Liza Marklund
Prime time Uit het Zweeds vertaald door Ina Sassen
de geus
Tiende druk Oorspronkelijke titel Prime time, verschenen bij Pirat Oorspronkelijke tekst © Liza Marklund, 2002 Eerste Nederlandstalige uitgave © Ina Sassen en De Geus bv, Breda 2003 Published by agreement with Bengt Nordin Agency, Stockholm, Sweden Deze editie © De Geus bv, Breda 2011 Omslagontwerp Mijke Wondergem Omslagillustratie © Fredrik Hjerling isbn 978 90 445 1709 5 nur 332, 305 Niets uit deze uitgave mag verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van De Geus bv, Postbus 1878, 4801 bw Breda, Nederland. Telefoon: 076 522 8151. Internet: www.degeus.nl.
Vrijdag 22 juni
De dag voor midzomer
Ik overleef dit niet, dacht Annika. Ik ga dood. Ze drukte haar handpalmen tegen haar voorhoofd, dwong zichzelf rustig te blijven ademhalen. De bagage bij de voordeur begon voor haar ogen uit te dijen, een vormeloze massa die de hal en de hele wereld in bezit dreigde te nemen, onmogelijk te over zien. Hoe moest ze er nou achter komen wat ze had vergeten? Ze had de kleren van de kinderen ingepakt, de badtas, de pap en de potjes babyvoeding, de regenkleding en rubberlaarzen, de tent, de wandelwagen met regenscherm, de slaapzakken, de rug zakken met haar spullen en die van Thomas, de deken en de knuffelbeesten … ‘Is het nou echt nodig dat Ellen er zo uitziet?’ vroeg Thomas bij de slaapkamerdeur vandaan. Annika keek naar haar eenjarige dochter die naar de tas met zwemspullen waggelde. ‘Hoe bedoel je?’ ‘Heb je niks leukers om haar aan te trekken?’ Haar brein hield op met functioneren. ‘Wat is er dan mis mee?’ barstte ze uit. Thomas veegde het haar van zijn voorhoofd, knipperde ver baasd met zijn ogen. ‘Het is maar een vraag hoor, wat is er met jou aan de hand?’ Het gevoel dat ze tekortschoot, dat altijd op de loer lag, welde op en stroomde over. ‘Ik ben de hele morgen bezig geweest met pakken,’ zei ze, ‘maar de kanten jurkjes heb ik niet ingepakt. Was dat een ver keerde beslissing?’ 7
Hij liet een kort snuivend geluid horen. ‘Ik vraag me alleen maar af of dat kind er werkelijk uit moet zien als een bouwvakker.’ In vijf snelle stappen stond ze voor hem, keek hem recht in de ogen. ‘Bouwvakker? Waar gaat dit in godsnaam over? Gaan we naar de scheren of moeten we verdomme examen doen in aangepast gedrag?’ Zijn verbazing was echt, ze maakte haast nooit ruzie met hem. De intensiteit van de woede die over hem heen spoelde was ver lammend, hij deed zijn mond open om terug te schreeuwen, maar er kwam geen geluid uit. Op dat moment begon er iets te piepen, hardnekkig, steeds luider, het was een van de vele elek tronische apparaten die ze in huis hadden. ‘Van jou of van mij?’ vroeg Annika. Thomas draaide zich op zijn hielen om en liep de slaapkamer in, hij wilde kijken of het zijn pieper, mobiele telefoon of palm pilot was. Annika liet haar blik over de chaos in de hal gaan, kon het signaal niet lokaliseren. ‘Hier komt het niet vandaan’, riep Thomas. Annika begon in de bagage te wroeten, ergens in de wirwar van spullen hield het halfgesmoorde geluid aan. Ellen probeerde zich op te trekken aan Annika’s tas, de tas gleed weg, het meisje viel met haar gezicht op de vloer. ‘Och, och, och, mag mama erop blazen, het valt wel mee, zo …’ Het gepiep verdronk in het verschrikte huilen van het kind, Annika tilde haar dochter op, suste haar, snoof haar geur en zachtheid op, voelde haar warmte. Ging op de schoenenplank zitten, het kleine lichaampje ontspande, duim in de mond. Toen het huilen over was, bleek het apparaat ook te zijn opgehouden. In plaats daarvan ging de telefoon. Ze ging staan met het kind in haar armen, klemde de hoorn tegen haar schouder terwijl ze bleef blazen. 8
