De voorzitter nodigt de leden van de Drechtraad uit voor de openbare vergadering van de Drechtraad die op dinsdag 2 juli 2013 in het Stadhuis van Dordrecht (Stadhuisplein 1) gehouden wordt van 18.00-23.30 uur. Let op: gewijzigde aanvangstijd ! de voorzitter van de Drechtraad, drs. A.A.M. Brok
Concept-agenda Nr.
Onderwerp
Stukken (bijlagenr.)
1.
Opening
2.
Vaststelling agenda en mededelingen
3.
Vragenkwartier
4.
Ingekomen stukken Voorstel: Voor kennisgeving aannemen.
- Voorstel (1) - Lijst ingekomen stukken *
5.
Vaststelling concept verslag Drechtraad 11 juni 2013 Voorstel: Vaststellen van het concept verslag van de Drechtraad op 11 juni 2013.
- Voorstel (2) - Concept verslag
6.
Raadsopdracht en financiering onafhankelijk onderzoek Transitieplan I&A Drechtsteden Voorstel: 1. Definitief vaststellen van de raadsopdracht “Onafhankelijk onderzoek Transitieplan I&A Drechtsteden 2. De kosten voor het onafhankelijk onderzoek inclusief inzet van het Service Centrum Drechtsteden (SCD), geraamd op circa 80.000,- euro exclusief BTW, opnemen in de tweede bestuursrapportage van 2013 welke in december 2013 in de Drechtraad behandeld zal worden.
- Voorstel (3) - Onderliggende stukken
7.
- Voorstel (4) Evaluatie minimabeleid 2013 Voorstel: - Onderliggende stukken Kennisnemen van de vaststelling door het Drechtstedenbestuur d.d. 15 mei 2013 van beleidswijzigingen als maatregelen om de knelpunten als gevolg van het huidig minimabeleid aan te pakken. Het Drechtstedenbestuur heeft d.d. 15 mei 2013 de navolgende beleidswijzigingen vastgesteld: 1. Ten aanzien van het knelpunt dat de besteedbare middelen van ouders met oudere kinderen niet toereikend zijn voor de basiskosten: 1.1 Verhogen van de vergoeding SMS Kinderfonds voor ouders met kinderen op de middelbare school met € 45 per kind per maand. 2. Ten aanzien van het knelpunt dat de besteedbare middelen van minima weinig ruimte laat voor participatie: 2.1 Compensatie eigen bijdrage kinderopvang ook voor werkenden met een inkomen tot 110% WML. 2.2 Vergoeding reiskosten uitstroom werkenden onder de 110% WML. 2.3 De doelgroep bonus vrijwilligerswerk uitbreiden door: a. de inkomensgrens op te hogen naar 110% WML; b. beide partners van een echtpaar in aanmerking te laten komen voor een bonus; c. mensen met een gedeeltelijke arbeidsontheffing ook in aanmerking te laten komen voor de bonus. 2.4 Met meer ziektekostenverzekeraars collectieve arrangementen afsluiten. 2.5 Maatregelen bronheffing. 2.6 Onderzoek collectieve inkoop duurzame energie. 3. Ten aanzien van het bereik onder minima, een aantal acties te
concept-agenda Drechtraad d.d. 2 juli 2013
Nr.
Onderwerp
Pagina 2
Stukken (bijlagenr.)
ondernemen om dit bereik te vergroten, in het bijzonder: a. met meer ziektekostenverzekeraars collectieve arrangementen afsluiten; b. preventief budgetbeheer en begeleiding voor mensen die hun financiën niet kunnen beheren; c. versterking aansluiting A-team in regio op bestaande structuren; d. optimalisering bestandsvergelijking; e. halfjaarlijkse papieren nieuwsbrieven; f. lokale acties. De agendapunten 8, 9 en 10 worden als één integraal onderwerp behandeld. 19.45 - 21.15 uur
Eerste termijn (maximale spreektijd: 10 min.): - Lokale partijen - CU/SGP - PvdA - VVD - CDA - D66 - Groen Links Overige fracties (gezamenlijk overige fracties 10 min.) (mogelijkheid van sprekers namens gemeenteraden)
21.15 - 21.30 uur 21.30 - 22.00 uur 22.00 - 22.30 uur 22.30 - 22.40 uur 22.40 - 23.00 uur 23.00 - 23.25 uur
Schorsing Spreektijd portefeuillehouder(s) Tweede termijn (maximale spreektijd: 4 min.) Schorsing Spreektijd portefeuillehouder(s) Schorsing en beraad stemverklaringen en stemmingen
Afspraak gemaakt in de Agendacommissie van 23 januari 2013: De volgende van de algemene beschouwingen is naar grootte van de partijen worden vormgegeven. Tevens zullen in de 1e termijn interrupties mogelijk zijn, zodat de 3e termijn is komen te vervallen. 8.
Concept-Jaarstukken Gr Drechtsteden 2012 Voorstel: 1. Kennis nemen van: 1. het accountantsverslag; 2. de reactie van het Drechtstedenbestuur op het accountantsverslag; 3. het advies van de Cliëntenraad WWB Drechtsteden; 4. de reactie van de portefeuillehouder sociaal op het advies van de CWD. 2. Vaststellen van: 1. de concept-jaarstukken 2012; 2. de resultaatbestemming zoals voorgesteld; 3. de afrekening met de gemeenten zoals gespecificeerd.
- Voorstel (5) - Onderliggende stukken
9.
Eerste Bestuursrapportage Gr Drechtsteden 2013 Voorstel: 1. Vaststellen van de 1e burap GrD 2012. 2. Vaststellen van de voorgestelde begrotingswijzigingen. 3. Vaststellen van de voorgestelde gemeentelijke bijdragen.
- Voorstel (6) - Onderliggende stukken
10.
Concept-Primaire begroting Gr Drechtsteden 2014 Voorstel: Vaststellen van: 1. de concept begroting 2014 en de meerjarenraming 2015 tot en met 2017; 2. de gemeentelijke bijdragen voor 2014.
- Voorstel (7) - Onderliggende stukken
concept-agenda Drechtraad d.d. 2 juli 2013
Nr.
Onderwerp
11.
Rondvraag en sluiting
Pagina 3
Stukken (bijlagenr.)
* Zie de meest recente lijst van ingekomen stukken op www.drechtraad.nl Aanmelden als spreker De leden van de Drechtraad die bij een onderwerp in eerste termijn het woord willen voeren dienen zich tot een kwartier voor aanvang van de vergadering aan te melden bij de coördinerend griffier met vermelding namens wie zij spreken. Aan de hand van de aanmeldingen van sprekers kan bij de vaststelling van de agenda geschoven worden met de benodigde tijd per agendapunt. De leden van de Drechtraad die zich niet hebben aangemeld voor de eerste termijn kunnen alleen in tweede termijn reageren op de woordvoerders in de eerste termijn en geen nieuwe punten inbrengen. Technische vragen vooraf Over alle onderwerpen van het programma van de Drechtstedendinsdagavond kunnen tot een week voor de Drechtstedendinsdag technische vragen worden gesteld via het e-mailadres
[email protected]. Deze worden uiterlijk een dag voor de Drechtstedendinsdag via Bureau Drechtsteden beantwoord. Aanlevering moties en amendementen In verband met een goed verloop van de vergadering wordt u gevraagd digitale teksten van moties (en/of amendementen) op de Drechtstedendinsdag voor 18.00 uur aan de coördinerend griffier via het e-mailadres
[email protected] beschikbaar te stellen, zodat deze klaargemaakt kunnen worden voor projectie en vermenigvuldiging. Vragenkwartier Hiervoor kunt u zich tot 5 minuten voor de aanvang van de Drechtraadvergadering aanmelden bij de coördinerend griffier. Spreekrecht carrouselvergadering Na de opening van de carrouselvergadering kunnen burgers elk gedurende maximaal 5 minuten per persoon en met een maximum van 30 minuten voor alle insprekers in totaal, het woord voeren over onderwerpen die op de agenda staan voor die vergadering van de carrousel en, desgewenst, over andere onderwerpen, voor zover de maximale tijd voor de vergadering dat toestaat. Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken meldt dit tenminste één dag voor de datum van de carrouselvergadering aan de coördinerend griffier via
[email protected]. Onderwerpen waartegen door sprekers beroep of bezwaar is aangetekend en benoemingen zijn van het inspreekrecht uitgezonderd.
Bijlage 1
VOORSTEL DRECHTRAAD 2 juli 2013 Datum 12 juni 2013
Steller A.A. de Klerk-Faro
Telefoonnummer 078-7703959
E-mail
[email protected]
Onderwerp
Ingekomen stukken Voorstel Voor kennisgeving aannemen. Toelichting op het voorstel De ingekomen stukken worden meteen na ontvangst op de website www.drechtraad.nl geplaatst. Op de maandag vóór de Drechtraad wordt de lijst afgesloten om 12.00 uur, waarna de lijst met andere na te zenden stukken op de maandag vóór de Drechtraad via de mail wordt toegezonden. Hiermee wordt bereikt dat stukken die tot kort voor de Drechtraad binnenkomen, nog ter kennis van de Drechtraad worden gebracht. Raadsinformatiebrieven van het Drechtstedenbestuur worden als ingekomen stuk verwerkt. Wel wordt hiervan direct per mail een melding naar de leden en plaatsvervangende leden van de Drechtraad gezonden. Tevens ontvangen de griffiers dit bericht, zodat zij op de gebruikelijke wijze hun raadsleden kunnen informeren. Onderliggende stukken Lijst met ingekomen stukken (laatste versie is te vinden op www.drechtraad.nl/ingekomen stukken Drechtraad/2013).
Bijlage 2
VOORSTEL DRECHTRAAD 2 juli 2013 Datum 12 juni 2013
Steller A.A. de Klerk-Faro
Telefoonnummer 078-7703959
Onderwerp
Concept-verslag van de Drechtraad van 11 juni 2013 Voorstel Vaststellen van het concept-verslag van de Drechtraad van 11 juni 2013. Onderliggende stukken Concept-verslag van de Drechtraad op 11 juni 2013.
E-mail
[email protected]
Concept verslag van de plenaire vergadering van de Drechtraad van 11 juni 2013 Locatie: Gemeentehuis Zwijndrecht 1.
Opening De voorzitter: Dames en heren, welkom vanavond bij uw Drechtraad. Ik wil uw aandacht vragen voor het volgende. We krijgen eerst een filmpje. Dit filmpje heeft men op de tweede congresdag laten zien als impressie op de eerste congresdag van het VNG-congres. Een aantal van u was ook bij dit congres aanwezig. Voor de mensen die nooit bij een VNG-congres geweest is, is het misschien aardig om te zien wat dit congres zoal betekent. Ik hoop dat u volgend jaar in groten getale aanwezig zult zijn bij dat congres als het hier in de Drechtsteden plaatsvindt. We verwachten tussen de 2500 en 3000 mensen, hopelijk ook uit veel gemeenten met veel nieuwe raadsleden. Het zal het eerste congres zijn na de verkiezingen van 19 maart 2014. Ik meld u dat het Drechtstedenbestuur er alles aan zal doen om het goed verdeeld, ook vanuit de inhoud, plaats te laten vinden in heel de regio en het ook samen met het bedrijfsleven vorm te geven en nadrukkelijk met een rendement voor de locale- en regionale economie. Die moeten ook het voordeel van een dergelijk groot evenement ervaren. Dat zal onze insteek zijn. Nogmaals, ik reken op uw ambassadeurschap maar ook op uw aanwezigheid. De vergadering is geopend. Berichten van verhindering: Alblasserdam: F.C. de Gier, T. Stam Dordrecht: J.E.T.M. van Dongen zij wordt vervangen D.T. van Antwerpen, D Pols hij wordt vervangen door I. Koenen, H.J. Tazelaar hij wordt vervangen door H.J. Romijnsen H.I.-Ambacht: C.H. Don hij wordt vervangen door M.N.P. Vogelaar, J.C.W.H. Groos Papendrecht: A. de Graaf Sliedrecht: C.N. de Jager hij wordt vervangen door T.C.C. den Braanker, W.J. Dunsbergen, L. van Rekom Zwijndrecht: H.W. Pasveer hij wordt vervangen door M.M. Schenkel Drechtstedenbestuur: T.A. Stoop De voorzitter: Ik meld u ook dat voor het eerst in ons midden aanwezig is collega Schrijer, burgemeester van Zwijndrecht. De heer Schrijer is op 27 mei in deze zelfde ruimte onder feestelijk gesternte geïnstalleerd tot burgemeester van de gemeente Zwijndrecht. Welkom in uw eigen huis. U bent enthousiast begonnen met veel energie en u heeft aangegeven veel voor de regio te willen betekenen. U bent meer dan van harte welkom. We hopen erop dat u de komende tijd vaak op de Drechtstedendinsdag aanwezig zult zijn en ook uw actieve bijdrage zal leveren.
2.
Vaststelling agenda en mededelingen De voorzitter: Er is een amendement binnengekomen dat wellicht ingebracht zou kunnen worden bij agendapunt 6. Dat wachten we even af. Dit amendement is op 5 juni naar de Drechtraad verstuurd. Er zijn geen verdere mededelingen. De agenda wordt vastgesteld.
3.
Vragenkwartier De voorzitter: Wie wenst er een vraag te stellen? Niemand.
4.
Ingekomen stukken De voorzitter: Hier heeft de heer Boersma van de regiofractie SGP/ChristenUnie zich voor aangemeld. De heer Boersma: Dank u wel voorzitter. Ik wil een vraag stellen over de raadsinformatiebrief die gaat over de evaluatie van het minimabeleid. Ik stel die vraag namens de CU/SGP regiofractie. We hebben gelezen dat bij ongewijzigd beleid in 2013 een overschot op het budget van het minimabeleid verwacht wordt van 1,3 miljoen euro. Er worden in dit stuk voorstellen gedaan voor beleidswijziging om die ruimte op te vullen. Hier zouden wij graag in Carrouselverband met de portefeuillehouder en met de andere fracties over in gesprek komen. Aan de ene kant omdat wij graag wat willen vinden van dat nieuwe beleid en aan de andere kant omdat ons reacties bereiken dat de huidige regels wel heel stringent toegepast worden, zodat je niet komt tot het volledig benutten van beschikbare middelen. Ik zou dit graag via u willen doorgeleiden naar de Agendacommissie om dit als een bespreekstuk op de eerstvolgende Carrousel te plaatsen.
pagina 2 van concept-verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 11 juni 2013
De voorzitter: Dat is formeel niet de route, maar materieel en informeel mag bijna alles hier. De voorzitter van de Agendacommissie, de heer Loos, hoort wat uw wens is. Dat betekent dat dit geuit zal worden in de Agendacommissie. Ik weet haast wel zeker dat de Agendacommissie zich geïnspireerd zal weten door uw opmerking hier. Zij doen de agenda. Mag ik het zo naar de heer Loos doorgeleiden? De portefeuillehouder wil wat zeggen. Portefeuillehouder Van de Burgt: Voorzitter, ik denk dat de heer Boersma in de motivatie die hij geeft de urgentie legt om deze aanvulling op het minimabeleid ook te doen. Ik zou willen voorstellen dat wij de maatregelen die wij daarin willen treffen, wel in werking zetten, anders duurt het weer een periode voordat wij ze in werking kunnen zetten. Dat betekent dat wij een aantal effectieve inzetten naar de doelgroep niet kunnen maken. Ik zou u willen verzoeken om, vooraf aan de bespreking, toch ze in werking te mogen zetten. Het is een vreemde vraag, maar ik wil de vraag toch stellen. De heer Van Verk: Ik begrijp de vraag en ik zou de vraag willen ondersteunen omdat het hier een verruiming betreft van het minimabeleid, maar procedureel vind ik de vraag raar. Het is niet de eerste keer dat wij geconfronteerd worden met maatregelen die wij achteraf moeten bekrachtigen. Principieel heb ik er moeite mee. Ik wil het DSB willen vragen ervoor te zorgen dat dit in het vervolg niet meer gebeurt zodat we niet achteraf iets bespreken wat eigenlijk al bedisseld en besloten is. De voorzitter: Het woord 'bedisselen' is iets wat in het vocabulaire van het DSB niet voorkomt. De heer Boersma vroeg, naar aanleiding van de lijst van ingekomen stukken, niet anders dan om dat door te geleiden naar de Agendacommissie om het daar te bespreken. Dat was uw verzoek. De heer Boersma: Mijn verzoek is concreet om dit te agenderen op de eerstkomende Carrousel. Ik zie ook wel het probleem dat de eerstkomende Carrousel pas na de zomer is. Ik begrijp het verzoek van de portefeuillehouder wel, maar tegelijkertijd voel ik mij, net als de heer Van Verk, wel een beetje ongemakkelijk bij en ongelukkig mee, ook al omdat het niet alleen gaat om het niet alleen gaat om het instellen van nieuw beleid. Het punt dat ik aandroeg is hoe ga je ermee om, hoe interpreteer je regels, hoe stringent doe je dat. Er bereiken ons signalen dat het wel heel stringent gebeurt. Daar wil ik graag met de portefeuillehouder over in gesprek willen. Als dat niet anders kan dan na de zomer, dan moet het maar na de zomer. Mevrouw De Klerk: Daar sluit GroenLinks zich bij aan. Wij begrijpen de noodzaak. Maar ik kan mij voorstellen dat als je nu een aantal punten in werking stelt, het wel erg lastig wordt om straks te zeggen dat wij dat graag op een andere manier gezien hadden. Ik begrijp uw verzoek, maar in het belang van dit thema is het belangrijk dat het besproken wordt. Mevrouw De Smoker: Daar sluit D66 zich bij aan. De voorzitter: Het wordt besproken, dat is duidelijk. Maar nogmaals, uw verzoek is niet om een maatregel niet door te laten gaan. Uw verzoek is om het te bespreken. Daar kan in voorzien worden. De heer Loos: Het is raar dat een bestuurder vraagt om een maatregel wel te mogen toepassen terwijl hij het ons meldt in een raadsinformatiebrief. Als hij die toestemming wil hebben, dan moet hij een voorstel sturen. Dan kunnen wij daar ja of nee tegen zeggen. Maar niet een brief waarin dingen staan. En als wij dat willen bespreken, roepen 'maar ik wel wat erin staat, doorvoeren'. Dan had het een besluit moeten zijn. De voorzitter: We gaan het concreet opzoeken. Ik zie op de lijst Ingekomen stukken dat het gaat over de raadsinformatiebrief Evaluatie van het minimumbeleid. Ik wil even kijken naar het dictum zoals het staat in de raadsinformatiebrief. Het gaat hier over een raadsinformatiebrief die een evaluatie is, maar die inhoudelijk ook een wijziging is van het bestaande beleid, daaruit voortkomend, wat de heer Loos ook opmerkte. We kunnen verschillende dingen doen. U gaat daarover. Als u zegt dat het besproken moet worden, betekent het dat de invoering van de inhoud pas kan plaatsvinden als het formeel bekrachtigd wordt. Dat betekent dat u dat pas kunt doen, als u daarover gesproken heeft. Ik probeerde zojuist aan te sluiten bij de formulering van de heer Boersma. Hij wil er wel over praten, maar wat hem betreft behoeft het geen opschortende werking van het voorstel zoals het was. Ik zie de heer Boersma 'ja' knikken. De heer Loos heeft wel gelijk dat in een raadsinformatiebrief het formeel niet zo hoort te zijn dat je komt tot beleidswijzigingen. Mag ik u toch vragen, in het belang van het inhoudelijk punt waar het om gaat, om daar de pragmatische weg in te kiezen? Ik doe u de belofte om in het vervolg een voorstel niet via dit format zo door te geleiden. Mevrouw Burger: Dank u wel, voorzitter. Waarbij dan vanuit de VVD fractie het dringende verzoek dat onderzocht wordt hoe het mogelijk is dat raadsbesluitvorming via een raadsinformatie komt en dat dit in de toekomst echt niet meer gebeurt. De voorzitter: Dat kan dus niet. Het is een omissie van onze kant. Het behoort niet zo te gaan.
pagina 3 van concept-verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 11 juni 2013
Mevrouw De Klerk: Voorzitter, ik wil dan wel namens GroenLinks de ruimte creëren dat, op het moment dat wij andere wijzigingen of toevoegingen tegenkomen, er serieus naar geluisterd wordt en dat het opgepakt kan worden. De voorzitter: U heeft altijd het recht van amendement en wijzigen van voorstellen. De heer Van Verk: Ja voorzitter, maar dan moet er wel sprake zijn van een voorstel en hier is sprake van een raadsinformatiebrief. Het is echt heel verwarrend aan het worden. De voorzitter: Ja, daarom moeten we het niet verwarrender maken. Ik stel het volgende voor. Wij hebben donderdag een bestuursvergadering. Wij kijken dan in voorstellende zin of wij de raadsinformatiebrief kunnen transformeren tot een concreet voorstel waar de Agendacommissie over kan besluiten voor de eerste bijeenkomst na de zomer. Maar de inhoud van deze raadsinformatiebrief heeft daarmee geen opschortende werking en de inhoudelijke voorstellen kunnen dan doorgevoerd worden. Dan heeft u uw voorstel. Want u moet op basis van een voorstel kunnen praten in de Agendacommissie en daarna. En dan wordt op inhoud datgene gedaan wat in de evaluatie staat. Ik denk dat ik dan alles op een goede manier samen laat komen. De heer Van Verk: Ik begrijp uw streven om alles op een goede manier samen te laten komen. En daar waar er sprake is van een verruiming van het minimabeleid, staan wij er voor 200% achter. Maar mijn gevoel zegt dat wat wij nu doen bijna onrechtmatig dreigt te worden. Er zullen maatregelen uitgevoerd worden die niet bekrachtigd zijn door de Drechtraad, omdat er feitelijk geen voorstel is geweest. Ik heb het gevoel dat dit niet goed gaat. De voorzitter: Het is zo dat als u akkoord bent met de formulering zoals u dat kiest, daarmee instemt als Drechtraad. Het kan dan nooit onrechtmatig zijn. Het probleem hier is dat er naar aanleiding van de ingekomen stukken een opmerking wordt gemaakt. Daar zegt de portefeuillehouder iets van. En terecht worden er opmerkingen gemaakt dat het in een verkeerd format gegoten is. Daarin probeer ik tegemoet te komen om het een door te laten gaan en recht te doen aan het inhoudelijke debat. Ik denk daarbij, los van het ongenoegen dat er is over de procedure, dat u daar allen een goed gevoel bij kan hebben en het recht doet aan de inhoud. Zullen wij dat leidend laten zijn? Mevrouw Burger: Voorzitter, volgens mij hebben wij het hier niet over gevoelens, maar hebben wij het hier over procedures. Ik wil er toch dieper op ingaan. In de werkgroep Toekomst van de Drechtsteden hebben wij nadrukkelijk steeds over bevoegdheden gesproken. Dit is een knap staaltje van hoe het niet moet, met complimenten aan de heer Boersma voor zijn alertheid. Wij als raadsleden worden geacht om enig inzicht te hebben in waar de bevoegdheden liggen en zeker die van de raadsleden. Als nu vanuit de ambtelijke organisatie en het bestuur men niet in staat is om een raadsvoorstel voor te bereiden, maar dit door middel van een raadsbrief hier neer te leggen, en vervolgens, zonder de boel te willen frustreren, maar eigenlijk via de achterdeur, een voorstel erdoor heen jaagt waar je dan over drie maanden misschien eens over kan spreken, vind ik eigenlijk schandalig. De voorzitter: Ik ga mijzelf niet herhalen. Ik heb een heel inhoudelijk voorstel gedaan. Wie is tegen het voorstel zoals ik het juist formuleerde. Mevrouw De Smoker: Is het niet mogelijk om het voorstel zoals wij dat moeten krijgen, voor de Drechtraad van juli te ontvangen om daar een klap op te kunnen geven. Je zou anders nu iets goed keuren wat ik niet geheel tot mij heb genomen. Dat voelt niet prettig. De voorzitter: Wat u verzoekt, dan kan, omdat donderdag in het bestuur dit voorstel bekrachtigd wordt. Daarna kan het naar u toe gestuurd worden en dan kunt u dat op 2 juli niet alleen bekrachtigen, maar u kunt er dan ook iets van vinden. Het probleem is wel dat u dat altijd eerst in een commissiebehandeling gehad wilt hebben. Ik kan u beloven dat het voorstel dat u voorstelt, donderdag direct na behandeling in het DSB naar u toe te sturen. Daar kan in voorzien worden. Mevrouw De Smoker: Goed, dan besluiten wij nu niets. Dank u wel. De voorzitter: Als u wenst om de procedure boven het inhoudelijk voorstel van de heer Boersma te laten gaan, dan gaat u daarover. De heer Boersma: Begrijp ik goed dat u daarmee ook het voorstel doet om dit onderwerp in de eerstkomende Drechtraad meteen aan de orde te laten komen? Is dat wat u ook voorstelt? De voorzitter: Nee, dat kan ik niet besluiten, want daar gaat de Agendacommissie over. De heer Boersma: Ik zeg niet dat u dat u dat besluit, maar ik vraag of u dat voorstelt. Is dat ook uw voorstel? De voorzitter: Nee, de voorzitter van de Agendacommissie hoort uw wens in de Agendacommissie en gaat over de agendering voor 2 juli.
pagina 4 van concept-verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 11 juni 2013
De heer Boersma: Ik vind nu dat u het nu zelf een beetje moeilijk maakt, met alle respect, meneer de voorzitter. Als de oplossing is, dat misschien de portefeuillehouder een aantal weken kan wachten, maar niet maanden en als de oplossing is dat wij het daar met elkaar over kunnen hebben in deze raad, over een paar weken, dan kan ik er ook mee leven. De voorzitter: U probeert mij iets te ontlokken dat in strijd is met wat ik daarnet heb gezegd. Ik heb zojuist gezegd dat de Agendacommissie over de agendering gaat. De wens is gehoord. De Agendacommissieleden zitten hierbij. Wat ik gezegd heb is dat aanstaande donderdag het besluit genomen kan worden door het bestuur omdat er dan een nieuw voorstel ligt. De heer Lichtenberg: Voorzitter, ik zou een pleidooi willen houden om uw pragmatische voorstel te ondersteunen. Het gaat hier wel om mensen die duidelijkheid van ons verwachten over wat zij kunnen verwachten. Ik begrijp alle gevoelens wel. Die hebben wij als fractie ook wel, over de procedure. Eigenlijk zou het anders moeten. Maar ik kan mij niet voorstellen dat binnen de uitvoering hier al stappen in zijn gezet. Formeel heeft de heer Van Verk gelijk dat we, voor wij het weten, onrechtmatige dingen aan het doen zijn. Dat zouden wij de doelgroep niet moeten willen aandoen. In die zin heb ik uw voorstel ook zo beluisterd. Laten we daar dan pragmatisch mee omgaan in het belang van de mensen die het betreft. Wat onze fractie betreft is procedureel gezien hier ook het laatste woord niet over gezegd. Het is nu al een aantal jaren dat wij op dit dossier behoefte hebben om nadrukkelijker invloed vanuit de Drechtraad te hebben, zelfs vanuit locale gemeenteraden. Dit is een voorbeeld van hoe het dus niet zou moeten. Maar omwille van de doelgroep zou ik uw voorstel, pragmatisch gezien, willen ondersteunen. De voorzitter: Nogmaals, ik begrijp alle gevoeligheden. U heeft gewoon gelijk. Dit voorstel is slordig naar u toegekomen, want het is een inhoudelijk voorstel vervat in een raadsinformatiebrief. Onze verontschuldigingen daarvoor. Ik stel toch voor om de pragmatische insteek te kiezen. Dus donderdag te repareren wat ik heb toegezegd heb en nu die pragmatische benadering te kiezen. Ik ga vragen of u het hier wel of niet mee eens bent. Wie is tegen mijn pragmatische voorstel? Mevrouw De Smoker: Voorzitter, ik vraag een schorsing. De voorzitter: Ik schors de vergadering. SCHORSING De voorzitter: Mevrouw De Smoker heeft u voldoende gehad aan uw schorsing? Mevrouw De Smoker: Ja voorzitter, dank u wel. Ik heb overleg gehad met de portefeuillehouder. Ik heb begrepen dat het voorstel zoals ik het gedaan heb, om in de Drechtraad van juli een voorstel te krijgen en daar over te spreken en er een klap op geven, geen bezwaren oplevert. Dat voldoet bij ons aan het gevoel dat wij in ieder geval de rechtmatigheid geen geweld aan doen. De voorzitter: Dat is het voorstel van de portefeuillehouder. Strikt formeel, om niet opnieuw procedurele fouten te maken. Het blijft natuurlijk zo dat de Agendacommissie verantwoordelijk is voor het opstellen van de agenda. Er wordt ingebracht dat de Drechtraad boven de Agendacommissie gaat dus dat de voorzitter het hier in stemming zou kunnen brengen. De voorzitter: Dat wil ik net voorstellen. Wie is er tegen de formulering zoals mevrouw De Smoker die zojuist genomen heeft? Is iemand daartegen? Niemand. Mevrouw De Smoker dan heeft u weer een mooi punt binnengehaald in het belang van een ieder. Dan doen wij dat zo. Akkoord. Heeft de heer Boersma nog meer over de lijst van ingekomen stukken? Nee. De heer Van Antwerpen: Ik heb nog iets over brief onder nummer 13/099, de artikel 33 vragen van spoor naar buisleidingen. Wij willen dank zeggen voor de beantwoording. Maar we vragen wel of wij periodiek op de hoogte gehouden kunnen worden van de ontwikkelingen van de lobby en de gesprekken die gevoerd zullen worden. De voorzitter: Dat vragen wij aan de portefeuillehouder buisleidingen. De portefeuillehouder zegt toe dat dit gebeurt. Nog andere zaken over de lijst van ingekomen stukken? Nee. Dan is de lijst vastgesteld. Dank u wel. De lijst van ingekomen stukken wordt vastgesteld. 5.
Vaststelling concept verslag Drechtraad 14 mei 2013 De voorzitter: Wie wil hier een opmerking over maken? De heer Lichtenberg.
pagina 5 van concept-verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 11 juni 2013
De heer Lichtenberg: Voorzitter, een technisch puntje. Ik zie in het verslag af en toe de namen van de sprekers staan en af en toe zie ik staan, met name waar het het CDA betreft 'de fractie van het CDA'. Natuurlijk spreken wij als fractie met één mond, maar ik zou graag wat meer eenduidigheid in de verslaglegging wel op prijs stellen. Het was de heer Dunsbergen die namens ons het woord voerde. De voorzitter: Prima. Dat wordt gecorrigeerd. Zijn er nog anderen die iets over het verslag willen zeggen? Weet u het zeker? Aldus besloten. Het verslag wordt, met in achtneming van bovenstaande technische opmerking, ongewijzigd vastgesteld. 6.
Tussenrapportage Transitieplan I&A Drechtsteden De voorzitter: Hier hebben zich verschillende sprekers voor aangemeld. Als eerste de heer Van Gameren. Hij spreekt niet namens een partij maar namens een raadsgroep. De heer Van Gameren: Ik heb mijzelf gebombardeerd tot woordvoerder, anders blijft de I&A-groep een soort fantoomgroep en dat is niet de bedoeling. Een kort overzicht van wat wij gedaan hebben. De I&A-groep is, zoals u weet, via de e-mail tot stand gekomen. De samenstelling is bekend, die staat in het voorstel voor de raadsopdracht. Het verzoek om ambtelijke ondersteuning is snel in voorzien, waarvoor onze dank. Dit heeft geleid tot het voorstel en tot de stand van zaken zoals die nu op tafel liggen. Een tweede opmerking. Wij wilden de zorgvuldigheid niet laten lijden onder onze wens om snel voorwaarts te willen gaan. Vandaar dat wij gekozen hebben om te werken onder voorbehoud van een besluit op 2 juli, waar een krediet voor dit onderzoek kan worden vastgesteld. Een derde punt. Er is inmiddels een groslijstje gevormd van potentiële bureaus die de second opinion zouden kunnen uitvoeren, maar dit lijstje hebben wij niet opgenomen in dit stuk omdat wij uiteraard eerst die bureaus zelf willen benaderen voordat wij die op rij zetten. Die zullen benaderd worden in de aanloop naar 2 juli en daar zullen ook weer zaken gedaan worden onder voorbehoud van uw kredietvaststelling op 2 juli. Het plan is om in de Drechtraad van oktober dit te kunnen bespreken. Wij hopen erop het resultaat van de opdracht al in september aan u te kunnen toezenden. Maar dat is nog niet zeker. Hoewel de I&A-raadsgroep het eens is over dit voorstel, hebben wij er niet voor gekozen dit als zijnde een absolute waarheid aan u te adviseren en te verdedigen. Iedereen heeft het voorstel gezien en kon de mogelijkheid benutten om het te amenderen. In het geval de Drechtraad nog opmerkingen heeft zal de I&Agroep die natuurlijk heel serieus meewegen en uiteraard meenemen. Volledigheidshalve zij nog verwezen naar de opdracht zoals wij die geformuleerd hebben. Samengevat is het aan de raad om te wegen of deze onderzoeksopdracht recht doet aan de strekking en het uiteindelijke doel van de motie, zoals u die de vorige keer heeft aangenomen. Dat is uiteraard aan onszelf. Dan een opmerking namens de PvdA regiofractie. Wij hebben binnen onze regiofractie gedubd over de formulering van het voorstel zoals die in de raadsinformatiebrief geformuleerd is. Dat leidde bij ons tot enige onduidelijkheid. Daarop zal de heer Van Verk nader ingaan. De heer Van Verk: Voorzitter, wij hebben in de afgelopen week een tweetal voorstellen gehad, voorafgegaan door een brief, met verschillende besluiten. Het eerste besluit is in onze beeldvorming, het juiste besluit. Daar wordt namelijk een krediet beschikbaar gesteld van bijna 4,5 miljoen euro voor het realiseren van investeringen binnen de ICT-functie tot 1 oktober 2013, zoals opgenomen in de bijlage en overzicht van zaken die geen uitstel meer kunnen verdragen. Dat is volgens mij de strekking van de motie zoals wij die de vorige keer hebben vastgesteld en doet daar ook recht aan. Want het overige bedrag zou namelijk aan die second opinion onderhevig zijn. Vervolgens krijgen wij op 5 juli een besluit waar het dictum van lijkt: "Het vrijgeven van een eerste tranche van het totale in het transitieplan gespecificeerde krediet van 14,8 miljoen euro voor een bedrag van 4,3 miljoen euro voor het kunnen uitvoeren enzovoort enzovoort". Als tweede staat er: "Vrijgeven van de stand van het eventuele krediet ter uitvoering van de transitie op te schorten tot uiterlijk 1 oktober tot een onafhankelijk onderzoek/second opinion, gereed is en eventuele aanpassingen op het transitieplan zijn verwerkt en behandeld in de Drechtraad". De moeite die wij hebben met die tweede formulering zit hem in de eerste zin, namelijk 'het vrijgeven van de eerste tranche', met een hoop tussenvoegingen, 'van het gespecificeerde krediet van 14,8 miljoen euro'. Volgens mij besluiten we dan namelijk dat wij 14,8 miljoen euro aan krediet vrijgeven en dat daar een eerste gedeelte van mag worden besteed, te weten 4,3 miljoen euro. Dat zou geen recht doen aan de motie die wij de vorige keer hebben vastgesteld. Wij hebben toen gezegd dat u mag aangeven wat u nodig hebt, wat onvermijdelijk en strikt noodzakelijk is om de voortgang niet in gevaar te brengen. Dat is die 4,3 miljoen euro. Daar kunnen we mee leven. Maar de rest van het bedrag stellen we feitelijk pas vast als de second opinion er is en besproken wordt, en dat is op 1 oktober. Dan hebben we een 'Drechtraad dinsdag'. Ik zou in de eerste plaats graag verduidelijking willen hebben van de portefeuillehouder wat precies bedoeld wordt om te voorkomen dat we een verkeerd besluit nemen. Mocht dat niet bevredigend zijn, dan zullen wij zonder meer een amendement indienen. De voorzitter: Ik stel voor dat de portefeuillehouder eerst hierop reageert en dat daarna de andere sprekers het woord krijgen. Prima. De heer Mirck.
pagina 6 van concept-verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 11 juni 2013
Portefeuillehouder Mirck: Voorzitter, volgens mij verstaan wij elkaar goed. Alleen is het misschien, onbedoeld, ietwat knullig opgeschreven. De tussenzin: "een eerste tranche van het totale in het transitieplan gespecificeerd krediet van € 14.800.000,00", die mag je schrappen. Daar mag je lezen: "Vrijgeven van een bedrag van 4,3 miljoen euro, etc., etc., etc.". Dat doet recht aan datgene wat we besproken hebben en afgesproken hebben. Dat doet recht aan de motie die ik ondersteun. Ik vraag u om die 4,3 miljoen euro. We gaan het onderzoek uitdoen en op basis van de uitkomsten van het onderzoek en een eventueel bijgesteld transitieplan en een eventueel bijgesteld krediet, gaat u op 1 oktober een nieuw besluit nemen voor wat er dan uit mag komen. We verstaan elkaar prima. Volgens mij met deze uitleg het amendement niet nodig. De heer Van Verk: Voorzitter, ik wil een schorsing om er even over te overleggen met mijn collega's. De voorzitter: Dat doen we zo meteen. Ik wil wel recht doen aan de andere mensen die ook iets willen zeggen. De heer Van Dorsser. De heer Van Dorsser: Dank u, voorzitter. Vanuit de VVD hebben wij een reactie hierop. Deze reactie is tweeledig. Enerzijds zouden wij kort een correctie willen geven op het voorstel, met name over het proces van het voorstel. Anderzijds willen wij, op hoofdlijnen, heel kort, een korte reactie geven op de visie die bijgevoegd is bij de stukken. Het proces. De VVD loopt niet weg voor haar verantwoordelijkheid en kan daarmee ook instemmen met de 4,3 miljoen euro om daarmee op korte termijn aan de slag te gaan. We zijn echter niet tevreden met het proces. Het is vrij rommelig om op een vrijdag voor de raad nog weer een aangepast voorstel te krijgen omdat er wat verwarringen zijn. Blijkbaar is het nodig dat wij in dit proces heel vaak te maken hebben met laat nagezonden stukken. Dat vinden wij jammer. Verder is de VVD van mening dat de Drechtraad haar verantwoordelijkheden nu goed kan pakken door zich te laten informeren. We staan daarbij wel onder tijdsdruk. Dat vinden wij ook jammer in het proces. Het is aanbevelingswaardig om in het vervolg met zulk soort processen die een dergelijke impact hebben op de organisatie, maar ook vanwege de financiële consequenties, de raad eerder mee te nemen. Zoals we geschetst hebben, is het een stoomfabriek geworden. Eerst heel snel twee keer in de Carrousel informerend, opiniërend en daarna ook in de Drechtraad iets moeten behandelen. Wij vragen het bestuur om daar in het vervolg meer zorg en wat meer tijd voor te nemen, zeker bij consequenties van deze omvang. Het principe 'de vervuiler betaalt', zoals er in het stuk staat, daar staan wij achter. Het stukje 'naming and shaming' zou wat meer toegepast mogen worden in de beantwoording van de stukken en dergelijke. Dat is maar net hoe u dat zelf interpreteert. Dat kan op meerdere manieren. Op hoofdlijnen van de visie. In de visie wordt ingezet op de eigen verantwoordelijkheid van burgers, instellingen en bedrijven. Daar staan wij volledig achter. De verantwoordelijkheid bij de medewerker leggen en achteraf verantwoording, dat geeft hun vertrouwen dat ze in ieder geval aan de slag kunnen. Wat betreft de uniformering in de visie. Wat ons betreft is dat vijf jaar te laat, maar het is wel de juiste stip aan de horizon. Er is één ding waarvan wij zeggen dat u daar wat terughoudender in mag zijn. Dat is het sharing principe om ook aan derden te kunnen leveren. Wij zien daarin graag dat u risicovrij aan derden levert. Dat het in ieder geval geen risico oplevert voor de zes gemeenten in financiële zin als wij contracten aangaan met andere partijen. Als laatste. U omschrijft dat technologie innovatie mogelijk maakt. Wat ons betreft bepaalt gezond verstand en een goede businesscase de richting van die innovatie. Dus zonder meer, omdat er een technologie is, innovatie toepassen, nee. Wij vragen aandacht om daarbij ook gezond verstand toe te passen. Dank u voorzitter. De voorzitter: Dank u wel. De heer Hoogland van de SGP/ChristenUnie. De heer Hoogland: Dank u wel voorzitter. Er liggen twee raadsbesluiten voor. Ten aanzien van het onafhankelijk onderzoek Transitieplan I&A Drechtsteden heeft onze fractie geen opmerkingen. Wij zullen instemmen met dat besluit. Gezondheid ten aanzien van kredietaanvraag Transitieplan I&A Drechtsteden, daar heeft onze fractie uiteraard over gesproken. Wij hebben de volgende opmerkingen daarover. Ten aanzien van de visie die voorligt, vindt onze fractie het uitermate bevreemdend dat de strategische visie nog niet is vastgesteld, terwijl er wel een transitieplan is waarover besloten moet worden, inclusief investeringen. Onze fractie is van mening dat je eerst een visie moet vaststellen, dat bepaalt het einddoel en dan pas in transitie gaan met de bijbehorende kosten. De vraag die wij concreet hebben is, wanneer gaan wij als fractie en als Drechtraad die visie vaststellen? Het tweede punt. In de visie staan opmerkelijke zaken die de verwachting geven dat ICT-kosten in de toekomst juist minder zullen worden. Dit lijkt in contrast te staan met de gevraagde personeelsuitbreiding van ICT-ondersteuning die nu al in gang gezet wordt op het ogenblik dat wij instemmen met de 4,4 miljoen euro die nu voorligt. Onze fractie is op zich niet tegen personeelsuitbreiding, maar wij zijn wel voor getrapt aannemen van personeel, zodat je daar flexibel mee kan omgaan. Dat willen wij absoluut benadrukken. De visie start vooral met ontwikkelingen maatschappij en technologie. Wat er niet instaat, is hoe wij als Drechtsteden op die ontwikkeling in de maatschappij en technologie anticiperen. Het transitieplan leunt, wat ons betreft sterk, en wellicht te sterk, op het continueren van de huidige ICT-infrastructuur met uitbreiding van capaciteit en vernieuwing van oude software versies. Het Nieuwe Werken, waar over gesproken wordt,
pagina 7 van concept-verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 11 juni 2013
vraagt echter geheel andere oplossingen zoals webbased bijvoorbeeld. Waarom is over deze richting niet meer visie gevormd? Er is een stuk over rapportage toezicht. Wat onze fractie betreft wordt daar te sterk procesmatig ingestoken. Wij missen de insteek vanuit het realiseren vanuit de businessdoelstellingen en het voldoen van de businesscase zoals die juist in de visie wel beschreven is. Waarom wordt er juist zo sterk procesmatig ingestoken en niet op wat je wilt bereiken en ga je dat ooit bereiken? Ten aanzien van het voorstel dat voorligt Noodzakelijke investeringen op korte termijn van 4,4 miljoen euro. Er wordt gezegd 4,3 miljoen euro, maar het is 4,4 miljoen euro als je het afrond. Voor ons is het als fractie niet helder waarom noodzakelijke investeringen niet kunnen wachten tot na de second opinion. Het is onze fractie niet helder wat er misgaat als wij deze investering uitstellen van juni naar oktober. Voor alle zaken die genoemd worden als noodzakelijk, zijn volgens onze fractie tijdelijke voorzieningen getroffen om enkele maanden te overbruggen. Dat zal, portefeuillehouder, vooral inhouden dat met softwareleveranciers afspraken gemaakt worden om geen juridische problemen te krijgen vanwege oneigenlijk gebruik. Daarnaast is het zo dat veel van de noodzakelijke kosten worden veroorzaakt door fors achterstallig onderhoud. Dat heeft u kunnen lezen. Softwareversies die nu gebruikt worden daar is al meer dan drie jaar van bekend dat ondersteuning afloopt in 2013 of 2014. Je zou kunnen stellen dat te laat is geanticipeerd. Daarnaast is het zo, en dat is veel belangrijker in dit kader, dat van alle genoemde software zogenaamde extended support beschikbaar is, om na de reguliere support die afloopt toch nog ondersteuning te ontvangen zodanig dat de bedrijfscontinuïteit niet in gevaar komt. Uiteraard is onze fractie van mening dat de bedrijfscontinuïteit niet in gevaar moet komen. Daarvoor is het wat ons betreft niet nodig om nu over te gaan tot die 4,4 miljoen euro aan investeringen. In onze beleving zijn de resultaten uit de second opinion zeer relevant voordat de investeringen worden gedaan. Ik wil één belangrijk voorbeeld noemen. Meer dan de helft van de 4,4 miljoen euro is nodig voor een upgrade van de zogenaamde citrix omgeving. De vraag is echter of de keuze van het doorgaan met citrix wel de juiste keuze is, toekomst vast is en het meest kostenefficiënt is. Wil je daar een antwoord op hebben dan moet je wachten totdat het onderzoek is afgewikkeld. Ik wil komen tot een voorlopige conclusie vanuit onze fractie. De korte termijn investering van 4,4 miljoen euro zouden wij graag uitstellen tot na het tweede onderzoek, second opinion onderzoek door goede afspraken te maken met leveranciers om de komende maanden te overbruggen. Bedrijfscontinuïteit voor niet meer ondersteunde softwareversies is te realiseren door support contracten af te sluiten. Dat hebben wij net aangegeven. Dan hebben we het over, naar verwachting, tienduizenden euro's. Dat voorkomt, en dat is het belangrijkste punt, dat er nu investeringen worden gedaan waar we dadelijk spijt van hebben. Dat betekent dat ik een vraag wil stellen aan de portefeuillehouder. We gaan als regiofractie mee in het voorstel, als de portefeuillehouder ons garandeert dat, wanneer de second opinion er ligt, wij geen spijt krijgen van het besluit dat nu voorligt. Met andere woorden, welke garanties geeft u in dit kader? Dat is onze bijdrage in eerste termijn, voorzitter. De voorzitter: Dank u wel. De heer Loos. De heer Loos: Voorzitter, er wordt veel geroepen. We gaan aan de heer Van Gameren vertellen dat de locale partijen zoals aan deze kant vertegenwoordigd, akkoord gaan met de onderzoeksopdracht. Met betrekking tot de kredietaanvraag wachten we even af wat de heer Mirck straks gaat zeggen. De voorzitter: De heer Van Engelen van GroenLinks. De heer Van Engelen: Voorzitter, dank u wel. Als GroenLinks fractie willen we aandacht besteden aan de inhoud van deze stukken. Vooraf willen wij de werkgroep danken voor hun werk. Wat ons betreft is het onafhankelijk onderzoek akkoord. Als we naar het plan kijken, dan vinden wij het ook goed als je het geheel bekijkt, dat diverse ondernemingsraad gremia hierin betrokken zijn om zo draagvlak te scheppen. Dat is een punt waar goed aandacht aan besteed is. Ik was overigens verbaasd over de hoeveelheid gremia in ondernemingsraadland binnen de Drechtsteden. Wat de GroenLinks fractie belangrijk vindt en wat binnen deze stukken nadrukkelijk naar voren komt, is dat er een integraal systeem zou moeten komen. We roepen DSB en de raden dan ook op om dit als doel goed in het hoofd mee te nemen. Dat brengt mij bij de fundamentele basisprincipes die geformuleerd zijn. De eerste daarvan is uniformering standaardisering rationalisatie en flexibilisering wordt maximaal nagestreefd. Je kan het als basisprincipe zien. Wat ons betreft is dat ook gewoon het hoofddoel. Klaar met dat geneuzel van zes aparte systeempjes en dat soort dingen. Dat geeft alleen een hoop frustratie en gedoe. Dit wilden wij altijd integraal met de Sociale Dienst en noem maar op. Dan moet je dat ook op dit punt vinden. En wij denken dat het ook qua financiën en qua dienstverlening resultaat zal hebben. Daarbij is het tweede fundamentele basisprincipe voorwaardelijk. Alle niet wettelijke projecten worden pas uitgevoerd bij een positieve businesscase. Daarmee wordt aangetoond dat het werkt. Punt 7 tenslotte, van het lijstje wil ik eruit lichten. Dat zou kunnen lijken op iets van "dat moet je niet doen", maar het is juist belangrijk. Binnen de inhaalfunctie wordt ruimte in tijd en geld gecreëerd om innovaties na te streven en te initiëren. Dat zijn innovaties die iets op gaan leveren, laat dat helder zijn, anders doe je ze niet. Maar dat is binnen dit geheel wel van belang, zolang basisprincipe 1 maar geldt. Laten we dat dan ook uniform gaan doen. Tenslotte, voorzitter, de kredietaanvraag. Het krediet is wat ons betreft akkoord met de opmerking die ook de portefeuillehouder maakte. Het gaat om die 4,4 miljoen euro. De portefeuillehouder heeft in de Carrousel die
pagina 8 van concept-verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 11 juni 2013
wij in Papendrecht hadden bij Boskalis, duidelijk gemaakt wat de consequenties zijn als we dit krediet nu niet voteren. Wat dat betreft staan wij er wat anders in dan de fractie van de SGP/ChristenUnie. Wij vonden dat het op dat moment heel duidelijk naar voren is gekomen. Wij hebben geen behoefte aan een nadere onderbouwing daarvan. De heer Hoogland: Voorzitter, per interruptie. Het is zo dat bij Boskalis Papendrecht, de portefeuillehouder verdedigde waarom hij 18,8 miljoen euro nodig had. En dat is toen ook bijgesteld naar 4,4 miljoen euro. Wij hebben nog slechts een kritische vraag bij de resterende 4,4 miljoen euro. De voorzitter: De laatste spreker is mevrouw De Smoker, namens de fractie van D66/VSP. Mevrouw De Smoker: Voorzitter, dank u wel. Ik wil beginnen met het maken van complimenten naar de werkgroep voor het verzette werk. Ik heb vele e-mails gelezen die inhoudelijk zeer sterk waren. Op zo een korte termijn, met die beperkte tijd, dat is toch maar gedaan. Voorzitter, tegen de heer Dorsser van de VVD zou ik willen zeggen. De vorige keer heette het nog IPMA en toen hebben we er vijf keer over gesproken. Neem van mij aan dat je daar niet vrolijker van wordt des te langer je erover praat. Dat zie je vanavond ook weer gebeuren. De heer Hoogland heeft wat dat aangaat gelijk. Wij gaan u een plan vaststellen terwijl we de visie nog niet vast hebben gesteld. Het is eigenlijk te zot voor woorden. De voorzitter: Een interruptie van de heer Lichtenberg van het CDA. De heer Lichtenberg: Geen interruptie voorzitter. Ik wil straks nog aanvullend gebruik maken van de eerste termijn. Mevrouw De Smoker: Als ik de woordvoering van de heer Hoogland van de ChristenUnie/SGP zo hoor, dan kan ik daar heel ver in meegaan. Maar je zou ook kunnen bedenken dat er misschien een tussenvariant mogelijk is. Namelijk dat alles wat je nu gaat doen voor die 4,5 miljoen euro, echt geen gevolgen heeft voor de langere termijn. Over de visie zelf. Die stellen wij vandaag niet vast en daar ga ik me verder ook niet over uitlaten. Waar wij niet aan moeten denken, is dat je op een gegeven moment 's ochtends je computer aanzet en naar het raadsinformatiesysteem van je gemeente gaat of naar je webmail en je gewoon een zwart scherm hebt. Vooralsnog overwegen wij wel om akkoord te gaan met de lopende zaken waar die 4,5 miljoen euro voor nodig is. Voorzitter, tot slot. De portefeuillehouder heeft al gereageerd en heeft in feite weer een amendering toegepast op zijn eigen voorstel. Waar ik nu mee worstel is of het amendement gewoon wordt ingediend of is de formulering van de portefeuillehouder voldoende. In de schorsing die aangevraagd is zou ik hierover met de portefeuillehouder willen overleggen. De voorzitter: De heer Lichtenberg. De heer Lichtenberg: Dank u wel voorzitter. Wij willen als fractie ook de werkgroep hartelijk danken voor al het werk dat ze gedaan hebben. Wij vinden het een afgewogen voorstel. De opdracht is vooral gericht op het nu en wat er in de toekomst nodig is. Eigenlijk is dat ook goed, gericht op de inhoud waar we om vragen. In die zin denken wij dat die second opinion ons straks allemaal informatie geeft die wij nodig hebben. Wat onze fractie betreft is dat dan ook het moment om vanuit die informatie nog eens terug te kijken. Wij voelen ons, denk ik, net als velen in deze Drechtraad, overvallen door het voorstel dat de vorige keer gedaan is en de 18 miljoen euro die nodig is voor vervangingsinvesteringen. Wat ons betreft gaan wij voor dat terugkijken nog eens uitgebreid de tijd nemen. Tegelijkertijd is ICT en I&A het belangrijkste middel waarop de overheid op dit moment werkt en ook met haar inwoners en met haar bedrijven communiceert. Dus we kunnen het ons niet permitteren om daar hic ups in te laten plaatsvinden. In die zin steunen we de kredietaanvraag van de portefeuillehouder. Ik ben benieuwd hoe de mogelijke indieners van het amendement de toelichting zullen wegen. Wat ons betreft heeft de portefeuillehouder genoegzaam aangegeven dat hij de bedoeling wel snapt. Wij gaan ervan uit, dat de Drechtraad gewoon, als daar sprake van is, een aanvullend kredietvoorstel ter behandeling krijgt en niet dat het dan in één keer meegaat omdat het een opschortende werking heeft. Dat horen we straks nog wel. Dank u wel. De voorzitter: De heer Lammers. De heer Lammers: Dank u wel voorzitter. Als enige fractie, namens de fractie WEK zijn wij buitengewoon kritisch over het voorstel. We hebben in onze eigen raden ook vragen gesteld. Daar zijn antwoorden op binnengekomen die nog besproken moeten worden. Het is belangrijk om dat ook in de eigen raden goed te bespreken. Procedureel is het niet zuiver gelopen. Ook bij de instelling van de werkgroep vanuit de Drechtraad zetten wij vraagtekens. Wij willen daar graag later op terugkomen omdat wij ons daar eerst nog over willen beraden. De voorzitter: Dank u vriendelijk. Daarmee heeft iedereen die wat had willen zeggen in eerste termijn iets gezegd. Dan stel ik voor, voordat wij tot een schorsing overgaan dat de paar punten die nog gemaakt zijn,
pagina 9 van concept-verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 11 juni 2013
door de portefeuillehouder hier neergezet worden. Daarna zullen we een korte schorsing houden conform het eerdere verzoek. De heer Mirck. Portefeuillehouder Mirck: Dank u wel, voorzitter. U heeft in de raadsinformatiebrief kunnen lezen dat ik op 14 mei wel toezeggingen heb gedaan. Daar staat een opsomming in van drie toezeggingen. Volgens mij heb ik vier toezeggingen gedaan. Ik heb u aangegeven te komen met een strategische I&A-visie. Ik heb aangegeven dat het een nota is van vier kantjes die nog in een conceptstadium is, maar dat het transitieplan niet visieloos is ontwikkeld. Als u het transitieplan doorpluist, dan zult u herkennen datgene wat in de strategische I&A-visie staat. Wij hebben dat gedestilleerd uit diverse stukken staand vigerend beleid, gevuld met actuele visies rondom de diverse thema's en dat alles samengevat in deze strategische I&A-visie die nog een conceptstatus heeft. Deze visie zal nog het formele interne proces moeten doorlopen en daarna kan die, desgevraagd, nog in deze raad worden besproken en vastgesteld worden. Ik heb u toegezegd om u aan te geven hoe ik van plan ben u in de toekomst te gaan rapporteren. Ik denk dat dit ook in belangrijke mate tegemoet komt aan de kritiek die terecht geuit is, en ik trek mij die ook wel aan, over het feit dat u zich onvoldoende geïnformeerd vindt op het moment dat er iets aan de orde is. U wordt pas te elfder ure geïnformeerd en dat kan allemaal wat eerder. De heer Van Dorst heeft daar ook iets over gezegd. Ik denk, zoals we nu aangeven in deze rapportage-opzet, dat wij u meer in het comfort brengen die gewenst is. Ook heb ik u aangegeven een voorstel te doen toekomen zoals nu in de besluitvorming voorligt, van die zaken die echt geen uitstel meer dulden. Dat heeft dan een omvang van het bedrag van die ruime 4 miljoen euro. Daar hebben wij uiteraard heel goed naar gekeken om aan de ene kant een zeer realistisch verhaal neer te leggen en waarvan we zeggen 'als we dit niet doen, dan lopen we echt risico's'. Ik ga zo dadelijk wel duiden wat dat inhoudt. Tegelijkertijd hebben wij ook goed nagedacht over wat we gaan doen, zouden er, naar aanleiding van dat onafhankelijk onderzoek/het second opinion, zaken gerealiseerd worden die wij daarna nog willen of moeten terugdraaien. Dan doen we een desinvestering en dat willen wij uiteraard voorkomen. De risico's die zich voordoen hebben aan de ene kant te maken met het softwaregebruik. Er worden hier door de ChristenUnie/SGP wat suggesties gedaan hoe je daarmee om kan gaan. Maar die suggesties hebben wij allang uitgeput. Wij hebben al met leveranciers gekeken naar mogelijkheden en die hebben wij ook al benut om uitstel te krijgen. Vooral de grootste partij daarin, Microsoft, daar is veelvuldig mee gesproken. Daar hebben we meermalen uitstel van gekregen. Dat uitstel is echt eindig. Wij voelen ook de druk van de BSA nu op onze schouders. Zij zijn een soort toezichthouder of wij licenties wel conform de officiële wettelijke licentiemodellen benutten. Dat risico is enorm. Ik durf te beweren als we deze besluitvorming voor dit onderdeel zouden uitstellen, dat de financiële schade daarmee groter wordt dan nu aan de slag gaan met de dingen zoals we die voorstellen. Ook de keuze die u nog ter discussie stelt of we die investering moeten doen op citrix. Zou een dergelijk onderzoek nog tot enige suggestie kunnen komen dat het misschien geen goed keuze is. Natuurlijk hebben wij daarnaar gekeken. Wij hebben gezegd dat we verder gaan op datgene wat we al in huis hebben, maar we hebben onze ogen niet gesloten voor alternatieven die er op de markt zijn om te kijken of die beter geschikt zijn voor de structuur die wij in huis hebben. Wij hebben gekeken naar het grote architectuurplaatje, het integrale systeem, wat ik hier hoor noemen. Daarin is dit gewoon de beste oplossing. Dat is naar onze mening en dat is in dit geval ook getoetst door PWC. Dus wij zijn wel heel zeker van onze zaak dat met dit voorstel, met de projecten die wij gaan uitvoeren conform het oorspronkelijke transitieplan maar wel uitgekleed tot die eerste paar maanden, hiermee investeringen doen waar we geen spijt van krijgen, dat we niet meer doen dat wat strikt noodzakelijk is en dat er geen alternatieven te bedenken zijn om een tijdelijke periode van een maand of vier te overbruggen. Dat moet u van mij aannemen dat wij daar zeer serieus naar gekeken hebben. Ik kan u ook vertellen dat wij gekomen zijn tot dit bedrag via eerdere hogere bedragen, waarin we dingen hebben weg geschrapt omdat we mogelijkheden hebben ontdekt om dat uitstel op andere termijnen wel te doen. We hebben dat heel serieus en heel diepgaand gedaan. Ik deel de visie zoals die door GroenLinks is neergezet dat standaardisatie eigenlijk geen basisprincipe zou moeten zijn, maar je hoofddoel. Ik denk dat we goed met elkaar erover moeten nadenken dat dit diep ingrijpt op het bedrijfsvoeringproces van alle individuele deelnemers. En als een van de deelnemers bereid is om iets anders te doen dan de anderen en bereid is daarvoor extra te betalen, dan moet die mogelijkheid ook geboden kunnen worden. Dus ja, wij streven het principe na om zoveel mogelijk te standaardiseren en zoveel mogelijk daar efficiencyvoordeel zowel financieel als in technische zin als in kwetsbaarheid te realiseren, maar het is geen wetmatigheid die we in elke situatie keihard kunnen en zullen doordrukken. Volgens mij geef ik hiermee in hoofdlijnen antwoord op de vragen die gesteld zijn. Nog één ding. Ik gaf aan dat ik vier dingen had toegezegd en dat er maar drie dingen in de lijst zaten. De vierde toezegging had te maken met de rol van de ondernemingsraad. Er waren vragen gesteld over de rol van de ondernemingsraad. Wij zijn uiteraard met de ondernemingsraad, dat is ook weer een warrige constructie van WORD en de GROR en nog wat van dat soort dingen. In een samenwerking tussen de ondernemingsraad van de GRD, het netwerk van de ondernemingsraden in de Drechtsteden, dan heb je het
pagina 10 van concept-verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 11 juni 2013
over de zes lokale ondernemingsraden, is hier in gezamenlijkheid naar gekeken. Ze zijn met een advies gekomen en ik ga u citeren uit een e-mail die ik van de voorzitter vandaag heb ontvangen. Letterlijk citaat: "Ik kan u zeggen dat er vanuit de medezeggenschap positief is gereageerd op de adviesaanvraag waarin een aantal aanbevelingen en afspraken is opgenomen. Het was een heel plezierige samenwerking die naar mijn idee model kan staan voor regionale samenwerking op medezeggenschapsgebied". Hoewel we ook hier voor een heel snel proces zijn gegaan, heeft de ondernemingsraad inmiddels met dit voorstel met het transitieplan ingestemd. De ondernemingsraad heeft nogmaals bekrachtigd dat de wijze waarop wij de dialoog met hen gevoerd hebben, zeer gewaardeerd heeft. De voorzitter: Dank u wel. Ik stel voor dat wij conform het verzoek even schorsen. Mevrouw De Smoker, hoe lang denkt u nodig te hebben? Vijf minuten? Ik schors de vergadering voor vijf minuten. SCHORSING De voorzitter: De vergadering is heropend. De heer Van Verk had om de schorsing gevraagd. Ik stel voor dat de heer Van Verk als eerste de gelegenheid krijgt om te vertellen wat de schorsing heeft opgeleverd. De heer Van Verk: Voorzitter, wij hebben het overleg gevoerd over een mogelijk in te dienen amendement. Wij zijn tot de conclusie gekomen dat zowel de portefeuillehouder als wij hetzelfde beogen, namelijk dat er nu een krediet wordt vrijgegeven van € 4.356.000,00 voor het kunnen uitvoeren van de operationeel kritische en noodzakelijke investeringen. Dat de rest pas dan kan worden vastgesteld na bespreking van de second opinion in de Drechtraad die op 1 oktober zal plaatsvinden. Daarmee hebben wij gewaarborgd dat de datum van 1 oktober gehaald wordt, dat de inhoudelijke bespreking van de second opinion kan plaatsvinden en dat aan de hand daarvan de hoogte van het nog benodigde krediet wordt vastgesteld. Als de portefeuillehouder dadelijk kan bevestigen dat dit de afspraak is en dat dit ook vastgelegd wordt in de notulen dan hebben wij geen behoefte om het amendement in te dienen. Dan zijn de afspraken helder en duidelijk. Dat is het resultaat van de schorsing. Een tweede ding waar ik op in wil gaan is de uitspraak van de portefeuillehouder over de knullige opstelling van het voorstel en eigenlijk de ook wel wat knullige procedure en de vorige keer, om zijn woorden ook weer te gebruiken, de knullige beantwoording van onze vragen. Later bleek dat die ook niet overeen kwam met de werkelijkheid. Het algemene beeld dat daarbij opdoemt, is dat wij ervoor moeten uitkijken dat het geheel niet, en dan refereer ik naar het voorgaande agendapunt bij de post, tot knullige procedures en onzorgvuldige procedures gaat leiden. Ik stel vast dat wij er in de afgelopen jaren redelijk goed in geslaagd zijn om de bedrijfsvoering op orde te krijgen. Ik zou nu het bestuur willen oproepen om de politieke bedrijfsvoering op orde te krijgen zodat voorstellen worden gedaan daar waar voorstellen moeten worden gedaan. Dat brieven worden verstuurd die louter informatief zijn en dat wij over die zaken inhoudelijk kunnen spreken die inhoudelijk van belang zijn. Daar wil ik het voor dit moment bij laten. De voorzitter: Is er bij anderen ook behoefte aan een tweede termijn of is het verstandig om eerst de portefeuillehouder te laten reageren? De heer Hoogland krijgt het woord. De heer Hoogland: Dank u wel voorzitter. Wij hebben uiteraard behoefte aan een tweede termijn. Daarin kunnen wij kort zijn. Wij hebben als fractie gekregen waar we om vroegen. De portefeuillehouder heeft namelijk klip en klaar gezegd dat er geen investeringen zullen worden gedaan die leiden tot spijt, dat er geen investeringen zullen worden gedaan die leiden tot een desinvestering. Aan deze uitspraken zullen wij de portefeuillehouder dan ook houden in oktober. Wij hebben aangegeven dat wij onder die garanties zullen instemmen met het voorstel. Dat doen wij dan ook. Ook met het enigszins aangepaste voorstel. Een laatste opmerking. Wij vinden het nog steeds logisch als fractie dat je eerst een visie vormt en dan pas een transitieplan opschrijft en niet dat wij zelf het transitieplan dienen te lezen en dat wij daaruit dan een visie zouden kunnen destilleren. Dat is de omgekeerde wereld en daar zijn wij niet zo van. Graag vanaf nu de normale gang van zaken. Dit is onze bijdrage in tweede termijn. De heer Van Verk: Voorzitter mag ik een vraag stellen aan de heer Hoogland? In de eerste plaats ondersteun ik de heer Hoogland in zijn verhaal over de visie. Ik denk dat het goed is dat wij die een keer vaststellen. De heer Hoogland zegt dat de fractie kan leven met de garanties. Bent u nu ook van plan om politieke consequenties te verbinden aan het moment waarop u wel spijt zou hebben van bepaalde investeringen? Of zegt u dan: "Nou ja, ik heb toen toch ingestemd". Want in dat geval is het allemaal een lege huls. De heer Hoogland: U kunt natuurlijk begrijpen dat hetgeen ik zeg is dat wij de portefeuillehouder aan die uitspraak zullen houden. Daaraan kunt u zelf een interpretatie verbinden. De heer Van Verk: Dat zou ik graag van u willen horen. Dan moet u het woord bij de daad voegen en zeggen dat u daar politieke consequenties aan zult verbinden. De heer Hoogland: Die kans is aanwezig, meneer Van Verk. De heer Van Verk: Goed politiek gedraai, meneer Hoogland.
pagina 11 van concept-verslag plenaire vergadering Drechtraad d.d. 11 juni 2013
De heer Hoogland: Graag gedaan, meneer Van Verk. De voorzitter: Goed. De heer Hoogland heeft daarmee zijn tweede termijn afgesloten. Zijn er nog andere mensen die behoefte hebben aan een tweede termijn? Dat is niet het geval. Dan stel ik voor dat nu de portefeuillehouder de gelegenheid krijgt om nog te reageren. De heer Mirck: Voorzitter, de heer Van Verk heeft zojuist op correcte wijze verwoord datgene wat we ook al besproken hadden. Er wordt nu een besluit genomen over de € 4.356.000,00 en op 1 oktober, wanneer de resultaten van de second opinion bekend zijn, zal deze raad een besluit nemen dat in lijn ligt met het aangepaste transitieplan en het benodigde krediet op basis van de aanbevelingen en de bevindingen van de second opinion. Zo is het en niet anders. De voorzitter: Is dat helder? Daarmee is het dictum geformuleerd zoals de portefeuillehouder het verwoord heeft. En is er niets anders aan de orde dan het dictum zoals het zojuist door hem geformuleerd is. Wie is daar tegen? Mevrouw Kensenhuis is tegen en de heer Lammers is tegen. Dan wil ik ook horen wie ervoor is. Dat zijn alle andere leden van de Drechtraad die ik gemakshalve nu niet opnoem. Daarmee is het voorstel aangenomen.
1. Een bedrag van € 4.356.000,00 wordt beschikbaar gesteld voor het kunnen uitvoeren van de operationeel kritische en noodzakelijke investeringen tot 1 oktober 2013, uit te voeren zoals beschreven in het Transitieplan I&A. 2. Op 1 oktober 2013, wanneer de resultaten van de second opinion bekend zijn, zal de Drechtraad een besluit nemen dat in lijn ligt met het aangepaste transitieplan en het benodigde krediet op basis van de aanbevelingen en de bevindingen van de second opinion. Met betrekking tot het Onafhankelijk onderzoek Transitieplan I&A Drechtsteden. Wie is daartegen? De fracties WEK en Lammers zijn tegen. Wie is er voor? Ik zie dat de meerderheid voor het onderzoek is. Het onderzoek is aangenomen. 1. Ingestemd is met de inhoudelijke contouren van de raadsopdracht, zodat op basis hiervan gestart kan worden met de werving van een extern onderzoeksbureau. 2. De raadsopdracht, inclusief kostenraming en financiële dekking zal definitief worden vastgesteld in de Drechtraad van 2 juli 2013. 7.
Rondvraag en sluiting De voorzitter: Wie heeft er behoefte aan een rondvraag? Niemand. De vergadering is gesloten.
VOORSTEL DRECHTRAAD Portefeuillehouder H.L.J. Mirck
Datum 28 juni 2013
Steller Marien Jongkind
E-mail
[email protected]
Telefoonnummer 06-10525667
Onderwerp
Raadsopdracht en financiering onafhankelijk onderzoek Transitieplan I&A Drechtsteden Voorstel 1. Definitief vaststellen van de raadsopdracht “Onafhankelijk onderzoek Transitieplan I&A Drechtsteden 2. De kosten voor het onafhankelijk onderzoek inclusief inzet van het Service Centrum Drechtsteden (SCD), geraamd op circa 80.000,- euro exclusief BTW, opnemen in de tweede bestuursrapportage van 2013 welke in december 2013 in de Drechtraad behandeld zal worden.
Bevoegdheid Drechtraad (art. 7 GrD)
Samenvatting In de Drechtraadvergadering van 11 juni 2013 is ingestemd met de inhoudelijke contouren van de raadsopdracht “Onafhankelijk onderzoek Transitieplan I&A”. In dit voorstel wordt definitieve vaststelling gevraagd van de raadsopdracht als ook besluitvorming over de financiering van het onderzoek. Na instemming van de Drechtraad op 2 juli met dit voorstel kan de opdracht definitief gegund worden zodat gestart kan worden met het onafhankelijk onderzoek waarna op 1 oktober 2013 besluitvorming plaats kan vinden in de Drechtraad over het Transitieplan I&A Drechtsteden.
Toelichting op het voorstel Aanleiding In de Drechtraadvergadering van 14 mei 2013 is een motie aangenomen om een onafhankelijk onderzoek (second opinion) uit te laten voeren naar het voorstel van het Drechtstedenbestuur betreffende het Transitieplan I&A Drechtsteden. Een groep van raadsleden heeft deze motie vertaald naar een onderzoeksopzet en verwoord in de nu voorliggende raadsopdracht. In de Drechtraadvergadering van 11 juni 2013 is ingestemd met de inhoudelijke contouren van de raadsopdracht, zodat op basis hiervan gestart kon worden met de werving van een extern onderzoeksbureau. Tevens is besloten om de raadsopdracht, inclusief kostenraming van het onafhankelijk onderzoek en financiële dekking, definitief vast te stellen in de Drechtraad van 2 juli 2013. Een voorstel hiertoe ligt nu voor. Op 11 juni 2013 is tevens het volgende besloten over de kredietaanvraag transitieplan I&A Drechtsteden: 1. Een bedrag van 4.356.000,- euro beschikbaar te stellen voor het kunnen uitvoeren van de operationeel kritische en noodzakelijke investeringen tot 1 oktober 2013, uit te voeren zoals beschreven in het Transitieplan I&A. 2. Op 1 oktober 2013, wanneer de resultaten van het onafhankelijk onderzoek (second opinion) bekend zijn, zal de Drechtraad een besluit nemen dat in lijn ligt met het aangepaste transitieplan en het benodigde krediet op basis van de aanbevelingen en bevindingen van het onafhankelijk onderzoek
pagina 2
Na de Drechtraadvergadering van 11 juni 2013 is een offertetraject gestart om een extern bureau te selecteren voor uitvoering van het onafhankelijk onderzoek. Een drietal partijen hebben een offerte uitgebracht en hebben deze aan de raadswerkgroep op 27 juni gepresenteerd. Na deze presentatie vindt de selectie plaats. Tijdens de Drechtraadvergadering van 2 juli zal de voorzitter van de werkgroep, dhr. Van Gameren, meedelen aan welke partij de opdracht gegund zal worden als de Drechtraad definitief instemt met de raadsopdracht en de financiering van het onderzoek. Beoogd resultaat De Drechtraad in staat stellen een gefundeerd oordeel te vormen en besluit te nemen over het Transitieplan I&A Drechtsteden. Argumenten ICT is een complex terrein waarop veel specifieke kennis noodzakelijk is. De Drechtraad ontbeert die kennis. Daarom wordt door een externe onafhankelijke partij gevraagd advies uit te brengen over de voorstellen van het Drechtstedenbestuur. Kanttekeningen Op het tijdpad van het onafhankelijk onderzoek zal verderop in dit voorstel worden ingegaan. Opgemerkt wordt dat het tijdspad haalbaar is maar dat het zeer strak is en van diverse partijen extra inzet zal vragen. In dit voorstel is bij de financiële consequenties een raming opgenomen van de totale onderzoekskosten mede gebaseerd op de uitgebrachte offertes. Opgemerkt wordt dat het gaat om een raming en dat tijdens het proces meerwerkkosten kunnen optreden. Dit is echter niet mogelijk voordat hiervoor toestemming is gegeven door de opdrachtgever, zijnde de raadswerkgroep.
Consequenties Financiële consequenties De kosten voor het totale onderzoek worden geraamd op circa 80.000,- euro exclusief BTW. Dit bedrag is gebaseerd op de uitgebrachte offertes en vergoeding voor de inzet van het Service Centrum Drechtsteden (SCD) waaronder mogelijke inzet van externe partijen. Tijdens het onderzoekstraject kunnen er meerkosten optreden, maar niet voordat hier toestemming voor is gegeven door de opdrachtgever. De Drechtraad beschikt niet over een eigen onderzoeksbudget en er zal dan ook alternatieve dekking gezocht moeten worden. Gebleken is dat er geen budgetten binnen de huidige begroting hiervoor aangesproken kunnen worden, tenzij besloten wordt om bepaalde zaken niet uit te voeren. Voor dit moment wordt geadviseerd om de kosten voor het onafhankelijk onderzoek mee te nemen in de tweede bestuursrapportage welke in december 2013 in de Drechtraad behandeld zal worden. Personele en organisatorische consequenties Tijdens het onderzoek zal ambtelijke inzet gevraagd worden onder andere voor aanlevering van alle benodigde informatie. Overleg wordt gevoerd met het Servicecentrum Drechtsteden over hoe de extra tijdsinzet ingepast kan worden en wat de consequenties hiervan zijn voor de reguliere werkzaamheden. Opgemerkt wordt dat de omvang van de gevraagde ambtelijke inzet onderdeel is van de gunningcriteria, maar desondanks zal dus rekening gehouden moeten worden met een forse tijdsinzet. Verder wordt ten aanzien van de personele en organisatorische consequenties verwezen naar hoofdstuk 5 van de bestuursopdracht waar de organisatieopzet is uitgewerkt. Juridische consequenties Niet van toepassing Consequenties voor andere beleidsvelden en organisaties Verwezen wordt naar de aanvullende informatie die op 31 mei verzonden is naar de Drechtraad vanuit het Drechtstedenbestuur inzake het Transitieplan I&A Drechtsteden en de eerdere kredietaanvragen.
Advies en draagvlak De raadsopdracht is tot stand gebracht door de raadwerkgroep, begeleid door de coördinerend griffier. De raadswerkgroep zal conform beschrijving in de raadsopdracht het onderzoeksproces begeleiden.
pagina 3
Verdere procedure, communicatie en uitvoering Na instemming van de Drechtraad op 2 juli met voorliggend voorstel zal de planning er als volgt uitzien: - 3 juli 2013: voorlopige gunning onderzoeksopdracht - 8 juli 2013: definitieve gunning (i.v.m. mogelijkheid tot indienen van bezwaar) - 15 augustus 2013: oplevering concept onderzoeksrapport door onderzoeker aan de opdrachtgever, zijnde de raadswerkgroep. Het concept rapport zal direct daarna door de raadswerkgroep worden aangeboden aan het Drechtstedenbestuur - 5 september 2013: vergadering Drechtstedenbestuur over concept onderzoeksrapport en eventueel aangepast kredietvoorstel + I&A plan - 14 september 2013: oplevering definitief onderzoeksrapport door onderzoeker aan de raadswerkgroep. Het definitieve rapport zal direct daarna door de raadswerkgroep worden aangeboden aan het Drechtstedenbestuur - 15 september 2013: aanlevering onderzoeksrapport bij Drechtraad door de raadswerkgroep en aanlevering van, eventueel aangepast, kredietvoorstel en I&A Transitieplan van het Drechtstedenbestuur bij de Drechtraad - 1 oktober 2013: Drechtraad Tussentijds, op nog nader vast te stellen data, zal de raadswerkgroep bijeenkomen om de voortgang en tussenresultaten van het onderzoek te bespreken. Zoals opgemekt eerder in dit voorstel is de planning buitengewoon strak en zal van een ieder de nodigde extra inspanningen en flexibiliteit vragen.
Onderliggende stukken - Concept Drechtraadbesluit raadsopdracht en financiering onafhankelijk onderzoek Transitieplan I&A Drechtsteden - Raadsopdracht “Onafhankelijk onderzoek Transitieplan I&A Drechtsteden”
BESLUIT DRECHTRAAD d.d. 2 juli 2013 Portefeuillehouder H. Mirck
Steller Marien Jongkind ([email protected])
Onderwerp
Raadsopdracht en financiering onafhankelijk onderzoek Transitieplan I&A Drechtsteden
DE DRECHTRAAD Gezien het voorstel van de raadswerkgroep I&A Transitieplan van 28 juni 2013; Gelet op artikel 7 van de Gemeenschappelijke regeling Drechtsteden; Gezien de Motie Onafhankelijke onderzoek Transitieplan I&A Drechtsteden van 14 mei 2013 Overwegende dat de Drechtraad een gefundeerd oordeel wil vormen en besluit wil nemen over het Transitieplan I&A Drechtsteden en de financiële voorstellen die hierover door het Drechtstedenbestuur zijn voorgelegd. Overwegende dat de Drechtraad in dat kader een onafhankelijke onderzoek uit wil laten voeren naar het Transitieplan I&A Drechtsteden, inclusief de gerelateerde investeringen op korte en langere termijn.
BESLUIT:
1. Definitief vast te stellen de raadsopdracht “Onafhankelijk onderzoek Transitieplan I&A Drechtsteden 2. De kosten voor het onafhankelijk onderzoek inclusief inzet van het Service Centrum Drechtsteden (SCD), geraamd op circa 80.000,- euro exclusief BTW, op te nemen in de tweede bestuursrapportage van 2013 welke in december 2013 in de Drechtraad behandeld zal worden.
Aldus besloten in de openbare vergadering van 2 juli 2013 de coördinerend griffier,
de voorzitter,
A. Overbeek
drs. A.A.M. Brok
Raadsopdracht versie 4 juni 2013
Onderwerp
Onafhankelijk onderzoek Transitieplan I&A Drechtsteden
1. Inleiding In de Drechtraadvergadering van 14 mei is een motie aangenomen om een onafhankelijk onderzoek (second opinion) uit te laten voeren naar het voorstel van het Drechtstedenbestuur betreffende het Transitieplan I&A. Een aantal raadsleden en de coördinerend griffier zijn vervolgens bij elkaar gekomen om de motie te vertalen naar een plan van aanpak voor een onderzoek. Dit plan van aanpak is verwoord in de nu voorliggende raadsopdracht. De raadsopdracht beschrijft zowel de inhoudelijke doelstellingen van het onderzoek als ook het beoogd proces, een organisatiestructuur en de financiële randvoorwaarden. Functie van de opdracht is enerzijds de verwachtingen bij de Drechtraad scherp te stellen ten aanzien van de scope en randvoorwaarden van het onderzoek. Anderzijds is het een duidelijk kader voor de organisatie die het onderzoek gaat uit voeren. Gevraagd besluit aan de Drechtraad: Instemmen met de inhoudelijke contouren van de raadsopdracht, zodat op basis hiervan gestart kan worden met de werving van een extern onderzoeksbureau. De raadsopdracht, inclusief kostenraming en financiële dekking, definitief vast te stellen in de Drechtraad van 2 juli
2. Context Het Transitieplan I&A Drechtsteden is een integraal voorstel voor het structureel op orde houden van de I&A dienstverlening binnen de Drechtsteden. Hiermee wordt geïnvesteerd in de huidige en toekomstige dienstverlening van de gemeenten aan hun inwoners en bedrijven. Het Drechtstedenbestuur heeft het Transitieplan ter instemming voorgelegd aan de Drechtraad inclusief kredietvoorstel en een voorstel voor eenmalige inhaalafschrijvingen. In de raadscarrousel van 14 mei is een motie aangenomen tot uitvoering van een onafhankelijk onderzoek/second opinion naar het Transitieplan I&A Drechtsteden. Daarbij heeft de portefeuillehouder toegezegd in beeld te brengen welke investeringen geen uitstel meer verdragen en na besluitvorming in de Drechtraad in juni a.s. per direct zouden moeten worden doorgevoerd. Op 31 mei heeft de Drechtraad dit overzicht ontvangen, tezamen met (een ambtelijk concept van) de strategische I&A visie en een rapportage t.b.v. de sturing op uitvoering van het Transitieplan.
3. Opdracht, doel en onderzoeksvragen Opdracht Het uitvoeren van een onafhankelijk onderzoek naar het Transitieplan I&A Drechtsteden inclusief de gerelateerde investeringen op korte en langere termijn.
Raadsopdracht onafhankelijk onderzoek I&A Transitieplan Drechtsteden Concept 2013-05-31
- 1/5 -
Doel De Drechtraad in staat te stellen een gefundeerd oordeel te vormen en besluit te nemen over het voorliggende Transitieplan I&A Drechtsteden en de (financiële) voorstellen die hierover door het Drechtstedenbestuur zijn voorgelegd. Onderzoeksvragen De externe onderzoeker wordt gevraagd in dit kader een oordeel te geven over de volgende hoofdvragen:
Zijn de knelpunten en de oorzaken van die knelpunten voldoende in beeld gebracht. Zijn de geïdentificeerde knelpunten actueel en urgent in relatie tot het investeringsvoordeel. Zijn de doelen voldoende beschreven in het licht van taken, kwaliteit en continuïteit Is de geschetste eindsituatie in het I&A Transitieplan met bijbehorende ambitieniveau’s passend bij de taken van de gebruikers van de I&A functionaliteit en toereikend voor de gebruikers om de overeengekomen diensten aan haar afnemers te kunnen verstrekken? (‘Fit-for-purpose’) Zijn de in het I&A Transitieplan voorgestelde maatregelen toereikend om het beoogde ambitieniveau (via 1 naar 2) te realiseren? Is de gevraagde investering voor aanschaf van ICT middelen de juiste keuze en zijn de argumenten om niet over te gaan tot outsourcing (of een tussenvariant) correct en volledig? (‘Business-model’) Leiden de geschetste investeringen op korte en langere termijn tot een optimale cost of ownership, of leveren alternatieve constructies (zoals lease, opensource, externe hosting, outsourcing) lagere investerings- en exploitatiekosten bij een gelijkblijvend service- en kwaliteitsniveau? (‘Total-Cost-of-Ownership’): Is de geschetste eindsituatie (functionaliteit, hardware, software, ICT ondersteuning) representatief voor vergelijkbare organisaties en hoe verhouden de kosten per werkplek zich die tot vergelijkbare organisaties? Zijn de voorgestelde investeringsbedragen realistisch? (‘Benchmark’): Zijn de risico’s toereikend in beeld gebracht en is de organisatie erop ingericht hierop adequaat te sturen?
Daarnaast wordt de extern onderzoeker gevraagd een oordeel te geven over een aantal specifieke elementen: A. Software o de voorgestelde procesoptimalisatie en -harmonisatie in relatie tot een efficiënte softwareinfrastructuur? o het aantal applicaties (per type werkzaamheden) in relatie tot vergelijkbare organisaties (benchmark) o de keuze voor de softwarepakketten Windows 7 en Office 2010 in relatie tot de applicaties die op dit moment binnen de Drechtsteden draaien (stabiliteit) en in relatie tot technologische ontwikkelingen zoals Office365 of opensource o de keuze om software aan te schaffen voor de periode van 7 jaar in relatie tot de huidige marktsituatie en technologische ontwikkelingen B. Hardware infrastructuur o het aantal werkplekken (per type gebruiker) in relatie tot vergelijkbare organisaties (benchmark) o de voorgestelde infrastructuur in relatie tot andere mogelijkheden op de markt en technische ontwikkelingen o de kosten voor een eigen infrastructuur versus de kosten wanneer gekozen wordt voor outsourcing. C. Organisatie (mensen) o de voorgestelde organisatiestructuur en capaciteit t.b.v. de ICT ondersteuning in relatie tot de voorgestelde infrastructuur. en gebruikerspopulatie o Is de geschetste ICT ondersteuning (huidige en voorziene uitbreiding) kwalitatief en kwantitatief passend voor de gebruikersorganisatie? (ICT support) o Implementatie fasering en strategie in relatie tot bedrijfscontinuïteit en risicobeheersing.
Raadsopdracht onafhankelijk onderzoek I&A Transitieplan Drechtsteden versie 2013-06-05
- 2/5 -
D. Afschrijvingstermijnen hard- en software o de voorgestelde afschrijvingstermijnen voor hard- en software in relatie tot wat gebruikelijk is bij andere organisaties (benchmark) Product Het op te leveren rapport bestaat uit twee onderdelen: Een beschrijvend deel, waarin de onderzoeker diens algehele oordeel geeft over het I&A Transitieplan Drechtsteden, onderbouwde antwoorden geeft op de hoofdvragen en de conclusies beschrijft op de specifieke elementen A t/m D. Een technisch deel, dat uitvoerig ingaat op de specifieke onderdelen inclusief ‘facts en figures’. Overige product eisen: Relevante bevindingen die niet vallen onder de hoofdvragen of specifieke elementen, maar die wel ter zake doende van wezenlijk belang zijn vanuit het oogpunt van de deskundigheid het onderzoeksbureau. Het rapport dient leesbaar en begrijpbaar te zijn voor niet ter zake kundigen (lees: niet I&A specialisten), zodat zij een gefundeerd oordeel kunnen vormen Het hoofdrapport bestaat uit maximaal 10 pagina’s. Detail en onderliggende informatie wordt in bijlagen opgenomen, met een duidelijke en toegankelijke structuur. 4. Het proces Het onderzoeksproces loopt vanaf begin juni tot begin oktober volgens de volgende stappen: Vaststellen Bestuursopdracht in Drechtraad 1. Aanbesteding 2. Opstellen concept rapportage 3. Consultatie (wederhoor) Drechtstedenbestuur 4. Oplevering eindrapportage 5. Bespreking Drechtraad (1/10)
Datum 11 juni
juni
juli
aug
sep
okt
5 september 1 oktober
stap 1. Aanbesteding Op basis de vastgestelde bestuursopdracht wordt een geschikte onderzoeker geselecteerd. Het proces wordt begeleid door het team Inkoop en vindt plaats binnen de kaders van het regionaal inkoopbeleid. Maximaal 5 organisaties worden onderhands benaderd een offerte uit te brengen. De definitieve keuze wordt bepaald door de raadswerkgroep I&A (zie ook paragraaf 5, ‘structuur’). stap 2. Opstellen concept rapportage In samenspraak met de geselecteerde onderzoeker wordt het onderzoeksproces gedetailleerd en vertaald naar een weekplanning. Een conceptrapportage wordt medio augustus opgeleverd. Deze concept rapportage wordt medio augustus besproken in de raadswerkgroep. Stap 3. Consultatie Drechtstedenbestuur De conceptrapportage wordt ter consultatie aan het Drechtstedenbestuur voorgelegd. Doel van de consultatie is het Drechtstedenbestuur in positie te stellen haar visie te geven op de bevindingen. De consultatie geeft het Drechtstedenbestuur ook gelegenheid om, indien het bestuur daar aanleiding toe ziet, heroverwegingen te maken over het Transitieplan en de voorgelegde besluiten aan de Drechtraad. stap 4. Oplevering eindrapportage Na consultatie van het bestuur wordt de rapportage waar nodig aangescherpt en definitief gemaakt. stap 5. Bespreking in Drechtraad Na vrijgave door de raadswerkgroep wordt de definitieve rapportage aangeboden aan de Drechtraad en het Drechtstedenbestuur, e.e.a. ten behoeve van beraadslaging op 1 oktober.
