lisse landelijk gebied 2002
bestemmingsplan – voorschriften
procedure plannummer
datum
raad
9446.00
16 april 2003
2 okt. 2003
opdrachtleider
:
drs A.Th.M. Hoedemaker
gedeputeerde staten
beroep
voorschriften
Inhoud van de voorschriften Hoofdstuk I Artikel 1
Definities
Hoofdstuk II Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8 Artikel 9 Artikel 10 Artikel 11 Artikel 12 Artikel 13 Artikel 14 Artikel 15 Artikel 16 Artikel 17 Artikel 18 Artikel 19 Artikel 20 Artikel 21 Artikel 22 Artikel 23 Artikel 24 Artikel 25 Artikel 26 Artikel 27
Begripsbepalingen
Bestemmingen op perceelsniveau
Agrarische doeleinden bollenteelt (Ab) Agrarische doeleinden glastuinbouw (Ag) Agrarische doeleinden grondgebonden veehouderij (Av) Agrarisch aanverwante doeleinden (AD) Bedrijfsdoeleinden (B) Woondoeleinden (W) Woon- en Detailhandelsdoeleinden (WD) Woon- en Kantoordoeleinden (WK) Woonschepenligplaats (WL) Kantoordoeleinden (K) Maatschappelijke doeleinden (M) Landgoed (LG) Horecadoeleinden (H) Molen (MO) Recreatieve doeleinden (R) Tuincentrum (TC) Erven (E) Tuinen (T) Natuurdoeleinden (N) Water Groenvoorzieningen (GR) Verkeersdoeleinden (V) Spoorwegdoeleinden (S) Leidingen Primair waterkering Terreinen van archeologische waarde
Hoofdstuk III
Bestemmingen en gebruik
1
blz. 3 3
9 9 12 13 15 17 19 21 22 23 24 25 26 27 28 29 31 32 34 34 34 35 35 36 37 38 39
41
Artikel 28 Primair agrarisch gebied (zone I) 41 Artikel 29 Agrarisch gebied met verweving van landbouw en landschapswaarden (zone II) 46 Artikel 30 Agrarisch gebied met verweving van landbouw en natuur- en landschapswaarden (zone III) 51 Artikel 31 Landgoederenzone met verweving van natuur- en land- schapswaarden, landbouw en recreatie (zone IV) 54 Artikel 32 Nevenfuncties ter plaatse van bouwvlakken 58 Artikel 33 Vervolgfuncties ter plaatse van bouwvlakken 61 Artikel 34 Aanlegvoorschriften 66
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Inhoud van de voorschriften
2
Hoofdstuk IV Beschrijving in Hoofdlijnen
69
Artikel 35 Beschrijving in Hoofdlijnen
69
Hoofdstuk V
73
Artikel 36 Artikel 37 Artikel 38 Artikel 39 Artikel 40 Artikel 41 Artikel 42 Artikel 43 Artikel 44 Artikel 45 Artikel 46 Artikel 47 Artikel 48 Artikel 49 Artikel 50 Artikel 51 Artikel 52
Algemene bepalingen
Wijze van meten Algemene procedurevoorschriften Dubbeltelbepalingen Overschrijding bouwgrenzen Steigers Ondergronds bouwen Nadere eisen gebouwen Afstanden tot zijerfscheidingen Bruggen Molenbiotoop Afstand van woningen tot wegen en spoorwegen Gebied met beperkingen bebouwing Cultuurhistorisch waardevolle bebouwing Woningen en kassen Bestaande afstanden en andere maten Algemene vrijstellingsbevoegdheid Gebruik van de gronden en bouwwerken
73 73 74 75 75 75 76 76 76 76 78 80 80 81 81 81 82
Hoofdstuk VI Overgangs- en slotbepalingen
85
Artikel 53 Artikel 54 Artikel 55 Artikel 56
85 85 85 85
Gebruik in strijd met het plan Bouwen in strijd met het plan Strafbepaling Titel
Bijlagen: 1. 2.
Staat van Bedrijfsactiviteiten. Staat van Horeca-activiteiten.
Themakaart 1: Ontsluitingsstructuur Themakaart 2: Kanoroutes
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Hoofdstuk I Artikel 1
Begripsbepalingen
3
Definities
1. het plan het bestemmingsplan Landelijk Gebied 2002 van de gemeente Lisse, vervat in de plankaart en deze voorschriften. 2. de plankaart de gewaarmerkte kaart met bijbehorende verklaring, bestaande uit 6 bladen waarop de bestemmingen van de in het plan begrepen gronden zijn aangewezen. 3. bouwvlak een op de plankaart aangegeven vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid waarop gebouwen zijn toegelaten; bouwvlakken ten behoeve van bedrijven die verbonden zijn door middel van de aanduiding "bij elkaar behorende bouwvlakken", worden geacht één bouwvlak voor één bedrijf te vormen. 4. bouwgrens een op de kaart aangegeven lijn, die de grens vormt van een bouwvlak. 5. bouwperceel een aaneengesloten stuk grond, waarop krachtens het plan een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten. 6. bouwwerk elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct, hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond. 7. gebouw elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt. 8. hoofdgebouw een gebouw dat door zijn aard, functie, constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als belangrijkste bouwwerk valt aan te merken. 9. aanbouw een aan een hoofdgebouw aangebouwd gebouw of een deel van een hoofdgebouw, in bouwkundig opzicht zodanig met het hoofdgebouw verbonden, dat het daarmee één geheel vormt, terwijl het in bouwkundig opzicht wel herkenbaar blijft als een afzonderlijk ondergeschikte aanvulling op het hoofdgebouw. 10. bijgebouw een vrijstaand, afzonderlijk van het hoofdgebouw in functioneel en bouwkundig opzicht te onderscheiden gebouw. 11. agrarisch hulpgebouw een agrarisch hulpgebouw van ondergeschikte aard, zoals een melkstal, bergschuur of schuilgelegenheid. 12. agrarisch bedrijf een bedrijf, gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of het houden van dieren; nader te onderscheiden in: a. bollenteelt: in hoofdzaak de teelt van bloembollen, bolbloemen, snijbloemen en van vergelijkbare laagblijvende eenjarige en vaste bloeiende tuinplanten, met uitzondering van sierteelt, alsmede van vollegrondstuinbouwproducten als eenjarige wisselteelt; Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Begripsbepalingen
b. c.
d. e. f. g. h. i. j.
4
grondgebonden veehouderij: het houden van melk- en ander vee waarbij de weidegang essentieel is; ondere grondgebonden veehouderij wordt tevens verstaan paardenfokkerij; paardenfokkerij: het houden van paarden ten behoeve van de fokkerij waarbij het africhten van en de handel in paarden in ondergeschikte mate plaatsvindt; onder paardenfokkerij wordt niet verstaan paardenstalling en manege; akker- en vollegrondstuinbouw: de teelt van gewassen op open grond, met uitzondering van fruit-, sier- en bollenteelt en bosbouw; intensieve veehouderij: het houden van fok-, leg- of pelsdieren in gebouwen (nagenoeg) zonder weidegang, waarbij de veehouderij niet afhankelijk is van de agrarische grond als productiemiddel; glastuinbouw: de teelt van tuinbouwgewassen (nagenoeg) geheel met behulp van kassen; fruitteelt: de teelt van fruit in boomgaarden; sierteelt: de teelt van wintergroene siergewassen, alsmede van sierstruiken en sierbomen; bosbouw: de teelt van bomen op agrarische gronden ten behoeve van de houtproductie; intensieve kwekerij: de teelt van vissen of de teelt van gewassen of dieren (anders dan bij wijze van intensieve veehouderij) (nagenoeg) zonder gebruik te maken van daglicht.
13. duurzaam in gebruik zijnde teeltgronden alle gronden (eigendom dan wel pacht/huur) die gedurende een periode van ten minste vijf jaar in gebruik zijn bij een bollenteeltbedrijf en die gelegen zijn binnen dan wel buiten de gemeente, met dien verstande dat voor de gronden gelegen buiten de gemeente de afstand tot de gemeentegrens niet meer dan 20 km mag bedragen. 14. gemengd bollenteeltbedrijf een bedrijf dat in gelijke mate zowel gericht is op het duurzaam en intensief telen van bloembollen, bolbloemen, snijbloemen en van vergelijkbare laagblijvende siergewassen in de volle grond als onder glas. 15. volwaardig agrarisch bedrijf een agrarisch bedrijf in de omvang van ten minste één volledige arbeidskracht met een daarbij passende bedrijfsomvang. 16. reëel agrarisch bedrijf een agrarisch bedrijf met een omvang, passend bij ten minste een halve tot een volledige arbeidskracht, met aannemelijk perspectief op volwaardigheid. 17. agrarisch bedrijf bij wijze van deeltijd een agrarisch bedrijf in de omvang van minder dan een halve arbeidskracht. 18. agrarische activiteiten bij wijze van hobby (hobbyboeren) agrarische activiteiten, voornamelijk bij wijze van liefhebberij. 19. agrarisch hulpbedrijf een bedrijf dat rechtstreeks ten dienste staat van agrarische bedrijven en gericht is op het opslaan en leveren van goederen aan agrarische bedrijven (agrarische handels- en exportbedrijven daaronder niet begrepen). 20. agrarisch loonbedrijf een bedrijf dat uitsluitend of overwegend gericht is op het verlenen van diensten aan agrarische bedrijven met behulp van landbouwwerktuigen en landbouwapparatuur of op het verrichten van werkzaamheden tot onderhoud of reparatie van landbouwwerktuigen of -apparatuur.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Begripsbepalingen
5
21. agrarisch handels- en exportbedrijf een bedrijf gericht op het vervoer, de opslag, de oppervlakkige bewerking of de afzet van agrarische producten zoals transport- en opslagbedrijven, koelhuizen en dergelijke. 22. kassen bouwwerken van glas of ander lichtdoorlaten materiaal met een hoogte van 1,5 m of meer, ten behoeve van de teelt of veredeling van gewassen (trek-, tunnel-, schaduw-, boog-, gaas- en rolkassen daaronder begrepen, maar met uitzondering van schuurkassen). 23. kweektunnels halfronde of min of meer halfronde, verplaatsbare constructies met een hoogte van maximaal 1.5 m, overtrokken met lichtdoorlatend materiaal anders dan glas, bestemd voor het voortrekken van gewassen of het opkweken van plantmateriaal. 24. regenkappen niet door wanden omsloten bouwwerken met een hoogte van maximaal 3,5 m, overtrokken met lichtdoorlatend materiaal, bestemd voor de bescherming van gewassen tegen neerslag. 25. schuurkassen gebouwen ten behoeve van de agrarische bedrijfsvoering met een hoogte van 3 m of meer waarvan alleen het dak bestaat uit glas of ander lichtdoorlatend materiaal. 26. ondersteunend glas kassen of regenkappen ten behoeve van de bedekte teelt van gewassen bij wijze van nevenactiviteit ten dienste van bollenteeltbedrijven. 27. afdekmaterialen voorzieningen in de vorm van gaas, doek of folie die over de grond worden uitgespreid ter bescherming van zaaisels en planten tegen onkruid, wildschade en vogelvraat en die na het groeiseizoen worden verwijderd. 28. verkoop eigen producten het te koop aanbieden, verkopen en/of leveren van agrarische producten aan particulieren, bij wijze van neventak van een agrarisch bedrijf, voorzover deze agrarische producten op het eigen bedrijf zijn geteeld en hooguit op ambachtelijke wijze op het eigen bedrijf zijn verwerkt of bewerkt. 29. neventak/nevenactiviteit onderdelen van een agrarisch bedrijf, waarvan de gezamenlijke productieomvang een ondergeschikt (minder dan de helft) deel uitmaakt van de totale productieomvang van het bedrijf, met dien verstande dat de productieomvang van de nevenfunctie afzonderlijk in geen geval meer dan 70% van de minimale omvang van een zelfstandig volwaardig bedrijf in de desbetreffende bedrijfstak mag bedragen. 30. wooncomplex een (verzameling van) gebouw(en) waarin enerzijds wordt gewoond door ouderen en/of andere groepen personen en waarin anderzijds de hierbij benodigde voorzieningen zijn gehuisvest in de vorm van medische, paramedische en andere maatschappelijke voorzieningen. 31. detailhandel het bedrijfsmatig te koop aanbieden (waaronder de uitstalling ten verkoop), verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit. 32. praktijkruimte een gebouw of een gedeelte daarvan, dat dient voor het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, architectonisch, kunstzinnig, juridisch, (para)medisch, therapeutisch of daarmee naar aard gelijk te stellen gebied.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Begripsbepalingen
6
33. aan-huis-gebonden beroep het beroepsmatig verlenen van diensten als genoemd in lid 32 welke door hun beperkte omvang in een gedeelte van een woning en de daarbijbehorende bebouwing worden uitgeoefend, waarbij de woonfunctie als primaire functie behouden en herkenbaar blijft. 34. kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen voorzieningen ten behoeve van activiteiten als wandelen, fietsen, vissen, zwemmen, kanoën en natuurobservatie in de vorm van bijvoorbeeld aanlegsteigers, picknickplaatsen, observatiepunten, informatieborden en banken. 35. kleinschalig kamperen "kleinschalig kamperen" zoals bedoeld in artikel 8 lid 2 onder 1 van de Wet op de Openluchtrecreatie. 36. kampeermiddel een tent, tentwagen, kampeerauto of caravan; enig ander onderkomen en enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelten daarvan, voorzover geen bouwwerk zijnde; een en ander voorzover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht, dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf en waarvan de gebruikers hun hoofdverblijf elders hebben en niet zijn bedoeld voor permanente bewoning. a. b.
37. verblijfsmiddelen voor verblijf geschikte – al dan niet aan hun oorspronkelijk gebruik onttrokken – voer- en vaartuigen, arken, caravans, woonwagens en andere soortgelijke verblijfsmiddelen, alsmede tenten, een en ander voorzover geen bouwwerken en/of kampeermiddelen zijnde. 38. paardenstalling het houden van paarden en pony's ten behoeve van verhuur en eigen gebruik, alsmede het bieden van gelegenheid aan derden om hun paarden en pony's in pension te stallen en te weiden; onder paardenstalling worden geen maneges verstaan. 39. manege een bedrijf dat gericht is op het lesgeven in paardrijden aan derden en daarvoor paarden en/of pony's houdt, zulks in combinatie met een of meer van de navolgende activiteiten of voorzieningen: het in pension houden van paarden en pony's, horeca-activiteiten (kantine, foyer en dergelijke), logies- en/of verenigingsaccommodatie en het houden van wedstrijden of andere evenementen. 40. kleinschalige natuurontwikkeling de aanleg van riet- en schraallanden, moerasjes en plas-draszones, en de realisatie van natuurvriendelijke oevers. 41. Landschapsbeleidsplan het Landschapsbeleidsplan voor de Duin- en Bollenstreek waarmee de gemeenteraad van Lisse op 11 september 1997 heeft ingestemd. 42. landschapswaarde de aan een gebied toegekende waarde wat betreft het waarneembare deel van het aardoppervlak, welke waarde wordt bepaald door de herkenbaarheid en identiteit van de onderlinge samenhang en beïnvloeding van niet-levende en levende natuur en het menselijk grondgebruik. 43. natuurwaarde de aan een gebied toegekende waarde in verband met de aanwezige flora en/of fauna. 44. cultuurhistorische waarde de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde in verband met ouderdom en gaafheid.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Begripsbepalingen
7
45. nutsvoorzieningen voorzieningen ten behoeve van het openbare nut, zoals transformatorhuisjes, gasreduceerstations, schakelhuisjes, duikers, bemalingsinstallaties, gemaalgebouwtjes, telefooncellen en apparatuur voor telecommunicatie. a. b.
46. peil ten opzichte van gebouwen, waarvan de hoofdtoegang onmiddellijk aan een weg grenst: de hoogte van die weg ter plaatse van de hoofdingang; in andere gevallen: de gemiddelde hoogte van het aansluitende afgewerkte terrein.
47. Staat van Bedrijfsactiviteiten de Staat van Bedrijfsactiviteiten die als bijlage bij deze voorschriften onderdeel van de voorschriften uitmaakt. 48. Staat van Horeca-activiteiten de Staat van Horeca-activiteiten die als bijlage bij deze voorschriften onderdeel van de voorschriften uitmaakt. 49. sanering het verwijderen van opstallen op een bouwvlak inclusief de funderingen, met uitzondering van de bedrijfswoning. 50. sloop het al dan niet gedeeltelijk amoveren van bestaande opstallen. 51. woonschip elk vaartuig of drijvend voorwerp, dat uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt als woning of recreatieverblijf. 52. watersportbedrijf een bedrijf, gespecialiseerd in de verkoop van boten, buitenboordmotoren en watersportartikelen, het aanbieden van ligplaatsen voor boten en − in ondergeschikte mate − de winteropslag van boten kleiner dan 7 m. 53. jachthaven het gedeelte van het watersportbedrijf bestaande uit een deel van het water en de daarbijbehorende voorzieningen, zoals aanlegsteigers, meerpalen, een botenhelling, parkeerplaatsen en een gelegenheid voor het verrichten van kleine reparaties en die: a. zijn bestemd en ingericht voor het voor onbepaalde tijd veilig en beschut achterlaten van onbemande pleziervaartuigen en eventueel voor het tijdelijk verblijf van bemande pleziervaartuigen; b. onder beheer en toezicht staan van een havenmeester of beheerder. 54. pleziervaartuig elk vaartuig dat uitsluitend of hoofdzakelijk wordt gebruikt voor enige vorm van pleziervaart, waterrecreatie of watersport met uitzondering van een zeilplank. 55. hotel een horecabedrijf, dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van logies (per nacht) met als nevenactiviteit het verstrekken van maaltijden en dranken voor consumptie ter plaatse. 56. restaurant een horecabedrijf dat tot hoofddoel heeft het verstrekken van maaltijden voor consumptie ter plaatse, met als nevenactiviteit het verstrekken van dranken. 57. agrarisch deskundige een door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige of commissie van deskundigen op het gebied van landbouw en tuinbouw.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Begripsbepalingen
8
58. natuur- en landschapsdeskundige een door het college van burgemeester en wethouders aan te wijzen deskundige of commissie van deskundigen op het gebied van natuur en landschap. 59. prostitutiebedrijf een seksinrichting of een escortbedrijf. 60. seksinrichting de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht. 61. escortbedrijf de natuurlijke persoon, groep van personen, of rechtspersoon die bedrijfsmatig, of in omvang alsof zij bedrijfsmatig was, prostitutie aanbiedt die op een andere plaats dan in de bedrijfsruimte wordt uitgeoefend. 62. prostitutie het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding. 63. kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten het op bedrijfsmatige wijze uitoefenen van activiteiten, waarvoor geen melding- of vergunningplicht op grond van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer geldt en die door de beperkte omvang in een gedeelte van een woning en de daarbijbehorende bebouwing worden uitgeoefend. 64. bestaande gebouwen gebouwen, die op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit bestemmingsplan zijn of worden gebouwd met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet, alsmede gebouwen waarvoor vóór de datum van inwerkingtreding van het Luchthavenindelingsbesluit (20 februari 2003) een bouwvergunning is verleend, met dien verstande dat binnen zes maanden na de datum van vergunningverlening een begin met de werkzaamheden is of wordt gemaakt.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Hoofdstuk II Bestemmingen op perceelsniveau Artikel 2
9
Agrarische doeleinden bollenteelt (Ab)
Doeleindenomschrijving 1. De gronden op de kaart aangewezen voor Agrarische doeleinden bollenteelt (Ab) zijn bestemd voor bollenteelt, met dien verstande dat bollenteelt door middel van kweektunnels uitsluitend is toegestaan: binnen de bouwvlakken (b); buiten de bouwvlakken uitsluitend in zone I; en voorts met dien verstande dat uitsluitend op de gronden met de nadere aanwijzing (io) een interne ontsluitingsweg ten behoeve van een andere bestemming dan Agrarische doeleinden bollenteelt is toegestaan. 2. De in lid 1 bedoelde gronden zijn tevens bestemd voor de doeleinden die in hoofdstuk III voor het betrokken deelgebied − bij wijze van medebestemming − zijn aangegeven. Daarbij is per deelgebied ook aangegeven welke doeleinden en bouwmogelijkheden na vrijstelling of planwijziging toelaatbaar zijn. Bouwvoorschriften 3. Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: a. gebouwen ten dienste van de bestemming en − tenzij de gronden zijn voorzien van de nadere aanwijzing (zw) − daarbijbehorende woningen; b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 4. Voor bouwen geldt het volgende: a. gebouwen dienen op de op de kaart aangegeven bouwvlakken (b) te worden gebouwd; b. op gronden met de nadere aanwijzing (z) mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd; c. op de gronden zonder de nadere aanwijzing (z) of (b) mogen uitsluitend worden gebouwd: - kweektunnels, voorzover deze voldoen aan het bepaalde in lid 1 aanhef en na het 2e gedachtestreepje; - terreinafscheidingen; - windschermen; d. op gronden met de nadere aanwijzing (w) mogen uitsluitend woningen worden gebouwd; e. op gronden met de nadere aanwijzing (zw) is de bouw van een woning niet toegestaan; f. de oppervlakte aan bedrijfsgebouwen, géén glas of ondersteunend glas zijnde, mag maximaal 250 m² per hectare duurzaam in gebruik zijnde teeltgrond bedragen met een maximumoppervlakte van 3.000 m² per bedrijf; g. de bouw van ondersteunend glas is uitsluitend toegestaan op bouwvlakken die gelegen zijn in zone I en op bouwvlakken die gelegen zijn in zone II voorzover deze voorzien zijn van de nadere aanwijzing (g);
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Bestemmingen op perceelsniveau
h.
10
overigens geldt het volgende: max. aantal per bouwvlak/bedrijf
woningen (inclusief aanbouwen)
-
max. oppervlak
max. inhoud 650 m
¼
3
max. goothoogte
max. bouwhoogte
6m
10 m
bedrijfsgebouwen, voorzover het géén glas of ondersteunend glas betreft
zie lid 4 onder e
6m
10 m
ondersteunend glas op bedrijven in zone I
1.500 m²
4m
6m
ondersteunend glas op bedrijven in zone II
1.500 m²
4m
6m
windschermen
2m
terrein- en/of erfafscheidingen
2m
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde (m.u.v. windschermen)
3m
¼ Eén, tenzij anders op plankaarten 1 tot en met 4 aangegeven.
Vrijstellingsbevoegdheid vergroten oppervlakte ondersteunend glas (tot 3.000 m²) 5. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van lid 4 onder g, teneinde de maximale oppervlaktemaat voor ondersteunend glas van 1.500 m² te kunnen vergroten tot maximaal 3.000 m², met inachtneming van het volgende: a. deze vrijstellingsbevoegdheid mag uitsluitend worden verleend voor bouwvlakken die gelegen zijn in zone I; b. de totale productieomvang van alle nevenactiviteiten (handel + export + glastuinbouw) inclusief de aangevraagde oppervlakte voor uitbreiding van ondersteunend glas, dient ondergeschikt te blijven aan de vollegrondsbollenteelt; c. vrijstelling wordt alleen verleend voor volwaardige bollenteeltbedrijven; d. een verzoek om vrijstelling voor vergroting van de oppervlakte ondersteunend glas wordt ter toetsing voorgelegd aan de agrarisch deskundige, omtrent de vraag of aan het gestelde onder b en c is voldaan. Vrijstellingsbevoegdheid vergroten bedrijfsgebouwen, géén glas of ondersteunend glas zijnde 6. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van lid 4 onder e, teneinde de maximale oppervlaktemaat van 3.000 m² voor bedrijfsgebouwen, géén glas of ondersteunend glas zijnde, te kunnen vergroten tot maximaal 6.000 m², met inachtneming van het volgende: a. deze vrijstellingsbevoegdheid mag uitsluitend worden verleend voor bouwvlakken die gelegen zijn in zone I; b. de oppervlakte aan bedrijfsgebouwen, géén glas of ondersteunend glas zijnde mag maximaal 125 m² per hectare duurzaam in gebruik zijnde teeltgrond bedragen, waarbij gerekend wordt vanaf 12 ha; c. een verzoek om vrijstelling voor uitbreiding van de oppervlakte bedrijfsgebouwen wordt ter toetsing voorgelegd aan: - de natuur- en landschapsdeskundige omtrent de vraag of door de vergroting van de bebouwing de landschapswaarden niet in onevenredige mate worden geschaad; - de agrarisch deskundige omtrent de vraag hoeveel hectare teeltgrond bij het betreffende bedrijf duurzaam in gebruik is. Adviesprocedure bedrijfsgebouwen, géén glas of ondersteunend glas zijnde 7. Een aanvraag om bouwvergunning voor bedrijfsgebouwen betreffende lid 4 onder e, wordt ter toetsing voorgelegd aan de agrarisch deskundige omtrent de vraag hoeveel hectare teeltgrond bij het betreffende bedrijf duurzaam in gebruik is.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Bestemmingen op perceelsniveau
11
Vrijstellingsbevoegdheid eerste agrarische bedrijfswoning 8. Daar waar nog geen bedrijfswoning aanwezig is, zijn burgemeester en wethouders bevoegd vrijstelling te verlenen van de leden 3 en 4 teneinde de bouw van een eerste agrarische bedrijfswoning mogelijk te maken, met inachtneming van het volgende: a. deze vrijstelling mag in geen geval worden verleend voor gronden die voorzien zijn van de nadere aanwijzing (zw); b. vrijstelling mag uitsluitend worden verleend voor de huisvesting van een persoon die daadwerkelijk en duurzaam met de bedrijfsvoering is belast; c. vrijstelling mag uitsluitend worden verleend voor volwaardige dan wel reële bollenteeltbedrijven; d. een verzoek om vrijstelling voor een eerste agrarische bedrijfswoning wordt ter toetsing voorgelegd aan de agrarisch deskundige omtrent de vraag of het betreffende bedrijf een volwaardig dan wel reëel bollenteeltbedrijf betreft en omtrent de vraag of er sprake is van huisvesting van een persoon die daadwerkelijk en duurzaam met de bedrijfsvoering is belast. Wijzigingsbevoegdheid Verkeersdoeleinden 9. Burgemeester en wethouders zijn − met toepassing van artikel 11 WRO − bevoegd om de bestemming van de gronden ter plaatse van de aanduiding "Wijzigingsbevoegdheid I te wijzigen van de bestemming Agrarische doeleinden, bollenteelt (Ab) in de bestemmingen Verkeersdoeleinden, ten behoeve van de realisatie van een rotonde met bijbehorende aansluitingen en fietspaden, met inachtneming van het volgende: a. planwijziging mag pas worden toegepast nadat er definitief besloten is omtrent de uitvoering van de rotonde; b. het wijzigingsplan dient vergezeld te gaan van een door de natuur- en landschapsdeskundige goedgekeurd inrichtingsplan.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Bestemmingen op perceelsniveau
Artikel 3
12
Agrarische doeleinden glastuinbouw (Ag)
Doeleindenomschrijving 1. De gronden op de kaart aangewezen voor Agrarische doeleinden glastuinbouw (Ag) zijn bestemd voor glastuinbouw, met dien verstande dat: a. de gronden met de nadere aanwijzing (zk) uitsluitend bestemd zijn voor akker- en vollegrondstuinbouw ten dienste van de glastuinbouwbedrijven; b. waterbassins op de gronden met de nadere aanwijzingen (z) en (zk) niet zijn toegestaan. 2. De in lid 1 bedoelde gronden zijn tevens bestemd voor de doeleinden die in hoofdstuk III voor het betrokken deelgebied − bij wijze van medebestemming − zijn aangegeven. Daarbij is per deelgebied ook aangegeven welke doeleinden en bouwmogelijkheden na vrijstelling of planwijziging toelaatbaar zijn. Bouwvoorschriften 3. Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: a. gebouwen ten dienste van de bestemming en − tenzij de gronden van de nadere aanwijzing (zw) zijn voorzien − daarbijbehorende woningen; b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 4. Voor het bouwen geldt het volgende: a. op gronden met de nadere aanwijzing (z) en (zk) mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd; b. op gronden met de nadere aanwijzing (zw) is de bouw van een woning niet toegestaan; c. op de gronden met de nadere aanwijzing (w) mogen uitsluitend woningen worden gebouwd; d. woningen dienen binnen een afstand van 50 m van de nabijgelegen ontsluitingsweg te worden gebouwd; e. overigens geldt het volgende: max. aantal per bouwvlak/bedrijf woningen (inclusief aanbouwen) kassen en overige bedrijfsgebouwen
max. oppervlak
max. inhoud 650 m
¼ ¼¼
3
max. goothoogte
max. bouwhoogte
6m
10 m
6m
10 m
¼¼¼ waterbassins en warmtebuffertanks
4m
terrein- en/of erfafscheidingen
2m
overige bouwwerken, geen gebouwen 3m zijnde ¼ Eén, tenzij uit plankaarten 1 tot en met 4 een groter maximumaantal blijkt. ¼¼ Bouwvlakken die gelegen zijn binnen het op kaartblad 5 aangegeven "concentratiegebied glastuinbouw", mogen worden bebouwd tot een oppervlakte van maximaal 3 ha. ¼¼¼ Bouwvlakken die gelegen zijn buiten het op kaartblad 5 aangegeven "concentratiegebied glastuinbouw", mogen worden bebouwd tot een oppervlakte van maximaal 1 ha.
