Het geadviseerde taalcompetentieprofiel Tweede moderne vreemde taal voor niveau 3-4 ziet er als volgt uit: Luisteren
Lezen
Gesprekken voeren
Spreken
Schrijven
C2 C1 B2 B1 A2 A1
12.5
BORGING VAN DE KWALITEIT VAN EXAMINERING
De Paritaire commissies van de kenniscentra hebben vastgesteld dat de verantwoordelijkheid voor examinering berust bij de onderwijsinstelling. De beschrijvingen in de kwalificatiedossiers zijn competentiegericht en hierdoor kan competentiegericht getoetst worden. De onderwijsinstellingen bieden via de Paritaire commissies inzicht in de wijze waarop de examinering wordt vormgegeven. De Paritaire commissie acht het, na raadpleging van de onderwijsfractie en diens achterban, mogelijk dat het profiel binnen de nominale studieduur voor het betreffende diplomaniveau (niveau 4, 4 jaar) in een onderwijsprogramma kan worden uitgevoerd. Een competentiegericht leertraject met bijbehorende toetsing kan binnen de tijd worden georganiseerd.
12.6
DOORSTROOMRECHTEN
• Doorstroming binnen het kwalificatieprofiel Voor wat betreft de doorstroom binnen kwalificatieprofielen, bepalen beroepsonderwijs en bedrijfsleven op basis van de behaalde competenties of doorstroom mogelijk kan zijn. • Doorstroming binnen het mbo Wat betreft de doorstroom naar verwante profielen binnen de sector of daarbuiten, bepalen beroepsonderwijs en bedrijfsleven op basis van de behaalde competenties of doorstroom mogelijk kan zijn. • Doorstroming naar het hbo Het behalen van het diploma (op niveau 4) geeft de deelnemer het recht door te stromen naar het hbo. • Doorstroming op basis van een niet volledig verworven kwalificatieprofiel Wat betreft de doorstroom wanneer een kwalificatieprofiel niet volledig verworven is, bepalen beroepsonderwijs en bedrijfsleven op basis van de behaalde competenties hoe doorstroom mogelijk kan zijn. • Instroom vanuit VMBO of daaraan gelijk te stellen opleiding/ervaring Voor de instroom geldt de 'Doorstroomregeling VMBO-Beroepsonderwijs' (Ministerie van OCW, 2003).
Kwalificatiedossier middenkaderfunctionaris milieu en ruimte, april 2005
40
12.7
HET PROCES VAN TOTSTANDKOMING VAN HET KWALIFICATIEDOSSIER
Dit kwalificatiedossier is opgesteld op basis van de formats en handleidingen, zoals deze bekend waren op 1 juni 2004. Dit kwalificatiedossier is ontwikkeld onder de verantwoordelijkheid van de paritaire commissies beroepsonderwijs bedrijfsleven van de kenniscentra Aequor en Vapro. Het bestuur van kenniscentrum Aequor heeft op 1 juli de goedkeuring van het ministerie van LNV ontvangen. Het bestuur van kenniscentrum VAPRO heeft op 1 juli de goedkeuring van het ministerie van OCW ontvangen. Bij de totstandkoming van het kwalificatiedossier zijn zowel onderwijs als bedrijfsleven betrokken. Zowel door Aequor als door Vapro zijn conceptversies met de achterban besproken en aangescherpt. Daarnaast is een gemeenschappelijke achterban bijeenkomst georganiseerd om gezamenlijk te discussiëren over de kern en uitstroomdifferentiaties. In paragraaf 12.3 zijn alle inhoudelijke overwegingen om te komen tot het voorliggende dossier beschreven. De discussies zijn gevoerd binnen de betrokken kenniscentra, met vertegenwoordigers ervan in een grote landelijke vergadering met experts en tussen kenniscentra. De open opstelling van de partijen maakte een constructieve werkwijze mogelijk.
Kwalificatiedossier middenkaderfunctionaris milieu en ruimte, april 2005
41
DEEL 3: BRONDOCUMENTEN Om praktische redenen worden de brondocumenten als papierenversie of digitaal bestand aan het dossier toegevoegd. In de kwalificatiestructuur van VAPRO neemt het profiel een unieke positie in: Niveau 4 Middenkaderfunctionaris milieu en ruimte In de kwalificatiestructuur van Aequor is het profiel opgenomen binnen de sector Groene Ruimte. Een overzicht van deze structuur is te vinden in de map Brondocumenten.
Kwalificatiedossier middenkaderfunctionaris milieu en ruimte, april 2005
42