Aan de leden van de Drechtraad, Hierbij nodig ik u uit voor de openbare vergadering van de Drechtraad op dinsdag 3 december 2013 van 21.30-22.30 uur in het Gemeentehuis van Zwijndrecht, Raadhuisplein 3. de voorzitter van de Drechtraad, drs. A.A.M. Brok
Concept-agenda Nr.
Onderwerp
1.
Opening
2.
Vaststelling concept-agenda en mededelingen
3.
Vragenkwartier
4.
Ingekomen stukken Voorgesteld besluit: De lijst van ingekomen stukken voor kennisgeving aannemen.
Stukken (bijlagenr.)
- Voorstel (1) - Lijst ingekomen stukken*
Indien een Drechtraadslid een onderwerp wenst te agenderen voor een volgende (Carrousel) vergadering is dit alleen mogelijk indien hiervoor een motivatie wordt gegeven, waarbij helder wordt gemaakt wat specifiek besproken dient te worden en wat de vragen zijn. 5.
6.
7.
8.
9.
Vaststelling concept-verslag Drechtraad 5 november 2013 Voorgesteld besluit: Het concept-verslag van de Drechtraad op 5 november 2013 vaststellen. HAMERSTUKKEN Wijziging Reglement van Orde voor de Drechtraad Voorgesteld besluit: Het wijzigingsbesluit vaststellen. Controleprotocol 2013 en 2014 Voorgesteld besluit: Vaststellen van het controleprotocol 2013 en 2014. BESPREEKSTUKKEN Locatiekeuze Drechtstedendinsdag met ingang van de nieuwe raadsperiode in 2014 Voorgesteld besluit: 1. Een keuze maken voor variant 1 (maximaal rouleren), variant 2 (beperkt rouleren) of variant 3 (één vaste locatie) voor wat betreft de locatiekeuze voor de Drechtstedendinsdagen met ingang van de nieuwe raadsperiode in 2014. 2. In verband met voorbereiding en reservering minimaal de locaties voor het eerste half jaar van 2014 vaststellen. 3. De locatiekeuze voor de Auditcommissie en Agendacommissie overlaten aan deze gremia zelf. Nota Activeren en afschrijven Voorgesteld besluit: 1. Vaststellen van de nota activeren en afschrijven. 2. De nota toepassen met ingang van boekjaar 2013.
- Voorstel (2) - Concept verslag
- Voorstel (3) - Onderliggende stukken - Voorstel (4) - Onderliggende stukken
- Voorstel (5) - Onderliggende stukken - Terugkoppelformulier Carrousel Bestuur van 5 november 2013
- Voorstel (6) - Onderliggende stukken - Terugkoppelformulier Carrousel Middelen van 5 november 2013
concept-agenda Drechtraad d.d. 3 december 2013
Pagina 2
Nr.
Onderwerp
Stukken (bijlagenr.)
10.
2 Bestuursrapportage 2013 GrD Voorgesteld besluit: 1. Vaststellen van de 2e burap GrD 2013. 2. Vaststellen van de voorgestelde begrotingswijzigingen. 3. Beschikbaar stellen van de gevraagde kredieten. 4. Vaststellen van de voorgestelde gemeentelijke bijdragen.
Zie bijlage M3 bij de Carrousel Middelen
11.
Rondvraag en sluiting
e
* Zie de meest recente lijst van ingekomen stukken op www.drechtraad.nl Aanmelden als spreker De leden van de Drechtraad die bij een onderwerp in eerste termijn het woord willen voeren dienen zich tot een kwartier voor aanvang van de vergadering aan te melden bij de coördinerend griffier met vermelding namens wie zij spreken. Aan de hand van de aanmeldingen van sprekers kan bij de vaststelling van de agenda geschoven worden met de benodigde tijd per agendapunt. De leden van de Drechtraad die zich niet hebben aangemeld voor de eerste termijn kunnen alleen in tweede termijn reageren op de woordvoerders in de eerste termijn en geen nieuwe punten inbrengen. Technische vragen vooraf Over alle onderwerpen van het programma van de Drechtstedendinsdagavond kunnen tot een week voor de Drechtstedendinsdag technische vragen worden gesteld via het e-mailadres
[email protected]. Deze worden uiterlijk een dag voor de Drechtstedendinsdag via Bureau Drechtsteden beantwoord. Aanlevering moties en amendementen In verband met een goed verloop van de vergadering wordt u gevraagd digitale teksten van moties (en/of amendementen) op de Drechtstedendinsdag voor 18.00 uur aan de coördinerend griffier via het e-mailadres
[email protected] beschikbaar te stellen, zodat deze klaargemaakt kunnen worden voor projectie en vermenigvuldiging. Vragenkwartier Hiervoor kunt u zich tot 5 minuten voor de aanvang van de Drechtraadvergadering aanmelden bij de coördinerend griffier. Spreekrecht carrouselvergadering Na de opening van de carrouselvergadering kunnen burgers elk gedurende maximaal 5 minuten per persoon en met een maximum van 30 minuten voor alle insprekers in totaal, het woord voeren over onderwerpen die op de agenda staan voor die vergadering van de carrousel en, desgewenst, over andere onderwerpen, voor zover de maximale tijd voor de vergadering dat toestaat. Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken meldt dit tenminste één dag voor de datum van de carrouselvergadering aan de coördinerend griffier via
[email protected]. Onderwerpen waartegen door sprekers beroep of bezwaar is aangetekend en benoemingen zijn van het inspreekrecht uitgezonderd.
Bijlage 1
VOORSTEL DRECHTRAAD 3 DECEMBER 2013 Datum 6 november 2013
Steller A.A. de Klerk-Faro
Telefoonnummer 078-7703959
E-mail
[email protected]
Onderwerp
Ingekomen stukken Voorstel De lijst van ingekomen stukken voor kennisgeving aannemen. Toelichting op het voorstel De ingekomen stukken worden meteen na ontvangst op de website www.drechtraad.nl geplaatst. Op donderdag om 16.00 uur vóór de Drechtraad wordt de lijst afgesloten, waarna deze op die donderdag per mail wordt toegezonden aan de Drechtraad. Raadsinformatiebrieven van het Drechtstedenbestuur worden als ingekomen stuk verwerkt. Hiervan wordt direct per mail een melding naar de leden en plaatsvervangende leden van de Drechtraad gezonden. Tevens ontvangen de griffiers dit bericht, zodat zij op de gebruikelijke wijze hun raadsleden kunnen informeren. Indien een Drechtraadslid een onderwerp wenst te agenderen voor een volgende (Carrousel) vergadering dan is dit alleen mogelijk indien hiervoor een motivatie wordt gegeven, waarbij helder wordt gemaakt wat specifiek besproken dient te worden en wat de vragen zijn. Onderliggende stukken Lijst met ingekomen stukken. De laatste versie is te vinden op www.drechtraad.nl/ingekomen stukken/2013.
Bijlage 2
VOORSTEL DRECHTRAAD 3 DECEMBER 2013 Datum 6 november 2013
Steller A.A. de Klerk-Faro
Telefoonnummer 078-7703959
Onderwerp
Concept-verslag van de Drechtraad van 5 november 2013 Voorstel Het concept-verslag van de Drechtraad van 5 november 2013 vaststellen. Onderliggende stukken Concept-verslag van de Drechtraad op 5 november 2013.
E-mail
[email protected]
Concept verslag van de plenaire vergadering van de Drechtraad van 5 november 2013 Locatie: Gemeentehuis van Zwijndrecht, Raadhuisplein 3 te Zwijndrecht 1.
Opening De voorzitter: Dames en heren, welkom vanavond bij uw Drechtraad. Ik open de vergadering. Ik heet de heer de Ruyter van de ChristenUnie Papendrecht welkom. Hij is door de raad van Papendrecht aangewezen tot lid van de Drechtraad. De heer A. Rietveld, die hiervoor lid van de Drechtraad was, is tot plaatsvervangend lid aangewezen. De raad van Alblasserdam heeft de heer Verweij van de VVD Alblasserdam aangewezen tot plaatsvervangend lid van de Drechtraad. Hij volgt mevrouw Leeuwis op. Berichten van verhindering: Alblasserdam: F.C. de Gier en T. Stam Dordrecht: C.A. Van Verk, G.P. de Klerk wordt vervangen door M.C. Ruisch, D. Kensenhuis H.I.-Ambacht: B.P. van Ginkel, S. van Die, M.C.G. Gommans-Dane, J.C.W.H. Groos Papendrecht: AR.A. Groene wordt vervangen door A. Stremler. de Graaf, T.C. van Es, R. Lammers Sliedrecht: W.J. Dunsbergen, L. van Rekom Zwijndrecht: F. Loos wordt vervangen door Y. Luijcx, M. Pater Drechtstedenbestuur: H.A. Nieuwstraten, P.H. Sleeking, T.A. Stoop
2.
Vaststelling agenda en mededelingen De voorzitter: Wie wil daar het woord over voeren? Er zijn geen sprekers aangemeld. Er zijn geen verdere mededelingen. De agenda wordt vastgesteld.
3.
Vragenkwartier De voorzitter: Mevrouw Ruisch van GroenLinks heeft zich daarvoor aangemeld. Mevrouw Ruisch: Dank u wel voorzitter. Ik spreek namens de regiofractie van GroenLinks. Het gaat om de ingekomen brief 13/194 van de Sociale Alliantie betreffende extra gelden ten behoeve van armoedebestrijding. Landelijk wordt daar in 2013 € 20 miljoen voor ingezet. Het voornemen is om € 80 miljoen in te zetten in 2014. Deze gelden worden ontvangen via het Gemeentefonds en ze zijn niet geoormerkt. De Sociale Alliantie maakt zich daarover zorgen omdat zij de ervaring hebben dat ook elders dat geld niet voor de armoedebestrijding wordt ingezet. Daarom vraag ik aan de portefeuillehouder of wij geïnformeerd kunnen worden over hoe deze gelden hier in de Drechtsteden worden ingezet. De voorzitter: Dank u vriendelijk. Het woord is aan de portefeuillehouder. De heer Van de Burgt: Mevrouw Ruisch, wij hebben afgelopen juli de evaluatie van het minimabeleid gehad. In de stukken van die evaluatie is al opgenomen dat het geld er komt. De vooraankondiging van die € 80 miljoen en € 100 miljoen die stond al in dat stuk. Daar hebben wij van gezegd dat we bij de evaluatie van het minimabeleid, die wij al toegezegd hebben voor begin 2014, dat erin zullen betrekken. Wij gaan ervan uit dat wij die middelen ophalen bij de gemeenten om in de regio in te zetten. Mevrouw Ruisch: Dank u wel. Nog een aanvullende vraag. Krijgen wij een overzicht over de verdeling? De heer Van de Burgt: Dat loopt natuurlijk mee in de PenC-cyclus. Maar wij zullen bij de evaluatie die wij in 2014 doen, nadrukkelijk die bedragen benoemen. Ik moet er wel twee dingen aan verbinden. Er is nog een klein deel in 2013 beland. Ik weet niet of u dat meegekregen heeft? Mevrouw Ruisch: Ja, € 20.000 in 2013. De heer Van de Burgt: Daar moet ik van zeggen dat wij afgesproken hebben, dat dit bedrag niet opgehaald wordt bij de gemeenten. De gemeenten kunnen daar in feite, naar bevind van zaken, mee handelen. Mevrouw Ruisch: Dus uw afspraak geldt voor 2014. Dank u wel. De voorzitter: De tweede vraag is ingediend door de heer Blanken, namens de Samenwerkende Lokale Partijen. De heer Blanken: Dank u voorzitter. Het zal ons allen niet ontgaan zijn dat de gemeenten Alblasserdam, Papendrecht en H.I. Ambacht een beroep hebben ingediend bij de Rechtbank Den Haag tegen de vergunning aan Nedstaal voor een proef om asbesthoudend schroot te verwerken.
pagina 2 van concept-verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d.5 november 2013
Een aantal van de deelnemende gemeenten is geen partij in deze rechtszaak. Maar ik zou, in het licht van de motie die wij hebben ingediend en die aangenomen is op 15 januari, de andere gemeenten en dus ook het DSB willen vragen om de situatie rond deze zaak zoveel mogelijk te steunen. Dordrecht en Sliedrecht zijn bijzonder goed op de hoogte van wat er allemaal mis kan gaan met vergunningen rond asbest. Dank u voorzitter. De voorzitter: Dank u wel. U richt uw vraag ook aan het DSB. De portefeuillehouder kan daarop reageren. De heer Mirck: Voorzitter, wat ook bekend behoord te zijn, is dat deze drie gemeenten waar naar gerefereerd wordt, ook wettelijk adviseur zijn in dit traject en niet voor niets dit beroepsschrift ingediend hebben tegen de tijdelijke omgevingsvergunning en de voorlopige voorziening ook hebben aangevraagd. Het voegt op zich niet zo veel toe als andere Drechtstedengemeenten in dat proces dat ook gaan doen omdat zij niet de rol hebben van wettelijk adviseur. Overigens wordt er wel in een goede samenspraak met elkaar over gesproken. Daar waar het DSB eventueel ondersteuning zou kunnen verlenen in dit proces, en dat heb ik u al eerder toegezegd, zullen wij dat zeker doen. Op dit traject had het op zich geen toegevoegde waarde. De voorzitter: Is dat akkoord, de heer Blanken? Ja. Helder. Dan gaan we naar agendapunt 4. 4.
Ingekomen stukken De voorzitter: Zijn er opmerkingen over de lijst van ingekomen stukken, zoals die er zijn? Mevrouw Burger van de VVD. Mevrouw Burger: Dank u wel voorzitter. De fractie vraagt om het stuk 13/192 van de lijst ingekomen stukken door te verwijzen naar de Carrousel met een onderbouwing van de financiële effecten daarvan. De voorzitter: We hebben afgesproken dat de reden van agendering hier gemeld wordt. Is de onderbouwing van de financiële effecten de insteek? Mevrouw Burger: Dat is de reden. Hier staat heel summier aangegeven dat de fusie tussen Drechtwerk en de Sociale Dienst Drechtsteden een jaar uitgesteld is en dat daarom een jaar langer instroom in de WSW ontstaat. De voorzitter: De vraag wordt doorgeleid naar de Agendacommissie. Zijn er nog andere opmerkingen? Nee. Dan wordt de lijst met ingekomen stukken vastgesteld. De lijst van ingekomen stukken wordt vastgesteld.
5.
Vaststelling concept verslag Drechtraad 1 oktober 2013 De voorzitter: Hier hebben zich geen sprekers voor aangemeld. Dan wordt het verslag bij dezen vastgesteld. Het verslag wordt ongewijzigd vastgesteld.
6.
Proef onderzoek door eenmalige onafhankelijke onderzoekscommissie De voorzitter: Het voorstel is doorgeleid door een aantal leden vanuit uw midden. Er is zojuist in de Carrousel de inhoud opgezocht. De heer Stremler, namens de Samenwerkende Lokale Partijen heeft zich als spreker hiervoor aangemeld. De heer Stremler: Voorzitter, ik spreek namens de Samenwerkende Lokale Partijen. Het standpunt van de SLP is dat de GRD een verlengd lokaal bestuur is. Het staat in de wet, en de heer Plasterk heeft er naar aanleiding van de gang van zaken in de Drechtsteden, nog eens op gewezen. Dit kunnen wij niet negeren. Het verlengd lokaal bestuur, de GRD, is belast met uitvoering. Het is niet minder, en vooral niet meer, dan een uitvoeringsorganisatie van zes lokale besturen. Wij vinden het daarom ook niet zuiver dat er bepaalde ontwikkelingen plaatsvinden. Dit voorstel is daar één van. Voorkomen moet worden dat er vanuit een beleidsmatig waterhoofd Drechtsteden, een zelfstandig beleid wordt gevoerd. Of nog erger, dat de eigen uitvoering van de GRD wordt gecontroleerd vanuit en door de Drechtsteden zelf. Dit is niet alleen onzuiver, maar vanuit de controlerende functie, die een Rekenkamer/Rekenkamercommissie heeft, ondemocratisch en op basis van de geldende regels, juridisch onhoudbaar. De hele discussie en het bespreken van dit onderwerp ziet de SLP fractie als een geval van 'landjepik' door de voorstander van een sterker en beleidsmatiger Drechtsteden. Het is eigenlijk een schande om, zoals wij daarnet zaten in de Carrousel, in een beperkte setting, een dergelijk principiële discussie te moeten voeren. Het raakt immers de basis van de opzet van de GRD en daarvoor zou men een fundamentele discussie moeten willen voeren met de zes gemeenten en haar vertegenwoordigers in de afzonderlijke gemeenteraden. Voorzitter, wij hebben al aangegeven dat er een probleem is, omdat er zo nodig een onderzoekscommissie ingesteld moest worden. Dat ga ik niet herhalen. We moeten er wel voor zorgen dat het middel niet erger is dan de kwaal. Dat heb ik in de Carrousel genoemd. En dat we geen oplossingen vinden die grotere problemen geven dan de oplossing zelf is. Wij hebben in de Carrousel ook aangegeven dat wij niet in kunnen stemmen met een eenmalig onafhankelijke onderzoekscommissie. Eenmalig wordt in de Drechtsteden vaak definitief. Het begint met eenmalig en dan volgt er nog een keer eenmalig en misschien zelfs tien keer eenmalig. Voor je het weet, heeft de GRD een eigen onderzoekscommissie die niet thuishoort bij de GRD.
pagina 3 van concept-verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d.5 november 2013
Wij hebben in de Carrousel al aangegeven dat wij een alternatief hebben. We zijn namelijk niet tegen een controlefunctie voor Drechtstedendossiers. Daar zijn wij een voorstander van. We zien mogelijkheden om de controlefunctie te organiseren, maar op een andere manier dan in het voorliggende voorstel, en wel in de lijn van een verlengd lokaal bestuur. Wij vinden het belangrijk om eerst het onderwerp van het onderzoek te bepalen en dan pas de schaal waarop het onderzoek moet worden verricht en welke gemeenten erbij betrokken zijn. Dat kan een schaal zijn van enkele gemeenten of alle Drechtsteden gemeenten en zelfs over de grenzen van de Drechtsteden heen. Vanuit de inhoud kunnen we dan bepalen welke lokale Rekenkamer/Rekenkamercommissies dan met het onderzoek aan de slag gaan. Dan is het niet nodig om weer een nieuwe onafhankelijke onderzoekscommissie in het leven te roepen. Deze werkwijze, waarbij de inhoud voorop staat, is veel logischer en past binnen het kader van de wet Gemeenschappelijke Regelingen in tegenstelling tot de werkwijze zoals voorgesteld wordt door de werkgroep. Het in gezamenlijkheid beslissen welk onderwerp nader onderzocht dient te worden, is juist wat in het huidige artikel 38 wet Gemeenschappelijke Regelingen Drechtsteden is beoogd, een status quo dus. Wij hebben in de Carrousel een voorstel gedaan die wij hier herhalen, voorzitter. De lokale partijen stellen voor de zojuist door ons voorgestelde werkwijze, het alternatief, verder te bespreken en uit te werken. Hier besluiten we vanavond niet over. Het moet eerst uitgewerkt worden en besproken worden. Het is volgens ons onzorgvuldig als je er nu over besluit, terwijl er pas een uur eerder in de Carrousel ingebracht is en over gesproken is. Omdat wij allemaal zeggen dat we voor het behoud van de lokale bevoegdheden zijn en ook geen extra bestuurlijke drukte willen, hopen wij op uw steun, als Drechtraad, om er nog eens goed naar te kijken. De tijd is er. We kunnen ook volgende maand, nadat wij er goed naar gekeken hebben, misschien in unanimiteit, wel over besluiten. Op dit moment kunnen wij er niet in meegaan. Het onderwerp is te belangrijk om een overhaast besluit te nemen. Dank u wel. De voorzitter: Dank u wel, de heer Stremler. Er zijn geen andere sprekers die zich aangemeld hebben. Het is zo dat u deze geste inderdaad zojuist ook heeft gedaan. Het is een voorstel vanuit de werkgroep van uw Drechtraad zelf, waar een viertal mensen inzaten, doorgeleid naar de Carrousel. Eigenlijk is het dan juist om die werkgroep uit uw midden te vragen of zij deze geste mee willen nemen om tot een herijkt voorstel te komen of niet. Ik kijk even naar degenen van de werkgroep die op dit moment aanwezig zijn. Dat zijn de dames De Smoker en Burger. Wat wilt u met het voorstel dat de heer Stremler nu gedaan heeft? Mevrouw Burger: Na enige non-verbale communicatie met mijn collega uit de werkgroep kan ik de heer Stremler, die gesproken heeft namens de Samenwerkende Lokale Partijen, aangeven dat ook iemand van de Samenwerkende Lokale Partijen vertegenwoordigd was in de werkgroep. Er is vanuit de werkgroep een weloverwogen keuze gemaakt.. De heer Stremler: Per interruptie, voorzitter. Ik heb begrepen dat er niemand van de SLP in de werkgroep heeft gezeten. Mevrouw Burger: Als de heer Loos daar geen lid van is, dan zal ik mij daarin vergissen. De heer Loos is weldegelijk lid geweest van die werkgroep. Ik kan u verzekeren dat er een weloverwogen keuze is gemaakt, dat er uitgebreide gesprekken zijn gevoerd met de voorzitters van de afzonderlijke Rekenkamercommissies en dat er gekozen is voor een doortrekking van het dualisme, waarbij één van de instrumenten is een Rekenkamercommissie onder andere voor de Drechtraad. Afgesproken is dat het breder getrokken wordt en dat ieder in de gelegenheid gesteld wordt, zowel vanuit de Drechtraad als vanuit de gemeente, om onderwerpen aan te dragen waarbij dan door de voorzitters, of een afvaardiging, zonder last of ruggespraak een onderwerp gekozen zal worden. Kort gezegd, voorzitter, volgens mij is het gewoon zo dat het voorstel liefst in stemming gebracht wordt. De voorzitter: Wil mevrouw De Smoker daar namens de werkgroep nog iets aan toevoegen? Nee. Prima. De heer Stremler, wat wenst u? De heer Stremler: Ik zal er in ieder geval de heer Loos op aanspreken. Niet alleen ik, maar alle anderen hier aanwezig waren daar niet van op de hoogte, begreep ik. Misschien was de heer Loos toen ook ziek. Het is jammer dat het niet goed teruggekoppeld is. We steken dan de hand in eigen boezem. Het is zo. Ik hoor nu dat er toegewerkt wordt naar een eigen Rekenkamercommissie voor een uitvoeringsorgaan. Dat is genoemd. Niet in dit kader. Dat is wel genoemd. U ontkent dat. Ik hoop ook dat u dat helemaal niet wil, een eigen Rekenkamercommissie voor de Drechtraad. Ik zou graag van u willen horen hoe u daar tegenover staat. Mevrouw Burger: Ik hoop dat wij in dezelfde vergadering zitten. Wij hebben hier een voorstel voor een proef. Volgens mij heb ik niet gezegd dat er een Rekenkamercommissie komt. We hebben het hier over een proef. Aan de hand van die proef zal er een evaluatie komen en dan zal er besluitvorming plaatsvinden. Dat is niet nu. Wat de deelname van de heer Loos betreft. Volgens mij zijn er raadsinformatiebrieven verstrekt waarin onder andere te lezen is dat de heer Loos lid is van de werkgroep die zich op een rekenkamerfunctie zal oriënteren. De voorzitter: De heer Van Lavieren.
pagina 4 van concept-verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d.5 november 2013
De heer Van Lavieren: Voorzitter, sterker nog, zijn naam wordt gewoon in het voorstel genoemd. De voorzitter: Ik stel het volgende voor. De heer Stremler, wenst u over het voorstel verder te debatteren of wilt u met de proef akkoord gaan? De heer Stremler: Eigenlijk geen van beide. Debatteren heeft ook geen zin. Ik constateer wel dat mevrouw Burger geen antwoord heeft gegeven op mijn laatste vraag. Mevrouw Burger: Voorzitter, ik zit echt in een andere vergadering geloof ik. De heer Stremler: Hoe zij denkt over een rekenkamerfunctie voor de Drechtraad. Dat zou principieel onjuist zijn, laat ik dat even meegeven. Zoals het voorstel er nu ligt, hebben wij als SLP besloten dat wij er niet mee kunnen instemmen. De voorzitter: De heer Van Antwerpen, van Beter voor Dordt, wenst het woord. De heer Van Antwerpen: Voorzitter, dank u wel. Ik heb inhoudelijk ook nog een andere vraag. Ik zie staan dat die proef € 25.000,- gaat kosten. Waar betalen we dat uit? Ik zie ook dat er pas in de tweede bestuursrapportage in december, een dekking voor komt. We gaan dus eerst boodschappen doen en we betalen een maand later. Knap. De voorzitter: Ik heb daar, richting de werkgroep, wat herderlijke opmerkingen over gemaakt vanuit het DSB. Wil de werkgroep nog een opmerking maken over die dekking van € 25.000,-? Mevrouw De Smoker. Mevrouw De Smoker: Voorzitter, er is bewust gekozen voor deze dekking zodat wij niet apart bij alle zes de gemeenten langs moeten voor een extra donatie voor een eenmalig onderzoek. De voorzitter: Dat is het standpunt van de werkgroep. Zijn er nog andere opmerkingen? Nee. Dan kijk ik nog even rond. In de Carrousel is hierover gesproken en enkele fracties van andere partijen waren ook niet voor dit voorstel. We moeten echt even kijken of er een meerderheid is voor dit voorstel. Dit leent zich niet voor droog stemmen in dit geval. Daarvoor zijn de verschillen te groot. Het verschil tussen de voor en tegenstemmers is te minimaal. Er zijn veel mensen die zich afgemeld hebben en die geen vervanger hebben gestuurd. Dat geeft ook een vertekenend beeld op het geheel. Wij hebben een totaal van 794 stemmen. Voor een voorstel zijn 397 stemmen nodig. Alleen al de Lokale lijsten vanavond vertegenwoordigen een stemmengewicht van 251. Daarmee heeft de heer Stremler en zijn deputatie veel stemmen onder zich. Ik stel voor dat wij tot stemming overgaan. Mevrouw De Smoker: Voorzitter, wilt u niet even droog stemmen? De voorzitter: Ik denk dat het heel lastig is. Ik wil wel eerst droog oefenen, maar als ik twijfel wil ik echt stemmen. Ik ga toch even droog stemmen. Wie is voor het voorstel van de werkgroep en wie is tegen het voorstel? Dan is het inderdaad 251 tegen en de rest is voor. Dan is er een meerderheid voor dit voorstel. Gaat u akkoord met deze droogstemvariant als zijnde de uitslag? Ja. Dan is het voorstel aangenomen. Besloten wordt: 1. In te stemmen om bij wijze van proef door een eenmalige onafhankelijke onderzoekscommissie ten behoeve van de Drechtraad een onderzoek aangaande de Drechtsteden uit te laten voeren, waarbij de onderzoekscommissie bestaat uit één lid per deelnemende lokale rekenkamercommissies, niet zijnde een raadslid. 2. Suggesties te doen vanuit de Drechtraad en lokale gemeenteraden aan de eenmalige onafhankelijke onderzoekscommissie voor te onderzoeken onderwerpen. 3. Het benodigd budget, ter hoogte van € 25.000,- opnemen in de tweede bestuursrapportage van 2013 welke in december 2013 in de Drechtraad behandeld zal worden. 7.
Voorbereiding politiek/maatschappelijk rMJP en overdrachtsdocument huidige Drechtraad aan nieuwe Drechtraad De voorzitter: De heer Stremler krijgt het woord. De heer Stremler: Voorzitter, ik ga niet overdoen wat in de Carrousel gezegd is. Wat wij, als Samenwerkende Lokale Partijen wel belangrijk vinden is, dat het rMJP gedepolitiseerd wordt. De politieke elementen die niet thuishoren in een GR, een uitvoeringsorgaan, moeten eruit gehaald worden. Wij denken met name aan het organiseren van een verkiezingsdebat en dat soort zaken. Dat is des gemeentes. Het is niet de taak van een GR. Voorzitter, dit is een van de voorwaarden om ermee akkoord te gaan. Het zou, zoals eerder gezegd, allemaal veel beter en korter en duidelijker opgeschreven kunnen worden, zodat er geen introductiecursus en dat soort dingen nodig is. Ik hoop dat wij steun krijgen voor de depolitisering en dat de verkiezingsdebatten in de eigen gemeenten gehouden worden. Wij hebben er geen enkele behoefte aan dat er plotseling een heer Samson of een landelijke politicus op het podium verschijnt. Ik wil graag hierop een reactie van de andere fracties in de Drechtraad horen. Dank u wel. De voorzitter: Ik kijk even rond. Er wordt ingebracht dat er geen bezwaar is dat de heer Samson volgende keer komt, maar dat dit geen opmerking is.
pagina 5 van concept-verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d.5 november 2013
De voorzitter: Nog andere opmerkingen? Niemand. Dan worden uw opmerkingen in het verslag opgenomen. Is dat akkoord, de heer Stremler? Goed. Dank u vriendelijk. De heer Stremler: Voorzitter, dat is akkoord. Maar als het niet aangepast wordt, kunnen wij er als lokale fractie niet mee akkoord gaan. De voorzitter: Dat is helder. Daarvan wordt kennis genomen en daar hebben wij weet van. Niemand anders meer iets over dit punt? Akkoord. Besloten wordt:
1. Het Drechtstedenbestuur opdracht te geven de concrete invulling ter hand te nemen en volgens de opsomming van kritieke data voor te leggen aan de Drechtraad. 2. In overweging te nemen de werkgroep in functie te houden om het proces van totstandkoming van het overdrachtsdocument en voorbereiding van het rMJP te begeleiden tot aan de aanbieding aan de Drechtraad. 8.
Rondvraag en sluiting Hier wordt geen gebruik van gemaakt. De voorzitter sluit de vergadering.
Bijlage 3
VOORSTEL DRECHTRAAD 3 DECEMBER 2013 Portefeuillehouder A.A.M. Brok Steller A. Overbeek
Datum 1 oktober 2013 E-mail
[email protected]
Onderwerp
Wijziging Reglement van Orde voor de Drechtraad Voorstel Het wijzigingsbesluit vaststellen. Bevoegdheid Artikel 13 GrD Samenvatting De inmiddels opgedane ervaringen met de Carrousel- en Drechtraadsvergaderingen hebben aanleiding gegeven tot enkele wijzigingen in het Reglement van Orde. Dit voorstel strekt tot vaststelling van het wijzigingsbesluit (tweede wijziging) van het Reglement van Orde. Toelichting op het voorstel Aanleiding Het Reglement van Orde voor de Drechtraad is na invoering van de Drechtstedendinsdag herzien en op 7 december 2010 in de Drechtraad vastgesteld. Het Reglement is begin 2013 herzien omdat werkendeweg op basis van de opgedane ervaringen bleek dat het Reglement niet voor alle procedures richtlijnen bevatte. Daarnaast is het Reglement in overeenstemming gebracht met de in de loop van de tijd gegroeide praktijk. De aangebrachte wijzigingen fungeren naar tevredenheid. In de afgelopen maanden zijn suggesties gedaan om tot een verdere fine tuning van het Reglement te komen. Beoogd resultaat Een herzien Reglement dat actueel is en een goede basis biedt voor de vergaderingen van de Drechtraad. Argumenten De huidige tekst van het Reglement kent nog enkele manco’s ten opzichte van de vergaderpraktijk. Die worden met deze wijziging opgelost. Advies en draagvlak Het voorstel is besproken in de Agendacommissie in de heisessie op 19 juni jl. De Agendacommissie stemt in met het voorstel en stelt voor het wijzigingsbesluit vast te stellen. Onderliggende stukken - Ontwerp-wijzigingsbesluit Drechtraad. - Integrale versie van het reglement met wijzigingen zichtbaar.
BESLUIT DRECHTRAAD d.d. 3 december 2013 Onderwerp
Wijziging Reglement van Orde voor de Drechtraad
DE DRECHTRAAD Gezien het voorstel van de Agendacommissie van 19 juni 2013; Gelet op artikel 13 van de Gemeenschappelijke regeling Drechtsteden; Overwegende dat op grond van opgedane ervaringen het gewenst is om enkele wijzigingen aan te brengen in het reglement van orde voor de Drechtraad; BESLUIT: vast de stellen het hierna volgende Reglement van orde voor de Drechtraad 2010 (tweede wijziging): Artikel I A. In alle artikelen van het reglement Drechtraadleden wordt gewijzigd in Drechtraadsleden; B. In alle artikelen van het reglement wordt Drechtraadlid gewijzigd in Drechtraadslid. C. In alle artikelen van het reglement wordt Drechtraadvergadering gewijzigd in Drechtraadsvergadering; D. Artikel 2, derde lid komt te luiden: 3. De plv. voorzitter is voorzitter van de Agendacommissie. E. In artikel 2, zesde lis vervalt per onderwerp; F. In artikel 5, vierde lid wordt Kamer gewijzigd in Carrousel; G. In artikel 5, vijfde lid wordt oplegnotitie gewijzigd in voorstel; H. In artikel 8, eerste lid wordt: a. in de maanden juli en augustus gewijzigd in tijdens het zomerreces, b. in juli of augustus gewijzigd in tijdens het zomerreces; I. In artikel 10, tweede lid onder a wordt Drechtsteden gewijzigd in Drechtstedengemeenten. J. In artikel 11, eerste lid wordt uiterlijk gewijzigd in zoveel als mogelijk; K. In artikel 14, eerste lid wordt Vóór de gewijzigd in Bij a. in artikel 15 wordt Coördinerend gewijzigd in coördinerend L. In artikel 17, eerste lid: a. vervalt of schriftelijk en b. vervalt en met de stukken ter inzage gelegd; M. In artikel 23, derde lid wordt raadleden gewijzigd in raadsleden; N. In artikel 34 vrijdag 12.00 uur voor gewijzigd in vijf minuten voor aanvang van; O. In artikel 34 wordt na in te dienen aan het eind van de eerste zin toegevoegd bij de coördinerend griffier. P. In de titel van artikel 35 wordt Regiogriffie gewijzigd in regiogriffie; Q. In artikel 35, vijfde lid vervalt de tweede zin.
pagina 2
R. In artikel 36, eerste lid vervalt ,voor zover zij niet in de Drechtraad zijn benoemd,; S. In artikel 39, tweede lid vervalt Carrousel of de; T. Artikel 40, eerste lid komt te luiden: 1. De notulen van een besloten Drechtraadsvergadering worden niet verspreid maar liggen uitsluitend voor de Drechtraadsleden ter inzage bij de regiogriffie. Op verzoek van een lid van de Drechtraad worden zij toegestuurd. U. In artikel 40, tweede lid vervallen en concept besluitenlijst alsmede de derde zin. V. In artikel 45, eerste lid wordt Voorzitter gewijzigd in voorzitter. W. In artikel 46, tweede lid komt te luiden: 2. In de gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van dit reglement aangaande zaken betreffende Carrouselvergaderingen beslist de betreffende voorzitter van de Carrousel. X. In artikel 48 vervalt 2010. Artikel II Dit besluit treedt in werking op 1 januari 2014. Artikel III Dit besluit wordt aangehaald als:”Reglement van orde voor de Drechtraad, tweede wijziging”. Aldus besloten in de openbare vergadering van 3 december 2013. de coördinerend griffier,
de voorzitter,
A. Overbeek
drs. A.A.M. Brok
MET WIJZIGINGEN ZICHTBAAR De Drechtraad Gezien het voorstel van de Agendacommissie van 16 september 2010 BESLUIT: Vast te stellen het navolgende:
Reglement van orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de Drechtraad Hoofdstuk 1 Algemeen Artikel 1 begripsomschrijvingen In dit reglement wordt verstaan onder: a. Amendement: een voorstel van één of meer Drechtraadsleden tot wijziging van een ontwerpverordening of een ontwerp-besluit, naar de vorm geschikt om daarin direct te worden opgenomen; b. Carrousel: een serie van gelijktijdig verlopende vergaderingen voorafgaand aan de vergadering van de Drechtraad; c. Coördinerend griffier: de door de Drechtraad aangewezen griffier die de Drechtraad ondersteunt; d. Drechtsteden: de aan de gemeenschappelijke regeling Drechtsteden deelnemende gemeenten, Alblasserdam, Dordrecht, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht; e. Drechtstedenbestuur: het dagelijks bestuur van de gemeenschappelijke regeling Drechtsteden; f. Woordvoerder: het raadslid dat in de Drechtraad of in de Carrousel het woord voert namens zijn fractie in zijn gemeente of namens zijn fractie in meerdere Drechtsteden of namens zijn gemeente, over een agendapunt; g. Initiatiefvoorstel: een voorstel van één of meerdere raadsleden tot vaststelling van een verordening of een ander besluit; h. Motie: een korte en gemotiveerde verklaring over een onderwerp waardoor een oordeel, een wens of een verzoek wordt uitgesproken door de raad; i. Regiogriffie: de gezamenlijke griffiers van de Drechtsteden alsmede de daaraan toegewezen ambtenaren; j. Stemlijst: lijst waarop de Drechtraadsleden staan vermeld; k. Sub-amendement: een voorstel van één of meer raadsleden tot wijziging van een aanhangig Amendement, naar de vorm geschikt om direct te worden opgenomen in het Amendement waarop het betrekking heeft; l. Voorstel van orde: een voorstel van één of meer leden, of de voorzitter, gedaan tijdens een vergadering, betreffende de orde van diezelfde vergadering; m. Voorzitter: de voorzitter van de Drechtraad of diens plaatsvervanger; n. Wet: de Wet gemeenschappelijke regelingen. Hoofdstuk 2 De Agendacommissie Artikel 2 De Agendacommissie 1. Er is een Agendacommissie. 2. De Agendacommissie bestaat uit de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter van de Drechtraad en de voorzitters van de Carrouselvergaderingen. 3. De plv. voorzitter is voorzitter van de Agendacommissie. 4. De Agendacommissie stelt de concept-agenda’s vast voor de vergaderingen van de Drechtraad en het agendaschema van de Carrousel. 5. De Agendacommissie draagt er zorg voor dat bij elk agendapunt is vermeld of het informerend of opiniërend van aard is. 6. De Agendacommissie bepaalt wie als voorzitter van een Carrouselvergadering fungeert en welke portefeuillehouder(s) in de vergadering word(t)(en) uitgenodigd. 7. De Agendacommissie vergadert ten minste één keer per maand, met dien verstande dat er in de maanden juli en augustus in beginsel geen vergadering is. 8. Stukken voor de Agendacommissie worden uiterlijk 10 dagen voor de vergaderdatum aangeleverd aan de coördinerend griffier.
Verwijderd: raadleden
Verwijderd: tevens
Verwijderd: per onderwerp
Verwijderd: 2.3
versie 3
1
Hoofdstuk 3 De Carrousel Artikel 3 De Carrousel 1. Voorafgaand aan de Drechtraadsvergadering wordt de Carrousel gehouden. De Carrousel kan bestaan uit meerdere parallelle vergaderingen. 2. Elke Carrouselvergadering heeft de volgende taken: a) Het uitbrengen van advies aan de Drechtraad over een voorstel of onderwerp dat in de Drechtraad wordt behandeld; b) Het uitbrengen van advies aan de Drechtraad uit eigener beweging; c) Het voeren van overleg met het Drechtstedenbestuur, leden daarvan, of met de voorzitter.
Verwijderd: raadvergadering
Artikel 4 De voorzitters van de Carrousel 1. De Drechtraad benoemt zes tot twaalf voorzitters voor Carrouselvergaderingen, die elkaar onderling vervangen. 2. De voorzitter van een Carrouselvergadering is belast met: a. de leiding van de vergadering; b. het formuleren van conclusies, aanbevelingen en adviezen naar aanleiding van hetgeen in de vergadering is besproken; c. het handhaven van de orde tijdens de vergaderingen; d. de naleving van dit reglement; e. de uitvoering van al hetgeen de Wet of dit reglement hem verder opdraagt. 3. De zittingsperiode van een voorzitter begint na zijn benoeming en eindigt aan het einde van de zittingsperiode van de Drechtraad. 4. De Drechtraad kan aan een voorzitter het voorzitterschap ontnemen. 5. De voorzitter kan schriftelijk afstand doen van het voorzitterschap. De Drechtraad wijst in zijn eerstvolgende vergadering een nieuwe voorzitter aan. Artikel 5 Carrouselvergaderingen 1. De Carrouselvergaderingen zijn openbaar. Alle raadsleden en burgerraadsleden/commissieleden mogen deelnemen aan de beraadslagingen. 2. In elke Carrouselvergadering mag een gemeenteraadsfractie één woordvoerder per onderwerp aandragen. Ook kan gekozen worden voor één woordvoerder per onderwerp namens een regiofractie. 3. De voorzitter is geen woordvoerder. 4. De regiogriffie draagt er zorg voor dat het programma zodanig is samengesteld dat het voor de Drechtraadsleden mogelijk is om enkele malen per avond van Carrousel te wisselen. 5. De regiogriffie draagt er zorg voor dat er voor elk onderwerp voor de voorzitter een voorstel is. Artikel 6 Spreekrecht 1. Na de opening van de vergadering kunnen burgers elk gedurende maximaal 5 minuten per persoon en met een maximum van 30 minuten voor alle insprekers in totaal, het woord voeren over onderwerpen die op de agenda staan voor die vergadering van de Carrousel en, desgewenst, over andere onderwerpen, voor zover de maximale tijd voor de vergadering dat toestaat. Staat de duur van de vergadering dit niet toe dan bekort de voorzitter de spreektijd dienovereenkomstig, zodat voldoende tijd resteert om een ordevoorstel over het vervolg te kunnen behandelen. 2. Burgers kunnen niet het woord voeren over: a) een besluit van de Drechtraad of het Drechtstedenbestuur waartegen bezwaar of beroep open staat of heeft opengestaan; b) benoemingen, keuzen, voordrachten of aanbevelingen van personen; c) een klacht die ex artikel 9:1 van de Algemene wet bestuursrecht kan of kon worden ingediend. 3. Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken meldt dit tenminste één dag voor de datum van de Carrouselvergadering aan de coördinerend griffier. Hij vermeldt daarbij zijn naam, adres en telefoonnummer alsmede het onderwerp waarover hij het woord wil voeren. De coördinerend griffier bepaalt in overleg met de voorzitters van de Carrouselvergaderingen bij welke vergadering het betreffende onderwerp het beste past. 4. De voorzitter geeft het woord op volgorde van aanmelding. De voorzitter kan van die volgorde afwijken indien dit in het belang is van de vergadering.
