Lijst van ingekomen stukken behorende bij de commissievergadering Samenleving d.d. 11 mei 2016 agendapunt 3
Onderwerp
Status
1
Toetreden (nieuwe) zorgaanbieders per 1 april 2016
ter kennis
2
Inzet educatiegelden 2016
ter kennis
3
Jaarbericht 2015 Plantage
ter kennis
4
Voorlopige cijfers nieuwe Voortijdige SchoolVerlaters convenantjaar 2014-2015
ter kennis
Informatienota Aan: Van: Onderwerp: Portefeuillehouder: Datum collegebesluit: Geheim:
De commissie Samenleving Het college van Burgemeester en wethouders Toetreden (nieuwe) aanbieders per 01-04-2016 Wethouders H.A. Driessen Nee
Kennisnemen van: -Verruiming van de mogelijkheden voor nieuwe en bestaande zorgaanbieders om per 01-04-2016 een (uitbreiding van de) Raamovereenkomst te krijgen.
1.
Inleiding
Gebleken is dat de aanbestedingsvoorwaarden Wmo/Jeugd beperkingen met zich mee brachten voor zowel nieuwe aanbieders die pas na afronding van de primaire aanbestedingsprocedure en per 01-042016 wilden toetreden als voor aanbieders met een Raamovereenkomst vanaf 01-01-2016 die hun producten aanbod willen verruimen. Wij hebben besloten om de toetredingsmogelijkheden te verruimen.
2.
Kernboodschap
Op 2 november 2015 sloot de Inschrijving voor inkoop van zorg en ondersteuning in het kader van de Wmo en Jeugdwet. In de aanbestedingsstukken is opgenomen dat per 1 april 2016 de mogelijkheid bestaat voor nieuwe zorgaanbieders om een Raamovereenkomst te verkrijgen. In de stukken is nieuwe zorgaanbieder gedefinieerd als zijnde een zorgaanbieder die in 2015 geen contract had. Inmiddels is gebleken dat er onbedoelde effecten zijn ontstaan: Met name kleine lokale zorgaanbieders hebben ondanks de communicatie, de deadline voor de aanbesteding gemist. De passage in de stukken was geformuleerd om continuïteit van zorg zoveel mogelijk te waarborgen. Overdracht van cliënten moest zo min mogelijk plaats vinden. Onze intentie is echter om een langjarige relatie aan te gaan met zorgaanbieders. Wanneer we nu goede zorgaanbieders die de aanbesteding gemiste hebben, vervolgens 3 jaar uitsluiten van een contract, hebben we dat niet beoogd. We willen juist keuzevrijheid en een open markt bewerkstelligen. Met de omschrijving in de offerteaanvraag worden ook de mogelijkheden voor de aanbieders met wie per 01-01-2016 al wel een Raamovereenkomst was aangegaan, uitgesloten om hun productenaanbod uit te breiden en ook op andere producten in te schrijven, zo is gebleken uit een nadere analyse van de aanbestedingsvoorwaarden. In de gekozen open-markt-opzet, wilden we juist bij voorbaat bij de inkoop geen goede zorgaanbieders en goede dienstverlening uitsluiten. De keuzekracht ligt immers bij de cliënt en zijn verwijzer. Om deze niet beoogde effecten weg te nemen hebben we besloten om, in regionaal verband, per 1 april 2016 alle zorgaanbieders die aan de gestelde eisen voldoen, de kans te bieden een Raamovereenkomst met onze gemeente aan te gaan.
3.
Gevolgen
De mogelijkheden van toetreding om daarmee (veelal kleinere) aanbieders alsnog de gelegenheid bieden om een Raamovereenkomst met de gemeente Tiel te krijgen en om reeds gecontracteerde aanbieders de gelegenheid te bieden om hun productenaanbod zijn verruimd. Het aantal aanbieders Wmo en Jeugdhulp kan nu toenemen evenals het aantal zorgproducten dat aangeboden kan gaan worden. Deze uitbreiding brengt géén financiële effecten met zich mee. De financiële kaders, zoals vastgesteld in de Nota van Inkoop Wmo en jeugdhulp 2016 zijn onverminderd van kracht. Uitgangspunt is dat de zorginkoop en levering van zorg Wmo en Jeugd plaats gaat vinden binnen de middelen die het Rijk daarvoor beschikt heeft gesteld en volgens de hiervoor aangegeven Tielse budgetverdeling.
Pagina 1 van 2
4.
Vervolg
Wij houden u op de hoogte van de ontwikkelingen middels informatienota's.
Bijlagen Geen
Meer informatie: Team: Contactpersoon: Telefoon: E-mail:
Stad Ronald Kool 0344 656 427
[email protected]
Pagina 2 van 2
Informatienota Aan: Van: Onderwerp: Portefeuillehouder: Datum collegebesluit: Geheim:
Commissie Samenleving Het College Inzet educatiegelden 2016 L. Verspuij Nee
Kennisnemen van: 1. Het Programma Volwasseneducatie 2016 (bijlage 1); 2. Het collegebesluit om bij de aanbesteding van het educatiebudget af te wijken van de volgens het inkoop- en aanbestedingsbeleid voorgeschreven procedure (van meervoudig onderhands aanbesteden naar enkelvoudig onderhands aanbesteden) en het educatieprogramma in te kopen bij het ROC Rivor. Dit betekent dat: o Het educatieprogramma uitgevoerd wordt door het ROC Rivor voor een bedrag van € 454.485,- bestaande uit het geoormerkte deel (50%) van het educatiebudget ad € 227.242,50,- en het vrij besteedbare gedeelte (50%) ad €227.242,50. o Van dit totale bedrag wordt 3% (€ 13.634,-) door het ROC Rivor gereserveerd als bijdrage voor kosten voor werkloosheidsuitkeringen en suppletie inzake arbeidsongeschiktheid. o Tevens wordt 5% (€ 22.042,-) van het bedrag ingezet voor non- formeel leren, bijvoorbeeld voor het trainen van vrijwilligers die taallessen begeleiden. 3. Het collegebesluit om mandaat te verlenen aan de gemeente Maasdriel voor de besteding van educatiemiddelen ad € 57.289,- bij het Koning Willem 1 College (Den Bosch).
1. Inleiding De Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) is op 1 januari 2015 gewijzigd. Gemeenten ontvangen in het kader van de WEB middelen om volwasseneneducatie (taal en rekenvaardigheden) in te kopen. Voor de inkoop van volwasseneducatie geldt in 2016 vooralsnog een gedwongen winkelnering van 50% van het budget bij Regionale Opleidingen Centra (ROC) tenzij anders afgesproken is met het betreffende ROC. De gezamenlijke gemeenten in de regio Rivierenland, met uitzondering van de gemeente Maasdriel, kiezen ervoor om hun totale budget te besteden bij ROC Rivor. Daarvan wordt 5 % ingezet voor non-formeel leren, bijvoorbeeld voor het trainen van vrijwilligers die taallessen begeleiden. Door de verandering in de wet zijn er meer mogelijkheden om samen te werken met bibliotheken, welzijnswerk en hulpverlenende instanties. De gemeente Maasdriel maakt afspraken met het Koning Willem 1 College uit ’sHertogenbosch. Door de afbouw van de verplichte winkelnering bij de ROC’s (75% in 2015, 50% in 2016 en 25% in 2017) hebben gemeenten te maken met de aanbesteding van deze gelden. Het bedrag wat vrij besteedbaar is zouden we Europees moeten aanbesteden. Omdat opleidingen een zgn 2B-dienst betreft, moet de aanbesteding volgens de meervoudig onderhandse procedure worden uitgevoerd. Gemeenten, muv de gemeente Maasdriel, hebben er echter voor gekozen om het volledige bedrag bij het ROC Rivor te besteden. Er is dus sprake van een enkelvoudig onderhandse procedure. Het College is bevoegd om deze afwijking van het inkoop- en aanbestedingsbeleid goed te keuren en hier beleidsmatig van af te wijken. Zij heeft hier dan ook toe besloten vanwege het Pagina 1 van 2
feit dat zij belang hecht aan het in stand houden van de huidige infrastructuur. Dit betekent niet dat het ROC Rivor het totale uitvoeringsprogramma voor haar rekening neemt maar dat zij samenwerkt met andere partijen zoals de bibliotheek, Dynamiek, Het Kompas, etc. en hier verder afspraken mee maakt. In 2017 vindt een evaluatie plaats door het Rijk. Naar aanleiding van deze evaluatie wordt besloten of de gedwongen winkelnering geheel vervalt en op welke wijze de gemeenten het WEB budget ontvangen. Mogelijk ontvangen de gemeenten het budget voor volwasseneneducatie vanaf 2018 uit het gemeentefonds. 2.
Kernboodschap
Volwasseneducatie speelt een belangrijke rol bij: Het bestrijden en verminderen van laaggeletterdheid en analfabetisme in de regio. ROC Rivor is een van de deelnemers van het Bondgenootschap Laaggeletterdheid. (onderdeel van het landelijk actieplan Tel mee met Taal). Het vergroten van participatie en zelfredzaamheid van inwoners met een achterstand op gebied van taal-, reken- en digivaardigheden. Hun kansen om deel te nemen aan de arbeidsmarkt en in de maatschappij nemen hiermee toe Niet voor niets moet volwasseneducatie in de toekomst (vanaf 2018) een inhoudelijke verbinding krijgen met het sociaal domein (bron: handreiking VNG Volwasseneducatie). Het ROC biedt met haar onderwijsprogramma de mogelijkheid om de taalvaardigheid te verbeteren voor de doelgroep uitkeringsgerechtigden die zich in het kader van de Wet Taaleis en Besluit taaltoets hun taalvaardigheid moeten verbeteren.
3. -
Gevolgen
4. -
Vervolg
Bijlagen 1. Educatieprogramma 2016.
Meer informatie: Team: Contactpersoon: Telefoon: E-mail:
Beleid Marjolein Winter 0344-637 318
[email protected]
Pagina 2 van 2
Educatie programma 2016
Educatief programma voor de gemeenten: Buren, Culemborg, Geldermalsen, Neerijnen, Neder Betuwe, Tiel, West Maas en Waal en Zaltbommel/ROC Rivor 3-12-2015
Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Aanpassingen van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) 2015 3. Kwaliteit van het huidige onderwijs 4. De speerpunten in 2016 4.1. Tel mee met Taal 4.2 Wet Taaleis en het Besluit Taaltoets 4.3 De diplomering voor Educatie 5. Voorstel Educatietrajecten 2016 5.1 Contacten met partners 5.2 De doelgroepen die in de Wet genoemd zijn 5.3 Wat kan ROC Rivor bieden in de regio 5.4 De trajecten 5.5 De opdracht van de gemeenten 6. Voorstel 2016 6.1 Uitgaande van de voorlopige budget van 2016 6.2 De contactprijs 6.3 De trajecten 7. Bijlage de Cursussen
Educatief programma voor de gemeenten: Buren, Culemborg, Geldermalsen, Neerijnen, Neder Betuwe, Tiel, West Maas en Waal en Zaltbommel/ROC Rivor 3-12-2015
1. Inleiding Voor u ligt het conceptplan Educatie 2016. Het programma voor Educatie in 2016 is een programma dat de 8 gemeenten in Regio Rivierenland met de gemeente Tiel als contactgemeente opstelt voor Regio Rivierenland. De Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB)2002 is in 2015 aangepast en regelt onder andere de volwasseneneducatie. Met dit wetsvoorstel van 9 juli 2014 wordt een specifieke uitkering met betrekking tot de overige educatie opgenomen in de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) in plaats van in de Wet participatiebudget. Trajecten uit het educatiebudget zijn ingevolge de WEB, cursussen gericht op de Nederlandse taal en rekenen met digitale vaardigheden als ondersteuning. Aanpak van laaggeletterden staat hoog in het vaandel bij de regering. Het beleid voor Educatietrajecten moet aangepast zijn aan de doelgroepen in de regio Er zijn een aantal landelijke speerpunten in 2016 die er voor moeten zorgen dat zoveel mogelijk laaggeletterden in regio Rivierengebied bereikt worden zodat meer mensen in staat zijn om te participeren. De drie speerpunten voor 2016 zijn: 1. “Tel mee met Taal”, waarin de werkwijze van “Taal voor het leven” een onderdeel is 2. De Taaleis WWB die in 2016 in werking treedt 3. De diplomering voor Educatie
2. Aanpassingen van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB) 2015 De voornaamste aanpassingen in de Wet Educatie en Beroepsonderwijs vanaf 2015 zijn: 1. De ‘gedwongen winkelnering’ van de gemeenten bij de ROC’ s voor de educatiegelden wordt in 4 jaar afgebouwd. Oormerken van het budget blijft gehandhaafd tot 2018 daarna wordt er geëvalueerd en een besluit genomen over al dan niet toetreding in het gemeentefonds. 2. Er komt een onderscheid tussen formeel en non-formeel leren. Formeel aanbod Met diploma waardering
Non-formeel aanbod Zonder diploma waardering Gemeente verantwoordelijk voor het borgen van de kwaliteit ROC Rivor kan zowel formeel als non-formeel onderwijs aanbieden. 3. Gemeente werken samen op regionaal niveau. De contactgemeente heeft de leidende rol. 4. Het budget wordt verdeeld aan de hand van contacturen als maatstaven en er zal geleidelijk worden toegewerkt naar objectieve maatstaven zoals Het aantal laaggeletterde inwoners. Het aantal allochtone inwoners Het aantal bijstandsgerechtigde inwoners, in de Arbeidsregio. 5. Er kunnen nu ook verschuivingen plaatsvinden tussen de gemeentes onderling als er in een gemeente lange wachtlijsten zijn. Het budget voor 2016 is gebaseerd op het aantal contacturen
Educatief programma voor de gemeenten: Buren, Culemborg, Geldermalsen, Neerijnen, Neder Betuwe, Tiel, West Maas en Waal en Zaltbommel/ROC Rivor 3-12-2015
3. De kwaliteit van het huidige onderwijs Om de kwaliteit van het onderwijs te borgen gebruikt ROC Rivor: 1. Bij de intake en voortgang gevalideerde toetsen : CITO-toetsen alfabetisering NT2 voor intake en voortgang : ICE intaketoets INT2 en de Voortgangstoets VNT2 of TOA NT2 voor niveau A1, A2 en B1 volgens NLQF voor intake en voortgang. : Valide toetsen VLTE toetsen van de Stichting Lezen en Schrijven of portfolio volgens de Standaarden en eindtermen VE voor NT1. 2. Trajectplannen 3. Voortgangsgesprekken en voortgangsplannen 4. Gekwalificeerde docenten met een VOG opleiding Niveau 2 (WEB artikel 4.2.3) en of de bevoegdheid basiseducatie (WEB artikel 4.2.1) . De kwaliteit wordt verder op peil gehouden door scholing door prof. M. de Greef voor implementatie Startacademie, bijscholing door bezoeken landelijke scholingsdagen, vijf keer per jaar Inhoudelijke scholingsdagen, coaching en intervisie. Deelnemen aan het landelijk Netwerk Educatie. Scholing van enkele docenten in “ Train de trainer” voor het begeleiden van vrijwilligers door Stichting Lezen en Schrijven. Twee docenten hebben de cursus: “ Creatief denken gevolgd. 5. Meedoen met landelijke digitale proeftoetsen voor validering en standaardisering vanuit de overheid. 6. Modularisering en maatwerk 7. Functioneringsgesprekken en ontwikkelingsplannen van docenten. Hoofdstuk 4. De speerpunten in 2016 4.1. Tel mee met Taal
Vanaf 2016 zullen de departementen van OCW, VWS en SZW het actieprogramma van ‘Tel mee met Taal” voor 3 jaar gaan uitrollen. In dit actieplan “Tel mee met Taal 2016-2018” waarin de werkwijze van “Taal voor het leven” centraal staat, staan 5 actielijnen omschreven waar de departementen jaarlijks extra geld voor uit zullen trekken. Voor meerdere informatie zie: http://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2015/03/06/actieprogramma-tel-mee-met-taal Trekker is de Stichting Lezen en Schrijven. ROC Rivor werkt met bibliotheek Rivierenland in dit plan samen aan bestrijding van laaggeletterden in de regio. De laaggeletterdheid ligt in arbeidsmarkt Rivierengebied 1 procent hoger dan het landelijk gemiddelde. Dat komt op 23.000 mensen in dit gebied. De aanpak van laaggeletterdheid is erop gericht dat de eigen kracht van de bevolking versterkt moet worden. De laaggeletterdheid kan alleen aangepakt worden als alle partijen hun activiteiten en krachten bundelen. Een eerste stap is het tekenen van het bondgenootschap laaggeletterdheid. Een initiatief van Bibliotheek Rivierenland en ROC Rivor met ondersteuning van de Stichting Lezen en Schrijven. Op 25 maart 2015 hebben 36 partijen waaronder maatschappelijke instellingen, onderwijs en werkgevers het bondgenootschap ondertekend. Dit is een onderdeel van het actieplan “Taal voor het leven”.
Educatief programma voor de gemeenten: Buren, Culemborg, Geldermalsen, Neerijnen, Neder Betuwe, Tiel, West Maas en Waal en Zaltbommel/ROC Rivor 3-12-2015
Doel van het ondertekenen is: Het Bondgenootschap voor Geletterdheid Rivierenland heeft als doel het voorkomen en verminderen van laaggeletterdheid in Rivierenland Er is een taalkaart ontwikkeld: een inventarisatie van alle lokale taalaanbieders. Dit is een online Taalzoeker waarin alle lokale cursussen voor laaggeletterden staan. en er worden een aantal taalpunten ingericht in de bibliotheken in Rivierengebied. De taalmeter, een instrument om snel vast te stellen of iemand onder 1F scoort voor Nederlands, wordt gebruikt bij het leerwerkloket in Tiel. Leerlingen die onvoldoende scoren voor hun Nederlandse taal worden door de consulenten doorverwezen naar ROC Rivor. 4.2 Wet Taaleis en het Besluit Taaltoets
De eerste kamer heeft zich op 17 maart 2015 ingestemd met het wetsvoorstel “Wet Taaleis Participatiewet (hierna Wet Taaleis) In deze Wet Taaleis wordt gesteld dat bijstandsgerechtigden die de Nederlandse taal onvoldoende kennen zich moeten inspannen om de Nederlandse taal in elk geval op referentieniveau 1F beheersen. Dit betekent bijvoorbeeld dat deelnemers korte, eenvoudige teksten kunnen lezen en schrijven. Met de Wet Taaleis krijgen gemeenten de verplichting om van bijstandsgerechtigden te verlangen dat zij actief werken aan hun taalvaardigheid. Via de Handreiking Wet Taaleis Participatiewet kunt u meer informatie vinden over deze wet. 4.3 De diplomering voor Educatie
Vanaf juli 2016 is het mogelijk om voor volwasseneducatie ook diploma’s uit te reiken. Op dit moment zijn er geen wettelijke examens voor Educatie. Er wordt uitgegaan van: ‘ De standaarden en eindtermen Volwassenen Educatie’ en er zijn Staatsexamens NT2-1 en NT2-11. ROC Rivor is een onderwijsdienst en is erkend voor het geven van formeel onderwijs, zolang de wettelijke verplichting voor het aanbieden van Educatie geldt. Als de diplomawaardering wordt ingevoerd zal ROC Rivor examinering gaan aanbieden.
Educatief programma voor de gemeenten: Buren, Culemborg, Geldermalsen, Neerijnen, Neder Betuwe, Tiel, West Maas en Waal en Zaltbommel/ROC Rivor 3-12-2015
Hoofdstuk 5. Voorstel Educatietrajecten 2016 5.1 Contacten met partners ROC Rivor heeft de afgelopen jaar de contacten met partners verder uitgebouwd en zich steeds meer gericht op werkgevers, uitkerende instanties en partijen die zich bezig houden met laaggeletterdheid in de regio. In 2015 zijn de contacten met Dynamiek in Tiel, Kompas in Zaltbommel, het Participatiehuis en De Doenerij in Culemborg en de bibliotheek Rivierenland geïntensiveerd. De lessen worden vaker uitgevoerd op locaties zoals op basisscholen aan de ouders van de leerlingen en leerpunten in de bibliotheek. In dit voorstel zetten we voor u het een en ander nog op een rij en doen we u een globaal voorstel voor de inzet die we het komend jaar graag met u plegen. We hopen op een constructief overleg hierover en met u de zorgvuldig opgebouwde structuur rondom de aanpak van laaggeletterdheid, allochtonen en uitkeringsgerechtigden in stand te kunnen houden op de verschillende locaties. In ons voorstel houden wij in het oog dat alle doelgroepen, die in aanmerking kunnen komen voor onderwijs, bediend worden. 5.2 De doelgroepen die in de Wet genoemd zijn: a. Opleidingen Nederlandse taal en rekenen, gericht op alfabetisering en op het ingangsniveau van het beroepsonderwijs; 1F en 2F b. Opleidingen Nederlands als tweede taal I en II die opleiden voor het diploma Nederlands als tweede taal, bedoeld in het Staatsexamenbesluit Nederlands als tweede taal; c. Opleidingen Nederlands als tweede taal, gericht op beheersing van een basisniveau Nederlandse taal; A1 en A2 d. Opleidingen Nederlands als tweede taal, gericht op alfabetisering; e. Bij ministeriële regeling aan te wijzen andere opleidingen. 5.3 Wat kan ROC Rivor bieden in de regio Het programma voor Educatie in 2016 hangt af van de wensen uit de Regio. Aangezien de aanmelding van cursisten in 2015 via Sociale Diensten, schuldhulpverlening, het Participatiehuis, Dynamiek en Kompas lopen en 70% van de cursisten die aangemeld worden door deze organisaties, voorrang hebben boven zelfmelders, zal dat in 2016 niet anders zijn. Door de Wet Taaleis zal er een grotere vraag komen naar lees- en schrijftrajecten. Uit ervaring is gebleken dat een grote groep “oudkomers” wel redelijk Nederlands kunnen spreken, maar dat zij grote moeite hebben met lezen en schrijven. Taalles voor deelnemers uit Midden en Oost Europese , de zogenaamde MOE landers, wordt ook aangeboden vanwege hun arbeidsparticipatie. Zij moeten zich in Nederland gevestigd hebben. ROC Rivor zal bij jonge deelnemers (28 jaar) behalve taaltrajecten zoveel mogelijkheid een duaal traject aanbieden waarbij het aanbod behalve Nederlands en rekenen ook een oriëntatie op de arbeidsmarkt, burgerschap en meelopen met de praktijkvakken van het beroepsonderwijs in het aanbod zit. Dit aanbod is er om de jongere zo snel mogelijk te laten oriënteren en over te laten stappen naar het beroepsonderwijs. De Educatie trajecten in zijn variatie van laag- en hoogopgeleiden voor snelle en langzaam lerende deelnemers zullen zoveel mogelijk gehandhaafd blijven, omdat door een gedifferentieerd aanbod ROC Rivor trajecten op niveau aan kan aanbieden -De alfabetiseringsgroepen NT2 worden kleiner vanwege het aanbod dat de oudkomers hebben gehad in het kader van de inburgering 2007-2013 en die nu afgerond zijn. Nieuwe alfacursisten zijn voor het grootste deel vluchtelingen en komen niet in aanmerking voor een aanbod uit het educatiebudget. Cursisten die naar Nederland komen vanwege gezinshereniging moeten eerst een A1 toets maken in eigen land. Er blijft wel behoefte aan lees- en schrijfgroepen zeker met de Wet Taaleis. De groepen voor alfabetisering worden in 2016 tevens opengesteld voor laaggeletterden met lees- en schrijfproblemen 1F. In Zaltbommel wordt het aanbod 8 alfatrajecten uit het educatiebudget. Educatief programma voor de gemeenten: Buren, Culemborg, Geldermalsen, Neerijnen, Neder Betuwe, Tiel, West Maas en Waal en Zaltbommel/ROC Rivor 3-12-2015
In Culemborg kunnen cursisten die starten met de Nederlandse taal en niet inburgeringsplichtig zijn instromen in een alfagroep. In Tiel blijft de alfagroep in de huidige versie gehandhaafd. -De Taallessen voor Dynamiek in Tiel Oost en op de basisschool De Molenwerf worden voortgezet. -Voor Kompas in Zaltbommel en Dynamiek in Tiel wordt een docent ingezet voor professionalisering van vrijwilligers bij de taallessen -In Culemborg en Geldermalsen ligt een voorstel bij de gemeente voor een Taalhuis in 2016 in het kader van Tel mee met Taal. ROC Rivor zal hier actief aan meewerken en deelnemers die zich aanmelden doorverwijzen naar een taalcursus in beide plaatsen. -De leerpunten worden uitgebreid met een leerpunt in West Maas en Waal en in de gemeente Buren in Ommeren. De volgende groepen zitten in het programma: Basisvaardigheden autochtonen Startersgroep 1F (Eindniveau basisonderwijs). Gevorderdengroep 2F (Ingang beroepsonderwijs) Basisvaardigheden allochtonen niet inburgeringsplichtig A1 en A2 Niveauverhoging allochtonen richting werk of BO Staatsexamen NT2-1 Alfabetiseringstrajecten NT2 Zomercursus Nederlands Trajecten binnen de Leerpunten 5.4 De trajecten Het onderwijs is flexibel. Delen van de deze trajecten kunnen modulair worden aangeboden Bij binnenkomst van een cursist zullen een aantal stappen gezet worden om te kijken welk traject het beste bij de cursist en zijn of haar behoefte aansluit of aansluit bij de wens van de uitkerende instantie. Het onderwijs sluit in ieder geval aan bij de vraag van de regio en kan daarbij zelfs anticiperen.