Raadsopdracht onafhankelijk onderzoek I&A Transitieplan Drechtsteden versie 2013-06-05
- 3/5 -
5. Structuur Opdrachtgever & Opdrachtnemer o Bestuurlijk opdrachtgever : Drechtraad o Raadswerkgroep I&A Transitieplan : 1 vertegenwoordiger van elke politieke familie o Ambtelijk opdrachtgever : coördinerend griffier van de Drechtraad o Ambtelijk ondersteuner : regiogriffie (Bureau Drechtsteden) De opdracht voor het onafhankelijk onderzoek wordt gegeven door de voltallige Drechtraad. De raadswerkgroep begeleidt namens de Drechtraad het onderzoeksproces. In die hoedanigheid selecteert de groep het onderzoeksbureau, bespreekt het conceptrapportages die door de onderzoeker worden aangeleverd en geeft die vrij voor vervolgstappen. De coördinerend griffier is ambtelijk opdrachtgever en is verantwoordelijk voor de aansturing van het proces en de oplevering van de eindrapportage conform de in de bestuursopdracht gestelde kaders. De griffier is lid van de raadswerkgroep. Bij de regiogriffie wordt een ambtelijke ondersteuner aangewezen die de ambtelijk opdrachtgever en de raadswerkgroep faciliteert. De ondersteuner begeleidt het aanbestedingsproces en organiseert de benodigde overleggen met raadswerkgroep en regisseert de hieruit voortvloeiende acties. Ook bereidt de ondersteuner de bestuurlijke besluitvorming voor en is deze ‘linking pin’ naar de betrokken I&A afdelingen binnen de Drechtsteden.
6. Financiën Op dit moment is nog geen reële inschatting te maken van de kosten van dit onderzoek. Ook moet er nog dekking gevonden worden in de begroting. Een budget kan eerst formeel worden toegekend door de Drechtraad op 2 juli. Om de maand juni niet verloren te laten gaan, wordt de Drechtraad voorgesteld, uiteraard onder voorbehoud van goedkeuring door de Drechtraad op 2 juli, de aanbestedingsprocedure nu te starten zodat direct na 2 juli gegund kan worden en wordt gestart met het onderzoek.
7. Communicatie Het betreft een interne evaluatie die wordt opgesteld in opdracht van de Drechtraad. Het document wordt openbaar bij verzending naar de Drechtraad medio september.
8. Bijlagen
Beoogde samenstelling Raadswerkgroep I&A Transitieplan
Raadsopdracht onafhankelijk onderzoek I&A Transitieplan Drechtsteden versie 2013-06-05
- 4/5 -
Bijlage I Beoogde samenstelling Raadswerkgroep I&A Transitieplan
Voorlopige samenstelling Naam J. van Gameren J. Hoogeveen F. Loos H. van Dorsser M. de Groot P. Boudewijn A. Overbeek J. de Jong
Partij PvdA Sliedrecht PAB Papendrecht Vice voorzitter Drechtraad VVD Zwijndrecht D66 HIA SGP/CU HIA coördinerend griffier ambtelijk ondersteuner
Mogelijk vanuit de CDA en GroenLinks fracties: Naam W. Dunsbergen K. Kruger
Partij CDA -Sliedrecht GL Dordrecht
CC groep: Naam A. Hoogerduijn C. van Verk H. Romijnsen J. Lagendijk A. Burger G. de Klerk N. de Smoker-Van Andel W. Hofland H. Mirck M. van Bijnen
Partij SGP/CU Dordrecht PvdA Dordrecht VSP-raadslid Dordrecht PvdA-fractievoorzitter Dordrecht VVD HIA GL Dordrecht D66 Dordrecht CDA Zwijndrecht
Raadsopdracht onafhankelijk onderzoek I&A Transitieplan Drechtsteden versie 2013-06-05
portefeuillehouder ICT ca secretaris Drechtsteden
- 5/5 -
Bijlage 4
VOORSTEL DRECHTRAAD 2 JULI 2013 Portefeuillehouder E. van de Burgt
Datum 11 juni 2013
Status behandeling Carrousel n.v.t.
Steller T.C.H. Willemsen
E-mail [email protected]
Telefoonnummer 078-7707018
Onderwerp
Evaluatie minimabeleid 2013 Voorstel Kennisnemen van de vaststelling door het Drechtstedenbestuur d.d. 15 mei 2013 van beleidswijzigingen als maatregelen om de knelpunten als gevolg van het huidig minimabeleid aan te pakken. Het Drechtstedenbestuur heeft d.d. 15 mei 2013 de navolgende beleidswijzigingen vastgesteld: 1. Ten aanzien van het knelpunt dat de besteedbare middelen van ouders met oudere kinderen niet toereikend zijn voor de basiskosten: 1.1 Verhogen van de vergoeding SMS Kinderfonds voor ouders met kinderen op de middelbare school met € 45 per kind per maand. 2. Ten aanzien van het knelpunt dat de besteedbare middelen van minima weinig ruimte laat voor participatie: 2.1 Compensatie eigen bijdrage kinderopvang ook voor werkenden met een inkomen tot 110% WML. 2.2 Vergoeding reiskosten uitstroom werkenden onder de 110% WML. 2.3 De doelgroep bonus vrijwilligerswerk uitbreiden door: a. de inkomensgrens op te hogen naar 110% WML; b. beide partners van een echtpaar in aanmerking te laten komen voor een bonus; c. mensen met een gedeeltelijke arbeidsontheffing ook in aanmerking te laten komen voor de bonus. 2.4 Met meer ziektekostenverzekeraars collectieve arrangementen afsluiten. 2.5 Maatregelen bronheffing. 2.6 Onderzoek collectieve inkoop duurzame energie. 3. Ten aanzien van het bereik onder minima, een aantal acties te ondernemen om dit bereik te vergroten, in het bijzonder: a. met meer ziektekostenverzekeraars collectieve arrangementen afsluiten; b. preventief budgetbeheer en begeleiding voor mensen die hun financiën niet kunnen beheren; c. versterking aansluiting A-team in regio op bestaande structuren; d. optimalisering bestandsvergelijking; e. halfjaarlijkse papieren nieuwsbrieven; f. lokale acties. Bevoegdheid Drechtraad. Toelichting: Het Drechtstedenbestuur is, conform advies van het PFO Sociaal en met positief advies van de Cliëntenraad Wwb Drechtsteden, op 15 mei 2013 akkoord gegaan met dit voorstel. Daarna is conform afspraak en in overleg met de regiogriffie de Drechtraad via een raadsinformatiebrief geïnformeerd. Hoewel het formeel een DSB-bevoegdheid betreft heeft de portefeuillehouder, naar aanleiding van vragen van de Drechtraad in de vergadering van 11 juni jl., toegezegd het voorstel via het DSB van 12 juni ook aan de Drechtraad voor te leggen (gericht op behandeling op 2 juli 2013).
pagina 2
Evaluatie minimabeleid 2013
Samenvatting Uit onderzoeken van het NIBUD en OCD blijkt op welke punten het minimabeleid in de Drechtsteden tekort schiet om bepaalde doelgroepen een toereikende aanvullende inkomensondersteuning te bieden dan wel het voor bepaalde doelgroepen mogelijk te maken om te participeren in de maatschappij. Gegeven het uitgangspunt dat deze tekorten zoveel mogelijk door de regionale overheid gecompenseerd worden, is het Drechtstedenbestuur een aantal maatregelen tot aanpassing en intensivering van het minimabeleid voorgelegd. Toelichting op het voorstel Aanleiding In het kader van de evaluatie van het sinds 2012 in uitvoering genomen minimabeleid hebben het NIBUD en het OCD onderzoek gedaan naar de effecten van dit minimabeleid voor bepaalde doelgroepen in de Drechtsteden. Daarbij is zowel gekeken naar de toereikendheid van het minimabeleid als aanvullende inkomensondersteuning als naar de mate waarin dit minimabeleid maatschappelijke participatie mogelijk maakt. De activerende werking van het minimabeleid is (nog) moeilijk meetbaar. Deels omdat veel andere factoren van invloed zijn en deels om het bereik van met name de vrijwilligersbonus tegenvalt en deels omdat de nieuwe regelingen nog maar kort in uitvoering zijn. Ook blijkt in de praktijk het PMB ingezet te worden bij budgetbeheer en bewindvoering waardoor de extra bestedingsruimte volledig opgaat aan de aflossing van schulden. Wel valt op dat het saldo van inkomsten/uitgaven van huishoudens (zie onderstaande tabel) in het algemeen een positiever beeld oplevert in de gevallen dat men door het verrichten van reguliere arbeid of vrijwilligerswerk maatschappelijk participeert. Als aanvullende inkomensondersteuning blijkt het minimabeleid voor de meeste minima in de Drechtsteden toereikend te zijn. Een uitzondering hierop betreft echtparen met kinderen op de middelbare school. Het minimabeleid biedt echter weinig ruimte om (maatschappelijke) participatie door minima financieel te verbeteren. Dit speelt bij alleenstaanden jonger dan 65 jaar, alleenstaande ouders met oudere kinderen en alle echtparen (zowel met als zonder kinderen). Alleen ouderen boven de 65 jaar, ook als er sprake is van een zorgvraag, kunnen relatief goed rondkomen. Opvallend is verder dat het bereik van de doelgroep zeer wisselend is, zowel qua instrument, inkomensniveau als woonplaats binnen de Drechtsteden. Samengevat kent het huidig minimabeleid als knelpunten dat: 1. het – zowel als inkomensaanvulling als voor participatie – ontoereikend is voor ouders met kinderen op de middelbare school. 2. het onvoldoende ruimte biedt voor verbetering van de participatie voor de meeste doelgroepen van het minima – met uitzondering van personen boven de 65 jaar. 3. het bereik zeer wisselend is per instrument, inkomensniveau en woonplaats.
pagina 3
Evaluatie minimabeleid 2013
Voorbeeldhuishoudens saldo per maand na basisuitgaven Inkomen tot Alleenst Allst.ouder Allst.ouder Echtpaar Echtpaar Echtpaar < 65 + 2 jonge + 2 oudere + 2 jonge +2 oudere > 65 kinderen kinderen kinderen kinderen 100% 36 212 53 54 -90 272 100%(+PMB) 67 265 106 120 -24 307 100%(+VB*) 57 233 74 75 -70 110% 91 226 132 134 -11 278 120% 147 299 236 159 24 376 Voorbeeldhuishoudens saldo, uitgaven basis+participatie, inclusief PMB Inkomen tot Alleenst Allst.ouder Allst.ouder Echtpaar Echtpaar Echtpaar < 65 + 2 jonge + 2 oudere + 2 jonge +2 oudere > 65 100% -43 78 -128 -122 -312 143 110% -54 26 -115 -107 -289 105 120% -37 21 -103 -173 -369 160 Voorbeeldhuishoudens saldo, uitgaven basis+participatie, incl. vrijwilligersbonus Inkomen tot 100% 110% 120%
Alleenst Allst.ouder Allst.ouder Echtpaar Echtpaar Echtpaar < 65 + 2 jonge + 2 oudere + 2 jonge +2 oudere > 65 -53 46 -160 -167 -357 -85 -27 -168 -173 -364 -37 21 -103 -173 -369 -
Bron: Nibud *VB=vrijwilligersbonus
Toelichting op tabel Het basispakket uit het NIBUD-onderzoek omvat alle uitgaven die als noodzakelijk kunnen worden beschouwd in een huishouden. Het gaat om het minimumbedrag aan kosten voor wonen, kleden, voeden, gezondheid, zekerheid (verzekeringen) en informatie (telefoon, internet en tv). Het pakket wordt in overleg met anderen (bijvoorbeeld het Sociaal en Cultureel Planbureau) samengesteld. Het pakket participatiekosten omvat onder meer de kosten van uitgaven voor maatschappelijke participatie zoals contributies en abonnementen, bezoek ontvangen en op bezoek gaan, vakanties, uitgaan en vervoer. Ook uitgaven voor het houden van huisdieren, betalen van zakgeld en nietvergoede kosten in verband met werk, vallen hieronder. Budget minimabeleid Bij ongewijzigd beleid en bereik wordt in 2013 een overschot op het budget minimabeleid verwacht van € 1,3 miljoen. Dit wordt vooral veroorzaakt door het lager uitvallende bereik op bepaalde producten en twee gekozen uitgangspunten van de wijziging van het minimabeleid 2012: 1. Het niet meer vergoeden van medische kosten door middel van individuele bijzondere bijstand. Deze kosten worden gedekt door de aanvullende collectieve zorgverzekering. 2. Het toepassen van maatwerk bij het verstrekken van vooral leenbijstand voor inrichtingskosten en duurzame gebruiksgoederen (witgoed e.d.) in plaats van standaardbedragen. Dit maatwerk betekent wel dat mensen kortere aflossingsverplichtingen ten lagere schulden aan de dienst krijgen. Gezien deze uitgangspunten worden deze wijzigingen niet heroverwogen, behoudens het verbreden van het aanbod van een aanvullende collectieve zorgverzekering. Er zijn bij de herziening van het minimabeleid geen andere wijzigingen van toekenning bijzondere bijstand doorgevoerd. Verder zijn vanaf 2012 extra gelden voor minimabeleid aan het gemeentefonds toegevoegd. Deze gelden zijn niet opgehaald bij de gemeenten. Vanaf 2014 worden aanvullend hierop extra gelden in het gemeentefonds van het Rijk verwacht. Deze bedragen zijn in het financieel overzicht later in dit voorstel opgenomen. Gegeven het uitgangspunt dat deze tekorten zoveel mogelijk door de regionale overheid gecompenseerd worden, zijn per knelpunt maatregelen gepresenteerd om dit knelpunt te bestrijden. Hierbij is aangegeven welk effect van deze maatregelen wordt verwacht en wat hiervan de kosten zijn. Er zal in 2014 een beleidsevaluatie plaatsvinden van de effectiviteit van de ingezette instrumenten.
pagina 4
Evaluatie minimabeleid 2013
Knelpunt 1: Minimabeleid niet toereikend voor ouders met kinderen op de middelbare school Het inkomensbeleid in hoofdzaak voorbehouden aan het Rijk. De mogelijkheden van het lokale beleid om het inkomen van burgers te beïnvloeden zijn beperkt en zien vooral op het bevorderen van participatie. Er geldt een landelijke inkomensgrens van 110% van het wettelijk minimumloon, waarmee de doelgroep van het minimabeleid wordt bepaald, terwijl het inzetten van categoriale regelingen, waarbij minder naar de individuele situatie van de burger wordt gekeken, beperkt zijn en door het Rijk in de toekomst naar verwachting verder beperkt worden. Toelichting De oorzaken van dit knelpunt vinden hun oorsprong in het Rijksbeleid. De kosten van kinderen op de middelbare school drukken zwaar op de begroting van ouders, terwijl deze niet volledig gecompenseerd worden door kindgebonden toeslagen. Dit is het grootste probleem voor echtparen met een inkomen op 100% en 110% van het wettelijk minimumloon omdat hier – in relatie tot de alleenstaande ouder – de kosten van de “tweede” ouder niet gedekt worden door de relatief extra inkomsten. (Het verschil tussen het inkomen van een echtpaar en alleenstaande ouder bedraagt slechts 10%). Deze twee echtpaargroepen (inkomen op 100% en 110%WML) komen maandelijks €90 respectievelijk €24 tekort om in het primaire levensonderhoud te voorzien. De andere groepen met kinderen op de middelbare school hebben onvoldoende middelen – variërend van €160 voor een alleenstaande ouder op bijstandsniveau tot €364 op 110% WML - om te participeren. Maatregelen voor deze doelgroep: 1.1. Verhogen van de vergoeding SMS Kinderfonds voor ouders met kinderen op de middelbare school met € 45 per kind per maand. Uitgaande van 1.000 kinderen in totaal bedragen de kosten € 540.000 op jaarbasis. Recente informatie lijkt wellicht de mogelijkheid te bieden tot het verhogen van de inkomensgrens van 110% naar 120% bij toepassing van het SMS-kinderfonds en in het kader van vergoeding peuterspeelzalen. Dit zal nog nader onderzocht worden en kan eventueel tot een aanvullende aanpassing leiden. Ook is overwogen om het Persoonlijk Minimabudget (PMB) voor deze ouders te verhogen. Dit wordt vooralsnog niet gedaan omdat deze maatregel een wijziging van de verordening vergt en daardoor een lang besluitvormingstraject kent. Het Rijk heeft aangekondigd dat in juli 2014 het wettelijk kader sterk wijzigt waardoor deze categoriale regeling naar verwachting weer ingeperkt moet worden. De huidige ontwikkelingen rond het kabinetsbeleid zorgen voor een dermate grote mate van onzekerheid, dat op dit moment niet te voorspellen is hoe het wettelijk kader eruit gaat zien en wat de gevolgen van wijziging van dit beleid zijn. Naast maatregelen op het terrein van het minimabeleid dat door de Sociale Dienst Drechtsteden wordt uitgevoerd, kan ook de mogelijkheid om kwijtschelding van de gemeentelijke belastingen aan te passen worden overwogen. Denkbaar zijn het meenemen van de kosten van kinderopvang in de beoordeling en het gedeeltelijk ten laste van het minimabudget brengen van de kosten van deze kwijtschelding. Wel stellen we vast dat de extra middelen die het Rijk vanaf 2012 en aanvullend vanaf 2013 aan het gemeentefonds toevoegt voor minimabeleid nog ruimte biedt voor financiering van een dergelijk idee. Het besluiten over en doorvoeren van dergelijke maatregelen zijn echter lokaal beleid. Andere werkbare en effectieve maatregelen voor dit knelpunt zijn binnen de geschetste beperkte beleidsruimte niet gevonden. Knelpunt 2: Weinig ruimte voor participatie De tweede doelstelling van het minimabeleid is burgers met een minimuminkomen tot 110% in staat te stellen maatschappelijk te participeren. Werken is niet alleen de oplossing om voldoende inkomen te generen maar zorgt ook voor (uitbreiding van) het sociale netwerk en participatie in de maatschappij. Toelichting Er zijn 5 huishoudtypen die op alle onderzochte inkomensniveaus te weinig middelen hebben om in de kosten van participatie te voorzien. Deze kosten zijn zoals eerder vermeld onder meer uitgaven voor maatschappelijke participatie zoals contributies en abonnementen, bezoek ontvangen en op bezoek gaan, vakanties, uitgaan en vervoer. Ook uitgaven voor het houden van huisdieren, betalen van zakgeld en niet-vergoede kosten in verband met werk, vallen hieronder. Opmerkelijk is dat de kosten die het gaan werken met zich meebrengt – vooral bij een inkomen tot 110 % WML - onvoldoende
pagina 5
Evaluatie minimabeleid 2013
worden gecompenseerd door de met dit werk extra verkregen middelen. Ook hier ligt bij huishoudens van 2 volwassenen het grootste knelpunt. Maatregelen: 2.1. Compensatie eigen bijdrage kinderopvang ook voor werkenden met een inkomen tot 110% WML De huidige compensatieregeling van de eigen bijdrage voor de kinderopvang voor WWB-klanten verbreden naar alle inwoners met een inkomen tot 110% WML. Naast dat dit voor betrokkenen middelen beschikbaar maakt voor participatie verkleint het ook de armoedeval. Deze uitbreiding van de regeling zal in de praktijk voornamelijk alleen door alleenstaande ouders worden gebruikt, omdat echtparen met kinderen alleen kinderopvang nodig hebben als beide ouders werken. In die gevallen zal veelal het inkomen toereikend zijn om de eigen bijdrage kinderopvang te voldoen. Uitgaande van 250 huishoudens en 1.100 te vergoeden uren komen de kosten op € 138.000. 2.2. Vergoeding reiskosten uitstroom werkende onder de 110% WML Huishoudens krijgen met (extra) reiskosten te maken als ze gaan werken, waardoor de stijging van het inkomen direct weer wordt ingeperkt. Hierdoor blijft voor deze groepen conform het onderzoek te weinig ruimte over voor participatie. Door de reiskosten te compenseren blijft (meer) ruimte voor participatie. Met herinvoer van de reiskosten regeling (> 5 km) zijn zo’n 160 huishoudens gemoeid. Bij een gemiddelde vergoeding van € 61 per maand bedragen de kosten €118.000 per jaar. 2.3. Doelgroep bonus vrijwilligerswerk uitbreiden De bonus vrijwilligerswerk is nu bedoeld voor huishoudens met een inkomen op 100% WML, met een arbeidsverplichting. Deze personen komen in aanmerking voor een bedrag van € 250 per jaar indien zij naast hun inspanning om betaalde arbeid te vinden vrijwilligerswerk verrichten. De doelgroep is uit te breiden door: a. de inkomensgrens op te hogen naar 110% WML; hiermee wordt de activerende werking hersteld en de armoedeval verkleind. b. beide partners van een echtpaar in aanmerking te laten komen voor een bonus. Nu wordt de bonus maar één keer verstrekt, ook als beide partners vrijwilligerswerk verrichten. c. Mensen met een gedeeltelijke arbeidsontheffing ook in aanmerking te laten komen voor de bonus. Het aantal extra bonussen bedraagt 700 en kost op jaarbasis €175.000. 2.4. Met meer ziektekostenverzekeraars collectieve arrangementen afsluiten Op dit moment zijn alleen met VGZ/IzaCura afspraken gemaakt voor een collectief zorgverzekeringsarrangement. Hiermee bereiken we 38% van de minima. Mensen die gebruik willen maken van dit arrangement moeten voor het begin van het kalenderjaar overstappen. Wanneer met meer zorgverzekeraars afspraken bestaan, is de keuze groter en zal naar verwachting het bereik toenemen – naar schatting met 3.000 personen - en kunnen meer mensen hun (aanvullende) ziektekosten voordeliger verzekeren. Kosten op jaarbasis € 410.000 vanaf 2014. 2.5 Maatregelen bronheffing Een bijkomend voordeel van voornoemde maatregel (2.4) ligt op het terrein van de zgn. bronheffing. Deze bronheffing dreigt voor mensen met betalingsachterstand bij hun zorgverzekeraar. Dit betekent dat zij niet alleen meer moeten betalen, hetgeen rechtstreeks wordt ingehouden op hun inkomen of uitkering, maar ook dat zij uit hun aanvullende verzekering worden gezet. De groep mensen met bronheffing groeit nog steeds. Op dit moment zijn er in de Drechtsteden ca. 800 mensen in de bijstand met een bronheffing. Vergroten van het bereik en afspraken met meer zorgverzekeraars draagt zowel bij aan preventie als aan de curatieve aanpak (vroegsignalering). Er is een voorstel voorbereid, waarin met name gekeken wordt naar de mogelijkheden om het opleggen van de bronheffing te voorkomen. In dat voorstel zal worden voorgesteld die kosten (bij benadering ca. een ton per jaar) ook ten laste van het minimabudget te brengen. 2.6 Onderzoek collectieve inkoop duurzame energie De grootste uitgavenpost bij minima betreft de woonlasten als huur en energie. Het Rijk voorziet een compensatie met de Huurtoeslag en beperkt daarmee de gemeentelijke mogelijkheden (zie ook de overwegingen bij het eerder genoemde woonlastenfond). Wat betreft energiekosten kunnen gemeenten woningcorporaties stimuleren door woningisolaties het energiegebruik te verlagen en daarmee de uitgaven van energie in te perken. Ook kunnen de kosten worden gedrukt door bijvoorbeeld collectieve inkoop van energie. Er volgt dan ook een onderzoek door de SDD naar mogelijkheden om door collectieve inkoop van duurzame energie de financiële positie van de doelgroep te verbeteren.
pagina 6
Evaluatie minimabeleid 2013
Voorbeeldhuishoudens gecumuleerd potentieel inkomenseffect per maand Inkomen tot Alleenst Allst.ouder Allst.ouder Echtpaar Echtpaar Echtpaar < 65 + 2 jonge + 2 oudere + 2 jonge +2 oudere > 65 100% * * * * * * 100%(+VB) 21 21 21 21 21 0 110% 61 107 151 107 151 0 110%(+VB) 82 128 172 149 193 0 Aanvullend alle groepen*
+11
+11
+11
+11
+11
+11
* na alsnog aansluiten bij coll. Arrangementen zorgverzekaars.
De volgende maatregelen zijn ook overwogen, maar om de hieronder genoemde redenen niet genomen: Het eigen risico voor de ziektekostenverzekering te vergoeden Het eigen risico heeft tot doel de zorgvraag te temperen. Vergoeden haalt deze door het Rijk opgeworpen drempel weg en is ook in strijd met het Rijksbeleid. Overigens is een deel van de kosten door het Rijk gecompenseerd door in 2013 voor minima de zorgtoeslag te verhogen. De bijdrage collectieve aanvullende ziektekostenverzekering te verhogen Deze maatregel werkt alleen voor mensen met een aanvullende ziektekostenverzekering bij een zorgverzekeraar waarmee een contract is gesloten. Met de maatregel onder 2.4 wordt weliswaar het aantal zorgverzekeraars uitgebreid. Toch zal niet iedere minima kiezen voor een van deze pakketten. Bovendien zullen de meest kwetsbare groepen met deze maatregel niet bereikt worden omdat bij betalingsachterstand – 20% van de verzekerden bij de huidige verzekeraar VGZ/IZACura – de aanvullende verzekering wordt stopgezet. (Dit is al na 3 maanden en eerder dan dat de bronheffing aan de orde is. Een participatiefonds – zoals SMS – voor volwassenen in te stellen Een dergelijk fonds is aan te merken als categoriale bijzondere bijstandverlening. Het kabinet heeft aangekondigd de mogelijkheden van categoriale bijzondere bijstandsverlening sterk te willen inperken (ingaande 1 juli 2014). Zolang onduidelijk is wat het nieuwe wettelijk kader wordt, lijkt het niet zinvol nu dergelijk nieuw beleid ontwikkelen Het PMB te verhogen Zoals eerder vermeld bij knelpunt 1 is de feitelijke uitvoeringsperiode zeer kort door enerzijds de lange besluitvormingstermijn en anderzijds de aangekondigde wijziging van het wettelijk kader, waardoor de effectiviteit van de maatregel op dit moment nihil is. Daarbij is er sprake van een zeer grote mate van onzekerheid rond de kabinetsplannen, waardoor de gevolgen van wijzigingen op dit moment niet zijn te voorspellen. Een woonlastenfonds voor inwoners op langdurig bijstandsniveau Het idee van een fonds voor inwoners die langer dan drie jaar moeten rondkomen van een inkomen op bijstandsniveau en die recht hebben op een huurtoeslag met kwaliteitskorting betekent een nieuwe regeling, wat het sterk vereenvoudigde en daardoor overzichtelijke minimabeleid compliceert. In de Drechtsteden hebben 26.100 mensen recht op huurtoeslag; hiervan heeft een nog nader te bepalen percentage langdurig een inkomen op bijstandsniveau. Onbekend is welk deel van deze personen te maken heeft met de kwaliteitskorting. Deze kwaliteitskorting is door het Rijk ingevoerd om de feitelijke huurprijs beter in overeenstemming te brengen met de kwaliteit van de woning. Gemeentelijk beleid om de kwaliteitskorting van € 177 per jaar te compenseren, doorkruist dit beleid. Dit vormt een risico voor de acceptatie van dit beleid door het Rijk.
pagina 7
Evaluatie minimabeleid 2013
Voorbeeldhuishoudens maximaal* potentieel inkomenseffect per maand Inkomen tot Alleenst Allst.ouder Allst.ouder Echtpaar Echtpaar Echtpaar < 65 + 2 jonge + 2 oudere + 2 jonge +2 oudere > 65 100% 59 59 59 93 93 51 100%(+VB) 59 59 59 93 93 51 110% 59 59 59 93 93 51 110%(+VB) 59 59 59 93 93 51 *bij gebruik van alle maatregelen
Een stadspas in te stellen Er bestaat al een regionale SSKW “vrijwilligerspas”, die dezelfde mogelijkheden biedt als een stadspas. Deze vrijwilligerspas is er voor alle mensen die vrijwilligerswerk verrichten, ook dus voor mensen op het bestaansminimum en ongeacht of er recht op de bonus vrijwilligerswerk bestaat. Het stimuleren van verrichten vrijwilligerswerk verdient de voorkeur, omdat hier tevens een activerende werking vanuit gaat. Niet noodzakelijk huidig minimabeleid Anderzijds is tevens is overwogen om het PMB en/of de regeling maaltijdvoorziening, beide voor ouderen boven de 65 jaar af te schaffen, waarmee in totaal een bedrag van € 880.000 vrijvalt in de begroting van de Sociale Dienst Drechtsteden. Uit de onderzoeken blijkt namelijk dat ouderen relatief voldoende inkomen hebben om zowel in de basisbehoefte voor levensonderhoud te voorzien als maatschappelijk te participeren. Hierover volgen vooralsnog geen voorstellen, omdat vooralsnog geen financiële noodzaak voor aanwezig is. Knelpunt 3: Het bereik is wisselend Bijna traditioneel is het bereik onder werkende lager dan onder mensen met een uitkering (zowel WWB als andere uitkeringen). De gegevens om deze mensen gericht te benaderen ontbreekt veelal, waardoor vaak alleen algemene voorlichting mogelijk is. Opvallend is verder dat gebruik per regeling sterk varieert. Kwijtschelding van gemeentelijke belastingen kent het hoogste bereik (86%), de vrijwilligersbonus de laagste (21%). Verder verschilt het bereik per gemeente, waarbij het bereik in de gemeente Dordrecht het hoogst is.
regelingen SMS kinderfonds 2011 collectieve ziektekostenverzekering 2011* langdurigheidstoeslag/ persoonlijk minimabudget (PMB) 2012* vrijwilligersbonus 2012** kwijtschelding gemeentelijke belastingen huurtoeslag
doelgroep bereik 4.650 2.614 56% <11350 4.286 > 38% <8150 3.471 > 44% 700 147 21% 9.070 7.833 86% 26.100 20.002 77%
Bron: OCD * doelgroep is bij benadering bepaald * *uitgegaan van het aantal huishoudens dat daadwerk elijk vrijwilligerswerk kan/wil v errichten
Van oudsher zet de sociale dienst in op het bekend maken van bestaande regelingen bij de doelgroep, denk hierbij aan de jaarlijkse actie om huishoudens in de doelgroep te wijzen op de collectieve zorg verzekering en de samenwerking met de Stichting Leergeld Drechtsteden om het SMS kinderfonds onder de aandacht te brengen. Vanaf 2012 is speciale aandacht gegeven aan de nieuwe elementen van het minimabeleid: het PMB en de vrijwilligersbonus. Hiervoor zijn op de doelgroep gerichte communicatieactiviteiten ingezet. Maatregelen om het bereik zo mogelijk te vergroten: a. Met meer ziektekostenverzekeraars collectieve arrangementen afsluiten Deze maatregel is ook genoemd onder 2.4. Deze maatregel zal er ook toe leiden dat gegevens van huishoudens, die nu nog geen gebruik maken van het minimabeleid, bekend worden, waardoor ook andere instrumenten uit het minimabeleid gericht voor deze “nieuwe klanten” kunnen worden ingezet. b. Preventief budgetbeheer en begeleiding voor mensen die hun financiën niet kunnen beheren Door bezuinigingen in de AWBZ wordt de financiële begeleiding door zorgverleners afgebouwd. Tegelijkertijd zien we een groeiende groep mensen in de samenleving waarbij het risico op problematische schulden groot is, ook al zijn er nog geen daadwerkelijke schulden. Het aanbieden van preventief budgetbeheer aan deze doelgroep (750 personen) vergroot het bereik onder deze
pagina 8
Evaluatie minimabeleid 2013
doelgroep, voorkomt dat deze groep in de curatieve schuldhulpverlening komt en door schulden hun besteedbare inkomen verder onder druk komt. Gezien de doelgroep en curatieve werking is voorgesteld de kosten hiervoor van ruim € 4 ton structureel ten laste te brengen van de nog beschikbare minimagelden. c. Versterken aansluiting A-team in regio op bestaande structuren Het A-team is ingesteld op mensen in hun eigen omgeving te helpen met het ordenen van hun administratie, het onderzoeken en inzetten van de mogelijkheden van aanvullingen van hun inkomen. Vooral bij dit laatste punt levert het A-team een bijdrage aan het vergroten van het bereik van het minimabeleid. Voor het werk van het A-team is het nodig over adresgegevens van de doelgroep te beschikken. Versterking van de aansluiting op bestaande lokale structuren op het gebied van welzijnswerk en wijkgericht werken is van groot belang om deze gegevens (vroegtijdig) te krijgen. d. Optimalisering bestandsvergelijking Het bereik van het instrument kwijtschelding gemeentelijke belastingen is het hoogst (86%). De informatie die bij de regionale belastingdienst bekend is over deze gebruikers kan (nog) beter benut worden om ook andere instrumenten binnen het minimabeleid gericht onder de aandacht te brengen bij de doelgroep. Dit vraagt – behoudens de ontwikkeling – geen personele inzet. e. Halfjaarlijkse papieren nieuwsbrieven Op advies van de stichting Cliëntenraad Wwb Drechtsteden zullen halfjaarlijks papieren nieuwsbrieven worden uitgebracht door de SDD, te verspreiden onder de doelgroep en intermediaire organisaties. f. Lokale acties Naast de genoemde (extra) maatregelen om het bereik te vergroten kan met name nog het actief communiceren van de bestaande mogelijkheden door de lokale initiatieven en instanties die in de context van de doelgroep actief zijn het bereik vergroten. Dit vraagt vooral lokale actie en stimulering en verwijzing naar de beschikbare informatie en kanalen. De SDD zal een initiatief nemen om het bereik van bestaande instrumenten te vergroten, waarbij ook lokale acties worden geïnitieerd, vormgegeven en uitgevoerd. Met deze gezamenlijke maatregelen willen we het bereik met gemiddeld ca. 15% laten toenemen. Hiermee stijgen de uitgaven met € 750.000 op jaarbasis. Beoogd resultaat Per cluster maatregelen zijn de beoogde resultaten en de indicatoren benoemd. 1. Ten aanzien van het knelpunt dat de besteedbare middelen van ouders met oudere kinderen niet toereikend zijn voor de basiskosten: het opheffen van het tekort voor gezinnen met oudere kinderen om in de minimale kosten van het bestaan te kunnen voorzien. Indicator: 1.000 kinderen en uitgaande van gemiddeld 2 oudere kinderen per gezin: 500 huishoudens. 2. Ten aanzien van het knelpunt dat de besteedbare middelen van minima weinig ruimte laat voor participatie: het vergroten van de financiële ruimte om maatschappelijke te kunnen participeren. Indicatoren: 2.1. Compensatie eigen bijdrage kinderopvang werkenden met een inkomen tot 110% WML: 250 huishoudens 2.2. Vergoeding reiskosten uitstroom werkende onder de 110% WML: 160 personen. 2.3. De doelgroep bonus vrijwilligerswerk uitbreiden: 700 extra bonussen. 2.4. Met meer ziektekostenverzekeraars collectieve arrangementen afsluiten: 3000 extra collectieve aanvullende zorgverzekeringen. 2.5. Maatregelen bronheffing: terugdringen van het aantal huidige klanten in de bronheffing van 600 naar 300 eind 2013, waar mogelijk beperken van nieuwe instroom van klanten in de bronheffing en preventie van grotere schuldproblemen. 2.6. Onderzoek collectieve inkoop duurzame energie: onderzoeksresultaten die helderheid geven over de mogelijkheden op dit vlak om de financiële positie van de doelgroep te verbeteren. 3. Ten aanzien van het vergroten van het bereik onder minima: het bereik van het minimabeleid met gemiddeld zo’n 15% laten toenemen.
pagina 9
Evaluatie minimabeleid 2013
Argumenten 1.1. Verhogen van de vergoeding SMS Kinderfonds voor ouders met kinderen op de middelbare school met € 45 per kind per maand. Omdat met de vergoeding SMS Kinderfonds de hogere schoolkosten van oudere kinderen kunnen worden betaald, vallen er gelden vrij om in andere kosten in het gezin te voorzien. 2.1. Compensatie eigen bijdrage kinderopvang ook voor werkenden met een inkomen tot 110% WML. Deze vergoeding werkt activerend door de hoge werkgerelateerde kosten door kinderopvang voor mensen te beperken en verkleint daarmee de armoedeval bij werkaanvaarding. 2.2. Vergoeding reiskosten uitstroom werkende onder de 110% WML. Werken brengt extra kosten met zich mee. Door deze kosten te vergoeden wordt verkomen dat iemand die gaat werken erop achteruit gaat (armoedeval). Met deze maatregel wordt het activerende karakter van het minimabeleid versterkt. 2.3. De doelgroep bonus vrijwilligerswerk uitbreiden met drie doelgroepen De maatregel ziet op versterking van het activerende karakter van het minimabeleid, daarbij geeft het ook extra mogelijkheden voor echtparen om door vrijwilligerswerk hun financiële positie te verstreken. 2.4. Met meer ziektekostenverzekeraars collectieve arrangementen afsluiten Omdat burgers hiermee kunnen kiezen uit meerdere arrangementen, zal het bereik onder de doelgroep toenemen en zullen meer mensen zich voordeliger kunnen verzekeren. De keuzevrijheid betekent niet dat mensen per se naar de door ons gecontracteerde partij moet overstappen maar een bredere overweging - op het productenpakket en de geboden dienstverlening – kunnen maken met de (jaarlijkse) keuze van verzekeraar. 2.5. Maatregelen bronheffing Achterstand in de zorgpremie is vaak een eerste indicator van schuldproblemen. Raakt men uiteindelijk in de bronheffing dan vergroot de hoge verplichte inhouding de kans dat ook andere betalingsachterstanden ontstaan. Alleen met gerichte actie is een daling van het aantal bronheffingsdossiers realiseerbaar. 2.6. Onderzoek collectieve inkoop duurzame energie. Op advies van het PFO Sociaal wordt deze onderzocht of door collectieve inkoop van duurzame energie de financiële positie van de doelgroep verbeterd kan worden. 3. Een aantal maatregelen voorstellen om het bereik onder minima te vergroten: Met deze maatregelen krijgen we meer informatie beschikbaar over de minimadoelgroep. Door koppeling van bestanden en het uitnutten van de persoonsgegevens van mensen die gebruik maken van een of enkele producten uit het minimabeleid kunnen meer mensen gericht worden benaderd om ook andere producten onder hun aandacht te brengen. Het verbeteren van de aansluiting op lokale structuren en aanvullende lokale acties, kunnen lokale verschillen in het bereik worden aangepakt. Kanttekeningen 1.1. Verhogen van de vergoeding SMS Kinderfonds voor ouders met kinderen op de middelbare school met € 45 per kind per maand. Het bereik van de doelgroep is nog niet optimaal. Met de inzet van hierop gerichte maatregelen worden echter verbeteringen verwacht. 2.1. Compensatie eigen bijdrage kinderopvang ook voor werkenden met een inkomen tot 110% WML. De vergoeding voor deze kosten wordt al meegenomen in het aanpassingsvoorstel van de Wet Kinderopvang. Dit voorstel leidt echter niet op korte termijn tot wetswijziging. 2.2. Vergoeding reiskosten uitstroom werkende onder de 110% WML. Primair is de werkgever verantwoordelijk voor de vergoeding van de reiskosten. Met deze maatregel neemt de overheid deze verantwoordelijkheid over. In de praktijk zal het vooral om een korte aanloopperiode gaan, waarin veelal nog geen sprake is van een reguliere arbeidsovereenkomst maar bijvoorbeeld om een RWO. Deze regeling betekent verder een nieuwe “extra” regeling, terwijl we streven naar zo min mogelijk regelingen en bureaucratie. Het activerende karakter van de regeling voor kosten die met werkaanvaarding te maken rechtvaardigt deze uitbreiding.
pagina 10
Evaluatie minimabeleid 2013
2.3. De doelgroep bonus vrijwilligerswerk uitbreiden met drie doelgroepen. Op dit moment werkt de regeling nog niet optimaal, terwijl de vraag is of mensen bereid en in staat zijn om naast hun werk en gezinsverplichtingen vrijwilligerswerk te verrichten. Voor mensen die dat wel willen is het echter een goede mogelijkheid meer financiële middelen te verwerven en tevens maatschappelijk te participeren 2.4. Met meer ziektekostenverzekeraars collectieve arrangementen afsluiten. De verkregen kwantumkorting op de aanvullende premie kan kleiner worden als deze maatregel betekent dat minder mensen zich bij een verzekeraar aansluiten. Daarentegen verwachtten we juist meer mensen te bereiken, terwijl concurrentie in de onderhandelingen met de verschillende verzekeraars ook voordelen opleveren. 2.5. Maatregelen bronheffing De verwachting is dat in niet meer dan de helft van de bestaande bronheffingdossiers een oplossing geboden kan worden, bijvoorbeeld omdat de klant absoluut niet gemotiveerd is of niet reageert. Daarnaast is deze aanpak beperkt tot de groep klanten met een bijstandsuitkering. 2.6.Onderzoek collectieve inkoop duurzame energie. Het is niet vanzelfsprekend dat op dit gebied mogelijkheden zijn te creëren. Eerdere grote initiatieven hiertoe, van onder andere de G4, zijn op niets uitgelopen. 3. Een aantal maatregelen voorstellen om het bereik onder minima te vergroten. Het activerende karakter van het minimabeleid vraagt van mensen meer inzet en activiteiten. Het verkrijgen van mee informatie vergroot niet de bereidheid en mogelijkheid van mensen om deze inzet ook te plegen. Het schept wel de mogelijkheden om gerichter en dichter bij huis over een grotere maatschappelijke participatie te communiceren. Consequenties Financiële consequenties Beschikbare middelen Minimabeleid
2013
2014
2015
Verwacht overschot Minimabeleid bij ongewijzigd beleid en bereik Extra gelden 2012 welke niet bij de gemeenten zijn opgehaald Extra te verwachten gelden in de AU van de gemeenten vanaf 2014
1.305.000 1.305.000 1.305.000 750.000 750.000 750.000 1.200.000 1.500.000
Totaal beschikbare middelen Minimabeleid:
2.055.000 3.255.000 3.555.000
Nieuw, aangepast beleid wat voorgesteld wordt 1.1. Verhogen maximumbedrag SMS Kinderfonds voor kinderen op middelbare school 2.1. Compensatie eigen bijdrage kinderopvang werkenden < 110 % 2.2. Vergoeding reiskosten bij uitstroom werkende armen 2.3. Uitbreiden doelgroep bonus vrijwilligerswerk 2.4. Afsluiten collectieve arrangementen met meerdere ziektekostenverzekeraars 3. Vergroten bereik (voorzover budgettaire gevolgen ) b. preventief budgetbeheer en begeleiding voor mensen die hun financien niet kunnen beheren
540.000 69.000 59.000 87.000 0
540.000 138.000 118.000 175.000 410.000
540.000 138.000 118.000 175.000 410.000
175.000
410.000
410.000
Totaal nieuw, aangepast beleid wat voorgesteld wordt:
930.000 1.791.000 1.791.000
Effecten van vergroting bereik
375.000
750.000
Na voorstellen nog beschikbare (extra) minimagelden
750.000
714.000 1.014.000
750.000
* Niet opgenomen zijn: de eventuele collectieve aankoop van energie, de maatregelen bronheffing, de halfjaarlijkse papieren nieuwsbrief, de eventuele verhoging van de inkomensgrens bij SMS-kinderfonds en vergoeding peuterspeelzalen naar 120%. Overigens is het bovenstaand gepresenteerd restant met name het budget dat sinds 2012 niet bij gemeenten is opgehaald. Ons is niet bekend in hoeverre die middelen lokaal al dan niet nog structureel beschikbaar zijn of inmiddels alternatief zijn ingezet. Indien de nog niet opgenomen maatregelen niet (geheel) binnen de overige genoemde budgetten kunnen worden ondervangen kan dat dus leiden tot een extra benodigde bijdrage van gemeenten.
pagina 11
Evaluatie minimabeleid 2013
De uitvoeringskosten voor de nieuwe maatregelen zullen naar verwachting niet stijgen omdat onder huidige regelgeving binnen de bestaande capaciteit kan worden uitgevoerd. Hierbij moet wel opgemerkt worden dat de kabinetsvoornemens tot meer individualisering en minder categorale regelingen de benodigde arbeidsinzet zal vergroten. Zoals eerder aangegeven zijn de daadwerkelijke uitvoering van deze plannen zeer onzeker. Overigens is denkbaar dat een deel van de (resterende) minimagelden wordt ingezet om de kosten van kwijtschelding voor de doelgroep voor de gemeenten te dekken. Dit heeft geen effect op de inkomens van de doelgroep maar creëert wel ruimte in de algemene middelen van de gemeenten (in feite structurele afroming van het minimabudget). Aangezien dit naar haar aard in feite een bezuinigingsmaatregel is en daarmee niet in voorliggen voorstel op haar plek is hebben we hier nu geen voorstel voor opgenomen. Personele en organisatorische consequenties Behoudens het voorstel tot preventief budgetbeheer (maximaal 5,5 fte extra inzetten volgens een groeimodel, met een maximum van 5,5 extra fte bij een plafond van 750 klanten), hebben de maatregelen onder de huidige regelgeving geen personele of organisatorische consequenties. Zodra meer duidelijkheid bestaat omtrent de kabinetsvoornemens tot meer individualisering worden de consequenties voor personeel en organisatie nader aan u voorgelegd. Juridische consequenties Geen. Deze maatregelen kunnen binnen de bestaande verordening tot stand komen. Beleidsregels worden overeenkomstig het besluit aangepast. Consequenties voor andere beleidsvelden en organisaties Dit voorstel heeft geen directe gevolgen voor de uitvoering door andere organisaties. Lokale acties kunnen echter wel ondersteunend zijn om het bereik onder de doelgroep te vergroten Advies en draagvlak Het voorstel is ter advisering aan de Stichting Cliëntenraad Wwb Drechtsteden voorgelegd. Het advies en de reactie hierop zijn als bijlage bij dit voorstel bijgevoegd. Verdere procedure, communicatie en uitvoering Na de Drechtraad van 2 juli 2013 start de uitvoering. Uitvoering ligt bij de Sociale Dienst Drechtsteden, waar ook de monitoring van de resultaten plaats zal vinden. Burgers in de Drechtsteden en intermediaire organisatie worden via alle bestaande en te optimaliseren kanalen geïnformeerd over de wijzigingen. Onderliggende stukken - Advies Stichting Cliëntenraad Wwb Drechtsteden d.d. 13 mei 2013. - Concept-besluit Drechtraad. - Reactie op advies d.d. 27 mei 2013. - RIB Evaluatie Minimabeleid 21 mei 2013.
BESLUIT DRECHTRAAD d.d. 2 juli 2013 Portefeuillehouder E. van de Burgt
Steller T. Willemsen
Onderwerp
Evaluatie Minimabeleid 2013 DE DRECHTRAAD Gezien het voorstel van het Drechtstedenbestuur van 15 mei 2013; Gelet op artikel 6 van de Gemeenschappelijke regeling Drechtsteden; Overwegende: - dat het vaststellen van wijzigingen ten aanzien van het minimabeleid binnen de door de Drechtraad gestelde kaders een taak is die binnen de Drechtsteden is gedelegeerd aan het Drechtstedenbestuur; - dat het Drechtstedenbestuur 15 mei 2013 onderstaande beleidswijzigingen heeft vastgesteld; - dat in de Drechtraadvergadering van 11 juni 2013 echter is gevraagd het voorstel ook voor te leggen aan de Drechtraad. BESLUIT: Kennis te nemen van de vaststelling door het Drechtstedenbestuur van beleidswijzigingen als maatregelen om de knelpunten als gevolg van het huidig minimabeleid aan te pakken. Het Drechtstedenbestuur heeft d.d. 15 mei 2013 de navolgende beleidswijzigingen vastgesteld: 1. Ten aanzien van het knelpunt dat de besteedbare middelen van ouders met oudere kinderen niet toereikend zijn voor de basiskosten: 1.1 Verhogen van de vergoeding SMS Kinderfonds voor ouders met kinderen op de middelbare school met € 45 per kind per maand. 2. Ten aanzien van het knelpunt dat de besteedbare middelen van minima weinig ruimte laat voor participatie: 2.1 Compensatie eigen bijdrage kinderopvang ook voor werkenden met een inkomen tot 110% WML. 2.2 Vergoeding reiskosten uitstroom werkenden onder de 110% WML. 2.3 De doelgroep bonus vrijwilligerswerk uitbreiden door: a. de inkomensgrens op te hogen naar 110% WML; b. beide partners van een echtpaar in aanmerking te laten komen voor een bonus; c. mensen met een gedeeltelijke arbeidsontheffing ook in aanmerking te laten komen voor de bonus. 2.4 Met meer ziektekostenverzekeraars collectieve arrangementen afsluiten. 2.5 Maatregelen bronheffing. 2.6 Onderzoek collectieve inkoop duurzame energie.
pagina 2
3.
Ten aanzien van het bereik onder minima, een aantal acties te ondernemen om dit bereik te vergroten, in het bijzonder: a. met meer ziektekostenverzekeraars collectieve arrangementen afsluiten; b. preventief budgetbeheer en begeleiding voor mensen die hun financiën niet kunnen beheren; c. versterking aansluiting A-team in regio op bestaande structuren; d. optimalisering bestandsvergelijking; e. halfjaarlijkse papieren nieuwsbrieven; f. lokale acties.
Aldus besloten in de openbare vergadering van 2 juli 2013, de coördinerend griffier,
de voorzitter,
A. Overbeek
drs. A.A.M. Brok
Leden van de Drechtraad, Portefeuillehouders Sociaal / Werk, Directeur Sociale Dienst Drechtsteden.
Dordrecht, 13 mei 2014
Betreft: Evaluatie Minimabeleid / Preventief Budgetbeheer.
Geachte heer / mevrouw, Onlangs ontvingen wij uw verzoek om advies over de evaluatie van het Minimabeleid 2013 en het preventief budgetbeheer. Hierover heeft op 13 mei ook vruchtbaar overleg plaatsgevonden met de directeur Sociale Dienst Drechtsteden. Hieronder treft u daarover eerst het advies aan over het Minimabeleid. Daarbij hanteren we de volgorde van het voorstel van de portefeuillehouder: Advies Minimabeleid Allereerst bevreemd het ons dat de beschikbare gelden niet konden worden uitgegeven in 2013. Nu dit er toe leidt dat er momenteel gelden beschikbaar zijn verheugd het ons dat veel van de eerdere voorstellen van de CWD terug zijn te vinden in uw voorstel. 1. In algemene zin zijn wij positief over het vergroten van de mogelijkheden voor inwoners met een minimuminkomen om toch aan allerlei activiteiten mee te kunnen doen door de verruiming van de mogelijkheid om van het SMS-kinderfonds gebruik te mogen maken.
Vrieseweg 25, 3311 NT Dordrecht. Telefoon: 078-6140812 [email protected] www.clientenraadwwbdrechtsteden.nl Bankrekening: NL11 RABO 0315 3662 57. K.v.K.nr.: 24421532 te Dordrecht
2.2 In het kader van de bemiddeling naar de arbeidsmarkt ondersteunen we de mogelijkheid om in bepaalde gevallen de reiskosten en de kinderopvang te vergoeden. 2.3 Het stimuleren van vrijwilligerswerk wordt vergroot door de groep uit te breiden, zodat er meer mensen er een beroep op kunnen doen op de bonus voor het vrijwilligerswerk. Wij adviseren u hierbij nogmaals uitdrukkelijk om meer nog met organisaties die vrijwilligerswerk aanbieden te overleggen over de mogelijkheden die dit voor hen biedt. 3.e De huidige communicatiemiddelen gaan sterk uit van het gebruik van Internet. Het is onduidelijk of deze media ook de doelgroep bereiken. Wij adviseren u om weer periodiek / halfjaarlijks een papieren nieuwsbrief uit te brengen. Dit zou goed kunnen aansluiten bij de natuurlijke momenten zoals de wijzigingen in de wetten per 1 januari en 1 juli. Advies Preventief Budgetbeheer. Dit voorstel wordt gedekt via het programmabudget Minimabeleid. Een van de zaken die tijdens de besprekingen aan het licht kwam is de schrikbarende toename van het aantal cliënten waarbij door zorgverzekeraars beslag wordt gelegd op de uitkering. Dit betekent dat zij niet alleen de achterstallige verzekering moeten betalen, maar ook de hieraan gekoppelde kosten. Deze cliënten hebben heel snel een inkomen dat onder de bijstandsnorm ligt. Wij adviseren u hier om dit uitdrukkelijk mee te nemen in dat budgetbeheer. Waar mogelijk kunt u met verzekeraars afspraken maken opdat de mogelijke inningskosten kunnen worden verlaagd. Voor het overige onderschrijven we dit voorstel. Wij vertrouwen erop dat u deze zaken bij de besluitvorming zult meenemen.
Met vriendelijke groet,
William Nederpelt Voorzitter
Vrieseweg 25, 3311 NT Dordrecht. Telefoon: 078-6140812 [email protected] www.clientenraadwwbdrechtsteden.nl Bankrekening: NL11 RABO 0315 3662 57. K.v.K.nr.: 24421532 te Dordrecht
Bijlage 5
VOORSTEL DRECHTRAAD 2 JULI 2013 Portefeuillehouder R.T.A. Korteland
Datum 12-04-2013
Steller A. Tolsma
E-mail [email protected]
Telefoonnummer 078-7702521
Onderwerp
Concept Jaarstukken GR Drechtsteden 2012 Voorstel 1. Kennis nemen van: 1. het accountantsverslag 2. de reactie van het Drechtstedenbestuur op het accountantsverslag 3. het advies van de Cliëntenraad WWB Drechtsteden 4. de reactie van de portefeuillehouder sociaal op het advies van de CWD 2. Vaststellen van: 1. de concept-jaarstukken 2012; 2. de resultaatbestemming zoals voorgesteld; 3. de afrekening met de gemeenten zoals gespecificeerd. Bevoegdheid Drechtraad ter vaststelling. Samenvatting De concept-jaarstukken 2012 worden ter vaststelling aangeboden. Toelichting op het voorstel De GRD sluit af met een positief resultaat van € 15,1 miljoen. Na verwerking van de reserveringsregeling en terugbetaling aan het rijk bedraagt het positieve saldo van de GRD € 10,7 miljoen. Hieronder is een samenvatting per dochter weergegeven en vervolgens een uitsplitsing van het financiële resultaat de grote afwijkingen per dochter weergegeven. Bureau Drechtsteden Op 1 april 2012 is gestart met het nieuwe bureau Drechtsteden. Aanleiding voor de reorganisatie was dat het netwerk van de samenwerkende Drechtsteden en de allianties met strategische partners vragen om een meer strategische inzet. Daarnaast was een steviger positionering als concernstaf gewenst en was sprake van vraag naar extra inzet op een kwalitatief hoogwaardige procesvoering ten aan zien van bestuurs- en raadsondersteuning. Rond de zomer van 2012 is gedebatteerd in de Drechtraad over het actualiseren van het rMJP. Daarbij is vastgesteld dat ook in de komende periode de prioriteiten liggen bij economie, arbeidsmarkt en woonklimaat. • Economie – arbeidsmarkt: Vooral van belang dit jaar is de economische impuls ten behoeve van invulling economische agenda zuidvleugel en topsector water en logistiek, waarvan de uitwerking via zeven investeringslijnen plaatsvindt: herstructurering bedrijventerreinen , Bevorderen transport schone schepen ( LNG/ Schone motor), Maritieme campus, Continuering EcoShape Building with Nature, University College, showcase Kop van ’t Land en promotie en acquisitie. Tevens is vrijetijdseconomie een belangrijk onderdeel. • Woonklimaat: bij woonklimaat spelen vooral de thema’s bereikbaarheid en groen een belangrijke rol.
pagina 2 van agendapunt Concept jaarstukken GRD 2012
Bestuur en Staf Het programma Bestuur stond 2012 in het teken van het debat over de bestuurlijke toekomst van de Drechtsteden, een voortzetting van het debat in de lokale raden in 2011-2012 over de toekomst van het eigen, lokale gemeentebestuur en het toekomstperspectief van de Drechtsteden. In het kader van het debat over de bestuurlijke toekomst van de Drechtsteden werd in 2012 de politieke en bestuurlijke oproep gedaan de al dan niet vermeende vrijblijvendheid van regionaal beleid en regionale afspraken uit te bannen en duidelijkheid te scheppen over de taakverdeling tussen het lokale en het regionale niveau, te bepalen welke thema’s tot de agenda van de regio behoren met de bijbehorende organisatie van de zeggenschap. Dit onderdeel van het debat over de bestuurlijke toekomst werd bekend onder de termen programmering / programmatische afstemming. Het inhoudelijke debat over de programmering van de regionale agenda zal naar verwachting voor het zomerreces van 2013 zijn afgerond. Manden Maken Manden Maken heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de kwaliteitssprong in de Drechtsteden, zowel op fysiek, economisch als sociaal terrein. Onder andere is de regionale kennisinfrastructuur versterkt door een samenhangende ontwikkeling van het onderwijsconcept tussen het Leerpark en drie LOC’s. Het uitgangspunt bij de bestuurlijke besluitvorming in april 2011 was dat Manden Maken financieel en inhoudelijk als programma afgerond zou zijn. Het begrotingsprogramma is in 2012 blijven bestaan om het programma administratief af te handelen. Met het opstellen van de 1e bestuursrapportage is gebleken dat een aantal projecten een langere doorlooptijd heeft. In het afgelopen jaar is bij de afhandeling van de besluitvorming over de (financiële) afhechting van Manden Maken uit 2011 ook duidelijk geworden dat er nog een tekort dreigt. Er heeft nader onderzoek plaatsgevonden naar de stand van zaken van de administratie van Manden Maken. Hieruit is gebleken dat er een overtekening van projecten is ten opzichte van het in Manden Maken beschikbare bedrag ter grootte van € 3,8 miljoen. Om dit tekort terug te dringen is een aantal oplossingsrichtingen onderzocht. Dit heeft geleid tot een aanvullende besparing op nog uit te betalen projecten van € 775.000. Het tekort komt hierdoor op ruim € 3 miljoen. Sociale Dienst Drechtsteden Het afgelopen jaar stond in het teken van de aanhoudende economische crisis. Achterblijvende economische groei zorgde voor een daling van het aantal beschikbare banen en een verdere stijging van de werkloosheid. Alle zeilen werden bijgezet om het groeiende klantenbestand een halt toe te roepen. Ingezet werd op onder andere instroombeperking, een actieve werkgeversbenadering via Baanbrekend Drechtsteden en de klantbenadering vanuit de visie ‘Partner in Zelfstandigheid’. En niet zonder enig succes: waar de SDD in de ‘Benchmark grote gemeenten’ over de eerste vijf maanden van het jaar ‘als grootste stijger’ nog hekkensluiter was, blijkt het SDD over het gehele jaar genomen uiteindelijk bovengemiddeld te scoren. Toch is de doelstelling ‘Een daling van het klantenbestand met 350 uitkeringen’ niet gehaald: op 31 december 2012 waren er 4.835 uitkeringsgerechtigden; dit zijn er 161 meer dan het jaar ervoor. Naast deze doelstelling was er bij de SDD een tweede doelstelling die inhield dat de programmakosten van de WMO niet meer zijn gestegen ten opzichte van de begroting 2011. Aangezien de programmakosten van de WMO met € 1,6 miljoen zijn gedaald, is deze doelstelling ruimschoots behaald. Ingenieursbureau Drechtsteden In 2012 heeft het IBD zich vooral gericht op het verbeteren van zowel de dienstverlening aan, als de relatie met de opdrachtgevers. Projectmatig creëren en de zorg voor de projectbeleving stonden (en staan nog steeds) hoog op de agenda. Uit de positieve reacties van de reguliere opdrachtgevers in Dordrecht en Zwijndrecht blijkt dat de extra inspanning om de relatie en dienstverlening te verbeteren zeker tot succes heeft geleid. De verhouding opdrachtgever/opdrachtnemer verandert steeds meer tot een intensieve samenwerkingsrelatie. Servicecentrum Drechtsteden De missie van het SCD is een resultaatgerichte dienstverlener te zijn, die zijn klanten ontzorgt door de ondersteunende taken zoveel mogelijk gestandaardiseerd uit te voeren. Het doel is om de komende jaren een toonaangevende shared serviceorganisatie binnen het publieke domein in Nederland te worden. Om dit te kunnen realiseren zijn drie met elkaar samenhangende veranderopdrachten geformuleerd; aansturing en rollen in het netwerk, nieuwe klantrelaties en doorontwikkeling SCD.
pagina 3 van agendapunt Concept jaarstukken GRD 2012
• •
•
Aansturing en rollen in het netwerk; Nieuwe klantrelaties; In 2012 is er een meerpartijenovereenkomst (MPO) gesloten over de toekomstige relatie tussen het SCD en de GR’en Omgevingsdienst ZHZ, Publieke Gezondheid & Jeugd (voorheen Regio ZHZ) en de Veiligheidsregio ZHZ. Doorontwikkeling SCD; In 2012 zijn belangrijke stappen gezet in de doorontwikkeling van het SCD die ertoe moeten leiden dat het SCD de komende jaren resultaten boekt op het gebied van klanttevredenheid, organisatievolwassenheid en besparingen.
Onderzoekcentrum Drechtsteden In 2012 heeft het OCD zich sterk ingezet op de externe acquisitie. Dit heeft geresulteerd in enkele externe opdrachten en een fors aantal “extra” interne opdrachten. Daarnaast heeft het OCD gewerkt aan haar “strategisch partnerschap”. Meer op strategisch niveau aan tafel zitten en meedenken, meer aan de voorkant van beleid betrokken zijn en vaker een rol spelen bij beleidsevaluaties. Gemeentebelastingen Drechtsteden Het jaar 2012 markeerde voor het GBD een nieuwe ontwikkelingsfase: de startblokken voorbij, een nieuwe ronde. Een nieuwe ontwikkelingsfase – de startblokken voorbij – vroeg ook een vernieuwde aansturing. Het perspectief van een gelande organisatie gaf immers ook het startpunt aan voor doorontwikkeling. Voor 2012 was de overgang naar een meer procesgerichte organisatie een belangrijke opgave. Financiële uitkomst De GRD sluit 2012 af met een positief resultaat van € 15,1 miljoen. In het jaarverslag is per GRDdochter een toelichting en analyse op het resultaat opgenomen. Hieronder is in grote lijnen de opbouw van het positieve resultaat weergegeven. Bureau Drechtsteden laat een positief resultaat zien van ongeveer € 1.000. Dit resultaat is het gevolg van lagere personele lasten, een lagere besteding van het werkprogramma en op de extra impuls economie. De onderbesteding op het werkprogramma is het gevolg van goedkoper uitgevallen projecten en van projecten die door eigen medewerkers van Bureau Drechtsteden zijn uitgevoerd. Op het programma Bestuur en Staf is een tekort van € 9.000 als gevolg van hogere lasten voor de Drechtstedendinsdagen en extra kosten voor de regiogriffie. Deze hogere lasten zijn deels gecompenseerd door een voordeel op de personele lasten. Het positieve resultaat van de Sociale Dienst Drechtsteden bedraagt € 18,5 miljoen. Dit resultaat is ontstaan doordat gemeenten een hoger inkomensdeel hebben ontvangen dan aanvankelijk was voorzien. Alle gemeenten hebben een Incidentele Aanvullende Uitkering (IAU) 2011 toegekend gekregen van in totaal € 7 miljoen. Daarnaast zijn zoveel mogelijk apparaatslasten ten laste van het participatiebudget gebracht. Van het participatiebudget 2012 is uiteindelijk ruim € 4 miljoen overgebleven, die conform reserveringsregeling worden doorgeschoven naar 2013. Op het apparaat is, na dotatie aan de voorziening frictiekosten SDD van € 1,5 miljoen, een positief resultaat van € 4,7 miljoen. Op de WMO is een resultaat behaald van € 3,1 miljoen, dit doordat de uitgaven zijn gedaald en hogere inkomsten vanuit CAK. Het Ingenieursbureau Drechtsteden sluit 2012 af met een positief resultaat van € 381.000 als gevolg van hogere productiviteit dan was begroot. Als gevolg van de financiële taakstelling had het IBD een winstdoelstelling van € 151.000 en deze is dan ook ruimschoots behaald. In het kader van de doorontwikkeling van het SCD zijn de processen bij het SCD doorgelicht en dit heeft ertoe geleidt dat een reorganisatie heeft plaatsgevonden. Ondanks de reorganisatie bij het Servicecentrum Drechtsteden heeft het SCD een operationeel resultaat van € 94.000 behaald. Als gevolg van de reorganisatie zijn medewerkers bovenformatief geplaatst. Voor 2012 bracht dit een last van € 974.000 met zich mee en voor de komende jaren is een voorziening ter hoogte van € 3,5 miljoen gevormd. Deze is ten laste van de exploitatie van 2012 gevormd. Hierdoor bedraagt het negatieve resultaat van 2012 van het SCD € 4,4 miljoen. Het Onderzoekcentrum heeft het jaar positief afgesloten met een resultaat van € 19.000. Gemeentebelastingen Drechtsteden heeft een positief resultaat behaald van € 224.000 als gevolg van hogere inkomsten vanuit opgelegde dwangbevelen en aanmaningen en lagere operationele lasten. Op de algemene dekkingsmiddelen is een positief resultaat ontstaan van € 254.000 als gevolg van het renteresultaat.
pagina 4 van agendapunt Concept jaarstukken GRD 2012 (Bedragen x € 1 miljoen)
Reserves Toevoegen Vrijvallen 1 1 -9 -9
Saldo BDS B&S SDD Participatie Inburgering Inkomensondersteuning Minimabeleid WMO huishoudelijke hulp Apparaat
4.423 1.436 6.994 1.306 -238 4.725
4.423
IBD SCD frictie SCD bedrijfsvoering GBD OCD Algemene dekkingsmiddelen
381 -4.523 94 224 19 254
69
ICT inhaalafschrijving Manden Maken Totaal
15.087
Afrekenen met gemeenten
800 4.500 281 -238
860
2.236 2.494 1.025 860 4.725 312 -4.523 0 224 19 254
94
3.300 3.025 15.446
0 0
1.660
-3.300 -3.025 1.301
Toelichting op de voorgestelde besluiten: 1. BDS en B&S Voorgesteld wordt om het resultaat van de programma’s Bureau Drechtsteden toe te voegen aan de exploitatiereserve BDS en het positieve resultaat van Bestuur en Staf te onttrekken aan de exploitatiereserve BDS. 2. Reserveringsregeling Participatie Conform de reserveringsregeling wordt € 4 miljoen doorgeschoven naar 2013. Het overschot van € 240.000 wordt terugbetaald aan het Rijk. 3. Inburgering Als gevolg van de definitieve afrekening met het ministerie is er geen noodzaak meer tot het aanhouden van de reserve Inburgering. Voorgesteld wordt om deze reserve vrij te laten vallen. Daarnaast wordt voorgesteld om het restant bedrag van € 1,4 miljoen oude middelen cohort 2007 – 2009 voormalig Wet Inburgering uit te keren aan de gemeenten. 4. Inkomensondersteuning Voorgesteld wordt om, conform het uitvoeringsbeleid financiële bijdrage Sociale Dienst Drechtsteden, het exploitatieresultaat Inkomensondersteuning 2012 € 4,5 miljoen toe te voegen aan de reserve inkomensondersteuning en het restant af te rekenen met de gemeenten. 5. Minimabeleid Conform het uitvoeringsbesluit financiële bijdrage Sociale Dienst Drechtsteden wordt van het exploitatieresultaat Minimabeleid 2012 € 281.000 toegevoegd aan de reserve Minimabeleid en het meerdere zijnde € 1.025.344 af te rekenen met de gemeenten. 6. WMO huishoudelijke hulp Voorgesteld wordt om de in 2012 gerealiseerde lasten WMO Huishoudelijke hulp over voorgaande jaren ad € 238.000 ten laste van de reserve WMO te brengen. Het saldo van de reserve WMO bedraagt na de voorgestelde onttrekking € 860.000. Voorgesteld wordt om deze vrij te laten vallen, aangezien door de gewijzigde financieringsystematiek het aanhouden van de reserve niet meer nodig is. 7. Apparaat SDD Het resultaat op de apparaatslasten wordt afgerekend met de gemeenten.
pagina 5 van agendapunt Concept jaarstukken GRD 2012
8. Ingenieursbureau Voorgesteld wordt om een deel van het positieve resultaat (de taakstelling) uit te keren aan de gemeente Zwijndrecht en Dordrecht en het meerdere toe te voegen aan de exploitatiereserve van het IBD. 9. Operationele resultaat SCD Voorgesteld wordt om het operationele resultaat (€ 94.000) toe te voegen aan de exploitatie van het SCD. 10. Servicecentrum frictie Frictiekosten bestaan uit de feitelijk kosten over 2012 en het vormen/ verhogen van de voorziening voor de jaren 2013 tot en met 2015. Bij de Sociale dienst zijn de frictiekosten ten laste gebracht van de apparaatskosten. Deze kosten konden binnen het beschikbare budget worden opgevangen. De frictiekosten bij het Servicecentrum worden gedekt via de verdeelsleutel van het aantal fte van de gemeenten. Dat is de sleutel voor het SCD-basispakket waarin de loonkosten zijn opgenomen. Voorgesteld wordt om de frictiekosten van het servicecentrum te dekken door een extra bijdrage van de gemeenten. 11. Resultaat GBD, OCD en Algemene dekkingsmiddelen Voorgesteld wordt om het positieve resultaat van het GBD en OCD en op de algemene dekkingsmiddelen uit te keren aan de gemeenten. 12. ICT inhaalafschrijvingen Conform ICT Transitieplan wordt voorgesteld (een deel van) voor de ICT inhaalafschrijving te dekken via het rekeningresultaat 2012. 13. Manden Maken Manden Maken heeft een maximaal tekort van € 3,0 miljoen. Voorgesteld wordt dit maximale tekort te dekken via een gemeentelijke bijdrage op basis van de inwoneraantallen en dit toe te voegen aan de reserve Manden Maken. Het nog af te rekenen bedrag met de gemeenten van € 1,1 miljoen wordt op basis van de bestaande afspraken met de gemeenten afgerekend. In de volgende tabel is per gemeenten de afrekening inzichtelijk gemaakt. De afrekening van het rekeningresultaat per gemeente is weergegeven in onderstaande tabel:
H.I. Ambacht
Papendrecht
Sliedrecht
2.236 2.494 1.025 860 4.725
181 108 44 63 204
528 1.706 701 382 3.231
152 65 27 91 123
254 157 65 103 298
310 128 53 78 243
-4.523
-302
-2.281
-292
-570
-365
Ingenieursbureau
312
214
Gemeentebelastingen
224
119
24
25
22
Onderzoekcentrum Algemene dekkingsmiddelen
Sleutel
Zwijndrecht
Dordrecht
Servicecentrum frictie
Alblasserdam
Sociale dienst Inburgering Inkomensondersteuning Minimabeleid WMO huishoudelijke hulp Apparaatskosten
Te verdelen
(Bedragen x € 1.000)
811 331 136 143 626
trajecten klanten klanten inwoners klanten
-714 fte 98 Omzet 35 aanslagregels
19
1
9
2
2
2
3 Inwoners
254
18
114
25
31
23
43 inwoners
Dordrecht
H.I. Ambacht
Papendrecht
Sliedrecht
7.466
317
4.723
217
365
494
ICT inhaalafschrijvingen
-3.300
-240
-1.676
-288
-375
-246
-476 werkplekken
Manden maken
-3.025
-218
-1.358
-303
-364
-275
-508 inwoners
1.141
-141
1.689
-374
-374
-27
Totaal
Sleutel
Alblasserdam
Totaal rekeningresultaat
Zwijndrecht
Te verdelen
pagina 6 van agendapunt Concept jaarstukken GRD 2012
1.512
528
Toekomstige vrijval Indien de kosten in de toekomst blijken mee te vallen zal de vrijval aan de gemeenten worden teruggegeven met dezelfde verdeelsleutel waarmee de bedragen nu worden opgehaald. Dit geldt in elk geval voor de frictiekosten en Manden Maken. Consequenties Financiële consequenties Aan de hand van het besluit over de resultaatbestemming 2012 zal afrekening met gemeenten plaats vinden. Personele en organisatorische consequenties Niet van toepassing. Juridische consequenties Niet van toepassing. Consequenties voor andere beleidsvelden en organisaties Niet van toepassing. Advies en draagvlak Niet van toepassing. Verdere procedure, communicatie en uitvoering Drechtraad van 2 juli 2013 - ter vaststelling Gemeenten ontvangen de conceptjaarstukken zes weken voor vaststelling in de Drechtraad, zodat zij hun zienswijzen kenbaar kunnen maken. De provincie Zuid-Holland ontvangt de jaarstukken na vaststelling door de Drechtraad. Onderliggende stukken - Concept jaarstukken 2012 versie d.d. 17 mei 2013; - Accountantsverslag en reactie van het DSB daarop (deze volgt z.s.m.) - Advies CWD Jaarverslag en ID-subsidie; - Reactie pfh. Sociaal op advies CWD Jaarverslag en ID-banen; - Concept-besluit Drechtraad.
Concept
Jaarstukken 2012
Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden
Versie 5.0, 17 mei 2013
2
Voorwoord Ook beter, sneller en goedkoper heeft een prijs Beter, sneller en goedkoper werken voor de inwoners, bedrijven en de instellingen in de Drechtsteden, dat is het motto van de gemeenschappelijke regeling. Alleen door intensief en goed samen te werken, zowel bestuurlijk als ambtelijk als met onze partners in de samenleving kan dat motto waargemaakt worden. De samenwerking in de Drechtsteden is in bestuurlijk Nederland spreekwoordelijk. In het afgelopen jaar was er gemiddeld wel elke week een ontvangst van bestuurders of ambtenaren met belangstelling voor onze aanpak. Op verzoek van de Drechtraad is in kaart gebracht wat de samenwerking nu concreet oplevert aan besparingen en extra subsidies. Over een periode van vijf jaar is de begroting van de gemeenschappelijke regeling met ruim 10% afgenomen, het personeelsbestand gekrompen en er is sinds 2005 ruim 225 miljoen euro aan subsidies toegekend door provincie, rijk en Europa. De conclusie is dat samenwerking loont, maar niemand zal beweren dat samenwerken gemakkelijk is. De forse bezuinigingen in deze tijden van financiële en economische recessie, de grote decentralisatieopgaven van rijk naar gemeente vergen een nog intensievere samenwerking en vooral ook tot solidariteit van bestuurders en medewerkers. Daarom is er alle aandacht voor de toekomst van het regionale bestuurlijke en het organisatorische netwerk. Flexibiliteit en efficiënte daadkracht zijn van essentieel belang. Voor het Drechtstedenbestuur betekent dat blijvend investeren in de kwaliteit van medewerkers en I&A-voorzieningen, die onontbeerlijk zijn voor de bedrijfsvoering en voor de kwaliteit van dienstverlening. Voor het tweede jaar op rij, kan worden geconstateerd dat het concern Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden de financiën op orde heeft. De zes ‘dochters’ hebben niet alleen de boekhouding op orde, maar hebben op hoofdlijnen alle doelstellingen voor 2012 bereikt. Dat wil overigens niet zeggen dat er geen sprake is van tekorten en overschotten. In deze jaarrekening vindt u een uitvoerige toelichting op de afwijkingen ten opzichte van de begroting. De jaarrekening van de GRD in zijn totaliteit laat een positief resultaat zien. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat dit voornamelijk te danken is aan een overschot op de rekening van de Sociale Dienst Drechtsteden. Het Servicecentrum Drechtsteden is de spil in de interne dienstverlening en ondersteunt de primaire processen van de gemeenten. De organisatie is in nauw overleg met medewerkers en klanten heringericht om nog efficiënter te kunnen voldoen aan steeds veranderende vraag. Ook Bureau Drechtsteden en de Sociale Dienst hebben zich herbezonnen op efficiency en effectiviteit en op de inrichting organisatie. Dat levert op korte termijn kwaliteitswinst op en op de wat langere termijn ook besparingen. Maar zeker bij organisatieveranderingen geldt dat kosten voor de baat gaan. In de Jaarrekening 2012 is goed terug te vinden waar de zes organisaties in dat jaar op hebben ingezet, hoe en met welke concrete resultaten en tegen welke kosten. Als regionaal portefeuillehouder Financiën ben ik – en is het Drechtstedenbestuur - trots op de resultaten. De jaarrekening geeft inzicht in resultaten. Met dat inzicht en een heldere focus op de toekomst kan worden getoetst of wij op de goede weg zijn. Ik kan en wil niet verhullen dat wij in 2013 nog pittige discussies over financiën moeten voeren. Het Drechtstedenbestuur heeft alle begrip voor de druk die er al op gemeentefinanciën staat, maar zal desondanks aandringen op robuuste besluitvorming. Enerzijds omdat bijvoorbeeld projecten uit het verleden nu eindelijk in financiële zin ordentelijk moeten worden afgerond om een goede basis te leggen onder de toekomst van de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden, anderzijds omdat wij blijvend moeten investeren in de toekomst van onze samenwerking.
R.T.A. Korteland
3
Jaarstukken 2012 GR Drechtsteden
1. Samenvatting…………………………………………………………………………………………………5 2. Programma’s………………………………………………………………………………………………….8 2.1 Bureau Drechtsteden…………………………………………………………………………………...8 2.2 Bestuur en Staf…………………………………………………………………………...……………24 2.2 Manden Maken………………………………………….………………………..……………………27 2.4 Sociale Dienst Drechtsteden…………………………………………………………………………29 2.5 Ingenieursbureau Drechtsteden……………………………………………………..………………49 2.6 Servicecentrum Drechtsteden……………………………………………………………………..…52 2.7 Onderzoekcentrum Drechtsteden………………………………………….……….……………….57 2.8 Gemeentebelastingen Drechtsteden………………………………………………………………..59 2.9 Algemene dekkingsmiddelen………………………………………………………………………...62 3. Verplichte paragrafen…………………………………………………….……………………………….63 3.1 Weerstandsvermogen………………………………………………………………….……………..63 3.2 Bedrijfsvoering…………………….……………………………………………………….………….66 3.3 Onderhoud kapitaalgoederen………………………………………………………….…………….72 3.4 Financiering………………………………………………………………………………………….…73 3.5 Verbonden partijen………………………………………………………………………....…………76 3.6 Rechtmatigheid………………………………………………………………………………….…….77 4. Jaarrekening………………………………………………………………………………………………...79 4.1 Resultaatbestemming…………………………………………………………………………………79 4.2 Programmarekening………………………………………………………………………….……….82 4.3 Balans………………………………………………………………………………………………..…84 4.4 Toelichtingen………………………………………………………………………………………..…86 5. Controleverklaring…………………………………………………………………………………………96 6. Vaststelling…………………………………………………………………………………………………97 Bijlagen…………………………………………………………………………………………………………98 Bijlage 1 Stand van zaken fonds Manden Maken .……………………………………………………98 Bijlage 2 Overzicht investeringen 2012..……………………………………...…………………….….99 Bijlage 3 SISA-bijlagen…..……………………………………………………………………………...100 Bijlage 4 Interne verrekeningen……………………………………………………..……………….…109 Bijlage 5 Lijst met genomen besluiten……………………………………………………..….…….…110 Bijlage 6 Moties en amendementen……………………………………………………………………116
4
1. Samenvatting Bureau Drechtsteden Op 1 april 2012 is gestart met het nieuwe bureau Drechtsteden. Aanleiding voor de reorganisatie was dat het netwerk van de samenwerkende Drechtsteden en de allianties met strategische partners vragen om een meer strategische inzet. Daarnaast was een steviger positionering als concernstaf gewenst en was sprake van vraag naar extra inzet op een kwalitatief hoogwaardige procesvoering ten aan zien van bestuurs- en raadsondersteuning. Rond de zomer van 2012 is gedebatteerd in de Drechtraad over het actualiseren van het rMJP. Daarbij is vastgesteld dat ook in de komende periode de prioriteiten liggen bij economie, arbeidsmarkt en woonklimaat. Economie – arbeidsmarkt: Vooral van belang dit jaar is de economische impuls ten behoeve van invulling economische agenda zuidvleugel en topsector water en logistiek, waarvan de uitwerking via zeven investeringslijnen plaatsvindt: herstructurering bedrijventerreinen , Bevorderen transport schone schepen ( LNG/ Schone motor), Maritieme campus, Continuering EcoShape Building with Nature, University College, showcase Kop van ’t Land en promotie en acquisitie. Tevens is vrijetijdseconomie een belangrijk onderdeel. Woonklimaat: bij woonklimaat spelen vooral de thema’s bereikbaarheid en groen een belangrijke rol. Bestuur en Staf Het programma Bestuur stond 2012 in het teken van het debat over de bestuurlijke toekomst van de Drechtsteden, een voortzetting van het debat in de lokale raden in 2011-2012 over de toekomst van het eigen, lokale gemeentebestuur en het toekomstperspectief van de Drechtsteden. In het kader van het debat over de bestuurlijke toekomst van de Drechtsteden werd in 2012 de politieke en bestuurlijke oproep gedaan de al dan niet vermeende vrijblijvendheid van regionaal beleid en regionale afspraken uit te bannen en duidelijkheid te scheppen over de taakverdeling tussen het lokale en het regionale niveau, te bepalen welke thema’s tot de agenda van de regio behoren met de bijbehorende organisatie van de zeggenschap. Dit onderdeel van het debat over de bestuurlijke toekomst werd bekend onder de termen programmering / programmatische afstemming. Het inhoudelijke debat over de programmering van de regionale agenda zal naar verwachting voor het zomerreces van 2013 zijn afgerond. Manden Maken Manden Maken heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de kwaliteitssprong in de Drechtsteden, zowel op fysiek, economisch als sociaal terrein. Onder andere is de regionale kennisinfrastructuur versterkt door een samenhangende ontwikkeling van het onderwijsconcept tussen het Leerpark en drie LOC’s. Het uitgangspunt bij de bestuurlijke besluitvorming in april 2011 was dat Manden Maken financieel en inhoudelijk als programma afgerond zou zijn. Het begrotingsprogramma is in 2012 blijven bestaan om het programma administratief af te handelen. Met het opstellen van de 1e bestuursrapportage is gebleken dat een aantal projecten een langere doorlooptijd heeft. In het afgelopen jaar is bij de afhandeling van de besluitvorming over de (financiële) afhechting van Manden Maken uit 2011 ook duidelijk geworden dat er nog een tekort dreigt. Er heeft nader onderzoek plaatsgevonden naar de stand van zaken van de administratie van Manden Maken. Hieruit is gebleken dat er een overtekening van projecten is ten opzichte van het in Manden Maken beschikbare bedrag ter grootte van € 3,8 miljoen. Om dit tekort terug te dringen is een aantal oplossingsrichtingen onderzocht. Dit heeft geleid tot een aanvullende besparing op nog uit te betalen projecten van € 775.000. Het tekort komt hierdoor op ruim € 3 miljoen. Sociale Dienst Drechtsteden Het afgelopen jaar stond in het teken van de aanhoudende economische crisis. Achterblijvende economische groei zorgde voor een daling van het aantal beschikbare banen en een verdere stijging van de werkloosheid. Alle zeilen werden bijgezet om het groeiende klantenbestand een halt toe te roepen. Ingezet werd op onder andere instroombeperking, een actieve werkgeversbenadering via Baanbrekend Drechtsteden en de klantbenadering vanuit de visie ‘Partner in Zelfstandigheid’. En niet zonder enig succes: waar de SDD in de ‘Benchmark grote gemeenten’ over de eerste vijf maanden van het jaar ‘als grootste stijger’ nog hekkensluiter was, blijkt het SDD over het gehele jaar genomen
5
uiteindelijk bovengemiddeld te scoren. Toch is de doelstelling ‘Een daling van het klantenbestand met 350 uitkeringen’ niet gehaald: op 31 december 2012 waren er 4.835 uitkeringsgerechtigden; dit zijn er 161 meer dan het jaar ervoor. Naast deze doelstelling was er bij de SDD een tweede doelstelling die inhield dat de programmakosten van de WMO niet meer zijn gestegen ten opzichte van de begroting 2011. Aangezien de programmakosten van de WMO met € 1,6 miljoen zijn gedaald, is deze doelstelling ruimschoots behaald. Ingenieursbureau Drechtsteden In 2012 heeft het IBD zich vooral gericht op het verbeteren van zowel de dienstverlening aan, als de relatie met de opdrachtgevers. Projectmatig creëren en de zorg voor de projectbeleving stonden (en staan nog steeds) hoog op de agenda. Uit de positieve reacties van de reguliere opdrachtgevers in Dordrecht en Zwijndrecht blijkt dat de extra inspanning om de relatie en dienstverlening te verbeteren zeker tot succes heeft geleid. De verhouding opdrachtgever/opdrachtnemer verandert steeds meer tot een intensieve samenwerkingsrelatie. Servicecentrum Drechtsteden De missie van het SCD is een resultaatgerichte dienstverlener te zijn, die zijn klanten ontzorgt door de ondersteunende taken zoveel mogelijk gestandaardiseerd uit te voeren. Het doel is om de komende jaren een toonaangevende shared serviceorganisatie binnen het publieke domein in Nederland te worden. Om dit te kunnen realiseren zijn drie met elkaar samenhangende veranderopdrachten geformuleerd; aansturing en rollen in het netwerk, nieuwe klantrelaties en doorontwikkeling SCD. Aansturing en rollen in het netwerk; Nieuwe klantrelaties; In 2012 is er een meerpartijenovereenkomst (MPO) gesloten over de toekomstige relatie tussen het SCD en de GR’en Omgevingsdienst ZHZ, Publieke Gezondheid & Jeugd (voorheen Regio ZHZ) en de Veiligheidsregio ZHZ. Doorontwikkeling SCD; In 2012 zijn belangrijke stappen gezet in de doorontwikkeling van het SCD die ertoe moeten leiden dat het SCD de komende jaren resultaten boekt op het gebied van klanttevredenheid, organisatievolwassenheid en besparingen. Onderzoekcentrum Drechtsteden In 2012 heeft het OCD zich sterk ingezet op de externe acquisitie. Dit heeft geresulteerd in enkele externe opdrachten en een fors aantal “extra” interne opdrachten. Daarnaast heeft het OCD gewerkt aan haar “strategisch partnerschap”. Meer op strategisch niveau aan tafel zitten en meedenken, meer aan de voorkant van beleid betrokken zijn en vaker een rol spelen bij beleidsevaluaties. Gemeentebelastingen Drechtsteden Het jaar 2012 markeerde voor het GBD een nieuwe ontwikkelingsfase: de startblokken voorbij, een nieuwe ronde. Een nieuwe ontwikkelingsfase – de startblokken voorbij – vroeg ook een vernieuwde aansturing. Het perspectief van een gelande organisatie gaf immers ook het startpunt aan voor doorontwikkeling. Voor 2012 was de overgang naar een meer procesgerichte organisatie een belangrijke opgave. Financiële uitkomst De jaarrekening van de GD sluit 2012 af met een positief resultaat van € 15 miljoen. In het jaarverslag is per GRD-dochter een toelichting en analyse op het resultaat opgenomen. Hieronder is in grote lijnen de opbouw van het positieve resultaat weergegeven. Bureau Drechtsteden laat een positief resultaat zien van ongeveer € 1.000. Dit resultaat is het gevolg van lagere personele lasten, een lagere besteding van het werkprogramma en op de extra impuls economie. De onderbesteding op het werkprogramma is het gevolg van goedkoper uitgevallen projecten en van projecten die door eigen medewerkers van Bureau Drechtsteden zijn uitgevoerd. Op het programma Bestuur en Staf is een tekort van € 9.000 als gevolg van hogere lasten voor de Drechtstedendinsdagen en extra kosten voor de regiogriffie. Deze hogere lasten zijn deels gecompenseerd door een voordeel op de personele lasten.