Verwijderd: raadleden Verwijderd: Kamer Verwijderd: oplegnotitie
Verwijderd: 2.3
versie 3
2
5. 6.
De spreker voert het woord nadat de voorzitter hem dit heeft verleend. De voorzitter of een Drechtraadslid doet een voorstel voor de behandeling van de inbreng van de spreker. Burgers die gebruik maken van het spreekrecht, spreken vanaf de centrale spreekplaats of vanaf een door de voorzitter aan te wijzen plaats.
Artikel 7 Handhaving van de orde; schorsing Carrousel 1. Een spreker mag tijdens zijn betoog niet worden gestoord, tenzij: a. de voorzitter het nodig oordeelt hem te wijzen op de naleving van dit reglement; b. een Drechtraadslid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden. 2. Indien een spreker zich naar het oordeel van de voorzitter beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter van de vergadering tot de orde geroepen. Indien de betreffende spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem het woord ontzeggen. 3. De voorzitter kan, ter handhaving van de orde, de vergadering gedurende een door hem te bepalen tijd schorsen en, indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord, de vergadering sluiten. Hoofdstuk 4 De Drechtraad Artikel 8 De Drechtraad 1. De Drechtraad vergadert maandelijks, met dien verstande dat er tijdens het zomerreces in beginsel geen vergadering is. Op een daartoe strekkend schriftelijk en bij de coördinerend griffier ingediend verzoek van het Drechtstedenbestuur of van ten minste een vijfde van het aantal Drechtraadsleden, dan wel op initiatief van de voorzitter zelf, roept de voorzitter de Drechtraad tijdens het zomerreces bijeen. 2. De coördinerend griffier draagt er zorg voor dat de agenda en de voorstellen voor de Drechtraad zo spoedig mogelijk doch uiterlijk de vrijdag na de vergadering van de Agendacommissie aan alle raadsleden van de Drechtsteden worden verzonden en digitaal beschikbaar worden gesteld. Verspreiding binnen de gemeenteraden geschiedt digitaal conform de binnen de gemeente gebruikelijke wijze.
Verwijderd: raadlid
Verwijderd: raadlid
Verwijderd: in de maanden juli en augustus Verwijderd: raadleden Verwijderd: in juli of augustus
Artikel 9 De voorzitter 1. De voorzitter leidt de plenaire vergadering van de Drechtraad. 2. De voorzitter is belast met: a. de leiding van de vergadering; b. het formuleren van conclusies, aanbevelingen en adviezen naar aanleiding van hetgeen in de vergadering is besproken; c. het handhaven van de orde tijdens de vergaderingen; d. de naleving van dit reglement; e. de uitvoering van al hetgeen de Wet of dit reglement hem verder opdraagt. Artikel 10 De coördinerend griffier 1. De coördinerend griffier dan wel diens plaatsvervanger is bij elke vergadering van de Drechtraad aanwezig. 2. De coördinerend griffier is ervoor verantwoordelijk dat: a. de voorstellen voor de eerstvolgende Drechtraadsvergadering tijdig en volledig aan de Drechtraadsleden, het Drechtstedenbestuur en aan de besturen van de Drechtstedengemeenten worden toegezonden; Verspreiding binnen de gemeenteraden geschiedt digitaal conform de binnen de gemeente gebruikelijke wijze. b. de stukken die daarvoor in aanmerking komen tijdig en volledig op de website van de gemeenschappelijke regeling Drechtsteden worden geplaatst, met dien verstande dat daarbij de daarvoor geldende wet- en regelgeving in acht wordt genomen; c. een verslag wordt opgesteld van de Drechtraadsvergaderingen en van de Carrouselvergaderingen; d. de algemene ondersteuning van de voorzitter, de Drechtraad en de Drechtraadsleden op adequate wijze plaatsvindt. Artikel 11
Verwijderd: raadvergadering Verwijderd: raadleden
Verwijderd: G Verwijderd: raadvergadering Verwijderd: raadleden
Uitnodiging Verwijderd: 2.3
versie 3
3
1. De voorzitter zendt zoveel als mogelijk drie weekenden voor de vergadering van de Drechtraad een schriftelijke uitnodiging aan alle (burger)raadsleden, onder vermelding van dag, aanvangstijdstip en plaats van de vergadering. 2. In uitzonderlijke gevallen kan in overleg tussen de voorzitter en de coördinerend griffier worden besloten om maximaal 48 uur voor de vergadering nagekomen stukken te agenderen en toe te zenden. Artikel 12 De agenda 1. Bij aanvang van de vergadering stelt de Drechtraad de definitieve agenda vast. 2. Bij aanvang van de vergadering kan elk Drechtraadslid of de voorzitter de vergadering verzoeken om aan de agenda een onderwerp toe te voegen of een onderwerp daarvan af te voeren. 3. Wanneer de Drechtraad een onderwerp onvoldoende voor de openbare beraadslaging voorbereid acht, kan hij het onderwerp verwijzen naar de Carrousel of aan het Drechtstedenbestuur nadere inlichtingen of advies vragen. 4. Op voorstel van een Drechtraadslid of de voorzitter kan de Drechtraad de volgorde van behandeling van de agendapunten wijzigen. 5. Op de agenda van een uitgeschreven hamerraad kunnen slechts hamerstukken worden geplaatst en behandeld met en zonder stemverklaring. Andere typen agendapunten zijn niet mogelijk. Artikel 13 Openbare kennisgeving 1. De vergadering wordt door aankondiging in de huis-aan-huis-bladen van de Drechtstedengemeenten en door publicatie op de website van Drechtsteden openbaar gemaakt. 2. De openbare kennisgeving vermeldt: a. de datum, aanvangstijdstip en plaats van de vergaderingen; b. de wijze waarop en de plaats waar een ieder de agenda’s voor de Carrousel en de Drechtraadsvergadering en de daarbij behorende stukken kan inzien; c. het e-mailadres en het telefoonnummer waar sprekers kunnen worden aangemeld. Artikel 14 De presentielijst 1. Bij aanvang van de vergadering tekenen de Drechtraadsleden de presentielijst. De voorzitter meldt bij de opening van de vergadering de afwezige leden en hun aanwezige plaatsvervangers. 2. Een Drechtraadslid dat vóór de vaststelling van de presentielijst de vergadering verlaat, geeft daarvan kennis aan de voorzitter. 3. Aan het eind van de vergadering wordt de presentielijst door de voorzitter en de coördinerend griffier door ondertekening vastgesteld. Artikel 15 Zitplaatsen in de Drechtraad De coördinerend griffier draagt er zorg voor dat er voldoende zitplaatsen zijn voor de Drechtraadsleden, de Drechtstedensecretaris en andere personen die zijn uitgenodigd om de vergadering bij te wonen.
Verwijderd: uiterlijk
Verwijderd: raadlid
Verwijderd: raadlid
Verwijderd: raadvergadering
Verwijderd: Vóór de Verwijderd: raadleden Verwijderd: raadlid
Verwijderd: C Verwijderd: raadleden
Artikel 16 Opening vergadering; Quorum 1. De voorzitter controleert aan de hand van de presentielijst of er voldoende stemgerechtigde leden aanwezig zijn om rechtsgeldige besluiten te kunnen nemen. 2. Indien op het vastgestelde aanvangtijdstip van de vergadering niet ten minste 50% + 1 van het maximaal aantal mogelijk aanwezige leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter het tijdstip van de volgende vergadering, die ongeacht het dan aanwezige aantal leden doorgaat. Artikel 17 Ingekomen stukken 1. De bij de Drechtraad ingekomen stukken worden op een lijst geplaatst. Deze lijst wordt digitaal aan de Drechtraadsleden gezonden. 2. Na de vaststelling van de notulen van de vorige vergadering stelt de Drechtraad, op voorstel van de Carrousel dan wel van de voorzitter, de wijze van afdoening van de ingekomen stukken vast. Artikel 18 Spreekrecht Burgers hebben geen spreekrecht in de Drechtraadsvergadering. Artikel 19 Spreekregels 1. Een Drechtraadslid voert het woord namens de fractie van de raad die hem heeft benoemd. In afwijking van de vorige volzin kan een Drechtraadslid tevens het woord voeren namens de
Verwijderd: of schriftelijk Verwijderd: raadleden Verwijderd: en met de stukken ter inzage gelegd Verwijderd: raadvergadering Verwijderd: raadlid Verwijderd: raadlid Verwijderd: 2.3
versie 3
4
2.
fracties van dezelfde of verwante politieke partijen van meerdere gemeenten of namens meerdere fracties van één gemeente. Wanneer een lid van de Drechtraad het woord voert geeft hij daarom aan namens wie hij spreekt. De Drechtraadsleden, de leden van het Drechtstedenbestuur en de overige aanwezigen spreken vanaf hun zitplaats of vanaf de centrale spreekplaats en richten zich tot de voorzitter.
Verwijderd: raadleden
Artikel 20 Volgorde sprekers Sprekers voeren het woord na het aan de voorzitter gevraagd en van hem verkregen te hebben. Artikel 21 Aantal spreektermijnen 1. De beraadslaging over een onderwerp of een voorstel geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de Drechtraad anders beslist. 2. Elke spreektermijn wordt door de voorzitter afgesloten. 3. In het besluitvormende gedeelte van de vergadering komen slechts de stemverklaringen aan de orde. Artikel 22 Handhaving van de orde; schorsing Drechtraad 1. Een spreker mag in een vergadering in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij: a. De voorzitter het nodig oordeelt hem te wijzen op de naleving van dit reglement; b. Een Drechtraadslid hem interrumpeert. De voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog zal afronden. 2. Indien een spreker zich naar het oordeel van de voorzitter beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter van de vergadering tot de orde geroepen. Indien de betreffende spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem het woord ontzeggen. 3. De voorzitter kan, ter handhaving van de orde, de vergadering gedurende een door hem te bepalen tijd schorsen en, indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord, de vergadering sluiten. Artikel 23 Beraadslaging 1. De Drechtraad kan, op voorstel van de voorzitter of een Drechtraadslid, beslissen over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk te beraadslagen. 2. De Drechtraad kan op verzoek van een Drechtraadslid of op voorstel van de voorzitter, besluiten de beraadslaging voor een door hem te bepalen tijd te schorsen, teneinde het Drechtstedenbestuur of Drechtraadsleden de gelegenheid te geven voor onderling nader beraad. De beraadslaging wordt hervat nadat de schorsingsperiode verstreken is. 3. Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing op de voorzitter en de (Drecht)raadsleden in een Carrouselvergadering. Artikel 24 Deelname aan de beraadslagingen door anderen 1. De Drechtraad kan bepalen dat andere personen dan de in de vergadering aanwezige Drechtraadsleden, leden van het Drechtstedenbestuur, de Drechtstedensecretaris, de coördinerend griffier en de voorzitter kunnen deelnemen aan de beraadslaging over een onderwerp. 2. Een beslissing daartoe wordt op voorstel van de voorzitter of een der Drechtraadsleden genomen, alvorens met de beraadslaging ten aanzien van het aan de orde zijn agendapunt een aanvang wordt genomen. Artikel 25 Stemverklaring Na het sluiten van de beraadslaging en voordat de Drechtraad tot stemming overgaat, heeft ieder Drechtraadslid het recht zijn uit te brengen stem kort te motiveren.
Verwijderd: raadlid
Verwijderd: raadlid Verwijderd: raadlid Verwijderd: raadleden
Verwijderd: raadleden
Verwijderd: raadleden
Verwijderd: raadleden
Verwijderd: raadlid
Artikel 26 Beslissing 1. Wanneer de voorzitter vaststelt dat een onderwerp of een voorstel voldoende is toegelicht, sluit hij de beraadslaging, tenzij de Drechtraad anders beslist. 2. Wanneer de Drechtraad een onderwerp of een voorstel onvoldoende voorbereid vindt voor een debat of besluitvorming, kan de Drechtraad het voorstel terugverwijzen naar de Carrousel of het Drechtstedenbestuur. Verwijderd: 2.3
versie 3
5
3.
4. 5. 6. 7.
8. 9. 10. 11. 12.
13.
Nadat de beraadslaging is gesloten vindt de stemming plaats over het voorstel, zoals het dan luidt, in zijn geheel, tenzij geen stemming wordt gevraagd, in de volgende volgorde: a. subamendementen b. amendementen c. voorstel d. moties, tenzij de voorzitter tot een andere volgorde besluit op een daartoe strekkend verzoek. Bij meerdere (sub)amendementen wordt eerst gestemd over het meest verstrekkende (sub)amendement. De voorzitter bepaalt hierbij de volgorde. Voordat de stemming over het voorstel in zijn geheel plaatsvindt, formuleert de voorzitter het voorstel over de te nemen eindbeslissing. Als geen Drechtraadslid stemming vraagt, stelt de voorzitter vast dat het voorstel zonder hoofdelijke stemming is aangenomen. Als een Drechtraadslid stemming verlangt, roept de coördinerend griffier de leden bij naam op hun stem uit te brengen. Bij een eerste stemming in een vergadering bepaalt de voorzitter door middel van het lot welk Drechtraadslid begint met stemmen. Vervolgens wordt aan de hand van de volgorde van de stemlijst gestemd, waarbij elk bij de vergadering aanwezig lid verplicht is zijn stem uit te brengen door “voor” of “tegen” uit te spreken. Met instemming van de Drechtraadsleden kan er ook door middel van stemkastjes of stembriefjes worden gestemd. Over personen wordt schriftelijk, dan wel met instemming van de Drechtraadsleden met stemkastjes of stembriefjes, gestemd. Hiertoe benoemt de voorzitter uit de Drechtraadsleden een stembureau van drie leden, die zorgdragen voor een correct verloop van de stemming. Bij ordevoorstellen en bij stemmingen over personen als bedoeld in het achtste lid heeft elk Drechtraadslid één stem. Bij hoofdelijke stemmingen over andere besluiten dan ordevoorstellen en stemmingen over personen vindt de stemming plaats overeenkomstig de weging van het per Drechtraadslid vastgestelde stemgewicht. Zowel bij stemmingen als bedoeld in het negende als het tiende lid geldt dat het voor het tot stand komen van een beslissing is vereist dat meer dan 50,0% van de aanwezige stemmen vóór de beslissing stemt. Voor het bepalen van de uitkomst van de stemming worden Drechtraadsleden geacht geen stem te hebben uitgebracht als er sprake is van: a. een blanco stembriefje; b. een ondertekend stembriefje; c. een stembriefje waarop meer namen dan het aantal te benoemen personen is ingevuld; d. een stembriefje waarbij als het om een benoeming op voordracht gaat op een persoon wordt gestemd die niet is voorgedragen; e. een stembriefje waarbij op een andere persoon is gestemd dan die waartoe de stemming is beperkt. Wanneer bij een stemming over personen als bedoeld in het achtste lid bij de eerste stemming niemand de volstrekte meerderheid heeft gekregen, wordt tot een tweede stemming overgegaan. Wanneer ook bij de tweede stemming door niemand de volstrekte meerderheid is verkregen, heeft een derde stemming plaats tussen twee personen, die bij de tweede stemming de meeste stemmen kregen. Zijn bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen verdeeld, dan wordt bij een tussenstemming uitgemaakt tussen welke twee personen de derde stemming zal plaatsvinden. Als bij tussenstemming of bij de derde stemming de stemmen staken, beslist terstond het lot. Hiertoe worden de namen door de voorzitter op twee afzonderlijke, geheel gelijke, briefjes geschreven die op gelijke wijze worden gevouwen. De briefjes gaan in een stembokaal en worden geschud. Vervolgens neemt de voorzitter één van de briefjes uit de stembokaal. Degene wiens naam op dit briefje voorkomt, is gekozen.
Artikel 27 Amendementen 1. Een Drechtraadslid kan tot het sluiten van de beraadslaging over een onderwerp of een voorstel één of meer amendementen indienen. Een amendement kan het voorstel inhouden om een geagendeerd voorstel in één of meer onderdelen te splitsen, waarover afzonderlijke besluitvorming zal plaatsvinden. 2. Alleen Drechtraadsleden die de presentielijst hebben getekend en die in de vergadering aanwezig zijn kunnen amendementen indienen.
Verwijderd: raadlid Verwijderd: raadlid Verwijderd: raadlid
Verwijderd: raadleden Verwijderd: raadleden Verwijderd: raadleden Verwijderd: raadlid Verwijderd: raadlid
Verwijderd: raadleden
Verwijderd: raadlid
Verwijderd: raadleden
Verwijderd: 2.3
versie 3
6
3. 4. 5. 6.
Een Drechtraadslid dat in de vergadering aanwezig is kan op een amendement dat door een andere Drechtraadslid is ingediend een wijziging voorstellen; een dergelijk wijzigingsvoorstel is een subamendement. Een amendement of een subamendement moet, om in behandeling genomen te kunnen worden, schriftelijk bij de voorzitter worden ingediend, tenzij de voorzitter oordeelt dat met een mondelinge indiening kan worden volstaan. De indiener van een (sub)amendement kan zijn voorstel intrekken, totdat over het voorstel besluitvorming door de Drechtraad heeft plaatsgevonden. Besluitvorming over een amendement vindt plaats tijdens het besluitvormende gedeelte van de Drechtraadsvergadering.
Artikel 28 Moties 1. Een Drechtraadslid kan tijdens de vergadering een motie indienen. 2. Een motie moet, om in behandeling genomen te kunnen worden, schriftelijk bij de voorzitter worden ingediend. 3. De behandeling van een motie over een onderwerp of een voorstel vindt tegelijk met de beraadslaging over dat onderwerp of voorstel plaats. 4. De behandeling van een motie over een niet op de agenda opgenomen onderwerp vindt plaats nadat alle op de agenda voorkomende onderwerpen zijn behandeld. 5. De indiener van een motie kan zijn voorstel intrekken, totdat over de motie besluitvorming door de Drechtraad heeft plaatsgevonden. 6. Besluitvorming over een motie vindt plaats tijdens het besluitvormende gedeelte van de Drechtraadsvergadering. Artikel 29 Voorstellen van orde 1. De voorzitter en ieder Drechtraadslid kunnen tijdens de vergadering mondeling een voorstel van orde doen, dat kort wordt toegelicht. 2. Een voorstel van orde kan uitsluitend de orde van de vergadering betreffen. 3. Over een voorstel van orde beslist de Drechtraad terstond. 4. Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op Carrouselvergaderingen. Artikel 30 Initiatiefvoorstellen 1. Een initiatiefvoorstel moet, om in behandeling genomen te kunnen worden, schriftelijk bij de voorzitter worden ingediend. 2. De Agendacommissie plaatst het initiatiefvoorstel op de agenda voor de eerstvolgende Carrousel, tenzij de schriftelijke oproep voor die Carrousel reeds is verzonden. In dit laatste geval wordt het initiatiefvoorstel op de agenda voor de daarop volgende Carrousel geplaatst. 3. De Drechtraad kan voorwaarden stellen aan de indiening en behandeling van een voorstel, niet zijnde een voorstel voor een verordening.
Verwijderd: raadlid Verwijderd: raadlid
Verwijderd: raadvergadering
Verwijderd: raadlid
Verwijderd: raadvergadering
Verwijderd: raadlid
Verwijderd: s
Artikel 31 Voorstellen van het Drechtstedenbestuur 1. Een voorstel van het Drechtstedenbestuur aan de Drechtraad kan niet worden ingetrokken zonder toestemming van de Agendacommissie. 2. De Drechtraad kan een voorstel als bedoeld in het eerste lid voor advies terugzenden aan het Drechtstedenbestuur. Artikel 32 Interpellatie 1. Het verzoek van een Drechtraadslid tot het houden van een interpellatie wordt, behoudens in, naar het oordeel van de voorzitter, spoedeisende gevallen, tenminste 48 uur vóór de aanvang van de vergadering schriftelijk bij de voorzitter ingediend. Het verzoek bevat een duidelijke omschrijving van het onderwerp waarover inlichtingen worden verlangd, alsmede de te stellen vragen. 2. De voorzitter brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige leden van de Drechtraad en het Drechtstedenbestuur. Bij de vaststelling van de agenda van de eerstvolgende vergadering na de indiening van het verzoek wordt het verzoek in stemming gebracht. De Drechtraad bepaalt op welk tijdstip tijdens de vergadering de interpellatie zal worden gehouden. 3. De interpellant voert niet meer dan tweemaal het woord en de overige leden van de Drechtraad en het Drechtstedenbestuur niet meer dan éénmaal, tenzij de Drechtraad hen hiertoe verlof geeft.
Verwijderd: raadlid
Verwijderd: 2.3
versie 3
7
Artikel 33 Schriftelijke vragen aan het Drechtstedenbestuur 1. Schriftelijke vragen van Drechtraadsleden aan het Drechtstedenbestuur worden kort en duidelijk geformuleerd. De vragen kunnen van een toelichting worden voorzien. Bij de vragen wordt aangegeven of een schriftelijke of mondelinge beantwoording wordt verlangd. 2. De vragen worden middels de coördinerend griffier bij de voorzitter ingediend. Deze draagt er zorg voor dat de vragen zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige Drechtraadsleden, het Drechtstedenbestuur en de Drechtstedensecretaris worden gebracht. 3. Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats maar zoveel mogelijk binnen dertig dagen na de dag waarop de vragen bij de voorzitter zijn ingediend. Mondelinge beantwoording van de vragen vindt plaats in de eerstvolgende Drechtraadsvergadering. Indien beantwoording niet binnen deze termijnen kan plaatsvinden, stelt het verantwoordelijke lid van het Drechtstedenbestuur de vragensteller hiervan gemotiveerd in kennis, waarbij de termijn wordt aangegeven waarbinnen inhoudelijke beantwoording alsnog zal plaatsvinden. Dit bericht wordt behandeld als een antwoord. 4. De antwoorden van het Drechtstedenbestuur worden door tussenkomst van de coördinerend griffier aan de Drechtraadsleden toegezonden en op de ingekomen stukkenlijst van de eerstvolgende Drechtraadsvergadering geplaatst.. 5. De vragensteller kan, bij schriftelijke beantwoording in de eerstvolgende Drechtraadsvergadering en bij mondelinge beantwoording in dezelfde Drechtraadsvergadering, na de behandeling van de op de agenda voorkomende onderwerpen nadere inlichtingen vragen omtrent het door het Drechtstedenbestuur gegeven antwoord, tenzij de Drechtraad anders beslist. Artikel 34 Vragenkwartier De Drechtraadsleden worden in de gelegenheid gesteld agendapunten uiterlijk tot vijf minuten voor aanvang van de vergadering van de Drechtraad in te dienen bij de coördinerend griffier. De vragen kunnen slechts betrekking hebben op actuele politieke thema’s voor de Drechtsteden en op aangelegenheden waarvoor het Drechtstedenbestuur bevoegd is. Hoofdstuk 5 De regiogriffie Artikel 35 De werkzaamheden van de regiogriffie 1. De Drechtraad regelt op voorstel van de voorzitter de vervanging van de coördinerend griffier bij zijn afwezigheid in de Drechtraad. 2. De regiogriffie bereidt aan de hand van de jaaragenda en de voorlopig vastgesteld agenda de volgende Carrouselvergaderingen en Drechtraadsvergadering voor. Zij zorgt voor het tijdig en compleet toezenden van vergaderstukken en is verantwoordelijk voor de website van de Drechtraad en de inhoud daarvan. 3. De regiogriffie draagt er zorg voor dat de website van de Drechtraad voldoet aan de daarop van toepassing zijnde wet- en regelgeving. 4. De regiogriffie draagt zorg voor de ondersteuning van de voorzitters. 5. Het secretariaat van de regiogriffie wordt gevoerd door de organisatie van de Gemeenschappelijke regeling Drechtsteden. 6. De instructie voor de regiogriffie wordt door de Drechtraad vastgesteld. Hoofdstuk 6 Het Drechtstedenbestuur Artikel 36 Betrokkenheid van het Drechtstedenbestuur 1. De leden van het Drechtstedenbestuur worden voor de Carrousel- en Drechtraadsvergaderingen uitgenodigd en krijgen alle vergaderstukken die naar de Drechtraadsleden gaan. 2. Bij de behandeling van voorstellen van het Drechtstedenbestuur worden zij na elke discussieronde van de Drechtraad in de gelegenheid gesteld te reageren. 3. De leden van het Drechtstedenbestuur krijgen gelegenheid het woord te voeren bij moties, amendementen en op verzoek van de Drechtraad.
Verwijderd: raadleden
Verwijderd: raadleden
Verwijderd: raadvergadering
Verwijderd: raadleden Verwijderd: raadvergadering Verwijderd: raadvergadering Verwijderd: raadvergadering
Verwijderd: raadleden Verwijderd: vrijdag 12.00 uur voor
Verwijderd: R
Verwijderd: Zij zorgt waar nodig voor ondersteuning van de regiogriffie.
Verwijderd: , voor zover zij niet in de Drechtraad zijn benoemd, Verwijderd: raadvergadering
Hoofdstuk 7 Informatie en communicatie Artikel 37 Informatie 1. De informatievoorziening, inclusief de voorstellen aan de Drechtraadsleden, is helder en bondig en beperkt tot de hoofdlijnen. 2. Een actuele website met vergaderstukken, achtergrondinformatie, reactiemogelijkheden en informatie uit de Drechtsteden ondersteunt het functioneren van de Drechtraadsleden. Verwijderd: 2.3
versie 3
8
Artikel 38 Communicatie 1. Alle bijeenkomsten en vergaderingen van de Drechtraad zijn openbaar, tenzij op grond van artikel 12 van de Gemeenschappelijke regeling Drechtsteden besloten wordt om in beslotenheid te vergaderen. 2. Zowel over de onderwerpen die aan de orde zijn als over de besluiten die door de Drechtraad zijn genomen, communiceert de Drechtraad actief met inwoners, bedrijfsleven en het maatschappelijk middenveld. Hoofdstuk 8 Besloten vergaderingen Artikel 39 Algemeen 1. Op het besluit om met gesloten deuren te vergaderen is artikel 22, lid 4 en lid 5 van de Wet van toepassing. 2. Op een besloten vergadering van de Drechtraad zijn de bepalingen van dit reglement van overeenkomstige toepassing, voor zover deze bepalingen niet strijdig zijn met het besloten karakter van de vergadering. Artikel 40 Besluitenlijst 1. De notulen van een besloten Drechtraadsvergadering worden niet verspreid maar liggen uitsluitend voor de Drechtraadsleden ter inzage bij de regiogriffie. Op verzoek van een lid van de Drechtraad worden zij toegestuurd. 2. De notulen worden zo spoedig mogelijk in een volgende besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze Drechtraadsvergadering neemt de Drechtraad een besluit over het al dan niet openbaar maken van deze besluitenlijst of gedeelten daarvan. Artikel 41 Geheimhouding Vóór de sluiting van een besloten vergadering beslist de Drechtraad, overeenkomstig artikel 25, eerste lid van de Gemeentewet of omtrent de inhoud van de stukken en het verhandelde geheimhouding wordt opgelegd c.q. bekrachtigd. De Drechtraad kan besluiten de geheimhouding op te heffen. Artikel 42 Opheffing geheimhouding Indien de Drechtraad overeenkomstig artikel 25, derde en vierde lid, artikel 55, tweede en derde lid, of artikel 86, tweede en derde lid van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen, wordt, indien daarom wordt verzocht door het orgaan dat de geheimhouding heeft opgelegd, in een besloten vergadering met het betreffende orgaan overleg gevoerd.
Verwijderd: Carrousel of de
Verwijderd: en conceptbesluitenlijst Verwijderd: Carrousel- of Verwijderd: raadvergadering Verwijderd: en conceptbesluitenlijst Verwijderd: raadvergadering Verwijderd: <#>De vastgestelde besluitenlijst wordt door de coördinerend griffier en de voorzitter ondertekend.¶
Hoofdstuk 9 Toehoorders en pers Artikel 43 Toehoorders en pers 1. De toehoorders en vertegenwoordigers van de pers kunnen uitsluitend op de voor hen bestemde plaatsen de openbare vergaderingen bijwonen. 2. Het geven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is verboden. Artikel 44 Geluids- en beelddragers Degenen die tijdens een openbare Carrousel- of Drechtraadsvergadering geluid- dan wel beeldregistraties willen maken doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen. Artikel 45 Mobiele telefoons en andere elektronische communicatiemiddelen 1. In de vergaderzaal, met inbegrip van de publieke tribune, is tijdens de vergadering het telefoneren met mobiele telefoons en het gebruik van andere elektronische communicatiemiddelen, die inbreuk kunnen maken op de orde van de vergadering, zonder toestemming van de voorzitter, verboden. 2. Bij een inbreuk op het in het eerste lid bedoelde verbod kan de voorzitter alle ordemaatregelen treffen die hem juist en doeltreffend voorkomen, met inbegrip van het uit de vergaderzaal laten verwijderen van de overtreder van het verbod.
Verwijderd: raadvergadering
Verwijderd: V
Hoofdstuk 10 Slotbepalingen Artikel 46 Uitleg van dit reglement Verwijderd: 2.3
versie 3
9
1. 2.
In de gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van dit reglement, beslist de Drechtraad, op voorstel van de voorzitter. In de gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van dit reglement aangaande zaken betreffende Carrouselvergaderingen beslist de betreffende voorzitter van de Carrousel.
Met opmaak: opsommingstekens en nummering Verwijderd: of beslissen de voorzitters van de Carrouselvergaderingen.
Artikel 47 inwerkingtreding van dit reglement 1. Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2011. 2. Met ingang van het moment van inwerkingtreding van dit reglement vervalt het Reglement van orde voor de Drechtraad, zoals vastgesteld in de openbare vergadering van de Drechtraad op 5 april 2006. Artikel 48 Citeertitel Dit reglement kan worden aangehaald onder de titel “Reglement van orde voor de Drechtraad”.
Verwijderd: 2010
Aldus besloten in de openbare vergadering van de Drechtraad van 7 december 2010.
Verwijderd: ¶
Verwijderd: 2.3
versie 3
10
Bijlage 4
VOORSTEL DRECHTRAAD 3 DECEMBER 2013 Portefeuillehouder R.T.A. Korteland
Datum 13-11-2013
Steller J. van Dijk
E-mail
[email protected]
Telefoonnummer (078) 7703954
Onderwerp
Controleprotocol 2013 en 2014 Voorstel Vaststellen van het controleprotocol 2013 en 2014. Bevoegdheid Drechtraad (art. 6 of 7 GrD) Samenvatting De Drechtraad wordt voorgesteld het controleprotocol voor 2013 en 2014 vast te stellen. Toelichting op het voorstel Het controleprotocol heeft als doel nadere aanwijzingen te geven aan de accountant over de reikwijdte van de accountantscontrole, de daarvoor geldende normstellingen en de daarbij verder te hanteren goedkeurings- en rapporteringstoleranties voor de controle van de jaarrekening. In het controleprotocol wordt ook aangegeven welke wet- en regelgeving in het kader van het financieel beheer onderwerp van rechtmatigheidscontrole zal zijn. De goedkeurings- en rapporteringstoleranties zijn gelijk aan die uit het controleprotocol 2011 en 2012. De relevante wet- en regelgeving is geactualiseerd. Consequenties Financiële consequenties: Niet van toepassing Personele en organisatorische consequentie:Niet van toepassing Juridische consequenties: Niet van toepassing Consequenties voor andere beleidsvelden en organisaties: Niet van toepassing Advies en draagvlak Het controleprotocol is op 5 november 2013 besproken door de Auditcommissie. De Auditcommissie adviseert de Drechtraad het controleprotocol conform vast te stellen. Verdere procedure, communicatie en uitvoering Niet van toepassing Onderliggende stukken • Concept controleprotocol 2013 en 2014. • Concept-besluit Drechtraad.
Concept, 5 september 2013
CONTROLEPROTOCOL voor 2013 en 2014
1. Inleiding Het Algemeen Bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden (GRD), de Drechtraad, verstrekt opdracht om de accountantscontrole zoals bedoeld in art 213 GW voor de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden uit te voeren. Ter voorbereiding en ondersteuning van de uitvoering van de accountantscontrole moet de Drechtraad een aantal zaken nader regelen, hetgeen op hoofdlijnen in dit controleprotocol plaatsvindt. De accountantscontrole is tweeledig: enerzijds gericht op het getrouwe beeld1 en anderzijds gericht op de mate waarin de mutaties in de jaarrekening voldoen aan de wet- en regelgeving. Het expliciet in de verklaring van de accountant opnemen van een oordeel over deze zogenaamde rechtmatigheid heeft in het lokaal bestuur een proces op gang gebracht van het definiëren van normen die van belang zijn voor dit oordeel en de wijze waarop afwijkingen van die norm gewogen moeten worden. Voor een deel vertaalt zich dit in algemene kaders (via de commissie Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten ) en voor een deel maakt de Drechtraad hierin haar eigen keuzes Object van controle is de jaarrekening 2013 en 2014 en daarmee tevens het financieel beheer, zoals dat wordt uitgeoefend door of namens het Dagelijkse Bestuur van de GR Drechtsteden, het Drechtstedenbestuur. 1.1 Doelstelling Dit controleprotocol heeft als doel nadere aanwijzingen te geven aan de accountant over de reikwijdte van de accountantscontrole, de daarvoor geldende normstellingen en de daarbij verder te hanteren goedkeuring- en rapporteringtoleranties voor de controle van de jaarrekening 2013 en 2014 van de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden. 1.2 Wettelijk kader De gemeentewet (GW), artikel 213, schrijft voor dat de Gemeenteraad dan wel het Algemeen Bestuur van de gemeenschappelijke regeling één of meer accountants aanwijst als bedoeld in artikel 393 eerste lid Boek 2 Burgerlijk Wetboek voor de controle van de in artikel 197 GW bedoelde jaarrekening en het daarbij verstrekken van een controleverklaring en het uitbrengen van een verslag van bevindingen. Op grond van het bepaalde art. 30, 1e lid van de Wet Dualisering Gemeentebesturen en van het overgangsartikel VIIIa, lid 2 van de Wet van 2 juli 2003 Stbld. 314 en van het bepaalde in de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden, alsmede in het kader van de opdrachtverstrekking aan de accountant kan het algemeen bestuur nadere aanwijzingen geven voor te hanteren goedkeurings- en rapporteringstoleranties. Tevens moet in de opdrachtverstrekking duidelijk aangegeven worden, welke wet- en regelgeving in het kader van het financiële beheer onderwerp van rechtmatigheidcon-
1
Als een gebruiker zijn/haar besluitvorming of handelen laat beïnvloeden door de jaarrekening, moet hij/zij er vanuit kunnen gaan dat het beeld van de jaarrekening daarvoor voldoende juist is. 1
trole zal zijn. De Drechtraad regelt dit door vaststelling van voorliggend controleprotocol, meer specifiek door het daarin opgenomen normen- en toetsingskader. 1.3 Procedure Ter bevordering van een efficiënte en doeltreffende accountantscontrole vindt periodiek (afstemmings-) overleg plaats tussen de accountant van de GRD, de leden van de auditcommissie waaronder vertegenwoordigers uit de Drechtraad, en de concerncontroller. 2. Algemene uitgangspunten voor de controle (getrouwheid én rechtmatigheid) Zoals in art 213 GW is voorgeschreven voert de door de Drechtraad benoemde accountant de controle van de in artikel 197 Gemeentewet bedoelde jaarrekening uit gericht op het afgeven van een oordeel over: • de getrouwe weergave van de in de jaarrekening gepresenteerde baten en lasten en de activa en passiva; • het rechtmatig tot stand komen van de baten en lasten en balansmutaties in overeenstemming met de begroting en met de van toepassing zijnde wettelijke regelingen, waaronder verordeningen; • de inrichting van het financieel beheer en de financiële organisatie gericht op de vraag of deze een getrouwe en rechtmatige verantwoording mogelijk maken; • het in overeenstemming zijn van de door het Drechtstedenbestuur opgestelde jaarrekening met de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen regels bedoeld in artikel 186 Gemeentewet (Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten); • de verenigbaarheid van het jaarverslag met de jaarrekening. Bij de controle zullen de nadere regels die bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden gesteld op grond van artikel 213, lid 6 Gemeentewet (Besluit Accountantscontrole Provincies en Gemeenten) en de Richtlijnen voor de Accountantscontrole (NBA) bepalend zijn voor de uit te voeren werkzaamheden. Onder rechtmatigheid wordt begrepen de definitie volgens het Besluit Accountantscontrole Provincies en Gemeenten (BAPG) dat de in de rekening verantwoorde lasten, baten en balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen, dat wil zeggen “in overeenstemming zijn met de begroting en met de van toepassing zijnde wettelijke regelingen, waaronder gemeentelijke verordeningen”. De van toepassingen zijnde verordeningen die direct van invloed op uitkomsten van de balans en/of begroting zijn, blijken uit bijlage 1. Besluiten van het Drechtstedenbestuur en andere regels verband houdende met de bedrijfsvoering worden niet in de financiële rechtmatigheidcontrole van 2013 en 2014 betrokken tenzij deze een direct verband hebben met of voortvloeien uit besluiten van de Drechtraad. Uitgangspunt is dat alle wetten, verordeningen, enzovoorts elke vier jaar minstens een keer intensief op hun rechtmatige toepassing worden getoetst. Deze cyclische benadering borgt de volkomenheid van de rechtmatigheidcontrole. De risico’s van wetten, verordeningen, raadsbesluiten die vanaf gemiddeld gekwalificeerd zijn, zullen jaarlijks onderwerp van intensieve controle zijn. De jaarlijks te controleren verordeningen worden in de Auditcommissie besproken. De rechtmatige toepassing van alle overige verordeningen zal worden nagegaan door middel van een beoordeling van de administratieve organisatie en het werkproces en cijferbeoordeling van de uitkomsten. Als specifieke uitkeringen gecontroleerd worden volgens de SiSa-procedure (Single Audit Single Information), dan is dit een voldoende waarborging voor de rechtmatige verkrijging en besteding van de middelen. Bij SiSa wordt met de wettelijke controlevoorschriften van gemeenten rekening gehouden zodat dubbele controlewerkzaamheden worden voorkomen.
2
3. Te hanteren goedkeurings- en rapporteringstoleranties
De accountant accepteert in de controle bepaalde toleranties en richt de controle daarop in. De accountant controleert niet ieder document of iedere financiële handeling, maar richt de controle zodanig in dat voldoende zekerheid wordt verkregen over het getrouwe beeld van de jaarrekening en de rechtmatigheid van de verantwoorde baten en lasten en balansmutaties en financiële beheershandelingen met een belang groter dan de vastgestelde goedkeuringstolerantie2. De goedkeuringstolerantie is bepalend voor de oordeelsvorming, de strekking van de af te geven controleverklaring. In het Besluit accountantscontrole Provincies en Gemeenten zijn minimumeisen voor de in de controle te hanteren goedkeuringstoleranties voorgeschreven. Naast de goedkeuringstoleranties wordt de rapporteringtolerantie onderscheiden. Dit is een norm waaraan de accountant individuele fouten toetst; wanneer fouten aan de norm voldoen, worden ze gerapporteerd zonder dat dit verdere consequenties behoeft te hebben voor de goedkeuring van de jaarrekening als geheel. De goedkeurings- en rapporteringtolerantie wordt door de Drechtraad vastgesteld, met inachtneming van de volgende minimumeisen:
Goedkeuringstolerantie
Strekking accountantsverklaring: Goed keurend
Beperking
Oordeel onthouding
Afkeurend
Fouten in de jaarrekening (% lasten)
≤ 1%
>1%<3%
-
≥ 3%
Onzekerheden in de controle (% lasten)
≤ 3%
>3%<10%
≥ 10%
-
Naast deze kwantitatieve benadering zal de accountant ook een kwalitatieve beoordeling hanteren (professional judgement). De weging van fouten en onzekerheden vindt ook plaats op basis van professional judgement. De goedkeuringstolerantie is het bedrag dat de som van fouten in de jaarrekening of onzekerheden in de controle aangeeft, die in een jaarrekening maximaal mogen voorkomen, zonder dat de bruikbaarheid van de jaarrekening voor de oordeelsvorming door de gebruikers kan worden beïnvloed. De goedkeuringstolerantie is bepalend voor de oordeelsvorming, de strekking van de af te geven accountantsverklaring. De goedkeuringstolerantie bedraagt volgens de verordening 213 1% bij fouten en 3% ingeval van onzekerheden. Naast de goedkeuringstoleranties wordt onderkend de rapporteringtolerantie. Ter verantwoording naar de samenleving is de goedkeuringstolerantie relevant. Voor de Drechtraad is de rapporteringtolerantie even relevant omdat het de raad informeert over een scala van onjuistheden. De definitie van rapporteringstolerantie kan als volgt worden omschreven: De rapporteringtolerantie(s) is een bedrag dat gelijk is aan of lager is dan de bedragen voortvloeiend uit de goedkeuringstolerantie. Bij overschrijding van dit bedrag vindt rapportering plaats in het verslag van bevindingen. Een lagere rapporteringstolerantie leidt in beginsel niet tot aanvullende controlewerkzaamheden, maar wel tot een uitgebreidere rapportage van bevindingen.
2
Door de toepassing van een risicoanalyse kan het zo zijn dat niet alle transacties die groter zijn dan de vastgestelde goedkeuringstolerantie individueel worden gecontroleerd. Ook kunnen andere gegevensgerichte werkzaamheden dan deelwaarnemingen worden toegepast. Met name door toepassing van cijferanalyse (verbandscontroles) kan het aantal deelwaarnemingen worden beperkt.