‘Heb je het gehoord?’ vroeg de Spijker, de nieuwschef. Annika wiegde, suste. ‘Wat?’ ‘Södermanland natuurlijk, Michelle Carlsson.’ Ze hield op met blazen, likte haar lippen. De avondkrant de Kvällspressen denderde de hal binnen met de soepelheid van een tank, totalitair en alomvattend. ‘Dat is toch jouw oude jachtterrein?’ zei de nieuwschef. ‘De fotograaf is al weg, het is Bertil Strand geworden, niet?’ Het laatste tegen iemand anders, vermoedelijk de fotoredac teur, daarna weer in de hoorn: ‘Bertil is onderweg, hij haalt je over vijf minuten op.’ ‘Heb je de luiers ook ingepakt?’ vroeg Thomas die het meisje van haar overnam. Annika knikte, wees naar de berg tassen, zocht tastend hou vast in de werkelijkheid. ‘Wat is er gebeurd?’ vroeg ze. ‘Heb je de flashes gecheckt?’ Shit, de pieper met de flashberichten van tt. Ze trok haar tas naar zich toe, graaide over de bodem, vond hem niet. ‘O,’ zei ze, ‘ik heb hem gehoord, maar ik heb nog geen tijd gehad om te kijken.’ ‘Michelle Carlsson is vermoord. Een regieruimte bij Flen, in de schedel geschoten.’ De woorden drongen niet tot haar door, het tastbare ontglipte haar weer. Thomas zette zijn dochter op de grond, het meisje stevende onmiddellijk op Annika af, wankelend, de armpjes uit gestrekt. ‘Je meent het’, zei ze. ‘Carl Wennergren is daar, hij was blijkbaar aanwezig bij de opnamen gisteren, dus we hebben een voorsprong, over timing gesproken.’ De bewondering in de stem van de Spijker was puur en on beheerst. Annika hoorde hem diep inhaleren, de ondefinieerbare 9
redactiegeluiden als een gordijn achter hem. Ze liet zich weer op de schoenenplank zakken. ‘Berit zit op Öland om de zuipfestijnen van de jeugd te doen, ze laat alles vallen en gaat er met de auto heen, arriveert vermoe delijk laat in de middag. Langeby zit op de Canarische Eilanden, dus jij bent momenteel de enige. Je moet er als de bliksem heen. Bertil Strand heeft de bulletins die al op tt zijn verschenen bij zich, maar dat is haast niks, dus je moet maar bellen vanuit de auto. Ken je de recherche in Södermanland een beetje?’ Annika deed haar ogen dicht, dwong haar werelden ertoe één te worden, voelde het warme knuistje van haar dochter tegen haar been. ‘Dus.’ ‘Praat met Wennergren, vorm je een beeld van de situatie en bel me … zullen we zeggen om twaalf uur?’ ‘Zeker’, zei ze. Thomas stond haar aan te staren, de schouders verkrampt. ‘Wat was dat?’ Ze legde de hoorn neer, ontmoette zijn blik. ‘Nee’, zei hij. ‘Zeg het niet. Jezus, toch geen werk hè, toch zeker niet vandaag?’ ‘Michelle Carlsson is dood’, zei Annika. Haar binnenste voel de als een echoënde leegte. ‘Die meid van de tv?’ zei Thomas. ‘De vriendin van Anne?’ Ze knikte, de adrenaline bereikte nu haar brein, maakte dat de haartjes op haar bovenarmen rechtop gingen staan. Ellen brab belde tegen haar knieën. ‘Hoe dan? Hoe is ze gestorven?’ Annika duwde het kind voorzichtig weg, ging staan, veran derde van perspectief. De spullen voor de scheren werden steeds kleiner en verdwenen ten slotte, alleen haar computer en grote tas bleven over. Het meisje liet zich met een bons op haar ach terwerk vallen en begon weer te huilen, Thomas pakte haar op. 10
