LIMBURG, HAAL HET BESTE UIT JEZELF !
1. INLEIDING Na een korte turbulente periode in de provinciale politiek willen we met dit coalitieakkoord weer vooruit kijken en Limburg op de kaart zetten als een krachtige, gastvrije, internationaal gerichte regio met toekomst. We willen een Limburg waarin voor de langere termijn een leef‐ en vestigingsklimaat van hoge kwaliteit ontstaat. Dit lange termijn perspectief kunnen we niet in de nog resterende jaren van deze coalitie realiseren. We willen wel nu de maatregelen nemen en accenten in het beleid zetten zodat we de juiste koers voor de toekomst hebben. Daarbij past ook het voortzetten van een aantal door vorige coalities ingezette zaken. Het internationale getij is op dit moment niet gunstig. Niet alleen veranderen de economische machtsverhoudingen in de wereld razendsnel, maar bovendien moeten wij ons wapenen tegen de monetaire crisis, die nu ook inkomens, kans op werk en voorzieningen van individuele inwoners in Limburg raakt. Mensen in Limburg maken zich zorgen over de toekomst en dagen ons als politiek uit om perspectief te bieden en zekerheden te geven. Wij nemen die uitdaging en verantwoordelijkheid aan, doordrongen van het feit dat veel omstandigheden door de Provincie niet of slechts beperkt te beïnvloeden zijn. Maar omgekeerd mogen inwoners wel van ons verwachten dat de zaken waar we invloed op kunnen uitoefenen maximaal door ons ingezet worden om Limburg een gezonde en welvarende toekomst te bieden. Wij zijn gemotiveerd om aan de slag te gaan en hebben tijd in te halen. Daarom zetten we een stevige ploeg neer, die juist nu in tijden van crisis Limburg er bovenop krijgt en tot een plek in Europa maakt, die zich onderscheidt door haar aantrekkingskracht om te wonen, te werken, te studeren en te recreëren. In ons lange termijn perspectief van Limburg kiezen we voor investeringen in een leef‐ en vestigingsklimaat, waarin de kwaliteit van wonen en leven, het menselijk kapitaal, een sterk en duurzaam economisch profiel en goede verbindingen (zowel fysiek, digitaal als bestuurlijk) onze kernambities vormen. Deze kernambities willen we in evenwichtigheid en samenhang verwezenlijken. Onze stijl zal zich kenmerken door het oppakken van de kansen die zich op deze gebieden voordoen, maar ook waar nodig specifiek aandacht richten op knelpunten en dreigende tekorten. Zo beschikt Limburg over een sterke economische agenda en een waardevol natuurlijk kapitaal. Juist dit gegeven kan ons redenerend vanuit het Rijnlands model helpen om ook knelpunten op respectievelijk de arbeidsmarkt of het terrein van gezondheid aan te pakken. Ook heeft Limburg een traditie hoog te houden als plaats waar mensen (hoog of laag opgeleid) welkom zijn, die een noodzakelijke aanvulling zijn op tekorten op de arbeidsmarkt, met respect voor culturele verschillen. We concentreren ons op de kerntaken die voor de Provincies zijn afgesproken. In sommige gevallen kan de specifieke van het nationaal beeld afwijkende problematiek in Limburg ons noodzaken om ook niet‐kerntaken op te pakken. In die gevallen zijn
1
we ons terdege bewust van de bescheiden rol die de Provincie ten opzichte van de gemeenten of het Rijk op dat gebied kan vervullen en zal een hechte samenwerking gesmeed moeten worden tussen overheidspartners. Bovendien kan het niet zo zijn dat bezuinigingen binnen een overheidslaag op een andere laag worden afgewenteld om zo zaken in stand te houden. Dit leidt er dan ook toe dat rijksbezuinigingen op doeluitkeringen van de Provincie in principe niet worden gecompenseerd. Wanneer tijdelijk met extra geld een betere overgang gerealiseerd kan worden naar de nieuwe situatie, kan een rol van de Provincie worden overwogen. Aan de andere kant maakt dat ook de positie van de Provincie naar het lokale bestuur duidelijk. Niet elk probleem is een provinciaal probleem. We zoeken naar toegevoegde waarde vanuit onze kerntaken, in diverse rollen en in samenwerking met andere partners, met name in een regionale context. Onze betrokkenheid heeft bij voorkeur een structureel en duurzaam karakter en wij beperken onze rol als subsidiënt van kleine en losse projecten. We zoeken de samenwerking in het kader van Brainport Zuid Oost Nederland 2020 en zullen onze meerwaarde bewijzen ten opzichte van rijk en gemeenten ter versterking van onze grensoverschrijdende agenda met Nordrhein‐Westfalen, Belgisch Limburg en Luik. Ook Noord‐Brabant en Gelderland hebben in dat verband onze aandacht.