In een uitgebreide intake via het intakebureau, wordt duidelijk wat de cursist wil bereiken en wat daarin nog ontbreekt wat door scholing zou moeten worden toegevoegd. De cursist wordt in de juiste groep ingedeeld en zal meedoen met groepsactiviteiten en individueel werken (maatwerk). In plaatsen zoals Zaltbommel, Geldermalsen zullen meer niveaus aan een groep deelnemen en zal er meer gedifferentieerd gewerkt worden dan in Tiel, modulair werken is hierbij een uitkomst. Dat betekent dat er gewerkt wordt met verschillende methodes en modules om aan de vraag te beantwoorden. Maatwerk zal waar het kan aangeboden worden. Er is een flexibele instroom/uitstroom. Bij het behalen van een vaardigheid op niveau wordt een certificaat uitgereikt. Behalve taal wordt er ook rekenen en ondersteunend digitale vaardigheden aangeboden
Educatief programma voor de gemeenten: Buren, Culemborg, Geldermalsen, Neerijnen, Neder Betuwe, Tiel, West Maas en Waal en Zaltbommel/ROC Rivor 3-12-2015
5.5 De opdracht van de gemeenten
ROC Rivor maakt een voorstel voor een Educatieplan 2016. Het budget voor 2016 blijft bij ROC Rivor Er wordt maximaal 5% van het budget gereserveerd voor lokale initiatieven en 3% van het budget wordt gereserveerd voor een bijdrage voor werkeloosheid of arbeidsongeschiktheid van de uitvoerende instantie. Het geld voor lokale initiatieven kan worden besteed door het ROC zelf of door een onderaannemer. Het kan bijvoorbeeld gaan om het trainen/professionaliseren van (taal)vrijwilligers. De taallessen worden uitgebreid met rekenen en digitale vaardigheden, dit is mogelijk omdat op de diverse locaties voldoende computers aanwezig zijn. Voortzetting van het budget betekent dat de opleiding in Tiel een leerlijn voor langzame en snelle leerders overeind kan houden op de dag en avond. Dat er in de Regio Rivierenland een breed aanbod is en blijft voor laaggeletterden op meerderde locaties, scholen en bibliotheken, zodat er ingegaan kan worden op de vraag van de gemeenten voor allochtonen en uitkeringsgerechtigden. Dat er samenwerking is en blijft met initiatieven vanuit Tel mee met Taal Dat er in de zomer lessen worden verzorgd en dat er enkele leerpunten zijn voor deelnemers die een cursus nog niet aandurven of een specifieke leervraag hebben.
Uitgangspunt van het aanbod in 2016 zijn de 4 pijlers aangegeven door het Ministerie de vraag naar cursussen uit de Regio en de opdracht van de gemeenten Hoofdstuk 6. Voorstel 2016 6.1 Uitgaande van de voorlopige budget van 2016 Gemeente Buren Culemborg Geldermalsen Neerijnen Neder Betuwe Tiel West Maas en Waal Zaltbommel Totaal 3% reservering bedrage werkeloosheid en arbeidsongeschiktheid uitvoerende instantie Beschikbaar bedrag uitvoering Maasdriel wil het budget bij KW1 besteden Totaal budget
Budget € 41.424,60 € 79.403,42 € 45.405,02 € 21.569,40 € 38.445,45 €147.288,24 € 28.142,64 € 52.806,70 €454.485,47 € 13.634,56
Formeel € 39.353,37 € 75.433,25 € 43.134,77 € 20.490,93 € 36.523,18 €139.923,83 € 26.735,51 € 50.166,37 € 431.761,21 € 12.952,83
€ 440.850.91 € 57.289,28 € 511.774,75
€ 418.808,38
Non-formeel 5% € 2.071,23 5% € 3.970,17 5% € 2.270,25 5% € 1.078,47 5% € 1.922,27 5% € 7.364,41 5% € 1.407,13 5% € 2.640,33 5%€ 22.724.26 € 681,72 € 22.042,54
Educatief programma voor de gemeenten: Buren, Culemborg, Geldermalsen, Neerijnen, Neder Betuwe, Tiel, West Maas en Waal en Zaltbommel/ROC Rivor 3-12-2015
6.2 De contactprijs De contactprijs bedraagt €138. In deze prijs is inbegrepen: De lesuren, voorbereidingsuren en begeleidingsuren De administratie waaronder: 1. Het verwerken van de aanmeldingen, plannen van de intakes, uitnodigen voor de intake of de lessen. 2. Aan- en afwezigheid registratie 3. Invoeren en bijhouden inschrijvingen 4. Het uitwerken van traject- en voortgangsplannen 5. Het verzorgen van de gegevens voor de accountant 6. Het beantwoorden van vragen van werkcoaches. De leermiddelen o.a. boekengeld en 1 licentie digitaal programma (daarnaast betaalt de cursist een bijdrage van €30 voor extra boeken). De huisvestingskosten Vergoeding vrijwilligers (reiskosten enz.). De reiskosten voor docenten Kwaliteitscontrolesysteem Rapportages aan gemeenten en werkcoaches
Educatief programma voor de gemeenten: Buren, Culemborg, Geldermalsen, Neerijnen, Neder Betuwe, Tiel, West Maas en Waal en Zaltbommel/ROC Rivor 3-12-2015
Hoewel volgens de wet de gemeentes verantwoordelijk zijn voor de werving, neemt ROC Rivor een groot gedeelte voor zijn verantwoordelijkheid. Formeel leren opleiding
plaats
groepen
groepsgrootte
Dagdelen per week
Lees en schrijfgroepen op alfa en niveau 1 F
Culemborg Tiel
1 1
12 12
Zaltbommel
1
Nederlands <1F avond Nederlands 1F- 2F avond
Tiel Culemborg Tiel
A1 en A2 langzaam A1/ A2 snel A1 en A2 avond Niveauverhoging
Staatsexamen Staatsexamen avond Richting BO Taal en rekenen Leerpunt Lees en schrijven Leerpunt
Zomercursus (3 weken) Lees en schrijfggroep Tiel Oost
Uren Per jaar 200 200
Prijs €138
Totaal
2 2
Uren per week 5 5
200 200
€27.600,-€27.600,--
12
2
5
200
8/138 €92 200
€18.400,--
1 1 1
12 15
1 1
2,25 2,25
90 90
90 180
€12.420,-€24.840,--
Tiel
2
16
2
5
200
400
€55.200,--
Tiel Tiel Zalltbommel Geldermalsen Zaltbommel Culemborg
1 2 1 1 1 1
16 16
1 1
5 2,25
200 90
200 270
€27.600,-€37.260,--
16
2
5
200
400
€55.200,--
16
1
2,5
100
100
€13.800,--
Tiel Tiel Tiel
1 1 1
16 16 14
2 1 1
5 2,25 2,5
100 90 100
200 90 100
€27.600,-€12.420,-€13.800,--
Tiel
2
12
1
2
80
160
€22.080,--
West Maas en Waal Culemborg Buren Tiel avond
1 1 1
12
1 1 1
2
80
160
€22.080,--
1 2
15 15
1 2
1,5 2,15 5
30 33.75 15
30 33.75 30
€ 4.140,-€ 4.657,50,-€ 4.140,--
Tiel Oost
1
12
1
1,5
0
60
€ 8.280,--
3080
€419.117,50
Non-formeel leren Begeleiding vrijwiligers
Kompas Zaltbommel
3,5
€ 6.300,--
Begeleiding vrijwilligers
Dynamiek Tiel Tiel Oost Culemborg
3
€ 5.400,--
Computer /taal Extra lokaal
Totaal
1
12
1
1,75
70
70
€ 8.660,-€ 1.400,-€ 21.760,--
3150
Educatief programma voor de gemeenten: Buren, Culemborg, Geldermalsen, Neerijnen, Neder Betuwe, Tiel, West Maas en Waal en Zaltbommel/ROC Rivor 3-12-2015
6.3 De trajecten *Het hele aanbod geldt voor alle gemeenten
Educatief programma voor de gemeenten: Buren, Culemborg, Geldermalsen, Neerijnen, Neder Betuwe, Tiel, West Maas en Waal en Zaltbommel/ROC Rivor 3-12-2015
Formeel leren Cursus
Duur
Richting/ Locaties
40 weken, 2dagdelen van 2,5 klokuren per week
Sociaal redzaamheid Locatie: Tiel, Locatie: Culemborg Locatie: Zaltbommel
40 weken, 1 avond van 2,5 klokuur per week
Sociaal redzaamheid
40 weken, 1 avond van 2,5 klokuur per week
Educatief redzaamheid Professionele redzaamheid Locatie: Tiel Locatie: Culemborg
40 weken, 2 dagdelen van 2,5 klokuur per week
Sociaal redzaamheid Professionele redzaamheid Locatie: Tiel
Alfabetisering en lees en schrijfgroep Cursus
Alfa A Alfa B Alfa C Lees en schrijfgroep 1F In Zaltbommel en Culemborg kunnen beginnende leerders bij deze groep.
Vakken
Mondelingenvaardigheid Schriftelijke vaardigheid
Doelgroep
Deze opleiding is bedoeld voor mensen met een Nederlandse en niet Nederlandse achtergrond en niet gealfabetiseerd zijn of anders gealfabetiseerd zijn en mensen die wel voldoende spreken maar onvoldoende kunnen lezen en schrijven Nederlands voor laaggeletterden
Cursus
Nederlands voor laaggeletterden 1F
Nederlands voor autochtonen 1F en 2F
Vakken
Doelgroep
Locatie: Tiel
Schriftelijke vaardigheden Technisch en begrijpend lezen Computerondersteuning Het verbeteren van het lezen en schrijven voor Nederlanders op niveau 1F en Buitenlanders met een spreekniveau op 2F Nederlands voor mensen met een niet Nederlandstalige achtergrond
Cursus
NT2 A1 langzaam Nt2 A2 langzaam NT2 A1 en NT2 A2 snel dag Nederlands voor buitenlanders
Educatief programma voor de gemeenten: Buren, Culemborg, Geldermalsen, Neerijnen, Neder Betuwe, Tiel, West Maas en Waal en Zaltbommel/ROC Rivor 3-12-2015
NT2 A1 avond NT2 A2 avond
NT2 Niveaverhoging Groepen gemengd dag
40 weken, 1 avond van 2,5 klokuur per week 40 weken, 1 avond van 2,5 klokuur per week
Locatie: Tiel
40 weken, 2 dagdelen van 2,5 klokuur per week
Professionele redzaamheid
Locatie: Tiel Locatie: Zaltbommel
Locatie: Culemborg, Locatie: Geldermalsen Locatie: Zaltbommel Vakken
Mondelingen vaardigheden Schriftelijke vaardigheden
Doelgroep
Taalleerders van buitenlandse afkomst die niet inburgeringsplichtig zijn en hun taal willen verbeteren voor een opleiding of werk Staatsexamen
Cursus
Staatsexamen NT2-1
40 weken, 2 dagdelen van 2,5 klokuur
Educatief redzaamheid Professionele redzaamheid Locatie: Tiel
Staatexamen NT2-1avond
40 weken, 1 avond van 2,5 klokuur per week
Locatie: Tiel
Vakken
Nederlands op niveau B1
Doelgroep
-Taalleerders van buitenlandse afkomst die het Staatsexamen 1 volgen, al dan niet als doel vervolgopleiding. -Taalleerders die ondersteuning nodig hebben om een vervolgopleiding succesvol te starten/ of af te ronden
Leerpunt Cursus
Leerpunt 2 keer 10 weken 2 keer per jaar 2 x 20 weken van 2klokuur 2X 20 weken van 2 klokuur 2X 20 weken van 2 klokuur 2X 10 weken van 1,5 klokuur
Sociaal redzaamheid Professionele redzaamheid Locatie: in Tiel Locatie: Culemborg Locatie: West Maas en Waal Locatie: Ommeren
Educatief programma voor de gemeenten: Buren, Culemborg, Geldermalsen, Neerijnen, Neder Betuwe, Tiel, West Maas en Waal en Zaltbommel/ROC Rivor 3-12-2015
vakken
Schriftelijke vaardigheden Mondelinge vaardigheden Rekenen
Doelgroep
Taalleerders die nog nooit op school zijn geweest of taalleerders die een training van 10 weken met een verlenging van 10 weken nodig hebben om een onderdeel van de taal, rekenen of digitale vaardigheden bij te spijkeren
1X 15 weken van 2.15 klokuur per week
Locatie: Tiel avond Start : 14 maart
3 weken van 5 klokuur per week
Locatie: Tiel
40 weken, 2 klokuur per week
Sociaal redzaamheid Professionele redzaamheid Tiel Oost
Zomercursus Cursus
Zomercursus
vakken
Doelgroep
Locatie: Culemborg
Thematisch 4 thema’s gericht op het Nederlandse taal met een workshop of een excursie Taalleerders die in de zomervakantie graag verder willen met het leren van de Nederlandse taal
Nederlands in de wijk Cursus
Nederlands
Vakken
Vooral mondelinge vaardigheden
Doelgroep
Bewoners uit Tiel Oost die hun Nederlands willen verbeteren en meestal een uitkering hebben en vallen onder “Dynamiek”
Educatief programma voor de gemeenten: Buren, Culemborg, Geldermalsen, Neerijnen, Neder Betuwe, Tiel, West Maas en Waal en Zaltbommel/ROC Rivor 3-12-2015
Hoofdstuk 7 Bijlage: De cursussen
Nonformeel leren Kompas Zaltbommel
Begeleiding vrijwilligers
Dynamiek Tiel Begeleiding vrijwilligers
Vrijwilligers ondersteunen bij de aanpak van de lessen
Detachering docent 40 weken, 3,5 klokuur per week 40 weken, 3 klokuur per week
Zaltbommel Tiel
Docenten verzorgen de intake van de cursisten en verzorgen workshops voor vrijwilligers die gaan overr de didactische aanpak van de lessen en ondersteunen hen in het lesmateriaal
inhoud
Taal computer in de wijk Nederlands en computer op de basisschool
Cursus
40 weken, 1,5 klokuur per week
Sociaal redzaamheid Professionele redzaamheid Basisschool de Molenwerf
Nederlands en computer
Cursus
40 weken, 2 per week
Sociaal redzaamheid Professionele redzaamheid Basisschool De Achtbaan Tiel Oost
Vakken
Vooral mondelinge vaardigheden
Doelgroep
Bewoners uit Tiel Oost die hun Nederlands willen verbeteren en meestal een uitkering hebben en vallen onder “Dynamiek”
Educatief programma voor de gemeenten: Buren, Culemborg, Geldermalsen, Neerijnen, Neder Betuwe, Tiel, West Maas en Waal en Zaltbommel/ROC Rivor 3-12-2015
Jaarbericht 2015 45 jaar Plantage De Plantage vierde het 45-jarige bestaan in april 2015 met voorstellingen, concerten, exposities en een kunstenaarsgesprek. In de gangen van De Plantage was een overzichtstentoonstelling van 45 jaar geschiedenis te zien. Het is het laatste lustrum in het huidige pand aan de Kleine Plantage.
De Plantage gecertificeerd In november 2015 vond een audit plaats ten behoeve van certificering volgens het ‘Kwaliteitskader Cultuureducatie & Amateurkunst’ van de branchevereniging Kunstconnectie. Op grond deze audit en de (zelf-)evaluatie is aan de Plantage het certificaat Cultuurkeur CK verleend.
CK
muziek/da ns ater/digita musical/beeCu/tlthe urk eur lemedia ldenude ku nst/schrijven
Hiermee verk laart
Hobéon Cert ificering dat de
instelling : %F1MBOUB HF voldoet Kwaliteits aan de toetsingscriteria van het: kader Kuns teducatie & Amateurk unst
Dit Keurmerk is afgegeve n op basis van een door locatieaud Hobéon Certi it. De certi ficering is ficering uitge afhankelijk voerde kwal van het onde iteitsanaly overeenkoms rhouden van se met tig het geld het kwaliteits ende kade systeem door r, hetgeen de door Hobéon Certificering periodiek zal worden
instelling,
beoordeeld.
Nummer: $, Afgifte:KB OVBSJ
Vervaldatu m:KBOVBS J
Hobéon Certifi
W.L.M. Blom
directeur
cering b.v.
en, Lange Voorho ut 14 2514 ED Den Haag
45 jaar Plantage: een weekend feest vol activiteiten - april 2015
Vrijetijdsaanbod Totaal 1969 inschrijvingen 4%
4%
3%
5%
Tiel 19%
Culemborg
7%
Muziek
Buren 12%
Dans & musical
Neder-Betuwe
Beeldende Kunst 17%
Neerijnen
66% 2%
61% Theater
Geldermalsen Overige gemeenten
Nieuw aanbod: DJ, Move! voor jongens, Rockin’Old School Vanaf 1 januari 2015 verzorgt De Plantage geen lessen meer in Culemborg
Muziek - cursussen & instrumentaal onderwijs: 1202 inschrijvingen 721
kinderen 37%
volwassenen 38%
286 195
jongeren 25%
Instrumentaal
Cursussen
Samenspel 195
150
148
95
43
29 12
38 20
13
25
12
3
5
20 16
17 18
5
13 13
54 17
39 22
4
ac
co rd ba eo sg n it bl aar ok flu it ce sla llo gw er k dw D ar J sfl u git it aa r ha rp ke ho yb bo oa kla rds r tro inet m pa pet nfl ui pi t a pi no jp o sa rge xo l fo on s az za zan ng g vi - - k oo lic la l ht ss pe e m iek ut uz kle erm iek ut uz er ie ba mu k sis zie m k kin uz ie d er k Dr Afr ko um ika o s v an ko r oo s s re r l lag n aa w tb er Ro B loe k ck oe ier in me s 'O lt ld je Sc s h Th ool Sa eo m rie en sp el
12 12 16 17
63
56
Dans & musical: 324 inschrijvingen 27
27
27
21
21 18
16
15
14
volwassenen 25%
15 13
12 10
10 8
8
12
13
12
10 8
7
kinderen 50%
Beeldende kunst: 382 inschrijvingen
169
kinderen 7%
107
afi
ie
gr
m
e
fo
to
ra
rd ve
e
k
ng
ee m lge : a
: d en er ld hi sc en
n
n
ne te
ke
ne
ke te
23 6
n
en
kin
sc
de
hi
r-
ld
jo
er
ng
en
er
ku
en
ns
at
tre
el
ie
ize
rs
n
s ni de ie ch es tg ns ku
volwassenen 92%
31
16
ke
30
pi
jongeren 1%
ie
pe
kle
ut er da ns ut er da ns ba m sis ov da e vo ns or ja j o zz ng da kla en ns ss s (k ie in k b de al re le n) t ( kin m de od re er n n ) (k ja in zz de da re ns n (j on m ge od re kla er n) n ss (jo ie k b ng er al en le t ( ) jo ng er en ) kla hi ph ss ie op k b al m sp le od t i tz (v er en ol ne w d as an se s ( ne vo n ) lw as se ne ja n) zz da ns (g ev da ) ns co nd iC e da Ki ns nd 3 er 0+ Da n s Ti Gr en oe er p Da Jo ns ng Gr er oe en p Da ns Gr oe p M us Zo ica d l oe je D at !
jongeren 25%
Theater & film: 61 inschrijvingen volwassenen 8%
18
16
13 11
kinderen 41%
rk la
s 3
th e
p te ea
th
Mensen met een zorgvraag In samenwerking met stichting Zo organiseert de Plantage cursussen voor mensen met een zorgvraag. Het aanbod omvat de dans- en theatercursus Zo doe je DaT en het orkest de Boemeltjes. Daarnaast is er op donderdagen en vrijdagen dagbesteding waarin deelnemers aan de slag gaan met theater, dans en atelier. De Plantage is samenwerkingspartner in KOM Gelderland. KOM Gelderland,
Kunst Ontmoeten Meedoen, staat voor structurele, toegankelijke en professionele kunsteducatie voor iedereen met een zorgachtergronden is een samenwerkingsverband van negen culturele centra met twee provinciale partners die de krachten hebben gebundeld om de gezamenlijke doelstelling te verwezenlijken.
Fil
m kla
s
L! R X JT
at er
ro d
kla
uc
6e
s 2
n pe oe gr te r th
ea
jongeren 51%
3
De Plantage in het onderwijs Aantal scholen, klassen en lessen (totaal 40 scholen, 237 klassen en 2356 lessen) scholen
klassen
lessen
1941
12% Muziek
9%
Dans 5%
Theater 56%
Beeldende kunst Erfgoed
18% 351 21
134
PO-projecten
15
79
4
Leerlijnen MIK / IK Dans
24
64
VO
Aantal leerlingen (totaal 5608 leerlingen) 3142
10% 1%
7%
Tiel Culemborg
7%
1920
Buren Neder-Betuwe 546 PO-projecten
MIK / IK Dans
Leerlijnen De Plantage verzorgt op 9 basisscholen in Tiel de leerlijn Muziek in de Klas en op 6 scholen IK Dans. De leerlingen van Muziek in de Klas gaven in juni een presentatie in de Agnietnehof. De dansklassen kregen naast de lessen van de dansdocent ook lessen van een gastdocent van Introdans en stagiaires van Artez Dansacademie. Er werden twee voorstellingen bezocht in Twentietoe en de Agnietenhof. De Plantage is partner in de leerlijn Reizen in de Tijd, de cultuur- en erfgoedleerlijn voor het Rivierengebied samen met Flipje Streekmuseum, Regionaal Archief Rivierenland, Bibliotheek Rivierenland en Gelders Erfgoed. In samenwerking met de Cambier van Nootenschool verzorgt De Plantage het project Kunst- en Cultuur
75%
Overig
VO
Speciaal. De leerlijnen zijn structureel onderdeel van het programma van de scholen.
Projecten De Plantage biedt workshops, lessen en projecten op het gebied van muziek, dans, beeldende kunst, audio-visuele kunst en theater, zoals Kunstoverval, Libdub, Schoolconcert, enz.. Tijdens deze projecten maken leerlingen kortstondig kennis met een bepaalde kunstdiscipline. Dit gebeurt zowel in het primair en voortgezet onderwijs als in het kader van de Brede School Tiel en de Kunst en Cultuurroute voor het voortgezet onderwijs. Scholen voor voortgezet onderwijs maken gebruik van de Cultuurkaart.
Kultuurkonnekt verbindt vraag naar cultuureducatie en aanbod van culturele instellingen in de regio. Via Kultuurkonnekt bereikte het educatieve aanbod van 24 culturele instellingen zoals De Agnietenhof, Flipje Streekmuseum, Regionaal Archief Rivierenland, Bibliotheek Rivierenland, Slot Loevestein, kasteel Amersoyen, de Plantage en nog veel meer ruim 50 scholen in de regio. Namens de Tielse instellingen verzorgt KultuurKonnekt ook de planningen voor de leerlijn Reizen in de Tijd (www.reizenindetijd.nl). In 2015 is er bemiddeld ten behoeve van 1.317 groepen en 32.338 leerlingen en groepsleerkrachten.
Verbindende schakels
V
erbindende schakels zijn projecten waarin verbinding wordt gelegd tussen het onderwijs en het vrijetijdsaanbod. De Cultuurcoach Jongeren Participatie (CCJP) organiseert in dit kader evenementen met en voor jongeren, het Servicepunt Amateurkunst de Windvlaag en Blazersbende projecten. Aansluitend op de leerlijn Muziek in de Klas zijn er schoolorkesten. Blazersbende
De projecten van de cultuurcoach jongeren van de Plantage (CCJP) zijn: poppodium Tiel, Parel van de Betuwe, D!D!T, Wish To Be A Star en in opstartfase: Fastivity. Daarnaast is door de cultuurcoach jongerenparticipatie ook samengewerkt met de RSG-LingecollgeAward, Spoorloos (techno), de jongerencultuurraad en het jon-
Wish To Be A Star
geren Kunstburo (zie kader). Bij alle projecten zijn jonge vrijwilligers en stagiaires betrokken. https://youtu.be/gEHen_jysdA Het Servicepunt Amateurkunst organiseerde op scholen in regio Rivierenland in samenwerking met muziekverenigingen Windvlaag- en Blazersbende projecten. Op die manier maken kinderen kennis met de mogelijkheden die de vereniging voor hen te bieden hebben. In 2015 is gestart met een nieuwe productie van Idem Dito. 63 kinderen van 18 scholen werken na schooltijd aan een musicalproductie die in juni 2016 door alle leerlingen van alle basisscholen in Schouwburg Agnietenhof bekeken zal worden.
aantal
deelnemers
bezoekers
D!D!T
CCJP
1
24
120
Wish To Be A Star
CCJP
8
200
1000
Kunstburo
Plantage, Bibliotheek, RSG Lingevollege
1
10
-
Jongeren Cultuurraad
CCJP
1
3-5
-
Windvlaag
SAK
7
231
700
Blazersbende
SAK
7
231
700
MIK orkesten en Groot MIK Orkest
Plantage
4
42
400
D!D!T (foto: Jongeren Kunstburo)
MIK orkest - uitvoering Agnietenhof
Het KunstBuro is een samenwerkingsproject tussen de Plantage, Bibliotheek Rivierenland en het RSG Lingecollege (Teisterbandlaan). Leerlingen van het RSG Lingecollege leren onder leiding van gastdocenten van de Plantage en de bibliotheek een website te bouwen en van content te voorzien. Tijdens de lessen komen diverse onderwerpen aan de orde, zoals technische kennis die nodig is op een website te maken, ontwerpen, mediawijsheid,
interviewtechnieken, fotografie, filmen en filmmontage. Leerlingen maken rapportages over onderwerpen en evenementen die op school plaatsvinden, zoals D!D!T, het Open Podium, de schoolband en de Linge-Awards in de Agnietenhof maar ook over activiteiten die buiten school plaatsvinden. Hoewel volop in ontwikkeling en “under construction” zijn resultaten te zien op www.kunstburo.com.