‘Ze komen me zo ophalen, ze zijn al onderweg’, zei Annika. Thomas staarde haar twee seconden aan, weigerde het te be grijpen. ‘De boot vertrekt om elf uur’, zei hij. Annika nam het meisje van hem over, droeg haar naar het spijltjesbed, kuste haar haartjes. De opluchting dat ze aan haar schoonmoeder en de scheren ontsnapt was, maakte plaats voor gemis en verlangen. ‘Lief meisje,’ fluisterde ze tegen het hoofdje van het kind, ‘mama houdt verschrikkelijk veel van je.’ Ellen protesteerde, ze wilde niet slapen en Annika kon het niet over haar hart verkrijgen haar los te laten. ‘Mama komt later. Je gaat nu eerst met papa en je grote broer mee, dat is heel erg leuk, ik weet zeker dat dat het beste is.’ Het meisje draaide haar gezichtje weg van de leugen, vouwde haar beentjes onder zich en stopte een duim in haar mond. An nika streek haar onhandig over het haar, hand en hart onbehol pen, liep snel de slaapkamer uit, botste tegen de deurpost aan. Uit de woonkamer sijpelde Scooby Doo, achternagezeten door een spook, ergens achter de tekenfilmgeluiden was Kalles breek bare zangstem te horen. Anderen kunnen het ook, dacht ze. Het lukt, het moet luk ken. ‘Meen je dit?’ zei Thomas toen ze terugkwam in de hal. ‘Ben je werkelijk van plan om weg te gaan, om te gaan werken? Nu?’ Het laatste te hard. Ze keek naar de houten vloer. ‘Er is niemand anders, ik heb dienst, je weet toch hoe onder bezet …’ ‘Nu moet je ophouden’, schreeuwde hij, voorovergebogen en hoogrood. ‘Op Gällnö zitten vijftig mensen op ons te wachten en jij besluit niet te gaan?’ De paniek waarmee ze in eerste instantie vervuld was geweest, en die was opgevolgd door opluchting en ten slotte gemis, maak te nu plaats voor een onverwachte en redeloze woede. 11
‘Op jou te wachten,’ zei Annika, ‘niet op mij. Aan mij hebben ze lak, dat weet je best.’ Kalle kwam met grote ogen de hal binnen lopen, hij had de luide stemmen van zijn ouders gehoord, stapte op Annika af, strekte zijn handjes uit om haar te omhelzen. Ze dreigde door vertedering te worden overweldigd. ‘Jij bent compleet ongelofelijk’, zei Thomas. ‘Maak het niet nog erger’, zei Annika, voorovergebogen en met zachte stem. ‘Ga naar de scheren, bouw een feestje met je vrienden en je broer en zorg dat de kinderen leuk spelen, dan komt het vast en zeker goed.’ Het jongetje stopte zijn neus achter haar oor. ‘Vrienden? Het zijn mijn ouders en mijn oude ooms en tan tes.’ Annika rukte zich los van de warmte, kuste haar driejarige zoon op zijn wangetjes, fluweel onder haar lippen. Ze keek op naar Thomas. ‘Het is nu aan jou om er wat van te maken’, zei ze. ‘Als jullie zondag thuiskomen, ben ik hier terug.’ Ze zette de jongen neer, ging staan en trok haar regenjas aan. ‘Dit kun je niet menen’, zei Thomas. ‘Je kunt mij toch niet met de hele rimram laten zitten.’ ‘Er zijn daar zo veel mensen dat niemand mij zal missen en dat geldt ook voor de kinderen. Veel plezier.’ Ze trok haar laarzen aan, hing haar handtas over haar schou der en pakte de zwarte tas met haar laptop. Haar blik verlegen maar standvastig op Thomas gericht. ‘Wat fijn toch dat dit er nou net tussen kwam’, zei hij ge smoord. ‘We hebben het hierover gehad’, zei ze. ‘Het is niet gemak kelijk. Je weet dat ik geen andere optie heb.’ ‘Wat ben jij een slechte moeder.’ De kleur trok weg uit haar gezicht. ‘Denk je dat ik dit doe omdat ik het leuk vind?’ vroeg ze 12