2
2. ECONOMIE EN WERKGELEGENHEID Economische speerpunten en branding Onze eerder gekozen speerpunten voor economisch beleid zijnde Chemie en Materialen, Health, Agrofood, Logistiek en Toerisme/vrijetijdseconomie blijven onverkort leidend voor onze inspanningen. Bovendien hebben we aandacht voor het versterken van de kennis‐ en innovatiebasis op het gebied van maakindustrie en het bevorderen van smart services in de Parkstad. Ook gecoördineerde investerings‐ en exportbevordering en branding van heel Limburg blijven targets voor de nieuwe coalitie. Onderwijs ‐ arbeidsmarkt Vanuit het economische en sociaal belang van een goede match tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt zal de Provincie door middel van voorbeeldprojecten zowel op het niveau van het (V)MBO als het Hoger Onderwijs een kwalitatief en kwantitatief voldoende aanbod stimuleren met een accent op opleidingen in techniek, zorg en overige economische speerpunten. We willen experimenten met praktijkgerichte zogenaamde “vakcolleges” ondersteunen, om te voorzien in op maat opgeleid personeel en schooluitval te voorkomen. Gegeven het feit dat talenkennis een cruciale vaardigheid is voor kansen op de euregionale arbeidsmarkt, gaan wij initiatieven voor buurtaalonderwijs actief oppakken. Arbeidsparticipatie Mede in het licht van dreigende krapte ondersteunt de Provincie gerichte inspanningen om de arbeidsparticipatie in Limburg te verhogen. Daarnaast zal de Provincie alles in het werk stellen om de belemmeringen op de arbeidsmarkt op te heffen, die de grenzen met België en Duitsland op dit moment nog veroorzaken. Verder achten we het wenselijk dat er met name voor 50‐plussers op de arbeidsmarkt extra aandacht komt, enerzijds door gemeenschappelijke faciliteiten voor starters en ZZP‐ers te bewerkstelligen en anderzijds door bedrijven actief te benaderen om tot afspraken te komen en zo deze groep meer kansen te bieden. We ondersteunen met kracht de belangenbehartiging bij het Rijk voor een verantwoorde transitie van de Limburgse SW‐bedrijven. We houden vast aan het beleid om een substantieel aandeel social return via ons aanbestedingsbeleid te realiseren en verplichten op die wijze onze partners en leveranciers om datzelfde te doen. Hoger Onderwijs De Provincie wil de instellingen voor Hoger Onderwijs nog sterker binden aan de economische topsectoren in Limburg. Hiertoe is de Provincie bereid als opstart extra middelen bovenop de rijksvergoedingen beschikbaar te stellen, mits de instellingen voor Hoger Onderwijs, bij voorkeur met grensoverschrijdende partners, ook zelf in ruime mate en in de breedte willen investeren in opleidingen en in duurzame innovatie, gekoppeld aan deze topsectoren. Het dient hierbij vooral ook om nieuwe opleidingen te gaan, zowel op bachelor‐ als masterniveau. Samen met de regio
3