Amateurkunst De Plantage ondersteunt de amateurkunst in de regio met het Servicepunt Amateurkunst en door verhuur van oefenruimte.
Vrij Vertaald In januari 2015 is het Servicepunt van start gegaan met het project Vrij Vertaald. In de tien gemeenten van het Rivierengebied hebben 80 ouderen hun verhaal verteld rondom het thema 70 jaar bevrijding. Deze verhalen zijn gebundeld in 10 brochures. De ouderen hebben deze verhalen ook gedeeld met een groep jongeren, die op hun beurt aan de slag zijn gegaan met de verhalen. Dit resulteerde in een bijzondere kunstzinnige presentatie. Zo zijn er schilderijen gemaakt, liedjes gezongen en clips opgenomen. Muzikale Mo(NU)menten 2015 Muzikale Mo(NU)menten is een project waarin - verdeeld over alle weekenden in september - concerten plaatsvinden op historische (erfgoed) locaties in het Rivierengebied in alle muzikale genres. In 2015 vond de derde editie plaats van dit prachtige project. Met 11.500 mensen publiek en meer dan 1000 musici in 70 optredens bij 32 monumenten mag Muzikale Mo(NU)menten 2015 een geslaagd project worden genoemd. Het project heeft de schat aan cultuur en cultureel erfgoed die het rivierengebied rijk is voor het voetlicht gebracht. Hafa Play In De HaFa Play IN orkestdag is een initiatief van het Servicepunt Amateurkunst waarbij gedrurende één dag een gelegenheidsorkest wordt geformeerd. Zaterdag 28 november 2015 kwamen een recordaantal van 120 muzikanten samen in verenigingsgebouw ‘t Klokhuis in Maurik om met elkaar een hele dag muziek te maken. Onder de muzikale leiding van Belgische componist Kevin Houben en dirigent Arjan
Gaasbeek zijn er vijf composities ingestudeerd, waaronder composities van Kevin Houben. De dag werd afgesloten met een openbare presentatie. Kunstgoed Kunstgoed stelt senioren in tien gemeenten van Rivierenland in staat om van kunst en cultuur te genieten. Dit kan zowel door zelf onder begeleiding van een professional actief bezig te zijn met beeldende kunst, muziek, theater, literatuur, dans of fotografie, of door het bezoeken van musea, concerten en voorstellingen. Er zijn eenmalige activiteiten maar ook activiteiten met 6 wekelijkse bijeenkomsten. Eind 2015 is het project van start gegaan en zal in 2016 uitgevoerd worden. Kunstgoed is een project van Erfgoedpact Rivierenland dat uitgevoerd wordt door het Servicepunt Amateurkunst.
Vrij Vertaald
deelnemers
bezoekers
81 ouderen
1200
HAFA Play-In
Muzikale Mo(nu)menten
390 jongeren HAFA Play-In
120
60
Muzikale
1000
11.500
Monumenten
Verhuur oefenruimte aan o.m.: •
5 - 10 bands per week
•
Madrigaalkoor
•
D’Elstars
•
Pro Musica
•
Stallure
•
Betuws Symfonie Orkest
Vrij Vertaald
Dankzij een stimuleringsprogramma groeide het het aantal bands dat gebruik maakt van de oefenruimte van 2 naar 8. Parel van de Betuwe
Producties & evenementen JANUARI • PopPodium Girls Take Over met oa Luminize • Scrabbles in Twentietoe • Dance-Techno-event Spoorloos, • Dubbelkorendag blokfluit • Open Podium WTBAS FEBRUARI • KickOff Parel van de Betuwe • Muziekworkshop en masterclass Carel Kraayenhof Agnietenhof • Presentatie songwriting (Hexagon) MAART • Voorspeelavond klarinet en saxofoon • Voorronden Parel van de Betuwe • Voorspeelavond piano • Opening Buitenmuseum • Optredens open dag ziekenhuis • Poppodium Blues met Julian Sas en The First Lady • Optreden Just For Fun i.s.m. d’Elstars • Voorspeelavond blokfluit • Voorspeelmiddag Viool & Cello • Open Podium WTBAS APRIL • Opening tentoonstelling in Bibliotheek • Kunstenaarsgesprek DRIVE • Zangavond i.s.m. Dolce Sirena Caeciliakapel • Opening expositie 45 jaar Plantage • Voorstellingen 45 jaar Plantage • Finale Parel van de Betuwe • 45 jaar Plantage - Docentenconcert • Optreden koor Just For Fun Zennewijnen • De Boemeltjes lentefeest Kerk-Avezaath • Klarinetensemble jubileum PCOB • Rockin’old School • Optreden Just For Fun - Bevrijdingsfeest MEI • Open Podium WTBAS • Try-out panfluit examen • Geïnspireerd, voorstelling JTR in bibliotheek • Excursie naar Kopenhagen • JTR Voorstellingen • Optreden Stroomhuis Neerijnen • De Boemeltjes Dorp op Stelten Eck en Wiel • Klarinetensemble - Tiels Vocaal Ensemble
• Excursie Brussel (Chagall) • Open Podium WTBAS JUNI • RSG-Lingecollege Awards jurering en CCJP • Voorspeelavond dwarsfluit • InstrumentenCarrousel en KinderKunstCarrousel • Openbaar examen hobo Lienden • Voorstelling JTR De Vrek • Voorspeelmiddag saz • Dans in Twentietoe • Voorspeelavond basgitaar en zang • Zangavond Lichte Muziek • Voorspeelavond slagwerk • Bandavond • S.O.S. StarsOnStage 6 Trailer/opname VO-talenten-WishToBeAStar • Voorspeelavond Piano • JTR Theater Festival Odissee, De Vrek en De Dochter van de Boevenkoning • Open Podium WTBAS JULI • Diverse optredens tijdens Tiel Toont (muziek en theater op diverse lokaties in de stad • Voorspeelavond gitaar • Voorspeelavond accordeon en keyboards SEPTEMBER • Plantage Doedag • Optocht Fruitcorso • Idem Dito - Agnietenhof - 80 jaar Flipje • Cultuurpodium in het Kalverbos OKTOBER • Workshop en kinderconcert Flûtes à Lek • Kick of JTR Jeugd Theater- en Filmschool • Voorspeelavond Panfluit • Hakken – multisiciplinaire voorstelling Zo doe je DaT! - Agnietenhof NOVEMBER • Excursie Braunschweig, • Muziekoptreden Kerk Wadenoyen • Huiskamerconcerten Jazzy Tiel • PopPodium ism Jazzy Tiel en Mozaiek - Fresku en The Cool Quest • Presentatie Blokfluitdag • Voorspeelavond gitaar
• Voorspeelavond viool • D!D!T - evenement • Kunstexcursie Turner DECEMBER • Boemeltjes Sinterklaasfeest Vier Gravinnen • JTR Café Theater Festival • Winterevent JTR • Just For Fun - Zoelen i.s.m. De Zonnebloem • Voorstelling Dans, Musical en ZO • Koor Just For Fun voor ouderen Van der Valk • Mrs. Robinson sterrengala De Betuwe • Kerstuitvoering Muziek 2015 • De Boemeltjes - Kringloop De Spullewaard • Mrs. Robinson - Buren bij Kaarslicht • Pop & dance (CCJP) EXPOSITIES • diverse exposities schildere en keramiek in de hal van de plantage • expositie Keramiek in Bibliotheek Rivierenland ter ere van het 45 jarig bestaan van de Plantage aantal
bezoekers
Pop & Dance
10
1285
Multidisciplinair
3
1450
Evenementen
40
4677
Uitvoeringen
12
1654
Voorspeelavonden
15
900
Externe optredens
17
-
BUITENMUSEUM De Plantage is partner in het Buitenmuseum. Op verschillende lokaties in de stad staan Kijkkasten, met wisselende exposities van kunstenaars en leerlingen
De Plantage centrum voor de kunsten
Actuele informatie
Op de hoogte blijven?
Kleine Plantage 1a 4001 RP Tiel 0344 636060 Postbus 250 4000 AG Tiel www.plantage.info
[email protected]
Actuele informatie over activiteiten, evenementen, voorstellingen en uitvoeringen vindt u op onze website.
Wilt u op de hoogte blijven van onze activiteiten, cursussen en lessen? Dan kunt u zich abonneren op onze nieuwsbrief. Kijk op onze website of stuur een e-mail naar
[email protected]. Volg ons ook op twitter of facebook!
Informatienota Aan: Van: Onderwerp: Portefeuillehouder: Datum collegebesluit: Geheim:
Commissie samenleving Het College Voorlopige cijfers Nieuwe voortijdig schoolverlaters Convenantjaar 2014-2015 L. Verspuij Nee
Kennisnemen van: De voorlopige cijfers nieuwe voortijdig schoolverlaters 2014-2015
1.
Inleiding
Jaarlijks ontvangt de gemeente Tiel als contactgemeente Voortijdig School Verlaten (VSV) voor deze regio de voorlopige VSV-cijfers, in dit geval gaat het om de voorlopige cijfers 2014-2015. Deze cijferbijlage laat zien in hoeverre een regio, gemeente of instelling op schema ligt voor het behalen van de doelstellingen. VSV'ers zijn jongeren van 12 tot 23 jaar die zonder startkwalificatie het onderwijs verlaten. Een startkwalificatie is een havo of vwo diploma of minimaal een mbo-2 diploma. Het VSVpercentage staat voor het aantal VSV'ers als percentage van het aantal onderwijsdeelnemers aan het begin van het schooljaar.
2.
Kernboodschap
De landelijke doelstelling is het aantal VSV'ers terug te dringen naar 25.000 in 2016, gemeten over het schooljaar 2014-2015. De teller van de daling van het aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters in het schooljaar 2014-2015 stond in 2014-2015 op 24.450. Het landelijk percentage is hiermee gedaald tot 1,8% in schooljaar 2014-2015. Het gaat hier nog om de voorlopige cijfers.
3.
Gevolgen
Van de 21.813 leerlingen tussen de 12 en 23 jaar woonachtig in de regio Rivierenland waren er 326 VSV'ers in schooljaar 2014-2015. Of te wel 1,5% van het totale aantal deelnemers aan het VO en MBO. Uit de VSV Verkenner (www.vsvverkenner.nl) blijkt dat van de 3.691 leerlingen in Tiel in schooljaar 2014-2015 dat deelnam aan het VO en MBO op basis van de voorlopige cijfers er VSV'ers waren (1,6%). Een positief resultaat tov voorgaande schooljaren. Ter vergelijking met schooljaar 2012-2013 en 2013-2014: 2012-2013: 3.628 leerlingen, 95 VSV'ers (2,6%) – (definitieve cijfers). Pagina 1 van 2
2013-2014: 3.664 leerlingen, 83 VSV'ers (2,3%) – (definitieve cijfers).
4.
Vervolg
-
Bijlagen 1. Nieuwe voortijdig schoolverlaters Convenantjaar 2014-2015, voorlopige cijfers
Meer informatie: Team: Contactpersoon: Telefoon: E-mail:
Beleid Marjolein Winter 0344-637 318
[email protected]
Pagina 2 van 2
Bijlage VSV-brief 2016
Nieuwe voortijdig schoolverlaters
Convenantjaar 2014-2015 Voorlopige cijfers
w w w.v s v v e r k e n n e r. n l
RMC-regio’s met contactgemeenten Bron: DUO
3
23 24
28 29
17
12
11 16
19
13
14
15
30
8
10
18 20
27
7 9
22
25 21 26
1
6
5
RMC-regio
2
4
36 32
34
31 33
Overzicht RMC-regio’s Nederland
35 37
38
39
Bron: DUO
Deze bijlage bevat kaarten op landelijk en regionaal niveau. Bovenstaande kaart dient samen met de RMC-regiolijst als navigatiehulpmiddel bij het gebruik van de Bijlage.
Alle gemeenten in Nederland registreren (potentiële) voortijdige schoolverlaters (vsv’ers). Zij proberen ervoor te zorgen dat leerlingen via een geschikt onderwijs- of arbeidstraject alsnog een startkwalificatie halen. Een startkwalificatie is minimaal een diploma op vwo, havo of mbo 2 niveau. Een jongere is volledig leerplichtig tot en met het schooljaar waarin hij of zij 16 jaar wordt. Daarna geldt voor alle jongeren tot 18 jaar de kwalificatieplicht. Jongeren tot 18 jaar zonder startkwalificatie vallen onder de leerplichtwet. Dit is een gemeentelijke taak. Jongeren boven de 18 jaar zonder startkwalificatie vallen onder de RMC wetgeving, een regionale taak. Gemeenten participeren in één van de 39 RMC-regio’s (Regionale Meld- en Coördinatiefunctie). Elke RMC-regio heeft één contactgemeente. Deze gemeente coördineert de melding en registratie van voortijdig schoolverlaters door scholen. Op www.aanvalopschooluitval.nl staat meer informatie over de RMC-regio’s onder het kopje ‘RMC-regio’.
Contactgemeente
1 Oost-Groningen
Veendam
2 Noord-Groningen-Eemsmond
Delfzijl
3 Centraal en Westelijk Groningen
Groningen
4 Friesland Noord
Leeuwarden
5 Zuid-West Friesland
Súdwest Fryslân
6 Friesland-Oost
Smallingerland
7 Noord- en Midden Drenthe
Assen
8 Zuid-Oost Drenthe
Emmen
9 Zuid-West Drenthe
Hoogeveen
10 IJssel-Vecht
Zwolle
11 Stedendriehoek
Apeldoorn
12 Twente
Enschede
13 Achterhoek
Doetinchem
14 Arnhem/Nijmegen
Nijmegen
15 Rivierenland
Tiel
16 Eem en Vallei
Amersfoort
17 Noordwest-Veluwe
Harderwijk
18 Flevoland
Lelystad
19 Utrecht
Utrecht
20 Gooi en Vechtstreek
Hilversum
21 Agglomeratie Amsterdam
Amsterdam
22 West-Friesland
Hoorn
23 Kop van Noord-Holland
Den Helder
24 Noord-Kennemerland
Alkmaar
25 West-Kennemerland
Haarlem
26 Zuid-Holland-Noord
Leiden
27 Zuid-Holland-Oost
Gouda
28 Haaglanden/Westlanden
Den Haag
29 Rijnmond
Rotterdam
30 Zuid-Holland-Zuid
Dordrecht
31 Oosterschelde Regio
Goes
32 Walcheren
Middelburg
33 Zeeuwsch-Vlaanderen
Terneuzen
34 West-Brabant
Breda
35 Midden-Brabant
Tilburg
36 Noord-Oost-Brabant
’s-Hertogenbosch
37 Zuidoost-Brabant
Eindhoven
38 Gewest Limburg-Noord
Venlo
39 Gewest Zuid-Limburg
Heerlen
w w w.v s v v e r k e n n e r. n l
VOORLOPIGE CIJFERS | CONVENANTJAAR 2014-2015
Inhoudsopgave 1. Vsv in perspectief����������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������� 3 1.1 Vsv in Nederland������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������� 3 1.2 Nieuwe meetsystematiek������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������� 4 1.3 Onderwijs- en diplomakenmerken����������������������������������������������������������������������������������������������������������������������� 5 1.4 Vsv in Europa����������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������� 5 2. De RMC-regio’s en gemeenten��������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������� 6 2.1 Vsv in de RMC-regio’s������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������ 6 2.2 Vsv in de gemeenten������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������10 3. Voortgezet onderwijs����������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������13 3.1 Vsv in het vo������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������ 13 3.2 Normen in het vo���������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������� 13 3.3 Diplomakenmerken�������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������16 4. Middelbaar beroepsonderwijs��������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������19 4.1 Vsv in het mbo���������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������19 4.2 Normen in het mbo�������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������23 4.3 Verblijfsjaar en domeinen��������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������� 29 5. Achtergrondkenmerken�����������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������31 5.1 Leeftijd������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������� 31 5.2 Verschil man/vrouw en etniciteit ������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������32 5.3 Werkloosheid����������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������32 5.4 Verdacht van een misdrijf�����������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������33 6. Berekeningswijze voortijdig schoolverlaters convenant 2012-2015............................................................................ 34 Definitie van het aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters������������������������������������������������������������������������������������������ 34 Voorlopige en definitieve cijfers������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������� 34 Verschil tussen de landelijke- en convenantdefinitie����������������������������������������������������������������������������������������������������35 Aanvullende gegevensbronnen nieuwe meetmethode�������������������������������������������������������������������������������������������������35 Nieuwe meetmethode op basis van percentages en normen�����������������������������������������������������������������������������������������35 Rekenregels nieuwe meetsystematiek 2012/2013 - 2014/2015���������������������������������������������������������������������������������������� 39 Index afkortingen en begrippen����������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������� 38 Index tabellen en figuren��������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������������� 39
1
2
VOORLOPIGE CIJFERS | CONVENANTJAAR 2014-2015
VOORLOPIGE CIJFERS | CONVENANTJAAR 2014-2015
3
1. Vsv in perspectief Het kabinet Rutte-Asscher heeft als doel gesteld dat het aantal voortijdig schoolverlaters (vsv’ers) in 2016 teruggedrongen moet zijn tot maximaal 25.000. De vsv-aanpak ‘Aanval op Schooluitval 2008-2012’ moedigde scholen aan om schooluitval te verlagen en verbeterde de regionale samenwerking. Het aantal vsv’ers is in de afgelopen jaren fors teruggedrongen. Deze succesvolle aanpak is voortgezet met nieuwe prestatiegerichte convenanten voor de periode 2012 tot en met 2016. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de ontwikkeling van het landelijk aantal vsv’ers, de nieuwe meetsystematiek, de onderwijs- en diplomakenmerken van de nieuwe vsv’ers en de vergelijking van de Nederlandse resultaten met de Europese doelstelling.
1.1 Vsv in Nederland Op landelijk niveau hebben 24.450 jongeren in 2014-2015 het onderwijs verlaten zonder startkwalificatie. Het landelijk percentage vsv’ers is in het schooljaar 2014-2015 gedaald tot 1,8 procent. In het voortgezet onderwijs (vo) is het vsv-percentage 0,5 procent en in het middelbaar beroepsonderwijs (mbo) daalde het percentage tot 5 procent.
Vsv’ers zijn jongeren van 12 tot 23 jaar die zonder startkwalificatie het onderwijs verlaten. Een startkwalificatie is een havo of vwo diploma of minimaal een mbo-2 diploma. Het vsv-percentage staat voor het aantal vsv’ers als percentage van het aantal onderwijsdeelnemers aan het begin van het schooljaar.
De cijfers van 2014-2015 betreffen voorlopige cijfers. De cijfers tot en met schooljaar 2013-2014 betreffen definitieve cijfers. In het najaar 2016 worden de definitieve cijfers van het schooljaar 20142015 gepresenteerd. Figuur 1: Nationale doelstelling en realisatie absoluut aantal nieuwe vsv’ers Bron: DUO 80000
realisatie
doelstelling
70000 60000 50000 40000 30000 20000 10000 2014-2015
2013-2014
2009-2010
2012-2013
2010-2011
2001-2002 2002-2003 2003-2004 2004-2005 2005-2006 2006-2007 2007-2008 2008-2009
2011-2012
2009-2010
2008-2009
2007-2008
2006-2007
2005-2006
2004-2005
2003-2004
2002-2003
2001-2002
0
Tabel 1: Nationale realisatie nieuwe vsv’ers in aantallen en percentages Bron: DUO doelstelling
71.000
58.600
54.667
50.733
46.800
42.866
38.933
35.000
32.000
29.500
27.200
25.000
realisatie
71.000
58.600
52.400
50.900
46.800
41.875
39.941
39.115
36.560
27.760
25.622
24.4511
5,5%
4,6%
4,0%
3,9%
3,6%
3,2%
3,0%
3,0%
2,8%
2,1%
1,9%
1,8%
vsv%
1
66.500
Dit betreft het voorlopige cijfer.
62.533
2010-2011 2011-2012 2012-2013 2013-2014 2014-2015
4
VOORLOPIGE CIJFERS | CONVENANTJAAR 2014-2015
1.2 Nieuwe meetsystematiek Meetsystematiek op basis van percentages en normen De vsv-cijfers van de ‘oude’ convenantjaren worden op basis van absolute aantallen vsv’ers weergegeven. Vanaf convenantjaar 20122013 wordt er met vsv-percentages en vsv-normen gewerkt in plaats van absolute aantallen. In de vsv-cijferproducten van het convenantjaar 2012-2013 werden de normen en percentages voor het eerst zichtbaar. Naast de (prestatie)normen zijn er in het vo streefnormen bepaald die zijn gebaseerd op het streefdoel van maximaal 25.000 vsv’ers in 2016. Deze streefpercentages liggen lager dan de prestatienormen (bij lage percentages krijg je te maken met onwerkbaar lage aantallen vsv’ers in het kader van de prestatiesubsidie). De streefpercentages reflecteren de normen die elke instelling zou moeten halen om te komen tot maximaal 25.000 vsv’ers en dienen vooral als stuurinstrument binnen de regio’s. Voor het mbo zijn de streefnormen gelijk aan de prestatienormen.
Correctie voor onterecht als vsv’er getelde jongeren Door gebruik van meerdere informatiebronnen worden de jongeren die eerder onterecht als vsv’er geregistreerd stonden sinds 2012-2013 nagenoeg allemaal uit de vsv-cijfers gehaald.
Het nettoresultaat van deze correctie is in voorliggende presentatie van de voorlopige cijfers zichtbaar en komt ten goede aan vo-scholen en mbo-instellingen die te maken hebben met jongeren die eerder ten onrechte als vsv’er werden geteld. Meer uitleg over de nieuwe meetsystematiek, de nieuwe convenanten en de correctie op de cijfers door onterecht als vsv’er geregistreerde jongeren niet langer als zodanig te tellen is te vinden in hoofdstuk 6 van deze VSV-Cijferbijlage.
Normen voor de voorlopige en definitieve cijfers De inhoud van deze bijlage is gebaseerd op de voorlopige cijfers van het schooljaar 2014-2015. De vsv-cijfers zijn pas definitief wanneer er op de door de onderwijsinstelling aangeleverde in- en uitschrijvingsgegevens een accountantsverklaring is afgegeven. De definitieve cijfers worden negen maanden na de voorlopige cijfers gebruikt bij het vaststellen van de bekostiging op vsv volgens de prestatiesubsidie vo en prestatiebox mbo. In de komende hoofdstukken zal de vergelijking worden gemaakt met de normen voor het vo en het mbo om aan te geven of de scholen, instellingen en regio’s op basis van de voorlopige cijfers de normen hebben gehaald. Pas met de definitieve cijfers wordt uiteindelijk bepaald of de normen zijn gehaald.
Tabel 2: Nieuwe sv’ers naar onderwijssoort in 2014/2015 Bron: DUO
2014-2015 vsv met vmbo Diploma
Deelnemers Totaal
1.345.345
Vsv met mbo1 diploma 15.346
Vsv zonder diploma
Aantal vsv
2.939
6.166
% vsv 24.451
1,8%
vo
950.513
1.989
59
2.398
4.446
0,5%
mbo
388.365
12.936
2.865
3.484
19.285
5,0%
6.467
421
15
284
720
11,1%
vavo
2
Figuur 2: Vsv naar type onderwijs
Figuur 3: Vsv naar type diplomakenmerk
3% 18%
vo mbo vo
25%
63%
vsv met vmbo-diploma vsv met mbo1 diploma vsv zonder diploma
12% 79%
2
De cijfers die hier worden gepresenteerd geven de landelijke cijfers van het vavo weer. Deze leerlingen kunnen via vavo-opleidingen die zijn ondergebracht bij mbo-instellingen hun diploma voor het vmbo, havo of vwo halen.
VOORLOPIGE CIJFERS | CONVENANTJAAR 2014-2015
1.3 Onderwijs- en diplomakenmerken Van de groep vsv’ers is ruim 18% afkomstig uit het vo, 3% uit het vavo en bijna 80% uit het mbo; 25% van de vsv’ers heeft geen vmbo of mbo-1 diploma, 12% van de vsv’ers heeft een mbo-1 diploma en 63% heeft een vmbo diploma; 67% van de jongeren die uitvallen binnen het mbo heeft wel een vmbo diploma; 15% van de jongeren die uitvallen binnen het mbo heeft wel een mbo-1 diploma.