6
Het positieve resultaat van de Sociale Dienst Drechtsteden bedraagt € 18,5 miljoen. Dit resultaat is ontstaan doordat gemeenten een hoger inkomensdeel hebben ontvangen dan aanvankelijk was voorzien. Alle gemeenten hebben een Incidentele Aanvullende Uitkering (IAU) 2011 toegekend gekregen van in totaal € 7 miljoen. Daarnaast zijn zoveel mogelijk apparaatslasten ten laste van het participatiebudget gebracht. Van het participatiebudget 2012 is uiteindelijk ruim € 4 miljoen overgebleven, die conform reserveringsregeling worden doorgeschoven naar 2013. Op het apparaat is, na dotatie aan de voorziening frictiekosten SDD van € 1,5 miljoen, een positief resultaat van € 4,7 miljoen. Op de WMO is een resultaat behaald van € 3,1 miljoen, dit doordat de uitgaven zijn gedaald en hogere inkomsten vanuit CAK. Het Ingenieursbureau Drechtsteden sluit 2012 af met een positief resultaat van € 381.000 als gevolg van hogere productiviteit dan was begroot. Als gevolg van de financiële taakstelling had het IBD een winstdoelstelling van € 151.000 en deze is dan ook ruimschoots behaald. In het kader van de doorontwikkeling van het SCD zijn de processen bij het SCD doorgelicht en dit heeft ertoe geleidt dat een reorganisatie heeft plaatsgevonden. Ondanks de reorganisatie bij het Servicecentrum Drechtsteden heeft het SCD een operationeel resultaat van € 94.000 behaald. Als gevolg van de reorganisatie zijn medewerkers bovenformatief geplaatst. Voor 2012 bracht dit een last van € 974.000 met zich mee en voor de komende jaren is een voorziening ter hoogte van € 3,5 miljoen gevormd. Deze is ten laste van de exploitatie van 2012 gevormd. Hierdoor bedraagt het negatieve resultaat van 2012 van het SCD € 4,4 miljoen. Het Onderzoekcentrum heeft het jaar positief afgesloten met een resultaat van € 19.000. Gemeentebelastingen Drechtsteden heeft een positief resultaat behaald van € 224.000 als gevolg van hogere inkomsten vanuit opgelegde dwangbevelen en aanmaningen en lagere operationele lasten. Op de algemene dekkingsmiddelen is een positief resultaat ontstaan van € 254.000 als gevolg van het renteresultaat. (Bedragen x € 1 miljoen)
Reserves Toevoegen Vrijvallen 1 1 -9 -9
Saldo BDS B&S SDD Participatie Inburgering Inkomensondersteuning Minimabeleid WMO huishoudelijke hulp Apparaat
4.423 1.436 6.994 1.306 -238 4.725
4.423
IBD SCD frictie SCD bedrijfsvoering GBD OCD Algemene dekkingsmiddelen
381 -4.523 94 224 19 254
69
ICT inhaalafschrijving Manden Maken Totaal
15.087
800 4.500 281 -238
860
2.236 2.494 1.025 860 4.725 312 -4.523 0 224 19 254
94
3.300 3.025 15.446
Afrekenen met gemeenten
1.660
-3.300 -3.025 1. 301
7
2 Programma’s 2.1 Bureau Drechtsteden De jaarrekening over 2012 van het “nieuwe” bureau Drechtsteden ligt voor u. Op 1 april 2012 is namelijk formeel gestart met het “nieuwe” bureau Drechtsteden (BDS). Aanleiding voor de reorganisatie was het feit dat het netwerk van de samenwerkende Drechtsteden en de allianties met strategische partners vragen om een meer strategische inzet. Daarnaast was een steviger positionering als concernstaf gewenst en was sprake van vraag naar extra inzet op een kwalitatief hoogwaardige procesvoering ten aanzien van bestuurs- en raadsondersteuning. Door Bureau Drechtsteden worden drie taakvelden ingevuld: concerntaken, strategisch beleid en ondersteuning besluitvorming. De financiering van BDS loopt voornamelijk via door de Drechtraad vastgestelde inwonerbijdragen. Naast een algemene bijdrage voor de programma’s Bureau Drechtsteden en Bestuur en Staf, worden ten behoeve van taken van BDS of ten behoeve van financiering van gezamenlijke activiteiten (denk aan bijvoorbeeld Waterbus en NME) specifieke inwonerbijdragen geïnd. De voorliggende jaarstukken bevat de weerslag van een jaar werken aan het verwezenlijke van het rMJP en aan sturing en ondersteuning op en ten behoeve van het concern. Bureau Drechtsteden is de ambtelijke spil in de regionale samenwerking. Vanuit het Handelingskader Sturingsmethodiek dat in 2011 door het DSB is vastgesteld, waarbij versterking van eigenaarschap en gezamenlijke verantwoordelijkheid de kern is, is begin 2012 de herpositionering van het bureau afgerond, waardoor de nadruk veel meer op regie is komen te liggen. De rol van regisseur speelt op drie terreinen: netwerkinhoud, netwerkbestuur en interne concernsturing. Op het terrein netwerkinhoud zijn de belangrijkste dossiers (regionale prioriteiten) in deze bestuursperiode economie, arbeidsmarkt/kennisinfrastructuur en woonklimaat. Economie – arbeidsmarkt: vooral van belang dit jaar is de economische impuls ten behoeve van de invulling economische agenda zuidvleugel en de topsector water en logistiek, waarvan de uitwerking via 7 investeringslijnen plaatsvindt: Herstructurering bedrijventerreinen , Bevorderen transport schone schepen ( LNG/ Schone motor), maritieme campus, continuering EcoShape Building with Nature, University College, showcase Kop van ’t Land en promotie en acquisitie. Tevens is vrijetijdseconomie een belangrijk onderdeel. Woonklimaat: bij woonklimaat spelen vooral de thema’s bereikbaarheid en groen een belangrijke rol. Op het terrein netwerkbestuur zijn de belangrijkste dossiers: aangaan externe allianties, monitoren Drechtstedendinsdagen, strategische communicatie en bestuurlijke vernieuwing. Op het terrein Concernsturing: inrichten en gebruiken van een passend instrumentarium voor de bedrijfsvoering; het benoemen en vastleggen van de bevoegdheden en verantwoordelijkheden binnen het regionale netwerk en op basis daarvan het instrumentarium voor sturing, verantwoording en toezicht inrichten en de uitvoering van de vastgestelde Financiële Strategie. Bovenregionaal vertalen de prioriteiten zich onder andere in het: gestaag verder werken aan de uitwerking van de gebiedsagenda Zuidvleugel 2010-2020; eensgezind aan de slag gaan rond de uitvoering van de economische agenda Zuidvleugel 2012-2015 met een volwaardige rol voor de Drechtsteden; willen vervullen van een leidende schakelrol in het smeden van functionele allianties in de Zuid-Westelijke Delta op de as Rotterdam - Antwerpen. stevige samenwerking met de provincie Zuid-Holland door middel van een in april vastgestelde samenwerkingsagenda.
8
Wat hebben wij bereikt? Rond de zomer van 2012 is door de Drechtraad gedebatteerd over het te actualiseren rMJP aan de hand van de zogeheten Tussenbalans. Daarbij is vastgesteld dat in deze tijden van crisis de concurrentiepositie en het vestigingsklimaat van de Drechtsteden gebaat zijn bij een consistent en robuust overheidsbeleid. De focus die in deze debatten is aangebracht, behoud en versterking van de economische ontwikkelingskracht en waarborgen en verbeteren van de leefomgevingskwaliteit zijn het kader voor deze actualisatie. Het huidige rMJP bevatte een koers en deze koers blijft het uitgangspunt. Dit betekent dat we blijven werken vanuit het streefbeeld “Samen Stad aan het Water”. De pieken Water, Landschap en Binnenstad, bepalen onverminderd de focus in het bestaande beleid en zijn de basis van waaruit we de kwaliteitssprong willen maken. Het fundament vraagt blijvende aandacht, want dat moet op orde zijn om in de pieken te excelleren. De prioriteiten blijven ook de komende periode liggen bij economie, arbeidsmarkt en woonklimaat. Om binnen die prioriteiten het juiste te doen, stemmen we de activiteiten van de komende jaren af op de veranderende samenleving. Nog meer dan we al hebben gedaan realiseren we ons dat onze activiteiten gericht moeten zijn op het aantrekken van mensen, bedrijven en investeringen door een aantrekkelijke woon- en leefomgeving te bieden. Onze koers die het fundament op orde brengt en de pieken versterkt is daarvoor het geschikte kader waar we het over eens zijn. Drie elementen zijn bepalend voor de invulling van de activiteiten die we de komende jaren regionaal moeten oppakken om de aantrekkelijkheid van de Drechtsteden te vergroten. Ten eerste is dat de realisatie dat onze regionaal beschikbare middelen alleen als we ze gericht inzetten het verschil kunnen maken. Dat doen ze door investeringen van anderen los te maken en deze te richten. Ten tweede realiseren we ons dat onze afzonderlijke activiteiten meer dan ooit afgestemd en gefocust moeten worden om elkaar te versterken in plaats van afbreuk aan elkaar te doen. En ten derde, we hebben een veel beter bewustzijn gekregen op wat het juiste schaalniveau is voor het oppakken van onderwerpen. We organiseren ambities daar waar ze het meest efficiënt en effectief zijn. In de bespreking van de tussenbalans door de Drechtraad is focus aangebracht in de thema’s die de komende jaren van belang zijn om de aantrekkelijkheid van de Drechtsteden te vergroten. Focus betekent in het geval van het rMJP dat we de juiste dingen willen doen (en dat betekent kiezen want sommige activiteiten doen we niet meer), en het betekent ook dat we alle activiteiten gaan focussen op het leveren van de gewenste bijdrage aan onze doelen. In dat kader zijn de door de Drechtraad gestelde prioriteiten samengebracht onder vier samenhangende focuspunten, namelijk: - maritieme en logistieke topregio, met als doel het versterken van economische activiteiten door investeringen van het bedrijfsleven te faciliteren en te versterken. - aantrekkelijk woonklimaat, gericht op versterking van de kwaliteit en aantrekkelijkheid van de leefomgeving. - sociaal sterk, werken we aan versterken van de werkgelegenheid door met focus op vergroten van de veiligheid en zelfredzaamheid en het voorkomen dan wel opvangen van achterstandsgroepen. - bestuurlijk, ter versterking van de realisatiekracht van de Drechtsteden in de inhoudelijke strategische agenda is de inzet gericht op de doorontwikkeling van de Drechtstedensamenwerking.
9
Hoe hebben we gemeten? Kritische succesfactor Economische structuur
Werkgelegenheid
Kwaliteit van het werkklimaat Uitgifte bedrijventerreinen Bedrijfs- en kantoorruimte
Leegstand winkelruimte
Bezoek aan toeristische iconen
Prestatie-indicator
0-waarde 2010
Totale bedrijvigheid (aantal vestigingen met minimaal 1 werkzame persoon die ≥12 uur per week werkt)
9.995 (1.1.2009)
Bedrijvigheid in maritieme cluster Aantal startende ondernemers
820 (1.1.2010) 1.432 (2009)
Totale werkgelegenheid (aantal werkzame personen ≥ 12 uur per week) Werkgelegenheid maritiem cluster Drechtsteden Oordeel ondernemers ondernemingsklimaat Uitgifte t.o.v. aanbod
102.988 (1.1.2009)
7.500 (1.1.2010) 6,6 (2008) 7,9% (2009) 22% (19%) (2009) 71% (39%) (2009) 148 27.717 (2009)
Realisatie 2011
Realisatie 2012
10.706 (1.1.2010)
11.234 (1.1.2012)
11.763 (1.1.2011) -
-
1.658 (2010)
ca. 1.600 (2012)
1.746 (2011) 103.148 (1.1.2010)
102.275 (1.1.2012)
103.995 (1.1.2011) -
-
- Binnenstad Dordrecht (aantal toeristische bezoekers)
711.000 (2008) 1,5 mln (2008)
6,8 (2010) 8,2% (2010) 12% (16%) (2011) 12% (28%) (2011) 172 26.784 (2010) 208 30.614 (2011) 834.000 (2010) 2,0 mln (2010)
- Werelderfgoed Kinderdijk (aantal bezoekers)
112.198 (2008)
128.915 (2011)
132.968 (2012)
- Hollandse Biesbosch (aantal bezoekers)
127.837 (2009)
112.785 (2011)
110.897 (2012)
Ratio’s* (t.o.v. landelijk) - kantorenmarkt - bedrijfsruimtemarkt Leegstand winkelruimte - aantal verkoopruimten - aantal m2 vvo
meting in 2013 1,4% (2011) 13% (13%) (2012) 23% (33%) (2012) 227 38.570 (2012)
818.000 (2011) 2,4 mln (2011)
Algemene Toelichting Voor een aantal kentallen geldt dat definities zijn aangepast. Om de kentallen vergelijkbaar te houden zijn de kentallen conform de nieuwe definities met terugwerkende kracht voor 2010 en 2011 aangepast. * Toelichting ratio kantoren en bedrijfsruimte De ratio geeft de verhouding weer tussen het aanbod en de opname van bedrijfsmatig vastgoed. Alle opnames van het jaar worden bij elkaar opgeteld en gedeeld door het aanbod aan het eind van het jaar. Een ratio van 55-60% wordt vaak als een gezonde ratio bestempeld.
10
Wat hebben wij daarvoor gedaan? Fysiek Product/activiteit/project
Beoogd resultaat
Stand van zaken
Ruimtelijke ordening Participatie actualisatie provinciale structuurvisie (PSV)
Verwerking van door de Drechtsteden gewenste wijzigingen in de provinciale structuurvisie.
Jaarlijks wordt de PSV geactualiseerd. Per brief van 30 mei heeft het Drechtstedenbestuur gebruik gemaakt van de mogelijkheid de actualisatie te beïnvloeden. 2013 staat in het teken van een herziening, dat betekent dat de PSV geheel wordt herzien.
Gebiedsvisie Deltapoort
Verbetering van de leefbaarheid en versterking van de economie in het deel van de Zuidvleugel tussen Rotterdam en Dordrecht.
Op 12 juni 2012 heeft de Drechtraad de Gebiedsvisie Deltapoort als richtinggevend kader voor regionale afwegingen vastgesteld. Hiermee kan aan de uitvoering van de verschillende opgenomen projecten worden gewerkt. Wegens verdergaande planvorming blijven de Drechtsteden in 2013 participeren en coördineren met het oog op de regionale afstemming.
Regionale structuurvisie Drechtsteden
Herziening van het regionale ruimtelijk beleid en verwerking van nieuwe ontwikkelingen en inzichten waaronder het nieuwe rMJP.
Op 27 juni 2012 is ingestemd met de startnotitie tot aanpassing van de regionale structuurvisie. De werkzaamheden zijn gestart.
Project Merwedezone
Verbetering van leefkwaliteit in de zuidrand van de Alblasserwaard.
De visiefase van het Project Merwedezone is eind augustus 2012 afgerond. Het is nu aan de gemeenten om het voortouw in de concrete uitvoering van projecten te nemen. De Drechtsteden bereiden een plan van aanpak voor de afstemming van deze uitvoering voor. Verder hebben de Drechtsteden geen coördinerende rol meer.
Zuidvleugel
Versterking van de vitaliteit van de Zuidvleugel door afstemming en richten van investeringen in ruimte, economie veiligheid en bereikbaarheid.
De Drechtsteden participeren actief in de Zuidvleugel, omdat dit een belangrijk samenwerkingsverband is waarin afspraken worden gemaakt over ruimtelijke ontwikkeling, economische ontwikkeling, bereikbaarheid en veiligheid. Het is een continu proces. De economische agenda geeft inzicht in de prioriteitsstelling ten aanzien van de bedrijfsterreinen en heeft als concreet resultaat de totstandkoming van
Stedenbaanplus
Vergroting van het aanbod openbaar vervoer op de oude lijn tussen Dordrecht en Leiden, en goede aansluiting op
In 2012 is gewerkt aan: beïnvloeding van het programma hoogfrequent spoor
11
Product/activiteit/project
Beoogd resultaat aanvoerlijnen als de MerwedeLingeLijn. Doel is spoorboekloos te kunnen rijden (minimaal 6 treinen per uur).
Stand van zaken behoud van de Intercity Kwaliteit van Station Dordrecht Veiligheid rond goederenvervoer op het spoor waaronder de Boog van Meteren
Stedenbaanplus werkt daartoe concreet aan versterking van de stationsomgevingen en vergroting van het ruimtelijk programma met als doel meer potentiële reizigers rond die stations. Deltri
Verstevigen van de relaties tussen de Rotterdam, Drechtsteden, West-Brabant en de betrokken provincies, gericht op afstemming van investeringen en gezamenlijk optrekken op de dossiers groen, ruimte, economie, bereikbaarheid en veiligheid richting rijk en Europa.
In 2012 is gewerkt aan: havenvisies Rotterdam en Moerdijk uitvoeringsagenda bedrijventerreinen agenda bereikbaarheid (weg, spoor, water) bepalen gezamenlijke inzet richting rijk en Europa concreet maken ambities economie en leefbaarheid uitwisselen kennis arbeidsmarkt samenhang Deltri Vlaams Nederlandse Delta
Groen, Water, Milieu Groenblauw netwerk
De realisatie van het regionaal uitvoeringsprogramma gericht op groenprojecten in de Drechtstedelijke buitengebieden door middel van het organiseren en zekerstellen van provinciale middelen.
12 juni 2012 heeft het Drechtstedenbestuur kennisgenomen van de groslijst met de hierin benoemde prioriteiten uit het regionale uitvoeringsprogramma. Het komt nu op uitvoering aan voor die projecten waar provinciale middelen op ingezet gaan worden. De Drechtstedengemeenten zijn aan zet.
Water op de kaart/Deltadeelprogramma
Ontwikkelen van kennis op het gebied van waterveiligheid in de regio in het kader van de klimaatverandering en het deelnemen in het zogeheten Deltadeelprogramma Rijnmond Drechtsteden.
In 2012 heeft het Deltadeelprogramma vooral verkend wat eventuele problemen in Rijnmond-Drechtsteden en wat mogelijke oplossingen daarvoor zijn. In 2014 maakt het rijk hierin keuzen, 2013 staat in het teken van nader onderzoek en het trechteren van de opties om het probleem aan te pakken. Regionale coördinatie op onze betrokkenheid blijft ook in 2013 noodzakelijk.
Externe veiligheid
Verkleinen van de risico’s in de Drechtsteden ten gevolge van de overschrijdingen van de normen voor externe veiligheid op met name het doorgaande spoor.
Verschillende activiteiten zijn in 2012 uitgevoerd. Er wordt regulier gelobbyd bij relevante partners om het probleem te blijven agenderen. Zo is in juni 2012 een motie in de kamer behandeld die de minister opdraagt middelen vrij te maken
12
Product/activiteit/project
Beoogd resultaat
Stand van zaken om de problemen in de Drechtsteden te verlichten. Ook is actief gereageerd op de MER Boog van Meteren, omdat deze een deel van de oplossing voor de Drechtsteden is. De Drechtraad is per brief van 10 oktober 2012 hierover geïnformeerd. Om de veiligheid op orde te krijgen is blijvende agendering bij rijk en provincie samen met onze partners noodzakelijk.
Routekaart Drechtsteden/ Energieprogramma
De Drechtsteden hebben zichzelf klimaatdoelen gesteld. Doelstellingen t.o.v. 2009: -energiebesparing van 10% in 2015; - 3% extra duurzame energie opgewekt uit eigen bronnen.
Op 26 juni heeft het DSB via de zogeheten Routekaart inzicht gekregen in kansrijke activiteiten om de klimaatdoelen te bereiken. Op basis hiervan wordt gewerkt aan nieuwe concrete activiteiten. Tegelijk wordt al veel gedaan via het Energieprogramma: -Energiebesparing koopwoningen -collectieve inkoop zonnepanelen -zonnepanelen op gemeentelijke gebouwen -energiebesparing gemeente- en regiokantoren - duurzame mobiliteit in het kader waarvan de Lean and Green award is toegekend.
Programma luchtkwaliteit
Verbetering van de luchtkwaliteit zodat de Drechtsteden voldoen aan de landelijke normen.
In de op 27 juni 2012 door het DSB vastgestelde rapportage wordt de stand van zaken weergegeven en zijn voorstellen gedaan tot actualisatie van de uitvoering van het Programma Luchtkwaliteit Drechtsteden 2006-2015. De uitvoering van de verschillende projecten is in volle gang. Bijzondere aandacht is er geweest voor het project Restwarmte. 8 maart 2012 heeft het DSB ingestemd met de ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst (convenant) “Warmtelevering Drechtsteden: lange termijn samenwerking. Daarmee krijgt het project concreet vorm. De gemeenten zijn aan zet om de uitvoering te organiseren. Ook belangrijk in de regio is het project Walstroom. Dat voorziet in electriciteitsvoorzieningen voor de binnenvaart wanneer ze in de Drechtsteden aan de wal liggen. In 2012 is de projectfase afgerond. De voorzieningen op de wal zijn gerealiseerd en worden nu geëxploiteerd. Tot nog toe is gewerkt op basis van ramingen. De ervaringen met de exploitatie van de afgelopen periode worden gebruikt om de exploitatie voor de
13
Product/activiteit/project
Beoogd resultaat
Stand van zaken komende jaren robuust te maken.
Milieumonitor
Monitoring van de resultaten van de inspanningen op verbetering van de milieukwaliteit met het oog op tijdige bijsturing.
De milieumonitor wordt begin 2013 opgeleverd voor bespreking. De monitor wordt tweejaarlijks gemaakt.
Natuur en Milieu-educatie
Betrokkenheid en bewustzijn op milieu bij met name inwoners in de Drechtsteden vergroten
NME 2012 is conform de regionaal gemaakte afspraken op basis van een vooraf geaccordeerd jaarprogramma door Weizigt uitgevoerd. De betrokkenheid van de samenleving is nog steeds groot.
Regionaal mobiliteitsplan
Inzicht in de beleidsdoelen van de Drechtsteden ten aanzien van mobiliteit om door middel van regionaal samenhangende maatregelen de bereikbaarheid van de Drechtsteden te verbeteren. Op basis hiervan kunnen concrete projecten ter vergroting van de bereikbaarheid van de Drechtsteden worden voorbereid en opgestart.
Op 4 december 2012 heeft de Drechtraad het regionaal mobiliteitsplan vastgesteld. Met ingang van 2013 zal worden gewerkt aan de uitvoering, zowel regionaal als (voornamelijk) lokaal.
Visie Openbaar Vervoer
De Drechtsteden willen samen sturen op de invulling van de tot 2018 verleende ov-concessie Drechtsteden-Alblasserwaard (beperkt mogelijk). Daarnaast willen de Drechtsteden gefundeerd meepraten over de invulling van de nieuwe concessie en verder waarvan de voorbereiding in 2014 al zal starten.
In 2012 is met stakeholders is een interviewronde gehouden. Op basis daarvan is een notitie van uitgangspunten opgesteld. Op basis hiervan wordt de OVvisie opgesteld en in discussie gebracht, met het oog op besluitvorming in 2013.
Hoogwaardig openbaar vervoer
Realisatie van infrastructuur ten behoeve van hoogwaardig openbaar vervoer in de Drechtsteden.
Het programma is de afgelopen jaren uitgerold en in 2013 wordt voorzien in afronding van regionale verantwoordelijkheid. Gerealiseerde projecten zijn onder andere de busstations Dordrecht en Zwijndrecht, en vrijliggende infrastructuur in bijna alle gemeenten. Gemeenten die nog niet geheel gereed zijn worden vanaf 2013 zelf verantwoordelijk voor de coördinatie op de subsidiegelden. Dit is verantwoord omdat de meeste projecten zijn uitgevoerd.
Afstemming/lobby gemotoriseerd verkeer/openbaar vervoer
Verbetering van de bereikbaarheid van de Drechtsteden via zowel de weg
Het is van belang om voortdurend te lobbyen voor de inzet van rijks- en provinciale middelen op de belangrijke
Bereikbaarheid
14
Product/activiteit/project
Beoogd resultaat
Stand van zaken
als het spoor.
infrastructuur in de Drechtsteden. In 2012 is het vooral gegaan over de gemaakte afspraken rond de N3-A16 en de Intercitykwaliteit Dordrecht. Ook de A15 is nogmaals geagendeerd. Dit is evenwel moeilijk gebleken vanwege de bezuinigingen bij het rijk.
Verkeersveiligheid
Uitvoeren MJP 2011-2013 gericht op het uitvoeren van projecten die de verkeersveiligheid verbeteren.
Het programma is in uitvoering via de werkgroep verkeersveiligheid. Het betreft concrete gemeentelijke projecten.
Haalbaarheidsonderzoek Investeringsfonds Fiets
Vervolmaken regionale fietsroutes zodat fietsen aantrekkelijker wordt en meer mensen de fiets pakken.
Deze activiteit is in 2012 concreet opgepakt via de provinciale BDU-uitvraag en wordt gekoppeld aan bestaande fietspadenplannen van gemeenten en provincie. Op 7 februari 2012 heeft het DSB €250.000 vanuit de uitvraag BDU 2012/2013 als spaarproject gelabeld aan het thema fiets.
Mobiliteitsmanagement
Vermindering van de hoeveelheid autoverkeer bij het bedrijfsleven. Dit draagt direct bij aan verbetering van de bereikbaarheid en versterking van de leefkwaliteit. Er is immers minder kans op congestie en luchtvervuiling.
In 2011 is al gesignaleerd dat de concrete aanpak “Zakelijk Slim Mobiel” (ZSM) niet de gewenste resultaten geeft. Met name het aanbodgerichte onderdeel werkt niet. Terwijl het probleem (vraaggerichte) onderdeel wel voorzien in een behoefte bij de bedrijven. Dit traject is dan ook halverwege gestopt. Inmiddels is door rijk en provincie de vraaggerichte aanpak geadopteerd in het kader van Beter benutten en rijk en provincie vragen de Drechtsteden zich hierbij aan te sluiten. Het Drechtstedenbestuur heeft zich hier positief over uitgelaten en de samenwerking is in 2012 concreet voorbereid ter besluitvorming begin 2013.
WSV Woondag/woonpromotie
De Drechtsteden via woonpromotie waaronder de Woondag als aantrekkelijk woongebied op de kaart zetten
De Woondag heeft 6 oktober 2012 plaatsgevonden. Ook zijn de woonkrant en het woonmagazine uitgebracht om mensen over wonen in de Drechtsteden te informeren. De resultaten van de Woondag 2012 worden begin 2013 geëvalueerd.
Woonmonitor plus
Zicht krijgen op de verwachte doelgroepen en hun huisvesting in de Drechtsteden
Oktober 2012 heeft ABF research in opdracht van de corporaties en gemeenten de woningmarktverkenning en doelgroepenanalyse voor de Drechtsteden opgeleverd. Mede op basis hiervan worden de PALT-afspraken herijkt en wordt het woonbeleid waar nodig aangepast.
15
Product/activiteit/project
Beoogd resultaat
Stand van zaken
Rapportage wonen/ regie woningbouwprogramma
Inzicht in het functioneren van en woningmarkt en de sturing daarop.
Het Drechtstedenbestuur heeft op 16 mei 2012 de rapportage wonen in de Drechtsteden 2012 vastgesteld. De resultaten hiervan zijn mede de basis voor aanpassingen in het woonbeleid.
PALT
Samenwerking gemeenten – corporaties, via gerichte prestatieafspraken.
De jaarvergadering PALT heeft op 29 juni 2012 plaatsgevonden. Belangrijke onderwerpen zijn de actualisatie van de afspraken en de woningbouwprogrammering. De vraag is aan de orde of en in hoeverre het voorliggende rijksbeleid, de financiële omstandigheden in de sector en de huidige marktontwikkeling van invloed zijn op de gemaakte afspraken. In 2013 wordt PALT daartoe herijkt.
Task Force
Rapportage voortgang regionale woningbouwprojecten gericht op realisatie van grote aantallen woningen door middel van versterking van projectmatig werken.
De task-force heeft zijn werk gedaan, de projectmatige aanpak is verankerd in de regio. Hierdoor en wegens de economische situatie en de stagnerende woningmarkt is de task-force opgeheven. Via de eindrapportage van juni 2012 heeft de task-force haar werkzaamheden over de periode 2002 t/m 2011 beëindigd.
Platform Drechtsteden Bouwt
Onderhouden van relaties en inhoudelijke voeding met de marktpartijen over de ontwikkelingen van de woningbouw.
Het platform heeft op 29 oktober 2012 een eerste discussie bijeenkomst georganiseerd met als doel inbreng te organiseren ten behoeve van een aangescherpte woningbouwprogrammering. Deze was druk bezocht en voorziet in een behoefte bij overheid en marktpartijen.
Woonruimteverdeling
Beleid volgen, beoordelen en zonodig regionaal bijstellen.
Dit is een continu proces gericht op het beschikbaar stellen van woningen aan de betrokken doelgroepen.
Kwaliteitsbeleid
Vergroten van de kwaliteit van de nieuwbouw uitgaand boven wat wettelijk verplicht is. Het gaat daarbij om onder andere veiligheid en duurzaamheid.
In 2012 is het instrument GPR (Gemeentelijke Praktijk Richtlijn) volop gebruikt in de Drechtsteden. Tijdens de Woondag 2012 is kort stilgestaan bij de resultaten van GPR. GPR wordt als instrument goed benut en als hulp ervaren.
Coördinatie Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing (ISV3)
Vastleggen van de prestatieafspraken rijkssubsidie voor stedelijke vernieuwing opdat gemeenten weten welke middelen ze voor welke projecten kunnen inzetten op stedelijke vernieuwing.
Op 9 november 2012 heeft het Drechtstedenbestuur ingestemd met het voorstel tot herverdeling van de ISV 3 subsidie. De Drechtraad is hierover per brief geïnformeerd. Gemeenten hebben duidelijkheid over de voor hen beschikbare middelen.
16
Product/activiteit/project
Beoogd resultaat
Stand van zaken
Proeftuin Maritieme Innovatie
Initiëren en uitvoeren van collectieve innovatieprojecten bij bedrijven, zoveel mogelijk met studenten van MBO en HBO.
De proeftuin is goed bij onderwijsinstellingen en bedrijfsleven aangetakt. Dit resulteert in een oplopend aantal projecten. De in deze zomer gehouden Maritime Innovation Experience is hier een goed voorbeeld van. Het project gaat zijn laatste jaar in.
Relatiebeheer en promotie maritiem cluster
Promoten van de regio door als maritieme topregio en versterken contacten met het bedrijfsleven in deze sector
De ROM-D heeft vanuit een van de gemeenten een strategisch adviseur acquisitie aangesteld, die nader uitwerking geeft aan deze activiteit zoals het uitbrengen van regionale bidbooks aan bedrijven en het organiseren van gemeentelijk accountmanagementoverleg.
Uitvoeringsprogramma bedrijventerreinen (UPB)
Opstellen en vaststellen van een regionaal uitvoeringsprogramma bedrijventerreinen.
In 2012 is het UPB vastgesteld.
Detailhandelsbeleid
Actualiseren van de regionale structuurvisie detailhandel en horeca Drechtsteden.
Deze activiteit, aanvankelijk door bezuinigingen uitgesteld, is in het laatste kwartaal van 2012 opgestart. De onderzoekscomponent is reeds uitgevoerd.
Kantorenstrategie
Actualiseren van de regionale Kantorenstrategie; maken van afspraken om te komen tot een gezonde kantorenmarkt.
Deze activiteit is in 2012 gestart. In de zomer is een kantorensymposium georganiseerd, waarbij ook het onderzoek naar de marktsituatie is gepresenteerd. Begin 2013 wordt de strategie in besluitvorming gebracht.
Promotie vrijetijdseconomie
Uitvoeren van een pakket aan samenhangende promotieactiviteiten op het gebied van vrijetijdseconomie
De VVV Zuid-Holland Zuid heeft in opdracht van de Drechtsteden een pakket aan promotieactiviteiten uitgevoerd en hiervoor cofinanciering van derden aangetrokken.
Stimuleren ondernemerschap vrijetijdseconomie/Nieuwe Markten
Stimuleren van ondernemersinitiatieven en arrangementen op het gebied van vrijetijdseconomie.
Doordat de eerste fase onvoldoende uitzicht op een concreet uitvoeringsprogramma opleverde, is in overleg met de provincie, besloten dit project stop te zetten.
7 investeringslijnen:
Investeren in het vestigings(leef)klimaat
Voor de uitvoering van de zeven investeringslijnen is door de Drechtraad op 27 juni 2012 € 130.000 beschikbaar gesteld. Deze middelen zijn in 2012 gematcht om nieuwe initiatieven te stimuleren en nieuwe private investeringen voor de regio Drechtsteden uit te lokken. Deze zijn door de regionale portefeuillehouders samen met
1. Herstructurering bedrijventerreinen. 2. Schone Schepen. 3. Maritieme Campus 4. University College 5. Showcase bouwen met
De aansluiting onderwijs – arbeidsmarkt te verbeteren Innovatie en valorisatie van kennis te versnellen Door middel van promotie en acquisitie op het terrein van
17
Product/activiteit/project water 6. Ecoshape
Beoogd resultaat water- en deltatechnologie de kracht van de regio nog beter uitventen
partners uit de Zuidvleugel, bedrijfsleven en kennisinstellingen in 2012 uitgewerkt tot concrete voorstellen, voorzien van privaat/publieke financiering. Op basis van de Economische Agenda Zuidvleugel heeft de Stuurgroep Economische Agenda Zuidvleugel groen licht gegeven op de toekenning van een investeringspakket van meer dan € 72 miljoen voor de uitvoering van 22 prioritaire projecten de in de Zuidvleugel. Een deel van deze investeringen heeft betrekking op de delta/maritieme projecten in de Drechtsteden. In de periode 2013 – 2015 zullen de projecten verder tot realisatie worden gebracht.
Verbinden van de iconen Kinderdijk, Binnenstad Dordrecht en Biesbosch.
De aanvraag Provinciaal Wandelpadennetwerk is opgesteld en ingediend. Op basis hiervan kunnen subsidies worden aangevraagd ten behoeve van de realisatie.
7. Promotie en acquisitie maritiem cluster
Regionale Wandelpaden Infrastructuur
Stand van zaken
Aanleggen recreatieve infrastructuur. Watertaxisteigers/Waterbushalte Ark
Creëren van vervoersinfrastructuur over water.
In 2007 is subsidie verleend voor de aanleg van steigers tbv watertaxi’s. Dit project lag al jaren stil. Er is in 2012 een succesvol verzoek opgesteld om deze subsidie te mogen aanwenden voor een waterbushalte bij de Ark. Realisatie is voorzien in 2013.
Infozuilen
Verblijfsduur van de bezoeker te verlengen met als gevolg een stijging van de gemiddelde besteding per bezoeker.
In 2007 is subsidie verleend voor dit project. Ook dit project was stilgevallen. In 2012 zijn op één na, de ontbrekende zuilen geplaatst. Plaatsing van de laatste infozuil zal in de eerste helft van 2013 plaatsvinden.
De versterking van de culturele identiteit van de Drechtsteden. De versterking van de koppeling tussen stad en de directe omgeving.
18
Sociaal Product/activiteit/project
Beoogd resultaat
Stand van zaken
Jeugd Regionale Agenda Samenleving (RAS): Inzet t.a.v. jeugd en preventief jeugdbeleid
Realisatie van minimaal 4.166 cliënt contacturen. Verder oppakken regionale opgaven w.o. ontwikkeling en implementatie nazorg, continueren procesondersteuning Zorg voor Jeugd, passend onderwijs, realisatie en doorontwikkelen CJG. Regionale opgaven beogen ontwikkelen preventief jeugdbeleid in aansluiting op de decentralisatie van de jeugdzorg.
Het door de provincie verplicht gestelde minimaal aantal te realiseren cliënt contact uren wordt gehaald. Daarnaast is er budgettaire ruimte voor het realiseren van een aantal regionale opgaven zoals hiernaast (links) genoemd. Samenwerking t.a.v. CJG’s is gerealiseerd. Er wordt samengewerkt t.a.v. de afspraken met regionale partners over de zorginfrastructuur t.b.v. jeugd De doorontwikkeling CJG is geannuleerd. Het daarvoor bestemde budget is ingezet voor twee pilots VOLG. Opbrengst opdracht Passend Onderwijs is vertraagd door val kabinet en nieuw rijksbeleid. Voortzetting in 2013. Procescoordinatie Zorg voor jeugd is een vast taak en is gericht op verbeterde deelname van instellingen. Met behulp van JSO is methode ontwikkeld om uitstroom Jeugdzorg beter en sneller toe te leiden naar het lokale beleid. Deze regionale opgaven worden in het eerste kwartaal van 2013 verantwoord in het PFO. Voortzetting is afhankelijk van besluitvorming in het DSB In het 3e kwartaal heeft de provincie aangegeven in plaats van de RAS af te bouwen over een aantal jaar, dit nu op heel korte termijn te doen. Geen meerjarig convenant RAS meer, maar een subsidie tot juli 2013.
Coördinatie RAS Jeugd
Coördineren van de uitvoering van de RAS 2012 waaronder preventief jeugdbeleid + regionale opgaven jeugd 2012 en opstellen advies toekomst RAS
Nagedacht moet worden over de invulling van de opgaven preventief jeugdbeleid nadat de RAS subsidie vanaf 1 juli 2013 stopt.
Coördineren van de uitvoering van het programma cultuurparticipatie 2012 en beheren netwerk cultuur.
In verband met het wegvallen van provinciale subsidie cultuurparticipatie na 2012 is een adviestraject toekomst cultuurparticipatie gestart.
Cultuurparticipatie Coördinatie RAS Cultuurparticipatie
Inwoners van de Drechtsteden in staat stellen actief met kunst en cultuur in aanraking te komen. Cultuurnetwerker
Doel is om cultuureductatie structureel te verankeren in het
Voorzetting is onzeker, is onderdeel van
19
Product/activiteit/project
Beoogd resultaat
Stand van zaken
basisonderwijs.
adviestraject toekomst cultuurparticipatie
Coördinatie WMO Regiegroep
Afstemming regionale WMO taken en klankbord decentralisaties WMO.
Conform
WMO De Kanteling
Realiseren De Kanteling
Conform. Project in 2012 afgerond. Voortzetting lokaal. Een paar regionale taken worden regulier onderdeel van WMO regiegroep
WMO
Een sluitend aanbod ondersteuning bieden voor wie dat nodig heeft, waarbij een ‘kanteling’ plaatsvindt van ‘claimgedrag’ in het kader van de compensatieplicht naar ‘eigen verantwoordelijkheid’ in samenhang met maatwerk bij collectieve voorzieningen. WMO decentralisatie huishoudelijke hulp
Restant budget wordt ingezet voor voortgang De kanteling “afstemming lokale projecten”
Realisatie visie en beleidstraject.
Conform. Implementatie en uitvoering door SDD
Afstemming decentralisatie jeugdzorg met als resultaat een gezamenlijke visie, ontwerp en transformatieplan.
Afstemming zowel binnen Drechtsteden als Zuid-Holland Zuid. De 19 gemeenten hebben in maart een bestuursopdracht jeugdzorg geaccordeerd. Dit jaar is tweemaal een voortgangsrapportage ontvangen.
Afstemming decentralisatie AWBZ.
De concept visie op de Extramurale begeleiding uit de AWBZ is in de 1e helft 2012 besproken en in de 2e helft 2012 vastgesteld als richtinggevend kader voor verdere beleidsontwikkeling. De invoerings- datum van 01-01-14 is na de val van het kabinet uitgesteld waardoor 2012 benut kon worden voor het zorgvuldig inrichten van het beleidsproces.
Decentralisaties Jeugdzorg
AWBZ
Eind 2012 is een procesvoorstel opgesteld t.b.v. de Innovatieagenda AWBZ 2013-2014 waarin pilots en experimenten gestart zullen worden. Samenhang decentralisaties
20
Afstemming samenhang decentralisaties.
Om de samenhang tussen de drie grote decentralisaties die op gemeenten afkomen te bewaken, is in juni een bestuursopdracht Afstemming drie Decentralisaties opgesteld. De samenhang is noodzaak en biedt kansen. Voortgang, knelpunten en kansen worden periodiek besproken in het Drechtstedenbestuur.
Product/activiteit/project Bestuursakkoord Sociaal
Beoogd resultaat Opstellen Sociaal Maatschappelijk Bestuursakkoord Drechtsteden.
Stand van zaken Als gevolg van het regeerakkoord ‘Bruggen slaan’ is eind 2012 aan het Drechtstedenbestuur voorgesteld om in 2013 een Sociaal Maatschappelijk Bestuursakkoord sociaal uit te werken vanuit de visie participeren naar vermogen.
Arbeidsmarktbeleid Afstemming programma arbeidsmarktbeleid
Afstemming over onderdelen van het programma die betrekking hebben op: 1. aansluiting Onderwijs & Arbeidsmarkt 2. matching vraag en aanbod, het versterken 3. kennisinfrastuctuur hoger onderwijs 4. vergroten urgentiebesef. Een aantal onderdelen valt onder het regionaal programma Economie.
Het programmama is onderdeel van het rMJP en wordt bekostigd door de gemeente Dordrecht. Op onderdelen wordt een beroep gedaan op bijdragen van de overige gemeenten. Tweemaal per jaar wordt middels de voortgangsrapportage gerapporteerd over behaalde resultaten van het programma. Vier maal per jaar verschijnt een conjunctuurnotitie.
Participatiewet, visie en beleidsontwikkeling
Uitwerken visie op de Participatiewet.
In maart 2012 heeft het Drechtstedenbestuur opdracht gegeven voor het uitwerken van een plan van aanpak Wet Werken na Vermogen. Na de val van het kabinet is de WWnV ingetrokken. Het nieuwe kabinet kwam met een opvolger, de Participatiewet, die per 1 januari 2014 ingevoerd wordt. Eind 2012 is een regionale visie op de P-wet tot stand gekomen en een concept voorstel om te komen tot een nieuwe organisatie van de keten Werk & Inkomen.
Uitwerking motie laaggeletterdheid
Voorbereiden Regionaal Actieplan Laaggeletterdheid 2013-2016.
Een motie Laaggeletterdheid namens de fracties Groen Links en Samenwerkende Lokale Partijen in Drechtraad in juli heeft geresulteerd in een bestuursopdracht ‘Voorbereiding Actieplan Laaggeletterdheid’ in september/oktober. De analyse van laaggeletterdheid in de regio is in december besproken in de Drechtraad. Verdere uitwerking van de opdracht loopt door tot mei 2013.
Bestuurlijke besluitvorming SDD door DSB en Drechtraad
Conform. Aandachtspunt is de betrokkenheid van gemeenten bij SDD beleid en vice versa afstemming hierover met de lokale gemeenten
Overig Besluitvorming over het beleid SDD
21
Wat heeft het gekost? (Bedragen x € 1.000)
Resultaat voor bestemming Mutatie reserves Resultaat na bestemming
Actuele begroting 2012 Lasten Baten Saldo 6.448 5.735 -713 127 840 713 6.575 6.575 0
Resultaat 2012 Lasten Baten Saldo 8.856 8.352 -504 127 632 505 8.983 8.984 1
Lasten -2.408 0 -2.408
Afwijking Baten Saldo 2.617 209 -208 -208 2.409 1
Resultaatanalyse Het programma Bureau Drechtsteden heeft een positief resultaat van € 1.000. Voorgesteld wordt om dit te verrekenen met de exploitatiereserve van Bureau Drechtsteden. (Bedragen x € 1.000) Toelichting Omschrijving afwijking Lasten A. personele lasten B. werkprogramma 2012 C. extra impuls economie D. BDU Verkeer E. Projecten gefinancierd door derden F. Vrijval/overig Subtotaal
D. E.
G.
Baten BDU Verkeer Projecten gefinancierd door derden Subtotaal Totaal voor bestemming Resultaatbestemming Totaal na bestemming
I/S* I I I I I I
I I
Voordeel
Nadeel -47
-3 -2.725
-47 150 58 -2.675 58 48 -2.408
-58 -58
-2.675 58 2.617
-2.783 -208 -2.991
209 208 1
150 58 -2.675 58 51 317
2.675 2.675 2.992 2.992
Saldo
Gemeente**
Toelichting: A. Personele lasten Bureau Drechtsteden In de buraps is gemeld dat een overschrijding werd verwacht van op personele lasten door de inhuur van de Drechtstedensecretaris en als gevolg van de CAO. Deels is dit opgevangen door vacatureruimte, die is ontstaan doordat nieuwe collegae later zijn gestart met hun functie binnen Bureau Drechtsteden. B. lagere besteding werkprogramma 2012 Er zit een onderbesteding op het werkprogramma van € 150.000. Een aantal projecten zijn goedkoper uitgevallen, doordat er minder uren zijn gemaakt dan begroot. Tevens zijn projecten door eigen medewerkers van Bureau Drechtsteden uitgevoerd, zodat de claims op het werkprogramma vrijvalt. Het werkprogramma wordt grotendeels gefinancierd uit een bedrage uit de BWS-reserve. Hierdoor is er een lager bedrag onttrokken uit dit reserve. C. lagere bestedingen extra impuls economie Het Drechtstedenbestuur heeft in 2012 besloten om een extra impuls te geven aan de economie in de Drechtsteden langs zeven investeringslijnen. Voor deze extra impuls is € 130.000 aanvullend budget nodig. Bij de tweede burap is voorgesteld om dit bedrag te onttrekken uit de BWS-reserve. Een deel van de kosten wordt echter doorgeschoven naar 2013, zodat er voor het jaar 2012 een lagere onttrekking wordt gedaan uit de reserve.
22
D. Brede doeluitkering verkeer (BDU) Vanuit de provincie Zuid-Holland ontvangt Bureau Drechtsteden subsidies voor het uitvoeren van projecten. In 2012 is ca 2,7 miljoen extra uitgegeven. Dit is bestemd voor het project Stationsomgeving Dordrecht. E. Projecten gefinancierd door middelen van derden Naast de bovenstaande BDU-gelden ontvangt Bureau Drechtsteden van en via de gemeenten en de provincie Zuid Holland voor andere projecten en investeringen subsidies. Te denken valt aan subsidie voor het verbeteren van de Luchtkwaliteit in de Drechtsteden, ISV3 en Stimulering van Lokale Klimaatinitiatieven (SLOK). In 2012 hebben wij € 58.000 minder uitgegeven aan deze projecten dan begroot. F. Vrijval/overig Er zijn oude verplichtingen vrijgevallen. G. Mutaties reserves/resultaatbestemming De punten C en D leiden tot een mutatie in de reserves. Bij deze twee punten staat een verdere toelichting opgenomen.
23
2.2 Bestuur en Staf Bestuur In het programma Bestuur stond 2012 in het teken van het debat over de bestuurlijke toekomst van de Drechtsteden, een voortzetting van het debat in de lokale raden in 2011-2012 over de toekomst van het eigen, lokale gemeentebestuur en het toekomstperspectief op de Drechtsteden. Een belangrijk hulpmiddel voor het debat in 2012 over de toekomst van het netwerkbestuur was de Verkenning naar mogelijkheden het netwerkbestuur door te ontwikkelen en effectiever en efficiënter in te richten. Deze verkenning gaf de opbrengst en weging van de vanuit verschillende kanten (raden, colleges, Drechtstedenbestuur, commissies Meijdam en Scholten) ingebrachte ideeën. Het debat over deze ideeën heeft eind 2012 geleid tot een afbakening van haalbare en effectieve opties, waarvoor naar verwachting in het eerste of tweede kwartaal van 2013 opdracht tot nadere uitwerking en/of voorbereiding van implementatie wordt gegeven. In het kader van het debat over de bestuurlijke toekomst van de Drechtsteden werd in 2012 de politieke en bestuurlijke oproep gedaan de al dan niet vermeende vrijblijvendheid van regionaal beleid en regionale afspraken uit te bannen en duidelijkheid te scheppen over de taakverdeling tussen het lokale en het regionale niveau, te bepalen welke thema’s tot de agenda van de regio behoren met de bijbehorende organisatie van de zeggenschap. Dit onderdeel van het debat over de bestuurlijke toekomst werd bekend onder de termen programmering / programmatische afstemming. Het inhoudelijke debat over de programmering van de regionale agenda zal naar verwachting voor het zomerreces van 2013 zijn afgerond. De Drechtraad heeft in de tweede helft van 2012 nadrukkelijk het initiatief voor het debat en het proces van visievorming over de bestuurlijke toekomst van de Drechtsteden naar zich toegetrokken. Onder opdrachtgeverschap van de Agendacommissie uit de Drechtraad is een raadswerkgroep gevormd met een belangrijke rol in begeleiding van het proces van debat en besluitvorming en stroomlijning van de lokale en regionale processen. In 2012 is het programma Netwerkdemocratie Drechtsteden afgerond. Dit programma was gestart naar aanleiding van de rapporten van de commissies Meijdam en Scholten II over de samenwerking in de Drechtsteden, en had vooral ten doel met extra aandacht voor strategische communicatie en lobby- en externe allianties-activiteiten, en een evaluatie van de Drechtstedendinsdag, impuls te geven aan de ontwikkeling van het netwerk. In oktober 2012 is de Drechtraad geïnformeerd over de resultaten van het programma, en de inbedding van activiteiten in de reguliere activiteiten. Bijzondere aandacht in het kader van het programma netwerkdemocratie verdienen de acties die voortkomen uit de evaluatie van de Drechtstedendinsdag uit 2011. Er zijn, met onder andere verbeteringen in de aanbieding en het format van vergaderstukken, stappen gezet in de opzet en inhoudelijke programmering van de Drechtstedendinsdag, om zo het regionale platform voor raadsleden, bestuurders en maatschappelijke partners, gestalte te geven en door te ontwikkelen. In de tweede helft van 2013 zal, als voorbereiding op de nieuwe raadsperiode vanaf 2014, de opbrengst van de aanbevelingen uit de evaluatie worden geïnventariseerd en in een overdrachtsdocument aan de formateur worden meegegeven. Tijdens de Drechtstedendinsdag van 3 juli 2012 is er, tijdens de beraadslagingen over de jaarrekening 2011, 1e bestuursrapportage 2012 en primaire begroting 2013, door de Drechtraad de Zomermotie ingediend. Met deze motie roept de Drechtraad het Drechtstedenbestuur op om invulling te geven aan nadere bezuinigingen. In november 2012 heeft het Drechtstedenbestuur, door middel van een raadsinformatiebrief, een aantal bezuinigingsmogelijkheden gepresenteerd. In de carrousel Middelen van december 2012 heeft de portefeuillehouder toegezegd om de voorstellen uit te werken en deze in het voorjaar voor te leggen aan de Drechtraad. Als gevolg van de verwachte daling van het gemeentefonds zal de GRD opnieuw met bezuinigingsvoorstellen komen. Deze voorstellen zullen dezelfde inhoud hebben als de voorstellen die in de raadsinformatiebrief Zomermotie zijn genoemd. Het totaal aan bezuinigingen zal in het 2e kwartaal van 2013 worden gepresenteerd aan het Drechtstedenbestuur.
24
Wat hebben wij daarvoor gedaan? Product/activiteit/project
Beoogd resultaat
Stand van zaken
Netwerkbestuur
Verdere versterking van de politiekbestuurlijke samenwerking in de Drechtsteden, met het oog op optimale vervulling van de maatschappelijke opgaven van gemeenten en regio.
Debat gestart in 2012.
Programma Netwerkdemocratie Drechtsteden
Impuls aan de ontwikkeling van het netwerk.
Programma is in de tweede helft van 2012 afgerond, de Drechtraad is geïnformeerd met een raadsinformatiebrief
Monitoring Drechtstedendinsdag
Effectief platform voor ontmoeting en stimulering van bestuurlijke kennisuitwisseling, synergie en besluitvorming.
Permanente aandacht voor de effectiviteit van de Drechtstedendinsdag. In de raadsinformatiebrief in het kader van de afronding van het programma Netwerkdemocratie Drechtsteden is de stand van zaken gemeld van de opvolging van de aanbevelingen uit de evaluatie van 2011 van de Drechtstedendinsdag.
Programmering / Programmatische afstemming
Afspraken over principes van programmering en het domein van de regionale strategische agenda.
Debat gestart in 2012.
Wat heeft het gekost? (Bedragen x € 1.000) Programma Bestuur en staf Resultaat voor bestemming Mutatie reserves Resultaat na bestemming
Actuele begroting 2012 Lasten Baten Saldo 2.151 2.151 0 0 0 0 2.151 2.151 0
Resultaat 2012 Lasten Baten Saldo 2.167 2.158 -9 0 0 0 2.167 2.158 -9
Lasten -17 0 -17
Afwijking Baten Saldo 8 -9 0 0 8 -9
Resultaatanalyse (Bedragen x € 1.000) Toelichting Omschrijving afwijking Lasten A Hogere lasten Drechtstedendinsdagen B Extra kosten regiogriffie C Personele lasten bestuur en staf Subtotaal Baten Overig Subtotaal Totaal voor bestemming Resultaatbestemming Totaal na bestemming
I/S* S I I
I
Voordeel
Nadeel -10 -20
13 13
-30
8 8
Saldo
Gemeente**
-10 -20 13 -17
Nee Nee Nee
8 8
Nee
21
-30
-9
21
-30
-9
25
Op het programma Bestuur en staf zit een overschrijding van € 9.000. Voorgesteld wordt om die te verrekenen met de exploitatiereserve van Bureau Drechtsteden. Toelichting: A. Hogere lasten Drechtstedendinsdagen Bij de evaluatie van de Drechtstedendinsdag is afgesproken dat een norm van € 5.000 per keer gehanteerd wordt voor de organisatie van de Drechtstedendinsdag. Het beschikbare budget is € 50.000, berekend op tien bijeenkomsten. In de Drechtraad van juli is een motie aangenomen, waarin besloten is om de norm te verhogen van € 5.000 naar € 7.000 per Drechtstedendinsdag. In 2012 zijn elf bijeenkomsten georganiseerd, gemiddeld heeft de organisatie daarvan € 7.300 gekost. Dit levert een overschrijding op van ca. € 10.000 ten opzichte van het medio 2012 vastgestelde verhoogde budget. B. Extra kosten regiogriffie De gemeente Sliedrecht heeft aangegeven extra kosten te hebben gemaakt voor de regio-griffie. Afgesproken is dat Drechtsteden deze kosten in 2012 zal vergoeden. Deze overschrijding is aangekondigd in de 2e burap. C. Personele lasten bestuur en staf Als gevolg van vacatureruimte in 2012 is er vrijval op de personele lasten.
26
2.3 Manden Maken Manden Maken heeft een belangrijke bijdrage geleverd aan de kwaliteitssprong in de Drechtsteden, zowel op fysiek, economisch als sociaal terrein. Onder andere is de regionale kennisinfrastructuur versterkt door een samenhangende ontwikkeling van het onderwijsconcept tussen het Leerpark en drie LOC’s. Het uitgangspunt bij de bestuurlijke besluitvorming in april 2011 was dat Manden Maken financieel en inhoudelijk als programma afgerond zou zijn. Het begrotingsprogramma is in 2012 blijven bestaan om het programma administratief af te handelen. Met het opstellen van de 1e burap 2012 is gebleken dat een aantal projecten een langere doorlooptijd heeft. In het afgelopen jaar is bij de afhandeling van de besluitvorming over de (financiële) afhechting van Manden Maken uit 2011 ook duidelijk geworden dat er nog een tekort dreigt. Tijdens de 2e burap 2012 is dan ook gemeld dat er sprake was van overtekening van projecten en dat gewerkt werd aan de oplossingsrichtingen daarvoor. Teneinde zicht te krijgen op de noodzakelijke oplossingsrichtingen heeft nader onderzoek plaatsgevonden naar de stand van zaken van de administratie van Manden Maken. Uit dit onderzoek blijkt dat: a. De genoemde bedragen in de financiële afhechting van 2011 in werkelijkheid tegenvallen (lagere rentebaten, lagere ingeschatte vrijval, diversen), ter grootte van € 712.000; b. De provincie Zuid-Holland rechtstreeks beschikkingen heeft afgegeven aan gemeenten/waterschappen in plaats van aan de Drechtsteden, zonder dat dit goed in de administratie van het fonds Manden Maken is verwerkt. Concreet betekent dit dat Drechtsteden rekende op dit bedrag voor de in portefeuille Manden Maken opgenomen projecten, terwijl de provincie andere projecten heeft beschikt en daar het label Manden Maken op heeft geplakt. In totaal gaat het daarbij om een bedrag van € 1,2 miljoen. c. In het kader van het afsluitend arrangement in het kader van de bovenvermelde afhechting 2011 heeft de Provincie een beschikking van € 1,9 miljoen afgegeven voor het Genie- en Citadelterrein, een project in exploitatie bij ROM-D. Dit project bleek als enige te voldoen aan de door de provincie gestelde voorwaarden. Dit project maakt echter geen deel uit van de oorspronkelijke projectenlijst Manden Maken. Het bood echter als enige project (en passend in onze doelstellingen) de mogelijkheid gebruik te maken van provinciale subsidies en eventueel de mogelijkheid bij positieve exploitatieresultaten van de ROM-D een deel van het bedrag terug te kunnen ontvangen. d. a t/m c leidt tot de conclusie dat er een overtekening van projecten is ten opzichte van het in Manden Maken beschikbare bedrag ter grootte van maximaal € 3,8 mln. Om dit tekort terug te dringen is een aantal oplossingsrichtingen onderzocht. Dit heeft geleid tot een aanvullende besparing op eerder uit Manden Maken toegezegde bedragen aan het HOV-D programma ter grootte van € 775.000. In 2012 heeft het Drechtstedenbestur besloten om “Het Plaatje” toe te voegen aan de projectenportefeuille van Manden Maken. Het tekort op het programmabudget Manden Maken komt hierdoor op ruim € 3 miljoen. Voorgesteld wordt om dit tekort via resultaatbestemming bij deze jaarrekening te verrekenen.
Stand van zaken fonds per 31 december 2012
3.363.000
Nog te ontvangen inkomsten van provincie Zuid Holland
1.740.000
Nog te betalen aan projecten: Maasterras Energiehuis Hofkwartier Station baanhoek Overheveling naar HOV-D fase 2 Zeehavens T Plaatje
Uitbetalen in 2013 Uitbetalen in 2013 Uitbetalen in 2013 Uitbetalen in 2013 Overhevelen in 2013 Uitbetalen na 2013 Uitbetalen na 2013
260.000 1.896.000 660.000 4.200.000 225.000 507.000 400.000 -8.148.000
Tekort Manden Maken
3.045.000
27
Wat heeft het gekost? Naast de activiteiten in het kader van de afwikkeling van het fonds Manden Maken is in 2012 op de projecten die in de portefeuille van het programma en het bijbehorende investeringsfonds zitten ontwikkeling geweest. Dit heeft geleid tot de navolgende mutaties in de reserves ten behoeve van Manden Maken. (Bedragen x € 1.000)
Resultaat voor bestemming Mutatie reserves Resultaat na bestemming
Actuele begroting 2012 Lasten Baten Saldo -1.357 431 1.788 1.788 0 -1.788 431 431 0
Resultaat 2012 Lasten Baten Saldo -1.352 431 1.783 1.788 5 -1.783 436 436 0
Lasten -5 0 -5
Afwijking Baten Saldo 0 -5 5 5 5 0
Resultaatanalyse In 2012 is een correctie aan de lastenkant gedaan. Dit heeft te maken met het feit dat in 2011 reeds een uitbetaling is gedaan voor het project Burg. Keijzerweg uit Papendrecht, terwijl de Drechtsteden in 2012 hiervoor een bijdrage is ontvangen van de provincie Zuid-Holland. Eind 2012 resteert een bedrag van ruim € 3,363 miljoen in het fonds Manden Maken.
28
2.4 Sociale Dienst Drechtsteden In de begroting 2012 heeft de SDD als doelstelling afgesproken dat aan het eind van dat jaar: 1. Het aantal mensen dat een bijstandsuitkering ontvangt 350 lager is dan het aantal op 1 januari (van 4.674 naar 4.324). Deze doelstelling hebben wij niet gehaald. Het aantal mensen met een bijstandsuitkering is met 161 gestegen naar 4.835. 2. De programmakosten WMO niet zijn gestegen ten opzichte van de begroting 2011. Deze doelstelling hebben we meer dan gehaald. De uitgaven Wmo zijn met € 1,6 miljoen gedaald. Het afgelopen jaar stond in het teken van de aanhoudende economische crisis. Achterblijvende economische groei zorgde voor een daling van het aantal beschikbare banen en een verdere stijging van de werkloosheid. Alle zeilen werden bijgezet om het groeiende klantenbestand een halt toe te roepen. Ingezet werd op onder andere instroombeperking, een actieve werkgeversbenadering via Baanbrekend Drechtsteden en de klantbenadering vanuit de visie ‘Partner in Zelfstandigheid’. En niet zonder enig succes: waar de SDD in de ‘Benchmark grote gemeenten’ over de eerste vijf maanden van het jaar ‘als grootste stijger’ nog hekkensluiter was, blijken we over het gehele jaar genomen uiteindelijk bovengemiddeld te scoren. Toch hebben we de doelstelling ‘Een daling van het klantenbestand met 350 uitkeringen’ niet gehaald: op 31 december 2012 waren er 4.835 uitkeringsgerechtigden; dit zijn er 161 meer dan het jaar ervoor. Naast de economische crisis dwongen zowel de val van het kabinet Rutte als het ‘Vijfpartijenakkoord’ ons ertoe onze initiële uitvoeringsplannen op een aantal punten te herzien. Zo werd de Wwb huishoudinkomenstoets met terugwerkende kracht afgeschaft en de Wet werken naar vermogen (Wwnv) controversieel verklaard. Dit laatste had weliswaar geen direct gevolg voor 2012, maar de voorbereidingen waren inmiddels in volle gang ingezet. In financiële zin was 2012 positief. Zo ontvingen de gemeenten een hoger inkomensdeel dan aanvankelijk voorzien en hebben alle gemeenten daarnaast een Incidentele Aanvullende Uitkering (IAU) 2011 toegekend gekregen van in totaal € 7 miljoen, omdat er sprake is van een uitzonderlijke arbeidsmarkt binnen de Drechtsteden in combinatie met een positief oordeel over het gevoerde beleid van de afgelopen jaren in de Drechtsteden. Binnen de Wmo is door een andere manier van indiceren - waarbij eerst gekeken wordt naar de mogelijkheden van de klant en zijn of haar omgeving en het scherper inkopen van voorzieningen - een omslag kunnen maken in de alsmaar stijgende uitgaven. Per saldo resulteert dit in een lagere gemeentelijke bijdrage van € 2,8 miljoen ten opzichte van de Wmo-begroting. Bij de ‘hulp bij het huishouden’ is succesvol de bestuurlijke aanbesteding ‘Huishoudelijke Ondersteuning’ afgerond, waarbij we samen met de aanbieders tot een nieuwe werkwijze zijn gekomen op basis van resultaatfinanciering Zoals bij de bestuursrapportage aangekondigd hebben we in 2012 zoveel mogelijk apparaatlasten, waaronder ook de kosten van de Budgetadvies en Schuldbemiddeling, ten laste van het participatiebudget gebracht. Ook wordt eenmalig een bedrag van € 1,5 miljoen toegevoegd aan de voorziening frictiekosten. Het uiteindelijke resultaat op het apparaat bedraagt € 4,7 miljoen. Ook is de Wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening (Wgs) op 1 juli in werking getreden. Het in het kader van deze wet verplichte beleidsplan schuldhulpverlening is door de Drechtraad vastgesteld en de uitvoering is hierop aangepast. De inzet van de afdeling Budgetadvies en Schuldbemiddeling werd beloond met de KIWA NEN-certificering schuldhulpverlening. 2012 was ook het jaar waarin de vanuit de visie ‘Partner in Zelfstandigheid’ ontwikkelde nieuwe organisatie van start ging. Vanuit de overtuiging dat ieder mens zelfstandig wil zijn en zelf de regie over zijn of haar leven wil voeren, zijn processen ingericht op zelfsturing van de klant. In 2012 is een vergelijkbaar innovatieprogramma binnen de Wmo voorbereid. Geïnvesteerd is in de organisatie en doorontwikkeling van het personeel.
29
(Bedragen x € 1.000) Actuele begroting 2012 Resultaat voor bestemming
Lasten
Baten
204.170
203.750
0
420
204.170
Participatie
Baten
Saldo
-420
190.232
209.232
19.315
13.938
5.795
420
1.000
206
-794
-1.000
-214
-1.214
204.170
0
191.082
209.603
18.521
12.938
5.583
18.521
31.070
31.070
0
24.269
29.753
5.484
6.801
-1.317
5.484
0
0
0
0
1.436
1.436
0
1.436
1.436
34.270
34.270
0
34.965
34.965
0
-695
695
0
Wet Inburgering (oud) WSW Kinderopvang
Afwijking
Lasten
Resultaatbestemming Resultaat na bestemming
Realisatie 2012
Saldo
Lasten
Baten
Saldo 19.735
1.070
1.070
0
923
1.015
92
147
-55
92
82.830
82.830
0
81.289
89.427
8.138
1.541
6.597
8.138
8.310
8.310
0
6.729
8.538
1.809
1.581
228
1.809
WMO Huishoudelijke hulp
30.731
30.731
0
29.766
30. 575
809
-964
-156
809
WMO Hulpmiddelen
12.149
12.149
0
11.314
11.733
419
836
-416
419
3.740
3.740
0
1.827
2.161
334
1.913
-1.579
334
204.170
204.170
0
191.082
209.603
18.521
13.088
5.433
18.521
Inkomensondersteuning Minimabeleid
Budgetadvies en schuldbemiddeling Totaal
2.4.1. Participatiebudget Dit programma omvat de onderdelen Re-integratie, Inburgering en Educatie. Wat hebben wij bereikt? Doelstelling 2012: Het aantal mensen dat eind 2012 een bijstandsuitkering ontvangt is 350 lager dan op 1 januari 2012. Op 31 december 2012 zijn er 4835 uitkeringsgerechtigden; dit zijn er 161 meer dan op 1 januari 2012. De doelstelling is daarmee niet gerealiseerd. Klantenaantallen 4900 4800 4700 4600
realisatie target
4500 4400 4300 4200 wk 1
wk 4
wk 8
wk 12
wk 16
wk 20
wk 24
wk 28
wk 32
wk 36
wk 40
wk 44
wk 48
wk 52
weeknummer
De volgende grafiek geeft de ontwikkeling weer van het klantenbestand ten opzichte van 2010.
30
Wat hebben wij daarvoor gedaan? Re-integratie Zoals uit navolgende grafiek blijkt, zijn de eerste 3 maanden van het jaar in eerste instantie debet aan de stijging van het bijstandsbestand. De maanden daarna heeft er een kentering plaatsgevonden als gevolg van het inregelen van Partner in Zelfstandigheid en is het bestand licht gedaald. Hieraan ontleenden wij ten tijde van de tweede verslagperiode nog de hoop en verwachting dat we in de laatste verslagperiode de zaken nog recht konden zetten door een pakket aanvullende maatregelen. Helaas bleek het tij nog niet (volledig) gekeerd: in de laatste maanden is het bestand weer gestegen maar minder sterk dan de landelijke trend. Aanvalsplan Medio 2012 is het zogenaamde aanvalsplan gestart. Dit ten behoeve het alsnog behalen van de doelstelling 2012. Onderstaande maatregelen hebben deels in 2012 geleid tot verhogen van de uitstroom, maar hebben voor een belangrijk deel ook voorwaarden gecreëerd waar we in 2013 profijt van zullen hebben. Onderstaande acties zijn binnen het aanvalsplan tot uitvoer gebracht.
Kerngroep bedrijven; sessie met een enthousiaste groep bedrijven ten behoeve van het ontwikkelen van nieuwe dienstverlening aansluitend bij behoefte van bedrijven. Momenteel wordt gesproken over het opzetten van een flexpool met/door bedrijven. Werkbezoeken met 50 klanten Branchegerichte speeddates Collectieve klanttrainingen Netwerkborrels en aansluiten bij bestaande netwerksessies, beurzen PR / Communicatie; ex-klanten als ambassadeur en waardering goede werkgevers Versnellen uitrol digitale dienstverlening Klanten met arbeidsplicht krijgen wekelijks vacatures per mail of SMS (ontwikkeld en gaat in eerste kwartaal 2013 uitgerold worden) Stimuleren parttime werk en van parttime naar fulltime Scan voorliggende voorzieningen Handhaving; extra capaciteit op risicoprofielen en themaonderzoeken Extra actie op ‘niet-willers’ Inzet op tegenprestaties Eind januari 2013 zijn alle klanten geregistreerd met CV, motivatie, interesse, mogelijkheden en beperkingen. De CV-tool is operationeel. Het bestand wordt ook in 2013 up to date gehouden en gebruikt voor vacatures en matches.
31
Instroom/Uitstroom 2012 per maand - Totaal SDD 300 250 200 Instroom
150
Uitstroom
100 50 0 jan- feb- mrt- apr- mei- junjul- aug- sep- okt- nov- dec2012 2012 2012 2012 2012 2012 2012 2012 2012 2012 2012 2012
Ondanks dat we ver van onze doelstelling verwijderd zijn gebleven, geeft onze positie (ontwikkeling) binnen de ‘Benchmark grote gemeenten’ aan dat we het in de tweede helft van het jaar in vergelijking met veel andere gemeenten relatief goed hebben gedaan (zie onderstaande grafiek). Waar we in de eerste verslagperiode – als grootste stijger – nog hekkensluiter waren, blijken we over het hele jaar genomen uiteindelijk beter dan het gemiddelde te scoren. Ultimo 2012 is ons bestand over het gehele jaar met 3,4% gegroeid, tegenover 4,5% gemiddeld binnen de Benchmark. Daarmee bezetten we de middelste positie op de ranglijst. Waar onze bestandstoename sinds juni min of meer is afgevlakt, heeft die bij veel andere gemeenten in de tweede helft van het jaar juist gepiekt.
Ontwikkeling WWB < 65 jaar 2012 december 2012 ten opzichte van december 2011
10,2%
0,6%
0,7% 1,5% 2,3%
1,9% 1,7%
4,9% 4,4% 3,8%
2,5% 3,3% 4,0%
1,9% 1,9% 2,2%
1,0% 1,7% 1,8%
1,4% 1,1% 1,5%
6,1% 6,9%
Zwolle
Den Haag
Zaanstad
Alkmaar
Apeldoorn
'november 2012
Almere
Rotterdam
Eindhoven
Utrecht
'oktober 2012
Enschede
Den Bosch
Amsterdam
Drechtsteden
Nijmegen
Tilburg
Groningen
Arnhem
Breda
-2,5%
-0,8% -0,7% -0,1%
0,0%
0,9% 1,7% 2,5%
4,7% 5,5% 5,7%
6,5%
2,5%
2,4% 3,0% 3,4%
4,4% 5,3%
4,7% 5,5% 4,7%
5,0%
3,4%
4,1% 5,1%
7,5%
4,8% 5,7%
6,5%
7,7%
10,0%
8,3%
9,2%
12,5%
11,6% 12,2% 11,5%
15,0%
'december
In vergelijking met de tweede helft vorig jaar was er de eerste zes maanden van 2012 vooral sprake van een achterblijvende uitstroom in relatie tot een nagenoeg gelijkblijvende instroom. In de tweede helft van het jaar zien we juist een stijging van de instroom terwijl de uitstroom een verbetering laat
32
zien. Ook het aantal meldingen aan de poort (voorafgaand aan een aanvraag) is in de laatste maanden fors toegenomen. 2011 Instroom Uitstroom
jan - jun 1.408 1.437
2012 jul - dec 1.152 1.532
jan - jun 1.135 979
jul - dec 1.236 1.265
Het eerste effect, de achterblijvende uitstroom in de eerste helft van het jaar, wijten we vooral aan de reorganisatie. Hierover hebben we in de eerste verslagperiode gerapporteerd. Uit de zojuist afgeronde evaluatie van Baanbrekend Drechtsteden is gebleken, dat ook hier ten gevolge van inregeleffecten (in vooral de eerste helft van het jaar) de resultaten zijn achtergebleven bij de verwachtingen. Het tweede effect, de toenemende instroom in de tweede helft van het jaar en dan vooral in de laatste maanden, valt vooral te verklaren vanuit de verslechterde economische omstandigheden. Dit effect wordt gedempt door aantrekkende uitstroomresultaten. Ten tijde van de 2e bestuursrapportage was een overschot op het Participatiebudget van € 7,5 miljoen gepresenteerd. Door enerzijds achterblijvende verplichtingen op inburgering en re-integratie en anderzijds minder uitgaven door het niet behalen van onze ambitie is dit bedrag hoger uitgevallen dan verwacht. Bij de programmarapportage was immers rekening gehouden met de benodigde arrangementskosten voor begeleiding van mensen naar en op vacatures passend bij de benodigde plaatsingen bij de vastgehouden ambitie qua klantenbestand. Met het niet realiseren van die ambitie als gevolg van te weinig plaatsingsmogelijkheden hebben we ook een deel van die middelen alsnog niet nodig gehad. Onderstaande tabel geeft inzicht in het verloop van het overschot gedurende het 2e half jaar. (Bedragen x € 1.000) Beschikbaar budget
23.704
2e bestuursrapportage Re-integratie
-11.928 Verwachte uitgaven 2012
Aanvalsplan
-1.000
Inburgering
-1.400
Educatie
-1.827
Verwacht overschot
7.549
Acties nav 2e bestuursrapportage Oproep indiening projecten Apparaat Frontoffice Subtotaal
-51 Memo september 2012 -2.699 4.799
Jaarrekening Re-integratie
1.979 Minder uitgaven door niet behalen van de ambitie
Aanvalsplan
-27 Meer uitgaven
Inburgering
345 Minder uitgaven door achterblijvende instroom
Educatie Subtotaal
-14 meer uitgaven 7.082
Acties ivm terugdringen restitutie Rijk Herhaalde oproep januari 2013 Apparaat ABS Definitief Overschot
-825 Regionale projecten -1.958 4.299 € 4.060.000 wordt overgeheveld naar 2013 € 240.000 wordt gerestitueerd aan Rijk
33
Economisch gezien was het derde kwartaal van 2012 onverwacht slecht. In zijn juniraming ging het CPB er nog van uit dat het dieptepunt van de crisis was bereikt. Maar na de kleine opleving in de eerste helft van het jaar (lichte groei) is de economische ontwikkeling in het derde kwartaal ver teruggezakt. In het 4e kwartaaloverzicht van het CBS is de teruggang van de economie met 0,9% ten opzichte van 2011 gepresenteerd. Nu (februari 2013) is de Nederlandse economie voor de 3e maal in 5 jaar in een recessie beland. Volgens de Basisset Regionale Arbeidsmarktinformatie van het UWV is in de Arbeidsmarktregio Drechtsteden (dit is inclusief Gorinchem / Waardenland) het aantal niet-werkende werkzoekenden (NWW) in november 2012 ten opzichte van een jaar eerder met 24,8% gestegen (ook hier blijkt een sterke toename van de instroom in de tweede helft van het jaar). Het aantal vacatures is in diezelfde periode is met 18,3% gedaald. Dat is slecht nieuws voor vooral onze kandidaten, die veelal moeten concurreren met werkzoekenden met een relevantere opleiding of werkervaring. Geconcludeerd moet worden dat deze verslechterde economische omstandigheden in de tweede helft van het jaar een streep hebben getrokken door onze verwachting om met een pakket aanvullende maatregelen alsnog onze doelstelling te kunnen realiseren. Dat de maatregelen wel effect hebben gehad blijkt uit de verbeterde uitstroom en onze positieverbetering binnen de Benchmark. Achteraf moeten we concluderen dat de economische ontwikkelingen ons hebben ingehaald en dat onze doelstelling, met de huidige kennis en ervaring en in een jaar van reorganisatie, niet realistisch is gebleken. In 2012 zijn 2.170 klanten uitgestroomd, waarvan 870 naar werk, 746 op grond van handhaving en 554 op basis van niet door ons te beïnvloeden factoren zoals verhuizing, overlijden, AOW en dergelijke. Wat betreft de uitstroom naar werk is de meeste uitstroom is gerealiseerd naar de volgende branches: Industrieel/productie 16,4% Bouw (m.n. sloop) 10,5% Administratief 9,8% Schoonmaak 7,5% Zorg/verpleging 6,7% Inburgering 2012 was voor de uitvoering van de Wet inburgering een overgangsjaar. Op 1 januari is de wetswijziging in werking getreden, waarmee de uitvoering en het budget bij gemeenten zijn verdwenen. Wel blijven wij na die datum nog verantwoordelijk voor de afronding van lopende inburgerings- en handhavingstrajecten. Tot en met 31 december 2012 zijn 183 nieuwe inburgeraars uit de wettelijke doelgroep (conform de Inburgeringsagenda 2012) met een meerjarig traject gestart. In 2012 zijn 184 mensen geslaagd voor het inburgeringsexamen. Met ingang van 1 januari 2013 volgen er nog 397 inburgeraars een gefinancierd traject. Daarnaast zijn er nog 1.359 handhavingstrajecten (trajecten waarbij wij de inburgeringsplicht hebben opgelegd en bewaken, maar het traject niet financieren). Op grond van het overgangsrecht bij de wetswijziging wordt nog rekening gehouden met 40 nieuw te starten inburgeringstrajecten in de eerste maanden van 2013. Deze personen beschikken nog over ‘oud’ recht. Naar verwachting zullen alle lopende trajecten ultimo 2016 zijn afgerond. Educatie Voor 2012 en ook 2013 zijn de educatiemiddelen geoormerkt en geldt een bestedingsverplichting bij het ROC. Het cursusaanbod was zoveel mogelijk gericht op positieverbetering op de arbeidsmarkt en aanpak laaggeletterdheid, vooral Nederlands als tweede taal en voortrajecten Inburgering (alfabetisering) en voor budgetbeheersing. In 2012 zijn 4 cursussen alfabetisering, 4 cursussen laaggeletterdheid, 9 cursussen niveauverhoging Nederlands en 4 cursussen budgetteren ingezet. In totaal zijn in 2012 zijn 399 deelnemers gestart. 160 deelnemers hebben inmiddels het gewenste resultaat bereikt. In de tweede helft van 2012 is een wijziging van de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) van kracht geworden die met ingang van 1 januari 2013 is ingegaan. De middelen voor het volwassenenonderwijs gaan voortaan rechtstreeks naar het ROC. De middelen voor educatie worden nog wel naar
34
de gemeenten overgeheveld. In 2013 mogen de educatiemiddelen slechts nog worden ingezet op niveauverhoging van Nederlandse taal en rekenen. Mede vanwege de wetswijziging zijn in november de beleidsregels educatie aangepast. Eind 2012 is de productovereenkomst met Da Vinci herzien en een nieuwe voor 2013 overeengekomen. ID-banen Op 1 augustus 2012 is de subsidie voor 135 van de 170 ID-banen stopgezet. Dit is exclusief de werknemers geboren in of voor 1950. In het voorjaar 2012 bleek er ruimte in het Participatiebudget te zijn om de ID-subsidie voor een beperkte groep werknemers voort te zetten, daarom is op 16 mei 2012 besloten de regeling te behouden voor werknemers geboren in of voor 1950. Hierdoor hebben 32 werknemers hun baan kunnen behouden tot 1 januari 2014. Ten tijde van het voorstel was er geen zicht op het uiteindelijke overschot om alle ID-banen (langer) te kunnen behouden. Ook vanuit het incidentele overschot 2012 zouden we een grotere groep hoogstens een half jaar langer kunnen subsidiëren, maar niet structureel in stand kunnen houden. Ook hebben wij signalen ontvangen van werkgevers dat zij reeds alles in werking hebben gesteld om de ID-werknemers een nieuwe functie aan te bieden of reeds ontslagprocedures hebben ingezet. Voor hen was het niet wenselijk om dit alles terug te draaien. Voor de werknemers is een outplacementvergoeding beschikbaar gesteld. Deze vergoeding is bedoeld om ontslag van ID-werknemers te voorkomen of om de kansen op de arbeidsmarkt na ontslag te vergroten. De vergoeding is 124 keer aangevraagd en toegekend. Mede door de inzet van deze vergoeding hebben 30 werknemers hun baan na 1 augustus 2012 behouden. Wat heeft het gekost? (Bedragen x € 1.000) Actuele begroting 2012 Lasten Participatie Apparaatskosten Subtotaal Wet Inburgering (oud) Totaal
23.700
Baten
Realisatie 2012
Saldo
Lasten
23.700
0
18.623
Baten
Afwijking
Saldo
Lasten
22.922
4.299
5.077
Saldo
Effect gemeenten
-778
4.299
0
Baten
7.370
7.370
0
5.646
6.831
1.185
1.724
-539
1.185
1.185
31.070
31.070
0
24.269
29.753
5.484
6.801
-1.317
5.484
1.185
0
0
0
0
1.436
1.436
0
1.436
1.436
3.776
31.070
31.070
0
24.269
31.189
6.920
6.920
119
6.920
4.961
Resultaat op de baten Participatie € 778.000 (nadeel, incidenteel) De baten zijn opgebouwd uit definitief Rijksbudget 2012 van € 16,2 miljoen en de reserveringsregeling 2011 van € 6,7 miljoen. Bij de definitieve vaststelling is het Rijksbudget educatie met € 13.600 opwaarts bijgesteld. In de begrote baten is rekening gehouden met € 795.000 onttrekking voorziening ten behoeve van inzet outplacementtrajecten ID werknemers. Deze lasten zijn nu rechtstreeks ten laste van de voorziening gebracht. De lasten zijn daarmee met een gelijk bedrag verlaagd. Resultaat op de lasten Participatie € 5.077.000 (voordeel, incidenteel) De lasten op Participatie zijn in 2012 beduidend minder dan de beschikbare middelen (incl. reserveringsregeling 2011). Dit is het gevolg van de maatregelen die wij – als antwoord op de bezuinigingen van de komende jaren – in 2012 hebben doorgevoerd. We hebben de uitvoering van reintegratieactiviteiten grotendeels in eigen hand genomen en afstand gedaan van relatief dure trajecten door externe re-integratiebureaus en sterk gericht op resultaat trajecten (op korte termijn) en koppeling aan daadwerkelijke plaatsing / vacature. De focus is verlegd van langdurige toeleidingstrajecten naar zo direct mogelijke inpassing op de arbeidsmarkt, waarbij een centrale rol is toebedeeld aan Baanbrekend Drechtsteden. Waar echter, zoals voorgaand gerapporteerd, de plaatsingen van Baanbrekend Drechtsteden in 2012 zijn achtergebleven bij de verwachtingen, geldt dat bijgevolg ook voor de begrote kosten van de re-integratie werkovereenkomsten en de daarbij behorende arrangementen.
35
In 2012 zijn hierdoor de kosten verder teruggedrongen binnen de begroting dan wij tevoren hadden gecalculeerd. Dit mede als gevolg van de ruime reserveringsregeling vanuit 2011 waardoor in 2012 € 6,7 miljoen extra beschikbaar was. Zoals aangekondigd in de 2e bestuursrapportage 2012 zijn er acties ten uitvoer gebracht om de uitstroom en zelfstandigheid van klanten te vergroten. De kosten van de ingezette acties van het aanvalsplan is voor € 1.027.400 gefinancierd uit het Participatiebudget. In de zomer van 2012 is een oproep aan de gemeenten en partners gedaan tot indienen lokale projecten die bijdragen aan de bestandsdaling van het aantal uitkeringsontvangers van de SDD. Dit heeft toen slechts 1 project, zijnde Educado 2.0 ad € 51.800 opgeleverd. In het 4e kwartaal is deze oproep herhaald. In januari 2013 is er nog een actie gepleegd ter voorkoming van terugbetaling van het overschot aan het Rijk. Programma Arbeidsmarktbeleid, gemeenten Dordrecht en Hendrik-Ido-Ambacht hebben (lokale) projecten voor een bedrag van € 824.600 ingediend. Voorgesteld wordt in te stemmen met een eenmalige dekking uit het Participatiebudget. Eenmalige bijdrage projecten 2012 Gemeente Dordrecht Sociaal wijkteam Crabbehof en werkmakelaar Doelstelling: Terugdringen hoge percentage werkloosheid in de wijk Crabbehof Aanpak: Jobready maken werkzoekenden Beoogd resultaat: 90 werklozen met grote afstand bemiddelen naar regulier werk
Bedrag € 221.383
Programma Arbeidsmarkt Aanpak jeugdwerkloosheid Doelstelling: Werking van arbeidsmarkt optimaliseren Aanpak: Diverse projecten voor jongeren, inzet op school-werk werk-werk uitkering-werk Beoogd resultaat; a. 100 jongeren toeleiden naar leerwerkbaan of een stage en b. Alliantievorming tussen publieke en private organisaties
€ 305.733
Impuls onderkant arbeidsmarkt Doelstelling: Bevorderen van participatie van mensen met een beperkte verdiencapaciteit Aanpak: Initiëren van leerwerkbedrijven die ingezet worden voor maatschappelijk relevante taken Beoogd resultaat: realiseren van 700 leerwerkplekken
€ 245.068
Gemeente H.I. Ambacht Lokaal Ambachts Bedrijf Doelstelling: Terugdringen hoge percentage werkloosheid Aanpak: Jobready maken van mensen met afstand van de arbeidsmarkt Beoogd resultaat: realisatie lokaal leerbedrijf
€
Totaal
€ 824.638
52.455
Omdat meer middelen resteren dan overgeheveld mogen worden naar 2013, hebben wij zoals in de 2e bestuursrapportage aangegeven, eenmalig, bij de jaarrekening de maximaal mogelijke apparaatskosten ad € 4,7 miljoen ten laste van het participatiebudget gebracht waarmee de gemeentelijke bijdragen voor 2012 met dit bedrag zijn verlaagd. Saldo € 4.299.000 (saldo reserveringsregeling) Restant beperkt tot € 4.423.000. Van dit bedrag wordt € 4.059.000 overgeheveld naar 2013 conform het maximale op de zogenaamde reserveringsregeling. Het restant van € 240.000 moet worden terugbetaald aan het Rijk. Afrekening Wet Inburgering cohort 2007 – 2009 (baten € 5.050.00 voordeel / incidenteel) Zoals bij de 2e bestuursrapportage 2012 vermeld is het Agentschap SZW / Min. SZW overgaan tot definitieve afrekening met de gemeenten van het cohort 2007 – 2009 Wet inburgering. Het betreft hier de afrekening van de eerste jaren inburgering toen de Wet inburgering nog geen onderdeel uitmaakte van het Participatiebudget. Ten aanzien van de gemeenten die voorheen deel uitmaakten van het samenwerkingsverband Drechtsteden moet van het overschot nog een bedrag van € 1,2 miljoen worden terugbetaald aan het Rijk, waarna het restant bedrag € 1,4 miljoen ten gunste van de gemeenten komt. Voorstel is om dit bedrag naar rato van het aandeel van elke gemeente in het (meerjarig) totaal aantal gerealiseerde inburgeringstrajecten uit te keren.
36
Destijds maakte voor de gemeente Dordrecht de Wet Inburgering onderdeel uit van het Grootstedenbeleid BDU SIV. Het restantbedrag van deze middelen bedraagt ruim € 2,4 miljoen. Van het voorschot dient Dordrecht een bedrag € 0,9 miljoen terug te betalen aan het Rijk, waarna het restantbedrag ten gunste van de gemeente vrijvalt. Nu definitief met alle gemeenten wordt afgerekend, is er geen noodzaak meer tot het verder aanhouden van de Reserve Inburgering. Voorgesteld wordt het saldo van € 0,8 miljoen vrij te laten vallen ten gunste van de gemeenten. Conform financieringsafspraken vindt uitkering uit de reserve plaats naar rato van het aandeel van elke gemeente in het (meerjarig) totaal aantal gerealiseerde inburgeringstrajecten. Resultaat op de apparaatskosten (baten € 539.000 nadeel, incidenteel / lasten € 1.724.000 voordeel, incidenteel) Het resultaat op de apparaatskosten wordt met name veroorzaakt door apparaatlasten ten laste te brengen van het participatiebudget. Historisch perspectief 2007 - 2012 Jaarlijks wordt de SDD geconfronteerd met een verlaging van het budget participatie voor reintegratie, inburgering en educatie. Onderstaande tabel geeft ook inzicht in het budget- en uitgavenverloop vanaf 2007 (exclusief reserveringsregeling). Zoals uit deze grafiek blijkt overschrijden de reguliere uitgaven en het Aanvalsplan 2012 het jaarbudget niet. Dit is exclusief de kosten die zijn opgevoerd in verband met de dreiging van het overschot zijnde apparaatlasten en de eenmalige bijdrage aan projecten 2012.