willen wij ons inzetten voor een versterking van de activiteiten op het gebied van duurzaamheid en nieuwe energie op Avantis en rond Document Service Valley (inclusief business services) in Venlo. Campusontwikkeling We versterken in de komende jaren met waar mogelijk renderende investeringen de ingezette campusontwikkeling (vastgoed en fondsvorming) en met subsidies de nieuwe kennisimpulsen in Maastricht, Sittard‐Geleen en Venlo. We werken op die wijze ook aan waardevermeerdering waardoor vastgoed in eigendom van de Provincie op termijn door de markt kan worden overgenomen. Landbouw, innovatie Conform de verklaringen van Roermond streven we naar een duurzame toekomstbestendige landbouwsector, waarbij innovaties essentieel blijven om de gezondheid van mens en dier en de kwaliteit van de producten te vergroten. De noodzakelijke innovaties vragen een adequate schaal van de bedrijven, soms noodzaakt dat tot schaalvergroting, in andere gevallen ligt de innovatie juist in de kleinschaligheid zoals voorbeelden van biologische landbouw. Landbouwbeleid vraagt om een samenhangende visie en daarop gebaseerde inzet van beschikbare instrumenten op ruimtelijk en milieu gebied. Voor intensieve bedrijvigheid in grootschalige landbouwbedrijven houden we vast aan de bestaande afspraken om tot een generieke reductie van de milieubelasting te komen in combinatie met selectieve concentratie in LOG‐gebieden. We willen geen nieuwvestiging van intensieve bedrijvigheid in verwevingsgebieden. Duurzaamheid Een gezonde economische ontwikkeling is voor ons synoniem voor een duurzame ontwikkeling. Steeds meer beseffen bedrijven dat investeren in besparingen op grondstoffen en slimme duurzame oplossingen de economische waarde van producten verhoogt. Wij willen die lijn ondersteunen. Dit betekent ook dat fondsen om risicovolle investeringen voor ondernemers te ondersteunen, zoals innovatiefonds en energiefonds, zoveel mogelijk vanuit één regie dienen te worden aangestuurd met zo weinig mogelijk lasten voor aanvragers. Toerisme Waar nodig en mogelijk qua inpassing in de natuurlijke omgeving, ondersteunt de Provincie grote bestaande en nog te ontwikkelen attracties. Hierbij is een goede bereikbaarheid met openbaar vervoer een voorwaarde; ook dit is maatschappelijk verantwoord ondernemen. We wijzen in het bijzonder op ontwikkelingen langs de Oostflank in Brunssum. Evenementen Naast Maastricht Culturele Hoofdstad 2018 blijven grootschalige evenementen zoals de Internationale Bau Ausstellung (IBA), de EXPO 2017 in Luik , en onze Limburgse Olympische Ambitie voor ons richtpunten voor de toekomst. Naast steun in woorden, zullen we ook financieel onze betrokkenheid tonen en verantwoordelijkheid nemen.
4
We onderschrijven het belang van het MECC als kwaliteitselement in het profiel van de regio voor grootschalige congressen, evenementen en beurzen onder andere aanhakend bij de Maastricht Health Campus. Cultuur en economie Gekoppeld aan onze culturele ambities beschouwen we de creatieve industrie als een belangrijke groeimarkt voor Limburg. Hier zal in een apart ambitiedocument nader op worden ingegaan, waarbij ook ontwikkelingen rondom Continium in Kerkrade worden meegenomen.