Vrijstellingsbevoegdheid eerste agrarische bedrijfswoning 5. Daar waar nog geen bedrijfswoning aanwezig is, zijn burgemeester en wethouders bevoegd vrijstelling te verlenen van de leden 3 en 4 teneinde de bouw van een eerste agrarische bedrijfswoning mogelijk te maken, met inachtneming van het volgende: a. deze vrijstelling mag in geen geval worden verleend voor gronden die voorzien zijn van de nadere aanwijzing (zw); b. vrijstelling mag uitsluitend worden verleend voor de huisvesting van een persoon die daadwerkelijk en duurzaam met de bedrijfsvoering is belast; c. vrijstelling mag uitsluitend worden verleend voor volwaardige dan wel reële glastuinbouwbedrijven; d. een verzoek om vrijstelling voor een eerste agrarische bedrijfswoning wordt ter toetsing voorgelegd aan de agrarisch deskundige omtrent de vraag of het betreffende bedrijf een volwaardig dan wel reëel glastuinbouwbedrijf betreft en omtrent de vraag of er sprake is van huisvesting van een persoon die daadwerkelijk en duurzaam met de bedrijfsvoering is belast. Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Bestemmingen op perceelsniveau
Artikel 4
13
Agrarische doeleinden grondgebonden veehouderij (Av)
Doeleindenomschrijving 1. De gronden op de kaart aangewezen voor Agrarische doeleinden grondgebonden veehouderij (Av) zijn bestemd voor grondgebonden veehouderij, een en ander met dien verstande dat: a. de gronden ter plaatse van de nadere aanwijzing (p) tevens bestemd zijn voor het bieden van parkeergelegenheid; b. uitsluitend de gronden ter plaatse van de nadere aanwijzing (i) tevens bestemd zijn voor intensieve veehouderij tot een oppervlakte van ten hoogste 1.500 m². 2. De in lid 1 bedoelde gronden zijn tevens bestemd voor de doeleinden die in hoofdstuk III voor het betrokken deelgebied − bij wijze van medebestemming − zijn aangegeven. Daarbij is per deelgebied ook aangegeven welke doeleinden en bouwmogelijkheden na vrijstelling of planwijziging toelaatbaar zijn. Bouwvoorschriften 3. Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: a. gebouwen ten dienste van de bestemming en − tenzij de gronden van de nadere aanwijzing (zw) zijn voorzien − daarbijbehorende woningen; b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 4. Voor het bouwen geldt het volgende: a. gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, met uitzondering van terreinafscheidingen, dienen binnen de op de kaart aangegeven bouwvlakken (b) te worden gebouwd; b. op gronden met de nadere aanwijzing (z) mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd; c. op gronden met de nadere aanwijzing (zw) is de bouw van een woning niet toegestaan; d. overigens geldt het volgende: max. aantal per bouwvlak/bedrijf woningen (inclusief aanbouwen)
¼
max. inhoud 650 m
3
bedrijfsgebouwen
max. goothoogte
max. bouwhoogte
6m
10 m
6m
10 m
terrein- en/of erfafscheidingen
2m
(toren)silo's
12 m
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
3m
¼
Eén, tenzij uit plankaarten 1 tot en met 4 een groter maximumaantal blijkt.
Vrijstellingsbevoegdheid eerste agrarische bedrijfswoning 5. Daar waar nog geen bedrijfswoning aanwezig is, zijn burgemeester en wethouders bevoegd vrijstelling te verlenen van de leden 3 en 4 teneinde de bouw van een eerste agrarische bedrijfswoning mogelijk te maken, met inachtneming van het volgende: a. deze vrijstelling mag in geen geval worden verleend voor gronden die voorzien zijn van de nadere aanwijzing (zw); b. vrijstelling mag uitsluitend worden verleend voor de huisvesting van een persoon die daadwerkelijk en duurzaam met de bedrijfsvoering is belast; c. vrijstelling mag uitsluitend worden verleend voor volwaardige dan wel reële grondgebonden veehouderijbedrijven; d. een verzoek om vrijstelling voor een eerste agrarische bedrijfswoning wordt ter toetsing voorgelegd aan de agrarisch deskundige omtrent de vraag of het betreffende bedrijf een volwaardig dan wel reëel grondgebonden veehouderijbedrijf betreft en omtrent de vraag of er sprake is van huisvesting van een persoon die daadwerkelijk en duurzaam met de bedrijfsvoering is belast.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Bestemmingen op perceelsniveau
14
Vrijstellingsbevoegdheid uitbreiding intensieve veehouderij 6. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid 1, onder b voor vergroting van het oppervlak ten behoeve van intensieve veehouderij met ten hoogste 15%, indien dit op grond van de milieuwetgeving of uit oogpunt van dierwelzijn noodzakelijk is.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Bestemmingen op perceelsniveau
Artikel 5
15
Agrarisch aanverwante doeleinden (AD)
Doeleindenomschrijving 1. De gronden op de kaart aangewezen voor Agrarisch aanverwante doeleinden (AD) zijn bestemd voor: a. ter plaatse van de subbestemming ADbl: een keuringsinstituut voor bloembollen; b. ter plaatse van de subbestemming ADh: een agrarisch hulpbedrijf; c. ter plaatse van de subbestemming ADhe: een handels- en exportbedrijf; d. ter plaatse van de subbestemming ADla: een bloembollenlaboratorium; e. ter plaatse van de subbestemming ADvb: een bedrijf gespecialiseerd in het drogen en verven van droogbloemen alsmede in de groothandel in en export van droogbloemen, voorzover het verven van droogbloemen behoort tot maximaal categorie 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten. 2. De in lid 1 bedoelde gronden zijn tevens bestemd voor de doeleinden die in hoofdstuk III voor het betrokken deelgebied − bij wijze van medebestemming − zijn aangegeven. Daarbij is per deelgebied ook aangegeven welke doeleinden en bouwmogelijkheden na vrijstelling of planwijziging toelaatbaar zijn. Bouwvoorschriften 3. Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: a. gebouwen ten dienste van de bestemming en − tenzij het bouwvlak van de nadere aanwijzing (zw) is voorzien − daarbijbehorende woningen; b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 4. Voor het bouwen geldt het volgende: a. het percentage op de kaart geeft aan tot welke oppervlakte het bouwvlak met gebouwen mag worden bebouwd; indien dit niet is aangegeven mag het betreffende bouwvlak geheel worden bebouwd; b. op gronden met de nadere aanwijzing (z) mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd; c. op de gronden met de nadere aanwijzing (zw) mogen geen woningen worden gebouwd; d. overigens geldt het volgende: max. aantal per bouwvlak woningen (inclusief aanbouwen) overige gebouwen
één, tenzij anders op de plankaart aangegeven
max. inhoud 650 m³
max. goothoogte 6m zie plankaart
max. bouwhoogte 10 m 10 m
terreinafscheidingen op bouwvlakken
2m
terreinafscheidingen buiten bouwvlakken
1m
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
3m
Vrijstellingsbevoegdheid vergroten oppervlakte bebouwing 5. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van de op de kaart aangegeven maximale oppervlaktemaat, teneinde het maximale bebouwingsoppervlak te vergroten met 15%, voorzover deze uitbreiding niet leidt tot een onevenredige aantasting van de bestaande ruimtelijke karakteristiek van de omgeving. Wijzigingsbevoegdheid ten behoeve van vergroting van het bouwvlak 6. Burgemeester en wethouders zijn − met toepassing van artikel 11 WRO − bevoegd om de bestemming van de gronden ter plaatse van de aanduiding "wijzigingsbevoegdheid II" te wijzigen in de bestemming ADhe ten behoeve van het vergroten van het bouwvlak ADhe, met inachtneming van de volgende bepalingen: a. voor het totale bouwvlak geldt een bebouwingspercentage van ten hoogste 80%; b. de goothoogte mag ten hoogste 6 m bedragen;
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Bestemmingen op perceelsniveau
c.
16
het wijzigingsplan dient vergezeld te gaan van een door de natuur- en landschapsdeskundige goedgekeurd inrichtingsplan.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Bestemmingen op perceelsniveau
Artikel 6
17
Bedrijfsdoeleinden (B)
Doeleindenomschrijving 1. De gronden op de kaart aangewezen voor Bedrijfsdoeleinden (B) zijn − onder verwijzing naar de Staat van Bedrijfsactiviteiten − bestemd voor: a. ter plaatse van de subbestemming Ban (2): een aannemersbedrijf behorende tot categorie 2; b. ter plaatse van de subbestemming Ban (3): een aannemersbedrijf behorende tot categorie 3; c. ter plaatse van de subbestemming Bas: een autosloperij behorende tot categorie 3; d. ter plaatse van de subbestemming Bau/bs (3): een handel in en reparatie van auto's alsmede een benzineservicestation behorende tot categorie 3, een en ander met dien verstande dat de verkoop van LPG niet is toegestaan; e. ter plaatse van de subbestemming Bci: een composteerinrichting voor plantsoenafval behorende tot categorie 3; f. ter plaatse van de subbestemming Bcr: de reparatie, verkoop en stalling van caravans behorende tot categorie 2; g. ter plaatse van de subbestemming Bcs: een caravanstalling behorende tot categorie 2; h. ter plaatse van de subbestemming Bgo (2): een opslag/groothandel algemeen behorende tot categorie 2; i. ter plaatse van de subbestemming Bgo (3): een opslag/groothandel algemeen behorende tot categorie 3; j. ter plaatse van de subbestemming Bgv: een groothandel in voedings- en genotmiddelen behorende tot categorie 2; k. ter plaatse van de subbestemming Bhk: een hondenkennel; l. ter plaatse van de subbestemming Bma: een bedrijf gespecialiseerd in de vervaardiging van machines behorende tot categorie 3; m. ter plaatse van de subbestemming Bob(4+): een bedrijf gespecialiseerd in metaalbewerking en oppervlaktebehandeling behorende tot categorie 4+; n. ter plaatse van de subbestemming Btr (2): een transportbedrijf behorende tot categorie 2; o. ter plaatse van de subbestemming Btr(3): een transportbedrijf behorende tot categorie 3; p. ter plaatse van de subbestemming Bvg: een bedrijfsverzamelgebouw ten behoeve van diverse bedrijfsactiviteiten, behorende tot categorie 3; q. ter plaatse van de subbestemming Bw: een watersportbedrijf behorende tot categorie 2; een en ander met dien verstande dat de gronden met de nadere aanwijzing (j) uitsluitend bestemd zijn voor een jachthaven; r. ter plaatse van de subbestemming Bgka: een bedrijf ten behoeve van groothandel, alsmede kleinschalige ambachtelijke activiteiten, behorende tot ten hoogste categorie 2, met dien verstande dat ten hoogste 75 m² van het totale vloeroppervlak van de bedrijfsgebouwen ten behoeve van kantoor mag worden gebruikt. 2. De in lid 1 bedoelde gronden zijn tevens bestemd voor de doeleinden die in hoofdstuk III voor het betrokken deelgebied − bij wijze van medebestemming − zijn aangegeven. Daarbij is per deelgebied ook aangegeven welke doeleinden en bouwmogelijkheden na vrijstelling of planwijziging toelaatbaar zijn. Bouwvoorschriften 3. Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: a. gebouwen ten dienste van de subbestemming en − tenzij het gronden met de subbestemming Bvg of de nadere aanwijzing (zw) betreft − daarbijbehorende woningen; b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Bestemmingen op perceelsniveau
18
4. Voor het bouwen geldt het volgende: a. het percentage op de kaart geeft aan tot welke oppervlakte het bouwvlak met gebouwen mag worden bebouwd; b. op de gronden die voorzien zijn van de nadere aanwijzing (iw) mag de woning uitsluitend inpandig in de bedrijfsbebouwing gerealiseerd worden; c. op de gronden met de subbestemming Bvg (bedrijfsverzamelgebouw) of de nadere aanwijzing (zw) zijn geen woningen toegestaan; d. op gronden met de nadere aanwijzing (z) mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd; e. overigens geldt het volgende: max. aantal per bouwvlak woningen (inclusief aanbouwen) overige gebouwen
één, tenzij anders op de plankaart aangegeven
max. inhoud
max. goothoogte
max. bouwhoogte
650 m³
6m
10 m
zie plankaart
10 m
terreinafscheidingen
2m
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
3m
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Bestemmingen op perceelsniveau
Artikel 7
19
Woondoeleinden (W)
Doeleindenomschrijving 1. De gronden op de kaart aangewezen voor Woondoeleinden (W) zijn bestemd voor het wonen, alsmede ter plaatse van de subbestemming (Wx): een wooncomplex, alsmede voor tuinen, erven, wegen, voet- en fietspaden, parkeerplaatsen, waterpartijen en groenvoorzieningen. 2. De in lid 1 bedoelde gronden zijn tevens bestemd voor de doeleinden die in hoofdstuk III voor het betrokken deelgebied − bij wijze van medebestemming − zijn aangegeven. Daarbij is per deelgebied ook aangegeven welke doeleinden en bouwmogelijkheden na vrijstelling of planwijziging toelaatbaar zijn. Bouwvoorschriften 3. Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: a. woningen met bijgebouwen; b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 4. Voor het bouwen geldt het volgende: a. op de gronden met de nadere aanwijzing (a1) mag – in afwijking van het bepaalde onder b – de inhoud van de woning inclusief aanbouwen en bijgebouwen, zoals aanwezig op moment van terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, met ten hoogste 50% worden uitgebreid; b. overigens geldt het volgende: max. aantal per bouwvlak woningen (inclusief aanbouwen) en bijgebouwen, inclusief het aantal m³ dat op de bijbehorende gronden met de bestemming Erven is gebouwd
wooncomplex
max. opp.
¼
¼
zie plankaart
max. inhoud
max. goothoogte
max. bouwhoogte
600 m³ 1)
woningen (inclusief aanbouwen): zie plankaart
woningen (inclusief aanbouwen): 10 m
bijgebouwen: 3m
bijgebouwen:6 m
zie plankaart
10 m
terreinafscheidingen
2m
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
3m
¼ Maximaal één, tenzij uit kaartbladen 1 t/m 4 een groter maximumaantal blijkt. 1) De inhoud van een woning inclusief aanbouwen en bijgebouwen op een bouwperceel mag niet meer bedragen dan: - indien de inhoud, inclusief aanbouwen en bijgebouwen, op het moment van terinzagelegging van het ontwerpplan 300 m³ of minder bedraagt: 450 m³; - indien de inhoud, inclusief aanbouwen en bijgebouwen, op het moment van terinzagelegging van het ontwerpplan groter is dan 300 m³: 600 m³.
Vrijstellingsbevoegdheid inhoudsmaat woningen 5. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid 4 teneinde de maximale inhoudsmaat van woningen die bij recht kunnen worden uitgebreid tot 450 m³ te vergroten tot 600 m³, voorzover deze uitbreiding niet leidt tot een onevenredige aantasting van de bestaande ruimtelijke karakteristiek.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Bestemmingen op perceelsniveau
20
Vrijstellingsbevoegdheid uitbreiding inhoudsmaat na sanering 6. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van de in lid 4 genoemde maat van 600 m³ tot maximaal 750 m³, met inachtneming van het volgende: a. vrijstelling mag uitsluitend worden verleend indien reeds meer dan 600 m³ aan bebouwing aanwezig is en de inhoud van het meerdere met minimaal de helft wordt teruggebracht; na herbouw mag de gezamenlijke inhoud van woningen (inclusief aanbouwen) en bijgebouwen in geen geval meer dan 750 m³ bedragen; b. deze vrijstelling mag niet worden verleend indien daardoor cultuurhistorische waarden worden geschaad; c. door de herbouw dient sprake te zijn van een landschappelijke verbetering; d. een verzoek om vrijstelling wordt ter toetsing voorgelegd aan de landschapsdeskundige omtrent de vraag of sprake is van een daadwerkelijke landschapsverbetering.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Bestemmingen op perceelsniveau
Artikel 8
21
Woon- en Detailhandelsdoeleinden (WD)
Doeleindenomschrijving 1. De gronden op de kaart aangewezen voor Woon- en Detailhandelsdoeleinden (WD) zijn bestemd voor het wonen en detailhandel. 2. De in lid 1 bedoelde gronden zijn tevens bestemd voor de doeleinden die in hoofdstuk III voor het betrokken deelgebied − bij wijze van medebestemming − zijn aangegeven. Daarbij is per deelgebied ook aangegeven welke doeleinden en bouwmogelijkheden na vrijstelling of planwijziging toelaatbaar zijn. Bouwvoorschriften 3. Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: a. gebouwen ten dienste van de bestemming en daarbijbehorende woningen; b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 4. Voor het bouwen geldt het volgende: a. het percentage op de kaart geeft aan tot welke oppervlakte het bouwvlak met gebouwen mag worden bebouwd; b. overigens geldt het volgende: max. aantal per bouwvlak woningen (inclusief aanbouwen) en bijgebouwen
één
max. inhoud 650 m³
max. goothoogte
max. bouwhoogte
zie plankaart bijgebouwen 3m
10 m bijgebouwen: 6 m
terreinafscheidingen
2m
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
3m
Vrijstellingsbevoegdheid uitbreiding inhoudsmaat na sanering 5. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van de in lid 4 genoemde maat van 650 m³ tot maximaal 750 m³, met inachtneming van het volgende: a. vrijstelling mag uitsluitend worden verleend indien reeds meer dan 650 m³ aan bebouwing aanwezig is en de inhoud van het meerdere met minimaal de helft wordt teruggebracht; na herbouw mag de gezamenlijke inhoud van woningen (inclusief aanbouwen) en bijgebouwen in geen geval meer dan 750 m³ bedragen; b. deze vrijstelling mag niet worden verleend indien daardoor cultuurhistorische waarden worden geschaad; c. door de herbouw dient sprake te zijn van een landschappelijke verbetering; d. een verzoek om vrijstelling wordt ter toetsing voorgelegd aan de landschapsdeskundige omtrent de vraag of sprake is van een daadwerkelijke landschapsverbetering.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Bestemmingen op perceelsniveau
Artikel 9
22
Woon- en Kantoordoeleinden (WK)
Doeleindenomschrijving 1. De gronden op de kaart aangewezen voor Woon- en kantoordoeleinden (WK) zijn bestemd voor het wonen en kantoren. 2. De in lid 1 bedoelde gronden zijn tevens bestemd voor de doeleinden die in hoofdstuk III voor het betrokken deelgebied − bij wijze van medebestemming − zijn aangegeven. Daarbij is per deelgebied ook aangegeven welke doeleinden en bouwmogelijkheden na vrijstelling of planwijziging toelaatbaar zijn. Bouwvoorschriften 3. Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: a. woningen met bijgebouwen en kantoren; b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 4. Voor het bouwen geldt het volgende: a. het percentage op de kaart geeft aan tot welke oppervlakte het bouwvlak met gebouwen mag worden bebouwd; b. op gronden met de nadere aanwijzing (z) mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd; c. overigens geldt het volgende:
woningen (inclusief aanbouwen) en bijgebouwen
max. aantal per bouwvlak
max. inhoud
één
650 m³
max. goothoogte max. bouwhoogte 6m
10 m
terreinafscheidingen
2m
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
3m
Vrijstellingsbevoegdheid uitbreiding inhoudsmaat na sanering 5. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van de in lid 4 genoemde maat van 650 m³ tot maximaal 750 m³, met inachtneming van het volgende: a. vrijstelling mag uitsluitend worden verleend indien reeds meer dan 650 m³ aan bebouwing aanwezig is en de inhoud van het meerdere met minimaal de helft wordt teruggebracht; na herbouw mag de gezamenlijke inhoud van woningen (inclusief aanbouwen) en bijgebouwen in geen geval meer dan 750 m³ bedragen; b. deze vrijstelling mag niet worden verleend indien daardoor cultuurhistorische waarden worden geschaad; c. door de herbouw dient sprake te zijn van een landschappelijke verbetering; d. een verzoek om vrijstelling wordt ter toetsing voorgelegd aan de landschapsdeskundige omtrent de vraag of sprake is van een daadwerkelijke landschapsverbetering.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Bestemmingen op perceelsniveau
Artikel 10
23
Woonschepenligplaats (WL)
Doeleindenomschrijving 1. De gronden op de kaart aangewezen voor Woonschepenligplaats (WL) zijn bestemd voor het permanent afmeren van woonschepen, alsmede bijbehorende drijvende bergingen, met inachtneming van het volgende: a. het aantal woonschepen mag niet meer bedragen dan het aantal zoals op de kaart is aangegeven; b. de hoogte van de woonschepen mag niet meer dan 3,5 m bedragen; c. de onderlinge afstand tussen twee woonschepen of enig uitstekend deel daarvan mag niet minder dan 2 m bedragen; d. de lengte en breedte mogen niet meer dan 15 m respectievelijk 4 m bedragen, waarbij drijvende vlonders rondom het woonschip niet breder dan 2 m mogen zijn en niet langer dan – afgerond − de lengte van de gevel van het woonschip waarlangs de vlonder is gelegen; e. per woonschip is ten hoogste één drijvende berging toegestaan, inclusief de bij het woonschip behorende berging op de gronden met de bestemming Groenvoorzieningen; f. de oppervlakte van een drijvende berging mag ten hoogste 8 m² bedragen; g. de bouwhoogte van de drijvende berging mag ten hoogste 2,5 m bedragen. 2. De in lid 1 bedoelde gronden zijn tevens bestemd voor de doeleinden die in hoofdstuk III voor het betrokken deelgebied − bij wijze van medebestemming − zijn aangegeven. Daarbij is per deelgebied ook aangegeven welke doeleinden en bouwmogelijkheden na vrijstelling of planwijziging toelaatbaar zijn. Bouwvoorschriften 3. Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: - bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in de vorm van steigers, waarvan de lengte maximaal de lengte van het woonschip mag bedragen, de breedte niet meer dan 0,75 m en de hoogte niet meer dan het peil, met dien verstande dat per woonschip niet meer dan één steiger is toegestaan.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Bestemmingen op perceelsniveau
Artikel 11
24
Kantoordoeleinden (K)
Doeleindenomschrijving 1. De gronden op de kaart aangewezen voor Kantoordoeleinden (K) zijn bestemd voor kantoren. 2. De in lid 1 bedoelde gronden zijn tevens bestemd voor de doeleinden die in hoofdstuk III voor het betrokken deelgebied − bij wijze van medebestemming − zijn aangegeven. Daarbij is per deelgebied ook aangegeven welke doeleinden en bouwmogelijkheden na vrijstelling of planwijziging toelaatbaar zijn. Bouwvoorschriften 3. Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: a. gebouwen, géén woningen zijnde, ten dienste van de bestemming; b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 4. Voor het bouwen geldt het volgende: a. het percentage op de kaart geeft aan tot welke oppervlakte het bouwvlak met gebouwen mag worden bebouwd; indien dit niet is aangegeven mag het betreffende bouwvlak geheel worden bebouwd; b. op gronden met de nadere aanwijzing (z) mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd; c. overigens geldt het volgende: max. goothoogte gebouwen
zie plankaart
max. bouwhoogte 10 m
terreinafscheidingen
2m
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
3m
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Bestemmingen op perceelsniveau
Artikel 12
25
Maatschappelijke doeleinden (M)
Doeleindenomschrijving 1. De gronden op de kaart aangegeven voor Maatschappelijke doeleinden (M) zijn bestemd voor: a. ter plaatse van de subbestemming Mb: een begraafplaats; b. ter plaatse van de subbestemming Mgm: een gemaal; c. ter plaatse van de subbestemming Mn: nutsvoorzieningen. 2. De in lid 1 bedoelde gronden zijn tevens bestemd voor de doeleinden die in hoofdstuk III voor het betrokken deelgebied − bij wijze van medebestemming − zijn aangegeven. Daarbij is per deelgebied ook aangegeven welke doeleinden en bouwmogelijkheden na vrijstelling of planwijziging toelaatbaar zijn. Bouwvoorschriften 3. Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: a. gebouwen, géén woningen zijnde, ten behoeve van de desbetreffende subbestemming; b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 4. Voor het bouwen geldt het volgende: a. het percentage op de kaart geeft aan tot welke oppervlakte het bouwvlak met gebouwen mag worden bebouwd; indien dit niet is aangegeven, mag het betreffende bouwvlak geheel worden bebouwd; b. op gronden met de nadere aanwijzing (z) mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde worden gebouwd; c. overigens geldt het volgende:
gebouwen
max. goothoogte
max. bouwhoogte
zie plankaart
6m
terreinafscheidingen
2m
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
3m
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Bestemmingen op perceelsniveau
Artikel 13
26
Landgoed (LG)
Doeleindenomschrijving 1. De gronden op de kaart aangegeven voor Landgoed (LG) zijn bestemd voor de instandhouding en het beheer van de cultuurhistorisch waardevolle bebouwing en van de landschappelijke, natuurlijke en cultuurhistorische waarden in de vorm van tuinen, parken, bossen en weilanden in combinatie met wonen, een en ander met dien verstande dat: a. ter plaatse van de subbestemming ka (kasteel) het ter plaatse aanwezige kasteel, alsmede bijbehorende bijgebouwen waaronder het koetshuis en de theekoepel en de direct omliggende gronden van het kasteel, tevens bestemd zijn voor een trouwzaal en voor incidentele feesten en partijen, alsmede voor incidentele tentoonstellingen en evenementen; b. de bebouwing tevens bestemd is voor het wonen, voorzover zich in de betreffende gebouwen op het moment van terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan woningen bevinden. 2. De in lid 1 bedoelde gronden zijn tevens bestemd voor de doeleinden die in hoofdstuk III voor het betrokken deelgebied − bij wijze van medebestemming − zijn aangegeven. Daarbij is per deelgebied ook aangegeven welke doeleinden en bouwmogelijkheden na vrijstelling of planwijziging toelaatbaar zijn. Bouwvoorschriften 3. Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: a. ter plaatse van bouwvlakken met de subbestemming ka: een kasteel met bijbehorende bijgebouwen waaronder het koetshuis en de theekoepel; b. ter plaatse van overige bouwvlakken: gebouwen ten behoeve van de instandhouding van het landgoed; c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 4. Voor het bouwen geldt het volgende: a. op de kaart is aangegeven tot welke oppervlakte het bouwvlak met gebouwen mag worden bebouwd; indien dit niet is aangegeven, mag het betreffende bouwvlak geheel worden bebouwd; b. op gronden met de nadere aanwijzing (z) mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd; c. overigens geldt het volgende: max. aantal per bouwvlak
max. inhoud
max. goothoogte
max. bouwhoogte
kasteel bijgebouwen bij kasteel
zoals aanwezig op het moment van terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan
overige gebouwen woningen in kasteel/bijgebouwen bij kasteel of overige gebouwen
zoals aanwezig op het moment van terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan
zoals aanwezig op het moment van terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan
n.v.t.
terreinafscheidingen
2m
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
3m
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Bestemmingen op perceelsniveau
Artikel 14
27
Horecadoeleinden (H)
Doeleindenomschrijving 1. De gronden op de kaart aangewezen voor Horecadoeleinden (H) − onder verwijzing naar de Staat van Horeca-activiteiten − zijn bestemd voor: a. ter plaatse van de subbestemming Hr: een restaurant behorende tot categorie 1b; b. ter plaatse van de subbestemming Hhr: hotel-restaurant, behorende tot categorie 1b, alsmede zalenverhuur ten behoeve van vergaderingen en conferenties en feesten en partijen behorende tot categorie 2. 2. De in lid 1 bedoelde gronden zijn tevens bestemd voor de doeleinden die in hoofdstuk III voor het betrokken deelgebied − bij wijze van medebestemming − zijn aangegeven. Daarbij is per deelgebied ook aangegeven welke doeleinden en bouwmogelijkheden na vrijstelling of planwijziging toelaatbaar zijn. Bouwvoorschriften 3. Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: a. gebouwen, geen woningen zijnde, ten dienste van de (sub)bestemming; b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 4. Voor het bouwen geldt het volgende: a. het percentage op de kaart geeft aan tot welke oppervlakte het bouwvlak met gebouwen mag worden bebouwd; b. in afwijking van het bepaalde in lid 3 mag het bouwvlak dat voorzien is van de nadere aanwijzing (iw) een woning inpandig in de bedrijfsbebouwing gerealiseerd worden met een inhoud van maximaal 400 m³; c. op gronden met de nadere aanwijzing (z) mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd; d. overigens geldt het volgende: max. goothoogte gebouwen
zie plankaart
max. bouwhoogte 10 m
terreinafscheidingen
2m
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
3m
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Bestemmingen op perceelsniveau
Artikel 15
28
Molen (MO)
Doeleindenomschrijving 1. De gronden op de kaart aangewezen voor Molen (MO) zijn bestemd voor instandhouding van de ter plaatse aanwezige molen, alsmede voor bijbehorende voorzieningen zoals ontsluitingswegen, parkeervoorzieningen groen en water, een en ander met dien verstande dat bewoning van de molen uitsluitend is toegestaan, voorzover het bouwvlak voorzien is van de nadere aanwijzing (w). 2. De in lid 1 bedoelde gronden zijn tevens bestemd voor de doeleinden die in hoofdstuk III voor het betrokken deelgebied − bij wijze van medebestemming − zijn aangegeven. Daarbij is per deelgebied ook aangegeven welke doeleinden en bouwmogelijkheden na vrijstelling of planwijziging toelaatbaar zijn. Bouwvoorschriften 3. Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: a. gebouwen, géén afzonderlijke woningen zijnde, ten dienste van de instandhouding van de molen; b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 4. Voor het bouwen geldt het volgende:
molen en overige gebouwen ten behoeve van de instandhouding van de molen
max. aantal per bouwvlak
max. inhoud
max. opp.