€ x miljoen
Totaal beschikbare budget Participatie afgezet tegen de uitgaven 50 45 40 35 30 25 20 15 2007
2008
2009
2010
2011
2012
Jaren budget
uitgaven
2.4.2. Wsw
Wat hebben wij bereikt? De ambities voor 2012 waren: 1. Het bieden van passend werk zoveel mogelijk bij een reguliere werkgever (betreft de beweging van binnen naar buiten evenals werken naar vermogen voor sw-geïndiceerde werknemers met een indicatie “begeleid werken”). 2. Het uitbreiden van strategische allianties tussen Drechtwerk en derden. De prestatieafspraken tussen de GR Drechtsteden en de GR Drechtwerk zijn vastgesteld op 20 maart 2012.
37
Kritische succesfactor Beweging van binnen naar buiten Werken naar vermogen Samenwerking met derden
Prestatie-indicator Aandeel intern beschut Aandeel extern beschut Detachering/begeleid werken Aandeel werknemers met indicatie begeleid werken in begeleid werken/detachering Aantal strategische allianties
Normering 37% 30% 33% 60%
Realisatie 36% 30% 34% *nnb
4
0
Wat hebben wij daarvoor gedaan? Door Drechtwerk is aangegeven dat, in verband met een andere prioriteitsstelling, in 2012 niet actief is gestuurd op de prestatieafspraken. Er is geen nadere interpretatie ontvangen met betrekking tot de gepresenteerde resultaten. Het Rijk legt gemeenten jaarlijks een taakstelling op voor het realiseren van een minimum aantal Wsw-plaatsen, uitgedrukt in te realiseren arbeidsjaren. Voor de Drechtsteden samen ging het in 2012 om 1.307 te realiseren full time Wsw-plaatsen. Op grond van deze taakstelling is in 2012 aan 1.446 personen werk geboden binnen de Sociale werkvoorziening. In nauwe samenwerking met Drechtwerk hebben we gestuurd op een zo naadloos mogelijke realisatie van de taakstelling; overrealisatie betekent bijbetalen en onderrealisatie terugbetalen. Omdat overrealisatie dreigde, hebben we gebruik gemaakt van de mogelijkheid tot uitruil. Gemeenten met onderrealisatie mogen hun taakstelling – en de daarbij behorende subsidie – overdragen aan gemeenten met overrealisatie. Deze uitruil heeft in het derde kwartaal geleid tot een opwaartse bijstelling van het budget met € 480.000. Er zijn 18,5 te realiseren arbeidsjaren van de gemeente Enschede overgedragen aan de Drechtsteden. Door de uitruil met Enschede was er tevens meer ruimte om sw-ers in dienst te nemen. In 2012 zijn in totaal 45 personen ingestroomd bij Drechtwerk. Ondanks die instroom is de wachtlijst in 2012 met 9 personen toegenomen: op 31 december 2012 stonden er nog 372 personen op de wachtlijst. Wat heeft het gekost? (Bedragen x € 1.000) Actuele begroting 2012 Lasten WSW Apparaatskosten Totaal
Baten
Realisatie 2012
Saldo
Lasten
Baten
Afwijking
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Effect gemeenten
33.920
33.920
0
34.615
34.615
0
-695
695
0
39
350
350
0
350
350
0
0
0
0
0
34.270
34.270
0
34.965
34.965
0
-695
695
0
39
Resultaat op de Wsw € 0 (structureel) Feitelijk betreft het hier het doorgeven van rijksmiddelen, waardoor de gerealiseerde lasten Wsw gelijk zijn aan de begrote lasten. Het effect gemeenten, groot € 39.000, betreft een betaling aan de gemeente Dordrecht welke wij van Drechtwerk hadden ontvangen in verband met een onderrealisatie 2011.
2.4.3. Kinderopvang
Wat hebben wij bereikt? De maatregelen die in 2011 zijn ingevoerd hebben ertoe geleid dat de uitgaven ten laste van kinderopvang in 2012 met 14% zijn teruggelopen ten opzichte van het jaar 2011. Dit is voornamelijk het gevolg van het aanpassen van het beleid SMI. In 2012 hebben 506 personen gebruik gemaakt van kinderopvang, waarvan 267 op grond van studiefinanciering en 233 op grond van re-integratie / inburgering. Het gebruik van kinderopvang op sociaal-medische indicatie (SMI) was beperkt: in totaal 6 personen.
38
Wat hebben wij daarvoor gedaan? De tegemoetkomingen in de kosten van kinderopvang zijn in 2012 verstrekt conform de in 2011 aangescherpte regelgeving. De Wet kinderopvang is met ingang van 1 januari 2013 gewijzigd. De verstrekking van kinderopvangtoeslag is volledig overgeheveld naar de Belastingdienst. Wij blijven na die datum wel verantwoordelijk voor de compensatie van de eigen bijdrage in de kosten van kinderopvang voor doelgroepouders en de tegemoetkoming in de kosten van kinderopvang op grond van sociaal-medische indicatie. De gemeentelijke regelgeving is op bovenstaande punten omgezet naar de nieuwe situatie. Wat heeft het gekost? (Bedragen x € 1.000) Actuele begroting 2012 WKO SMI Apparaatskosten Totaal
Realisatie 2012
Afwijking
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Effect gemeenten
550
550
0
476
476
0
74
-74
0
73
30
30
0
13
13
0
17
-17
0
17
490
490
0
434
526
92
56
-36
92
92
1.070
1.070
0
923
1.015
92
147
-55
92
182
Resultaat op de baten Kinderopvang € 91.000 (nadeel, incidenteel) Door de gekozen financieringssystematiek van dit programma (financiering op basis van voor- en nacalculatie) wordt het resultaat op de baten verklaard door de lagere doorberekening aan de gemeenten en is gelijk aan het resultaat op de lasten. Resultaat op de lasten Kinderopvang € 91.000 (voordeel, incidenteel) Door een striktere handhaving op kinderopvang voor de doelgroep klanten met studiefinanciering en de aanscherping van de voorwaarden SMI (eind 2011 is hiermee een start gemaakt) is nu een resultaat van € 91.000 behaald. Naast de hierboven vermelde lasten is voor € 322.000 ten behoeve van de doelgroep participatie (uitkeringsgerechtigden, nuggers en inburgeraars) ten laste van het participatiebudget gebracht. Dit betreft circa 40% van de totale uitgaven voor de kinderopvang die op deze wijze kunnen worden gedekt. Resultaat op de apparaatskosten (baten € 36.000 voordeel, incidenteel / lasten € 56.000 voordeel, incidenteel) Het resultaat op de apparaatskosten wordt met name veroorzaakt door apparaatlasten ten laste te brengen van het participatiebudget.
2.4.4 Inkomen
Wat hebben wij bereikt? Doelstelling 2012: Het aantal mensen dat eind 2012 een bijstandsuitkering ontvangt is 350 lager dan op 1 januari 2012 (zie de uitgebreide toelichting bij programma Participatie ). Deze doelstelling is niet gehaald. Op 31 december 2012 bedroeg het klantenbestand 4.835 uitkeringsgerechtigden, dit zijn er 161 meer dan waarmee we van start gingen. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar het onderdeel Re-integratie van paragraaf 2.2.1 Participatiebudget.
39
Wat hebben wij daarvoor gedaan? Inkomensondersteuning 2012 leeftijdsopbouw
2012 leefvorm 100% 90%
100%
13%
16%
90%
80% 70%
80%
22%
30%
70%
60%
60%
50%
50%
40%
40%
30%
62%
57%
20%
10%
10%
0%
0%
alleenstaande
sdd
alleenstaande ouder
71%
61%
30%
20%
landelijk
22%
31%
8%
7%
landelijk gehuw den
jonger dan 27 jaar
sdd
tussen 27 en 55 jaar
55 jaar en ouder
De bestandsopbouw over 2012 laat nauwelijks verschillen zien ten opzichte van 2011. Alleen met betrekking tot de leeftijdsopbouw valt op dat het aantal jongeren onder de 27 jaar dat inkomensondersteuning ontvangt gedaald is van 11,5% naar 7% van het bestand. De aanscherping van de WWB, waardoor jongeren die kunnen studeren geen recht meer hebben op een uitkering, heeft hier met name aan bijgedragen. Eind 2012 ontvingen bijna 300 personen onder de 27 jaar inkomensondersteuning. Met deze afname is het aandeel jongeren in de bijstand meer dan voorheen in overeenstemming met het landelijke beeld. Het landelijke aandeel jongeren in de bijstand is veel minder sterk afgenomen: van 9% naar 8%. In vergelijking met de landelijk cijfers zijn er in de Drechtsteden procentueel meer alleenstaande ouders in de bijstand. Qua leeftijdsopbouw zijn er meer klanten van 27 tot 55 jaar en minder in de leeftijd boven de 55 jaar. Stapeleffecten Als gevolg van de maatregelen Kabinet Rutte 1 is er (politieke) aandacht voor de stapelingseffecten van de verschillende maatregelen uit het regeerakkoord voor het inkomen van kwetsbare groepen in de samenleving. De val van dit kabinet heeft er echter toe geleid dat een groot aantal maatregelen niet is uitgevoerd of zelfs is teruggedraaid. Zo werd de huishoudinkomenstoets, waardoor per huishouden (inclusief meerderjarige kinderen) nog maar recht is op 1 uitkering, met terugwerkende kracht tot 1 januari 2012 afgeschaft. De start van een landelijk onderzoek naar deze stapelingseffecten op initiatief van de G32 en het ministerie van SZW, waaraan ook de Drechtsteden mee zouden doen, heeft door de verminderde urgentie vertraging op gelopen. De landelijke monitor naar inkomensgevolgen voor huishoudens is daarom nog niet beschikbaar. De eerste regionale inzichten in de inkomenspositie van huishoudens zal daarom verkregen worden uit het onderzoek dat begin 2013 in samenwerking met het NIBUD wordt uigevoerd in het kader van de evaluatie van het Minimabeleid. Handhaving Ook in 2012 is met handhavingactiviteit een bijdrage geleverd aan de bestandsbeheersing. Klanten zijn ten aanzien van hun arbeidsverplichtingen aangesproken op hun houding en gedrag en gesanctioneerd door hun uitkering tijdelijk te verlagen. Bij vermoeden dat de informatieplicht niet (voldoende) is nagekomen, krijgt de klant eerst de gelegenheid om alsnog de relevante informatie te verstrekken. Doet de klant dit niet of blijkt uit deze informatie dat er geen recht op bijstand is, dan wordt de uitkering beëindigd. Over het gehele jaar zijn verder 746 uitkeringen beëindigd als gevolg van handhaving. Een extra impuls aan bestandsreductie is gegeven met de inzet van een scan op voorliggende voorzieningen, themaonderzoeken en aandacht voor extra risicoprofielen. Het innovatieve internetrechercheren, waardoor fraudesignalen kunnen worden vergeleken met informatie die steeds meer op de (nieuwe) digitale media te vinden is, heeft daarbij zijn waarde bewezen, ondanks een tegenvallende proef met een ondersteunende (en arbeidsbesparende) webapplicatie.
40
Debiteuren In de 1e bestuursrapportage 2012 werd een mogelijk nadeel van €1,2 miljoen gerapporteerd op terugvordering en -betaling van ten onrechte verstrekte uitkeringen en van verstrekte leningen, waarbij op dat moment de ambitie werd opgenomen daarvan alsnog € 700.000 in te gaan lopen en een nadeel van € 500.000 werd gepresenteerd. Het inlopen is echter slechts ten dele gelukt waarbij het nadeel is opgelopen tot € 988.000. Dit betreft overigens geen ‘echt’ verlies omdat de vorderingen grotendeels blijven bestaan en worden over een langere termijn ingevorderd. Om te voorkomen dat deze zaken de begrotingen en jaarrekeningen blijven beïnvloeden is bij de begroting 2013 inmiddels een andere systematiek doorgevoerd waarmee deze afwikkeling op de balans plaatsvindt in plaats van in de begroting. Ondanks de investeringen, door scholing en training van medewerkers in onder andere telefonische incasso en aanscherping van de afspraken met het externe incassobureau en de stroomlijning van het terugvorderingsbeleid, waardoor meer maatwerk mogelijk is en het incassoproces minder arbeidsintensief is geworden, is de geprognosticeerde opbrengst niet behaald. In het huidige economische klimaat blijken debiteuren minder financiële ruimte te hebben. In afstemming met de debiteur wordt gezocht naar reële mogelijkheden voor hem of haar. Dit heeft als positief effect dat het commitment van het terugbetalen groeit en hiermee het risico van niet betalen afneemt. Een nadelig effect is dat de terugbetaling over een langere periode plaatsvindt. Jaarlijks vindt er een (her)waardering plaats van het totale uitstaande debiteurensaldo SDD, ten behoeve van actualisatie van het saldo. Ten opzichte van het jaar 2011 is het reëel uitstaande saldo per ultimo 2012 met € 150.000 als gevolg van de jaarlijkse herwaardering afgenomen. Wat heeft het gekost? (Bedragen x € 1.000) Actuele begroting 2012 Lasten Inkomensondersteuning Apparaatskosten Totaal
Baten
Realisatie 2012
Saldo
Lasten
Baten
Afwijking
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Effect gemeenten
76.880
76.880
0
76.040
83.034
6.994
840
6.154
6.994
6.994
5.950
5.950
0
5.249
6.393
1.144
701
443
1.144
1.144
82.830
82.830
0
81.289
89.427
8.138
1.541
6.597
8.138
8.138
Het jaar 2012 heeft op het programma Inkomensondersteuning geleid tot een overschot van bijna € 7,0 miljoen. Het in de 2e bestuursrapportage 2012 verwachte overschot van € 2,5 miljoen is als gevolg van de achterblijvende uitstroom niet gerealiseerd. Het resultaat 2012 is positief doordat het ministerie van SZW de claim voor de Incidentele Aanvullende Uitkering in het tekort 2011 geheel heeft toegekend. Dit betekent een extra inkomst van € 7,0 miljoen in 2012. Met de toekenning geeft het ministerie ook nadrukkelijk een positief oordeel over het gevoerde beleid van de afgelopen jaren in de Drechtsteden. Resultaat op de baten Inkomen: € 6.154.000 (voordeel, incidenteel) De gerealiseerde baten Inkomensondersteuning zijn € 6.154.000 hoger dan de totale begrote baten. Het resultaat op de baten laat zich als volgt verklaren: hogere rijksvergoeding Incidentele Aanvullende Uitkeringen 2011 als gevolg van de toekenningen van de door ons ingediende aanvragen betreffende het jaar 2011 € 7.037.000. hogere rijksvergoedingen Inkomensondersteuning (BUIG) als gevolg van de definitief vastgestelde budgetten voor het jaar 2012 ad € 201.000. hogere rijksvergoedingen BBZ ad € 54.000. lagere debiteureninkomsten terugvordering en verhaal ad € 988.000. incidenteel nadeel op de herwaardering van het debiteurensaldo ad € 150.000. Resultaat op de lasten Inkomen: € 840.000 (voordeel, incidenteel) De gerealiseerde lasten Inkomensondersteuning zijn € 840.000 lager dan de totale begrote lasten. Het resultaat op de lasten laat zich als volgt verklaren: hogere uitkeringslasten Wwb door de achterblijvende daling en zelfs stijging gedurende het jaar 2012 ad € 1.955.000. lagere uitkeringslasten IIB (Ioaw, Ioaz en Bbz) vooral door de daling van het aantal verstrekte kredieten ingevolge de Bbz ad € 315.000. geprognosticeerde dotatie aan de reserve Inkomensondersteuning ad € 2.480.000, vermeld in de 2e bestuursrapportage 2012.
41
Resultaat op de apparaatskosten (baten € 443.000 voordeel, incidenteel / lasten € 701.000 voordeel, incidenteel) Het resultaat op de apparaatskosten wordt met name veroorzaakt door apparaatlasten ten laste te brengen van het participatiebudget.
2.4.5. Minimabeleid
Wat hebben wij bereikt ? Doelstelling: Het minimabeleid in de Drechtsteden stimuleert burgers aan het werk te gaan en biedt extra financiële ondersteuning voor burgers die dat echt niet kunnen of niet aan het werk hoeven wegens hun leeftijd of vanwege ontheffing van de arbeidsplicht. Het minimabeleid steunt op drie pijlers: a. ook minimabeleid richt de focus op werk voor wie dat kan; b. het minimabeleid gaat uit van de zelfstandigheid van de burger, en draagt daaraan bij; c. het minimabeleid is eenvoudig voor burger en voor de uitvoering. Het vernieuwde minimabeleid is in 2012 in uitvoering genomen. Het beschikbare budget is ongewijzigd gebleven ten opzichte van voorgaande jaren: € 5,8 miljoen, samengesteld uit gemeentelijke bijdragen van € 4,9 miljoen, en aflossingen leenbijstand ad € 0,9 miljoen. Per saldo was in 2012 sprake van een bedrag van € 1,3 miljoen dat minder dan begroot voor het minimabeleid is besteed. De drie belangrijkste oorzaken zijn: a. minder statushouders zorgden voor minder aanvragen om hulp bij woninginrichting, b. conform het nieuwe beleid hanteren we geen standaardbedragen meer bij o.a. verstrekkingen leenbijstand, c. we hebben minder PMB’s en vrijwilligersbonussen verstrekt dan tevoren was geraamd. Wat hebben wij daarvoor gedaan ? Vier regelingen zijn in 2012 onveranderd gebleven: de collectieve zorgverzekering, SMS kinderfonds, maaltijdenvergoeding 65+ en de vergoeding peuterspeelzaal. De jaarlijkse actie om huishoudens in de doelgroep te wijzen op de collectieve zorgverzekering was succesvol: het aantal verzekerden is in 2012 na aftrek van mensen die zijn uitgeschreven netto toegenomen met 644 personen. Deze toename van 8,8% ligt veel hoger dan de gemiddelde overstapcijfers (circa 3%). Het totaal aantal volwassenen dat gebruik maakt van de collectieve zorgverzekering is daarmee op 4.568 gekomen. Het SMS kinderfonds biedt de mogelijkheid van natura verstrekkingen voor de deelname aan sportieve, culturele en sociale voorzieningen voor kinderen en vormt een belangrijk instrument om de maatschappelijke participatie van kinderen te bevorderen. Nadat was gebleken dat zich meer aanvragers meldden en dat Stichting Leergeld Drechtsteden mogelijkheden zag om extra kinderen in 2012 te bedienen, heeft een aanvullende subsidieverstrekking plaatsgevonden. Met de 265 extra kinderen die daarmee geholpen konden worden zijn tenminste 2.915 verstrekkingen gedaan. In 2011 waren dat er 2.615. Meerbesteding SMS kinderfonds: € 48.000. Nieuwe regelingen in 2012 Naast meer maatwerk bij de individuele verstrekkingen bijzondere bijstand vormden het Persoonlijk Minima Budget (PMB) en de vrijwilligersbonus de belangrijkste nieuwe maatregelen. Bij deze regelingen is sprake van minder uitgaven dan voor 2012 was begroot tot een totaal bedrag van € 1,5 miljoen. Persoonlijk Minima Budget ( PMB ) Tevoren hadden we geschat dat we in ons nieuwe minimabeleid in 2012 ca 4.600 PMB’s zouden verstrekken. Uiteindelijk hebben we over 2012 3.473 PMB’s verstrekt.
42
De bij de 2e bestuursrapportage gestarte acties gestart vooral werkende armen te bereiken met een inkomen tussen 100% en 110% van de bijstand hebben weliswaar tot circa 300 extra PMB’s geleid, maar de oorspronkelijke raming is buiten bereik gebleven. In de evaluatie van het vernieuwde minimabeleid in de eerste helft van 2013 onderzoeken we ook of de cijfers kloppen over de schattingen van het aantal werkende armen. Deze waren gebaseerd op de minimascan van Stimulansz. We sluiten niet uit dat het aantal werkende armen kleiner is dan geraamd, omdat door de Wwb-bepalingen sommige toeslagen van de belastingdienst tot het inkomen moeten worden gerekend en mensen daardoor boven de 110%-grens uitkomen. Minderbesteding PMB’s: € 720.000. Vrijwilligersbonus De regeling vrijwilligersbonus voorziet in een premie van € 250 voor wie tenminste 6 uur per week vrijwilligerswerk doet en geen aanspraak heeft op het PMB. De regeling was mede bedoeld om huishoudens die volgens het nieuwe minimabeleid hun oude aanspraken verloren, de mogelijkheid te bieden door het doen van vrijwilligerswerk hun financiële schade te compenseren. In 2011 was er mee gerekend dat tot 1.600 huishoudens van deze regeling gebruik zouden gaan maken. Echter heeft recent onderzoek van het OCD aangegeven dat de doelgroep uit slechts 700 huishoudens bestaat. Hoewel we alle klanten die op deze regeling aanspraak zouden kunnen maken nadrukkelijk hebben geïnformeerd, kwam het aantal verstrekkingen maar zeer aarzelend op gang. Zoals al in de 2e bestuursrapportage vermeld, verwachtten we niet dat we het aantal van 1.600 bonussen nog haalbaar zou blijken. Het effect van de extra publiciteitscampagne in de in de vorm van een persoonlijke wenskaart voor de doelgroep, bleek teleurstellend en leidde nauwelijks tot extra aanvragen. Uiteindelijk zijn in 2012 slechts 147 vrijwilligersbonussen verstrekt. Het gebruik van de vrijwilligersbonus wordt betrokken bij de evaluatie minimabeleid in 2013. Minderbesteding Vrijwilligersbonus: € 363.000. Individuele bijzondere bijstand Individuele bijzondere bijstand kent twee kostensoorten: bijstand om niet, en leenbijstand. Nieuw in 2012 was dat we gestopt zijn met bijstand voor medische kosten (buitenwettelijk beleid), en dat we geen standaard verstrekkingen meer kenden voor bijzondere bijstand. Maatwerk vormde de basis. De bestedingen voor bijzondere bijstand om niet waren in 2012 circa € 118.000 hoger dan begroot. Als gevolg van gewijzigd beleid Leenbijstand (wordt vooral verstrekt bij inrichtingskosten) vervielen hierbij de oude ‘standaardbedragen’ en werd op basis van de individuele situatie en mogelijkheden van de klant geoordeeld of en hoeveel leenbijstand nodig was. Een tweede ontwikkeling was dat het aantal statushouders dat in 2012 een woning kreeg toegewezen lager is uitgevallen dan tevoren ingeschat. Begroot was dat we in 2012 aan leenbijstand € 800.000 zouden besteden (2011: € 1,5 miljoen). Het maatwerk en het lagere aantal statushouders zorgden dat we in 2012 uiteindelijk € 532.000 minder leenbijstand hebben verstrekt. Totaal aan minder besteding individuele bijzondere bijstand € 414.000. De lagere bestedingen leenbijstand werkten door in een lager bedrag aan aflossingen: € 141.000 Evaluatie 2013 Een evaluatie van de nieuwe en oude regelingen in het Minimabeleid inclusief beeld qua stapeling en mogelijke herijking / intensivering wordt gepresenteerd in het 2e kwartaal 2013 en zal er een voorstel worden opgesteld met betrekking tot het te hanteren instrumentarium. Daarnaast zal een voorstel worden aangeboden inzake preventieve bewindvoering met het oog op het voorkomen van schulden, welke gefinancierd worden uit het budget minimabeleid. Deze voorstellen zullen bestuurlijk al worden aangeboden voorafgaand aan de behandeling van het jaarverslag in de Drechtraad van juli.
43
Wat heeft het gekost? (Bedragen x € 1.000) Actuele begroting 2012
Realisatie 2012
Afwijking
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Effect gemeenten
Minimabeleid
5.810
5.810
0
4.363
5.669
1.306
1.447
-141
1.306
1.306
Apparaatskosten
2.500
2.500
0
2.366
2.869
503
134
369
503
503
Totaal
8.310
8.310
0
6.729
8.538
1.809
1.581
228
1.809
1.809
Het jaar 2012 heeft op het programma Minimabeleid geleid tot een extra overschot van € 0,8 miljoen, bovenop het in de 2e programma verantwoording 2012 gemelde overschot van € 0,5 miljoen. Conform het uitvoeringsbesluit financiële bijdrage Sociale Dienst Drechtsteden wordt voorgesteld van het exploitatieresultaat 2012 € 281.000 toe te voegen aan de reserve Minimabeleid. Het resultaat 2012 is vooral bijgesteld door de lagere verstrekkingen Persoonlijk Minima Budget, bonussen vrijwilligerswerk en Leenbijstand. Het nu gerealiseerde overschot is grotendeels het gevolg van het toepassen van het nieuwe beleid. Voor 2012 is geen noodzaak gebleken om een beroep te doen op de extra storting van circa € 750.000 welke door de gemeenten is ontvangen ter compensatie van bezuinigingsmaatregelen op diverse maatschappelijke terreinen. Resultaat op de baten Minimabeleid: € 141.000 (nadeel, incidenteel) Het resultaat op de baten laat zich als volgt verklaren: Lagere debiteureninkomsten terugvordering leenbijstanden, door de lagere verstrekkingen gedurende het jaar 2012 zijn ook de inkomsten terugvordering afgenomen ad € 141.000. Resultaat op de lasten Minimabeleid € 1.447.000 (voordeel,structureel) Het resultaat op de lasten laat zich grotendeels als volgt verklaren: Lagere verstrekkingen PMB ( Persoonlijk Minima Budget ) ad € 720.000. Lagere verstrekkingen bonussen vrijwilligerswerk ad € 363.000. Lagere verstrekkingen leenbijstanden ad € 532.000. Hogere verstrekkingen bijstand om niet ad € 118.000 Hogere verstrekkingen SMS-Kinderfonds ad € 48.000. Resultaat op de apparaatskosten (baten € 369.000 voordeel, incidenteel / lasten € 134.000 voordeel, incidenteel) Het resultaat op de apparaatskosten wordt met name veroorzaakt door apparaatlasten ten laste te brengen van het participatiebudget.
2.4.6. Wmo
Wat hebben wij bereikt? Doelstelling: De programmakosten Wmo stijgen niet ten opzichte van de begroting 2011. De doelstelling is gehaald, ten opzichte van de begroting 2011 € 37,7 miljoen zijn de programmakosten gedaald met € 3,1 miljoen. Score klanttevredenheid: Begin 2012 is opnieuw een klanttevredenheid onderzoek (KTO) onder onze klanten uitgevoerd. De score op tevredenheid over dienstverlening en voorzieningen is gemiddeld een 7,3. Ruim voldoende dus. Dit cijfer is ten opzichte van 2 jaar geleden nauwelijks gewijzigd. Het gemiddelde cijfer was toen een 7,4.
44
Wat hebben wij daarvoor gedaan? We ondersteunen inwoners van de zes Drechtsteden gemeenten, met lichamelijke en / of geestelijke beperkingen, zodat zij zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen en leven. In 2012 zijn we begonnen om meer de ‘eigen kracht’ van burgers aan te spreken. In het contact met burgers is de focus gelegd op wat iemand zelf (nog) kan, en welke bijdrage zijn sociaal netwerk aan de oplossing van het probleem kan leveren. Soms kunnen algemene en collectieve voorzieningen in de gemeente meehelpen de ondersteuning te realiseren. Pas als er via deze weg geen oplossing mogelijk is, wordt beoordeeld of er een noodzaak is voor een individuele voorziening. Deze werkwijze is neergelegd in een nieuwe Wmo-verordening, die in 2013 van kracht wordt. Deze aanpak heeft er toe bijgedragen dat de autonome groei van het aantal individuele voorzieningen is gestabiliseerd en iets is gedaald. Een andere belangrijke factor voor de daling is het effect van de invoering van een eigen bijdrage voor alle Wmo-voorzieningen (behalve rolstoelen). Het afgelopen jaar hebben we een nieuw model voor huishoudelijke ondersteuning (HO) ontwikkeld. Dit model is toekomstgericht en bedoeld om uit te komen met het rijksbudget voor HO. Het model is samen met de huidige zorgaanbieders ontwikkeld in een zogenoemde ‘bestuurlijke aanbesteding’. Samen met de aanbieders zijn we tot een nieuwe werkwijze gekomen op basis van resultaatfinanciering. Hierbij bepaalt de aanbieder in overleg met de klant welke werkzaamheden dienen te worden uitgevoerd. Het resultaat, een schoon en leefbaar huis, telt. Er wordt dus geen indicatie voor een aantal uren gegeven, zoals voorheen in de Wmo en AWBZ gebruikelijk was. We bereiken hiermee een efficiënter resultaat waarmee we in 2013 verwachten uit te komen met het rijksbudget, zonder de mensen die huishoudelijke ondersteuning nodig hebben te kort te doen. Daarnaast hebben we bij herindicaties kritisch gekeken naar de voorheen gestelde indicatie. In het verleden is er soms zware ondersteuning geïndiceerd, terwijl lichte ondersteuning ook mogelijk is. Het aantal klanten en voorzieningen is in 2012 voor het eerst sinds jaren gedaald. Hierboven zijn de belangrijkste oorzaken al benoemd. Voorziening Hulp bij het huishouden: Aantal cliënten Aantal geïndiceerde uren
2011
Hulpmiddelen: Aantal vervoer Aantal rolstoelen Aantal woonvoorzieningen
2012
Percentage
8.746 30.184
8.455 27.196
-3,3% -9,9%
17.443 3.725 2.180
17.236 3.721 1.480
-1,2% -0,1% -32,1%
Het aantal woonvoorzieningen is met name fors gedaald, omdat veel kleinere, niet kostbare woonvoorzieningen niet meer aangevraagd worden.
We zijn gestart om de dienstverlening aan cliënten in 2012 sneller, beter en goedkoper te maken. Dit project, Partner in Zelfstandigheid Wmo, is eind van het jaar afgerond. De werkprocessen zijn vernieuwd en de organisatie van de Wmo afdeling wordt aangepast. De transitie van ‘begeleiding en dagbesteding’ van de AWBZ naar de Wmo is na de val van het vorige kabinet controversieel verklaard. Het nieuwe kabinet zal de transitie doorzetten. Hoe deze exact inhoud en vorm krijgt is op dit moment nog niet bekend. Ook is nog niet duidelijk of we in de Drechtsteden een rol krijgen in de uitvoering van deze nieuwe taken binnen de Wmo. We zijn en blijven betrokken in het voorbereidingstraject dat de gemeenten in 2012 gestart zijn. Wat heeft het gekost? (Bedragen x € 1.000) Actuele begroting 2012 Lasten
Baten
Realisatie 2012
Saldo
Lasten
Baten
Afwijking Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Effect gemeenten 2.932
Hulp bij het huishouden
25.800
25.800
0
24.976
24.738
-238
674
-874
-238
hulpmiddelen
10.200
10.200
0
9.493
9.493
0
707
-707
0
835
6.880
6.880
0
6.611
8.077
1.466
269
1.197
1.466
1.466
42.880
42.880
0
41.080
42.308
1.228
1.800
-572
1.228
5.233
Apparaatskosten Totaal
45
Uitgangspunt voor de begroting 2012 was dat de programmakosten Wmo niet zouden stijgen ten opzichte van de begroting 2011. Deze doelstelling is ruimschoots gehaald, waarbij zelfs de uitgaven met een bedrag van € 1,6 miljoen zijn gedaald en de inkomsten eigen bijdrage CAK met € 1,1 miljoen zijn gestegen. Per saldo resulteert dit in een lagere gemeentelijke bijdrage van ruim € 2,7 miljoen ten opzichte van de begroting. Het behaalde resultaat komt bovenop de bij de 1e bestuursrapportage 2012 vermelde lagere gemeentelijke bijdrage van € 1 miljoen als gevolg van een hogere opbrengst eigen bijdrage CAK en de € 1 miljoen kostenbesparing op de WMO hulpmiddelen bij de 2e bestuursrapportage. De stijging eigen bijdrage CAK wordt voornamelijk gerealiseerd in de 2e helft van 2012. De gegevens die we hadden ontvangen van het CAK ten tijde van het opstellen van de 2e bestuursrapportage gaven destijds nog geen aanleiding om het resultaat positief bij te stellen. De combinatie van een nieuwe manier van indiceren waarbij eerst wordt gekeken naar de mogelijkheden van de klant en zijn / haar omgeving (de Kanteling) en een verhoging van de eigen bijdrage, heeft het aantal geïndiceerde uren en klanten hulp bij het huishouden sterk doen dalen. Er heeft een verschuiving plaatsgevonden van zogenaamde dure zorg (HH2) naar goedkopere (HH1). Naast de lagere lasten hulp bij het huishouden zijn ook de uitgaven hulpmiddelen verder gedaald en de opbrengst eigen bijdrage CAK gestegen. In 2012 is incidenteel een bedrag van € 238.000 uitgegeven aan de afwikkeling over voorgaande jaren. Conform jaarrekening 2011 stellen wij voor dit bedrag ten laste van de reserve te brengen en het resterende saldo van € 860.000 ten gunste van de gemeenten vrij te laten vallen. Hiermee komt het effect voor de gemeenten ten opzichte van de begroting Wmo na 2e bestuursrapportage op een voordeel van ruim € 3,6 miljoen. Wmo hulp bij het huishouden De financiële bijdrage gemeenten ten behoeve van de Wmo hulp bij het huishouden is conform de financieringssystematiek op nacalculatie-basis. Resultaat op de lasten Wmo hulp bij het huishouden: €824.000 (voordeel, structureel) De gerealiseerde lasten WMO hulp bij het huishouden zijn € 824.000 lager dan de begrote lasten. Na zuivering van de lasten op uitgaven voorgaande jaren € 238.000, bedraagt het feitelijke resultaat op de lasten €1.062.000. Resultaat op de baten Wmo hulp bij het huishouden: €1.062.000 (nadeel, structureel) Door de gekozen financiering op basis van nacalculatie zijn gewoonlijk de baten gelijk aan de gerealiseerde lasten. In het bovenstaande overzicht is hiervan afgeweken, omdat in 2012 een bedrag van € 238.000 is uitgegeven aan kosten die betrekking hebben op de afwikkeling over voorgaande jaren. Bij de jaarrekening 2011 is besloten om deze uitgaven ten laste van de reserve Wmo te brengen en het resterende saldo van € 860.000 ten gunste van de gemeenten vrij te laten vallen Door een verdere stijging van de inkomsten eigen bijdrage CAK zijn de gerealiseerde baten Wmo hulp bij het huishouden met € 1.010.000 toegenomen ten opzichte van de begrote baten. Dit resultaat komt bovenop de bij de 1e bestuursrapportage verwachte stijging van de opbrengst eigen bijdrage CAK met eveneens € 1 miljoen. Uitgaven Wmo 30 25 20
Huishoudelijke hulp
15
Hulpmiddelen
10 5 2007
46
2008
2009
2010
2011
2012
Wmo hulpmiddelen De financiële bijdrage gemeenten ten behoeve van de Wmo hulpmiddelen is conform de financieringssystematiek op nacalculatie-basis. Resultaat op de lasten Wmo-hulpmiddelen: € 707.000 (voordeel, structureel) De gerealiseerde lasten Wmo-hulpmiddelen zijn € 707.000 lager dan de begrote lasten. Dit resultaat is opgebouwd uit een besparing van € 835.000 op vervoer, rolstoelen en woonvoorzieningen en € 128.000 hogere lasten collectief vervoer Drechthopper en Sliedrechthopper. De stijging van de uitgaven collectief vervoer is grotendeels het gevolg van een opgelegde naheffingsaanslag btw over de eigen bijdrage 2007-2010. Resultaat op de baten WMO-hulpmiddelen: € 707.000 (nadeel, structureel) Door de gekozen financiering op basis van nacalculatie zijn de baten gelijk aan de gerealiseerde lasten. Naast de lagere gemeentelijke bijdrage als gevolg van een daling van de uitgaven hulpmiddelen zijn ook de inkomsten eigen bijdrage CAK met € 178.000 verder toegenomen en de ontvangsten debiteuren gedaald met € 56.000 ten opzichte van de begrote baten. Resultaat op de apparaatskosten (baten € 1.197.000 voordeel, incidenteel / lasten € 269.000 voordeel, incidenteel) Het resultaat op de apparaatskosten wordt met name veroorzaakt door de apparaatlasten ten laste te brengen van het participatiebudget.
2.4.7. Budgetadvies en schuldbemiddeling Wat hebben wij bereikt? Doelstelling: De Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (Wgs) is ingegaan en het in het kader van deze wet ontwikkelde regionaal Beleidsplan Schuldhulpverlening is door de Drechtraad vastgesteld. Vanaf 1 juli werken we conform de nieuwe wettelijke kaders en rapporteren in dit jaarverslag over de resultaten op de afgesproken doelstellingen uit het nieuwe beleidsplan: Doelstelling 1. 100% van de meldingen moet binnen 28 dagen in behandeling zijn genomen 2. 100 % van de crisisaanmeldingen moet binnen 3 dagen in behandeling zijn genomen. 3. 50% van de stabilisatietrajecten moet positief worden afgesloten. 4. 60% van de schuldregelingstrajecten moet positief worden afgesloten.
Afspraak Wachttijd max. 28 dagen 3 dagen
Resultaat 5,5 dagen
50%
41%
60%
85%
1 dag
Wat hebben wij daarvoor gedaan? In 2009 steeg het aantal verzoeken om schuldhulp van 1.866 via 2.274 (2010), naar 2.323 (2011). In 2012 verwachtten we 2.500 aanmeldingen voor de workshop en het waren er uiteindelijk 2.422. Ook is in het afgelopen jaar de Wet Gemeentelijke Schuldhulpverlening succesvol ingevoerd. In het kader van deze nieuwe wet heeft de Drechtraad het “regionale beleidsplan schuldhulpverlening” voor de Drechtsteden vastgesteld. Hierin is afgesproken dat we rapporteren over de resultaten op de bovenstaande doelstellingen. De resultaten op doelstelling 1, 2 en 4 worden ruimschoots gehaald. De derde doelstelling blijft (nog) achter. Het relatief lage slagingspercentage op het product stabilisatie wordt veroorzaakt door strengere eisen ten aanzien van motivatie en vaardigheden, waardoor dit product effectiever dan voorheen als voorbereiding op het product schuldregelen kan worden ingezet. Het effect is duidelijk: een hoge score voor schuldregelen naast een nog achterblijvend resultaat op stabilisatie. Met de nadruk op “nog”: we gaan voor de 50% in 2013. Deze verbetering willen we bereiken door een scherpere diagnose met behulp van een nieuw screeningsinstrument gevolgd door een gerichter aanbod.
47
In november 2012 heeft de Sociale Dienst Drechtsteden het kwaliteitscertificaat NEN 8048 als schuldhulpverleningsorganisatie behaald. De kwaliteitscontrole die het onafhankelijke keuringsinstituut KIWA uitvoerde, werd met glans doorstaan. De Sociale Dienst Drechtsteden is hiermee de zesde gemeentelijke organisatie die dit kwaliteitskeurmerk heeft. Voor klanten én schuldeisers betekent dit dat zij erop kunnen vertrouwen dat de schulphulp die de Sociale Dienst Drechtsteden biedt betrouwbaar is en voldoet aan de kwaliteitseisen die de branche hieraan stelt. Daarnaast is de Sociale Dienst Drechtsteden in december 2012 door de leden van de branchevereniging NVVK uitgeroepen tot de meest innovatieve schuldhulpverlener. Deze uitverkiezing is verdiend met de aanpak van de Sociale Dienst Drechtsteden - een workshop die niet alleen efficiënter is maar ook taboedoorbrekend werkt. Met de prijs, een bedrag van € 5.000 , gaat de SDD de workshop verder doorontwikkelen. Wat heeft het gekost? (Bedragen x € 1.000) Actuele begroting 2012 Lasten Budgetadvies en schuldbemiddeling
Baten
Realisatie 2012
Saldo
Lasten
Baten
Afwijking
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Effect gemeenten
70
70
0
34
34
0
36
-36
0
36
Apparaatskosten
3.670
3.670
0
1.793
2.127
334
1.877
-1.543
334
334
Totaal
3.740
3.740
0
1.827
2.161
334
1.913
-1.579
334
370
Resultaat op de lasten Budgetadvies en schuldbemiddeling € 36.000 (voordeel, incidenteel) De gerealiseerde lasten Schuldhulpverlening en budgetadvies zijn lager dan waar bij de begroting rekening mee werd gehouden. Resultaat op de baten Budgetadvies en schuldbemiddeling € 36.000 (nadeel, incidenteel) Als gevolg van de gekozen financieringssystematiek van dit programma (financiering op basis van nacalculatie) wordt het resultaat op de baten verklaard door het berekenen van het resultaat op de lasten aan de gemeenten en is daaraan gelijk. Resultaat op de apparaatskosten (baten € 1.543.000 nadeel, incidenteel / lasten € 1.877.000 voordeel, incidenteel) Het resultaat op de apparaatskosten wordt met name veroorzaakt door apparaatlasten ten laste te brengen van het participatiebudget.
48
2.5 Ingenieursbureau Drechtsteden In 2012 heeft het IBD zich vooral gericht op het verbeteren van zowel de dienstverlening aan, als de relatie met de opdrachtgevers. Projectmatig creëren en de zorg voor de projectbeleving stonden (en staan nog steeds) hoog op de agenda. Daarnaast is er voor gekozen in projectteams te gaan werken en de verantwoordelijkheid voor de dagelijkse gang van zaken bij de teams zelf te leggen. Het IBD is een omzetgestuurde organisatie. Het was dus ook nu weer zaak om op basis van de te verwachten omzet, de organisatie passend en kostendekkend te maken, daarbij rekening houdend met alle verplichtingen die bij het IBD aanwezig zijn. Uitgangspunt daarbij was te komen tot een financieel resultaat van € 312.000 hetgeen als taakstelling is weggezet. Daarbij moesten wij ons wapenen tegen het tekort aan civiele technici dat er heerst en dat in de toekomst verder zal toenemen. Onder de projecttitel “2 naar 6” is er onderzoek en overleg geweest of deelname van Alblasserdam, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht en Sliedrecht in het IBD tot kwaliteits- en efficiëntieverbetering bij alle betrokken partijen zou kunnen leiden. Uit de positieve reacties van de reguliere opdrachtgevers in Dordrecht en Zwijndrecht blijkt dat de extra inspanning om de relatie en dienstverlening te verbeteren zeker tot succes heeft geleid. De verhouding opdrachtgever/opdrachtnemer verandert steeds meer tot een intensieve samenwerkingsrelatie. Het werken in projectteams leidde er toe dat medewerkers beter gingen samen werken, dat de zorg voor een goed financieel resultaat door het hele team gedeeld werd, dat de kwaliteit verbeterde en dat de ontwikkeling van de medewerkers zelf verbeterde. De voortdurende “jacht op omzet” heeft er toe geleid dat er, daar waar reguliere opdrachtgevers minder te besteden hadden, er projecten bij andere gevonden werd. Het financiële resultaat over 2012 is dan ook boven verwachting goed. Het project ”2 naar 6” heeft er toe geleid dat men over het algemeen overtuigd is van nut en noodzaak van gezamenlijke deelname in het IBD. Een eerste verkenning, waaruit bleek dat dit project kan leiden tot een besparing van minstens 10% op de voorbereidings-administratie-toezicht-kosten van een project, heeft geleid tot een nauwkeurig onderzoek via een viertal businesscases. Wat hebben wij bereikt? Klanten: Naar onze klanten is veel aandacht besteed aan het verbeteren van het kwaliteitsniveau. Wetende dat de meeste opdrachtgevers met te krappe budgetten kampen is extra ingezet op het reduceren van de projectkosten. Strategisch inkopen en het voorkomen van meerwerk kregen daarbij extra aandacht. Ook veel aandacht is besteed aan de projectbeleving en de projectleiders zijn zich bewust geworden van hun pleasersrol, terwijl zij zich ook fermer in hun rol gingen opstellen. Hierdoor ontwikkelt zich steeds meer een eigen identiteit van het IBD. Maatschappij: Het inspelen op wensen van de omgeving heeft veel aandacht gekregen van de directievoerders en opzichters, die zich ook extra hebben ingespannen om mogelijke kritiek van de omgeving te voorkomen. De mogelijkheid voor omwonenden om via internet over projectuitvoering te communiceren dient nog ontwikkeld te worden. In het collegiale G17 netwerk hebben we een voortrekkersrol genomen door de benchmark weer te organiseren en in 2012 ook de Dag van de Stadsingenieur te organiseren. Ook in 2012 hebben er doorlopend vijf afstudeerders/stagiaires een plaats gehad. Eindresultaten: Dit jaar had het IBD een taakstelling van € 312.000, die gezien de financiële structuur beschouwd werd als een winstdoelstelling. De taakstelling is dit jaar ruimschoots behaald. Ook de omzet is vrijwel volgens de begroting uitgekomen. Hoewel de omzet van Dordrecht erg terug viel, is deze ook nu weer voor een groot deel door die van Zwijndrecht gecompenseerd. Het aantal declarabele uren is gemiddeld per medewerker erg hoog geweest en ligt ten opzichte van andere gemeentelijke ingenieursbureaus op het hoogste niveau.
49
Hoe hebben we gemeten? Klanten: In 2012 is getracht de klanttevredenheid te meten. Per project zijn de betrokkenen schriftelijk geïnterviewd. Helaas was er niet de discipline bij opdrachtgevers om dit ingevuld terug te zenden. Uit persoonlijke reacties is echter duidelijk het beeld ontstaan dat de klantwaardering zeker is gestegen. Om te zien hoe de samenwerking met de nog niet aangesloten Drechtsteden verloopt zijn de projecten geanalyseerd. Daaruit blijkt dat men met name gecompliceerde projecten bij het IBD wenst onder te brengen. De waardering door de maatschappij, de reacties en suggesties van omwonenden van onze projecten zijn niet gemeten. Eindresultaat: Dit is in feite de waardering door de aandeelhouder. Van de volgende resultaten werd uitgegaan: Winst (bezuiniging) € 312.000 Minimale omzet van € 7.000.000 Minimaal declarabele uren 77.500 voor eigen medewerkers, geen leegloop. Geen structurele inhuur, alleen op projectbasis. De volgende resultaten werden behaald: Winst (bezuiniging) € 381.000 Minimale omzet van € 7.600.000 Minimaal declarabele uren 80.000 voor eigen medewerkers, geen leegloop. Geen structurele inhuur, alleen op projectbasis. Meting van deze doelstellingen gebeurde maandelijks met het managementinformatiesysteem, waarbij de afwijkingen ten opzichte van de begroting gerapporteerd werden. Op basis daarvan werd er projectteam en per medewerker gestuurd.
Product/activiteit/project Declarabele uren
Begroot resultaat
Stand van zaken
93.300 uur
96.000 uur
Wat heeft het gekost? (Bedragen x € 1.000)
Resultaat voor bestemming Mutatie reserves Resultaat na bestemming
Actuele begroting 2012 Lasten Baten Saldo 8.149 8.301 152 0 0 0 8.149 8.301 152
Realisatie 2012 Lasten Baten Saldo 7.992 8.373 381 0 0 0 7.992 8.373 381
Lasten 157 0 157
Afwijking Baten Saldo 72 229 0 0 72 229
Resultaatanalyse (Bedragen x € 1.000) Toelichting Omschrijving afwijking Lasten A Kostenplaats B Materiële kosten OHD en projecten
I/S* I I
Subtotaal
A B C
50
Baten Kostenplaats Materiële kosten OHD en projecten Extra omzet door hogere productiviteit
I I I
Voordeel
Nadeel
Saldo
23 134
23 134
157
157
6 -134 200
6 -134 200
Gemeente** Nee Nee
Nee Nee Nee
Subtotaal
206
134
72
Totaal voor bestemming Resultaatbestemming Totaal na bestemming
363
134
229
363
134
229
Toelichting: A. Op de kostenplaats van het ingenieursbureau is totaal een positief resultaat van € 29.000. Het betreft extra inkomsten (6) en lagere lasten (23) B. Binnen het ingenieursbureau worden vaak projectkosten voor gefinancierd voor onze opdrachtgevers. Het gaat hierbij om drukwerk,bodemonderzoeken, geluidsonderzoeken etc. Daarnaast betaalt het ingenieursbureau materiaalkosten voor diverse werkzaamheden inzake calamiteiten onderhoud. Al deze kosten worden later 1 op 1 doorberekend naar onze opdrachtgevers. De totale kosten zijn € 134.000 lager dan begroot en daardoor wordt er ook € 134.000 minder doorberekend. C. De extra inkomsten worden volledig veroorzaakt door een groter productiviteit ten opzichte van de begroting. De hoger productiviteit (meer declarabele uren ongeveer 2700 uur) wordt veroorzaakt door : - Lager ziekteverzuim - 600 uur - Minder verlof opgenomen - 800 uur - Minder indirecte uren (minder opleiding en afdelingsgerichte werkzaamheden ) – 900 uur - Meer overwerk – 400 uur Uitgaande van een gemiddeld verkooptarief van 75 euro levert dit een extra omzet op van € 200.000.
51
2.6 Servicecentrum Drechtsteden De missie van het SCD is om een resultaatgerichte dienstverlener te zijn, die haar klanten ontzorgt door de ondersteunende taken zoveel mogelijk gestandaardiseerd uit te voeren. Het doel is om de komende jaren een toonaangevende shared service organisatie binnen het publieke domein in Nederland te worden. In de Financiële Strategie Drechtsteden (Drechtraad, 21 juni 2011) en het in oktober 2011 opgestelde Realisatieplan SCD is deze doelstelling vastgelegd. Tegen deze achtergrond zijn in de begroting 2012 drie met elkaar samenhangende veranderopdrachten geformuleerd, die tot stand zijn gekomen op basis van de in 2011 door PwC gehouden evaluatie van het SCD.
Positie SCD en keuzes in klanten
Aansturing en rollen in netwerk
Doorontwikkeling SCD
Hieronder wordt in hoofdlijnen aangegeven welke voortgang is gemaakt op de verschillende veranderopdrachten. Aansturing en rollen in het netwerk Het DSB heeft op 11 januari 2012 het Handelingskader Sturing SCD vastgesteld. Het doel was om een basis te leggen voor een betere sturing op resultaat en de verantwoording daarover. De afspraken in het Handelingskader zijn recent geëvalueerd. Daar waar de evaluatieresultaten betrekking hebben op het intern functioneren van het SCD (tijdige aanlevering van stukken, voorbeeldgedrag, interne bewustwording) zelf zijn deze opgepakt. Verder wordt bezien hoe de samenwerking binnen het netwerk nog beter vorm kan krijgen. Nieuwe klantrelaties In 2012 is een meerpartijenovereenkomst (MPO) gesloten over de toekomstige relatie (‘ontvlechting’) tussen het Servicecentrum Drechtsteden c.q. de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden en de Gemeenschappelijke Regelingen Omgevingsdienst ZHZ, Publieke Gezondheid & Jeugd (voorheen Regio ZHZ) en de Veiligheidsregio ZHZ. In de tweede burap is de nieuwe relatie met de GR-en ZHZ omschreven. De uitkomst van het offertetraject is tot nu toe dat de VR de P-diensten zelf is gaan doen, er met PG&J een jaarovereenkomst is gesloten met de wil om voor 2014 en verder een langdurige overeenkomst af te sluiten en dat we met OZHZ nog in discussie zijn over de uitgebrachte offerte voor ICT. Eind 2012 is de (geactualiseerde) MPO vastgesteld. Doorontwikkeling SCD In 2012 zijn belangrijke stappen gezet in de doorontwikkeling van het SCD, die ertoe moeten leiden dat het SCD de komende jaren resultaten boekt op het gebied van klanttevredenheid, organisatievolwassenheid en besparingen. Bij deze stappen gaat het meer specifiek om: a. Procesdoorlichting: In 2012 zijn alle processen en diensten van het SCD met behulp van leanmanagement doorgelicht op kwaliteit, efficiency en noodzaak. Daaruit zijn procesnormen gekomen, die door beheersmaatregelen (regelkringen) worden bewaakt. Een regelkring bestaat uit het vergelijken van de stand van zaken met een procesnorm en het indien nodig nemen van
52
b.
c.
d.
e.
f.
g.
h.
corrigerende acties. Daarbij vindt de sturing steeds meer plaats op basis van objectieve kpi’s (Key Performance Indicators). Reorganisatie: De procesdoorlichting heeft geleid tot een complete reorganisatie van de afdelingen. In het kader van deze reorganisatie heeft een zorgvuldig plaatsingsproces plaatsgevonden, waarbij met elke medewerker ontwikkelafspraken zijn/worden gemaakt. Het management heeft op afdelings- en teamleidersniveau een uitgebreid managementdevelopmenttraject gevolgd, dat ook in 2013 verder doorloopt, met het doel om de doorgevoerde verandering volledig te verankeren in de organisatie van het SCD. Door de hele organisatie hebben medewerkers in 2012 trainingen ‘klantgericht werken’ en ‘adviesvaardigheden’ gevolgd om een gedragsverandering te realiseren. Ook in 2013 blijft verandering van houding en gedrag een speerpunt. Prestaties: In de loop van 2012 zijn de eerste afdelingen conform de fijnstructuur gaan werken. Hierdoor is een aantal prestaties verbeterd, zoals bijvoorbeeld de effectiviteit van het post- en archiefproces. In 2013 worden verdere effecten zichtbaar aangezien dan alle afdelingen op de nieuwe wijze gaan werken. In de transitieplannen wordt hierop gestuurd. In 2013 wordt weer een KTO gehouden. Kostenreductie: De aanzienlijke financiële taakstelling in 2012 is gerealiseerd door het stroomlijnen van de processen en een forse reductie van het aantal medewerkers, waarbij er zoals in de 1e en 2e burap is aangegeven er wel frictie- en veranderkosten zijn. Deze kosten zijn in deze jaarrekening verwerkt. Om deze frictiekosten de komende jaren zoveel mogelijk te beperken is een professionele uitstroomorganisatie opgericht. Medewerkers worden door deze uitstroomorganisatie actief van werk naar werk begeleid. Besparingspotentieel regionaal: Het SCD heeft in 2012 initiatieven ontwikkeld om de kosten voor zijn klanten te beperken. Het meest in het oog springende initiatief daarbij in 2012 was het verder regionaliseren van het inkooppotentieel. Het Drechstedenbestuur heeft op 5 september ingestemd met Inkoop Nieuwe Stijl. In 2013 zullen we klantorganisaties periodiek informeren over de gerealiseerde besparingen. ICT: Het stroomlijnen van de processen heeft geleid tot inzicht in de processen en onderdelen waar nog verbetering noodzakelijk is. Zoals aangegeven in de 1e en 2e burap bleken na de overdracht van het GRID aan het SCD nog losse einden te zijn, die wel moesten worden opgelost om tot een goed functionerende ICT-omgeving voor de Drechtsteden te komen. Bovendien hebben we in 2012 een grondige analyse uitgevoerd van de fijnstructuur van de ICT afdeling en het verband tussen de uit te voeren activiteiten en in te zetten middelen. Dit heeft geleid tot een ICT Transitieplan, dat inmiddels op 6 maart jl. door het Drechtstedenbestuur is goedgekeurd. Besparingspotentieel nieuwe klanten: Verdere doorontwikkeling van de verschillende onderdelen van het SCD, het stroomlijnen van processen en de verbetering van de ICT-functie zijn ook belangrijke randvoorwaarden om conform de doelstelling van de Financiële Strategie Drechtsteden op enig moment te kunnen toegroeien naar een uitbreiding van het klantenbestand. Voor de beoordeling van de wenselijkheid daarvan is binnen de GRD een toetsingskader opgesteld. Op dit moment wordt nader onderzocht of mogelijke toetreding van klanten ook zal kunnen leiden tot kostenreductie voor de huidige eigenaren. Verrekensystematiek: Zoals aangegeven in de 2e burap heeft het Drechtstedenbestuur op 16 mei 2012 een nieuwe verrekensystematiek vastgesteld. Inmiddels is er in maart jl ook een voorstel door het DSB goedgekeurd over de invoeringsdatum (1-1-2013) en het omgaan met herverdeeleffecten. Tevens komt er per domein een concreet voorstel voor de sturing op volumes en de genoemde varianten in de vastgestelde notitie (creëren van een flexibele schil en/of toegroei naar een lagere norm).
53
Hoe hebben we gemeten? Bijgaand de balanced scorecard 2012. Het beeld van het SCD is als volgt: 1. Financiën/ Eigenaar
Norm
Jaarrekening
Kritische succesfactor (KSF): financiële beeld Operationeel budget
0
Transitiekosten
-€1.106.000
Jaarrekening
Productiviteit
7
6,1**
4. Vernieuwing
Jaarrekening
Kritische succesfactor (KSF): continue verbetering 5,5%
MTO
Jaarrekening
5
Norm
Kritische succesfactor (KSF): medewerkerstevredenheid Ziekteverzuim
Norm
Kritische succesfactor (KSF): klanttevredenheid Klantprestatie-indicatoren + € 94.000* (zie KPI's) - € 974.000 KTO
Aantal vacatures SCD
3. Medewerker
2. Klant
Alle fijnstructuren zijn afgerond in 2012 Transitieplan I&A***
5,64% Fijnstructuur
7
6,8**
1.350 uur
1.350 uur
ICT
*Nadelen worden met een - opgenomen, voordelen met een +. **Niet gemeten in 2012, wordt opnieuw gemeten in 2013 ***Op 6 maart jl. goedgekeurd door het Drechtstedenbestuur.
Klantprestatie-indicatoren Tijdens de doorlichting van de werkprocessen die we in 2012 hebben uitgevoerd worden tevens de klantprestatie-indicatoren, zoals die tot nu toe worden gebruikt, geëvalueerd en zo nodig aangepast aan de nieuwe inzichten. In de leveringsrapportages van het SCD wordt per vier maanden over de klantprestatieindicatoren gerapporteerd. Taakveld
Product Registratie
Betalen KO: Coderen en accorderen Fiatteren en betalen
ICT
FZ/DIV
5 kalenderdagen na 1e ontvangst bij SCD % gecodeerd en geaccordeerd 20 kalenderdagen na ontvangst door klantorganisaties van SCD % facturen betaald 5 kalenderdagen na terugontvangst bij SCD
SCD+KO: betalen facturen
% facturen betaald 30 kalenderdagen na 1e ontvangst bij SCD
Incidenten
% binnen 5 dagen afgehandeld
Aanmelding nieuwe medewerker
% binnen 5 dagen afgehandeld
DIV
% dossiers binnen 24 uur uitgeleverd
DIV
% dossiers binnen 31 dagen teruggeleverd
Beheer FZ
% tijdig afgehandelde werkorders
Schoonmaak
JKC
Prestatie-indicator*
Bezwaar-procedures Bezwaar-procedures
70% van de gelopen VSR metingen in een voortschrijdend jaar dient een voldoende resultaat te hebben % besluiten geleverd binnen afgesproken termijn (met hoorzitting/bezwaarcie’s) % bezwaarschriften na mediation ingetrokken
* Hierover wordt in de leveringsrapportages gerapporteerd. **Betreft de stand aan het einde van het jaar.
54
Jaarrekening 2010
Jaarrekening 2011
Jaarrekening 2012**
53%
59,3%
76,7
90%
80,4%
81,3%
80%
90%
98,4%
98,4%
97,4%
95%
82,9%
85,9%
85,2%
90%
78%
76%
97%
90%
100%
93%
96%
90%
57%
80%
81%
90%
-
97%
96%
95%
74%
62%
65%
90%
65%
85%
100%
70%
92%
68%
98%
90%
47%
44%
9%
20%
Norm
-
Het realiseren van de gestelde normen heeft veel aandacht in de Transitieplannen van de afdelingen in 2013. Daarin is aangegeven hoe we de dienstverlening en werkprocessen verder gaan verbeteren. De resultaten moeten in 2013 echt zichtbaar worden. Het tijdig betalen van de facturen blijft een belangrijk aandachtspunt. Inmiddels worden facturen voor 85,2% binnen 30 dagen betaald. Om dit percentage verder te verhogen, is er nog extra actie nodig bij zowel het SCD als de klanten. Bij ICT heeft de extra inzet van personeel in 2012 er aan bijgedragen dat incidenten sneller worden afgehandeld. JKC handelt bezwaarprocedures af binnen de gestelde norm.
-
Wat heeft het gekost?
(Bedragen x € 1.000)
Resultaat voor bestemming Mutatie reserves Resultaat na bestemming
Actuele begroting 2012 Lasten Baten Saldo 46.345 47.869 1.524 2.050 526 -1.524 48.395 48.395 0
Resultaat 2012 Lasten Baten Saldo 51.348 49.253 -2.095 2.860 526 -2.334 54.208 49.779 -4.429
Lasten -5.003 -810 -5.813
Afwijking Baten Saldo 1.384 -3.619 0 -810 1.384 -4.429
Het operationele resultaat van het SCD is als volgt: (Bedragen x € 1.000)
Resultaat Servicecentrum Drechtsteden Saldo operationeel en veranderproces Correctie belastingdienst Operationeel resultaat
Burap II Realisatie Verschil -43 -16 27 110 110 -43 94 137
Transitiekosten 2012 Subtotaal Dotatie aan voorziening transitie 2013 en verder Totaal
-1.106 -1.149
-974 -880
132 269
0
-3.549
-3.549
-1.149
-5.259
-4.110
Resultaatanalyse (Bedragen x € 1.000) Toelichting Omschrijving afwijking Lasten A Dotatie voorziening transitie B Transitiekosten 2012 C Extra lasten ivm DVO’s D Correctie belastingdienst E Operationele bedrijfsvoering Subtotaal
F C
F
I/S* I S I I I
Voordeel
-3.549 -974 -574
I I
Totaal voor bestemming Resultaatbestemming Totaal na bestemming
I
Saldo
-16 -5.113
-3.549 -974 -574 110 -16 -5.003
810 574 1.384
0
810 574 1.384
1.494 0 1.494
-5.113 -810 -5.923
-3.619 -810 -4.429
110 110
Baten Reserve frictie (uittreding ZHZ) Extra baten ivm DVO’s e.d. Subtotaal
Nadeel
Gemeente**
55
Toelichting: A & B) Dotatie voorziening frictie en frictiekosten 2012 Om de vermindering van personeel mogelijk te maken moeten de komende jaren nog wel transitiekosten worden gemaakt. In 2012 bedroegen deze kosten € 974.000 (opgenomen in het resultaat van 2012). De komende jaren gaat het om afgerond € 3,5 miljoen. Dit bedrag wordt gedoteerd aan een voorziening transitie. Binnen de bestaande begroting van de SCD is er geen ruimte om deze voorziening te dekken. Dit leidt er dan ook toe dat het SCD met een negatief resultaat het jaar sluit. De hoogte van deze kosten hebben we bepaald door per medewerker de consequenties van het Sociaal Plan en de kans op uitstroom te schatten.
transitiekosten per jaar en cumulatief € 5.000.000 € 4.500.000 € 4.000.000
Euro
€ 3.500.000 € 3.000.000
transitiekosten
€ 2.500.000
Cumulatief
€ 2.000.000 € 1.500.000 € 1.000.000 € 500.000 €-
2012
2013
2014
2015 ev.
transitiekosten
€ 974.767
€ 2.470.185
€ 1.014.026
€ 65.934
Cumulatief
€ 974.767
€ 3.444.951
€ 4.458.977
€ 4.524.911
C) Extra inkomsten DVO’s / ICT Het SCD heeft in 2012 extra kosten gemaakt voor de inhuur van personeel en ICT (vb. WIFI). Deze extra kosten zijn gedekt door extra inkomsten DVO’s en ICT. D) Correctie belastingdienst Een correctie van de belastingdienst als gevolg van het boekenonderzoek 2007-2011 leidt tot een eenmalige ontvangst van € 110.000. E) Operationele bedrijfsvoering Het resultaat uit de operationele bedrijfsvoering (excl. punt D) van het SCD bedraagt € 16.000. F) Reserve frictie ZHZ Conform de afspraken over frictiekostenvergoedingen in de afgesloten meerpartijenovereenkomsten (MPO’s) heeft het SCD € 810.000 meer ontvangen dan bij de 2e bestuursrapportage is geprognosticeerd. De afwijking ontstaat met name door een frictiekostenvergoeding door de Veiligheidsregio omdat zij geen personeelsdiensten meer afneemt. De frictiekostenvergoeding wordt toegevoegd aan de reserve frictie ZHZ.
56
2.7 Onderzoekcentrum Drechtsteden Het Onderzoekcentrum Drechtsteden (OCD) bestaat nu vijf jaar. In die periode is het OCD voor alle Drechtsteden gemeenten hét aanspreekpunt geworden voor onderzoek en informatievragen. We worden ook steeds vaker gevraagd mee te denken en te adviseren. Dit is helemaal in lijn met ons motto ‘partner voor beleid’. In 2012 hebben we, net als in 2011, sterk ingezet op externe acquisitie. Met als doel onze taakstelling op deze manier in de externe markt in te verdienen. We hebben hiervoor in de aanpalende regio’s met gemeenten en andere potentiële opdrachtgevers gesprekken gevoerd. Daarnaast zijn we actiever geworden op de interne markt. Dat heeft geresulteerd in enkele externe opdrachten en een fors aantal ‘extra’ interne opdrachten. Onze ambitie 10% van onze omzet extern in te verdienen bleek echter te hoog gegrepen. Dit konden we compenseren met onze interne acquisitie. We hebben bovendien in 2012 gewerkt aan ons ‘strategisch partnerschap’. Meer op strategisch niveau aan tafel zitten en meedenken, meer aan de voorkant van beleid betrokken zijn en vaker een rol spelen bij beleidsevaluaties. Daarin maken we stappen, maar we zijn er nog niet. Dit speerpunt staat daarom voor 2013 opnieuw prominent op de agenda. Ook samenwerking en productontwikkeling stonden in 2012 op de agenda van het OCD. De samenwerking met GGD ZHZ hebben we versterkt. En we hebben twee producten verder uitgerold: het bewonerspanel en de wijkindex. Beide producten worden in 2013 verder ontwikkeld. Wat hebben wij bereikt? Het OCD heeft voor 2012 als belangrijkste doelstellingen geformuleerd: 1. 2. 3. 4. 5. 6.
gemiddeld rapportcijfer van 7,5 of meer van onze opdrachtgevers voor onderzoeksopdrachten twee samenwerkingsrelaties gelegd twee nieuwe producten op merites bekeken en vervolgtraject 70% van acquisitieopdrachten gerealiseerd 10% omzet inverdiend via externe opdrachten drie strategische opdrachten uitgevoerd.
Wat hebben wij daarvoor gedaan? In de begroting 2012 is opgenomen welke activiteiten er in 2012 zullen worden gerealiseerd. In dit onderdeel wordt de stand van zaken gemeld over 2012.
Product/activiteit/project gemiddeld rapportcijfer van 7,5 of meer van onze opdrachtgevers voor onderzoeksopdrachten
Beoogd resultaat eind jaar e
Stand van zaken gerealiseerd: gemiddeld rapportcijfer 7,6 deels gerealiseerd: één samenwerkings-relatie, daarnaast losse contacten
twee samenwerkingsrelaties gelegd
1 helft jaar
twee nieuwe producten op merites bekeken en vervolgtraject
1 helft jaar
gerealiseerd: twee producten op merites bekeken, in vervolg daarop één product in ontwikkeling
70% van acquisitieopdrachten gerealiseerd
eind jaar
deels gerealiseerd: intern 80%, extern 40% - extern blijft achter bij de ambitie
10% omzet inverdiend via externe opdrachten
eind jaar
niet gerealiseerd: 3,5% omzet is extern – dit blijft achter bij de ambitie
drie strategische opdrachten uitgevoerd
eind jaar
deels gerealiseerd: twee strategische opdrachten afgerond, één lopend
e
57
Het OCD heeft haar doelen voor een belangrijk deel gerealiseerd. Wel is het resultaat op de externe acquisitie sterk achtergebleven bij de ambitie. We hebben veel energie gestoken in kennismakingsgesprekken met gemeenten in de omliggende regio’s. Dat heeft echter nauwelijks resultaat opgeleverd. De bezuinigingen bij gemeenten zijn daar deels debet aan. De concrete opdrachten die ons zijn gegund, kwamen van andere organisaties. Maar we constateren ook dat de brede insteek van het OCD niet goed werkt. Tegelijkertijd zijn we als OCD (pro-)actiever geworden op de interne markt en dat heeft extra opdrachten opgeleverd. Dit heeft het achterblijven van de externe acquisitie deels gecompenseerd, samen met besparingen aan de kostenkant. Wat heeft het gekost? (Bedragen x € 1.000)
Resultaat voor bestemming Mutatie reserves Resultaat na bestemming
Actuele begroting 2012 Lasten Baten Saldo 1.484 1.484 0 0 0 0 1.484 1.484 0
Resultaat 2012 Lasten Baten Saldo 1.468 1.488 0 0 0 0 1.484 1.484 0
Lasten 16 0 16
Afwijking Baten Saldo -4 20 0 0 -4 20
Resultaatanalyse (Bedragen x € 1.000) Toelichting Omschrijving afwijking
I/S*
Voordeel
Nadeel
Saldo
Gemeente**
Lasten A
Personele lasten
I
Subtotaal
16 16
16 0
16
Baten B
Onderzoek intern Subtotaal
I
4
4
4
0
4
Totaal voor bestemming
20
0
20
Resultaatbestemming
0
0
0
Totaal na bestemming
20
0
20
Toelichting: A) Personele lasten Het voordeel van € 16.000 op de personele lasten is deels het gevolg van voordeel op de personele bezetting in verband met vacatureruimte. Daarnaast is er een incidenteel voordeel in verband met een (positieve) naheffing op personele belastingen. B) Onderzoek intern Ten opzichte van de laatste gegevens uit de 2e burap 2012, laten de onderzoeken een klein voordeel zien van € 4.000, gelegen in een hogere inkomst vanuit het pluspakket. Dit is een minimale afwijking.
58
2.8 Gemeentebelastingen Drechtsteden Gemeentebelastingen Drechtsteden is onderdeel van de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden. Vanaf juli 2008 verzorgt zij de heffing en inning van de belangrijkste lokale heffingen van de gemeenten Dordrecht, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht. Het gaat hierbij om een opbrengstvolume van bijna € 100 miljoen per jaar. Wat hebben wij bereikt? Het profiel van Gemeentebelastingen Drechtsteden is in eerste instantie die van een betrouwbare uitvoeringsorganisatie. Dat laat onverlet dat wij op het gebied van de productontwikkeling en de opbrengstmaximalisatie hoog inzetten. Ook als eerste adviseur voor de gemeenten en als dienstverlener voor de belastingplichtigen meten wij ons met hoge kwaliteit. Gemeentebelastingen Drechtsteden voert voor de deelnemers ook gemeentelijke taken van de Wet waardering onroerende zaken uit. Het jaar 2012 markeerde voor Gemeentebelastingen Drechtsteden een nieuw ontwikkelingsfase: de startblokken voorbij, een nieuwe ronde. Een nieuwe ontwikkelingsfase –de startblokken voorbij- vroeg ook een vernieuwing van aansturing. Het perspectief van een gelande organisatie gaf immers ook het startpunt aan voor doorontwikkeling. Voor 2012 was de overgang naar een meer procesgerichte organisatie een belangrijke opgave. Het idee steeds meer processturing toe te passen, vroeg een andere kijk op het organiseren van werk. Hiervoor is Gemeentebelastingen Drechtsteden een traject gestart, waarbij niet de lijnorganisatie bepalend is voor de aansturing, maar de werkprocessen. Dit heeft vanaf 1 januari 2012 ook geleid tot een compacter managementteam en een meer thematische aanpak van verbeteringen in de productie. De interne keten werd hierdoor sterker en flexibeler. Natuurlijk blijft het de primaire taak middelen binnen te halen om noodzakelijke lokale taken uit te voeren. Dat doen wij mensgericht en met oog voor dienstverlening. Daarnaast zijn we in staat een bijdrage te leveren op het gebied van databeheer en -analyse, dienstverleningsconcepten en financieel-economische vraagstukken Gemeentebelastingen Drechtsteden is een waardevol onderdeel binnen de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden. Als goede dienstverlener richting burgers, bedrijven en instellingen en als goede opdrachtnemer en uitvoerder voor de deelnemende gemeenten binnen de GR-Drechtsteden. Maar ook voor de andere entiteiten binnen het netwerk is Gemeentebelastingen Drechtsteden een betrokken partner. Op 20 december 2012 heeft het Drechtstedenbestuur besloten Gemeentebelastingen Drechtsteden uit te breiden met de afdeling Geo-informatie van het Service Centrum Drechtsteden. Dit samengaan geeft een extra impuls aan de ontwikkeling van de organisatie. Dit proces zal eerst in 2013 worden afgerond. Wat hebben wij daarvoor gedaan? Uit de afzonderlijke verantwoording van de opbrengsten aan de gemeente is begin 2011 een achterstand in de productie geconstateerd. Deze achterstand heeft extra aandacht gekregen en is inmiddels ingelopen. Hiermee hebben wij ook de brongegevens vrijwel geheel op orde. De aanslagen die hieruit voortvloeien zijn vrijwel direct gegenereerd en verzonden. Gemeentebelastingen Drechtsteden heeft dit jaar extra aandacht besteed aan objecten met een groot fiscaal belang. Deze objecten maken deel uit van het project “Top 500”. Dit traject is inmiddels afgesloten en heeft geleid tot een aanmerkelijke versnelling van het opleggen van aanslagen voor het jaar 2013. Als extra uitgevoerde activiteiten in 2012 noemen wij: de ontwikkeling van eigen opleidingstrajecten (GBD-academie) inloopavonden burgers werkzaamheden Bedrijveninvesteringzones (BIZ) leegstandsanalyses integratieactiviteiten afdeling GEO
59
Zowel het tempo van opleggen van aanslagen als de afdoening van bezwaarschriften en kwijtscheldingsverzoeken verlopen conform prestatie-indicatoren. De verantwoording over de belastingopbrengsten en de prestatie-indicatoren geschiedt rechtstreeks aan de afzonderlijke gemeenten. Zowel het tempo van opleggen van aanslagen als de afdoening van bezwaarschriften en kwijtscheldingsverzoeken verlopen conform de navolgende prestatie-indicatoren. Product
Prestatie-indicator
Verzenden gecombineerde aanslagen/WOZ-beschikkingen 2012 persoonshuishoudens
95% voor 1 maart 2012 97% voor 1 april 2012 99% voor 1 mei 2012 100% voor 1 juni 2012
Verzenden overige aanslagen Afdoen verzoeken om kwijtschelding
overeenkomstig wettelijk termijnen 99% binnen 3 maanden na indiening
Afdoen bezwaarschriften
25% binnen 3 maanden na indiening
100% binnen 6 maanden na indiening 100% binnen de wettelijke termijn
De verhouding opbrengsten en nog op te leggen aanslagen vindt u hieronder. (Bedragen x € 1 miljoen) Gemeente Dordrecht
2011 42,2
Hendrik-Ido-Ambacht Papendrecht Sliedrecht Zwijndrecht Totaal *bedrag lager dan € 50.000
Nog op te leggen 2,9
2012
Nog op te leggen 44,1
0,9
9,3
0,2
9,4
0*
10,5
0,7
11,6
0*
7,7
0,2
7,7
0*
17,1
0,5
16,6
0,6
86,8
4,5
89,4
1,5
Wat heeft het gekost? (Bedragen x € 1.000)
Resultaat voor bestemming Mutatie reserves Resultaat na bestemming
Actuele begroting 2012 Lasten Baten Saldo 4.694 4.694 0 0 0 0 4.694 4.694 0
(Bedragen x € 1.000) Toelichting Omschrijving afwijking
Prognose 2012 Lasten Baten Saldo 4.651 4.875 224 0 0 0 4.651 4.875 224
I/S*
Voordeel
Lasten 43 0 43
Nadeel
Afwijking Baten Saldo 181 224 0 0 181 224
Saldo
Gemeente**
Lasten A
Controleactiviteiten
I
25
B C
Minder inhuur dan begroot
I
Lagere last softwareleverancier
I
Subtotaal
0
25
10
0
10
8
0
8
43
0
43
174
Baten D
Dwangbevelen/aanmaningen
I
174
0
Kostenvergoeding Reinigingsrecht
I
7
0
7
Subtotaal
181
0
181
Totaal voor bestemming
224
0
224
224
0
224
Resultaatbestemming Totaal na bestemming
60
Uit de bedrijfsvoering is een voordeel te melden van € 50.000. Dit is lager dan in de 2e Burap is vermeld. In het laatste kwartaal van 2012 heeft er een hogere interne doorbelasting plaatsgevonden (€ 35.000) die niet was begroot.Dit veroorzaakt een lager positief saldo dan voorzien. Toelichting: A. controleactiviteiten hondenbelasting Dit jaar zijn er geen grote aparte controleacties (hondenbelasting, leegstand, precario) uitgevoerd. Het begrote budget is te beperkt om jaarlijks tot volledige controleactie over te gaan. Wij zijn thans een op postcode geënte systematiek aan het ontwikkelen om veel gerichter de noodzakelijke controles toch binnen het beschikbare budget te kunnen uitvoeren. Over deze methode wordt begin volgend jaar overleg gevoerd met de gemeenten. Resultaat is een controlemethodiek die effectief binnen het daarvoor begrote bedrag kan worden uitgevoerd. (€ 25.000) B. Langere lasten softwareleverancier De kosten voor de externe automatisering (Centric) vallen € 8.000 lager uit dan geraamd. Dit jaar is het contract met de leverancier via bureau inkoop herzien. Vooralsnog gaan we voor 2013 uit van eenzelfde last als in 2012 (exclusief indexering). C. Inhuur Tevens melden wij een voordeel op de begrote inhuur 2012. D. Dwangbevelen/aanmaningen Gemeentebelastingen Drechtsteden heeft € 300.000 begroot uit inkomsten dwangbevelen en aanmaningen. In werkelijkheid zijn deze inkomsten in 2012 € 474.000. Het voordeel van € 174.000 is overigens geheel gerelateerd aan de belastingopbrengsten van de gemeenten en is derhalve geen onderdeel van de perceptiekosten. Dit bedrag kan, in navolging van vorige jaren, derhalve naar rato van de kostenverdeelsystematiek teruggestort worden naar de deelnemers. Vanwege het risico, dat niet alle vorderingen ook worden binnengehaald, is een voorziening getroffen bij de vaststelling van de jaarrekening 2011. Deze voorziening behoeft niet te worden aangepast. In de 2e bestuursrapportage 2013 zullen we melden of de effecten van de huidige economische situatie op invordering van heffingen en belastingen zodanig is dat eventuele extra inzet vanuit de hogere inkomsten noodzakelijk is.
61
2.9 Algemene dekkingsmiddelen (Bedragen x € 1.000)
Resultaat voor bestemming Mutatie reserves Resultaat na bestemming
Actuele begroting 2012 Lasten Baten Saldo 100 150 50 0 0 0 100 150 50
Realisatie 2012 Lasten Baten Saldo 98 353 254 0 0 0 98 353 254
Lasten 2 0 2
Afwijking Baten Saldo 202 204 0 0 202 204
Resultaatanalyse (Bedragen x € 1.000) Toelichting Omschrijving afwijking Lasten A Lagere toegerekende rente Subtotaal
B C
I/S*
Baten Rente Resultaat gemeenschappelijke kosten Subtotaal
Voordeel
I
2 2
I
312
Totaal voor bestemming Resultaatbestemming Totaal na bestemming
Nadeel
Saldo
Gemeente** 2 2
312
-60 -60
312 -60 252
254 0 254
0 0 0
254 0 254
Toelichting: A) Lagere toegerekende rente De toegerekende rente aan de reserves lager uitgevallen dan was begroot. (Bedragen x € 1.000)
BWS reserve Manden Maken FES Totaal
Begrote toegerekende rente 30 23 47 100
Werkelijke toegerekende rente 21 28 49 98
Afwijking -9 5 2 -2
B) Rente Het resultaat op de rente betreft het rentebestanddeel van de kapitaallasten minus de rentelasten op de liquide middelen. Om het rentebestanddeel van de kapitaallasten te kunnen berekenen wordt er gerekend met een rekenrente van 4% (conform financiële kadernota). Dit rentebestanddeel bedroeg in 2012 € 1.515.745. In 2011 is er een langlopende lening aangetrokken ter hoogte van € 35 miljoen tegen een rente van 2,578%. Dit brengt voor 2012 een rentelast van € 810.340 met zich mee. Naast deze rentelast bedroeg de rente op de kortlopende financiering € 104.202. Onderdeel van de rentelasten is het negatief renteresultaat op de BWS subsidie van € 70.665. De inkomende BWS subsidies zijn in 2009 door het Rijk afgekocht, waarbij toekomstige geldstromen contact zijn gemaakt tegen 4% rente. De rente die dit jaar feitelijk wordt gerealiseerd op de uitgezette middelen is echter slechts ongeveer 2%, zodat hier een negatief rente resultaat ontstaat. Als gevolg van het aanpassen van de rekenrente (van 5% naar 4% in 2012) is er voor het SCD een nadeel ontstaan op de rente. Hiervoor heeft het SCD, conform de begroting, een compensatie ter hoogte van € 200.000 ontvangen. C) Resultaat gemeenschappelijke kosten Het resultaat op gemeenschappelijke kosten is met name ontstaan doordat de gemeente Dordrecht energiefacturen uit de jaren 2008 – 2010 in rekening heeft gebracht.
62
3. Verplichte paragrafen 3.1 Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen geeft de relatie aan tussen de risico’s waar geen maatregelen voor zijn getroffen en de capaciteit die de GRD heeft om die niet begrote kosten op te kunnen vangen. In feite kan het weerstandsvermogen worden omschreven als de mate waarin de GRD in staat is om omvangrijke tegenvallers op te kunnen vangen binnen de eigen begroting zonder dat het beleid behoeft te worden aangepast. De weerstandscapaciteit dient dus om de continuïteit van de GRD te waarborgen. Reguliere risico’s maken geen deel uit van de risico’s die zijn opgenomen in deze paragraaf. Dit omdat hiervoor verzekeringen kunnen worden afgesloten dan wel door middel van het treffen van een voorziening ondervangen kunnen worden. De capaciteit waarover de GRD beschikt om risico’s te kunnen afdekken zijn reserves en eventuele bezuinigingsmogelijkheden. In de nota reserves en weerstandscapaciteit van de GRD zijn de uitgangspunten neergelegd over de omvang van de benodigde reserves. Het uitgangspunt hierbij is dat elke GRD-dochter, naast eventuele programmareserves, over een exploitatiereserve beschikt van maximaal 3% van de totale apparaatskosten, waarbij een minimum van € 100.000 wordt gehanteerd. Naast deze reserve is er een beperkte algemene reserve waarvan het maximum op € 500.000 is gesteld. In onderstaande tabel is de ontwikkeling van de exploitatiereserves van de GRD-dochters en de algemene reserve weergegeven. In hoofdstuk 4 (pagina 89) zijn alle reserves van de GRD nader toegelicht. (Bedragen x € 1.000) 2008 BDS 0 SDD 710 IBD 100 SCD 201 OCD 0 GBD 0 Alg. reserve 300 Totaal 1.311
2009 0 394 100 1 0 0 -847 -352
2010 0 220 100 335 0 40 0 695
2011 4 250 129 306 100 140 185 1.114
2012 113 250 0 3 100 164 84 714
Uit bovenstaande tabel valt op te maken dat de exploitatiereserve en de algemene reserve zijn afgenomen. Dit kan ertoe leiden dat een dochter niet in staat is om een risico’s zelf op te vangen met als gevolg dat eigenaren bij moeten springen.
Openstaande risico’s
Dochter BDS (nieuw)
BDS (nieuw)
BDS
Omschrijving Mobiliteitsmanagement, de omschakeling van “zakelijk, Slim, Mobiel” naar Beter Benutten.
Kans Laag
Project Walstroom; de exploitatieramingen worden geactualiseerd aan de hand van de resultaten 2012, het eerste jaar volledige exploitatie. Eerste inzicht is dat de kosten hoger en de baten later zijn, en dat er grote kans is op een exploitatietekort in 2013.
Groot
Onderbrengen kosten coördinatie en toezicht ROMD bij ROM-D
Gemiddeld tot groot
Impact € 101.000
€ 50.000
Opmerking en sturing Er worden begin 2013 met het rijk afspraken gemaakt over verlenging van de overeenkomst, en op dekking van het verschil tussen de bestede rijks- en de bestede eigen middelen.
Baten worden zo hoog mogelijk gehouden door handhaving te vergroten en mogelijkheden tot verhoging van de tarieven te verkennen. Kosten worden zo laag mogelijk gehouden door de exploitatie zo efficiënt mogelijk te organiseren.
€ 100.000
De afspraken hierover zijn nog niet definitief.
63
IBD
IBD
SCD
Opdrachtenstroom vanuit de klantorganisaties
Restant oud verlof
Groot
Gemiddeld
Groot
Gemiddeld
Ontvlechtingen GR‘en ZHZ
Groot
Groot
OCD
Vraag uitval
Groot
Gemiddeld
GRD
WW boventalligen
Groot
Groot
GRD
Arbeidsrechtelijk conflict
Laag
Groot
Nieuw
Het grootste risico van het Ingenieursbureau is dat de eigenaren zich niet aan de gemaakte afspraken met betrekking tot de garant gestelde omzet houden. Voor wat betreft het jaar 2013 zijn er betere overzichten verstrekt door de aangesloten partijen. Ook dit jaar is het oud verlof toegenomen met 800 uur. Dit betekent uiteraard wel extra productieve uren voor 2012.Toch begint het saldo rest verlof 2012 (nu bijna 4000 uur) een exploitatierisico te vormen voor de komende jaren. Mocht dit verlof in 2013 opgenomen worden dan ontstaat er een exploitatiegat van € 300.000. Het IBD heeft in 2012 een positief resultaat van € 229.000. Door het positieve resultaat toe te voegen aan de exploitatiereserve van het IBD kunnen eventuele schommelingen in het resultaat als gevolg van opname van oud verlof worden opgevangen. In de eerste en tweede burap van 2012 is de nieuwe relatie met de GR-en ZHZ omschreven. De gevolgen waren eind 2012 nog niet volledig in beeld. De ontvlechtingen van de GR-en leiden tot aanpassing van de begroting 2013. De jaarlijkse bijdrage door de GR’en is verlaagd. Het is nog de vraag of de ontvangen frictievergoeding voldoende is om alle (structurele) kosten die (moeten) doorlopen te kunnen e dekken. Bij de 1 burap 2013 wordt dit in beeld gebracht. Gezien de bezuinigingsopgaven bij gemeenten, blijft een afnemende interne opdrachtenportefeuille een risico voor het OCD. In de loop van 2014 zal het sociaal plan eindigen voor de medewerkers die bovenformatief zijn geplaatst. Vanaf dat moment zullen er kosten gaan ontstaan in verband met de WW. Om hoeveel medewerkers het zal gaan en wat dit zal gaan kosten is lastig aan te geven. Dit omdat de uitstroom van medewerkers lastig is in te schatten en de onzekerheid rondom de wetgeving van de WW. De WW is deels meegenomen in de voorziening die is gevormd om de frictiekosten op te vangen. De totale voorziening bedraagt € 5,0 miljoen. Niet in de voorziening zijn opgenomen de verplichtingen met een gelijkblijvende kasstroom over de jaren 2014 t/m 2018, met een bedrag van € 2,6 miljoen. Een medewerker is ontslag opgelegd. Als uitvloeisel van dat besluit loopt er een gerechtelijke procedure. Mocht de medewerker in het gelijk worden gesteld, leidt dat met terugwerkende kracht tot salarisverplichtingen.
Afgeronde risico’s Dochter
Omschrijving risico
BDS
Externe middelen / subsidies
BDS
Ruimtelijke Visie Lange Termijn. Geen geld geraamd in Werkprogramma 2012 voor fysiek product Regionale structuurvisie, noch voor communicatie etc.
SCD
64
Transitiekosten meerjarig
Afronding Er zijn maatregelen genomen om te voorkomen dat externe middelen niet binnen komen of niet maximaal worden uitgenut. Enerzijds zijn dit administratieve maatregelen, maar anderzijds zullen geen verplichtingen of uitgaven worden aangegaan als nog niet de definitieve bevestiging voor ontvangst van deze middelen is verkregen. Ook de sturing op termijnen bij de subsidieontvangers zal worden verbeterd.