5
3. FYSIEK BELEID EN MOBILITEIT Ruimtelijk beleid We kiezen voor een strakke sturing op de transitie van de woningmarkt in Limburg. In elk geval voor Zuid ‐ Limburg streven we in het POL 2013 naar een sterkere regulering door de Provincie mede op basis van een op te stellen verordening. Daardoor ontstaat een heldere context, waarbinnen we gemeenten ondersteunen om de noodzakelijke transitie van de woningmarkt te realiseren, mede door middel van het reeds ingestelde transitiefonds. We hebben aandacht in het herziene POL voor adequate voorwaarden voor huisvesting van buitenlandse werknemers, op basis waarvan gemeenten een adequate regeling kunnen treffen. Ook op de ontwikkeling van bedrijventerreinen sturen we zodanig dat vooralsnog geen nieuwe terreinen aan de voorraad worden toegevoegd, maar revitalisering met volle kracht wordt doorgezet. Waar nodig stimuleren we een evenwichtig aanbod van detailhandel en kantoorlocaties. Indien noodzakelijk treden we sturend op. Transitiefonds herstructurering We willen middelen gaan inzetten ten behoeve van slimme oplossingen waarbij andere financiers worden “meegetrokken”. We willen flankerend aan herstructureringsopgaven mogelijkheden bieden tot nieuwe kleinschalige wijk‐ en zorgvoorzieningen (Samen Zorgen Huizen, Hospices etc.) en leefbaarheid in de wijk. Hierbij kan in bepaalde gevallen een brede impuls van de Provincie op wijkniveau als voorbeeld dienen. In dergelijke voorbeeldsituaties kan ook maatschappelijk vastgoed, zoals leegstaande schoolgebouwen, onderwerp van herstructurering zijn. Water De gemaakte afspraken met het rijk ten aanzien van hoogwaterbescherming worden ingevuld. De ingezette gebiedsontwikkelingen rondom de Maas (onder andere Ooyen‐Wanssum) worden voortvarend doorgezet. Het fusieproces vanbeide waterschappen wordt voortgezet. Milieu Vanwege de harde ingangsdatum van 1 januari 2013 zal de Provincie de regie op het proces versterken om te komen tot twee Regionale Uitvoeringsdiensten in Limburg. Alleen op die wijze kan een adequaat niveau van kwaliteit van vergunningverlening, toezicht en handhaving alsmede de samenwerking op het gebied van de fysieke leefomgeving in beide regio’s worden gewaarborgd. We pakken ook op het gebied van interbestuurlijk toezicht een stevige regierol op. Ecologische Hoofdstructuur (EHS) en natuurontwikkeling Uitgaande van de opgelegde rijksbezuinigingen handhaven we onze voorkeur om een herbegrenzing van de EHS in het Provinciaal Omgevingsplan Limburg (POL) vast te leggen. Vanuit het besef dat natuur een eigenstandige waarde heeft voor het toekomstige Limburg, nemen we voor de gebieden die daardoor buiten de nieuwe EHS vallen en een andere status krijgen, geen onomkeerbare besluiten. We willen juist in deze gebieden toewerken naar hoge landschappelijke kwaliteiten, met een
6
gevarieerd gebruik voor extensieve landbouw, ontwikkeling van verwevingelementen, mensgerichte natuur en slim beheer. In onze financiële keuzes maken we dit mogelijk en zetten we ook maximaal in op de gebundelde inzet van compensatiemiddelen, die bij de ontwikkeling van nieuwe infrastructuur (zoals A2‐ verbreding) beschikbaar komen. Railagenda We houden onverkort vast aan onze eerder beschreven ambitie met betrekking tot de maximale ontsluiting van Limburg op het regionale, nationale en internationale railnet zowel qua noord ‐ zuid als qua oost ‐ west verbindingen. Dit dient te worden