max. goothoogte
max. bouwhoogte
¼
¼
¼
¼
¼
terreinafscheidingen overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
1,5 m 2m
¼ Zoals aanwezig op het moment van terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Bestemmingen op perceelsniveau
Artikel 16
29
Recreatieve doeleinden (R)
Doeleindenomschrijving 1. De gronden op de kaart aangewezen voor Recreatieve doeleinden (R) zijn bestemd voor: a. ter plaatse van de subbestemming Rm: manege; b. ter plaatse van de subbestemming Rp: een parkeerterrein ten behoeve van recreatieve voorzieningen/activiteiten, een en ander met dien verstande dat de gronden die voorzien zijn van de nadere aanwijzing (et) mede bestemd zijn voor incidentele evenementen in de vorm van kermis en circus en andere, daarmee naar aard gelijk te stellen incidentele evenementen, inbegrepen de tijdelijke huisvesting van exploitanten; c. ter plaatse van de subbestemming Rsc: scoutingterrein; d. ter plaatse van de subbestemming Rt: een tentoonstellingsterrein voor bloemen en siergewassen, alsmede voor horecagelegenheden in categorie 2 van de Staat van Horeca-activiteiten, een en ander met dien verstande dat: - de gronden met de nadere aanwijzing (gr) uitsluitend bestemd zijn voor een groenzone; - de gronden met de nadere aanwijzing (j) tevens zijn bestemd voor jaarrond gebruik ten behoeve van evenementen, zoals beurzen, congressen, tentoonstellingen en fairs; e. ter plaatse van de subbestemming Rv: sportvelden en een wielercircuit; f. ter plaatse van de subbestemming Rvt: volkstuinen. 2. De in lid 1 bedoelde gronden zijn tevens bestemd voor de doeleinden die in hoofdstuk III voor het betrokken deelgebied − bij wijze van medebestemming − zijn aangegeven. Daarbij is per deelgebied ook aangegeven welke doeleinden en bouwmogelijkheden na vrijstelling of planwijziging toelaatbaar zijn. Bouwvoorschriften 3. Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: a. ter plaatse van de subbestemming Rvt, voorzover niet voorzien van een nadere aanwijzing (n): bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de desbetreffende subbestemming; b. ter plaatse van het bouwvlak met de subbestemming Rvt dat voorzien is van de nadere aanwijzing (n): - een verenigingsgebouw; - gebouwtjes, géén tuinhuisjes zijnde; - bouwwerken, geen gebouwen zijnde; c. ter plaatse van de subbestemming Rv en Rsc: gebouwen, géén woningen zijnde, ten behoeve van de desbetreffende subbestemming alsmede bouwwerken, geen gebouwen zijnde; d. ter plaatse van de subbestemming Rm: stallen, schuren, overkappingen, binnenrijbanen alsmede bouwwerken, geen gebouwen zijnde en − tenzij het gronden met de nadere aanwijzing (zw) betreft − daarbijbehorende woningen; e. ter plaatse van de subbestemming Rp: gebouwen ten behoeve van het parkeren en bouwwerken, geen gebouwen zijnde; f. ter plaatse van de subbestemming Rt: - gebouwen, géén woningen zijnde ten behoeve van de exploitatie van het tentoonstellingsterrein voor bloemen en bloembollen zoals kassen en andere overdekte tentoonstellingsruimten, een molen, restaurants en voorzieningen voor detailhandel, een en ander met dien verstande dat op de gronden die voorzien zijn van de nadere aanwijzing (p) uitsluitend met het parkeren samenhangende gebouwen zijn toegestaan; - bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Bestemmingen op perceelsniveau
30
4. Voor het bouwen geldt het volgende: a. het percentage op de kaart geeft aan tot welke oppervlakte het bouwvlak met gebouwen mag worden bebouwd; indien dit niet is aangegeven mag het betreffende bouwvlak geheel worden bebouwd; b. uitsluitend ter plaatse van de subbestemming Rt geldt het volgende: de goothoogte van gebouwen mag maximaal 4 m bedragen, met dien verstande dat de goothoogte van de molen en van gebouwen die op minimaal 65 m van de grens van de subbestemming Rt zijn gelegen, maximaal 10 m mag bedragen; c. op gronden met de nadere aanwijzing (z) mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd; d. overigens geldt het volgende: max. aantal per bouwvlak
max. inhoud
woningen (incl. aanbouwen) op bouwvlakken met de subbestemming Rm1)
één
650 m³
verenigingsgebouw ter plaatse van Rvt (n)
één
gebouwtjes, géén tuinhuisjes zijnde, ter plaatse van Rvt (n)
één per volkstuin indien deze een oppervlakte heeft van 180 m²
max. oppervlak
200 m²
max. goothoogte 6m
10 m
3m
6m
10 m² 2,5 m
molen ter plaatse van Rt overige gebouwen
max. bouwhoogte
10 m 6m
10 m
terreinafscheidingen
2m
lichtmasten ter plaatse van Rm, Rt en Rv
15 m
tribunes ter plaatse van Rv
6m
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
3m
1)
Voorzover niet voorzien van de nadere aanwijzing (zw).
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Bestemmingen op perceelsniveau
Artikel 17
31
Tuincentrum (TC)
Doeleindenomschrijving 1. De gronden op de kaart aangewezen voor Tuincentrum (TC) zijn bestemd voor de teelt van siergewassen, de verkoop van siergewassen en tuinbenodigdheden, een en ander met dien verstande dat de gronden ter plaatse van de subbestemming TCta uitsluitend bestemd zijn voor een tuinadviesbureau annex decoratieatelier. 2. De in lid 1 bedoelde gronden zijn tevens bestemd voor de doeleinden die in hoofdstuk III voor het betrokken deelgebied − bij wijze van medebestemming − zijn aangegeven. Daarbij is per deelgebied ook aangegeven welke doeleinden en bouwmogelijkheden na vrijstelling of planwijziging toelaatbaar zijn. Bouwvoorschriften 3. Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: a. gebouwen, ten dienste van de bestemming en daarbijbehorende woningen; b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 4. Voor het bouwen geldt het volgende: a. het percentage op de kaart geeft aan tot welke oppervlakte het bouwvlak met gebouwen mag worden bebouwd; indien dit niet is aangegeven mag het betreffende bouwvlak geheel worden bebouwd; b. op gronden met de nadere aanwijzing (z) mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd; c. overigens geldt het volgende:
woningen (inclusief aanbouwen) overige gebouwen
max. aantal per bouwvlak
max. inhoud
één
650 m³
max. oppervlak
max. goothoogte
max. bouwhoogte
6m
10 m
zie plankaart
10 m
terreinafscheidingen
2m
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
3m
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Bestemmingen op perceelsniveau
Artikel 18
32
Erven (E)
Doeleindenomschrijving 1. De gronden op de kaart aangewezen voor Erven (E) zijn bestemd voor erven behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen, een en ander met dien verstande dat de gronden die voorzien zijn van de nadere aanwijzing (pa) uitsluitend bestemd zijn voor paardenstalling. 2. De in lid 1 bedoelde gronden zijn tevens bestemd voor de doeleinden die in hoofdstuk III voor het betrokken deelgebied − bij wijze van medebestemming − zijn aangegeven. Daarbij is per deelgebied ook aangegeven welke doeleinden en bouwmogelijkheden na vrijstelling of planwijziging toelaatbaar zijn. Bouwvoorschriften 3. Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: a. op de gronden met de nadere aanwijzing (pa): paardenstallen; b. op de overige gronden bijgebouwen en aan- en uitbouwen; c. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 4. Voor het bouwen geldt het volgende: a. de gezamenlijke inhoud van een woning (inclusief aanbouwen) en bijgebouwen mag maximaal 600 m³ bedragen inclusief het aantal m³ dat op de bijbehorende gronden met de bestemming Woondoeleinden is gebouwd; b. in afwijking van het bepaalde onder a, mag op de gronden met de nadere aanwijzing (a1) de inhoud van de woning inclusief aanbouwen en bijgebouwen, zoals aanwezig op het moment van terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan, met ten hoogste 50% worden vergroot; c. in afwijking van het bepaalde onder a, mag op de gronden met de nadere aanwijzing (a2) stalruimte met een oppervlakte van ten hoogste 450 m² worden gebouwd; d. in afwijking van het bepaalde onder a mag het gezamenlijk oppervlak van paardenstallen op de gronden die voorzien van de nadere aanwijzing (pa) maximaal 40 m² bedragen; e. bijgebouwen en aanbouwen dienen op een afstand van ten minste 3 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw te worden gebouwd, een en ander met dien verstande dat dit niet van toepassing is op gronden met de nadere aanwijzing (pa); f. aanbouwen ter vergroting van de woning mogen uitsluitend worden gebouwd indien hierdoor de totale inhoud van de woning, inclusief bijgebouwen, op een bouwperceel niet meer zal bedragen dan 600 m³; g. de diepte van een aanbouw, gemeten vanuit de achtergevel van het hoofdgebouw, mag ten hoogste 2,5 m bedragen; h. indien de gebouwen niet in de erfscheiding worden gebouwd, dient de afstand tot de erfscheiding ten minste 1 m te bedragen; i. overigens geldt het volgende:
aanbouwen, bijgebouwen en paardenstallen
max. goothoogte
max. bouwhoogte
3m
6m
terreinafscheidingen
2m
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
3m
Nadere eisen 5. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen omtrent de plaatsing en de goot- en boeibordhoogte van aanbouwen en bijgebouwen, indien over een lengte van meer dan 2,5 m in de zijerfscheiding wordt gebouwd, teneinde te waarborgen dat de op te richten bebouwing geen onnodige nadelige veranderingen teweegbrengt in de bezonningssituatie op de aangrenzende erven of tuinen en in de lichttoetreding van het naastgelegen hoofdgebouw, met dien verstande dat: a. daardoor de gebruikswaarde van het te bebouwen erf niet onevenredig wordt geschaad;
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Bestemmingen op perceelsniveau
b. c.
33
de goot- of boeibordhoogte van (delen van) gebouwen niet wordt teruggebracht tot minder dan 2,5 m; geen inbreuk wordt gemaakt op het bepaalde in lid 4 onder a ten aanzien van de maximale inhoud van de woning (inclusief aanbouwen) en bijgebouwen.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Bestemmingen op perceelsniveau
Artikel 19
34
Tuinen (T)
Doeleindenomschrijving 1. De gronden op de kaart aangewezen voor Tuinen (T) zijn bestemd voor tuinen behorende bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen. 2. De in lid 1 bedoelde gronden zijn tevens bestemd voor de doeleinden die in hoofdstuk III voor het betrokken deelgebied − bij wijze van medebestemming − zijn aangegeven. Bouwvoorschriften 3. Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van: a. voor de voorgevelrooilijn: 1 m; b. op overige plaatsen: 2 m.
Artikel 20
Natuurdoeleinden (N)
Doeleindenomschrijving 1. De gronden op de kaart aangewezen voor Natuurdoeleinden (N) zijn bestemd voor: a. daar waar een subbestemming ontbreekt: behoud, bescherming en beheer van natuur- en landschapswaarden; b. ter plaatse van de subbestemming Ne: behoud, bescherming en beheer van waardevolle natuur- en landschapselementen in de vorm van geriefhoutbosjes, houtwallen, houtsingels en laanbeplantingen. 2. De in lid 1 bedoelde gronden zijn tevens bestemd voor de doeleinden die in hoofdstuk III voor het betrokken deelgebied − bij wijze van medebestemming − zijn aangegeven. Daarbij is per deelgebied ook aangegeven welke doeleinden en bouwmogelijkheden na vrijstelling of planwijziging toelaatbaar zijn. Bouwvoorschriften 3. Op deze gronden mogen uitsluitend terreinafscheidingen worden gebouwd met een hoogte van maximaal 1,5 m en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van de waterhuishouding.
Artikel 21
Water
Doeleindenomschrijving 1. De gronden op de kaart aangewezen voor Water zijn bestemd voor wateraanvoer en -afvoer en waterberging en recreatievaart. 2. De in lid 1 bedoelde gronden zijn tevens bestemd voor de doeleinden die in hoofdstuk III voor het betrokken deelgebied − bij wijze van medebestemming − zijn aangegeven. Bouwvoorschriften 3. Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor de waterhuishouding worden gebouwd.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Bestemmingen op perceelsniveau
Artikel 22
35
Groenvoorzieningen (GR)
Doeleindenomschrijving 1. De gronden op de kaart aangewezen voor Groenvoorzieningen zijn bestemd voor beplantingen en andere groenvoorzieningen alsmede ter plaatse van de nadere aanwijzing (s) bergingen ten behoeve van de woonschepen en in samenhang daarmee voor voet- en fietspaden alsmede voor bermen en bermsloten. 2. De in lid 1 bedoelde gronden zijn tevens bestemd voor de doeleinden die in hoofdstuk III voor het betrokken deelgebied − bij wijze van medebestemming − zijn aangegeven. Bouwvoorschriften 3. Op deze gronden mogen ten dienste van de bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een maximale bouwhoogte van 3 m. 4. Op de gronden met de nadere aanwijzing (s) mogen tevens bergingen ten behoeve van de woonschepen worden gebouwd met een oppervlakte van ten hoogste 7,5 m² en een maximale bouwhoogte van 3 m, met dien verstande dat per woonschip ten hoogste één berging is toegestaan, inclusief de bij het woonschip behorende berging op de gronden met de bestemming Woonschepenligplaats.
Artikel 23
Verkeersdoeleinden (V)
Doeleindenomschrijving 1. De gronden op de kaart aangewezen voor Verkeersdoeleinden zijn bestemd voor wegen, bruggen, fiets- en voetpaden, andere verhardingen, bermen, picknickplaatsen, fietsenstallingen, bushokjes, parkeerplaatsen en groenvoorzieningen. 2. De in lid 1 bedoelde gronden zijn tevens bestemd voor de doeleinden die in hoofdstuk III voor het betrokken deelgebied − bij wijze van medebestemming − zijn aangegeven. Bouwvoorschriften 3. Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van het verkeer worden gebouwd, met een bouwhoogte van maximaal 15 m.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Bestemmingen op perceelsniveau
Artikel 24
36
Spoorwegdoeleinden (S)
Doeleindenomschrijving 1. De gronden op de kaart aangewezen voor Spoorwegdoeleinden (S) zijn bestemd voor spoorwegen alsmede voor daarbijbehorende gebouwen, bermen, spoorwegovergangen, bermsloten, taluds, geluidswerende voorzieningen en groenvoorzieningen. 2. De in lid 1 bedoelde gronden zijn tevens bestemd voor de doeleinden die in hoofdstuk III voor het betrokken deelgebied − bij wijze van medebestemming − zijn aangegeven. Bouwvoorschriften 3. Op deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd: gebouwen, géén woningen zijnde, ten dienste van de bestemming alsmede viaducten en overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde. 4. Voor het bouwen geldt het volgende: max. inhoud gebouwen bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
max. goothoogte
max. bouwhoogte
zoals aanwezig op het moment van terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan 10 m
161.9446.00
Bestemmingen op perceelsniveau
Artikel 25
37
Leidingen
Doeleindenomschrijving 1. De gronden op de kaart aangewezen voor leidingen zijn mede bestemd voor: a. binnen een afstand aan weerszijden van 27,5 m van de aanduiding "bovengrondse hoogspanningsleiding": een bovengrondse hoogspanningsleiding; b. binnen een afstand aan weerszijden van 3 m van de aanduiding "olietransportleiding": een olietransportleiding. 2. De in lid 1 bedoelde gronden zijn tevens bestemd voor de doeleinden die in hoofdstuk III voor het betrokken deelgebied − bij wijze van medebestemming − zijn aangegeven. Bouwvoorschriften vanwege de bestemming Leidingen 3. Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming Leidingen uitsluitend worden gebouwd: a. gebouwen met een inhoud van maximaal 50 m³; b. bouwwerken, geen gebouwen zijnde. Bouwvoorschriften vanwege samenvallende bestemmingen 4. Bouwwerken ten behoeve van samenvallende bestemmingen zijn op deze gronden slechts toelaatbaar indien daarvoor vrijstelling door burgemeester en wethouders is verleend. Vrijstelling wordt verleend indien de belangen van de leidingen hierdoor niet onevenredig worden geschaad. Adviesprocedure voor het bouwen 5. Alvorens omtrent het verlenen van vrijstelling ten behoeve van samenvallende bestemmingen te beslissen, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de beheerders van de leidingen omtrent de vraag of door de voorgenomen bouwactiviteiten de belangen van de leidingen niet onevenredig worden geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden. Aanlegvoorschriften 6. Het is − onverminderd de gebruiksverboden van artikel 52 en de aanlegvoorschriften van artikel 34 − verboden op of in de gronden met de bestemming Leidingen zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: a. het aanleggen van wegen, paden, banen en andere oppervlakteverhardingen; b. het veranderen van het huidige maaiveldniveau door ontginnen, bodemverlagen, egaliseren, afgraven of ophogen; c. het aanbrengen van diepwortelende beplantingen en/of bomen; d. het uitvoeren van heiwerkzaamheden en het op een andere wijze indrijven van voorwerpen; e. diepploegen; f. het aanleggen van kabels en leidingen en daarmee verband houdende constructies; g. het aanleggen van watergangen of het vergraven, verruimen of dempen van reeds bestaande watergangen. 7. Het verbod als bedoeld in lid 6 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die: a. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan; b. mogen worden uitgevoerd krachtens een reeds verleende vergunning. 8. De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 6 zijn slechts toelaatbaar voorzover het leidingbelang hierdoor niet onevenredig wordt benadeeld. Adviesprocedure voor aanlegvergunning 9. Alvorens omtrent het verlenen van een aanlegvergunning als bedoeld in lid 6 te beslissen, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de betrokken leidingbeheerder omtrent de vraag of door de uitvoering van de voorgenomen werken en werkzaamheden de belangen van de leidingen niet onevenredig worden geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Bestemmingen op perceelsniveau
Artikel 26
38
Primair waterkering
Doeleindenomschrijving 1. De gronden op de kaart aangewezen voor Primair waterkering zijn primair bestemd voor dijken, kaden, dijksloten en andere voorzieningen ten behoeve van de waterkering, waarbij het belang van de waterkering prevaleert boven de overige doeleinden die voor de betrokken gronden zijn aangegeven. Bouwvoorschriften vanwege de bestemming Primair waterkering 2. Op deze gronden mogen ten behoeve van de bestemming "Primair waterkering" uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd met een hoogte van maximaal 6 m. Bouwwerken vanwege de secundaire bestemmingen 3. Bouwwerken ten behoeve van de secundaire bestemmingen zijn op deze gronden slechts toelaatbaar indien daarvoor vrijstelling door burgemeester en wethouders is verleend. Vrijstelling wordt verleend indien het belang van de waterkering hierdoor niet onevenredig wordt geschaad. Adviesprocedure voor het bouwen 4. Alvorens omtrent het verlenen van een vrijstelling ten behoeve van de secundaire bestemmingen te beslissen, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de beheerder van de waterkering omtrent de vraag of door de voorgenomen bouwactiviteiten het belang van de waterkering niet onevenredig wordt geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Bestemmingen op perceelsniveau
Artikel 27
39
Terreinen van archeologische waarde
Doeleindenomschrijving 1. De gronden op de kaart aangewezen voor Archeologisch waardevol gebied zijn mede bestemd voor bescherming van archeologische waarden. 2. De in lid 1 bedoelde gronden zijn tevens bestemd voor de doeleinden die in hoofdstuk III voor het betrokken deelgebied − bij wijze van medebestemming − zijn aangegeven. Bouwvoorschriften vanwege de bestemming Archeologisch waardevol gebied 3. Op deze gronden mogen ten behoeve van de in lid 1 genoemde bestemming uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, met een bouwhoogte van ten hoogste 1 m. Bouwvoorschriften vanwege samenvallende bestemmingen 4. Bouwwerken ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemmingen zijn op deze gronden slechts toelaatbaar, indien daarvoor vrijstelling door burgemeester en wethouders is verleend. Vrijstelling wordt verleend, indien de archeologische belangen door de bouwactiviteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad. 5. Vrijstelling, zoals in lid 4 bedoeld, is niet vereist voor reeds aanwezige bouwwerken, indien de oppervlakte van het bouwwerk niet wordt uitgebreid. Geen vrijstelling is vereist, wanneer op de betrokken bouwlocatie: a. blijkens archeologisch onderzoek geen archeologische waarden aanwezig zijn; b. wel aanwezige archeologische waarden blijkens rapportage van de archeologische adviesinstantie in voldoende mate zijn zekergesteld. Adviesprocedure voor bouwen 6. Alvorens omtrent het verlenen van vrijstelling te beslissen, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de archeologisch deskundige omtrent de vraag of door de voorgenomen bouwactiviteiten de archeologische belangen niet onevenredig worden geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden. Aanlegvoorschriften 7. Het is − onverminderd de gebruiksvoorschriften van artikel 52 en de aanlegvoorschriften van artikel 34 − verboden op of in de gronden met de bestemming Archeologisch waardevol gebied zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, voorzover geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren: a. het ophogen van de bodem; b. het verlagen van de bodem of het afgraven van gronden waarvoor geen ontgrondingsvergunning is vereist; c. het uitvoeren van grondwerkzaamheden dieper dan 30 cm, waartoe ook gerekend wordt woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, aanleggen van drainage en ontginnen; d. het omzetten van grasland in bouwland; e. het rooien van bos of opgaande beplanting waarbij de stobben worden verwijderd; f. het beplanten van gronden met opgaande beplantingen; g. het verlagen van het waterpeil; h. het aanleggen, verbreden of verharden van wegen, paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen; i. het aanleggen van ondergrondse transport-, energie- of telecommunicatie- of andere leidingen en daarmee verband houdende constructies; j. het aanbrengen van constructies die verband houden met bovengrondse leidingen; k. het graven, verbreden en dempen van sloten, vijvers en andere wateren; l. alle overige werkzaamheden die de archeologische waarden in het terrein kunnen aantasten en die niet worden gerekend tot het normale gebruik van het terrein. 8. Het verbod, zoals in lid 7 bedoeld, is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die: a. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan; b. mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende vergunning. Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Bestemmingen op perceelsniveau
40
9. De werken of werkzaamheden, zoals in lid 7 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar indien daardoor de archeologische belangen niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad. 10. Een aanlegvergunning is niet (langer) vereist, wanneer op de betrokken locatie: a. blijkens archeologisch onderzoek geen archeologische waarden aanwezig zijn; b. wel aanwezige archeologische waarden blijkens rapportage van de archeologische adviesinstantie in voldoende mate zijn zekergesteld. Adviesprocedure voor aanlegvergunningen 11. Alvorens over het verlenen van een aanlegvergunning als bedoeld in lid 7 te beslissen, winnen burgemeester en wethouders schriftelijk advies in bij de archeologisch deskundige omtrent de vraag of door de voorgenomen activiteiten de archeologische belangen niet onevenredig worden geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden. Wijzigingsbevoegdheden 12. Ter plaatse van de gronden met de bestemming Archeologisch waardevol gebied wordt een besluit tot wijziging ex artikel 11 WRO ten behoeve van de beoogde functie(s) niet eerder genomen dan nadat ingevolge archeologisch onderzoek is gebleken dat op de betrokken locatie: a. geen archeologische waarden aanwezig zijn; b. wel aanwezige archeologische waarden in voldoende mate zijn zeker gesteld.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
41
Hoofdstuk III Bestemmingen en gebruik Artikel 28
Primair agrarisch gebied (zone I)
Doeleindenomschrijving Het gebied op de kaart aangewezen als Primair agrarisch gebied (zone I) is bestemd voor: a. de doeleinden en bouwmogelijkheden, zoals in de navolgende tabel 1 en de tabellen 5.1 en 5.2 is aangegeven, hetzij rechtstreeks (medebestemming), hetzij na vrijstelling of planwijziging; b. de doeleinden en bouwmogelijkheden, overeenkomstig hoofdstuk II; een en ander met inachtneming van: de in dit gebied voorkomende landschapswaarden in de vorm van bollenvelden, openheid en landschapselementen in de vorm van houtwallen en -singels, geriefhoutbosjes, groenvoorzieningen en water; de in dit gebied voorkomende natuurwaarden ter plaatse van houtwallen en -singels en geriefhoutbosjes (subbestemming Ne). Tabel 1 Primair agrarisch gebied (zone I) functie/gebruik
passend/toelaatbaar
voorschriften bij tabel 1 van toepassing
agrarische productierichtingen grondgebonden veehouderij
bollenteelt
{
- afdekmaterialen
{
glastuinbouw
overige agrarische productierichtingen (akker- en vollegrondstuinbouw; intensieve veehouderij; fruitteelt; sierteelt; bosbouw; intensieve kwekerij), zowel hoofd- als neventak
z
1
ruwvoederteelt - in Rooversbroekpolder
{
- overig
z
overschrijding van bouwvlakken
v
2
vergroting van bouwvlakken
w
3
nieuwe bouwvlakken
z
extra bouwmogelijkheden door sanering bebouwing elders
w
4+5
agrarische hulpgebouwen
v
6
tweede agrarische bedrijfswoning
v
7+8
w
9
natuurontwikkeling realisatie ecologische verbindingszones
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Bestemmingen en gebruik
functie/gebruik
42
passend/toelaatbaar
voorschriften bij tabel 1 van toepassing
kleinschalige natuurontwikkeling
{
10
compensatie uitbreiding begraafplaats
w
11
recreatie wandelpaden
a
fietspaden
w
kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen (buiten bouwvlakken)
{
recreatieve neven- en vervolgfuncties binnen bouwvlakken
t.5.1/t.5.2
neven- en vervolgfuncties op bouwvlakken
t.5.1/t.5.2
{ v w a t.5.1/t.5.2 z
12
toelaatbaar als medebestemming alleen toelaatbaar waar op kaartbladen 1 t/m 4 een dienovereenkomstige (sub)bestemming is aangegeven na vrijstelling na planwijziging aanlegvergunning zie tabellen 5.1 en 5.2 niet toelaatbaar
Voorschriften bij tabel 1 Bollenteelt 1. Bollenteelt is niet toegestaan ter plaatse van geriefhoutbosjes, houtwallen, houtsingels en bosplantsoen (subbestemming Ne en bestemming Groenvoorzieningen). Vrijstellingsbevoegdheid overschrijding bouwvlakken (Ab en Av) 2. Burgemeester en wethouders zijn ten behoeve van volwaardige agrarische bedrijven (Ab en Av) bevoegd vrijstelling te verlenen van de op de kaart aangegeven begrenzing van een bouwvlak, met inachtneming van het volgende: a. van de vrijstellingsbevoegdheid mag uitsluitend gebruik worden gemaakt, indien de overschrijding van het bouwvlak voor een doelmatige bedrijfsvoering noodzakelijk is; hiervan is in ieder geval sprake indien de overschrijding van het bouwvlak op grond van de milieuwetgeving noodzakelijk is; b. de grenzen van het bouwvlak mogen met ten hoogste 15% worden overschreden, dan wel met de oppervlakte die minimaal benodigd is op grond van milieuvoorschriften; c. de overschrijding is uitsluitend toelaatbaar in de richting zoals die op de plankaart is aangegeven; d. de diepte van het bouwvlak mag in geen geval meer bedragen dan 200 m; e. de overschrijding van bouwvlakken is in geen geval toegestaan ter plaatse van: - waardevolle natuur- en landschapselementen (subbestemming Ne) (kaartbladen 1 t/m 4); - terreinen van archeologische waarde (kaartbladen 1 t/m 4); - gronden voorzien van de aanduiding "wijzigingsbevoegdheid ecologische verbindingszones" (kaartblad 5); - gronden voorzien van de aanduiding "wijzigingsbevoegdheid compensatie uitbreiding begraafplaats" (kaartblad 5).