Er zijn de komende jaren aanzienlijke transitiekosten (totaal GRD € 8 miljoen). Door een goed functionerende uitstroomorganisatie willen we deze zoveel mogelijk beperken. Het zal echter niet mogelijk zijn deze kosten volledig terug te dringen. Bij deze jaarrekening wordt een voorziening gevormd om deze kosten de komende jaren te dekken.
SCD
De ICT-projectorganisatie is opgeheven en per 31-12-2011 door het CIO office aan het SCD overgedragen. We constateren nu echter diverse knelpunten die financiële consequenties hebben. Continuïteitsrisico’s in de ICTdienstverlening. Van incident gedreven naar pro-actieve organisatie.
Toenemende druk op informatie beveiliging SCD
SCD
Het realiseren van de GRD-taakstelling hangt af van de resultaten van de procesdoorlichting.
In de eerste en de tweede burap is aangegeven dat er nog consequenties waren van het overhevelen van het programma IP&A naar het SCD (per 1-1-2012). Er waren 231 restpunten nog op te lossen om het GRID goed te laten functioneren. Dit zijn punten zoals nog te migreren applicaties, aan te passen hardware en inrichting van verbindingen in het kader van de overgang van de oude omgeving (legacy) naar GRID. Naar verwachting zijn alle punten half 2013 afgerond. Daarnaast zijn de ICT-processen doorgelicht en zijn alle delen van de ICT bekeken, zodat uiteindelijk een toekomst vaste afdeling ontstaat. Naast de personele bezetting is ook gekeken naar de materiële component. De punten zijn opgevangen in het ICT Transitieplan. Er worden vanuit wet en regelgeving nieuwe eisen gesteld aan informatiebeveiliging. Op dit moment wordt door IAB onderzocht wat de consequenties hiervan zijn, en welke maatregelen genomen moeten worden. Deze extra maatregelen worden gekwantificeerd. Het is denkbaar dat deze maatregelen extra kosten met zich meebrengen. Informatiebeveiliging is opgenomen in het ICT Transitieplan. Het veranderproces van het SCD (onderdeel van het Realisatieplan) heeft gedurende geheel 2012 plaatsgevonden. Alle fijnstructuren zijn dit jaar afgerond. De verwachting is dat we met de uitvoering van het volledige Realisatieplan de taakstelling, maar zeker ook de kwaliteitsdoelstellingen meerjarig ondersteunen. Wel zullen er in 2013 nog veranderkosten zijn. Deze worden zoveel mogelijk intern e opgevangen. In de 1 burap 2013 worden deze verantwoord.
3.2 Bedrijfsvoering 3.2.1. Dienstverlening Sociale Dienst Drechtsteden Onze dienstverlening op het gebied van Werk en Inkomen is ingericht aan de hand van de visie op Partner in Zelfstandigheid (PinZ). Deze dienstverlening is ingericht aan de hand van Click, Call, Face waarbij dienstverlening via internet en telefonische dienstverlening, evenals collectieve benadering van klanten in workshops, meer en meer de plaats innemen van 1-op-1 contacten. De kwaliteit van onze dienstverlening aan klanten is in 2012 twee maal gemeten door middel van een Klanttevredenheidsonderzoek en een Performance Audit Klantcontacten. Resultaten klanttevredenheidsonderzoek Het algehele waarderingscijfer van de klanten voor de dienstverlening van Werk en Inkomen is een 7,0 geworden. Dit is een lichte verbetering ten opzichte van het waarderingscijfer in 2010: een 6,9. Bij het in 2012 gehouden klanttevredenheidsonderzoek (KTO) is bij de klanten getoetst in welke mate we erin zijn geslaagd om ons op de aandachtspunten uit het vorige KTO door te ontwikkelen en te verbeteren. Dit zijn de speerpunten die naar aanleiding van de implementatie van PinZ zijn benoemd: Ontwikkeling tevredenheid over de dienstverlening van de SDD 2012 t.o.v. 2010 Telefonische dienstverlening Bereikbaarheid Bruikbaarheid van het antwoord Bezoek aan de balie Ontvangst aan de Balie Maken van een afspraak Wachttijd Persoonlijk contact met medewerker Deskundigheid medewerker Nakomen van afspraken Bruikbaarheid van het antwoord
Tevreden in 2012
Tevreden in 2010
74% 71%
55% 68%
89% 80% 65%
82% 80% 60%
73% 74% 68%
68% 74% 71%
65
Op bijna alle aspecten is de SDD verbeterd ten opzichte van 2010. Op een enkel punt is de waardering gelijk gebleven. Op het onderdeel bruikbaarheid van het antwoord in het persoonlijk contact met een medewerker is de tevredenheid iets teruggelopen. De tevredenheid over de telefonische bereikbaarheid is ten opzichte van het onderzoek in 2010 enorm toegenomen van 55% tevreden klanten naar 74% tevreden klanten. In 2012 is de dienstverlening in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning voorbereid volgens het innovatieprogramma Partner in Zelfstandigheid (PinZ) en zal in 2013 als zodanig worden ingericht. Er heeft in 2012 wel een klanttevredenheidsonderzoek plaatsgevonden ten aanzien van de Wmo. De waardering voor de Wmo is op gemiddeld een 7,3 uitgekomen. Klanten zijn het meest tevreden over de tijd die er voor hen wordt genomen door de medewerkers bij aanvragen. Klanten zijn nog steeds het minst tevreden over het collectief vervoer, vooral wat betreft de wacht- en omrijdtijden. In de aanbesteding collectief vervoer 1ste helft 2013 zal extra aandacht worden besteed om betere afspraken te maken over de wacht- en omrijdtijden. Het waarderingscijfer voor de algehele dienstverlening van de SDD op basis van een gewogen gemiddelde van de 2 genoemde cijfers bedraagt een 7,2. Resultaten Performance Audit Klantcontacten Quality Support heeft in de periode juli tot en met september 2012 een Performance Audit Klantcontacten uitgevoerd. De doelstellingen van dit onderzoek is objectief te onderzoeken hoe het is gesteld met de kwaliteit van de klantcontacten en de consistentie hiervan over de verschillende klantcontactkanalen in zowel kwantitatieve als kwalitatieve zin. Quality Support heeft gedurende een periode van 6 weken een onderzoek uitgevoerd. Dit onderzoek is uitgevoerd door middel van mystery calling: de medewerkers van Quality Support kruipen bij wijze van spreken in de huid van de klant, benaderen de organisatie en stellen vervolgens objectief en gestructureerd vast wat er gebeurt. Gemiddeld scoort de SDD ook hier een 7,2 voor de kwaliteit van haar dienstverlening Klachten De doelstelling (servicenorm) is dat 100% van alle klachten binnen de wettelijke termijn van 6 weken wordt afgehandeld. Wanneer een klacht om goede redenen niet binnen deze termijn kan worden afgehandeld, kan de termijn met maximaal 4 weken worden verlengd. Wanneer de klacht vervolgens binnen de termijn van 10 weken wordt afgehandeld na binnenkomst, wordt dit als tijdig beoordeeld. Deze doelstelling is niet gehaald. 16 van de 180 klachten (9%) zijn te laat afgehandeld In 2013 hebben we maatregelen getroffen om alle klachten binnen de termijn af te handelen. Na de explosieve groei van het aantal klachten in 2011 ten opzichte van 2010 (van 71 naar 169), is het aantal klachten dat in 2012 is ingediend licht vrijwel gelijk gebleven met 179 klachten. De aard van de klachten is ten opzichte van 2011 niet veranderd. Het aantal bejegeningsklachten is in 2012 op hetzelfde niveau als in 2011, namelijk 21%. De overige klachten hadden betrekking op de wijze waarop onze dienstverlening is ingericht en uitgevoerd. 40,0% van de afgehandelde klachten is geheel of gedeeltelijk gegrond. Dit is een lichte stijging ten opzichte van 2011 (38,4%). Afgehandeld 180
Geheel of gedeeltelijk gegrond 72
Ongegrond 77
Ingetrokken 31
Bezwaarschriften De informatie uit de behandeling van bezwaarschriften wordt gebruikt om de dienstverlening te verbeteren en in de toekomst onnodige procedures te voorkomen. De behandeling is primair oplossingsgericht en pas in tweede instantie op juridische aspecten. Van alle bezwaarprocedures vond in alle gevallen de behandeling binnen de wettelijke termijn van 12 weken plaats.
66
Ontvangen
Afgehandeld
Geheel of gedeeltelijk gegrond
1.027
1.018
82
Herziening als gevolg van bezwaar 203
Ongegrond
Nietontvankelijk
Ingetrokken
598
76
59
Servicecentrum Drechtsteden Uit het evaluatieonderzoek van PwC uit 2011 en de resultaten van het MTO 2011 en het KTO 2010 is een aantal verbetermogelijkheden voor het SCD naar voren gekomen ten aanzien van klantbewustzijn, klantgerichte houding en klantcommunicatie. In 2012 hebben we vervolgens alle processen doorgelicht op kwaliteit, efficiency en noodzaak. De nieuwe fijnstructuur van elke afdeling is met de klantorganisaties besproken. Het veranderproces moet enerzijds leiden tot verbetering van de dienstverlening en draagt anderzijds bij aan het realiseren van de taakstelling. In 2012 hebben we verder voorbereidingen getroffen om in 2013 onze prestaties voortdurend te gaan monitoren. Bij onze partners gaan we dit doen aan de hand van het klanttevredenheidsonderzoek. Binnen onze eigen organisatie door het bewaken van prestatie-indicatoren en met behulp van het medewerkertevredenheidsonderzoek. Via de benchmarkmethode zetten we onze prestaties af tegen die van vergelijkbare organisaties. Daarnaast bewaken en versterken we de kwaliteit van onze beleidsen adviestaken met behulp van evaluaties en audits. Klantorganisaties worden hierover in 2013 nog nader geïnformeerd. Onderzoekcentrum Drechtsteden Het OCD is klantgericht in haar dienstverlening en denkt mee met haar klanten. Klanttevredenheidonderzoek is inmiddels een vast onderdeel van het kwaliteitssysteem. Na afronding van een onderzoek, sturen we de opdrachtgever via de mail een korte vragenlijst waarin we vragen naar zijn/haar tevredenheid met de voorbereiding, de uitvoering en het inhoudelijk resultaat van het onderzoek en met het eindproduct. In 2012 kregen we een gemiddeld rapportcijfer van 7,6 voor onze dienstverlening.
3.2.2. Resultaten taakstellingen Hier wordt de stand van zaken ingevuld van de resultaten van taakstelling. (Bedragen x € 1.000)
Dochter BDS SDD IBD SCD GBD OCD Totaal
2011 300 757 290 302 251 100 2.000
2012 400 1.089 312 1.043 516 140 3.500
2013 400 1.543 346 1.554 516 140 4.500
2014 400 1.992 446 2.006 516 140 5.500
2015 400 2.216 496 2.231 516 140 6.000
(Bedragen x € 1.000)
Dochter BDS SDD IBD SCD GBD OCD Totaal
Taakstelling 2012 400 1.089 152* 1.043 516 140 3.340
Realisatie 400 1.089 381 1.043 516 140 3.569
Afwijking 0 0 229 0 0 0 229
* De taakstelling van het IBD is voor 2012 met € 160.000 verlaagd in verband met de consequenties van de CAO stijging.
67
Toelichting: Bureau Drechtsteden Bureau Drechtsteden heeft de taakstelling van € 400.000 structureel ingevuld door € 200.000 te besparen op personele lasten en daarnaast € 200.000 op de uitvoering van het rMJP en de bedrijfsvoeringbudgetten. Sociale Dienst Drechtsteden De taakstelling ketenkorting en brede doorlichting zijn al bij de begroting 2012 gerealiseerd. Taakstellingen ketenkorting en brede doorlichting tabel 2011 – 2015 (Bedragen x € 1.000) 2011 Ketenkorting Brede doorlichting aandeel SDD
Structureel gerealiseerd per 2011 Incidenteel gerealiseerd
2012
Restant
2014
2015
1.100
1.150
1.150
1.150
1.150
7.57
1.089
1.543
1.992
2.216
1.857
2.239
2.693
3.142
3.366
-640
-640
-640
-640
-640
-1.599
-2.053
-2.053
-2.053
-1.857
-2.239
-2.693
-2.693
-2.693
0
0
0
449
673
-1.217
Structureel gerealiseerd Totaal gerealiseerd
2013
Ingenieursbureau Drechtsteden Het IBD geeft aan de taakstelling invulling door deze als een winstdoelstelling neer te zetten. Om deze winstdoelstelling te kunnen halen moet gedacht worden aan hogere productiviteit onder vast personeel, lagere overheadkosten en winst op marktpartijen. Voor 2012 is ruimschoots de winstdoelstelling behaald door lagere overheadkosten, maar met name door een hogere productiviteit (2.700 uur meer ten opzichte van de doelstelling). Deze hogere productiviteit is ontstaan door: - lager ziekteverzuim - 600 uur (4,08% in plaats van begroot 5,0%) - minder verlof opgenomen - 800 uur - minder indirecte uren – (minder opleiding en afdelingsgerichte werkzaamheden ) – 900 uur - meer overwerk – 400 uur Servicecentrum Drechtsteden De taakstelling in 2012 is gerealiseerd door een vermindering van het personeelsbestand en de hiermee samenhangende personeelsstop (zie bezetting). Een (klein) deel van de taakstelling is ook gerealiseerd door te bezuinigen op de materiële uitgaven. De vermindering van personeel leidt wel tot transitiekosten door de boventalligheid van personeel. Gemeentebelastingen Drechtsteden De ambities, ontwikkelingen en nieuwe bedrijfsvoeringaspecten komen vooral tot uitdrukking in de vijf speerpunten zoals Gemeentebelastingen Drechtsteden die in haar plan voor de bijdrage aan de Brede Doorlichting heeft opgenomen. Standaardisering en bundeling van werkprocessen dienen zorg te dragen voor verbetering van de doelmatigheid en doeltreffendheid van het werk van Gemeentebelastingen Drechtsteden. Effecten van deze speerpunten zijn ingebracht in het proces van de Brede Doorlichting van de Gemeenschappelijke regeling Drechtsteden. Onderzoekcentrum Drechtsteden De doelstelling was door op de externe markt omzet (10% van de totale omzet) te genereren waardoor de taakstelling ingevuld kon worden. Aangezien 3% van de omzet (€ 40.000) op de externe markt is behaald, is deze doelstelling deels gerealiseerd. Door middel van het verlagen van de kosten (€ 100.000) heeft het OCD het restant van de taakstelling ingevuld.
68
3.2.3 Frictiekosten In de afgelopen twee jaar heeft er bij een aantal dochters van de GRD een reorganisatie plaatsgevonden. Bij zowel de SDD als het SCD heeft dit ertoe geleid dat medewerkers bovenformatief zijn geplaatst. Dit heeft ertoe geleidt dat er frictiekosten zijn ontstaan. Hieronder de ontwikkelingen van het aantal bovenformatieven inzichtelijk gemaakt. Beginsituatie Instroom Uitstroom Saldo e
0
24
1
23
e
23
11
3
31
e
31
10
2
39
e
39
3
7
35
1 kwartaal 2012 2 kwartaal 2012 3 kwartaal 2012 4 kwartaal 2012
De frictiekosten voor 2012 bedroegen ongeveer € 2,1 miljoen (€ 1,1 miljoen voor het SDD en € 1,0 miljoen voor het SCD). Voor de doorlopende kosten van die medewerkers in 2013 en volgende jaren is er een voorziening gevormd. De maximale frictiekosten zijn in onderstaande tabel weergegeven. (Bedragen x € 1.000)
SDD SCD Re-integratiekosten Totaal
Loonkosten 905 3.838
WW-verplichting 1.540 1.660
4.743
3.200
Totaal 2.445 4.498 695 7.638
Voorziening 1.413 3.550 4.963
Deze kosten zijn bepaald door per medewerker een inschatting te maken van de uitstroomdatum op basis van leeftijd, opleiding en lopende afspraken. Er is beperkt rekening gehouden met inkomsten uit detacheringen. Om de frictiekosten te beperken is en worden maatregelen genomen het volume van de boventalligheid te verlagen en boventallige medewerkers weer naar (nieuw) werk toe te leiden: - flexibiliteit en mobiliteit stimuleren en organiseren; - belemmeringen weg te nemen (bv met een uniforme detacheringsovereenkomst) - strategische personeelsplanning: in kaart brengen van kwaliteit en kwantiteit - realiseren van een regionale marktplaats voor het matchen van klussen/functies/taken en beschikbare capaciteit en kwaliteit Dit zijn regionale inspanningen vanuit het goed regionaal werkgeverschap, mede gericht op beperken van boventalligheid en frictiekosten. Ervaring en verwachting is dat deze inspanningen tot een aanzienlijk daling van het aantal boventalligen leidt. Om de frictiekosten op te vangen is een voorziening gevormd van € 5,0 miljoen. Niet in de voorziening zijn opgenomen de verplichtingen met een gelijkblijvende kasstroom over de jaren 2014 tm 2018, met een bedrag van € 2,6 miljoen. 3.2.4. Personeel Formatie GRD In onderstaande tabel is de begrote formatie en de bezetting van de GRD weergegeven. BDS SDD IBD SCD GBD OCD Totaal
Begroot 32,1 259,5 77,0 367,4 46,0 14,6 796,6
Bezetting 33,3 252,4 66,3 343 45,8 14,0 754,8
Afwijking 1,2 -7,1 -10,7 -24,4 -0,2 -0,6 -41,8
69
Toelichting Bij twee dochters van de GRD is een grote afwijking zichtbaar. Bij het Ingenieursbureau is bewust gekozen om de toegestane formatie niet volledig te bezetten met vast personeel. Dit om flexibel in te kunnen spelen op de vraag van de klantorganisaties. Daarnaast is bij het Servicecentrum Drechtsteden sprake van een lagere bezetting. Deze lagere bezetting is het gevolg van de ingezette reorganisatie en is gerealiseerd door: Vacaturestop: in 2012 is een vacaturestop ingevoerd in verband met de lopende organisatieveranderingen en in het kader van kostenbesparing; Transitie: in de plannen van de fijnstructuur / transitie zijn inmiddels een aantal medewerkers boventallig verklaard. een aantal medewerkers is geplaatst bij een andere organisatie; Natuurlijke uitstroom: een aantal medewerkers is met pensioen gegaan of is elders gaan werken; Regio ZHZ: er zijn medewerkers overgenomen door de drie GR’en als gevolg van de ontvlechting. Hierdoor nemen de frictiekosten af. Inhuur De afgelopen jaren heeft de inhuur van externen een behoorlijke daling laten zien. In 2009 werd voor ruim € 25 miljoen ingehuurd. De totale inhuur voor 2010 bedroeg € 21 miljoen. In 2011 is de inhuur ten opzichte van 2010 gedaald met € 7 miljoen tot € 14 miljoen .De totale inhuur voor 2012 bedroeg ongeveer € 8,1 miljoen. De begrote inhuur voor 2012 bedroeg € 6 miljoen. In onderstaande grafiek is het verloop van de inhuur over de jaren 2009 tot en met 2012 weergegeven . Verloop inhuur externen GRD (x € 1 miljoen) 30
25
20
15
10
5
0 2009
2010
2011
2012
In onderstaande taart diagram is de inhuur voor 2012 uitgesplitst naar de dochters. I n h uu r pe r d oc h t e r ( x € 1. 0 0 0 )
5.820 BDS 65 91
IBD SCD
292 719
SDD
GBD 26
OCD
1.181
De afwijking tussen van de begrote inhuur en de daadwerkelijke inhuur is het gevolg van hogere inhuur bij het Ingenieursbureau (€ 1 miljoen meer dan begroot) en het Servicecentrum (€ 1,3 miljoen meer dan begroot).
70
De inhuur bij het Ingenieursbureau Drechtsteden bedraagt in 2012 ongeveer € 1,2 miljoen. Dit is zoals verwacht bijna 50 % minder dan in 2011 (€ 2,0 miljoen). Inhuur is voor het Ingenieursbureau een noodzaak. Hiermee is het mogelijk om snel in te kunnen spelen op incidentele vragen van onze klanten. Toch is er in 2011 gestart met het vervangen van ingehuurde medewerkers door vaste medewerkers. Dat heeft geleid tot lagere inhuurlasten voor 2012. Sinds 2009 zijn de inhuurkosten gedaald bij het Servicecentrum Drechtsteden. Bedroegen deze in 2009 nog € 8,2 miljoen, in 2012 was dat afgerond € 5,8 miljoen. Inhuur vond onder meer plaats voor het invullen van tijdelijke formatie, het uitvoeren van dienstverleningsovereenkomsten met tijdelijke financiering en voor het aantrekken van specifieke expertise. Verder is in 2012 capaciteit ingehuurd voor de transitie van het SCD. Voorts zijn er voor de afdeling ICT extra inhuur kosten gemaakt in verband met het langer operationeel houden van systemen (legacy) en maatregelen ten aanzien van een goed functionerende ICT omgeving. Ziekteverzuim In onderstaand overzicht ziet u de verzuimcijfers 2012 per dochter, verdeeld in drie categorieën. Onderdeel (aantallen in % van pers.bestand)
Norm Verzuim 2012 Kort (1-7 dg) Middellang (8-42 dg) Langdurig (>42 dg)
GRD totaal 5,10 5,67 0,93 0,91 3,84
BDS
SDD
IBD
SCD
OCD
GBD
4,00 3,59 0,97 0,77 2,00
5,00 6,75 0,75 0,87 5,14
5,00 3,69 1,34 1,53 0,82
5,50 5,64 0,96 0,81 3,88
4,00 1,92 1,07 0,85 0,00
5,00 4,93 1,07 1,14 2,73
Toelichting op ziekteverzuim Uit bovenstaande cijfers concluderen wij dat de hoogte van het ziekteverzuim met name bepaald wordt door langdurig zieken. Het kortdurig ziekteverzuim is een aanzienlijk lager. Dat is ook het verzuim waarop vanuit het management van onze organisaties gestuurd kan worden. Verder kan worden opgemerkt dat het ziekteverzuim hoger is bij de dochterorganisaties waar grootschalige reorganisaties hebben plaatsgevonden c.q. plaatsvinden. Dit is verklaarbaar omdat perioden van onzekerheid bij medewerkers voor spanningen zorgen, die kunnen leiden tot hoger verzuim. Ons bestuur en management staan voor een goed samenspel tussen organisatie en medewerkers. Dit is voor ons een belangrijke pijler. Wij willen stimuleren dat medewerkers positief in de organisatie staan en zien het als onze opgave om de voorwaarden te scheppen om goed en prettig te kunnen werken. Wet openbaarmaking uit publieke middelen gefinancierde topinkomens (WOPT) De wet WOPT verplicht gemeenten en andere met publieke middelen gefinancierde organisaties een maatschappelijke verantwoording te doen over de bezoldiging van personen in loondienst die en hogere beloning ontvangen dan het gemiddelde belastbare loon van ministers. Binnen de GRD is er geen sprake van beloningen in het boekjaar 2012 die het WOPT-grensbedrag (€ 194.000) overschrijden. 3.2.5. Opvolging bevindingen accountant In 2012 is er een flinke inhaalslag gemaakt met het oppakken van adviezen die de accountant heeft afgegeven bij de interim en jaarrekening controles in de voorgaande jaren. Ook de accountant heeft dit gezien en opgenomen in de management letter van 2012. In 2012 stonden er nog 39 adviezen die door de accountant zijn uitgebracht open. Hiervan zijn 29 adviezen opgepakt, vijf adviezen zijn opgepakt in 2012 zullen worden afgerond in 2013 en de resterende vijf adviezen zijn tijdens de jaarrekening. Van de uitgebrachte adviezen bij de interim controle van 2012 zijn zes van de tien adviezen direct opgepakt en in de processen verwerkt. Twee van deze adviezen zullen in 2013 worden opgepakt en worden afgrond. De resterende twee adviezen zijn tijdens het jaarrekeningproces opgepakt.
3.3 Onderhoud kapitaalgoederen
71
De kapitaalgoederen van de GRD bestaan voor het grootste gedeelte uit ICT. Hier wordt dan ook doorlopend in geïnvesteerd. In 2011 zijn alle klantorganisaties van het SCD aangesloten op de regionale ICT-infrastructuur GRID. Het SCD exploiteert deze infrastructuur en stelt deze beschikbaar aan de deelnemende gemeenten, de regio Zuid-Holland Zuid, en de GR Drechtsteden zelf. De jaarlijkse kapitaal- en onderhoudslasten zijn in het begrotingsprogramma van het SCD verwerkt. Daarnaast heeft de GR Drechtsteden kapitaalgoederen in de vorm van investering in de kantoorpanden die worden gebruikt voor huisvesting van de dochters. GRD heeft voor die panden met de eigenaar, de gemeente Dordrecht, een huurcontract voor de periode van 15 jaar afgesloten. De jaarlijkse kapitaal- en onderhoudslasten worden op basis van het aantal formatieplaatsen omgeslagen naar de gebruikers van de panden waardoor deze zijn opgenomen in de begrotingsprogramma’s van desbetreffende GRD-dochters. Voor onderhoud van de kantoorpanden zijn meerjarige onderhoudsplannen opgesteld. Deze hebben een looptijd van 15 jaar en vormen de basis voor het uitvoeren van preventief onderhoud. De Drechtraad heeft in de vergadering van december 2008 de notitie activeren en afschrijving vastgesteld. In de notitie is vastgesteld wanneer activa worden gevormd en op welke wijze afschrijvingen plaatsvinden en met welke termijnen.
3.4 Financiering Algemeen In de Wet financiering decentrale overheden (Wet fido) is bepaald dat decentrale overheden een financieringsparagraaf moeten opnemen in zowel de begroting als in de jaarrekening. In de thans voorliggende jaarrekeningparagraaf wordt verantwoording afgelegd over de uitvoering van het beleid op het gebied van treasury. Hierbij wordt onder andere ingegaan op de manier waarop de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden met het aantrekken en uitzetten van geld is omgegaan, zowel op korte als op langere termijn. Tevens worden de risico’s in beeld gebracht alsmede de eventueel genomen maatregelen om deze risico’s te beheersen. Interne ontwikkelingen Sinds april 2008 wordt de advisering over en de uitvoering van de financieringstaken van de GRD verzorgd vanuit het Servicecentrum Drechtsteden. Met uitzondering van enkele activiteiten die specifiek (onder)gemandateerd zijn, zoals het opnemen van kortlopende leningen, liggen de beslissingsbevoegdheden doorgaans op het niveau van de Algemeen Directeur van de GRD of het Drechtstedenbestuur. De toedeling van dergelijke bevoegdheden (wie autoriseert, wie voert uit) is vastgelegd in het Financieringsstatuut van de GRD. Zie hiervoor verderop in deze paragraaf onder het kopje Informatievoorziening. Externe ontwikkelingen Economische ontwikkelingen In 2012 heeft zich een nieuwe fase ontvouwd in de internationale financiële crisis. Werd er in 2011 al steeds nadrukkelijker getwijfeld aan kredietwaardigheid van landen, in 2012 kreeg die twijfel, zelfs binnen het ‘eigen’ Eurogebied, tastbaar vorm middels afboekingen op c.q. afwaarderingen van staatsschulden. Ook Nederland heeft te maken met negatieve economische ontwikkelingen. Dit is zichtbaar in een negatieve economische groei in 2012 en toenemende werkloosheid. De hierboven geschetste ontwikkelingen hebben gevolgen gehad voor de rente. De ontwikkeling van de rente gedurende 2012 kan als volgt worden weergegeven:
72
Verloop rentetarieven 2012 10-jaars IRS
3,5%
3-maands Euribor
3,0%
Percentage
2,5% 2,0% 1,5% 1,0% 0,5%
1-jan-13
1-dec-12
1-nov-12
1-okt-12
1-sep-12
1-aug-12
1-jul-12
1-jun-12
1-mei-12
1-apr-12
1-mrt-12
1-feb-12
1-jan-12
0,0%
Datum
Wettelijke ontwikkelingen Wet houdbare overheidsfinanciën (Wet hof) Deze wet regelt de wijze waarop de Nederlandse overheid van plan is de afspraken te implementeren die in Europees verband zijn gemaakt over de ontwikkeling van het EMU-tekort en de schuld van de overheid. De meeste nadruk gaat daarbij uit naar tekortreductie. De leidende gedachte bij deze wetgeving is dat begrotingstekorten van nationale overheden onder meer worden beïnvloed door tekorten bij decentrale overheden. In Europees verband is afgesproken dat het begrotingstekort van de rijksoverheid maximaal 3% van het BBP mag bedragen. Via de Wet hof wordt deze EUbegrotingsrichtlijn vertaald naar een toegestaan tekort voor de gezamenlijke decentrale overheden, de zogenoemde macronorm. Naar verhouding van begrotingstotalen wordt deze macronorm vervolgens herleid tot een tekortnorm per gemeente, de individuele referentiewaarde. Gemeenschappelijke regelingen, zoals de GRD, zullen niet over een eigen referentiewaarde beschikken. Wel dienen zij hun EMU-saldo te bepalen, zijnde een resultaat- c.q. tekortbepaling op kasbasis. De aan de regeling deelnemende gemeenten moeten dit saldo vervolgens in hun eigen EMU-saldo verwerken. Schatkistbankieren In het Begrotingsakkoord 2013 is afgesproken dat decentrale overheden vanaf 2013 (tijdelijke) overschotten aan geldmiddelen verplicht bij het Rijk zullen moeten stallen. Dit wordt aangeduid als schatkistbankieren zonder leenfaciliteit. Het is dus beter om te spreken van schatkistbeleggen. De redenering van het Rijk met betrekking tot Schatkistbankieren luidt dat het aanhouden van overschotten bij het Rijk betekent dat de Nederlandse Staat minder geld hoeft te lenen op de financiële markten, hetgeen een voordelig effect geeft op de staatsschuld. De autonomie van decentrale overheden met betrekking tot de wijze waarop zij met hun overtollige middelen wensen om te gaan wordt met het Schatkistbankieren ingeperkt. Bovendien zullen de rendementen op de bij de schatkist gestalde middelen belangrijk lager zijn. Hoewel een wettelijke grondslag ook in dit geval formeel nog niet is vastgesteld, is wel duidelijk dat uiterlijk per 31 december 2013 overtollige geldmiddelen in principe beschikbaar moeten zijn voor de schatkist. De regeling zal een eerbiedigende werking hebben voor middelen die reeds voor 4 juni 2012 in langjarige contracten waren uitgezet. Toegestaan blijft: o dat decentrale overheden een bedrag van 0,75% van het begrotingstotaal (met een maximum van € 2,5 miljoen) binnen de geldende fido-kaders mogen uitzetten. Voor de GRD komt deze grens uit op circa € 2 miljoen. o dat decentrale overheden geld uitlenen aan andere overheden. Financiering Nadat in 2011 reeds een langlopende lening van € 35 miljoen was opgenomen was er in 2012 geen noodzaak om aanvullende financiering aan te trekken. Risicobeheer De belangrijkste financiële risico’s bij de uitvoering van het treasurybeleid zijn de kasgeldlimiet, de renterisico’s en de kredietrisico’s.
73
Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet is het bedrag dat de GRD per jaar maximaal met kort geld mag financieren. Volgens de Wet fido bedraagt deze limiet 8,2% van het totaal van de exploitatiebegroting. Gezien de omvang van de begroting 2012 (€ 272 miljoen) betekende dit dat de GRD haar financiële huishouding voor maximaal circa € 22,3 miljoen met kort geld mocht financieren. Conform voorschrift uit de Wet fido is in bijgaande tabel voor de GRD de spiegeling weergegeven van de kortlopende middelen met de kasgeldlimiet gedurende 2012: (Bedragen x € 1.000)
1e kwartaal
2e kwartaal
3e kwartaal
4e kwartaal
Gemiddeld netto vlottende schuld (+) of gemiddeld netto vlottend overschot (-) Kasgeldlimiet
€ 2.708 € 22.304
€ 3.258€ 22.304
€ 4.095€ 22.304
€ 13.242€ 22.304
Overschrijding kasgeldlimiet Ruimte onder kasgeldlimiet
€ 19.596
€ 25.562
€ 26.399
€ 35.546
Uit de tabel blijkt dat de GRD zeer ruim binnen de kasgeldlimiet heeft geopereerd. Dit betekent echter wel dat de informatie, die in 2011 ten grondslag heeft gelegen aan het opnemen van de eerder genoemde langlopende lening, niet juist is gebleken. Hoewel er in 2011 op grond van de Wet fidobepalingen een noodzaak bestond om financiering aan te trekken, kan op grond van het beeld uit voorgaande tabel de conclusie worden getrokken dat de GRD thans overgefinancierd is. Deze vaststelling benadrukt het belang van goede broninformatie op grond waarvan de treasuryfunctie de financieringbehoefte kan bepalen. Vanwege de overschotssituatie in haar vlottende middelen bestond er gedurende 2012 voor de GRD geen noodzaak om kasgeldleningen op te nemen. Renterisiconorm De renterisiconorm heeft tot doel om binnen de portefeuille aan langlopende leningen een overmatige afhankelijkheid van de rente in een zeker jaar te voorkomen. Om dat te bereiken mag het totaal aan renteherzieningen en aflossingen op grond van deze norm niet meer zijn dan 20% van het begrotingstotaal. Op grond van het eerder in deze paragraaf vermelde begrotingstotaal bedroeg de renterisiconorm van de GRD over 2012 € 54,4 miljoen. Het werkelijke renterisico voor de GRD gedurende 2012 bedroeg € 7 miljoen, zijnde de aflossing op de in 2011 aangetrokken langlopende lening. Dit betekent dat de GRD in 2012 ruim binnen de renterisiconorm heeft geopereerd. Dit wordt ook voor de komende jaren verwacht. Kredietrisico’s De GRD loopt kredietrisico op uitzettingen. Uitzettingen zijn binnen de Wet fido gedefinieerd als verstrekte geldleningen en beleggingen. Per eind 2012 beschikte de GRD over de volgende uitzettingen: (Bedragen x € 1.000)
Omschrijving
Per 1 januari 2012 € € €
Leningen Fiets Privé Lening Stichting Breedband Subtotaal Deposito Landsbanki Voorziening Landsbanki Netto vordering Landsbanki Totaal
Per 31 december 2012
10 229 239
€ 7.222 - € 722
€ € € € 3.542 - € 722
€ 6.500
€ 2.820
€ 6.739
€ 3.036
Naast bovenstaande uitzettingen met een langlopend karakter hield de GRD per eind 2012 een bedrag van ca. € 9,8 miljoen aan op een zakelijke spaarrekening.
74
10 206 216
De ontwikkelingen rond het Landsbanki-dossier zijn gunstig. Bij deze bank was door de GRD in 2008 een 1-maands deposito van € 7 miljoen geplaatst. Na een eerdere toekenning van een uitkeringspreferente status, welke later tot in het hoogste IJslandse rechtscollege werd bevestigd, is in 2012 door de IJslandse curator, de zogenoemde Winding-up Board, een aanvang gemaakt met terugbetalingen. In 2012 heeft de GRD drie betalingen ontvangen, waarmee inmiddels circa 49,8% van de erkende claim is terugbetaald. Dit uitkeringspercentage geldt voor alle Nederlandse overheden die geld bij Landsbanki hadden geplaatst. De erkende claim bestaat uit de hoofdsom inclusief rentevergoeding tot aan 22 april 2009. Wanneer vervolguitkeringen kunnen worden verwacht is niet duidelijk. De GRD loopt geen kredietrisico’s uit verstrekte borgstellingen. Informatievoorziening Op grond van de bepalingen in het Financieringsstatuut beschikt de GRD over een Treasury Comité waaraan ook de portefeuillehouder Financiën deelneemt. In dit overleg kunnen alle aspecten die samenhangen met de uitvoering van de financieringsfunctie aan de orde komen. Conform planning en voorschrift is het Treasury Comité in 2012 tweemaal bijeengeweest. Eén van de belangrijkste en vaste gespreksonderwerpen in dit overleg betreft de liquiditeitenplanning. Met een dergelijke planning wordt, onder andere aan de hand van informatie over investeringen, de financieringsbehoefte van de GRD in kaart gebracht. Deze planning wordt door Treasury opgesteld op grond van uit de organisatie ontvangen informatie. In 2012 is deze planning door het SCD, in nauw overleg met de GRD, nader geactualiseerd waarbij speciale aandacht is uitgegaan naar de kasstromen die voortvloeien uit investeringen uit bevoorschottingen vanuit gemeenten. De planning heeft momenteel een horizon tot eind 2017. Relatiebeheer De Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) is huisbankier van de GRD. Na een door het Servicecentrum Drechtsteden uitgevoerde onderhandeling is begin 2012 een nieuwe Financieringsovereenkomst met de BNG in werking getreden met sterk verbeterde rente- en tariferingscondities. Dit resultaat kon worden bereikt doordat in termen van omzet en volume nadrukkelijk vanuit de Drechtstedengezamenlijkheid is onderhandeld. Naast de BNG houdt de GRD enkele rekeningen aan bij de ABN Amro Bank.
3.5 Verbonden Partijen In 2004 is het Programma ICT in Dordrecht gestart. Eén van de grootste successen van dit programma is de oprichting van Stichting Breedband Drechtsteden. De doelstelling van deze stichting luidt: “het in eigendom verwerven en doen beheren van een glasvezelinfrastructuur in de regio Dordrecht”. Door deze eigen infrastructuur werd beoogd een basis voor samenwerking, synergie, innovatie en kostenefficiency te leggen. In 2006 is Bureau Drechtsteden (destijds nog de subregio Drechtsteden binnen Zuid-Holland Zuid) als deelnemer aan de stichting toegetreden, met een lening van € 350.000. In de afgelopen jaren is het aantal deelnemers en klanten van de SBD zodanig gegroeid dat er in begin 2011 een voorstel is gedaan om de SBD om te vormen naar een nieuwe structuur die professioneler en slagvaardiger is. Dit heeft ertoe geleid dat de stichting is omgevormd tot een stichting administratiekantoor (STAK) die de certificaten van aandelen beheert, met daaronder uitvoering BV’s en een netwerk BV waar het glasvezelnetwerk in eigendom is. Vanuit de GRD is er geen rechtstreekse deelneming in de BV’s. Het percentage van certificaten van aandelen dat op naam van de GRD staat bedraagt ruim 6%. 3.6 Rechtmatigheid In de vergadering van de Drechtraad van maart 2011 is het controleprotocol voor 2011 en 2012 vastgesteld. Op basis van het controleprotocol zijn interne controles uitgevoerd die de accountant uit hoofde van zijn wettelijke taak heeft beoordeeld.
75
Begrotingsrechtmatigheid Het normenkader bij het begrotingscriterium is als volgt: bij de staat van baten en lasten is mogelijk sprake van begrotingsonrechtmatigheid als het totaal van baten of lasten per programma met minimaal € 100.000 is overschreden of onderschreden. bij investeringen is mogelijk sprake van begrotingsonrechtmatigheid als het toegestane investeringsvolume per programma met minimaal € 100.000 of 10% is overschreden. Bij de overschrijdingen dient aangegeven te worden welke van de volgende twaalf soorten van begrotingsonrechtmatigheid aan de orde is. 1. Onjuist programma, product, budget 2. Onjuist begrotingsjaar 3. Extra kosten gedekt door baten c.q. minder baten gecompenseerd door minder kosten 4. Extra kosten of minder baten, tijdig gesignaleerd 5. Extra kosten of minder baten, achteraf onrechtmatig (zoals mutaties algemene uitkering) 6. Extra uitgaven door hogere doorbelasting vanuit de kostenplaatsen 7. Fout in de begroting 8. Extra kosten of minder baten, niet tijdig gesignaleerd 9. Extra kosten of minder baten, opzettelijk stil gehouden 10. Extra investeringen, kosten komen later (afschrijvings- en financieringslast) 11. Extra kosten door niet passende activiteiten 12. Minder kosten, maar te lage passende activiteiten De oorzaken onder 1 tot en met 7 genoemd zijn niet van invloed op de strekking van de controleverklaring. De oorzaken die onder de punten 8 tot en met 12 worden genoemd zijn dat in principe wel en kunnen bij het vaststellen van de jaarrekening alsnog worden goedgekeurd. De tolerantie van onrechtmatigheid is door de Drechtraad bepaald op 1% van de totale lasten. Dit is een bedrag van ruim € 3 miljoen. Uit onderstaande tabel blijkt dat de GR Drechtsteden binnen de gestelde € 3 miljoen blijft. (Bedragen x € 1.000) Resultaat
Onrechtmatig
1
0
Valt binnen tolerantiegrens van € 100.000
Rechtmatig
Bestuur en Staf
-9
0
Valt binnen tolerantiegrens van € 100.000
Rechtmatig
Manden Maken
0
0
Valt binnen tolerantiegrens van € 100.000
Rechtmatig
5.484
0
Participatie; Betreft hier een positief resultaat waardoor het, gezien het protocol, geen invloed heeft op de strekking van de controleverklaring.
Rechtmatig
1.436
0
Wet inburgering; Betreft hier een positief resultaat waardoor het, gezien het protocol, geen invloed heeft op de strekking van de controleverklaring.
Rechtmatig
92
0
WSW; Betreft hier een positief resultaat waardoor het, gezien het protocol, geen invloed heeft op de strekking van de controleverklaring.
Rechtmatig
8.138
0
Inkomensondersteuning; Betreft hier een positief resultaat waardoor het, gezien het protocol, geen invloed heeft op de strekking van de controleverklaring.
Rechtmatig
1.809
0
Minimabeleid; Betreft hier een positief resultaat waardoor het, gezien het protocol, geen invloed heeft op de strekking van de controleverklaring.
Rechtmatig
809
0
WMO huishoudelijke hulp; Betreft hier een positief resultaat waardoor het, gezien het protocol, geen invloed heeft op de strekking van de controleverklaring.
Rechtmatig
Programma Bureau Drechtsteden
Sociale Dienst Drechtsteden
419
76
0
Soort onrechtmatigheid en toelichting
WMO hulpmiddelen; Betreft hier een positief resultaat waardoor het, gezien het protocol, geen invloed heeft
Oordeel
Rechtmatig
op de strekking van de controleverklaring.
Ingenieursbureau Drechtsteden
Servicecentrum Drechtsteden
Gemeentebelastingen Drechtsteden
Onderzoekcentrum Drechtsteden
Algemene dekkingmiddelen
Totaal
344
0
Budgetadvies en schuldbemiddeling; Betreft hier een positief resultaat waardoor het, gezien het protocol, geen invloed heeft op de strekking van de controleverklaring.
Rechtmatig
229
0
Betreft hier een positief resultaat waardoor het, gezien het protocol, geen invloed heeft op de strekking van de controleverklaring.
Rechtmatig
94
0
Betreft hier een positief resultaat waardoor het, gezien het protocol, geen invloed heeft op de strekking van de controleverklaring.
Rechtmatig
574
0
Lasten ivm DVO’s. Extra kosten gedekt door baten c.q. minder baten gecompenseerd door minder kosten.
Rechtmatig
810
0
Reserve frictie. Betreft hier een positief resultaat waardoor het, gezien het protocol, geen invloed heeft op de strekking van de controleverklaring.
Rechtmatig
-4.523
0
In de bestuurrapportages van 2012 is er melding gemaakt van de frictiekosten.
Rechtmatig
0
Bij de 2 bestuursrapportage is een positief resultaat van 85.000 geraamd. Afwijking valt binnen tolerantiegrens.
Rechtmatig
174
0
Dit voordeel is ontstaan door hogere inkomsten op aanmaningskosten en kosten dwangbevelen. Betreft hier een positief resultaat waardoor het, gezien het protocol, geen invloed heeft op de strekking van de controleverklaring.
Rechtmatig
20
0
Betreft hier een positief resultaat waardoor het, gezien het protocol, geen invloed heeft op de strekking van de controleverklaring.
Rechtmatig
204
0
Betreft hier een positief resultaat waardoor het, gezien het protocol, geen invloed heeft op de strekking van de controleverklaring.
Rechtmatig
16.155
0
e
50
77
4. Jaarrekening 4.1 Resultaatbestemming Bij het bespreken van het integraal bestemmingsvoorstel in PFO Middelen van 20 maart 2013 is gevraagd naar een overzicht van de bestemming indien wordt uitgegaan van de bestaande afspraken over de gemeentelijke bijdragen. De te bestemmen jaarrekeningresultaten zijn als volgt, dit is gelijk aan de opstelling uit het voorstel dat 20 maart 2013 is besproken. De accountantscontrole is nog niet afgerond, de cijfers kunnen dus nog wijzigen. (Bedragen x 1.000)
Reserves Toevoegen Vrijvallen 1 1 -9 -9
Saldo BDS B&S SDD Participatie Inburgering Inkomensondersteuning Minimabeleid WMO hh Apparaat
4.423 1.436 6.994 1.306 -238 4.725
4.423
IBD SCD frictie SCD bedrijfsvoering GBD OCD Algemene dekkingsmiddelen
381 -4.523 94 224 19 254
69
4.500 281 -238
860
15.087
2.236 2.494 1.025 860 4.725 312 -4.523
94 224 19 254 3.300 3.025
ICT inhaalafschrijving Manden Maken Totaal
800
Afrekenen met gemeenten
15.446
-3.300 -3.025 1.660
1.301
Voorgestelde besluiten: 1. BDS en B&S Voorgesteld wordt om het resultaat van de programma’s Bureau Drechtsteden toe te voegen aan de exploitatiereserve BDS en het positieve resultaat van Bestuur en Staf te onttrekken aan de exploitatiereserve BDS. 2. Reserveringsregeling Participatie Conform de reserveringsregeling wordt € 4 miljoen doorgeschoven naar 2013. Het overschot van € 240.000 wordt terugbetaald aan het Rijk. 3. Inburgering Als gevolg van de definitieve afrekening met het ministerie is er geen noodzaak meer tot het aanhouden van de reserve Inburgering. Voorgesteld wordt om deze reserve vrij te laten vallen. Daarnaast wordt voorgesteld om het restant bedrag van € 1,4 miljoen oude middelen cohort 2007 – 2009 voormalig Wet Inburgering uit te keren aan de gemeenten.
78
4. Inkomensondersteuning Voorgesteld wordt om, conform het uitvoeringsbeleid financiële bijdrage Sociale Dienst Drechtsteden, het exploitatieresultaat Inkomensondersteuning 2012 € 4,5 miljoen toe te voegen aan de reserve inkomensondersteuning en het restant af te rekenen met de gemeenten. 5. Minimabeleid Conform het uitvoeringsbesluit financiële bijdrage Sociale Dienst Drechtsteden wordt van het exploitatieresultaat Minimabeleid 2012 € 281.000 toegevoegd aan de reserve Minimabeleid en het meerdere zijnde € 1.025.344 af te rekenen met de gemeenten. 6. WMO huishoudelijke hulp Voorgesteld wordt om de in 2012 gerealiseerde lasten WMO Huishoudelijke hulp over voorgaande jaren ad € 238.000 ten laste van de reserve WMO te brengen. Het saldo van de reserve WMO bedraagt na de voorgestelde onttrekking € 860.000. Voorgesteld wordt om deze vrij te laten vallen, aangezien door de gewijzigde financieringsystematiek het aanhouden van de reserve niet meer nodig is. 7. Apparaat SDD Het resultaat op de apparaatslasten wordt afgerekend met de gemeenten. 8. Ingenieursbureau Voorgesteld wordt om een deel van het positieve resultaat (de taakstelling) uit te keren aan de gemeente Zwijndrecht en Dordrecht en het meerdere toe te voegen aan de exploitatiereserve van het IBD. 9. Operationele resultaat SCD Voorgesteld wordt om het operationele resultaat (€ 94.000) toe te voegen aan de exploitatie van het SCD. 10. Servicecentrum frictie Frictiekosten bestaan uit de feitelijk kosten over 2012 en het vormen/ verhogen van de voorziening voor de jaren 2013 tot en met 2015. Bij de Sociale dienst zijn de frictiekosten ten laste gebracht van de apparaatskosten. Deze kosten konden binnen het beschikbare budget worden opgevangen. De frictiekosten bij het Servicecentrum worden gedekt via de verdeelsleutel van het aantal fte van de gemeenten. Dat is de sleutel voor het SCD-basispakket waarin de loonkosten zijn opgenomen. Voorgesteld wordt om de frictiekosten van het servicecentrum te dekken door een extra bijdrage van de gemeenten. 11. Resultaat GBD, OCD en Algemene dekkingsmiddelen Voorgesteld wordt om het positieve resultaat van het GBD en OCD en op de algemene dekkingsmiddelen uit te keren aan de gemeenten. 12. ICT inhaalafschrijvingen Conform ICT Transitieplan wordt voorgesteld (een deel van) voor de ICT inhaalafschrijving te dekken via het rekeningresultaat 2012. 13. Manden Maken Manden Maken heeft een maximaal tekort van € 3,0 miljoen. Voorgesteld wordt dit maximale tekort te dekken via een gemeentelijke bijdrage op basis van de inwoneraantallen en dit toe te voegen aan de reserve Manden Maken. Het nog af te rekenen bedrag met de gemeenten van € 1,1 miljoen wordt op basis van de bestaande afspraken met de gemeenten afgerekend. In de volgende tabel is per gemeenten de afrekening inzichtelijk gemaakt.
79
H.I. Ambacht
Papendrecht
Sliedrecht
2.236 2.494 1.025 860 4.725
181 108 44 63 204
528 1.706 701 382 3.231
152 65 27 91 123
254 157 65 103 298
310 128 53 78 243
-4.523
-302
-2.281
-292
-570
-365
Ingenieursbureau
312
214
Gemeentebelastingen
224
119
24
25
22
Sleutel
Zwijndrecht
Dordrecht
Servicecentrum frictie
Alblasserdam
Sociale dienst Inburgering Inkomensondersteuning Minimabeleid WMO huishoudelijke hulp Apparaatskosten
Te verdelen
(Bedragen x € 1.000)
811 331 136 143 626
trajecten klanten klanten inwoners klanten
-714 fte 98 Omzet 35 aanslagregels
19
1
9
2
2
2
3 Inwoners
254
18
114
25
31
23
43 inwoners
Totaal rekeningresultaat
7.626
317
4.723
217
365
494
ICT inhaalafschrijvingen
-3.300
-240
-1.676
-288
-375
-246
-476 werkplekken
Manden maken
-3.025
-218
-1.358
-303
-364
-275
-508 inwoners
1.301
-141
1.689
-374
-374
-27
Onderzoekcentrum Algemene dekkingsmiddelen
Totaal
1.512
528
Toekomstige vrijval Indien de kosten in de toekomst blijken mee te vallen zal de vrijval aan de gemeenten worden teruggegeven met dezelfde verdeelsleutel waarmee de bedragen nu worden opgehaald. Dit geldt in elk geval voor de frictiekosten en Manden Maken.
80
4.2 Rekeningresultaat (Bedragen x € 1.000)
Bureau Drechtsteden Bestuur en Staf Manden Maken Sociale Dienst Drechtsteden Ingenieursbureau Drechtsteden Servicecentrum Drechtsteden Gemeentebelastingen Drechtsteden Onderzoekcentrum Drechtsteden Algemene dekkingsmiddelen Resultaat voor bestemming
Primaire begroting 2012 Lasten Baten Saldo 6.904 6.194 -710 0 0 0 0 0 0 202.063 203.152 1.089 8.103 8.103 0 42.465 42.465 0 5.238 5.238 0 1.696 1.696 0 3.500 4.000 500 269.969 270.848 879
Actuele begroting 2012 Lasten Baten Saldo 6.448 5.735 -713 2.151 2.151 0 -1.357 431 1.788 204.170 203.750 -420 8.149 8.301 152 46.345 47.869 1.524 4.694 4.694 0 1.484 1.484 0 100 150 50 272.184 274.565 2.381
Realisatie 2012 Lasten Baten 8.856 8.352 2.167 2.158 -1.352 431 190.082 209.398 7.992 8.373 51.348 49.253 4.651 4.875 1.468 1.488 99 353 265.311 284.681
Saldo -504 -9 1.783 19.316 381 -2.095 224 20 254 19.370
Lasten -2.408 -16 -5 14.088 157 -5.003 43 16 1 6.873
Verschil Baten 2.617 7 0 -5.648 72 1.384 181 4 203 -1.180
Saldo 209 -9 -5 -19.766 229 -3.619 224 20 204 -22.513
Bureau Drechtsteden Bestuur en Staf Manden Maken Sociale Dienst Drechtsteden Ingenieursbureau Drechtsteden Servicecentrum Drechtsteden Gemeentebelastingen Drechtsteden Onderzoekcentrum Drechtsteden Algemene dekkingsmiddelen Totaal mutaties reserves
0 0 0 1.089 0 0 0 0 0 1.089
710 0 0 1.089 0 0 0 0 0 1.799
710 0 0 0 0 0 0 0 0 710
127 0 1.788 0 0 2.050 0 0 0 3.965
840 0 0 420 0 526 0 0 0 1.786
713 0 -1.788 420 0 -1.524 0 0 0 -2.179
127 0 1.788 1.000 0 2.860 0 0 0 5.775
632 0 5 206 0 526 0 0 0 1.369
505 0 -1.783 -794 0 -2.334 0 0 0 -4.406
0 0 0 -1.000 0 -810 0 0 0 -1.810
-208 0 5 -214 0 0 0 0 0 -417
-208 0 5 -1.214 0 -810 0 0 0 -2.227
Bureau Drechtsteden Bestuur en Staf Manden Maken Sociale Dienst Drechtsteden Ingenieursbureau Drechtsteden Servicecentrum Drechtsteden Gemeentebelastingen Drechtsteden Onderzoekcentrum Drechtsteden Algemene dekkingsmiddelen Totaal inclusief reserves
6.904 0 0 203.152 8.103 42.465 5.238 1.696 3.500 271.058
6.904 0 0 203.152 8.103 42.465 5.238 1.696 4.000 271.558
0 0 0 0 0 0 0 0 500 500
6.575 2.151 431 204.170 8.149 48.395 4.694 1.484 100 276.149
6.575 2.151 431 204.170 8.301 48.395 4.694 1.484 150 276.351
0 0 0 0 152 0 0 0 50 202
8.983 2.167 436 191.082 7.992 54.208 4.651 1.468 99 271.086
8.984 2.158 436 209.604 8.373 49.779 4.875 1.488 353 286.050
1 -9 0 18.521 381 -4.429 224 20 254 14.963
-2.408 -16 -5 13.088 157 -5.813 43 16 1 5.053
2.409 7 5 -5.434 72 1.384 181 4 203 -1.169
1 -9 0 -18.552 229 -4.429 224 20 204 -22.312
Overzicht van incidentele baten en lasten De provincie Zuid-Holland toetst de gemeenten op duurzaam financieel evenwicht. Een belangrijk criterium hierbij is dat er sprake moet zijn van materieel evenwicht, wat inhoudt dat de structurele lasten ten minste worden gedekt door structurele baten. Tot de incidentele baten en lasten worden de baten en lasten gerekend die zich gedurende maximaal drie jaar voordoen. (Bedragen x € 1.000) Dochter
Omschrijving
BDS SDD SDD en SCD SDD SDD SDD SDD SDD SCD GBD Alle
BDU Verkeer Claim zorgaanbieders WMO Bovenformativiteit Naheffing belastingdienst Hopper Afrekening Inburgering cohort 2007-2009 Vrijval voorziening outplacement ID-banen Incidentele Aanvullende Uitkering Claim loonbelasting Ontvlechting GR’en Hogere inkomsten aanmaningen en dwangbevelen Naheffing belastingdienst Totaal
Incidentele lasten
Incidentele baten
Analyse Verwijzing
Werkelijk Geraamd Werkelijk Geraamd 2.675 0 2.675 0 238 0 238 0 7.071 1.000 6.071 1.000 111 0 0 0 3.615 0 5.051 0 0 0 28 0 0 0 7.037 0 22 0 0 0 0 0 2.860 2.050 0 0 174 0 0 0 159 320 13.732 1.000 24.294 3.370
Toelichting: A. Vanuit de provincie Zuid-Holland heeft Bureau Drechtsteden een subsidie ontvangen voor het uitvoeren van projecten. In 2012 is ongeveer € 2,7 miljoen extra uitgegeven. Dit voor het project Stationsomgeving Dordrecht. B. Aan de zorgaanbieders Wmo is, in verband met de afwikkeling van Huishoudelijke Hulp voorgaande jaren, een bedrag van € 238.155 betaald. Voorgesteld wordt dit bedrag te dekken middels een onttrekking vanuit de reserve Wmo. C. Door een achterblijvende uitstroom van de bovenformatieven heeft een aanvullende storting van € 1.547.239 in de voorziening plaats gevonden. Dekking hiervan vindt plaats door de incidentele overschotten vanuit het organisatiebudget. Als gevolg van de reorganisatie bij het SCD is bij het SCD sprake van bovenformativiteit. Voor 2012 brengt dit een last met zich mee van € 974.000 en voor de jaren erna is een voorziening gevormd ter hoogte van € 3.549.000. Voorgesteld wordt deze lasten te dekken door het positieve resultaat van de GRD. D. In 2012 is een naheffingsaanslag BTW ontvangen over de verrekening van de eigen bijdrage met de gemeenten van de Hopper. Hier moet BTW over worden afgedragen. Voor de periode 2007 t/m 2010 was dit verzuimd. E. Er heeft een afrekening plaatsgevonden rondom de Wet Inburgering cohort 2007 – 2009. Dit heeft ertoe geleidt dat het SDD € 5.501.000 van het ministerie heeft ontvangen. Echter staat hier ook een nabetaling ter hoogte van € 3.615.000 tegenover. F. Het eindsaldo van de voorziening outplacement ID-banen ad € 285.858 (zijnde niet ingezette gelden outplacementtrajecten ID-werknemers) vrij te laten vallen ten guste van het participatiebudget 2012 conform besluit jaarrekening 2011. G. In 2012 hebben een zestal aanvragen Incidentele Aanvullende Uitkering plaatsgevonden over de tekorten in het jaar 2011 op de toegekende Rijksbudgetten Inkomensondersteuning. Dit heeft geresulteerd in toekenningen van 100% aanvullende uitkeringen van totaal € 7.036.991 door het ministerie SZW in 2012. H. Door de SDD is personeel ingehuurd. De eigenaar van het bedrijf is in gebreke gebleven met de afdracht van loonbelasting. De belastingdienst heeft ons hiervoor aansprakelijk gesteld. Dit heeft geresulteerd in een afdracht van € 21.600 aan de belastingdienst.
I.
Als gevolg van de ontvlechting van de drie GR’en uit het SCD heeft het SCD een vergoeding voor frictie ontvangen ter hoogte van € 2.860.000. J. Doordat meer aanmaningen en dwangbevelen dan begroot zijn verzonden, zijn hogere inkomsten voor de GBD ontstaan. K. Door de Belastingdienst is een controle uitgevoerd op de personele heffingen. Dit heeft ertoe geleid dat de GRD € 159.238 te veel aan belasting heeft betaald over de jaren 2007- 2011. Voor één van de onderdelen waar de belastingdienst naar heeft gekeken, naheffing ouderenkorting, is in 2011 een voorziening gevormd ter hoogte van € 320.000. De uiteindelijke naheffing op dit onderdeel bedroeg € 336.787. De voorziening is voor dit onderdeel ingezet.
A B C D E F G H I J K
4.3 Balans (Bedragen x € 1.000)
Balans per 31 december 2012 ACTIVA
2012
2011
VASTE ACTIVA Immateriële vaste activa Materiële vaste activa Investeringen met economisch nut overige investeringen met een economisch nut Financiële vaste activa Kapitaalverstrekkingen aan: Overige verbonden partijen Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd ≥ 1 jaar
0
0
36.265
42.349
36.265
42.349 3.036
6.739
216
239
2.820
6.500
TOTAAL VASTE ACTIVA
39.301
49.088
370
417
VLOTTENDE ACTIVA Voorraden Onderhanden werk: Onderhanden werk IBD
370
Uitzettingen met een rentetypische looptijd < 1 jaar Vorderingen op openbare lichamen Overige vorderingen Overige uitzettingen
10.585 5.768 0
Liquide middelen Bank
24.730
417
16.353
26.713 20.470 6.243 0
24.730
2.843 2.843
Overlopende activa
14.604
10.031
TOTAAL VLOTTENDE ACTIVA
56.057
40.004
TOTAAL ACTIVA
95.358
89.092
83
(Bedragen x € 1.000)
Balans per 31 december 2012 PASSIVA
2012
2011
VASTE PASSIVA Eigen vermogen Reserves: Algemene reserve Overige bestemmingsreserves
84 10.840
185 7.144
Rekeningresultaat boekjaar voor bestemming
10.665
-2.014
Voorzieningen Nog te besteden doeluitkeringen Overige voorzieningen Vaste schulden met een rentetypische looptijd ≥ 1 jaar Onderhandse leningen van: Binnenlandse banken en overige financiële instellingen
21.589
5.315
4.994 2 4.992
2.148 2 2.146
28.000
28.000
TOTAAL VASTE PASSIVA
35.000
35.000 54.583
42.463
VLOTTENDE PASSIVA Netto vlottende schulden met een rentetypische looptijd < 1 jaar Kasgeldleningen Bank- en girosaldi Overige schulden
Overlopende passiva Overlopende verplichtingen Van Europese of Nederlandse overheidslichamen ontvangen specifiek te besteden uitkeringen Overige overlopende passiva
8.714 0 0 8.714
12.119 0 4.611 7.508
32.061
34.510
19.616 11.965
19.184 15.210
480
116
TOTAAL VLOTTENDE PASSIVA
40.775
46.629
TOTAAL PASSIVA
95.358
89.092
4.4 Toelichtingen Financiële analyse en begrotingsrechtmatigheid Volgens de BBV-voorschriften dient de financiële analyse op de programma’s plaats te vinden in het jaarrekening gedeelte van de jaarstukken. Echter is er, voor de leesbaarheid, gekozen om deze analyse per dochter op te nemen in het jaarverslag (hoofdstuk 2 Programma’s) van de jaarstukken, per programma onder het kopje “wat heeft het gekost?”. Dit geld ook voor de analyse van de afwijkingen tussen de begroting na wijzigingen en de programmarekening. Dit overzicht is opgenomen in paragraaf 3.6 waar er wordt ingegaan op de begrotingsrechtmatigheid. Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling Algemeen Bij het opstellen van de jaarrekening zijn de voorschriften die het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten in acht genomen. De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vinden plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij het desbetreffende balanshoofd anders is vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden. De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico’s die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskostengerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt; daarbij moet worden gedacht aan componenten zoals ziektekostenpremie ten behoeve van gepensioneerden, overlopende vakantiegeld- en verlofaanspraken en dergelijke. Voor arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van een jaarlijks vergelijkbaar volume wordt geen voorziening getroffen of op andere wijze een verplichting opgenomen. De referentieperiode is dezelfde als die van de meerjarenraming te weten vier jaar. Indien er sprake is van (eenmalige) schokeffecten (reorganisaties) dient wel een verplichting gevormd te worden. Vaste activa Immateriële vaste activa De immateriële vaste activa worden gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs verminderd met de afschrijvingen en waardeverminderingen die naar verwachting duurzaam zijn. De kosten van onderzoek en ontwikkeling worden in vijf jaar afgeschreven. De afschrijving van de geactiveerde kosten van onderzoek en ontwikkeling vangt aan bij ingebruikneming van het gerelateerde materiële vaste actief. Afsluitkosten van opgenomen geldleningen worden afgeschreven in de looptijd van de betrokken geldlening Materiële vaste activa De GR Drechtsteden beschikt uitsluitend over materiële vaste activa met een economisch nut. Deze materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijging- of vervaardigingsprijs. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de desbetreffende investering in mindering gebracht; in die gevallen wordt op het saldo afgeschreven. Slijtende investeringen worden vanaf het eerstvolgende kwartaal van ingebruikneming annuïtair afgeschreven in de verwachte gebruiksduur, waarbij rekening wordt gehouden met een eventuele restwaarde. Bij de waardering wordt in voorkomende gevallen rekening gehouden met een bijzondere vermindering van de waarde, indien deze naar verwachting duurzaam is. Boekwinsten of –verliezen worden verwerkt als incidentele bate of last in de programmarekening. In 2012 heeft geen bijzondere waardevermindering plaatsgevonden. Investeringen lager dan € 10.000 worden in het jaar van aanschaf ten laste van de exploitatie gebracht.
85
De gehanteerde afschrijvingstermijnen bedragen in jaren: Materiële vaste activa Gronden en terreinen
Afschrijvingstermijn n.v.t.
Huisvesting
15
Gebouweninrichting, meubilair
15
Technische infrastructuur
10
Personen- en bedrijfsauto's Hardware en software
5 3-5
De GR Drechtsteden hanteert voor een aantal de investeringen van het programma IP&A de componentenbenadering, aangezien deze investeringen uit onderdelen bestaan, die een verschillende economische levensduur hebben. De investering wordt opgeknipt in componenten met verschillende afschrijvingstermijnen. Als gevolg van het stroomlijnen van ICT processen is inzicht verkregen in de gehanteerde afschrijvingstermijnen op de hardware en software. Hierbij is er sprake van een schattingswijziging. De doorlichting is in het eerste kwartaal van 2013 afgerond en aan de raad is het voorstel gedaan om voor een aantal activa de gehanteerde afschrijvingstermijnen aan te passen van 5 naar 3 jaar voor hard- en software die vervangen dient te worden. De raad zal dit voorstel eind tweede kwartaal 2013 behandelen en naar verwachting vaststellen. Aangezien dit nog niet heeft plaatsgevonden, is deze wijziging niet in de cijfers verwerkt. Financiële vaste activa Participaties in het aandelenkapitaal van NV’s en BV’s zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingprijs van de aandelen. Indien de waarde van de aandelen onverhoopt structureel mocht dalen tot onder de verkrijgingprijs, zal afwaardering plaatsvinden. Financiële vaste activa worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor de vordering op Landsbanki is een voorziening getroffen, waarvan de hoogte van de voorziening jaarlijks wordt herzien in overleg met de betrokken accountant. Net als in 2011 wordt deze op 10% gewaardeerd. Vlottende activa Voorraden De als “onderhanden werken” opgenomen producten zijn gewaardeerd tegen de kostprijs. Winst en/of verliesneming vindt plaats naar ratio van de kosten. Verlies wordt genomen wanneer deze bekend is. Vorderingen en overlopende activa De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor twee dochters van de GRD is er een voorziening voor dubieuze debiteuren opgenomen (de Sociale Dienst Drechtsteden en Gemeentebelastingen Drechtsteden). Voor het bepalen van de hoogte van de voorziening wordt een percentage genomen van het debiteurensaldo waarbij het gehanteerde percentage per dochter verschillend is. Bij de GBD wordt hierbij het totale risico op oninbaarheid van kosten aanmaningen en dwangbevelen (5%) en additionele risico vanwege het tijdsverloop en kruisbetalingen (17,5%) gehanteerd. De hoogte van de voorziening voor de SDD wordt gebaseerd op de vorderingen die te verhalen of terug te vorderen zijn. De voorziening bestaat uit 50% van deze vorderingen per einde jaar en het percentage niet betalende en met toestemming niet betalende debiteuren. Vaste en vlottende passiva Reserves, voorzieningen en lang- en kortlopende verplichtingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. In voorzieningen worden niet verplichtingen met een gelijkblijvend kasstroom opgenomen. Baten en lasten In de rekening worden zowel de baten als de lasten op dezelfde wijze gerangschikt als in de begroting. De baten en de lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben.
86
Toelichting op de balans Vaste activa Materiële vaste activa In onderstaande tabel is het verloop van de waarde van de materiële vaste activa met economisch nut weergegeven. (Bedragen x € 1.000)
Bedrijfsgebouwen Vervoersmiddelen Machines, apparaten en installaties Overige materiële vaste activa Totaal
Boekwaarde 01/01/12 9.896 0
Investeringen 0 0
Desinvesteringen 0 0
Afschrijvingen 685 0
1.086
0
0
31.367
1.139
42.349
1.139
Bijdragen derden
Afwaardering 0 0
0 0
Boekwaarde 31/12/12 9.211 0
236
0
0
850
0
6.302
0
0
26.204
0
7.223
0
0
36.265
Onder overige materiële vaste activa vallen de hard- en software van de GRD. Deze hebben per eind 2012 een boekwaarde van ongeveer € 26,2 miljoen. In 2012 is er voor ruim € 1,1 miljoen geïnvesteerd. Het betreft hier het investeren van licenties (onder andere Microsoft) en de afwikkeling van restpunten. Financiële vaste activa Het verloop van de financiële vaste activa wordt in onderstaand overzicht weergegeven. (Bedragen x € 1.000)
Overige langlopende leningen Kapitaalverstrekking aan overige verbonden partijen Overige uitzettingen met looptijd > 1 jaar Afwaardering overige uitzettingen met looptijd > 1 jaar Totaal
Boekwaarde 01/01/12 0
0
0
Afschrijvingen/ Aflossing 0
0
0
239
0
9
32
0
216
7.222
0
0
3.680
0
3.542
-722
0
0
0
0
-722
6.739
0
9
3.712
0
3.036
Desinvesteringen
Investeringen
Herwaardering
Boekwaarde 31/12/12
De vordering op Landsbanki betreft de overige uitzettingen met een looptijd van langer dan 1 jaar. De totale vordering op Landsbanki bedraagt €7.222.000. Hiervan is in 2012 ongeveer € 3,7 miljoen ontvangen. De afwaardering overige uitzettingen betreft de voorziening die is getroffen in verband het niet mogelijk terug krijgen van de totale vordering. De voorziening bedraagt 10% van de oorspronkelijke vordering. Vlottende activa Voorraden (Bedragen x € 1.000) Saldo 31/12/12 Grond- en hulpstoffen Onderhanden werk Gereed product/handelsgoederen Vooruitbetalingen Totaal
0 370 0 0 370
Saldo 31/12/11 0 417 0 0 417
87
Het onderhanden werk betreft opdrachten die het Ingenieursbureau Drechtsteden open heeft staan bij diverse partijen. In de tabel hieronder is hiervan een uitsplitsing gemaakt (Bedragen x € 1.000)
Dordrecht Zwijndrecht Drechtsteden Marktpartijen GRD Totaal
OHW per 31/12/12 333 27 1 9 0 370
OHW per 31/12/11 445 23 9 -61 0 417
Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan 1 jaar (Bedragen x € 1.000) Saldo 31/12/12 10.585 0 0 6.524 0 17.109
Vorderingen op openbaren lichamen Verstrekte kasgeldleningen Rekening-courant verhoudingen niet-financiële instellingen Overige vorderingen Overige uitzettingen < 1 jaar Totaal
Saldo 31/12/11 20.470 0 0 6.243 0 26.713
In de overige vorderingen is de voorziening dubieuze debiteuren opgenomen. Bij de Sociale Dienst Drechtsteden is deze voorziening gevormd voor de uitkeringsdebiteuren. (Bedragen x € 1.000) Saldo 31/12/12
Saldo 31/12/11
Bruto waardering
22.326
23.233
Dubieus
17.486
18.243
4.840
4.991
Netto waardering
Bij de Gemeentebelastingen Drechtsteden is de voorziening gevormd vanwege de vertraagde inning op de invorderingskosten en daarbij het risico op het niet terug kunnen vorderen van deze in rekening gebrachte kosten. Ten opzichte van vorig jaar is de voorziening voor het GBD niet herzien. Aangezien oude vorderingen zijn afgewikkeld tussen het IBD en klantorganisaties, is het aanhouden van een voorziening niet meer nodig. De voorziening die hiervoor aanwezig was, is in 2012 vrijgevallen in de exploitatie. In de tabel hieronder is een overzicht opgenomen met betrekking tot de hoogte van de voorziening per dochter. (Bedragen x € 1.000) Sociale Dienst Drechtsteden Ingenieursbureau Drechtsteden Gemeentebelastingen Drechtsteden Totaal
Saldo 31/12/12 17.486 0 146 17.632
Saldo 31/12/11 18.243 6 146 18.395
Liquide middelen (Bedragen x € 1.000) Saldo 31/12/12 Kassaldi Banksaldi Girosaldi Totaal
88
0 10.458 14.272 24.730
Saldo 31/12/11 0 2.843 0 2.843
Overlopende activa (Bedragen x € 1.000) Nog te ontvangen bedragen Europese en Nederlandse overheid Vooruitbetaalde bedragen Overige nog te ontvangen bedragen Totaal
Saldo 31/12/12 1.658 1.190 11.756 14.604
Saldo 31/12/11 353 2.799 6.879 10.031
De post nog te ontvangen bedragen is ten opzichte van 2011 toegenomen. Deze toename is ontstaan vanwege de toekenning van de IAU aan de GRD. Deze zijn opgenomen onder de overige nog te ontvangen bedragen. Daarnaast zijn de grootste posten nog middelen dien ontvangen dienen te worden in verband met de WMO (CAK) van gemeenten en de afrekening met de eigenaren van het Ingenieursbureau. Hieronder is een specificatie opgenomen van de nog te ontvangen bedragen Europese en Nederlandse overheid. (Bedragen x € 1.000) Stand 01/01/12 Nog te ontvangen Walstroom Nog te ontvangen HOV-D Totaal
Toevoeging
353 0 353
350 1.010 1.360
Ontvangen bedragen -55 0 -55
Stand 31/12/12 648 1.010 1.658
Vaste passiva Reserves Het eigen vermogen op de balans van de GRD bestaat uit de volgende onderdelen: (Bedragen x € 1.000) Stand 31/12/12 Algemene reserve Resultaat na bestemming volgens rekening Bestemmingsreserves Totaal
84 10.665 10.840 21.589
Stand 31/12/11 185 2.014 7.145 5.316
In de volgende tabel is het verloop van de reserves weergegeven. Onder “bestemming 2011” staan de toevoegingen of onttrekkingen vermeld uit hoofde van de bestemming van het resultaat van het voorgaande boekjaar.
89
(Bedragen x € 1.000) Stand 1-1-2012
Toevoeging
Onttrekking
Bestemming 2011
Rente
Stand 31-12-2012
Algemene reserve GRD
185
1.000
0
0
-1.101
84
Totaal algemene reserve
185
1.000
0
0
-1.101
84
Exploitatie reserve SDD
250
0
0
0
0
250
Bestemmingsreserve Wet Inburgering
800
0
0
0
0
800
0
0
0
0
19
19
320
0
206
0
100
214
Programmareserve minimabeleid Innovatiereserve SDD Bestemmingsreserve WMO
2.259
0
0
0
-1.161
1.098
Bestemmingsreserve BWS subsidiebel.
1.278
127
632
28
0
802
Exploitatiereserve BDS Investeringsfonds Manden Maken Reserve Noordoevers
4
0
0
0
113
117
1.559
431
-1.352
21
0
3.363
0
0
0
0
1.271
1.271
Exploitatie reserve IBD
129
0
0
0
-129
0
Exploitatiereserve SCD
306
0
305
0
2
3
0
2.860
221
0
0
2.639
Frictiereserve SCD Bestemmingsreserve GBD
140
0
0
0
24
164
Bestemmingsreserve OCD
100
0
0
0
0
100
7.144
3.418
12
49
239
10.840
Totaal bestemmingsreserves
Toelichting reserves: Algemene dekkingsmiddelen In 2011 is er bij de SDD een voorziening gevormd voor de frictiekosten ter hoogte van € 1 miljoen. De dekking hiervan is uit de algemene reserve gekomen, Dit omdat deze kosten pas in 2012 zouden optreden en in de begroting 2012 hiervoor ruimte was. Hierdoor heeft er in 2012 een dotatie van € 1 miljoen aan de algemene reserve plaatsgevonden. Exploitatie reserves dochters Om incidentele financiële tegenvallers op te kunnen vangen beschikt elke GRD-dochter over een exploitatiereserve, conform nota reserves en weerstandsvermogen. Dotaties aan deze reserve vindt plaats middels het exploitatiesaldo van de desbetreffende GRD-dochter. Aan de exploitatiereserve van het SCD is in 2012 € 305.000 onttrokken om de kosten voor de reorganisatie te dekken. Als gevolg van de resultaatbestemming 2011 is er uit de exploitatiereserve van het IBD € 129.000 onttrokken. Bestemmingsreserve Besluit Woninggebonden Subsidies (BWS) De reserve omvat door het Rijk aan de regio gedecentraliseerde middelen, die in overeenstemming met de regels van het Rijk vrij besteedbaar zijn. De reserve wordt gevoed door de middelen die vrijkomen doordat er geen bestedingsplicht meer op rust. In de begroting is hiervoor vooralsnog geen bedrag opgenomen. Bij de besluitvorming over de diverse scenario’s voor de inzet van de BWSreserve is besloten jaarlijks een onttrekking te doen ten gunste van de uitvoering van de deelprogramma’s van bureau Drechtsteden. Daarnaast heeft een onttrekking plaatsgevonden voor de extra impuls economie. Investeringsfonds Manden Maken Niet bestede middelen, maar ook rentebaten, dienen volgens de verordening voor Manden Maken te worden gereserveerd. Voor Manden Maken wordt een aparte projectadministratie bijgehouden en een renteberekening opgesteld. In 2012 heeft er een correctie plaatsgevonden in het fonds Manden Maken. Er is in het verleden ten onrechte een bedrag onttrokken (€ 1,4 miljoen). Daarnaast is een bijdrage vanuit de provincie Zuid-Holland ontvangen (€ 431.000). Dit is een afrekening van BORgelden. De besluitvorming voor deze mutaties heeft plaatsgevonden bij de 2e bestuursrapportage van de GRD.
90
Reserve Noordoevers Het Drechtstedenbestuur heeft op 11 januari 2012 ingestemd met het inzetten van de vrijvallende voorziening Landsbanki voor een deel van de financiële problematiek rondom Noordoevers. De Drechtraad is hierover geïnformeerd via de raadsinformatiebrief van 13 februari 2012. Bij de jaarrekening 2012 zijn deze vrijgevallen middelen de reserve Noordoevers gevormd. De reserve wordt ingezet op het moment van feitelijke verrekening. Aan de Drechtraad wordt dan een voorstel voor onttrekking aan de reserve gedaan. Frictiereserve SCD Als gevolg van de ontvlechting van de drie GR’en (Regio ZHZ, Omgevingsdienst en Veiligheidsregio) heeft het SCD in 2012 een vergoeding ontvangen ter dekking van frictie. Aangezien per 1 juli Jeugd Gezondheidszorg (JGZ) extern is ondergebracht, heeft een onttrekking plaatsgevonden aan de reserve om de lagere bijdrage in de exploitatie van het SCD te compenseren. Bestemmingsreserve Wet Inburgering Nu definitief wordt afgerekend met het ministerie is er geen noodzaak meer tot het verder aanhouden van de Reserve Inburgering (zie voor nadere toelichting paragraaf 2.4.1). Voorgesteld wordt het saldo van € 0,8 miljoen vrij te laten vallen ten gunste van de gemeenten. Conform financieringsafspraken vindt uitkering uit de reserve plaats naar rato van het aandeel van elke gemeente in het (meerjarig) totaal aantal gerealiseerde inburgeringstrajecten. Bestemmingsreserve WMO huishoudelijke verzorging De wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) is sinds 1 januari 2007 van kracht gegaan. Voor de Drechtsteden is voor de huishoudelijke verzorging één verordening vastgesteld. Sinds 1 januari 2012 is er sprake van voor- en nacalculatie. Hierdoor is het niet meer noodzakelijk om deze reserve aan te houden. In 2012 zijn claims met betrekking tot voorgaande jaren afgewikkeld. Bestemmingsreserve Minimabeleid De SDD voert regiobreed het geharmoniseerde minimabeleid uit. Het betreft een open eind regeling, aanvragen kunnen niet worden afgewezen vanwege een budgettair tekort. Hierdoor is de financiële uitkomst een onzekere factor. Aangezien aanvragen vanwege een budgettair tekort niet afgewezen kunnen worden, is weerstandsvermogen noodzakelijk indien geen budget meer beschikbaar is. Het maximum van deze reserve is gesteld op € 300.000. Innovatiereserve SDD De innovatiereserve ter financiering van het innovatieproject Partner in Zelfstandigheid WMO is voor 2012 niet volledig benut. In 2013 zal het project voortgang inden en zal de reserve verder worden ingezet. Verder is bij de jaarrekening 2011 extra opleidingsbudget beschikbaar gesteld (€ 100.000). Dit budget is niet volledig benut. Voorzieningen In onderstaand overzicht is het verloop van de voorzieningen weergegeven. (Bedragen x € 1.000)
Voorziening FUWA Voorziening giften cliënten BSHV Voorziening Fonds Roell Voorziening premienadeel oudere werknemers Voorziening outplacement ID banen Voorziening frictiekosten SDD Voorziening frictiekosten SCD Totaal
Stand 01/01/2012 31 2 0 320 795 1.000 0 2.148
Toevoeging
Onttrekking
Vrijval
0 0 0 0 0 1.547 3.549 5.096
0 0 0 320 795 1.135 0 2.250
0 0 0 0 0 0 0 0
Stand 31/12/2012 31 2 0 0 0 1.413 3.549 4.995
91
Toelichting voorzieningen: Voorziening Functiewaardering Sociale Dienst Drechtsteden (FUWA) De voorziening FUWA is in 2012 niet nodig gebleken daar er geen beroep is opgedaan. Voorziening giften cliënten BSHV Het betreft bij deze voorziening giften van derden die specifiek besteed moeten worden. Indien de giften besteed zijn, eindigt de financiële hulp. Voorziening Fonds Roell Dit is een particulier fonds waarover de Sociale Dienst het beheer voert. Voor dit fonds geldt dat de hulpverlening stopt als het fonds leeg is. Per eind 2012 zit er nog een bedrag van € 20,00 in het fonds. Voorziening premienadeel oudere werknemers In 2011 heeft de belastingdienst in samenwerking met personeelsadministratie van het SCD de personeelsadministratie doorgelicht. Hieruit kwam naar voren dat in de jaren 2007 en 2008 ten onrechte gebruik is gemaakt van de premievrijstelling oudere werknemers voor de WAO. Als gevolg hiervan is er ten laste van de exploitatie in 2011 een voorziening ter hoogte van € 320.000 getroffen. In 2012 is van de belastingdienst de naheffing ontvangen ter hoogte van € 334.000. Deze naheffing is ten laste gebracht van de voorziening. Voorziening Outplacement ID banen Werkgevers konden in 2012 ID werknemers een outplacementtraject aanbieden. Deze vergoeding was bedoeld om ontslag te voorkomen of om de kansen op de arbeidsmarkt na ontslag te vergroten. In 2012 is € 509.000 uitgegeven aan outplacementtrajecten. Het eindsaldo van de voorziening ad € 286.000 (niet geclaimde gelden ten behoeve van trajecten voor ID werknemers) is ten gunste van het Participatiebudget 2012 vrijgevallen. Onderbesteding heeft voor een bedrag van € 150.000 te maken met het continueren van de ID-banen voor werknemers van 1950 en ouder. Voorziening frictiekosten SDD In 2011 heeft bij de SDD een reorganisatie plaatsgevonden met als gevolg dat per 1 april 2012 22 medewerkers bovenformatief zijn verklaard. Hiervoor is in 2011 een voorziening ingericht. Door de achterblijvende ontwikkelingen op de uitstroom van bovenformatieve medewerkers is in 2012 € 1.547.000 gedoteerd aan de voorziening. Niet in de voorziening is opgenomen de verplichtingen met een gelijkblijvende kasstroom (voor de periode 2014-2020 bedraagt dit totaal ongeveer € 1,3 miljoen). Er is in 2012 € 1.134.000 ten laste van de voorziening gebracht. Voorziening frictiekosten SCD Als gevolg van de reorganisatie bij het SCD zijn er medewerkers bovenformatief geplaatst. Conform de BBV-voorschriften is voor de frictiekosten een voorziening ingesteld. De totale voorziening bedraagt € 3,55 miljoen. Niet in de voorziening is opgenomen de verplichtingen met een gelijkblijvende kasstroom. Voor het SCD is dit totaal voor de periode 2014-2020 gelijk aan € 1,3 miljoen. Vaste schulden met een looptijd langer dan 1 jaar (Bedragen x € 1.000) Binnenlandse banken en overige financiële instellingen Totaal
Stand 31/12/12 28.000 28.000
Stand 31/12/11 35.000 35.000
Toelichting (Bedragen x € 1.000) Onderhandse leningen Totaal
Saldo 01/01/12 35.000 35.000
Vermeerdering 0 0
Aflossing 7.000 7.000
Saldo 31/12/12 28.000 28.000
De totale rentelast van de langlopende lening bedroeg in 2012 € 810.340. De lening is afgesloten voor een looptijd van 5 jaar (tot juli 2016) tegen een rente percentage van 2,578% bij de BNG.
92
Vlottende passiva Vaste schulden met een looptijd korter dan 1 jaar (Bedragen x € 1.000) Stand 31/12/12 Kasgeldleningen Bank- en girosaldi Overige schulden Totaal
Stand 31/12/11
0 0 8.714 8.714
0 4.611 7.508 12.119
Overlopende passiva (Bedragen x € 1.000) Overlopende verplichtingen Vooruitontvangen bedragen Europese en Nederlandse overheid Overige vooruitontvangen bedragen Totaal
Stand 31/12/12 19.616 11.965 480 32.061
Stand 31/12/11 19.184 15.210 116 34.510
Onder de overlopende verplichtingen is onder andere opgenomen is de betaling aan het ministerie in verband met het afrekenen van oude inburgeringstrajecten (€ 3,6 miljoen) en nog te betalen bedragen in verband met huishoudelijke hulp. Hieronder volgt een specificatie van de vooruitontvangen bedragen Europese en Nederlandse overheid. (Bedragen x € 1.000) Stand 01/01/12 WWB-werkdeel Drechtsteden
Toevoegingen Vrijgevallen Stand 31/12/12
6.685
0
Sociaal beleid
35
75
0
110
Luchtkwaliteit
1.899
47
114
1.832
NME
2.626
4.059
8
0
0
8
23
0
11
12
Deelprogramma 2 IPA
287
1.082
294
1.074
Mobiliteitsmanagement
219
7
0
226
Hollandse Glorie
128
0
2
126
Energieprogramma SLOK
126
123
65
184
Duurzaam ondernemen
18
0
18
0
Subsidie Divosa
49
0
49
0
268
55
203
120
Recreatie Routes
RPV MJP 2011-2013 ISV 2
288
0
0
288
ISV 3
2.124
753
125
2.752
HOV-D
3.053
320
2.200
1.173
Totaal
15.210
2.462
5.707
11.964
Niet uit de balans blijkende verplichtingen Voor de GRD is voor het boekjaar 2012 geen sprake van borg- en/of garantstelling. De GRD is gebonden aan een aantal niet uit de balans blijkende financiële verplichtingen. Hiervan zijn de belangrijkste: aanbestedingsverplichtingen in het kader van de wet WMO o Huishoudelijke ondersteuning (Zorg in Natura) € 22 miljoen o Hulpmiddelen (rolstoelen/scootmobielen) € 3,2 miljoen o Trapliften € 0,4 miljoen o Collectief personenvervoer € 4,3 miljoen
93
huurovereenkomst met de gemeente Dordrecht voor het dienstengebouwen Noordendijk en Hellingen. Totaal bedraagt ongeveer € 300.000. leaseovereenkomst met Cisco (€ 333.000) en Sharp (€ 412.000) voor ICT-apparatuur leaseovereenkomst met Business Car Autolease voor vervoersmiddelen SCD in de jaarrekening zijn alleen de feitelijke jaarlasten opgenomen. Het opgebouwde vakantiegeld en de nog openstaande verlofdagen zijn niet als verplichting op de balans opgenomen.
Voorziening renterisico BWS In het verleden is bij de regio Zuid-Holland Zuid, de rechtsvoorganger van Bureau Drechtsteden, een bedrag van € 795.000 aan de daar aanwezige renterisicoreserve onttrokken. Het destijds onttrokken bedrag zal in de komende jaren bij de regio Zuid-Holland Zuid stapsgewijze weer aan de reserve worden toegevoegd. In het kader van de ontvlechting is een deel van de renterisicoreserve naar de GR Drechtsteden overgegaan, en staat daar als voorziening renterisico BWS op de balans. In 2015 draagt regio ZHZ het bedrag van € 795.000 weer over aan GR Drechtsteden. BTW Re-integratie activiteiten: De inkoop-btw op een deel van de re-integratie activiteiten blijkt waarschijnlijk toch BCF-declarabel te zijn. Momenteel onderzoeken wij de omvang van de compensabele btw. Hierover wordt tevens overleg gevoerd met de belastingdienst.