gerealiseerd door landelijke pilots op te pakken en afspraken met het rijk te maken over de landelijke concessie voor grensoverschrijdende intercitylijnen naar Düsseldorf, Aken en Luik en de provinciale concessie voor de overige grensoverschrijdende lijnen. Euregionale verbindingen, die van belang zijn voor Maastricht Culturele Hoofdstad 2018 (MCH 2018) geven we daarbij voorrang. De railverbinding voor personen‐ (lightrail) en goederenvervoer tussen Genk en Sittard‐Geleen wordt op de agenda gezet waarmee ook wordt aangesloten op het Spartacusplan van Belgisch‐Limburg. Onze ambities richten zich op verbetering van frequenties, de (her)opening van stations en nieuwe verbindingen. De provincie zal bijdragen aan de nieuwe railterminal Venlo onder voorwaarde van een degelijke businesscase en participatie van private investeerders en gemeente. Weginfra Met betrekking tot de financiering van de N280 west is uitgangspunt dat voor het gehele tracé dezelfde financiële verdeling tussen provincie en gemeenten wordt gehanteerd. We kiezen voor de 2+ variant. We onderschrijven het economisch belang van de A2‐verbreding en hechten aan voldoende aandacht voor natuurcompensatie, die zich vooral binnen de herijkte EHS concentreert om versnippering tegen te gaan. We houden vast aan de gekozen voorkeursvariant voor de Buitenring Parkstad inclusief de scope van het Provinciaal Inpassingsplan. We kiezen de binnenkort voorliggende financiële onderbouwing en risicodekking als uitgangspunt. We wachten de nieuwe uitspraak van de Raad van State af. Mocht deze onverhoopt negatief uitvallen dan beschouwen we dit als een nieuw politiek moment van afweging. Bovenop de nu al in de voorstellen opgenomen extra accenten voor natuurcompensatie en natuurontwikkeling willen wij uit het oogpunt van een maximale compensatie van de Parkstad een substantieel aanvullend bedrag voor diverse vergroeningsmaatregelen reserveren. We willen mogelijkheden met gemeenten verkennen om een maximumsnelheid van 80 km per uur voor bepaalde trajecten af te spreken. Tenslotte willen we dat de zuidelijke aansluiting op de A76 bij Nuth behouden blijft. Openbaar Vervoer We streven ook in de nieuwe OV‐concessie naar een fijnmazig netwerk van OV‐ diensten, zodat bereikbaarheid en frequentie ook voor bijzondere doelgroepen zoals
7
minder mobiele ouderen gegarandeerd is. Ter verbetering van de stedelijke luchtkwaliteit stellen we aanvullende eisen aan het materieel, onder andere wat betreft uitstootreducties. We kiezen niet voor een aparte reductieregeling voor 65‐plussers, maar voor slim en gericht beleid waar specifieke doelgroepen mee gebaat zijn en efficiency en effectiviteit worden verhoogd door bijvoorbeeld bureaucratie te verminderen. We blijven ons inspannen om zoveel mogelijk uniformiteit en dus zo weinig mogelijk extra kosten te veroorzaken ten aanzien van de opstaptarieven tussen verschillende vervoerders. Fietsinfrastructuur We ondersteunen partijen bij de ontwikkeling van nieuwe en verbetering van bestaande fietspaden, zowel ten behoeve van forensenverkeer als ten behoeve van toeristisch recreatief gebruik. Samen met partners zoals Rijkswaterstaat, gemeenten en natuurorganisaties maken we daartoe afspraken. Maastricht‐Aachen Airport We blijven ons inzetten voor de versterking van de positie van MAA als logistiek centrum voor luchtvracht en passagiersluchthaven voor zakelijk en transferverkeer.