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Bestemmingen en gebruik
43
Wijzigingsbevoegdheid groter bouwvlak (Ab en Av) 3. Burgemeester en wethouders zijn – met toepassing van artikel 11 WRO – bevoegd ten behoeve van volwaardige agrarische bedrijven (Ab en Av) de op de kaart aangegeven begrenzing van het bouwvlak te wijzigen, met inachtneming van het volgende: a. van de wijzigingsbevoegdheid mag uitsluitend gebruik worden gemaakt, indien dit voor een doelmatige bedrijfsvoering noodzakelijk is; hiervan is in ieder geval sprake indien wijziging van het bouwvlak op grond van de milieuwetgeving noodzakelijk is; b. het bouwvlak mag met ten hoogste 25% worden vergroot; c. de overschrijding is uitsluitend toelaatbaar in de richting zoals die op de plankaart is aangegeven; d. de diepte van het bouwvlak mag in geen geval meer bedragen dan 200 m; e. een verzoek om toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid wordt ter toetsing voorgelegd aan de agrarisch deskundige omtrent de vraag of aan het gestelde onder a van dit voorschrift wordt voldaan; f. een verzoek om planwijziging wordt ter toetsing voorgelegd aan de landschapsdeskundige omtrent de vraag of door vergroting van het bouwvlak de natuur- en landschapswaarden niet onevenredig worden geschaad; g. de uitbreiding van het bouwvlak is in geen geval toegestaan ter plaatse van: - waardevolle natuur- en landschapselementen (subbestemming Ne) (kaartbladen 1 t/m 4); - terreinen van archeologische waarde (kaartbladen 1 t/m 4); - gronden voorzien van de aanduiding "wijzigingsbevoegdheid ecologische verbindingszones" (kaartblad 5); - gronden voorzien van de aanduiding "wijzigingsbevoegdheid compensatie uitbreiding begraafplaats" (kaartblad 5). Extra bouwmogelijkheden door sanering bebouwing elders 4. Burgemeester en wethouders zijn – met toepassing van artikel 11 WRO – bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van extra uitbreiding van de bebouwing op bouwvlakken in zone I in ruil voor sanering van bouwvlakken in zone II, met inachtneming van het volgende: a. planwijziging wordt uitsluitend toegepast ten behoeve van bouwvlakken die gelegen zijn in zone I met de bestemmingen Agrarische doeleinden bollenteelt (Ab) en Agrarisch aanverwante doeleinden, subbestemming handels- en exportbedrijf (ADhe); b. uitsluitend bouwvlakken in zone II met de bestemming Agrarische doeleinden bollenteelt (Ab), Agrarisch aanverwante doeleinden (AD) en Bedrijfsdoeleinden (B) komen voor sanering in aanmerking; c. alle bedrijfsbebouwing − met uitzondering van de voormalige bedrijfswoning − op het bouwvlak in zone II dient volledig te worden gesaneerd, waarbij het agrarische bouwvlak komt te vervallen en de eventueel agrarische bedrijfswoning wordt voorzien van de bestemming Woondoeleinden, Tuin en Erf; d. de aanwezige oppervlakte bedrijfsbebouwing (exclusief kassen) op het te saneren bouwvlak kan na sloop volledig worden toegevoegd aan het bouwvlak in zone I; voor de overige bebouwing blijven de overige bouwvoorschriften gelden; e. het bouwvlak in zone I mag ten behoeve van de toe te voegen bebouwing worden uitgebreid voor zover dat hiervoor noodzakelijk is, met dien verstande dat de diepte van het bouwvlak in geen geval meer mag bedragen dan 200 m; daarbij mag het bouwvlak uitsluitend worden uitgebreid in de richting zoals die op de plankaart is aangegeven; uitbreiding van het bouwvlak is in geen geval toegestaan ter plaatse van: - waardevolle natuur- en landschapselementen (subbestemming Ne) (kaartbladen 1 t/m 4); - terreinen van archeologische waarde (kaartbladen 1 t/m 4); - gronden voorzien van de aanduiding "wijzigingsbevoegdheid ecologische verbindingszones" (kaartblad 5); - gronden voorzien van de aanduiding "wijzigingsbevoegdheid compensatie uitbreiding begraafplaats" (kaartblad 5); f. een verzoek om planwijziging wordt ter toetsing voorgelegd aan de landschapsdeskundige omtrent de vraag of er op de te saneren locatie in zone II sprake is van een aanmerkelijke landschappelijke verbetering.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Bestemmingen en gebruik
44
5. Planwijziging voor extra bouwmogelijkheden door sanering van bebouwing elders in afwijking van het advies van de natuur- en landschapsdeskundige mag niet worden toegepast zonder een schriftelijke verklaring van geen bezwaar van Gedeputeerde Staten. Vrijstellingsbevoegdheid agrarische hulpgebouwen 6. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in hoofdstuk II teneinde de bouw van agrarische hulpgebouwen buiten de bouwvlakken mogelijk te maken, met inachtneming van het volgende: a. per agrarisch bedrijf is slechts één agrarisch hulpgebouw toegestaan met een oppervlakte van maximaal 10 m² en een goot- en bouwhoogte van maximaal 3 m en 6 m; b. agrarische hulpgebouwen zijn niet toegestaan ter plaatse van: - waardevolle natuur- en landschapselementen (subbestemming Ne); - terreinen van archeologische waarde (kaartbladen 1 t/m 4); - gronden voorzien van de aanduiding "wijzigingsbevoegdheid ecologische verbindingszones" (kaartblad 5); - gronden voorzien van de aanduiding "wijzigingsbevoegdheid compensatie uitbreiding begraafplaats" (kaartblad 5). Vrijstellingsbevoegdheid tweede agrarische bedrijfswoning 7. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in hoofdstuk II teneinde de bouw van een tweede agrarische bedrijfswoning mogelijk te maken indien de permanente aanwezigheid door twee volwaardige arbeidskrachten daadwerkelijk noodzakelijk en doelmatig is, met inachtneming van het volgende: a. de tweede agrarische bedrijfswoning is alleen toelaatbaar voor volwaardige agrarische bedrijven; b. het betreffende bedrijf dient duurzaam werkgelegenheid te bieden aan twee volwaardige arbeidskrachten; c. een verzoek om toepassing van deze vrijstellingsbevoegdheid wordt ter toetsing voorgelegd aan de agrarisch deskundige omtrent de vraag of aan het gestelde in de aanhef en onder a en b van dit voorschrift wordt voldaan; d. er dient in ieder geval voldaan te worden aan het bepaalde in de artikelen 46 (Afstand van woningen tot wegen en spoorwegen) en 49 (Woningen en kassen). 8. Een vrijstelling voor een tweede agrarische bedrijfswoning in afwijking van het advies van de agrarisch deskundige mag niet worden verleend zonder een schriftelijke verklaring van geen bezwaar van Gedeputeerde Staten. Realisatie ecologische verbindingszone 9. Burgemeester en wethouders zijn – met toepassing van artikel 11 WRO – bevoegd ten behoeve van de realisatie van ecologische verbindingszones aan de gronden met de aanduiding "ecologische verbindingszone (1)", de perceelsbestemming Natuurdoeleinden te geven met inachtneming van het volgende: a. een besluit tot planwijziging wordt niet eerder genomen dan nadat de betrokken gronden als ecologische verbindingszone aan een terreinbeherende instantie in eigendom zijn overgedragen; b. de bestemming mag worden gewijzigd binnen een zone met een totale maximale breedte van 80 m; c. indien de ecologische verbindingszone (mede) gerealiseerd wordt ter plaatse van de bestemming Water, is het water te allen tijde de primaire functie. Kleinschalige natuurontwikkeling 10. Indien de kleinschalige natuurontwikkeling (mede) gerealiseerd wordt ter plaatse van de bestemming Water, is het water te allen tijde de primaire functie. Compensatie uitbreiding begraafplaats 11. Burgemeester en wethouders zijn − met toepassing van artikel 11 WRO − bevoegd ten behoeve van de compensatie van de uitbreiding van de begraafplaats aan de gronden met de aanduiding "wijzigingsbevoegdheid compensatie uitbreiding begraafplaats" de bestemming Natuurdoeleinden te geven met inachtneming van het volgende:
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Bestemmingen en gebruik
a. b. c. d.
45
een besluit tot planwijziging wordt niet eerder genomen dan nadat met de eigenaren van de betrokken gronden overeenstemming is bereikt over de situering en de inrichting van de betrokken gronden; de bestemming mag worden gewijzigd binnen een strook met een totale maximale breedte van 20 m; deze maat is inclusief een eventuele watergang; in totaal mag maximaal 5.000 m² aan gronden met de bestemming Agrarische doeleinden, bollenteelt (Ab) worden betrokken bij deze planwijziging; in afwijking van het bepaalde in de aanhef van dit voorschrift kan binnen het gebied dat omsloten wordt door de Heereweg, Catharijnelaan, Essenlaan, Loosterweg-Zuid en de Spekkelaan de ligging van de te compenseren stroken worden gewijzigd, met dien verstande dat de overige bepalingen in dit voorschrift van kracht blijven.
Fietspaden 12. Burgemeester en wethouders zijn − met toepassing van artikel 11 WRO − bevoegd om de bestemming van de betreffende gronden op perceelsniveau te wijzigen in de bestemming Verkeersdoeleinden, subbestemming "fietspad", met inachtneming van het volgende: a. een besluit tot planwijziging wordt niet eerder genomen dan nadat de betrokken gronden in eigendom zijn overgedragen of de eigenaar zich schriftelijk akkoord heeft verklaard met een permanent gebruik als fietspad; b. door de realisatie van het fietspad mogen de aanwezige landschapswaarden niet onevenredig worden geschaad.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Bestemmingen en gebruik
Artikel 29
46
Agrarisch gebied met verweving van landbouw en landschapswaarden (zone II)
Doeleindenomschrijving Het gebied op de kaart aangewezen als Agrarisch gebied met verweving van landbouw en landschapswaarden (zone II) is bestemd voor: a. de doeleinden en bouwmogelijkheden, zoals in de navolgende tabel 2 en de tabellen 5.1 en 5.2 is aangegeven, hetzij rechtstreeks (medebestemming), hetzij na vrijstelling of planwijziging; b. de doeleinden en bouwmogelijkheden, overeenkomstig hoofdstuk II; een en ander met inachtneming van: de in dit gebied voorkomende landschapswaarden in de vorm van bollenvelden, grootschalige openheid en landschapselementen in de vorm van houtwallen en -singels, geriefhoutbosjes, groenvoorzieningen en water; de in dit gebied voorkomende natuurwaarden ter plaatse van houtwallen en -singels en geriefhoutbosjes (subbestemming Ne). Tabel 2 Agrarisch gebied met verweving van landbouw en landschapswaarden (zone II) passend/toelaatbaar
voorschriften bij tabel 2 van toepassing
agrarische productierichtingen grondgebonden veehouderij
bollenteelt
{
- afdekmaterialen
{
glastuinbouw
z
overige agrarische productierichtingen (akker- en vollegrondstuinbouw; intensieve veehouderij; fruitteelt; sierteelt; bosbouw; intensieve kwekerij), zowel hoofdals neventak
z
ruwvoederteelt
z
overschrijding van bouwvlakken
v
2
vergroting van bouwvlakken
w
3
nieuwe bouwvlakken
z
extra bouwmogelijkheden door sanering bebouwing elders
z
agrarische hulpgebouwen
z
tweede agrarische bedrijfswoning
v
4+5
realisatie ecologische verbindingszones
w
6
kleinschalige natuurontwikkeling
{
7
compensatie uitbreiding begraafplaats
w
8
1
natuurontwikkeling
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Bestemmingen en gebruik
47
recreatie wandelpaden
a
fietspaden
w
9
herinrichting Keukenhof
w
10
kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen (buiten bouwvlakken)
{
recreatieve neven- en vervolgfuncties binnen bouwvlakken
t.5.1/t.5.2
neven- en vervolgfuncties op bouwvlakken
t.5.1/t.5.2
{ v w a t.5.1/t.5.2 z
toelaatbaar als medebestemming alleen toelaatbaar waar op kaartbladen 1 t/m 4 een dienovereenkomstige (sub)bestemming is aangegeven na vrijstelling na planwijziging aanlegvergunning zie tabellen 5.1 en 5.2 niet toelaatbaar
Voorschriften bij tabel 2 Bollenteelt 1. Bollenteelt is niet toegestaan ter plaatse van geriefhoutbosjes, houtwallen, houtsingels en bosplantsoenen (subbestemming Ne en bestemming Groenvoorzieningen). Vrijstellingsbevoegdheid overschrijding bouwvlakken (Ab) 2. Burgemeester en wethouders zijn ten behoeve van volwaardige agrarische bedrijven (Ab) bevoegd vrijstelling te verlenen van de op de kaart aangegeven begrenzing van een bouwvlak, met inachtneming van het volgende: a. van de vrijstellingsbevoegdheid mag uitsluitend gebruik worden gemaakt, indien de overschrijding van het bouwvlak voor een doelmatige bedrijfsvoering noodzakelijk is; hiervan is in ieder geval sprake indien de overschrijding van het bouwvlak op grond van de milieuwetgeving noodzakelijk is; b. van de vrijstellingsbevoegdheid mag uitsluitend gebruik worden gemaakt, indien de overschrijding bijdraagt aan het duurzaam voortbestaan van het betreffende agrarisch bedrijf; c. de grenzen van het bouwvlak mogen met ten hoogste 15% worden overschreden, dan wel met de oppervlakte die minimaal benodigd is op grond van milieuvoorschriften; d. de diepte van het bouwvlak mag in geen geval meer bedragen dan 200 m; e. de overschrijding van bouwvlakken is in geen geval toegestaan ter plaatse van: - waardevolle natuur- en landschapselementen (subbestemming Ne) (kaartbladen 1 t/m 4); - terreinen van archeologische waarde (kaartbladen 1 t/m 4); - gronden voorzien van de aanduiding "wijzigingsbevoegdheid ecologische verbindingszones" (kaartblad 5); - gronden voorzien van de aanduiding "wijzigingsbevoegdheid compensatie uitbreiding begraafplaats" (kaartblad 5); f. een verzoek om toepassing van deze vrijstellingsbevoegdheid wordt ter toetsing voorgelegd aan: - de landschapsdeskundige omtrent de vraag of door de overschrijding van het bouwvlak de aanwezige natuur- en landschapswaarden niet onevenredig worden geschaad; - de agrarisch deskundige omtrent de vraag of aan het gestelde onder a en b van dit voorschrift voldaan wordt.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Bestemmingen en gebruik
48
Wijzigingsbevoegdheid groter bouwvlak (Ab) 3. Burgemeester en wethouders zijn – met toepassing van artikel 11 WRO – bevoegd ten behoeve van volwaardige agrarische bedrijven (Ab) de op de kaart aangegeven begrenzing van het bouwvlak te wijzigen, met inachtneming van het volgende: a. van de wijzigingsbevoegdheid mag uitsluitend gebruik worden gemaakt, indien dit voor een doelmatige bedrijfsvoering noodzakelijk is; hiervan is in ieder geval sprake indien wijziging van het bouwvlak op grond van de milieuwetgeving noodzakelijk is; b. van de wijzigingsbevoegdheid mag uitsluitend gebruik worden gemaakt indien de vergroting bijdraagt aan het duurzaam voortbestaan van het betreffende agrarisch bedrijf; c. het bouwvlak mag met ten hoogste 25% worden vergroot; d. de diepte van het bouwvlak mag in geen geval meer bedragen dan 200 m; e. de uitbreiding van het bouwvlak is in geen geval toegestaan ter plaatse van: - waardevolle natuur- en landschapselementen (subbestemming Ne) (kaartbladen 1 t/m 4); - terreinen van archeologische waarde (kaartbladen 1 t/m 4); - gronden voorzien van de aanduiding "wijzigingsbevoegdheid ecologische verbindingszones" (kaartblad 5); - gronden voorzien van de aanduiding "wijzigingsbevoegdheid compensatie uitbreiding begraafplaats" (kaartblad 5); f. een verzoek om toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid wordt ter toetsing voorgelegd aan: - de landschapsdeskundige omtrent de vraag of de aanwezige natuur- en landschapswaarden niet onevenredig worden geschaad; - de agrarisch deskundige omtrent de vraag of aan het gestelde onder a en b van dit voorschrift voldaan wordt. Vrijstellingsbevoegdheid tweede agrarische bedrijfswoning 4. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in hoofdstuk II teneinde de bouw van een tweede agrarische bedrijfswoning mogelijk te maken indien de permanente aanwezigheid door twee volwaardige arbeidskrachten daadwerkelijk noodzakelijk en doelmatig is, met inachtneming van het volgende: a. de tweede agrarische bedrijfswoning is alleen toelaatbaar voor volwaardige agrarische bedrijven; b. het betreffende bedrijf dient duurzaam werkgelegenheid te bieden aan twee volwaardige arbeidskrachten; c. een verzoek om toepassing van deze vrijstellingsbevoegdheid wordt ter toetsing voorgelegd aan de agrarisch deskundige omtrent de vraag of aan het gestelde in de aanhef en onder a en b van dit voorschrift wordt voldaan; d. er dient in ieder geval voldaan te worden aan het bepaalde in de artikelen 46 (Afstand van woningen tot wegen en spoorwegen) en 49 (Woningen en kassen). 5. Een vrijstelling voor een tweede agrarische bedrijfswoning in afwijking van het advies van de agrarisch deskundige mag niet worden verleend zonder een schriftelijke verklaring van geen bezwaar van Gedeputeerde Staten. Realisatie ecologische verbindingszones 6. Burgemeester en wethouders zijn – met toepassing van artikel 11 WRO – bevoegd ten behoeve van de realisatie van ecologische verbindingszones aan de gronden met de aanduiding "ecologische verbindingszone (2) en (3)", de perceelsbestemming Natuurdoeleinden te geven met inachtneming van het volgende: a. een besluit tot planwijziging wordt niet eerder genomen dan nadat de betrokken gronden als ecologische verbindingszone aan een terreinbeherende instantie in eigendom zijn overgedragen; b. de bestemming mag worden gewijzigd binnen een zone met een totale maximale breedte van: - 30 m ter plaatse van de aanduiding ecologische verbindingszone (2); - 20 m ter plaatse van de aanduiding ecologische verbindingszone (3); c. indien de ecologische verbindingszone (mede) gerealiseerd wordt ter plaatse van de bestemming Water, is het water te allen tijde de primaire functie.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Bestemmingen en gebruik
49
Kleinschalige natuurontwikkeling 7. Indien de kleinschalige natuurontwikkeling (mede) gerealiseerd wordt ter plaatse van de bestemming Water, is het water te allen tijde de primaire functie. Compensatie uitbreiding begraafplaats 8. Burgemeester en wethouders zijn − met toepassing van artikel 11 WRO − bevoegd ten behoeve van de compensatie van de uitbreiding van de begraafplaats aan de gronden met de aanduiding "wijzigingsbevoegdheid compensatie uitbreiding begraafplaats" de bestemming Natuurdoeleinden, subbestemming Natuurelement (Ne) te geven met inachtneming van het volgende: a. een besluit tot planwijziging wordt niet eerder genomen dan nadat met de eigenaren van de betrokken gronden overeenstemming is bereikt over de situering en de inrichting van de betrokken gronden; b. de bestemming mag worden gewijzigd binnen een strook met een totale maximale breedte van 20 m; deze maat is inclusief een eventuele watergang; c. in totaal mag maximaal 5.000 m² aan gronden met de bestemming Agrarische doeleinden, bollenteelt (Ab) worden betrokken bij deze planwijziging; d. in afwijking van het bepaalde in de aanhef van dit voorschrift kan binnen het gebied dat omsloten wordt door de Heereweg, Catharijnelaan, Essenlaan, Loosterweg-Zuid en de Spekkelaan de ligging van de te compenseren stroken worden gewijzigd, met dien verstande dat de overige bepalingen in dit voorschrift van kracht blijven. Fietspaden 9. Burgemeester en wethouders zijn − met toepassing van artikel 11 WRO − bevoegd om de bestemming van de betreffende gronden op perceelsniveau te wijzigen in de bestemming Verkeersdoeleinden, subbestemming "fietspad", met inachtneming van het volgende: a. een besluit tot planwijziging wordt niet eerder genomen dan nadat de betrokken gronden in eigendom zijn overgedragen of de eigenaar zich schriftelijk akkoord heeft verklaard met een permanent gebruik als fietspad; b. door de realisatie van het fietspad mogen de aanwezige landschapswaarden niet onevenredig worden geschaad. Wijzigingsbevoegdheid Keukenhof 10. Burgemeester en wethouders zijn − met toepassing van artikel 11 WRO − bevoegd de bestemming van de gronden die op de kaart zijn voorzien van de aanduiding "Wijzigingsbevoegdheid ex artikel 11 WRO III)" ter plaatse van de nadere aanduiding: a. (c) te wijzigen in de bestemming Recreatieve doeleinden tentoonstellingsterrein (Rt) voorzien van de nadere aanwijzing (t) ten behoeve van een toegangs- en kantoorgebouw, subbestemming museum (Rm) ten behoeve van onder andere een museum, alsmede een panorama-expositieruimte, met inachtneming van het volgende: - het bebouwingspercentage bedraagt maximaal 60%; - de maximale goot- en bouwhoogte bedraagt 9 m respectievelijk 12 m; - ter plaatse is tevens een showtuin toegestaan; - ter plaatse is, na toepassing van de wijzigingsbevoegdheid, tevens het bepaalde in artikel 16 van toepassing; - in het wijzigingsplan wordt na toepassing van de wijzigingsbevoegdheid, een subbestemming (m) opgenomen; b. (d) te wijzigen in de bestemming Recreatieve doeleinden, subbestemming parkeren (Rp) voorzien van de nadere aanwijzing (et) ten behoeve van een parkeerterrein ten behoeve van recreatieve voorzieningen/activiteiten, een en ander met dien verstande dat deze gronden mede bestemd zijn voor incidentele evenementen in de vorm van kermis, circus en andere, naar aard gelijk te stellen incidentele, evenementen en overigens met dien verstand dat ter plaatse tevens het bepaalde in artikel 16 van toepassing is. Extra bouwmogelijkheden door sanering bebouwing elders 11. Burgemeester en wethouders zijn – met toepassing van artikel 11 WRO – bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van extra uitbreiding van de bebouwing op bouwvlakken in zone II in ruil voor sanering van bouwvlakken elders in zone II, met inachtneming van het volgende: a. planwijziging wordt uitsluitend toegepast ten behoeve van bouwvlakken die gelegen zijn in zone II met de bestemmingen Agrarische doeleinden bollenteelt (Ab) en Agrarisch aanver-
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Bestemmingen en gebruik
b. c.
d. e.
f.
50
wante doeleinden, subbestemming handels- en exportbedrijf (ADhe); uitsluitend bouwvlakken in zone II met de bestemming Agrarische doeleinden bollenteelt (Ab), Agrarisch aanverwante doeleinden (AD) en Bedrijfsdoeleinden (B) komen voor sanering in aanmerking; alle bedrijfsbebouwing − met uitzondering van de voormalige bedrijfswoning − op het bouwvlak in zone II dient volledig te worden gesaneerd, waarbij het agrarische bouwvlak komt te vervallen en de eventueel agrarische bedrijfswoning wordt voorzien van de bestemming Woondoeleinden, Tuin en Erf; de aanwezige oppervlakte bedrijfsbebouwing (exclusief kassen) op het te saneren bouwvlak kan na sloop volledig worden toegevoegd aan het bouwvlak in zone II; voor de overige bebouwing blijven de overige bouwvoorschriften gelden; het bouwvlak in zone II mag met een maximale oppervlakte, dat gelijk is aan het oppervlak aan bedrijfsgebouwen op het te saneren bouwvlak, worden uitgebreid voorzover dat hiervoor noodzakelijk is, met dien verstande dat de diepte van het bouwvlak in geen geval meer mag bedragen dan 200 m; uitbreiding van het bouwvlak is in geen geval toegestaan ter plaatse van: - waardevolle natuur- en landschapselementen (subbestemming Ne) (kaartbladen 1 t/m 4); - terreinen van archeologische waarde (kaartbladen 1 t/m 4); - gronden voorzien van de aanduiding "wijzigingsbevoegdheid ecologische verbindingszones" (kaartblad 5); - gronden voorzien van de aanduiding "wijzigingsbevoegdheid compensatie uitbreiding begraafplaats" (kaartblad 5); een verzoek om planwijziging wordt ter toetsing voorgelegd aan de landschapsdeskundige omtrent de vraag of er op de te saneren locatie in zone II sprake is van een aanmerkelijke landschappelijke verbetering.
12. Planwijziging voor extra bouwmogelijkheden door sanering van bebouwing elders in afwijking van het advies van de natuur- en landschapsdeskundige mag niet worden toegepast zonder een schriftelijke verklaring van geen bezwaar van Gedeputeerde Staten.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Bestemmingen en gebruik
Artikel 30
51
Agrarisch gebied met verweving van landbouw en natuur- en landschapswaarden (zone III)
Doeleindenomschrijving Het gebied op de kaart aangewezen als Agrarisch gebied met verweving van landbouw en natuur- en landschapswaarden (zone III) is bestemd voor: a. de doeleinden en bouwmogelijkheden, zoals in de navolgende tabel 3 en de tabellen 5.1 en 5.2 is aangegeven, hetzij rechtstreeks (medebestemming), hetzij na vrijstelling of planwijziging; b. de doeleinden en bouwmogelijkheden, overeenkomstig hoofdstuk II; een en ander met inachtneming van: de in dit gebied voorkomende landschapswaarden in de vorm van karakteristieke graslanden, water en kenmerkende landschapsstructuur; de in dit gebied voorkomende natuurwaarden in de vorm van weidevogels en waardevolle sloot- en oevervegetaties alsmede in de vorm van geriefhoutbosjes en houtwallen en -singels (subbestemming Ne). Tabel 3 Agrarisch gebied met verweving van landbouw en natuur- en landschapswaarden (zone III) functie/gebruik
passend/ toelaatbaar
voorschriften bij tabel 3 van toepassing
grondgebonden veehouderij
{
1
bollenteelt
- afdekmaterialen
glastuinbouw
intensieve veehouderij als neventak
intensieve veehouderij als hoofdtak
z
overige agrarische productierichtingen (akker- en vollegrondstuinbouw; fruitteelt; sierteelt; bosbouw; intensieve kwekerij), zowel hoofd- als neventak
z
agrarische productierichtingen
ruwvoederteelt
{1)
overschrijding van bouwvlakken
v
2
vergroting van bouwvlakken
w
3+4
nieuwe bouwvlakken
z
extra bouwmogelijkheden door sanering bebouwing elders
z
agrarische hulpgebouwen
v
5
tweede agrarische bedrijfswoning
v
6+7
natuurontwikkeling realisatie ecologische verbindingszones
z
kleinschalige natuurontwikkeling
{
compensatie uitbreiding begraafplaats
z
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
8
161.9446.00
Bestemmingen en gebruik
functie/gebruik
52
passend/ toelaatbaar
voorschriften bij tabel 3 van toepassing
recreatie wandelpaden
a
fietspaden
w
kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen (buiten bouwvlakken)
{
recreatieve neven- en vervolgfuncties binnen bouwvlakken
t.5.1/t.5.2
neven- en vervolgfuncties op bouwvlakken
t.5.1/t.5.2
{ 1) { v w a t.5.1/t.5.2 z
9
toelaatbaar als medebestemming toelaatbaar tot maximaal 20% van de tot het bedrijf behorende gronden in zone III alleen toelaatbaar waar op kaartbladen 1 t/m 4 een dienovereenkomstige (sub)bestemming/nadere aanwijzing is aangegeven na vrijstelling na planwijziging aanlegvergunning zie tabellen 5.1 en 5.2 niet toelaatbaar
Voorschriften bij tabel 3 Grondgebonden veehouderij 1. Grondgebonden veehouderij is niet toegestaan ter plaatse van geriefhoutbosjes, houtwallen, houtsingels en bosplantsoenen (subbestemming Ne en bestemming Groenvoorzieningen). Vrijstellingsbevoegdheid overschrijding bouwvlakken (Ab en Av) 2. Burgemeester en wethouders zijn ten behoeve van volwaardige agrarische bedrijven (Ab en Av) bevoegd vrijstelling te verlenen van de op de kaart aangegeven begrenzing van een bouwvlak, met inachtneming van het volgende: a. van de vrijstellingsbevoegdheid mag uitsluitend gebruik worden gemaakt indien de overschrijding van het bouwvlak voor een doelmatige bedrijfsvoering noodzakelijk is; hiervan is in ieder geval sprake indien de overschrijding van het bouwvlak op grond van de milieuwetgeving noodzakelijk is; b. de grenzen van het bouwvlak mogen met ten hoogste 15% worden overschreden dan wel met de oppervlakte die minimaal benodigd is op grond van milieuvoorschriften; c. de overschrijding is uitsluitend toelaatbaar in de richting zoals die op de plankaart is aangegeven; d. de diepte van het bouwvlak mag in geen geval meer bedragen dan 200 m; e. de overschrijding van bouwvlakken is in geen geval toegestaan ter plaatse van: - waardevolle natuur- en landschapselementen (subbestemming Ne); - terreinen van archeologische waarde. Wijzigingsbevoegdheid groter bouwvlak (Ab en Av) 3. Burgemeester en wethouders zijn – met toepassing van artikel 11 WRO – bevoegd ten behoeve van volwaardige agrarische bedrijven (Ab en Av) de op de kaart aangegeven begrenzing van het bouwvlak te wijzigen, met inachtneming van het volgende: a. van de wijzigingsbevoegdheid mag uitsluitend gebruik worden gemaakt indien dit voor een doelmatige bedrijfsvoering noodzakelijk is; hiervan is in ieder geval sprake indien wijziging van het bouwvlak op grond van de milieuwetgeving noodzakelijk is; b. het bouwvlak mag met ten hoogste 25% worden vergroot; c. de overschrijding is uitsluitend toelaatbaar in de richting zoals die op de plankaart is aangegeven; Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Bestemmingen en gebruik
d. e. f. g.