5
Figuur 4: De ontwikkeling van het percentage van de totale groep vsv’ers in Europa, 2000, 2013 en 2014 . Bron: Eurostat 2000
2013
2014
EU-15 Luxemburg Zweden Oostenrijk Denenmarken
1.4 Vsv in Europa
Ierland
In Europees verband is afgesproken om het totaal aantal jongeren van 18 tot 25 jaar dat geen onderwijs volgt en geen startkwalificatie heeft in de periode van 2000 tot 2020 te halveren (EU2020). In de EU-153 beschikte 11,1% van de 18- tot 25-jarigen in 2013 niet over een startkwalificatie. Dat is in 2014 10,4%. In 2000 was het nog 16,4%; In Nederland beschikte 9,3% van de 18- tot 25-jarigen in 2013 niet over een startkwalificatie. Dit is in 2014 gezakt naar 8,7%. Het Nederlandse streefniveau voor 2020 bedraagt 8%. Tabel 3: De ontwikkeling van het percentage van de totale groep vsv’ers in Europa, 2000, 2013 en 2014 . Bron: Eurostat (2013)
Nederland Finland België Frankrijk Griekenland Duitsland Verenigd Koninkrijk Italië Portugal
2000
2013
2014
Spanje
29,1%
23,6%
21,9%
Portugal
43,6%
18,9%
17,4%
Italië
25,1%
16,8%
15,0%
Verenigd Koninkrijk
18,2%
12,3%
11,8%
Duitsland
14,6%
9,8%
9,5%
Griekenland
18,2%
10,1%
9,0%
Frankrijk
13,3%
9,7%
9,0%
België
13,8%
11,0%
9,8%
Finland
9,0%
9,3%
9,5%
15,4%
9,3%
8,7%
8,4%
6,9%
Nederland Ierland Denenmarken
11,7%
8,0%
7,8%
Oostenrijk
10,2%
7,5%
7,0%
Zweden
3
7,3%
7,1%
6,7%
Luxemburg
16,8%
6,1%
6,1%
EU-15
17,6%
11,2%
10,4%
De landen van de Europese Unie in 2000.
Spanje 0%
10%
20%
30%
40%
50%
6
VOORLOPIGE CIJFERS | CONVENANTJAAR 2014-2015
2. De RMC-regio’s en gemeenten Dit hoofdstuk gaat in op de behaalde resultaten van de RMC-regio’s en de gemeenten. Daarnaast wordt er ingegaan op de verdeling van de vsv’ers die jonger zijn dan 18 (18-) en die 18 jaar of ouder zijn (18+).
2.1 Vsv in de RMC-regio’s Elke RMC-regio4 heeft een contactgemeente die de aanpak en registratie van voortijdig schoolverlaters coördineert en die zorgdraagt voor mogelijkheden van doorverwijzing en herplaatsing in het onderwijs. Met behulp van het persoonsgebonden nummer is het mogelijk per RMC-regio en per gemeente aan te geven hoeveel jongeren zonder startkwalificatie van school zijn gegaan.5 Deze paragraaf gaat in op uitval in alle RMC-regio’s. Er wordt nadere aandacht besteed aan de RMC-regio’s met het laagste en hoogste percentage vsv en de verdeling van schooluitval onder jongeren die jonger zijn dan 18 (18-) en die 18 jaar of ouder zijn (18+).
Figuur 5: RMC-regio’s, percentage nieuwe vsv’ers in 2014-2015
De RMC-regio’s met het laagste percentage vsv zijn: ZuidWest Friesland (1,1% ), Noord- en Midden Drenthe (1,2%), Noord-Groningen-Eemsmond (1,3%), Noordwest-Veluwe (1,3%), Achterhoek (1,3%), Twente, Friesland-Oost, Kop van Noord-Holland en IJssel-Vecht (allen 1,4%). Het vsv-percentage ligt het hoogst in Rijnmond (2,5%), Agglomeratie Amsterdam en Haaglanden/Westlanden (beide 2,4%); De regio’s Rijnmond (2.443), Agglomeratie Amsterdam (2.378) en Haaglanden/Westlanden (1.789) hebben absoluut gezien het hoogste aantal vsv’ers; De regio’s Noord-GroningenEemsmond (106), ZeeuwschVlaanderen (140), en Zuid-West Friesland (171) hebben absoluut gezien het laagste aantal vsv’ers. voorlopige vsv-cijfers per regio 2014-2015 minder dan 1,6% 1,6% - 1,8% 1,8% - 2,1% meer dan 2,1%
4
RMC staat voor Regionale Meld- en Coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten.
5
Het persoonsgebonden nummer is het Burgerservicenummer of het onderwijsnummer als het Burgerservicenummer niet bekend is of niet bestaat.
VOORLOPIGE CIJFERS | CONVENANTJAAR 2014-2015
7
Tabel 4: Nieuwe vsv’ers per RMC-regio in 2014-2105 Bron: DUO
2014-2015 RMC-regio
Deelnemers
Aantal vsv
% vsv
5
Zuid-West Friesland
13.713
147
1,1%
7
Noord- en Midden Drenthe
16.771
200
1,2%
2
Noord-Groningen-Eemsmond
8387
106
1,3%
17
Noordwest-Veluwe
17.405
228
1,3%
13
Achterhoek
27.043
362
1,3%
12
Twente
53.319
739
1,4%
Friesland-Oost
22.181
309
1,4%
23
6
Kop van Noord-Holland
14.064
198
1,4%
10
IJssel-Vecht
38.351
541
1,4%
36
Noord-Oost-Brabant
53.982
786
1,5%
Friesland Noord
21.095
310
1,5%
20
4
Gooi en Vechtstreek
20.075
298
1,5%
22
West-Friesland
18.099
269
1,5%
15
Rivierenland
21.813
326
1,5%
Zuid-Oost Drenthe
14.634
224
1,5%
16
Eem en Vallei
53.917
829
1,5%
31
Oosterschelde Regio
13.932
220
1,6%
24
Noord-Kennemerland
22.622
361
1,6%
Zuid-West Drenthe
11.349
184
1,6%
Gewest Limburg-Noord
39.257
637
1,6%
Centraal en Westelijk Groningen
23.293
387
1,7%
19
Utrecht
65.205
1.111
1,7%
11
Stedendriehoek
35.682
608
1,7%
1
Oost-Groningen
12.008
210
1,7%
30
Zuid-Holland-Zuid
41.407
728
1,8%
27
Zuid-Holland-Oost
31.031
551
1,8%
14
Arnhem/Nijmegen
55.390
1.000
1,8%
37
Zuidoost-Brabant
57.650
1.045
1,8%
34
West-Brabant
54.003
983
1,8%
32
Walcheren
9.006
168
1,9%
33
Zeeuwsch-Vlaanderen
7.393
140
1,9%
25
West-Kennemerland
29.822
566
1,9%
26
Zuid-Holland-Noord
31.215
614
2,0%
35
Midden-Brabant
30.473
607
2,0%
39
Gewest Zuid-Limburg
38.852
857
2,2%
18
Flevoland
35.263
788
2,2%
21
Agglomeratie Amsterdam
99465
2.378
2,4%
28
Haaglanden/Westlanden
74113
1.789
2,4%
29
Rijnmond
96354
2.443
2,5%
8
9 38 3
De vsv-percentages in deze tabel betreffen afgeronde percentages.
gl om Ha er R ag ati ijnm la e A nd m o en st nd /W erd es am tla Ar nd nh em Utr en /N ech W ijm t e Z es Ge uid t-B gen we oo rab st st- an t Zu Br id ab No E -Lim ant or em bu dOo en rg st Val -B lei ra Zu id Fle ban -H vo t ol la land nd -Z ui St ed Tw d e Ge M n ent i we dd dri e st en eho L Zu im Bra ek id bu ba -H rg nt Zu olla -No id nd ord -H -N ol o Ce la or nt nd d ra W al es IJ -O en t- sse os W Ken l-V t es n te em ech lijk e t Gr rlan No on d or d- Ac ing Ke hte en nn rh Fr em oek ie sla erla nd nd Ri No v Fr iere ord ie n sla la n Go We nd- d oi st- Oo st en Fri No V es or ech lan dw ts d Zu e t id st- reek -O Ve o l O s u No O os t Dr we or ost t-G en d- er ro th e sc n e Ko n M hel inge d n i p va dde e Re n No n Dr gio Zu o e id rd- nth -W H e es olla tD n re d Zu id W nt No or Zee -W alch he du e Gr ws st F eren on ch rie in -Vl sla ge a n n- and d Ee m eren sm on d
Ag
vsv percentage mbo
vsv percentage vo
-- Per RMC-regio worden voor het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs drie dimensies getoond: de regio’s zijn gesorteerd op 1) aantal vsv’ers in het mbo en vo (de regio met absoluut gezien het hoogste aantal vsv staat links), 2) het vsv-percentage en als laatste 3) het aantal behaalde normen, nader gespecificeerd (zie hoofdstuk 3 voor meer uitleg over de normen in het vo en mbo).
2,00% havo/vwo bovenbouw
mbo niveau 1 vmbo bovenbouw
mvo niveau 2
onderbouw
mbo niveau 3+4
vsv percentage
0,00%
10%
7%
4%
3%
0% 3
1,50% 2
1,00% 1
9%
8%
6%
2
5%
1
2%
1%
0
aantal normen behaald in het vo
Toelichting figuur 6 en 7
aantal normen behaald in het mbo
lo Ha mer ag ati lan e A de ms n/ te W rd es am tla Zu R n id ijn den oo m st on -B d ra Ar ba nh em Ut nt /N rec W ijm ht es eg t-B e n Ge we Eem rab st en ant Zu id Vall -L ei No im Ge ord- Fle bur we Oo vo g st st lan W Lim Bra d es bu ba t-K rg n Zu en -N t o id -H nem ord ol lan erla d- nd No Zu o id -H T rd ol we M lan nt id e Zu de d-Z id n-B uid -H r ab o St llan ant ed den Oo dr st Go IJs ieh o No oi e sel- ek or n V Ve Ce c d- ec nt Ke ht ht ra al nn str en em eek W R es iv erla ie t n Oo elijk ren d G l st er ron and sc h ing F eld en Zu ries e R id lan eg -O d io os -O t D os re t n Oo Wal the st che -G ro ren n Ac ing Ko p W hte en va es r n t-F hoe No ri k No or esl Z or ui d a d- d- -H nd en We olla nd M st D i N dd re Ze oor en D nth eu dw re e ws es nt ch t-V he -V el No la u F or Z ries and we d- ui l Gr d- and eren on W N in est oo ge F r n- rie d Ee sla m nd sm on d
Ag g
8 VOORLOPIGE CIJFERS | CONVENANTJAAR 2014-2015
-- De RMC -regio’s staan weergegeven op de horizontale as. -- Het vsv-percentage is terug te vinden op de linker verticale as en wordt weergegeven door de zwarte lijn. -- Het aantal behaalde normen is terug te vinden op de rechter verticale as en wordt weergegeven door de staaf. Per kleur wordt duidelijk welke norm precies is gehaald. -- Voor het vo betreft het hier de streefnormen. Voor meer informatie hierover zie hoofdstuk 3.
Figuur 6: Overzicht uitval in het vo per RMC-regio
0,50%
0
Figuur 7: Overzicht uitval in het mbo per RMC-regio vsv percentage
3
VOORLOPIGE CIJFERS | CONVENANTJAAR 2014-2015
9
2.1.1 Verdeling schooluitval naar 18-min en 18-plus per RMC-regio Een jongere is volledig leerplichtig tot en met het schooljaar waarin hij of zij 16 jaar wordt. Daarna geldt voor alle jongeren tot 18 jaar de kwalificatieplicht. Dit betekent dat alle jongeren zonder startkwalificatie tot 18 jaar een opleiding moeten volgen.
Handhaving van de Leerplichtwet is een gemeentelijke taak. Jongeren boven de 18 jaar zonder startkwalificatie vallen onder de RMC-wetgeving. De uitvoering hiervan is een regionale taak.
Tabel 5: Nieuwe vsv’ers naar 18- en 18+ naar RMC-regio in 2014-2015 Bron: DUO
RMC-regio 1
Oost-Groningen
2
Noord-Groningen-Eemsmond
3
Centraal en Westelijk Groningen
4
Friesland Noord
5 6
Aantal 18vsv’ers
% 18- vsv’ers binnen populatie
Aantal 18+ vsv’ers
30
0,4%
8 36
% 18+ vsv’ers binnen populatie 180
4,3%
0,1%
98
3,5%
0,2%
351
4,5%
17
0,1%
293
4,0%
Zuid-West Friesland
15
0,2%
132
3,1%
Friesland-Oost
33
0,2%
276
3,9%
7
Noord- en Midden Drenthe
21
0,2%
179
3,4%
8
Zuid-Oost Drenthe
28
0,3%
196
4,1%
9
Zuid-West Drenthe
29
0,4%
155
4,5%
10
IJssel-Vecht
70
0,3%
471
4,0%
11
Stedendriehoek
54
0,2%
554
5,0%
12
Twente
98
0,3%
641
3,8%
13
Achterhoek
35
0,2%
327
3,8%
14
Arnhem/Nijmegen
88
0,2%
912
5,5%
15
Rivierenland
59
0,4%
267
4,3%
16
Eem en Vallei
118
0,3%
711
4,7%
17
Noordwest-Veluwe
21
0,2%
207
3,9%
18
Flevoland
103
0,4%
685
6,0%
19
Utrecht
152
0,3%
959
5,3%
20
Gooi en Vechtstreek
21
Agglomeratie Amsterdam
22 23
53
0,4%
245
4,7%
446
0,6%
1.932
6,5%
West-Friesland
25
0,2%
244
4,5%
Kop van Noord-Holland
32
0,3%
166
3,7%
24
Noord-Kennemerland
41
0,3%
320
4,8%
25
West-Kennemerland
82
0,4%
484
5,6%
26
Zuid-Holland-Noord
97
0,4%
517
5,8%
27
Zuid-Holland-Oost
67
0,3%
484
5,2%
28
Haaglanden/Westlanden
272
0,5%
1.517
6,6%
29
Rijnmond
326
0,5%
2.117
6,5%
30
Zuid-Holland-Zuid
85
0,3%
643
5,1%
31
Oosterschelde Regio
35
0,4%
185
4,4%
32
Walcheren
27
0,4%
141
5,0%
33
Zeeuwsch-Vlaanderen
20
0,4%
120
5,2%
34
West-Brabant
123
0,3%
860
5,2%
35
Midden-Brabant
68
0,3%
539
5,6%
36
Noord-Oost-Brabant
117
0,3%
669
4,0%
37
Zuidoost-Brabant
194
0,5%
851
4,9%
38
Gewest Limburg-Noord
98
0,4%
539
4,3%
39
Gewest Zuid-Limburg
121
0,5%
736
5,8%
10
VOORLOPIGE CIJFERS | CONVENANTJAAR 2014-2015
Landelijk ligt het percentage vsv onder jongeren tot 18 jaar op 0,3% (vorig jaar 0,4%) , dit percentage ligt voor jongeren vanaf 18 jaar op 5,0% (vorig jaar 5,3%); Het hoogste percentage vsv onder jongeren tot 18 jaar is 0,6% in Agglomeratie Amsterdam, dit percentage is het laagst in Noord-Groningen-Eemsmond en Friesland-Noord (0,1%); Het hoogste percentage vsv onder jongeren van 18 jaar en ouder is 6,6% in Haaglanden/Westlanden, dit percentage is het laagst in Zuid-West Friesland (3,1%).
2.2 Vsv in de gemeenten Iedere RMC-regio bestaat uit verschillende gemeenten. Deze paragraaf gaat in op de vsv-resultaten van een beperkt aantal gemeenten. Er wordt aandacht besteed aan de vier grootste gemeenten (G4) en de G326. Met de VSV-verkenner is het mogelijk om voor elke gemeente het aantal nieuwe vsv’ers te vinden en dit te vergelijken met de landelijke cijfers. De VSV-verkenner is te vinden op www.vsvverkenner.nl.
2.2.1 Gemeentegrootte
11% van het totaal aantal deelnemers woont in de G4, 18% van de vsv’ers komt uit de G4. Het vsv-percentage in de G4 is 3,0%. 68% van de deelnemers woont in een gemeente met minder dan 100.000 inwoners, 56% van de vsv’ers komt uit deze gemeenten. Het vsv-percentage is 1,5% in deze gemeenten; 21% van de deelnemers woont in een gemeente met meer dan 100.000 inwoners, 26% van de vsv’ers komt uit deze gemeenten. Het vsv-percentage is 2,2% in deze gemeenten.
Figuur 8: Nieuwe vsv'ers naar gemeentegrootte in 2014-2015 Bron: DUO < 100000 inwoners > 100000 inwoners G4
17,7%
56,3%
26,0% y 6
De G32 bestaat uit 37 (middel)grote gemeenten.
2.2.2 Overzicht G4 en G32
Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht zijn de vier grootste gemeenten van Nederland (G4). Zij hebben te maken met specifieke situaties en problematiek op het gebied van voortijdig schoolverlaten. De 37 (middel)grote gemeenten hebben zich verenigd in de G32. Het vsv-percentage in de G4 is 3,0%, landelijk ligt dit percentage op 1,8%; Het vsv-percentage in de G4 is het hoogst in gemeente Rotterdam (3,2%), voor de G32 in gemeente Leiden (3,0%); Het vsv-percentage in de G4 is het laagst in gemeente Utrecht (2,3%), voor de G32 in gemeente Ede (1,5%); Het vsv-percentage onder jongeren tot 18 jaar loopt in de G4 uiteen van 0,4% (Utrecht) tot 0,8% (Amsterdam), onder de jongeren vanaf 18 jaar loopt dit uiteen van 7,2% (gemeente Utrecht) tot 8,2% (gemeente Den Haag); Het vsv-percentage onder jongeren tot 18 jaar loopt in de G32 uiteen van 0,1% in gemeente Leeuwarden tot 0,8% in gemeente Maastricht, onder de jongeren vanaf 18 jaar loopt dit uiteen van 4,2% in gemeente Ede tot 8,8% in gemeente Leiden.
VOORLOPIGE CIJFERS | CONVENANTJAAR 2014-2015
11
Tabel 6: Nieuwe vsv’ers naar gemeenten in 2014-2015 Bron: DUO
2014-2015 Gemeente G4
G32
Deelnemers
Aantal vsv
% vsv
Utrecht
18.601
432
2,3%
Amsterdam
46.200
1.415
3,1%
s-Gravenhage
34.210
1.052
3,1%
Rotterdam
43.627
1.398
3,2%
Ede
9.805
144
1,5%
Hengelo
6.733
104
1,5%
Oss
7.630
129
1,7%
Emmen
9.209
162
1,8%
Amersfoort
12.795
233
1,8%
Apeldoorn
12.670
232
1,8%
Haarlemmermeer
12.802
237
1,9%
Almelo
6.113
118
1,9%
Deventer
8.004
164
2,0%
s-Hertogenbosch
10.784
223
2,1%
Zaanstad
12.239
256
2,1%
9.018
189
2,1%
Alphen aan den Rijn Breda
13.159
279
2,1%
Helmond
7.319
157
2,1%
Leeuwarden
8.050
174
2,2%
10.404
225
2,2%
9.519
206
2,2%
Haarlem Zwolle Sittard-Geleen
6.488
141
2,2%
10.344
225
2,2%
5.842
129
2,2%
Enschede
11.622
267
2,3%
Groningen
10.792
250
2,3%
Alkmaar
7.970
186
2,3%
Roosendaal
5.857
139
2,4%
Delft
5.533
132
2,4%
Venlo
7.410
177
2,4%
Tilburg
15.178
379
2,5%
Almere
18.279
457
2,5%
Lelystad
6.286
158
2,5%
Schiedam
5.757
148
2,6%
Zoetermeer
10.015
263
2,6%
Eindhoven
13.919
369
2,7%
Arnhem
10.663
303
2,8%
Heerlen
5.703
164
2,9%
Maastricht
6.145
177
2,9%
Leiden
7.078
209
3,0%
minder dan 20.000 inwoners
142.159
1.795
1,3%
20.000 tot 50.000 inwoners
512.661
7.249
1,4%
50.000 tot 100.000 inwoners
248.447
4.600
1,9%
100.000 tot 250.000 inwoners
283.729
6.306
2,2%
meer dan 250.000 inwoners (G4)
142.638
4.297
3,0%
Nijmegen Gouda
Naar gemeentegrootte
12
VOORLOPIGE CIJFERS | CONVENANTJAAR 2014-2015
Tabel 7: Nieuwe vsv’ers naar 18- en 18+ per gemeente in 2014-2015 Bron: DUO
2014-2015 Gemeente G4
G32
Aantal vsv 18-
% vsv 18-
Aantal vsv 18+
% vsv 18+
50
0,4%
382
7,2%
Amsterdam
270
0,8%
1.145
8,0%
s-Gravenhage
153
0,7%
899
8,2%
Rotterdam
189
0,7%
1.209
7,6%
Ede
22
0,3%
122
4,2%
Hengelo
10
0,2%
94
4,3%
Oss
20
0,4%
109
4,7%
Emmen
19
0,3%
143
4,7%
Amersfoort
28
0,3%
205
5,8%
Apeldoorn
23
0,3%
209
5,4%
Haarlemmermeer
45
0,5%
192
5,2%
Almelo
18
0,4%
100
5,1%
Deventer
15
0,3%
149
5,7%
s-Hertogenbosch
35
0,5%
188
5,6%
Zaanstad
38
0,5%
218
5,7%
Alphen aan den Rijn
11
0,2%
178
6,6%
Breda
41
0,4%
238
5,9%
Helmond
19
0,4%
138
6,2%
6
0,1%
168
5,4%
Haarlem
27
0,4%
198
6,6%
Zwolle
24
0,4%
182
6,0%
Sittard-Geleen
16
0,4%
125
5,9%
Nijmegen
24
0,3%
201
6,5%
Gouda
12
0,3%
117
6,5%
Enschede
26
0,3%
241
6,2%
Groningen
28
0,4%
222
5,6%
Alkmaar
19
0,3%
167
6,6%
Roosendaal
15
0,4%
124
6,5%
Delft
25
0,7%
107
6,2%
Venlo
22
0,4%
155
6,2%
Tilburg
40
0,4%
339
6,9%
Almere
63
0,5%
394
6,7%
Lelystad
19
0,5%
139
6,5%
Schiedam
20
0,5%
128
6,6%
Zoetermeer
35
0,5%
228
7,1%
Eindhoven
71
0,7%
298
7,0%
Dordrecht
30
0,5%
226
7,0%
Arnhem
22
0,3%
281
7,8%
Heerlen
18
0,5%
146
7,3%
Maastricht
32
0,8%
145
7,5%
Leiden
26
0,5%
183
8,8%
Utrecht
Leeuwarden
VOORLOPIGE CIJFERS | CONVENANTJAAR 2014-2015
13
3. Voortgezet onderwijs In dit hoofdstuk wordt aandacht besteed aan de resultaten van vo-scholen. Er zal worden ingegaan op de vsv-prestatienormen waaraan de vo-scholen moeten voldoen, de diplomakenmerken van de deelnemers en vsv’ers in het voortgezet onderwijs. Meer verdiepende informatie over de individuele vo-scholen is te vinden op onze website www.vsvverkenner.nl.
3.1 Vsv in het vo
en bovenbouw havo/vwo7. De norm geeft aan tot welk percentage de uitval op het betreffende niveau moet zijn teruggedrongen.
Het landelijke percentage vsv binnen het voortgezet onderwijs ligt op 0,5%. Het percentage vsv loopt binnen het vo uiteen van 0,1% (havo 3 en vwo 3) tot 16,5% (vmbo uitbesteed aan vavo); Het grootste aantal vsv’ers (absoluut gezien) komt uit het vmbo 3-4 (1553 vsv’ers), het kleinste aantal vsv’ers uit brug 3 (18 vsv’ers).
3.2 Normen in het vo De prestatiesubsidie over schooljaar 2012-2013 tot en met 20142015 wordt berekend op basis van een procentuele norm in plaats van eerdere toekenning op basis van reductie van absolute aantallen vsv’ers. De procentuele normen houden rekening met groei en krimp van scholen. Werken met deze normen draagt eraan bij dat scholen met weinig vsv’ers het aantal vsv’ers laag houden. De prestatiesubsidie over schooljaar 2012-2013 tot en met 2014-2015 wordt voor het vo berekend op basis van drie procentuele normen (waarmee het aantal vsv’ers t.o.v. het aantal deelnemers wordt uitgedrukt): onderbouw vo, bovenbouw vmbo,
Tabel 8: Streefnormen voor het vo, 2012 tot en met 2015
VO
Onderbouw
Bovenbouw vmbo
Bovenbouw havo/ vwo (bestaat uit leerjaar 4, 5 en 6)
2012-2013
0,2%
1,5%
0,1%
2013-2014
0,2%
1,5%
0,1%
2014-2015
0,2%
1,5%
0,1%
De voorlopige cijfers worden hier vergeleken met de normen. Op basis van de voorlopige cijfers wordt aangegeven of de normen zijn gehaald. Pas als de definitieve cijfers bekend worden gemaakt staat vast hoeveel normen er zijn gehaald. Het betreft hier de streefnormen8 voor vsv. Naast de prestatienormen zijn er in het vo streefnormen bepaald die zijn gebaseerd op het streefdoel van maximaal 25.000 vsv’ers in 2016. Deze streefpercentages liggen lager dan de prestatienormen (bij lage percentages krijg je te maken met onwerkbaar lage aantallen vsv’ers in het kader van de prestatiesubsidie). De streefpercentages reflecteren de normen die elke instelling zou moeten halen om te komen tot
Tabel 9: Nieuwe vsv’ers naar onderwijssoort in het vo
Norm onderbouw
vmbo bovenbouw
Deelnemers
Aantal vsv
vsv%
brug 1-2
Onderwijssoort
348.184
638
0,2%
lwoo 1-2
53.624
261
0,5%
brug 3
5.623
18
0,3%
havo 3
44.065
47
0,1%
vwo 3
43.373
36
0,1%
lwoo 3-4
49.707
767
1,5%
vmbo 3-4
166.608
1.533
0,9%
1.236
51
4,1%
vm2 vmbo uitbesteed vavo havo vwo bovenbouw
7
8
1.008
166
16,5%
havo 4-5
113.631
485
0,4%
vwo 4-6
117.901
262
0,2%
havo uitbesteed vavo
3.782
159
4,2%
vwo uitbesteed vavo
1.771
23
1,3%
Onder onderbouw vo wordt de onderbouw van het vmbo, havo en vwo verstaan. De bovenbouw van het vmbo bestaat uit leerjaar 3 en 4. De bovenbouw van het havo/vwo bestaat uit leerjaar 4, 5 en 6 (alleen voor vwo). De prestatienormen voor het vo zijn voor de onderbouw 1,0%, voor de bovenbouw vmbo 4,0% en voor de bovenbouw havo/vwo 0,5%.