ademloos. ‘Nu ben je werkelijk onredelijk.’ ‘Godverdomme’, zei hij, rechte rug, rood gezicht. ‘Dit vergeef ik je nooit. Godverdomme.’ Annika knipperde met haar ogen, getroffen door de woor den, maar aan de andere kant ook weer niet. Het pantser dat haar werk afschermde sloeg dicht, maakte haar onbereikbaar. Ze draaide zich langzaam om, drukte de jongen tegen zich aan, fluisterde iets in zijn oor en weg was ze. Bertil Strand had tijdens haar zwangerschapsverlof een nieuwe dienstwagen gekregen, opnieuw een Saab. Annika had het ver moeden dat hij met deze zo mogelijk nog voorzichtiger omging dan met de vorige. ‘Wat duurde dat lang’, zei hij toen ze haar tas en computer met een zwaai op de achterbank liet neerkomen. Ze zag aan de gezichtsuitdrukking van de fotograaf dat ze de deur te hard had dichtgegooid. ‘Kloteweer’, mompelde ze. ‘Het is midzomer’, zei Bertil Strand. ‘Wat had je dan ver wacht?’ Hij zette de auto in de versnelling en reed vlak voor bus 62 weg van de halte. Annika wurmde zich uit haar regenjas, het kostte haar moeite de veiligheidsriem vast te krijgen, haar mond was droog. ‘Heb je de bulletins?’ De fotograaf wees op een klein stapeltje bij haar voeten. ‘Dit zal niet gemakkelijk worden, met alle verslaggevers over de halve aardkloot verspreid. Strontmazzel dat Wennergren ter plaatse is.’ Ze boog naar voren om de papieren te pakken, de riem die ze net had omgedaan maakte dat ze er niet bij kon, geërgerd deed ze hem weer los. ‘Ja, ja’, zei ze. ‘En wat bedoel je daarmee? Is degene die naast je zit misschien volkomen doorzichtig?’ 13
De fotograaf gluurde naar haar. ‘Het is beroerd dat we niet op dit soort dingen voorbereid zijn, typisch een geval van slechte planning, niet vooruitdenken. Het zou beter zijn wanneer Schyman zich eens met het werk ging bemoeien in plaats van te kibbelen met Torstensson. Doe je riem om.’ Annika kon het niet opbrengen zich druk te maken om de conflicten tussen de redactiechef en de hoofdredacteur. Ze maakte de riem weer vast, deed haar ogen dicht, voelde de mach teloosheid en het verlangen naar haar kinderen in haar midden rif branden. Dit zou weer koren op de molen van haar schoonmoeder zijn. Arme Thomas, hoe was het mogelijk dat het zo slecht was aflo pen met haar zoon? Ze dwong zichzelf rustig te ademen, deed haar ogen weer open en bestudeerde de uitdraaien van tt. De bulletins, vijf in getal, waren verzonden met steeds een minuut tussenruimte. De flash van 9.41 uur: tv-journaliste Michelle Carlsson dood. 9.42 uur: Michelle Carlsson gestorven aan een schotwond in het hoofd. 9.43 uur: Michelle Carlsson gevonden in een mobiele re giekamer bij Slot Yxtaholm. Naast het slachtoffer is een wapen aangetroffen. 9.44 uur: de politie vermoedt dat Michelle Carls son vermoord is. 9.45 uur: een aantal personen wordt verhoord in verband met de moord op Michelle Carlsson. ‘Ze waren bezig met de opnamen van een reeks programma’s die vanaf volgende week zou worden uitgezonden’, zei Bertil Strand. ‘Het Zomerslot’, zei Annika. ‘Mijn vriendin Anne Snapphane is al sinds maart met die productie bezig …’ Ze zweeg, staarde naar de weg die de regendruppels afleg den over de zijruit, beekjes die samenvloeiden en zich weer deelden, onontkoombaar naar achteren geperst tot ze tegen de verchroomde stijl van het rechterportier sloegen. Ze moest den ken aan Annes woede en vertwijfeling toen ze, na zes jaar bij 14