53
de diepte van het bouwvlak mag in geen geval meer bedragen dan 200 m; een verzoek om toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid wordt ter toetsing voorgelegd aan de agrarisch deskundige omtrent de vraag of aan het gestelde onder a van dit voorschrift wordt voldaan; een verzoek om toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid wordt ter toetsing voorgelegd aan de natuur- en landschapsdeskundige omtrent de vraag of door de vergroting van het bouwvlak de natuur- en landschapswaarden niet in onevenredige mate worden geschaad; de vergroting van bouwvlakken is in geen geval toegestaan ter plaatse van: - waardevolle natuur- en landschapselementen (subbestemming Ne); - terreinen van archeologische waarde.
4. Planwijziging ten behoeve van de vergroting van een bouwvlak in afwijking van het advies van de natuur- en landschapsdeskundige mag niet worden toegepast zonder een schriftelijke verklaring van geen bezwaar van Gedeputeerde Staten. Vrijstellingsbevoegdheid agrarische hulpgebouwen 5. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in hoofdstuk II teneinde de bouw van agrarische hulpgebouwen buiten de bouwvlakken mogelijk te maken, met inachtneming van het volgende: a. per agrarisch bedrijf is slechts één agrarisch hulpgebouw toegestaan met een oppervlakte van maximaal 10 m² en een goot- en bouwhoogte van maximaal 3 m en 6 m; b. agrarische hulpgebouwen zijn niet toegestaan ter plaatse van: - waardevolle natuur- en landschapselementen (subbestemming Ne); - terreinen van archeologische waarde. Vrijstellingsbevoegdheid tweede agrarische bedrijfswoning 6. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in hoofdstuk II teneinde de bouw van een tweede agrarische bedrijfswoning mogelijk te maken indien de permanente aanwezigheid door twee volwaardige arbeidskrachten daadwerkelijk noodzakelijk en doelmatig is, met inachtneming van het volgende: a. de tweede agrarische bedrijfswoning is alleen toelaatbaar voor volwaardige agrarische bedrijven; b. het betreffende bedrijf dient duurzaam werkgelegenheid te bieden aan twee volwaardige arbeidskrachten; c. een verzoek om toepassing van deze vrijstellingsbevoegdheid wordt ter toetsing voorgelegd aan de agrarisch deskundige omtrent de vraag of aan het gestelde in de aanhef en onder a en b van dit voorschrift wordt voldaan; d. er dient in ieder geval voldaan te worden aan het bepaalde in de artikelen 46 (Afstand van woningen tot wegen en spoorwegen) en 49 (Woningen en kassen). 7. Een vrijstelling voor een tweede agrarische bedrijfswoning in afwijking van het advies van de agrarisch deskundige mag niet worden verleend zonder een schriftelijke verklaring van geen bezwaar van Gedeputeerde Staten. Kleinschalige natuurontwikkeling 8. Indien de kleinschalige natuurontwikkeling (mede) gerealiseerd wordt ter plaatse van de bestemming Water, is het water te allen tijde de primaire functie. Fietspaden 9. Burgemeester en wethouders zijn − met toepassing van artikel 11 WRO − bevoegd om de bestemming van de betreffende gronden op perceelsniveau te wijzigen in de bestemming Verkeersdoeleinden, subbestemming "fietspad", met inachtneming van het volgende: a. een besluit tot planwijziging wordt niet eerder genomen dan nadat de betrokken gronden in eigendom zijn overgedragen of de eigenaar zich schriftelijk akkoord heeft verklaard met een permanent gebruik als fietspad; b. door de realisatie van het fietspad mogen de aanwezige natuur- en landschapswaarden niet onevenredig worden geschaad.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Bestemmingen en gebruik
Artikel 31
54
Landgoederenzone met verweving van natuur- en landschapswaarden, landbouw en recreatie (zone IV)
Doeleindenomschrijving Het gebied op de kaart aangewezen als Landgoederenzone met verweving van natuur- en landschapswaarden, landbouw en recreatie (zone IV) is bestemd voor: a. de doeleinden en bouwmogelijkheden, zoals in de navolgende tabel 4 en de tabellen 5.1 en 5.2 is aangegeven, hetzij rechtstreeks (medebestemming), hetzij na vrijstelling of planwijziging; b. de doeleinden en bouwmogelijkheden, overeenkomstig hoofdstuk II; een en ander met inachtneming van de in dit gebied voorkomende natuur- en landschapswaarden in de vorm van kenmerkende flora en fauna alsmede de kenmerkende landschapsstructuur en water. Tabel 4 land
Landgoederenzone met verweving van natuur- en landschapswaarden, bouw en recreatie (zone IV)
functie/gebruik
passend/ toelaatbaar
voorschriften bij tabel 4 van toepassing
grondgebonden veehouderij
O
1
bollenteelt
z
- afdekmaterialen
z
glastuinbouw
z
overige agrarische productierichtingen (akker- en vollegrondstuinbouw; intensieve veehouderij; fruitteelt; sierteelt; bosbouw; intensieve kwekerij), zowel hoofd- als neventak
z
ruwvoederteelt
z
overschrijding van bouwvlakken
v
2
vergroting van bouwvlakken
w
3+4
nieuwe bouwvlakken
z
extra bouwmogelijkheden door sanering bebouwing elders
z
agrarische hulpgebouwen
z
tweede agrarische bedrijfswoning
v
agrarische productierichtingen
5 +6
natuurontwikkeling realisatie ecologische verbindingszones
{
kleinschalige natuurontwikkeling
{
compensatie uitbreiding begraafplaats
{
7
recreatie wandelpaden
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
a
161.9446.00
Bestemmingen en gebruik
functie/gebruik
55
passend/ toelaatbaar
voorschriften bij tabel 4 van toepassing
fietspaden
w
8
herinrichting Keukenhof
w
9
kleinschalige dagrecreatieve voorzieningen (buiten bouwvlakken)
{
recreatieve neven- en vervolgfuncties binnen bouwvlakken
t.5.1/t.5.2
neven- en vervolgfuncties op bouwvlakken
t.5.1/t.5.2
toelaatbaar als medebestemming alleen toelaatbaar waar op kaartbladen 1 t/m 4 een dienovereenkomstige (sub)bestemming is aangege ven v na vrijstelling w na planwijziging a aanlegvergunning t.5.1/t.5.2 zie tabellen 5.1 en 5.2 z niet toelaatbaar {
Voorschriften bij tabel 4 Grondgebonden veehouderij 1. Grondgebonden veehouderij is niet toegestaan ter plaatse van de bestemmingen Natuurdoeleinden (N), Landgoed en Groenvoorzieningen (GR). Vrijstellingsbevoegdheid overschrijding bouwvlakken (Av) 2. Burgemeester en wethouders zijn ten behoeve van volwaardige agrarische bedrijven (Av) bevoegd vrijstelling te verlenen van de op de kaart aangegeven begrenzing van een bouwvlak, met inachtneming van het volgende: a. van de vrijstellingsbevoegdheid mag uitsluitend gebruik worden gemaakt, indien de overschrijding van het bouwvlak voor een doelmatige bedrijfsvoering noodzakelijk is; hiervan is in ieder geval sprake indien de overschrijding van het bouwvlak op grond van de milieuwetgeving noodzakelijk is; b. de grenzen van het bouwvlak mogen met ten hoogste 15% worden overschreden, dan wel met de oppervlakte die minimaal benodigd is op grond van milieuvoorschriften; c. de overschrijding is uitsluitend toelaatbaar in de richting zoals die op de plankaart is aangegeven; d. de diepte van het bouwvlak mag in geen geval meer bedragen dan 200 m; e. de overschrijding van bouwvlakken is in geen geval toegestaan ter plaatse van: - de bestemming Natuurdoeleinden (N) en de bestemming Landgoed (LG); - terreinen van archeologische waarde. Wijzigingsbevoegdheid groter bouwvlak (Av) 3. Burgemeester en wethouders zijn – met toepassing van artikel 11 WRO – bevoegd ten behoeve van volwaardige agrarische bedrijven (Av) de op de kaart aangegeven begrenzing van het bouwvlak te wijzigen, met inachtneming van het volgende: a. van de wijzigingsbevoegdheid mag uitsluitend gebruik worden gemaakt, indien dit voor een doelmatige bedrijfsvoering noodzakelijk is; hiervan is in ieder geval sprake indien wijziging van het bouwvlak op grond van de milieuwetgeving noodzakelijk is; b. het bouwvlak mag met ten hoogste 25% worden vergroot; c. de overschrijding is uitsluitend toelaatbaar in de richting zoals die op de plankaart is aangegeven; d. de diepte van het bouwvlak mag in geen geval meer bedragen dan 200 m; e. een verzoek om toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid wordt ter toetsing voorgelegd aan de agrarisch deskundige omtrent de vraag of aan het gestelde onder a van dit voorschrift wordt voldaan; Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Bestemmingen en gebruik
f. g.
56
een verzoek om toepassing van deze wijzigingsbevoegdheid wordt ter toetsing voorgelegd aan de natuur- en landschapsdeskundige omtrent de vraag of door de vergroting van het bouwvlak de natuur- en landschapswaarden niet in onevenredige mate worden geschaad; de vergroting van bouwvlakken is in geen geval toegestaan ter plaatse van: - de bestemming Natuurdoeleinden (N) en de bestemming Landgoed (LG); - terreinen van archeologische waarde.
4. Planwijziging ten behoeve van de vergroting van een bouwvlak in afwijking van het advies van de natuur- en landschapsdeskundige mag niet worden toegepast zonder een schriftelijke verklaring van geen bezwaar van Gedeputeerde Staten. Vrijstellingsbevoegdheid tweede agrarische bedrijfswoning 5. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in hoofdstuk II teneinde de bouw van een tweede agrarische bedrijfswoning mogelijk te maken indien de permanente aanwezigheid door twee volwaardige arbeidskrachten daadwerkelijk noodzakelijk en doelmatig is, met inachtneming van het volgende: a. de tweede agrarische bedrijfswoning is alleen toelaatbaar voor volwaardige agrarische bedrijven; b. het betreffende bedrijf dient duurzaam werkgelegenheid te bieden aan twee volwaardige arbeidskrachten; c. een verzoek om toepassing van deze vrijstellingsbevoegdheid wordt ter toetsing voorgelegd aan de agrarisch deskundige omtrent de vraag of aan het gestelde in de aanhef en onder a en b van dit voorschrift wordt voldaan; d. er dient in ieder geval voldaan te worden aan het bepaalde in de artikelen 46 (Afstanden van woningen tot wegen en spoorwegen) en 49 (Woningen en kassen). 6. Een vrijstelling voor een tweede agrarische bedrijfswoning in afwijking van het advies van de agrarisch deskundige mag niet worden verleend zonder een schriftelijke verklaring van geen bezwaar van Gedeputeerde Staten. Kleinschalige natuurontwikkeling 7. Indien de kleinschalige natuurontwikkeling (mede) gerealiseerd wordt ter plaatse van de bestemming Water, is het water te allen tijde de primaire functie. Fietspaden 8. Burgemeester en wethouders zijn − met toepassing van artikel 11 WRO − bevoegd om de bestemming van de betreffende gronden op perceelsniveau te wijzigen in de bestemming Verkeersdoeleinden, subbestemming "fietspad", met inachtneming van het volgende: a. een besluit tot planwijziging wordt niet eerder genomen dan nadat de betrokken gronden in eigendom zijn overgedragen of de eigenaar zich schriftelijk akkoord heeft verklaard met een permanent gebruik als fietspad; b. door de realisatie van het fietspad mogen de aanwezige natuur- landschapswaarden niet onevenredig worden geschaad. Wijzigingsbevoegdheid Keukenhof 9. Burgemeester en wethouders zijn − met toepassing van artikel 11 WRO − bevoegd de bestemming van de gronden die op de kaart zijn voorzien van de aanduiding "Wijzigingsbevoegdheid ex artikel 11 WRO III" ter plaatse van de aanduiding: a. (a) te wijzigen in de bestemming Agrarische doeleinden grondgebonden veehouderij (Av), met dien verstande dat ter plaatse na toepassing van de wijzigingsbevoegdheid tevens het bepaalde in artikel 4 van toepassing is; b. (b) te wijzigen in de bestemming Recreatieve doeleinden tentoonstellingsterrein, subbestemming ecologische zone (Rte), ten behoeve van een ecologische zone, met dien verstande dat: - ter plaatse uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen en geen overkappingen zijnde, mogen worden gebouwd; - ter plaatse na toepassing van de wijzigingsbevoegdheid tevens het bepaalde in artikel 16 van toepassing is;
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Bestemmingen en gebruik
c.
d.
e.
57
(c) te wijzigen in de bestemming Recreatieve doeleinden tentoonstellingsterrein (Rt) voorzien van de nadere aanwijzing (t) ten behoeve van een toegangs- en kantoorgebouw, subbestemming museum (Rm) ten behoeve van een museum, met inachtneming van het volgende: - het bebouwingspercentage bedraagt maximaal 60%; - de maximale goot- en bouwhoogte bedraagt 9 m respectievelijk 12 m; - ter plaatse tevens een zomertuin is toegestaan; - ter plaatse na toepassing van de wijzigingsbevoegdheid tevens het bepaalde in artikel 16 van toepassing is; - in het wijzigingsplan na toepassing van de wijzigingsbevoegdheid een subbestemming (m) wordt opgenomen; (d) te wijzigen in de bestemming Recreatieve doeleinden, subbestemming parkeren (Rp) voorzien van de nadere aanwijzing (et) ten behoeve van een parkeerterrein ten behoeve van recreatieve voorzieningen/activiteiten, een en ander met dien verstande dat deze gronden mede bestemd zijn voor incidentele evenementen in de vorm van kermis, circus en andere naar aard gelijk te stellen incidentele evenementen en overigens met dien verstand dat ter plaatse na toepassing van de wijzigingsbevoegdheid tevens het bepaalde in artikel 16 van toepassing is; (e) te wijzigen in de bestemming Woondoeleinden (W), met dien verstande dat: - niet eerder van deze wijzigingsbevoegdheid mag worden gebruikgemaakt, dan nadat ten aanzien van de ontwikkeling als bedoeld onder (c) van dit voorschrift een ontwerpwijzigingsplan ter inzage is gelegd; - de inhoud van de woning, inclusief aan- en bijgebouwen, niet meer bedraagt dan de inhoud van het woongebouw, inclusief aan- en bijgebouwen, op de gronden als bedoeld onder (c) van dit voorschrift; - ter plaatse na toepassing van de wijzigingsbevoegdheid tevens het bepaalde in artikel 7 van toepassing is.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Bestemmingen en gebruik
Artikel 32
58
Nevenfuncties ter plaatse van bouwvlakken
Algemeen In relatie tot de bestemmingen en bouwmogelijkheden voor de deelgebieden is in de navolgende tabel aangegeven welke nevenfuncties op bouwvlakken passend/toelaatbaar zijn, met inachtneming van de daarbijbehorende voorschriften. Tabel 5.1 Nevenfuncties aard van de nevenfunctie
ter plaatse van: 1 Ab zone I en II
Ab zone III; Av zone III en IV
Ag
AD
W
B
ov.
2
3
4
5
6
7
8
¼
9
10
11
¼
¼
¼
¼
¼
¼
¼
¼
¼
12
agrarisch verwante nevenfuncties c.
handels- en exportbedrijven
ο
y
y
ο
y
y
y
d.
verkoop eigen producten
ο
ο
y
y
y
y
y
e.
agrarische loonbedrijven in de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten
ο
ο
y
ο
•
ο
•
opslag agrarische producten/goederen
ο
ο
y
y
y
ο
y
y
y
y
y
y
ο
ο
f.
opslag/stalling van niet-agrarische goederen in bestaande bebouwing
¼
¼
¼
¼
¼
¼
¼
niet-agrarische nevenfuncties bezoekerscentrum, ontvangstruimte
ο
ο
ο
y
y
y
y
¼
¼
kinderboerderij
y
ο
y
y
y
y
y
¼
¼
paardenstalling
y
ο
y
y
y
y
y
¼
kano- roeiboot- of fietsenverhuur
ο
ο
y
y
y
ο
y
¼
kleinschalig kamperen
ο
ο
y
y
y
y
y
¼
hobbyboeren
ο
ο
y
ο
ο
ο
•
aan-huis-gebonden beroep
ο
ο
ο
ο
ο
ο
ο
¼
¼ ¼ ¼
¼
¼
¼ ¼
¼
Ab zone I en II bouwvlakken met de bestemming Agrarische doeleinden bollenteelt die gelegen zijn in de zones I en II Ab zone III bouwvlakken met de bestemming Agrarische doeleinden bollenteelt die gelegen zijn in zone III Av zone III en IV bouwvlakken met de bestemming Agrarische doeleinden grondgebonden veehouderij, gelegen in de zones III en IV Ag bouwvlakken met de bestemming Agrarische doeleinden glastuinbouw AD bouwvlakken met de bestemming Agrarisch aanverwante doeleinden W bouwvlakken met de bestemming Woondoeleinden B bouwvlakken met de bestemming Bedrijfsdoeleinden ov. overige bouwvlakken ο Toelaatbaar bij wijze van medebestemming • Niet toelaatbaar ∗ Zie voorschriften bij tabel 5.1
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Bestemmingen en gebruik
59
Voorschriften bij tabel 5.1 Wonen 1. Met betrekking tot wonen geldt het volgende: a.
b.
c.
Aantal woningen: algemeen Er mogen slechts woningen totstandkomen op bouwvlakken waar ingevolge elders gegeven voorschriften woningen zijn toegestaan. Het aantal woningen, zoals toegestaan ingevolge elders gegeven voorschriften, mag niet worden uitgebreid. Van aanwezige woningen mag geen ander gebruik dan gebruik in combinatie met wonen worden gemaakt. Aantal woningen: herstel/behoud monumenten Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van voorschrift 2 onder a ten behoeve van het onderbrengen van één extra woning in monumenten die hoofdgebouwen zijn (zie kaartbladen 1 t/m 4), indien er daadwerkelijk wordt bijgedragen aan herstel en/of behoud van deze panden. Vergroting van een inpandige woning Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van de maximale inhoudsmaat van woningen, indien het een woning betreft die onderdeel uitmaakt van een veel groter hoofdgebouw en de afmetingen van dit hoofdgebouw in geen enkel opzicht worden uitgebreid.
Agrarische handels- en exportbedrijven als nevenfunctie 2. Agrarische handels- en exportbedrijven zijn als nevenfunctie uitsluitend toelaatbaar op bouwvlakken die gelegen zijn binnen zone I. Waar géén nieuwe nevenfuncties 3. De nevenfuncties zoals omschreven in deze tabel zijn in geen geval toelaatbaar ter plaatse van het bouwvlak met de bestemming Bedrijfsdoeleinden, subbestemming composteerinrichting (Bci). Combinatie met agrarische bedrijfsvoering/watersportbedrijf 4. De hier bedoelde functies zijn alleen toegestaan bij wijze van neventak bij duurzame volwaardige agrarische bedrijven of agrarische bedrijven bij wijze van deeltijd, een en ander met dien verstande dat de verhuur van kano's, roeiboten en fietsen tevens is toegestaan op het bouwvlak met de subbestemming Bw (watersportbedrijf). Paardenstalling 5a. Een binnenrijbaan is in geen geval toegestaan, óók niet binnen de bouwvlakken. b. De afstand van mestopslag en paardenstallen tot woningen van derden dient ten minste 50 m te bedragen. c. De afstand van paardenbakken tot woningen van derden dient ten minste 50 m te be dragen. Kleinschalig kamperen 6. Het plaatsen van kampeermiddelen op de in de tabel aangegeven bouwvlakken is toegestaan met inachtneming van het volgende: a. het aantal kampeermiddelen mag niet meer dan tien per bedrijf bedragen; b. voor landschappelijke inpassing wordt verwezen naar de Beschrijving in Hoofdlijnen. Voorzieningen 7. Het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor reclameborden en/of neonreclame is niet toegestaan. Hetzelfde geldt voor lichtmasten en lichtbakken. Voor parkeren en laad- en losgelegenheid wordt verwezen naar de Beschrijving in Hoofdlijnen.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Bestemmingen en gebruik
60
Opslag agrarische producten als nevenfunctie en buitenopslag 8a. Opslag van agrarische producten is als nevenfunctie alleen toelaatbaar voorzover het opslag betreft in de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten. 8b. Voor de hier bedoelde functies is buitenopslag in geen geval toegestaan. Kano- roeiboten en fietsenverhuur op de bestemming Bedrijfsdoeleinden 9. Ter plaatse van bouwvlakken met de bestemming Bedrijfsdoeleinden is de verhuur van kano's, roeiboten en fietsen uitsluitend toegestaan op het bouwvlak met de subbestemming Bw (watersportbedrijf). Verkeerssituatie 10. De hier bedoelde nevenfuncties zijn alleen toegestaan op bouwvlakken die blijkens themakaart 1 goed ontsloten zijn. 11. Burgemeester en wethouders kunnen van voorschrift 10 vrijstelling verlenen ten behoeve van het toestaan van de betreffende nevenfunctie op bouwvlakken die blijkens themakaart 1 niet zijn aan te merken als "goed ontsloten", indien de ontsluiting − gelet op de aard en omvang van het gebruik, de gesteldheid van de weg en de verkeerssituatie − voldoende moet worden geacht. Aan-huis-gebonden beroep 12. Het gebruik van gedeelten van woningen voor kantoor- en/of praktijkruimte ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten is toegestaan, voorzover: a. de woonfunctie als primaire functie gehandhaafd blijft; b. het vloeroppervlak in gebruik voor kantoor- en/of praktijkruimte of de bedrijfsmatige activiteit niet groter is dan 25% van het totale vloeroppervlak van hoofdgebouwen bedraagt, tot een maximum van 60 m²; c. ten behoeve van de kantoor- en/of praktijkruimte of de bedrijfsmatige activiteit wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein; d. het gebruik geen nadelige invloed heeft op de normale afwikkeling van het verkeer; e. geen horeca en geen detailhandel plaatsvindt, uitgezonderd een beperkte verkoop ondergeschikt aan de uitoefening van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten; f. het beroep of de activiteit door de bewoner wordt uitgeoefend.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Bestemmingen en gebruik
Artikel 33
61
Vervolgfuncties ter plaatse van bouwvlakken
Algemeen In relatie tot de bestemmingen en bouwmogelijkheden voor de diverse deelgebieden, is in de navolgende tabel aangegeven welke vervolgfuncties op bouwvlakken passend/toelaatbaar zijn, met inachtneming van de daarbijbehorende voorschriften. De (bouw)voorschriften die gelden voor vervolgfuncties bij wijze van medebestemming (aanduiding ο in tabel), zijn ook van toepassing op bestaande functies overeenkomstig hoofdstuk II, die worden gecontinueerd. Tabel 5.2 Vervolgfuncties aard van de vervolgfunctie
ter plaatse van:
Ab zone I en II
Ab zone III;
Ag
AD
W
B
D+K
ov.
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
Av zone III en IV
agrarisch verwante vervolgfuncties handels- en exportbedrijven
W
y
y
ο
y
w
y
y
¼
¼
¼
¼
¼
¼
¼
agrarische loonbedrijven in de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten
W
W
y
y
•
ο
y
•
¼
¼
¼
¼
¼
¼
¼
opslag/stalling van agrarische goederen in bestaande bebouwing
W
W
W
W
y
ο
y
y
¼
¼
¼
¼
¼
¼
veehandelsbedrijven
y
W
y
y
y
W
y
y
¼
¼
¼
¼
¼
¼
¼
¼
¼
¼
¼
¼
¼
¼
niet-agrarische vervolgfuncties bedrijven in de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten
y
y
y
y
y
V
y
y
opslag/stalling van niet-agrarische goederen in bestaande bebouwing
y
y
y
y
y
ο
y
y
paardenstalling
y
W
y
y
y
•
y
•
¼
¼
hoveniersbedrijven
y
W
y
y
y
W
y
y
¼
¼
¼
¼
dierenpension voor kleine huisdieren
y
ο
y
y
y
y
y
•
¼
¼
¼
¼
expositieruimte/atelier
W
W
y
y
y
y
y
y
¼
¼
¼
prostitutiebedrijf
W
W
y
W
y
W
y
y
wonen/hobbyboeren
W
W
y
W
ο
W
W
•
¼
¼
¼ ¼
¼
¼
¼
Ab zone I en II bouwvlakken met de bestemming Agrarische doeleinden bollenteelt die gelegen zijn jn de zones I en II Ab zone III bouwvlakken met de bestemming Agrarische doeleinden bollenteelt die gelegen zijn in zone III Av zone III en IV bouwvlakken met de bestemming Agrarische doeleinden grondgebonden veehouderij, gelegen in de zones III en IV Ag bouwvlakken met de bestemming Agrarische doeleinden glastuinbouw AD bouwvlakken met de bestemming Agrarisch aanverwante doeleinden W bouwvlakken met de bestemming Woondoeleinden B bouwvlakken met de bestemming Bedrijfsdoeleinden Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Bestemmingen en gebruik
D+K ov.
bouwvlakken met de bestemming Detailhandelsdoeleinden of Kantoordoeleinden overige bouwvlakken
ο • V W ∗
Toelaatbaar bij wijze van medebestemming Niet toelaatbaar Toelaatbaar na vrijstelling Toelaatbaar na planwijziging Zie voorschriften bij tabel 5.2
62
Voorschriften bij tabel 5.2 Vervolgfuncties via vrijstelling of planwijziging 1. Met betrekking tot vervolgfuncties via vrijstelling of planwijziging geldt het volgende: Algemeen a. Voor de hier bedoelde functies (aanduiding v of w in tabel) zijn burgemeester en wethouders bevoegd vrijstelling te verlenen of planwijziging ex artikel 11 WRO toe te passen, indien bedoelde functies passen in het referentiekader zoals in de Beschrijving in Hoofdlijnen aangegeven. Daarbij wordt successievelijk gelet op: de belangen van landschap, natuur en cultuurhistorie, waarbij uitdrukkelijk rekening wordt gehouden met de mate van kwetsbaarheid van de betrokken zone en de ligging van het betrokken perceel, mede ten opzichte van zowel natuurgebied als bebouwde kom; het belang van de waterhuishouding zoals voor de betrokken zone in de Beschrijving in Hoofdlijnen aangegeven; de wenselijkheid van zinvol gebruik van gebouwen en onbebouwde gronden; de aard en omvang van de nieuwe functie, mede in relatie tot de omvang en de situering van de aanwezige bebouwing; de behoefte de ruimtelijke kwaliteit in het plangebied zoveel mogelijk te versterken, met name in relatie tot nieuwe niet-agrarische functies ter plaatse van agrarische bouwvlakken, onder meer door landschapsbouw en landschappelijke inpassing, sanering van voormalige agrarische bedrijfsbebouwing en stimulering van herstel/behoud van beschermenswaardige panden en streekeigen karakteristieken. Voorkeursregeling b. Voordat toepassing wordt gegeven aan planwijziging ten behoeve van agrarisch verwante of niet-agrarische vervolgfuncties, wordt door de agrarisch deskundige in eerste instantie bezien of het betreffende bouwvlak geschikt is voor de hervestiging van een agrarisch bedrijf overeenkomstig de mogelijkheden uit tabellen 1 tot en met 4. Indien blijkt dat het betreffende bouwvlak niet geschikt is voor agrarisch hergebruik wordt door de agrarisch deskundige vervolgens bezien of hergebruik ten behoeve van een agrarisch verwante vervolgfunctie mogelijk is. Met het oog hierop wordt geen besluit tot planwijziging genomen dan nadat een periode van drie maanden is verstreken, gerekend vanaf het moment dat het verzoek om planwijziging is ingediend, een en ander met inachtneming van hetgeen hierover in de Beschrijving in Hoofdlijnen is aangegeven. Registratie: geen uitbreiding van bebouwing c. Indien planwijziging wordt toegepast voor een vervolgfunctie op agrarische bouwvlakken geldt het volgende: in het wijzigingsplan wordt bij wijze van bouwvoorschrift bepaald, dat de gebouwen in geen enkel opzicht mogen worden uitgebreid, behoudens voorzover daarvoor ingevolge de navolgende voorschriften vrijstelling is verleend; ter zake wordt een overeenkomst, zoals in de Beschrijving in Hoofdlijnen bedoeld, gesloten, voordat planwijziging wordt toegepast; in het wijzigingsplan wordt door middel van een specifieke aanduiding aangegeven dat het hier een vervolgfunctie betreft op een voormalig agrarisch bouwvlak. Bouwmogelijkheden: algemeen 2. Met betrekking tot de bouwmogelijkheden geldt het volgende: Alleen bestaande bebouwing a. Ter plaatse van agrarische bouwvlakken en bouwvlakken met de bestemming Agrarisch aanverwante doeleinden, mogen voor de in tabel 5.2 bedoelde functies − ongeacht of deze zonAdviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Bestemmingen en gebruik
63
der meer toelaatbaar zijn dan wel na planwijziging − geen nieuwe gebouwen worden gebouwd. Evenmin mogen de gebouwen, zoals aanwezig op het tijdstip waarop het in tabel 5.2 bedoelde gebruik een aanvang neemt, qua oppervlakte en hoogte worden uitgebreid. Nieuwbouw ingeval van sloop bestaande bebouwing b. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ten behoeve van nieuwbouw vrijstelling te verlenen van voorschrift 2 onder a, in ruil voor sloop van aanwezige gebouwen die noch solitair, noch in samenhang met andere bebouwing cultuurhistorische waarde vertegenwoordigen, met inachtneming van het volgende: ingeval van nieuwbouw ten behoeve van de vestiging van handels- en exportbedrijven of agrarische loonbedrijven, mag de oppervlakte van de nieuwe bebouwing niet meer bedragen dan de totale oppervlakte van de aanwezige bedrijfsbebouwing; ingeval van nieuwbouw voor overige vervolgfuncties mag de oppervlakte van de nieuw op te richten gebouwen maximaal 50% bedragen van de oppervlakte van de bebouwing die wordt afgebroken; de herbouw dient te passen in een (her)inrichtingsplan voor het betreffende bouwvlak waarbij erfbeplanting wordt aangebracht en waarbij doorzichten naar de achterliggende polders of bollenvelden zo mogelijk worden hersteld; er dient zekerheid te zijn verkregen dat het (her)inrichtingsplan daadwerkelijk zal worden uitgevoerd, met inachtneming van hetgeen hierover in de Beschrijving in Hoofdlijnen is bepaald. Wonen 3. Met betrekking tot wonen geldt het volgende: a.
b.
c.
d.