3
De rapporteringstolerantie kan worden vastgesteld op een percentage, bijvoorbeeld 80%, van de goedkeuringstolerantie of op een maatschappelijk relevant geacht absoluut bedrag zoals € 100.000. De rapporteringtoleranties kunnen zich verder toespitsen op die elementen die de Drechtraad specifiek nader terug wil zien, zonder dat dit de controletoleranties zelf beïnvloedt. De rapporteringtolerantie wordt door de Drechtraad vastgesteld, met inachtneming van bovengenoemde minimumeisen. De accountant richt de controle in, rekening houdend met de rapporteringtolerantie om te kunnen waarborgen dat alle gesignaleerde onrechtmatigheden die dit bedrag overschrijden ook daadwerkelijk in het verslag van bevindingen worden opgenomen. Naast de weging van fouten en onzekerheden om tot een accountantsoordeel (t.b.v. strekking accountantsverklaring) te komen, is het ook nuttig om een rapporteringstolerantie af te spreken. Voorgesteld wordt om een rapporteringstolerantie te hanteren van € 100.000.Dit betekent dat alle gecorrigeerde fouten en onzekerheden in de jaarrekening, die € 100.000 of meer bedragen, worden gerapporteerd in het verslag van bevindingen. De rapporteringstolerantie bij het begrotingscriterium liggen gezien de financiële omvang bij het regionaal investeringsfonds het programma Sociale Dienst Drechtsteden op respectievelijk € 500.000 en € 2.000.000. Voor investeringen bedraagt bij overschrijdingen het rapportagecriterium € 100.000 of 10% van het gevoteerde krediet.
4. Begrip rechtmatigheid en de aanvullend te controleren rechtmatigheidscriteria Het begrip rechtmatigheid in het kader van de accountantscontrole wordt gedefinieerd als “het in overeenstemming met de begroting en met van toepassing zijnde wettelijke regelingen (waaronder verordeningen) tot stand komen van baten en lasten alsmede balansmutaties”. In het kader van de rechtmatigheidscontrole kunnen 9 rechtmatigheidscriteria worden onderkend: 1. Het begrotingscriterium; 2. Het voorwaardencriterium; 3. Het misbruik en oneigenlijk gebruikcriterium (M&O); 4. Het calculatiecriterium; 5. Het valuteringscriterium; 6. Het adresseringscriterium; 7. Het volledigheidscriterium; 8. Het aanvaardbaarheidscriterium; 9. Het leveringscriterium. In het kader van het getrouwheidsonderzoek wordt al aandacht besteed aan de meeste van deze criteria. Voor de oordeelsvorming over de rechtmatigheid van het financieel beheer zal extra aandacht besteed moeten worden aan de volgende rechtmatigheidscriteria: 1. Het begrotingscriterium; 2. Het misbruik en oneigenlijk gebruik criterium (M&O-criterium); 3. Het voorwaardencriterium. Ad 1 Begrotingscriterium Als blijkt dat de gerealiseerde lasten zoals weergegeven in de jaarrekening op programmaniveau hoger zijn dan de geraamde bedragen met inbegrip van de laatste begrotingswijziging, is - voor zover het de begrotingsoverschrijdingen betreft - mogelijk sprake van onrechtmatige uitgaven. De overschrijding kan namelijk in strijd zijn met het budgetrecht van het algemeen bestuur zoals geregeld in de Gemeentewet en de Wet Gemeenschappelijke regelingen (Wgr). Voor de afsluitende oordeelsvorming is van belang in hoeverre de begrotingsoverschrijding past binnen het door de Drechtraad geformuleerde beleid 4
en/of wordt gecompenseerd door aan de lasten gerelateerde hogere inkomsten. Het bepalen óf respectievelijk welke begrotingsoverschrijdingen al dan niet verwijtbaar zijn, is voorbehouden aan de Drechtraad. Via de door de Drechtraad vastgestelde financiële verordening ex artikel 212 Gemeentewet is nader uitgewerkt hoe moet worden bepaald of de lasten binnen de omschrijving van de activiteiten en het bijbehorende bedrag van het programma passen. Volgens de verordening mogen de lasten van producten niet dusdanig worden overschreden dat de realisatie van andere producten binnen het zelfde programma onder druk komt te staan. De post onvoorzien is niet nader onderverdeeld in programma’s en kan worden gebruikt om alle soorten tegenvallers op te vangen. Met het vaststellen in dit controleprotocol van de reikwijdte van de rechtmatigheidstoets door de accountant geeft de Drechtraad aan welke onder- en overschrijdingen van de begroting van de GR Drechtsteden rechtmatig dan wel onrechtmatig moeten worden geacht (zie bijlage 2). Ad 2. Normenkader voor het misbruik en oneigenlijk gebruik criterium: De Gemeenschappelijke regeling Drechtsteden heeft haar beleid ter voorkoming en bestrijding van misbruik en oneigenlijk gebruik vastgelegd in verschillende verordeningen en besluiten. In het jaarverslag en/of de toelichting op de jaarrekening verantwoordt het Drechtstedenbestuur zich over de opzet, de uitvoering en de resultaten van het M&Obeleid. Indien het M&O-beleid niet toereikend is kan dit gevolgen hebben voor het accountantsoordeel. Indien bij een toereikend M&O-beleid dat in voldoende mate is uitgevoerd toch een belangrijke (materiële) onzekerheid – die inherent is aan de regeling – blijft bestaan met betrekking tot de rechtmatigheid van de uitgaven of ontvangsten en deze niet verder kan worden gereduceerd, dient de accountant te beoordelen of deze onzekerheid in de toelichting bij jaarrekening adequaat wordt weergegeven. Voor bestaande procedures wordt getoetst in hoeverre deugdelijke maatregelen ter voorkoming van misbruik- en oneigenlijk gebruik worden genomen. Daarbij is de vooronderstelling gerechtvaardigd dat binnen de belangrijkste procedures reeds informeel adequate maatregelen zijn getroffen ter waarborging van de getrouwheid van de financiële verantwoording. Ad 3. Voorwaardencriterium: Besteding en inning van gelden zijn aan bepaalde voorwaarden verbonden waarop door de accountant moet worden getoetst. Deze voorwaarden liggen vast in wetten en regels van hogere overheden en de (eigen) gemeentelijke regelgeving. De gestelde voorwaarden hebben betrekking op: • • • • • • •
De omschrijving van de doelgroep respectievelijk het project; De heffings- en/of declaratiegrondslag; Normbedragen (denk aan hoogte en duur); De bevoegdheden; Het voeren van een administratie en de indienen van een begroting en/of jaarrekening; Het verkrijgen en bewaren van bewijsstukken; Aan te houden termijnen besluitvorming, betaling, declaratie e.d.
De precieze invulling verschilt per wet respectievelijk regeling respectievelijk verordening. Voor alle geldstromen dient ondubbelzinnig vast te staan welke voorwaarden er op van toepassing zijn. De door hogere overheden gestelde voorwaarden liggen volledig vast. Dit geldt echter niet voor de voorwaarden in de Drechtstedelijke regelgeving. Op basis van het advies van de VNG van 15 oktober 2004 zijn de voorwaarden: “recht”, “hoogte” en “duur” van toepassing.
5
5. Reikwijdte accountantscontrole rechtmatigheidtoetsing De accountantscontrole op rechtmatigheid voor het kalenderjaar 2013 en 2014 is limitatief gericht op: 5.1 de naleving van wettelijke kaders, zoals die onder “Normenkader externe regelgeving” van de “Inventarisatie wet- en regelgeving in het kader van de rechtmatigheidcontrole bij een gemeenschappelijke regeling” zijn opgenomen (bijlage 1 van dit protocol). Dit uitsluitend voor zover deze directe financiële beheershandelingen betreffen of kunnen betreffen; 5.2
de naleving van de volgende kaders: o
o o
de begroting, waarbij onder- en overschrijdingen rechtmatig dan wel onrechtmatig worden geacht met inachtneming van de bepalingen in bijlage 2 van dit controleprotocol; de financiële verordening ex artikel 212 Gemeentewet, uitgezonderd artikel 1f; de controleverordening ex artikel 213 Gemeentewet.
en de overige kaders zoals opgenomen onder “Normen- en toetsingskader interne regelgeving” van de “Inventarisatie wet- en regelgeving in het kader van de rechtmatigheidcontrole bij een gemeenschappelijke regeling” (bijlage 1 van dit protocol). Dit laatste voor zover van toepassing en uitsluitend voor zover deze directe financiële beheershandelingen betreffen of kunnen betreffen. Ten aanzien van het voorwaardencriterium worden enkel bevindingen die betrekking hebben op recht, hoogte en duur van financiële beheershandelingen meegenomen bij de oordeelsvorming van de controleverklaring, tenzij jegens derden (bijvoorbeeld in toekenningsbeschikkingen) aanvullende voorwaarden met directe financiële consequenties zijn opgenomen. 3 6. Rapportering accountant Tijdens en na afronding van de controlewerkzaamheden rapporteert de accountant hierna in het kort weergegeven als volgt: Interimcontrole In de tweede helft van het jaar wordt door de accountant een zogenaamde interimcontrole uitgevoerd. Over de uitkomsten van de interimcontrole wordt aan de Drechtraad een verslag uitgebracht. Bestuurlijk relevante zaken worden – op grond van de overeengekomen rapportagewensen - ook aan de diverse bestuursgeledingen gerapporteerd. Verslag van bevindingen Overeenkomstig de gemeentewet wordt omtrent de controle van de jaarrekening een verslag van bevindingen uitgebracht aan de Drechtraad en in afschrift aan het Drechtstedenbestuur. In het verslag van bevindingen wordt gerapporteerd over de opzet en uitvoering van het financiële beheer en of de beheersorganisatie een getrouw en rechtmatig financieel beheer en een rechtmatige verantwoording daarover waarborgen. Uitgangspunten voor de rapportagevorm Gesignaleerde onrechtmatigheden worden toegelicht gespecificeerd naar de aard van het criterium (begrotingscriterium, voorwaardencriterium, etc.).
3
Dergelijke jegens derden geformuleerde (financiële) voorwaarden zijn immers ook al relevant voor de accountantscontrole inzake de getrouwheid van de jaarrekening.
6
Fouten of onzekerheden die de rapporteringstolerantie als bedoeld in hoofdstuk 3 van dit controleprotocol overschrijden, worden weergegeven in een apart overzicht bij het verslag van bevindingen. Controleverklaring (voorheen accountantsverklaring) In de controleverklaring wordt op een gestandaardiseerde wijze, zoals wettelijk voorgeschreven, de uitkomst van de accountantscontrole weergegeven, zowel ten aanzien van de getrouwheid als de rechtmatigheid. Deze controleverklaring is bestemd voor de Drechtraad, zodat deze de door het Drechtstedenbestuur opgestelde jaarrekening kan vaststellen. Bijlage 1. Overzicht externe wetgeving en van toepassing zijnde gemeentelijke verordeningen m.b.t. financiële rechtmatigheid
Programma’s / producten
Specifieke activiteiten
1. Bestuur en Bureau Algemeen financieel Drechtsteden middelenbeheer
Wetgeving extern
Regelgeving intern
Besluit Begroting en Verantwoording Wet gemeenschappelijke regelingen Gemeentewet
Gemeenschappelijke regeling Drechtsteden Algemene subsidie verordening openbaar lichaam Drechtsteden
Stimulering investeringen.
Subsidieregeling provincie
Verordening Investeringsfonds Drechtsteden
Algemeen financieel middelenbeheer
Grondwet
Financiële verordening ex art 212: financieel beleid, beheer en inrichting financiële organisatie De verordening 212 zal net als de mandaatregeling ook bij andere programma’s van toepassing zijn. Bijdrageverordening Drechtsteden
Accountantscontrole
Burgerlijk Wetboek
Controle Verordening ex art. 213: controle
Inkopen en contractbeheer Europese wetgeving aanbestedingsrecht Aanbestedingswet Europese regels Staatssteun Wet Markt en Overheid
2. Sociale dienst Drechtsteden
Ontvangen subsidies
Subsidieregeling provincie
Subsidieregeling (ontvangen subsidie)
Bedrijfsvoering
Algemene wet bestuursrecht
Mandaat Sociale Dienst Drechtsteden
Algemene wet bestuursrecht
Verordening bezwaarschriften openbaar lichaam Drechtsteden versie 3.0 (inmiddels alleen nog van toepassing op SDD)
7
Programma’s / producten
Specifieke activiteiten
Wetgeving extern
Financiën
Regelgeving intern Uitvoeringsbesluit financiën SDD
Cliëntparticipatie WWB
Wet werk en bijstand
Verordening cliëntparticipatie
WMO individuele voorzieningen
Wet maatschappelijke ondersteuning
Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning
Werk en Inkomen
Wet werk en bijstand
Verordening werk en inkomen
IOAW
Verordening Persoonlijk Minimabudget (PMB)
IOAZ Verordening Adviescommissie Werk Mandaatbesluit zelfstandigenregelingen Wet sociale werkvoorziening
Verordening PGB begeleid werken WsW Verordening cliëntparticipatie WSW Wachtlijstverordening WsW
Wet gemeentelijke Schuldhulpverlening Wet Participatiebudget
Verordening Maatschappelijke Participatie Wwb Regeling Loonkostensubsidies Drechtsteden
Wet kinderopvang
Regeling compensatie eigen bijdrage Kinderopvang Regeling Kinderopvangkosten sociaal medische indicatie
Wet inburgering
Grafrechten 3. Ingenieursbureau Drechtsteden 4. SCD
5. Gemeentebelastingen Drechtsteden.
Ingenieurswerk
Wet educatie en beroepsonderwijs onderdeel educatie Wet op de lijkbezorging, artikel 21 en 22 Aanbestedingswet
Mandaatbesluiten IBD
Uitvoering
Mandaatbesluiten SCD
Uitvoering
De protocollen van de aangesloten gemeenten zijn leidend bij de controles bij het SCD. Mandaatbesluiten GRD De protocollen van de aangesloten gemeenten zijn leidend bij de controles bij de GBD.
6. Onderzoekcentrum Drechtsteden
Onderzoekswerk
Mandaatbesluiten OCD
7. Algemene dekkingsmiddelen
Treasurybeheer
Wet financiering decentrale overheden
Arbeidsvoorwaarden en personeelsbeleid
Ambtenarenwet Fiscale wetgeving
8
Financieringsstatuut
Bezoldigingsregeling
Programma’s / producten
Specifieke activiteiten
Wetgeving extern
Regelgeving intern
Sociale verzekeringswetten Inkopen en contractbeheer Europese richtlijnen voor overheidsopdrachten: • Diensten (92/50/EEG) waarin opgenomen de richtlijn 97/52.EG • Werken (93/37/EEG) waarin opgenomen de richtlijn 97/52/EG • Leveringen (93/36/EEG) waarin opgenomen de richtlijn 97/52/EG Inkopen algemeen Opbrengsten
BTW compensatiefonds Wet op de Omzetbelasting Algemene Wet Bestuursrecht
Algemene Wet Bestuursrecht
Mandaatbesluit Drechtraadaangelegenheden. De mandaatregeling is net als de verordening 212 ook bij andere programma’s van toepassing. Mandaat, volmacht en machtiging Drechtstedensecretaris en Algemeen Directeur
Voor de in dit normenkader genoemde wetten en externe regelgeving vindt integrale toetsing plaats op basis van algemene controle uitgangspunten, zoals de accountant die bij de interne toetsing hanteert en waarbij de interne beheersing verantwoord wordt via de gedetailleerde interne verbijzonderde controles, die door de accountant gecontroleerd worden. Door deze indirecte methode kan nadere detaillering van de externe wet- en regelgeving daarom hier achterwege blijven.
9
BIJLAGE 2: Begrotingscriterium Normenkader voor het begrotingscriterium: Begrotingsrechtmatigheid houdt in dat financiële beheershandelingen passen binnen de begroting en balansmutaties. Voor de begrotingsrechtmatigheid is de wetgever uitgegaan van het programmaniveau als de norm. Bij de GRD heeft de Drechtraad de autorisatie op een aantal programma’s vastgesteld. Het normenkader bij het begrotingscriterium is als volgt: a. Bij de staat van baten en lasten. Van begrotingsonrechtmatigheid is sprake indien het totaal van de baten of de lasten per programma met minimaal € 100.000 is overschreden c.q. onderschreden. In de rapportage worden de verschillen boven deze drempel verantwoord; b. Bij investeringen. Van begrotingsonrechtmatigheid is sprake indien het toegestane investeringsvolume per programma met minimaal € 100.000 of 10% is overschreden. In het rapport van bevindingen worden de verschillen boven deze drempel verantwoord. Bij de jaarrekening vindt een analyse plaats van de verschillen ten opzichte van de begroting plaats, conform artikel 28 van de BBV. Bij de analyse moet in ieder geval aan de volgende elementen aandacht worden besteed; • de oorzaak van de afwijking; • de relatie met de prestaties; • de passendheid in het beleid; • de dekking vanuit andere programma’s (alternatieve dekking); • mogelijke eerdere informatievoorziening over de afwijking aan de Drechtraad; • eventueel de mate van verwijtbaarheid; De oorzaken van begrotingsonrechtmatigheid worden in de jaarrekening toegelicht. Bij de overschrijdingen dient aangegeven te worden welke van de volgende 12 soorten van begrotingsonrechtmatigheid aan de orde is: I. Onjuist programma, product, budget; II. Onjuist begrotingsjaar; III. Extra kosten gedekt door baten c.q. minder baten gecompenseerd door minder kosten; IV. Extra kosten of minder baten, tijdig gesignaleerd; V. Extra kosten of minder baten, achteraf onrechtmatig (zoals mutaties algemene uitkering); VI. Extra uitgaven door een hogere doorbelasting vanuit de kostenplaatsen; VII. Fout in de begroting; VIII.Extra kosten of minder baten, niet tijdig gesignaleerd; IX. Extra kosten of minder baten, opzettelijk stil gehouden; X. Extra investeringen, kosten komen later (afschrijvings- en financieringslast); XI. Extra kosten door niet passende activiteiten; XII. Minder kosten, maar te lage passende activiteiten. De oorzaken onder I tot en met VII genoemd zijn niet van invloed op de strekking van de controleverklaring. De oorzaken onder VIII tot en met XII genoemd zijn dat in principe wel en kunnen bij het vaststellen van de jaarrekening alsnog worden goedgekeurd. Begrotingsonderschrijdingen zijn in principe niet onrechtmatig tenzij deze in strijd zijn met het beleid dat de Drechtraad heeft vastgesteld. Oordeelsvorming door de Drechtraad. Als blijkt dat de gerealiseerde baten en lasten zoals weergegeven in de jaarrekening hoger zijn dan de geraamde bedragen met inbegrip van de laatste begrotingswijziging, is – voor zover het de begrotingsoverschrijdingen betreft - mogelijk sprake van onrechtmati10
ge uitgaven. De overschrijding kan namelijk in strijd zijn met het budgetrecht van de Drechtraad. Voor de afsluitende oordeelsvorming is van belang in hoeverre de begrotingsoverschrijding past binnen het door de Drechtraad geformuleerde beleid en/of wordt gecompenseerd door aan de lasten gerelateerde hogere inkomsten. Deze begrotingsoverschrijdingen zullen in het jaarverslag afzonderlijk worden verantwoord. Het bepalen òf respectievelijk welke begrotingsoverschrijdingen al dan niet verwijtbaar zijn, is voorbehouden aan de Drechtraad. De auditcommissie Drechtraad legt voor de oordeelsvorming inzake rechtmatigheid een advies aan de Drechtraad voor.
11
BESLUIT DRECHTRAAD d.d. 3 december 2013 Portefeuillehouder R.T.A. Korteland
Steller J. van Dijk
Onderwerp
Controleprotocol 2013 en 2014
DE DRECHTRAAD Gezien het voorstel van het Drechtstedenbestuur van 3 oktober 2013; Gelet op artikel 6 en 7 van de Gemeenschappelijke regeling Drechtsteden; BESLUIT: Vaststellen van het controleprotocol 2013 en 2014.
Aldus besloten in de openbare vergadering van 3 december 2013. de coördinerend griffier,
de voorzitter,
A. Overbeek
drs. A.A.M. Brok
Bijlage 5
VOORSTEL DRECHTRAAD 3 DECEMBER 2013 Portefeuillehouder A.A.M. Brok
Datum 10 oktober 2013
Steller Marien Jongkind
E-mail
[email protected]
Telefoonnummer 06-10525667
Onderwerp
Locatiekeuze Drechtstedendinsdag met ingang van de nieuwe raadsperiode in 2014 Voorstel 1. Een keuze maken voor variant 1 (maximaal rouleren), variant 2 (beperkt rouleren) of variant 3 (één vaste locatie) voor wat betreft de locatiekeuze voor de Drechtstedendinsdagen met ingang van de nieuwe raadsperiode in 2014. 2. In verband met voorbereiding en reservering minimaal de locaties voor het eerste half jaar van 2014 vaststellen. 3. De locatiekeuze voor de Auditcommissie en Agendacommissie over laten aan deze gremia zelf. Bevoegdheid Artikel 6 en 7 GrD. Inleiding Voor de huidige raadsperiode zijn afspraken gemaakt over de locatiekeuze van de Drechtstedendinsdagen. Nu de raadsperiode naar een einde loopt is er een natuurlijk moment om dit punt te evalueren en een besluit hierover te nemen voor de komende periode. Daarbij is het van belang om de locaties voor minimaal de eerste helft van 2014 vast te stellen dit in verband met reserveringen en voorbereidende werkzaamheden. In dit voorstel zal in gegaan worden op de locatiekeuze voor de Drechtstedendinsdagen uitmondend in de vraag om een voorkeursvariant aan te geven. Bestaande afspraken en werkwijze Aan het begin van de huidige raadsperiode is de afspraak gemaakt om voor wat betreft de locaties voor de Drechtstedendinsdagen te rouleren binnen de Drechtstedengemeenten. Voorwaarde hierbij is dat er een locatie beschikbaar is die qua faciliteiten geschikt is. Ten aanzien van de Drechtstedendinsdagen van juli (behandeling primaire begroting inclusief algemene beschouwingen in de Drechtraad) en januari (behandeling geactualiseerde begroting in de Drechtraad) is afgesproken dat deze in principe plaatsvinden in het Stadhuis van Dordrecht al dan niet in combinatie met het Stadskantoor van de gemeente Dordrecht. Naast de genoemde locaties in Dordrecht wordt er ten aanzien van de Drechtstedendinsdagen gerouleerd tussen de volgende locaties: - Cultureel Centrum Cascade (gemeente Hendrik Ido Ambacht) - Cultureel Centrum Landvast (gemeente Alblasserdam) - Gemeentehuis Zwijndrecht (gemeente Zwijndrecht) In de gemeenten Sliedrecht en Papendrecht is geen gemeentelijke of vrij te huren locatie beschikbaar die qua faciliteiten geschikt is voor de Drechtstedendinsdagen. Wel is er tijdens de huidige raadsperiode zowel in Sliedrecht als in Papendrecht één keer “op locatie” vergadert te weten bij het Griendencollege en Boskalis. Incidenteel vindt een Drechtstedendinsdag plaats op een andere locatie te weten: - Regiokantoor aan de Noordendijk te Dordrecht al dan niet in combinatie met het Energiehuis - Op locatie bij een bedrijf of instelling voorbeeld hiervan is Boskalis te Papendrecht.
pagina 2
In relatie met de locatiekeuze voor de Drechtstedendinsdag wordt opgemerkt dat de Agendacommissie standaard vergaderd in het gemeentehuis van Zwijndrecht en dat de Auditcommissie (vanaf mei 2014) op dezelfde locatie als de Agendacommissie vergadert, omdat zij dan aansluitend aan de Agendacommissie bijeenkomt. Evaluatie Financiën en ambtelijke inzet De kosten voor de Drechtstedendinsdagen lopen uiteen per locatie. Onderstaand een overzicht van de gemiddelde kosten per locatie. Hierbij wordt opgemerkt dat het om gemiddelde gaat en dat een deel van de kosten afhankelijk is van het programma en een deel van de kosten variabel is onder andere afhankelijk van het aantal deelnemers / aanwezigen zoals kosten voor catering. Vooraf wordt verder opgemerkt dat de gemiddelde kosten betrekking hebben op de totale Drechtstedendinsdag (inclusief middagprogramma). Er zijn geen specificaties beschikbaar van het middag en avonddeel. Hierbij wordt wel opgemerkt dat verreweg het grootste gedeelte van de kosten voor rekening komt van het avonddeel en er ook een nadrukkelijke samenhang en synergie is. Locatie Cultureel Centrum Landvast Cultureel Centrum Cascade Gemeentehuis Zwijndrecht Stadhuis Dordrecht (al dan niet in combinatie met Stadskantoor) Regiokantoor in combinatie met Energiehuis
Gemiddelde kosten € 8.900 (waarvan circa € 3.500 voor zaalhuur en geluid en € 4.500 voor catering) € 8.000,- (waarvan circa € 3.500 voor zaalhuur en geluid en € 4.000 voor catering) € 5.800 (waarvan € 5.000 voor catering) € 5.000,- (waarvan circa € 500 voor zaalhuur en € 4.500 voor catering) € 7.000,- (waarvan circa € 4.500 voor zaalhuur en geluid en € 2.500 voor catering (BBQ))
Over het algemeen kan gesteld worden dat de Cultureel centrum Landvast en Cultureel centrum Cascade in prijs vergelijkbaar zijn en qua prijs het hoogst zitten in vergelijking met de andere locaties. Het gemeentehuis van Zwijndrecht en het Stadhuis van Dordrecht zijn ook vergelijkbaar in prijs en zitten qua prijs aan de onderkant in vergelijking met de andere locaties. De locatie Regiokantoor in combinatie met het Energiehuis zit hier tussenin. Ten aanzien van de vier in het schema opgenomen locaties is al een behoorlijke ervaring opgedaan met betrekking tot de voorbereiding. Qua ambtelijke tijdsbesteding is er in die zin geen verschil tussen de locaties. Een eventuele nieuwe locatie vraagt altijd fors meer ambtelijke inzet tijdens de voorbereiding en op de dag zelf. Tijdens de Drechtstedendinsdagen verschilt de ambtelijke inzet en werkwijze wel per locatie. Groot voordeel van het gemeentehuis in Zwijndrecht is dat dit onderdeel is van het ICT netwerk van de Drechtsteden zodat snel, flexibel en efficiënt gewerkt kan worden door de ambtelijke ondersteuning. Dit voordeel wordt nogal eens gemist op de andere locaties zodat soms enige kunstgrepen uitgehaald dienen te worden om een en ander goed te laten verlopen. Praktische aspecten Al de vier genoemde locaties, evenals de locatie Regiekantoor in combinatie met het Energiehuis, zijn geschikt om een Drechtstedendinsdag te houden. Opgemerkt wordt wel dat het geen voordeel is om een Drechtstedendinsdag over twee locaties te verdelen, dit vraagt extra inzet ten aanzien coördinatie en planning. En daarbij gaat er vaak schaarse tijd verloren bij de verplaatsing van de ene naar de andere locatie. Al de genoemde locaties zijn voldoende flexibel om te kunnen inspelen op programmering van de Drechtstedendinsdagen. Zichtbaarheid en betrokkenheid bedrijven, instellingen en bewoners De Drechtraad, zeker in de huidige vorm, is een relatief nieuw fenomeen. Betrokkenheid van bedrijven, instellingen en bewoners is dan ook geen automatisme. Zichtbaarheid en herkenbaarheid is dan ook van belang. Het algemene beeld is dat het aantal belangstellende vanuit de samenleving niet afhankelijk is van de locatie maar van het onderwerp dat behandeld wordt. Algemeen beeld is ook dat individuele bewoners niet of nauwelijks aanwezig zijn bij de Drechtstedendinsdagen. Nadrukkelijk betrokken zijn wel bedrijven en instellingen welke vaak ook bovenlokaal georganiseerd zijn.
pagina 3
Betrokkenheid raadsleden en lokale gemeenten Door het Seniorentreffen is zorg geuit dat de betrokkenheid van niet Dechtraadsleden bij de regio en daarbij de Drechtstedendinsdagen tanende is. Daartegenover staat de constatering door het Seniorentreffen dat de bij de regio betrokken raadsleden steeds actiever en meer betrokken bij de Drechtraad en de Drechtstedendinsdag worden. Ook de betrokkenheid van het lokale ambtelijke apparaat bij de Drechtstedendinsdagen is geen automatisme. De indruk bestaat wel dat indien de Drechtstedendinsdag in de eigen gemeente plaatsvindt de aanwezigheid van lokale raadsleden uit de desbetreffende gemeente groter is. Varianten De afgelopen jaren is er al met al veel ervaring opgedaan met de Drechtstedendinsdagen en de diverse locaties. Wel is het zaak om richting de toekomt uitspraken te doen hoe hier in het vervolg mee om te gaan. Voorgelegd worden een drietal varianten met daarbij een aantal overwegingen. Variant 1: Maximaal rouleren In deze variant wordt waar mogelijk in iedere Drechtstedengemeente vergaderd en wordt een roulatiesysteem gehanteerd tussen al de huidige locaties en eventuele nieuwe locaties. Indien er een mogelijkheid zich voordoet om bij een bedrijf of instelling een Drechtstedendinsdag te organiseren wordt deze met beide handen aangegrepen. In deze variant is de bestaande werkwijze om in januari en juli in het Stadhuis van Dordrecht te vergaderen geen automatisme, maar onderdeel van het roulatiesysteem. Overwegingen bij variant 1 - Maximale spreiding over de Drechtstedengemeenten - Goed voor betrokkenheid van niet Drechtraadsleden en lokale gemeenten - Geen of nauwelijks effect op betrokkenheid bedrijven, instellingen en bewoners - Het is de duurste variant - Het vraagt de meeste ambtelijke inzet met betrekking tot de voorbereiding en op de dag zelf - Onpraktisch en er wordt geen of maar beperkte routine ontwikkeld Variant 2: Beperkt rouleren In deze variant wordt gerouleerd volgens het volgende stramien (uitgaande van 10 Drechtstedendinsdagen per jaar): - zes keer basislocatie Zwijndrecht - één keer Stadhuis Dordrecht, zijnde de vergadering van juli met Algemene Beschouwingen en verder bij representatieve en feestelijke activiteiten zoals installatie en afscheid van de Drechtraad - één keer Regiokantoor in combinatie met Energiehuis, zijnde de vergadering van januari bij de actualisering van de begroting. - één keer Cultureel Centrum Cascade - één keer Cultureel Centrum Landvast Overwegingen bij variant 2 - Min of meer voortzetting van huidige praktijk zowel qua spreiding over Drechtstedengemeenten als qua praktische aspecten en ambtelijke inzet - Ten opzichte van huidige situatie geen of maar nauwelijks effect ten aanzien van betrokkenheid niet Drechtraadsleden en lokale gemeenten - Niet of nauwelijks financiële consequenties - Begrotingsraad en andere representatieve en feestelijke vergaderingen in Stadhuis van Dordrecht zorgt voor extra cachet en markeert bijzondere moment van deze vergaderingen Variant 3: Eén vaste locatie In dit model wordt gekozen voor één vaste locatie voor de Drechstedendinsdagen, te weten het gemeentehuis van Zwijndrecht. Optioneel is het mogelijk om de behandeling van de primaire begroting (inclusief algemene beschouwingen) en andere feestelijke en bijzondere vergaderingen te houden in het Stadhuis van Dordrecht. Overwegingen bij variant 3 - Financieel voordelig. Ten opzichte van variant 2 is het financieel voordeel uitgaande van 10 Drechtstedendinsdagen naar schatting circa 6.500,- euro. Ten opzichte van variant 1 wordt het voordeel geschat op minimaal 15.000,- euro. - Met een vast locatie zijn inkoop / contract voordelen te behalen, immers er kan massa gemaakt worden - Locatie is eigendom en aangesloten op eigen ICT netwerk dit alles zorgt voor maximale sturing en grip en efficiënte inzet van ambtelijke ondersteuning.
pagina 4
-
Een vaste locatie zorgt voor routine, rust en draagt bij aan verdere professionalisering en verfijning van de Drechtstedendinsdagen Vaste locatie zorgt voor herkenbaarheid en bekendheid bij burgers, instellingen, bedrijven en bestuurders. Daarbij is de ervaring dat de locatiekeuze geen invloed heeft op betrokkenheid bedrijven en instellingen Optioneel de begrotingsraad en andere representatieve en feestelijke vergaderingen in Stadhuis van Dordrecht zorgt voor extra cachet en markeert bijzondere moment van deze vergaderingen Met de keuze voor een vaste locatie zal niet automatisch de betrokkenheid van de niet Drechtraadsleden toenemen evenals die van de lokale ambtelijke organisatie. Geen spreiding van Drechtstedendinsdagen over de Drechtstedengemeenten. Geen gebruik zal meer worden gemaakt van Landvast en Cascade, hierdoor inkomstenderving bij die partijen ondanks goede zorgen en ervaringen.
Dataoverzicht 2014 Onderstaande het dataoverzicht van de Drechtstedendinsdagen (DDD) in 2014 met daarbij aangegeven de reeds vaststaande locaties. Wellicht ten overvloede wordt opgemerkt dat het omwille van de reservering en voorbereiding nodig is om de locaties voor het eerste half jaar van 2014 vast te stellen. Drechtstedendinsdag 14 januari 11 februari 15 april 6 mei 3 juni 2 juli 2 september 7 oktober 4 november 2 december
Locatie Cultureel Centrum Cascade (in optie) Stadhuis Dordrecht (gereserveerd) Stadhuis Dordrecht (gereserveerd) Gemeentehuis Zwijndrecht (in optie) Gemeentehuis Zwijndrecht (in optie) Stadhuis Dordrecht Afhankelijk van variant Afhankelijk van variant Afhankelijk van variant Afhankelijk van variant
Opmerking Afscheidsraad Installatieraad en Carrousels
Algemene Beschouwingen
Verdere procedure Behandeling in de Drechtraad van 3 december 2013. Onderliggende stukken Ontwerp-besluit Drechtraad. Naar aanleiding van behandeling in de Carrousel op 5 november 2013 is Raadsinformatiebrief: aanvullende informatie locatiekeuze Drechtstedendinsdag (nr. 13/216 op de lijst van ingekomen stukken) bijgevoegd. De coördinerend griffier, A. Overbeek
De voorzitter, drs. A.A.M. Brok
BESLUIT DRECHTRAAD d.d. 3 december 2013 Portefeuillehouder
Steller
A.A.M. Brok
Marien Jongkind
Onderwerp
Locatiekeuze Drechtstedendinsdag met ingang van de nieuwe raadsperiode in 2014
DE DRECHTRAAD Gezien het voorstel van 10 oktober 2013 Gelet op artikel 6 en 7 van de Gemeenschappelijke regeling Drechtsteden;
BESLUIT: 1. Kiezen voor variant 1 (maximaal rouleren), variant 2 (beperkt rouleren) of variant 3 (één vaste locatie) voor wat betreft de locatiekeuze voor de Drechtstedendinsdagen van de nieuwe raadsperiode in 2014 2. In verband met voorbereiding en reservering de locaties voor het eerste half jaar van 2014 vaststellen. 3. De locatiekeuze voor de Auditcommissie en Agendacommissie over laten aan deze gremia zelf.
Aldus besloten in de openbare vergadering van 3 december 2013. de coördinerend griffier,
de voorzitter,
A. Overbeek
drs. A.A.M. Brok
Bijlage 6
Terugkoppelformulier Carrousel Bestuur en Middelen d.d. 5 november 2013 Onderwerp:
Locatiekeuze Drechtstedendinsdag m.i.v. nieuwe raadsperiode in 2014
Voorzitter:
R.V. van Engelen
Griffier:
A.P.M.A.F. Bergmans
Bestuurlijk portefeuillehouder: A.A.M. Brok Behandeling in de volgende Drechtraad: ja, Drechtraad van december. Advies aan de Drechtraad: Bespreekstuk: welke discussiepunten geeft de Carrousel aan: - Verschil in kosten tussen optie 2 en 3 inzichtelijk maken * - Er lijkt een meerderheid voor optie 3 te zijn. - Blijf ook kijken naar bedrijvenlocaties in de Drechtsteden.
Toezeggingen * Wordt door het DSB uitgewerkt en er volgt een aanvullende brief.
Paraaf voorzitter: akkoord 5 november 2013
Paraaf griffier: akkoord 5 november 2013
Bijlage 6
VOORSTEL DRECHTRAAD 3 DECEMBER 2013 Portefeuillehouder R.T.A. Korteland
Datum 6 november 2013
Steller J. van Dijk
E-mail
[email protected]
Telefoonnummer (078) 7703954
Onderwerp
Nota activeren en afschrijven Voorstel 1. Vaststellen van de nota activeren en afschrijven. 2. De nota toepassen met ingang van boekjaar 2013. Bevoegdheid Drechtraad Samenvatting Voorgesteld wordt de nota activeren en afschrijven vast te stellen, en daarmee in lijn te brengen met de besluitvorming over het Transitieplan I&A. Toelichting op het voorstel De nota activeren en afschrijven is door de Drechtraad vastgesteld in december 2008. In het Transitieplan I&A is voorgesteld de afschrijvingstermijn voor hard- en software te verkorten en uit te gaan van het principe ‘3 jaar, tenzij’, en met afschrijven te starten in het kalenderjaar volgend op het tijdstip van oplevering/ ingebruikneming. Deze wijzigingen zijn verwerkt in de voorliggende nota. Bij de opiniërende bespreking in de raadscarrousel bestuur en middelen van 5 november 2013 is aandacht besteed aan de activeringsgrens. Dat is het bedrag waarboven uitgaven in activa als investering worden beschouwd. Boven dat grensbedrag moet aan de Drechtraad een krediet worden gevraagd en worden de uitgaven opgenomen in de activa-administratie. Gedurende de afschrijvingstermijn worden vervolgens de jaarlijkse kapitaallasten bepaald en in de exploitatie opgenomen. In relatie tot de begrotingsomvang van de GRD (ruim € 250 miljoen) is de huidige activeringsgrens van € 10.000 laag. Ook de controlerend accountant heeft daarop gewezen en heeft geadviseerd het grensbedrag te verhogen. In de carrousel is het voorstel gedaan als activeringsgrens € 50.000 te gaan hanteren. Dat bedrag is nu in de nota opgenomen. Consequenties Financiële consequenties De verkorting van de afschrijvingsduur van ICT middelen leidt in 2013 tot een (eenmalige) inhaalafschrijving, en tot een verhoging van de jaarlijkse afschrijvingslasten. In het Transitieplan I&A is dit nader toegelicht. Personele en organisatorische consequenties: Niet van toepassing Juridische consequenties: Niet van toepassing Consequenties voor andere beleidsvelden en organisaties: Niet van toepassing Advies en draagvlak Niet van toepassing
pagina 2 Nota activeren en afschrijven
Verdere procedure, communicatie en uitvoering Niet van toepassing Onderliggende stukken - Concept Nota activeren en afschrijven. - Ontwerp-besluit Drechtraad.
Concept, 6 november 2013
Nota activeren en afschrijven De financiële verordening van de GRD (verordening artikel 212) stelt in artikel 10 dat de Drechtraad een nota activeren en afschrijven vaststelt waarin de financiële regels over investeringen zijn vastgelegd. De huidige nota activeren en afschrijven is in 2008 door de Drechtraad vastgesteld. In het Transitieplan I&A is voorgesteld de afschrijvingstermijn van hard- en software te verkorten, en vast te stellen op basis van het principe ‘3 jaar tenzij’, en met afschrijven te starten in het kalenderjaar volgend op het tijdstip van oplevering/ ingebruikneming. Dit leidt tot de navolgende financiële regels. De nota kent de volgende opbouw. Allereerst wordt toegelicht wat de belangrijkste van toepassing zijnde wet- en regelgeving voor het activeren en afschrijven van activa is. Daarna wordt beschreven op welke wijze de GRD invulling geeft aan deze wet- en regelgeving. Voor een goed begrip van deze nota wordt onderstaand kort toegelicht wat een investering onderscheidt van andere uitgaven en waarom investeringen geactiveerd worden. Wat zijn investeringen Investeringen zijn net als andere uitgaven noodzakelijk voor het bereiken van bepaalde doelstellingen van de organisatie. Investeringen onderscheiden zich op twee wijzen van andere, reguliere uitgaven. • Uitgaven worden gezien als een investering indien dat wat wordt aangeschaft een meerjarig nut heeft. Dat betekent dat het gebruik van dat wat wordt aangeschaft zich over meerdere jaren heen spreidt. • Daarnaast onderscheidt een investering zich van andere uitgaven door de hoogte van de uitgaven die direct samenhangen met de aanschaf. Ook wel de activeringsgrens genoemd. Als een uitgave aan beide criteria voldoet, kan het op de balans van de organisatie worden geplaatst. Een investering wordt op de balans gerubriceerd onder de vaste activa. Vandaar dat ook wel gesproken wordt over het activeren van uitgaven op de balans. Door de investering op de balans te plaatsten wordt de waarde van de investering meerjarig tot uitdrukking gebracht. Door het gebruik en bezit van een investering daalt echter ook de waarde van een investering. Om deze waardedaling zichtbaar te maken op de balans wordt op een investering afgeschreven. De wijze waarop wordt afgeschreven is niet voorgeschreven, maar dient wel plaats te vinden op een stelselmatige en bestendige wijze. De kapitaallasten zijn om die reden nauwkeurig te voorspellen. De oorspronkelijke waarde minus de cumulatieve afschrijvingslasten vormt de boekwaarde van een investering. De boekwaarde is de waarde waartegen de investering op dit moment in de begroting is opgenomen. Het moment waarop gestart wordt met afschrijven is niet wettelijk voorgeschreven en ligt besloten in deze nota. Met investeringen zijn bovengemiddeld hoge uitgaven gemoeid waarvoor liquide middelen gereserveerd moeten worden. Om de kosten van financiering zichtbaar te maken worden rentelasten toegerekend aan een investering door een vastgesteld rentepercentage toe te rekenen over de boekwaarde van een investering. De rentelasten vormen samen met de afschrijvingslasten de kapitaallasten. De kapitaallasten dienen in de exploitatie te worden verantwoord. Het activeren en afschrijven vereist een stelselmatig uitvoering met duidelijke kaders. De kaders die de GRD hierbij hanteert liggen vast in deze nota. Wet- en regelgeving biedt de basis voor de kaders van de GRD.