94
5. Controleverklaring
95
96
97
6. Vaststelling Dagelijks bestuur Als ontwerpjaarrekening vastgesteld door het dagelijks bestuur op 16 mei 2013. Het dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden De secretaris,
De voorzitter,
drs. M.J.A. van Bijnen MBA
drs. A.A.M. Brok
Algemeen bestuur Vastgesteld door het algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden op 2 juli 2013. De coördinerend griffier,
De voorzitter,
A. Overbeek
drs. A.A.M. Brok
98
Bijlage 1 Overzicht investeringen 2012 In dit onderdeel wordt de stand van zaken over 2012 en prognose van de beschikbaar gestelde kredieten opgenomen. Tevens wordt aangegeven of het krediet kan worden afgesloten. De activeringsgrens van investeringen is € 10.000. De stand van zaken van de investeringen is als volgt: (Bedragen x € 1.000) Omschrijving
Drechtraad d.d.
Oorspronkelijk krediet
VIP-Programma
December 2010
1.323
Investeringen ATB
December 2010
1.050
Multi-functionals
December 2010: € 875.000 April 2012 aanv.: € 150.000
IP&A DP 1B
Juni-2008 December-2009 December-2010
Investeringen ATB
Beschikbaar krediet 2012
Uitgaven 2012
873
139
35
-
1.025
397
25.700
Restant 2012
Overhevelen / afsluiten
734
Overhevelen
35
Afsluiten
117
280
Afsluiten
633
15
618
Overhevelen
April 2012
575
85
490
Overhevelen
Reguliere vervanging GRID
April 2012
155
-
155
Overhevelen
IPA restpunten
December 2012
600
311
289
Overhevelen
Aanschaf SW licenties
December 2012
550
473
77
Overhevelen
Inkoopsysteem
December 2012
90
-
90
Overhevelen
Voortgang t.o.v. planning Diverse deelprojecten bevinden zich in afrondende fase. Planning voor vervolg wordt gemaakt De laatste twee deelprojecten (FCU PC en simkaarten administratie) zijn inmiddels afgerond De aanbesteding is afgerond en de uitrol van de MFA’s is in juli gestart. Project is in 2012 afgerond. De aanbesteding is met vaste medewerkers uitgevoerd, hetgeen een besparing heeft opgeleverd ten opzicht van de kredietaanvraag Op het moment dat het Transitieplan I&A en de bijbehorende kredietaanvraag wordt goedgekeurd, komt dit krediet te vervallen Voorbereiding en daadwerkelijke upgrades van systeemplatformen: Windows, Internet, Oracle zijn gestart Reguliere vervanging van apparatuur is verschoven naar 2013 Project m.b.t. wegwerken van alle IPA restpunten is in volle gang, wordt eind juni 2013 opgeleverd Merendeel van alle achterstallige softwarelicenties is aangeschaft, klein restant volgt nog. Project t.b.v nieuw inkoopsysteem start in 2013
99
M&I
Ontvanger
Juridische grondslag
Specifieke uitkering
Nummer
Departement
Bijlage 2 SISA
E11B Nationaal Samenwerkingsprogra mma Luchtkwaliteit (NSL) SiSa tussen medeoverheden Provinciale beschikking en/of verordening
SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2012 op grond van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking sisa
Hieronder per regel één beschikkingsnummer en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinform atie
I N D I C A T O Besteding (Jaar Besteding (jaar T) T) ten laste van ten laste van provinciale eigen middelen middelen
R E N Besteding (jaar T) ten laste van bijdragen door derden = contractpartners (niet rijk, provincie of gemeente)
Besteding (jaar T) ten laste van rentebaten gemeente op door provincie verstrekte bijdrage NSL
Eindverantwoording Ja/Nee
Gemeenten en gemeenschappelijke regelingen (Wgr) (SiSa tussen medeoverheden) Aard controle n.v.t.
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle n.v.t.
Indicatornummer: Indicatornummer: E11B / 01 E11B / 02 1 DGWM/2006/9945 € 12.285
Indicatornummer: E11B / 03 0
Indicatornummer: E11B / 04
Indicatornummer: E11B / 05
Indicatornummer: E11B / 06
0
0
2 PZH-2007-319040
€ 6.890
0
0
0
Nee
3 PZH-2010-163846972
€ 45.601
0
0
€ 49.000
Nee
Teruggestort/verreken Toelichting d in (jaar T) in verband teruggestort/verre met niet uitgevoerde kend maatregelen Aard controle R Aard controle n.v.t. Indicatornummer: Indicatornummer:
100
Nee
E11B / 07
E11B / 08
Hieronder per regel één beschikkingsnummer en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinform atie
Besteding (jaar T) ten laste van provinciale middelen
Aard controle n.v.t.
Aard controle R
0 M&I
E27B Brede doeluitkering verkeer en vervoer SiSa tussen medeoverheden Provinciale beschikking en/of verordening
Overige bestedingen (jaar T)
Toelichting afwijking
Eindverantwoording Ja/Nee
Gemeenten en Gemeenschappelijke Regelingen
Aard controle R
Aard controle n.v.t.
Aard controle n.v.t.
Indicatornummer: Indicatornummer: Indicatornummer: E27B / 01 E27B / 02 E27B / 03 1 PZH-2010-238935997 € 188.852 € 57.116
Indicatornummer: E27B / 04
Indicatornummer: E27B / 05 Nee
2 PZH-2011-317302764
€ 41.757
0
Ja
3 PZH-2010-184921490 4 PZH-2010-226239790
€ 3.800
0
Nee
€0
0
Nee
5 PZH-2008-135542
€ 50.000
0
Nee
6 DRM/07/832
€0
0
7 DRM06G05046
€ 163.091
0
8 DRM/05/1216
€ 1.000.000
0
uitbetaald tm 2011 € 709.756 uitbetaald tm 2011 € 1.836.909
Ja Ja Ja
101
G1B
Ontvanger
Juridische grondslag
Specifieke uitkering
Nummer
Departement SZW
SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2012 op grond van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekking sisa
Hieronder per regel één gemeente(code) selecteren en in de kolommen ernaast de Wet sociale verantwoordingsinformatie werkvoorziening (Wsw) voor die gemeente invullen Openbaar lichaam o.g.v. Wgr (SiSa tussen medeoverheden) Wet sociale werkvoorziening (Wsw)
Het openbaar lichaam verantwoordt hier per gemeente over het deel van de regeling dat in (jaar T) door het openbaar lichaam is uitgevoerd.
Het totaal aantal geïndiceerde inwoners per gemeente dat een dienstbetrekking heeft of op de wachtlijst staat en beschikbaar is om een dienstbetrekking als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of artikel 7 van de wet te aanvaarden op 31 december (jaar T)
Aard controle n.v.t.
I N D I C A T O R E N Het totaal aantal inwoners Het totaal aantal dat is uitgestroomd uit het gerealiseerde werknemersbestand in arbeidsplaatsen voor (jaar T), uitgedrukt in geïndiceerde inwoners arbeidsjaren in (jaar T), uitgedrukt in arbeidsjaren
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Indicatornummer: G1B / Indicatornummer: 01 G1B / 02 1 0482 (Alblasserdam) 5,50 2 0505 (Dordrecht) 212,00
Indicatornummer: G1B / 03
Indicatornummer: G1B / 04
Indicatornummer: G1B / 05
0
0
0
0
0
0 0
3 0531 (Hendrik-IdoAmbacht) 4 0590 (Papendrecht)
9,75
0
0
9,00
0
0
0
5 0610 (Sliedrecht)
24,50
0
0
0
0
0
6 0642 (Zwijndrecht) SZW
G2B
I Gebundelde uitkering op grond van artikel 69 WWB I.1 WWB: algemene bijstand Openbaar lichaam o.g.v. Wgr (SiSa tussen
102
Het totaal aantal gerealiseerde begeleid werkenplekken voor geïndiceerde inwoners in (jaar T), uitgedrukt in arbeidsjaren
48,25 Hieronder per regel één Besteding (jaar T) gemeente(code) algemene bijstand selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen Aard controle n.v.t.
Aard controle n.v.t.
Baten (jaar T) algemene bijstand (exclusief Rijk)
Aard controle n.v.t.
0
medeoverheden)
Indicatornummer: G2B / 01
Het openbaar lichaam verantwoordt hier per gemeente over het deel van de regeling dat in (jaar T) door het openbaar lichaam is uitgevoerd. 1 0482 (Alblasserdam)
Indicatornummer: G2B / 02
Indicatornummer: G2B / 03
€ 3.134.836
€ 69.915
2 0505 (Dordrecht)
€ 47.589.116
€ 1.297.495
3 0531 (Hendrik-IdoAmbacht) 4 0590 (Papendrecht)
€ 2.703.818
€ 30.874
€ 5.200.435
€ 126.511
5 0610 (Sliedrecht)
€ 4.068.744
€ 90.569
6 0642 (Zwijndrecht)
€ 10.608.327
€ 178.899
I.2 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW)
Hieronder per regel één Besteding (jaar T) gemeente(code) IOAW selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen
Baten (jaar T) IOAW (exclusief Rijk)
Openbaar lichaam o.g.v. Wgr (SiSa tussen medeoverheden) Aard controle n.v.t. Aard controle n.v.t. Aard controle n.v.t. Het openbaar lichaam Indicatornummer: G2B / Indicatornummer: Indicatornummer: G2B / 06 verantwoordt hier per 04 G2B / 05 gemeente over het deel van de regeling dat in (jaar T) door het openbaar lichaam is uitgevoerd. 1 0482 (Alblasserdam) € 71.220 € 13.413 2 0505 (Dordrecht)
€ 860.460
€ 11.555
3 0531 (Hendrik-IdoAmbacht) 4 0590 (Papendrecht)
€ 82.372
€ 1.530
€ 94.569
€ 685
5 0610 (Sliedrecht)
€ 101.658
€0
6 0642 (Zwijndrecht)
€ 203.604
€ 1.713
103
I.3 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ)
Hieronder per regel één Besteding (jaar T) gemeente(code) IOAZ selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen
Baten (jaar T) IOAZ (exclusief Rijk)
Openbaar lichaam o.g.v. Wgr (SiSa tussen medeoverheden) Het openbaar lichaam verantwoordt hier per gemeente over het Aard controle n.v.t. Aard controle n.v.t. Aard controle n.v.t. deel van de regeling Indicatornummer: G2B / Indicatornummer: Indicatornummer: G2B / 09 dat in (jaar T) door het 07 G2B / 08 openbaar lichaam is uitgevoerd. 1 0482 (Alblasserdam) €0 €0 2 0505 (Dordrecht)
€ 139.509
€ 2.291
3 0531 (Hendrik-IdoAmbacht) 4 0590 (Papendrecht)
€ 12.841
€0
€0
€0
5 0610 (Sliedrecht)
€0
€0
6 0642 (Zwijndrecht)
€ 17.226
€0
Besteding (jaar T) Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen
Baten (jaar T) Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen
I.4 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) (Bbz 2004)
Hieronder per regel één gemeente(code) selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen
Openbaar lichaam o.g.v. Wgr (SiSa tussen medeoverheden) Het openbaar lichaam verantwoordt hier per gemeente over het deel van de regeling dat in (jaar T) door het openbaar lichaam is
104
Aard controle n.v.t.
Aard controle n.v.t.
Aard controle n.v.t.
Indicatornummer: G2B / 10
Indicatornummer: G2B / 11
Indicatornummer: G2B / 12
uitgevoerd. 1 0482 (Alblasserdam)
€0
€0
2 0505 (Dordrecht)
€ 146.014
€ 1.334
3 0531 (Hendrik-IdoAmbacht) 4 0590 (Papendrecht)
€ 16.963
€ 3.424
€ 39.737
€ 265
5 0610 (Sliedrecht)
€ 23.881
€0
6 0642 (Zwijndrecht)
€ 36.475
€ 145
I. 5 Wet werk en Hieronder per regel één Baten (jaar T) WWIK inkomen kunstenaars gemeente(code) (exclusief Rijk) (WWIK) selecteren en in de kolommen ernaast de Openbaar lichaam verantwoordingsinformatie o.g.v. Wgr (SiSa voor die gemeente tussen invullen medeoverheden). Het openbaar lichaam verantwoordt hier per gemeente over het Aard controle n.v.t. Aard controle n.v.t. deel van de regeling dat in (jaar T) door het Indicatornummer: G2B / Indicatornummer: openbaar lichaam is 13 G2B / 14 uitgevoerd. 1 0482 (Alblasserdam) €0 2 0505 (Dordrecht)
€0
3 0531 (Hendrik-IdoAmbacht) 4 0590 (Papendrecht)
€0 €0
5 0610 (Sliedrecht)
€0
6 0642 (Zwijndrecht)
€0
105
SZW
G3B
Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (exclusief levensonderhoud beginnende zelfstandigen)
Hieronder per regel één gemeente(code) selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen
Besteding (jaar T) levensonderhoud gevestigde zelfstandigen (exclusief Bob)
Besteding (jaar T) kapitaalverstrekking (exclusief Bob)
Baten (jaar T) levensonderhoud gevestigde zelfstandigen (exclusief Bob) (exclusief Rijk)
Baten (jaar T) kapitaalverstrekking (exclusief Bob) (exclusief Rijk)
Besteding (jaar T) aan onderzoek als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004 (exclusief Bob)
Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz) 2004 Openbaar lichaam o.g.v. Wgr (SiSa tussen medeoverheden) Het openbaar lichaam verantwoordt hier per gemeente over het Aard controle n.v.t. Aard controle R Aard controle R Aard controle R Aard controle R Aard controle R deel van de regeling dat in (jaar T) door het Indicatornummer: G3B / Indicatornummer: Indicatornummer: G3B / 03 Indicatornummer: G3B Indicatornummer: G3B / 05 Indicatornummer: G3B openbaar lichaam is 01 G3B / 02 / 04 / 06 uitgevoerd. 1 0482 (Alblasserdam) € 5.913 € 88.500 € 3.954 € 16.213 € 8.876 2 0505 (Dordrecht)
€ 209.160
€ 32.900
€ 21.804
€ 120.320
€ 30.342
3 0531 (Hendrik-IdoAmbacht) 4 0590 (Papendrecht)
€ 22.143
€0
€ 173
€ 7.658
€ 5.852
€ 30.559
€0
€ 2.067
€ 74.711
€ 4.658
5 0610 (Sliedrecht)
€ 13.978
€0
€ 840
€ 4.438
€ 6.656
6 0642 (Zwijndrecht)
€ 29.501
€0
€ 1.873
€ 54.258
€ 11.559
Baten (jaar T) Bob (exclusief Rijk)
Besteding (jaar T) aan uitvoeringskosten Bob als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004
Besteding (jaar T) Bob
Aard controle R
Aard controle R
Aard controle R
Indicatornummer: G3B / Indicatornummer: Indicatornummer: G3B / 09 07 G3B / 08 1 €0 €0 €0
106
2 €0
€ 2.400
€0
3 €0
€0
€0
4 €0
€0
€0
SZW
G5B
5 €0
€0
€0
6 €0
€0
€0
Wet participatiebudget (WPB) Wet participatiebudget (WPB)
Hieronder per regel één Besteding (jaar T) gemeente(code) participatiebudget selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen
Waarvan besteding (jaar T) Baten (jaar T) (nietvan educatie bij roc's Rijk) participatiebudget
Waarvan baten (jaar T) van educatie bij roc’s
Besteding (jaar T) Regelluw Dit onderdeel is van toepassing indien in (jaar T-1) duurzame plaatsingen van inactieven naar werk zijn gerealiseerd en verantwoord aan het Rijk.
Openbaar lichaam o.g.v. Wgr (SiSa tussen medeoverheden)
Het openbaar lichaam verantwoordt hier per gemeente over het deel van de regeling Aard controle n.v.t. Aard controle R Aard controle R Aard controle R Aard controle R Aard controle R dat in (jaar T) door het openbaar lichaam is Indicatornummer: G5B / Indicatornummer: Indicatornummer: G5B / 03 Indicatornummer: G5B Indicatornummer: G5B / 05 Indicatornummer: G5B uitgevoerd. 01 G5B / 02 / 04 / 06 1 0482 (Alblasserdam) € 579.579 € 117.434 € 4.288 €0 €0 2 0505 (Dordrecht)
€ 13.231.440
€ 915.613
€ 48.864
€0
€0
3 0531 (Hendrik-IdoAmbacht) 4 0590 (Papendrecht)
€ 429.529
€ 148.640
€ 2.068
€0
€0
€ 991.620
€ 178.757
€ 9.730
€0
€0
5 0610 (Sliedrecht)
€ 827.712
€ 157.503
€ 2.930
€0
€0
6 0642 (Zwijndrecht)
€ 2.636.737
€ 322.614
€ 5.536
€0
€0
Het aantal door de gemeente in (jaar T) ingekochte trajecten basisvaardigheden
1 17
Het aantal door volwassen inwoners van de gemeente in (jaar T) behaalde NT2-certificaten, dat niet meetelt bij de outputverdeelmaatstaven uit de verdeelsleutel van Onze Minister voor Immigratie, Integratie en Asiel.
Aard controle D1
Aard controle D1
Indicatornummer: G5B / 07
Indicatornummer: G5B / 08 9
107
108
2 221
104
3 20
22
4 27
19
5 74
38
6 46
47
Bijlage 3 Interne verrekeningen De commissie BBV is van mening dat vanaf 2009 verrekeningen tussen onderdelen binnen één organisatie onderling dienen te worden geëlimineerd. De commissie vindt dat, door zowel de kosten bij de ene dochter als de opbrengsten bij het andere dochter op te nemen in de begroting en realisatiecijfers, de financiële stand van zaken onnodig wordt opgeblazen. De eliminatie geldt in het geval van de GRD alleen voor het Servicecentrum Drechtsteden en het Onderzoekcentrum. Zij verrekenen namelijk kosten met hun zusters. Door de eliminatie toe te passen ontstaat het volgende programmaoverzicht van deze onderdelen. (Bedragen x € 1.000) Actuele begroting Lasten
Baten
Realisatie
Saldo
Lasten
Verschil
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Bureau Drechtsteden
6.575
6.575
0
8.983
8.984
1
-2.408
2.409
1
Bestuur en Staf
2.151
2.151
0
2.167
2.158
-9
-16
7
-9
Manden Maken Sociale Dienst Drechtsteden Ingenieursbureau Drechtsteden
0
0
0
436
436
0
-436
436
0
204.170
204.170
0
191.082
209.604
18.522
13.088
5.434
18.522
8.150
8.302
152
7.992
8.373
381
158
71
229
48.395
48.395
0
54.208
49.779
-4.429
-5.813
1.384
-4.429
Gemeentebelastingen Drechtsteden
4.694
4.694
0
4.651
4.875
224
43
181
224
Onderzoekcentrum Drechtsteden
1.484
1.484
0
1.468
1.488
20
16
4
20
100
150
50
99
353
254
1
203
204
275.719
275.921
202
271.086
286.050
14.964
4.633
10.129
14.762
-25
Servicecentrum Drechtsteden
Algemene dekkingsmiddelen Resultaat inclusief reserves Interne verrekening OCD en IBD Bureau Drechtsteden
44
0
-44
69
0
-69
25
0
Bestuur en Staf
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Manden Maken
0
0
0
0
0
0
0
0
0
196
0
-196
196
0
-196
0
0
0
0
0
0
0
25
25
0
25
25
Sociale Dienst Drechtsteden Ingenieursbureau Drechtsteden Servicecentrum Drechtsteden
0
0
0
0
0
0
0
0
0
43
0
-43
43
0
-43
0
0
0
Onderzoekcentrum Drechtsteden
0
283
283
0
133
133
0
-150
-150
Algemene dekkingsmiddelen
0
0
0
0
150
150
0
150
150
283
283
0
308
308
0
25
25
0
-20
Gemeentebelastingen Drechtsteden
Totaal interne verrekening OCD Interne verrekening SCD Bureau Drechtsteden
517
0
-517
537
0
-537
20
0
Bestuur en Staf
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Manden Maken
0
0
0
0
0
0
0
0
0
Sociale Dienst Drechtsteden
4.308
0
-4.308
4.529
0
-4.529
221
0
-221
Ingenieursbureau Drechtsteden
1.074
0
-1.074
1.129
0
-1.129
55
0
-55
Servicecentrum Drechtsteden
805
7.626
6.821
805
7.968
7.163
0
342
342
Gemeentebelastingen Drechtsteden
689
0
-689
724
0
-724
35
0
-35
Onderzoekcentrum Drechtsteden
233
0
-233
244
0
-244
11
0
-11
0
0
0
0
0
0
0
0
0
7.626
7.626
0
7.968
7.968
0
342
342
0
Bureau Drechtsteden
6.014
6.575
561
8.377
8.984
607
-2.453
2.409
46
Bestuur en Staf
2.151
2.151
0
2.167
2.158
-9
-16
7
-9
Manden Maken
0
0
0
436
436
0
-436
436
0
199.666
204.170
4.504
186.357
209.604
23.247
12.867
5.434
18.743
Algemene dekkingsmiddelen Totaal interne verrekening SCD Resultaat geschoond met interne verrekeningen
Sociale Dienst Drechtsteden Ingenieursbureau Drechtsteden Servicecentrum Drechtsteden
7.076
8.302
1.226
6.863
8.348
1.485
103
46
259
47.590
40.769
-6.821
53.403
41.811
-11.592
-5.813
1.042
-4.771
Gemeentebelastingen Drechtsteden
3.962
4.694
732
3.884
4.875
991
8
181
259
Onderzoekcentrum Drechtsteden
1.251
1.201
-50
1.225
1.355
131
5
154
181
Algemene dekkingsmiddelen Totaal
100
150
50
99
203
104
1
53
54
267.810
268.012
202
262.810
277.774
14.964
4.266
9.762
14.762
109
Bijlage 4 Lijst met besluiten In de onderstaande tabellen zijn de belangrijkste besluiten die door de Drechtraad en het Drechtstedenbestuur gedurende het jaar 2012 zijn genomen opgenomen. Besluiten genomen door Drechtraad Datum
Onderwerp
10-01-2012
Actualisering begroting 2012
06-03-2012
Gunningsadvies accountantsdiensten
03-04-2012 03-04-2012 03-04-2012
03-04-2012
03-04-2012 03-04-2012 03-04-2012
Aanvullende kredietaanvraag Multifunctionals Kredietaanvraag Applicatie en Technisch Beheer (ATB) Kredietaanvraag reguliere vervanging GRD Voortgangsrapportage 20112012 Programma Arbeidsmarktbeleid regio Drechtsteden Aanvullende kredietaanvraag Multifunctionals Kredietaanvraag Applicatie en Technisch Beheer (ATB) Kredietaanvraag reguliere vervanging GRD
03-04-2012
Voortgangsrapportage 20112012 Programma Arbeidsmarktbeleid regio Drechtsteden
08-05-2012
Verordening m.b.t. Inburgeringsagenda 2012
12-06-2012
Nieuwe dienstverleningsrelatie SCD – GR-en
12-06-2012
Regionaal Beleidsplan Schuldhulpverlening
110
De Drechtraad besluit: De Drechtraad wordt voorgesteld: kennis te nemen van het advies van de cliëntenraad akkoord te gaan met: het in de begroting opnemen van het nieuwe begrotingsprogramma Bestuur en staf; het niet-indexeren van budgetten en gemeentelijke bijdragen (met 0,52%); het dalen van de rekenrente van 5% naar 4%; de nieuwe financiering van de WMO huishoudelijke hulp, en het vaststellen van; de geactualiseerde begroting 2012, versie 8 december 2011; de voorgestelde begrotingswijzigingen; de gemeentelijke bijdragen. In te stemmen met het voornemen tot gunning aan Deloitte Accountants B.V. voor de controlejaren 2012 – 2014 (met mogelijke verlenging van twee jaren). Een aanvullend krediet van € 150.000 voor de uitvoering van het project aanbesteding en implementatie Multifunctionals beschikbaar te stellen. Een krediet van € 575.000 voor de reguliere dienstverlening ATB beschikbaar te stellen. Een krediet van € 155.000 voor de reguliere vervanging GRID beschikbaar te stellen. 1. Kennis te nemen van de stand van zaken over 1 jaar uitvoering van het regionaal programma Arbeidsmarktbeleid (zie bijlagen). 2. In te stemmen met de voorgestelde focus, inzet, planning en bijbehorende middelen om de 4 veranderopgaven op de arbeidsmarkt concrete uitwerking en follow-up te geven. Een aanvullende krediet van € 150.000 voor de uitvoering van het project aanbesteding en implementatie Multifunctionals beschikbaar te stellen. Een krediet van € 575.000 voor de reguliere dienstverlening ATB beschikbaar te stellen. Een krediet van € 155.000 voor de reguliere vervanging GRID beschikbaar te stellen. 1. Kennis te nemen van de stand van zaken over 1 jaar uitvoering van het regionaal programma Arbeidsmarktbeleid (zie bijlagen). 2. In te stemmen met de voorgestelde focus, inzet, planning en bijbehorende middelen om de 4 veranderopgaven op de arbeidsmarkt concrete uitwerking en follow-up te geven. De aanpassing van de Verordening Inburgering Drechtsteden vast te stellen. 1. Het Integraal voorstel andere vormgeving relatie SCD –GR’en, d.d. 15 november 2011 vast te stellen; 2. De Rapportage nadere uitwerking integraal voorstel andere vormgeving relatie SCD en de drie gemeenschappelijke regelingen, d.d. 30 januari 2012 vast te stellen; 3. De Meerpartijenovereenkomst SCD – GR’en, eindversie, d.d. 15 februari 2012 vast te stellen; 4. Akkoord te gaan met het via alleenrecht onderbrengen van dienstverlening bij het SCD, in afwijking van de meerpartijenovereenkomst. Dit in het geval een GR kiest voor het vestigen van een alleenrecht in plaats van aanbesteding; 5. De maximale hiermee gepaarde frictiekosten voor de GRD van € 670.000,- met een inspanningsverplichting verder te verlagen. Het “Regionaal beleidsplan schuldhulpverlening Drechtsteden 2012-2016” vast te stellen en daarmee de volgende wijzigingen door te voeren: 1. Herziening van de uitgangspunten voor het schuldhulpverleningsbeleid in de Drechtsteden: a. de burger zelf is aan zet (voor wat hoort wat, je moet er wel wat voor doen); b. schuldhulpverlening is een tijdelijke voorziening en wordt in principe eenmalig aangeboden; c. het verhogen van inkomen (vinden, uitbreiden of houden van werk) is een opdracht aan iedere schuldenaar; d. het schuldhulpverleningsaanbod is efficiënt én klantgericht. 2. Aanscherping van de toelatingscriteria voor schuldhulpverlening:
e.
12-06-2012
Verordening Wet Werk en Bijstand 2012
03-07-2012
1e Bestuursrapportage GRD 2012
03-07-2012
Financiële Verordening (artikel 2012) en Controle Verordening (artikel 213)
03-07-2012
Jaarrekening 2011
03-07-2012
Primaire begroting 2013
02-10-2012
Reparatie Persoonlijk Minima Budget (PMB) verordening
12-11-2012
Voorstel tot aanwijzing lid Drechtstedenbestuur
e
04-12-2012
2 Burap GrD 2012
04-12-2012
Intrekken Verordening tegemoetkoming kosten kinderopvang Drechtsteden
04-12-2012
Basistarieven huishoudelijke ondersteuning Wmo
04-12-2012
(Gedeeltelijk) intrekkingsbesluit Verordening Inburgering Drechtsteden
verzoeker is bereid mee te werken aan het schuldhulpverleningstraject; f. verzoeker heeft in beginsel geen schulden waardoor vanwege de aard ervan een schuldregeling niet mogelijk is; g. verzoeker is geen zelfstandig ondernemer met een nog functionerende onderneming; h. verzoeker heeft voor een periode van maximaal 5 jaar niet eerder gebruik gemaakt van schuldhulpverlening. 3. De inhoud van het schuldhulpverleningstraject bij overeenkomst te regelen. 1. Het Wijzigingsbesluit Verordening Werk en Inkomen Drechtsteden c.a., 2012 vast te stellen. 2. De “Verordening maatschappelijke participatie Wet werk en bijstand Drechtsteden” vast te stellen. 1. De 1e burap GrD 2012 2. De voorgestelde begrotingswijzigingen.de voorgestelde gemeentelijke bijdragen. vast te stellen a. de nieuwe financiële verordening b. de nieuwe controle verordening vast te stellen en c. de huidige financiële verordening d. de huidige controle verordening in te trekken. kennis te nemen van: a. het accountantsverslag b. de reactie van het Drechtstedenbestuur op het accountantsverslag c. het advies van de Auditcommissie Drechtraad d. het advies van de Cliëntenraad WWB Drechtsteden e. de reactie van de portefeuillehouder sociaal op het advies van de CWD en f. de jaarrekening 2011; g. de resultaatbestemming zoals voorgesteld; h. de afrekening met de gemeenten zoals gespecificeerd vast te stellen. a. de begroting 2013 en de meerjarenraming 2014 tot en met 2016; b. de gemeentelijke bijdragen voor 2013; c. de ICT-kredieten voor 2013 vast te stellen. Vaststellen van het Besluit tot wijziging van de verordening Persoonlijk Minimabudget Wet Werk en Bijstand Drechtsteden 2012. Door het vaststellen van dit wijzigingsbesluit vervalt het criterium van zelfstandige huisvesting. De heer H. Mirck aanwijzen als lid van het Drechtstedenbestuur. 1. Kennis nemen van het advies van de Cliënteraad Wwb Drechtsteden en de beantwoording van het Drechtstedenbestuur. e 2. Vaststellen van de 2 burap 2012. 3. Vaststellen van de voorgestelde begrotingswijzigingen. 4. Vaststellen van de voorgestelde kredieten. 5. Vaststellen van de voorgestelde gemeentelijke bijdragen. 1. De Verordening tegemoetkoming kosten kinderopvang Drechtsteden in te trekken met ingang van 1 januari 2013 (datum onder voorbehoud van datum inwerkingtreding wetswijziging); 2. het Drechtstedenbestuur de Drechtraad erbij betrekt, op het moment dat het Drechtstedenbestuur voornemens is een subsidieplafond in te stellen, door middel van het uitbrengen van wensen en bedenkingen; 3. dit besluit bekend te maken op de binnen de Drechtsteden gebruikelijke wijze. Vaststellen van de basistarieven voor huishoudelijke ondersteuning in de Wmo op basis van resultaatfinanciering per 1 januari 2013: huishoudelijke ondersteuning (HO) € 179,72 per vier weken en huishoudelijke ondersteuning plus (HO+) € 311,16 per vier weken. Vaststellen van het Intrekkingsbesluit Verordening Inburgering. 1.
04-12-2012
Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning
2.
Vaststellen van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden 2013. Intrekken van de Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning Drechtsteden van 21 maart 2007, zoals gewijzigd bij verordening van 17 juni 2009.
111
Besluiten genomen door het Drechtstedenbestuur Datum
Onderwerp
11-01-2012
Werkprogramma 2012 Bureau Drechtsteden
08-03-2012
Uitvraag regionale en lokale projecten BDU 2012 en 2013
12-04-2012
Regionaal beleidsplan schuldhulpverlening Drechtsteden 2012 – 2016
12-04-2012
Nieuwe financiële verordening (artikel 212) en controle Verordening (artikel 213)
12-04-2012
Stuurgroep Noordoevers
16-05-2012
Rapportage Wonen in de Drechtsteden 2012
112
Het Drechtstedenbestuur besluit: 1. Het bestuur stemt in met de bezuiniging op het werkprogramma 2012 van Bureau Drechtsteden door de verlaging van het uurtarief in het kader van de proeftuin beleid van gemiddeld € 105 naar € 65. 2. Ter uitwerking van het besluit van het Drechtstedenbestuur van 3 en 23 november 2011 mede op basis van de adviezen van de PFO’s Fysiek en Sociaal van 6 december 2011 wordt ingestemd met het werkplan 2012 van BDS. Er wordt ingestemd met de verdeling van de uitvraag BDU 2012 en 2013 zoals weergegeven in de bijlage en gebaseerd op: 1. Het inwonertal per 1 juli 2010; 2. Het sparen van 10% van het budget regionale infra 2012 -2013, groot afgerond € 250.000 ten gunste van het thema fiets. Het bestuur gaat akkoord met het “Regionaal beleidsplan schuldhulpverlening Drechtsteden 2012-2016” en de beleidsregels “toelating tot de schuldhulpverlening in de Drechtsteden”, en besluit daarmee om de volgende wijzigingen door te voeren: 1. Herziening van de uitgangspunten voor het schuldhulpverleningsbeleid in de Drechtsteden: a. de burger zelf is aan zet (voor wat hoort wat, je moet er wel wat voor doen); b. schuldhulpverlening is een tijdelijke voorziening en wordt in principe eenmalig aangeboden; c. het verhogen van inkomen (vinden, uitbreiden of houden van werk) is een opdracht aan iedere schuldenaar; d. het schuldhulpverleningsaanbod is efficiënt én klantgericht. 2. Aanscherping van de toelatingscriteria voor schuldhulpverlening: a. verzoeker is bereid mee te werken aan het schuldhulpverleningstraject; b. verzoeker heeft in beginsel geen schulden waardoor vanwege de aard ervan een schuldregeling niet mogelijk is; c. verzoeker is geen zelfstandig ondernemer met een nog functionerende onderneming; d. verzoeker heeft voor een periode van maximaal 10 jaar niet eerder gebruik gemaakt van schuldhulpverlening. 3. De inhoud van het schuldhulpverleningstraject bij overeenkomst te regelen. 1. Er wordt ingestemd met: - de nieuwe financiële verordening; - de nieuwe controle verordening; - het intrekken van de huidige financiële verordening; - het intrekken van de huidige controle verordening. 2. En deze wordt ter vaststelling aangeboden aan de Drechtraad. 1. Het huidige Bestuurlijk Overleg Noordoevers wordt opgeheven. 2. Onder verantwoordelijkheid van het DSB, wordt een Stuurgroep Noordoevers ingesteld, waarin participeren de zes Drechtstedengemeenten, die elk met één portefeuillehouder bestuurlijk vertegenwoordigd zijn, de directie ROM-D en Bureau Drechtsteden (coördinatie). Opgemerkt wordt dat er een nieuwe bestuursopdracht nodig is om de inhoud van de opdracht te bepalen. De nieuwe stuurgroep wordt gevraagd een voorstel hiervoor aan het bestuur voor te leggen. 3. Het voorzitterschap van deze stuurgroep wordt vooralsnog belegd bij de regionaal portefeuillehouder Noordoevers. 4. De Stuurgroep Noordoevers, na effectuering van de overdracht van het project van de ROM-D aan de Drechtsteden, wordt ingebed in de dan gevormde en vastgestelde nieuwe bestuurlijke en organisatorische aansturing van het project binnen de Drechtsteden. 1. Het bestuur houdt vast aan de taakverdeling: regionale monitoring en signalering, subregionale afstemming en lokale sturing. 2. Het bestuur stemt in met genoemde acties: a. beperken nieuwbouwaanbod met een betere fasering langere termijn en dosering op de korte termijn met in achtneming van de doelstelling van kwaliteitsverbetering; b. zoeken en benutten van kansen voor verbreding van het nieuwbouwaanbod; c. met de corporaties de ontwikkeling in de sociale sector bespreken: vereiste omvang, vereiste aandeel in de nieuwbouw, wijze van voorzien in woningen voor de groep middeninkomens; d. zoeken naar verbeteringsmogelijkheden van de bestaande voorraad;
e. f.
16-05-2012
Voorstel Baanbehoud voor oudere ID-werknemers
30-05-2012
Sturingsmodel NoordoeversTransformatiezone in Drechtstedenverband
inzetten op woon- en gebiedspromotie; voortzetten van de overleggen met corporaties en marktpartijen g. bezien in hoeverre dit tot aanvullend beleid kan leiden, als bijdrage aan de oplossing van de problematiek van de woningbouwprogrammering. 3. Als prijsgrenzen worden de bedragen zoals genoemd in bijlage A aangehouden: sociale huursector: max. huur tot € 664,66 sociale koopwoning: maximum koopprijs € 187.400, maximum grondkosten sociale sector € 16.749,- incl. BTW. primaire doelgroep tot € 34.085,-, secundaire doelgroep tot € 43.000,-. 1. Het Drechtstedenbestuur besluit om voor alle huidige ID-werknemers die in 2012 de leeftijd van 62 jaar of ouder bereiken, de loonkostensubsidie onder dezelfde voorwaarden door te betalen tot 1 januari 2014, of zoveel eerder als de 65-jarige leeftijd is bereikt. Dit betreft in totaal 34 mensen waarvan 10 mensen voor de einddatum de 65-jarige leeftijd bereiken. 2. Voor 1 augustus 2013 wordt opnieuw overwogen of de financiële situatie van de Drechtsteden mogelijkheden biedt voor de periode na 1 januari 2014. 3. Het bestuur verzoekt aandacht aan dit onderwerp te besteden via een persbericht. Het bestuur neemt de volgende besluiten: 1. Het project Noordoevers-Transformatiezone wordt als gezamenlijk regionaal project uitgevoerd. De zes gemeenten van de Drechtsteden zijn gezamenlijk eigenaar van het project. 2. De gemeenten dragen als gezamenlijke eigenaren van het project gezamenlijk en solidair met elkaar de financiële verantwoordelijkheid voor het project. De risico’s worden, conform de besluitvorming van maart 2012, evenredig naar inwoneraantal gedragen door de gemeenten. De in de besluitvorming van maart 2012 vastgelegde kosten en het risicoprofiel voor de gefaseerde doorontwikkeling van het project zijn taakstellend. In beginsel zal dus, wanneer daar aanleiding toe is, niet de begroting maar het plan worden aangepast. Ingeval van financiële calamiteiten zullen het programma en de voortzetting van het project in heroverweging worden genomen. De gemeenteraden zullen in deze heroverweging conform hun bevoegdheid positie hebben. Strakke sturing op het project waarborgt continu inzicht in de realisatie, de kwaliteit en de financiën en risico’s, en biedt zo, wanneer dat nodig is, gelegenheid tot tijdige bijstelling van het programma. Conform de besluitvorming van maart 2012 dragen de gemeenten Hendrik-Ido-Ambacht en Zwijndrecht en Dordrecht de afdekking van het tekort op de exploitatie op basis van het huidige programma, waarmee Hendrik-Ido-Ambacht en Zwijndrecht een bijzondere verantwoordelijkheid aanvaarden omdat het project op beider grondgebied ligt, en Dordrecht bijzondere verantwoordelijkheid aanvaardt als grootste gemeente in de Drechtsteden alsook in het kader van de regionale samenwerking. 3. Het gemeenschappelijk eigenaarschap van alle Drechtstedengemeenten komt ook tot uitdrukking in de sturing op het project. Het bestuurlijk opdrachtgeverschap is belegd bij het Drechtstedenbestuur. Het Drechtstedenbestuur machtigt de Stuurgroep Noordoevers om namens hem het bestuurlijk opdrachtgeverschap uit te voeren. In de Stuurgroep Noordoevers zijn alle gemeenten vertegenwoordigd. Er zal strikte sturing plaatsvinden op de financiën en risico’s van het project, om zo tijdig maatregelen te kunnen nemen en de risico’s te beheersen. De Drechtraad vervult zijn rol via sturing op de inhoudelijke beleidskaders die gelden voor regionale ruimtelijke ordening. De gemeenteraden worden periodiek geïnformeerd over het project. 4. Het opdrachtnemerschap voor het project wordt in gezamenlijkheid vervuld door de gemeente Dordrecht en de gemeente Papendrecht, die gezamenlijk verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van het project. De functie van ambtelijk opdrachtnemer wordt ingevuld vanuit de gemeente Dordrecht. De gemeente Papendrecht brengt ambtelijke kennis en expertise in het project. De projectorganisatie wordt evenwichtig bemenst vanuit de gemeenten Dordrecht en Papendrecht. 5. Expliciet geldt dat de zes Drechtstedengemeenten gezamenlijk en solidair met elkaar de financiële verantwoordelijkheid dragen voor het project, en dat dus in de op basis van het onderhavige besluit over het sturingsmodel Noordoevers-Transformatiezone op te stellen overeenkomst zal worden voorzien dat de gemeente Dordrecht geen
113
12-09-2012
(Concept)verkenning Toekomst Netwerkbestuur
12-09-2012
Bestuursopdracht Voorbereiding Actieplan laaggeletterdheid
10-10-2012
Financiële bijdrage Sliedrecht, het Plaatje
10-10-2012
Plaatsingsvolgorde Wachtlijstverordening Sociale Werkvoorziening Drechtsteden
09-11-2012
Uitvoeringsprogramma Economie en Arbeidsmarktbeleid
114
nadeel zal hebben van die bijzondere verantwoordelijkheid en het eigenaarschap, anders dan het pro rato risico. In de overeenkomst wordt ook voorzien dat wanneer in het kader van het project Noordoevers-Transformatiezone aan de gemeente Dordrecht financieringsvoordelen ten deel vallen, deze ook gezamenlijk en solidair met de andere gemeenten worden gedeeld. De gemeente Dordrecht neemt daartoe, in de aanvaarding van de bijzondere verantwoordelijkheid als grootste gemeente in de Drechtsteden en in het kader van de regionale samenwerking, het project afzonderlijk in zijn administratie op, draagt zorg voor de liquiditeitenplanning en onderhoudt de dagelijkse contacten met de bank. Projectkosten en financieringslasten worden opgenomen in de grondexploitatie. De Stuurgroep Noordoevers stuurt actief op de beheersing van deze lasten. 6. De gemeente Dordrecht draagt daarmee in formele zin het juridisch en economisch eigenaarschap van het project. De gemeenteraad van Dordrecht stelt de grondexploitatie vast, na instemming met de grondexploitatie door alle andere gemeenteraden. Bij het ontbreken van uniforme besluitvorming door de andere gemeenteraden is de gemeente Dordrecht gerechtigd het project en de opdracht terug te geven aan het Drechtstedenbestuur, met vergoeding van gemaakte projectkosten. Het bestuur heeft veel waardering voor deze notitie, waarin de diverse opties voor verdere ontwikkeling van onze bestuurlijke organisatie overzichtelijk en neutraal zijn geordend. Portefeuillehouder Blase krijgt mandaat voor de laatste tekstuele aanpassingen. De Verkenning zal dan aan de Drechtraad worden gezonden, zodat deze betrokken kan worden in de discussie die wordt georganiseerd door de inmiddels binnen de Drechtraad geformeerde werkgroep. Waarschijnlijk zal dit onderwerp in de carrousel van oktober aan de orde komen. In de aanbiedingsbrief zal expliciet worden vermeld dat het de bedoeling is dat behalve op Drechtraad-niveau ook in de lokale raden over dit onderwerp wordt gediscussieerd. Het bestuur juicht toe dat de discussie op politiek niveau is opgepakt en zal in een volgende vergadering een eerste discussie voeren over de visie die zij daarin zelf zal gaan inbrengen vanuit haar eigen verantwoordelijkheid als dagelijks bestuur. In die discussie zal ook de opbrengst worden meegenomen van het gespreksrondje van portefeuillehouder Blase langs de zes lokale colleges. 1. Er wordt ingestemd met het voorstel een regionaal actieplan 20132016 voor te breiden en op deze manier positief in te spelen op de motie van de Drechtraad van 3 juli jl. 2. Er wordt ingestemd met het reserveren van een bedrag van maximaal € 32.000 uit de begroting 2012 ten behoeve van de uitwerking van dit actieplan, incl. de organisatie van een aantal platformbijeenkomsten. 3. Aandacht wordt gevraagd voor de financierbaarheid van eventuele vervolg-voorstellen. 1. Het DSB neemt kennis van de urgentie start van de ontwikkeling het Plaatje. 2. Vooruitlopend op de definitieve afhechting van Manden Maken voor het Plaatje, wordt de dekking van het uitbetalingsverzoek vastgesteld. 3. Het uitbetalingsverzoek van gemeente Sliedrecht wordt, zoals gebruikelijk, getoetst aan de verordening investeringsfonds GR Drechtsteden. 4. De gemeente Sliedrecht wordt gegarandeerd dat de GR Drechtsteden een bedrag van € 400.000 voor de ontwikkeling van het Plaatje beschikbaar zal stellen. 5. De gemeente Sliedrecht wordt gevraagd het benodigde werkbudget van € 350.000 voor te financieren. Besloten wordt de Wachtlijstverordening Sociale Werkvoorziening Drechtsteden niet te actualiseren, zodat op 1 januari 2013 bij het bepalen van de instroomvolgorde voor plaatsing binnen de Sociale Werkvoorziening wordt teruggekeerd naar de wettelijke standaard van “first in, first out”. 1. Er wordt kennisgenomen ten aanzien van de stand van zaken ten aanzien van de investeringslijnen in het kader van het Uitvoeringsprogramma Economie en Arbeidsmarktbeleid 2012, gekoppeld aan het investeringsprogramma Economische Agenda Zuidvleugel 2012 -2015. 2. Onderzocht zal worden in hoeverre het benodigde bedrag van € 200.000 in het Werkprogramma BDR 2013 kan worden gehonoreerd. 3. Er kan pas ingestemd worden met de voorgelegde projectvoorstellen
30-12-2012
Financiële afspraken uitname Noordoevers
20-12-2012
Project Het Plaatje toevoegen aan de groslijst Drechtsteden en de orderportefeuille ROM-D
20-12-2012
Organisatie uitvoering participatiewet Drechtsteden (Wet Werken naar Vermogen)
20-12-2012
Wijziging beleidsregels Terugvordering
20-12-2012
Wijziging beleidsregel Persoonlijk minimabudget (PMB) voor ouderen
nadat daarvoor ruimte is gevonden binnen het Werkprogramma 2013. 4. Er wordt ingestemd met de voortzetting van de bestuurlijke organisatie, met een inhoudelijke verbreding naar vertegenwoordiging vanuit bedrijfsleven en kennisinstellingen. 1. Het bestuur gaat akkoord met de uitnameprijs van € 1. 2. Er wordt kennisgenomen van de volmachtprocedure voor de volgende Algemene vergadering van Aandeelhouders ROM-D. 3. Via een Q&A-lijst zullen feiten en argumenten nog eens op een rijtje worden gezet, ook ten behoeve van de informatievoorziening voor de raadsleden. Bij de verdere afwikkeling moet maatwerk geboden worden en rekening worden gehouden met de uitspraken van de verschillende raden. Het Project Het Plaatje te Sliedrecht: 1. wordt toegevoegd aan de groslijst GR- Drechtsteden; 2. wordt toegevoegd aan de orderportefeuille ROM-D en bij deze ontwikkelingsmaatschappij in uitvoering gegeven. Afhankelijk van de uitkomst van de discussie over de positionering van de ROMD kan dit besluit op een later moment heroverwogen worden. 3. Het bestuur geeft mandaat aan de portefeuillehouder om (in overleg met de stuurgroep Het Plaatje) de eindredactie van het Drechtraadvoorstel vast te stellen. 1. Er wordt ingestemd met de integrale visie tot vormgeving van de organisatie van de keten werk en inkomen in de Drechtsteden zoals beschreven in het visiedocument. De reactie van de klankbordgroep wordt nog ingewonnen. 2. Er wordt ingestemd met de geschetste procedure om te komen tot een nieuwe organisatie van de keten werk en inkomen: in februari 2013 debat Drechtraad over het visiedocument, april 2013 over het voorstel uitvoeringsplan vanuit het DSB, in juni 2013 besluitvorming in de Drechtraad. 3. Aan de Drechtraad wordt het visiedocument doorgeleid. 4. De redactionele suggesties uit het pré-advies worden overgenomen. 1. De wijziging van de beleidsregels terugvordering wordt vastgesteld, te weten: a. het mogelijk maken om in het terugvorderingsbesluit direct een maatwerk betalingsvoorstel op te nemen; b. incassokosten alleen in rekening brengen bij invordering door incassobureau of deurwaarder; c. overbodig formele regels laten vervallen. 2. Bijzondere bijstand voor duurzame gebruiksgoederen en inrichtingskosten wordt voortaan volledig als leenbijstand verstrekt in plaats van deels “om niet”. De wijziging van de beleidsregel PMB voor ouderen met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2012 door het toevoegen van een nieuw artikel 5 a., wordt vastgesteld: “Indien sprake is van ongewijzigde omstandigheden en belanghebbende eerder PMB heeft ontvangen naar aanleiding van hiertoe ingediende aanvraag, kunnen de daarop volgende toekenningen ambtshalve plaatsvinden”.
115
Bijlage 5 Moties en amendementen Status
Datum
Omschrijving
Motie of amendement
Afgehandeld
10-01-2012
Decentralisaties
Motie
Afgehandeld
10-01-2012
Strategische agenda
Motie
Open
10-01-2012
Taakstelling 2012 en verder
Motie
Open
10-01-2012
Taakstelling (extra kosten bestuur en concernstaf)
Amendement
Afgehandeld
10-01-2012
Drechtraad in positie
Motie
Open
06-03-2012
Raad van commissarissen ROM-D
Motie
Afgehandeld
03-04-2012
Netto-effectiviteit re-integratie
Motie
Afgehandeld
12-06-2012
Toelatingscriteria schuldhulpverlening
Amendement
Open
12-06-2012
Nieuwe dienstverleningsrelatie SCD – Gr’en
Amendement
116
Stand van zaken De motie decentralisaties van 10 januari 2012 om maximale beleidsvrijheid te bepleiten bij minister, staatssecretaris en Tweede Kamerleden, is in diverse landelijke gremia zoals VNG en G32 aan de orde gesteld en expliciet opgenomen in de brief op 24 september 2012 van het Drechtstedenbestuur aan de informateurs Kamp en Bos. In een open en interactief proces met Drechtraad is in voorbereiding de actualisatie van het rMJP, met daarin voor de resterende raadsperiode focus in ambitie en in het verlengde daarvan concretisering van activiteiten. Vaststelling van de actualisatie door de Drechtraad heeft op 15 januari 2013 plaatsgevonden. Loopt via beantwoording van de zomermotie 2012, zie de Raadsinformatiebrief d.d. 14 november 2012 (nr. 378 op de lijst van ingekomen stukken). Komt in eerste helft 2013 terug op agenda. Loopt via beantwoording van de zomermotie 2012. Zie de Raadsinformatiebrief d.d. 14 november 2012 (nr. 378 op de lijst van ingekomen stukken). Komt in eerste helft 2013 terug op agenda. Continue aandacht voor de oproep van de Drechtraad aan het DSB de Drechtraad tijdig en aan de voorkant van het besluitvormingsproces te betrekken en van informatie te voorzien. Per 1 januari 2013 zijn door de benoemingen van de heren M. van Twist en A. Boer van de drie vacatures er twee extern ingevuld. Doordat een kandidaat zich heeft teruggetrokken, is het niet mogelijk geweest in de derde vacature te voorzien. De werving om deze vacature in te vullen is inmiddels gestart. In de Drechtraadvergadering van 12 juni 2012 is de reactie (memo) op deze motie inzake het onderzoek van Regioplan naar nettoeffectiviteit re-integratie besproken en akkoord bevonden. Het amendement is in de Drechtraadvergadering van 12 juni 2012 aangenomen, waarmee de uitsluitingtermijn voor recidieven van 10 jaar is verlaagd naar 5 jaar; het regionale beleidsplan schuldhulpverlening is conform aangepast Op het moment van schrijven lopen de gesprekken met de GR'en over de offertes die het SCD heeft uitgebracht en weten we nog niet wat de uitkomst is. Na afronding van dit traject zullen we de
Status
Datum
Omschrijving
Motie of amendement
Open
03-07-2012
Aan de slag met taal
Motie
Open
03-07-2012
Onderzoek versterking toerisme
Motie
Open
03-07-2012
De zomermotie
Motie
Afgehandeld
03-07-2012
Motie
Afgehandeld
12-12-2012
Drechtstedendinsdag 2013 Intrekken Verordening tegemoetkoming kosten kinderopvang Drechtsteden
Amendement
Stand van zaken uitkomsten en de gevolgen voor het frictierisico van de GRD terugrapporteren aan de Drechtraad. Dit heeft geresulteerd in een bestuursopdracht ‘Voorbereiding Actieplan Laaggeletterdheid’, behandeld in de Carrousel Sociaal van 02-10-12. In de hierin opgenomen planning is gemeld dat in april 2013 een beleidskader en actieplan voorgelegd wordt aan de Carrousel Drechtraad. Er wordt volop aan gewerkt, maar de genoemde planning wordt niet gehaald en schuift op naar Carrousel 11 juni 2013. De portefeuillehouder meldt dat het bestuur overleg gevoerd heeft met bestuur Alblasserwaard/Vijheerenlanden over de toeristisch recreatieve mogelijkheden. Er komt een vervolg. Inzet van middelen en menskracht voor deze plannen wordt meegenomen in de integrale afweging van het werkprogramma 2013. Vervolgens zal er een reactie op de motie richting DR gaan. Beantwoording van de zomermotie 2012 verloopt parallel aan het proces van 2e burap en actualisatie begroting. Zie de raadsinformatiebrief d.d. 14 november 2012 (nr. 378 op de lijst van ingekomen stukken). In eerste helft van 2013 vindt een vervolg plaats. Verwerkt in 2e burap 2012 en begroting 2013. De verordening is door de Drechtraad op 4 december 2012 vastgesteld.
117
31 mei 2013
Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden
Accountantsverslag 2012
Deloitte.
Deloitte.
Deloitte Accountants B.V. is ingeschreven in het handeisregister van de Kamer van Koophandel te Rotterdam onder nummer 24362853.
Op ate opdrachten verricht door Deloitte zljn de ‘Algemene Voorwaarden Dienstverlening Deloitte Nederland, november 2010’ gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel onder nummer 24362837 van toepassing.
De jaarrekening is opgesteld onder verantwoordelijkheid van het Drechtstedenbestuur van de Gemeenschappelijke Regeling. In overeenstemming met 11W opdracht hebben wij hebben dejaarrekening 2012 gecontroleerd. Bij deze jaarrekening hebben wij op 29 mei 2013 een goedkeurende controleverklaring verstrekt.
Hierbij ontvangt u ons accountantsverslag over het boekjaar 2012. Daarin zijn onze belangrijkste controlebevindingen samengevat. Voorts treft u een analyse aan van de ontwikkelingen in het vermogen en resultaat.
Geachte leden van de Drechtraad,
1 30854/taJ55O 1
Kenmerk
Tel: 088 288 2888 Fax: 088 288 9830 www.deloitte.nI
Member of Deloitte Touche Tohmatsu Limited 130854
Wij maken u erop attent dat voor dit accountantsverslag een beperkte verspreidingskring geldt. Het accountantsverslag is uitsluitend bestemd voor de Drechtraad en het Drechtstedenbestuur. Het is zonder voorafgaande toestemming niet toegestaan om dit accountantsverslag te publiceren. Dit geldt ook voor de pubLicatie op 11W website.
Datum
31 mei 2013
Onderwerp
Accountantsverslag 2012 Gemeenschappelij ke Regeling Drechtsteden
VERTROUWELIJK Aan de leden van de Drechtraad van de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden Postbus 619 3300 AP DORDRECHT
Deloitte Accountants B.V. Wilhelminakade 1 3072 AP Rotterdam Postbus 2031 3000 CA Rotterdam Nederland
AccountafltSVerSlag 2012 GR Drechtstedefl
Inhoudsopgave
Bijiage Al: Niet-gecorrigeerde fouten Bijiage A2: Gecorrigeerde fouten Bijiage A3: Afwijkingen in de toelichting Bijiage A4: Rechtmatigheid Bijiage B: Onathankelijkheid Bijiage C: Follow up IT audit Bijiage D: Disclaimer en beperking in gebruik
Managementsamenvatting Controlebevindingen Analyse vermogen en resultaat Overige onderwerpen Bijiagen 33 34 35 36 37 38 41
5 12 22 27 32
Accountantsvers!ag 2012 GR Drechtsteden
Managementsamenvatt ing
Dc basis is op orde om over 2013 een goede/optimale situatie met betrekking tot de kwaliteit van de jaarstukken en bet naleven van de werkafspraken te realiseren. Belangrijkste aandachtspunten zijn naar onze mening bet verder op orde krijgen van de geautomatiseerde gegevensverwerking (1), het op onderdelen voldoen aan de I3BV-voorschriften (o.a. toelichtingen en presentatie van onderdelen in dejaarstukken, voorziening frictiekosten, financieel-administratieve posten van de Sociale Dienst Drechtsteden (SDD) (2) en de timing van de verbijzonderde interne controle (3).
Boekjaar 2012 is bet eerste jaar dat wij op basis van de hernieuwde afspraken uit de aanbesteding hebben gecontroleerd. Wij constateren dat over bet geheel genomen uw Gemeenschappelijke Regeling (GR) de gemaakte werkafspraken beter heeft ingevuld dan voorgaande jaren. Op concernniveau constateren wij ook een completer opgeleverd samenstel dossier van de jaarrekening en waren er ook minder correcties van de jaarrekening noclig dan in voorgaandejaren. Daarnaast zien wij dat een duidelijkere regie binnen de GR aanwezig was bij bet samenstellen van de jaarstukken, dat heeft zijn vruchten afgeworpen in de kwaliteit van de jaarstukken.
Tijdens de uitvoering van de oorspronkelijke controleplanning hebben zich geen wijzigingen van materieel belang in de reikwijdte voorgedaan. Wij achten de reikwijdte van onze controle voor 2012 voldoende voor de doelstelling van onze controle.
Met de opdrachtbevestiging van 20 augustus 2012 heeft u ons opdracht gegeven tot het controleren van de jaarrekening 2012. Dc reikwijdte van onze controle staat omschreven in de opdrachtbevestiging en het audit plan voor 2012. Er is gedurende het verloop van de controle op geen enkele wijze sprake geweest van een beperking in de reikwijdte van onze controle.
Onze controle is uitgevoerd in overeenstemming met de vooraf afgesproken planning, zoals overeengekomen in de opdrachtbevestiging van 20 augustus 2012 en tussentijds bijgesteld op basis van de bevindingen en voortgang. Dc uitgevoerde werkzaamheden hebben geresulteerd in een goedkeurende controleverklaring. Dc controleverkiaring bij dejaarrekening 2012 hebben wij u op 29 mci 2013 separaat toegezonden.
Accountantsverslag 2012 GR Drechtsteden
Algemeen beeld
ikwijdte van de controle
Status van de controle
Managementsamenvatting
130854 6
Het financiële beheer van de eenmalige projecten Participatiebudget was niet op orde in verband met bet late tijdstip van bet subsidiëren van deze projecten. Daardoor kon de SDD niet tijdig vaststellen dat de kosten deugdelijk waren onderbouwd en dat deze kosten pasten binnen de regels van de Participatiebudget. Daarnaast had de gemeente Dordrecht moeite tijdig de (door SDD) gevraagde verantwoordingsinformatie te leveren
Wij hebben op 26 april 2013 de controleverkiaring bij de specifieke verantwoordingen_verstrekt.
Daarnaast kornen uit de controle van de SDD fouten en onzekerheden die wij hebben meegenomen in de foutenevaluatie en die wij verderop in dit versiag toelichten.
•
Sociale Dienst Drechtsteden (SDD) Dc controle voor het verstrekken van de consolidatieverkiaring is soepel verlopen, op één punt na:
Gerneentebelastingen Drechtsteden (GBD) De controle voor het verstrekken van de consolidatieverkiaring is soepel verlopen, op één punt na. In één van de controles hebben wij een onzekerheid geconstateerd waarvoor in een laat stadium van de controle aisnog een onderbouwing geleverd. Wij hebben op 26 april 2013 de controleverkiaringen verstrekt.
Belangrijkste aandachtspunten voor het SCD voor 2013 zijn de processen rondom autonlatisering (1&A) en P&O. Daarnaast zal in 2013 voor de gehele regio Drechtsteden nader vorm gegeven moeten worden aan het “fiscaal in control zijn”. Het SCD heeft vanuit een voortrekkersrol hiertoe reeds het initiatief genomen.
Servicecentrurn Drechtsteden (SCD) In de uitvoering van de controle bij het SCD zijn belangrijke stappen gezet. De werkzaamheden voor het verstrekken van het assurancerapport (“systeemverklaring”) zijn soepel verlopen. Dit jaar hebben wij voor het eerst (sinds de oprichting in 2008) één algemeen assurancerapport kunnen afgeven omtrent de opzet en werking van de interne beheersingsmaatregelen van de financiële beheerprocessen bij het SCD. Wij hebben op 19 april 2013 dit assurancerapport afgegeven.
Accountantsverslag 2012 GR Drechtstecien
Belangrijke bevindingen
Uw GR heeft inmiddels actie ondernomen om met name het eerste punt. het op orde krijgen van de geautomatiseerde gegevensverwerking, een belangrijk speerpunt te laten zijn in 2013. Inmiddels zijn er plannen opgesteld om de kwaliteit van de geautomatiseerde gegevensverwerking de koniende jaren te verbeteren. De door ons gesignaleerde aandachtspunten zijn hierin meegenomen.
Managementsamenvatting
7
130854
.
Een overzicht van de geIdentificeerde risico’s gekoppeld aan de kans van optreden en de impact is opgenomen in de paragraaf weerstandsvermogen. Bij een aantal risico’s is, evenals in 2011, de impact en de kans niet nader gekwantificeerd in euro’s Wij concluderen dat, gezien het aantal risico’s en de mogelijke omvang daarvan gerelateerd aan de weerstandscapaciteit, het weerstandvermogen onder druk staat.
Accountantsverslag 2012 GR Drechtsteden
Analyse vermogen en resultaat
Vooriening frictiekosten Dc controle van de voorziening frictiekosten is moeizaam verlopen, Dc omvang van de voorziening was onvoldoende onderbouwd bij de start van onze controle begin maart 2013. Het inzicht in de maximale omvang van de mogelijke verplichting ontbrak, aismede de onderbouwing van de omvang van de verplichting van een gelijkblij vend volume. Daarnaast waren er binnen de GR verschillende visies op de omvang en onderbouwing van de voorziening. In een laat stadium van de controle is met behuip van P&O een afdoende onderbouwing opgeleverd. Belangrijkste kern hiervan is dat een dee! van de geschatte verplichting van ruim € 7,6 miljoen niet is opgenomen in de balans als verplichting maarjaarlijks wordt geraamd ten Laste van de begroting omdat voor dat dee! ad € 2,6 miljoen sprake is van een verplichting van gelijkblijvend volume van circa € 600.000 per jaar. Dc BBV-voorschriften verhieden het opnemen van een voorziening voor arbeidsrechterlijke verplichtingen van gelijkblijvend volume. Voor het bedrag van € 5,0 miljoen is een voorziening opgenomen in de balans per 31 december 2013. Daarnaast is het risico aanwezig dat de verplichting hoger uitvalt. Dit kan zich voordoen als medewerkers langer gebruik maken van het sociaal plan of de WW-rechten dan op basis van de huidige informatie ingeschat.
inkoop- en aanbesteding Dc zichtbare naleving van het inkoop- en aanbestedingsbeleid is onvoldoende structured geborgd. Met name bij contractverlengingen en inkoop van diensten vindt onvoldoende zichtbaar een afweging ten opzichte van de aanbestedingsregels plaats. Dit wordt veroorzaakt doordat in voorkomende gevallen te weinig gebruik wordt gemaakt van de inkoopdienstverlening van het SCD.
Verbijzonderde interne controle De verbijzonderde inteme controlewerkzaamheden van vooral de kleinere dochters Bureau Drechtsteclen, lngenieursbureau Drechtsteden en Onderzoekscentrum Drechtsteden (BD, IBD, OCD) vindt laat in het boekjaar, danwel bij afsluiting van het boekjaar plaats. De timing en spreiding van de verbijzonderde interne controle over het gehele boekjaar blijft een belangrijk aandachtspunt voor 2013.
Managementsamenvatting
8
130854
3% van het totaal van de lasten
Onzekerheden -
1% van het totaal van de lasten
-
Fouten
Goedkeuringstolemnties
€ 5,1 miljoen
€ 1,7 miljoen
.1
De materialiteit bij de planning en uitvoering van onze controle was € 1,7 miljoen (2011: € 2,3 miljoen), zoals uiteengezet in onze controleplanning. Deze materialiteit sluit aan op bet door de Drechtraad vastgestelde controleprotocol.
Voor onze specifieke bevindingen en overige aanbevelingen verwijzen wij u naar de managementletter.
.
Dc tijdigheid en spreiding van de verhijzonderde interne controle (dit geldt overigens niet voor SCD en SDD); Dc (hetrouwbare en rechtniatige) versiaglegging van de activiteiten, dus BBV-proof, hewaking begrotingsrechtmatigheid en concreetheid van de financiële aspecten in de besluitvorming (zoals bij voorbeeld reorgan isat iekosten); Beheer van de tussenrekeningen; Opvolgirig bevindingen IT audit.
De bevindingen, voortvloeiend uit de interim-controle, zijn vastgelegd in onze managementletter d.d. 12 november 2012. Uit de managementletter komt naar voren dat uw aandachtsgebieden vooral liggen op het telTein van:
Als onderdeel van de jaarrekeningcontrole hebben wij in bet najaar van 2012 een interim-controle uitgevoerd. Deze interirn-controle is primair gericht op de opzet, het bestaan en de werking van maatregelen van administratieve organisatie en interne beheersing (AO/IB), voor zover van belang voor onze controle op de betrouwbaarheid van de in de jaarrekening opgenomen gegevens.
Accountantsverslag 2012 GR Drechtsteden
Geldentificeerde fouten en tekorikomingen in de toelichtingen
Interne beheersing
Managementsamenvatting
130854 9
Wij zijn onafhankelijk van de GR en voor zover wij weten heeft zich geen inbreuk voorgedaan op de van toepassing zijnde regels en het beleid ten aanzien van onathankelijkheid.
Ons zijn geen relaties bekend tussen Deloitte Accountants B.V. en haar dochterondernemingen of de member firms van Deloitte Touche Tohmatsu Limited en hun respectieve dochterondernemingen en de OR Drechtsteden die naar ons professionele oordeel mogelijk van invloed kunnen zijn op onze onafhankelij kheid.
Bijiage B bevat een nadere uiteenzetting van onze onafhankelijkheid.
•
•
•
Dc waarhorgen die de Gemeenschappelijke Regeling heeft getroffen zijn voldoende om een oordeel te geven over de financiële rechtmatigheid. Wij hebben geen rechtmatigheidsfouten en/of -onzekerheden geconstateerd.
Materiële tekortkomingen in de toelichtingen zijn uiteengezet in bijlage A3. Dc rechtmatigheidsfouten en/of onzekerheden zijn uiteengezet in bijiage A4.
Nadere informatie ten aanzien van verwerkte controleaanpassingen is uiteengezet in bijiage A2.
Accountantsverslag 2012 GR Drechtsteden
Onafhankelijkheid
€ 100.000
Onzekerheden
GeIdentificeerde, niet-gecorrigeerde fouten bedragen € 0,9 miljoen. Het Drechtstedenbestuur heeft geconcludeerd dat de totale impact van de niet-gecorrigeerde fouten, zowel individueel als in totaal, niet materieel is hinnen de context van de jaarrekening als geheel. Wij kunnen instemmen met het standpunt van de directie. Voor een nadere uiteenzetting van de niet-gecorrigeerde fouten wordt verwezen naar bijiage Al.
€100000
Fouten
Managementsamenvatting
130854 10
Bij aanvang van de balanscontrole was de voorziening frictiekosten en de hierin gemaakte keuzes onvoldoende onderbouwd. De onderbouwing heeft in een laat stadium van de controle plaatsgevonden.
GR Drechtsteden
Accountantsverslag 2012
Belangrijke knelpunten tijdens de controle
Managementsamenvatting
130854 11
Accountantsverslag 2012 GR Drechtsteden
Controlebevindingen
In de definitieve jaarstukken is in paragraaf 3.2.3. een nadere toelichting gegeven op de onderbouwing van de voorziening.
Dc verplichting in verband met de frictiekosten bestaat flu uit de volgende componenten: 1. Voorziening :frictiekosten van € 5,0 miljoen 2. Arbeidskosten gerelateerde verplichting van gelijke omvang van circa € 650.000 per jaar (vierjaar lang is in totaal € 2,6 miljoen). Deze post moet nog in de begroting vanaf 2013 worden verwerkt. 3. Maxirnaal risico van circa € 13,5 miljoen. Dit kan zich voordoen als medewerkers maximaal gebruik maken van het sociaal plan en de WW-rechten en dus niet eerder een andere dienstbetrekking (kunnen) aanvaarden.
130854 13
De afgelopen jaren heeft binnen onderdelen van de GR een reorganisatie plaatsgevonden. Bij het SCD en de SDD zijn daardoor medewerkers bovenformatief geplaatst. Dit leidt tot aanzienlijke frictiekosten de komende jaren. Hiervoor is in 2012 een voorziening gevormd. De controle van deze voorziening is moeizaarn verlopen omdat pas in een laat stadium de maximale omvang en de gelijkblijvende verplichting was onderbouwd. Daamaast voldeed de presentatie van de jaarstukken voor wat betreft de toelichting hierop nog niet aan de BBV-voorschriften. Daarnaast waren er binnen de GR verschillende visies op de omvang en onderbouwing van de voorziening. In een laat stadium van de controle is met behuip van P&O een afdoende onderbouwing opgeleverd. Belangrijkste kern hiervan is dat geschatte verplichting ruim € 7,6 miljoen bedraagt. Deze inschatting is gebaseerd op een aanname van het verloop. Een dee! van de verplichting is niet opgenomen in de balans als verp!ichting maar wordtjaarlijks geraamd ten laste van de begroting omdat voor dat dee! ad € 2,6 rniljoen sprake is van een verplichting van gelijkblijvend volume van circa € 600.000 per jaar.
Accountantsverslag 2012 GR Drechtsteden
Bevinding
Voorziening frictiekosten
Controlebevindingen
Bevinding
Bevinding
GR Drechtsteden
Accountantsverslag 2012
In 2012 is een nader onderzoek uitgevoerd naar de omvang van de bestemmingsreserve Manden Maken in relatie tot de verplichtingen. Hieruit is naar voren gekomen dat door verschillende oorzaken het overzicht van de verplichtingen niet actueel meer was. In bet voorstel voor resultaatbestemming is daarom een voorstel gedaan voor aanvulling van de reserve voor € 3,0 miljoen. Wij maken u crop attent dat in de follow up lijst van bevindingen in de managementletter sinds 2008 is opgenomen dat (Je handhaving van de naleving van de subsidievoorwaarden door de gemeenten onvoldoende vastligt. Ook ontbreekt een zichtbare toets op de provinciale regelgeving. Wij hebben geen toets op de juistheid van de berekende, benodigde aanvulling uitgevoerd. Het genoemde aandachtspunt uit de follow up kan een extra risico betekenen.
Manden maken
Het totaal van de onzekerheden bedraagt € 0,7 miljoen en hebben wij meegenomen in onze foutenevaluatie.
14
130854
Wij hebben in de controie van SDD de volgende onzekerheden geconstateerd bij: • WMO PGB (persoonsgebonden budget) door het ontbreken van verantwoordingen van cliënten voor de ontvangen PGB in 2012 voor een bedrag € 0,4 miljoen. • Participatiebudget eenmalige projecten voor in totaal € 0,1 miljoen. Een gedeelte van de kosten kornt uit de administratie van projectpartners. Wij hebben niet voldoende zekerheid gekregen over de betrouwbaarheid van de urenregistratie. • Kosten ID-banen die ten laste van het participatiebudget worden gebracht. Van € 0,2 miljoen heeft uitbetaLing aan werkgevers nog niet plaatsgevonden. Voor dit bedrag is van de werkgevers nog geen verantwoording ontvangen.
Bevindingen SDD
A
afgeschreven.
130854 15
Wij maken u erop attent dat wij de omvang van de € 3,3 miljoen niet hebben gecontroleerd opjuistheid. indien besluitvorming plaatsvindt waarbij u overgaat tot aanpassing van de gehruiksduur van de ICT middelen, dan is volgens het BBV sprake van een schattingswijziging. Dit betekent dat de restant boekwaarde tegen de kortere gebruiksduur moet worden
In het voorstel voor resultaatbestemming is een voorstel gedaan om een hedrag van € 3,3 miljoen te doteren voor bet opvangen van inhaalafschrijvingen op de ICT middelen, In de jaarrekening zijn de 1CT middelen conform de in het verleden genomen en thans nog geldende besluiten afgeschreven tegen een wisselende gebruiksduur van 3 tot 5 jaar.
Waardering ICT-investeringen
Rentetoevoeging aun besternrningsreserve Manden Maken Uw GR voegt aan tweetal hestemmingsreserves rente toe. De rentetoevoeging wordt toegerekend aan de gemiddelde stand van de reserve. Bij de bestemmingsreserve Manden Maken is in de berekening van het gemiddelde ten onrechte uitgegaan van een eindsaldo van nihil op einde boekjaar. Hierdoor staat de reserve te laag verantwoord met een bedrag van €45 .000.
Innovatiereserve SDD Aan de innovatiereserve SDD is in 2012€ 206.000 onttrokken. In de eerste burap 2012 is dit in de tekstuele toelichting aan de Drechtraad gemeld en naar de mening van de SDD financieel door de Drechtraad gealloceerd naar aanleiding hiervan. Wij zijn van mening dat deze allocatie concreter moet worden benoemd. Deze onttrekking is in de samenvatting van gevraagde besluiten niet opgenornen. Wij adviseren u bij de komende buraps scherp te zijn op de consistentie en concreetheid van de gevraagde besluiten.
Accountantsverslag 2012 GR Drechtsteden
Bevinding
Bevinding
Reserves
Bevinding
GR Drechtsteden
Accountantsverslag 2012
Belangrijkste conclusie uit de interne controle bij de overige dochters (met uitzondering van SCD) is dat uw GR een risico loopt bij inkopen en aanbesteding van diensten. Wij hebben u hierover eerder geInformeerd in onze managementletter van voorgaande boekjaren waarin wij hebben geconcludeerd dat de zichtbare toetsing op de naleving van het inkoop- en
16
130854
Tijdens onze interim-controle hebben wij geconstateerd dat nog geen verbijzonderde interne controle op de processen bij de e kwartaal van 2013 overige dochters (BD, IBD en OCD) had plaatsgevonden. Deze verbijzonderde interne controle is in het 1 uitgevoerd. Wij zijn van mening dat dit te laat is. Hierdoor kunnen eventuele corrigerende acties pas in een nieuw boekjaar worden geImplementeerd in de processen. Wij adviseren u de verbijzonderde interne controle te spreiden over het jaar en over de uitvoering hiervan afspraken te maken met de directeuren van de overige dochters.
Interne controle overige dochters
Bij GBD heeft de interne controle eind 2012 plaatsgevonden. De daadwerkelijke afronding van de IC heeft in februari 2013 plaatsgevonden met een definitief rapport. Ook voor GBD is de tijdige uitvoering van de interne controle een belangrijk aandachtspunt
Interne controle GBD
Uit de interne rechtmatigheidsonderzoekcn (RMO) bij de SDD is voor een bedrag van in totaal € 0,9 miljoen aan financiële fouten geconstateerd. Dit bedrag is tot stand gekomen na extrapolatie van de bevindingen naar de gehele massa (circa 0,7% van de ruim € 135 miljoen voor de SDD). Deze rechtmatigheidsfouten hebben bijvoorbeeld betrekking op het niet tijdig beeindigen van uitkeringen, te hoog toegekende uitkering in verband met hogere eigen inkomsten, verkeerde norm voor de berekening van de bijstand gehanteerd en onterechte verstrekking van WMO hulpmiddelen.
Interne controle SDD
De verbijzonderde interne controle bij het SCD heeft het afgelopen jaar eerder plaatsgevonden. In onze managementletter hebben wij ontwikkelpunten geconstateerd t.a.v. de interne controle op de salarismutaties. Deze ontwikkelpunten zijn door het SCD actief opgepakt.
Interne controle SCD
Rechtmatigheid en interne controle
In bet kader van de begrotingsrechtmatigheid moet gekeken worden naar de lastenoverschrijdingen per programma. Op diepgfamma’s(inclusief algemene inkomsten
130854 17
In totaal heeft uw GR € 276,2 miljoen aan lasten hegroot (na wijziging), tegenover € 27 1,0 miljoen werkelijke lasten. Dit is in totaal een onderrealisatie van € 5,2 miljoen (1,9%). Aan baten had uw GR een bedrag van € 276,4 rniljoen begroot, tegenover € 286,1 rniljoen werkelijke baten. In totaal gaat het oni een hogere realisatie aan haten van € 9,7 miljoen (3,5%).
Daarnaast moet de accountant in het verslag van bevindingen deze kostenoverschrijdingen, waarvan het Drechtstedenbestuur in de jaarrekening moet aangeven dat ze flog dienen te worden geautoriseerd, aan de orde stellen. Extra lasten die worden gemaakt omdat extra opbrengsten daarvoor de ruimte bieden, terwiji deze extra lasten niet direct zijn gerelateerd aan de extra opbrengsten en waarbij de Drechtraad nog geen besluit heeft genomen over de aanwending van deze extra opbrengsten, zijn onrechtmatig.
Het begrotingscriterium is verder verfijnd en uitgewerkt in de Kadernota 2012 van de Commissie BBV (voorheen bet Platform Rechtmatigheid Provincies en Gemeenten). Een overschrijding van de begroting is altijd onrechtmatig, maar hoeft niet in alle gevallen te worden meegewogen in bet accountantsoordeel. Essentieel is dat de raad nadere regels kan stellen wanneer kostenoverschrijdingen die worden gecompenseerd door direct gerelateerde opbrengsten (1), kostenoverschrijdingen passend binnen het beleid (2) en kostenoverschrijdingen bij openeinderegelingen (3) moeten meewegen bij het oordeel van de accountant. In die gevallen dat de Drechtraad geen nader beleid stelt, geldt het uitgangspunt dat deze kostenoverschrijdingen door de accountant niet worden betrokken bij de beslissing of al dan niet een goedkeurend rechtmatigheidsoordeel kan worden afgegeven.
De toe te passen normen voor het begrotingscriterium zijn gebaseerd op artikel 189, 190 en 191 van de Gemeentewet en moeten door de Drechtraad zeif nader worden ingevuld en geconcretiseerd. Dit gebeurt door middel van de begroting en via de verordening op het financieel beheer ex artikel 212 van de Gemeentewet. Het systeem van budgetbeheer en -bewaking moet waarborgen dat de baten en lasten binnen de begroting blijven en dat belangrijke wijzigingen of dreigende overschrijdingen tijdig worden gemeld aan de Drechtraad, zodat de Drechtraad hierover tijdig (binnen het begrotingsjaar) een hesluit kan nemen. Een systeem met onvoldoende waarborgen voor tijdige melding aan de Drechtraad van budgetoverschrijdingen heeft het risico in zich dat inbreuk wordt gemaakt op bet budgetrecht van de Drechtraad.
Accountantsverslag 2012 GR Drechtsteden
Bevinding
Begroti ngsrechtmatigheid
GR Drechtsteden
Accountantsverslag 2012
-
-
18
130854
De gecoristateerde kostenoverschrijdingen welke als onrechtmatig worden aangemerkt en op grond van de Kadernota 2012 van de commissie BBV meetellen voor het accountantsoordeel, hebben in totaliteit gezien de omvang geen gevolgen voor de strekking van de controeverklaring.
Wij verwijzen voor een inhoudelijke en meer specifieke analyse van deze overschrijdingen naar de toelichting op de programmarekening, waarin een analyse van de begrotingsafwijkingen en de begrotingsrechtmatigheid 2012 is opgenornen (vanaf pagina 77).
Deze zijn in te delen in de onderstaande categorieen, zoals genoemd in de kadernota van het Platform Rechtmatigheid Provincies en Gemeenten.
Wij hebben met uw ambtelijke organisatie afgesproken dat wij in iedere rapportage van ons een update zullen geven van de follow up van de adviezen hieromtrent.
Inmiddels zijn dc bevindingen uit de EDP audit door uw GR meegenomen in een totaal verbeterplan voor de JCT en IT. Daarin is tevens extra capaciteit opgenomen voor bet opvolgen van de bevindingen.
Tijdens het samenstellen van de managementletter 2012 was de EDP audit nog niet afgerond. Inmiddels is deze afgerond. In bijiage C hebbe:n wij de follow up tabel opgenomen van de bevindingen uit 2011. Wij constateren dat in 2012 weinig opvolging is gegeven aan de gegeven adviezen. Dc kwaliteit van de geautornatiseerde gegevensverwerking is dusdanig dat wij meer zekerheid hebben moeten verkrijgen over de juistheid en volledigheid van de inforrnatievoorziening gericht op de jaarverslaggeving. Dc bevindingen hebben dan ook tot meerwerk bij dejaarrekeningcontrole geleid.
130854 19
De afgelopen 2 jaar rnaakte de EDP audit onderdeel uit van onze controle om de betrouwbaarheid van de automatiseringsprocessen te toetsen. Gezien de aard van de bevindingen, maar ook de nieuwe werkafspraken heeft een verbreding van de EDP audit plaatsgevonden en rapporteren wij explicieter onze bevindingen, zodat uw GR dit kan gebruiken om de organisatie rondorn de geautomatiseerde gegevensverwerking te verheteren.
Accountantsverslag 2012 GR Drechtsteden
Bevinding
Bevindingen EDP Audit
Wet Sociale Werkvoorziening
Gi B
Besluit Bijstandverlening
G3B
zelfstandigen 2004
Gebundelde uitkering op grond van artikel 69 WWB
G2B
(Wsw)
Brede doeluitkering verkeer en vervoer
Luchtkwaliteit
Samenwerkingsprogramma
Nationaal
E27B
E11B
Specifleke uitkering
Geen
€ 0,3 miljoen
Onzekerheid Geen
€ 0,6 miljoen
Geen
Geen
Geen
Financiële omvang in euro’s
Fout
Geen
Geen
Geen
Fout of onzekerheid
Geen
Geconstateerde tekortkomingen in uitvoering WWB.
Geen
Geen
Geen
Toelichting toutlonzekerheid
Op grond van het Besluit accountantscontrole decentrale overheden, artikel 5, lid 4, rapporteren wij in dit rapport over de fouten en onzekerheden van de specifieke uitkeringen die in 2012 in het kader van SiSa worden verantwoord. Wij doen dit met een tabel, die ook moet worden opgenomen als er geen fouten of onzekerheden geconstateerd zijn. Per regeling wordt aangegeven of, en zo ja welke, financiële fouten of onzekerheden zijn geconstateerd:
Fouten en onzekerheden SiSa
—________
Dc procedure die uw GR moet naleven bij de aanlevering van de bestanden aan het CBS is niet wezenlijk gewijzigd. Uw GR dient in een vast, voorgeschreven stramien een zevental docurnenten aan het CBS te leveren. De SiSa-bijiage die opgenomen is in de jaarrekening wordt opgesteld door de GR. Wij hebben de SiSa-bijiage gecontroleerd op basis van de door u opgemaakte SiSa-bijiage en de nota verwachtingen accountantscontrole SiSa 2012. Hierbij stellen wij dejuistheid van de gegevens in de SiSa-bijiage vast. Wij willen benadrukken dat u als GR zeif verantwoordelijk bent voor de volledigheid van de te verantwoorden indicatoren zoals opgenomen in de SiSa-bijiage. Indien een ‘0’ is ingevuld zijn wij bij uw organisatie nagegaan of deze ‘0’ teinevuId.Uheeftditaanonsbevestigd.
Proces tot standkoming SiSa
Single information Single audit
G5B
Wet Participatiebudget (WPB)
Onzekerheid
Fout
€ 0,1 miljoen
€ 0,4 miljoen
geconstateerd
Wij hebben voor € 0,1 miljoen een onrechtmatigheid
documentatie.
rechtmatigheid niet vaststellen a.g.v. ontbreken van
Wij kunnen voor € 0,4 miljoen de
Accountantsverslag 2012 GR Drechtsteden
Analyse vermogen en resultaat
Stand per 31 december
Totaal (= resultaat vóór bestemming)
Nog te bestemmen resultaat bij jaarrekening
3.516
-19.900
-5.800
5.316
-4.500
-2.000
-2.500
-14.100
Tussentijdse resultaatbestemming tijdens boekjaar
3.516
2011
6.300
23.488
2010
Verrekeningen uit resuttaatbestemming voorgaand boekjaar
Stand van de reserves per 1 januari
Ontwikkeling eigen vermogen
21 .588
19.400
10.664
4.406
-3.100
5.315
2012
In het hiernavolgende overzicht hebben wij de mutaties in de reserves schematisch weergegeven (x € 1.000):
Dc mutaties in het eigen vermogen vinden plaats door middel van de resultaatbestemming. Het resultaat vóór hestemming bedraagt € 19,4 miljoen voordelig. Per saldo is tussentijds reeds € 4,4 miljoen in de reserves gestort, zodat het uiteindelijke nog te bestemmen jaarresultaat € 10,6 rniljoen voordelig hedraagt. Dit hedrag is afzonderlijk vermeld onder het eigen vermogen in de balans.
In het BBV wordt een duidelijk onderscheid gemaakt tussen resultaatbepaling en resultaatbestemming. Alle baten en lasten dienen via de programmarekening te lopen. Er mogen geen baten of lasten rechtstreeks in het eigen vermogen worden gemuteerd.
Accountantsverslag 2012 GA Drechtsteden
Beschrijvi ng
Vermogen en resultaat
Analyse vermogen en resultaat
130854 23
10.000
EEl 20! 0
2011
I
2012
• Resultaat
(x € 1.000)
Accountantsverslag 2012 GR Drechtsteden
130854 24
Het positieve exploitatieresultaat 2012 is mede ontstaan na een aantal incidentele haten en lasten. Het “genormaliseerde” exploitatieresultaat 2012 (resultaat exciusief incidentele baten en lasten) hebben wij hierna op hoofdlijnen berekend. Voor een meer uitgebreide analyse van het resultaat verwijzen wij naar de toelichting op de programmarekening en het, overeenkomstig de notitie incidentele baten en lasten van de Commissie BBV opgenomen, overzicht van incidentele baten en lasten dat is opgenomen in deze toelichting.
-30.000
-20.000
-
0
10.000
20.000
30.000
Resultaatontwikkeling 2010-2012
Hierna geven wij een overzicht van de ontwikkeling van het resultaat (vóór bestemming) van 2010 tot en met 2012.
Dc omvang van uw reserves bedraagt ultimo 2012 22,8% van het balanstotaal (2011: 6% van het balanstotaal). In de nota reserves en weerstandscapaciteit is uitgegaan van een exploitatiereserve voor elke GRD-dochter van rnaximaal 3% van de totale apparaatskosten, met een ondergrens van € 100.000. Naast de reserves per dochter beschikt uw organisatie over een algemeen reserve met een maximale omvang van €0,5 miljoen. Ultimo 2012 bedraagt het saldo van deze reserves € 0,7 miljoen (2011: € 1,2 miljoen). Dc direct beschikbare weerstandscapaciteit van uw GR is derhalve in 2012 verminderd.
De reserves van uw GR zijn in 2012 met een bedrag van € 16,3 miljoen toegenomen. Dit kornt overeen met het saldo van het resultaat voor bestemming van € 19,4 voordelig en de verrekeningen met de deelnemers van €3,! nadelig.
Analyse vermogen en resultaat
Accountantsverslag 2012
GR Drechtsteden
2012
€ 13.732
€ 9.042
-I- € 24.294
+
€19.604
130854 25
Het saldo na bestemming laat een voordelig saldo van € 10,7 miijoen zien, ten opzichte van een nadelig saldo van €2 rniljoen in 2011. Dc belangrijkste positieve afwijkingen zijn te vinden in de exploitatie van de SDD.
nettoresultaat
-I- € 24.294
Incidentele voordelen
Genormaliseerd
+€ 13.732
1.000)
Incidentele nadelen
Positief nettoresultaat 2012 (x €
Analyse vermogen en resultaat
iai lu vi ii
I
130854 26
Een overzicht van de geIdentificeerde risico’s gekoppeld aan de kans van optreden en de impact is opgenomen in de paragraaf weerstandsvermogen. Bij een aantal risico’s is, evenals in 2011, de impact en de kans niet nader gekwantificeerd in euro’s. Wij concluderen dat, gezien bet aantal risico’s en de mogelijke omvang daarvan gerelateerd aan de weerstandscapaciteit, bet weerstandvermogen onder druk staat.