Aantal woningen: algemeen Er mogen slechts woningen totstandkomen op bouwvlakken waar ingevolge elders gegeven voorschriften woningen zijn toegestaan. Het aantal woningen, zoals ingevolge elders gegeven voorschriften toegestaan, mag niet worden uitgebreid. Van aanwezige woningen mag geen ander gebruik dan gebruik in combinatie met wonen worden gemaakt. Wijzigingsbevoegdheid naar Woondoeleinden ter plaatse van de bestemmingen Detailhandelsdoeleinden en Kantoordoeleinden In afwijking van het bepaalde in lid 3 onder a zijn burgemeester en wethouders bevoegd de bestemmingen Kantoordoeleinden te wijzigen in de bestemming Woondoeleinden, met inachtneming van het volgende: - er dient in ieder geval voldaan te worden aan het bepaalde in de artikelen 46 (Afstand van woningen tot wegen en spoorwegen) en 49 (Woningen en kassen). Aantal woningen: herstel/behoud monumenten Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van voorschrift 2 onder a ten behoeve van het onderbrengen van één extra woning in monumenten die hoofdgebouwen zijn (zie kaartbladen 1 tot en met 4), indien er daadwerkelijk wordt bijgedragen aan herstel en/of behoud van deze panden. Vergroting van een inpandige woning Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van de maximale inhoudsmaat van woningen, indien het een woning betreft die onderdeel uitmaakt van een veel groter hoofdgebouw en de afmetingen van dit hoofdgebouw in geen enkel opzicht worden uitgebreid.
Loonbedrijven, handels- en exportbedrijven en bedrijven in categorieën 1 en 2 4. Met betrekking tot loonbedrijven en handels- en exportbedrijven en bedrijven in de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten geldt het volgende: Staat van Bedrijfsactiviteiten a. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd van de categorieën ingevolge de Staat van Bedrijfsactiviteiten vrijstelling te verlenen, teneinde: bedrijven toe te laten in maximaal één categorie hoger, voorzover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op specifieke werkwijze en getoetst aan de in de Staat van Bedrijfsactiviteiten aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kan
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Bestemmingen en gebruik
-
b.
c.
d.
e.
64
worden te behoren tot de ingevolge tabel 5.2 algemeen toelaatbare categorieën van de Staat van Bedrijfsactiviteiten; bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, voorzover het betrokken bedrijf geen inrichting is als bedoeld in artikel 41 van de Wet geluidhinder en naar aard en invloed op de omgeving (gelet op specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën 1 en 2 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten. Agrarische loonbedrijven als vervolgfunctie Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van tabel 5.2 teneinde agrarische loonbedrijven toe te laten die voorkomen in categorie 3 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten, indien er geen onevenredige milieuhinder zal ontstaan. Bedrijven in de categorieën 1, 2 en 3 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten In afwijking van het bepaalde in dit artikel en tabel 5.2. zijn burgemeester en wethouders bevoegd om uitsluitend ter plaatse van het bouwvlak met de subbestemming Btr, dat gelegen is aan de Achterweg 80 t/m 84 en het bouwvlak met de subbestemming Ban, dat gelegen is aan de Akervoorderlaan 6, vrijstelling te verlenen teneinde bedrijven in de categorieën 1 t/m 3 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten toe te laten. Agrarische handels- en exportbedrijven als vervolgfunctie Planwijziging ten behoeve van agrarische handels- en exportbedrijven mag uitsluitend worden toegepast voor bouwvlakken die gelegen zijn binnen zone I. Waar geen nieuwe vervolgactiviteiten Ter plaatse van de bestemming Bedrijfsdoeleinden zijn de vervolgfuncties zoals omschreven in deze tabel in geen geval toelaatbaar ter plaatse van het bouwvlak met de subbestemming composteerinrichting (Bci).
Paardenstalling 5. a. Een binnenrijbaan is in geen geval toegestaan, óók niet binnen de bouwvlakken. b. De afstand van mestopslag en paardenstallen tot woningen van derden dient ten minste 50 m te bedragen. c. De afstand van paardenbakken tot woningen van derden dient ten minste 50 m te bedragen. Voorzieningen 6. Het oprichten van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor reclameborden en/of neonreclame is niet toegestaan. Hetzelfde geldt voor lichtmasten en lichtbakken. Voor parkeren en laad- en losgelegenheid wordt verwezen naar de Beschrijving in Hoofdlijnen (artikel 35). Opslag van agrarische producten als vervolgfunctie en buitenopslag 7a. Opslag van agrarische producten is als vervolgfunctie alleen toelaatbaar voorzover het opslag betreft in de categorieën 1 en 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten. 7b. Voor de hier bedoelde functies is buitenopslag in geen geval toegestaan. Verkeerssituatie 8. De hier bedoelde vervolgfuncties zijn alleen toegestaan op bouwvlakken die blijkens themakaart 1 goed ontsloten zijn. 9. Burgemeester en wethouders kunnen van voorschrift 8 vrijstelling verlenen ten behoeve van het toestaan van de betreffende vervolgfunctie op bouwvlakken die blijkens themakaart 1 niet zijn aan te merken als "goed ontsloten", indien de ontsluiting − gelet op de aard en omvang van het gebruik, de gesteldheid van de weg en de verkeerssituatie − voldoende moet worden geacht. Wijzigingsbevoegdheid ten behoeve van een prostitutiebedrijf 10. Burgemeester en wethouders zijn − met toepassing van artikel 11 WRO − in afwijking van het bepaalde in artikel 52 lid 2 en lid 4, bevoegd de bestemming te wijzigen in de bestemming
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Bestemmingen en gebruik
65
Bedrijfsdoeleinden subbestemming prostitutiebedrijf ten behoeve van de vestiging van ten hoogste één prostitutiebedrijf, met inachtneming van de volgende bepalingen: a. het mag geen straat- en/of raamprostitutie betreffen; b. ingeval er sprake is van horeca, dient horeca uitsluitend een ondergeschikt deel van het prostitutiebedrijf te zijn; c. de bedrijfsvloeroppervlakte mag maximaal 250 m² bedragen; d. de betreffende inrichting mag niet gelegen zijn binnen een afstand van 50 m van een school, peuterspeelzaal, kinderdagverblijf/naschoolse opvang, kerk of soortgelijke voorzieningen; e. ten behoeve van de vestiging moet kunnen worden voorzien in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein; f. de vestiging mag geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Bestemmingen en gebruik
Artikel 34
66
Aanlegvoorschriften
Vergunningvereiste 1. In relatie tot de bestemmingen als bedoeld in de artikelen 28 tot en met 31 is het op de desbetreffende gronden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) verboden de in tabel 6 aangegeven werken of werkzaamheden aan te leggen of uit te voeren, zulks overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 25 lid 6 en 27 lid 7. Uitzonderingen 2. Een vergunning als bedoeld in lid 1 is niet vereist voor: a. werken of werkzaamheden die betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer; b. werken of werkzaamheden die reeds in uitvoering of aanwezig zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan; c. werken of werkzaamheden die worden aangelegd of uitgevoerd binnen bouwvlakken, met dien verstande dat een aanlegvergunning wel vereist is voorzover de bouwvlakken samenvallen met terreinen van hoge archeologische waarde; d. de aanleg van kavel- en toegangspaden, uitsluitend voorzover dit plaatsvindt tussen de naar de weg gekeerde zijde van een bouwvlak en de weg; e. werken of werkzaamheden ten behoeve van de realisering van bestemmingen en bouwmogelijkheden op grond van planwijziging of vrijstelling. Toelaatbaarheid 3. Een aanlegvergunning als in lid 1 en tabel 6 bedoeld, wordt verleend indien kan worden aangetoond dat de betrokken waarden niet onevenredig worden geschaad, gelet op: a. het belang dat met de ingreep is gediend; b. de belangen van landschap, natuur en cultuurhistorie zoals deze voor het betrokken deelgebied in hoofdstuk III tot uitdrukking zijn gebracht; c. het waterhuishoudkundig belang (kwantitatief en kwalitatief), met het oog op de waterhuishoudkundige doelstellingen. 4. Burgemeester en wethouders kunnen, ter onderbouwing van het bepaalde onder lid 3, verzoeken tot het opstellen van een inrichtingsplan. 5. Van onevenredige schade is geen sprake indien aan het navolgende wordt voldaan: a.
Verwijderen van beplantingen en het beplanten van gronden Het verwijderen van opgaande beplantingen of het beplanten van gronden met opgaande beplantingen past binnen het vastgestelde Landschapsbeleidsplan.
b.
Wandel- en fietspaden Binnen de zones III en IV vindt de aanleg van wandel- en/of fietspaden niet tijdens het broedseizoen (van 1 maart t/m 15 juni) plaats.
c.
Leidingen Binnen de zones III en IV vindt de aanleg van en werkzaamheden aan leidingen niet tijdens het broedseizoen (van 1 maart t/m 15 juni) plaats.
Adviesprocedure 6. Een inrichtingsplan als bedoeld in lid 4 kan ter toetsing worden voorgelegd aan de natuur- en landschapsdeskundige omtrent de vraag of in voldoende mate is aangetoond dat de betrokken waarden niet onevenredig worden geschaad.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Bestemmingen en gebruik
67
Tabel 6 Aanlegvergunningvereisten/gebruiksverboden
werken en werkzaamheden
zone I
zone II
zone III
zone IV
alg.
Rbp.
N.
alg.
N.
alg.
dempen, (ver)graven, vergroten of herprofileren van sloten, watergangen en open water
A
A
A
A
A
A
A
ontginnen, ophogen, afgraven of egaliseren van gronden
{
{
A
{
A
A
A
uitvoeren van grondbewerkingen dieper dan 50 cm (ook diepwoelen en draineren)
{
{
A
{
A
A
A
scheuren van graslanden ten behoeve van ruwvoederteelt
z
{
z
z
z
{1)
z
verwijderen van opgaande beplantingen
A
A
A
A
A
A
A
beplanten van gronden met opgaande beplantingen (m.u.v erfbeplantingen)
A
A
A
A
A
A
A
het aanbrengen van oppervlakteverhardingen
A
A
A
A
A
A
A
aanleg van wandelpaden
A
A
A
A
A
A
A
aanbrengen van ondergrondse transport-. energie of telecommunicatieleidingen en de daarmee varband houdende constructies, installaties of apparatuur
{
{
A
{
A
A
A
ingrijpende werkzaamheden aan leidingen, zoals bedoeld in artikel 25 die verder reiken dan normaal onderhoud en beheer en geen verband houden met (dreigende) calamiteiten
{
{
A
{
A
A
A
z { A
Niet toelaatbaar/strijdig gebruik Zonder meer toelaatbaar Vereiste van aanlegvergunning; voor toelaatbaarheid zie leden 3 en 4
alg.
voorzover de betreffende zone niet is voorzien van één van de navolgende aanduidingen, gebieden of bestemmingen Rbp. Rooversbroekpolder N. ter plaatse van de perceelsbestemming Natuurdoeleinden {¹ toelaatbaar tot maximaal 20% van de tot het bedrijf behorende gronden in zone III
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Bestemmingen en gebruik
68
Blanco pagina
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Hoofdstuk IV Beschrijving in Hoofdlijnen Artikel 35
69
Beschrijving in Hoofdlijnen
Referentiekader nieuwe functies 1. Bij de toepassing van de vrijstellings- en wijzigingsbevoegdheden voor nieuwe functies, het verlenen van aanlegvergunningen en het stellen van nadere eisen, wordt bij de afweging van de belangen het volgende algemene referentiekader gehanteerd: Algemene karakteristiek van het plangebied Zone I, primair agrarisch gebied Het betreft bollenteeltgronden met een intensief agrarisch gebruik alsmede een aantal glastuinbouwbedrijven. Deze gronden zijn relatief dicht bebouwd met bedrijfsgebouwen en kassen. Voorts is deze zone van belang voor agrarische handels- en exportbedrijven. Er is geen sprake van natuurwaarden. De landschapswaarden beperken zich tot doorzichten op de achterliggende bollenvelden en de landschapselementen in de vorm van houtwallen en -singels, geriefhoutbosjes en groenvoorzieningen. Zone II, agrarisch gebied met verweving van landbouw en landschapswaarden Deze gronden kennen een grootschalig gebruik voor de bollenteelt. Verdichting van de bebouwing is hier, mede door het stringente ruimtelijk beleid van de gemeente, grotendeels achterwege gebleven. De landschappelijke waarde wordt dan ook gevormd door de openheid, de aanwezige vergezichten en de bloeiende bollenvelden in het voorjaar. Daarnaast is het stelsel van voormalige zanderijvaarten een factor van zowel landschappelijke als cultuurhistorische betekenis. De betekenis van de landschappelijke openheid wordt versterkt door het contrast met enerzijds de bebossing van de Keukenhof en de landgoederenzone in de Lageveensepolder en anderzijds de bebouwing van het stedelijk gebied van Lisse. De bloeiende bollenvelden zijn van grote toeristische betekenis. Zone III, Agrarisch gebied met verweving van landbouw en natuur- en landschapswaarden Het grondgebruik is hier in overwegende mate gericht op grondgebonden veehouderij. De graslanden vormen een waardevol landschappelijk contrast met de bollenvelden. Daarnaast leidt het graslandgebruik tot een hoge mate van openheid waarvan de beleving versterkt wordt door de aanwezigheid van de hooggelegen ringdijk rond de Lisserpoelpolder. De aanwezigheid van de graslanden en de waterkwaliteit dragen bij aan de natuurwaarden in de vorm van weidevogels en waardevolle sloot- en oevervegetaties. Zone IV, Landgoederenzone met verweving van natuur- en landschapswaarden, landbouw en recreatie Het agrarisch grondgebruik is in de polders gericht op duurzame grondgebonden veehouderij te midden van essenhakhoutpercelen. De combinatie van hakhout en graslanden vertegenwoordigt grote natuur- en landschapswaarden. Voorts bevinden zich in deze zone twee grote dagrecreatieve complexen (Keukenhof en sportpark). De Keukenhof met de hoogopgaande beplanting vertegenwoordigt tevens belangrijke natuur- en landschapswaarden.
Agrarische bouwplannen 2. Voor het onderscheid tussen enerzijds volwaardig agrarisch bedrijf, reëel agrarisch bedrijf en agrarisch bedrijf bij wijze van deeltijd en anderzijds hobbyboeren zijn − gelet op de begripsbepalingen die het plan bevat − in de praktijk de volgende criteria van belang: -
Duurzaam volwaardig agrarisch bedrijf Hoofdberoep agrarisch. Continuïteit op langere termijn, doch in ieder geval binnen de planperiode aannemelijk. Volledige werkgelegenheid voor ten minste één arbeidskracht met een aanvaardbaar inkomen (afhankelijk van aantal dieren, hoeveelheid grond en inrichting van het bedrijf). Voldoet aan de geldende milieueisen en binnen kan op langere termijn aan deze eisen blijven voldoen.
-
Reëel agrarisch bedrijf Hoofdberoep agrarisch. Arbeidsbehoefte van een halve tot een hele arbeidskracht (afhankelijk van aantal dieren, hoeveelheid grond en inrichting van het bedrijf). Aannemelijk perspectief op doorgroei naar volwaardigheid op basis van ondernemersplan.
-
Deeltijdagrarisch bedrijf Arbeidsbehoefte van minder dan een halve arbeidskracht.
-
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Beschrijving in Hoofdlijnen
70
3. Bij de concrete toetsing van (agrarische) bouwplannen zal getoetst worden aan de aspecten die voor de betreffende bedrijfstak dan wel voor het betreffende bouwplan zijn vermeld in het "Actualiseringskader bestemmingsplannen buitengebied" van 14 december 1998 van het Samenwerkingsorgaan Duin- en Bollenstreek. Daarnaast zal bij het onderscheid tussen volwaardig agrarisch bedrijf, reëel agrarisch bedrijf, agrarisch bedrijf bij wijze van deeltijd en hobbyboeren gebruikgemaakt worden van (relevante onderdelen van) de "Handleiding agrarische bouwaanvragen" van de provincie Zuid-Holland van december 1995. Dit om in de praktijk het in het plan gemaakte onderscheid tussen volwaardige/reële agrarische bedrijven, deeltijdbedrijven en hobbyboeren goed te kunnen toepassen. Maatregelen buiten het bestemmingsplan om (afstemming op gemeentelijk niveau) 4. Voor de diverse zones en voor het plangebied als geheel richt het gemeentebestuur zich op het volgende: a.
b.
c.
d.
Waterbeheer Met de waterbeheerders zal periodiek overleg plaatsvinden, teneinde optimale afstemming van waterbeleid en ruimtelijke ordeningsbeleid zeker te stellen. Wanneer er ontwikkelingen plaatsvinden in gebieden waar de Keur van kracht is (beschermingszones voor watergangen en -keringen), zullen de waterbeheerders betrokken worden bij de belangenafweging. Tevens zal ingeval van (bouw)werken en/of werkzaamheden in deze gebieden een ontheffing moeten worden aangevraagd bij de waterbeheerder. Beplanting Met betrekking tot waardevolle landschapselementen en erfbeplantingen zal de gemeente uitvoering geven aan de beleidslijnen die hierover zijn vastgelegd in het Landschapsbeleidsplan voor de Duin- en Bollenstreek waarmee door de gemeenteraad van Lisse is ingestemd op 11 september 1997. Parkeren en laad- en losgelegenheid Met betrekking tot voorzieningen voor parkeren en laden en lossen zullen burgemeester en wethouders – verscherpt – toepassing geven aan de bouwverordening, waarbij voor paardenstalling de volgende norm zal worden gehanteerd: 25 m² verharding per gestald paard; bij meer dan 10 paarden 12,5 m² verharding voor ieder gestald paard boven het aantal van 10. Openbare orde Overlast vanwege recreatieve voorzieningen, bedrijven en andere instellingen in de vorm van (onder andere) opdringerige reclame-uitingen, luide muziek en hinderlijke verlichting zal met behulp van de Algemene Plaatselijke Verordening worden tegengegaan.
Wijzigingsbevoegdheid hergebruik agrarische bedrijfsgebouwen 5. Ingeval van hergebruik van voormalige agrarische gebouwen inclusief de agrarische bedrijfswoning (vervolgfuncties) geven burgemeester en wethouders in de eerste plaats de voorkeur aan (her)vestiging van een agrarisch bedrijf en in de tweede plaats aan de (her)vestiging van een agrarisch verwante vervolgfunctie boven andere overige niet-agrarische vervolgfuncties. Daarom zal over planwijziging voor niet-agrarische vervolgfuncties niet eerder een besluit worden genomen dan nadat – gerekend vanaf het moment van ontvangst van de aanvraag – een periode van drie maanden is verstreken. Hierdoor worden agrarische bedrijven en agrarisch verwante vervolgfuncties in de gelegenheid gesteld zich aan te melden voordat planwijziging voor een overige niet-agrarische vervolgfunctie wordt toegepast. Burgemeester en wethouders geven van deze procedure kennis in de plaatselijke dag- of weekbladen, via de gemeentelijke pagina op internet en door gerichte informatie aan makelaars die in de regio actief zijn. (Her)inrichting bouwvlakken ingeval van niet-agrarisch gebruik 6. Planwijziging ten behoeve van een vervolgfunctie wordt niet toegepast dan nadat tussen gemeente en eigenaar een privaatrechtelijke overeenkomst tot stand is gekomen waarbij is vastgelegd dat de eigenaar zich realiseert dat ingevolge het bestemmingsplan op het betrokken perceel geen mogelijkheden bestaan de aanwezige gebouwen uit te breiden of nieuwe gebou-
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Beschrijving in Hoofdlijnen
71
wen op te richten, behoudens voorzover burgemeester en wethouders daarvoor vrijstelling verlenen overeenkomstig de voorschriften van dit bestemmingsplan, en waarbij de eigenaar verklaart zich daaraan te conformeren. 7. Ingeval van hergebruik van voormalige agrarische gebouwen (vervolgfuncties) kan in specifieke situaties aanwezige bebouwing worden uitgebreid of vervangen. Hiertoe zijn vrijstellingsbevoegdheden in het plan opgenomen. In dat kader kan door burgemeester en wethouders een (her)inrichtingsplan worden geëist als onderdeel van een privaatrechtelijke overeenkomst tussen gemeente en eigenaar, met ten minste de volgende elementen: indien afbraak van bestaande bebouwing wordt geëist: zekerheid dat de bestaande bebouwing wordt afgebroken; indien landschappelijke inpassing wordt geëist: erfbeplanting van een gebiedseigen assortiment. Landschappelijke inpassing kleinschalig kamperen 8. Bij ontheffing of vrijstelling voor kleinschalig kamperen als bedoeld in de Wet op de openluchtrecreatie zullen burgemeester en wethouders als voorwaarde stellen dat in landschappelijke inpassing wordt voorzien door middel van opgaande randbeplanting van een gebiedseigen assortiment over een breedte van tenminste 5 m (voorzover bedoelde beplanting niet reeds aanwezig is), tenzij de kampeermiddelen zodanig worden gesitueerd dat deze door bebouwing of anderszins aan het zicht worden onttrokken. Handhaving van het bestemmingsplan 9. Gemeenteraad en burgemeester en wethouders zullen een adequaat handhavingsbeleid voeren op basis van een daartoe op te stellen notitie.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Beschrijving in Hoofdlijnen
72
blanco pagina
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Hoofdstuk V Algemene bepalingen Artikel 36
73
Wijze van meten
Bij de toepassing van deze voorschriften wordt als volgt gemeten: 1. de oppervlakte van een gebouw tussen (de buitenste verticale projecties van) de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidsmuren. 2. de inhoud van een gebouw tussen de bovenzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels en/of het hart van de scheidsmuren en de buitenzijde van de daken en dakkapellen. 3. de goot(- of boeibord)hoogte van een gebouw tussen de bovenkant van goot, boeibord of daarmee gelijk te stellen constructiedeel en het peil; indien zich op enige zijde van een gebouw één of meer dakkapellen bevinden waarvan de gezamenlijke breedte meer bedraagt dan 50% van de gevelbreedte, wordt de goot- of boeibordhoogte van de dakkapel als hoogte aangemerkt. 4. de bouwhoogte van een gebouw tussen de bovenkant van het gebouw, met uitzondering van antennes, schoorstenen en andere ondergeschikte bouwdelen, en het peil. 5. de bouwhoogte van een bouwwerk, geen gebouw zijnde tussen het hoogste punt van het bouwwerk en het peil. 6. de bouwhoogte van een woonschip vanaf de waterspiegel tot aan het hoogste punt, ondergeschikte bouwdelen, zoals schoorstenen, lichtkoepels en antennes niet meegerekend.
Artikel 37
Algemene procedurevoorschriften
1. Bij toepassing van een wijzigingsbevoegdheid, zoals deze onderdeel uitmaakt van dit plan, dienen de navolgende procedureregels in acht te worden genomen: a. het ontwerpbesluit tot wijziging ligt met bijbehorende stukken gedurende 4 weken ter inzage; b. de burgemeester maakt deze terinzagelegging tevoren in één of meer dag-, nieuws- of huis-aan-huisbladen, die in de gemeente worden verspreid, alsmede op de gebruikelijke wijze bekend; c. de bekendmaking houdt mededeling in van de bevoegdheid tot het naar voren brengen van zienswijzen; d. gedurende de onder a genoemde termijn kunnen belanghebbenden bij burgemeester en wethouders zienswijzen naar voren brengen tegen het ontwerpbesluit. 2. Bij toepassing van een vrijstellingsbevoegdheid, zoals deze onderdeel uitmaakt van dit plan, dienen de navolgende procedureregels in acht te worden genomen: a. het ontwerpbesluit tot vrijstelling ligt met bijbehorende stukken gedurende 2 weken ter inzage; b. de burgemeester maakt deze terinzagelegging tevoren in één of meer dag-, nieuws- of huis-aan-huisbladen, die in de gemeente worden verspreid, alsmede op de gebruikelijke wijze bekend; c. de bekendmaking houdt mededeling in van de bevoegdheid tot het naar voren brengen van zienswijzen; d. gedurende de onder a genoemde termijn kunnen belanghebbenden bij burgemeester en wethouders zienswijzen naar voren brengen tegen het ontwerpbesluit.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Algemene bepalingen
Artikel 38
74
Dubbeltelbepalingen
1. Gronden die in aanmerking zijn of moeten worden genomen bij een te verlenen bouwvergunning, mogen, behoudens intrekking van die bouwvergunning, niet nog eens bij een nieuwe aanvraag voor het verkrijgen van een bouwvergunning in aanmerking worden genomen. 2. Met betrekking tot bedrijfswoningen voor agrarische bedrijven, zoals in de artikelen 2, 3 en 4 bedoeld, geldt overigens het volgende: a. indien ten behoeve van een bedrijf reeds een of meerdere woningen aanwezig zijn, wordt het bouwplan voor een nieuwe bedrijfswoning aangemerkt als bouwplan voor een tweede respectievelijk volgende bedrijfswoning; b. tenzij het de vervanging van een woning betreft, worden met een bij het bedrijf reeds aanwezige woning gelijkgesteld: - de woning die op het tijdstip van tervisielegging van het ontwerpplan reeds op het bouwvlak van het betrokken bedrijf aanwezig is; ook als deze woning inmiddels niet meer functioneert als bedrijfswoning van het betrokken agrarisch bedrijf; - de woning, die na de tervisielegging van het ontwerpplan als bedrijfswoning op het bouwvlak van het betrokken bedrijf is of wordt gebouwd; ook als deze woning inmiddels niet meer functioneert als bedrijfswoning van het betrokken agrarisch bedrijf.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Algemene bepalingen
Artikel 39
75
Overschrijding bouwgrenzen
De bouwgrenzen mogen in afwijking van de kaart en hoofdstuk II en/of III uitsluitend worden overschreden door: a. tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, erkers, serres, entreeportalen, veranda's, overstekken en afdaken, mits de overschrijding niet meer dan 1,5 m bedraagt; b. andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer dan 1 m bedraagt.