1
Wet- en regelgeving met betrekking tot waarderen en afschrijven De van toepassing zijde wet- en regelgeving voor het waarderen en afschrijven van investeringen ligt vast in het Besluit Begroting & Verantwoording gemeenten en provinciën (BBV). Het BBV onderscheidt drie soorten investeringen: 1. Investeringen met een economisch nut. Dit zijn investeringen met een waarde in het economisch verkeer en/of investeringen die bijdragen aan het genereren van geldmiddelen. Bijvoorbeeld een gebouw, investeringen in riolering, een vervoersmiddel of ICT apparatuur; 2. Investeringen met een maatschappelijk nut. Dit zijn investeringen die uitsluitend een maatschappelijk nut hebben zoals uitgaven voor wegen, dijken en bruggen. Deze investeringen hebben geen waarde in het economisch verkeer. 3. Investeringen in financiële vaste activa. Dit betreft leningen aan verbonden partijen, deelnemingen of andere externe partijen. Ook een bijdrage aan een investering van een derde partij wordt als financiële vaste activa gezien. Het BBV bepaalt dat investeringen met een economisch nut op de balans geactiveerd moeten worden. Investeringen met een maatschappelijk nut mogen geactiveerd worden. Op financiële vaste activa wordt niet afgeschreven, met uitzondering van geactiveerde bijdragen aan activa van derden. De waarde waarvoor de investering op de balans tot uitdrukking wordt gebracht is altijd de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Het BBV staat geen andere waarderingsgrondslag toe.
Waarderen en afschrijvingen binnen de GRD Binnen de regelgeving van het BBV wordt met de nota activeren en afschrijven een aantal praktische uitgangspunten vastgelegd, die leiden tot een eenduidige en systematische werkwijze bij het activeren en afschrijven van investeringen met een economisch nut. 1. Activeringsgrens Investeringen van een beperkt bedrag worden niet geactiveerd, maar komen meteen ten laste van de exploitatie in het jaar waarin de investering plaatsvindt. Gebleken is dat de huidige activeringsgrens van € 10.000 laag is gezien de totale omvang van de begroting van de GRD. Een activeringsgrens van € 50.000 geeft een beter evenwicht tussen enerzijds de procedurele en administratieve lasten die het activeren van investeringen met zich meebrengt, en anderzijds het inzichtelijk maken van de bezittingen van de GRD. Conform de regelgeving in het BBV activeert de GRD alle investeringen met economisch nut. Voor de uitvoering van haar taken kent de GRD op dit moment geen investeringen in maatschappelijk nut. Mochten deze investeringen in de toekomst plaatsvinden, dan wordt bij het investeringsbesluit van de Drechtraad de afweging gemaakt de kosten van de investering te activeren. GRD hanteert een activeringsgrens van € 50.000. Dit grensbedrag is exclusief BTW. Inkoop-BTW vormt voor de GRD over het algemeen geen kostenpost. 2. Bijdragen van derden Het kan voorkomen dat de GRD voor een investering een financiële bijdrage van een derde partij ontvangt, die in directe relatie staat met de investering. In dat geval wordt die bijdrage in mindering gebracht op de waarde van de investering. Bijdragen van derden worden op de waarde van het desbetreffende activum in mindering gebracht. 3. Rentelasten Om een investering te doen wordt beslag gelegd op financiële middelen, wat rentelasten met zich meebrengt. Vanaf het moment dat een activum is opgeleverd/ in gebruik is genomen komen de rentelasten, samen met de afschrijvingen ten laste van de exploitatie.
2
Het rentepercentage waarmee wordt gerekend is momenteel 4%, en wordt ieder jaar in de primaire begroting van de GRD vastgelegd. Het percentage rekenrente wordt jaarlijks in de GRD-begroting vastgesteld. Bij omvangrijke, meerjarige investeringsprojecten kunnen de rentelasten ook tijdens de investering aanzienlijk zijn. Bij de GRD zijn de investeringen echter van dien aard dat de tijdsduur tussen de start van de investering en het moment van oplevering relatief kort is. Rentelasten tijdens de investering zijn dus beperkt. Rentelasten tijdens de investering worden niet geactiveerd. 4. Afschrijvingsmethode Er zijn meerdere afschrijvingsmethoden, waarvan de lineaire en annuïtaire methoden het belangrijkst zijn. Bij een lineaire afschrijving zijn de afschrijvingen jaarlijks gelijk, terwijl de rentelasten dalen. De totale jaarlijkse kapitaallasten laten daarmee een dalend verloop zien. GRD hanteert momenteel de annuïtaire methode; daarbij zijn de totale kapitaallasten jaarlijks juist gelijk. Dit leidt tot een meer stabiel kostenniveau. De methode van annuïtaire afschrijving wordt toegepast. 5. Start van de afschrijving Momenteel wordt nog met afschrijven gestart in het kwartaal volgend op het tijdstip van oplevering of ingebruikneming van de investering. Hiervoor was gekozen om zo goed mogelijk aan te sluiten bij het werkelijke moment van ingebruikneming en op tijd te starten met afschrijven. De afgelopen jaren is gebleken dat dit extra inzicht beperkt opweegt tegen de extra administratieve lasten. Daarnaast is gebleken dat niet in alle gevallen eenduidig kan worden vastgesteld in welk kwartaal een investering gereed is. Daarom wordt voorgesteld over te gaan naar het starten met afschrijven in het volgend begrotingsjaar. Ook de gemeenten passen dit toe, waarmee er een harmonisering en administratieve vereenvoudiging wordt bereikt. De afschrijving start in het begrotingsjaar volgend op het moment van ingebruikneming. 6. Termijnen van afschrijving De afschrijvingstermijn is afgestemd op de toekomstige gebruiksduur. Het is gebruikelijk hiervoor de economische levensduur te hanteren. Dat is de periode waarbij naar schatting de totale kosten van gebruik, onderhoud, kapitaallasten en vervanging, het laagste zijn. Voor gelijksoortige activa moeten dezelfde afschrijvingstermijnen worden gebruikt, daarvoor wordt de bijgevoegde tabel gehanteerd. Voor hard- en software wordt de afschrijvingstermijn, conform het Transitieplan I&A, gebaseerd op het principe ‘3 jaar, tenzij’. De afschrijvingstermijn wordt gelijk gesteld aan de economische levensduur, volgens de gehanteerde afschrijvingstabel. Soort investering Verbouwing bedrijfsgebouw Inrichting bedrijfsgebouw Technische infrastructuur Meubilair Vervoersmiddelen Hardware Software
Afschrijvingstermijn 15 jaar 15 jaar 10 jaar 15 jaar 5 jaar 3 – 5 jaar 3 – 5 jaar
3
7.Componentenmethode Binnen één investering kunnen onderdelen voorkomen met een verschillende economische levensduur. De regelgeving staat toe dat voor die verschillende onderdelen dan ook verschillende afschrijvingstermijnen worden gebruikt. Dit wordt de componentenmethode genoemd. In voorkomende gevallen maakt de GRD gebruik van de componentenmethode.
4
BESLUIT DRECHTRAAD d.d. 3 december 2013 Portefeuillehouder R.T.A. Korteland
Steller J. van Dijk
Onderwerp
Nota activeren en afschrijven
DE DRECHTRAAD Gezien het voorstel van het Drechtstedenbestuur 3 oktober 2013; Gelet op artikel 7 van de Gemeenschappelijke regeling Drechtsteden; BESLUIT: 1. Vaststellen van de nota activeren en afschrijven. 2. De nota toepassen met ingang van boekjaar 2013.
Aldus besloten in de openbare vergadering van 3 december 2013. de coördinerend griffier,
de voorzitter,
A. Overbeek
drs. A.A.M. Brok
Bijlage 6
Terugkoppelformulier Carrousel Bestuur en Middelen d.d. 5 november 2013 Onderwerp:
Nota Activeren en afschrijven
Voorzitter:
R.V. van Engelen
Griffier:
A.P.M.A.F. Bergmans
Bestuurlijk portefeuillehouder: R.T.A. Korteland Behandeling in de volgende Drechtraad: ja, in december 2013 Advies aan de Drechtraad: Bespreekstuk.
Toezeggingen * Voorstel wordt vóór behandeling in de Drechtraad aangepast waar het gaat om activeringsgrens van € 50.000,00, met onderbouwing.
Paraaf voorzitter: akkoord 5 november 2013
Paraaf griffier: akkoord 5 november 2013
Bijlage M3
VOORSTEL DRECHTRAAD CARROUSEL MIDDELEN 3 DECEMBER 2013 VOORSTEL DRECHTRAAD 3 DECEMBER 2013 Portefeuillehouder R.T.A. Korteland
Datum (van opstellen stuk) 22 oktober 2013
Status behandeling Carrousel Opiniërend
Steller A. Tolsma
E-mail
[email protected]
Telefoonnummer 078-7702521
Onderwerp
2e Bestuursrapportage 2013 GRD Voorstel 1. Vaststellen van de 2e burap GrD 2013. 2. Vaststellen van de voorgestelde begrotingswijzigingen. 3. Beschikbaar stellen van de gevraagde kredieten. 4. Vaststellen van de voorgestelde gemeentelijke bijdragen. Bevoegdheid Drechtraad (art. 6 of 7 GrD) Samenvatting Twee keer per jaar wordt de Drechtraad geïnformeerd over de uitvoering van de begroting. De voorliggende bestuursrapportage (Burap) is de tweede tussentijdse rapportage voor 2013. Deze 2e burap gaat over de realisatie van de eerste acht maanden van het jaar. Op basis daarvan wordt een prognose gegeven van de uitkomsten over heel 2013. De 2e burap heeft als jaarprognose een positief jaarresultaat van € 6,2 miljoen. Dit bestaat vooral uit incidentele meevallers bij de Sociale Dienst. Met de 2e burap wordt nu ongeveer € 1,5 miljoen ten gunste van de gemeenten gebracht. Voor het overige komt bij de jaarrekening een voorstel voor resultaatbestemming. Daarbij zal worden voorgesteld het resultaat 2013 aan te wenden voor het dekken van incidentele meerkosten in 2014, zoals de kosten voor de integratie van Drechtwerk in de GRD (€ 950.000), kosten van het VNG-congres (€ 200.000), en voor het invullen van het restant van de zomermotie. De resultaatbestemming zal op dezelfde wijze als vorig jaar in beeld worden gebracht wat betekent dat de resultaatbestemming met baten en lasten in beeld wordt gebracht en de verdeelsleutels worden gehanteerd die zijn gebruikt bij de begroting (WSW voor kosten integratie Drechtwerk en inwoneraantallen voor kosten van het VNG-congres). Toelichting op het voorstel Verbeteren ICT /Transitieplan I&A De Drechtraad heeft op 1 oktober 2013 het Transitie I&A vastgesteld, en de bijbehorende kredieten beschikbaar gesteld. In deze bestuursrapportage vindt de financiële doorvertaling plaats van het transitieplan. In de eerste plaats wordt de exploitatie opgehoogd. Deze ophoging vindt plaats bij het Servicecentrum en bij Bureau Drechtsteden (CIO office). Het meerjarige beeld is als volgt: (Bedragen x € 1.000) 2013 SCD 3.056 BDS 644 Totaal 3.700
2014 4.556 744 5.300
2015 4.956 744 5.700
2016 3.569 744 4.700
2017 3.456 744 4.200
Onderdeel van het Transitieplan I&A is verder een inhaalafschrijving van € 4,1 miljoen in verband met het verkorten van de afschrijvingstermijnen. Voor de dekking is bij de jaarrekening 2012 een reserve gevormd van € 3,3 miljoen. De resterende € 0,8 miljoen wordt, conform het transitieplan gedekt uit de beschikbare middelen uit 2012 voor regionale investeringsprojecten. Zomermotie In juli 2012 heeft de Drechtraad de zomermotie aangenomen waarmee de GRD de taakstelling heeft om de gemeentelijke bijdragen structureel met € 450.000 te verlagen. In de 2e burap wordt weergegeven hoe dit wordt ingevuld (zie pagina 6). Voor 2013, 2014 en 2015 is de invulling nog gedeeltelijk incidenteel, uit het overschot op de apparaatskosten van de Sociale Dienst. Met ingang van 2016 is de gerealiseerde besparing geheel structureel. Aanvullenden bezuinigingen 2014 - 2017 Binnen het Drechtsteden netwerk wordt het principe “samen trap op, samen trap af” gehanteerd. In de huidige periode betekent dat principe dat de verbonden partijen meebewegen met de financiële krapte van de gemeenten. Ook de eerste bezuinigingsoperatie bij de GRD van 10%, over de jaren 2010 – 2015, is op die wijze tot stand gekomen. Gezien het teruglopen van de algemene uitkering uit het Gemeentefonds is een tweede bezuinigingsronde bij de GRD in voorbereiding. De omvang daarvan is vooralsnog: 1,5% in 2014, 3,0% in 2015, 4,5% in 2016 en volgende jaren. Invulling van de tweede bezuinigingsronde wordt eind 2013 aan de Drechtraad voorgelegd. Verrekensystematiek SCD Voor 2013 en verder heeft het SCD in samenwerking met de klantorganisaties een nieuwe verrekensystematiek uitgewerkt voor een meer directe en transparante relatie tussen ‘betalen’ en ‘gebruik’. Deze nieuwe systematiek wordt eind 2013 aan de Drechtraad aangeboden ter vaststelling. Daarbij wordt voorgesteld bij de jaarrekening 2013 de verdeling conform de nieuwe systematiek over 2013 door te voeren. Verduidelijking relatie met GR’en ZHZ De verzakelijking van de relatie met Dienst Gezondheid&Jeugd, Veiligheidsregio en Omgevingsdienst kan de samenwerking binnen het netwerk ten goede komen. Begin 2013 is veel energie gestopt in het opstellen van offertes voor de dienstverlening voor 2014 en verder. Voor het lopende jaar is overeenstemming bereikt over de te leveren diensten en de vergoeding. De offertes voor de dienstverlening voor 2014 en verder zijn ambtelijk en bestuurlijk geaccepteerd door DG&J, RAV en OZHZ. Dit wel onder de voorwaarde dat de GR’en toestemming krijgen van de gemeenten (en provincie voor OZHZ) om de GR-tekst zodanig aan te passen dat het mogelijk is om alleenrecht te vestigen en dat commerciële partijen vervolgens daartegen geen bezwaar maken. Alleenrecht houdt in dat de GR’en niet hoeven aan te besteden conform de aanbestedingswet en alleen met het SCD afspraken kunnen maken. Deze hele procedure wordt in oktober 2013 afgerond. Daarna kunnen de contracten definitief ondertekend worden. Frictiekosten boventalligen Via jaarrekening 2012 is bij de GRD een voorziening gevormd van € 5,0 miljoen voor het dekken van de doorlopende salarislasten van de boventalligen. Bij de SDD zijn de frictiekosten in 2013 € 1,1 miljoen, dit is conform het beeld bij de jaarrekening 2012. Deze frictiekosten worden uit de voorziening gedekt. Deze voorziening is exclusief WW verplichtingen, welke “worst case” € 2,3 miljoen bedragen voor 2014 en volgende jaren.. Bij het SCD zijn de frictiekosten in 2013 naar verwachting € 2,0 miljoen, dit is € 0,3 miljoen lager dan oorspronkelijk begroot. Ook deze kosten worden uit de voorziening gedekt. WW verplichtingen bij het SCD zijn naar schatting € 1,3 miljoen. Samenvatting per dochter Bureau Drechtsteden Via Bureau Drechtsteden worden drie taakvelden ingevuld: concerntaken, strategisch beleid en ondersteuning besluitvorming. De financiering van BDS loopt voornamelijk via door de Drechtraad vastgestelde inwonerbijdragen. Naast een algemene bijdrage voor de programma’s Bureau Drechtsteden en Bestuur en Staf, worden ten behoeve van taken van BDS of ten behoeve van financiering van gezamenlijke activiteiten (denk aan bv Waterbus en NME) specifieke inwonerbijdragen geïnd.
2
Het project Walstroom kan financieel afgerekend worden met de gemeenten. In 2013 zal éénmalig een bijdrage van € 102.000 worden opgehaald. In de Drechtraad van 14 mei 2013 is besloten een second opinion te houden naar het Transitieplan I&A. Voor deze second opinion wordt de algemene inwonerbijdragen met € 80.000 vergehoogd. Op 1 oktober 2013 heeft de Drechtraad het Transitieplan I&A vastgesteld. Onderdeel van het plan is de uitbreiding van het CIO office binnen Bureau Drechtsteden. Bij het begrotingsprogramma Bestuur en Staf worden daarmee het budget en de gemeentelijk bijdrage met € 644.000 opgehoogd. Sociale Dienst Drechtsteden Per saldo verwacht de SDD een incidenteel positief financieel resultaat van € 5,7 miljoen. Hiervan wordt bij deze bestuursrapportage € 1,5 miljoen teruggegeven aan de gemeenten. Naar verwachting zal de doelstelling klantaantallen, maximaal 5.124 klanten per ultimo 2013, worden gerealiseerd. Wel moet er hard worden gewerkt om de huidige resultaten vast te kunnen houden. Bij de eerste bestuursrapportage is het signaal afgegeven dat mogelijk een tekort zal ontstaan op Inkomensondersteuning. Gezien het gunstigere beeld nu is er dit jaar geen tekort en zal geen onttrekking aan de Inkomensreserve nodig zijn. Op de apparaatskosten blijft naar verwachting € 0,5 miljoen over. Hiervan wordt € 377.000 ingezet als invulling van de zomermotie. De verwachting is daarnaast dat in 2013, net als in 2012, apparaatlasten gedekt kunnen worden vanuit het participatiebudget. Dit zal bij de jaarrekening naar verwachting een positief resultaat van € 4,2 miljoen opleveren. De gemeentelijke bijdrage WMO kan met € 0,9 miljoen worden verlaagd als gevolg van lagere lasten bij hulp bij het huishouden (€ 0,5 miljoen), hogere opbrengsten eigen bijdrage CAK (€ 0,5 miljoen) en lagere opzoekingen debiteuren WMO (€ 0,1 miljoen). Ingenieursbureau Drechtsteden Afgelopen periode is er gediscussieerd over de toekomst van het IBD. Daarbij is aangekondigd dat het IBD een ingrijpende reorganisatie moet ondergaan, waarbij bezuinigingen voorop staan. Als gevolg van hogere personele lasten dan begroot en lagere productiviteit dan begroot zal het IBD de taakstelling niet volledig gaan realiseren (doelstelling € 346.000, verwachte realisatie € 35.000). Servicecentrum Drechtsteden De doorontwikkeling van het SCD begint duidelijk zijn vruchten af te werpen zowel in kwaliteit, efficiency als imago. De uitvoering van de transitieplannen met de nieuwe processen van de afdelingen (leanmanagement) ligt op schema. Verder is op 1 oktober 2013 het Transitieplan I&A goedgekeurd door de Drechtraad, zodat de uitvoering hiervan nu prioriteit heeft. Mits er strak gestuurd wordt, zal het SCD naar verwachting op een positief resultaat uitkomen van € 200.000. Onderzoekcentrum Drechtsteden Het OCD heeft op dit moment 90% van de begrote plusopdrachten in portefeuille. Via externe en 'extra' interne acquisitie is 15% van de totale omzet binnengehaald. Dat is meer dan de ambitie. Daarnaast is de inzet bij strategische opdrachten fors toegenomen. Hiermee is een goede stap gezet richting de doorontwikkeling van het OCD tot strategisch partner voor beleid. Gemeentebelastingen Drechtsteden De GBD verwacht in 2013 zowel in productie als in financiële zin voor wat betreft de belastingtaken geen aanmerkelijke afwijkingen van de begroting. Het samengaan met Geo-informatie is op dit moment in volle gang. Het inbrengen van de inkomsten en uitgaven van dit onderdeel in de begroting van de GBD wordt conform het besluit van uw raad uitgevoerd. Een deel van de formatieruimte wordt voorlopig ingezet met inhuur. Met de gemeenten wordt nog overleg gevoerd over de financieringswijze. De GBD zal de wijze waarop de belastingtaken worden gefinancierd als leidraad nemen voor de financiering van Geo-taken. Hierover zal in de eerste bestuursrapportage 2014 worden gerapporteerd. Algemene dekkingsmiddelen Naar verwachting zal de gemeentelijke besluitvorming rondom Noordoevers dit jaar worden afgerond. De bij de GRD gevormde reserve Noordoevers wordt dan conform de besluitvorming aangewend voor de financiële afhandeling.
3
1.3 Gevraagde begrotingswijzigingen en kredieten In onderstaand overzicht zijn de gevraagde begrotingswijzigingen per programma weergegeven. Een positief bedrag betekent een verhoging van de baten of de lasten en een negatief bedrag betekend een verlaging van de baten of de lasten. (Bedragen x € 1.000) Begrotings programma
Omschrijving
BDS
Invulling zomermotie
BDS
Projecten derden Bijdrage Walstroominvesteringen Investeringsfonds
BDS BDS
Bedragen Lasten Baten
Toelichting
-35
-35
1.260
1.260
102
102
7.348
7.348
80
80
100 540
100 644
0
-104
B&S
Second opinion transitieplan I&A
B&S
Invlechten Drechtwerk
B&S
Uitbreiding CIO office
SDD
Invulling zomermotie
-373
-373
SDD
Apparaatskosten
-127
-127
SDD
Inkomensondersteuning
725
725
SDD SDD
WSW Kinderopvang
226 -100
226 -100
SDD
WMO
-500
-500
IBD
Bijstelling lasten
311
0
-534
-1.677
SCD
Aanpassing bijdragen van de GR’en ZHZ Inzet frictiereserve ZHZ
SCD
Printer en telefonie
SCD
SCD
0
1.143
490
490
Tansitieplan I&A
3.056
3.056
SCD
Extra inkomsten variabele verrekeningen
1.144
1.144
SCD
Inhaalafschrijvingen
4.100
3.300
S/I*
Gemeente
S
Ja, alle zes
I
Nee
Afrekening walstroom investeringen
I
Ja, alle zes
Afwikkeling manden maken Op verzoek van de Drechtraad is een second opinion uitgevoerd naar het Transitieplan I&A Inhuur van projectleider Op 1 oktober is besloten om de CIO office uit te breiden. Op dit moment wordt de CIO gefinancierd uit de regionale Iproject portfolio Drechtsteden. Deze financiering komt te vervallen Betreft inzetten van voordeel op apparaat voor de invulling van de zomermotie Onderbesteding diverse budgetten apparaat Hogere uitkeringslasten en hogere Rijksvergoeding Hogere rijksbudgetten Herzien beleid en minder aanvragen Lagere lasten als gevolg van wijziging naar resultaatfinanciering
I
Nee
I
Ja, alle zes
I
Nee
S
Ja, alle zes
I
Ja, alle zes
I
Ja, alle zes
S
Rijk
S I
Rijk Ja, alle zes
S**
Ja, alle zes
I
Dordrecht en Zwijndrecht
S
Nee
Betreft van invulling van zomermotie (klachtencommissie en WMO regiegroep) Subsidies provincie Zuid Holland
Betreft onder andere hogere personele lasten en lagere productiviteit dan begroot Aanpassing bijdragen van de GR’en ZHZ nav beëindiging dienstverlening Inzet frictiereserve ZHZ Meerverbruik printer en telefonie kosten Extra bijdrage nav transitieplan I&A: behandeld in Drechtraad 1 oktober 2013 Extra inkomsten variabele verrekeningen (DVO’s) Conform Transitieplan I&A
I
Nee
I
Ja, alle zes
S
Ja, alle zes
I
Ja, alle zes
I
Nee
S
Ja, alle vijf
S
Ja, alle zes Ja, Dordrecht Nee Ja, alle zes Nee
800 GBD
Invulling zomermotie
-27
-27
OCD
Invulling zomermotie
-15
-15
Alg. dekk.
Noordoevers
1.271
1.271
Alg. dekk. Alg. dekk. Alg. dekk.
Renteresultaat e 2 Orde effect OCD Huisvesting
150 150
483 150
Invulling van zomermotie door inbesteden van werkzaamheden en software contract Verlaging van het basispakket Onttrekken aan de reserve Noordoevers voor afrekening van het project Hogere baten door overliquiditeit e Uitkeren van het 2 orde effect Hogere energielasten
I I S I
Alg. dekk. Rente reserves 133 Rente toekennen aan reserves I Nee Totaal 19.475 19.364 * S betekent een structurele onttrekking, I een incidentele onttrekking ** De neerwaartse bijstelling van de begrote baten en lasten op het programmaonderdeel is voor de GRD/SDD structureel. Het effect op de gemeentelijke begroting moet worden gezien in relatie tot het saldo van de ontvangen rijksmiddelen en de eigen uitgaven. Naar de huidige inzichten wordt door het rijk, per 2015, fors bezuinigd op de WMO. Dit nog los van de effecten die de decentralisaties op het gebied van AWBZ met zich meebrengt.
4
Recapitulatie programmabegroting In deze burap wordt een onderscheid gemaakt tussen prognose en begroting na wijzigingen. De prognose kan afwijken van de begroting na begrotingswijzigingen. Dit omdat niet alle financiële afwijkingen zijn vertaald naar een begrotingswijzing. Daar waar een positieve prognose wordt weergegeven zal bij de jaarrekening een voorstel tot resultaatbestemming worden gedaan. De financiële effecten van besluiten die zijn gemaakt in de eerste acht maanden zijn vertaald naar begrotingswijzigingen en zijn verwerkt in de begroting na wijzigingen. Wanneer het saldo negatief is, betekent dit een tekort en een positief saldo geeft een overschot aan. (Bedragen x € 1.000) Actuele begroting 2013 Lasten
Baten
Begrotingswijziging e 2 burap 2013
Prognose 2013
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Begroting 2013 na wijzigingen
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Bureau Drechtsteden
4.552
4.552
0
14.192
14.127
-65
8.675
8.675
0
13.227
13.227
0
Bestuur en Staf
2.772
2.772
0
3.502
3.492
-10
720
720
0
3.492
3.492
0
202.060
202.060
0
201.911
201.911
0
-149
-149
0
201.911
201.911
0
7.522
7.868
346
7.833
7.868
35
311
0
-311
7.833
7.868
35
40.266
40.266
0
48.322
48.523
201
8.256
8.256
0
48.523
48.523
0
Gemeentebelastingen Drechtsteden
6.095
6.095
0
6.068
6.068
0
-27
-27
0
6.068
6.068
0
Onderzoekcentrum Drechtsteden
1.549
1.549
0
1.534
1.534
0
-15
-15
0
1.534
1.534
0
0
100
100
1.704
2.004
300
1.704
1.904
200
1.704
2.004
300
264.816
265.262
446
285.066
285.527
461
19.475
19.364
-311
284.292
284.627
335
Sociale Dienst Drechtsteden Ingenieursbureau Drechtsteden Servicecentrum Drechtsteden
Algemene dekkingsmiddelen Resultaat
Gevraagde kredieten Dochter IBD SDD SCD
Krediet Vervangen plotter Herinrichting trefpunt Salarispakket
Bedrag € 15.000
Looptijd 5 jaar
€ 27.000
15 jaar
€ 1.000.000
5 jaar
IBD – Vervangen plotter Voor het printen van technische tekeningen wordt gebruik gemaakt van een plotter. De huidige plotter is inmiddels afgeschreven en functioneert niet meer naar behoren. Geschat wordt dat een nieuwe plotter ongeveer € 15.000 zal gaan kosten. Deze investering zal in 5 jaar worden afgeschreven en de kapitaallasten worden opgevangen binnen de bestaande begroting van het IBD. SDD – Herinrichting trefpunt Eind 2012 is de ontvangstruimte van de SDD heringericht. De ontvangstruimte was onvoldoende toegerust om de klantenstroom goed te kunnen reguleren en ook werd niet meer voldaan de gestelde arbo- en veiligheidseisen. Daarnaast is hiermee verdere zichtbare invulling gegeven aan het thema "Sterk door werk". Formeel gezien is deze uitgave een investering en had het krediet door de Drechtraad moeten worden gevoteerd. Echter, omdat vóór 1 januari 2013 een en ander gerealiseerd moest zijn, is reeds gestart met de werkzaamheden. De kapitaallasten van het benodigde krediet van € 28.000 worden binnen de reguliere exploitatie van de SDD opgevangen. Nu met de 2e burap wordt deze formele administratieve invulling gegeven. SCD – Salarispakket Bij de start van het SCD is geïnvesteerd in een aantal kernsystemen. Periodiek moeten daar vervangingsinvesteringen plaatsvinden. In dat kader wordt een krediet gevraagd van € 1,0 miljoen voor vervanging van het salarispakket. De uit het krediet voortvloeiende kapitaallasten worden binnen de bestaande begroting van het SCD opgevangen. Consequenties Financiële consequenties De 2e bestuursrapportage 2013 leidt tot wijzigingen van de begroting en de gemeentelijke bijdragen. Personele en organisatorische consequenties Geen. Juridische consequenties Geen. Consequenties voor andere beleidsvelden en organisaties Geen. Advies en draagvlak nvt Verdere procedure, communicatie en uitvoering nvt Onderliggende stukken - Concept 2e bestuursrapportage 2013 d.d. 6 november 2013. - Concept-besluit Drechtraad
Concept 2e bestuursrapportage 2013 GR Drechtsteden
Versie 6 november 2013
2
Inhoudsopgave
1. Inleiding, samenvatting en besluiten 1.1 Inleiding…………………………………………………………………………………….……. 4 1.2 Samenvatting…………………………………………………………………………………… 4 1.3 Algemene ontwikkelingen………………………………………………………………………6 1.4 Gevraagde begrotingswijzigingen en kredieten……………………………………………...6 1.5 Voortgang taakstelling…………………………………………………..………………..… 12 1.6 Inhuur derden…………………………………………………………………………………. 13 1.7 Risico’s………………………………………………………………………………………….14 2. Programma’s 2.1 Bureau Drechtsteden………………………………………………………………………….16 2.2 Bestuur en Staf…………………………………………………………………………………21 2.3 Sociale Dienst Drechtsteden…………………………………………………………….….. 23 2.4 Ingenieursbureau Drechtsteden……………………………………………………...………40 2.5 Servicecentrum Drechtsteden……………………………………………………………….. 42 2.6 Gemeentebelastingen Drechtsteden……………………………………………………...…45 2.7 Onderzoekcentrum Drechtsteden……………………………………………………….….. 47 2.8 Algemene dekkingsmiddelen…………………………………………………………………48 3. Bijlagen Bijlage I Financiën…………………………………….……………………………………………50 Bijlage II Besluiten……………………………………..………………….………………….…… 55 Bijlage III Moties & Amendementen ……………………………..………………………………59
3
Hoofdstuk 1 Inleiding, samenvatting en besluiten 1.1 Inleiding Met deze tweede bestuursrapportage wordt teruggekeken op de eerste acht maanden en vooruit gekeken naar het einde van dit jaar. Een jaar dat zich tot nu toe kenmerkte door vele nieuwe bewegingen en de daaruit voortkomende opdracht als GRD te anticiperen en te flexibiliseren. De ontwikkelingen komen in hoog tempo op ons netwerk af. De drie decentralisaties in het sociale domein zijn daarvan het meest in het oog springende voorbeeld. Dit vraagt veel van lokale overheden, ook binnen de Drechtsteden. De gemeenten, de GRD en andere betrokken organisaties werken hard aan het vormgeven van de invlechting van de nieuwe taken en gaan zo goed als dat gaat om met de onzekerheden die met deze opgave gepaard gaan. In de troonrede werd ook de nieuwe bezuinigingsopgave bekend gemaakt. In totaal zal het rijk zo’n 6 miljard euro gaan besparen. Inmiddels zijn de begrotingsonderhandelingen afgerond en is duidelijk waar de bezuinigingen zullen vallen. Ook de gemeenten hebben te maken met nieuwe bezuinigingen en deze zullen, middels de systematiek van ‘trap af’, ook voor een deel bij de GRD ingevuld moeten worden. De voorbereidingen daarvoor vinden op dit moment plaats en zullen vanaf 2014 effect moeten hebben. De komende maanden staan in het teken van de gemeenteraadsverkiezingen. Dit is het moment voor een herbevestiging van de ingeslagen koers of voor het vastleggen van een koerswijziging. Als organisatie wil en moet de GRD hierop zo vroeg mogelijk anticiperen, ondermeer door onze bijdragen aan het overdrachtsdocument voor een nieuwe raad. Daarin wordt een focus gelegd op een heldere programmaring en duidelijkheid in bevoegdheden en verantwoordelijkheden binnen ons netwerk. De GRD pakt hierbinnen haar rol op basis van de recent vastgestelde concernvisie en werkt aan toonaangevende, solide, transparante en professionele dienstverlening, aan continuïteit en kwaliteit en aan schaalvoordeel voor onze eigenaren. In dit licht werkt de GRD verder aan de opgaven voor dit jaar en wordt de GRD zo goed mogelijk voorbereidt op de veranderingen die in 2014 verder vorm moeten krijgen. U heeft de Tweede Bestuursrapportage 2013 in handen. In dit document wordt u per onderdeel van de GRD geïnformeerd over tot nu toe behaalde resultaten en over (financiële) afwijkingen daarbij. De belangrijkste punten zijn bijeengebracht in het eerste hoofdstuk van dit document. De jaarprognose is een positief jaarresultaat van € 6,2 miljoen. Bij deze burap wordt hiervan ongeveer € 1,5 miljoen ten gunste van de gemeenten gebracht. Voor het overige komt bij de jaarrekening een voorstel voor resultaatbestemming. Daarbij zal worden voorgesteld het resultaat 2013 aan te wenden voor het dekken van incidentele meerkosten in 2014, zoals de kosten voor de integratie van Drechtwerk in de GRD (€ 950.000), kosten van het VNG-congres (€ 200.000), en voor het invullen van het restant van de zomermotie. De resultaatbestemming zal op dezelfde wijze als vorig jaar in beeld worden gebracht wat betekent dat de resultaatbestemming met baten en lasten in beeld wordt gebracht en de verdeelsleutels worden gehanteerd die zijn gebruikt bij de begroting (WSW voor kosten integratie Drechtwerk en inwoneraantallen voor kosten van het VNG-congres). 1.2 Samenvatting Bureau Drechtsteden Via Bureau Drechtsteden worden drie taakvelden ingevuld: concerntaken, strategisch beleid en ondersteuning besluitvorming. De financiering van BDS loopt voornamelijk via door de Drechtraad vastgestelde inwonerbijdragen. Naast een algemene bijdrage voor de programma’s Bureau Drechtsteden en Bestuur en Staf, worden ten behoeve van taken van BDS of ten behoeve van financiering van gezamenlijke activiteiten (denk aan bv Waterbus en NME) specifieke inwonerbijdragen geïnd. Het project Walstroom kan financieel afgerekend worden met de gemeenten. In 2013 zal éénmalig een bijdrage van € 102.000 worden opgehaald.
4
In de Drechtraad van 14 mei 2013 is besloten een second opinion te houden naar het Transitieplan I&A. Voor deze second opinion wordt de algemene inwonerbijdragen met € 80.000 vergehoogd. Op 1 oktober 2013 heeft de Drechtraad het Transitieplan I&A vastgesteld. Onderdeel van het plan is de uitbreiding van het CIO office binnen Bureau Drechtsteden. Bij het begrotingsprogramma Bestuur en Staf worden daarmee het budget en de gemeentelijk bijdrage met € 644.000 opgehoogd. Sociale Dienst Drechtsteden Per saldo verwacht de SDD een incidenteel positief financieel resultaat van € 5,7 miljoen. Hiervan wordt bij deze bestuursrapportage € 1,5 miljoen teruggegeven aan de gemeenten. Naar verwachting zal de doelstelling klantaantallen, maximaal 5.124 klanten per ultimo 2013, worden gerealiseerd. Wel moet er hard worden gewerkt om de huidige resultaten vast te kunnen houden. Bij de eerste bestuursrapportage is het signaal afgegeven dat mogelijk een tekort zal ontstaan op Inkomensondersteuning. Gezien het gunstigere beeld nu is er dit jaar geen tekort en zal geen onttrekking aan de Inkomensreserve nodig zijn. Op de apparaatskosten blijft naar verwachting € 0,5 miljoen over. Hiervan wordt € 377.000 ingezet als invulling van de zomermotie. De verwachting is daarnaast dat in 2013, net als in 2012, apparaatlasten gedekt kunnen worden vanuit het participatiebudget. Dit zal bij de jaarrekening naar verwachting een positief resultaat van € 4,2 miljoen opleveren. De gemeentelijke bijdrage WMO kan met € 0,9 miljoen worden verlaagd als gevolg van lagere lasten bij hulp bij het huishouden (€ 0,5 miljoen), hogere opbrengsten eigen bijdrage CAK (€ 0,5 miljoen) en lagere opzoekingen debiteuren WMO (€ 0,1 miljoen). Ingenieursbureau Drechtsteden Afgelopen maanden is er gediscussieerd over de toekomst van het IBD. Afgelopen periode is aangekondigd dat het IBD een ingrijpende reorganisatie moet ondergaan, waarbij bezuinigingen voorop staan. Als gevolg van hogere personele lasten dan begroot en lagere productiviteit dan begroot zal het IBD de taakstelling niet volledig gaan realiseren (doelstelling € 346.000, verwachte realisatie € 35.000). Servicecentrum Drechtsteden De doorontwikkeling van het SCD begint duidelijk zijn vruchten af te werpen zowel in kwaliteit, efficiency als imago. De uitvoering van de transitieplannen met de nieuwe processen van de afdelingen (leanmanagement) ligt op schema. Verder is op 1 oktober jongst leden het Transitieplan I&A goedgekeurd door de Drechtraad, zodat de uitvoering hiervan nu prioriteit heeft. Mits er strak gestuurd wordt, zal het SCD naar verwachting op een positief resultaat uitkomen van € 200.000. Onderzoekcentrum Drechtsteden Het OCD heeft op dit moment 90% van de begrote plusopdrachten in portefeuille. Via externe en 'extra' interne acquisitie is 15% van de totale omzet binnengehaald. Dat is meer dan de ambitie. Daarnaast is de inzet bij strategische opdrachten fors toegenomen. Hiermee is een goede stap gezet richting de doorontwikkeling van het OCD tot strategisch partner voor beleid. Gemeentebelastingen Drechtsteden De GBD verwacht in 2013 zowel in productie als in financiële zin voor wat betreft de belastingtaken geen aanmerkelijke afwijkingen van de begroting. Het samengaan met Geo-informatie is op dit moment in volle gang. Het inbrengen van de inkomsten en uitgaven van dit onderdeel in de begroting van de GBD wordt conform het besluit van uw raad uitgevoerd. Een deel van de formatieruimte wordt voorlopig ingezet met inhuur. Met de gemeenten wordt nog overleg gevoerd over de financieringswijze. De GBD zal de wijze waarop de belastingtaken worden gefinancierd als leidraad nemen voor de financiering van Geo-taken. Hierover zal in de eerste bestuursrapportage 2014 worden gerapporteerd. Algemene dekkingsmiddelen Naar verwachting zal de gemeentelijke besluitvorming rondom Noordoevers dit jaar worden afgerond. De bij de GRD gevormde reserve Noordoevers wordt dan conform de besluitvorming aangewend voor de financiële afhandeling.