14
VOORLOPIGE CIJFERS | CONVENANTJAAR 2014-2015
maximaal 25.000 vsv’ers en dienen vooral als stuurinstrument binnen de regio’s. Het totaal aantal deelnemers van 950.513 is verdeeld over ruim 500 vo-scholen; Dit jaar heeft 16,2% van de vo-scholen geen normen gehaald; Dit jaar heeft 30,3% van de vo-scholen één norm gehaald; Dit jaar heeft 47,1% van de vo-scholen twee normen gehaald; Dit jaar heeft 6,4% van de vo-scholen alle normen gehaald.
Figuur 9: Behaalde streefnormen in het vo naar RMC-regio
6,4%
0 normen 1 norm 2 normen 3 normen
16,2%
30,3% 47,1%
3.2.1 Normen naar RMC-regio
Het percentage vsv in de onderbouw ligt het hoogste in RMC-regio Oost-Groningen (0,43%), in de Achterhoek ligt het percentage het laagst met 0,05%; Het percentage vsv in de bovenbouw vmbo ligt het hoogste in RMC-regio Agglomeratie Amsterdam (2,23%), in RMC-regio Friesland-Noord ligt het percentage het laagst met 0,29%; Het percentage vsv in de bovenbouw havo/vwo ligt het hoogste in RMC-regio Kop van Noord-Holland (0,62%), in RMC-regio Rivierenland ligt het percentage het laagst met 0,16%.
VOORLOPIGE CIJFERS | CONVENANTJAAR 2014-2015
15
Tabel 10: RMC-regio’s, nieuwe vsv’ers naar niveau in 2014-2015
2014-2015 RMC-regio
1
Oost-Groningen
2 3 4
Friesland Noord
5
Zuid-West Friesland
6 7
Aantal vsv’ers onderbouw vo
% vsv onderbouw vo
17
0,4%
Noord-Groningen-Eemsmond
2
Centraal en Westelijk Groningen
8
Aantal vsv’ers bovenbouw vmbo
% vsv bovenbouw vmbo
19
0,8%
0,1%
7
0,1%
31
10
0,1%
5
0,1%
Friesland-Oost
19
Noord- en Midden Drenthe
12
8
Zuid-Oost Drenthe
9
Zuid-West Drenthe
10 11
Aantal vsv’ers bovenbouw havo/vwo
% vsv bovenbouw havo/vwo
5
0,4%
0,5%
6
0,5%
0,8%
17
0,4%
11
0,3%
8
0,3%
13
0,5%
5
0,2%
0,2%
21
0,5%
10
0,3%
0,2%
16
0,6%
8
0,3%
13
0,3%
29
1,0%
6
0,3%
11
0,3%
19
0,9%
7
0,4%
IJssel-Vecht
17
0,1%
48
0,7%
19
0,3%
Stedendriehoek
10
0,1%
54
0,9%
21
0,3%
12
Twente
28
0,1%
56
0,6%
34
0,4%
13
Achterhoek
5
0,1%
25
0,5%
10
0,2%
14
Arnhem/Nijmegen
25
0,1%
113
1,3%
43
0,4%
15
Rivierenland
10
0,1%
41
1,1%
6
0,2%
16
Eem en Vallei
35
0,2%
83
1,0%
37
0,4%
17
Noordwest-Veluwe
6
0,1%
21
0,7%
9
0,3%
18
Flevoland
39
0,3%
80
1,3%
20
0,4%
19
Utrecht
33
0,1%
127
1,3%
37
0,3%
20
Gooi en Vechtstreek
17
0,2%
40
1,6%
27
0,5%
21
Agglomeratie Amsterdam
133
0,3%
352
2,2%
114
0,6%
22
West-Friesland
6
0,1%
22
0,7%
12
0,4%
23
Kop van Noord-Holland
9
0,2%
18
0,7%
13
0,6%
24
Noord-Kennemerland
12
0,1%
35
1,0%
19
0,4%
25
West-Kennemerland
16
0,1%
81
1,8%
29
0,5%
26
Zuid-Holland-Noord
20
0,2%
80
1,8%
24
0,3%
27
Zuid-Holland-Oost
12
0,1%
56
1,2%
23
0,4%
28
Haaglanden/Westlanden
95
0,3%
229
1,9%
73
0,5%
29
Rijnmond
64
0,2%
221
1,3%
76
0,5%
30
Zuid-Holland-Zuid
19
0,1%
65
0,9%
22
0,3%
31
Oosterschelde Regio
10
0,2%
34
1,4%
8
0,4%
32
Walcheren
11
0,3%
23
1,5%
8
0,5%
33
Zeeuwsch-Vlaanderen
7
0,3%
20
1,4%
6
0,5%
34
West-Brabant
26
0,1%
118
1,3%
32
0,3%
35
Midden-Brabant
22
0,2%
60
1,2%
12
0,2%
36
Noord-Oost-Brabant
30
0,2%
80
0,9%
23
0,2%
37
Zuidoost-Brabant
82
0,4%
129
1,3%
39
0,4%
38
Gewest Limburg-Noord
29
0,2%
75
1,1%
24
0,4%
39
Gewest Zuid-Limburg
48
0,3%
73
1,3%
32
0,4%
De percentages die in het rood worden weergegeven liggen boven de streefnormen die voor de vo-scholen gelden.
16
VOORLOPIGE CIJFERS | CONVENANTJAAR 2014-2015
3.3 Diplomakenmerken In deze paragraaf zal verder worden ingegaan op de diplomakenmerken van de leerlingen in het voortgezet onderwijs. Onderstaande tabellen geven het onderscheid aan tussen de jongeren die in het mbo zijn uitgevallen met of zonder diploma behaald in het voortgezet onderwijs. Deze groepen worden in
kaart gebracht, omdat jongeren die zonder vmbo of havo/vwo diploma het voortgezet onderwijs verlaten een grotere kans hebben om uit te vallen in het vervolgonderwijs (bijvoorbeeld in het mbo). Jongeren met een havo of vwo diploma hebben een startkwalificatie, deze worden dus niet in de tabel weergegeven.
Tabel 11: Nieuwe vsv’ers in het mbo naar hoogst gevolgde vooropleiding en diploma in 2013-2014
Vooropleiding en diploma
Deelnemers
Aantal vsv
% vsv
onbekend
5.782
784
13,6%
brug zonder diploma
8.089
1.069
13,2%
pro zonder diploma
7.595
1.277
16,8%
vmbo zonder diploma
20.358
2.681
13,2%
319.225
12.843
4,0%
havo zonder diploma
15.004
593
3,9%
havo met diploma
11.573
0
0,0%
vwo zonder diploma
552
38
6,9%
vwo met diploma
187
0
0,0%
Deelnemers
Aantal vsv
% vsv
20.358
2.681
13,2%
vmbo basisberoepsgerichte leerweg zonder diploma
8.037
1.500
18,7%
vmbo kaderberoepsgerichte leerweg zonder diploma
5.719
674
11,8%
vmbo met diploma
Tabel 12: Nieuwe vsv’ers in het mbo naar leerweg, hoogst gevolgde vooropleiding en diploma in het vmbo 2013-2014
Vooropleiding, leerweg en diploma vmbo zonder diploma:
vmbo gemengd theoretische leerweg zonder diploma
6.602
507
7,7%
319.225
12.843
4,0%
vmbo basisberoepsgerichte leerweg met diploma
68.425
4.002
5,9%
vmbo kaderberoepsgerichte leerweg met diploma
93.215
4.018
4,3%
vmbo gemengd theoretische leerweg met diploma
157.585
4.823
3,0%
vmbo met diploma:
VOORLOPIGE CIJFERS | CONVENANTJAAR 2014-2015
3.3.1 Diplomakenmerken naar RMC-regio
In RMC-regio Zeeuwsch-Vlaanderen is het vsv-percentage in het mbo, van jongeren met als hoogste vooropleiding enkel de onderbouw het hoogst (21,7%). Dit percentage is het laagste in Zuid-West Drenthe (6,9%); Het percentage jongeren dat uitgevallen is in het mbo met als hoogste vooropleiding vmbo zonder diploma, is het
17
hoogst in Zeeuwsch-Vlaanderen (30,3%), en het laagste in Noord- en Midden Drenthe (4,8%); Het vsv-percentage in het mbo van jongeren met als hoogste vooropleiding havo/vwo zonder diploma, is in Gooi- en Vechtstreek het hoogste (7,6%), in Zuid-West Friesland is dit het laagst (0,9%).
Tabel 13: RMC-regio’s, nieuwe vsv’ers in het mbo naar hoogst gevolgde vooropleiding en diploma in 2013-2014
RMC-regio
Vooropleiding onbekend
Onderbouw vo
Bovenbouw vmbo geen diploma
Bovenbouw havo/vwo
wel diploma
geen diploma
wel diploma
vsv
%vsv
vsv
%vsv
vsv
%vsv
vsv
%vsv
vsv
%vsv
vsv
%vsv
Oost-Groningen
3
12,0%
26
16,0%
37
8,4%
94
2,7%
9
7,3%
-
-
Noord-Groningen-Eemsmond
0
0,0%
13
12,4%
10
5,3%
65
3,0%
3
2,6%
-
-
Centraal en Westelijk Groningen
14
14,7%
49
15,8%
63
7,9%
192
3,5%
13
4,3%
-
-
Friesland Noord
14
20,9%
42
14,7%
42
9,7%
177
3,0%
6
1,5%
-
-
7
31,8%
7
7,1%
23
8,5%
85
2,4%
2
0,9%
-
-
Zuid-West Friesland Friesland-Oost
6
8,3%
40
14,8%
27
8,4%
171
2,8%
15
6,3%
-
-
12
30,0%
21
14,3%
11
4,8%
114
2,7%
6
3,9%
-
-
Zuid-Oost Drenthe
4
14,3%
13
13,1%
25
13,0%
129
3,2%
5
2,9%
-
-
Zuid-West Drenthe
4
22,2%
7
6,9%
17
11,5%
113
3,9%
6
3,8%
-
-
IJssel-Vecht
16
9,7%
51
13,7%
43
11,6%
340
3,4%
7
1,4%
-
-
Stedendriehoek
15
10,6%
41
10,6%
64
13,1%
381
4,5%
22
5,0%
-
-
Twente
13
7,6%
90
14,1%
65
8,7%
428
3,0%
25
4,0%
-
-
Achterhoek
12
15,6%
41
13,1%
23
9,4%
238
3,3%
8
2,5%
-
-
Arnhem/Nijmegen
30
13,8%
77
17,3%
91
13,6%
592
5,0%
29
4,3%
-
-
Rivierenland
5
10,6%
20
12,8%
40
18,0%
194
3,7%
10
4,3%
-
-
Eem en Vallei
24
15,7%
77
13,2%
64
9,1%
487
4,2%
22
3,6%
-
-
9
11,4%
17
11,6%
12
6,6%
147
3,3%
7
3,9%
-
-
Flevoland
30
12,5%
78
12,5%
75
15,1%
439
4,8%
27
5,7%
-
-
Utrecht
29
15,2%
93
14,7%
133
14,2%
630
5,1%
29
4,0%
-
-
6
10,9%
15
11,7%
25
8,0%
157
4,8%
11
7,6%
-
-
Noord- en Midden Drenthe
Noordwest-Veluwe
Gooi en Vechtstreek Agglomeratie Amsterdam
67
17,2%
222
15,4%
305
12,8%
1108
5,6%
77
7,0%
-
-
West-Friesland
2
5,4%
26
12,4%
27
14,6%
167
3,8%
7
3,1%
-
-
Kop van Noord-Holland
9
23,1%
18
11,1%
21
16,4%
106
2,8%
4
1,9%
-
-
Noord-Kennemerland
4
7,4%
30
14,2%
39
19,1%
203
4,1%
19
6,9%
-
-
West-Kennemerland
4
7,0%
65
20,4%
57
15,2%
305
5,0%
9
3,6%
-
-
Zuid-Holland-Noord
13
11,9%
55
18,8%
53
18,3%
351
5,7%
18
6,0%
-
-
Zuid-Holland-Oost
7
13,2%
37
12,5%
50
15,8%
347
5,0%
19
4,2%
-
-
50
11,9%
155
13,2%
200
15,1%
955
6,0%
32
4,9%
-
-
109
14,7%
292
16,7%
325
13,9%
1.298
5,3%
58
5,6%
-
-
Zuid-Holland-Zuid
25
18,0%
64
16,4%
65
12,4%
445
4,3%
23
4,5%
-
-
Oosterschelde Regio
10
17,5%
10
10,4%
13
9,6%
128
3,5%
7
3,8%
-
-
Walcheren
5
10,9%
6
11,1%
15
18,1%
96
4,2%
4
4,7%
-
-
Zeeuwsch-Vlaanderen
3
14,3%
13
21,7%
20
30,3%
70
3,6%
1
2,4%
-
-
West-Brabant
31
11,4%
101
16,5%
96
15,9%
552
4,4%
27
3,9%
-
-
Midden-Brabant
13
11,8%
48
16,0%
71
21,7%
360
4,9%
21
5,5%
-
-
Noord-Oost-Brabant
25
15,4%
84
18,7%
64
13,1%
460
3,5%
20
3,3%
-
-
Zuidoost-Brabant
22
7,2%
90
17,3%
74
14,3%
578
4,2%
31
4,5%
-
-
Gewest Limburg-Noord
27
11,0%
41
11,9%
58
17,1%
369
3,6%
14
3,6%
-
-
Gewest Zuid-Limburg
40
17,8%
63
20,6%
92
17,8%
488
5,3%
21
4,5%
-
-
Haaglanden/Westlanden Rijnmond
18
VOORLOPIGE CIJFERS | CONVENANTJAAR 2014-2015
3.3.2 Diplomakenmerken naar ROC ’s
Op ROC Arcus College is het vsv% in het mbo van jongeren met als hoogste vooropleiding enkel de onderbouw het hoogst (24,6%). Dit percentage is het laagst voor Hoornbeeck College (1,7%); Het percentage jongeren dat uitgevallen is in het mbo met als hoogste vooropleiding vmbo zonder diploma, is het
hoogst op het ROC Leeuwenborgh (25,8%), en het laagste op het Hoornbeeck College (4,5%); Het vsv-percentage in het mbo van jongeren met als hoogste vooropleiding havo/vwo zonder diploma is op Regio College met 8,0% het hoogst. Op het ROC Kop van Noord-Holland is dit het laagst met 0,9%.
Tabel 14: Mbo-instellingen, nieuwe vsv’ers in het mbo naar hoogst gevolgde vooropleiding en diploma in 2013-20149
9
Vooropleiding onbekend
Onderbouw vo
vsv
vsv%
vsv
Bovenbouw vmbo geen diploma
vsv%
vsv
vsv%
Bovenbouw havo/vwo
wel diploma vsv
vsv%
geen diploma vsv
vsv%
wel diploma
Brin
instelling8
00GT
ROC Albeda College
63
16,6%
181
17,5%
194
13,6%
636
5,4%
37
7,9%
vsv -
vsv% -
01AA
Landstede
25
16,4%
42
12,0%
39
10,0%
238
3,1%
10
2,7%
-
-
04CY
ROC Rivor
1
5,3%
6
14,0%
20
22,2%
57
4,1%
2
4,8%
-
-
04EU
ROC Kop v Noord-Holland
5
20,0%
13
11,7%
10
11,6%
71
3,4%
1
0,9%
-
-
04FO
Koning Willem I College
15
17,2%
31
16,7%
46
17,6%
340
3,8%
19
4,7%
-
-
08PG
ROC Friese Poort
14
17,9%
34
10,7%
58
10,3%
254
2,9%
11
2,6%
-
-
09MR
Hoornbeeck College
0
0,0%
2
1,7%
5
4,5%
60
1,3%
5
1,3%
-
-
14NZ
ROC Menso Alting
0
0,0%
1
11,1%
1
5,6%
18
3,3%
1
2,8%
-
-
20MQ
ROC Da Vinci College
20
22,2%
50
18,7%
56
16,1%
282
5,3%
13
5,6%
-
-
24ZZ
ROC Graafschap College
9
17,3%
36
14,8%
24
10,9%
217
3,6%
8
3,1%
-
-
25LF
Rijn IJssel
24
16,4%
50
17,1%
63
15,9%
399
5,4%
23
4,7%
-
-
25LG
ROC Friesland College
10
10,9%
50
15,4%
33
8,2%
188
3,1%
12
3,0%
-
-
25LH
ROC Midden Nederland
22
11,3%
80
13,9%
84
13,3%
546
5,7%
36
5,9%
-
-
25LJ
ROC Ter AA
7
11,7%
29
16,0%
18
19,6%
99
4,6%
4
3,8%
-
-
25LN
ID College
14
15,4%
86
17,9%
82
15,2%
460
6,5%
14
5,2%
-
-
25LP
Zadkine
35
11,7%
89
13,3%
100
13,7%
535
5,6%
27
6,8%
-
-
25LR
ROC van Flevoland
11
11,5%
37
15,9%
41
15,5%
223
6,5%
10
6,7%
-
-
25LT
ROC Gilde Opleidingen
21
13,0%
38
13,2%
54
18,1%
275
3,7%
8
3,2%
-
-
25LU
Alfa-college
10
11,6%
35
11,3%
49
8,1%
201
2,7%
16
4,8%
-
-
25LV
SG De Rooi Pannen
5
7,8%
19
14,5%
12
8,0%
169
3,1%
7
2,2%
-
-
25LW
Noorderpoort
10
14,3%
56
17,9%
66
7,1%
237
3,0%
20
5,1%
-
-
25LX
ROC West-Brabant
28
11,6%
90
17,3%
95
17,6%
433
4,5%
23
5,0%
-
-
25LZ
ROC Tilburg
11
14,1%
38
15,4%
59
21,7%
273
5,3%
12
4,2%
-
-
25MA
ROC Leiden
23
16,3%
57
19,1%
73
20,5%
452
7,5%
21
7,5%
-
-
25MB
Summa College
19
8,9%
66
17,1%
53
14,0%
408
4,6%
15
3,6%
-
-
25PJ
Deltion College
10
6,3%
40
13,6%
32
11,3%
372
4,2%
17
3,4%
-
-
25PL
ROC Leeuwenborgh
13
11,3%
16
15,1%
41
25,8%
209
4,3%
14
6,0%
-
-
25PM
ROC A12
12
20,0%
28
14,7%
22
7,6%
166
4,5%
6
3,2%
-
-
25PN
ROC Nijmegen eo
6
9,7%
17
13,0%
20
10,1%
221
3,9%
10
4,2%
-
-
25PT
ROC Horizon College
6
7,7%
60
15,7%
74
19,4%
300
3,7%
14
3,3%
-
-
25PU
ROC Arcus College
22
23,4%
45
24,6%
50
15,4%
255
5,9%
9
4,1%
-
-
25PV
Scalda
14
15,4%
27
16,1%
44
20,7%
263
4,0%
14
5,1%
-
-
25PW
ROC Drenthe College
10
20,4%
24
12,4%
34
11,6%
161
3,0%
6
3,1%
-
-
25PX
ROC Nova College
4
5,4%
51
16,1%
59
12,9%
329
4,4%
20
5,9%
-
-
25PZ
ROC van Amsterdam
43
13,3%
153
13,1%
218
11,9%
941
5,7%
64
6,8%
-
-
25RA
Regio College
6
16,2%
27
14,2%
29
11,1%
152
4,7%
12
8,0%
-
-
27DV
ROC AVENTUS
14
15,2%
44
14,4%
55
14,1%
298
4,4%
11
3,6%
-
-
27GZ
ROC Mondriaan
23
9,9%
109
12,8%
124
14,5%
556
5,6%
21
4,6%
-
-
27YU
ROC van Twente
14
8,8%
84
14,0%
64
9,6%
380
3,1%
23
4,2%
-
-
28DE
ROC de Leijgraaf
4
8,9%
23
16,2%
19
9,9%
118
3,2%
3
2,4%
-
-
30RM
Stichting ROC TOP
27
27,8%
81
20,5%
97
16,4%
129
6,0%
6
7,1%
-
-
30RN
MBO Utrecht
6
15,0%
29
22,8%
42
16,2%
154
5,8%
7
3,4%
-
-
30RR
MBO Amersfoort
16
22,5%
46
14,5%
48
12,5%
215
5,1%
6
3,5%
-
-
In deze tabel zijn mbo-instellingen met minder dan 70 deelnemers tot 23 jaar in 2014-2015 buiten beschouwing gelaten.
VOORLOPIGE CIJFERS | CONVENANTJAAR 2014-2015
19
4. Middelbaar beroepsonderwijs In dit hoofdstuk wordt aandacht besteed aan de resultaten van mbo-instellingen.10 Hierin zijn grote verschillen zichtbaar. Sociaaleconomische factoren kunnen van invloed zijn op het vsv-percentage van een mbo-instelling. In dit hoofdstuk wordt verder ingegaan op de normen binnen het mbo. Ook wordt verdiepende informatie gegeven over de vsv’ers, zoals het verblijfsjaar en het domein waarin zij uit zijn gevallen. Meer informatie over de individuele mbo-instellingen is te vinden op onze website www.vsvverkenner.nl.
4.1 Vsv in het mbo Het percentage vsv loopt binnen het mbo uiteen van 2,8% (Bbl 3) tot 34,2% (Bbl 1); Het grootste aantal vsv’ers (absoluut gezien) komt uit Bol 4 5713), het laagste aantal uit Examendeelnemer mbo-1 (85); Van de ROC’s hebben heeft Hoornbeeck College het laagste percentage vsv (1,3%), ROC TOP heeft met 10,1% het hoogste percentage vsv; Absoluut gezien heeft het ROC van Amsterdam de meeste vsv’ers (1.419);
Van de AOC’s heeft het AOC De Groene Welle het laagste percentage vsv (1,4%), met 4,9% heeft Terra het hoogste percentage vsv; Absoluut gezien heeft Helicon Opleidingen de meeste vsv’ers (182); Van de Vakinstellingen heeft de Leidsche Instrumentenmakersschool het laagste percentage vsv (0,9%), met 5,6% heeft SVO Opleidingen het hoogste percentage; Absoluut gezien heeft het STC de meeste vsv’ers (221).
Tabel 15: Nieuwe vsv’ers naar onderwijssoort in het mbo
Norm
Onderwijssoort
Deelnemers
Aantal vsv
% vsv
mbo niveau 1
Bol1
8.378
2.558
30,5%
Bbl1
1.184
405
34,2%
256
85
33,2%
Bol2
58.222
5.261
9,0%
Bbl2
20.620
1.802
8,7%
1.345
201
14,9%
Bol3
68.280
2.275
3,3%
Bol4
200.225
5.713
2,9%
Bbl3
20.631
571
2,8%
Bbl4
6.558
188
2,9%
Examenleerling
2.666
226
8,5%
Examenleerling mbo niveau 2
Examenleerling mbo niveau 3+4
10
Onder mbo-instellingen worden ROC's, AOC's en vakinstellingen verstaan.
20
VOORLOPIGE CIJFERS | CONVENANTJAAR 2014-2015
Toelichting figuur 10 Per ROC worden voor het middelbaar beroepsonderwijs drie dimensies getoond: de ROC’s zijn gesorteerd op aantal vsv in het mbo (de ROC met absoluut gezien het hoogste aantal vsv staat links), het vsv percentage en als laatste het aantal behaalde normen, nader gespecificeerd.
-- De ROC’s staan weergegeven op de horizontale as. -- Het vsv-percentage is terug te vinden op de linker verticale as en wordt weergegeven door de lijn. -- Het aantal behaalde normen is terug te vinden op de rechter -- verticale as en wordt weergegeven door de staaf. Per kleur wordt duidelijk welke norm precies is gehaald.