Artikel 40
Steigers
Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, in de vorm van steigers zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van bouwvlakken waarop zich woningen bevinden dan wel op gronden met de bestemming Erven (E) of Tuinen (T), met inachtneming van het volgende: a. de bouw van steigers is niet toelaatbaar langs de Leidsevaart; b. per woning is slechts één steiger toegestaan; c. de lengte en breedte van de steiger mogen niet meer bedragen dan respectievelijk 6 m en 1,5 m; d. de maximale bouwhoogte mag niet meer bedragen dan het peil; e. de steiger mag de oeverlijn aan de landzijde met niet meer dan 0,5 m overschrijden.
Artikel 41
Ondergronds bouwen
Voor het bouwen van geheel of gedeeltelijk beneden het maaiveld gelegen ruimten gelden de volgende bepalingen: a. het bouwen van ondergrondse bedrijfsruimten is uitsluitend toelaatbaar op agrarische bouwvlakken en bouwvlakken met de subbestemming ADhe; b. de bouw van ondergrondse ruimten behorende bij en dienstbaar aan een woning is uitsluitend toelaatbaar voorzover zich op het bouwvlak een woning bevindt; c. voor het bouwen van ondergrondse bedrijfsruimten geldt het volgende: - de bouwhoogte van een ondergrondse ruimte van een mag niet meer dan 4 m bedragen; - de oppervlakte mag niet meer bedragen dan de oppervlakte die voor het betreffende bouwvlak toelaatbaar is; d. voor het bouwen van ondergrondse ruimten behorende bij en dienstbaar aan een woning geldt het volgende: - de bouwhoogte mag niet meer dan 3 m bedragen; - ondergrondse ruimten zijn uitsluitend toelaatbaar onder de woning of onder de bijgebouwen behorende bij de woning; - de ondergrondse ruimte mag uitsluitend vanuit de binnenzijde van het gebouw waaronder het wordt gerealiseerd toegankelijk zijn; - de bijbehorende voorzieningen voor licht- en luchttoetreding dienen gesitueerd te zijn aan de van de weg afgekeerde zijde van het gebouw; aan de niet van de weg afgekeerde zijde(n) van het gebouw zijn binnen een strook van 1 m vanuit de bovengrondse voorgevel voorzieningen voor licht- en luchttoetreding voor ondergrondse ruimten toegestaan tot maximaal 25% van de breedte van de desbetreffende gevel.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Algemene bepalingen
Artikel 42
76
Nadere eisen gebouwen
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen aan de situering, de verhouding breedte-diepte en de nokrichting van gebouwen, teneinde zeker te stellen dat gebouwen groter dan 10 m²: aansluiten op de in het gebied gebruikelijke bouwvormen; passen in de ruimtelijke karakteristiek van de omgeving; met de voorzijde worden gesitueerd naar de openbare weg; gebouwen niet worden gesitueerd op een onevenredig grote afstand van de weg; een en ander met dien verstande dat daarbij rekening wordt gehouden met de reeds aanwezige bebouwing in de omgeving en de oriëntatie ter plaatse van de voorgevels.
Artikel 43
Afstanden tot zijerfscheidingen
Voorzover gebouwen niet op de zijerfscheiding worden gebouwd, mogen gebouwen niet binnen een afstand van 3 m tot de zijerfscheiding worden gebouwd.
Artikel 44
Bruggen
1. Buiten bouwvlakken mogen – zonodig in afwijking van hoofdstuk II en III – uitsluitend bruggen worden gebouwd met een maximale breedte van 6 m indien zulks plaatsvindt ter plaatse van: a. fiets- en/of wandelpaden die worden gerealiseerd op grond van artikel 30 (aanlegvergunning); b. volwaardige of reële agrarische bedrijven dan wel agrarische bedrijven bij wijze van deeltijd; c. reeds aanwezige oeververbindingen (ter vervanging, herstel of verbetering). 2. Burgemeester en wethouders zijn ter plaatse van kanoroutes (zie themakaart nr. 2) bevoegd nadere eisen te stellen aan de hoogte en/of constructie van bruggen, voorzover nodig om te voorkomen dat recreatief medegebruik (kanoën) door de aanwezigheid van bruggen wordt verhinderd of belemmerd. 3. Burgemeester en wethouders winnen voor de bouw van bruggen schriftelijk advies in bij de waterbeheerders omtrent de vraag of door de voorgenomen bouwactiviteiten het belang van het water niet onevenredig wordt geschaad en de eventueel te stellen voorwaarden.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Algemene bepalingen
Artikel 45
77
Molenbiotoop
Doeleindenomschrijving 1. De gronden gelegen binnen de op de kaart aangegeven molenbiotoop zijn mede bestemd voor de bescherming en behoud van de vrije windvang van en het zicht op de molen. Bouwvoorschriften 2. Op deze gronden mag ten behoeve van de samenvallende bestemmingen uitsluitend worden gebouwd met in achtneming van de volgende hoogtebepalingen: a. binnen een afstand van 100 m rondom de molen mag geen bebouwing worden opgericht hoger dan de onderste punt van de verticaal staande wiek; b. binnen een afstand van 100 tot 400 m van de molen mag geen bebouwing worden opgericht met een hoogte die meer bedraagt dan 1/100 van de afstand van het bouwwerk tot de molen, gerekend vanaf de onderste punt van de verticaal staande wiek; c. indien de vrije windvang of het zicht op de molen ter plaatse al is beperkt, is het bepaalde onder a en b niet van toepassing mits de vrije windvang en het zicht op de molen niet verder worden beperkt. Vrijstellingsbevoegdheid 3. Burgemeester en wethouders zijn, gehoord de eigenaar of beheerder van de molen, bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid 2 onder a en b teneinde een hogere bouwhoogte toe te staan, met dien verstande dat: a. de belangen van de molen niet onevenredig mogen worden geschaad; b. vooraf een schriftelijke verklaring van Gedeputeerde Staten is ontvangen dat zij tegen het verlenen van de vrijstelling geen bezwaar hebben. Afstemmingsbepaling 4. Indien op basis van de medebestemmingen een lagere bouwhoogte als ten hoogst toegestane bouwhoogte is toegestaan dan de bouwhoogte welke op grond van dit artikel kan worden toegestaan, gaat het bepaalde in de medebestemmingen voor het hier bepaalde.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Algemene bepalingen
Artikel 46
78
Afstand van woningen tot wegen en spoorwegen
Afstanden van woningen tot wegen 1. Ingeval van nieuwe woningen ingevolge planwijziging of vrijstelling, mag de afstand van de woning (inclusief uitbouwen) tot de as van de weg − ter beperking van de geluidshinder − in geen geval minder bedragen dan de hieronder aangegeven afstand overeenkomstig de 50 dB(A)-contour: weg A44 ) Delfweg *
begin
eind
gemeentegrens Noordwijkerhout
Stationsweg
minimale afstand (in meters) 50 dB(A)-contour ) 602 * 105
Stationsweg *
)
Stations NS
Loosterweg-Noord
105
Stationsweg *
)
Loosterweg-Noord
Van Lyndenweg
115
Stationsweg *
)
Van Lyndenweg
West. Randweg
110
Loosterweg-Noord
gemeentegrens Hillegom
Zwartelaan
17
Loosterweg-Noord
Zwartelaan
Stationsweg
11
Zwartelaan
Loosterweg-Noord
Heereweg
11
N208
gemeentegrens Hillegom
Heereweg
155
Van Lyndenweg
Stationsweg
Spekkelaan
19
Spekkelaan
Van Lyndenweg
Achterweg-Zuid
12
Spekkelaan
Achterweg-Zuid
West. Randweg
14
Spekkelaan
Van Lyndenweg
Loosterweg-Zuid
11
Loosterweg-Zuid
Spekkelaan
gemeentegrens Voorhout
11
Essenlaan
Loosterweg-Zuid
Achterweg-Zuid
11
Achterweg-Zuid
Essenlaan
Spekkelaan
14
Achterweg-Zuid
Essenlaan
Catharijnelaan
15
Achterweg-Zuid
Catharijnelaan
Akervoorderlaan
15
Catharijnelaan
Achterweg-Zuid
komgrens Lisse
17
Leidsevaart
Stationsweg
gemeentegrens Noordwijkerhout
14
Akervoorderlaan
Achterweg-Zuid
Heereweg
12
Akervoorderlaan
Achterweg-Zuid
gemeentegrens Voorhout
13
Heereweg
West.Randweg
Heereweg
2 Poellaan
Heereweg
e
2 Poellaan 3 Poellaan
150
3 Poellaan
e
gemeentegrens Sassenheim
155
2 Poellaan
Rooversbroekdijk
Heereweg
75
Rooversbroekdijk
Ruishornlaan
2 Poellaan
70
West Randweg (westzijde) West Randweg (westzijde)
Heereweg
Keukenhofdreef
115
Keukenhofdreef
Spekkelaan
125
Spekkelaan
Heereweg
130
e
West Randweg (westzijde)
*) 1)
1)
e
140
e
e
Dit is − in afwijking van het bepaalde in lid 1 − gerekend vanaf de wegkant en is voorts − in afwijking van het bepaalde in de kop van de tabel − de breedte van de onderzoekszone. Waarden na berekening via SRM II.
Afstanden van woningen tot spoorwegen 2. Ingeval van nieuwe woningen ingevolge planwijziging of vrijstelling, mag de afstand van de woning (inclusief uitbouwen) tot de buitenste staaf van de spoorweg Haarlem-Leiden − ter beperking van de geluidshinder − in geen geval minder dan 300 m bedragen.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Algemene bepalingen
79
Uitzondering 3. Wanneer bij splitsing van panden in meerdere woningen de nieuwe woning niet aan de voorzijde wordt gebouwd, behoeft lid 1 niet in acht te worden genomen, indien uit geluidsberekeningen blijkt dat uit een oogpunt van geluidsbelasting een kleinere afstand kan worden aangehouden dan in de tabel aangegeven.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Algemene bepalingen
Artikel 47
80
Gebied met beperkingen bebouwing
1. Op de gronden die zijn gelegen binnen de op de kaart aangegeven lijn "gebied met beperkingen bebouwing" mogen geen woningen, woonwagens, woonboten, scholen en gezondheidszorggebouwen worden gebouwd. 2. Het bepaalde in lid 1 is niet van toepassing op bestaande gebouwen.
Artikel 48
Cultuurhistorisch waardevolle bebouwing
1. Voor wat betreft de panden die op de kaart zijn aangeduid als cultuurhistorisch waardevolle bebouwing geldt, in afwijking van het bepaalde in hoofdstuk II, het volgende: a. op alle locaties is vergroting en/of verandering van de bestaande bebouwing uitsluitend toegestaan indien de vergroting en/of verandering niet zichtbaar is vanaf de openbare weg; b. voor alle panden is de bestaande goothoogte de maximaal toelaatbare goothoogte; c. voor alle panden is de bestaande bouwhoogte de maximaal toelaatbare bouwhoogte. Vrijstellingsbevoegdheid vergroting/verandering 2. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid 1 teneinde de bestaande bebouwing te vergroten en/of te veranderen mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de cultuurhistorische waarde van het pand gelet op: a. bouwmassa naar hoofdafmeting en onderlinge verhoudingen; b. dakvorm, nokrichting, dakhelling, dakoverstekken, goot- en daklijsten en schoorstenen; c. gevelindelingen naar ramen, deuren en erkers. Aanlegvoorschriften 3. Het is verboden om zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) een pand of object met de aanduiding cultuurhistorisch waardevolle bebouwing geheel of gedeeltelijk te slopen. 4. Het verbod als bedoeld in lid 3 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die: a. normaal onderhoud en beheer betreffen; b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan. 5. Sloop als bedoeld in lid 3 is slechts toelaatbaar: a. ingeval van sloop van het gehele pand of object: indien dit gepaard gaat met herbouw van een vergelijkbaar pand of object, gelet op bouwmassa naar hoofdafmetingen en onderlinge verhoudingen, en gelet op dakvorm, nokrichting, dakhelling, dakoverstekken, goot- en daklijsten, schoorstenen en gevelindelingen door ramen, deuropeningen en erkers; b. ingeval van sloop van een gedeelte van het pand of object: indien bescherming is gewaarborgd van het resterende gedeelte van het pand of object, indien het te slopen gedeelte zelf niet beschermenswaardig is.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Algemene bepalingen
Artikel 49
81
Woningen en kassen
1. Tussen kassen op gronden met de bestemming en "Agrarische doeleinden glastuinbouw", "Agrarische doeleinden, bollenteelt" en woningen (inclusief aan- en uitbouwen) die niet tot het eigen glastuinbouw- of bollenteeltbedrijf behoren, dient – afhankelijk van de situatie op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan – ten minste de volgende afstand in acht genomen te worden: situatie
minimale afstand
-
uitbreiding van bestaand glastuinbouwbedrijf en bestaande woning
10 m
-
bestaand glastuinbouwbedrijf en nieuwe woning
25 m
-
bestaand glastuinbouwbedrijf en uitbreiding bestaande woning
25 m
2. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd van deze afstandsmaten vrijstelling te verlenen, voorzover een kortere afstand – gelet op de milieuvergunning en de daaraan verbonden voorschriften – uit milieuhygiënisch oogpunt aanvaardbaar is.
Artikel 50
Bestaande afstanden en andere maten
1. Indien afstanden op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan meer dan wel minder bedragen dan ingevolge hoofdstuk II en/of III is voorgeschreven, mogen de bestaande afstanden als maximaal respectievelijk minimaal toelaatbaar worden aangehouden. 2. In die gevallen dat hoogten, inhoud, aantallen en/of oppervlakten van bouwwerken op de dag van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan meer dan wel minder bedragen dan ingevolge hoofdstuk II en/of III is voorgeschreven, mogen de bestaande maten en hoeveelheden als maximaal respectievelijk minimaal toelaatbaar worden aangehouden.
Artikel 51
Vrijstellingsbevoegdheden
Algemene vrijstellingsbevoegdheid 1. Tenzij dit plan elders al over vrijstellingsbevoegdheden voor overschrijding van maatvoering beschikt, zijn burgemeester en wethouders bevoegd vrijstelling te verlenen van de bepalingen van het plan voor: a. overschrijding van − voor bouwen geldende − afstands-, oppervlakte- en hoogtematen met ten hoogste 15%; b. de bouw van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, die ten behoeve van nutsvoorzieningen dan wel voor waterstaatkundige of verkeerstechnische redenen noodzakelijk zijn, mits de voorzieningen van geringe horizontale of verticale afmetingen zijn. 2. Vrijstelling wordt niet verleend indien daardoor onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken. Vrijstellingsbevoegdheid bouwhoogte bouwwerken, geen gebouwen zijnde 3. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van de in hoofdstuk II aangegeven bouwhoogte ten behoeve van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tot een maximale bouwhoogte van 6 m, indien een doelmatige bedrijfsvoering zulks noodzakelijk maakt.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Algemene bepalingen
Artikel 52
82
Gebruik van de gronden en bouwwerken
Algemeen 1. Het is verboden gronden en bouwwerken te laten gebruiken op een wijze of tot een doel strijdig met de aan de betrokken grond gegeven (sub)bestemmingen, de daarbijbehorende doeleindenomschrijvingen en de overige voorschriften. 2. Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan onbebouwde gronden te gebruiken of te laten gebruiken: a. als opslagplaats voor bagger en grondspecie; b. als opslagplaats voor vaten, kisten, al dan niet voor gebruik geschikte werktuigen en machines of onderdelen daarvan, oude en nieuwe (bouw)materialen, afval, puin, grind of brandstoffen; c. als uitstallings-, opslag-, stand- of ligplaats voor kampeer- en verblijfsmiddelen; d. voor het houden van wedstrijden met motorvoertuigen of bromfietsen; e. als plaats voor het (laten) landen of opstijgen van ultralight-vliegtuigen; f. voor groeps- en natuurkamperen zoals bedoeld in artikel 8 lid 2 onder b en c van de Wet op de openluchtrecreatie; g. als ligplaats voor woonschepen, tenzij in hoofdstuk II van de voorschriften uitdrukkelijk is toegestaan; h. voor een prostitutiebedrijf. 3. Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan gebouwen en andere bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken voor: a. speelautomatenhallen; b. inrichtingen ten behoeve van het verstrekken van verdovende middelen vallende onder de Opiumwet. 4. Onder strijdig gebruik wordt voorts verstaan gebouwen en andere bouwwerken te gebruiken of te laten gebruiken voor een prostitutiebedrijf. 5. Onder strijdig gebruik wordt niet verstaan: a. vormen van gebruik als bedoeld in lid 2 en 3, die verenigbaar zijn met het doel waarvoor de betrokken grond ingevolge de bestemming(en), de daarbijbehorende doeleindenomschrijving(en) en/of de overige voorschriften mag worden gebruikt, mits − ingeval van opslag − de stapelhoogte niet meer dan 1,5 m bedraagt; b. het opslaan van bouwmaterialen, puin en specie in verband met normaal onderhoud, dan wel ter verwezenlijking van de betrokken bestemming(en); c. de stalling van ten hoogste één toercaravan en/of boot op het bij een woning behorend bouwvlak; d. het gebruik als ligplaats voor vaartuigen voor de duur van ten hoogste 24 uur; e. het gedurende de periode van 15 maart tot en met 31 oktober plaatsen of geplaatst houden van ten hoogste 10 kampeermiddelen binnen bouwvlakken met de bestemming Agrarische doeleinden, veehouderij (Av) en de bestemming Agrarische doeleinden, bollenteelt (Ab). 6. Burgemeester en wethouders verlenen vrijstelling van het bepaalde in lid 1, indien strikte toepassing van het verbod leidt tot beperkingen in het meest doelmatige gebruik die niet door dringende redenen worden gerechtvaardigd. Bijzondere gebruiksverboden 7. Het is voorts verboden gronden/water buiten bouwvlakken te gebruiken of te laten gebruiken: a.
b.
waterbassins voor het aanleggen van waterbassins; in afwijking van het bepaalde in de aanhef van dit lid is het voorts verboden om binnen bouwvlakken met de bestemming Ag waterbassins aan te leggen waarvan de hoogte meer dan 2 m bedraagt; kweektunnels voor de plaatsing van kweektunnels buiten bouwvlakken in de zones II, III en IV.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Algemene bepalingen
c.
83
ruwvoederteelt voor ruwvoederteelt ter plaatse van de bestemming Natuurgebied en binnen de zones I (voorzover gelegen buiten de Rooversbroekpolder), II en IV.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Algemene bepalingen
84
blanco pagina
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
85
Hoofdstuk VI Overgangs- en slotbepalingen Artikel 53
Gebruik in strijd met het plan
1. Het gebruik van gronden en bouwwerken dat afwijkt van het plan op het tijdstip waarop het plan rechtskracht verkrijgt, mag worden voortgezet. 2. Wijziging van het in lid 1 bedoelde gebruik is verboden, tenzij hierdoor de bestaande afwijkingen van het plan naar aard en/of intensiteit niet worden vergroot. 3. Het bepaalde in lid 1 en 2 is niet van toepassing op gebruik, dat reeds in strijd was met het voorheen tot dat tijdstip geldende plan – daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan – en waartegen van overheidswege wordt of alsnog kan worden opgetreden.
Artikel 54
Bouwen in strijd met het plan
1. Een ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpplan bestaand bouwwerk, dat afwijkt van dit plan en dat is of wordt gebouwd met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens de Woningwet, mag, mits de bestaande afwijkingen niet worden vergroot: a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd; b. geheel worden vernieuwd, indien het bouwwerk door een calamiteit is tenietgegaan, mits de bouwvergunning is aangevraagd binnen 2 jaar nadat het bouwwerk is tenietgegaan. 2. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het bepaalde in lid 1 ten behoeve van vergroting van horizontale en verticale afmetingen die niet meer bedraagt dan 15% van de oppervlakte respectievelijk hoogte. 3. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van de termijn genoemd in lid 1 onder b, voorzover dit vanwege een terzake dienende civielrechtelijke procedure noodzakelijk is.
Artikel 55
Strafbepaling
Overtreding van het bepaalde in: artikel 25 lid 6; artikel 27 lid 7; artikel 34 lid 1; en artikel 52 lid 1 en lid 7; is een strafbaar feit, zoals bedoeld in artikel 59 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening.
Artikel 56
Titel
Dit plan kan worden aangehaald onder de naam bestemmingsplan "Landelijk Gebied 2002".