5
1.3 Algemene ontwikkelingen Drechtwerk De Drechtraad heeft in maart 2013 ingestemd met de visie op de participatiewet, en in juni 2013 met het uitvoeringsplan. Onderdeel daarvan is het onderbrengen van de huidige taken van Drechtwerk bij de GR Drechtsteden. In de tweede helft van 2013 vindt verdere uitwerking en nadere besluitvorming plaats. Verbeteren ICT /Transitieplan I&A Inmiddels heeft de grondige doorlichting van de afdeling ICT geleid tot het Transitieplan I&A. In dit plan zijn zowel de bemensing, het verband tussen de uit te voeren activiteiten (beide onderdeel van het stroomlijnen van processen) en in te zetten middelen als de benodigde hard- en software en systemen geanalyseerd. Ook de relatie met en de ambitie van de klanten is hierbij aan de orde gekomen. Dit plan is gevalideerd en daar waar mogelijk gebenchmarkt door een externe onafhankelijke partij. In de Drechtraad van 11 juni is een deel van het benodigde krediet ter beschikking gesteld om uit voering te kunnen geven aan de zaken die geen uitstel meer kunnen verdragen. Inmiddels is op 1 oktober 2013 het Transitieplan I&A goedgekeurd door de Drechtraad. In de burap's wordt verslag doen van de voortgang van de uitvoer van het Transitieplan, zowel in geld, de te leveren diensten en de uitvoering van de projecten. In deze bestuursrapportage vindt de financiële doorvertaling plaats van het transitieplan. In de eerste plaats wordt de exploitatie opgehoogd. Deze ophoging vindt plaats bij de dochters SCD en BDS (CIO office). Het meerjarige beeld is als volgt:. (Bedragen x € 1.000) 2013 SCD 3.056 BDS 644 Totaal 3.700
2014 4.556 744 5.300
2015 4.956 744 5.700
2016 3.569 744 4.700
2017 3.456 744 4.200
Onderdeel van het Transitieplan I&A is verder een inhaalafschrijving van € 4,1 miljoen in verband met het verkorten van de afschrijvingstermijnen. Voor de dekking is bij de jaarrekening 2012 een reserve gevormd van € 3,3 miljoen. De resterende € 0,8 miljoen wordt, conform het transitieplan gedekt uit de beschikbare middelen uit 2012 voor regionale investeringsprojecten. Zomermotie In juli 2012 heeft de Drechtraad de zomermotie aangenomen waarmee de GRD de taakstelling heeft om de gemeentelijke bijdragen structureel met € 450.000 te verlagen.In de navolgende tabel wordt weergegeven hoe dit wordt ingevuld. Voor 2013, 2014 en 2015 is de invulling nog gedeeltelijk incidenteel, uit het overschot op de apparaatskosten van de Sociale Dienst. Met ingang van 2016 is de gerealiseerde besparing geheel structureel, en groter dan de taakstelling. Als gevolg van de daling van het gemeentefonds zal de GRD vanaf 2014 geconfronteerd worden met aanvullende bezuinigingen. De over realisatie op de taakstelling zomermotie kan worden ingezet om bij te dragen aan deze bezuiniging. Voorstel
2013
2014
2015
2016
2017
GBD - Inbesteden werkzaamheden GBD – Doorontwikkeling tax.software GBD – Strategische personeelsplanning
€ 10.000 -
€ 30.000 € 55.000 -
€ 30.000 € 55.000 € 98.000
€ 30.000 € 85.000 € 139.000
€ 30.000 € 85.000 € 139.000
GBD – Omzetten inhuur - vast GBD – Contract software
€ 17.000
€ 23.000 € 17.000
€ 23.000 € 17.000
€ 23.000 € 17.000
€ 23.000 € 17.000
BDS – Bijdrage WEB BDS – Bijdrage WMO regiegroep
€ 25.000
€ 51.000 € 25.000
€ 51.000 € 25.000
€ 51.000 € 25.000
€ 51.000 € 25.000
BDS – Bijdragen klachtencommissie BDS – Budget ONS-D BDS – Formatie en inhuur
€ 10.000 -
€ 10.000 € 20.000 € 50.000
€ 10.000 € 20.000 € 50.000
€ 10.000 € 20.000 € 50.000
€ 10.000 € 20.000 € 50.000
OCD – Verlaging basispakket 2013
€ 15.000
-
-
-
-
6
OCD – Verlaging basispakket
-
€ 50.000
€ 50.000
€ 50.000
€ 50.000
SDD - Inzet voordeel op uitvoeringsbudget
€ 373.000
€119.000
€ 21.000
-
-
Totaal
€ 450.000
€ 450.000
€ 450.000
€ 500.000
€ 500.000
Aanvullenden bezuinigingen 2014 - 2017 Binnen het Drechtsteden netwerk wordt het principe “samen trap op, samen trap af” gehanteerd. In de huidige periode betekent dat principe dat de verbonden partijen meebewegen met de financiële krapte van de gemeenten. Ook de eerste bezuinigingsoperatie bij de GRD van 10%, over de jaren 2010 – 2015, is op die wijze tot stand gekomen. Gezien het teruglopen van de algemene uitkering uit het Gemeentefonds is een tweede bezuinigingsronde bij de GRD in voorbereiding. De omvang daarvan is vooralsnog: 1,5% in 2014, 3,0% in 2015, 4,5% in 2016 en volgende jaren. Invulling van de tweede bezuinigingsronde wordt eind 2013 aan de Drechtraad voorgelegd. Verrekensystematiek SCD Voor 2013 en verder heeft het SCD in samenwerking met de klantorganisaties een nieuwe verrekensystematiek uitgewerkt voor een meer directe en transparante relatie tussen ‘betalen’ en ‘gebruik’. Deze nieuwe systematiek wordt eind 2013 aan de Drechtraad aangeboden ter vaststelling. Daarbij wordt voorgesteld bij de jaarrekening 2013 de verdeling conform de nieuwe systematiek over 2013 door te voeren. Verduidelijking relatie met GR’en ZHZ De verzakelijking van de relatie met Dienst Gezondheid&Jeugd, Veiligheidsregio en Omgevingsdienst kan de samenwerking binnen het netwerk ten goede komen. Begin 2013 is veel energie gestopt in het opstellen van offertes voor de dienstverlening voor 2014 en verder. Voor het lopende jaar is overeenstemming bereikt over de te leveren diensten en de vergoeding. De offertes voor de dienstverlening voor 2014 en verder zijn ambtelijk en bestuurlijk geaccepteerd door DG&J, RAV en OZHZ. Dit wel onder de voorwaarde dat de GR’en toestemming krijgen van de gemeenten (en provincie voor OZHZ) om de GR-tekst zodanig aan te passen dat het mogelijk is om alleenrecht te vestigen en dat commerciële partijen vervolgens daartegen geen bezwaar maken. Alleenrecht houdt in dat de GR’en niet hoeven aan te besteden conform de aanbestedingswet en alleen met het SCD afspraken kunnen maken. Deze hele procedure wordt in oktober 2013 afgerond. Daarna kunnen de contracten definitief ondertekend worden. De beoogde dienstverlening door het SCD ziet er op hoofdlijnen als volgt uit.
Financiën Inkoop Facilitair Documentatie en informatie voorziening Juridisch Kenniscentrum P&O Communicatie ICT
GR DG&J Ja Ja Ja
GR RAV Ja Ja Nee
GR OZHZ Nee Ja Ja
Nee
Nee
Nee
Ja Ja Nee Ja
Ja Ja Nee Ja
Ja Ja Nee Ja
7
Frictiekosten In onderstaande tabel is de ontwikkeling weergegeven van het aantal boventallige medewerkers bij de SCD en de SDD. Ontwikkeling boventalligen Beginstand Uitstroom 2012 Beginstand 01-01-2013 Bovenformatief verklaard in 2013 Uitstroom t/m augustus 2013 Stand per 1 september 2013
SCD 37 -13 24 12 -11 25
SDD 22 -4 18 0 -7 11
Via jaarrekening 2012 is bij de GRD een voorziening gevormd van € 5,0 miljoen voor het dekken van de doorlopende salarislasten van de boventalligen. Bij de SDD zijn de frictiekosten in 2013 € 1,1 miljoen, dit is conform het beeld bij de jaarrekening 2012. Deze frictiekosten worden uit de voorziening gedekt. Deze voorziening is exclusief WW verplichtingen, welke “worst case” € 2,3 miljoen bedragen voor 2014 en volgend jaren.. Bij het SCD zijn de frictiekosten in 2013 naar verwachting € 2,0 miljoen, dit is € 0,3 miljoen lager dan oorspronkelijk begroot. Ook deze kosten worden uit de voorziening gedekt. WW verplichtingen bij het SCD zijn naar schatting € 1,3 miljoen. 1.4 Gevraagde begrotingswijzigingen en kredieten In het volgende overzicht zijn de gevraagde begrotingswijzigingen per programma weergegeven. Een positief bedrag betekent een verhoging van de baten of de lasten en een negatief bedrag betekent een verlaging van de baten of de lasten.
8
(Bedragen x € 1.000) Begrotings programma
Omschrijving
BDS
Invulling zomermotie
BDS
Projecten derden Bijdrage Walstroominvesteringen Investeringsfonds
BDS BDS
Bedragen Lasten Baten
Toelichting
-35
-35
1.260
1.260
102
102
7.348
7.348
80
80
100 540
100 644
0
-104
B&S
Second opinion transitieplan I&A
B&S
Invlechten Drechtwerk
B&S
Uitbreiding CIO office
SDD
Invulling zomermotie
-373
-373
SDD
Apparaatskosten
-127
-127
SDD
Inkomensondersteuning
725
725
SDD
WSW
226
226
SDD
Kinderopvang
-100
-100
SDD
WMO
-500
-500
IBD
Bijstelling lasten
311
0
-534
-1.677
0 490
1.143 490
SCD SCD
Aanpassing bijdragen van de GR’en ZHZ Inzet frictiereserve ZHZ Printer en telefonie
SCD
Tansitieplan I&A
3.056
3.056
SCD
Extra inkomsten variabele verrekeningen
1.144
1.144
SCD
Inhaalafschrijvingen
4.100
SCD
3.300
S/I*
Gemeente
S
Ja, alle zes
I
Nee
Afrekening walstroom investeringen
I
Ja, alle zes
Afwikkeling manden maken Op verzoek van de Drechtraad is een second opinion uitgevoerd naar het Transitieplan I&A Inhuur van projectleider Op 1 oktober is besloten om de CIO office uit te breiden. Op dit moment wordt de CIO gefinancierd uit de regionale Iproject portfolio Drechtsteden. Deze financiering komt te vervallen Betreft inzetten van voordeel op apparaat voor de invulling van de zomermotie Onderbesteding diverse budgetten apparaat Hogere uitkeringslasten en hogere Rijksvergoeding Hogere rijksbudgetten
I
Nee
I
Ja, alle zes
I
Nee
S
Ja, alle zes
I
Ja, alle zes
I
Ja, alle zes
S
Rijk
S
Rijk
I
Ja, alle zes
Betreft van invulling van zomermotie (klachtencommissie en WMO regiegroep) Subsidies provincie Zuid Holland
Herzien beleid en minder aanvragen Lagere lasten als gevolg van wijziging naar resultaatfinanciering Betreft onder andere hogere personele lasten en lagere productiviteit dan begroot Aanpassing bijdragen van de GR’en ZHZ nav beëindiging dienstverlening Inzet frictiereserve ZHZ Meerverbruik printer en telefonie kosten Extra bijdrage nav transitieplan I&A: behandeld in Drechtraad 1 oktober 2013 Extra inkomsten variabele verrekeningen (DVO’s) Conform Transitieplan I&A
S**
Ja, alle zes
I
Dordrecht en Zwijndrecht
S
Nee
I I
Nee Ja, alle zes
S
Ja, alle zes
I
Ja, alle zes
I
Nee
S
Ja, alle vijf
S
Ja, alle zes Ja, Dordrecht Nee Ja, alle zes
800 GBD
Invulling zomermotie
-27
-27
OCD
Invulling zomermotie
-15
-15
Alg. dekk.
Noordoevers
1.271
1.271
Alg. dekk. Alg. dekk.
Renteresultaat e 2 Orde effect OCD
150
483 150
Invulling van zomermotie door inbesteden van werkzaamheden en software contract Verlaging van het basispakket Onttrekken aan de reserve Noordoevers voor afrekening van het project Hogere baten door overliquiditeit e Uitkeren van het 2 orde effect
I I S
Alg. dekk. Huisvesting 150 Hogere energielasten I Nee Alg. dekk. Rente reserves 133 Rente toekennen aan reserves I Nee Totaal 19.475 19.364 * S betekent een structurele onttrekking, I een incidentele onttrekking ** De neerwaartse bijstelling van de begrote baten en lasten op het programmaonderdeel is voor de GRD/SDD structureel. Het effect op de gemeentelijke begroting moet worden gezien in relatie tot het saldo van de ontvangen rijksmiddelen en de eigen uitgaven. Naar de huidige inzichten wordt door het rijk, per 2015, fors bezuinigd op de WMO. Dit nog los van de effecten die de decentralisaties op het gebied van AWBZ met zich meebrengt.
9
Recapitulatie programmabegroting In deze burap wordt een onderscheid gemaakt tussen prognose en begroting na wijzigingen. De prognose kan afwijken van de begroting na begrotingswijzigingen. Dit omdat niet alle financiële afwijkingen zijn vertaald naar een begrotingswijzing. Daar waar een positieve prognose wordt weergegeven zal bij de jaarrekening een voorstel tot resultaatbestemming worden gedaan. De financiële effecten van besluiten die zijn gemaakt in de eerste acht maanden zijn vertaald naar begrotingswijzigingen en zijn verwerkt in de begroting na wijzigingen. Wanneer het saldo negatief is, betekent dit een tekort en een positief saldo geeft een overschot aan. (Bedragen x € 1.000) Actuele begroting 2013 Lasten
Baten
Begrotingswijziging e 2 burap 2013
Prognose 2013
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Begroting 2013 na wijzigingen
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Bureau Drechtsteden
4.552
4.552
0
14.192
14.127
-65
8.675
8.675
0
13.227
13.227
0
Bestuur en Staf
2.772
2.772
0
3.502
3.492
-10
720
720
0
3.492
3.492
0
202.060
202.060
0
201.911
201.911
0
-149
-149
0
201.911
201.911
0
7.522
7.868
346
7.833
7.868
35
311
0
-311
7.833
7.868
35
40.266
40.266
0
48.322
48.523
201
8.256
8.256
0
48.523
48.523
0
Gemeentebelastingen Drechtsteden
6.095
6.095
0
6.068
6.068
0
-27
-27
0
6.068
6.068
0
Onderzoekcentrum Drechtsteden
1.549
1.549
0
1.534
1.534
0
-15
-15
0
1.534
1.534
0
0
100
100
1.704
2.004
300
1.704
1.904
200
1.704
2.004
300
264.816
265.262
446
285.066
285.527
461
19.475
19.364
-311
284.292
284.627
335
Sociale Dienst Drechtsteden Ingenieursbureau Drechtsteden Servicecentrum Drechtsteden
Algemene dekkingsmiddelen Resultaat
Gevraagde kredieten Dochter IBD SDD SCD
Krediet Vervangen plotter Herinrichting trefpunt Salarispakket
Bedrag € 15.000
Looptijd 5 jaar
€ 27.000
15 jaar
€ 1.000.000
5 jaar
IBD – Vervangen plotter Voor het printen van technische tekeningen wordt gebruik gemaakt van een plotter. De huidige plotter is inmiddels afgeschreven en functioneert niet meer naar behoren. Geschat wordt dat een nieuwe plotter ongeveer € 15.000 zal gaan kosten. Deze investering zal in 5 jaar worden afgeschreven en de kapitaallasten worden opgevangen binnen de bestaande begroting van het IBD. SDD – Herinrichting trefpunt Eind 2012 is de ontvangstruimte van de SDD heringericht. De ontvangstruimte was onvoldoende toegerust om de klantenstroom goed te kunnen reguleren en ook werd niet meer voldaan de gestelde arbo- en veiligheidseisen. Daarnaast is hiermee verdere zichtbare invulling gegeven aan het thema "Sterk door werk". Formeel gezien is deze uitgave een investering en had het krediet door de Drechtraad moeten worden gevoteerd. Echter, omdat vóór 1 januari 2013 een en ander gerealiseerd moest zijn, is reeds gestart met de werkzaamheden. De kapitaallasten van het benodigde krediet van € 28.000 worden binnen de reguliere exploitatie van de SDD opgevangen. Nu met de 2e burap wordt deze formele administratieve invulling gegeven. SCD – Salarispakket Bij de start van het SCD is geïnvesteerd in een aantal kernsystemen. Periodiek moeten daar vervangingsinvesteringen plaatsvinden. In dat kader wordt een krediet gevraagd van € 1,0 miljoen voor vervanging van het salarispakket. De uit het krediet voortvloeiende kapitaallasten worden binnen de bestaande begroting van het SCD opgevangen. Het bedrag is als volgt opgebouwd. Onderdeel
Bedrag
Aanbesteding
€
112.800
Implementatie
€
194.170
Project management
€
151.200
Testen
€
192.240
Dataconversie
€
216.000
Nazorg / Begeleiding
€
131.760
Totaal
€
998.170
De afschrijvingstermijn is 5 jaar. Bij het Transitieplan I&A is als uitgangspunt “3 jaar tenzij” geformuleerd. Bij de aanschaf van het salarispakket is de looptijd van het onderliggende contract 5 jaar, vandaar dat die 5 jaar hier als afschrijvingstermijn wordt gehanteerd.
1.5 Voortgang taakstelling In 2009 is gestart met het vorm en inhoud geven aan het project voor de organisatiebrede doorlichting, met een bijbehorende financiële taakstelling voor 2010 en verder. Naast deze taakstelling zijn er voor de Sociale Dienst Drechtsteden en het Servicecentrum Drechtsteden aanvullende taakstellingen van respectievelijk € 1,1 miljoen (ketenkorting) en € 1,3 miljoen (Voortdurend Innovatief Presteren (VIP)). (Bedragen x € 1.000) Dochter BDS
2011 300
2012 400
2013 400
2014 400
2015 400
SDD IBD
757 290
1.089 312
1.543 346
1.992 446
2.216 496
SCD GBD OCD
302 251 100
1.043 516 140
1.554 516 140
2.006 516 140
2.231 516 140
2.000
3.500
4.500
5.500
6.000
Totaal
(Bedragen x € 1.000) Taakstelling Dochter 2013 BDS 400 SDD 1.543
e
Reeds gerealiseerd 400 1.543
Prognose 2 Burap 2013 400 1.543
Afwijking prognose taakstelling 0 0
IBD SCD
346 1.554
0 1.200
0 1.554
-346 0
GBD OCD Totaal
516 140 4.500
516 140 3.799
516 140 4.153
0 0 -346
Toelichting: BDS, SDD, GBD Bij deze dochters is er een structurele invulling gegeven aan de taakstelling en wordt daardoor gerealiseerd. Door de verschuiving van GEO-informatie van het SCD naar de GBD zal het GBD aanvullend € 10.000 kunnen bezuinigingen in 2013 (voordeel op materiële lasten). Voor 2014 en verder zal deze besparing structureel € 100.000 zijn. IBD Het IBD heeft voor 2013 een taakstelling gekregen van € 346.000. De begroting was erop gericht deze taakstelling nagenoeg te realiseren. Door een aantal tegenvallers (o.a. hogere personele lasten dan begroot als gevolg van CAO en lagere productiviteit) en het niet mogen verhogen van de tarieven zal het IBD deze taakstelling niet gaan realiseren. SCD De realisatie van de taakstelling loopt voor het SCD in 2013 volgens planning. Dit is met name gerealiseerd door de fijnstructuur. OCD De taakstelling is reeds gerealiseerd. De omzet vanuit extra interne en externe opdrachten ligt inmiddels boven de ambitie.
12
1.6 Inhuur derden (Bedragen x € 1.000) Dochter
Begroot
Prognose
Afwijking
BDS SDD
200 740
200 740
0 0
IBD SCD GBD
226 4.000 75
670 4.700 75
-444 -700 0
OCD Totaal
28 5.269
90 6.475
-62 -1.206
Toelichting: SDD Bij de SDD wordt momenteel 16,7 fte ingehuurd ter vervanging van ziekte, zwangerschapsverlof en voor invulling van vacatureruimte. De inhuur voor vacatureruimte is gericht op vaste invulling van de vacatures die op deze wijze in proefperioden zo flexibel mogelijk wordt vormgegeven door onder andere payroll-contracten. IBD In 2013 zullen extra inhuur lasten optreden als gevolg van ziekte en daarnaast is er bewust ingehuurd in plaats van het invullen van vacatures vanwege de onduidelijke werkvoorraad (afname omzet) van de gemeente Dordrecht. SCD De overschrijding op de inhuur wordt onder andere veroorzaakt door extra afgesloten dienstverleningsovereenkomsten (DVO’s) en extra inhuur voor ICT. Doordat het Transitieplan I&A later in het jaar is vastgesteld kon het SCD (nog) geen vast personeel in dienst nemen.. OCD De opdrachtenportefeuille is zo groot dat er noodzaak is extra onderzoekskracht in te huren. Daarnaast heeft inhuur plaatsgevonden in verband met vervanging zwangerschapsverlof. De benodigde inhuur kan volledig gedekt worden uit het personeelsbudget, gezien de vacatureruimte.
13
1.7 Risico´s Openstaande risico’s Dochter
Omschrijving
Kans
Impact
Opmerking en sturing Bij jaarrekening 2012 is een voorziening voor frictiekosten gevormd van € 5,0 miljoen. Niet in de voorziening zijn opgenomen verplichtingen met een gelijkblijvende kasstroom over de jaren 2014 tot en met 2018. Dit zijn grotendeels WW-verplichtingen, die met ingang van 2014 ontstaan. Getracht wordt om het risico zo veel mogelijk te beperken door onder andere de uitstroomorganisatie en daarnaast bovenformatieve medewerkers op DVO basis in te zetten.
GRD
WW boventalligen
Groot
Max € 4,0 miljoen
GRD
Arbeidsrechtelijk conflict
Klein
Laag
GRD
Toenemende druk op informatie beveiliging
Gemiddeld
Gemiddeld
GRD
Invlechting Drechtwerk
Groot
Groot
GRD
Landsbanki
Klein
Nihil
BDS
Mobiliteitsmanagement
Gemiddeld
€ 90.000
SDD
Participatiebudget
Gemiddeld
Max € 1,5 miljoen
SDD
Klantenaantallen I-deel
Gemiddeld
€ 0,5 miljoen
IBD
Opdrachtenstroom van de klantorganisaties
Groot
Max € 200.000
IBD
Restant oud verlof
Gemiddeld
Max € 300.000
Er is een aanzienlijk verlofsaldo. Binnen het IBD wordt strak sturing gegeven om het openstaand verlof tot 0 te reduceren aan het eind van 2013.
SCD
Ontvlechtingen GR‘en ZHZ
Groot
Max. €400.000 /jaar
SCD
Veranderkosten
Gemiddeld
€ 100.000
Er is een aanmerkelijke reductie gerealiseerd in de, mogelijke, frictiekosten bij de ontvlechting. Er resteert een risico van ongeveer € 400.000 per jaar met ingang van 2015. Het SCD ziet mogelijkheden en neemt maatregelen om het risico en de omvang verder te verkleinen, bijvoorbeeld door dienstverlening aan nieuwe toetreders. Ook in 2013 worden veranderkosten gemaakt om de fijnstructuur van een aantal afdelingen ook daadwerkelijk te implementeren. Deze kosten worden zo veel mogelijk binnen de bestaande middelen opgevangen. Door strakke sturing moeten deze kosten zoveel mogelijk worden beperkt.
Een medewerker is ontslag opgelegd. Als uitvloeisel van dat besluit loopt er een gerechtelijke procedure. Mocht de medewerker in het gelijk worden gesteld, leidt dat met terugwerkende kracht tot salarisverplichtingen. Deze gerechtelijke procedure loopt nog. Er worden vanuit wet en regelgeving nieuwe eisen gesteld aan informatiebeveiliging. Op dit moment wordt door de CIO onderzocht wat de consequenties hiervan zijn, en welke maatregelen genomen moeten worden. Deze extra maatregelen worden gekwantificeerd. Het is denkbaar dat deze maatregelen extra kosten met zich meebrengen. Op 5 maart 2013 heeft de Drechtraad besloten om de GR Drechtwerk en de GRD samen te voegen. Op dit moment wordt de invlechting uitgewerkt. Bij de invlechten zullen integratiekosten optreden. De vordering op Landsbanki was € 7,2 miljoen. Inmiddels is 55% terugontvangen uit de failliete boedel. Waarschijnlijk wordt uiteindelijk 100% terugontvangen. Er is wel een valutarisico aangezien een deel van de betalingen in IJslandse kronen zal zijn. De vordering is nu gewaardeerd op 90%; er is een voorziening van € 0,7 miljoen. Door het treffen van een voorziening is de financiële impact nihil. De Drechtsteden hebben nieuwe afspraken met het rijk en de provincie over de inzet van de subsidie mobiliteitsmanagement (TFMM). We werken er aan om binnen de subsidievoorwaarden voldoende projecten bij het bedrijfsleven te realiseren waaraan we het beschikbare geld in 2014 daadwerkelijk uit kunnen geven. Onze eerste prioriteit is het op niveau brengen van onze eigen bijdrage (zijnde 50% van de beschikbare middelen). Hieraan wordt hard gewerkt maar het risico bestaat dat we hieraan niet volledig kunnen voldoen omdat het aantal projecten beperkt is. Als de toegekende lokale projecten niet worden gerealiseerd, bestaat het risico op terugbetaling aan het Rijk van het overschot. Monitoring vindt plaats vanuit de SDD. Echter heeft de SDD geen invloed op de uitvoering van de lokaal opgestarte trajecten. Bij gelijkblijvende aantallen bijstandsgerechtigden (5.263 per 9 september 2013) wordt het jaar 2013 afgesloten met 140 klanten meer dan beoogd. Deze 140 klanten vertegenwoordigen (voor de laatste 3 maanden) een bedrag van ruim € 0,5 miljoen. Vooralsnog wordt ervan uit gegaan dat we uitkomen op 5.124 klanten. Het grootste risico van het Ingenieursbureau is dat de omzet achterblijft bij het overeengekomen volume. Door medewerkers buiten de regio werkzaam te laten zijn (gemeente Rotterdam) en medewerkers tegen een lager tarief werkzaam te laten zijn (bijv. projectleider als opzichter) wordt het financiële risico beperkt.
GBD
Kosten m.b.t. sofware
Gemiddeld
€ 20.000
Inkoopvoordelen met betrekking tot software zijn ingeboekt. Echter nu blijken facturen vanuit de softwareleverancier hoger uit te vallen dan verwacht. Het ingeboekte voordeel van € 20.000 komt hierdoor onder druk te staan.
Afgeronde risico’s
Dochter
Omschrijving
BDS
Walstroom, exploitatierisico
Klein
Laag
BDS
Onderbrengen kosten coördinatie en toezicht ROM-D bij ROM-D
Groot
€ 100.000
OCD
Realisatie taakstelling
Kans
Impact
Opmerking en sturing e
Klein
Laag
Op basis van de afzetcijfers over het 1 helft 2013 kan geconcludeerd worden dat de verkoop van stroom toeneemt. De stijging van de omzet zet door, het exploitatierisico vervalt. Er zijn geen afspraken gemaakt tussen ROM-D en de GRD. De kosten zijn nu in de exploitatie opgenomen. Hierdoor zal een overschrijding op de lasten van Bureau Drechtsteden ontstaan. Het succes van extern inverdienen is mede afhankelijk van de onderzoeksmarkt. Op dit moment is er een scherpe concurrentie op de externe markt. Het OCD is daarom ook actief op de interne markt, vooral in het kader van strategisch partnerschap. Verder verkleinen wij dit risico via onderzoeksprogrammering. Op dit moment is onze opdrachtenportefeuille zo groot dat de doelstelling wordt gerealiseerd.
15
Hoofdstuk 2 Programma’s 2.1 Bureau Drechtsteden Product/activiteit/project en beoogd resultaat
Stand van zaken
Afwijking/bijsturing
Gevraagd besluit
De Structuurvisie is dit najaar in afronding en kan in februari worden behandeld in de Drechtraad. Dit voorjaar is de Structuurvisie oriënterend behandeld in de Drechtraad, ze wordt nog met stakeholders besproken en daarna in besluitvorming gebracht.
In de eerste marap is al gemeld dat minder groot wordt ingezet op brede inspraak. Uit sindsdien gevoerde gesprekken met het maatschappelijk middenveld blijkt hieraan inderdaad geen behoefte. Aandachtspunt is de besluitvorming die is voorzien voor de raad van februari. Het is momenteel onduidelijk in hoeverre er dan een reguliere vergadering zal zijn met het oog op de verkiezingen. Hierin wordt zo snel mogelijk duidelijkheid getracht te geven.
Geen
Het is beoogd een gezamenlijk product van de Drechtsteden en de corporaties te zijn. In onderling overleg hebben we vastgesteld dat er op dit moment voldoende informatie beschikbaar is om de beperkte sturing die we wensen uit te voeren.
De activiteit vervalt in 2013.
Geen
Met de partners wordt afgesproken om dit jaar geen nieuwe PALT-afspraken te maken, maar eerst het kabinetsbeleid rondom de toekomst van de corporaties af te wachten. Wel wordt het contact met de corporaties hierover intensief onderhouden.
Er worden geen nieuwe PALT-afspraken gemaakt. Wel wordt met de corporaties over de ontwikkelingen gesproken.
Geen
De Drechtsteden leveren een financiële bijdrage aan een regionale website waaraan onze partners met name financieel bijdragen.
De afspraak met partners is gemaakt een bijdrage van €15.000 te leveren mits andere partners € 30.000 bijdragen. Dat lijkt nu te gaan lukken. Hiervoor is een bedrag van €15.000 nodig die kan worden gedakt uit vrijval uit andere delen van het werkprogramma fysiek.
Geen
Dit is een reguliere activiteit.
In overleg met de corporaties zal voor 2014 worden voorgesteld een grotere verantwoordelijkheid bij de corporaties neer te leggen. Dit heeft gevolgen voor de organisatie van de
Geen
Programma Fysiek Structuurvisie De Drechtsteden beschikken over een actueel ruimtelijk kader dat past bij de veranderde samenleving, dat invulling geeft aan de veranderende rol van de overheid en dat maatschappelijke energie op gewenste ontwikkelingen zo goed mogelijk faciliteert en de ruimtelijke kwaliteit en aantrekkelijkheid van de Drechtsteden versterkt.
Woonbehoefte onderzoek Het woonbehoefte onderzoek geeft een gedetailleerd inzicht in de woonbehoefte en is onderlegger voor beleid. De resultaten worden gebruikt om keuzen in de woonstrategie te faciliteren. Herijking PALT De Drechtsteden maken afspraken met de corporaties over de in onderlinge samenwerking te bereiken doelen, de zogeheten gerichte prestatieafspraken. Dit gaat om woondoelen maar ook om bredere meer sociale doelen. Woonpromotie Mensen van buiten de Drechtsteden interesseren voor wonen in de Drechtsteden en de verschillende woningbouwprojecten in de Drechtsteden onder de aandacht van bewoners brengen. Voorrangscommissie De voorrangscommissie beoordeelt of een aanvrager voorrang krijgt bij de woonruimteverdeling.
Product/activiteit/project en beoogd resultaat
Stand van zaken
Afwijking/bijsturing
Gevraagd besluit
Voorrangscommissie. Een voorstel daartoe wordt voorbereid. Deltadeelprogramma Vroegtijdige beïnvloeden van de rijksagenda voor de middellange en lange termijn om de waterveiligheid in de Drechtsteden te waarborgen. Programma NME Bewustwording van de samenleving op duurzaamheid in de volle breedte (inclusief natuur en milieu) door middel van educatie.
Energieprogramma Met concrete maatregelen een bijdrage leveren aan de regionale energiedoelstellingen
Programma Luchtkwaliteit Uitvoeren Programma Luchtkwaliteit Drechtsteden 2006-20015 met als doel in 2015 aan de normen luchtkwaliteit te voldoen. Coördinatie Walstroom Het tot 2016 financieel gezond exploiteren van de walstroomvoorzieningen Drechtsteden.
2013 staat in het teken van de voorbereiding van besluitvorming door het kabinet in 2014. Voor de Drechtsteden betekent dit intensieve begeleiding, intensiever dan verwacht.
De ambtelijke inzet wordt verhoogd op dit belangrijke dossier. Dit wordt gefinancierd uit de vrijval op andere activiteiten binnen het Programma Fysiek.
Geen
Dit is een reguliere activiteit die wordt uitgevoerd door Weizigt. Hier spelen twee ontwikkelingen; (1) Weizigt voert extra activiteiten uit en heeft hiervoor aanvullende dekking gevraagd voor een bedrag van €8.900. Daarnaast (2) is de vraag naar lespakketten groter dan voorzien en komt Weizigt hierop geld te kort. IN 2013 is dat binnen het geheel aan budget van NME Weizigt dekkend te krijgen. Voor 2014 en verder wordt het Drechtstedenbestuur gevraagd nader te besluiten over de inzet en dekking van de NMEmiddelen.
De extra inzet kan worden gedekt uit een reservering ten behoeve van Weizigt, die in de afgelopen jaren door enkele jaren van onderbesteding is opgebouwd. Deze middelen worden nu effectief ingezet.
Geen
Dit programma wordt uitgevoerd en zou oorspronkelijk in 2013 eindigen. Omdat nog niet alle middelen zijn ingezet wordt voorgesteld het programma in 2014 door te zetten. Voor de reguliere Drechtstedenbegroting heeft dit geen gevolgen.
Het Energieprogramma loopt in 2014 af. De inzet is om in 2014 de resterende middelen volledig te hebben ingezet.
Geen
Het programma Luchtkwaliteit wordt formeel in 2014 afgerond. Er wordt gesproken over verlenging tot 2017.
Verlenging naar 2017 betekent dat er meer tijd is om de NSL-middelen in de regio in te zetten. Hierop wordt gestuurd.
Geen
De exploitatie in 2013 verloopt beter dan in 2012. Er wordt meer stroom afgenomen waarvan de opbrengst ten goede komt aan de exploitatie. Inmiddels wordt gewerkt aan de nieuwe dienstverleningovereenkomst (DVO) voorbereidt, en aan het onderbrengen van het dagelijks beheer bij één van de Drechtstedenorganisaties.
Er is in 2013 veel bereikt. Zo is handhaving goed geregeld en zijn verordeningen aangepast. De exploitatie verloopt steeds beter. 2013 geeft geen aanleiding tot extra maatregelen. Wel blijft de exploitatiebijdrage van €70.000 jaarlijks om het exploitatietekort als gevolg van de lage kilowattuurprijs te compenseren nodig. Er wordt inmiddels gewerkt aan de nieuwe DVO om hier ook financieel; zo goed mogelijk uit te komen.
Begrotingswijziging t.b.v. eenmalige bijdrage project Walstroom investeringen
De discussie over de inzet van middelen en dekking de komende jaren is onderwerp van gesprek in het drechtstedenbestuur naar aanleiding van het werkprogramma 2014.
Bovendien wordt in 2013 Walstroom als project
17
Product/activiteit/project en beoogd resultaat
Stand van zaken
Afwijking/bijsturing
Gevraagd besluit
(betreffende de aanleg van de voorzieningen) afgerond. De eerder toegezegde gemeentelijke bijdrages zullen nu ook gefactureerd worden bij de gemeenten. Visie openbaar vervoer Een gedeeld perspectief op de gewenste ontwikkeling van het openbaar vervoer in de Drechtsteden.
Hiervoor zijn geen middelen geraamd. In 2012 is voorwerk verricht dat zijn waarde verliest als nu niet ook de vertaling naar de visie wordt gemaakt. Bovendien bereidt de provincie besluitvorming over de Visie Ruimte en mobiliteit voor. Het is verstandig aan de hand van een eigen visie op OV daarop te reageren.
De Visie Openbaar vervoer is nodig om het concessiebeheer goed te kunnen invullen. Bovendien werkt de provincie de komende jaren aan voorbereiding van de nieuwe concessie die in 2018 in gaat. Dan moeten de Drechtsteden weten wat ze gezamenlijk willen. De kosten hiervan bedragen €18.000. Dekking is voorzien door herschikking binnen het Programma Fysiek, zoals afgesproken bij de vaststelling van het werkprogramma 2013..
Geen
In het kader van de afbouw RAS-middelen heeft de provincie de subsidie RAS jeugd per 1 juli 2013 stopgezet en stelt de provincie per 1 juli 2013 middelen beschikbaar t.b.v. de transitie jeugdzorg. Deze middelen worden beschikbaar gesteld aan regio’s. Drechtsteden werkt met de Hoeksche Waard en AlblasserdwaardVijfheerenlanden samen op dit punt. Het Programmateam Transitie Jeugdzorg Drechtsteden is ingesteld voor de coördinatie en uitvoering van de Transitie vanaf 1 juli en heeft verschillende activiteiten vanuit het preventief jeugdbeleid (Ras tot 1 juli) opgenomen in haar programma. Het Transitieteam werkt aan de opzet van een regionale serviceorganisatie voor programmasturing en inkoop in samenwerking met het Transitieteam AWBZ.
De subsidie RAS (*) tot 1 juli heeft plaatsgemaakt voor de subsidie transitie jeugdzorg per 1 juli. Voor 30 september dient Drechtsteden twee subsidieaanvragen in bij de Provincie Zuid Holland voorpilots voorbereiding op transitie jeugdzorg (€ 281.000) en integraal casemanagement ondersteuning jongeren (€ 65.000).
De provincie Zuid Holland heeft toegezegd dat de subsidies beschikbaar zijn. Op dit moment is echter nog geen definitief akkoord op de aanvragen, zodat de begrotingswijziging niet kan worden opgenomen.
Werkprogramma 2013 is vastgesteld. Dit is inclusief afstemming van het vervolg van het project De kanteling en WMO decentralisatie huishoudelijke hulp.Het restantbudget van het project De kanteling wordt gereserveerd voor het onderhoudscontract WMO Kompas.
Besloten is om de bijdrage voor de coördinatie WMO regiegroep vanaf 2013 niet meer op te halen bij de Drechtstedengemeenten. Deze besparing is een onderdeel van ingevulde bezuinigingen binnen Bureau Drechtsteden.
Programma Maatschappij Coördinatie Transitie Jeugdzorg + Programmateam Transitie Jeugdzorg Coördinatie Transitie jeugdzorg, afstemming regionaal/lokaal en met Zuid-Holland Zuid
Coördinatie WMO regiegroep Afstemming regionale WMO taken en klankbordgroep decentralisaties WMO
(*) Regionale Agenda Samenleving
Begrotingswijziging is een onderdeel van de invulling van de “zomermotie” over de bezuinigingen. Gevraagd wordt om deze wijziging vast te stellen
18
Prognose resultaat (Bedragen x € 1.000)
Resultaat voor bestemming Mutatie reserves Resultaat na bestemming
Actuele begroting 2013 Lasten Baten Saldo 4.425 3.982 -443 127 570 443 4.552 4.552 0
Prognose 2013 Lasten Baten Saldo 14.065 7.149 -6.916 127 6.978 6.851 14.192 14.127 -65
Lasten -9.640 0 -9.640
Afwijking Baten Saldo 3.167 -6.473 6.408 6.408 9.575 -65
Resultaatanalyse (Bedragen x € 1.000) Toelichting Omschrijving afwijking Lasten A. Personele lasten en inhuur Projecten gefinancierd door middelen B. van derden C. Afrekening walstroom investeringen D. E.
Investeringsfonds Invulling zomermotie Subtotaal
I/S
Voordeel
Nadeel
Saldo
Gemeente
S
-65
-65
Nee
I
-2.160
-2.160
Nee
I
-102
-102
Ja, alle zes
I S
-7.348
-7.348 35 -9.640
Nee Ja, alle zes
2.160 102 940
Nee Ja, alle zes Nee Ja, alle zes
35 35
-9.675
Baten B. C. D.
Gelden derden Afrekening walstroominvesteringen Investeringsfonds
I I I
E.
Invulling zomermotie Subtotaal
S
D.
Totaal voor bestemming Resultaatbestemming Totaal na bestemming
I
2.160 102 940 3.202
-35 -35
-35 3.167
3.237 6.408
-9.710 0
-6.473 6.408
9.645
-9.710
-65
Toelichting A. Personele lasten en inhuur Bureau Drechtsteden Ondanks de CAO-verhoging zijn de budgetten voor de personele lasten niet verhoogd. Dat betekent dat de stijging van de werkgeverslasten opgevangen dienen te worden in de bestaande begroting. Bij een volledige bezetting conform vastgestelde formatie zou dit een overschrijding opleveren. Op dit moment kan het opgevangen worden door onderbezetting. Het nadelig saldo van € 65.000 wordt veroorzaakt door (langlopende) inhuur voor invulling van de rol van aandeelhouder van en opdrachtgever voor ROM-D. B. Projecten gefinancierd door middelen van derden Bureau Drechtsteden ontvangt van en via de provincie Zuid Holland subsidies voor het uitvoeren van projecten ten behoeve van HOV-Drechtsteden, ISV3 en het programma Luchtkwaliteit. In 2013 zal ca € 1.260.000 worden uitgegeven van deze middelen. C. Afrekening Walstroom investeringen In 2013 is Walstroom als project (betreffende de aanleg van de voorzieningen) afgerond. De eerder toegezegde gemeentelijke bijdrages zullen nu worden afgerekend met de gemeenten. D. Investeringsfonds In 2013 vindt de afrekening plaats van de laatste projecten van het programma Manden Maken. Er worden zoveel mogelijk projecten uitbetaald in 2013. Aan het eind van het jaar zal de werkelijke stand van zaken worden opgemaakt. Voor de projecten, die niet financieel zijn afgewikkeld, zullen aparte rekeningen in de administratie worden aangemaakt. Uiterlijk 2014 zijn alle projecten afgewikkeld.
19
E. Invulling zomermotie Op 3 juli 2012 heeft de Drechtraad de Zomermotie aangenomen, waarin het Drechtstedenbestuur wordt opgeroepen met besparingsmogelijkheden te komen. Deze motie is destijds opgesteld naar aanleiding van de ophoging van de programmabudgetten voor Bestuur en Staf. Inmiddels is de motie verder uitgewerkt en ligt er een plan om de taakstelling in te vullen. Via het programma Bureau Drechtsteden wordt in 2013 een bijdrage geleverd aan deze bezuiniging van € 35.000.
20
2.2 Bestuur en staf Product/activiteit/project en beoogd resultaat
Afwijking/ bijsturing
Stand van zaken
Gevraagd besluit
Regio Griffie Second opinion ICT transitieplan Advies t.b.v. noodzaak ICT Transitieplan Drechtsteden
Ontwikkeling CIO office ICT Transitieplan
Door de Drechtraad is op 14 mei een motie aangenomen om een second opinion uit te laten voeren naar het Transitieplan I&A Drechtsteden. Deze motie is verder uitgewerkt in een raadopdracht met een begroting. In de Drechtraad vergadering van 2 juli zijn deze raadopdracht en begroting vastgesteld. De second opinion is inmiddels uitgevoerd en aangeboden aan de Drechtraad op 1 oktober.
Geen
Begrotingswijziging t.b.v. budget vaststellen
Op 1 oktober heeft de Drechtraad het transitieplan vastgesteld. Het huidige CIO office zal verder uitgebreid worden.
Geen
Begrotingswijziging ten behoeve van budget vaststellen.
Prognose resultaat (Bedragen x € 1.000)
Resultaat voor bestemming Mutatie reserves Resultaat na bestemming
Actuele begroting 2013 Lasten Baten Saldo 2.772 2.772 0 0 0 0 2.772 0 2.772
Prognose 2013 Lasten Baten Saldo 3.502 3.492 -10 0 0 0 3.502 3.492 -10
Lasten -730 0 -730
Afwijking Baten Saldo 720 -10 0 0 720 -10
Resultaatanalyse (Bedragen x € 1.000) Toelichting Omschrijving afwijking
I/S
Voordeel
Nadeel
Saldo
Gemeente
A.