Figuur 10: Overzicht uitval in het mbo per ROC mbo niveau 1
mbo niveau 2
mbo niveau 3 + 4
vsv percentage
10%
3
vsv percentage mbo
8% 7%
2
6% 5% 4% 3%
1
2% 1%
RO
Cv a RO n Am CA s lbe terd a RO da Co m C M lle RO g o n CM dri e a idd en Zadk an N RO i C W eder ne lan est d -Br ID aban C t R olle RO OC L ge Cv eid Su an T en mm we a C nte oll e De Rijn I ge ltio Jss RO el n RO C No Colle Ko C Ho va Co ge nin r g W izon llege ille Coll eg m RO ROC I Col e l C RO Da V AVEN ege CG T i ild nci C US eO oll ple ege id RO inge No C Tilb n RO ord u C A erp rg RO rcus C oort CF rie ollege se Po o Sc rt a Sti L cht and lda st in MB g RO ede RO O Am C TO P Cv an ersfo Fle ort RO v CG Alf olan r RO aafsc a-col d C F hap leg e r RO ieslan Colle g CL d eeu Col e le RO w C N enb ge ijm org h RO M ege C D BO n eo ren Utr the ech Co t lle RO ge CA SG Regi 12 De o C oll R RO ooi P ege a Cd RO e L nnen CK eijg op R v N OC raaf T oo rd- er AA Ho Ho orn RO lland C b RO eeck Rivo C M Co r en llege so Alt ing
0%
0
aantal normen behaald in het mbo
9%
VOORLOPIGE CIJFERS | CONVENANTJAAR 2014-2015
21
Tabel 16: Nieuwe vsv’ers naar mbo-instelling gesorteerd op percentage vsv, in 2014-2015
2014-2015 Brin
Mbo-instelling
Hoofdvestiging in RMC-regio
09MR
Hoornbeeck College
Eem en Vallei
25LV
SG De Rooi Pannen
Midden-Brabant
14NZ
ROC Menso Alting
25LU
Deelnemers
Aantal vsv
% vsv
5.460
72
1,3%
6.407
212
3,3%
Centraal en Westelijk Groningen
623
21
3,4%
Alfa-college
Centraal en Westelijk Groningen
8.825
311
3,5%
08PG
ROC Friese Poort
Friesland Noord
10.416
371
3,6%
25PW
ROC Drenthe College
Zuid-Oost Drenthe
6.170
235
3,8%
01AA
Landstede
IJssel-Vecht
9.275
354
3,8%
25LG
ROC Friesland College
Friesland Noord
7.562
293
3,9%
27YU
ROC van Twente
Twente
14.366
565
3,9%
28DE
ROC de Leijgraaf
Noord-Oost-Brabant
4.243
167
3,9%
25LW
Noorderpoort
Oost-Groningen
9.738
389
4,0%
04EU
ROC Kop v Noord-Holland
Kop van Noord-Holland
2.466
100
4,1%
25PN
ROC Nijmegen eo
Arnhem/Nijmegen
6.588
274
4,2%
24ZZ
ROC Graafschap College
Achterhoek
7.013
294
4,2%
04FO
Koning Willem I College
Noord-Oost-Brabant
10.199
451
4,4%
25PJ
Deltion College
IJssel-Vecht
10.597
471
4,4%
25LT
ROC Gilde Opleidingen
Gewest Limburg-Noord
8.546
396
4,6%
25PT
ROC Horizon College
Noord-Kennemerland
9.659
454
4,7%
25PV
Scalda
Zeeuwsch-Vlaanderen
7.451
362
4,7%
25PM
ROC A12
Eem en Vallei
4.585
234
5,1%
25PX
ROC Nova College
West-Kennemerland
8.972
463
5,2%
27DV
ROC AVENTUS
Stedendriehoek
8.105
422
5,2%
25PL
ROC Leeuwenborgh
Gewest Zuid-Limburg
5.617
293
5,2%
25MB
Summa College
Zuidoost-Brabant
10.551
561
5,3%
04CY
ROC Rivor
Rivierenland
1.609
86
5,3%
25LX
ROC West-Brabant
West-Brabant
11.651
669
5,7%
25RA
Regio College
Agglomeratie Amsterdam
3.928
226
5,8%
25LJ
ROC Ter AA
Zuidoost-Brabant
2.649
157
5,9%
25LF
Rijn IJssel
Arnhem/Nijmegen
9.176
559
6,1%
30RR
MBO Amersfoort
Eem en Vallei
5.346
331
6,2%
25LZ
ROC Tilburg
Midden-Brabant
6.298
393
6,2%
25LH
ROC Midden Nederland
Utrecht
12.038
768
6,4%
25LP
Zadkine
Rijnmond
11.975
786
6,6%
27GZ
ROC Mondriaan
Haaglanden/Westlanden
12.577
833
6,6%
20MQ
ROC Da Vinci College
Zuid-Holland-Zuid
6.353
421
6,6%
25PZ
ROC van Amsterdam
Agglomeratie Amsterdam
21.316
1.419
6,7%
30RN
MBO Utrecht
Utrecht
3.508
238
6,8%
25PU
ROC Arcus College
Gewest Zuid-Limburg
00GT
ROC Albeda College
Rijnmond
25LN
ID College
25LR
ROC's
5301
381
7,2%
15.383
1.111
7,2%
Zuid-Holland-Oost
8.627
656
7,6%
ROC van Flevoland
Flevoland
4.226
322
7,6%
25MA
ROC Leiden
Zuid-Holland-Noord
7.324
626
8,6%
30RM
Stichting ROC TOP
Agglomeratie Amsterdam
3.355
340
10,1%
22
VOORLOPIGE CIJFERS | CONVENANTJAAR 2014-2015
2014-2015 Brin
Mbo-instelling
Hoofdvestiging in RMC-regio
13US
AOC De Groene Welle
25EF
Clusius College
01IC 12VI
Deelnemers
Aantal vsv
% vsv
IJssel-Vecht
1.103
15
1,36%
Noord-Kennemerland
1.479
44
2,97%
AOC Oost
Achterhoek
1.482
45
3,04%
Nordwin College
Friesland Noord
1.329
41
3,09%
21CY
AOC West Brabant
West-Brabant
994
34
3,42%
21CS
CITAVERDE College
Gewest Limburg-Noord
1.184
43
3,63%
25GV
AOC Groenhorst
Eem en Vallei
2.585
105
4,06%
26CC
Helicon
Noord-Oost-Brabant
4.303
182
4,23%
01OE
Wellantcollege
Utrecht
3.042
131
4,31%
11UL
Edudelta Onderwijsgroep
Oosterschelde Regio
652
29
4,45%
14YD
Lentiz
Rijnmond
1.072
48
4,48%
01NJ
Terra
Centraal en Westelijk Groningen
1.861
91
4,89%
02OV
Leidse Instr Makers Sch
Zuid-Holland-Noord
217
2
0,92%
02PN
CIBAP
IJssel-Vecht
1.443
23
1,59%
04NZ
SOMA College
Noordwest-Veluwe
747
15
2,01%
30BC
SiNTLUCAS
Zuidoost-Brabant
2.650
58
2,19%
23KG
Grafisch Lyceum Utrecht
Utrecht
1.847
55
2,98%
02PG
Hout en Meubileringscoll
Rijnmond
2.719
83
3,05%
23JA
Grafisch Lyceum R'dam
Rijnmond
3.667
150
4,09%
02PA
Mediacollege Amsterdam Ma
Agglomeratie Amsterdam
2.001
87
4,35%
05EA
STC
Rijnmond
4.679
221
4,72%
02PK
Nimeto SGM v Mbo Kmbo
Utrecht
1.313
63
4,80%
17WH
SVO Opleidingen
Utrecht
1.155
65
5,63%
ROC's
Vakinstellingen
VOORLOPIGE CIJFERS | CONVENANTJAAR 2014-2015
23
4.2 Normen in het mbo De prestatiesubsidie over schooljaar 2012-2013 tot en met 2014-.. 2015 wordt voor het mbo berekend op basis van een procentuelenorm in plaats van toekenning op basis van reductie van absolute aantallen vsv’ers. Door gebruik van de procentuele normen wordt rekening gehouden met groei en krimp van scholen en het werken met de normen draagt eraan bij dat scholen die nauwelijks nog vsv’ers kunnen verminderen het aantal vsv’ers laag houden. De prestatiesubsidies worden berekend op basis van drie procentuele normen (waarmee het aantal vsv’ers t.o.v. het aantal deelnemers wordt uitgedrukt): mbo 1, mbo 2 en mbo 3 en 4. De norm zegt tot welk maximaal percentage de uitval in het betreffende jaar en niveau moet zijn teruggedrongen.
Figuur 11: Behaalde normen door de mbo's in 2014-2015
10,4% 23,9%
29,9%
0 normen 1 norm 2 normen 3 normen
35,8%
De voorlopige cijfers worden hier vergeleken met de normen. Er wordt aangegeven op basis van de voorlopige cijfers of de normen zouden zijn gehaald. Pas als de definitieve cijfers bekend worden gemaakt staat vast hoeveel normen er zijn gehaald. Het gemiddelde percentage vsv op het mbo-1 is 31,05%, op het mbo-2 is het 9,06% en voor het mbo-3 en mbo-4 is het 3,01%; Dit jaar heeft 23,9% van de mbo-instellingen geen normen gehaald; Dit jaar heeft 35,8% van de mbo-instellingen één norm gehaald; Dit jaar heeft 29,9% van de mbo-instellingen twee normen gehaald; Dit jaar heeft 10,4% van de mbo-instellingen alle normen gehaald. Tabel 17: Normen voor het mbo, 2012 tot en met 2015
Mbo 1
Mbo 2
Mbo 3 en 4
12-13
32,50%
13,50%
4,25%
13-14
27,50%
11,50%
3,50%
14-15
22,50%
10,00%
2,75%
Tabel 18: Nieuwe vsv’ers naar onderwijssoort in 2014-2015
2012-2013
2013-2014
2014-2015
Mbo niveau 1
mbo 1
mbo 1
norm
32,50%
27,50%
22,50%
realisatie
29,03%
32,58%
31,05%
Mbo niveau 2
mbo 2
norm
13,50%
11,50%
10,00%
mbo 2
realisatie
10,49%
9,61%
9,06%
Mbo niveau 3 en 4
mbo 3 en 4
norm
4,25%
3,50%
2,75%
mbo 3 en 4
realisatie
3,29%
3,01%
3,01%
24
VOORLOPIGE CIJFERS | CONVENANTJAAR 2014-2015
Tabel 19: Nieuwe vsv’ers naar niveau in het mbo in 2014-2015, afgezet tegen de percentuele norm voor de schooljaren 2013-2014 en 2014-2015 gesorteerd op brin
2014-2015 Brin
Instelling
Niveau
00GT
ROC Albeda College
mbo niveau 1
00GT
ROC Albeda College
mbo niveau 2
00GT
ROC Albeda College
mbo niveau 3+4
01AA
Landstede
01AA
Deelnemers
Aantal vsv
% vsv
norm 2014-2015
830
255
30,72%
22,5%
3.867
409
10,58%
10,0%
10.686
447
4,18%
2,75%
mbo niveau 1
247
66
26,72%
22,5%
Landstede
mbo niveau 2
1.657
113
6,82%
10,0%
01AA
Landstede
mbo niveau 3+4
7.371
175
2,37%
2,75%
01IC
AOC Oost
mbo niveau 1
11
2
18,18%
22,5%
01IC
AOC Oost
mbo niveau 2
329
21
6,38%
10,0%
01IC
AOC Oost
mbo niveau 3+4
1.142
22
1,93%
2,75%
01NJ
Terra
mbo niveau 1
70
25
35,71%
22,5%
01NJ
Terra
mbo niveau 2
492
29
5,89%
10,0%
01NJ
Terra
mbo niveau 3+4
1.299
37
2,85%
2,75%
01OE
Wellantcollege
mbo niveau 1
28
8
28,57%
22,5%
01OE
Wellantcollege
mbo niveau 2
653
55
8,42%
10,0%
01OE
Wellantcollege
mbo niveau 3+4
2.361
68
2,88%
2,75%
02OV
Leidse Instr Makers Sch
mbo niveau 3+4
217
2
0,92%
2,75%
02PA
Mediacollege Amsterdam Ma
mbo niveau 2
126
7
5,56%
10,0%
02PA
Mediacollege Amsterdam Ma
mbo niveau 3+4
1.875
80
4,27%
2,75%
02PG
Hout en Meubileringscoll
mbo niveau 2
295
31
10,51%
10,0%
02PG
Hout en Meubileringscoll
mbo niveau 3+4
2.424
52
2,15%
2,75%
02PK
Nimeto SGM v Mbo Kmbo
mbo niveau 1
18
7
38,89%
22,5%
02PK
Nimeto SGM v Mbo Kmbo
mbo niveau 2
270
36
13,33%
10,0%
02PK
Nimeto SGM v Mbo Kmbo
mbo niveau 3+4
1.025
20
1,95%
2,75%
02PN
CIBAP
mbo niveau 2
106
4
3,77%
10,0%
02PN
CIBAP
mbo niveau 3+4
1.337
19
1,42%
2,75%
04CY
ROC Rivor
mbo niveau 1
58
20
34,48%
22,5%
04CY
ROC Rivor
mbo niveau 2
485
37
7,63%
10,0%
04CY
ROC Rivor
mbo niveau 3+4
1.066
29
2,72%
2,75%
04EU
ROC Kop v Noord-Holland
mbo niveau 1
31
12
38,71%
22,5%
04EU
ROC Kop v Noord-Holland
mbo niveau 2
741
47
6,34%
10,0%
04EU
ROC Kop v Noord-Holland
mbo niveau 3+4
1.694
41
2,42%
2,75%
04FO
Koning Willem I College
mbo niveau 1
150
60
40,00%
22,5%
04FO
Koning Willem I College
mbo niveau 2
1.820
139
7,64%
10,0%
04FO
Koning Willem I College
mbo niveau 3+4
8.229
252
3,06%
2,75%
04NZ
SOMA College
mbo niveau 2
50
3
6,00%
10,0%
04NZ
SOMA College
mbo niveau 3+4
697
12
1,72%
2,75%
05EA
STC
mbo niveau 1
54
15
27,78%
22,5%
05EA
STC
mbo niveau 2
959
132
13,76%
10,0%
05EA
STC
mbo niveau 3+4
3.666
74
2,02%
2,75%
08PG
ROC Friese Poort
mbo niveau 1
239
48
20,08%
22,5%
08PG
ROC Friese Poort
mbo niveau 2
2.236
154
6,89%
10,0%
08PG
ROC Friese Poort
mbo niveau 3+4
7.941
169
2,13%
2,75%
09MR
Hoornbeeck College
mbo niveau 1
4
0
0,00%
22,5%
09MR
Hoornbeeck College
mbo niveau 2
648
14
2,16%
10,0%
09MR
Hoornbeeck College
mbo niveau 3+4
4.808
58
1,21%
2,75%
11UL
Edudelta Onderwijsgroep
mbo niveau 1
10
4
40,00%
22,5%
11UL
Edudelta Onderwijsgroep
mbo niveau 2
168
15
8,93%
10,0%
11UL
Edudelta Onderwijsgroep
mbo niveau 3+4
474
10
2,11%
2,75%
VOORLOPIGE CIJFERS | CONVENANTJAAR 2014-2015
2014-2015
25
Deelnemers
Brin
Instelling
Niveau
12VI
Nordwin College
mbo niveau 1
55
Aantal vsv 13
% vsv 23,64%
norm 2014-2015 22,5%
12VI
Nordwin College
mbo niveau 2
268
10
3,73%
10,0%
12VI
Nordwin College
mbo niveau 3+4
1.006
18
1,79%
2,75%
13US
AOC De Groene Welle
mbo niveau 1
5
0
0,00%
22,5%
13US
AOC De Groene Welle
mbo niveau 2
211
6
2,84%
10,0%
13US
AOC De Groene Welle
mbo niveau 3+4
887
9
1,01%
2,75%
14NZ
ROC Menso Alting
mbo niveau 2
54
6
11,11%
10,0%
14NZ
ROC Menso Alting
mbo niveau 3+4
569
15
2,64%
2,75%
14YD
Lentiz
mbo niveau 1
44
10
22,73%
22,5%
14YD
Lentiz
mbo niveau 2
214
20
9,35%
10,0%
14YD
Lentiz
mbo niveau 3+4
814
18
2,21%
2,75%
17WH
SVO Opleidingen
mbo niveau 1
1
0
0,00%
22,5%
17WH
SVO Opleidingen
mbo niveau 3+4
402
6
1,49%
2,75%
17WH
SVO Opleidingen
mbo niveau 2
752
59
7,85%
10,0%
20MQ
ROC Da Vinci College
mbo niveau 1
237
74
31,22%
22,5%
20MQ
ROC Da Vinci College
mbo niveau 2
1.794
193
10,76%
10,0%
20MQ
ROC Da Vinci College
mbo niveau 3+4
4.322
154
3,56%
2,75%
21CS
CITAVERDE College
mbo niveau 1
6
0
0,00%
22,5%
21CS
CITAVERDE College
mbo niveau 2
217
20
9,22%
10,0%
21CS
CITAVERDE College
mbo niveau 3+4
961
23
2,39%
2,75%
21CY
AOC West Brabant
mbo niveau 1
1
1
100,00%
22,5%
21CY
AOC West Brabant
mbo niveau 2
172
17
9,88%
10,0%
21CY
AOC West Brabant
mbo niveau 3+4
821
16
1,95%
2,75%
23JA
Grafisch Lyceum R'dam
mbo niveau 2
113
10
8,85%
10,0%
23JA
Grafisch Lyceum R'dam
mbo niveau 3+4
3.554
140
3,94%
2,75%
23KG
Grafisch Lyceum Utrecht
mbo niveau 2
23KG
Grafisch Lyceum Utrecht
mbo niveau 3+4
24ZZ
ROC Graafschap College
24ZZ
90
9
10,00%
10,0%
1.757
46
2,62%
2,75%
mbo niveau 1
98
32
32,65%
22,5%
ROC Graafschap College
mbo niveau 2
1.516
109
7,19%
10,0%
24ZZ
ROC Graafschap College
mbo niveau 3+4
5.399
153
2,83%
2,75%
25EF
Clusius College
mbo niveau 1
14
5
35,71%
22,5%
25EF
Clusius College
mbo niveau 2
25EF
Clusius College
mbo niveau 3+4
25GV
AOC Groenhorst
25GV
276
16
5,80%
10,0%
1.189
23
1,93%
2,75%
mbo niveau 1
8
5
62,50%
22,5%
AOC Groenhorst
mbo niveau 2
390
29
7,44%
10,0%
25GV
AOC Groenhorst
mbo niveau 3+4
2.187
71
3,25%
2,75%
25LF
Rijn IJssel
mbo niveau 1
203
78
38,42%
22,5%
25LF
Rijn IJssel
mbo niveau 2
1.546
157
10,16%
10,0%
25LF
Rijn IJssel
mbo niveau 3+4
7.427
324
4,36%
2,75%
25LG
ROC Friesland College
mbo niveau 1
222
44
19,82%
22,5%
25LG
ROC Friesland College
mbo niveau 2
1.401
114
8,14%
10,0%
25LG
ROC Friesland College
mbo niveau 3+4
5.939
135
2,27%
2,75%
25LH
ROC Midden Nederland
mbo niveau 1
305
86
28,20%
22,5%
25LH
ROC Midden Nederland
mbo niveau 2
2.655
293
11,04%
10,0%
25LH
ROC Midden Nederland
mbo niveau 3+4
9.078
389
4,29%
2,75%
25LJ
ROC Ter AA
mbo niveau 1
46
17
36,96%
22,5%
25LJ
ROC Ter AA
mbo niveau 2
25LJ
ROC Ter AA
mbo niveau 3+4
25LN
ID College
mbo niveau 1
696
81
11,64%
10,0%
1.907
59
3,09%
2,75%
356
124
34,83%
22,5%
26
VOORLOPIGE CIJFERS | CONVENANTJAAR 2014-2015
2014-2015
Deelnemers
Aantal vsv
Brin
Instelling
Niveau
25LN
ID College
mbo niveau 2
1.786
200
% vsv 11,20%
norm 2014-2015 10,0%
25LN
ID College
mbo niveau 3+4
6.485
332
5,12%
2,75%
25LP
Zadkine
mbo niveau 1
336
118
35,12%
22,5%
25LP
Zadkine
mbo niveau 2
2.543
268
10,54%
10,0%
25LP
Zadkine
mbo niveau 3+4
9.096
400
4,40%
2,75%
25LR
ROC van Flevoland
mbo niveau 1
146
40
27,40%
22,5%
25LR
ROC van Flevoland
mbo niveau 2
25LR
ROC van Flevoland
mbo niveau 3+4
25LT
ROC Gilde Opleidingen
25LT
991
117
11,81%
10,0%
3.089
165
5,34%
2,75%
mbo niveau 1
119
41
34,45%
22,5%
ROC Gilde Opleidingen
mbo niveau 2
1.573
148
9,41%
10,0%
25LT
ROC Gilde Opleidingen
mbo niveau 3+4
6.854
207
3,02%
2,75%
25LU
Alfa-college
mbo niveau 1
221
56
25,34%
22,5%
25LU
Alfa-college
mbo niveau 2
1.983
104
5,24%
10,0%
25LU
Alfa-college
mbo niveau 3+4
6.621
151
2,28%
2,75%
25LV
SG De Rooi Pannen
mbo niveau 1
51
13
25,49%
22,5%
25LV
SG De Rooi Pannen
mbo niveau 2
888
59
6,64%
10,0%
25LV
SG De Rooi Pannen
mbo niveau 3+4
5.468
140
2,56%
2,75%
25LW
Noorderpoort
mbo niveau 1
208
65
31,25%
22,5%
25LW
Noorderpoort
mbo niveau 2
1.984
151
7,61%
10,0%
25LW
Noorderpoort
mbo niveau 3+4
7.546
173
2,29%
2,75%
25LX
ROC West-Brabant
mbo niveau 1
426
141
33,10%
22,5%
25LX
ROC West-Brabant
mbo niveau 2
2.535
241
9,51%
10,0%
25LX
ROC West-Brabant
mbo niveau 3+4
8.690
287
3,30%
2,75%
25LZ
ROC Tilburg
mbo niveau 1
188
63
33,51%
22,5%
25LZ
ROC Tilburg
mbo niveau 2
1.624
170
10,47%
10,0%
25LZ
ROC Tilburg
mbo niveau 3+4
4.486
160
3,57%
2,75%
25MA
ROC Leiden
mbo niveau 1
191
62
32,46%
22,5%
25MA
ROC Leiden
mbo niveau 2
1.728
292
16,90%
10,0%
25MA
ROC Leiden
mbo niveau 3+4
5.405
272
5,03%
2,75%
25MB
Summa College
mbo niveau 1
216
85
39,35%
22,5%
25MB
Summa College
mbo niveau 2
1.716
178
10,37%
10,0%
25MB
Summa College
mbo niveau 3+4
8.619
298
3,46%
2,75%
25PJ
Deltion College
mbo niveau 1
102
26
25,49%
22,5%
25PJ
Deltion College
mbo niveau 2
1.779
155
8,71%
10,0%
25PJ
Deltion College
mbo niveau 3+4
8.716
290
3,33%
2,75%
25PL
ROC Leeuwenborgh
mbo niveau 1
104
39
37,50%
22,5%
25PL
ROC Leeuwenborgh
mbo niveau 2
745
71
9,53%
10,0%
25PL
ROC Leeuwenborgh
mbo niveau 3+4
4.768
183
3,84%
2,75%
25PM
ROC A12
mbo niveau 1
74
21
28,38%
22,5%
25PM
ROC A12
mbo niveau 2
1.001
91
9,09%
10,0%
25PM
ROC A12
mbo niveau 3+4
3.510
122
3,48%
2,75%
25PN
ROC Nijmegen eo
mbo niveau 1
100
24
24,00%
22,5%
25PN
ROC Nijmegen eo
mbo niveau 2
1.127
107
9,49%
10,0%
25PN
ROC Nijmegen eo
mbo niveau 3+4
5.361
143
2,67%
2,75%
25PT
ROC Horizon College
mbo niveau 1
309
97
31,39%
22,5%
25PT
ROC Horizon College
mbo niveau 2
2.418
190
7,86%
10,0%
25PT
ROC Horizon College
mbo niveau 3+4
6.932
167
2,41%
2,75%
25PU
ROC Arcus College
mbo niveau 1
163
59
36,20%
22,5%
25PU
ROC Arcus College
mbo niveau 2
1.208
149
12,33%
10,0%
25PU
ROC Arcus College
mbo niveau 3+4
3.930
173
4,40%
2,75%
VOORLOPIGE CIJFERS | CONVENANTJAAR 2014-2015
2014-2015
27
Deelnemers
Aantal vsv
Brin
Instelling
Niveau
25PV
Scalda
mbo niveau 1
151
44
% vsv 29,14%
norm 2014-2015 22,5%
25PV
Scalda
mbo niveau 2
1.249
128
10,25%
10,0%
25PV
Scalda
mbo niveau 3+4
6.051
190
3,14%
2,75%
25PW
ROC Drenthe College
mbo niveau 1
116
33
28,45%
22,5%
25PW
ROC Drenthe College
mbo niveau 2
1.443
97
6,72%
10,0%
25PW
ROC Drenthe College
mbo niveau 3+4
4.611
105
2,28%
2,75%
25PX
ROC Nova College
mbo niveau 1
221
65
29,41%
22,5%
25PX
ROC Nova College
mbo niveau 2
1.638
132
8,06%
10,0%
25PX
ROC Nova College
mbo niveau 3+4
7.113
266
3,74%
2,75%
25PZ
ROC van Amsterdam
mbo niveau 1
611
188
30,77%
22,5%
25PZ
ROC van Amsterdam
mbo niveau 2
4.457
452
10,14%
10,0%
25PZ
ROC van Amsterdam
mbo niveau 3+4
16.248
779
4,79%
2,75%
25RA
Regio College
mbo niveau 1
125
33
26,40%
22,5%
25RA
Regio College
mbo niveau 2
998
95
9,52%
10,0%
25RA
Regio College
mbo niveau 3+4
2.805
98
3,49%
2,75%
26CC
Helicon
mbo niveau 1
23
13
56,52%
22,5%
26CC
Helicon
mbo niveau 2
524
41
7,82%
10,0%
26CC
Helicon
mbo niveau 3+4
3.756
128
3,41%
2,75%
27DV
ROC AVENTUS
mbo niveau 1
201
54
26,87%
22,5%
27DV
ROC AVENTUS
mbo niveau 2
1.632
136
8,33%
10,0%
27DV
ROC AVENTUS
mbo niveau 3+4
6.272
232
3,70%
2,75%
27GZ
ROC Mondriaan
mbo niveau 1
456
119
26,10%
22,5%
27GZ
ROC Mondriaan
mbo niveau 2
3.191
313
9,81%
10,0%
27GZ
ROC Mondriaan
mbo niveau 3+4
8.930
401
4,49%
2,75%
27YU
ROC van Twente
mbo niveau 1
284
73
25,70%
22,5%
27YU
ROC van Twente
mbo niveau 2
3.190
245
7,68%
10,0%
27YU
ROC van Twente
mbo niveau 3+4
10.892
247
2,27%
2,75%
28DE
ROC de Leijgraaf
mbo niveau 1
64
19
29,69%
22,5%
28DE
ROC de Leijgraaf
mbo niveau 2
28DE
ROC de Leijgraaf
mbo niveau 3+4
30BC
SiNTLUCAS
mbo niveau 2
30BC
SiNTLUCAS
mbo niveau 3+4
30RM
Stichting ROC TOP
mbo niveau 1
30RM
Stichting ROC TOP
mbo niveau 2
30RM
Stichting ROC TOP
mbo niveau 3+4
30RN
MBO Utrecht
30RN
919
76
8,27%
10,0%
3.260
72
2,21%
2,75%
23
1
4,35%
10,0%
2.627
57
2,17%
2,75%
286
99
34,62%
22,5%
710
125
17,61%
10,0%
2.359
116
4,92%
2,75%
mbo niveau 1
100
38
38,00%
22,5%
MBO Utrecht
mbo niveau 2
394
54
13,71%
10,0%
30RN
MBO Utrecht
mbo niveau 3+4
3.014
146
4,84%
2,75%
30RR
MBO Amersfoort
mbo niveau 1
157
60
38,22%
22,5%
30RR
MBO Amersfoort
mbo niveau 2
1.564
135
8,63%
10,0%
30RR
MBO Amersfoort
mbo niveau 3+4
3.625
136
3,75%
2,75%
28
VOORLOPIGE CIJFERS | CONVENANTJAAR 2014-2015
4.2.1 Normen naar RMC-regio
Het percentage vsv in het mbo-1 ligt het hoogst in Kop van Noord-Holland (40,6%), het percentage ligt het laagst in Zuid-West Friesland (18,9%);
Het percentage vsv in het mbo-2 is het hoogst in ZeeuwschVlaanderen (12,6%) en het laagst in Zuid-West Friesland (4,9%); Het percentage vsv in het mbo-3 en mbo-4 is het hoogst in Haaglanden/Westlanden (4,7%) en het laagst in Zuid-West Friesland (1,9%).