Niet gekwantificeerd
Berekend profiel
Risico’s
De samenhang tussen weerstandscapaciteit en risico’s van uw GR hebben wij in de navolgende figuur samengevat (bedragen in € miljoenen)
Accountantsverslag 2012 GR Drechtsteden
en risicomanagement
vv
Analyse vermogen en resultaat
Accountantsverslag 2012 GR Drechtsteden
Overige onderwerpen
ihI
Juridisch (GR, BV’s, statuten, rechten en verplichtingen, OR); Financieel (administratief, versiaggeving, overdracht, afsluiting administraties); Organisatorisch (mandaat, functiewaardering, overgangsregeling maar ook op “soft controls”); Fiscaal (geen fiscale eenheid, BTW-aspecten, toekomstige vpb plicht overheidsbedrijven).
130854 28
Wij hebben een aantal Drechtstedenbrede aandachtspunten begin 2013 onder de aandacht gebracht van het regionaal controllersoverleg. Het is een overzicht van aandachtspunten waarvan wij een regiobrede afstemming verstandig vinden. Tot op heden heeft nog geen follow up hiervan plaatsgevonden.
Wij hebben begrepen dat inmiddels ccii projectplan is geschreven uitgaande van de overgang per I januari 2014. Wij zullen de ontwikkelingen blijven volgen en hierop terugkomen tijdens onze interim-controle 2013.
• • • •
In het recent afgesloten sociaal akkoord is bepaald dat het in werking treden van de Participatiewet zal worden uitgesteld naar I januari 2015. Ook het verplichte quoturn voor participatie van arbeidsgehandicapten is uitgesteld. Dit kan de uitwerking van de nieuwe organisatie gaan beInvloeden. Wij adviseren u de ontwikkelingen nauwgezet te volgen en in de uitwerking naar de nieuwe organisatie minimaal aandacht te besteden aan de volgende aandachtsgebieden:
In maart 2013 heeft de Drechtraad besloten orn, met het oog op het inwerking treden van de Participatiewet, ccii nadere nauwe samenwerking tussen Drechtwerk en Sociale Dienst Drechtsteden moet worden onderzocht. Hierbij is een voorkeur uitgesproken orn de participatie en de arbeidsmarktactiviteiten in de Drechtsteden vanuit één organisatie te organiseren. In welke vorm deze sarnenwerking zal gaan plaatsvinden en de definitieve gevolgen voor de organisatievorm van Drechtwerk is op dit moment niet bekend. Als streefdatum is 1 januari 2014 genoemd. De uitwerking hiervan zal naar verwachting uw organisatie in 2013 de nodige tijd en energie gaan kosten, naast de “normale” gang van zaken.
Accountantsverslag 2012 GR Drechtsteden
Drechtstedenbrede punten
Drechtwerk
Overige onderwerpen
Er zijn geen meningsverschillen met de directie geweest en er waren geen beperkingen bij de uitvoering van onze controle. Naar onze mening is ons bij de uitvoering van onze controle-opdracht door de directie van de OR Drechtsteden de volledige medewerking verleend en hebben wij volledige toegang tot de benodigde informatie gehad.
Wij hebben geen kennis van te rapporteren omstandigheden in verband met het niet-naleven van wet- en regelgeving.
Onze jaarrekeningcontrole is gericht op het geven van een oordeel omtrent de jaarrekening zeif en is niet primair gericht op het doen van uitspraken omtrent de betrouwbaarheid en de continuIteit van de geautomatiseerde gegevensverwerking als geheel of van onderdelen daarvan. Onze bevindingen daarorntrent raken dan ook slechts die onderdelen die wij onderzocht hebben in het kader van de jaarrekening, wat wil zeggen dat wij ter zake geen vol ledigheid pretenderen. Uit de door ons uitgevoerde werkzaamheden zijn geen bijzonderheden gebleken waarop wij u via deze rapportage willen attenderen.
Meningsverschil met management of beperking in reikwijdtevande controle
Naleving van wet- en regelgeving overig
Betrouwbaarheid en continuIteit van de automatiserings omgeving
Accountantsverslag 2012 GA Drechtsteden
Wij hebben van de secretaris een ondertekende schriftelijke bevestiging bij de jaarstukken ontvangen.
BevestigIngen van de directie
Overige onderwerpen
130854 29
GR Drechtsteden
Accountantsverslag 2012
30
130854
Tijdens deze gesprekken heeft het Drechtstedenbestuur aangegeven zich bewust te zijn van frauderisico’s en voorbeelden gegeven van de manier waarop zij deze beheerst. Tegelijkertijd stellen wij vast dat het maken en/of periodiek actualiseren van gerichte frauderisicoanalyses geen zichtbaar onderdeel vormt van de inteme beheersingsomgeving, en geen vastleggingen kent in tussentijdse rapportages aan Drechtstedenbestuur en Directieteam. Uw GR loopt hiermee het risico dat de interne beheersing kwetsbare plekken bevat die onopgemerkt blijven.
Als onderdeel van onze controle en de gevoerde fraudediscussie hebben wij het Drechtstedenbestuur verzocht inzicht te geven in de eigen inschatting van het risico dat de jaarrekening een materiële afwijking zou kunnen bevatten als gevoig van fraude, in de aard, omvang en frequentie van deze inschattingen, het proces dat het Drechtstedenbestuur daarbij hanteert, alsook de communicatie daarover met het management, het personeel en met de Drechtraad.
Ontbreken van een geIntegreerde aanpak en vastlegging
Bovendien hebben wij zelfstandig werkzaamheden uitgevoerd die crop waren gericht orn het risico van het “omzeilen” van de interne beheersingsmaatregelen door het Drechtstedenbestuur te detecteren. Tevens hebben wij specifieke controles uitgevoerd op memoriaalboekingen, controles van schattingen en zijn wij alert geweest op significante en ongebruikelijke transacties.
Om invulling te geven aan de eerdergenoemde verplichting, hebben wij een fraudediscussie gevoerd binnen het controleteam en met het Drechtstedenbestuur, waarbij wij de nadruk hebben gelegd op de eventuele rnogelijkheden van materiële onjuistheden als gevoig van fraude in de jaarstukken en op preventieve maatregelen daarbij. Van het Drechtstedenbestuur hebben wij de bevestiging ontvangen dat er geen onregelmatigheden zijn geconstateerd. Wij hebben dit tevens gecommuniceerd met het toezichthoudend orgaan, de Drechtraad.
Wanneer sprake is van een aanwijzing voor fraude, dan zal de accountant dit moeten communiceren met, afhankelijk van de aard van de fraude, de direct Ieidinggevende, het Drechtstedenbestuur en, in sommige gevallen (fraude in de top van de organisatie) en wanneer onvoldoende herstelwerkzaamheden worden ondernornen, de Drechtraad.
Van de accountant wordt op grond van de regels van de beroepsorganisatie (NBA) een professioneel-kritische houding verwacht ten aanzien van afwijkingen van materieel belang als gevoig van fraude in de jaarrekening. Ter invulling van deze professioneel-iritische houding maakt de accountant een inschatting van de frauderisico’s, vormt hij zich een beeld van de maatregelen van interne beheersing die de organisatie heeft getroffen om mogelijke fraudes van materieel helang te voorkomen en beziet hij of deze maatregelen effectief zijn.
Inleiding
Overige onderwerpen
Accountantsverslag 2012 GR Drechtsteden
130854 31
Hoewel wij een professioneel-kritische houding hebben ten opzichte van risico’s van fraude in de jaarrekening, merken wij op dat onze controle niet specifiek gericht is op het ontdekken van fraude. Tijdens de uitvoering van onze controle van de jaarrekening 2012 hebben wij geen aanwijzingen verkregen dat er sprake is geweest van fraude.
Geen aanwijzingen dat er sprake is geweest van materiële fraude
De huidige economische ontwikkelingen kunnen voor het lokaal en middenbestuur en hun werknerners leiden tot verhoogde prikkels of gelegenheden tot het doen van of meewerken aan fraude. Gelet op het belang van een risicoanalyse die is toegespitst op de huidige economische ontwikkelingen en actuele interne beheersing, adviseren wij het proces van periodieke frauderisicoanalyses een vast onderdeel te laten uitmaken van het interne controlesysteem dat crop is gericht bedrijfsrisico’s te onderkennen, het helang en de waarschijnlijkheid daarvan in te schatten inschatten en het daarop toespitsen van de interne beheersing.”
Overige onderwerpen
coufltafltSVerSlag 2012 GR Drechtstedefl
Bijiagen
€ 0,9 miljoen
Rechtmatigheid € 0,7 miljoen
Geconstateerde rechtmatigheidsfouten uit de interne controle SDD
Aard van de onzekerheden
Onzekerheid rechtmatigheid betreft tevens getrouwheid € 0,7 miljoen
Getrouwheid
€ 0,9 mIjoen
Getrouwheid
Accountantsverslag 2012 GR Drechtsteden
33
130854
Wij hebben van het Drechtstedenbestuur een schriftelijke bevestiging bij de jaarrekening ontvangen, waarin het Drechtstedenbestuur bevestigt dat de niet-gecorrigeerde fouten, zowel individueel als in totaal, in het kader van de jaarrekening niet materieel zijn. Het Drechtstedenbestuur heeft tevens bevestigd geen kennis te hebben van andere niet-gecorrigeerde fouten.
Rechtmatigheid
Aard van de fouten
Dc volgende niet-gecorrigeerde fouten groter dan € 100.000 [rapporteringstolerantie] zijn gedurende onze werkzaamheden vastgesteld:
Niet-gecorrigeerde fouten
Bijiage Al: Niet-gecorrigeerde fouten
Totaal
Accountantsverslag 2012 GR Drechtsteden
Geprojecteerde afwijkingen (projected misstatement)
Inschattingsatwijkingen (judgemental misstatement)
Feitelijke afwijkingen (factual misstatement)
[6] [7] [8]
[3] [4] [5]
[1] [2]
Rechtmatigheid €‘OOO
Getrouwheid €‘OOO
130854 34
De tabel hieronder hevat alle afzonderlijk geldentificeerde en gecorrigeerde fouten groter dan € 100.000 en andere door het Drechtstedenbestuur gecorrigeerde fouten.
Gecorrigeerde fouten
Bijiage A2: Gecorrigeerde fouten
Toelichting
Accountantsverslag 2012 GR Drechtsteden
-_____
—
Bron toelichtingsvereiste
Kwantitatieve of kwalitatieve overweging
35
130854
Onze controlestandaarden eisen dat wij afwijkingen van materieel belang in de toe! ichting signaleren orn de Drechtraad in staat te stellen een inschatting te maken van de gevolgen daarvan voor de jaarrekening. De tabel hieronder bevat een weergave van die onderwerpen nit de toelichting waarvan wij denken dat deze nader door de Drechtraad dienen te worden beoordeeld.
Afwijkingen in de toelichting
Bijiage A3: Afwijkingen in de toelichting
€ 0,9 miljoen tout € 0,7 miljoen onzekerheid
WWB c.a. WMO, Participatiebudget
Verbijzonderde IC SDD
WMO PGB, Participatiebudget
Accountantsverslag 2012 GR Drechtsteden
Fout of onzekerheid
Bron normenkader
Toelichting
130854 36
In het Besluit Accountantscontrole Decentrale Overheden (BADO), de kadernota rechtrnatigheid en in het door de Drechtraad vastgestelde normenkader is het kader voor de controle op de rechtmatigheid opgenomen. Deze riormeri zijn vastgelegd in het controleprotocoL van de GR. Bij de controle op de rechtmatigheid hebben wij de volgende fouten en/of onzekerheden geconstateerd:
Rechtmatigheid
Bijiage A4: Rechtmatigheid
-
-
-
-
Accountantsverslag 2012 GR Drechtsteden
Ondersteun ing verbijzonderde interne controle Ondersteuning bij implementatie werkkostenregeling BTW-advisering bij het Service Centrum Drechtsteden Presentatie Wet Hof
Aanvullende dienstverlening
130854 37
Op basis van onze toetsing concluderen wij dat onze onathankelijkheid als certificerend accountant bij de GR Drechtsteden in 2012 voldoende is gewaarborgd. Een overzicht van de aanvullende dienstverlening hebben wij hieronder opgenomen.
De voorschriften in het kader van onafhankelijkheid zijn binnen de Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (de NBA) opgenomen in de ‘Nadere Voorschriften inzake onafhankelijkheid van de openhaar accountant’ (hierna: NVO) en vormen een belangrijk onderdeel van het ‘normenkader’ waaraan een accountant moet voldoen. Dc naleving van de NVO is binnen de organisatie van Deloitte ingebed.
Bevestiging onafhankelijkheid
Bijiage B: Onathankelijkheid
Hieraan is in 2012 geen. opvolging gegeven Hieraan is in 2012 geen opvolging gegeven
Goon ontwikkeling in 2012.
:Geen ontwikkeling in 2012
De huidigo wachtwoordrestricties sluiten Hioraan is in 2012 zogenaamde “zwakko” wachtwoordon niet uit. gedeeltelijk opvolging Daarnaast voldoen do beveiligings instellingen gegeven. van do productiedatabases niet aan wat op basis van “good practice” zou wordon verwacht (“GRID Detail Technisch Ontwerp Active Directory”). Hierdoor is hot mogolijk dat ongoautoriseerde wijzigingen van kritieke gegevens plaatsvindt.
Procedure voor in- en uitdiensttreden t.b.v. autorisatiemanagement is onvoldoende geborgd
Ontbreken van procedure autorisatiomanagemont voor boheer op afstand
Wij hebben vastgesteld dat (een aantoonbare) periodieko roviow van accounts met hoge rechten en inhuurkrachten ontbreekt.
Wij hebben vastgesteld dat wachtwoordinstellingen niot voor allo applicaties en databases conform de opzet en veroiste baselines zijn.
Access Management
Accountantsverslag 2012 GR Drechtsteden
Eon procedure is aanwezig, echter doze werkt nietGedeeltelijk opgevolgd in de praktijk doordat: wijzigingen niet tijdig worden doorgegeven aan do contentbeheerders; een aantal medeworkers op inhuur basis werken en niet zijn opgonomon in hot worknemersbestand
Vastleggen van hot sorviconivoau voor informatiebevoiligingsaspocton in eon Service Level Agreement
Service Level Management
-
-
Geen ontwikkeling in 2012
Hieraan is in 2012 geen opvolging gegeven
Een informatioboveiligingsplan waarin do Hieraan is in 2012 geen beveiligingsmaatregelen zijn opgenomen voor opvolging gegeven GRD en de klantorganisaties is niet aangetroffon. Uitzondering hierop vormt het SDD. Hot beveiligingsplan van het SDD is geldend voor het SCD.
Ontbreken van een lnformatiebeveiligirigsplan
Status
Security Management
Status 2012
Bevinding c.q. advies 2011
Proces
Bijlage C: Follow up IT audit
130854 38
Wij hebben vastgesteld dat documentatie van stappen binnen het wijzigingsproces ontbreekt bij 4 wijzigingen in de steekproef.
Change Management
Accountantsverslag 2012 GR Drechtsteden
Er is geen Business Impact Analyse uitgevoerd, waardoor kritische data en systemen niet zijn bepaald en vastgelegd.
Wij hebben vastgesteld dat geen aantoonbare monitoring op activiteiten van accounts met hoge rechten door ontbreken van logging plaatsvindt.
Op basis van een steekproef van 25 wijzigingen hebben wij vastgesteld dat bij 7 wijzigingen vastgesteld dat documentatie van de stappen in het proces ontbreken.
Geen ontwikkelingen in 2012
Hieraan is in 2012 geen opvolging gegeven
Hieraan is in 2012 geen opvolging gegeven
Voor het Windows netwerkbeheer is geen Hieraan is in 2012 geen opvolging gegeven mutatielog aanwezig met betrekking tot de beheeraccounts. Daarnaast maken diverse beheerders gebruik van het Windows Administrator Account. Het wachtwoord hiervan is sinds 25 mel 2009 niet meer veranderd.
Wij adviseren om de review die nu wordt uitgevoerd op de toegang tot de serverruimte vast te leggen, inclusief opvolging, om vast te kunnen stellen dat de review is uitgevoerd en eventueel in geval van bepaalde calamiteiten te kunnen raadplegen.
Wij hebben begrepen dat er een periodieke review Hieraan is in 2012 plaatsvindt op de toegangslijst voor de gedeeltelijk opvolging serverruimte, maar dat hier geen vastlegging van gegeven. plaats vindt. Wij hebben begrepen dat met betrekking tot het serverruimte deel wordt uitgezocht of hier een betere procedure voor is op te stellen.
Wij hebben vastgesteld dat geen zichtbare review op fysieke toegangslijsten tot serverruimte plaatsvindt.
Status
Voor het Windows netwerkbeheer is geen Hieraan is in 2012 geen mutatielog aanwezig met betrekking tot de opvolging gegeven. beheeraccounts. Daarnaast maken diverse beheerders gebruik van het Windows Administrator Account. Het wachtwoord hiervan is sinds 25 mel 2009 niet meer veranderd.
Het aantal foutieve inlogpogingen is inmiddels wel aangepast naar 5. Na 5 foutieve inlogpogingen wordt het account geblokkeerd.
Status 2012
Wij adivseren u gebruik te maken van standaard beheeraccounts (zou alleen via noodprocedure mogen)
Bevinding c q advies 2011
Continuity Management
Proces
130854 39
Belastingen
Sociale voorzieningen
Accountantsverslag 2012 GR Drechtsteden
Wij hebben vastgesteld dat binnen Key2GeIntegreerdHeffen onvoldoende functiescheiding aanwezig is bij bezwaren en kwijtscheldingen
Een manuale control is geIntroduceerd, de periodieke review wordt gedocumenteerd.
In 2012 is een stappenplan opgesteld, waarvan alleen de periodieke beoordeling van de logging nag niet plaatsvindt.
Wij hebben vastgesteld dat binnen GWS4aII geen beoordeling plaatsvindt op log kritieke transacties
Hieraan is voldoende opvolging gegeven
Gedeeltelijk opgevolgd
Het MT heeft per functie een functiegroep Gedeeltelijk opgevolgd vastgesteld. ledere functiegroep heeft voorgedefinieerde rechten binnen GWS4aII. Gebruikers zijn gekoppeld aan functiegroepen. De juistheid en volledigheid van deze groepen warden niet getoetst.
Wij hebben vastgesteld dat binnen GWS4aII geen autorisatiematrix aanwezig is.
Hieraan is in 2012 geen opvolging gegeven.
Geen ontwikkelingen in 2012
Gedeeltehjk opgevolgd
Key2Financien —Logging is geactiveerd op wijzigingen aan stamgegevens en aan gebruikersautorisaties. Een periodieke review wordt niet uitgevoerd.
De huidige versie van Key2Fin is 3.11, hierin bestaat de mogelijkheid om betalingslimieten in te regelen. Dit is nog niet geImplementeerd. De deelnemers moeten nag overeenkomen welke betalingslimieten geImplementeerd moeten warden. Een beperkt aantal gebruikers is voorzien van een betalingslimiet
Status
Applicatiebeheer heeft een verzoek geplaatst am Gedeeltelijk opgevolgd de wachtwoordinstellingen voor Key2Fin aan te scherpen conform de richtlijnen. De implementatie hiervan is nag niet goedgekeurd.
Wij hebben vastgesteld dat in Key2Financien betalingslimieten ontbreken.
Digitale factuurverwerking
Status 2012
Wij hebben geconstateerd dat binnen Key2Financien van zwakke wachtwoordinstellingen gebruik wordt gemaakt.
Bevinding c.q. advies 2011
Proces
130854 40
© 2013 Deloitte Netherlands
This publication contains general information only, and none of Deloitte Touche Tohmatsu Limited, Deloitte Global Services Limited, Deloitte Global Services Holdings Limited, the Deloitte Touche Tohmatsu Verein, any of their member firms, or any of the foregoing’s affiliates (collectively the “Deloitte Network”) are, by means of this publication, rendering accounting, business, financial, investment, legal, tax, or other professional advice or services. This publication is not a substitute for such professional advice or services, nor should it be used as a basis for any decision or action that may affect your finances or your business. Before making any decision or taking any action that may affect your finances or your business, you should consult a qualified professional adviser. No entity in the Deloitte Network shall be responsible for any loss whatsoever sustained by any person who relies on this publication.
Deloitte provides audit, tax, consulting, and financial advisory services to public and private clients spanning multiple industries. With a globally connected network of member firms in more than 140 countries, Deloitte brings world-class capabilities and deep local expertise to help clients succeed wherever they operate. DeLoitte’s approximately 169,000 professionals are committed to becoming the standard of excellence.
Deloitte refers to one or more of Deloitte Touche Tohmatsu Limited, a UK private company limited by guarantee, and its network of member firms, each of which is a legally separate and independent entity. Please see www.deloitte.com/about for a detailed description of the legal structure of Deloitte Touche Tohmatsu Limited and its member firms.
Evenzo geldt dat de opmerkingen, bevindingen en aanhevelingen met betrekking tot het systeem van interne beheersing niet gelezen dienen te worden als een afzonderlijke opinie van het systeern van interne beheersing en haar werking.
Dc in dit versiag aan de orde gestelde onderwerpen zijn door ons geconstateerd gedurende onze controleopdracht waarvan wij van mening zijn dat zij uw aandacht behoeven. Het is geen allesomvattend verslag van alle geconstateerde zaken en in bet bijzonder kunnen wij niet verantwoordelijk worden gesteld voor het rapporteren van alle bedrijfsrisico’s of tekortkomingen in bet systeem van interne beheersing. Elke conclusie, opinie of opmerking in dit verslag is verstrekt in de context van onze controleverkiaring over de jaarrekening als geheel, welke zal worden verstrekt in onze controleverkiaring.
Dit versiag is alleen bestemd voor de leden van de Drechtraad en bet Drechtstedenbestuur van de GR Drechtsteden en mag niet in zijn geheel of gedeeltelijk aan derden worden verstrekt of aangehaald zonder onze schriftelijke toestemming vooraf. Er wordt geen verantwoordelijkheid aan een derde partij geaccepteerd, omdat dit versiag daar niet voor opgesteld en bedoeld is. Dientengevolge nemen wij geen enkele verplichting of plicht van zorg aan ieder ander persoon aan wie dit versiag getoond of in zijn handen komt op ons.
Bijiage D: Disclaimer en beperking in gebruik
Concept Reactie van het Drechtstedenbestuur op het accountantsverslag 2012 Algemeen Als resultaat van de aanbesteding van de accountantsdiensten is een nieuw, vierjarig contract met Deloitte afgesloten. De controle over 2012 is de eerste onder de nieuwe werkwijze die met dat contract is vastgelegd. De nieuwe werkwijze stelt meer eisen aan de correcte voorbereiding door de GRD en aan de kwaliteit van het controledossier dat aan de accountant wordt aangeboden. Door die betere voorbereiding kan de accountantscontrole efficiënter verlopen, en zijn de kosten lager. In de managementsamenvatting geeft Deloitte aan dat de GRD de werkafspraken voldoende nakomt. Daarnaast bevestigt de accountant dat er, met name bij het Servicecentrum Drechtsteden (SCD), wederom belangrijke stappen zijn gezet in de verbetering van de controle. Bij het SCD zijn de werkprocessen gestandaardiseerd waardoor er efficiënter gewerkt kan gaan worden. Door deze standaardisatie is er nu één systeemverklaring afgegeven door de accountant in plaats van voor elke klantorganisatie een verklaring. Het Drechtstedenbestuur is tevreden over deze ontwikkeling. De doorlooptijd van de controle is echter te lang gebleken, waardoor gemeenten laat zijn geïnformeerd over de relevante uitkomsten. De nieuwe werkwijze wordt met de accountant geëvalueerd zodat in het vervolg sneller kan worden gewerkt. Bevindingen en aanbevelingen De accountant geeft als belangrijkste bevindingen en aanbevelingen: - De verbijzonderde interne controle vindt te laat plaats Deze controle vindt tot nu toe met externe ondersteuning plaats. Bedoeling is dit in 2013 eerder en met interne capaciteit uit te voeren. - Naleving inkoop- en aanbestedingensbeleid is onvoldoende In de loop van 2012 is de inkooporganisatie versterkt. Vanaf 2013 wordt meer aandacht besteed aan de naleving. - De onderbouwing van de voorziening frictiekosten was te laat beschikbaar Het heeft intern inderdaad ontbroken aan duidelijke afspraken. Inmiddels is er een gespecificeerd overzicht waarmee het verloop van de frictiekosten nauwkeurig kan worden gevolgd. - Opvolging van de IT-Audit De jaarlijkse IT-Audit maakt in de nieuwe contractperiode integraal onderdeel uit van de controlecyclus. Bevindingen worden vanaf nu opgenomen in de follow-up lijst inclusief aanpak en planning. In 2012 heeft de doorlichting van de ICT-processen in de fijnstructuur geleid tot het ICT-transitieplan. Daarin is ook extra capaciteit opgenomen voor opvolging van de bevindingen uit de IT audit. - Verder verbeteren van het voldoen aan de verslaggevingsregels (het BBV) De interne BBV-kennis is in 2012 verbeterd. In 2013 wordt daar verder aandacht aan besteed. Het Drechtstedenbestuur onderschrijft de aanbevelingen en de bevingen die de accountant benoemt het accountantsverslag. De punten worden opgevolgd en in de follow-up lijst opgenomen. Over de vorderingen op deze punten zal door de accountant in de management letter 2013 worden gerapporteerd.
Leden van de Drechtraad, Portefeuillehouders Sociaal / Werk, Directeur Sociale Dienst Drechtsteden.
Dordrecht, 24 maart 2013
Betreft: Voortzetting ID-subsidie oudere werknemers / het jaarverslag GRD 2012 bijdrage SDD.
Geachte heer / mevrouw, Onlangs ontvingen wij twee verzoeken om advies. Hieronder treft u voor beide de adviezen aan ID-regeling Het spreekt voor zich dat de CWD het voorstel om de subsidie voor de oudere werknemers te verlengen tot hun pensionering van harte ondersteund. Dit is zowel in het belang van de werknemers als van de organisaties waar zij werkzaam zijn. Onduidelijk is of aan die betrokken organisaties ook inspanningen worden gevraagd om deze formatieplaats te continueren. Deze komt immers waarschijnlijk te vervallen bij ontslag van de ID-er. Op deze wijze wordt mogelijk weer werkgelegenheid voor anderen gecreëerd. Jaarverslag GRD 2012 bijdrage SDD Het jaarverslag geeft ons niet alleen een goed beeld over de uitgaven, maar nu ook over de personen waar het betrekking heeft. Dit is een duidelijke verbetering in vergelijking met voorgaande jaarverslagen. Wij betreuren het dat het afgelopen jaar 1,3 miljoen euro niet is besteed ten behoeve van de minima. Een groep die dit, blijkend uit de signalen van o.a. de voedselbanken, hard nodig heeft. Vrieseweg 25, 3311 NT Dordrecht. Telefoon: 078-6140812 [email protected] Bankrekening: NL11 RABO 0315 3662 57. K.v.K.nr.: 24421532 te Dordrecht
Wij waarderen het dat u voor de Schuldhulpverlening het KIWA NEN-certificering voor de afdeling Budgetadvies en Schuldbemiddeling heeft verdiend en dat de prijs wordt ingezet op het verder doorontwikkelen ervan. Ten slotte wil ik u erop wijzen dat in de Bijlage 3.11. de CWD wordt omschreven als Regionale Cliëntenraad WWB Drechtsteden. Dit dient echter Stichting Clientenraad WWB Drechtsteden te zijn. Met vriendelijke groet,
William Nederpelt Voorzitter
Vrieseweg 25, 3311 NT Dordrecht. Telefoon: 078-6140812 [email protected] Bankrekening: NL11 RABO 0315 3662 57. K.v.K.nr.: 24421532 te Dordrecht
BESLUIT DRECHTRAAD d.d. 2 juli 2013 Portefeuillehouder R.T.A. Korteland
Steller A. Tolsma
Onderwerp
Jaarstukken GRD 2012
DE DRECHTRAAD Gezien het voorstel van het Drechtstedenbestuur van 16 mei 2013; Gelet op artikel 44 van de Gemeenschappelijke regeling Drechtsteden; BESLUIT: 1.
Kennis nemen van: 1. het accountantsverslag 2. de reactie van het Drechtstedenbestuur op het accountantsverslag 3. het advies van de Cliëntenraad WWB Drechtsteden 4. de reactie van de portefeuillehouder sociaal op het advies van de CWD
2.
Vaststellen van: 1. de jaarstukken 2012; 2. de resultaatbestemming zoals voorgesteld; 3. de afrekening met de gemeenten zoals gespecificeerd.
Aldus besloten in de openbare vergadering van 2 juli 2013. de coördinerend griffier,
de voorzitter,
A. Overbeek
drs. A.A.M. Brok
bijlage 6
VOORSTEL DRECHTRAAD 2 JULI 2013 Portefeuillehouder R.T.A. Korteland
Datum 28 mei 2013
Steller A. Tolsma
E-mail [email protected]
Telefoonnummer 2521
Onderwerp
1e Bestuursrapportage GRD 2013 Voorstel 1. Vaststellen van de 1e burap GrD 2012. 2. Vaststellen van de voorgestelde begrotingswijzigingen. 3. Vaststellen van de voorgestelde gemeentelijke bijdragen. Bevoegdheid Drechtraad (art. 6 of 7 GrD) Samenvatting Twee keer per jaar wordt de Drechtraad geïnformeerd over de uitvoering van de begroting. De voorliggende bestuursrapportage (Burap) is de eerste tussentijdse rapportage voor 2013. Deze 1e burap gaat over de realisatie van de eerste vier maanden van het jaar. Op basis daarvan wordt een prognose gegeven van de uitkomsten over heel 2013. Toelichting op het voorstel Frictiekosten Om de door de eigenaren opgelegde financiële taakstelling te kunnen realiseren, heeft er binnen een aantal dochters van de GRD een reorganisatie plaatsgevonden. Een onvermijdelijk gevolg van deze reorganisatie is dat de personele formatie is gekrompen. Dit heeft logischerwijs frictiekosten met zich mee gebracht. Binnen de GRD wordt getracht om deze frictiekosten zo laag mogelijk te houden. Om dit te kunnen realiseren is een uitstroomorganisatie opgezet om bovenformatie medewerkers binnen het Drechtstedennetwerk of daarbuiten te plaatsen. Dit is als eerste goed voor de medewerkers, maar zorgt er ten tweede voor dat de kosten worden beperkt. Bij de jaarrekening 2012 is er een voorziening gevormd ter hoogte van € 5 miljoen om de frictiekosten op te kunnen vangen. Niet in de voorziening zijn opgenomen de verplichtingen met een gelijkblijvende kasstroom over de jaren 2014 tot en met 2018, met een bedrag van € 2,6 miljoen. Bij het Servicecentrum Drechtsteden is er 44,3 fte bovenformatief verklaard. Hiervan zijn er inmiddels 19,6 fte uitgestroomd. Van de 24,7 fte die zich nog in de uitstroomorganisatie bevinden zijn 3,3 fte gedetacheerd en zijn er met 1,75 fte concrete afspraken gemaakt over outplacement. Financieel gezien ligt de uistroom bij het SCD binnen de verwachting. Per 1 januari 2013 waren er van de 22 bovenformatieve verklaarde medewerkers bij de SDD nog 18 medewerkers in dienst. In 2013 is er 1 medewerker geplaatst binnen de SDD, 1 medewerker is arbeidsongeschikt verklaard en 1 medewerker is uit dienst getreden. Daarnaast zijn er 5 medewerkers gedetacheerd en 3 medewerkers hebben een werkervaringsplaats. De begrote frictiekosten voor de SDD bedragen voor 2013 € 1,1 miljoen en liggen in lijn met de beelden bij de jaarrekening 2012 en de daarbij bepaalde omvang van de voorziening. In overleg met de accountant dient de voorziening frictiekosten bij de SDD administratief anders verwerkt te worden. De aanwending van de frictiekosten bovenformatieven dient rechtstreeks ten laste van de voorziening te worden geboekt.
e
pagina 2 1 bestuursrapportage GRD 2013
Dit betekent dat bij de geactualiseerde begroting 2013 vastgestelde onttrekking van € 725.000 wordt teruggedraaid en wordt aangewend ten laste van de voorziening. Daarnaast wordt € 356.000 extra ten laste van de voorziening aangewend. Dit ligt in lijn met de berekende voorzienig en aanpassing daarvan bij de jaarrekening 2012. Drechtwerk In maart heeft de Drechtraad ingestemd met het visiedocument over de wijze van organisatie van de uitvoering van de participatiewet. Onderdeel van deze visie is het liquideren van de Gemeenschappelijke Regeling Drechtwerk en het onderbrengen van de bedrijfsonderdelen van Drechtwerk in de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden. Op dit moment worden de verschillende besluiten uitgewerkt die samenhangen met de uitvoering van de visie. In dat kader worden ook de gevolgen voor personeel en organisatie in kaart gebracht en indien nodig keuzen voorgelegd. Begin september zal – afgaande op de informatie die we op dat moment hebben over de wijze waarop het kabinet het sociaal akkoord gaat uitvoeren – opnieuw afgewogen worden of de uitvoering per 1 januari 2014 (geheel of deels) gehandhaafd blijft. Transitieplan I&A Drechtsteden Inmiddels heeft de grondige doorlichting van de afdeling ICT geleid tot het Transitieplan ICT. In dit plan zijn zowel de bemensing, het verband tussen de uit te voeren activiteiten (beide onderdeel van het stroomlijnen van processen) en in te zetten middelen als de benodigde hard- en software en systemen geanalyseerd. Ook de relatie met en de ambitie van de klanten is hierbij aan de orde gekomen. Dit plan is gevalideerd en daar waar mogelijk gebenchmarkt door een externe onafhankelijke partij. Het transitieplan is op 6 maart 2013 goedgekeurd door het Drechtstedenbestuur en is opiniërend behandeld in de Drechtraadcarrousel Middelen van 14 mei 2013. Indien het Transitieplan in zijn huidige zo sober mogelijke vorm niet zal worden goedgekeurd dan zal dit onherroepelijk tot operationele problemen gaan leiden. Te denken valt hierbij aan het niet meer operationeel kunnen houden van primaire systemen als MS office, GBA etc en veiligheidsproblemen en daarnaast zullen budgettaire kaders overschreden worden. Aanvullenden bezuinigingen 2014-2017 Als gevolg van de aangekondigde kortingen op het gemeentefonds krijgen gemeenten te maken met een lagere uitkering vanuit het gemeentefonds. Binnen de Drechtsteden wordt het principe samen trap op – trap af gehanteerd wat betekent dat de bijdrage vanuit de gemeenten aan de GRD de ontwikkelingen van het gemeentefonds zal volgen. Als gevolg van het regeerakkoord zal de algemene uitwerking vanuit het gemeentefonds naar beneden worden bijgesteld. Binnen de GRD wordt dan ook gewerkt aan een pakket van bezuinigingsvoorstellen waardoor de gemeentelijke bijdrage voor 2014 en verdere structureel zullen dalen. Met deze voorstellen zal ook invulling worden gegeven aan de taakstelling die voort is gekomen uit de Zomermotie. Verrekensystematiek Voor 2013 en verder heeft het SCD in samenwerking met de klantorganisaties een nieuwe verrekensystematiek uitgewerkt voor een meer directe en transparante relatie tussen ‘betalen’ en ‘gebruik’. Deze systematiek is op 16 mei 2012 vastgesteld door het Drechtstedenbestuur. De systematiek heeft inmiddels zijn waarde laten zien bij de actie om tot een forse reductie te komen van een aantal costdrivers van ICT waardoor nu, maar zeker op termijn (ivm korte termijn doorlopende kosten) veel voordeel voor de Drechtsteden kan worden behaald. Op 16 mei jl heeft het DSB besloten om de systematiek per 1 januari 2013 definitief in te voeren. Bij de 2e burap 2013 zullen de gemeentelijke bijdrage hierop worden aangepast. Samenvatting per dochter Bureau Drechtsteden Na de vaststelling van het geactualiseerde rMJP is begin 2013 het op basis daarvan opgestelde werkprogramma bepaald. Op basis van het werkprogramma zullen de netwerk-MT’s de uitvoering ter hand nemen. Op dit moment zijn er nog geen grote afwijkingen in de uitvoering van het geactualiseerde rMJP. De grootste ontwikkeling bij Bureau Drechtsteden is de verschuiving van de CIO office van het SCD naar de BDS.
e
pagina 3 1 bestuursrapportage GRD 2013
Sociale Dienst Drechtsteden Als gevolg van de stijgende werkloosheid is het klantenbestand bij de SDD toegenomen (doelstelling is per einde jaar 4.634, stand per 1 april bedraagt 5.124). Er wordt dan ook voorgesteld om de doelstelling aan te passen naar het zelfde aantal klanten per einde jaar als op 1 april van dit jaar. Dit, tezamen met de budgetontwikkeling van het inkomensdeel, brengt grote negatieve financiële consequenties met zich mee. Het verwachte tekort op Inkomensondersteuning bedraagt € 6 miljoen. Daarnaast is er mogelijk een extra tekort van € 6 miljoen op Inkomensdeel als de nu door Divosa verwachte budgetverlagingen inderdaad plaatsvinden. Op de lasten en baten van de Wmo wordt, in het verlengde van de jaarrekening 2012, ook voor 2013, een voordeel verwacht van ongeveer € 3 miljoen. Dit is onder andere het gevolg van nieuwe manier van indiceren. Door het uitstellen van het Participatiewet is er, net als vorig jaar, ruimte in het Participatiebudget om een deel van de apparaatskosten ten laste te brengen van het Participatiebudget. Hiermee zal de gemeentelijke bijdrage ongeveer € 4 miljoen kunnen worden verlaagd. Daarnaast is er nog voor € 1,5 miljoen ruimte op het Participatiebudget. Gemeenten worden gevraagd om hiervoor projecten aan te dragen. Per saldo is het financieel effect voor gemeenten nagenoeg nihil. Ingenieursbureau Drechtsteden Als gevolg van hogere personele lasten, lagere productiviteit in de eerste maanden van het jaar en dat niet alle aandeelhouders zich houden aan de afgesproken omzet zal het IBD naar verwachting de taakstelling niet realiseren. Servicecentrum Drechtsteden Het SCD is sterk in ontwikkeling en groeit naar een fase waarin professionaliteit, zakelijkheid en optimale dienstverlening voor haar klanten verwacht mag worden. In 2012 is de ontwikkeling gestart en loopt door in 2013. Voor het verbeteren van de werking van het SCD zijn drie belangrijke, met elkaar samenhangende, veranderopgaven benoemd. De eerste veranderopgave, de positionering van het SCD in het netwerk en het maken van keuzes in klanten, maakt onderdeel uit van de notitie “Kaders toetreding nieuwe klanten” van de GR Drechtsteden. Binnen het SCD vinden op dit moment gesprekken plaats per afdeling over de operationele voorwaarden waaronder nieuwe klanten kunnen aansluiten. De tweede veranderopgave, de aansturing en rollen in het netwerk, is in 2012 door het Drechtstedenbestuur vastgesteld. De toets op de werking is onderdeel geworden van de reguliere bedrijfsvoering van de GR Drechtsteden. Het derde punt, de doorontwikkeling SCD, is gericht op verbetering van het functioneren van de eigen organisatie. Voor 2013 zijn hiertoe speerpunten benoemd die moeten leiden tot meetbare verbeteringen in de dienstverlening van het SCD. Onderzoekcentrum Drechtsteden Het OCD heeft momenteel een aanzienlijke opdrachtenportefeuille. De acquisitie en contacten inzake onderzoeksopdrachten voor de komende periode is nog in volle gang. Gemeentebelastingen Drechtsteden Het DSB heeft in haar vergadering van december 2012 besloten om de afdeling GEO-informatie van het SCD te verschuiven naar het GBD. Als gevolg van deze verschuiving wordt voorgesteld om de begroting hierop aan te passen. Met de wijziging zijn ook de huidige gemeentelijke bijdragen aan Geoinformatie in de begroting opgenomen. Het gaat hier om bijdragen die reeds door gemeenten worden verstrekt voor onder andere regionaal functioneel RO beheer, Drechtmaps en BAG-dienstverlening. De GBD verwacht op dit moment geen afwijkingen ten opzichte van de geactualiseerde begroting.
e
pagina 4 1 bestuursrapportage GRD 2013
Gevraagde begrotingswijzigingen (Bedragen x € 1.000) Bedragen Lasten Baten
Begrotings programma
Omschrijving
BDS
Fietsknooppunten
10
10
BDS
Waterbus
17
17
BDS
RAS 2013
-259
-259
BDS
Restantbudget extra impuls economie
60
60
BDS
RPV
218
218
BDS
Subsidies jeugdzorg 2013
184
184
B&S
CIO office
391
391
SDD
Apparaat – innovatiereserve
214
214
-725
-725
-225 461
-225 461
8.615
8.615
-2.500
-2.500
SDD SDD
Apparaat – correctie frictiekosten Participatie WSW
SDD
Inkomensondersteuning
SDD
Wmo
SCD
Financieel advies naar Dordrecht
-685
-685
SCD
Geo-informatie
-953
-953
SCD
CIO office
-391
-391
SCD
Kassiersfunctie naar Dordrecht
GBD
Geo-informatie
SDD
Totaal
-64
-64
1.401
1.401
5.769
5.769
Toelichting Betreft jaarlijkse kosten voor beheer en onderhoud. Betreft jaarlijkse indexering door de provincie Zuid-Holland De provincie Zuid-Holland heeft besloten de regeling RAS te beëindigen per 1 juli 2013 Dekking d.m.v. onttrekking uit BWSreserve Projecten t.b.v. verkeersveiligheid. Deze worden gefinancierd uit subsidies van de provincie Zuid-Holland Door de provincie Zuid-Holland zijn twee projectsubsidies t.b.v. jeugdzorg voor het jaar 2013 toegekend. Verschuiving CIO office van SCD naar BDS Onttrekking uit innovatiereserve van het SDD t.b.v. voortgang innovatieproject Wmo Wijziging administratieve verwerking voorziening frictiekosten Bijstelling van de rijksbudgetten Bijstelling van de rijksbudgetten Naast bijstelling rijksbudgetten met name als gevolg van fors stijgende aantallen uitkeringen, niet doorgaan loondispensatie en voorstel bijstelling doelstelling uitkeringenbestand. In het verlengde van de jaarrekening als gevolg van lagere verstrekkingen, verschuiving en andere wijze indicaties en lagere kosten als gevolg van aanbestedingen. Verschuiving Financieel Advies van SCD naar gemeente Dordrecht Verschuiving GEO-informatie van SCD naar GBD Verschuiving van CIO-office van SCD naar BDS Verschuiving Kassiersfunctie van SCD naar gemeente Dordrecht Verschuiving van SCD naar GBD en bijdragen gemeenten in de begroting van GBD brengen
S/I*
Gemeente
S
Alle zes
S
Alle zes
S
Nvt
I
Nvt
I
nvt
I
nvt
S
Alle zes
I
Nee
I
Nee
S I
Nee Nee
S
Alle zes
I
Alle zes
S
Alleen Dordrecht
S
Alle zes
S
Alle zes
S
Alleen Dordrecht
S
Alle zes
Recapitulatie programmabegroting In deze burap wordt een onderscheid gemaakt tussen prognose en begroting na wijzigingen. De prognose kan afwijken van de begroting na begrotingswijzigingen. Dit omdat niet alle financiële afwijkingen zijn vertaald naar een begrotingswijzing. Getracht wordt om met bijsturing het resultaat in positieve zin te beïnvloeden. Daar waar een positieve prognose wordt weergegeven zal bij de jaarrekening een voorstel tot resultaatbestemming worden gedaan. De financiële effecten van besluiten die zijn gemaakt in de eerste vier maanden zijn vertaald naar begrotingswijzigingen en zijn verwerkt in de begroting na wijzigingen. Wanneer het saldo negatief is, betekent dit een tekort en een positief saldo geeft een overschot aan.
e
pagina 5 1 bestuursrapportage GRD 2013 (Bedragen x € 1.000) Actuele begroting 2013 Lasten
Baten
Begrotingswijziging e 1 burap 2013
Prognose 2013
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Begroting 2013 na wijzigingen
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Bureau Drechtsteden
4.322
4.322
0
11.042
10.952
-90
230
230
0
4.552
4.552
0
Bestuur en staf Sociale Dienst Drechtsteden Ingenieursbureau Drechtsteden Servicecentrum Drechtsteden Gemeentebelastingen Drechtsteden Onderzoekcentrum Drechtsteden Algemene dekkingsmiddelen Resultaat
2.381
2.381
0
2.772
2.772
0
391
391
0
2.772
2.772
0
196.220
196.220
0
202.060
202.060
0
5.840
5.840
0 202.060
202.060
0
7.522
7.868
346
7.682
7.769
86
0
0
0
7.522
7.868
346
42.359
42.359
0
40.266
40.266
0
-2.093
-2.093
0
40.266
40.266
0
4.694
4.694
0
6.095
6.095
0
1.401
1.401
0
6.095
6.095
0
1.549
1.549
0
1.549
1.549
0
0
0
0
1.549
1.549
0
0
100
100
0
100
100
0
0
0
0
100
100
259.047
259.493
446
271.466
271.563
96
5.769
5.769
0 264.816
264.816
446
In de volgende tabel wordt per gemeente weergegeven wat de invloed van de begrotingswijziging is op de gemeentelijke begroting. Een positief bedrag geeft een verhoging van de gemeentelijke bijdrage weer. Een negatief bedrag is een verlaging van de gemeentelijke bijdrage. Voor de verschuiving van Geo-informatie naar Gemeenteblastingen Drechtsteden geldt dat de genoemde bedragen al onderdeel uitmaken van de gemeentelijke uitgaven op dit terrein.
Totaal
GR PG&J, VR, OZHZ
GRD
Zwijndrecht
Sliedrecht
Papendrecht
H-I-Ambacht
Dordrecht
Alblasserdam
S/I*
Dochter
Onderwerp
(Bedragen x € 1.000)
BDS
Fietsknooppuntensysteem
S
1
4
1
1
1
2
0
0
10
BDS B&S
Waterbus CIO office**
S S
1 18
9 111
1 26
2 30
1 23
3 41
0 71
0 0
17 320**
SDD SDD SDD
Inkomensondersteuning Wmo – Huishoudelijke hulp Wmo – Hulpmiddelen en vervoer
S I I
-26 -182 -87
524 -1.495 -260
-41 -164 -47
169 -179 -93
-7 -113 -26
1.211 -496 36
0 0 0
0 0 0
1.830 -2.629 -477
SDD SCD SCD
WSW CIO office** Financieel advies
I S S
101 -18 0
59 -122 -561
-21 -17 0
-105 -33 0
90 -21 0
341 -38 0
0 -71 -81
0 0 -42
465 -320** -684
SCD SCD
GEO Kassiersfunctie
S S
0 0
-953 -64
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
-953 -64
S
12 180
1.220 -1.528
48 -214
32 -176
16 -36
73 1.173
0 -81
GBD GEO*** Totaal Totaal structureel
0 1.401*** -42 -1.084
348 168 18 201 13 1.292 -81 -42 1.557 Totaal incidenteel -168 -1.696 -232 -377 -49 -119 0 0 -2.641 * Begrotingswijzigingen die structureel van karakter zijn worden weergegeven met een S en incidenteel van karakter met een I. Hierbij gaat het om een begrotingswijziging die 3 jaar op rij van impact is op de begroting. ** De lagere bijdrage van de GRD aan het SCD voor de CIO office is nog niet verwerkt in de begrotingsprogramma’s van de overige GRD-dochters. *** De afwijking tussen de daling van de begroting van het SCD en de ophoging van de begroting van het GBD is het gevolg van het opnemen van DVO’s en het overhevelen van materieel budget vanuit de gemeente Dordrecht. De DVO”s werden voorheen e bij de 2 burap doorbelast aan de gemeenten, het betreft hier dan ook voor gemeenten een budget neutrale begrotingswijzging.
Consequenties Financiële consequenties De 1e bestuursrapportage 2013 leidt tot wijzigingen van de begroting en de gemeentelijke bijdragen. Personele en organisatorische consequenties Geen. Juridische consequenties Geen.
e
pagina 6 1 bestuursrapportage GRD 2013
Consequenties voor andere beleidsvelden en organisaties Geen. Verdere procedure, communicatie en uitvoering Drechtraad direct geagendeerd voor de vergadering van 2 juli 2013. Onderliggende stukken - Concept 1e bestuursrapportage 2013 versie 5.1. - Concept-besluit
Concept 1e bestuursrapportage 2013 GR Drechtsteden
Versie 5.1 – 13 juni 2013
2
1. Inleiding, samenvatting en besluiten 1.1 Inleiding…………………………………………………………………………………………...…4 1.2 Samenvatting……………………………………………………………………………………….4 1.3 Recapitulatie programmabegroting en gevraagde begrotingswijzigingen en kredieten…....6 1.4 Algemene ontwikkelingen…………………………………………………………………………7 1.5 Taakstellingen……………………………………………………………………………..………..9 1.6 Inhuur derden……………………………………………………………………………………..10 1.7 Risico’s……………………………………………………………………………………………..11 2. Programma’s 2.1 Bureau Drechtsteden…………………………………………………………………………..…13 2.2 Bestuur en Staf……………………………………………………………………………………17 2.3 Sociale Dienst Drechtsteden…………………………………………………………………….19 2.4 Ingenieursbureau Drechtsteden…………………………………………………………………29 2.5 Servicecentrum Drechtsteden…………………………………………………………………...30 2.6 Gemeentebelastingen Drechtsteden…………………………………………………………...33 2.7 Onderzoekcentrum Drechtsteden…………………………………………………………….…35 2.8 Algemene dekkingsmiddelen……………………………………………………………………36 3. Bijlagen Financieel………………………………………………………………………………………………37 Besluiten…………………………………………………………………….………………………….41 Moties & Amendementen …………………………………………………………………………....45
3
1. Inleiding, samenvatting en besluiten 1.1 Inleiding De Eerste Bestuursrapportage van 2013 ligt voor u. Zoals u gewend bent informeert ons bestuur met deze rapportage de Drechtraad over de uitvoering van de lopende begroting. Deze rapportage gaat over de eerste vier maanden van dit jaar. De dochterorganisaties van de GRD leveren in dit document een inhoudelijke en financiële analyse van de prestaties tot nu toe. Het accent ligt in deze eerste rapportage van het jaar vooral op – waar nodig- bijsturing van de begrotingsuitvoering. Begrotingswijzigingen worden alleen voorgesteld wanneer deze onvermijdelijk en onbeïnvloedbaar zijn. Afgelopen jaren stonden met name in het teken van het op orde brengen van onze organisatie. De organisatie was, door de diverse reorganisatietrajecten, soms in zichzelf gericht. Uiteraard blijven wij werken aan de kwaliteit van organisatie en bedrijfsvoering, maar wij ervaren daarnaast steeds beter in staat te zijn te zijn de blik weer op buiten te richten. De GRD-organisatie is nu meer dan voorheen in staat vroegtijdig te anticiperen op de ontwikkelingen die op ons af komen. Grote opgaven zoals de drie centralisaties in het sociale domein, waaronder de uitvoering van de Participatiewet worden proactief opgepakt. Daarnaast is ook de manier waarop wij als regio participeren binnen de Zuidwestelijke Delta en daarin initiatieven ontplooien, een voorbeeld van onze ontwikkeling naar buiten. De Drechtsteden, met de GRD als onderdeel daarvan, zijn steeds beter in staat de rol van partner in bredere netwerken volwaardig in te vullen. Deze beweging is een belangrijke basis voor de wijze waarop wij invulling geven aan de voor deze regio geformuleerde doelstellingen. In deze rapportage leest u per onderdeel van het regionaal Meerjarenprogramma en per GRD-dochter hoe invulling wordt gegeven aan de opgaven zoals vastgelegd in de begroting 2013. Tevens ontvangt u informatie over een aantal GRD-brede onderwerpen, zoals de voortgang van de taakstellingen, inhuur derden en risico’s. 1.2 Samenvatting Bureau Drechtsteden Na de vaststelling van het geactualiseerde rMJP is begin 2013 het op basis daarvan opgestelde werkprogramma bepaald. Op basis van het werkprogramma zullen de netwerk-MT’s de uitvoering ter hand nemen. Op dit moment zijn er nog geen grote afwijkingen in de uitvoering van het geactualiseerde rMJP. De grootste ontwikkeling bij Bureau Drechtsteden is de verschuiving van de CIO office van het SCD naar de BDS. Sociale Dienst Drechtsteden Als gevolg van de stijgende werkloosheid is het klantenbestand bij de SDD toegenomen (doelstelling is per einde jaar 4.634, stand per 1 april bedraagt 5.124). Er wordt dan ook voorgesteld om de doelstelling aan te passen naar het zelfde aantal klanten per einde jaar als op 1 april van dit jaar. Dit, tezamen met de budgetontwikkeling van het inkomensdeel, brengt grote negatieve financiële consequenties met zich mee. Het verwachte tekort op Inkomensondersteuning bedraagt € 6 miljoen. Daarnaast is er mogelijk een extra tekort van € 6 miljoen op Inkomensdeel als de nu door Divosa verwachte budgetverlagingen inderdaad plaatsvinden. Op de lasten en baten van de Wmo wordt, in het verlengde van de jaarrekening 2012, ook voor 2013, een voordeel verwacht van ongeveer € 3 miljoen. Dit is onder andere het gevolg van nieuwe manier van indiceren. Door het uitstellen van het Participatiewet is er, net als vorig jaar, ruimte in het Participatiebudget om een deel van de apparaatskosten ten laste te brengen van het Participatiebudget. Hiermee zal de gemeentelijke bijdrage ongeveer € 4 miljoen kunnen worden verlaagd. Daarnaast is er nog voor € 1,5 miljoen ruimte op het Participatiebudget. Gemeenten worden gevraagd om hiervoor projecten aan te dragen. Per saldo is het financieel effect voor gemeenten nagenoeg nihil.
4
Ingenieursbureau Drechtsteden Als gevolg van hogere personele lasten, lagere productiviteit in de eerste maanden van het jaar en dat niet alle aandeelhouders zich houden aan de afgesproken omzet zal het IBD naar verwachting de taakstelling niet realiseren. Servicecentrum Drechtsteden Het SCD is sterk in ontwikkeling en groeit naar een fase waarin professionaliteit, zakelijkheid en optimale dienstverlening voor haar klanten verwacht mag worden. In 2012 is de ontwikkeling gestart en loopt door in 2013. Voor het verbeteren van de werking van het SCD zijn drie belangrijke, met elkaar samenhangende, veranderopgaven benoemd. De eerste veranderopgave, de positionering van het SCD in het netwerk en het maken van keuzes in klanten, maakt onderdeel uit van de notitie “Kaders toetreding nieuwe klanten” van de GR Drechtsteden. Binnen het SCD vinden op dit moment gesprekken plaats per afdeling over de operationele voorwaarden waaronder nieuwe klanten kunnen aansluiten. De tweede veranderopgave, de aansturing en rollen in het netwerk, is in 2012 door het Drechtstedenbestuur vastgesteld. De toets op de werking is onderdeel geworden van de reguliere bedrijfsvoering van de GR Drechtsteden. Het derde punt, de doorontwikkeling SCD, is gericht op verbetering van het functioneren van de eigen organisatie. Voor 2013 zijn hiertoe speerpunten benoemd die moeten leiden tot meetbare verbeteringen in de dienstverlening van het SCD. Onderzoekcentrum Drechtsteden Het OCD heeft momenteel een aanzienlijke opdrachtenportefeuille. De acquisitie en contacten inzake onderzoeksopdrachten voor de komende periode is nog in volle gang. Gemeentebelastingen Drechtsteden Het DSB heeft in haar vergadering van december 2012 besloten om de afdeling GEO-informatie van het SCD te verschuiven naar het GBD. Als gevolg van deze verschuiving wordt voorgesteld om de begroting hierop aan te passen. Met de wijziging zijn ook de huidige gemeentelijke bijdragen aan Geoinformatie in de begroting opgenomen. Het gaat hier om bijdragen die reeds door gemeenten worden verstrekt voor onder andere regionaal functioneel RO beheer, Drechtmaps en BAG-dienstverlening. De GBD verwacht op dit moment geen afwijkingen ten opzichte van de geactualiseerde begroting.
5
1.3 Recapitulatie programmabegroting en gevraagde begrotingswijzigingen (Bedragen x € 1.000) Bedragen Lasten Baten
Begrotings programma
Omschrijving
BDS
Fietsknooppunten
10
10
BDS
Waterbus
17
17
BDS
RAS 2013
-259
-259
BDS
Restantbudget extra impuls economie
60
60
BDS
RPV
218
218
BDS
Subsidies jeugdzorg 2013
184
184
B&S
CIO office
391
391
SDD
Apparaat – innovatiereserve
214
214
-725
-725
-225 461
-225 461
8.615
8.615
-2.500
-2.500
SDD SDD
Apparaat – correctie frictiekosten Participatie WSW
SDD
Inkomensondersteuning
SDD
Wmo
SCD
Financieel advies naar Dordrecht
-685
-685
SCD
Geo-informatie
-953
-953
SCD
CIO office
-391
-391
SCD
Kassiersfunctie naar Dordrecht
GBD
Geo-informatie
SDD
Totaal
-64
-64
1.401
1.401
5.769
5.769
Toelichting Betreft jaarlijkse kosten voor beheer en onderhoud. Betreft jaarlijkse indexering door de provincie Zuid-Holland De provincie Zuid-Holland heeft besloten de regeling RAS te beëindigen per 1 juli 2013 Dekking d.m.v. onttrekking uit BWSreserve Projecten t.b.v. verkeersveiligheid. Deze worden gefinancierd uit subsidies van de provincie Zuid-Holland Door de provincie Zuid-Holland zijn twee projectsubsidies t.b.v. jeugdzorg voor het jaar 2013 toegekend. Verschuiving CIO office van SCD naar BDS Onttrekking uit innovatiereserve van het SDD t.b.v. voortgang innovatieproject Wmo Wijziging administratieve verwerking voorziening frictiekosten Bijstelling van de rijksbudgetten Bijstelling van de rijksbudgetten Naast bijstelling rijksbudgetten met name als gevolg van fors stijgende aantallen uitkeringen, niet doorgaan loondispensatie en voorstel bijstelling doelstelling uitkeringenbestand. In het verlengde van de jaarrekening als gevolg van lagere verstrekkingen, verschuiving en andere wijze indicaties en lagere kosten als gevolg van aanbestedingen. Verschuiving Financieel Advies van SCD naar gemeente Dordrecht Verschuiving GEO-informatie van SCD naar GBD Verschuiving van CIO-office van SCD naar BDS Verschuiving Kassiersfunctie van SCD naar gemeente Dordrecht Verschuiving van SCD naar GBD en bijdragen gemeenten in de begroting van GBD brengen
S/I*
Gemeente
S
Alle zes
S
Alle zes
S
Nvt
I
Nvt
I
nvt
I
nvt
S
Alle zes
I
Nee
I
Nee
S I
Nee Nee
S
Alle zes
I
Alle zes
S
Alleen Dordrecht
S
Alle zes
S
Alle zes
S
Alleen Dordrecht
S
Alle zes
Recapitulatie programmabegroting In deze burap wordt een onderscheid gemaakt tussen prognose en begroting na wijzigingen. De prognose kan afwijken van de begroting na begrotingswijzigingen. Dit omdat niet alle financiële afwijkingen zijn vertaald naar een begrotingswijzing. Getracht wordt om met bijsturing het resultaat in positieve zin te beïnvloeden. Daar waar een positieve prognose wordt weergegeven zal bij de jaarrekening een voorstel tot resultaatbestemming worden gedaan. De financiële effecten van besluiten die zijn gemaakt in de eerste vier maanden zijn vertaald naar begrotingswijzigingen en zijn verwerkt in de begroting na wijzigingen. Wanneer het saldo negatief is, betekent dit een tekort en een positief saldo geeft een overschot aan.
6
(Bedragen x € 1.000) Actuele begroting 2013 Lasten
Baten
Begrotingswijziging e 1 burap 2013
Prognose 2013
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Begroting 2013 na wijzigingen
Saldo
Lasten
Baten
Sald
Bureau Drechtsteden
4.322
4.322
0
11.042
10.952
-90
230
230
0
4.552
Bestuur en staf
2.381
2.381
0
2.772
2.772
0
391
391
0
2.772
2.772
196.220
196.220
0
202.060
202.060
0
5.840
5.840
0 202.060
202.060
7.522
7.868
346
7.682
7.769
86
0
0
0
7.522
7.868
42.359
42.359
0
40.266
40.266
0
-2.093
-2.093
0
40.266
40.266
4.694
4.694
0
6.095
6.095
0
1.401
1.401
0
6.095
6.095
1.549
1.549
0
1.549
1.549
0
0
0
0
1.549
1.549
0
100
100
0
100
100
0
0
0
0
100
1
259.047
259.493
446
271.466
271.563
96
5.769
5.769
0 264.816
264.816
4
Sociale Dienst Drechtsteden Ingenieursbureau Drechtsteden Servicecentrum Drechtsteden Gemeentebelastingen Drechtsteden Onderzoekcentrum Drechtsteden Algemene dekkingsmiddelen Resultaat
In de volgende tabel wordt per gemeente weergegeven wat de invloed van de begrotingswijziging is op de gemeentelijke begroting. Een positief bedrag geeft een verhoging van de gemeentelijke bijdrage weer. Een negatief bedrag is een verlaging van de gemeentelijke bijdrage. Voor de verschuiving van Geo-informatie naar Gemeenteblastingen Drechtsteden geldt dat de genoemde bedragen al onderdeel uitmaken van de gemeentelijke uitgaven op dit terrein.
Totaal
GR PG&J, VR, OZHZ
GRD
Zwijndrecht
Sliedrecht
Papendrecht
H-I-Ambacht
Dordrecht
Alblasserdam
S/I*
Dochter
Onderwerp
(Bedragen x € 1.000)
BDS BDS
Fietsknooppuntensysteem Waterbus
S S
1 1
4 9
1 1
1 2
1 1
2 3
0 0
0 0
10 17
B&S SDD SDD
CIO office** Inkomensondersteuning Wmo – Huishoudelijke hulp
S S I
18 -26 -182
111 524 -1.495
26 -41 -164
30 169 -179
23 -7 -113
41 1.211 -496
71 0 0
0 0 0
320** 1.830 -2.629
SDD SDD
Wmo – Hulpmiddelen en vervoer WSW
I I
-87 101
-260 59
-47 -21
-93 -105
-26 90
36 341
0 0
0 0
-477 465
SCD SCD SCD
CIO office** Financieel advies GEO
S S S
-18 0 0
-122 -561 -953
-17 0 0
-33 0 0
-21 0 0
-38 0 0
-71 -81 0
0 -42 0
-320** -684 -953
SCD Kassiersfunctie S 0 -64 0 0 0 0 0 0 -64 GBD GEO*** S 12 1.220 48 32 16 73 0 0 1.401*** Totaal 180 -1.528 -214 -176 -36 1.173 -81 -42 -1.084 Totaal structureel 348 168 18 201 13 1.292 -81 -42 1.557 Totaal incidenteel -168 -1.696 -232 -377 -49 -119 0 0 -2.641 * Begrotingswijzigingen die structureel van karakter zijn worden weergegeven met een S en incidenteel van karakter met een I. Hierbij gaat het om een begrotingswijziging die 3 jaar op rij van impact is op de begroting. ** De facturatie voor de bijdrage vanuit de GR’en PG&J, VR en OZHZ aan het CIO office zal via het SCD lopen. Hierdoor wijzigt het basispakket voor deze drie GR’en aan het SCD niet. *** De afwijking tussen de daling van de begroting van het SCD en de ophoging van de begroting van het GBD is het gevolg van het opnemen van DVO’s en het overhevelen van materieel budget vanuit de gemeente Dordrecht. De DVO”s werden e voorheen bij de 2 burap doorbelast aan de gemeenten, het betreft hier dan ook voor gemeenten een budget neutrale begrotingswijzging.
1.4 Algemene ontwikkelingen Frictiekosten Om de door de eigenaren opgelegde financiële taakstelling te kunnen realiseren, heeft er binnen een aantal dochters van de GRD een reorganisatie plaatsgevonden. Een onvermijdelijk gevolg van deze reorganisatie is dat de personele formatie is gekrompen. Dit heeft logischerwijs frictiekosten met zich mee gebracht. Binnen de GRD wordt getracht om deze frictiekosten zo laag mogelijk te houden. Om
7
4.552
3
dit te kunnen realiseren is een uitstroomorganisatie opgezet om bovenformatie medewerkers binnen het Drechtstedennetwerk of daarbuiten te plaatsen. Dit is als eerste goed voor de medewerkers, maar zorgt er ten tweede voor dat de kosten worden beperkt. Bij de jaarrekening 2012 is er een voorziening gevormd ter hoogte van € 5 miljoen om de frictiekosten op te kunnen vangen. Niet in de voorziening zijn opgenomen de verplichtingen met een gelijkblijvende kasstroom over de jaren 2014 tot en met 2018, met een bedrag van € 2,6 miljoen. Bij het Servicecentrum Drechtsteden is er 44,3 fte bovenformatief verklaard. Hiervan zijn er inmiddels 19,6 fte uitgestroomd. Van de 24,7 fte die zich nog in de uitstroomorganisatie bevinden zijn 3,3 fte gedetacheerd en zijn er met 1,75 fte concrete afspraken gemaakt over outplacement. Financieel gezien ligt de uistroom bij het SCD binnen de verwachting. Per 1 januari 2013 waren er van de 22 bovenformatieve verklaarde medewerkers bij de SDD nog 18 medewerkers in dienst. In 2013 is er 1 medewerker geplaatst binnen de SDD, 1 medewerker is arbeidsongeschikt verklaard en 1 medewerker is uit dienst getreden. Daarnaast zijn er 5 medewerkers gedetacheerd en 3 medewerkers hebben een werkervaringsplaats. De begrote frictiekosten voor de SDD bedragen voor 2013 € 1,1 miljoen en liggen in lijn met de beelden bij de jaarrekening 2012 en de daarbij bepaalde omvang van de voorziening. In overleg met de accountant dient de voorziening frictiekosten bij de SDD administratief anders verwerkt te worden. De aanwending van de frictiekosten bovenformatieven dient rechtstreeks ten laste van de voorziening te worden geboekt. Dit betekent dat bij de geactualiseerde begroting 2013 vastgestelde onttrekking van € 725.000 wordt teruggedraaid en wordt aangewend ten laste van de voorziening. Daarnaast wordt € 356.000 extra ten laste van de voorziening aangewend. Dit ligt in lijn met de berekende voorzienig en aanpassing daarvan bij de jaarrekening 2012. Drechtwerk In maart heeft de Drechtraad ingestemd met het visiedocument over de wijze van organisatie van de uitvoering van de participatiewet. Onderdeel van deze visie is het liquideren van de Gemeenschappelijke Regeling Drechtwerk en het onderbrengen van de bedrijfsonderdelen van Drechtwerk in de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden. Op dit moment worden de verschillende besluiten uitgewerkt die samenhangen met de uitvoering van de visie. In dat kader worden ook de gevolgen voor personeel en organisatie in kaart gebracht en indien nodig keuzen voorgelegd. Begin september zal – afgaande op de informatie die we op dat moment hebben over de wijze waarop het kabinet het sociaal akkoord gaat uitvoeren – opnieuw afgewogen worden of de uitvoering per 1 januari 2014 (geheel of deels) gehandhaafd blijft. Transitieplan I&A Drechtsteden Inmiddels heeft de grondige doorlichting van de afdeling ICT geleid tot het Transitieplan ICT. In dit plan zijn zowel de bemensing, het verband tussen de uit te voeren activiteiten (beide onderdeel van het stroomlijnen van processen) en in te zetten middelen als de benodigde hard- en software en systemen geanalyseerd. Ook de relatie met en de ambitie van de klanten is hierbij aan de orde gekomen. Dit plan is gevalideerd en daar waar mogelijk gebenchmarkt door een externe onafhankelijke partij. Het transitieplan is op 6 maart 2013 goedgekeurd door het Drechtstedenbestuur en is opiniërend behandeld in de Drechtraadcarrousel Middelen van 14 mei 2013. Indien het Transitieplan in zijn huidige zo sober mogelijke vorm niet zal worden goedgekeurd dan zal dit onherroepelijk tot operationele problemen gaan leiden. Te denken valt hierbij aan het niet meer operationeel kunnen houden van primaire systemen als MS office, GBA etc en veiligheidsproblemen en daarnaast zullen budgettaire kaders overschreden worden. Aanvullenden bezuinigingen 2014-2017 Als gevolg van de aangekondigde kortingen op het gemeentefonds krijgen gemeenten te maken met een lagere uitkering vanuit het gemeentefonds. Binnen de Drechtsteden wordt het principe samen trap op – trap af gehanteerd wat betekent dat de bijdrage vanuit de gemeenten aan de GRD de ontwikkelingen van het gemeentefonds zal volgen. Als gevolg van het regeerakkoord zal de algemene uitwerking vanuit het gemeentefonds naar beneden worden bijgesteld. Binnen de GRD wordt dan ook gewerkt aan een pakket van bezuinigingsvoorstellen waardoor de gemeentelijke bijdrage voor 2014 en verdere structureel zullen dalen. Met deze voorstellen zal ook invulling worden gegeven aan de taakstelling die voort is gekomen uit de Zomermotie.
8
Verrekensystematiek Voor 2013 en verder heeft het SCD in samenwerking met de klantorganisaties een nieuwe verrekensystematiek uitgewerkt voor een meer directe en transparante relatie tussen ‘betalen’ en ‘gebruik’. Deze systematiek is op 16 mei 2013 vastgesteld door het Drechtstedenbestuur. De systematiek heeft inmiddels zijn waarde laten zien bij de actie om tot een forse reductie te komen van een aantal costdrivers van ICT waardoor nu, maar zeker op termijn (ivm korte termijn doorlopende kosten) veel voordeel voor de Drechtsteden kan worden behaald. Op 16 mei jl heeft het DSB besloten e om de systematiek per 1 januari 2013 definitief in te voeren. Bij de 2 burap 2013 zullen de gemeentelijke bijdrage hierop worden aangepast. 1.5 Voortgang taakstelling In 2009 is gestart met het vorm en inhoud geven aan het project voor de organisatiebrede doorlichting, met een bijbehorende financiële taakstelling voor 2010 en verder. Naast deze taakstelling zijn er voor de Sociale Dienst Drechtsteden en het Servicecentrum Drechtsteden aanvullende taakstellingen van respectievelijk € 1,1 miljoen (ketenkorting) en € 1,3 miljoen (Voortdurend Innovatief Presteren (VIP)). (Bedragen x € 1.000) Dochter BDS
2011 300
2012 400
2013 400
2014 400
2015 400
SDD IBD SCD
757 290 302
1.089 312 1.043
1.543 346 1.554
1.992 446 2.006
2.216 496 2.231
GBD OCD
251 100
516 140
516 140
516 140
516 140
2.000
3.500
4.500
5.500
6.000
Totaal
(Bedragen x € 1.000) Taakstelling Dochter 2013 BDS 400 SDD 1.543
e
Reeds gerealiseerd 400 1.543
Prognose 1 Burap 2013 400 1.543
Afwijking prognose taakstelling 0 0
IBD SCD GBD
346 1.554 516
50 1.043 516
86 1.554 516
-260 0 0
OCD Totaal
140 4.500
40 3.592
140 4.239
0 -260
Toelichting: BDS, SDD, GBD Bij deze dochters is er een structurele invulling gegeven aan de taakstelling en wordt daardoor gerealiseerd. Door de verschuiving van GEO-informatie van het SCD naar de GBD zal het GBD aanvullend € 10.000 kunnen bezuinigingen in 2013 (voordeel op materiële lasten). Voor 2014 en verder zal deze besparing structureel € 100.000 zijn. IBD Over de eerste maanden is er een positief resultaat gerealiseerd van € 50.000. Uitgaande van deze trend is de verwachting dat de taakstelling van € 86.000 kan worden gerealiseerd. Dit betekent dat € 260.000 van de taakstelling niet gerealiseerd zal gaan worden. Deze afwijking zit voor € 160.000 in de CAO stijging en € 100.000 in lagere productiviteit (hoger ziekteverzuim en werkaanbod sluit niet aan op de aanwezige capaciteit). Nadere toelichting is opgenomen in paragraaf 2.4 onder resultaatanalyse.
9
SCD De realisatie van de taakstelling loopt voor het SCD volgens planning. Dit is met name gerealiseerd door de fijnstructuur. OCD Om de taakstelling te kunnen realiseren heeft het OCD als doelstelling gezet om 10% van de omzet extern en ‘extra’ intern te verdienen. Op dit moment is 4,6% hiervan gerealiseerd. 1.6 Voortgang inhuur (Bedragen x € 1.000) Dochter BDS SDD
Begroot 200 740
Prognose 200 740
Afwijking
IBD SCD
226 4.000
600 4.000
-374 0
GBD OCD Totaal
75 28 5.269
78 48 5.666
-3 -20 -397
0 0
Toelichting: IBD De afwijking wordt veroorzaakt door extra inhuur voor het management IBD (vervanging vacature sectorhoofd OVU 5 maanden). Deze vacature is per 1 juni 2013 ingevuld. Daarnaast zijn er als gevolg van ziekte extra inhuurlasten opgetreden. Ook zijn er bewust ingehuurd in plaats van het invullen van vacatures vanwege de onduidelijke werkvoorraad (afname omzet) van de gemeente Dordrecht. OCD Op dit moment is de opdrachtenportefeuille zo groot dat er noodzaak is extra onderzoekskracht in te huren. Deze hogere lasten worden doorberekend aan de klant.
10
1.7 Risico´s Openstaande risico’s Dochter
Omschrijving
Kans
Impact
Opmerking en sturing Conform de beelden bij de jaarrekening 2012 worden de totale frictiekosten 2012-2014 geraamd op € 7,6 miljoen. Voor deze kosten is er een voorziening gevormd ter hoogte van € 5 miljoen. Niet in de voorziening zijn opgenomen de verplichtingen met een gelijkblijvende kasstroom over de jaren 2014 tot en met 2018, met een bedrag van € 2,6 miljoen. Het Sociale Plan voor een deel van de bovenformatieven eindigt 1 april 2014 en vanaf dan zullen er kosten ontstaan in verband met de WW. In hoeverre hier sprake van zal zijn en wat dit gaat kosten is nu nog lastig aan te geven. Vooralsnog wordt er uitgegaan van totale risico aan WW-kosten ter hoogte van € 5,0 miljoen. Voor de WW-rechten is bij de jaarrekening gekozen voor het niet vormen van een voorziening als gevolg van de mogelijkheid om jaarlijks bij min of meer gelijk blijvende bedragen de kosten in de begroting te nemen in plaats van een voorziening te vormen. Daarnaast is er nog de onzekerheid omtrent de wijzigingen van de WW die mogelijk effect kunnen hebben.
Gemiddeld
Max € 5,0 miljoen
Laag
Laag
Gemiddeld
Gemiddeld
Invlechting Drechtwerk
Groot
Groot
BDS
Walstroom, exploitatierisico
Laag
Laag
Op basis van de afzetcijfers over het 1 kwartaal 2013 kan geconcludeerd worden dat de verkoop van stroom toeneemt. Als deze stijging zich doorzet, zal het exploitatierisico komen te vervallen.
BDS
Mobiliteitsmanagement
Groot
Groot
De afgelopen periode TFMM 2009-2013 wordt intern verantwoord (het gaat daarbij om de juistheid van besteding van de middelen). Voor het vervolg, de jaren 2013 en 2014 zijn nieuwe afspraken gemaakt en wordt beter gestuurd op de toekenning van middelen aan de juiste activiteiten Beter benutten.
BDS
Onderbrengen kosten coördinatie en toezicht ROM-D bij ROM-D
Groot
Groot
Afspraken zijn nog niet definitief.
SDD
Participatiebudget
Groot
Max € 1,5 miljoen
SDD
Inkomensondersteuning
Groot
Max € 6 - € 7 miljoen
IBD
Opdrachtenstroom vanuit de klantorganisaties
Groot
Groot
GRD
Frictiekosten
GRD
Arbeidsrechtelijk conflict
GRD
Toenemende druk op informatie beveiliging
GRD
Een medewerker is ontslag opgelegd. Als uitvloeisel van dat besluit loopt er een gerechtelijke procedure. Mocht de medewerker in het gelijk worden gesteld, leidt dat met terugwerkende kracht tot salarisverplichtingen. Deze gerechtelijke procedure loopt nog. Er worden vanuit wet en regelgeving nieuwe eisen gesteld aan informatiebeveiliging. Op dit moment wordt door de CIO onderzocht wat de consequenties hiervan zijn, en welke maatregelen genomen moeten worden. Deze extra maatregelen worden gekwantificeerd. Het is denkbaar dat deze maatregelen extra kosten met zich meebrengen. Op 5 maart 2013 heeft de Drechtraad besloten om de Gemeenschappelijke Regeling Drechtwerk en de GRD samen te voegen. Op dit moment wordt onderzocht hoe de samenvoeging het best kan worden vormgegeven. Voor meerdere onderdelen van de GRD zal dit consequenties met zich mee brengen. e
Volgens de huidige inzichten bestaat de kans dat er een berag van zo’n € 1,5 miljoen naar het Rijk terug zal vloeien als hiervoor geen aanvullende projecten worden ingediend. Er wordt actie genomen om projecten in te laten dienen. Naar verwachting zal op basis van recente CPB-cijfers de rijksbudgetten voor inkomensdeel worden verlaagd met bij benadering zo’n € 6 - € 7 miljoen. De prognose 2013 kan overigens, met de sneloplopende WWB aantallen, mogelijk later dit jaar weer financieel positief worden bijgesteld. De officiële ministeriele stukken worden veracht in juni 2013 en zullen daarna worden verwerkt. Het grootste risico van het Ingenieursbureau is dat de eigenaren zich niet aan de gemaakte afspraken met betrekking tot de garant gestelde omzet houden. Voor wat betreft het jaar 2013 zijn er betere overzichten verstrekt door de aangesloten partijen.
e
In de 1 4 maanden is de werkelijke omzet 40.000 euro lager dan de de garantieomzet. Dordrecht blijft 360.000 euro achter wat voor een deel wordt goedgemaakt door Zwijndrecht door meer omzet van 320.000,De werkvoorraad is per 1 mei 3,6 miljoen wat 1,2 miljoen lager is dan een jaar geleden. Dit geeft wel risico’s voor de rest van 2013. Ook het aantal uitgaande projectvoorstellen en het daarbij behorende bedrag is lager dan in 2012. Dit zou kunnen betekenen dat de werkvoorraad nog verder zal teruglopen in 2013. Ook dit jaar is het oud verlof toegenomen met 800 uur. Dit betekent uiteraard wel extra productieve uren voor 2012.Toch begint het saldo rest verlof 2012 (nu bijna 4000 uur) een exploitatierisico te vormen voor de komende jaren. Mocht dit verlof in 2013 opgenomen worden dan ontstaat er een exploitatiegat van € 300.000. IBD
Restant oud verlof
Gemiddeld
Gemiddeld
SCD
Ontvlechtingen GR‘en ZHZ
Groot
Groot
SCD
Ontvlechtingen GR‘en ZHZ
Groot
Groot
SCD
Veranderkosten
Gemiddeld
Groot
OCD
Onvoldoende interne en externe opdrachten
Het IBD heeft in 2012 een positief resultaat van € 381.000. Door deels het positieve resultaat toe te voegen aan de exploitatiereserve van het IBD kunnen eventuele schommelingen in het resultaat als gevolg van opname van oud verlof worden opgevangen. Binnen het IBD wordt strak sturing gegeven om het openstaand verlof tot 0 te reduceren aan het eind van 2013. In de eerste en tweede burap van 2012 is de nieuwe relatie met de GR-en ZHZ omschreven. De gevolgen waren begin 2013 nog niet volledig in beeld. De jaarlijkse bijdrage door de GR’en is verlaagd. Het is onzeker of de ontvangen frictievergoeding e voldoende is om alle (structurele) kosten die (moeten) doorlopen te kunnen dekken. Bij de 2 burap 2013 wordt dit in beeld gebracht. In de eerste en tweede burap van 2012 is de nieuwe relatie met de GR-en ZHZ omschreven. De gevolgen waren begin 2013 nog niet volledig in beeld. De jaarlijkse bijdrage door de GR’en is verlaagd. Het is onzeker of de ontvangen frictievergoeding e voldoende is om alle (structurele) kosten die (moeten) doorlopen te kunnen dekken. Bij de 2 burap 2013 wordt dit in beeld gebracht. Ook in 2013 worden veranderkosten gemaakt om de fijnstructuur van een aantal afdelingen ook daadwerkelijk te implementeren. Deze kosten proberen we zo veel mogelijk binnen de bestaande middelen op te vangen. De impact is afhankelijk van de mate waarin de opdrachten teruglopen. Indien gemeenten, vanwege bezuinigingen, gaan schrappen in het pluspakket, kan een deel van de inkomsten van het OCD wegvallen. Daarnaast is er momenteel veel concurrentie op de externe markt.
Gemiddeld
Gemiddeld
Het risico van onvoldoende interne opdrachten wordt beperkt door het gezamenlijk opstellen van een onderzoeksprogramma. Voor externe opdrachten en extra interne opdrachten vindt acquisitie plaats. Waar nodig vindt kostenbesparing plaats om binnen het budget te blijven.
OCD
Realisatie taakstelling
Klein
Klein
GBD
Kosten m.b.t. sofware
Gemiddeld
€ 20.000
Het succes van extern inverdienen is mede afhankelijk van de onderzoeksmarkt. Op dit moment is er een scherpe concurrentie op de externe markt. Het OCD is daarom ook actief op de interne markt, vooral in het kader van strategisch partnerschap. Verder verkleinen wij dit risico via onderzoeksprogrammering. Op dit moment is onze opdrachtenportefeuille zo groot dat wij genoodzaakt zijn extra onderzoekskracht in te huren. Inkoopvoordelen met betrekking tot software zijn ingeboekt. Echter nu blijken facturen vanuit de softwareleverancier hoger uit te vallen dan verwacht. Het ingeboekte voordeel van € 20.000 komt hierdoor onder druk te staan.
12
2.1 Bureau Drechtsteden Via Bureau Drechtsteden worden drie taakvelden ingevuld: concerntaken, strategisch beleid en ondersteuning besluitvorming. De financiering van BDS loopt voornamelijk via door de Drechtraad vastgestelde inwonerbijdragen. Naast een algemene bijdrage voor de programma’s Bureau Drechtsteden en Bestuur en Staf, worden ten behoeve van taken van BDS of ten behoeve van financiering van gezamenlijke activiteiten (denk aan bv Waterbus en NME) specifieke inwonerbijdragen geïnd. In deze 1e burap voor 2013 wordt voorgesteld om een nieuwe specifieke inwonerbijdrage ten behoeve van beheer en onderhoud van het fietsknooppuntensysteem in te stellen (+ € 10.000) en daarnaast de bijdrage ten behoeve van de waterbus ten gunste van indexering te verhogen (+ € 17.000).
Product/activiteit/project en beoogd resultaat
Stand van zaken
Afwijking/bijsturing
Gevraagd besluit
De planning is om in januari 2014 in de Drechtraad een besluit mogelijk te maken. Dit betekent voor de zomer brede discussies met bestuur en raadsleden, na de zomer met partners en de samenleving.
De structuurvisie wordt ter besluitvorming in januari 2014 in de Drechtraad aangeboden. Oorspronkelijk was behandeling geagendeerd voor december 2013.
Geen
De veranderende economie en de nieuwe wetgeving waar corporaties mee te maken hebben, heeft gevolgen voor het investerend vermogen van de corporaties. Met de corporaties wordt momenteel bezien welke gezamenlijk gedragen haalbare invulling aan de nieuwe PALTafspraken kan worden gegeven.
Er wordt pas op de plaats gemaakt met nieuwe PALTafspraken tot de gevolgen van nieuwe wetgeving duidelijk zijn. Wel worden inzichten zo veel en zo goed mogelijk betrokken bij de op te stellen woonstrategie.
Geen
o Collectieve inkoop zonnepanelen particulieren loopt volgens planning; evaluatie vindt in juni plaats; mogelijk volgt tweede ronde.
In het voorstel aan Drechtstedenbestuur is aangegeven dat scans worden aangeboden voor € 25; dit bedrag is in overleg met Susteen gemeenten/ projectwethouder verhoogd naar € 45 euro, waarbij het bedrag geretourneerd wordt bij uitvoering van twee maatregelen. Verder wordt niet alleen een scan aangeboden maar kunnen particulieren inschrijven op andere producten, oa zoals spouwmuurisolatie. Daarnaast is het bedrag van € 10.000 euro tbv scans opgehoogd naar €25.000 (inclusief nog te incasseren bijdrage van Alblasserdam) Hiermee worden 500 scans gefinancierd.
Geen
Programma fysiek Structuurvisie De Drechtsteden beschikken over een actueel ruimtelijk kader dat past bij de veranderde samenleving, dat invulling geeft aan de veranderende rol van de overheid en dat maatschappelijke energie op gewenste ontwikkelingen zo goed mogelijk faciliteert. Herijking PALT De Drechtsteden maken afspraken met de corporaties over de in onderlinge samenwerking te bereiken doelen, de zogeheten gerichte prestatieafspraken. Dit gaat om woondoelen maar ook om bredere meer sociale doelen.
Energieprogramma Met concrete maatregelen een bijdrage leveren aan de regionale energiedoelstellingen
o Campagne Energiebesparing Bestaande Woningbouw start in juni in Hendrik-Ido-Ambacht. Andere gemeenten volgen na de zomer. o Zonnepanelen op gemeentelijke daken; is iets vertraagd. o Duurzame Bedrijven; Plan van aanpak is (met goedkeuring van projectwethouder) vertraagd; zal voor de zomer worden aangeboden. o Interne Duurzaamheid; energieonderzoeken
Alblasserdam heeft alsnog
Product/activiteit/project en beoogd resultaat
Stand van zaken worden/zijn uitgevoerd. Eerste resultaten zijn opgeleverd, oa Sliedrecht
Afwijking/bijsturing
Gevraagd besluit
besloten niet deel te nemen aan het project.
o Windonderzoek: offerteaanvraag. Coördinatie Walstroom Het tot 2016 financieel gezond exploiteren van de walstroomvoorzieningen Drechtsteden.
Mobiliteitsmanagement Vergroting van het bewustzijn van het bedrijfsleven op de mobiliteitsvraag van hun werknemers, gericht op het stimuleren van alternatieven en aldus het verlichten van de verkeersdruk op de wegen.
Deltapoort Versterking van de ruimtelijk-economische kwaliteit en aantrekkelijkheid van het gebied tussen Rotterdam en Dordrecht.
Zuidvleugel Versterking van de concurrentiekracht en de welvaart in de Zuidvleugel en versterking van de eigen positie van de Drechtsteden daarin.
De exploitatie in 2013 verloopt niet geheel naar tevredenheid, door minder afname van energie worden minderopbrengsten verwacht. In 2013 wordt een nieuwe dienstverleningovereenkomst (DVO) voorbereidt en wordt voorgesteld het dagelijks beheer onder te brengen door hosting bij één van de Drechtstedenorganisaties.
De kosten van de nieuwe DVO worden gedekt in de reguliere begroting.
Geen
Het project TFMM en de activiteiten van het VCC gaan gebundeld verder onder de vlag van Beter benutten. De nog daartoe gelabelde beschikbare middelen TFMM en VCC worden hierop ingezet in de jaren 2013 en 2014.
Over de periode 2009-2012 moeten de Drechtsteden zich in 2015 verantwoorden. Het gaat om een bedrag van maximaal €300.000. waarvan momenteel €160.000 onvoldoende duidelijk is. Er wordt weliswaar actief gestuurd op tijdige en correcte verantwoording, aangezien de verantwoording nu nog niet gereed is wordt een risico gemeld.