Lasten Personele lasten bestuur en staf
S
-10
-10
B.
Second Opinion ICT Transitieplan
I
-80
-80
C.
Uitbreiding CIO office ICT Transitieplan
S
D.
Invlechting Drechtwerk in GRD Subtotaal
I
104
-644
-540
104
-100 -834
-100 -730
Nee Ophoging algemene inwonerbijdrage Ja, alle zes Nee
Baten B.
Second Opinion ICT Transitieplan
I
80
C.
Uitbreiding CIO office ICT Transitieplan
S
644
-104
-540
D.
Invlechting Drechtwerk in GRD Subtotaal
I
100 824
0 -104
100 720
928 0 928
-938 0 -938
-10 0 -10
Totaal voor bestemming Resultaatbestemming Totaal na bestemming
80
Ophoging algemene inwonerbijdrage Ophoging algemene inwonerbijdrage Nee
Toelichting: A. Personele lasten bestuur en staf Ondanks de CAO-verhoging zijn de budgetten voor de personele lasten niet verhoogd. Dat betekent dat de stijging van de werkgeverslasten opgevangen dienen te worden in de bestaande begroting. Bij
21
een volledige bezetting conform vastgestelde formatie zou dit een overschrijding opleveren van ca € 25.000. Deze overschrijding kan voor 2013 worden opgevangen door onderbezetting en vacatureruimte. Voor de werkzaamheden voor de regio-griffie zendt de gemeente Sliedrecht elk jaar een factuur. De gemeente heeft aangegeven extra kosten te hebben gemaakt en verhaalt deze op de Drechtsteden. Dit levert een overschrijding op van € 10.000. B. Second Opinion ICT Transitieplan Door de Drechtraad is op 14 mei 2013 een motie aangenomen om een second opinion uit te laten voeren naar het Transitieplan I&A . Deze motie is verder uitgewerkt in een raadopdracht met een begroting. In de Drechtraadvergadering van 2 juli 2013 zijn deze raadopdracht en begroting vastgesteld. De second opinion is inmiddels uitgevoerd en aangeboden aan de Drechtraad van 1 oktober 2013. Met deze begrotingswijziging wordt het budget van € 80.000 opgehaald. C. Uitbreiding CIO office Op 1 oktober 2013 is het Transitieplan I&A behandeld en vastgesteld in de Drechtraad. Met de vaststelling van dit plan is de uitbreiding van het CIO office geaccordeerd. De uitbreiding veroorzaakt in 2013 een toename van kosten en algemene inwonerbijdrage van € 644.000. De functie CIO is reeds opgenomen in de begroting van het programma Bestuur en Staf (€ 104.000). De functie wordt op dit moment gefinancierd uit Regionaal I-project portfolio Drechtsteden. Dit komt te vervallen. D. Invlechting Drechtwerk in GRD Op 5 maart j2013 heeft de Drechtraad ingestemd met voorstel om de huidige GR Drechtwerk onder te brengen bij de GR Drechtsteden. De integratie is een complexe operatie die om meerdere redenen een gedegen aanpak verdient. Om die reden is een projectleider ingehuurd. Deze inhuur wordt gefinancierd wordt door Drechtwerk en de SDD. Innovatiebudget Het innovatiebudget is door de zes Drechtstedengemeenten ter beschikking gesteld om innovatie van processen, werkwijzen en systemen te bevorderen. De Drechtraad heeft als voorwaarde voor de aanwending van het budget gesteld dat het zichzelf met toekomstige opbrengsten weer aanvult. In 2013 financiert het SCD een ingehuurde Leanmanagement/proces expert ten behoeve van gemeenten, onder andere voor de quick scan op de processen om de bezuinigingdoelstellingen van gemeenten te behalen. Met gemeenten is de afspraak gemaakt dat bij toekomstige opbrengsten uit procesoptimalisatie als eerste dit revolving fonds wordt aangevuld. Bij de jaarrekening worden de werkelijke kosten van de inhuur verrekend met het fonds.
22
2.3 Sociale Dienst Drechtsteden Sterk door werk” was het centrale thema van de bijdrage van de Sociale Dienst Drechtsteden (SDD) aan de begroting. Hiermee geeft de dienst aan zelf een krachtige partner te willen zijn en erin te geloven dat haar klanten door werk in hun kracht zullen staan. Als uitgangspunt wordt hierbij gehanteerd dat mensen zelfstandig willen zijn en dus zoveel mogelijk zelf de regie willen voeren op hun bestaan. En het hebben van werk wordt gezien als het belangrijkste middel om die zelfstandigheid te bevorderen. Wie geen baan heeft en hulp nodig heeft bij het vinden daarvan wordt door de sociale dienst ondersteund in de zoektocht naar werk. Zo nodig ontvangt de klant tijdelijk inkomensondersteuning. Maar óók van diegenen die (tijdelijk) niet in staat zijn zelf in hun levensonderhoud te voorzien wordt een actieve houding verwacht. e
In de 1 bestuursrapportage 2013 is de doelstelling voor de SDD bijgesteld:
Eind 2013 ontvangen maximaal 5.124 mensen een bijstandsuitkering.
Door de te zijner tijd verwachte aantrekkende economie, maar ook door de vervangingsvraag die als gevolg van de vergrijzing gaat ontstaan, zal ook in de toekomst behoefte zijn aan een maximale productiviteit van de beroepsbevolking. De Drechtsteden blijven dan ook onverminderd inzetten op werk. Daarbij wordt de eigen verantwoordelijkheid van de klant en zijn omgeving maximaal aangesproken. Dit laatste is ook van toepassing op de schuldhulpverlening en op de zorgvoorzieningen in het kader van de Wmo. De ontwikkeling van economie en arbeidsmarkt in Nederland is nog altijd weinig rooskleurig: nog steeds een krimpende economie, meer werkzoekenden en minder banen. Het aantal mensen met een bijstandsuitkering in Nederland is in 2013 sterk gestegen. Dat dit het halen van de doelstelling van de SDD bemoeilijkt is helder. Toch zijn we ‘voorzichtig positief’ over de ontwikkelingen in de klantenaantallen. De enorme stijging van de instroom in het eerste kwartaal vlakte af en momenteel ligt de SDD op koers om de doelstelling te halen. Maar er zal nog hard aan getrokken moeten worden; de markt wordt er immers niet beter op. De Drechtsteden gaat door op de ingeslagen weg: de nadruk zal liggen op de bemiddeling naar regulier werk en het voorkomen van instroom. Dit alles tegen zo laag mogelijke kosten. Het aanbod blijft gericht op het versterken van de zelfstandigheid en de eigen mogelijkheden van klanten in hun zoektocht naar werk. Dit bestaat uit re-integratie- activiteiten, inburgering, inkomensondersteuning, schuldhulpverlening en zorgvoorzieningen. Daarbij wordt zoveel mogelijk geanticipeerd op te verwachten nieuwe wetgeving die van invloed is op de werkzaamheden, zoals de Participatiewet, de decentralisatie AWBZ en de beperking op de huishoudelijke verzorging binnen de Wmo. In het verlengde hiervan wordt ook al steeds meer ingezet op plaatsing op regulier werk van mensen met lagere loonwaarde. Het sociale beleid wordt veelal regionaal ontwikkeld. Rondom de Participatiewet is de SDD nauw betrokken bij het voorbereiden van een voorstel aan het Drechtstedenbestuur in oktober 2013. De opheffing van Drechtwerk, waarvoor voorbereidingen zijn ingezet maar nog afhankelijk is van ontwikkelingen en bestuurlijke besluitvorming, de integratie van onderdelen van Drechtwerk bij de Drechtsteden, zal daarin uitgewerkt worden. Er is kans dat de SDD in 2013 al intensiever samenwerkt met Drechtwerk personeel, en de ontwikkeling van één werkgeverbenadering loopt. Of de SDD een rol gaan spelen in de decentralisatie van de AWBZ is nog niet bekend. Indien het geval, dan zal dat een grote opgave zijn die in 2013 en 2014 gerealiseerd moet worden. Maar ook als dit niet gebeurt zal dit gevolgen hebben voor de positionering van de WMO-taken. De verwachting is dat hierover in het vierde kwartaal meer duidelijk zal worden. Daarnaast bestaat de mogelijkheid dat de uitvoering van nieuw beleid dat bestaande landelijke regelingen die zorgkosten van burgers compenseren (WTCG/SER) moet gaan vervangen bij de SDD komt te liggen.
23
Het beeld rondom de SDD per ultimo augustus is als volgt samen te vatten: Doelstelling klantenaantallen, maximaal 5.124 klanten per ultimo 2013, momenteel op koers, maar er zal nog hard gewerkt moeten worden om de huidige resultaten in de huidige arbeidsmarkt (ontwikkelingen) vast te houden. Geen verwacht tekort Inkomensondersteuning, conform bestaande budgetten, geen verwachte onttrekking aan reserve Inkomstenondersteuning. De gemeentelijke bijdrage op het onderdeel apparaat wordt met € 0,5 miljoen verlaagd. Hiervan zal € 373.000 worden ingezet als invulling voor de zomermotie. Een incidenteel voordeel binnen de apparaatskosten. Mogelijke dekking apparaatslasten uit het Participatiebudget voor € 4,2 miljoen. De bestedingen Kinderopvang blijven achter bij de begrote uitgaven, € 0,1 miljoen. De gemeentelijke bijdrage Wmo wordt met € 0,9 miljoen verlaagd, als gevolg van € 0,5 miljoen lagere lasten hulp bij het huishouden, € 0,5 miljoen verwachte hogere opbrengst eigen bijdrage CAK en € 0,1 miljoen verwachte lagere opboekingen debiteuren Wmo. Per saldo verwacht incidenteel positief financieel effect voor gemeenten € 5,7 miljoen.
Inhoudelijke en financiële afwijkingen (Bedragen x € 1.000) Actuele begroting 2013 Lasten
Baten
Prognose 2013
Saldo
Lasten
Baten
Afwijking Saldo
Lasten -155
Saldo
Effect gemeenten
-155
0
155
Baten
Participatie
25.304
25.304
0
25.149
25.149
0
WSW
34.731
34.731
0
34.957
34.957
0
226
226
0
0
648
648
0
538
538
0
-110
-110
0
110
89.265
89.265
0
89.862
89.862
0
597
597
0
128
Kinderopvang Inkomensondersteuning Minimabeleid
8.228
8.228
0
8.176
8.176
0
-52
-52
0
52
Wmo Huishoudelijke hulp
28.753
28.753
0
28.132
28.132
0
-621
-621
0
1.021
Wmo Hulpmiddelen Budgetadvies en schuldbemiddeling Totaal
12.061
12.061
0
12.056
12.056
0
-5
-5
0
5
3.070
3.070
0
3.041
3.041
0
-29
-29
0
29
202.060
202.060
0
201.911
201.911
0
-149
-149
0
1.500
Apparaat tlv participatiebudget* Totaal 202.060 202.060 0 201.911 201.911 * Mogelijke dekking apparaatlasten uit het Participatiebudget voor € 4,2 miljoen
4.200 0
-149
-149
0
5.700
Invulling zomermotie Op het apparaat is de verwachting dat incidenteel € 0,5 miljoen niet zal worden uitgegeven en daarmee de begroting kan worden bijgesteld. Dit incidentele voordeel binnen de apparaatskosten is een opstelsom van onderbesteding van verschillende budgetten zoals communicatie en I&A. Voorgesteld wordt om van dit resultaat € 373.000 in te zetten als dekking voor de zomermotie voor 2013. Voor 2014 en 2015 wordt voorgesteld om de het verwachte positieve resultaat op de apparaatslasten van 2013 in te zetten. Dit resultaat zal ontstaan door de apparaatslasten toe te rekenen aan het participatiebudget. Participatiebudget Wat willen wij bereiken? Het aantal mensen dat eind 2013 een bijstandsuitkering ontvangt is maximaal 5.124. Op 1 september 2013 hebben 5.256 mensen een bijstandsuitkering.
24
Wat hebben wij daarvoor gedaan? Re-integratie Toestroom WWB In 2013 is de situatie in de economie en op de arbeidsmarkt op macro niveau nog steeds weinig florissant. Het CPB voorziet voor 2013 een stijging van 7% van de landelijke werkloosheid, die in 2014 verder zal oplopen naar 7,5%. Investeringen van het bedrijfsleven blijven uit, veel faillissementen, een stagnerende woningmarkt en de consument houdt de hand op de knip. Het werkloosheidspercentage in de Drechtsteden is volgens de laatste gegevens 6,8% en het aantal vacatures is de afgelopen maanden, gemiddeld genomen, sterk gedaald. Bij de SDD is er nog steeds sprake van een forse instroom van klanten. Deze is, over het gehele jaar gezien, aanzienlijk hoger vergeleken met de instroom in dezelfde periode van vorig jaar. Alle instroomcategorieën stijgen, waarvan personen die hun maximale WW periode bereikt hebben iets bovengemiddeld is toegenomen.
Instroom 2012 - 2013 80 70 60 50 40 30 20 10 0 1
2
3
4
5 6
7 8
9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35
Instroom 2012
Instroom 2013
instroom norm
Lineair (Instroom 2013)
Nadat de instroom eind mei tot en met begin juli lager was dan de verwachte 42 klanten per week, ligt deze de laatste periode weer boven de 42 klanten Uitstroom WWB Ondanks de lastige situatie op de arbeidsmarkt is de trend bij de uitstroom van klanten licht positief, maar blijft nog wel achter bij de verwachte uitstroomnorm. In de periode tot en met augustus 2013 is er een uitstroom van -1.343. Deze is hoger dan die in dezelfde periode vorig jaar: -1.298. Totale uitstroom 2013 (incl afnam e uitkering)
0 1 2
3 4
5
6 7
8
9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35
-10 -20 -30 -40 -50 -60 -70 -80 uitstroom real 2013
uitstroom norm 2013
Lineair (uitstroom real 2013)
25
46% van de klanten stromen uit naar werk, 26% door handhaving en 28% door andere oorzaken als verhuizing, overlijden etc. De grootste uitstroom vindt plaats naar de bouw, industrieel/productie, administratieve branche en schoonmaak. Ontwikkeling klantenbestand In het eerste kwartaal is het klantenbestand van de SDD het meest gestegen: van 4.835 naar 5.124 klanten, een stijging van 6%. Vanaf het tweede kwartaal is er per saldo nog sprake van een lichte stijging. Per 1 september is het klantenaantal 5.256. Positief en bemoedigend is dat de stijging van het klantenaantal is afgevlakt en veel minder fors is dan in het 1e kwartaal. # klanten 2012 - 2013 5400 5300 5200 5100 5000 4900 4800 4700 4600 1
3
5
7
9
real 2012
11
13
15
real 2013
17
19
21
23
target 2013
25
27
29
31
33
35
Lineair (real 2013)
Het beeld van de Benchmark is dat de Drechtsteden het qua bestandsontwikkeling minder goed doen dan andere grote gemeenten. Het bestand van alle grote gemeenten stijgt in 2013. Echter, te zien is dat de Drechtsteden het in de afgelopen periode beter doen en ‘inlopen’ ten opzichte van andere gemeenten en dat er sprake is van nivellering tussen de grote gemeenten.
26
Bij de eerste bestuursrapportage heeft de SDD een prognose van APE (onderzoeksbureau) over de bestandsontwikkeling gepresenteerd. Per saldo wijkt de prognose over het eerste halfjaar van APE (+ 315) iets af van de werkelijke ontwikkeling (+ 389). Het APE model voorspelde met betrekking tot heel 2013 een toename van 976, waarbij de stijging in het derde kwartaal het meest fors (+ 512) zou zijn, en in het vierde kwartaal iets kleiner (+ 149). Nu blijkt dat de werkelijke ontwikkeling een veel gunstiger beeld laat zien. In het lopende derde kwartaal is de stijging tot en met augustus 32. In verband met de forse stijging in het eerste kwartaal is in de eerste bestuursrapportage de ambitie bijgesteld naar een klantenaantal van maximaal 5.124 klanten eind 2013, dat wil zeggen een toename gedurende heel 2013 met 289 klanten. De SDD zet alles op alles om de stijging te keren en een daling van het bestand te realiseren. Versterken preventie en vergroten uitstroom Ondanks de sombere economische ontwikkeling en prognoses doet de SDD er alles aan om zo veel mogelijk mensen uit de uitkering en aan het werk te krijgen, door het voorbereiden en uitvoeren van de volgende acties: - Informatiebijeenkomsten In het kader van een vernieuwde collectieve aanpak per half mei is de informatiebijeenkomst over rechten en plichten van nieuwe aanmelders gestart. Er wordt richting de werkzoekende gestuurd op zelfwerkzaamheid. Welke effect op langere termijn deze bijeenkomst zal hebben is nu nog niet met zekerheid te zeggen. - Sollicitatiewerkplek De SDD gaat starten met een programma van een aantal weken voor haar klanten waarbij zij aan het werk gaan om te solliciteren. Klanten zijn verplicht dit programma te volgen dat gericht is op zelfwerkzaamheid, houding en gedrag en solliciteren. Vanaf dag één is de focus volledig gericht op het vinden van een baan. In het programma worden duidelijke afspraken gemaakt over aanwezigheid, houding en gedrag van de werkzoekende (is aanwezig alsof hij/zij solliciteert bij een werkgever). Geplande invoering is 1 oktober 2013. - Loonkostensubsidie bij parttime werk De Drechtsteden zetten er op in dat ook SDD-klanten met een beperkte loonwaarde (20 - 80% Wml) aan het werk gaan. De huidige arbeidsmarkt is krap, maar biedt wel mogelijkheden voor banen van kleinere omvang. In dit kader gebruikt de SDD en we loonkostensubsidie om klanten met een beperkte loonwaarde parttime aan het werk te krijgen, terwijl zij voor een (klein) deel in de uitkering blijven. Inmiddels is al 1 werkgever bereid gevonden om op basis van deze constructie 50 mensen parttime in dienst te nemen. - Kansrijke klanten Er is een groep van 800 klanten die het meest kansrijk is om aan het werk te komen. Deze groep wordt extra intensief opgepakt. - E-mail aan klanten met op hun CV gerichte vacatures Deze functionaliteit is nog in de testfase. Zodra deze achter de rug is, krijgen klanten wekelijks per mail rechtstreeks op hun CV gerichte vacatures, geselecteerd uit alle op internet en bij de SDD beschikbare vacatures. - Gerichte marktbenadering door BaanBrekend Drechtsteden (BBD) op kansrijke sectoren BBD richt zich op de meest kansrijke branches voor klanten via de speedmeets. Er zijn bijvoorbeeld in de afgelopen maanden speedmeets georganiseerd voor werk in de beveiliging, transport, techniek, zorg en welzijn, schoonmaak, horeca, callcenter, afvalverwerking en asbestsanering. - Informatie verzamelen over (op korte termijn) in de regio startende/uitbreidende bedrijven De SDD is attent op startende/uitbreidende bedrijven in de regio zoals Saturn, Primark en de nieuwe bioscoop, waar bijvoorbeeld 4 klanten aan de slag konden gaan. Deze informatie wordt structureel en vroegtijdig verzameld via gegevens van de Kamer van Koophandel.
27
Oproep tot indienen lokale participatie projecten Als gevolg van de eerder dit jaar geprognosticeerde ruimte van € 1,5 miljoen in het Participatiebudget is in de 1ste bestuursrapportage besloten dit bedrag beschikbaar te stellen voor projecten gericht op de bevordering van participatie van werkzoekenden zonder bijstandsuitkering. Alle gemeenten en hun partners zijn opgeroepen om lokale projecten aan te melden om te worden gefinancierd vanuit het Participatiebudget 2013. De projecten konden worden ingediend tot 1 september 2013. Op dit moment is er voor een totaalbedrag van € 1,2 miljoen toegekend (zie onderstaande tabel). Naam project Impuls Onderkant Arbeidsmarkt Impuls Onderkant Arbeidsmarkt Helpende handen Van wijk naar werk – Crabbehof In Beweging! Impuls Onderkant Arbeidsmarkt Impuls Onderkant Arbeidsmarkt Impuls Onderkant Arbeidsmarkt Konekto JDS Stand 5 augustus 2013
Gemeente Gemeente Alblasserdam Gemeente Dordrecht Gemeente Dordrecht Gemeente Dordrecht St. Vorrinklaan (DeetosSnel) Dordrecht Gemeente Hendrik-Ido-Ambacht Gemeente Papendrecht Gemeente Sliedrecht Gemeente Zwijndrecht Gemeente Zwijndrecht Totaal
Bedrag € 71.250 € 585.000 € 101.120 € 159.310 € 21.700 € 67.500 € 37.500 € 82.500 € 12.500 € 53.550 € 1.191.930
De projecten onder de noemer ‘Impuls Onderkant Arbeidsmarkt’ betreffen de zogenoemde ‘leerwerkbedrijven’ die in de verschillende gemeenten ontwikkeld worden. Deze ‘leerwerkbedrijven’ worden ingezet voor maatschappelijk relevante werkzaamheden voor de zogenaamde ‘groep 3’ klanten die niet in staat zijn terug te keren op de reguliere arbeidsmarkt. Hierbij wordt uitdrukkelijk gekeken naar het voorkomen van verdringing van bestaand werk. Op dit moment zijn er door gemeenten en hun partners nog 14 lokale initiatieven met een totaalbedrag van € 890.000 ingediend die in de maand september aan de portefeuillehouder ter besluitvorming worden voorgelegd. Inburgering Het jaar 2013 is een overgangsjaar: nieuwe inburgeraars moeten zelf voor hun inburgering zorg dragen, terwijl de groep statushouders die nog in 2012 een status heeft gekregen en nog mag instromen nu langzaam vermindert. Daardoor wordt de groep inburgeraars met een gemeentelijk aanbod steeds kleiner. Wel blijft de handhaving onveranderd een gemeentelijke taak. Om deze reden is de capaciteitsinzet voor inburgering onveranderd gebleven. Educatie Bij de wetswijziging van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs is educatie een gemeentelijke verantwoordelijkheid gebleven, maar de criteria voor deelname zijn aangescherpt tot uitsluitend laaggeletterdheid, rekenen en Nederlands als tweede taal. Formeel blijft tot en met 2014 de verplichte inkoop bij ROC’s in stand. Met het DaVinci College heeft afstemming plaats gevonden dat bij de inkoop de bedrijfsvoering per schooljaar wordt gerespecteerd. Samen met het DaVinci College en andere instellingen in de regio is de sociale dienst participant in het Bondgenootschap tegen Laaggeletterdheid. Wat zijn de kosten? (Bedragen x € 1.000)
Participatie Apparaatkosten Totaal
Actuele begroting 2013 Lasten Baten Saldo 17.905 17.905 0 7.399 7.399 0 25.304 25.304 0
Prognose 2013 Lasten Baten Saldo 17.905 17.905 0 7.244 7.244 0 25.149 25.149 0
Lasten 0 -155 -155
Afwijking Baten 0 -155 -155
Saldo 0 0 0
Effect gemeenten 0 155 155
Resultaat op de lasten Participatie € 0 Conform begroting.
28
Resultaat op de baten Participatie € 0 Conform begroting. Resultaat apparaatskosten € 155.000 (lasten voordeel, baten nadeel, beiden structureel) Dit betreft het effect van de onderbesteding op de apparaatskosten zoals eerder in de tekst is toegelicht. Baten en lasten Participatiebudget 2013 nader toegelicht: Onderstaand overzicht geeft inzicht in de baten en lasten 2013 ten opzichte van de 1ste bestuursrapportage 2013. 1e bestuursrapportage Voorlopig rijksbudget Begrote lasten (sept. 2012)
2e bestuursrapportage Voorlopig Begrote rijskbudget (sept. lasten 2012)
Participatiebudget totaal
17.905.000
17.905.000
17.905.000
17.905.000
Re-integratie
12.300.000
6.930.000
12.300.000
6.417.000
Inburgering
810.000
1.000.000
810.000
1.000.000
Educatie
735.000
735.000
735.000
735.000
Toegekende lokale projecten
1.780.000
1.192.000
Aanvragen lokale projecten sept. 2013
886.000
Apparaat tlv Participatiebudget Reserveringsregeling
4.000.000 4.060.000 Overschot
3.460.000 0
4.215.000 4.060.000 Overschot
3.460.000 0
Re-integratie Voor het jaar 2013 zijn er voldoende middelen beschikbaar om re-integratie te kunnen financieren. Naast re-integratieactiviteiten van WWB klanten en de eerder genoemde lokale participatieprojecten, zijn er een drietal (externe) initiatieven zoals hieronder weergegeven gehonoreerd en in de begroting re-integratie opgenomen. Werkschool circa € 0,1 miljoen Begeleiding jongeren zonder startkwalificatie De Werkschool is bedoeld voor jongeren die het niet redden in het regulier onderwijs. Deze jongeren volgden eerder een opleiding op het praktijkonderwijs of speciaal onderwijs, maar zijn door een structureel functionele beperking niet in staat om een startkwalificatie te halen. In praktijk lukt het deze jongeren ook niet om op eigen kracht een plekje op de arbeidsmarkt te veroveren. Jongeren worden bij een werkgever geplaatst, volgen een traject op maat om bijvoorbeeld branche-certificaten te behalen, die hun kansen op de arbeidsmarkt biedt. Startersbeurs circa 0,1 miljoen Help jongeren aan werkervaring De Startersbeurs start op voorstel van de VVD in de Drechtraad. Het is een project voor jongeren met een startkwalificatie die een beurs krijgen voor een werkstage bij een werkgever om werkervaring op te doen. Vanaf 16 september 2013 zijn er 100 startersbeurzen voor jongeren beschikbaar in de Drechtsteden.
29
Pilot Buurtvrouwen € 37.500 projectfinanciering pilot buurtvrouwen (5 fte) Het betreft een proef project met als doel: wijkbewoners helpen wijkbewoners. De buurtvrouwen zijn wijkbewoners die vanuit de uitkering aan het werk gaan om wijkbewoners met psychische problematiek te helpen en ondersteunen. Inburgering Uitgaande van het langzaam teruglopen van nieuwe instroom verwachten wij voor 2013 de voorziene inburgeringstrajecten met de begrote middelen te kunnen realiseren. Educatie Het volledige bedrag wordt, in verband met gedwongen winkelnering bij ROC’s, volledig besteed aan producten die worden ingekocht bij het Da Vinci College. Mede als gevolg van het uitstel van de Participatiewet en als gevolg van de minder benodigde dan begrote kosten voor re-integratie zijn de verwachte uitgaven lager dan oorspronkelijk begroot. Daarnaast is er bij de jaarrekening 2012 een bedrag van € 4,1 miljoen via de reserveringsregeling overgeheveld naar 2013. Per saldo resteert er nog een besteedbaar bedrag van € 8,6 miljoen (stand 1ste bestuursrapportage € 9,2 miljoen). Hierop is de volgende inzet gepleegd. Bij de jaarrekening 2013 kan maximaal, conform de reserveringsregeling, € 3,5 miljoen worden overgeheveld naar 2014. Het meenemen van deze middelen is zeer wenselijk in het licht van de onzekerheid die gepaard gaat met de komst van de nieuwe Participatiewet en het Sociaal Akkoord evenals voor de lopende meerjarige verplichtingen op inburgering waarvoor geen rijksbudget in 2014 meer beschikbaar is. Bij de jaarrekening zouden wederom incidenteel ongeveer € 4,2 miljoen (t.o.v. 1ste bestuursrapportage € 4 miljoen) apparaatskosten ten laste van het Participatiebudget kunnen worden gebracht ten gunste van de gemeentelijke bijdragen. Uiteindelijk zal moeten blijken voor welk bedrag er daadwerkelijk is uitgeven aan lokale projecten participatie 2013. Indien alle lokale projecten worden gerealiseerd is er geen terugbetalingsrisico aan het Rijk.
WSW
Wat willen wij bereiken? Het Rijk legt gemeenten jaarlijks een taakstelling op voor het realiseren van een minimumaantal Wswplaatsen, uitgedrukt in te realiseren arbeidsjaren. Voor de Drechtsteden gaat het in 2013 om 1.317 te realiseren fulltime arbeidsplaatsen, waarvan 1.302 te realiseren door Drechtwerk (de overige mensen zijn in dienst bij andere Sociale Werkvoorzieningorganisaties). Buiten de taakstelling zijn er voor het jaar 2013 geen nadere prestatieafspraken met de GR Drechtwerk overeengekomen. De reden daarvoor is dat het een transitiejaar betreft, waarin alle activiteiten in het licht staan van de implementatie van de Participatiewet en de gezamenlijke inrichting van de toekomstige uitvoeringsorganisatie. Eventuele prestatieafspraken volgen in een later stadium van dat proces. Wat hebben wij daarvoor gedaan? In nauwe samenwerking met de GR Drechtwerk wordt gestuurd op een zo naadloos mogelijke realisatie van de taakstelling. Daarbij is gebruik gemaakt van de mogelijkheid om onderling taakstelling uit te ruilen. Het verzoek hiertoe is in juli bij het ministerie ingediend. Onder- of overrealisatie is daarmee beperkt tot het maximaal haalbare. In de eerste zes maanden zijn 45 personen bij Drechtwerk in dienst gekomen, allen op basis van een tijdelijk arbeidscontract. De wachtlijst bestaat op 30 juni 2013 uit 360 personen, waarmee deze ten opzichte van 1 januari 2013 met 12 personen is afgenomen.
30
Met de beoogde invoering van de Participatiewet zal de WSW met ingang van 1 januari 2015 voor de nieuwe instroom worden afgesloten. Op dat moment komt er een nieuwe voorziening voor werknemers met beperkingen. Wel blijven de polisvoorwaarden van de Wsw gelden voor hen die vóór die datum binnen de Wsw werkzaam zijn (dit betekent o.a. een zeer sterke ontslagbescherming). Hiermee is door het Rijk gekozen voor een sterfhuisconstructie, waarmee (de financiering van) de Wsw in de komende decennia (tot pakweg 2050) geleidelijk wordt afgebouwd. Om de grote financiële risico’s die met deze operatie gepaard gaan in te dammen, streven we ernaar om het risico van langdurige salarisverplichtingen binnen de Wsw zo veel mogelijk te beperken. Van de maatregelen die hiertoe zijn genomen, is de Drechtraad in september via een raadsinformatiebrief op de hoogte gesteld. De invoering van de Participatiewet heeft ook gevolgen voor de structuur van de organisatie van werk en inkomen in de Drechtsteden. Op dit moment wordt gewerkt aan het plan om de GR Drechtwerk op te heffen en de onderdelen te integreren in de Drechtsteden. Onder regie van de Programmadirectie Arbeidsmarktbeleid wordt het proces voorbereid en nader uitgewerkt. De politieke discussie loopt nog en het besluitvormingsproces in de verschillende gemeenten is nog niet afgerond. Wat zijn de kosten? (Bedragen x € 1.000)
WSW Apparaatkosten Totaal
Actuele begroting 2013 Lasten Baten Saldo 34.381 34.381 0 350 350 0 34.731
34.731
0
Prognose 2013 Lasten Baten Saldo 34.607 34.607 0 350 350 0 34.957
34.957
0
Lasten 226 0
Afwijking Baten 226 0
226
226
Saldo 0 0
Effect gemeenten 0 0
0
0
Resultaat op de lasten Wsw € 226.000 (nadeel, structureel) De lasten worden met deze 2de bestuursrapportage aangepast sluitend met de rijksvergoeding die de Drechtsteden gemeenten ontvangen. Resultaat op de baten Wsw € 226.000 (voordeel, structureel) Conform de financieringsafspraken volgt de begroting (lasten als wel baten) de toe- of afname van het door het Rijk beschikbaar gestelde budget. In september 2013 zijn de budgetten voor 2013 met circa € 0,2 miljoen naar boven bijgesteld (Ministerie SZW verlening aanvullende subsidie Wsw 2013 d.d. 4 september 2013). Kinderopvang Wat willen wij bereiken? De vergoedingsregelingen voor kinderopvang dragen er aan bij dat ouders die aan het werk gaan zo min mogelijk financiële drempels ondervinden. Het gebruik van de kinderopvangregelingen blijft sterk achter. Deels is dat een gevolg van de slechtere situatie op de arbeidsmarkt, maar daarnaast is het waarschijnlijk dat de landelijke publiciteit over steeds duurder wordende kinderopvang ouders aanzet om goedkopere alternatieven te zoeken, bijvoorbeeld via familie. Wat hebben wij daarvoor gedaan? Tot nu toe gold de vergoedingsregeling alleen voor klanten met een WWB uitkering. Zoals besloten bij de evaluatie minimabeleid kunnen sindsdien ook werkenden met een laag inkomen van de vergoedingsregeling gebruik maken. Ook voor deze groep geldt dat de ouder maximaal 2% van de totale kosten van de kinderopvang zelf betaalt. Voor de uitbreiding van de regeling met deze doelgroep is voor dit jaar € 69.000 begroot, ten laste van het minimabudget.
31
Wat zijn de kosten? (Bedragen x € 1.000) Actuele begroting 2013 Lasten Baten Saldo 170 170 0
WKO/SMI Apparaatkosten Totaal
478 648
145 648
Prognose 2013 Lasten Baten Saldo 70 70 0
0 0
468 538
468 538
Lasten -100
0 0
-10 -110
Afwijking Baten -100 -10 -110
Saldo 0
Effect gemeenten
0 0
100 10 110
Resultaat op de lasten Kinderopvang € 100.000 (voordeel, incidenteel) De bestedingen voor kinderopvang blijven tot nu toe fors achter bij de begrote uitgaven. De verwachting is dat deze, als gevolg van het herziene beleid waardoor het aantal het aantal aanvragen is gedaald, niet veel meer zullen toenemen. Naast deze budgetten wordt er jaarlijks voor klanten die re-integratie- of inburgeringstrajecten volgen, de kosten ad. € 40.000 (prognose 2013) voor kinderopvang ten laste van het Participatiebudget gebracht. Resultaat op de baten Kinderopvang € 100.000 (nadeel, incidenteel) Door de gekozen financieringssystematiek van dit programma (financiering op basis van voor- en nacalculatie) wordt het resultaat op de baten verklaard door de lagere doorberekening aan de gemeenten en is gelijk aan het resultaat op de lasten. Resultaat apparaatskosten € 10.000 (lasten voordeel, baten nadeel, beiden structureel) Dit betreft het effect van de onderbesteding op de apparaatskosten zoals in eerder in de tekst is toegelicht. Inkomen
Wat willen wij bereiken? Eind 2013 ontvangen maximaal 5.124 mensen een bijstandsuitkering. Over de ontwikkeling daarvan en de prognoses is uitvoerig gerapporteerd onder het programma Participatie. Klantenaantallen 2013 5400 5200 5000 realis atie 4800
prognos e target
4600 4400 4200 wk 1
wk 4
wk 8
wk 12
wk 16
wk 20
wk 24
wk 28
wk 32
wk 36
wk 40
wk 44
wk 48
wk 52
weken
32
Wat hebben wij daarvoor gedaan? Inkomensondersteuning Conform wet- en regelgeving wordt aan personen die (tijdelijk) niet zelfstandig over voldoende bestaansmiddelen kunnen beschikken inkomensondersteuning, een bijstandsuitkering toegekend. In deze economisch ongunstige tijden is het, lastig om duurzaam uit te stromen naar betaald werk. Mede daarom ontvangen klanten die door het verrichten van (meer) parttime werk hun uitkeringsafhankelijkheid beperken, een financiële impuls met een tijdelijke en gedeeltelijke inkomstenvrijlating. Handhaving In de periode januari tot met augustus 2013 zijn zo’n 367 uitkeringen beëindigd / gewijzigd naar aanleiding van een handhavingsonderzoek. Dit zijn vooral onderzoeken die op basis van binnengekomen signalen zijn geïnitieerd. Naast het wijzigen of beëindigen van een uitkering moet sinds 2013 bij een geconstateerde fraude ook een boete worden overwogen. Omdat de hoogte van deze boete flink op kan lopen, worden klanten er regelmatig en nadrukkelijk op gewezen alle relevante informatie te melden. Op 1 juli 2013 is de Verzamelwet 2013 in werking getreden. Met deze wet is een omissie in de WWB hersteld, waardoor sinds die datum een huisbezoek ingezet kan worden als controlemiddel of klanten alleenstaand of alleenstaande ouder zijn. Wat zijn de kosten? (Bedragen x € 1.000)
Inkomenonderst.. Apparaatkosten Totaal
Actuele begroting 2013 Lasten Baten Saldo 83.385 83.385 0 5.880 89.265
5.880 89.265
0 0
Prognose 2013 Lasten Baten Saldo 84.110 84.110 0 5.752 89.862
5.752 89.862
Lasten 725
0 0
-128 597
Afwijking Baten 725 -128 597
Saldo 0
Effect gemeenten
0 0
0 128 128
Vanaf het moment van samenstellen van de basisbegroting 2013 zijn er verschillende momenten geweest waarop in- of externe ontwikkelingen aanleiding waren voor een aanpassing van de prognose op het programma Inkomensondersteuning middels een informatienotitie. Onderstaand een korte samenvatting. Samenvatting verloop prognoses, van Basisbegroting 2013 tot 2e bestuursrapportage 2013: Prognose 1ste bestuursrapportage 2013
-6,1
Miljoen tekort
Verwachte hogere gemiddelde uitkering, aanvullend prijseffect 2013 Bijstelling rijksvergoedingen ministerie SoZaWe, nadere voorlopige budgetten Gunstigere ontwikkeling klantenaantallen vanaf april 2013 Actuele prognose 2e bestuursrapportage 2013
-0,8
Miljoen
6,8
Miljoen
0,1 0,0
Miljoen Miljoen
De mutaties opgenomen in de bovengenoemde samenvatting worden bij deze bestuursrapportage verantwoording in de begroting verwerkt. Resultaat op de lasten Inkomensondersteuning: € 725.000 ( nadeel, structureel ) Het klantenbestand WWB is van per 1 januari gestegen van 4.835 klanten naar 5.256 per 1 september een stijging van 421 klanten. De ontwikkeling klantenaantallen vanaf april 2013 was gunstiger dan geprognosticeerd bij de 1ste bestuursrappotage 2013. Deze gunstigere ontwikkeling in klantenaantallen betekent op dit moment in financieel opzicht een voordeel van circa € 0,1 miljoen ten opzichte van de vastgestelde begroting 2013. Na de enorme stijging van de instroom klantenaantallen in het eerste kwartaal 2013 ligt de realisatie tot en met de maand augustus, op koers om de doelstelling 2013, maximaal 5.124 klanten per 31 december 2013, te kunnen realiseren. Zeker de afgelopen tijd daalt de instroom en ook de uitstroom ligt nog op koers.