Tabel 20: RMC-regio’s, nieuwe vsv’ers naar niveau in 2014-2015
2014-2015 RMC -regio’s
Aantal vsv mbo 1
% vsv mbo 1
Aantal vsv mbo 2
1
Oost-Groningen
36
29,0%
2
Noord-Groningen-Eemsmond
14
3
Centraal en Westelijk Groningen
60
4
Friesland Noord
5 6
% vsv mbo 2
Aantal vsv mbo 3/4
69
6,44%
21,5%
36
29,0%
120
44
22,4%
Zuid-West Friesland
20
Friesland-Oost
37
7
Noord- en Midden Drenthe
8 9
% vsv mbo 3/4 64
2,08%
5,98%
41
2,03%
8,32%
151
2,68%
119
8,25%
118
2,10%
18,9%
39
4,94%
65
1,90%
20,8%
106
7,64%
116
2,10%
26
24,1%
52
5,31%
86
2,24%
Zuid-Oost Drenthe
24
38,1%
62
6,01%
90
2,57%
Zuid-West Drenthe
17
37,8%
50
6,69%
80
3,10%
10
IJssel-Vecht
52
32,3%
170
7,62%
235
2,47%
11
Stedendriehoek
54
23,7%
151
7,66%
318
3,92%
12
Twente
79
26,1%
259
7,57%
283
2,19%
13
Achterhoek
32
32,3%
121
7,11%
169
2,54%
14
Arnhem/Nijmegen
111
36,8%
271
10,24%
437
3,77%
15
Rivierenland
35
32,7%
107
8,72%
127
2,68%
16
Eem en Vallei
68
34,5%
244
8,27%
362
3,25%
17
Noordwest-Veluwe
18
21,4%
75
7,01%
99
2,44%
18
Flevoland
91
29,0%
213
9,16%
345
4,03%
19
Utrecht
125
32,4%
345
11,02%
444
3,72%
20
Gooi en Vechtstreek
21
Agglomeratie Amsterdam
22
17
22,4%
66
7,88%
131
4,17%
273
30,3%
598
10,66%
908
4,69%
West-Friesland
33
27,0%
104
8,55%
92
2,40%
23
Kop van Noord-Holland
26
40,6%
65
6,20%
67
2,04%
24
Noord-Kennemerland
47
35,1%
99
7,85%
149
3,33%
25
West-Kennemerland
73
30,7%
132
9,37%
235
4,13%
26
Zuid-Holland-Noord
69
40,4%
180
11,87%
241
4,17%
27
Zuid-Holland-Oost
53
30,3%
170
10,40%
237
3,58%
28
Haaglanden/Westlanden
182
27,0%
515
11,51%
695
4,71%
29
Rijnmond
383
31,4%
800
11,47%
899
3,93%
30
Zuid-Holland-Zuid
93
32,9%
253
9,38%
276
2,97%
31
Oosterschelde Regio
15
19,5%
57
7,63%
96
2,83%
32
Walcheren
18
29,5%
40
8,08%
68
3,26%
33
Zeeuwsch-Vlaanderen
21
38,2%
50
12,63%
36
2,09%
34
West-Brabant
135
32,7%
278
9,46%
394
3,29%
35
Midden-Brabant
81
31,9%
191
10,80%
241
3,57%
36
Noord-Oost-Brabant
92
39,1%
230
8,21%
331
2,66%
37
Zuidoost-Brabant
100
38,5%
264
9,38%
431
3,26%
38
Gewest Limburg-Noord
48
31,6%
178
8,90%
283
2,87%
39
Gewest Zuid-Limburg
98
37,0%
240
11,62%
366
4,13%
De percentages die in het rood worden weergegeven liggen boven de nomen die voor de mbo-instellingen gelden: De normen voor 2014-2015 zijn 22,5% voor mbo1, 10% voor mbo2 en 2,75% voor mbo 3 en 4.
VOORLOPIGE CIJFERS | CONVENANTJAAR 2014-2015
4.3 Verblijfsjaar en domeinen In onderstaande tabellen wordt ingegaan op het verblijfsjaar en het domein waarin de jongeren zijn uitgevallen. De uitval in het eerste verblijfsjaar is 5,5%, 6,3% in het tweede verblijfsjaar en 4,5% in het derde verblijfsjaar;
29
Absoluut gezien komen de meeste vsv’ers uit domein Zorg en welzijn (3.054 vsv’ers); Het vsv-percentage is het hoogste in het domein Handel- en ondernemersschap (7,0%); Het vsv-percentage is het laagste in het domein Ambacht, laboratorium en gezondheidstechniek (3,1%).
Tabel 21: Nieuwe vsv’ers naar verblijfsjaar in het mbo in 2014-2015
Deelnemers
Vsv
% vsv
Verblijfsjaar 1
110.632
6.107
5,5%
verblijfsjaar 2
103.354
6.485
6,3%
verblijfsjaar 3
85.831
3.842
4,5%
Verblijfsjaar 4
56.761
1.924
3,4%
Verblijfsjaar 5
25.084
763
3,0%
Verblijfsjaar 6
6.637
162
2,4%
Verblijfsjaar 7
65
2
3,1%
Verblijfsjaar 8
1
0
0,0%
Tabel 22: Nieuwe vsv’ers naar niveau en verblijfsjaar 2014-2015
Mbo niveau 1 verblijfsjaar
deelnemers
vsv
verblijfsjaar 1
7.046
verblijfsjaar 2
2.030
Mbo niveau 2 vsv%
deelnemers
1.809
25,7%
27.702
897
44,2%
30.087
vsv
Mbo niveau 3 en 4 vsv%
deelnemers
vsv
vsv%
1.908
6,9%
75.884
2.390
3,1%
2.712
9,0%
71.237
2.876
4,0%
verblijfsjaar 3
538
257
47,8%
14.038
1.641
11,7%
71.255
1.944
2,7%
verblijfsjaar 4
165
69
41,8%
5.977
745
12,5%
50.619
1.110
2,2%
verblijfsjaar 5
35
13
37,1%
2.020
220
10,9%
23.029
530
2,3%
verblijfsjaar 6
3
3
100,0%
355
36
10,1%
6.279
123
2,0%
verblijfsjaar 7
1
0
0,0%
8
2
25,0%
56
0
0,0%
verblijfsjaar 8
0
0
-
0
0
-
1
0
0,0%
30
VOORLOPIGE CIJFERS | CONVENANTJAAR 2014-2015
Tabel 23: Nieuwe vsv’ers naar domein in 2014-2015
Domeinnaam Afbouw, hout en onderhoud Ambacht, laboratorium en gezondheidstechniek
Deelnemers
Aantal vsv
% vsv
6.191
348
5,6%
5.333
163
3,1%
Bouw en infra
10.435
419
4,0%
Economie en administratie
44.406
2.019
4,5%
Handel en ondernemerschap
32.731
2.288
7,0%
Horeca en bakkerij
24.318
1.516
6,2%
Informatie en communicatietechnologie
15.902
772
4,9%
Media en vormgeving
22.367
797
3,6%
Mobiliteit en voertuigen
12.783
786
6,1%
Techniek en procesindustrie
2.8739
1.067
3,7%
Toerisme en recreatie
11.403
366
3,2%
Transport, scheepvaart en logistiek
13.909
742
5,3%
Uiterlijke verzorging
12.467
512
4,1%
Veiligheid en sport
27.951
1.231
4,4%
Voedsel, natuur en leefomgeving
681
32
4,7%
Voedsel, natuur en leefomgeving (EL&I)
21.490
717
3,3%
Zorg en welzijn
89.352
3.054
3,4%
7.907
2.456
31,1%
niet toebedeeld aan Opleidingsdomeinen
Tabel 24: Nieuwe vsv’ers naar domein en niveau in 2014-2015
Mbo niveau 1 Domeinnaam Afbouw, hout en onderhoud Ambacht, laboratorium en gezondheidstechniek Bouw en infra Economie en administratie
Deelnemers
Aantal vsv
134
Mbo niveau 2 % vsv
Deelnemers
Aantal vsv
39
29,1%
2.681
0
0
-
141
41
0
0
Mbo niveau 3 en 4 % vsv
Deelnemers
Aantal vsv
% vsv
248
9,3%
3.376
61
1,8%
80
11
13,8%
5.253
152
2,9%
29,1%
3.158
237
7,5%
7.136
141
2,0%
-
5.127
517
10,1%
39.279
1.502
3,8%
Handel en ondernemerschap
314
96
30,6%
8.165
993
12,2%
24.252
1.199
4,9%
Horeca en bakkerij
443
150
33,9%
8.181
895
10,9%
15.694
471
3,0%
0
0
-
2.288
254
11,1%
13.614
518
3,8%
Informatie en communicatietechnologie Media en vormgeving
0
0
-
1.310
102
7,8%
21.057
695
3,3%
Mobiliteit en voertuigen
153
50
32,7%
5.538
566
10,2%
7.092
170
2,4%
Techniek en procesindustrie
129
25
0,2%
9.029
690
7,6%
19.581
352
1,8%
0
0
-
1.063
96
9,0%
10.340
270
2,6%
107
43
0,4%
4.267
452
10,6%
9.535
247
2,6%
0
0
-
4.208
283
6,7%
8.259
229
2,8%
13
3
23,1%
8.889
705
7,9%
19.049
523
2,7%
Toerisme en recreatie Transport, scheepvaart en logistiek Uiterlijke verzorging Veiligheid en sport Voedsel, natuur en leefomgeving Voedsel, natuur en leefomgeving (EL&I) Zorg en welzijn niet toebedeeld aan Opleidingsdomeinen
1
0
0,0%
507
32
6,3%
173
0
0,0%
69
21
30,4%
4.121
295
7,2%
17.300
401
2,3%
407
124
30,5%
11.575
888
7,7%
77.370
2.042
2,6%
7.907
2.456
31,1%
0
0
-
0
0
-
VOORLOPIGE CIJFERS | CONVENANTJAAR 2014-2015
31
5. Achtergrondkenmerken In dit hoofdstuk worden de belangrijkste achtergrondkenmerken weergegeven van vsv’ers op basis van de cijfers op landelijk niveau. Er wordt aandacht besteed aan de leeftijd, de verschillen in geslacht, de etniciteit en de relatie tussen vsv en criminaliteit.
5.1 Leeftijd
Tabel 25: Nieuwe vsv’ers naar leeftijd in 2014-2015
Het grootste aandeel in de groep vsv’ers hebben de jongeren vanaf 18 jaar: 87%; 13% van de groep vsv’ers is jonger dan 18 jaar; Absoluut gezien zijn de meeste vsv’ers 18 jaar (7.584 vsv’ers); Het percentage vsv’ers onder het aantal leerlingen is onder de 22-jarigen het hoogst (5,4%) en bij de groep jonger dan 14 het laagst (0,1%).
Figuur 12: Verdeling aantal nieuwe vsv’ers naar leeftijd in 2014-2015 1%1%1% 7% 3% 10%
7%
16%
31%
13 of jonger 14 jr 15 jr 16 jr 17 jr 18 jr 19 jr 20 jr 21 jr 22 jr
Leeftijd
2014-2015
Deelnemers
Aantal vsv
% vsv
1.335.965
25.969
1,9%
13 of jonger
172.787
174
0,1%
14 jr
189.662
238
0,1%
15 jr
190.583
282
0,1%
16 jr
186.679
748
0,4%
17 jr
181.403
1.733
1,0%
18 jr
157.708
7.584
4,8%
19 jr
106.426
5.521
5,2%
20 jr
76.829
3.913
5,1%
21 jr
50.786
2.507
4,9%
22 jr
32.482
1.751
5,4%
18-
921.114
3.175
0,3%
18+
424.231
21.276
5,0%
Totaal
23%
Figuur 13: Nieuwe vsv’ers naar leeftijd in 2014-2015 0,0%
1,0%
2,0%
3,0%
4,0%
5,0%
6,0%
13 of jonger 14 jr 15 jr 16 jr 17 jr 18 jr 19 jr 20 jr 21 jr 22 jr
1818+
vsv%
32
VOORLOPIGE CIJFERS | CONVENANTJAAR 2014-2015
5.2 Verschil man/vrouw en etniciteit10
5.3 Werkloosheid
Van de vsv’ers is 37,3% vrouw en 62,7% man; Het percentage vsv ligt hoger bij de mannen (2,2%) dan bij de vrouwen (1,4%); Met 3,5% is het percentage vsv het hoogste onder niet-westerse allochtonen. Absoluut gezien zijn de meeste vsv’ers autochtoon (14.266 vsv’ers); Van de deelnemers die eerste generatie allochtoon zijn valt 5,8% procent uit. Dit percentage is 2,8 procent onder de groep tweede generatie allochtonen.
De jeugdwerkloosheid onder 15-23 jarigen met en zonder startkwalificatie is in 2014 gedaald. Jongeren zonder startkwalificatie zijn vaker werkloos. De werkloosheid onder jongeren met startkwalificatie bedroeg in 2014 9,9% en onder jongeren zonder startkwalificatie 19,1%. Vrouwen zonder startkwalificatie waren in 2014 vaker werkloos (24,1%) dan mannen zonder startkwalificatie (16,2%).
Tabel 26: Nieuwe vsv’ers naar geslacht in 2014-2015
Geslacht
Deelnemers
Aantal vsv
% vsv
Mannen
683.194
15.336
2,2%
Vrouwen
662.151
9.115
1,4%
Etniciteit
Deelnemers
Aantal vsv
% vsv
Autochtoon
1.042.127
14.266
1,4%
Tabel 27: Nieuwe vsv’ers naar etniciteit in 2014-2015
Westerse allochtoon
81.791
2.133
2,6%
22.0236
7.744
3,5%
1.191
308
25,9%
Deelnemers
Aantal vsv
% vsv
1e generatie allochtoon
51.009
2.964
5,8%
2e generatie allochtoon
251.018
6.913
2,8%
1.191
308
25,9%
Niet-westerse allochtoon Onbekend
Tabel 28: Nieuwe vsv’ers naar generatie 2014-2015
Generatie
Herkomst onbekend
Figuur 14: Percentage jeugdwerkloosheid van 15-23 jarigen naar startkwalificatie van 2008-2014. Bron: CBS, EBB 2008-201411
Figuur 15: Percentage jeugdwerkloosheid 15-23 jarigen naar geslacht van 2008-2014 Bron: CBS, EBB 2008-2014 Mannen zonder startkwalificatie (15 tot 23 jaar) Vrouwen zonder startkwalificatie (15 tot 23 jaar) Mannen met startkwalificatie (15 tot 23 jaar) Vrouwen met startkwalificatie (15 tot 23 jaar)
Totaal jongeren zonder startkwalificatie (15 tot 23 jaar) Totaal jongeren (15 tot 23 jaar) Totaal jongeren met startkwalificatie (15 tot 23 jaar) 30
25
25
20
20
15
15 10
10
5 0
5 2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
0
2008
2009
2010
2011
2012
2013
2014
Autochtoon: Persoon van wie beide ouders in Nederland zijn geboren, ongeacht het land waar iemand zelf is geboren. Allochtoon: Persoon van wie ten minste één ouder in het buitenland is geboren. Niet westerse allochtoon: Allochtoon met als herkomstgroepering één van de landen in de werelddelen: Afrika, LatijnsAmerika en Azie (excl. Indonesië en Japan) of Turkije. Westerse allochtoon: Allochtoon met als herkomstgroepering één van de landen in de werelddelen Europa (excl. Turkije), Noord-Amerika en Oceanië of Indonesië of Japan. 12 Werkloosheid is gebaseerd op de nieuwe definitie waarbij de 1-uursgrens wordt gehanteerd. 11
VOORLOPIGE CIJFERS | CONVENANTJAAR 2014-2015
33
5.4 Verdacht van een misdrijf Relatief meer vsv’ers zijn verdacht van een misdrijf dan niet vsv’ers. Dit geldt zowel voor jongeren uit het vo als het mbo; 18,0% van de vsv’ers komt in aanraking met de politie terwijl onder de groep niet-vsv’ers dit percentage 2,7% is. Jongeren zonder startkwalificatie komen dus zes keer zo vaak in aanraking met de politie dan jongeren met een startkwalificatie.
Er zijn duidelijke verschillen te zien tussen de diverse leerjaren en leerniveaus. In het vmbo leerjaar 3 is 18,2% van de vsv’er verdacht geweest van een misdrijf. Van de vsv’ers in niveau 1 is 31,5% verdacht geweest van een misdrijf.In de G4 is dit 39,6%. In de G4 is 24,5% van de vsv’ers verdacht van een misdrijf en 5,1% van de niet-vsv’ers.
Tabel 29: Vsv’ers verdacht van misdrijf naar leerjaar/niveau in 2013-201413 'Bron: Centraal Bureau voor de Statistiek / Herkenningsdienstsystemen (HKS) van het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD).
Vsv'ers
% vsv'ers
Niet-vsv'ers
% niet-vsv'ers
6.030
18,0
35.510
2,7
Totaal vo
930
10,0
11.010
1,2
Vo leerjaar 1-2
250
8,3
1.920
0,5
Vo vmbo leerjaar 3
210
18,2
2.920
2,7
Vo vmbo leerjaar 4
410
12,7
3.910
3,9
Totaal Nederland
Vo havo 3-5/vwo 3-6 (incl algemeen leerjaar)
50
3,0
2.260
0,7
Totaal mbo
4.870
21,5
23.820
6,5
Mbo Niveau 1
1.390
31,5
1.470
20,4
Mbo niveau 2
2.210
24,9
8.570
11,1
Mbo niveau 3
530
15,0
6.070
6,4
Mbo niveau 4
740
12,6
7.710
4,1
Vavo
230
14,0
690
6,5
Tabel 30: Vsv’ers verdacht van een misdrijf naar leerjaar/niveau in 2013-2014 in de G414 Bron: Centraal Bureau voor de Statistiek / Herkenningsdienstsystemen (HKS) van het Korps Landelijke Politiediensten (KLPD).
Vsv'ers
% vsv'ers
Niet-vsv'ers
% niet-vsv'ers
1.490
24,5
6.980
5,1
230
14,9
2.460
2,6
70
13,9
550
1,3
Vo vmbo leerjaar 3
50
24,2
700
6,0
Vo vmbo leerjaar 4
110
18,3
800
7,6
G4 Totaal vo Vo leerjaar 1-2
Vo havo 3-5/vwo 3-6 (incl algemeen leerjaar)
10
4,1
410
1,3
1.210
28,6
4.370
11,2
Mbo Niveau 1
370
39,6
360
25,8
Mbo niveau 2
550
32,6
1.650
17,5
Mbo niveau 3
120
19,9
1.050
10,7
Mbo niveau 4
180
17,0
1.300
7,1
50
17,1
150
9,3
Totaal mbo
Vavo
13, 14
Aantallen zijn afgerond op tientallen. Percentages zijn berekend op de onafgeronde aantallen.
34
VOORLOPIGE CIJFERS | CONVENANTJAAR 2014-2015
6. Berekeningswijze voortijdig schoolverlaters convenant 2012-2015 Het aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters mag in 2016 nog maar maximaal 25.000 zijn. Voor de periode 2012-2015 zijn opnieuw prestatiegerichte convenanten afgesloten tussen het ministerie van OCW, scholen en gemeenten om zich ook de komende jaren gezamenlijk in te zetten om het aantal (nieuwe) vsv’ers verder te verminderen. Hiervoor stelt het ministerie van OCW prestatiesubsidie en vsv-regiomiddelen beschikbaar.
Definitie van het aantal nieuwe voortijdig schoolverlaters Bij het bepalen van het aantal vsv’ers worden twee definities gehanteerd. De landelijke definitie is gericht op het presenteren van een totaalbeeld en het behalen van de doelstelling van 25.000 vsv’ers. De convenantdefinitie wordt gebruikt bij het presenteren van vsv-gegevens over RMC-regio’s en instellingen en bij het bepalen van de prestatiesubsidie. Bij het afsluiten van de nieuwe convenanten is besloten om de berekeningsmethode voor beide definities te verbeteren. Daarbij wordt gebruik gemaakt van gegevensbronnen die in de vorige convenantperiode nog niet beschikbaar waren. De basis van de meetmethode en definitie van het aantal voortijdig schoolverlaters blijft hetzelfde. Een voortijdig schoolverlater is een jongere die op 1 oktober van jaar t jonger is dan 22, staat ingeschreven in het bekostigd vo, mbo of vavo en die een jaar later (t+1) niet meer in het onderwijs staat ingeschreven en geen startkwalificatie heeft.
De gegevensbasis voor de berekening blijft het Basisregister Onderwijs (BRON), maar nu worden ook andere gegevensbronnen gebruikt. In de afgelopen convenantperiode was de schoolcarrière van een kleine groep jongeren niet volledig in beeld (de zgn. witte vlekken), waardoor het vsv-aantal te hoog werd vastgesteld. Het ministerie van OCW heeft samen met partners (bijvoorbeeld gemeenten en UWV/SZW) eraan gewerkt om deze witte vlekken uit de vsv-meetmethode te halen. De aanvullende gegevensbronnen die hierdoor beschikbaar zijn gekomen maken in combinatie met een aangescherpte meetmethode het mogelijk om nóg beter in beeld te brengen welke jongeren daadwerkelijk uitvallen.