8
4. ZORG, CULTUUR EN LEEFBAARHEID Jeugdzorg We blijven streven naar harde prestatieafspraken met instellingen, afbouw van bureaucratische procedures en het begeleiden van rijksbezuinigingen. Daarbij blijven we permanent waken voor de zorg voor de jeugdigen zelf. Er mogen geen kinderen uit de boot vallen als gevolg van de ingezette beweging. We dragen aan de gemeenten een bestuurlijk organisatorisch en inhoudelijk goede jeugdzorg over. Juist daarom moeten de eerder gereserveerde transitiegelden mede worden benut om samen met gemeenten een aantal gewenste aanpassingen door te voeren en in de nieuwe lokale sturing van de jeugdzorg te verankeren, zoals het initiatief van een omgangsvoorziening voor kinderen en gescheiden ouders en het leggen van verbinding tussen centra voor jeugd en gezin met veiligheidshuizen. Om de ongewenste effecten van monopolievorming te voorkomen willen we meerdere jeugdzorgaanbieders onder duidelijke condities toelaten. Zorgagenda We willen een zorgagenda opstellen, waarbij we maximaal de specifieke gezondheidsproblemen in Limburg tot inzet willen maken van zorginnovatie en structurele versterking van de zorg. Hierbij verdienen de aantoonbare verschillen in gezondheid bijzondere aandacht. Naast een flankerende inzet in ruimtelijk en huisvestingsbeleid willen we de bestaande preventie en monitoring van gezondheid ondersteunen en ook initiatieven van zorgaanbieders ondersteunen, met name waar deze initiatieven gepaard gaan met innovatie en kennisontwikkeling. Voorts verdient de euregionale ligging meer aandacht en moet worden ingezet op een lobby richting den Haag en Brussel voor een betere bestuurlijke en organisatorische samenhang, ten gunste van de patiënt. De huizen Voor de Limburgse huizen voor de Sport, Zorg en Kunsten dient een grondige zelfevaluatie en eventuele aansluitende onafhankelijke evaluatie tot een nieuwe afweging te leiden van kosten en maatschappelijk rendement. Bij een eventuele disbalans zal het takenpakket op onderdelen worden herijkt. Hierbij ligt de focus op de daadwerkelijke meerwaarde van de taken voor de Limburgse burger en vrijwilliger. Sport We bouwen voort op de ontwikkeling van de Sportzone en onderzoeken de mogelijkheden voor een Technodrome, een indoor top trainingsaccommodatie voor met name de wielersport. Onze Limburgse Olympische ambitie geeft richting aan het verwerven van grote internationale sportevenementen, betekent een belangrijke verbinding tussen topsport en breedtesport en onderstreept de brede betekenis van het sporten ook voor gezondheid en sociale samenhang. Om dit te concretiseren willen we aangehaakt aan het onderwijs en de naschoolse opvang de betrokkenheid van sportverenigingen stimuleren, en topsporters betrekken bij deze activiteiten onder
9
andere aansluitend bij al bewezen initiatieven. We kiezen daarom niet voor een vorm van een sportkaart voor kinderen. Cultuur We zien de kandidatuur van Maastricht als Europese culturele hoofdstad als grote kans voor Limburg in de Euregio. Met argumenten ten aanzien van het draagvlak, de gekozen accenten en de economische spin off zal het definitieve bidbook worden versterkt. We willen benadrukken dat de gemeente Maastricht de trekkende overheid is en blijft. Naast en aanvullend op dit initiatief zullen wij de komende jaren een forse inspanning leveren om de culturele infrastructuur en de cultuureducatie in Limburg te behouden en te versterken. Hierbij zetten we in op een diversiteit van culturele uitingen, die soms al een breed draagvlak hebben en soms nog een extra impuls vragen. Passend binnen onze doelstellingen voor het toekomstig cultuurbeleid streven we naar een Limburgs Symfonie Orkest dat zo klein als mogelijk en zo groot als nodig moet zijn om de haarvaten van de samenleving te kunnen bereiken. Daartoe maken we harde prestatieafspraken. De standplaats Maastricht dient behouden te blijven. De zakelijke en organisatorische aspecten van het LSO en het Brabants Orkest worden gebundeld. Monumenten We zetten de extra inspanningen door om naast erkende rijksmonumenten ook mogelijkheden voor restauratie van gemeentelijke monumenten te behouden, passend binnen bredere investeringen. Het project Quartier des Arts is een sprekend voorbeeld in dit kader. Indien nodig worden extra middelen vrijgemaakt. Leefbaarheid We zetten in op een betere sociale cohesie op alle niveaus, die binnen een dorp/kern/wijk actief zijn. Het is voor de samenleving van belang dat mensen hun eigen verantwoordelijkheid nemen. We streven naar een maximale verbinding in middelen en mogelijkheden tussen aan de ene kant de herstructureringsopgave van de woningmarkt en de daarbij in te zetten middelen uit het transitiefonds en aan de andere kant de onderdelen zorg, sport, cultuur, monumenten, maatschappelijk welzijn en (stedelijk) groen. Maatschappelijke Organisaties We wachten de in ontwikkeling zijnde nieuwe voorstellen betreffende een regeling voor de maatschappelijke organisaties af, en willen waken voor overhaaste gevolgen voor de begrotingen van de betrokken instellingen. We hechten aan de continuïteit van de regeling zonder verschuivingen en veranderingen uit te sluiten. Daar waar de provincie aanvullend op gemeentelijk beleid zinvol kan bijdragen aan de vermindering van werkloosheid en het voorkomen van armoede doen we dat. De organisaties die een belangrijke rol vervullen bij de instandhouding en ondersteuning van de sociale infrastructuur voor mensen in sociale en financiële moeilijkheden achten wij van grote waarde.