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
bijlagen bij de voorschriften
Bijlage 1. Staat van Bedrijfsactiviteiten behorende bij de voorschriften van het bestemmingsplan Landelijk Gebied 2002 van de gemeente Lisse
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
I. Indeling op grond van de bedrijfsactiviteiten
SBI-code/Bedrijfs(sub)groep of activiteit
01 LANDBOUW EN DIENSTVERLENING T.B.V. DE LANDBOUW 01.1 Akker- en tuinbouw 01.12 Tuinbouw champignonkwekerijen (algemeen) champignonkwekerijen met mestfermentatie bloembollendroog- en prepareerbedrijven 01.4 Dienstverlening t.b.v. de landbouw algemeen (o.a. loonbedrijven) indien het bedrijfsoppervlak minder dan 500 m² bedraagt indien opslag bestrijdingsmiddelen: zie SBI-code 51.55 plantsoenendiensten en hoveniersbedrijven 15 VERVAARDIGING VAN VOEDINGSMIDDELEN EN DRANKEN 15.1 Slachterijen en vleesverwerking algemeen indien het bedrijfsoppervlak minder dan 200 m² bedraagt vetsmelterijen, bewerking van darmen en verwerking van ander dierlijk afval 15.2 Visverwerking algemeen indien het bedrijfsoppervlak minder dan 1.000 m² bedraagt 15.3 Groente- en fruitverwerking algemeen vervaardiging van aardappelproducten, verwerking van koolsoorten, drogen van groente of fruit of fabricage van uienconserven (zoutinleggerij) 15.4 Vervaardiging van plantaardige en dierlijke oliën en vetten 15.5 Vervaardiging van zuivelproducten 15.51 Vervaardiging van zuivelproducten algemeen vervaardiging van consumptiemelk- en melkproducten 15.52 Bereiding van consumptie-ijs algemeen indien het bedrijfsoppervlak minder dan 200 m² bedraagt 15.6 Vervaardiging van meel algemeen indien het bedrijfsoppervlak minder dan 1.000 m² bedraagt 15.7 Vervaardiging van diervoeder 15.8 Vervaardiging van overige voedingsmiddelen 15.81/ Brood, beschuit, banket, koek en biscuit 15.82 algemeen indien de verwerkingscapaciteit minder dan 2.500 kg meel/week bedraagt
3
categorie
maatgevende milieuaspecten1)
continu factor2)
2 3 2
G/Gr/R Gr G/Gr/S
C C C
3 2
G/Gr G
-
1
-
-
3 2 4+
G/Gr G/Gr Gr
C
4+ 3
Gr Gr
C -
3 4+
G/Gr Gr
C C
4+
G/Gr
C
4+ 3
G G
C C
3 2
G G
C -
4+ 3 4+
G G G/Gr
C C C
3 2
G/Gr G/Gr
C C
1) G = 2) C =
Geluid, Gr = Geur, R = Risico, S = Stof, V = Verkeer. bij de indeling is ervan uitgegaan dat de hinderlijke activiteiten continu (ook 's avonds en 's nachts) plaatsvinden. 3) * = zie ook hoofdstuk II van deze staat. 4) n.e.g. = niet elders genoemd. Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00 SBI 93/verk. juli 1999
Indeling op grond van de bedrijfsactiviteiten
SBI-code/Bedrijfs(sub)groep of activiteit
15.83 15.84
Suiker Verwerking van cacaobonen en vervaardiging van chocolade en suikerwerk cacao en chocolade indien vervaardigen van chocoladewerk met een maximaal oppervlak van de bedrijfsbebouwing van 2.000 m² idem, met een maximaal oppervlak van de bedrijfsbebouwing van 200 m² suikerbranden suikerwerk idem, indien met een maximaal oppervlak van de bedrijfsbebouwing van 200 m² 15.85 Deegwaren 15.86 Overige voedingsmiddelen t/m algemeen 15.89 theepakkerijen en soep(aroma)fabrieken zonder poederdrogen 15.9 Vervaardiging van dranken distilleerderijen en likeurstokerijen, vervaardiging van ethylalcohol door gisting, bierbrouwerijen en mouterijen vervaardiging van overige alcoholische dranken (excl. bier) vervaardiging van mineraalwater en frisdranken 16
categorie
maatgevende milieuaspecten1)
continu factor2)
4+
Gr
C
4+ 3
Gr Gr
-
2
Gr
-
4+ 3 2
Gr Gr Gr
-
3
Gr
-
4+ 3
Gr Gr
-
4+
G/Gr
C
2 3
G G
C C
4+
Gr
C
3 4+ 3
G G G/Gr
-
3 4+ 3
G G G
-
G G Gr
-
VERWERKING VAN TABAK
VERVAARDIGING VAN TEXTIEL 17 17.1/ Bewerken en spinnen van textielvezels en weven van tex17.2 tiel algemeen indien 50 of meer weefgetouwen met schietspoelen 17.3 Textielveredeling 17.4/ Vervaardiging van textielwaren 17.5 algemeen tapijten en vloerkleden 17.6/ Vervaardiging van gehaakte en gebreide stoffen en 17.7 artikelen 18 18.1 18.2 18.3
4
VERVAARDIGING VAN KLEDING; BEREIDEN EN VERVEN VAN BONT Vervaardiging van kleding van leer 3 Vervaardiging van kleding en -toebehoren (excl. leer) 2 Bereiden, verven en vervaardigen van (artikelen van) bont 3
1) G = 2) C =
Geluid, Gr = Geur, R = Risico, S = Stof, V = Verkeer. bij de indeling is ervan uitgegaan dat de hinderlijke activiteiten continu (ook 's avonds en 's nachts) plaatsvinden. 3) * = zie ook hoofdstuk II van deze staat. 4) n.e.g. = niet elders genoemd. Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00 SBI 93/verk. juli 1999
Indeling op grond van de bedrijfsactiviteiten
SBI-code/Bedrijfs(sub)groep of activiteit
5
categorie
maatgevende milieuaspecten1)
continu factor2)
Gr Gr G/Gr
-
19 19.1 19.2 19.3
VERVAARDIGING VAN LEER EN LEDERWAREN (EXCL. KLEDING) Looien en bewerken van leer 4+ Vervaardiging van lederwaren (excl. kleding en schoeisel) 3 Vervaardiging van schoeisel 3
20
HOUTINDUSTRIE EN VERVAARDIGING VAN ARTIKELEN VAN HOUT, KURK, RIET EN VLECHTWERK (EXCL. MEUBELS) Primaire houtbewerking houtzagerijen, -schaverijen e.d. 3*3) G houtconservering met zoutoplossingen 3 G overige houtconservering 4+ Gr Vervaardiging van fineer- en plaatmaterialen 3 G/Gr Vervaardiging van timmerwerk 3*3) G G/R/S Vervaardiging van houten emballage 3*3) Vervaardiging van overige artikelen van hout, kurk, riet en vlechtwerk G/R/S overige artikelen van hout 3*3) kurkwaren, riet en vlechtwerk 2 G/S -
20.1
20.2 20.3 20.4 20.5
VERVAARDIGING VAN PAPIER, KARTON EN PAPIER- EN KARTONWAREN 21 21.1 Vervaardiging van pulp, papier en karton pulp 4+ papier en karton algemeen 3 indien de capaciteit voor het vervaardigen van papier of 4+ celstof 3 ton/uur of meer bedraagt 21.2 Vervaardiging van papier- en kartonwaren papierwaren, golfkarton en kartonnage 3 indien de capaciteit voor het vervaardigen van papier of 4+ celstof 3 ton/uur of meer bedraagt
G/Gr G/Gr/S G
C
G G
C C
22 UITGEVERIJEN, DRUKKERIJEN EN REPRODUCTIE VAN OPGENOMEN MEDIA 22.1 Uitgeverijen 1 22.2 Drukkerijen en aanverwante activiteiten algemeen 2 G/Gr dagbladdrukkerijen, offset-rotatiedrukkerijen met thermische 3 G drogerij en rotatie-diepdrukkerijen 22.3 Reproductie van opgenomen media 1 G/Gr 23 AARDOLIE- EN STEENKOOLVERWERKENDE INDUSTRIE 23.1 Vervaardiging van cokesovenproducten 23.2 Aardolieverwerking algemeen vervaardiging van smeeroliën en -vetten (niet verbonden aan aardolieraffinaderij)
C C -
4+
G/Gr
C
4+ 3
G/Gr/R G
C -
1) G = 2) C =
Geluid, Gr = Geur, R = Risico, S = Stof, V = Verkeer. bij de indeling is ervan uitgegaan dat de hinderlijke activiteiten continu (ook 's avonds en 's nachts) plaatsvinden. 3) * = zie ook hoofdstuk II van deze staat. 4) n.e.g. = niet elders genoemd. Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00 SBI 93/verk. juli 1999
Indeling op grond van de bedrijfsactiviteiten
SBI-code/Bedrijfs(sub)groep of activiteit
24 VERVAARDIGING VAN CHEMISCHE PRODUCTEN 24.1/ Vervaardiging van basischemicaliën en farmaceutische 24.4 producten algemeen geneesmiddelen verbandmiddelen 24.2 Vervaardiging van landbouwchemicaliën 24.3 Vervaardiging van verf, lak, vernis, inkt en mastiek 24.5 Vervaardiging van zeep, was-, reinigings- en onderhoudsmiddelen, parfums en cosmetica 24.6 Vervaardiging van overige chemische producten algemeen lijm en plakmiddelen met gebruik van dierlijke grondstoffen, vuurwerk, munitie en springstoffen, chemische producten n.e.g.4) (24.66) 24.7 Vervaardiging van synthetische en kunstmatige vezels
6
categorie
maatgevende milieuaspecten1)
continu factor2)
4+ 3 2 4+ 4+ 4+
G/Gr/R G/R G G/R Gr/R Gr
C C C C C
3 4+
Gr/R Gr/R
-
4+
G/Gr
C
G/Gr Gr Gr Gr
C -
Gr G/Gr/R
-
25 VERVAARDIGING VAN PRODUCTEN VAN RUBBER EN KUNSTSTOF 25.1 Vervaardiging van producten van rubber banden en rubberregeneratie 4+ rubberproducten (excl. banden) 3 vernieuwen van loopvlakken 4+ idem, indien het bedrijfsoppervlak kleiner is dan 100 m² 3 25.2 Vervaardiging van producten van kunststof algemeen 4+ productie van verpakkingsmateriaal en assemblage van 3 kunststofbouwmaterialen
VERVAARDIGING VAN GLAS, AARDEWERK, CEMENT-, KALK- EN GIPSPRODUCTEN 26 26.1 Vervaardiging van glas en glaswerk algemeen 3 G vervaardigen, bewerken of verwerken van glas of glazen 4+ G/Gr voorwerpen met een capaciteit van 10 ton/uur of meer, vervaardigen van glaswol of glasvezels glasbewerking 3 G/S glas-in-lood-zetterijen 2 G 26.2/ Vervaardiging van keramische producten 3 G/S 26.3 26.4 Vervaardiging van bakstenen, baksteenelementen en dakpannen 4+ G/S 26.5 Vervaardiging van cement, kalk en gips 4+ G/S 26.6 Vervaardiging van producten van beton, cement en gips 26.61/ Producten van beton (incl. stortklare beton), kalk26.62/ zandsteen, cement en gips 26.63/ algemeen 4+ G/S 26.66 producten van kalkzandsteen 3 G/S
C C
-
1) G = 2) C =
Geluid, Gr = Geur, R = Risico, S = Stof, V = Verkeer. bij de indeling is ervan uitgegaan dat de hinderlijke activiteiten continu (ook 's avonds en 's nachts) plaatsvinden. 3) * = zie ook hoofdstuk II van deze staat. 4) n.e.g. = niet elders genoemd. Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00 SBI 93/verk. juli 1999
Indeling op grond van de bedrijfsactiviteiten
SBI-code/Bedrijfs(sub)groep of activiteit
Mortel algemeen indien de productiecapaciteit 100 ton/uur of meer bedraagt 26.65 Producten van vezelcement algemeen indien gebruik van persen, triltafels of bekistingstrillers met een productiecapaciteit van 100 ton/dag of meer 26.7 Natuursteenbewerking 26.8 Vervaardiging van overige niet-metaalhoudende minerale producten 26.81 Schuur-, slijp- en polijstmiddelen 26.82 Overige niet-metaalhoudende minerale producten bitumineuze materialen isolatiematerialen (excl. glaswol) minerale producten n.e.g.4) indien de productiecapaciteit voor steenwol 5.000 ton/jaar of meer bedraagt asfaltcentrales
7
categorie
maatgevende milieuaspecten1)
continu factor2)
3 4+
G/S G
-
3 4+
G/R/S G
-
3
G/S
-
3
G/S
-
4+ 4+ 3 4+
Gr Gr G/S G
C C
4+
G
-
4+
G
-
4+*3) 4+
G G
-
4+
G
-
3
G/Gr/R
-
4+ 3
G G
-
3 4+ 3*3)
G/Gr G/S G
-
26.64
27
VERVAARDIGING VAN METALEN IN PRIMAIRE VORM
VERVAARDIGING VAN PRODUCTEN VAN METAAL 28 28.1 Vervaardiging van metaalconstructiewerken, ramen, deuren en kozijnen algemeen samenvoegen van plaat-, profiel-, staf- of buismaterialen door middel van smeden, klinken, lassen of monteren met een niet in een gesloten gebouw ondergebracht productieoppervlak van 2.000 m² of meer 28.2/ Vervaardiging van tanks en reservoirs en van ketels en 28.3 radiatoren voor centrale verwarming en van stoomketels 28.21/ Tanks en reservoirs 28.3 28.22 Producten voor centrale verwarming 28.4 Smeden, persen, stampen en profielwalsen van metaal stamp-, pers-, dieptrek- en forceerbedrijven smederijen, lasinrichtingen, bankwerkerijen e.d. 28.5 Oppervlaktebehandeling en overige metaalbewerking 28.51 Oppervlaktebehandeling algemeen stralen, thermisch verzinken en vertinnen 28.52 Overige metaalbewerkende industrie
1) G = 2) C =
Geluid, Gr = Geur, R = Risico, S = Stof, V = Verkeer. bij de indeling is ervan uitgegaan dat de hinderlijke activiteiten continu (ook 's avonds en 's nachts) plaatsvinden. 3) * = zie ook hoofdstuk II van deze staat. 4) n.e.g. = niet elders genoemd. Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00 SBI 93/verk. juli 1999
Indeling op grond van de bedrijfsactiviteiten
SBI-code/Bedrijfs(sub)groep of activiteit
28.6 Vervaardiging van scharen en bestek, gereedschap en hang- en sluitwerk algemeen indien met lakspuiterij 28.7 Vervaardiging van overige producten van metaal algemeen produceren-, renoveren of schoonmaken van metalen vaten met een productieoppervlakte van 2.000 m² of meer smederijen van ankers en kettingen met een productieoppervlakte van 2.000 m² of meer 29
30
VERVAARDIGING VAN MACHINES EN APPARATEN algemeen beproeven van verbrandingsmotoren met voorzieningen of installaties voor het afremmen van een gezamenlijk motorisch vermogen van 1 MW of meer samenvoegen van plaat-, profiel-, staf- of buismaterialen door middel van smeden, klinken, lassen of monteren met een niet in een gesloten gebouw ondergebracht productieoppervlak van 2.000 m² of meer reparatie van machines en apparaten VERVAARDIGING VAN KANTOORMACHINES EN COMPUTERS
8
categorie
maatgevende milieuaspecten1)
continu factor2)
3*3) 3
G G/Gr
-
3 4+
G/Gr/R G/Gr
-
4+
G
-
3*3) 4+
G G
-
4+
G
-
3
G
-
3*3)
G
-
VERVAARDIGING VAN OVERIGE ELEKTRISCHE MACHINES, APPARATEN EN BENODIGDHEDEN Vervaardiging van elektromotoren, generatoren, transfor4+ G/Gr matoren, schakel- en verdeelinrichtingen, geïsoleerde kabel en draad Vervaardiging van accumulatoren, elektrische elementen en 3 G/Gr batterijen 31.5 Vervaardiging van elektrische lampen, buizen en 4+ R verlichtingsbenodigdheden 31.6 Vervaardiging van overige elektrotechnische benodigdheden 3 G n.e.g.4)
31 31.1/ 31.2/ 31.3 31.4
32
33
VERVAARDIGING VAN AUDIO-, VIDEO- EN TELEXCOMMUNICATIEAPPARATUUR EN -BENODIGDHEDEN 3 G/Gr
-
VERVAARDIGING VAN MEDISCHE APPARATEN/INSTRUMENTEN, ORTHOPEDISCHE ARTIKELEN E.D., PRECISIE- EN OPTISCHE INSTRUMENTEN EN UURWERKEN 2 G/Gr -
1) G = 2) C =
Geluid, Gr = Geur, R = Risico, S = Stof, V = Verkeer. bij de indeling is ervan uitgegaan dat de hinderlijke activiteiten continu (ook 's avonds en 's nachts) plaatsvinden. 3) * = zie ook hoofdstuk II van deze staat. 4) n.e.g. = niet elders genoemd. Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00 SBI 93/verk. juli 1999
Indeling op grond van de bedrijfsactiviteiten
SBI-code/Bedrijfs(sub)groep of activiteit
9
categorie
34 VERVAARDIGING VAN AUTO'S, AANHANGWAGENS EN OPLEGGERS 34.1 Vervaardiging van auto's (incl. assemblage) 4+ 34.2 Carrosseriebouw en vervaardiging van aanhangwagens en 4+ opleggers 34.3 Vervaardiging van auto-onderdelen en -accessoires 3 35 35.1
35.2
35.3 35.4/ 35.5
maatgevende milieuaspecten1)
continu factor2)
G G
-
G
-
VERVAARDIGING VAN TRANSPORTMIDDELEN (EXCL. AUTO'S, AANHANGWAGENS EN OPLEGGERS) Scheepsbouw en scheepsreparatie houten en kunststofschepen 3 G/Gr/S overig 4+ G indien onderhouden, repareren of behandelen van de 3 G/Gr/S oppervlakte van metalen schepen met een langs de waterlijn te meten lengte van minder dan 25.00 m en/of het incidenteel bouwen van dergelijke schepen, met een bedrijfsoppervlak van minder dan 5.000 m² en een opgesteld elektromotorisch vermogen van minder dan 300 kW Vervaardiging van rollend spoor- en tramwegmaterieel algemeen 3 G beproeven van verbrandingsmotoren met voorzieningen of 4+ G installaties voor het afremmen van een gezamenlijk motorisch vermogen van 1 MW of meer Vervaardiging van vlieg- en ruimtevaartuigen (incl. reparatie) 4+ G Vervaardiging van rijwielen, motorrijwielen en invaliden3 G wagens en van overige transportmiddelen
36 VERVAARDIGING VAN MEUBELS EN OVERIGE GOEDEREN N.E.G.4) 36.1 Vervaardiging van meubels houten of metalen meubels algemeen 3*3) indien met lakspuiterij 3 kunststof meubels 4+ rietmeubels en matrassen 3 meubelstoffeerderijen 1 overige meubels 2 36.2 Vervaardiging van sieraden e.d. 2 36.3 Vervaardiging van muziekinstrumenten 2 36.4/ Vervaardiging van spellen, speelgoed- en sportartikelen 3 36.5 36.6 Vervaardiging van overige goederen n.e.g.4) vervaardiging van linoleum en vloerzeil 4+ sociale werkplaatsen 3*3) idem, met lakspuiterij 3 3 vervaardiging van overige goederen n.e.g.4)
-
-
G G/Gr/R/S G/Gr/R G/Gr/R/S G/Gr/R Gr G/Gr G
-
Gr Gr G/Gr/R/S G/Gr
-
1) G = 2) C =
Geluid, Gr = Geur, R = Risico, S = Stof, V = Verkeer. bij de indeling is ervan uitgegaan dat de hinderlijke activiteiten continu (ook 's avonds en 's nachts) plaatsvinden. 3) * = zie ook hoofdstuk II van deze staat. 4) n.e.g. = niet elders genoemd. Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00 SBI 93/verk. juli 1999
Indeling op grond van de bedrijfsactiviteiten
10
SBI-code/Bedrijfs(sub)groep of activiteit
categorie
maatgevende milieuaspecten1)
continu factor2)
37 VOORBEREIDING TOT RECYCLING 37.1 Voorbereiding tot recycling van metaalafval herwinning van ijzer en staal (o.a. autoshredders) sorteren van oud ijzer 37.2 Voorbereiding tot recycling van overig afval
4+ 3 4+
G G/R/S G/Gr/S
C -
3 2
G/R/S G/S
-
2
G/R
-
3 2
G/Gr/R G/R
-
3
G/Gr/R/S
-
2 1 3
G/Gr/R/S G
C
BOUWNIJVERHEID 45 45.1/ Bouwrijp maken van terreinen/ 45.2 Burgerlijke en utiliteitsbouw; grond-, water- en wegenbouw (excl. grondverzet) algemeen (inclusief gemeentewerf) indien het bedrijfsoppervlak minder dan 1.000 m² bedraagt 45.3 Bouwinstallatie loodgieters- en fitterswerk, installatie van centrale verwarmings- en luchtbehandelingsapparatuur en sanitair, isolatiewerkzaamheden indien met spuiterij elektrotechnische installatie 45.4 Afwerken van gebouwen schilderen, glaszetten, afwerken van vloeren en wanden, stukadoren en overige afwerking indien het bedrijfsoppervlak minder dan 1.000 m² bedraagt woningstoffeerderijen 45.5 Verhuur van bouw- en sloopmachines met bedienend personeel
50 HANDEL IN EN REPARATIE VAN AUTO'S EN MOTORFIETSEN; BENZINESERVICESTATION 50.1/ Handel in en reparatie van auto's 50.2 groothandel in auto's (incl. import) 3 G idem, indien het bedrijfsoppervlak minder dan 2.000 m² 2 G bedraagt detailhandel in auto's 2 G detailhandel in vrachtauto's 3 G/Gr autoreparatiebedrijven algemeen 2 G/R reparatie van vrachtwagens 3 G/Gr tectyleerinrichtingen, autoplaatwerkerijen, 3 G/Gr/R autospuitinrichtingen autobeklederijen 1 autowasserijen 2 G sleepbedrijven van voertuigen 3 G 50.3 Handel in auto-onderdelen en -accessoires groothandel 3 G indien het oppervlak minder dan 2.000 m² bedraagt 2 G 50.4 Handel in en reparatie van motorfietsen en onderdelen en accessoires groothandel 3 G
C -
1) G = 2) C =
Geluid, Gr = Geur, R = Risico, S = Stof, V = Verkeer. bij de indeling is ervan uitgegaan dat de hinderlijke activiteiten continu (ook 's avonds en 's nachts) plaatsvinden. 3) * = zie ook hoofdstuk II van deze staat. 4) n.e.g. = niet elders genoemd. Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00 SBI 93/verk. juli 1999
Indeling op grond van de bedrijfsactiviteiten
11
SBI-code/Bedrijfs(sub)groep of activiteit
categorie
maatgevende milieuaspecten1)
continu factor2)
indien het oppervlak minder dan 2.000 m² bedraagt detailhandel of reparatie 50.5 Benzineservicestations algemeen indien het bedrijfsoppervlak minder dan 200 m² bedraagt indien verkoop LPG
2 2
G G
-
3 2 3
G/Gr/R G/Gr/R R
-
51 51.2
51.3 51.4
51.5
GROOTHANDEL (EXCL. AUTO'S EN MOTORFIETSEN) Voor op- en overslagbedrijven met eigen vervoersactiviteiten: zie SBI-code 60.2 Groothandel in landbouwproducten en levende dieren 51.21/ Akkerbouwproducten en veevoeders, bloemen en 51.22 planten algemeen 2 G/Gr/R/S indien op- of overslag van granen, meelsoorten, 4+ G/S zaden, gedroogde peulvruchten, maïs of derivaten daarvan of veevoeder met een verwerkingscapaciteit van 500 ton/uur of meer opslag met koelinstallaties met een koelvermogen 3 G/R/S van 300 kW of meer dierlijke en plantaardige oliën en vetten, 3 G/Gr oliehoudende grondstoffen 51.23 Levende dieren 3 G C 51.24 Huiden, vellen en leder 3 Gr 51.25 Ruwe tabak, groenten, fruit en consumptieaardappelen 2 G/Gr/R/S Groothandel in voedings- en genotmiddelen 2 G/Gr/R Groothandel in overige consumentenartikelen vuurwerk en munitie 3 R overige 3 G idem, indien het bedrijfsoppervlak minder dan 2.000 m² 2 G bedraagt Groothandel in intermediaire goederen (excl. agrarische), afval en schroot 51.51 Brandstoffen en andere minerale olieproducten minerale olieproducten (excl. brandstoffen) 3 Gr vaste brandstoffen . algemeen 4+ G/S . indien het opslagterrein kleiner is dan 2.500 m² 3 S vloeibare brandstoffen . ondergrondse opslag met een capaciteit van 2 Gr minder dan 1.000 m3 . bovengrondse opslag van vloeistoffen met een 3 Gr/R capaciteit van minder dan 1.000 m3 4+ R . opslag met een capaciteit van 1.000 m3 of meer
1) G = 2) C =
Geluid, Gr = Geur, R = Risico, S = Stof, V = Verkeer. bij de indeling is ervan uitgegaan dat de hinderlijke activiteiten continu (ook 's avonds en 's nachts) plaatsvinden. 3) * = zie ook hoofdstuk II van deze staat. 4) n.e.g. = niet elders genoemd. Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00 SBI 93/verk. juli 1999
Indeling op grond van de bedrijfsactiviteiten
SBI-code/Bedrijfs(sub)groep of activiteit
categorie
maatgevende milieuaspecten1)
continu factor2)
4+ 3
R R
-
2
R
-
4+ 3
G/S G
-
3
G/R/S
-
3 2
G/R/S G/R/S
-
3 2
G G
-
3
R
-
3
R
-
4+ 3
R R
-
3
R
-
2
R
-
3 3
R/S G/Gr
-
3 3 2
Gr G/R G
-
2
G
-
-
51.52 51.53
51.54
51.55
51.56
gasvormige brandstoffen . algemeen . opslag van gasflessen met een capaciteit van 10 tot 50 m3 . idem, met een capaciteit tot 10 m3 Metalen en metaalertsen algemeen metalen en halffabrikaten Hout en bouwmaterialen grond, zand en grind met een oppervlakte van 1.000 m² of meer, verf en verfwaren overige idem, indien het bedrijfsoppervlak minder dan 200 m² bedraagt IJzer- en metaalwaren en verwarmingsapparatuur algemeen indien het bedrijfsoppervlak minder dan 2.000 m² bedraagt Chemische producten chemische grondstoffen en chemicaliën voor industriële toepassing algemeen op- of overslag van brandbare explosieve, sterk prikkelende of giftige gassen: zie SBI-code 51.51 opslag van niet-reactieve gassen (incl. zuurstof), gekoeld bestrijdingsmiddelen . algemeen . indien de oppervlakte van de opslagruimte minder dan 300 m² bedraagt . indien de oppervlakte van de opslagruimte minder dan 600 m² bedraagt en een automatische gasblusinstallatie wordt toegepast . indien de opslagcapaciteit minder dan 10 ton bedraagt kunstmeststoffen rubber Overige intermediaire goederen textielgrondstoffen en -halffabrikaten papier en karton indien het bedrijfsoppervlak minder dan 2.000 m² bedraagt overige
12
1) G = 2) C =
Geluid, Gr = Geur, R = Risico, S = Stof, V = Verkeer. bij de indeling is ervan uitgegaan dat de hinderlijke activiteiten continu (ook 's avonds en 's nachts) plaatsvinden. 3) * = zie ook hoofdstuk II van deze staat. 4) n.e.g. = niet elders genoemd. Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00 SBI 93/verk. juli 1999
Indeling op grond van de bedrijfsactiviteiten
SBI-code/Bedrijfs(sub)groep of activiteit
Afval en schroot autosloperij, op- en overslag alsmede sorteren van oud ijzer, schroot, puin, glas en hout (excl. radioactief afval) op- en overslag van dierlijk afval overige indien het bedrijfsoppervlak minder dan 2.000 m² bedraagt 51.6 Groothandel in machines, apparaten en toebehoren machines voor de bouwnijverheid overige idem, indien het bedrijfsoppervlak minder dan 2.000 m² bedraagt 51.7 Overige gespecialiseerde groothandel en groothandel met algemeen assortiment algemeen indien het bedrijfsoppervlak minder dan 2.000 m² bedraagt
13
categorie
maatgevende milieuaspecten1)
continu factor2)
3
G
-
4+ 3 2
Gr G/R G
-
3 3 2
G G G
-
3 2
G G
-
2 1
G -
-
G G/Gr/R
C C
-
C
51.57
52 DETAILHANDEL EN REPARATIE T.B.V. PARTICULIEREN 52.7 Reparatie t.b.v. particulieren rijwielreparatie overige (o.a. elektrische huishoudelijke apparatuur, schoenen)
60 VERVOER OVER LAND 60.2 Vervoer over de weg algemeen 3 indien stalling van vrachtauto's met koelinstallaties in de open 4+ lucht of indien schoonmaken tanks taxibedrijven met een bedrijfsoppervlak van minder dan 2 1.000 m² 63 DIENSTVERLENING T.B.V. HET VERVOER 63.1 Laad-, los- en overslagactiviteiten en opslag loswal overige op- en overslag: zie SBI-code 51 63.2 Overige dienstverlening t.b.v. het vervoer n.e.g.4) stalling algemeen caravan- en fietsenstalling 63.4 Expediteurs, cargadoors en bevrachters; weging en meting
3 -
G -
-
3 2 3
G/R G G
C C C
64 POST EN TELECOMMUNICATIE 64.12 Koeriersdiensten algemeen indien het bedrijfsoppervlak minder dan 1.000 m² bedraagt
3 2
G -
C C
1) G = 2) C =
Geluid, Gr = Geur, R = Risico, S = Stof, V = Verkeer. bij de indeling is ervan uitgegaan dat de hinderlijke activiteiten continu (ook 's avonds en 's nachts) plaatsvinden. 3) * = zie ook hoofdstuk II van deze staat. 4) n.e.g. = niet elders genoemd. Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00 SBI 93/verk. juli 1999
Indeling op grond van de bedrijfsactiviteiten
SBI-code/Bedrijfs(sub)groep of activiteit
14
categorie
maatgevende milieuaspecten1)
71 71.1 71.2 71.3
continu factor2)
VERHUUR VAN TRANSPORTMIDDELEN, MACHINES EN OVERIGE ROERENDE GOEDEREN Autoverhuur 2 G Verhuur van overige transportmiddelen 3 G Verhuur van machines en werktuigen algemeen 3 G kantoormachines en computers 2 G 71.4 Verhuur van overige roerende goederen algemeen 3 G indien het bedrijfsoppervlak minder dan 2.000 m² bedraagt 2 G
-
72 COMPUTERSERVICE- EN INFORMATIETECHNOLOGIEBUREAUS E.D. 72.5 Onderhoud en reparatie van computers en kantoormachines 1
G
-
73 SPEUR- EN ONTWIKKELINGSWERK 73.1 Natuurwetenschappelijk speur- en ontwikkelingswerk
2
G/Gr/R
-
3*3)
G
-
3
Gr/R
-
4+
G/Gr/R/S
C
2 3
G G
-
2 4+
Gr Gr
C C
3 4+
G/S G/S
-
3 4+
G/Gr G/Gr
C
2
G
-
3
G/Gr/S
-
OVERIGE ZAKELIJKE DIENSTVERLENING 74 74.4 Reclamebureaus e.d.: reclameverspreiding, reclameverlichting, reclameschilders, standbouw 74.7 Reiniging van gebouwen en transportmiddelen e.d. reiniging van gebouwen en installaties van gebouwen (glazenwasserijen, kantoorreiniging, schoorsteenvegers, cvketelreiniging e.d.), ongediertebestrijding en ontsmetting schoonmaken van schepen 74.8 Overige zakelijke dienstverlening foto-ontwikkelcentrale loonpakkerij 90
MILIEUDIENSTVERLENING afvalwaterinzameling en -behandeling . rioolgemalen . rioolwaterzuiveringsinrichtingen afvalinzameling . algemeen . vuiloverslagstations afvalbehandeling (op- en overslag van afvalstoffen: zie SBIcode 51) . algemeen . vuilverbranding, mechanische afvalscheiding, compostering in de open lucht . verwerking fotochemisch en galvano-afval verwerking van dierlijk afval: zie SBI-code 15.1/15.7 grondreiniging algemeen indien breken, malen, zeven of drogen van grond of puin: zie SBI-code 37.2
C C -
1) G = 2) C =
Geluid, Gr = Geur, R = Risico, S = Stof, V = Verkeer. bij de indeling is ervan uitgegaan dat de hinderlijke activiteiten continu (ook 's avonds en 's nachts) plaatsvinden. 3) * = zie ook hoofdstuk II van deze staat. 4) n.e.g. = niet elders genoemd. Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00 SBI 93/verk. juli 1999
Indeling op grond van de bedrijfsactiviteiten
SBI-code/Bedrijfs(sub)groep of activiteit
93
verwerking van radioactief afval
OVERIGE DIENSTVERLENING 93.01 Reinigen van kleding en textiel wasserijen, linnenverhuur, tapijtreiniging wassalons, wasserettes chemische wasserijen en ververijen, wasverzendinrichtingen
15
categorie
maatgevende milieuaspecten1)
continu factor2)
4+
R
C
3 1 2
G/Gr G/Gr/R
C -
1) G = 2) C =
Geluid, Gr = Geur, R = Risico, S = Stof, V = Verkeer. bij de indeling is ervan uitgegaan dat de hinderlijke activiteiten continu (ook 's avonds en 's nachts) plaatsvinden. 3) * = zie ook hoofdstuk II van deze staat. 4) n.e.g. = niet elders genoemd. Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00 SBI 93/verk. juli 1999
II. Indeling op grond van het opgestelde vermogen
Omschrijving A.
B.
17
categorie
Inrichtingen die in de bedrijvenlijst van hoofdstuk I zijn ingedeeld in de categorie 4+ en waarvan de categorie-indeling is gekenmerkt met 4+*: indien het opgestelde elektromotorisch vermogen kleiner is dan 300 kW maar minimaal 20 kW indien het opgestelde elektromotorisch vermogen kleiner is dan 20 kW
3 2
Inrichtingen die in de bedrijvenlijst van hoofdstuk I zijn ingedeeld in de categorie 3 en waarvan de categorie-indeling is gekenmerkt met 3*: indien het opgestelde elektromotorisch vermogen kleiner is dan 20 kW
2
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00 SBI 93/verk. juli 1999
Bijlage 2. Staat van Horeca-activiteiten behorende bij de voorschriften van het bestemmingsplan Landelijk Gebied 2002 van de gemeente Lisse
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
Staat van Horeca-activiteiten Categorie I "lichte horeca" Bedrijven die in beginsel alleen overdag en 's avonds behoeven te zijn geopend (vooral verstrekking van etenswaren en maaltijden) en daardoor slechts beperkte hinder voor omwonenden veroorzaken. Binnen deze categorie worden de volgende subcategorieën onderscheiden: 1a. Aan de detailhandelsfunctie verwante horeca - automatiek; - broodjeszaak; - cafetaria; - croissanterie; - koffiebar; - lunchroom; - ijssalon; - snackbar; - tearoom; - traiteur. 1b. Overige lichte horeca - bistro; - restaurant (zonder bezorg- en/of afhaalservice); - hotel. 1c. Bedrijven met een relatief grote verkeersaantrekkende werking - bedrijven genoemd onder 1a en 1b met een bedrijfsoppervlak van meer dan 250 m²; - restaurant met bezorg- en/of afhaalservice (o.a. pizza, chinees, McDrives). Categorie 2 "middelzware horeca" Bedrijven die normaal gesproken ook delen van de nacht geopend zijn en die daardoor aanzienlijke hinder voor omwonenden kunnen veroorzaken: bar; bierhuis; biljartcentrum; café; proeflokaal; shoarma/grillroom; zalenverhuur (zonder regulier gebruik ten behoeve van feesten en muziek-/dansevenementen). Categorie 3 "zware horeca" Bedrijven die voor een goed functioneren ook 's nachts geopend zijn en die tevens een groot aantal bezoekers aantrekken en daardoor grote hinder voor de omgeving met zich mee kunnen brengen: dancing; discotheek; nachtclub; partycentrum (regulier gebruik ten behoeve van feesten en muziek-/dansevenementen.
Adviesbureau RBOI Rotterdam / Middelburg
161.9446.00
themakaarten
kaartblad(en)