Voorlopige en definitieve cijfers Elk voorjaar informeert het ministerie van OCW de Tweede Kamer over de voorlopige vsv-cijfers van het voorgaande schooljaar. De inhoud van deze bijlage is gebaseerd op de voorlopige cijfers van het 15
schooljaar 2013-2014. De vsv-cijfers zijn pas definitief wanneer over de in- en uitschrijvingsgegevens van de instelling een accountantsverklaring is afgegeven. De definitieve cijfers worden negen maanden na de voorlopige cijfers gebruikt bij het vaststellen van de vsv-bekostiging volgens de prestatiesubsidie vo en prestatiebox mbo. In de nieuwe meetmethode, vanaf schooljaar 2012-2013, worden de volgende categorieën deelnemers niet meer tot de populatie gerekend waarover de vsv’ers worden berekend (de startpopulatie): Niet bekostigde deelnemers binnen de convenantdefinitie (opgave DUO); In de vorige convenantperiode vielen de niet voor bekostiging aangemelde deelnemers (opgave school) buiten de startpopulatie (binnen de landelijke definitie speelt het bekostigingsaspect geen rol en worden alle opgegeven deelnemers meegerekend). Eerstejaars nieuwkomers: dit zijn asielzoekers/immigranten die korter dan 1 jaar in Nederland zijn. Vrijstellingen Leerplichtwet: jongeren met een vrijstelling op grond van de Leerplichtwet 1969; In de nieuwe meetmethode worden de volgende categorieën schoolverlaters niet meer als vsv’er gezien: (Voortgezet) speciaal onderwijs: jongeren die doorstromen naar het (v)so (alleen voor de convenantcijfers wordt dit aangepast; voor de landelijke cijfers was dit al het geval); Particulier onderwijs: deelnemers die doorstromen naar niet-bekostigd, erkend onderwijs; Verlate startkwalificaties: mbo-deelnemers die op 1 oktober als vsv’er zijn geteld, maar in de daaropvolgende periode tot en met 31 december alsnog een startkwalificatie halen; MBO-1 diploma met baan: deelnemers die op 1 oktober als vsv’er zijn geteld maar op dat moment een baan hebben van minstens 12 uur per week; Politie- of defensieopleidingen: deelnemers die op 1 oktober als vsv’er zijn geteld maar op dat moment onderwijs volgen bij politie of defensie.
Naast de prestatienormen zijn er in het vo streefnormen bepaald die zijn gebaseerd op het streefdoel van maximaal 25.000 vsv’ers in 2016. Deze streefpercentages liggen lager dan de prestatienormen (bij lage percentages krijg je te maken met onwerkbaar lage aantallen vsv’ers in het kader van de prestatiesubsidie). De streefpercentages reflecteren de normen die elke instelling zou moeten halen om te komen tot maximaal 25.000 vsv’ers en dienen vooral als stuurinstrument binnen de regio’s.
VOORLOPIGE CIJFERS | CONVENANTJAAR 2014-2015
Verschil tussen de landelijke- en convenantdefinitie Door de nieuwe meetmethode (vanaf 2012-2013) is het verschil tussen de landelijke cijfers en de som van de regionale (convenant) cijfers behoorlijk afgenomen. De grootste reductie komt in de convenantdefinitie voor rekening van de deelnemers die uitstromen naar het speciaal onderwijs en niet meer als vsv-er worden gezien. In de landelijke definitie was dit al langer het geval. Een andere reden waarom het verschil is afgenomen is het feit dat nu rekening wordt gehouden met startkwalificaties die in de periode van 1 oktober tot 1 januari worden behaald. Deze diploma’s hebben veel minder invloed binnen de landelijke definitie omdat zogenaamde examendeelnemers daarbinnen als onderwijsvolgend worden beschouwd. Op enkele aspecten verschillen de landelijke- en convenantdefinities nog wel van elkaar: Bekostigde deelnemers: Binnen de convenantdefinitie behoren deelnemers die niet bekostigd worden niet meer tot de startpopulatie. In de landelijke definitie speelt het bekostigingsaspect geen rol, waardoor er nog een klein verschil bestaat op dit punt. Vavo-deelnemers: deze behoren alleen in de landelijke definitie tot de startpopulatie, zij kunnen dus alleen vsv’er worden in de landelijke definitie. Het betreft hier de deelnemers die zijn ondergebracht bij de vavo-opleidingen binnen mbo-instellingen. Leerlingen die zijn uitbesteed aan het vavo vanuit het vo (de zogenaamde Rutte leerlingen) zijn onderdeel van de vsv startpopulatie van het vo en kunnen van daaruit wel vsv’er worden. De doorstroom naar vavo is binnen beide definities geen vsv. Examendeelnemers en overige onbekostigde deelnemers in het mbo: deze behoren volgens de landelijke definitie tot de startpopulatie en zijn onderwijsvolgend in het nieuwe schooljaar, en volgens de convenantdefinitie niet.
Aanvullende gegevensbronnen nieuwe meetmethode De basis van de bepaling van het aantal vsv’ers wordt onveranderd gevormd door de gegevens die zijn opgeslagen in het basisregister Onderwijs (BRON). Deze gegevens worden gebruikt voor het bepalen van de kenmerken van de inschrijving (bijvoorbeeld een inschrijving in het speciaal onderwijs), de bekostigingsstatus, en de verlate startkwalificaties. Binnen BRON is ook bekend welke deelnemers korter dan een jaar in Nederland verblijven.
35
Doordat zij niet altijd in het GBA worden opgenomen wordt hun vertrek uit Nederland beperkt geregistreerd en wordt een deel van hen ten onrechte als vsv’er gezien. Daarnaast worden in de nieuwe meetmethode aanvullende gegevensbronnen gebruikt, waardoor van meer schoolverlaters kan worden vastgesteld dat ze geen vsv’er zijn: De gegevens ter bepaling van de instroom in het niet-bekostigde onderwijs zijn afkomstig van BRON-Niet Bekostigde Instellingen. Deze hebben geen bekostigingsstatus, en zijn daarom niet door een accountant gecontroleerd. Wel zijn er controles op aantallen door o.a. de Inspectie van het Onderwijs. Vrijstellingen op grond van de Leerplichtwet 1969 worden door leerplichtambtenaren in het daartoe opgezette register opgevoerd. De UWV-gegevens: het gaat hier om de polisadministratie waaruit gegevens worden afgeleid over de schoolverlaters die werkzaam zijn bij defensie of politie of die een mbo-1 diploma hebben met een baan van minstens 12 uur per week. De vulling van enkele bronnen is overigens voor een deel afhankelijk van de tijdige levering van gegevens door gemeenten en scholen.
Nieuwe meetmethode op basis van percentages en normen De vsv-cijfers van de convenantperiode 2007-2011 (oude meetmethode) werden op basis van absolute aantallen weergegeven. In de convenantperiode 2012-2015 wordt gewerkt met en afgerekend op basis van percentages en normen. Hiervoor is gekozen omdat een procentuele norm rekening houdt met groei en krimp van scholen en regio’s. De prestatiesubsidie wordt vanaf schooljaar 2012-2013 berekend op basis van zes procentuele normen (aantal vsv’ers t.o.v. totaal aantal deelnemers): -- drie normen die voor het voortgezet onderwijs (onderbouw, bovenbouw vmbo, en bovenbouw havo/vwo) die constant zijn in de tijd. -- drie normen voor het mbo (mbo-1, mbo-2 en mbo-3/4) die afnemen in de tijd.
36
VOORLOPIGE CIJFERS | CONVENANTJAAR 2014-2015
Als door een instelling één of meerdere normen worden gehaald krijgt de instelling de prestatiesubsidie. Deze wordt achteraf, op basis van de definitieve vsv cijfers per schooljaar, uitgekeerd per instelling. Er bestaat dus geen bevoorschotting meer. De eerste keer dat prestatiesubsidie wordt uitgekeerd is in september/ oktober 2014.
In het mbo is er een aantal instellingen dat ver boven de norm zit en niet binnen een jaar onder de norm kan komen. Om ook hen te stimuleren nog verder te dalen krijgen mbo-instellingen waarvoor het vsv-percentage in een jaar minimaal 1%-punt daalt eveneens prestatiesubsidie (bij mbo-1 geldt minimaal 2%-punt daling). Ook met het oplopen van het vsv-percentage wordt rekening gehouden in de prestatiesubsidie: als instellingen hun vsvpercentage twee jaar lang laten oplopen volgt geen prestatiesubsidie, ook al blijven ze onder de vsv-norm.
Tabel 31: Verschillen landelijke- en convenantdefinitie
Convenant
Landelijk
Niet bekostigde inschrijvingen in de startpopulatie
Nee
Ja
Examen- & onbekostigde deelnemers in de startpopulatie
Nee
ja
Vavo-deelnemers in de startpopulatie
Nee
Ja
Doorstroom naar examen- of onbekostigde deelnemer
Vsv
Geen vsv
VOORLOPIGE CIJFERS | CONVENANTJAAR 2014-2015
37
Rekenregels nieuwe meetsystematiek 2012/2013 - 2014/2015 Landelijke definitie Gehanteerd om een totaal beeld weer te geven, zoals bijvoorbeeld in de overzichten uit de cijferbijlage.Op deze berekening is het streefdoel van 25.000 vsv’ers gebaseerd. Convenantdefinitie Gehanteerd bij het bepalen van de gegevens per RMC-regio of instelling. Tevens basis voor de uitvoering van de prestatiesubsidieen prestatiebox. Maandrapportage Kenmerken die gelden voor de convenantdefinitie gelden ook voor de maandrapportages absoluut verzuim (A01). Dit met uitzondering van bepaalde bronnen die niet beschikbaar zijn ten tijde van het produceren van de maandrapportages. Deze uitzonderingen worden in het schema aangegeven met **. Leeswijzer beslisschema In de figuur wordt de nieuwe meetmethode schematisch weergegeven. De breedte van de figuur in het begin vertegenwoordigt de omvang van de deelnemerpopulatie waarmee de berekening start. Het gaat dan om alle deelnemers die op 1 oktober staan ingeschreven aan een instelling voor vo, mbo of vavo. Van deze deelnemers wordt een deel niet betrokken in de berekening van het aantal voortijdig schoolverlaters. Dit betreft deelnemers met bepaalde persoonskenmerken (bijv. leeftijd) of deelnemers die ingeschreven staan in bepaalde onderwijsvormen (bijv. praktijkonderwijs). In aanvulling daarop gelden voor de convenantdefinitie aanvullende eisen ten aanzien van de bekostiging van de inschrijving. Op deze wijze wordt in een aantal stappen de startpopulatie bepaald. Dit is de groep deelnemers waarmee de vsv-berekening start. In de loop van het schooljaar wordt nog een aantal leerlingen uitgesloten van de berekening omdat ze bijv. emigreren of omdat ze een vrijstelling krijgen van de leerplicht. De groep leerlingen die dan over is vormt op 1 oktober van het volgende schooljaar de bestemmingspopulatie. De bestemmingspopulatie valt in drie groepen uiteen: -- De deelnemers die op 1 oktober van het volgende schooljaar nog ingeschreven zijn in het onderwijs; -- De deelnemers die het onderwijs hebben verlaten en een startkwalificatie hebben gehaald; -- De deelnemers die het onderwijs hebben verlaten zonder een startkwalificatie te behalen. Een uitzondering op deze indeling geldt voor deelnemers in de volwasseneducatie én (volgens de convenantdefinitie) de examendeelnemers, en overige onbekostigde deelnemers in het mbo. Zij worden, afhankelijk van de behaalde diploma’s, als schoolverlater met of zonder startkwalificatie gezien.
38
VOORLOPIGE CIJFERS | CONVENANTJAAR 2014-2015
Index afkortingen en begrippen AOC Agrarisch Opleidingscentrum bbl beroepsbegeleidende leerweg (in het mbo) bol beroepsopleidende leerweg (in het mbo) BRON Basisregister Onderwijs brug brugklas CBS Centraal Bureau voor de Statistiek DUO Dienst Uitvoering Onderwijs EBB Enquête Beroepsbevolking G4 4 grootste gemeenten van Nederland G32 Samenwerkingsverband van 34 (middel)grote gemeenten GBA Gemeentelijke Basisadministratie havo hoger algemeen voortgezet onderwijs hbo hoger beroepsonderwijs KLPD Korps Landelijke Politie Diensten lwoo leerwegondersteunend onderwijs mbo middelbaar beroepsonderwijs mbo 1 middelbaar beroepsonderwijs niveau 1 mbo 2 middelbaar beroepsonderwijs niveau 2 mbo 3 middelbaar beroepsonderwijs niveau 3 mbo 4 middelbaar beroepsonderwijs niveau 4 mbo-instelling middelbaar beroepsonderwijs instelling pro praktijkonderwijs RMC Regionaal Meld- en Coördinatiefunctie ROC Regionaal Opleidingscentrum vavo voortgezet algemeen volwassenenonderwijs vm2 samenvoeging van de bovenbouw van de basisberoepsgerichte leerweg van het vmbo met de opleiding mbo 2 vmbo voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs vo voortgezet onderwijs vo-school voortgezet onderwijsschool vso voortgezet speciaal onderwijs vsv voortijdig schoolverlaten vsv’er voortijdig schoolverlater vwo voorbereidend wetenschappelijk onderwijs wo wetenschappelijk onderwijs
VOORLOPIGE CIJFERS | CONVENANTJAAR 2014-2015
39
Index tabellen en figuren Figuur 1: Figuur 2: Figuur 3: Figuur 4: Figuur 5: Figuur 6: Figuur 7: Figuur 8: Figuur 9: Figuur 10: Figuur 11: Figuur 12: Figuur 13: Figuur 14: Figuur 15:
Nationale doelstelling en realisatie absoluut aantal nieuwe vsv’ers����������3 vsv naar type onderwijs������������������������������������������������������������������������������������4 vsv naar type diplomakenmerk�����������������������������������������������������������������������4 De ontwikkeling van het percentage van de totale groep vsv’ers in Europa, 2000, 2013 en 2014 Bron: Eurostat (2014)�������������������������������������5 RMC-regio’s, percentage nieuwe vsv’ers in 2014-2015��������������������������������6 Overzicht uitval in het vo per RMC-regio�������������������������������������������������������8 Overzicht uitval in het mbo per RMC-regio���������������������������������������������������8 Nieuwe vsv’ers naar gemeentegrootte in 2014-2015���������������������������������10 Behaalde streefnormen in het vo naar RMC-regio������������������������������������� 14 Overzicht uitval in het mbo per ROC����������������������������������������������������������� 20 Behaalde normen door de ROC’s in 2014-2015�����������������������������������������23 Verdeling nieuwe vsv’ers naar leeftijd in 2014-2015���������������������������������� 31 Nieuwe vsv’ers naar leeftijd in 2014-2015��������������������������������������������������� 31 Percentage jeugdwerkloosheid 15-23 jarigen van 2008-2014�����������������32 Percentage jeugdwerkloosheid 15-23 jarigen van 2008-2014�����������������32
Tabel 1: Nationale realisatie nieuwe vsv’ers in aantallen en percentages�������������������3 Tabel 2: Nieuwe vsv’ers naar onderwijssoort in 2014-2015������������������������������������������4 Tabel 3: De ontwikkeling van het percentage van de totale groep vsv’ers in Europa, 2000, 2012 en 2013 Bron: Eurostat (2014)����������������������������������������5 Tabel 4: Nieuwe vsv’ers per RMC-regio in 2013-2014��������������������������������������������������� 7 Tabel 5: Nieuwe vsv’ers naar 18- en 18+ naar RMC-regio in 2014-2015��������������������9 Tabel 6: Nieuwe vsv’ers naar gemeenten in 2014-2015������������������������������������������������11 Tabel 7: Nieuwe vsv’ers naar 18- en 18+ per gemeente in 2013-2014����������������������� 12 Tabel 8: Streefnormen voor het vo, 2012 tot en met 2015������������������������������������������� 13 Tabel 9: Nieuwe vsv’ers naar onderwijssoort in het vo������������������������������������������������ 13 Tabel 10: RMC-regio’s, nieuwe vsv’ers naar niveau in 2013-2014������������������������������� 15 Tabel 11: Nieuwe vsv’ers in het mbo naar hoogst behaalde vooropleiding en diploma in het vmbo in 2014-2014����������������������������������� 16 Tabel 12: Nieuwe vsv’ers in het mbo naar leerweg, hoogst behaalde vooropleiding en diploma in het vmbo in 2014-2015����������������������������������� 16 Tabel 13: RMC-regio’s, nieuwe vsv’ers in het mbo naar hoogst behaalde vooropleiding en diploma in 2014-2014���������������������������������������������������������17 Tabel 14: Mbo-instellingen, nieuwe vsv’ers in het mbo naar hoogst behaalde vooropleiding en diploma in 2014-2015 ..............................................�������� . 18 Tabel 15: Nieuwe vsv’ers naar onderwijssoort in het mbo..............................������������� . 19 Tabel 16: Nieuwe vsv’ers naar mbo-instelling gesorteerd op percentage vsv, in 2014-2015........................................................������������ . 21 Tabel 17: Normen voor het mbo, 2012 tot en met 2015. .....................................�������..23 Tabel 18: Nieuwe vsv’ers naar onderwijssoort in 2014-2015...........................���������....23 Tabel 19: Nieuwe vsv’ers naar niveau in het mbo in 2014-2015, afgezet tegen de percentuele norm voor de schooljaren 2013-2014, 2014-2015�����������������������������������������������������������������������������������������������������������24 Tabel 20: RMC-regio’s, nieuwe vsv’ers naar niveau in 2014-2015�������������������������������28 Tabel 21: Nieuwe vsv’ers naar verblijfsjaar in het mbo in 2014-2015��������������������������29 Tabel 22: Nieuwe vsv’ers naar niveau en verblijfsjaar in 2014-2015����������������������������29 Tabel 23: Nieuwe vsv’ers naar domeinen in 2014-2015������������������������������������������������ 30 Tabel 24: Nieuwe vsv’ers naar domeinen en niveau in 2014-2015������������������������������ 30 Tabel 25: Nieuwe vsv’ers naar leeftijd in 2014-2015������������������������������������������������������ 31 Tabel 26: Nieuwe vsv’ers naar geslacht in 2014-2015����������������������������������������������������32 Tabel 27: Nieuwe vsv’ers naar etniciteit in 2014-2015���������������������������������������������������32 Tabel 28: Nieuwe vsv’ers naar generatie 2014-2015������������������������������������������������������32 Tabel 29: Vsv’ers verdacht van een misdrijf naar leerjaar/niveau in 2013-2014���������33 Tabel 30: Vsv’ers verdacht van misdrijf naar leerjaar/niveau in 2013-2014����������������33 Tabel 31: Verschillen landelijke- en convenantdefinitie�������������������������������������������������36
VOORLOPIGE CIJFERS | CONVENANTJAAR 2014-2015
Deze brochure is een uitgave van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Meer informatie over de vsv-cijfers is op te vragen bij bij het Informatiecentrum Onderwijs van DUO: Mail naar
[email protected] of bel op werkdagen van 8.30 - 12.00 uur en van 13.00 - 17.00 uur naar 079 - 323 2444 (voortgezet onderwijs) en 079 - 323 2666 (middelbaar beroepsonderwijs). Productie: Directie MBO www.vsvverkenner.nl Bron: DUO www.duo.nl Ontwerp: Xerox/OBT, Den Haag Druk: Xerox/OBT, Den Haag Uitgave: Maart 2016 Aan de inhoud van deze brochure kunnen geen rechten worden ontleend
Speeddate Informele Zorg Beeldvormende avond 2 maart 2016 Georganiseerd in overleg met raadswerkgroep Sociaal Domein en Presidium Door Anton de Boer (commissielid) en Jolanda Stoeten (raadslid) Hierbij ontvangt u een verslag van de beeldvormende avond die op 2 maart 2016 werd georganiseerd tussen gemeenteraad, college, ambtenaren en maatschappelijke organisatie die actief zijn in Tiel. Er zijn al veel gesprekken gevoerd over de inrichting, transities en transformatie van het Sociaal Domein. De nota Welzijn Nieuwe Stijl is vastgesteld, getiteld ‘Op zoek naar de kracht van de samenleving’. Een cruciaal element hierin is een verschuiving van taken van de z.g. ‘tweedelijns organisaties’ naar de ‘nulde lijn’. Dit zijn de vrijwilligers aan de basis die handen en voeten geven naar het ‘omzien naar elkaar’. Maar wat is er nodig om deze vrijwilligers te vinden, op te leiden en te begeleiden? Hoe gaan we dit met elkaar organiseren? Gespreksvragen waren: Wat is uw visie op ‘Informele Zorg’? Tegen welke knelpunten en problemen lopen organisaties aan m.b.t. Informele Zorg? Welke ondersteuning is nodig voor het inzetten van vrijwilligers bij zorgtaken in het Sociaal Domein? De deelnemende organisaties waren: Westlede, Walstede, Vrijthof, SZR, STMR, RIBW, ’s Heeren Loo, WMO-raad, Meldpunt Vrijwillige Hulpverlening (MVH), Mozaïek Welzijnsdiensten, De Zonnebloem, Het Inloophuis / Tielse Maatjes, St. Present, Servicepunt Thuiswonen en Alzheimer café. Hoofdpunten die naar voren kwamen: Probleem van de onvrijwillige vrijwilligers: vragen veel aandacht, energie en begeleiding Hoe gaan we jongeren/andere doelgroepen motiveren voor vrijwilligerswerk. Wat kan/wil de gemeente hierin betekenen. Thema’s voor vervolg/bezinning De vrijwilligers zijn eigenlijk in drie categorieën te verdelen: uit relatie, uit passie, uitkering. Mensen die voor hun uitkering een tegenprestatie moeten leveren, nemen vaak zelf ook problemen mee. Ze zijn niet gemotiveerd en laten vaak verstek gaan. Er is geen contact met uitkeringsinstantie (gemeente), want ze melden zich niet als zodanig als vrijwilliger aan. Verplicht vrijwilligerswerk pakt regelmatig niet goed uit omdat er geen voorbereidende fase is, wat voor steunpunt vrijwilligers een belangrijke rol kan spelen. De nieuwe vrijwilliger heeft soms zelf ondersteuning nodig en kan niet veel verantwoordelijkheid aan. Wil ‘assisteren’ en niet ‘organiseren’ (integratie cliënten, mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt). Eén contactpersoon bij het UWV voor vrijwilliger/maatschappelijke organisaties is aan te bevelen. UWV moet meer positief stimuleren, niet korten met sanctie, maar bij goed vrijwilligerswerk iets meer geld.
De vrijwilliger komt niet meer voor een activiteit, maar geeft aan binnen welk tijdvak hij/zij beschikbaar is. De organisatie moet hier het programma op richten. Dit vergt een omdenken van de organisatie. Tijdstipgestuurd i.p.v. activiteitgestuurd. Naast de vraag die centraal staat, kun je ook uitgaan van wat het aanbod is van de vrijwilliger. Vrijwilligerswerk is aan het veranderen. Nu meer aanvullend dan vroeger (zeker door de bezuinigingen).
Eerst moet de informele zorg goed georganiseerd zijn wil je op een verantwoorde manier de professionele zorg verminderen. Eigen regie van de zorgvrager in netwerk is van groot belang. Binnen de informele zorg kun je een splitsing maken tussen praktische zorg en sociaal/emotionele zorg. Deze laatste wordt als belangrijker ervaren dan de praktische zorg. Bij de professionele zorg wordt dit juist gemist. Werving Invulling geven aan 'duurzame' vrijwilligers binnen de informele zorg. Leeftijd van vrijwilliger = op leeftijd o Verjonging van het vrijwilligersbestand is heel moeilijk. o Maatschappelijke stage inzetten in het sociaal domein ( verplichten) o Jongeren op scholen via lessen maatschappij / burgerschap bewust coachen naar ‘participatie’ -> deelname. o Meer coachen en begeleiden van vrijwilligers (4 x per jaar) o Bereiken nieuwe doelgroepen o Meer netwerken op buurt / wijkniveau o Via Actiefintiel.nl, website SZR, UWV of familie Regelgeving moet aanpasbaar zijn aan de huidige ontwikkelingen ( wie is verantwoordelijk , wat mogen vrijwilligers wel/niet) Scholing: door wie? o Van belang is goede scholing van de vrijwilligers bij de kwetsbare groepen en professionele ondersteuning. o Teveel schotten tussen organisaties o Te weinig gebruik maken van expertise: bijv. vluchtelingenstatus, ex-verslaafden Je maakt meer kans om je te profileren als jij je richt op een specifieke (probleem)doelgroep zoals bijv. analfabeten, werkloze senioren, woonwagenbewoners, etc. We vragen veel / structureel van vrijwilligers en mantelzorg Hoe binden vrijwilliger o Incidentele en behapbare acties als start voor langdurige betrokkenheid o Zorg voor warme overdracht en verwachtingsmanagement o Attentie bij verjaardag, ziekte, kerst o Bedankavond o Individuele evaluatie of kleine groepjes
Soms gaat de dagbesteding eraf waardoor de mantelzorger geen moment meer “vrij” heeft. Informatie over respijtzorg geven aan inwoners. Er wordt afgezien van zorg vanwege stapeling eigen bijdrage.
De gemeente is onduidelijk georganiseerd en een contactpersoon is lastig te vinden. De lijntjes moeten korter worden gemaakt. Cofinanciering door gemeente: ‘schijf van 5’; richt je op projectsubsidies i.p.v. waardering- of aanmoedigingsubsidie Tiel beloning mantelzorg verdeling bijv. ook intramuraal. Hoe geld inzetten om zo’n groot mogelijke groep te bereiken? Hoe vinden / bereiken we de mantelzorger? Mantelzorgcafé (professionals) ! verbeterpunt ! Ruimte op Walstede
Kernthema’s: “Welzijn nieuwe stijl” Facebook gemeente wijkregisseurs Onze kwetsbare doelgroep: geen eigen regie -> samen regie & solidariteit Wij zijn ontschot Omdenken: SROI! -> Preventie
vrijwilligers [kosten niets] coördinator
Cliëntenzorg kwaliteit vangnet
[betaald]
Vrijwilligers steunen en opleiden