33
Daarnaast zijn er hogere lasten uitkeringen in verband met een verwachte hogere gemiddelde uitkering door het loon- en prijseffect: € 0,8 miljoen. Het macrobudget 2013 is middels de nadere voorlopige budgetten van het ministerie SZW aangepast met de wijzigingen voor loon, prijs- en ongevoeligheid. Deze aanpassing is dit jaar hoger dan gebruikelijk. Dit komt door de gevolgen van de Wet uniformering loonbegrip waardoor gemeenten over de uitkeringen meer belasting moeten afdragen. Met deze bijstelling van het macrobudget worden de gemeenten daarvoor gecompenseerd. Resultaat op de baten Inkomensondersteuning: € 725.000 ( voordeel, structureel ) Hogere inkomsten rijksvergoedingen ministerie SZW € 6.8 miljoen. In de maand juli zijn door het ministerie SZW de nader voorlopige rijksbudgetten 2013 bekend gemaakt. Voor de Drechtsteden gemeenten betekent dit een positieve bijstelling van de rijksbudgetten van € 75 miljoen naar € 81,8 miljoen, een toename van € 6,8 miljoen. In de 1ste bestuursrapportage 2013 was de door Divosa (vereniging van sociale diensten) aangekondigde forse budgetverlaging terecht niet opgenomen en blijkt de toen verwachte budgetbijstelling als gevolg van de oplopende WWB klantenaantallen nu uit te komen. Daar de ste aanpaste budgetbrieven ten tijde van de behandeling van de 1 bestuursrapportage kwam is dit reeds door de portefeuillehouder gemeld. ste
Conform financieringsafspraken is in de 1 bestuursrapportage 2013 bij het programma Inkomensondersteuning het geprognosticeerde negatieve resultaat 2013 van € 6,1 miljoen opgenomen onder de baten (na onttrekking reserve resulteerde dit in € 1,6 miljoen nadeel gemeenten). Door de positieve bijstelling van de rijksbudgetten is er geen sprake meer van een geprognosticeerd tekort. Per saldo is de prognose dat het programma Inkomensondersteuning budgettair neutraal uit gaat komen voor het jaar 2013 en dat de gevormde reserve Inkomensondersteuning niet aangesproken hoeft te worden. Het definitieve macrobudget 2013 en de daaraan gekoppelde rijksbudgetten voor de gemeenten worden omstreeks september door het ministerie SZW definitief vastgesteld en kunnen nog eventueel gevolgen hebben voor het geprognosticeerde resultaat 2013. Reserve Inkomensondersteuning Bij de jaarrekening 2012 is besloten dat de reserve Inkomensondersteuning tot € 4,5 miljoen wordt gevuld. Deze reserve zal in 2013 op basis van de huidige prognoses niet benodigd zijn. Resultaat apparaatskosten € 128.000 (lasten voordeel, baten nadeel, beiden structureel) Dit betreft het effect van de onderbesteding op de apparaatskosten zoals in de inleiding toegelicht. Minimabeleid Wat willen wij bereiken? Het Minimabeleid in de Drechtsteden stimuleert burgers aan het werk te gaan en biedt extra financiële ondersteuning voor burgers die dat echt niet kunnen of niet aan het werk hoeven wegens hun leeftijd of vanwege ontheffing van de arbeidsplicht. Het Minimabeleid steunt op drie pijlers: het Minimabeleid richt de focus op werk voor wie dat kan, het Minimabeleid gaat uit van de zelfstandigheid van de burger, en draagt daaraan bij, het Minimabeleid is eenvoudig voor de burger en goedkoper in de uitvoering. Wat hebben wij daarvoor gedaan? In 2012 is het Minimabeleid ingrijpend gewijzigd. De ontwikkeling hiervan wordt hieronder toegelicht. Om de in de evaluatie geconstateerde knelpunten aan te pakken is vanaf het tweede kwartaal een aantal maatregelen genomen om het bereik te vergroten en vooral gezinnen met (oudere) kinderen en werkende armen te compenseren. Hierbij blijven als uitgangspunten de eenvoud en het activerend
34
karakter van het Minimabeleid overeind. Financiering van deze maatregelen is voor 2013 mogelijk binnen de bestaande begroting en de jaren daarna vanuit de toegezegde extra rijksmiddelen. Daarnaast loopt momenteel een onderzoek naar collectieve inkoop van energie. SMS Kinderfonds In de begroting 2013 is het doelbereik bepaald op circa 3.000 kinderen. In het eerste half jaar 2013 zijn 1.943 kinderen ondersteund; geëxtrapoleerd zou dat uitkomen op een aantal van 3.886 kinderen voor geheel 2013. Dit is hoger dan vooraf ingeschat. Maar gezien de te verwachten ontwikkelingen in de aantallen in de loop van het jaar, bv tijdens de relatief rustige zomerperiode, is er geen aanleiding om de verwachtingen bij te stellen. Onlangs is besloten (DSB van 5 september 2013) tot verhoging van de inkomensgrens tot 120% m.i.v. 1 oktober 2013, hiermee komen circa 360 extra kinderen op jaarbasis in aanmerking komen voor deze regeling. Op de Drechtraadvergadering van 2 juli jongst leden een door de PvdA-fractie ingediende motie aangenomen waarin welke het Drechtstedenbestuur gevraagd werd een onderzoek te doen naar de mogelijkheden om het SMS-kinderfonds zodanig te verruimen dat er in de Drechtsteden een actief Kinderarmoede-beleid zou kunnen worden gevoerd. De aanleiding van deze motie was een landelijk onderzoek van de Kinderombudsman waaruit bleek dat speciale aandacht voor kinderen in gezinnen in een armoedesituatie nodig is en blijft en dat gemeenten hier een belangrijke taak in hebben. Dit onderzoek is inmiddels afgerond. Het SMS-kinderfonds bestaat sinds 2007 in de Drechtsteden en is recentelijk, na evaluatie van het minimabeleid, gewijzigd. Het fonds biedt een breed en vooral open kindpakket aan, waarmee op de persoonlijke, meest noodzakelijke, behoefte van een kind dat opgroeit in een gezin in een armoedesituatie kan worden voorzien. Een verruiming van dit pakket is, zeker na de recente wijzigingen, niet nodig. Collectieve ziektekostenverzekering In 2013 werd een stijging van het aantal verzekerden via VGZ/ IZA CURA. Eind 2012 bedroeg het totaal aantal verzekerden (hoofdverzekerden, medeverzekerden > 18 jaar en medeverzekerde kinderen) 7.945. Daarvan maakten 6.302 verzekerden ook gebruik van het aanvullende pakket. Sinds 1 januari is het aantal basisverzekerden toegenomen met 4,3 % (340), de stijging van het aantal aanvullend verzekerden was met 2,9 % (181) iets kleiner. Individuele bijzondere bijstand Het gemiddeld verstrekte bedrag aan leenbijstand was gedurende de periode januari tot en met augustus 2013 licht gestegen van gemiddeld € 830 (2012) naar € 883. Persoonlijk Minima Budget (PMB) De regeling is in 2012 ingevoerd en in dat jaar zijn 3.473 PMB’s verstrekt. De begroting 2013 is gebaseerd op een verwachting van 4.750 verstrekkingen. In de periode januari tot en met augustus 2013 zijn in totaal 3.378 PMB’s verstrekt. Dit aantal is niet representatief voor het gehele jaar 2013 omdat het aantal verstrekkingen in het tweede kwartaal altijd relatief hoog is; in april - mei worden de verstrekkingen gedaan. Een aanpassing van het budget is vooralsnog niet nodig. Het is overigens de vraag of het relatief eenvoudig uitvoerbare minimabeleid gehandhaafd kan worden. Als gevolg van een rechtelijke uitspraak en aangekondigde wetswijzigingen per 1 juli 2014 komt de mogelijkheid tot het categoriaal uitvoeren van het PMB onder druk te staan. Hierover wordt eind 2013 meer duidelijkheid verwacht en dan zal bezien worden of nadere voorstellen noodzakelijk zijn. Overgangsregeling PMB De overgangsregeling PMB loopt van 2012 tot en met 2014. In 2012 maakten 532 mensen gebruik van deze overgangsregeling. In de periode januari tot en met augustus 2013 zijn 469 verstrekkingen gedaan voor een bedrag van € 56.000. De verwachting is dat het gehele bedrag net als vorig jaar volledig benut wordt. Bonus vrijwilligerswerk Van de bonusregeling voor vrijwilligerswerk is in het eerste jaar, de regeling is in 2012 ingevoerd, beperkt gebruik gemaakt; er werden in totaal 147 bonussen verstrekt. In de periode januari tot en met augustus 2013 waren dat er 191. Dit is, geëxtrapoleerd, bijna een verdubbeling t.o.v. vorig jaar, maar nog ver verwijderd van het aantal van 700 waarop de begroting gebaseerd is.
35
Inmiddels is uit OCD onderzoek gebleken dat de totale doelgroep kleiner is dan vooraf ingeschat (700 i.p.v. 1.600 personen), Uitgaande van een bereik van 50 % in 2013 werd een aantal van 350 verstrekkingen realistisch geacht. Echter n.a.v. de evaluatie minimabeleid en de daaropvolgende beleidswijzigingen is de doelgroep in de loop van het jaar uitgebreid met 700 personen; verwacht wordt dat in 2013 350 extra personen worden bereikt. Hiermee blijft de verwachting staan om in 2013 700 personen te bereiken. Wat zijn de kosten? (Bedragen x € 1.000)
Minimabeleid Apparaatkosten Totaal
Actuele begroting 2013 Lasten Baten Saldo 5.810 5.810 0 2.418 2.418 0 8.228 8.228 0
Prognose 2013 Lasten Baten Saldo 5.810 5.810 0 2.366 2.366 0 8.176 8.176 0
Lasten 0 -52 -52
Afwijking Baten 0 -52 -52
Saldo 0 0 0
Effect gemeenten 0 52 52
Resultaat op de lasten en baten: € 0 Bij ongewijzigd beleid en bereik van het Minimabeleid was de verwachting voor het jaar 2013, net als in het jaar 2012, dat er sprake zou zijn van een onderbenutting van € 1,3 miljoen. Met een palet van inmiddels vastgestelde beleidsmaatregelen wordt getracht het bereik onder de doelgroep sterk te verbeteren met als doel het geprognosticeerde overschot te kunnen verkleinen. Onderstaand een korte samenvatting van de vastgestelde nieuwe- en gewijzigde beleidsmaatregelen: compensatie eigen bijdrage kinderopvang werkenden < 110% vergoeding reiskosten bij uitstroom werkende armen uitbreiden doelgroep bonus vrijwilligerswerk uitbreiden vergoeding SMS Kinderfonds voor kinderen op de middelbare school aanpak bronheffing (achterstanden) zorgverzekering afsluiten collectieve arrangementen met meerdere ziektekostenverzekeraars preventief budgetbeheer en begeleiding voor mensen die hun financiën (tijdelijk) niet zelf kunnen beheren intensivering bestaande regelingen en beleid. Ondanks dat alle mogelijke opties om klanten te informeren worden benut, rekening houdende met de ingangsdata en implementatie van de nieuwe en aangepaste regelingen, is de prognose dat de onderbenutting in 2013 (nog) niet in zijn geheel gereduceerd kan worden met € 1,3 miljoen maar dat circa € 0,6 miljoen zal resteren. Resultaat apparaatskosten € 52.000 (lasten voordeel, baten nadeel, beiden structureel) Dit betreft het effect van de onderbesteding op de apparaatskosten zoals eerder in de tekst toegelicht. Wmo Wat willen wij bereiken? Doel is om mensen met een beperking efficiënt en doeltreffend te ondersteunen zodat zij in de samenleving kunnen blijven meedoen en zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen. De focus bij de uitvoering van de WMO individuele voorzieningen is primair gericht op het stimuleren van de eigen kracht, zelfstandigheid en verantwoordelijkheid van burgers en op ondersteuning vanuit hun omgeving. Pas als dit niet (of onvoldoende) lukt wordt gekeken of een individuele voorziening nodig is. Daarnaast is het de bedoeling om de autonome groei (met name als gevolg van vergrijzing en extramuralisering) op te vangen en de Wmo programma lasten niet laten stijgen. Wat hebben wij daarvoor gedaan? De nieuwe werkwijze per 1 januari 2013 (“schoon en leefbaar huis”) heeft inmiddels stevig voet aan de grond gekregen. Gekanteld indiceren volgens de nieuwe verordening is de norm geworden en een steeds groter deel van de klanten valt onder de nieuwe aanpak van huishoudelijke ondersteuning.
36
Met de Drechtraad is overeengekomen dat de nieuwe werkwijze eind 2013 wordt geëvalueerd. De onderzoeksopzet hiervoor is inmiddels opgesteld. De Drechtraad zal voorafgaand aan de feitelijke uitvoering in september over de onderzoeksopzet worden geïnformeerd. In de evaluatie wordt niet alleen gekeken naar het effect op de feitelijke kwaliteit van de geboden ondersteuning en op de tevredenheid van de gebruikers, maar ook naar de gevolgen voor hen die daar niet (meer) voor in aanmerking komen. Huishoudelijke ondersteuning staat daarbij, gezien de forse wijzigingen die daar hebben plaatsgevonden, centraal. De oplevering van de resultaten van de evaluatie wordt verwacht in januari 2014. In juni heeft definitieve gunning plaatsgevonden van het nieuwe contract voor het collectief vervoer, dat op 1 september 2013 ingaat. Vervoerder en prijs zijn uiteindelijk dezelfde gebleven, maar over de kwaliteit (en de sturing daarop) zijn scherpere afspraken gemaakt. Omdat de zones in het openbaar vervoer zijn verdwenen, gaat het contract in de toekomst van het zonetarief over naar een kilometertarief. De overstap naar kilometers zal zowel voor de vervoerder als voor de gebruikers van de Drechthopper gaan gelden. Voor vrijwel alle gebruikers betekent het toekomstige kilometertarief een klein financieel voordeel omdat men vanaf dat moment exact betaalt voor wat men reist. In de nieuwe overeenkomst voor het collectieve WMO vervoer is vastgelegd dat de Drechthopper evenals voorheen kan worden benut voor het gebruikelijke maatschappelijk verkeer van pashouders. In het verleden werd door een beperkte groep de Drechthopper gebruikt voor woon-werk-verkeer, Awbz-vervoer, of als alternatief voor een individuele taxi. In de huidige overeenkomst wordt hierin niet meer voorzien. Dit betekent dat vanaf september 2013 een overgangsperiode in acht genomen moet worden. Het is nog onduidelijk wat hiervan de mogelijke financiële gevolgen zijn. Wat betreft het totale aantal Wmo-voorzieningen blijkt de daling van het aantal mensen dat daar een beroep op doet, zich nog steeds voort te zetten. Daarmee daalt het gebruik tegen de verwachte maatschappelijke trend in (gevolgen vergrijzing). Vooralsnog wordt dit gezien als het gecombineerde gevolg van de doorwerking van de bezuinigingsmaatregelen 2012 (waaronder de invoering van een hogere eigen bijdrage), de gekantelde manier van indiceren per 1 januari 2013 en mogelijke veranderingen in (de draagkracht) van de doelgroep. In hoeverre deze veronderstelling juist is, wordt mede onderzocht in de voorbeschreven evaluatie. Voorziening
t/m aug. 2013
2012
Hulp bij het huishouden: Aantal cliënten* Hulpmiddelen: Vervoer Rolstoelen Woonvoorzieningen
Percentage
8.455
8.020
-5,1%
17.236 3.721 **930
16.706 3.649 862
-3,1% -1,9% -7,3%
* In voorgaande jaren werd hulp bij het huishouden geïndiceerd in uren. Dit is sinds de nieuwe werkwijze niet meer aan de orde. Daarom wordt met ingang van deze programmaverordening uitsluitend nog het aantal klanten op de peildatum vermeld. ** Dit cijfer heeft - in afwijking tot de andere voorzieningen die de eindstand 2012 representeren – betrekking op de realisatie tot en met augustus 2012, aangezien het gaat om eenmalig verstrekte voorziening en het cijfer gedurende het jaar cumulatief opbouwt.
Wat zijn de kosten? (Bedragen x € 1.000) Actuele begroting 2013 Hulp bij het huishouden Hulpmiddelen Apparaatkosten Totaal
Lasten
Baten
23.600
23.600
9.900 7.314 40.814
9.900 7.314 40.814
Prognose 2013
Saldo
Lasten
Baten
0
23.100
23.100
0 0 0
9.900 7.188 40.188
9.900 7.188 40.188
Afwijking
Saldo
Saldo
Effect gemeenten
Lasten
Baten
0
-500
-500
0
1.100
0 0 0
0 -126 -626
0 -126 -626
0 0 0
-200 126 1.026
Resultaat op de lasten Wmo: € 500.000 (voordeel, structureel) De geprognosticeerde totale programmalasten WMO zijn € 0,5 miljoen lager dan de begrote lasten. In het verlengde op het verwachte resultaat 2013 bij de 1ste bestuursrapportage 2013 kunnen de lasten
37
Wmo huishoudelijke ondersteuning verder worden afgeraamd. De lagere lasten zijn met name het gevolg van de gewijzigde financiering bij de huishoudelijke ondersteuning (op basis van resultaatfinanciering ‘schoon en leefbaar huis’).
Uitgaven Wmo 30 25 20 15 10 5 2007
2008
2009
2010
Huishoudelijke hulp
2011
2012
2013
Hulpmiddelen
Resultaat op de baten Wmo: € 500.000 (nadeel, structureel) Als gevolg van de gekozen financieringssystematiek op basis van voor- en nacalculatie bij de gemeenten, zijn de geprognosticeerde baten gelijk aan de lasten. De gemeentelijke bijdrage Wmo wordt met € 0,9 miljoen verlaagd. Dit is meer dan de voorgestelde begrotingswijziging van € 0,5 miljoen. Reden waarom beiden niet aan elkaar gelijk zijn is dat binnen de baten een verschuiving plaatsvindt van dekking lasten door gemeenten, naar dekking door de verwachte opbrengst CAK. Met andere woorden de gemeenten hoeven minder bij te dragen omdat de kosten meer gedekt kunnen worden uit de verwachte hogere opbrengst CAK. Daarentegen resulteert de lagere op opbrengst debiteuren in een hogere bijdrage door de gemeenten. Samengevat is de lagere gemeentelijke bijdrage als volgt opgebouwd: Lagere lasten Wmo huishoudelijke ondersteuning; hogere opbrengst eigen bijdrage als gevolg van de verhoging van de vermogensinkomensbijtelling bij de vaststelling van de eigen bijdrage (conform junicirculaire 2012); − Lagere opbrengst debiteuren Wmo. Voordelig effect gemeenten
− −
€ 0,5 miljoen € 0,5 miljoen -/- € 0,1 miljoen € 0,9 miljoen
Resultaat apparaatskosten € 126.000 (lasten voordeel, baten nadeel, beiden structureel) Dit betreft het effect van de onderbesteding op de apparaatskosten zoals eerder in de tekst is toegelicht.. Budgetadvies en schuldbemiddeling Wat willen wij bereiken? Ook in 2013 worden inwoners van de Drechtsteden met schulden begeleid bij het duurzaam oplossen of beheersbaar maken van schulden. Jaarlijks wordt een doelstelling geformuleerd op de wachttijd en de kwaliteit van zowel het stabilisatie- als het schuldregelingstraject. Voor 2013 geldt: Doelstelling 1. 100% van de meldingen moet binnen 28 dagen in behandeling zijn genomen 2. 100% van de crisisaanmeldingen moet binnen 3 dagen in behandeling zijn genomen
Afspraak
Resultaat
Wachttijd max. 28 dagen
Wachttijd max. 8 dagen
3 dagen
1 dag
38
3. 50% van de stabilisatietrajecten moet positief worden afgesloten 4. 70% van de schuldregelingstrajecten moet positief worden afgesloten.
50%
50%
70%
80%
Wat hebben wij daarvoor gedaan? In de eerste twee kwartalen van 2013 is het gemiddeld aantal meldingen 184. Dit is een daling ten opzichte van 2012. Geëxtrapoleerd komt dit aantal op 2200 meldingen voor 2013 en is daarmee fors lager dan de prognose van 2700 meldingen. Echter, in 2012 was het percentage no-show in de workshop 36%, terwijl dit het eerste kwartaal 2013 gedaald is naar 30%. De aantallen klanten die feitelijk geholpen worden met een eenmalig advies, crisisinterventies en stabilisatie zijn daardoor ongeveer gelijk gebleven ten opzichte van 2012. Het aantal klanten dat geholpen wordt met schuldregelen is gestegen van 29 naar 38 mensen gemiddeld per maand. Dit zorgt ervoor dat dienstverlening toeneemt, ondanks de daling van het aantal klanten. Alle doelstellingen op het gebied van doorlooptijden en resultaten zijn behaald. Het verbeteren van de samenwerking met hulpverlenende instanties, zodat klanten met een beperkte zelfredzaamheid beter ondersteund kunnen worden en in geval van crisis wordt beoordeeld heeft zeker haar vruchten afgeworpen. Belangrijk om op te merken is dat het aantal geslaagde schuldregelingstrajecten niet gedaald is. De klanten die doorstromen vanuit stabilisatie naar schuldregelen zijn dus nog steeds goed voorbereid op het schuldregelingstraject. Met de toename van het slagingspercentage van de stabilisatietrajecten, hebben de trajecten niet ingeboet aan kwaliteit. Wat zijn de kosten? (Bedragen x € 1.000) Actuele begroting 2013 Lasten Baten Saldo Budgetadvies en schuldbemiddeling Apparaatkosten Totaal
Prognose 2013 Lasten Baten Saldo
Lasten
Afwijking Baten
Saldo
Effect gemeenten
70
70
0
70
70
0
0
0
0
0
3.000 3.070
3.000 3.070
0 0
2.971 3.041
2.971 3.041
0 0
-29 -29
-29 -29
0 0
29 29
Resultaat op de lasten en baten: € 0 De uitvoering van het programma Budgetadvies en Schuldbemiddeling verloopt conform begroting. Resultaat apparaatskosten € 29.000 (lasten voordeel, baten nadeel, beiden structureel) Dit betreft het effect van de onderbesteding op de apparaatskosten zoals eerder in de tekst is toegelicht.
39
2.5 Ingenieursbureau Drechtsteden Eind 2012 en gedurende 2013 zijn acties uitgezet om van 2 naar 6 te gaan (aansluiting door alle zes de Drechtsteden). Of een gemeente aansluit en op welke wijze zou erg bepalend zijn voor de exploitatie. De opdracht van het Drechtstedenbestuur of aansluiting bij het IBD van de "andere" vier Drechtsteden, Alblasserdam, H-I-Ambacht, Papendrecht en Sliedrecht, mogelijk zou kunnen zijn, is inmiddels onderzocht. Het IBD is daarbij ondersteund door een externe partij. Om tot definitieve besluitvorming over te kunnen gaan, zijn per gemeente de inhoudelijke, organisatorische en financiële consequenties van toetreding in kaart gebracht. Op basis van deze bevindingen heeft het Drechtstedenbestuur geconcludeerd dat het op dit moment niet mogelijk is tot een gedragen businesscase te komen. In juli is de Drechtraad hiervan op de hoogte gebracht door middel van een raadsinformatiebrief. Op het niveau van de zes gemeenten is wel sprake van voordelen, echter op individueel niveau zijn de consequenties minder gelijk verdeeld. Daarbij spelen de verschillende “overheadverrekeningsmethoden“ een belangrijke rol. Daarnaast is geconstateerd dat de strategie van het IBD onvoldoende past bij de ambities en behoeften van de toetredende gemeenten. Ook hebben de toetredende gemeenten in de huidige situatie de kwetsbaarheid van de ingenieurstaken op praktische wijze ingevuld en zijn er vanuit die optiek twijfels over de verwachte kwaliteitsverbetering bij toetreding. Het is nu eerst aan de huidige eigenaren Dordrecht en Zwijndrecht om in samenspraak met de GRD keuzes te maken over de toekomstige positionering van het IBD. Een van de opties die in dat kader wordt verkend is een mogelijke aansluiting van het IBD bij de opdracht Openbare Ruimte uit het Organisatie Ontwikkel-programma. Financiële afwijkingen Prognose resultaat (Bedragen x € 1.000)
Resultaat voor bestemming Mutatie reserves Resultaat na bestemming
Actuele begroting 2013 Lasten Baten Saldo 7.522 7.868 346 0 0 0 7.522 7.868 0
Prognose 2013 Lasten Baten Saldo 7.833 7.868 35 0 0 0 7.833 7.868 35
Lasten 311 0 311
Afwijking Baten 0 0 0
Saldo -311 0 -311
Resultaatanalyse (Bedragen x € 1.000) Toelichting Omschrijving afwijking
I/S
Voordeel
Nadeel
Saldo
Gemeente
A
Lasten Personeelslasten
I
-133
-133
Nee
B C D
Productiviteit Materieel Tarief
I I I
-150 -50
-150 32 -50
Nee Nee Nee
E
Afgesloten projecten Subtotaal
I
-10 -343
-10 -311
Nee
32
Totaal voor bestemming
32
-343
-311
Resultaatbestemming Totaal na bestemming
32
-343
-311
32
Toelichting: A. Personeelslasten De personeelslasten zullen ongeveer € 133.000 hoger uitvallen dan begroot. Dit wordt veroorzaakt door de CAO-verhoging van 2%, welke niet in de begroting verwerkt is.
40
B. Productiviteit Qua productiviteit loopt het IBD aan het eind van het jaar rond de € 150.000 achter op de begroting. De belangrijkste twee oorzaken zijn het lang openstaan van een vacature en medewerkers niet productieve uren hebben kunnen maken als gevolg van het niet aansluiten van de opdrachten op de aanwezige capaciteit. . C. Materieel Door enkele meevallers zijn de materiële kosten € 32.000 lager dan verwacht. D. Tarief Enkele medewerkers werken, noodgedwongen, voor een lager tarief dan waarvoor zij op de begroting staan. Een voorbeeld is een projectleider die als opzichter aan de slag is. Het IBD werkt met deze constructie om haar werknemers “aan het werk te houden” en geen leegloop te laten schrijven, wat uiteraard nog duurder is. E. Afgesloten projecten Projecten lopen in de regel volgens de per project opgestelde begroting. Anders gezegd, ze lopen vrijwel glad, we maken er geen of nauwelijks winst of verlies op. Dit jaar echter is er één project dat afgesloten diende te worden met een verliespost van € 10.000.
41
2.6 Servicecentrum Drechtsteden De SCD-organisatie is sterk in ontwikkeling en groeit naar een fase waarin professionaliteit, zakelijkheid en optimale dienstverlening door onze klanten mag worden verwacht. Daartoe hebben we binnen de eigen organisatie én in overleg met onze eigenaren gekeken naar mogelijkheden om onze producten te verbeteren, onze processen verder te stroomlijnen en onze kosten te verlagen. De ontwikkeling is gestart in 2012 en loopt door in 2013 op basis van het uitgebreide Realisatieplan. Dit Realisatieplan is gebaseerd op het evaluatierapport dat PricewaterhouseCoopers in 2011 heeft uitgevoerd. Voor het verbeteren van de werking van het SCD zijn in het rapport drie belangrijke, met elkaar samenhangende, veranderopgaven benoemd. Deze veranderopgaven zijn: 1. Positie SCD en keuzes in klanten 2. Aansturing en rollen in het netwerk 3. Doorontwikkeling SCD De eerste veranderopgave, de positionering van het SCD in het netwerk en het maken van keuzes in klanten, maakt onderdeel uit van de notitie “Kaders toetreding nieuwe klanten” van de GR Drechtsteden. Binnen het SCD vinden op dit moment gesprekken plaats per afdeling over de operationele voorwaarden waaronder nieuwe klanten kunnen aansluiten. De tweede veranderopgave, de aansturing en rollen in het netwerk, is in 2012 door het Drechtstedenbestuur vastgesteld. De toets op de werking is onderdeel geworden van de reguliere bedrijfsvoering van de GR Drechtsteden. Het derde punt, de doorontwikkeling SCD, is gericht op verbetering van het functioneren van de eigen organisatie. Voor 2013 zijn hiertoe speerpunten benoemd die moeten leiden tot meetbare verbeteringen in de dienstverlening van het SCD. Een aantal van deze speerpunten met een omschrijving van de huidige stand van zaken zijn hieronder danwel in de inleiding van de burap opgenomen: 1. Stroomlijnen werkprocessen Het SCD werkt volgens de in de fijnstructuur vastgestelde processen. Deze zijn samen met onze partners opgesteld om zo efficiënt en effectief mogelijk producten en dienst te kunnen leveren. Deze processen worden elk jaar geaudit. Hierbij wordt iedere keer gekeken of de processen nog lopen zoals gewenst, in hoeverre de inrichting van de afdeling nog past bij de gewenste dienstverlening, of zich nieuwe knelpunten voordoen en of de capaciteit nog aansluit. 2. Het vereenvoudigen van de financieringsstructuur voor meer transparantie Voor 2013 en verder heeft het SCD in samenwerking met de klantorganisaties een nieuwe verrekensystematiek uitgewerkt voor een meer directe en transparante relatie tussen ‘betalen’ en ‘gebruik’. Deze systematiek is op 16 mei 2012 vastgesteld door het Drechtstedenbestuur. De directeur GRD heeft opdracht gekregen om deze systematiek te implementeren op basis van de aantallen (sleutels) zoals deze per 1 april 2013 door de klantorganisaties zijn aangeleverd. Hiervoor worden in het tweede deel van 2013 een aantal juridische documenten aangepast. Vervolgens wordt bij de jaarrekening de verdeling conform de nieuwe systematiek over 2013 doorgevoerd. 3. Inkoop nieuwe stijl (INS) In mei 2013 is het regionaal inkoopplan 2013 (RIP 2013) een feit geworden. Dit plan is gebaseerd op de inkoopscans van de gemeenten en de GRD over 2012, de informatie uit het contractbeheersysteem (Inconto) en de lokale inkoopplannen voor 2013. Het merendeel van de projecten in het RIP 2013 vallen binnen de categorie “werken”, met name binnen Beheer Openbare Ruimte. Daarom is er door team Inkoop aansluiting gezocht met het MT Fysiek en het MT Beheer Openbare Ruimte om uitvoer te kunnen geven aan de regionale plannen. Zij dragen verantwoordelijkheid voor de uitvoering van het RIP 2013 daar waar het betrekking heeft op het werkveld Beheer Openbare Ruimte. De uitvoering van geplande trajecten uit het RIP 2013 vindt plaats in samenwerking met de klantorganisaties. Vanuit het RIP 2013 lopen naar verwachting enkele projecten over de jaarwisseling heen. Dit vanwege complexiteit in de voorbereiding of prioritering op basis van de beschikbare capaciteit bij de klantorganisaties. Inkoop Nieuwe Stijl draagt bij aan een belangrijke besparing in de regio. Vanaf de tweede helft van 2012 tot halverwege 2015 is voor de klant(organisaties) in de regio een cumulatief aanbestedingsresultaat gerapporteerd van € 17 miljoen afkomstig uit onder andere de aanbestedingen leerlingenvervoer, openbare verlichting, arbo, verzekeringen en warme
42
drankenvoorziening. Team Inkoop rapporteert een aanbestedingsresultaat als er sprake is van een besparing die bepaald is uit een vergelijking van de nieuwe prijs met de historische prijs of van een vergelijking ten opzichte van een reële raming. 4. Verkenning uitbreiding dienstverlening De uitbreiding van het aantal klantorganisaties en/of dienstverlening kan op termijn mogelijk leiden tot een daling van de kosten voor de eigenaren. Dit past goed binnen de financiële strategie van de Drechtsteden. Op dit moment worden de te behalen voordelen per werkveld en de daarbij te stellen voorwaarden en standaarden verkend. Dit wordt bezien in relatie tot de fijnstructuur en de verrekensystematiek, waarbij ook de mogelijke tijdelijkheid van deze voordelen zal worden meegenomen. 5. Verbeteren ICT/Transitieplan Dit speerpunt is nader toegelicht in paragraaf 1.4. 6. Het vereenvoudigen van de financieringsstructuur voor meer transparantie Dit speerpunt is nader toegelicht in paragraaf 1.4. 7. Verduidelijking relatie met GR-en en ZHZ Dit speerpunt is nader toegelicht in paragraaf 1.4. Financiële afwijkingen Prognose resultaat (Bedragen x € 1.000)
Resultaat voor bestemming Mutatie reserves Resultaat na bestemming
Actuele begroting 2013 Lasten Baten Saldo 40.267 40.267 0 0 0 0 40.267 40.267 0
Prognose 2013 Lasten Baten Saldo 48.322 44.080 -4.242 0 4.443 4.443 48.322 48.523 201
Lasten 8.055 0 8.055
Afwijking Baten Saldo 3.813 -4.242 4.443 4.443 8.256 201
Saldo
Gemeente
Resultaatanalyse (Bedragen x € 1.000) Toelichting Omschrijving afwijking Lasten
I/S
Voordeel 605
A. B. C.
Personele lasten Materiële lasten Transitieplan ICT
I I S
G. H.
Printer en telefonie Inhaalafschrijvingen (transitieplan ICT) Subtotaal
I I
700 1.305
Nadeel -1.101 -113 -2.856
-496 -113 -2.856
-490 -4.800 -9.360
-490 -4.100 -8.055
Ja, alle zes
3.056 -1.677
Ja, alle zes
-1.677
Ja, alle zes
Baten C. D. E. G. H.
F. H.
Transitieplan ICT Verlaging bijdragen Gr’en ZHZ Extra inkomsten variabel (o.a. Drukkerij/DVO) Printer en telefonie
S S
3.056
I
1.144
I
490
490
Inhaalafschrijving (transitieplan ICT) Subtotaal
I
800 5.490
-1.677
800 3.813
6.795
-11.037
-4.242
Totaal voor bestemming Resultaatbestemming Onttrekking frictiereserve ZHZ Onttrekking reserve ICT inhaalafschrijving Totaal na bestemming
1.144
1.143
1.143
3.300 11.238
3.300 -11.037
201
43
Toelichting: A. Personele lasten € 496(N) Het nadeel dat hier ontstaat is een samenstelling van meerdere componenten, te weten een overschrijding doordat wordt ingehuurd voor het uitvoeren van de dienstverleningsovereenkomsten. Hier staan dan ook inkomsten (F.) tegenover. Daarnaast is er een voordeel doordat een deel van de frictie door uittreding ZHZ is opgelost. B. Materiële lasten €113 (N) De overschrijding op het materiële budget heeft te maken met meer afname van het trainingscentrum. Hier staan dan ook inkomsten (F.) tegenover. C. Transitieplan I&A Met het Transitieplan I&A zoals vastgesteld in de Drechtraad van 1 oktober 2013 is een extra budget gemoeid voor ICT middelen en ICT capaciteit. De verwachting is dat door strakke sturing dit per saldo een voordeel laat zien van € 200(V). Dit komt mede door de zorgvuldigheid die wordt betracht, en tijd die nodig is bij het invullen van vacatures. D. Verlaging bijdragen GR-en ZHZ De bijdragen van de GR-en ZHZ zijn nu opgenomen zoals overeengekomen in de verschillende bilaterale overeenkomst definitieve beëindiging dienstverleningsrelatie tussen het servicecentrum Drechtsteden en GR-ZHZ. E. Extra inkomsten variabel (o.a. drukkerij/DVO) Bij het Servicecentrum Drechtsteden worden een aantal componenten zoals oa. Dienstverleningsovereenkomsten, drukkerij/frankeer en trainingen gedurende het jaar afgesloten. Hier zijn de extra inkomsten opgenomen. Eerder is al aangegeven dat hier ook lasten tegenover staan. F. Frictiereserve ZHZ uittreding Bij de ontvlechting van de GR’en ZHZ in 2012 is een reserve gevormd waarin de frictievergoedingen zijn opgenomen. De verwachting is dat er in 2013 een onttrekking als dekking voor de frictie plaats zal vinden van €1.143 miljoen. De werkelijke onttrekking vindt plaats in de jaarrekening 2013. In juni 2012 is een amendement aangenomen waarmee de maximale frictiekosten voor de GRD niet meer mogen bedragen dan € 670.000 en dat de GRD de maximale inspanningsverplichting heeft deze te verlagen. De conclusie is dat er een aanmerkelijke reductie heeft plaatsgevonden en dat in 2015 circa € 400.000 nodig is. Er bestaat wel een kans dat er in de jaren er na een structurele frictie component blijft bestaan. G. Printer en telefonie Evenals voorgaande jaren wordt het meerverbruik van printer en telefonie in de tweede burap opgenomen. De definitieve afrekening zal plaatsvinden na de jaarrekening wanneer alle declaraties van de klantorganisaties zijn ontvangen. De totale extra bijdragen liggen lager dan de voorgaande jaren. Dit wordt met name veroorzaakt door de effecten van de scherpe aanbesteding van de nieuwe printers, die nu ook overal zijn geplaatst. H. Inhaal afschrijvingen onder transitieplan ICT In het Transitieplan ICT wordt voorgesteld om vanaf 2013 een groot deel van de activa voortaan af te schrijven in 3 jaar. Nu het plan is goedgekeurd is er in 2013 een eenmalige (inhaal)afschrijving nodig van € 4.100 K. Deze inhaalafschrijving wordt deels gedekt uit beschikbaar budget vanuit de inwoner bijdrage van € 6,50 voor Informatie-projecten (€ 800 K). Voor het restant van € 3.300 K is deze reserve gevormd bij vaststelling van jaarrekening van de GRD over 2012.
44
2.7 Gemeentebelastingen Drechtsteden Inhoudelijke afwijkingen Uit de afzonderlijke verantwoording van de opbrengsten aan de gemeente is vorig jaar een achterstand in de productie geconstateerd. Deze achterstand heeft extra aandacht gekregen en is inmiddels ingelopen. Hiermee hebben wij ook de brongegevens vrijwel geheel op orde. De aanslagen die hieruit voortvloeien worden vrijwel direct gegenereerd en verzonden. De GBD gaf in 2012 extra aandacht aan objecten met een groot fiscaal belang. Deze objecten maken onderdeel uit van het project “Top 500”. Dit heeft 2013 geleid tot een versnelling van de aanslagoplegging. Als extra uitgevoerde activiteiten tot september 2013 noemen wij: De ontwikkeling van eigen opleidingstrajecten (GBD-academie) Inloopavonden burgers Werkzaamheden Bedrijfsinvesteringzones (BIZ) Integratiewerkzaamheden Geo-informatie Zowel het tempo van opleggen van aanslagen als de afdoening van bezwaarschriften en kwijtscheldingsverzoeken verlopen conform prestatie-indicatoren. Financiële afwijkingen Prognose resultaat (Bedragen x € 1.000)
Resultaat voor bestemming Mutatie reserves Resultaat na bestemming
Actuele begroting 2013 Lasten Baten Saldo 6.095 6.095 0 0 0 0 6.095 0 6.095
Prognose 2013 Lasten Baten Saldo 6.068 6.068 0 0 0 0 6.068 6.068 0
Lasten -27 0 -27
Afwijking Baten -27 0 -27
Saldo 0 0 0
Resultaatanalyse (Bedragen x € 1.000)
GBD begroting
Lasten
Baten
Belastingen
4.694
Geo-informatie
1.401
Bijdrage gemeentebelastingen (aanslagregels)
4.394
Bijdrage gemeenten Geo (inclusief pluspakket en BAG)
1.401
Inkomsten aanmaningen en dwangbevelen
300
Zomermotie Totaal
(Bedragen x € 1.000) Toelichting Omschrijving afwijking Lasten A Zomermotie Subtotaal
I/S S
-27
-27
6.068
6.068
Voordeel
Nadeel
27
0 0
10 27
-27
-27
27
Saldo
Gemeente Ja, alle zes
Baten A
Zomermotie
S
45
Totaal voor bestemming
27
-27
0
Resultaatbestemming Totaal na bestemming
0 27
0 -27
0 0
Toelichting A. Zomermotie De GBD heeft een taakstelling gekregen die oploopt tot € 294.000 in 2017. Voor 2013 komt dit neer op € 27.000 en zal worden ingevuld door: - Inbesteden parkeren Zwijndrecht Bij de vorming van de GBD in 2008 is met de gemeente Zwijndrecht afgesproken dat de GBD jaarlijks € 30.000 ten gunste brengt van de kosten parkeerbelastingen in Zwijndrecht. Dit was dekking die Zwijndrecht nodig had om het contract met een externe dienstverlener te bekostigen. Inmiddels heeft Zwijndrecht deze taak overgedragen aan de GBD. Hiermee is de afdracht aan Zwijndrecht komen te vervallen. Via het herschikken van taken is deze taak inmiddels in uitvoering genomen. - Inkoop en aanbesteding. Als gevogl van contractonderhandelingen tussen afdeling Inkoop van het SCD met de softwareleverancier van de heffingsoftware zal het contract worden verlaagd.
46
2.8 Onderzoekcentrum Drechtsteden Inhoudelijke afwijking Het OCD heeft een omvangrijke opdrachtenportefeuille. Op dit moment is van het begrote pluspakket 90% in portefeuille. Daarnaast loopt er nog een aantal acquisitietrajecten. Via externe en ‘extra’ interne acquisitie is 15% van de totale omzet binnengehaald. Dat overstijgt de doelstelling om 10% van onze omzet via externe en ‘extra’ interne opdrachten binnen te halen. Ook is onze inzet bij strategische opdrachten fors toegenomen, vooral door de structurele inzet van één onderzoeker op het thema sociaal. Samen met de GGD, zijn we actief betrokken bij de (evaluatie van) de pilots AWBZ in de regio. Daarnaast werken we voor de gemeente Dordrecht aan de evaluatie van het collegeprogramma en van de drie grootste transformaties (arbeidsmarktbeleid, duurzaamheid en binnenstad).
Activiteit
Beoogd resultaat
Stand van zaken
Afwijking en bijsturing
strategische partnerschap vorm geven
3 strategische opdrachten en 3 opdrachten met adviescomponent
één medewerker structureel, 10 strategische opdrachten/ met adviescomponent
boven ambitie
netwerk versterken en acquisitievaardigheid vergroten
5 opdrachten via actieve werving in netwerk, ‘extra’ omzet van 10%
13 opdrachten via netwerk binnengehaald, 6 extern en 7 intern (15% omzet)
boven ambitie
In 2013 levert het OCD een bijdrage aan de totale taakstelling Bestuur & Staf welke opgenomen is in de Zomermotie 2012. Hierdoor wordt in 2013 € 15.000 bezuinigt op het basispakket en komt de totale bijdrage basispakket 2013 uit op € 785.000. Financiële afwijkingen Prognose resultaat (Bedragen x € 1.000)
Resultaat voor bestemming Mutatie reserves Resultaat na bestemming
Actuele begroting 2013 Lasten Baten Saldo 1.549 1.549 0 0 0 0 1.549 0 1.549
Prognose 2013 Lasten Baten Saldo 1.534 1.534 0 0 0 0 1.534 1.534 0
Lasten -15 0 -15
Afwijking Baten -15 0 -15
Saldo 0 0 0
Resultaatanalyse Gezien de omvang van het pluspakket, verwachten we op een (licht) positief saldo uit te komen. Wat de omvang daarvan is, kunnen we nu nog niet vaststellen. Dat hangt onder meer af van de snelheid waarmee een aantal geaccordeerde projecten kunnen starten en van eventuele vertragingen op lopende projecten, waardoor een deel van de omzet mogelijk pas in 2014 kan worden ingeboekt.