10
Veiligheid Als rijksorgaan komen een aantal taken op het terrein van openbare orde en veiligheid aan de Commissaris der Koningin toe. Deze vallen buiten het takenpakket van de Provincie als bestuurslaag. Wel blijven we vanuit het belang van onze burgers en het vestigingsklimaat in Limburg aandacht besteden aan zaken waar de provincie kan faciliteren, zoals een bijdrage aan de veiligheidshuizen, grensoverschrijdende (drugs)criminaliteitsbestrijding, regionale platforms criminaliteitsbestrijding en preventieactiviteiten flankerend aan herstructureringsopgave leefbaarheid. Daarnaast blijft er vanuit onze kerntaken op het gebied van infrastructuur, water en milieu aandacht voor verkeersveiligheid en fysieke veiligheid. In dat verband zullen we ook de motie om ten laste van het BDU het budget infra‐veiligheid ter beschikking te blijven stellen aan de Regionale Mobiliteit Overleggen uitvoeren.
11
5. BESTUUR EN FINANCIËN Kwaliteit openbaar bestuur De kwaliteit van het openbaar bestuur in Limburg is een van de kerntaken van de Provincie. De provincie wil de bestuurskracht van de lokale overheid vergroten en kiest een actieve rol bij de oplossing van bestuurlijke en financiële knelpunten. Gemeentelijke herindeling komt alleen van onderaf tot stand. Het mogelijke voornemen tot afschaffen van de wgr‐plusregio's vraagt daarbij specifiek om een herijking van de verantwoordelijkheden van gemeenten en Provincie in de regio Parkstad. We juichen een samenhangende regionale agendavorming van samenwerkende gemeenten toe. Projecten op de regionale agenda die aansluiten op de ambities en doelen van de Provincie worden positief benaderd. In dat verband hechten we ook aan de uitvoering van de via het Convenant met het rijk afgesproken acties voor Zuid ‐ Limburg en afgesproken voornemens voor Noord en Midden Limburg. Ook onze grensoverschrijdende potentie dient in de uitwerking van dit Convenant volop aandacht te houden voortbouwend op Limburg experimenteerregio. Europese middelen en Euregio Uitgaande van een krachtige lobby en de daaruit resulterende substantiële toekenning van Europese middelen in de nieuwe structuurfondsperiode vanaf 2014 zullen we voldoende middelen reserveren voor cofinanciering van Interreg en EFRO. We streven naar een maximaal effectieve en efficiënte structuur onder onze Zuid ‐ Limburgse euregionale samenwerking, door de vorming van een EGTS als juridische entiteit en bestuurlijke samenwerkingsvorm. De nieuwe structuur dient er op gericht te zijn samen tot de beste projecten voor onze euregio Maas‐Rijn te komen. Hierbij willen we aanhaken op het project EMR 2020. Toekomstvast We houden onverkort vast aan de bezuinigingstaakstelling van € 20 miljoen structureel in 2015, bestaande uit een formatiereductie van 185 fte en een beleidstaakstelling van € 10 miljoen. We zien deze taakstelling in samenhang met de afgesproken maximering op het niveau 2009 van de post externe inhuur. We hechten aan het fit houden van de organisatie en willen gerichte impulsen voor het nieuwe werken en een moderne bedrijfscultuur stimuleren. Toekomstvast is met name ook een kwalitatieve operatie, met oog voor de noodzakelijke cultuurverandering. Financieel beleid We houden vast aan de overeengekomen reductie van de provinciale opcenten motorrijtuigenbelasting (MRB) met 10% In beginsel zal de Provincie bezuinigingen, die door het Rijk op doeluitkeringen worden opgelegd niet compenseren. In het perspectief van duurzame oplossingen, kan de Provincie in bepaalde gevallen overgangskosten deels en tijdelijk voor haar rekening nemen.