47
2.9 Algemene dekkingsmiddelen Financiële afwijkingen Prognose resultaat (Bedragen x € 1.000)
Resultaat voor bestemming Mutatie reserves Resultaat na bestemming
Actuele begroting 2013 Lasten Baten Saldo 0 100 100 0 0 0 0 100 100
Prognose 2013 Lasten Baten Saldo 1.571 733 -838 133 1.271 1.138 1.704 2.004 300
Lasten 1.571 133 1.704
Afwijking Baten 633 1.271 1.904
Saldo -938 1.138 200
Resultaatanalyse (Bedragen x € 1.000) Toelichting Omschrijving afwijking B C D
A C
Lasten Noordoevers e
2 Orde effect OCD Energielasten Subtotaal Baten Renteresultaat e
2 Orde effect OCD Subtotaal
I/S
B
Resultaatbestemming Rente aan reserves Noordoevers Totaal na bestemming
Nadeel
Saldo
Gemeente
I
-1.271
-1.271
Ja, Dordrecht
S I
-150 -150 -1.571
-150 -150 -1.571
Ja, alle zes
I
583
S
150 733
Totaal voor bestemming
A
Voordeel
733
I I
1.271 2.004
583 150 733 -1.571
Nee Ja, alle zes
-838
-133
-133
Nee Ja, Dordrecht
-1.704
1.271 300
Toelichting A. Renteresultaat De algemene dekkingsmiddelen bestaan uit het renteresultaat dat wordt gevormd door het rentebestanddeel van de kapitaallasten en de rentebaten en –lasten bij het uitzetten en aantrekken van liquide middelen. De rekenrente voor de kapitaallasten bedraagt 4%. Bij de geactualiseerde begroting is aangegeven dat naar verwachting € 150.000 zal worden aangewend voor het SCD. Aangezien de rekenrente hoger is dan de werkelijke betaalde rente, zal er een positievere resultaat ontstaan dan wat bij de geactualiseerde begroting is begroot. Dit wordt gedeeltelijk gebruikt voor rentetoerekening aan de reserves. (Bedragen x € 1.000)
BWS reserve Investeringsfonds FES Totaal
Toegerekende rente 20 58 55 133
B. Landsbanki Eind 2011 is de waardering van de vordering op Landsbanki verhoogd van 75% naar 90%. Bij de jaarrekening 2013 zal de voorziening opnieuw worden gewaardeerd. De middelen die bij de jaarrekening 2011 zijn vrijgevallen, zijn gereserveerd ten behoeve van de financiële problematiek
48
rondom Noordoevers. Aangezien lokaal nu afrondende besluitvorming plaatsvindt, wordt voorgesteld om de reserve Noordoevers voor dat doel vrij te laten vallen. De vordering was € 7,2 miljoen. In 2013 is een vierde betaling ontvangen uit de failliete boedel van Landsbanki. Daarmee is nu 55% van de vordering terugontvangen. Waarschijnlijk komt uiteindelijk 100% van de vordering terug, maar dat zal niet voor 2018 zijn. Er is nog een valutarisico aangezien toekomstige uitbetalingen waarschijnlijk gedeeltelijk in IJslandse kronen zijn. C. 2e orde effect OCD Als gevolg van de gewijzigde financieringsstructuur van het OCD is de bijdrage vanuit de gemeenten voor onderzoeken die door de GRD van het OCD worden afgenomen lager dan begroot. Dit zogenoemde 2e orde effect dient dan ook te worden gecorrigeerd.
Alblasserdam Dordrecht Hendrik-Ido-Ambacht Papendrecht Sliedrecht Zwijndrecht Totaal
Verdeelsleutel inwoners per 1-7-2011 19.330 118.803 28.012 31.950 24.187 44.433 266.715
Teruggave aan gemeente 11 67 16 18 14 25 150
D. Energielasten Als gevolg van energielasten uit voorgaande jaren is er een negatief resultaat ontstaan op de gemeenschappelijke kosten. Voorgesteld wordt om dit te dekken uit het positieve rente resultaat.
49
Bijlagen Bijlage I Financiën
To taal
Zw ijnd rech t
Sliedrecht
Papend recht
Hend rik-Id oAm bacht
Do rd rech t
Alblasserdam
Bijdragen per gemeente per programma (Bedragen x € 1.000)
Bureau Drechtsteden Algemene inwonerbijdrage
99
606
143
163
123
227
6
36
8
9
7
13
79
40
373
55
72
56
109
705
Voorrangscommissie
4
26
6
7
5
10
58
Klachtencommissie
4
23
5
6
5
9
52
28
172
38
46
35
64
383
Natuur en Milieu Educatie
5
28
6
8
0
10
57
Wet Educatie en Beroepsonderwijs
4
23
5
6
5
9
52
WMO regiegroep
0
0
0
0
0
0
0
13
80
19
21
16
30
179
Energieprogramma
0
60
14
16
12
22
124
Fietsknooppuntensysteem
1
4
1
1
1
2
10
187
1.147
270
309
234
428
2.575
47
287
68
77
58
107
644
Regionaal Platform Verkeersveiligheid Waterbus
Bijdrage wonen
Walstroom
1.361
Bestuur en staf Algemene inwonerbijdrage CIO office Sociale Dienst Drechtsteden Participatie
433
9.619
383
874
610
1.926
13.845
1.745
21.600
1.064
2.490
2.783
4.705
34.387
WSW stimuleringsvergoeding
9
137
9
20
18
26
219
Kinderopvang
3
47
2
5
4
9
70
3.480
52.723
2.721
5.779
4.712
12.609
82.024
Minimabeleid
224
3.585
149
346
281
725
5.310
WMO - Hulpmiddelen en vervoer
348
1.994
431
494
645
911
4.823
1.392
8.735
1.297
1.717
1.646
3.190
17.977
291
1.787
352
423
331
770
3.954
2
50
2
4
4
8
70
1.054
16.877
701
1.629
1.324
3.414
24.999
84
522
77
118
113
211
1.125
18.295
WSW subsidie
Inkomensondersteuning
WMO - Huishoudelijke hulp Drechthopper Schuldbemiddeling en Budgetadvies Apparaatskosten Uitvoeringskosten WMO Servicecentrum Drechtsteden Basispakket
1.297
8.995
1.272
2.407
1.529
2.795
Pluspakket
0
304
0
0
0
179
483
Additioneel pakket
0
871
0
0
0
0
871
ICT
494
2.801
493
723
411
796
5.718
Transitieplan
173
1.699
211
333
215
424
3.055
38
0
47
11
44
11
151
0
2.384
459
430
429
665
4.367
57
350
82
94
71
131
785
11.562 137.945 10.390 18.638 15.727 34.545 Totaal In deze tabel zijn de bijdragen vanuit gemeenten die voortkomen uit DVO’s van het SCD en GBD, bijdrage van de aandeelhouders aan het IBD en opdrachten die vallen in het pluspakket van het OCD niet opgenomen.
228.807
Printer en telefonie Gemeentebelastingen Drechtsteden Onderzoekcentrum Drechtsteden Basispakket
50
e
e
Vergelijking bijdragen tussen de primaire (P) en geactualiseerde (A) begroting (na 1 bestuursrapportage 2013) en de 2 bestuursrapportage (B2) Alblasserdam (P)
Alblasserdam (A)
Alblasserdam (B2)
Dordrecht (P)
Dordrecht (A)
Dordrecht (B2)
H.I. Ambacht (P)
H.I. Ambacht (A)
H.I. Ambacht (B2)
Papendrecht (P)
Papendrecht (A)
Papendrecht (B2)
Sliedrecht (P)
Sliedrecht (A)
Sliedrecht (B2)
Zwijndrecht (P)
Zwijndrecht (A)
Zwijndrecht (B2)
Totaal bijdragen (P)
Totaal bijdragen (A)
Totaal bijdragen (B2)
(Bedragen x € 1.000)
97
99
99
597
606
606
141
143
143
160
163
163
122
123
123
223
227
227
1.340
1.361
1.361
6
6
6
36
36
36
8
8
8
9
9
9
7
7
7
13
13
13
79
79
79
39
40
40
364
373
373
54
55
55
71
72
72
55
56
56
107
109
109
690
705
705
Voorrangscommissie
5
5
4
31
31
26
7
7
6
8
8
7
6
6
5
11
11
10
68
68
58
Klachtencommissie
4
4
4
23
23
23
5
5
5
6
6
6
5
5
5
9
9
9
52
52
52 383
Bureau Drechtsteden Algemene inwonerbijdrage Regionaal Platform Verkeersveiligheid Waterbus
Bijdrage wonen
28
28
28
172
172
172
38
38
38
46
46
46
35
35
35
64
64
64
383
383
Natuur en Milieu Educatie
5
5
5
28
28
28
6
6
6
8
8
8
0
0
0
10
10
10
57
57
57
Wet Educatie en Beroepsonderwijs
4
4
4
23
23
23
5
5
5
6
6
6
5
5
5
9
9
9
52
52
52
WMO regiegroep
0
2
0
0
11
0
0
3
0
0
3
0
0
2
0
0
4
0
0
25
0
Walstroom
6
6
13
34
34
80
8
8
19
9
9
21
7
7
16
13
13
30
77
77
179
Energieprogramma
0
0
0
60
60
60
14
14
14
16
16
16
12
12
12
22
22
22
124
124
124
Fietsknooppuntsysteem
0
1
1
0
4
4
0
1
1
0
1
1
0
1
1
0
2
2
0
10
10
145
181
187
889
1.111
1.147
210
262
270
239
299
309
181
227
234
333
415
428
1.997
2.495
2.575
0
0
47
0
0
287
0
0
68
0
0
77
0
0
58
0
0
107
0
0
644
9.619
435
383
383
980
874
874
670
610
610
2.104
1.926
1.926
15.262
13.845
13.845
21.600 1.087 1.057
1.064
2.599
2.474
2.490
2.693
2.765
2.783
4.359
4.674
4.705
33.916
34.162
34.387
26
26
219
219
82
26
9
516
170
70
9.395 11.558 12.609
66.657
75.201
82.024 5.310
Bestuur en staf Algemene inwonerbijdrage CIO office Sociale Dienst Drechtsteden Participatie WSW subsidie
498
433
433
10.575
9.619
1.642
1.734
1.745
21.536
21.458
9
9
137
137
6
3
3
386
126
47
2.928
3.193
3.480
43.434
48.330
WSW stimuleringsvergoeding Kinderopvang Inkomensondersteuning
9
9
20
20
18
18
3
2
14
5
5
21
7
4
52.723 2.303 2.496
2.721
4.662
5.301
5.779
3.935
4.323
4.712
7
Minimabeleid
214
224
224
3.386
3.585
3.585
128
149
149
312
346
346
255
281
281
656
725
725
4.951
5.310
WMO - Hulpmiddelen en vervoer
590
342
348
3.575
1.929
1.994
582
421
431
685
485
494
661
620
645
1.351
893
911
7.444
4.690
4.823
1.609
1.439
1.392
10.479
9.355
8.735 1.525 1.434
1.297
1.956
1.760
1.717
1.858
1.724
1.646
3.707
3.298
3.190
21.134
19.010
17.977
160
291
291
1.766
1.787
1.787
219
352
352
365
423
423
271
331
331
635
770
770
3.416
3.954
3.954
1
2
2
25
50
50
1
2
2
2
4
4
2
4
4
4
8
8
35
70
70
1.083
1.075
1.054
17.123
17.215
16.877
650
715
701
1.577
1.662
1.629
1.287
1.351
1.324
3.319
3.483
3.414
25.039
25.501
24.999
58
84
84
362
522
522
52
77
77
79
118
118
81
113
113
143
211
211
775
1.125
1.125
8.995 1.213 1.258
18.295
WMO - Huishoudelijke hulp Drechthopper Schuldbemiddeling en Budgetadvies Apparaatskosten WMO - uitvoeringskosten Servicecentrum Drechtsteden Basispakket
1.238
1.283
1.297
8.579
8.893
1.272
2.295
2.379
2.407
1.457
1.511
1.529
2.667
2.763
2.795
17.449
18.087
Pluspakket
0
0
0
1.299
1.321
304
0
0
0
0
0
0
0
0
0
176
179
179
1.475
1.500
483
Additioneel pakket
0
0
0
1.409
872
871
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1.409
872
871
386
493
494
2.436
2.801
2.801
471
494
493
691
722
723
382
411
411
1.050
796
796
5.416
5.717
ICT Transitieplan Printer en telefonie Gemeentebelastingen Drechtsteden
0
0
5.718
173
1.699
211
333
215
424
3.055
38
0
47
11
44
11
151
0
2.399
2.399
2.384
462
462
459
433
433
430
431
431
429
669
669
665
4.394
4.394
4.367
0 Onderzoekcentrum Drechtsteden Totaal
58
58
10.810 11.044
57
355
356
11.562 131.381
133.267
350
84
84
82
95
96
137.945 9.715 9.951 10.390 17.323 17.748
94
72
73
71
133
133
131
797
800
785
18.638 14.511 15.059 15.727 31.264 33.046 34.545
215.004
220.115
228.807
Reserves (Bedragen x 1.000) Stand 1-1-2013
Toevoeging
Bestemming Rente 2012
Onttrekking
Prognose Stand 31-12-2013
Algemene reserve GRD
84
0
0
84
0
84
Totaal algemene reserve
84
0
0
84
0
84
Exploitatie reserve SDD
250
0
0
0
0
250
Inburgering
800
0
0
-800
0
0
0
0
0
4.500
0
4.500
Inkomensondersteuning Minimabeleid
19
0
0
281
0
300
214
0
-214
0
0
0
1.098
0
0
-1.098
0
0
BWS
802
127
-562
0
20
387
Exploitatiereserve BDS
117
0
0
-8
0
109
Investeringsfonds
3.363
0
-6.408
3.025
58
38
Noordoevers
1.271
0
-1.271
0
0
0
0
0
0
69
0
69
Innovatiereserve SDD WMO hh
Exploitatie reserve IBD Exploitatiereserve SCD
3
0
0
94
0
97
2.639
0
-1.143
0
0
1.496
0
0
-3.300
3.300
0
0
Exploitatiereserve GBD
164
0
0
0
0
164
Exploitatiereserve OCD
100
0
0
0
0
100
10.840
127
-12.898
9.363
78
7.510
Frictiereserve SCD Reserve ICT Inhaalafschrijving
Totaal bestemmingsreserves
* Betreft geprognosticeerde onttrekking. Bij de 2e burap zal daadwerkelijk een begrotingswijziging worden voorgesteld.
Exploitatiereserve SDD, BDS, IBD, OCD en SCD Vooralsnog zullen er geen mutaties op deze reserve plaatsvinden. Reserve Inkomensondersteuning Bij de jaarrekening 2012 is besloten dat de reserve Inkomensondersteuning tot € 4,5 miljoen zal worden gevuld. Deze reserve zal in 2013 vooralsnog niet benodigd zijn om financiële tegenvallers te kunnen compenseren. Reserve Minimabeleid Bij de jaarrekening 2012 is besloten dat de reserve Minimabeleid tot € 0,3 miljoen zal worden gevuld. Vooralsnog zullen er in 2013 geen mutaties op deze reserve plaatsvinden. Reserve Inburgering Bij de jaarrekening is 2012 is voorgesteld om deze reserve ten gunste van de gemeenten vrij te laten vallen. Innovatiereserve SDD Het in 2012 gestarte project Partner in Zelfstandigheid Wmo wordt in 2013 voortgezet. Voor deze doorontwikkeling van de Wmo is circa € 0,2 onttrokken uit de innovatiereserve. Reserve Wmo Bij de jaarrekening is 2012 is voorgesteld om deze reserve ten gunste van de gemeenten vrij te laten vallen.
52
Bestemmingsreserve BWS De reserve omvat door het Rijk aan de regio gedecentraliseerde middelen, die in overeenstemming met de regels van het Rijk vrij besteedbaar zijn. Bij de besluitvorming over de diverse scenario’s voor de inzet van de BWS-reserve is besloten jaarlijks een onttrekking te doen ten gunste van de uitvoering van de deelprogramma’s van bureau Drechtsteden (€ 510.000). Daarnaast heeft een onttrekking plaatsgevonden voor de extra impuls economie (€ 52.000). Aan de reserve wordt jaarlijks rente toegekend (€ 20.000). Daarnaast heeft er een storting plaatsgevonden als gevolg van de aflossing van de lening van regio ZHZ (€ 127.200) Investeringsfonds In 2013 vindt de afrekening plaats van de laatste projecten van het programma Manden Maken. Er worden zoveel mogelijk projecten uitbetaald in 2013. Aan het eind van het jaar zal de werkelijke stand van zaken worden opgemaakt. Voor de projecten, die niet financieel zijn afgewikkeld, zullen aparte rekeningen in de administratie worden aangemaakt. Uiterlijk 2014 zijn alle projecten afgewikkeld. Voorgesteld wordt om de volledige reserve te onttrekken ten guste van de exploitatie van bureau Drechtsteden zodat de projecten kunnen worden uitbetaald. Reserve Noordoevers Het Drechtstedenbestuur heeft op 11 januari 2012 ingestemd met het inzetten van de vrijvallende voorziening Landsbanki voor een deel van de financiële problematiek rondom Noordoevers. De Drechtraad is hierover geïnformeerd via de raadsinformatiebrief van 13 februari 2012. Bij de jaarrekening 2011 zijn deze vrijgevallen middelen de reserve Noordoevers gevormd. De reserve wordt ingezet op het moment van feitelijke verrekening. Naar verwachting zal deze feitelijke verrekening dit jaar nog plaatsvinden. Voorgesteld wordt om de reserve vrij te laten vallen en in te zetten voor de verrekening. Frictiereserve SCD Bij de ontvlechting van de GR’en ZHZ in 2012 is een reserve gevormd waarin de frictievergoedingen zijn opgenomen. . De verwachting is dat er in 2013 een onttrekking als dekking voor de frictie plaats zal vinden van €1,143 miljoen. De werkelijke onttrekking vindt plaats in de jaarrekening 2013. In juni 2012 is een amendement aangenomen waarmee de maximale frictiekosten voor de GRD niet meer mogen bedragen dan € 670.000 en dat de GRD de inspanningsverplichting heeft deze te verlagen. Het SCD heeft veel inspanningen gezet op het terugmanagen van de frictiekosten. Echter een deel van de frictie is structureel van aard. De conclusie is nu dat in 2015 incidenteel circa € 400.000 extra nodig is en daar zit een structurele component in voor de verdere jaren. Hiermee zal het SCD onder de gestelde € 670.000 blijven. Inhaalafschrijving ICT In het Transitieplan wordt voorgesteld op vanaf 2013 een groot deel van de activa voortaan af te schrijven in 3 jaar. Als gevolg van de goedkeuring van het transitieplan zal er een eenmalige (inhaal)afschrijving nodig van € 4,1 miljoen. Deze inhaalafschrijving wordt deels gedekt uit beschikbaar budget vanuit de inwoner bijdrage van € 6,50 voor Informatie-projecten (€ 800.000). Voor het restant van € 3,3 miljoen is deze reserve gevormd bij vaststelling van jaarrekening 2012 van de GRD. In navolging van de goedkeuring van het Transitieplan is deze reserve gebruikt om de wijziging van afschrijftermijnen te dekken. Voorzieningen (Bedragen x 1.000) Stand 01/01/2013 Voorziening FUWA
Toevoeging
Onttrekking
Vrijval
Stand 31/12/2013
31
0
0
-31
0
Voorziening giften cliënten BSHV Voorziening frictiekosten SDD Voorziening frictiekosten SCD
2 1.413 3.549
0 0 0
0 -1.081 -2.000
0 0 0
2 332 1.549
Totaal
4.995
0
-3.081
-31
1.883
53
Voorziening FUWA Bij de jaarrekening is deze voorziening vrij komen te vallen. Voorziening frictiekosten SDD en SCD Conform planning zal dit jaar ongeveer € 1,1 miljoen voor het SDD en € 2,0 miljoen voor het SCD worden aangewend ten laste van de voorziening en ligt daarmee in lijn met het beeld bij de jaarrekening 2012 en de daarbij bepaalde omvang van de voorziening. Bij de jaarrekening 2013 vindt een nieuwe bepaling plaats van de noodzakelijke omvang van de voorziening. Investeringskredieten (Bedragen x € 1.000) Omschrijving
Drechtraad d.d.
Oorspronkelijk krediet
Beschikbaar krediet 2013
VIP-Programma
Dec-2010
1.323
734
IP&A DP 1B
Jun-2008 Dec-2009 Dec-2010
25.700
618
Investeringen ATB
Apr - 2012
575
490
Reguliere vervanging GRID
Apr - 2012
155
155
Reguliere vervanging GRID
Jan-2013
1.200
1.200
IPA restpunten
Dec- 2012
600
289
Aanschaf SW licenties
Dec- 2012
550
77
Inkoopsysteem
Dec- 2012
90
90
4.356
4.356
e
1 trance transitieplan
Jun-2013
Verwachte Uitgaven Voortgang t.o.v. planning 2013 0 Krediet kan komen te vervallen Op het moment dat het Transitieplan I&A en de bijbehorende kredietaanvraag PM wordt goedgekeurd, komt dit krediet te vervallen. Drechtraad van 1 oktober Betreft reguliere vervangingen. Overige vervangingen zijn op 38 genomen in Transitieplan I&A Basis op Orde. Project in principe vervangen 0 door de kredietaanvraag vanuit het Transitieplan Project is door regulier beheer 1.200 ICT opgepakt. Alle achterstallige 0 softwarelicenties zijn aangeschaft . Aanschaf nieuw 0 inkoopsysteem staat gepland in 2013 Krediet 2013 voor reguliere vervanging is onderdeel 90 geworden van het totale Transitieplan. Extra tranche 2013, dient als dekking van de projecten uit het Transitieplan. Diverse 4.356 aanbestedingen lopen. (o.a. server en storage aanbestedingen)
54
Bijlage II Besluiten Besluiten genomen door Drechtraad Datum
Onderwerp
14-05-2013
Initiatiefvoorstel VVD inzake startersbeurs arbeidsmarkt
11-06-2013
Kredietaanvraag Transitieplan I&A Drechtsteden
11-06-2013
Onafhankelijk onderzoek transitieplan I&A
02-07-2013
Raadsopdracht en financiering onafhankelijk onderzoek Transitieplan I&A Drechtsteden
02-07-2013
Concept-Jaarstukken Gr Drechtsteden 2012
02-07-2013
Eerste Bestuursrapportage Gr Drechtsteden 2013
02-07-2013
Concept-Primaire begroting Gr Drechtsteden 2014
De Drechtraad besluit: 1. Instemmen met het initiatiefvoorstel van de regiofractie VVD en daarmee specifiek: a) De Startersbeurs in te voeren voor afgestudeerde jongeren tot 27 jaar die niet werken, niet leren en geen uitkering ontvangen. b) Maximaal € 420.000,- beschikbaar te stellen voor de uitvoering van deze regeling en deze kosten ten laste te brengen van de te ontvangen regionale middelen Jeugdwerkloosheid. 2. Het bestuur opdracht te geven om: a) de Startersbeurs inhoudelijk nader te verkennen, uit te werken en ten uitvoering te brengen, vooralsnog voor een periode van 1 jaar, waarbij de Startersbeurs uiterlijk 1 oktober 2013 ook daadwerkelijk voor Starters en Werkgevers beschikbaar is. b) De Drechtraad te informeren over de uitvoering van de regeling, voor 1 oktober 2013 voortgang) en 1 oktober 2014 (evaluatie). Om een bedrag van € 4.356.000,00 beschikbaar te stellen voor het kunnen uitvoeren van de operationeel kritische en noodzakelijke investeringen tot 1 oktober 203, uit te voeren zoals beschreven in het Transitieplan I&A. Op 1 oktober 2013, wanneer de resultaten van de second opinion bekend zijn, zal de Drechtraad een besluit nemen dat in lijn ligt met het aangepast transitieplan en het benodigde krediet op basis van de aanbevelingen en de bevindingen van de second opinion. Instemmen met de inhoudelijke contouren van de raadsopdracht, zodat op basis hiervan gestart kan worden met de werving van een extern onderzoeksbureau. De raadsopdracht, inclusief kostenraming en financiële dekking, definitief vaststellen in de Drechtraad van 2 juli 2013. 1. Definitief vaststellen van de raadsopdracht “Onafhankelijk onderzoek Transitieplan I&A Drechtsteden 2. De kosten voor het onafhankelijk onderzoek inclusief inzet van het Service Centrum Drechtsteden (SCD), geraamd op circa 80.000,- euro exclusief BTW, opnemen in de tweede bestuursrapportage van 2013 welke in december 2013 in de Drechtraad behandeld zal worden. 1. Kennis nemen van: het accountantsverslag; de reactie van het Drechtstedenbestuur op het accountantsverslag; het advies van de Cliëntenraad WWB Drechtsteden; de reactie van de portefeuillehouder sociaal op het advies van de CWD. 2. Vaststellen van: de concept-jaarstukken 2012; de resultaatbestemming zoals voorgesteld; de afrekening met de gemeenten zoals gespecificeerd. 1. Vaststellen van de 1e burap GrD 2013. 2. Vaststellen van de voorgestelde begrotingswijzigingen. 3. Vaststellen van de voorgestelde gemeentelijke bijdragen. Vaststellen van: 1. de concept begroting 2014 en de meerjarenraming 2015 tot en met 2017; 2. de gemeentelijke bijdragen voor 2014.
Besluiten genomen door Drechtstedenbestuur Datum
Onderwerp
16-05-2013
Sociaal Maatschappelijk Bestuursakkoord
16-05-2013
Doorontwikkeling Drechtsteden en Decentralisatieopgaven
Het Drechtstedenbestuur besluit: Met inachtneming van de opmerkingen uit het PFO Sociaal: 1. stemt het bestuur in met het Sociaal maatschappelijk bestuursakkoord 2. worden de afzonderlijke colleges van B&W verzocht het Sociaal maatschappelijk bestuursakkoord uiterlijk 28 mei 2013 vast te stellen en te ondertekenen. 3. worden de gemeenteraden geïnformeerd over het Sociaal maatschappelijk bestuursakkoord door middel van een raadsinformatiebrief. Met inachtneming van de opmerkingen uit het PFO Sociaal en Bestuur wordt: 1. de brief aan Minister Plasterk over de doorontwikkeling van de Drechtsteden en de verbanden waarin de uitvoering van de
55
16-05-2013
Uitvoering Organisatie Participatiewet
16-05-2013
Mobiliteitsmanagement
16-05-2013
Bestuurlijke reactie initiatiefvoorstel VVD inzake Startersbeurs
16-05-2013
Evaluatie minimabeleid 2013
decentralisaties wordt voorzien, met een enkele aanpassing vastgesteld. De vaststelling geschiedt onder voorbehoud van positieve besluitvorming van de colleges van de Drechtstedengemeenten vóór eind mei 2013 over het sociaal-maatschappelijk bestuursakkoord Drechtsteden, waarin de uitvoering van de decentralisaties is geduid. 2. na officiële verzending van de brief aan de Minister, de brief met een begeleidende raadsinformatiebrief ter informatie doorgeleid naar de Drechtraad. Aan de lokale colleges wordt de suggestie gedaan de brief ter informatie door te geleiden aan de lokale gemeenteraad. 3. na officiële verzending van de brief aan de Minister, de brief onder de aandacht gebracht van de raadswerkgroep Toekomst Drechtsteden, als procesbegeleider van het dossier Toekomst Drechtsteden en de onderscheiden onderdelen daarin. Met inachtneming van de aandachtspunten die zijn ingebracht in het PFO Middelen en de opmerking uit het PFO Sociaal: 1. stemt het bestuur in met de manier waarop we de integrale visie tot vormgeving van de organisatie van de keten werk en inkomen in de Drechtsteden, zoals vastgesteld in het visiedocument, gaan uitvoeren. 2. stemt het bestuur in met het doorgeleiden van het uitvoeringsplan naar de Carrousel van de Drechtraad op 11 juni. 1. Het bestuur neemt kennis van de brief van het ministerie (26 maart 2013) waarin ingestemd wordt met verlenging van de subsidietermijn voor besteding van € 300.000,- van de resterende zogeheten Taskforce Mobiliteitsmanagement (TFMM)-middelen aan Beter Benutten, en van het voorgenomen besluit van het bestuur van het Vervoerscoördinatiecentrum Drechtsteden (VCC) tot liquidatie van de bijbehorende stichting en het geclausuleerd onderbrengen van de resterende middelen ten bedrage van ongeveer € 348.000,- bij de Drechtsteden. 2. Ter vervulling van de resterend benodigde eigen Drechtstedenbijdrage aan TFMM, wordt opdracht gegeven van de beschikbare middelen luchtkwaliteit € 90.000,- af te zonderen ten behoeve van Beter Benutten. 3. Opdracht wordt gegeven de inhoudelijke en financiële verantwoording van de TFMM-middelen over de periode 2009-2012 nu al op te stellen ten behoeve van verantwoording in 2015. 4. Opdracht wordt gegeven de TFMM middelen en de VCC-middelen in 2013 en 2014 onder de voorwaarden van de subsidiebeschikkingen respectievelijk de afspraken met het VCC-bestuur beschikbaar te houden voor door de Toetsingskamer Beter Benutten Drechtsteden voor te dragen projecten. Het bestuur bekrachtigt de beslispunten uit het voorstel wat op 26 april jl. per mail voor akkoord naar het bestuur is gestuurd, te weten: De ‘Asshergelden’ voor aanpak van jeugdwerkloosheid zo efficiënt mogelijk inzetten, te weten: 1. Verbind de inzet van de extra middelen aan programma’s en projecten die in het kader van het regionaal arbeidsmarktbeleid zijn ontwikkeld voor jongeren zoals Metalent in de Metalektro, branchegerichte aanpak in de Zorg (Welslagen) en verschillende sectorale projecten van de Open Call; 2. Koppel de aanpak van jeugdwerkloosheid aan de visie en implementatie van de ‘participatiewet’, zoals het ontwikkelen een integrale dienstverlening aan werkgevers; 3. Zet de extra middelen, in combinatie met sectorale plannen, in voor het oplossen van knelpunten in de speerpunt sectoren van de regio nl. Techniek / Maritieme maakindustrie, Zorg en Recreatie/toerisme; 4. Sluit hierbij o.a. aan bij het sectorplan Techniek waarin de Drechtsteden één van de drie pilotregio’s is; 5. Benut de lessen die geleerd zijn uit de evaluatie van de regionale aanpak in 2009-2011; 6. Zet de Startersbeurs in voor afgestudeerde jongeren en benut daarbij alle baanopeningen op de regionale arbeidsmarkt (dus niet alleen beperkt tot de speerpuntsectoren van het regionaal arbeidmarktbeleid); d.w.z. conform de gedachte en werkwijze van het VVD initiatief voorstel; 7. Begin met een regionale doelstelling om voor 100 jongeren de Startersbeurs in te zetten; 8. Financier de Startersbeurs voor 50 jongeren uit de ‘Asshergelden’ en bekostig voor nog eens 50 jongeren de Starterbeurs uit het Participatiebudget van de Sociale Dienst Drechtsteden; 9. Beleg de uitvoeringscoördinatie van de Startersbeurs bij de Sociale Dienst Drechtsteden. Met inachtneming van de opmerkingen uit het PFO Sociaal maar met uitzondering van het in het PFO Sociaal ingebrachte punt met betrekking tot de inzet van de resterende middelen in het budget. Het DSB besluit dat binnen de geldende financiële kaders en het budgetbeheer inzet van
56
16-05-2013
Preventief budgetbeheer in samenwerking met ketenpartners
16-05-2013
Ontvlechtings- en offertetraject GR’en ZHZ
13-06-2013
Regionaal actieplan jeugdwerkloosheid
13-06-2013
ROM-D en Kijfhoek
04-07-2013
Voortgangsrapportage 2012 Programma Luchtkwaliteit Drechtsteden 2006-2015
middelen mogelijk is. Het bestuur stelt de navolgende beleidswijzigingen als maatregelen om de knelpunten als gevolg van huidig minimabeleid aan te pakken vast: 1. Ten aanzien van het knelpunt dat de besteedbare middelen van ouders met oudere kinderen niet toereikend zijn voor de basiskosten: 1.1. Verhogen van de vergoeding SMS Kinderfonds voor ouders met kinderen op de middelbare school met € 45 per kind per maand. 2. Ten aanzien van het knelpunt dat de besteedbare middelen van minima weinig ruimte laat voor participatie: 2.1. Compensatie eigen bijdrage kinderopvang ook voor werkenden met een inkomen tot 110% WML. 2.2. Vergoeding reiskosten uitstroom werkenden onder de 110% WML. 2.3. De doelgroep bonus vrijwilligerswerk uitbreiden door: a. de inkomensgrens op te hogen naar 110% WML; b. beide partners van een echtpaar in aanmerking te laten komen voor een bonus; c. mensen met een gedeeltelijke arbeidsontheffing ook in aanmerking te laten komen voor de bonus. 2.4. Met meer ziektekostenverzekeraars collectieve arrangementen afsluiten. 3. Ten aanzien van het bereik onder minima, worden een aantal acties ondernomen om dit bereik te vergroten, in het bijzonder: a. met meer ziektekostenverzekeraars collectieve arrangementen afsluiten; b. preventief budgetbeheer en begeleiding voor mensen die hun financiën niet kunnen beheren; c. versterking aansluiting A-team in regio op bestaande structuren; d. optimalisering bestandsvergelijking; e. lokale acties. 4. De Raadsinformatiebrief teneinde de Drechtraad over deze maatregelen te informeren, wordt vastgesteld. Preventief budgetbeheer wordt ingezet voor burgers die tijdelijk zelf niet in staat zijn hun financiën op orde te houden en schulden te voorkomen. a. Het preventief budgetbeheer wordt uitgevoerd door de Afdeling Budgetadvies en Schuldbemiddeling (ABS) van de Sociale Dienst Drechtsteden. b. De kosten van € 410.000 worden gedekt uit het programmabudget Minimabeleid. 1. Het bestuur neemt kennis van de stand van zaken offertetraject/ontvlechting gr’en ZHZ in relatie tot het SCD. 2. Het bestuur stemt in met het 8-jarig contract (bijlage B) tussen het SCD en de OZHZ voor de ICT-dienstverlening. 3. De portefeuillehouder P&O binnen het DSB wordt gemandateerd om onder gelijkluidende condities als het ICT-contract de contracten voor P en Inkoop met OZHZ af te ronden en te ondertekenen. 4. Het bestuur stemt in met het 8-jarig contract (bijlage C) tussen het SCD en de DG&J. 5. Het bestuur stemt in met het 8-jarig contract (bijlage D) tussen het SCD en de RAV. 6. De portefeuillehouder en de regiosecretaris zullen afstemming hebben om tot een goed voorbereide informatievoorziening aan de Drechtraad te komen. 1. Het bestuur stelt het regionaal actieplan jeugdwerkloosheid, Drechtsteden benutten talent, vast. Deze wordt voor 1 juli 2013 ingediend bij het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. 2. Het bestuur stemt in met de raadsinformatiebrief aan de Drechtraad. Deze wordt verzonden aan de Drechtraad. 3. Er wordt een factsheet opgesteld waarop beoogde resultaten, acties en arrangementen met bedrijven staan vermeld. Deze factsheet kunnen de portefeuillehouders Economie gebruiken tijdens externe bezoeken aan bijvoorbeeld bedrijven. 1. Het bestuur neemt kennis van het voorstel om: de afboeking op project Kijfhoek ten laste te brengen van de door de gemeenten in ROM-D ingebrachte vereveningsbijdragen, naar rato van inwoneraantallen; de terugbetalingsverplichting aan de gemeenten te laten vervallen. 2. De directeur ROM-D wordt verzocht dit te verwerken in de jaarrekening 2012 van ROM-D Capital, die op 24 juni 2013 wordt aangeboden aan de AvA. Met inachtneming van het advies van het PFO: 1. Wordt de Voortgangsrapportage 2012 Programma Luchtkwaliteit Drechtsteden 2006-2015 vastgesteld. 2. Wordt separaat, als partner in het Nationaal Samenwerkingsprogramma
57
04-07-2013
04-07-2013
Volumebeperking Wsw
Beëindigen proces Businesscase IBD 2 naar 6
Luchtkwaliteit, ingestemd met de verlenging van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit met 2 jaar. 3. Worden de colleges van de individuele Drechtstedengemeenten verzocht het DSB besluit met betrekking tot de verlenging van het Nationaal Samenwerkingsprogramma te bekrachtigen. 4. Wordt voor de verlengingsperiode van twee jaar € 30.000 uit de rentegelden gereserveerd voor coördinatie en monitoring van het programma. 5. Wordt in overleg met de gemeenten met een voorstel gekomen over de inzet van de niet-gelabelde gelden uit FES 1e/2e tranche en de resterende rentebaten (tot en met 2012). Totaal: € 128.496. Het toekomstige volume van het aantal werkzame personen binnen de Wsw wordt beperkt door de volgende maatregelen: 1. nieuwe kandidaten stromen altijd in op basis van een tijdelijk contract, en dit principe wordt ook van toepassing verklaard op terugkerende begeleidwerkers; 2. in de toekomst geen tijdelijke contracten meer omzetten naar dienstverbanden voor onbepaalde tijd, maar waar mogelijk te verlengen tot de invoeringsdatum van de nieuwe wetgeving ter vervanging van de Wsw. Dit met uitzondering van personen waarvan de derde contractperiode voor die invoeringsdatum afloopt; 3. de Drechtraad over dit voorstel te informeren via bijgevoegde raadsinformatiebrief. De vertegenwoordigers van de gemeenten Alblasserdam en Sliedrecht stemmen tegen het voorstel omdat naar hun mening in het voorstel de potentiële financiële gevolgen naar verhouding te zwaar worden gewogen ten opzichte van de ongewenste sociale gevolgen. Het advies van het PFO is in het besluit van het DSB in te stemmen met de voorgestelde maatregelen meegewogen. Conform voorstel wordt besloten het proces Businesscase IBD 2 naar 6 te beëindigen. Het tweede beslispunt wordt afgewezen en het derde beslispunt wordt gewijzigd. In afwijking van het voorstel wordt besloten de twee onderdelen van het vervolgtraject uiteen te halen en volgtijdelijk uit voeren. Ten eerste krijgen de gemeentesecretarissen van de twee eigenaren van het IBD en de regiosecretaris de opdracht een visie uit te werken ten aanzien van de toekomstige positie van het IBD. Pas op basis van deze visie zal worden bezien of aansluiting wenselijk en mogelijk is bij de opdracht openbare ruimte uit het Ontwikkelprogramma Organisatienetwerk Drechtsteden. De regiosecretaris krijgt de opdracht de Raadsinformatiebrief conform dit besluit aan te passen, en in de raadsinformatiebrief ook aan te geven dat beoogd wordt voor het einde van 2013 de besluitvorming in deze twee vervolgstappen af te ronden.
58
Bijlage III Moties en amendementen Datum
Omschrijving
Motie of amendement
Stand van zaken
10-01-2012
Taakstelling 2012 en verder
Motie
Op dit moment worden de voorstellen voor een nieuwe bezuinigingsronde geformuleerd, op basis van de mei- en september-circulaire 2013. Besluitvorming in het DSB is beoogd in oktober, waarna de kaders worden voorgelegd aan de Drechtraad.
10-01-2012
Taakstelling (extra kosten bestuur en concernstaf)
Amendement
In deze burap zijn voorstellen opgenomen om invulling te geven aan de taakstelling Bestuur en Staf.
06-03-2012
Raad van commissarissen ROM-D
Motie
12-06-2012
Nieuwe dienstverleningsrelatie SCD – Gr’en
Amendement
03-07-2012
Aan de slag met taal
Motie
03-07-2012
Onderzoek versterking toerisme
Motie (afgerond)
03-07-2012
De zomermotie
Motie
15-01-2013
Asbestonderzoek
Motie (afgerond)
05-02-2013
Onderzoek OZHZ
Motie (afgerond)
14-05-2013
Onafhankelijk onderzoek ICT
Motie vreemd aan de orde van de dag (afgerond)
02-07-2013
SMS-kinderfonds
Motie (afgerond)
Per 1 januari 2013 zijn door de benoemingen van de heren M. van Twist en A. Boer van de drie vacatures er twee extern ingevuld. Doordat een kandidaat zich heeft teruggetrokken, is het niet mogelijk geweest in de derde vacature te voorzien. De werving voor deze vacature vindt plaats in overleg met de Provincie. Na definitieve afronding van dit traject zullen we de uitkomsten en de gevolgen voor het frictierisico van de GRD terugrapporteren aan de Drechtraad. Er is ingestemd met voorstel Regionaal bondgenootschap en aanvalsplan laaggeletterdheid 20132016 in DSB 4 april ’13. RIB hierover is op 4 april ’13 aan de Drechtraad. gestuurd. (nr. 13/072 lijst ingekomen stukken) Coördinatie 2013 voor € 10.000 gefinancierd uit resterende 'WEB middelen'. Eind 2013 worden DSB en DR geïnformeerd over de resultaten. Tevens wordt een voorstel gedaan voor de jaren 2014-2016 inclusief financiering. Met de ondertekening van het bondgenootschap op 3 september 2013 is er een concrete stap in de uitvoering van deze motie genomen. Hierdoor is meer duidelijk geworden hoe verder zal worden gegaan (inclusief financiële invulling). Op 4 juli 2013 heeft de DR een RIB Aanvullend regionaal werkprogramma Vrijetijdseconomie ontvangen (nr. 13/137 lijst ingekomen stukken).
In deze burap zijn voorstellen opgenomen om invulling te geven aan de taakstelling uit de zomermotie.. Zienswijze Drechtsteden is op 18 januari 2013 bij OZHZ ingediend (zie 13/017 op de lijst van ingekomen stukken) De portefeuillehouder heeft door de gemeentelijk portefeuillehouders te mobiliseren bereikt, dat het DB OZHZ via een gezamenlijke actie in het AB OZHZ heeft gesproken over onderzoek naar het functioneren van de OZHZ. Op dit moment loopt er een landelijk onderzoek vanuit het ministerie naar het functioneren van de Regionale Uitvoerings-diensten (RUD's), welke uitkomsten 19 september beschikbaar komen. De portefeuillehouder heeft in de Drechtraad van 3 september 2013 aangegeven dat de raden van de Drechtstedengemeenten hierin desgewenst door hun eigen colleges worden geïnformeerd. Het second opinion wordt uitgevoerd. Planning is september in het DSB en oktober in de DR.
Op 5 september 2013 heeft de DR een RIB Onderzoek verruiming SMS-kinderfonds ontvangen (nr. 13/157 lijst ingekomen stukken).
59
BESLUIT DRECHTRAAD d.d. 3 december 2013 Portefeuillehouder R.T.A. Korteland
Steller A. Tolsma
Onderwerp
2e bestuursrapportage 2013 GRD
DE DRECHTRAAD Gezien het voorstel van het Drechtstedenbestuur van 7 november 2013; Gelet op artikel 6 en 7 van de Gemeenschappelijke regeling Drechtsteden; BESLUIT: 1. Vaststellen van de 2e burap GrD 2013. 2. Vaststellen van de voorgestelde begrotingswijzigingen. 3. Beschikbaar stellen van de gevraagde kredieten. 4. Vaststellen van de voorgestelde gemeentelijke bijdragen.
Aldus besloten in de openbare vergadering van 3 december 2013. de coördinerend griffier,
de voorzitter,
A. Overbeek
drs. A.A.M. Brok