12
Wij verzetten ons volledig tegen verplicht schatkistbankieren dat namelijk in zou houden dat de autonome zeggenschap van onze provincie over de eigen middelen wordt aangetast en dat bovendien een aanslag pleegt op de inkomsten. Daarentegen gaan we binnen de wettelijke mogelijkheden de ruimte opzoeken om ons belegd vermogen zoveel mogelijk ten goede te laten komen aan de Limburgse economie. Hierdoor wordt niet alleen een voldoende financieel rendement over de middelen verkregen maar wordt ook een bijdrage verleend aan versterking en verankering van de werkgelegenheid en economische dragers van Limburg. Een en ander moet mede in het licht worden gezien van de recente financiële crises waardoor het risicoprofiel van eerder als veilig bestempelde (staats)obligatieportefeuille enorm is toegenomen. Ondanks het feit dat de Provincie de afgelopen jaren flinke stappen heeft gezet op het vlak van het terugdringen van de lastendruk ( subsidies, vergunningen en handhaving) blijven wij werken aan een verdere reductie van door ons zelf beïnvloedbare administratieve lasten. We willen ook onze snelheid van handelen versterken omdat de wereld om ons heen die snelheid vraagt en bureaucratische regeldruk ons in de weg zit. We zijn op open samenwerkingsrelaties met partners gericht ook als deze partners subsidiegeld van de Provincie ontvangen. We verwachten dan ook van onze partners een constructieve opstelling, waarbij ten principale niet naar juridische strijdmiddelen wordt uitgeweken. Ook met onze medeoverheden en overige partners streven we open en constructieve samenwerking na. Zo hebben wij de in de periode van de coalitiebesprekingen ontvangen suggesties en voorstellen met aandacht bekeken en waar passend overgenomen. Omgangsvormen We hechten aan goede omgangsvormen binnen politiek en bestuur en stellen ons voor daar de komende jaren bijvoorbeeld via een lezingencyclus aandacht aan te besteden. Verder zijn wij bereid de vergoedingen voor ondersteuning van de Statenfracties opnieuw te bespreken. Als eerste bijlage treft u de hoofdlijnen van onze financiële inzet aan. Uitgangspunt voor ons is een degelijke financiële huishouding ook voor de lange termijn. Daarom houden wij de vaste reserve op € 1,2 miljard. Wij voeren de aangenomen moties en GS‐besluiten uit, die de afgelopen periode zijn aangenomen voor een bedrag van in totaal ongeveer € 71 miljoen Om onze beleidsaccenten financieel te versterken hebben wij de nog bestaande intensiveringsgelden gedeeltelijk herijkt en op onderdelen aangevuld. Dat leidt tot een totaal van ruim € 364 miljoen aan voorgenomen intensiveringen. Bovendien hebben wij een aantal extra nieuwe impulsen gegeven tot een bedrag van ruim € 51 miljoen. Na dit alles resteert een positief saldo van ruim € 12 miljoen. Als tweede bijlage treft u de GS‐portefeuilleverdeling en ‐invulling aan.
13