Geen
De stuurgroep Deltapoort behandelt de thema’s recreatie, bereikbaarheid, economie, glas en landbouw. Vooral de thema’s bereikbaarheid en economie hebben de regionale aandacht van de Drechtsteden, de andere thema’s zijn meer lokaal georiënteerd.
Naar verwachting wordt 2014. Het jaar waarin de Deltapoort meer de uitvoering in gaat. De rol van de Drechtsteden verandert daarmee. Dat betekent ook dat niet langer de Drechtsteden maar de deelnemende gemeenten financieel bijdragen
Geen
Het belangrijkste thema in de Zuidvleugel is momenteel de adaptieve agenda, als voorbereiding van het bestuurlijk overleg MIRT met de minister in november.
De Adaptieve Agenda biedt in aanvulling op en als verdieping van bestaande MIRT-afspraken, kaders voor een Zuidvleugelagenda die faciliteert op gewenste ontwikkelingen. In die zin is het een belangrijk instrument om te koppelen aan onze regionale structuurvisie en de provinciale structuurvisie.
Geen
Op dit moment wordt de subsidieverstrekking operationeel gemaakt.
In een eerder stadium is melding gemaakt van het stoppen van culturele subsidies in 2013. Inmiddels is een doorstart gemaakt met deze subsidies voor 2013. Voor 2014 zal de keuze van het wel of niet doorgaan met deze subsidies aan culturele instellingen worden gemaakt
Geen
Voorgesteld wordt in 2013 rekening te houden met een exploitatierisico van €20.000.
Programma maatschappij Culturele subsidies 2013 Stimuleren van culturele activiteiten. Omvorming cultuurparticipatie tot subsidieregeling culturele activiteiten ter compensatie van de gestopte middelen vanuit de provincie ZuidHolland
14
Product/activiteit/project en beoogd resultaat
Stand van zaken
Afwijking/bijsturing
Gevraagd besluit
bij het opstellen van het werkprogramma 2014. Coördinatie samenhang 3D's Sociaal Maatschappelijk Bestuursakkoord voor regionale samenwerking van de zes Drechtstedengemeenten
Doel is het akkoord eind mei vast te stellen in DSB en lokale colleges. Mede in verband met ‘brief Plasterk’ over vergaande regionale samenwerking.
Relatie met onzekerheid doorgaan Participatiewet
Geen
Relatie met onderzoek ‘samenhang 3D’ naar effecten van regelingen voor burgers of groepen burgers.
Prognose resultaat (Bedragen x € 1.000)
Resultaat voor bestemming Mutatie reserves Resultaat na bestemming
Actuele begroting 2013 Lasten Baten Saldo 4.195 3.812 -383 510 383 127 4.322 0 4.322
Prognose 2013 Lasten Baten Saldo 10.915 3.982 -6.933 127 6.970 6.843 11.042 10.952 -90
Lasten 6.720 0 6.720
Afwijking Baten Saldo 170 -6.550 6.460 6.460 6.630 -90
Resultaatanalyse (Bedragen x € 1.000) Toelichting Omschrijving afwijking
I/S*
Voordeel
Nadeel
Saldo
Gemeente**
Lasten A.
Fietsknooppuntensysteem
S
-10
-10
B.
Waterbus
S
-17
-17
C.
Mutaties middelen RAS
S
D. E.
Programma economische impuls RPV
I I
-60 -218
-60 -218
F. G. H.
Coördinatie en toezicht ROM-D Subsidies jeugdzorg Onttrekkingen Investeringsfonds Subtotaal
I I I
-90 -184 -6.400 -6.979
-90 -184 -6.400 -6.720
259
259
Ophoging inwonerbijdrage Ophoging inwonerbijdrage
259
Baten A.
Fietsknooppuntensysteem
S
10 17
B.
Waterbus
S
C.
Mutaties middelen RAS
S
D. E. G..
Programma economische impuls RPV Subsidies jeugdzorg Subtotaal
I I
218 184 429
10 17 -259
-259
-259
218 184 170
Ophoging inwonerbijdrage Ophoging inwonerbijdrage
Totaal voor bestemming 688 -7.238 -6.550 Resultaatbestemming I 6.460 0 6.460 Totaal na bestemming 7.148 -7.238 -90 * Hier geven we aan of een afwijking incidenteel van aard is (I) of structureel (s) ** Hier geven we aan of de afwijking leidt tot een verlaging of verhoging van de gemeentelijke bijdrage. E.
15
Toelichting A. Fietsknooppuntensysteem In 2007 is een voorziening door de Drechtsteden gevormd voor het onderhoud van 5 jaar van het fietsknooppuntensysteem. Destijds is voor deze voorziening een bijdrage opgehaald bij de zes gemeenten. Eind 2012 heeft het Drechtstedenbestuur besloten de gemeenten te verzoeken in hun meerjarenbegrotingen naar rato van bevolkingsgrootte structureel een gedeelte van €10.000 voor het beheer en onderhoud van het fietsknooppuntensysteem op te nemen. Aan de Drechtraad wordt voorgesteld om het onderhoud van het fietsknooppuntensysteem voort te zetten en jaarlijks de kosten van beheer en onderhoud op te halen via de bijdragenstaat. B. Waterbus Via de begroting van Bureau Drechtsteden wordt de betaalde bijdrage van Drechtsteden aan de provincie Zuid-Holland voor de Waterbus opgehaald bij de zes Drechtstedengemeenten. De bijdrage wordt jaarlijks geïndexeerd door de Provincie Zuid Holland. Voor 2013 geeft dit een stijging van de bijdrage t.o.v. het bedrag wat opgenomen is in de actuele begroting. C. Middelen RAS De provincie Zuid-Holland heeft eind 2012 aangegeven de subsidieverstrekking voor preventief jeugdbeleid per 1 juli 2013 stop te zetten. Dit betekent dat Drechtsteden voor 2013 ruim € 360.000 voor cliëntcontact uren opvoedhulp en nazorg kan aanvragen. Voor de coördinatie van de RAS is voor 2013 € 75.000 beschikbaar. Tevens ontvangt Drechtsteden € 22.000 voor de cultuurnetwerker. D. Overheveling restantbudget extra impuls economie Het Drechtstedenbestuur heeft in 2012 besloten om een extra impuls te geven aan de economie in de Drechtsteden langs 7 investeringslijnen. Voor deze extra impuls is € 130.000 budget nodig. Bij de tweede burap 2012 is voorgesteld om dit bedrag te onttrekken uit de BWS-reserve. Een deel van de kosten (€ 60.000) zijn doorgeschoven naar 2013. Verplichtingen voor deze € 60.000 zijn in 2012 aangegaan, maar komen pas in 2013 tot uitbetaling. E. Subsidie Regionaal Platvorm Verkeersveiligheid Drechtsteden ontvangt in 2013 van de provincie Zuid-Holland € 218.000 aan subsidie voor projecten ten behoeve van de Verkeersveiligheid. Deze subsidie zal met een begrotingswijziging worden opgenomen in de administratie van de GR Drechtsteden. F. Coördinatie en toezicht ROM-D Voor werkzaamheden met betrekking tot de ROM-D wordt een collega uit het Drechtstedennetwerk ingehuurd door Bureau Drechtsteden. Voor deze werkzaamheden is geen budget beschikbaar, zodat er een overschrijding dreigt van € 90.000. In 2012 zijn deze kosten uiteindelijk ten laste van de personele budgetten van Bureau Drechtsteden gebracht. Voor 2013 dient onderzocht te worden hoe deze overschrijding opgelost kan worden, waarbij het principe is dat dit ten laste van de ROM-D zal worden gebracht. G. Projectsubsidies jeugdzorg Door de provincie Zuid Holland zijn twee projectsubsidies in 2013 toegekend in het kader van de jeugdzorg. Deze subsidies zijn bestemd voor het project Kinder en jeugd diagnostiek en consultatieteam 2013 (€ 55.170) en het project VOLG en Sneldiagnostiek 2013 (€ 129.140). H. Investeringsfonds In 2013 zal de definitieve afrekening plaats vinden van de projecten van het programma Manden Maken. Gestreefd wordt om alle projecten ook daadwerkelijk uit te betalen in 2013. Aan het eind van het jaar zal de werkelijke stand van zaken worden opgemaakt. Voor de projecten, die niet financieel zijn afgewikkeld, zullen aparte rekeningen in de administratie worden aangemaakt. Het Investeringsfonds kan op dit moment nog niet onttrokken worden. Immers de resultaatbestemming van jaarrekening 2012 dient nog plaats te vinden. In de 2e Burap zal de technische begrotingswijziging worden aangeboden.
16
2.2 Bestuur en staf Inhoudelijke afwijkingen Geen afwijking t.o.v. de actuele begroting en het werkprogramma 2013. In het kader van het debat over de toekomst van het netwerkbestuur in de Carrousel Bestuur is op een suggestie van raadszijde (D66/VSP) toegezegd de mogelijkheid te onderzoeken in voorstellen aan de Drechtraad aan te geven de mate waarin invoering van een voorstel zal bijdragen aan de vereenvoudiging van bestuur en werk. In reactie hierop is het voorstel in een proefperiode tot het einde van 2014 in voorstellen aan de Drechtraad aan de paragraaf Consequenties (waarin onder andere inzicht wordt gegeven in de financiële en juridische consequenties) een element toe te voegen: “consequenties voor de mate van efficiënt besturen en werken in het netwerk”, zodat, wanneer dat relevant is, indicatie kan worden gegeven van de mate waarin het voorstel bij zal dragen aan vermindering van bestuurlijke drukte en ambtelijke drukte. Prognose resultaat (Bedragen x € 1.000)
Resultaat voor bestemming Mutatie reserves Resultaat na bestemming
Actuele begroting 2013 Lasten Baten Saldo 2.381 0 2.381 0 0 0 2.381 2.381 0
Prognose 2013 Lasten Baten Saldo 2.772 2.772 0 0 0 0 2.772 2.772 0
Lasten -391 0 -391
Afwijking Baten Saldo 391 0 0 0 391 0
Resultaatanalyse (Bedragen x € 1.000) Toelichting Omschrijving afwijking
I/S*
A.
Lasten Extra kosten regiogriffie
S
B.
Personele lasten
I
C.
Overheveling CIO office
S
Subtotaal C.
Baten Overheveling CIO office Totaal voor bestemming
Voordeel
-10 10
10 S
Nadeel
Gemeente**
-10 10
-391
-391
-401
-391
391 401
Saldo
Nvt Nvt Ophoging algemene inwonerbijdrage
391 -401
0
Resultaatbestemming 0 0 0 Totaal na bestemming 401 -401 0 * Hier geven we aan of een afwijking incidenteel van aard is (I) of structureel (s) ** Hier geven we aan of de afwijking leidt tot een verlaging of verhoging van de gemeentelijke bijdrage.
Toelichting: A. Extra kosten regiogriffie De gemeente Sliedrecht heeft aangegeven extra kosten te hebben gemaakt voor de regio-griffie. In de buraps van 2012 is gemeld dat Drechtsteden deze kosten dient te vergoeden. B. Personele lasten bestuur en staf Bij het vaststellen van de actuele begroting 2013 is besloten om de personele budgetten van Bureau Drechtsteden niet op te hogen met de stijging uit de nieuwe CAO. Op dit moment kan deze stijging van de salarissen worden opgevangen binnen de huidige personeelsbegroting.
17
C. Overheveling van het CIO office Het Drechtstedenbestuur heeft op 7 februari 2013 het besluit genomen de formatie van het IAB over te hevelen van het SCD naar het Bureau Drechtsteden. Dit is een budgetneutrale begrotingswijziging. Bureau Drechtsteden zal de financiering van het CIO office ophalen via de algemene inwonerbijdrage. Het SCD zal haar bijdragenstaat met hetzelfde bedrag verlagen. Innovatiebudget Het toegekende ontwikkelbudget in de Geactualiseerde Begroting 2013 is bedoeld om vernieuwing die neerslaat in de producten, diensten, processen of organisatievormen op een meer effectieve en efficiënte manier aan te pakken. Momenteel vindt er binnen het SCD een inventarisatie plaats van alle te verwachten projecten. Hierbij wordt ook meegenomen welke nieuwe innovatieve projecten in aanmerking komen om via dit ontwikkelbudget te worden gefinancierd. Overigens zal zoals afgesproken hier eerst een toets vanuit de GRD concern plaatsvinden.
18
2.3 Sociale Dienst Drechtsteden In de begroting 2013 hebben we als doelstelling afgesproken dat aan het eind van dat jaar:
1. Het aantal mensen dat eind 2013 een bijstandsuitkering ontvangt is 200 lager dan op 31 december 2012. 2. Daarnaast willen we 500 mensen met een beperkte loonwaarde laten werken naar vermogen, wat resulteert in een netto besparing van 250 uitkeringen.
Helaas blijken deze doelstellingen niet houdbaar. In de voorliggende bestuursrapportage wordt dan ook voorgesteld de doelstelling aan te passen. Dit heeft, tezamen met de budgetontwikkeling van het inkomensdeel, grote negatieve financiële consequenties. Met name als gevolg van positieve budgettaire ontwikkelingen bij de Wmo, het Participatiebudget en de apparaatskosten leidt dat per saldo over de hele SDD begroting nog niet tot extra lasten voor de gemeenten. De SDD anticipeert zoveel mogelijk op te verwachten nieuwe wetgeving die onze werkzaamheden sterk beïnvloed; zoals de Participatiewet, de wetwijzingen WWB, de decentralisaties AWBZ en de beperking op de huishoudelijke verzorging binnen de Wmo. Op dit moment, ondanks de in april gesloten akkoorden (Sociaal Akkoord en Zorgakkoord) en de contourenbrief van het kabinet ten aanzien van de hervorming van de langdurige ondersteuning en zorg, is er nog veel onzekerheid over de te volgen koers. Ten aanzien van de Wmo wordt dit nog versterkt doordat op dit moment niet duidelijk is op welke wijze de Drechtstedengemeenten de nieuwe taken binnen de Wmo, die via een meervoudig lokale bestuursopdracht worden uitgewerkt, willen gaan uitvoeren. Beide akkoorden betekenen een behoorlijke wijziging van de lijn die met het Regeerakkoord was ingezet en vragen opnieuw om tijdrovende aanpassing van de reeds aanhangige wetgeving. De gevolgen van beide akkoorden voor de Drechtsteden, inclusief de financiële effecten, zullen zich daarom pas later dit jaar uitkristalliseren. Wel lijkt het erop dat door het Zorgakkoord een deel van de in de toekomst beoogde bezuinigingen op de huishoudelijke verzorging binnen de Wmo is teruggedraaid. Vooruitlopend op de Participatiewet hadden we in de begroting de ambitie opgenomen om al voor 2013 een variant van loonkostendispensatie te ontwikkelen en in 2013 al 500 mensen mee te faciliteren. Zoals de portefeuillehouder in het PFO-Sociaal van maart heeft gemeld is het echter niet mogelijk gebleken een dergelijke variant te ontwikkelen. Daarmee kan deze doelstelling, met haar financiële effecten, niet gerealiseerd worden. Inmiddels is ook uit het Sociaal Akkoord gebleken dat loondispensatie er niet gaat komen.
Kijkend waar we staan na het eerste kwartaal is het beeld samen te vatten in; Voorstel tot aanpassen doelstelling klantenaantallen naar 5.124 eind 2013 Verwacht tekort van ruim € 6 miljoen, conform bestaande budgetten op Inkomensondersteuning Mogelijk extra tekort van € 6 miljoen inkomensdeel als de nu door Divosa verwachte budgetverlagingen inderdaad plaatsvinden. Gezien de landelijke stijging WWB achten we echter positieve correctie daarvan waarschijnlijk. Verwacht overschot van € 3,1 miljoen Wmo Mogelijke dekking apparaatskosten uit het Participatiebudget voor € 4 miljoen Ruimte en oproep voor gemeentelijke projecten ten laste van Participatiebudget Per saldo verwacht financieel effect voor gemeenten nagenoeg nihil
19
Inhoudelijke en financiële effecten (Bedrag x € 1.000) Actuele begroting 2013 Lasten
Baten
Prognose 2013
Saldo
Lasten
Baten
Afwijking Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Effect gemeenten
Participatie
25. 850
25.850
0
25.304
25.304
0
546
546
0
0
WSW
34.270
34.270
0
34.731
34.731
0
-461
461
0
0
Kinderopvang
660
660
0
648
648
0
12
-12
0
0
80.960
80.960
0
89.265
89.265
0
-8.305
8.305
0
-1.600
8.310
8.310
0
8.228
8.228
0
82
-82
0
0
Wmo Huishoudelijke hulp
30.690
30.690
0
28.753
28.753
0
1.937
-1.937
0
2.629
Wmo Hulpmiddelen Budgetadvies en schuldbemiddeling Totaal
12.410
12.410
0
12.061
12.061
0
349
-349
0
477
3.070
3.070
0
3.070
3.070
0
0
0
0
0
196.220
196.220
0
202.060
202.060
0
-5.840
5.840
0
1.506
Inkomens ondersteuning* Minimabeleid
Te verwachten budgetverlaging Rijk**
-6.000
Apparaat tlv participatiebudget***
4.000
Projecten participatie gemeenten ****
1.500
Totaal 196.220 196.220 0 202.060 202.060 0 -5.840 5.840 0 1.006 *Conform financieringsafspraken is bij het programma Inkomensondersteuning het geprognosticeerde negatieve resultaat 2013 van € 6,1 miljoen opgenomen onder de baten. Bij het verwacht effect gemeenten is het bedrag van de reserve WWB van € 4,5 miljoen reeds in mindering gebracht. **Het tekort van € 6,1 miljoen kan nog oplopen tot 12 miljoen ivm te verwachten budgetverlaging door het Rijk van eveneens ruim € 6 miljoen. Anderzijds is denkbaar dat de rijksbudgetten later dit jaar alsnog weer hoger worden vastgesteld gezien de ontwikkeling van de WWB landelijk. *** Mogelijke dekking apparaatskosten uit het Participatiebudget voor € 4 miljoen. **** Naast het nu weergegeven mogelijke nadeel van per saldo € 0,5 miljoen voor de gemeenten is er zo’n € 1,5 miljoen Participatiebudget beschikbaar voor projecten waarbij naast eventuele intensiveringen ook budgetten bij gemeenten kunnen worden ontlast.
Participatiebudget Doelstellingen: 1. Het aantal mensen dat eind 2013 een bijstandsuitkering ontvangt is 200 lager dan op 31 december 2012. 2. Daarnaast willen we 500 mensen met een beperkte loonwaarde laten werken naar vermogen, wat resulteert in een netto besparing van 250 uitkeringen. Kritische succesfactor Omvang klantenbestand
Prestatie-indicator Normering Realisatie Daling klantenbestand 4.635 5.124 (stand 1 april 2013) met 200 ten opzichte van 31-12-12: 4.835 De bestandsontwikkeling is aanleiding de doelstelling te heroverwegen. Navolgend komen we hier uitvoeriger op terug. Re-integratie Toestroom WWB In het eerste kwartaal zien we dat de economie nog steeds in zwaar weer verkeert. Een steeds verder oplopende werkloosheid, minder investeringen van het bedrijfsleven, meer faillissementen, een stagnerende woningmarkt en het ontbreken van consumentenvertrouwen. In de Drechtsteden, evenals in de rest van Nederland, stijgt de werkloosheid fors en het aantal vacatures daalt. Op dit moment is 6,3% van de beroepsbevolking in de Drechtsteden werkloos, landelijk is dit gemiddeld 8%. Ook wij merken dit aan onze poort. Ondanks onze inspanningen stijgt ons klantenbestand nog steeds fors.
20
We zien een stijgende instroom van klanten. Uit analyses blijkt dat alle instroomcategorieën stijgen. Er is geen hele specifieke reden voor of soort instroom aan te wijzen. Een aantal categorieën stijgt (iets) bovengemiddeld: - personen die hun maximale WW periode bereikt hebben (van 11% in 2012 naar 15%). Overigens zijn de cijfers met de verwachte max-WW voor de komende maanden verontrustend; - einde tijdelijk werk; - verlatingen (scheidingen); - verhuizingen van buiten de Drechtsteden naar m.n. Dordrecht; - beëindiging studie; - zzp-ers die geen werk meer hebben: het aantal ex-zelfstandigen dat een beroep doet op de bijstand is ongeveer verdubbeld ten opzichte van vorig jaar. Instroom 2013 80 70 60
aantal
50 target
40
realisatie
30 20 10 0 1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
week
De preventie ligt gemiddeld enkele procentpunten onder de beoogde 60%. Desondanks stijgt het bestand als gevolg van de fors hogere aantallen aanmeldingen waardoor de instroom ruim 20% hoger ligt dan vorig jaar en de verwachte 42 per week. Uitstroom WWB De trend bij de uitstroom van klanten is positief. De uitstroom in het eerste kwartaal van 2013 is hoger dan de uitstroom in het eerste kwartaal van 2012 en vrijwel op het niveau zoals geraamd voor de begroting. Er zijn in het eerste kwartaal zo’n 500 klanten (fte) uitgestroomd. 23% via BBD, 22% op andere wijze (zelf) naar werk, 27% door handhaving en 28% door andere oorzaken als verhuizing, overlijden etc. De grootste uitstroom vindt plaats naar de branches bouw, industrieel/productie en schoonmaak. Ontwikkeling klantenbestand Door dus vooral de forse instroom in het eerste kwartaal is ons klantenbestand gestegen van 4.835 naar 5.124 klanten, een stijging van een 6%. In onderstaande grafiek is de stijging van het klantenbestand in 2012 de eerste 16 weken van 2013 zichtbaar.
21
Klanten SDD TOTAAL
5100
Aantal
5000 4900 4800 4700 4600
Maand In de Benchmark zien we dat we het in 2013 slechter doen dan andere grote gemeenten. De cijfers over de eerste maanden van 2013 laten zien dat het bijstandsbestand van vrijwel alle gemeenten stijgt in vergelijking met vorig jaar. Het bestand van de Drechtsteden stijgt ook in april maar minder snel dan in de eerste 3 maanden van 2013. Bij andere gemeenten zien we juist nu een sterkere stijging. Veel grote gemeenten doen het beter dan wij omdat met name de instroom lager is dan bij ons. Uit navraag blijkt echter niet dat ze aanwijsbaar andere werkwijzen en activiteiten daarop inzetten. Het invoeren van de zoekperiode en de screening bij aanmelding, waarbij de nadruk ligt op rechtmatigheid, wordt genoemd als belangrijkste redenen waardoor de instroom omlaag is gegaan door bijvoorbeeld Amsterdam, Den Bosch, Zaanstad en Enschede.
Extern onderzoek APE is gevraagd een analyse uit te voeren ter verkenning van de mogelijke externe oorzaken van een afwijkende bestandsontwikkeling in de Drechtsteden. Belangrijkste resultaten van de analyse: De afwijkende bestandsontwikkeling is niet verklaarbaar uit verschillen in bevolkingssamenstelling, economische structuur, ontwikkelingen op de arbeidsmarkt ten opzichte van de Benchmark gemeenten (afgezien van relatief veel ouder dan 40 jaar en relatief veel paren);
22
Aantallen vacatures, jongeren, allochtonen en opleidingsniveau blijken geen significante verklaring voor afwijkende bestandsontwikkeling; Navraag onder Benchmark gemeenten met een gunstiger bestandsontwikkeling heeft geen aanwijzingen opgeleverd dat anderen recent instrumenten en methoden hebben ontdekt die wij nog niet hanteren; De Drechtsteden heeft een relatief lage bijstandsdichtheid (de toename in de WWB is sterker in gemeenten met een relatief lage bijstandsdichtheid); De uitkomsten van de onderlinge prestatievergelijking van de Benchmark gemeenten is sterk afhankelijk van de beschouwde periode. Wie het relatief goed doet in 2013, deed het relatief slecht in voorgaande jaren; De economie van Drechtsteden wijkt in enkele opzichten nogal af van de rest van Nederland; Drechtsteden heeft meer vervoer en opslag, meer handel, meer bouwnijverheid en meer industrie; in die laatste twee sectoren krimpt het aantal banen; Over de hele periode vanaf het begin van de economische crisis stijgt het bestand in de Drechtsteden met + 17,2%; dat is minder dan de gemiddelde stijging over heel Nederland: + 23,8%; van de Benchmark gemeenten is alleen in Eindhoven de stijging lager (+7,3%).
Prognose 2013 APE heeft een economisch model ontwikkeld om mutaties in de ontwikkeling van het WWB bestand te verklaren gerelateerd aan de WW-ontwikkeling en regionale aspecten. Dit model blijkt vanuit afgezet tegen de verwachte en werkelijke bestandsontwikkeling in een groot aantal gemeenten valide. Dit model voorspelt op basis van de huidige (ook landelijke) cijfers per saldo in de Drechtsteden dat het WWB-bestand in 2013 met 976 (= 20%) zal toenemen.
23
Toename in heel 2013 conform model APE: 976
Alhoewel de werkelijkheid per definitie niet precies enig welk model zal volgen is gezien de geschetste instroom en deze prognose niet realistisch nog te veronderstellen dat het bestand in 2013 conform de doelstelling met 200 klanten zal gaan dalen. Geen semi-loondispensatie Het ontwikkelen van een variant om mensen met een beperkte loonwaarde naar vermogen te laten werken, is niet mogelijk gebleken. In de begroting 2013 is reeds aangekondigd dat ‘een belangrijke onzekerheid is dat de variant van loondispensatie zoals verwoord in de paragraaf Participatie zijnde 500 klanten minder in 2013, niet wordt gerealiseerd’. In het eerste kwartaal hebben we varianten voor ‘loondispensatie’ vooruitlopend op de nieuwe Participatiewet onderzocht. Uit ons onderzoek is gebleken dat er geen goed werkbaar alternatief denkbaar is. De portefeuillehouder heeft het Pfo Sociaal in maart hierover al geïnformeerd. Inmiddels is ook uit het Sociaal Akkoord gebleken dat loondispensatie er niet gaat komen. Dit betekent dat we dit doel in 2013 niet bereiken en dat we de besparing van 250 uitkeringen (€ 3,9 miljoen) niet realiseren. Daar tegenover staat dat de geplande onttrekking aan de reserve (revolving fund) a € 1.9 miljoen ook vervalt. Voorstel tot bijstelling van de doelstelling Gezien voorgaande stellen wij voor de doelstelling te wijzigen en de in de begroting nog opgenomen daling voor 2013 te vervangen tot op 31-12-2013 maximaal het aantal klanten van 01-04-2013; 5.124. Dit betekent dat als ambitie gesteld wordt de enorme stijging conform de prognose uit het model de rest van het jaar te dempen, te keren en in te lopen. De reden waarom deze hogere ambitie dan de prognose conform het model wordt voorgesteld is dat het model, naast dat het model zoals elk model “slechts” een onderbouwde benadering van de per definitie onzekere toekomst is, ook niet de effecten van nog te nemen maatregelen in de prognose heeft verdisconteerd. De te nemen maatregelen, zoals onderstaand enkele zijn aangegeven, moeten de strakkere ambitie mede zien te realiseren. Het effect van deze bijstelling voor de begroting is € 7,2 miljoen hogere lasten. Versterken preventie en vergroten uitstroom Ondanks de sombere economische ontwikkeling zetten wij gezien deze ambitie onverminderd in en zetten alles op alles om zo veel mogelijk mensen uit de uitkering aan het werk te krijgen. Er zijn wat lichtpuntjes. De Nederlandse economie begint in de loop van het jaar aan te trekken, maar over het gehele jaar 2013 voorspelt het CPB toch een krimp van 0,5 procent. In 2014 verwacht het CPB dat de economie in 2014 weer gaat groeien met 1,0 procent. De verwachte groei zit hem met name in de export (>5%) waar ook de afgeleide branche van transport in onze regio (haven en vervoer over water) van zou moeten profiteren. Het aantrekken van de economie zal echter niet direct tot een dalende trend in ons klantenbestand leiden aangezien de uitstroom uit de WWB normaliter altijd naijlt. De eerste effecten zijn veelal zichtbaar in de uitzendbranche. We proberen met steeds
24
meer inzet op ook flexibele arbeid dichter aan te sluiten op de uitzendmarkt en eerder te profiteren van een aantrekkende economie. Daarnaast zetten we onder anderen in op de volgende speerpunten: ‘Sollicitatiewerkplek’ Om de matching te verbeteren en intensiveren, bereiden we een voorstel voor om met een ‘Sollicitatiewerkplek’ te starten. Op deze plek volgen onze klanten programma’s om hun kansen op de arbeidsmarkt te vergroten, en gaan aan de slag om zelf vacatures te vinden en te solliciteren en kan gestuurd worden op houding en gedrag, de belangrijkste factor in de plaatsingen naar werk. Benadering max. WW-ers Samen met het UWV benaderen we voortijdig WW-ers op die binnen 6 maanden dan wel 3 maanden hun maximale WW periode bereiken, met het doel hen van naar werk te bemiddelen en daarmee instroom in de WWB te voorkomen. Vacatures per e-mail: Onze klanten krijgen, geleidelijk startend met ingang van mei, iedere week per e-mail de op hun CV gerichte vacatures aangeleverd. Deze vormen bovendien weer aanknopingspunten voor gesprek met de regisseurs. Flexpool ondernemers We proberen zo veel mogelijk werkgevers aan ons te binden en ze te interesseren voor onze werkzoekenden. We hebben een groep kernbedrijven bijeengebracht die nu samen een flexpool aan het ontwikkelen zijn om enerzijds ontslag en dus instroom te voorkomen maar anderzijds ook als flexibele schil ingezet te kunnen worden. Die flexibele schil biedt op termijn wellicht ook mogelijkheden voor werkzoekenden uit ons bestand. Bedrijven kunnen de flexpool benutten om een deel van onze werkzoekenden flexibel in te zetten bij pieken en dalen. De eerste pilot van deze groep bedrijven is echter vooralsnog zeer beperkt van omvang. Mogelijk dat met de ervaringen in de pilot, naar de toekomst de omvang kan worden vergroot en andere pools gevormd kunnen worden, Gerichte marktbenadering Vanuit de steeds beter ontsloten marktinformatie en de ontsloten gegevens van de werkzoekenden kan BBD steeds gerichter op kansrijke sectoren richten. BBD probeert continu nieuwe werkgevers aan zich te binden om onze klanten uit te plaatsen. Er worden branchegerichte speeddates georganiseerd tussen klanten en werkgevers (techniek, zorg, beveiliging etc.). Verder lopen er projecten om vacatures te bemiddelen in verband met werk in de havens van Rotterdam, bij Defensie, beveiligers, medewerkers hondenbelasting, schoonmakers, verkoopmedewerkers etc. Ook wordt gezocht naar andere wegen om het marktbereik van BBD te vergroten. Zo brengt BBD pro actief klanten uit ons bestand bij werkgevers onder de aandacht. Onder anderen met een serie advertenties laat BBD werkgevers kennismaken met steeds vier verschillende werkzoekenden. Daarnaast worden ook contacten gelegd met andere uitzendbureaus dan Randstad en worden initiatieven bezien om groepen werkzoekenden bij intermediaire werkgevers te plaatsen (in loondienst). Inburgering Inburgeringsplichtigen moeten vanaf dit jaar zelf zorgen voor hun inburgering. Het gemeentelijke inburgeringsaanbod aan statushouders is vervallen; het gemeentelijk budget voor inburgering vervalt geheel per 1 januari 2014. Het jaar 2013 is financieel gezien een overgangsjaar. Uitsluitend voor maatschappelijke begeleiding van inburgeraars is voor gemeenten los van het Participatiebudget nog een beperkt bedrag van € 1000 per inburgeraar beschikbaar. Vanwege al bestaande lokale samenwerkingsafspraken met organisaties als Vluchtelingenwerk krijgt deze activiteit vorm bij de afzonderlijke gemeenten en niet op drechtstedelijk niveau. Zoals was voorzien stroomde in het eerste kwartaal van 2013 nog een aanzienlijke groep statushouders in met aanspraken op grond van overgangsrecht: de gevoerde 50 intakegesprekken hebben geleid tot 23 gestarte trajecten op basis van het overgangsrecht. (Ter vergelijking: in 2012 hadden we 96 inburgeringstrajecten).
25
Op termijn wordt de groep inburgeraars met een gemeentelijk aanbod steeds kleiner omdat de instroom wegvalt. De handhaving rond de inburgeringsplicht van deze doelgroep blijft wel onveranderd een gemeentelijke taak. De bestaande groep is goed bij ons in beeld en de afhandeling van voortgangs- en handhavingssignalen is geborgd. Omdat inburgeringstrajecten een doorlooptijd kennen van meerdere jaren, is nu nog geen sprake van afbouw in activiteiten of personele capaciteit voor de inburgering. Uitgaande van het langzamerhand opdrogen van nieuwe instroom verwachten we dat de bestedingen 2013 in lijn zijn met de begroting van € 1 miljoen. Educatie Met een wetswijziging per 1 januari 2013, is binnen de Wet educatie en beroepsonderwijs een verdere splitsing gemaakt tussen de middelen voor het Voortgezet algemeen volwassenenonderwijs (Vavo) en Educatie. Het Vavo valt sindsdien onder rechtstreekse aansturing van het Rijk en het bijbehorende budget wordt onttrokken aan het Participatiebudget. Educatie is bij de gemeenten gebleven, maar de criteria voor deelname zijn aangescherpt tot uitsluitend laaggeletterdheid, rekenen en Nederlands als tweede taal. Bovendien zijn de Web-middelen afgenomen en is er nog steeds sprake van gedwongen winkelnering bij ROC's. In de loop van 2013 gaan we mogelijkheden onderzoeken om binnen de nieuwe kaders te zorgen voor een optimaal rendement van de Web-middelen. ID-banen Vanwege de noodzaak tot bezuiniging als gevolg van een fors teruglopend Participatiebudget heeft het Drechtstedenbestuur (DSB) in 2011 besloten tot het stopzetten van alle subsidies op de ID-banen per 1 augustus 2012. Aanvullend heeft het DSB in 2012 besloten om een uitzondering te maken voor oudere werknemers, geboren in 1950 of eerder, en de loonkostensubsidie door te betalen tot 1 januari 2014. Tevens is besloten om vóór augustus 2013 opnieuw te overwegen of er ruimte in het Participatiebudget aanwezig is om de ID-banen van deze werknemers voort te zetten tot de pensioengerechtigde leeftijd. Op basis van de financiële ruimte heeft het DSB op 4 april jl. besloten de ID-banen van werknemers, geboren in 1950 of eerder, te blijven subsidiëren. Dit betekent dat in 2014, 23 werknemers hun IDbaan en in 2015 nog 12 werknemers hun ID-baan behouden tot hun pensioengerechtigde leeftijd. Financiële consequenties Mede als gevolg van het uitstel van de Participatiewet en als gevolg van de minder benodigde dan begrote kosten voor arrangementen zijn de nu verwachte uitgaven lager dan oorspronkelijk begroot. Daarnaast is er bij de jaarrekening een bedrag van € 4,1 miljoen via de reserveringsregeling overgeheveld naar 2013. In dit licht resteert momenteel nog een besteedbaar bedrag van ruim € 9 miljoen. Bij de jaarrekening 2013 kan maximaal, conform de reserveringsregeling, € 3,5 miljoen worden overgeheveld naar 2014. Het meenemen van deze middelen is zeer wenselijk in het licht van de onzekerheid die gepaard gaat met de komst van de nieuwe Participatiewet en het Sociaal akkoord evenals voor de lopende meerjarige verplichtingen op inburgering waarvoor geen rijksbudget in 2014 meer beschikbaar is. Daarmee resteert ruim € 5,5 miljoen meer middelen dan overgeheveld mogen worden naar 2014. Bij de jaarrekening zouden wederom incidenteel ongeveer € 4 miljoen apparaatskosten ten laste van het Participatiebudget kunnen worden gebracht ten gunste van de gemeentelijke bijdragen. Dan resteert nog zo’n € 1,5 miljoen dat als dat niet zinvol besteed kan worden binnen de mogelijkheden van het Participatiebudget terug zou vloeien naar het Rijk. Zoals hiervoor vermeld zal de SDD een oproep met de benodigde informatie uitzetten om (passende) projecten in te dienen rond preventie en re-integratie.
26
Wsw Conform de financieringsafspraken volgt de begroting (lasten als wel baten) de toe- of afname van het door het Rijk beschikbaar gestelde budget. In oktober 2012 zijn, nadat de actualisatie van de begroting had plaatsgevonden, de budgetten voor 2013 met € 461.000 naar boven bijgesteld (Min SZW toekenning Wsw 2013 d.d. 22 oktober 2012). Kinderopvang De uitvoering verloopt conform begroting. Inkomensondersteuning Doelstelling 2013: Het aantal mensen dat eind 2013 een bijstandsuitkering ontvangt is 200 lager dan op 31 december 2012. Over de ontwikkeling daarvan en de bijgestelde prognoses is uitvoerig gerapporteerd onder het hoofdstuk “Participatie” Klantenaantallen 5400 5200 5000 realisatie 4800
prognose target
4600 4400 4200 wk 1
wk 4
wk 8
wk 12
wk 16
wk 20
wk 24
wk 28
wk 32
wk 36
wk 40
wk 44
wk 48
wk 52
weken
Vanaf het moment van samenstellen van de basisbegroting 2013 zijn er verschillende momenten geweest waarop in- of externe ontwikkelingen aanleiding waren voor een aanpassing van de prognose op het programma Inkomensondersteuning middels een informatienotitie. Onderstaande een korte samenvatting. Samenvatting verloop prognoses, van Basisbegroting 2013 tot 1ste Programmaverantwoording 2013. Basis begroting 2013
0,5 miljoen overschot
Actualisatie begroting op basis van verwachte beginstand per 1 januari 2013 van 4.324 clienten en de verwachte introductie van een alternatieve loondispensatie gedurende het jaar 2013 Begrotingsactualisatie 2013
12,5 miljoen overschot
Bijstelling beginstand per 1 januari 2013 4.835 in plaats van 4.324 Hogere gemiddelde uitkering als gevolg van samenstelling bestand Verwachte hogere gemiddelde uitkering, prijseffect 2013 Bijstelling rijksvergoedingen ministerie SoZaWe Bijstelling debiteurensystematiek Raadsinformatiebrief januari 2013
-7,5 miljoen -1,4 miljoen -1,1 miljoen 1,8 miljoen 0,7 miljoen 5,0 miljoen overschot
Geen alternatieve loondispensatie gedurende het jaar 2013 Bijstelling eindstand 31 december 2013 5.124 in plaats van 4.635 Actuele prognose 1ste Programmaverantwoording 2013
-3,9 miljoen -7,2 miljoen -6,1 miljoen tekort
Dat is overigens nog exclusief een te verwachten, maar nog niet geformaliseerde, budgetverlaging door het Rijk van ruim € 6 miljoen.
27
De feitelijke baten en lasten inkomensondersteuning zijn ten opzichte van de begrotingsactualisatie 2013 en de raadsinformatiebrief van januari 2013 toegenomen met € 2,5 miljoen. De redenen voor de toename van de baten zijn: een hogere rijksvergoeding destijds. De hogere uitkeringslasten van € 17,2 miljoen, komen met name als gevolg van de bijstelling per 1 januari op werkelijke uitkeringsaantallen (€ 7,5 miljoen), het niet realiseerbaar zijn van een alternatieve variant op de loondispensatie (€ 3,9 miljoen) en de ontwikkeling van de uitkeringsaantallen in het eerste kwartaal samen met de voorgestelde aanpassing van de doelstelling 2013 (€ 7,2 miljoen). Per saldo een geprognosticeerd tekort van € 6,1 miljoen. Dat is overigens nog exclusief een te verwachten budgetverlaging door het Rijk van eveneens ruim € 6 miljoen (hierover heeft de portefeuillehouder het PFO-Sociaal in april geïnformeerd). Van het tekort kan € 4,5 miljoen gedekt worden door de bij de jaarrekening 2012 gevulde reserve I-deel en het resterende bedrag zal bij de jaarrekening met de gemeenten worden verrekend. Nu worden slechts de “harde” inkomstenbijstellingen in de cijfers verwerkt. Daarbij bestaat een reële kans, gezien de landelijk nog sterk oplopende WWB, dat de nu aangekondigde budgetverlaging op het Inkomensdeel later dit jaar toch weer in financieel positieve zin zal worden bijgesteld. Voor zover een significant tekort op het Inkomensdeel zou blijven bestaan zullen we in 2014 weer een aanvraagprocedure opstarten om dat tekort, evenals over 2010 en 2011, (deels) te kunnen declareren voor een Incidentele Aanvullende Uitkering. Toekenning is niet vanzelfsprekend. Minimabeleid Onderbenutting op het programma Minimabeleid van circa € 1,3 miljoen. Bij ongewijzigd beleid en bereik van het Minimabeleid verwachten we voor het jaar 2013, net als in het jaar 2012, een onderbenutting. Op dit moment wordt de laatste hand gelegd aan de notitie evaluatie Minimabeleid waarin verschillende voorstellen opgenomen worden om de onderbenutting van de programmagelden Minimabeleid tegen te kunnen gaan en het bereik onder de doelgroep te kunnen vergroten. Na besluitvorming komen we op de hieruit voortkomende effecten voor de prognoses bij de 2e bestuursrapportage op terug. Wmo De geprognosticeerde lasten Wmo zijn € 2.500.000 lager ten opzichte van de begrote lasten. Op het programmaonderdeel Wmo Huishoudelijke hulp verwachten we, in het verlengde van de jaarrekening 2012, een besparing op de lasten van ruim € 2 miljoen te realiseren. De lagere lasten zijn het gecombineerde gevolg van de doorwerking van de bezuinigingsmaatregelen 2012 (waaronder de invoering van een hogere eigen bijdrage) en de nieuwe manier van indiceren per 1 januari 2013, waarbij eerst gekeken wordt naar de mogelijkheden van de klant voordat een Wmo voorziening wordt ingezet. Daarnaast verwachten wij in 2013 al gedeeltelijk te kunnen profiteren van de gewijzigde financiering bij de huishoudelijke ondersteuning (op basis van resultaatfinanciering ‘schoon en leefbaar huis’). De lasten op het programmaonderdeel Hulpmiddelen dalen, eveneens als gevolg van bovenstaande wijzigingen, met een bedrag van bijna € 0,5 miljoen. Hoewel we hiermee onze financiële doelstelling ruim realiseren, zijn we ons terdege bewust van onze sociale doelstelling bij de uitvoering van de Wmo. Tussen beide doelstellingen zoeken we de juiste balans. Eind 2013 zullen we onze nieuwe aanpak door een externe partij laten evalueren, waarbij we met name inzoomen op de beleving, de kwaliteit en de maatschappelijke effecten van onze nieuwe dienstverlening. Het in 2012 gestarte project Partiner in Zelfstandigheid Wmo wordt in 2013 voortgezet waarmee ok de in 2012 nog niet bestede daarvoor gereserveerde middelen van € 214.000 uit de innovatiereserve SDD onttrokken en in de begroting geplaatst. De verwachting is overigens dat hiervan ongeveer ruim de helft over zal blijven en bij de jaarrekening weer zal vrijvallen. Budgetadvies en schuldbemiddeling De uitvoering verloopt conform begroting.
28
2.5 Ingenieursbureau Drechtsteden Voor de begroting 2013 is uitgegaan van programma’s die door Dordrecht en Zwijndrecht zijn toegeleverd. Hoewel de toegezegde omzet voldoende is om de huidige organisatie in stand te houden, blijft de voortgang van de projecten een zeer belangrijk aandachtspunt. Op dit moment blijft de afname van de aandeelhouders achter bij de verwachte omzet. Stagnatie in de projecten leidt al gauw tot leegloop, wat weer tot omzetverlies leidt. Financiële afwijkingen en voorstellen Prognose resultaat (Bedragen x € 1.000)
Resultaat voor bestemming Mutatie reserves Resultaat na bestemming
Actuele begroting 2013 Lasten Baten Saldo 7.522 7.868 346 0 0 0 7.522 7.868 346
Prognose 2013 Lasten Baten Saldo 7.682 7.769 86 0 0 0 7.682 7.769 86
Lasten -160 0 -160
Afwijking Baten -100 0 -100
Saldo -260 0 -260
Resultaatanalyse (Bedragen x € 1.000) Toelichting Omschrijving afwijking Lasten A.
B.
Hogere salarislasten a.g.v. CAO 2012 Subtotaal Baten Omzet verlies door lagere productiviteit Subtotaal Totaal voor bestemming
I/S*
Voordeel
Nadeel
Saldo
S
-160 -160
-160 -160
I
-100 -100
-100 -100
-260
-260
Gemeente**
Resultaatbestemming 0 0 Totaal na bestemming -260 -260 * Hier geven we aan of een afwijking incidenteel van aard is (I) of structureel (s) ** Hier geven we aan of de afwijking leidt tot een verlaging of verhoging van de gemeentelijke bijdrage.
Toelichting: A) Hogere salarislasten In 2012 is vrij laat duidelijkheid gekomen over de stijging van de salarislasten. Er is toen besloten om de verhoging van 2x1% niet door te berekenen in de tarieven, maar de taakstelling met € 160.000 te verlagen. Voor 2013 mochten de tarieven niet naar dit 2% hogere niveau worden aangepast, waardoor ook nu weer de dekking van de salarislasten € 160.000 lager is dan geraamd en de taakstelling dient te worden bijgesteld. B) Omzet verlies In de eerste maanden van het jaar is er sprake geweest van stagnatie bij een aantal projecten in de uitvoeringsfase. Er is toen extra ingezet op het laten uit voeren van vervangend kantoorwerk en het opnemen van verlof. Na deze acties resteerde toch nog in totaal ongeveer 600 uur leegloop, wat overeenkomt met € 50.000. In de zomerperiode is het echter altijd druk in de uitvoering van projecten en doet zich het tegengestelde probleem van de winter voor. Deze werden gebruikelijkerwijs ingehuurd, maar er wordt nu een beroep gedaan op projectleiders en projectassistenten om deze taak op zich te nemen. Hierdoor wordt inhuur voorkomen en zijn de eigen medewerkers flexibeler inzetbaar. Daarnaast is er mede door een teruglopend werkaanbod een lagere productiviteit. Hierdoor zal naar verwachting € 50.000 van de winstdoelstelling niet worden gerealiseerd.
29
2.6 Servicecentrum Drechtsteden De SCD-organisatie is sterk in ontwikkeling en groeit naar een fase waarin professionaliteit, zakelijkheid en optimale dienstverlening door onze klanten mag worden verwacht. Daartoe hebben we binnen de eigen organisatie én in overleg met onze eigenaren gekeken naar mogelijkheden om onze producten te verbeteren, onze processen verder te stroomlijnen en onze kosten te verlagen. De ontwikkeling is gestart in 2012 en loopt door in 2013 op basis van het uitgebreide Realisatieplan. Dit Realisatieplan is gebaseerd op het evaluatierapport uit 2011 heeft uitgevoerd. Voor het verbeteren van de werking van het SCD zijn in het rapport drie belangrijke, met elkaar samenhangende, veranderopgaven benoemd. Deze veranderopgaven zijn: 1. Positie SCD en keuzes in klanten 2. Aansturing en rollen in het netwerk 3. Doorontwikkeling SCD De eerste veranderopgave, de positionering van het SCD in het netwerk en het maken van keuzes in klanten, maakt onderdeel uit van de notitie “Kaders toetreding nieuwe klanten” van de GR Drechtsteden. Binnen het SCD vinden op dit moment gesprekken plaats per afdeling over de operationele voorwaarden waaronder nieuwe klanten kunnen aansluiten. De tweede veranderopgave, de aansturing en rollen in het netwerk, is in 2012 door het Drechtstedenbestuur vastgesteld. De toets op de werking is onderdeel geworden van de reguliere bedrijfsvoering van de GR Drechtsteden. Het derde punt, de doorontwikkeling SCD, is gericht op verbetering van het functioneren van de eigen organisatie. Voor 2013 zijn hiertoe speerpunten benoemd die moeten leiden tot meetbare verbeteringen in de dienstverlening van het SCD. Deze speerpunten zijn: 1. Stroomlijnen werkprocessen 2. Verdere verbetering adviesdiensten 3. Verbeteren ICT /Transitieplan ICT 4. Het vereenvoudigen van de financieringsstructuur voor meer transparantie 5. Een proactieve organisatiecultuur 6. Verduidelijking relatie met GR-en ZHZ 7. Inkoop nieuwe stijl (INS) 8. Verkenning uitbreiding dienstverlening 9. Uitstroomorganisatie Verduidelijking relatie met GR-en ZHZ De verzakelijking van de relatie met Dienst Gezondheid&Jeugd, Veiligheidsregio, en Omgevingsdienst kan de samenwerking binnen het netwerk ten goede komen. Begin 2013 hebben we veel energie gestopt in het opstellen van offertes voor de dienstverlening voor 2014 en verder. Voor het lopende jaar moet nog met name overeenstemming bereikt worden met de Omgevingsdienst (OD) voor de dienstverlening vanaf 1 juni 2013. De uitkomsten op hoofdlijnen zijn per GR als volgt: - Veiligheidsregio: deze neemt geen diensten meer af. - Omgevingsdienst: deze neemt geen financiële diensten en Documentatie&informatievoorziening van het SCD meer af. Voor P&O-, ICT en inkoopdienstverlening ligt er een aanbieding voor een 8-jarig contract. Voor de zomer vindt hierover definitieve besluitvorming plaats.. - Dienst Gezondheid en Jeugd: er ligt een aanbieding voor een 8-jarig contract om in principe structureel de meeste diensten te blijven afnemen. Ook hierover vindt besluitvorming plaats voor de zomervakantie. Inkoop nieuwe stijl (INS) Inkoop Nieuwe Stijl draagt bij aan een belangrijke besparing in de regio. Dit jaar wordt in nauwe samenwerking met de klantorganisaties dit verder opgepakt om de ambitieuze bruto besparing op de aanbestedingsresultaten1 van € 20-30 miljoen te realiseren over een periode van 3 jaar. 1
Deze besparing is de cumulatie van besparingen van contractwaarden die volgen uit de aanbestedingen t.o.v. de geraamde waarde van de betreffende aanbestedingen. Dus een contract voor 4 jaar dat geraamd is op € 50.000 per jaar en dat na een aanbesteding opnieuw wordt gecontracteerd voor € 25.000 per jaar heeft een jaarlijkse besparing over de contractperiode van € 25.000.
30
Samenwerking tussen de klantorganisaties in de regio is daarbij essentieel om de synergievoordelen daadwerkelijk te kunnen realiseren. In de tweede Burap wordt ingegaan op de behaalde kwantitatieve resultaten, onderstaand wordt stilgestaan bij enkele resultaten zoals tot op heden bereikt. In april is het regionaal inkoopplan 2013 een feit geworden. Dit plan is gebaseerd op de inkoopscans van de gemeenten en de GRD over 2012, de informatie uit het contractregistratiesysteem (Inconto) en de individuele inkoopplannen voor 2013. Aansluitend moet de uitvoering van het regionaal inkoopplan plaatsvinden. Hiervoor wordt aansluiting gezocht bij het ontwikkelprogramma Drechtsteden, MT Fysiek. Een eerste doorkijk van de start van INS levert resultaten op het terrein van verzekeringen, openbare verlichting en Arbo-dienstverlening. In het kader van het thema Aanbestedingsbeleid is begin maart een informatieronde georganiseerd om alle klantorganisaties te informeren over de wetswijzigingen die met de ingang van de nieuwe Aanbestedingswet per 1 april 2013 van kracht zijn geworden. Daarnaast zijn voorbereidingen getroffen voor het herijken van het Aanbestedingsbeleid, waaraan in de komende maanden uitvoering wordt gegeven. Verkenning uitbreiding dienstverlening De uitbreiding van het aantal klantorganisaties en/of dienstverlening kan op termijn mogelijk leiden tot een daling van de kosten voor de eigenaren. Dit past goed binnen de financiële strategie van de Drechtsteden. Op dit moment worden de te behalen voordelen per werkveld en de daarbij te stellen voorwaarden en standaarden verkend. Dit wordt bezien in relatie tot de fijnstructuur en de verrekensystematiek, waarbij ook de mogelijke tijdelijkheid van deze voordelen zal worden meegenomen. De Drechtraad zal worden geïnformeerd worden als blijkt dat er voordelen zijn te behalen en betrokken worden bij een eventuele uitbreiding van het aantal klantorganisaties. Financiële afwijkingen en voorstellen Prognose resultaat (Bedragen x € 1.000)
Resultaat voor bestemming Mutatie reserves Resultaat na bestemming
Actuele begroting 2013 Lasten Baten Saldo 42.359 42.359 0 0 0 0 42.359 42.359 0
Prognose 2013 Lasten Baten Saldo 40.281 40.281 0 0 0 0 40.281 40.281 0
Lasten -2.078 0 -2.078
Afwijking Baten -2.078 0 -2.078
Saldo 0 0 0
Resultaatanalyse (Bedragen x € 1.000) Toelichting Omschrijving afwijking Lasten A. Frictiekosten (personele kosten) B. C.
Transitiekosten MPO (personele en materiële kosten) Verschuiving dienstverlening Subtotaal
I/S*
Voordeel
Nadeel
Saldo
I
-2.300
-2.300
I S
-1.375 -3.675
-1.375 2.078 -1.597
2.300
-2.078 -2.078
2.300 -2.078 222
4.378
-5.753
-1.375
2.078 2.078
Gemeente**
Baten A. C.
Frictiekosten (personele kosten) Verschuiving dienstverlening Subtotaal Totaal voor bestemming
B.
I S
2.300
Inzet transitiereserve I 1.375 Totaal na bestemming 5.753 -5.753 * Hier geven we aan of een afwijking incidenteel van aard is (I) of structureel (s) ** Hier geven we aan of de afwijking leidt tot een verlaging of verhoging van de gemeentelijke bijdrage.
1.375 0
31
Toelichting: A) Transitiekosten In de jaarrekening van 2012 is een voorziening gevormd om de eenmalige transitiekosten te kunnen dekken. De verwachting is dat € 2,3 miljoen van het transitiereserve wordt ingezet in 2013. Dit blijft door met name de inzet van de uitstroomorganisatie binnen de eerder genoemde transitiereserve. De werkelijke onttrekking inclusief wijziging in de begroting wordt meegenomen in de tweede bestuursrapportage. B) Frictiekosten Bij ontvlechting van de GR-en ZHZ in 2012 is een reserve gevormd waarin de frictievergoedingen zijn opgenomen. De nieuwe relatie (offertetraject) bevindt zich in de afrondende fase. De werkelijke onttrekking inclusief begrotingswijziging vindt plaats in de tweede bestuursrapportage. C) Verplaatsing dienstverlening De dienstverlening van GEO-informatie en Informatie & Automatisering Beleid (IAB) zijn binnen de GRD organisatorisch verplaatst. GEO is nu gevoegd bij de afdeling Gemeentebelastingen en IAB bij Bureau Drechtsteden. En de dienstverlening Financieel Advies en Kassiersfunctie burgerzaken zijn ondergebracht bij de klantorganisatie.
32
2.7 Gemeentebelastingen Drechtsteden Inhoudelijke afwijkingen Gemeentebelastingen Drechtsteden gaf in 2012 extra aandacht aan objecten met een groot fiscaal belang. Deze objecten maken onderdeel uit van het project “Top 500”. Dit heeft in de eerste maanden 2013 geleid tot een versneld opleggen van onroerende zaakbelastingen. Daarnaast noemen wij als extra uitgevoerde activiteiten: -
De ontwikkeling van eigen opleidingstrajecten (GBD-academie) Inloopavonden burgers Werkzaamheden Bedrijfsinvesteringzones (BIZ) Integratiewerkzaamheden Geo-informatie
Zowel het tempo van opleggen van aanslagen als de afdoening van bezwaarschriften en kwijtscheldingsverzoeken verlopen conform de prestatie-indicatoren. Financiële afwijkingen Prognose resultaat (Bedragen x € 1.000)
Resultaat voor bestemming Mutatie reserves Resultaat na bestemming
Actuele begroting 2013 Lasten Baten Saldo 4.694 4.694 0 0 0 0 4.694 4.694 0
Prognose 2013 Lasten Baten Saldo 6.105 6.105 0 0 0 0 6.105 6.105 0
Lasten 1.401 0 1.401
Afwijking Baten 1.401 0 1.401
Saldo 0 0 0
Resultaatanalyse (Bedragen x € 1.000) Toelichting Omschrijving afwijking Lasten A
A
Geo-informatie Subtotaal Baten Geo-informatie Subtotaal Totaal voor bestemming Resultaatbestemming
I/S
Voordeel
S
S
Nadeel
Saldo
-1.401 -1.401
1.401 1.401
Gemeente**
-1.401 -1.401
Ja, alle zes
1.401 1.401
Ja, alle zes
1.401
-1.401
0
0
0
0
Totaal na bestemming 1.401 -1.401 * Hier geven we aan of een afwijking incidenteel van aard is (I) of structureel (s) ** Deze wijziging heeft geen gevolgen voor de gemeentelijke bijdragen aan Geo-informatie.
0
Toelichting Gemeentebelastingen Drechtsteden verwacht op dit moment geen afwijkingen van de geactualiseerde begroting 2013. Gemeentebelastingen Drechtsteden begroot voor eigen inkomsten uit aanmaningen en dwangbevelen € 300.000. In de 2e Burap zullen wij melden of mogelijke voordelen op deze opbrengsten in 2013 aan de orde zijn. A Verschuiving GEO-informatie De integratie van de afdeling Geo-informatie van het SCD levert het volgende wijzigingsvoorstel van de begroting 2013 (volledig begrotingsjaar) van de GBD op. Op de begroting SCD waren alleen de
33
personeelskosten en inhuur ad € 953.000 verantwoord. Onderstaande opstelling is inclusief de DVO’s van de deelnemende gemeenten en de Dordtse bijdrage in de materiële kosten. (Bedragen x € 1.000)
Lasten
Baten
Personeel
886
Materiële lasten (w.o. werkplekken en apparatuur)
365
Inhuur Vorming en opleiding ICT-overige kosten
78 9 62
Bijdrage Dordrecht inclusief DVO ad. € 141.000,-
1.055
Bijdrage materiële kosten Dordrecht*
165
Subtotaal bijdrage Dordrecht Dienstverleningsovereenkomsten overige gemeenten Totaal**
(1.220) 181
1.401
1.401
*inclusief besparing 2013 € 10.000,- t.o.v. 2012. Vanaf 2014 wordt op Geo een structurele taakstelling van € 100.000,- gerealiseerd.
34
2.8 Onderzoekcentrum Drechtsteden Financiële afwijkingen Prognose resultaat (Bedragen x € 1.000)
Resultaat voor bestemming Mutatie reserves Resultaat na bestemming
Actuele begroting 2013 Lasten Baten Saldo 1.549 1.549 0 0 0 0 1.549 1.549 0
Prognose 2013 Lasten Baten Saldo 1.549 1.549 0 0 0 0 1.549 1.549 0
Lasten
Afwijking Baten 0 0 0 0 0 0
Saldo 0 0 0
Het OCD heeft momenteel een aanzienlijke opdrachtenportefeuille. De acquisitie en contacten inzake onderzoeksopdrachten voor de komende periode van 2013 is nog in volle gang. Op dit moment is de opdrachtenportefeuille zo groot dat er de noodzaak is om extra onderzoekskrachten in te huren. Dit wordt vooral veroorzaakt door extra afname van onderzoek door de interne klanten. Bijdrage basispakket In de actuele begroting 2013 is de bijdrage voor het basispakket OCD € 3.000 te laag gepresenteerd. Dit is het gevolg van afrondingsverschillen. In de bijdrage tabel zijn daardoor een aantal wijzigingen aangebracht.
35
2.9 Algemene dekkingsmiddelen Financiële afwijkingen Prognose resultaat (Bedragen x € 1.000)
Resultaat voor bestemming Mutatie reserves Resultaat na bestemming
Actuele begroting 2013 Lasten Baten Saldo 0 100 100 0 0 0 0 100 100
Prognose 2013 Lasten Baten Saldo 0 100 0 0 0 0 0 100 0
Lasten
Afwijking Baten 0 0 0 0 0 0
Saldo 0 0 0
De algemene dekkingsmiddelen bestaan uit het renteresultaat wat wordt gevormd door het rentebestanddeel van de kapitaallasten end e rentebaten en –lasten bij het uitzetten en aantrekken van liquide middelen. De rekenrente voor de kapitaallasten bedraagt 4%. In 2011 is er door de GRD een vijfjarige lening ter hoogte van € 35 miljoen opgenomen om zo de overschrijding van de kasgeldlimiet op te heffen. In de eerste maanden van 2013 zijn er geen kasgeldleningen aangetrokken.
36
Financiële bijlage
Totaal
Zwijndrecht
Sliedrecht
Papendrecht
Hendrik-IdoAm bacht
Dordrecht
(Bedragen x € 1.000)
Alblasserdam
Bijdragen per gemeente per programma
Bureau Drechtsteden Algemene inwonerbijdrage
99
606
143
163
123
227
6
36
8
9
7
13
79
40
373
55
72
56
109
705
Voorrangscommissie
5
31
7
8
6
11
68
Klachtencommissie
4
23
5
6
5
9
52
Regionaal Platform Verkeersveiligheid Waterbus
Bijdrage wonen
1361
28
172
38
46
35
64
383
Natuur en Milieu Educatie
5
28
6
8
0
10
57
Wet Educatie en Beroepsonderwijs
4
23
5
6
5
9
52
WMO regiegroep
2
11
3
3
2
4
25
Walstroom
6
34
8
9
7
13
77
Energieprogramma
0
60
14
16
12
22
124
Fietsknooppuntensysteem
1
4
1
1
1
2
10
181
1.111
262
299
227
415
2.495
Bestuur en staf Algemene inwonerbijdrage Sociale Dienst Drechtsteden Participatie WSW Kinderopvang Inkomensondersteuning Minimabeleid WMO - Huishoudelijke hulp WMO - Hulpmiddelen Schuldbemiddeling en Budgetadvies Apparaatskosten Uitvoeringskosten WMO
433
9.619
383
874
610
1.926
13.845
1.743
21.595
1.066
2.494
2.783
4.700
34.381
3
126
3
5
7
26
170
3.193
48.330
2.496
5.301
4.323
11.558
75.201
224
3.585
149
346
281
725
5.310
1.439
9.355
1434
1.760
1.724
3.298
19.010
633
3.716
773
908
951
1.663
8.644
2
50
2
4
4
8
70
1.075
17.215
715
1.662
1.351
3.483
25.501
84
522
77
118
113
211
1.125
1.283
8.893
1.258
2.379
1.511
2.763
18.087
179
483
Servicecentrum Drechtsteden Basispakket Pluspakket
304
Additioneel pakket
872
ICT Gemeentebelastingen Drechtsteden
872
493
2.801
494
722
411
796
5.717
0
2.399
462
433
431
669
4.394
58
356
84
96
73
133
800
Onderzoekcentrum Drechtsteden Basispakket
11.044 132.250 9.951 17.748 15.059 33.046 219.098 Totaal In deze tabel zijn de bijdragen vanuit gemeenten die voortkomen uit DVO’s van het SCD, bijdrage van de aandeelhouders aan het IBD en opdrachten die vallen in het pluspakket van het OCD niet opgenomen.
37
e
Vergelijking bijdragen per gemeente tussen de primaire (P) en geactualiseerde (A) begroting en de 1 bestuursrapportage (B1)
Alb lasserd am (P)
Alb lasserd am (A)
Alb lasserd am (B1)
Dord rech t (P)
Dord rech t (A)
Dord rech t (B1)
H.I. Am bac ht (P)
H.I. Am bac ht (A)
H.I. Am bac ht (B1)
Papen drecht (P)
Papen drecht (A)
Papen drecht (B1)
Slied rech t (P)
Slied rech t (A)
Slied rech t (B1)
Zw ijn drech t (P)
Zw ijn drech t (A)
Zw ijn drech t (B1)
To taal b ijd rage n (P)
To taal b ijd rage n (A)
To taal b ijd rage n (B1 )
(Bedragen x € 1.000)
97
99
99
597
606
606
141
143
143
160
163
163
122
123
123
223
227
227
1.340
1.361
1.361
6
6
6
36
36
36
8
8
8
9
9
9
7
7
7
13
13
13
79
79
79
39
39
40
364
364
373
54
54
55
71
71
72
55
55
56
107
107
109
690
690
705
Voorrangscommissie
5
5
5
31
31
31
7
7
7
8
8
8
6
6
6
11
11
11
68
68
68
Klachtencommissie
4
4
4
23
23
23
5
5
5
6
6
6
5
5
5
9
9
9
52
52
52 383
Bureau Drechtsteden Algemene inwonerbijdrage Regionaal Platform Verkeersveiligheid Waterbus
Bijdrage wonen
28
28
28
172
172
172
38
38
38
46
46
46
35
35
35
64
64
64
383
383
Natuur en Milieu Educatie
5
5
5
28
28
28
6
6
6
8
8
8
0
0
0
10
10
10
57
57
57
Wet Educatie en Beroepsonderwijs
4
4
4
23
23
23
5
5
5
6
6
6
5
5
5
9
9
9
52
52
52
WMO regiegroep
0
2
2
0
11
11
0
3
3
0
3
3
0
2
2
0
4
4
0
25
25
Walstroom
6
6
6
34
34
34
8
8
8
9
9
9
7
7
7
13
13
13
77
77
77
Energieprogramma
0
0
0
60
60
60
14
14
14
16
16
16
12
12
12
22
22
22
124
124
124
0
0
1
0
0
4
0
0
1
0
0
1
0
0
1
0
0
2
0
0
10
145
163
181
889
1000
1111
210
236
262
239
269
299
181
204
227
333
374
415
1.997
2.246
2.495
Bestuur en staf Sociale Dienst Drechtsteden Participatie WsW Kinderopvang Inkomensondersteuning Minimabeleid WMO - Huishoudelijke hulp WMO - Hulpmiddelen en vervoer Schuldbemiddeling en Budgetadvies Apparaatskosten WMO - uitvoeringskosten Servicecentrum Drechtsteden Basispakket
498
410
433
10.575
10.020
9.619
435
335
383
980
865
874
670
553
610
2.104
1.887
1.926
15.262
14.070
13.845
1642
1.642
1.743
21.536
21.536
21.595
1.087
1.087
1.066
2.599
2.599
2.494
2.693
2.693
2.783
4.359
4.359
4.700
33.916
33.916
34.381
6
3
3
386
126
126
7
3
3
14
5
5
21
7
7
82
26
26
516
170
170
2.928
3.219
3.193
43.434
47.806
48.330
2.303
2.537
2.496
4.662
5.132
5.301
3.935
4.330
4.323
9.395
10.347
11.558
66.657
73.371
75.201
214
224
224
3.386
3.585
3.585
128
149
149
312
346
346
255
281
281
656
725
725
4.951
5.310
5.310
1.609
1.621
1.439
10.479
10.850
9.355
1.525
1.598
1434
1.956
1.939
1.760
1.858
1.837
1.724
3.707
3.794
3.298
21.134
21.639
19.010
750
720
633
5.341
3.976
3.716
801
820
773
1.050
1.001
908
932
977
951
1.986
1.627
1.663
10.860
9.121
8.644
1
2
2
25
50
50
1
2
2
2
4
4
2
4
4
4
8
8
35
70
70
1.083
1.075
1.075
17.123
17.215
17.215
650
715
715
1.577
1.662
1.662
1.287
1.351
1.351
3.319
3.483
3.483
25.039
25.501
25.501
58
84
84
362
522
522
52
77
77
79
118
118
81
113
113
143
211
211
775
1.125
1.125
1.238
1.301
1.283
8.579
9.015
8.893
1.213
1.275
1.258
2.295
2.412
2.379
1.457
1.532
1.511
2.667
2.801
2.763
17.449
18.336
18.087
Pluspakket
0
0
0
1.299
304
1.321
0
0
0
0
0
0
0
0
0
176
179
179
1.475
483
1.500
Additioneel pakket
0
0
0
1.409
1.433
872
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
1.409
1.433
872
386
493
493
2.436
2.801
2.801
471
494
494
691
722
722
382
411
411
1050
796
796
5.416
5.717
5.717
0
0
0
2.399
2.399
2.399
462
462
462
433
433
433
431
431
431
669
669
669
4.394
4.394
4.394
58
58
58
355
355
356
84
84
84
95
95
96
72
72
73
133
133
133
797
797
800
10.810
11.213
11.044
131.381
134.381
133.267
9.715
10.165
9.951
17.323
17.947
17.748
14.511
15.053
15.059
31.264
31.908
33.046
215.004
220.667
220.115
ICT Gemeentebelastingen Drechtsteden Onderzoekcentrum Drechtsteden Totaal
Financiële bijlage Reserves Reserves (Bedragen x 1.000) Stand 1-1-2013
Toevoeging
Bestemming 2012
Onttrekking
Prognose Stand 31-12-2013
Algemene reserve GRD
84
0
0
84
84
Totaal algemene reserve
84
0
0
84
84
Exploitatie reserve SDD
250
0
0
0
250
Bestemmingsreserve Wet Inburgering
800
0
0
-800
0
Inkomensondersteuning Programmareserve minimabeleid Innovatiereserve SDD Bestemmingsreserve Wmo Bestemmingsreserve BWS subsidiebel. Exploitatiereserve BDS
0
0
-4.500*
4.500
0
19
0
0
281
300
214
0
-214
0
0
1.098
0
0
-1.098
0
802
0
-570
0
232
117
0
0
-8
109
Investeringsfonds Manden Maken
3.363
0
-6.388*
3.025
0
Reserve Noordoevers
1.271
0
0
0
1.271
Exploitatie reserve IBD
0
0
0
69
69
Exploitatiereserve SCD
3
0
0
94
94
2.639
0
-1.375*
0
1.264
0
0
-3.300*
3.300
0
164
0
0
0
164
100
0
0
0
100
10.840
0
-16.347
9.363
3.853
Frictiereserve SCD Reserve ICT Inhaalafschrijving Bestemmingsreserve GBD Bestemmingsreserve OCD Totaal bestemmingsreserves
* betreft geprognosticeerde onttrekking. Bij de 2e burap zal daadwerkelijk een begrotingswijziging worden voorgesteld
Reserve Inkomensondersteuning Bij de jaarrekening 2012 zal, indien conform besloten wordt, de reserve Inkomensondersteuning tot € 4,5 miljoen worden gevuld. Deze reserve zal in 2013 geheel benodigd zijn om de financiële tegenvallers deels te kunnen compenseren. Reserve Minimabeleid Bij de jaarrekening 2012 zal, indien conform besloten wordt, de reserve Minimabeleid tot € 0,3 miljoen worden gevuld. Deze reserve zal in 2013, met de kennis welke we nu hebben, niet benodigd zijn om financiële tegenvallers te kunnen compenseren. Reserve Inburgering Bij de jaarrekening 2012 is voorgesteld om deze reserve ten gunste van de gemeenten vrij te laten vallen. Innovatiereserve SDD Het in 2012 gestarte project Partner in Zelfstandigheid WMO wordt in 2013 voortgezet. Voor deze doorontwikkeling van de WMO wordt € 314.000 onttrokken uit de innovatiereserve. Reserve Wmo Bij de jaarrekening 2012 is voorgesteld om deze reserve ten gunste van de gemeenten vrij te laten vallen.
39
Frictiereserve MPO Bij de ontvlechting van de GR-en ZHZ in 2012 is een reserve gevormd waarin de frictievergoedingen zijn opgenomen. De nieuwe relatie (offertetraject) bevindt zich in een afrondende fase. De werkelijke onttrekking inclusief begrotingswijzigingen vindt plaats in de tweede bestuursrapportage. Inhaalafschrijving ICT Conform ICT transitieplan wordt (een deel van) de ICT inhaalafschrijving gedekt door de inzet van dit reserve. Voorzieningen (Bedragen x 1.000) Stand 01/01/2013 Voorziening FUWA Voorziening giften cliënten BSHV Voorziening frictiekosten SDD
31 2 1.413
Toevoeging
Onttrekking
Vrijval
0 0 0
0 0 1.081
-31 0 0
Stand 31/12/2013 0 2 332
Voorziening frictiekosten SCD 3.549 0 2.300 0 1.249 Totaal 4.995 0 3.350 0 1.583 * betreft geprognosticeerde onttrekking. Bij de 2e burap zal daadwerkelijk een begrotingswijziging worden voorgesteld
Voorziening frictiekosten SDD en SCD Voor de frictiekosten bovenformatieven wordt in 2013 totaal € 1.081.000 voor het SDD en € 2.300 aangewend ten laste van de voorziening. Investeringen
Omschrijving
Drechtraad d.d.
Oorspronkelijk krediet
Beschikbaar krediet 2013
Verwachte Uitgaven 2013
VIP-Programma
Dec-2010
1.323
734
734
IP&A DP 1B
Jun-2008 Dec-2009 Dec-2010
25.700
618
PM
Investeringen ATB
Apr - 2012
575
490
490
Reguliere vervanging GRID
Apr - 2012
155
155
155
Reguliere vervanging GRID
Jan-2013
1.200
1.200
1.200
IPA restpunten
Dec- 2012
600
289
289
Aanschaf SW licenties
Dec- 2012
550
77
50
Inkoopsysteem
Dec- 2012
90
90
90
Voortgang t.o.v. planning Diverse deelprojecten bevinden zich in afrondende fase. Planning voor vervolg wordt gemaakt Op het moment dat het Transitieplan I&A en de bijbehorende kredietaanvraag wordt goedgekeurd, komt dit krediet te vervallen Voorbereiding en daadwerkelijke upgrades van systeemplatformen: Windows, Internet, Oracle zijn lopend. Diverse materiële investeringen zijn in beperkte mate uitgevoerd. Loopt synchroon met ICT transitieplan. Project m.b.t. wegwerken van alle IPA restpunten is in volle gang, oorspronkelijke oplevering (juni 2013) zal niet gehaald worden. Naar verwachting zal een en ander wel in 2013 binnen budget worden afgerond. Merendeel van alle achterstallige softwarelicenties is aangeschaft, klein restant volgt nog. Project t.b.v nieuw inkoopsysteem start in 2013
40
Bijlage Besluiten Besluiten genomen door Drechtraad Datum
Onderwerp
15-01-2013
Actualisering begroting GrD 2013
05-02-2013
Project Het Plaatje toevoegen aan de groslijst Drechtsteden en de orderportefeuille ROM-D
05-03-2013
Organisatie uitvoering participatiewet Drechtsteden: visie
05-03-2013
Toekomst Netwerkbestuur
De Drechtraad besluit: Vast te stellen: 1. de actualisering begroting 2013 versie d.d. 13 november 2012; 2. de begrotingswijzigingen voor de actualisering begroting 2013; 3. de gemeentelijke bijdragen voor 2013. Het Project Het Plaatje te Sliedrecht: 1. toevoegen aan de groslijst GR- Drechtsteden. 2. toevoegen aan de orderportefeuille ROM-D en bij deze ontwikkelingsmaatschappij in uitvoering geven. Afhankelijk van de uitkomst van de discussie over de positionering van de ROM-D kan dit besluit op een later moment heroverwogen worden. 1. Instemmen met de integrale visie tot vormgeving van de organisatie van de keten werk en inkomen in de Drechtsteden zoals beschreven in het visiedocument in de bijlage. 2. Instemmen met de geschetste procedure om te komen tot een nieuwe organisatie van de keten werk en inkomen. Eerstvolgende stap is dat het Drechtstedenbestuur medio april een uitvoeringsplan zal presenteren aan de carrousel. Het Drechtstedenbestuur opdracht te geven de volgende opties uit de Verkenning Toekomst Netwerkbestuur nader uit te werken en voor te bereiden voor besluitvorming voor een eventuele implementatie: 1. politiek/maatschappelijk regionaal meerjarenprogramma; 2. adviserende besluitvoorbereidende raadscommissies met het doel deze uitwerking te toetsen op meerwaarde en wenselijkheid in vergelijking met de huidige praktijk van Carrousels; 3. krachtig, compact Drechtstedenbestuur dat structureel samenwerkt met bedrijfsleven en kennisinstellingen. 4. regionaal portefeuillehouder, en in deze uitwerking ook de optie opdrachtportefeuillehouder mee te nemen. Voorts het Drechtstedenbestuur opdracht te geven een optie van beperking van de omvang van de Drechtraad uit te werken, en in deze uitwerking ook de effecten van splitsing van een fractie op het stemgewicht en overdracht van stemgewicht bij afwezigheid mee te nemen. Vast te stellen dat deze opdrachtverlening niet bindend is voor het verdere besluitvormingstraject, en dat pas op basis van de uitwerking van de vorengenoemde opties besluitvorming over de wenselijkheid en eventuele implementatie van de opties zal plaatsvinden. Het Drechtstedenbestuur te verzoeken bij de definitieve besluitvorming de uitgewerkte opties, voor zover het lokale bevoegdheden betreft, voor te laten leggen aan de lokale gemeenteraden. Kennis te nemen van de voorbereidingen van het Drechtstedenbestuur voor een structurele samenwerking van het Drechtstedenbestuur met bedrijfsleven en kennisinstellingen in een Strategisch Beraad.
41
Besluiten genomen door Drechtstedenbestuur Datum
Onderwerp
07-022013
Aanvulling besluit mbt financiële bijdrage Sliedrecht, het Plaatje
07-022013
Stand van Zaken Uitvoering Programma Hoogwaardig Openbaar Vervoer Drechtsteden
06-032013
ROM-D Splitsing
06-032013
Transitieplan I&A Drechtsteden
Het Drechtstedenbestuur besluit: Het op 10 oktober 2012 genomen besluit Financiële bijdrage Sliedrecht, het Plaatje, lid 4 met betrekking tot de garantiestelling voor een bedrag van € 400.000 voor de ontwikkeling van het Plaatje wordt aangevuld met de tekst: “De dekking voor dit gegarandeerd bedrag komt uit een onttrekking aan HOV-D middelen ter grootte van € 400.000”. 1. Er wordt kennisgenomen van de resultaten van de projectrealisatie fase 2 HOVD, zoals weergegeven in bijlage 1 met inachtneming van de volgende bijzonderheden: • Papendrecht: beschikbaar houden van de regionale bijdrage voor de reconstructie van het busstation à €60.000 (BDU 2011); • Hendrik-Ido-Ambacht: uitvoeren van de upgrading van de bushaltes bij het Winkelcentrum Volgerlanden voor een budget van € 100.000. Dit budget wordt beschikbaar gesteld vanuit de afrekening fase 1; • Zwijndrecht: vanuit de Drechtsteden mee te werken aan een aangepast plan met een lagere HOV-Dambitie met alleen een busbaan richting NS-Station. Vanuit het HOV-D-programma regie houden op dit project; • De afzonderlijke gemeenten een onderhoudsovereenkomst te laten sluiten voor het DRIS-systeem tot en met 2020; • Het programma HOV-D beter af te stemmen met Arriva in het DAV-concessie overleg. 2. Het resultaat van de projectrealisatie HOVD fase 2, wordt besproken met de provincie, ter financiële afwikkeling van de bestuursovereenkomst van 14 november 2008. 1. Het bestuur gaat akkoord met het voorstel over de splitsing van ROM-D CV. 2. Het bestuur gaat akkoord met het vragen aan de colleges van de Drechtstedengemeenten van een volmacht voor de AvA ROM-D van 17 april 2013. Met inachtneming van het advies van het PFO Middelen worden de volgende besluiten genomen: 1. Het bestuur stemt in met het Transitieplan I&A Drechtsteden als overkoepelend koersdocument. 2. Het bestuur stemt in met de fasering van de opgave ‘via een toekomstbestendig fundament (niveau 1) naar toekomstbestendige dienstverlening’(niveau 2), waarbij snel te verzilveren efficiënties binnen niveau 1 worden meegenomen. 3. Het bestuur stemt in met de negen basisprincipes voor de I&A-functie van de Drechtsteden (‘het nieuwe normaal’). 4. Het bestuur stemt in met de overgang naar een afschrijvingstermijn van drie jaar. 5. Het bestuur stemt in met het hanteren van een rekenrente van 4% en het ten laste of gunste brengen van eventuele rente-effecten op de ICT-begroting. 6. Het bestuur stemt in met de in de bestuursopdracht vervatte lokale taakstellingen tot reductie van accounts,
42
7.
8. 9.
10. 11. 12.
13. 14. 15. 1. 2. 3. 06-032013
Verrekensystematiek SCD en herverdeeleffecten 4. 5.
1. 2.
04-042013
Rapportage Wonen 2013 3. 4.
werkplekken en lokale applicaties en regionale doelstelling om te komen tot bovenlokale applicatieconsolidatie. Het bestuur stemt in met de kredietaanvraag voor investeringen binnen de I&A-functie zoals opgenomen in het Transitieplan I&A-Drechtsteden, voor zowel niveau 1 als niveau 2 in combinatie met gefaseerde vrijgave van de gevraagde middelen. Het bestuur stemt in met de vorming van een revolving fund ter financiering van extra externe kosten voor businesscases bij projecten op niveau 2. Het bestuur maakt een keuze voor het wel of niet van toepassing verklaren van de nieuwe verrekensystematiek SCD op de verdeling van de kosten van dit plan. Het bestuur stemt in met de voorstellen tot dekking. Het bestuur stemt in met het meenemen van de effecten van het Transitieplan PG&J en RAV in het offertetraject vanaf 2014. Het bestuur stemt in met het feit dat de bijdrage OZHZ bij aanvaarding van de offerte voor de komende vier jaar vast staat, waarna pas de effecten van het Transitieplan kunnen worden doorberekend. Het bestuur stemt in met de principes rondom het toezicht op uitvoering van het Transitieplan. Het bestuur stemt in met de voorgestelde communicatiestrategie. Het voorstel wordt, via de raadscarrousel, ter besluitvorming doorgeleid naar de Drechtraad. Het bestuur neemt kennis van het geactualiseerde document “Op weg naar een zakelijke dienstverlener met een duidelijke relatie tussen prijs en prestatie”. Het bestuur stelt de herverdeeleffecten per klantorganisatie na toepassing van de nieuwe verrekensystematiek SCD vast. Het bestuur stelt de ingangsdatum van de nieuwe verrekensystematiek per 1 januari 2013 vast en deze wordt van toepassing verklaard op de begroting 2013 van de GRD. Besloten wordt om de kostenverdeling vanaf 1 januari 2013 voor de komende drie jaar te bevriezen. Over de structurele nadelen van gemeenten van de invoering van de nieuwe verrekensystematiek zal nader worden gesproken en zal een oplossing worden gezocht. In het DSB van 4 april a.s. zal een onderbouwd en bestuurlijk afgestemd voorstel ter besluitvorming worden voorgelegd. Het bestuur stemt in met de rapportage wonen in de Drechtsteden 2013. Het bestuur stemt in met de conclusie, dat op grond van het ABF-rapport de hoofdlijnen en de doelstellingen van de Woonvisie 2010-2020 van kracht blijven: inzet op kwaliteitsverbetering van vestigingsklimaat, woningvoorraad en woonomgeving. Het bestuur stemt in met de uitwerking van een woonstrategie in 2013, in lijn met de ambities van de Woonvisie 2010-2020. Er wordt blijvend gewerkt aan beperking van het nieuwbouwaanbod met een betere fasering en dosering. Voor nieuwe initiatieven blijft gelden ‘nee,
43
04-042013
04-042013
Voortzetting ID-subsidie oudere werknemers
Regionaal bondgenootschap en aanvalsplan laaggeletterdheid 20132016
tenzij het iets unieks toevoegt’. Bij alle aanpassingen blijft de doelstelling van kwaliteitsverbetering van toepassing. 5. De gemeenten Dordrecht en Sliedrecht worden verzocht te bezien hoe in de sfeer van appartementen in de marktsector nadere prioriteiten gesteld kunnen worden, dan wel de afzetmogelijkheden kunnen worden verbeterd. 6. Er wordt gezamenlijk gewerkt aan het benutten van kansen, met name in de vrije sector huur en met meer aanbod in een vorm van particulier opdrachtgeverschap. 7. Het bestuur stemt in met het aanhouden als prijsgrenzen in 2013 de bedragen zoals genoemd in bijlage A: • sociale huursector: max. huur tot € 681,02; • sociale koopwoning: maximum koopprijs € 190.200,- ; • maximum grondkosten sociale sector € 17.134,incl. BTW; • primaire doelgroep tot € 34.229,-, secundaire doelgroep tot € 43.000,-. Het bestuur stemt in met de voortzetting van de subsidiëring van ID-banen voor alle nog lopende trajecten tot pensionering van betrokkenen in 2014 en 2015. 1. Het bestuur stemt in met het opzetten van een regionaal bondgenootschap en het opstellen van een aanvalsplan laaggeletterdheid 2013-2016. 2. Het bestuur stelt de Raadsinformatiebrief laaggeletterdheid vast en biedt deze aan aan de Drechtraad. 3. Het bestuur stemt in met de brief aan de lokale colleges en deze wordt aangeboden aan de colleges in de Drechtsteden. Middels deze brief vraagt het Drechtstedenbestuur de colleges van de Drechtstedengemeenten om zich, door ondertekening van de intentieverklaring, aan te sluiten bij het bondgenootschap aanpak laaggeletterdheid, waardoor er binnen elke gemeente duurzaam gewerkt wordt aan: • (h)erkenning en doorverwijzing van laaggeletterden (personeel en burgers); • aanpassing van de toegankelijkheid van gemeentelijke informatie, zowel intern als extern (website, brieven, folders etc.); • investering in scholing van de werknemers.
44
Moties en amendementen Datum
Omschrijving
Motie of amendement
10-01-2012
Taakstelling 2012 en verder
Motie
10-01-2012
Taakstelling (extra kosten bestuur en concernstaf)
Amendement
06-03-2012
Raad van commissarissen ROM-D
Motie
12-06-2012
Nieuwe dienstverleningsrelatie SCD – Gr’en
Amendement
03-07-2012
Aan de slag met taal
Motie
03-07-2012
Onderzoek versterking toerisme
Motie
03-07-2012
De zomermotie
Motie
15-01-2013
Asbestonderzoek
Motie
05-02-2013
Onderzoek OZHZ
Motie
Stand van zaken Loopt via beantwoording van de zomermotie 2012, zie de Raadsinformatiebrief d.d. 14 november 2012 (nr. 378 op de lijst van ingekomen stukken). Zie zomermotie 2012 voor stand van zaken. Loopt via beantwoording van de zomermotie 2012. Zie zomermotie 2012 voor stand van zaken. Per 1 januari 2013 zijn door de benoemingen van de heren M. van Twist en A. Boer van de drie vacatures er twee extern ingevuld. Doordat een kandidaat zich heeft teruggetrokken, is het niet mogelijk geweest in de derde vacature te voorzien. De werving om deze vacature in te vullen is inmiddels gestart. Op het moment van schrijven lopen de gesprekken met de GR'en over de offertes die het SCD heeft uitgebracht en weten we nog niet wat de uitkomst is. Na afronding van dit traject zullen we de uitkomsten en de gevolgen voor het frictierisico van de GRD terugrapporteren aan de Drechtraad. Er is ingestemd met voorstel Regionaal bondgenootschap en aanvalsplan laaggeletterdheid 2013-2016 in PFO Sociaal 2 april 2013, DSB 4 april en RIB Drechtraad 15 mei. Coördinatie 2013 voor € 10.000 gefinancierd uit resterende 'WEB middelen'. Eind 2013 worden DSB en DR geïnformeerd over de resultaten. Tevens wordt een voorstel gedaan voor de jaren 2014-2016 inclusief financiering. De portefeuillehouder meldt dat het bestuur overleg gevoerd heeft met bestuur Alblasserwaard/Vijheerenlanden over de toeristisch recreatieve mogelijkheden. Er komt een vervolg. Inzet van middelen en menskracht voor deze plannen wordt meegenomen in de integrale afweging van het werkprogramma 2013. In mei 2013 heeft de Drechtraad een raadsinformatiebrief ontvangen als reactie op deze motie. Op 14 november 2012 is er een raadsinformatiebrief (nr. 378 van de lijst van ingekomen stukken) verzonden als reactie op de zomermotie. Voorstellen tot bezuinigingen die zijn voorgesteld in deze raadsinformatiebrief zijn dezelfde bezuinigingsvoorstellen die voortvloeien als reactie op de kortingen van het gemeentefonds. In mei 2013 is aan het DSB voorgesteld om de portefeuillehouder de opdracht te geven tot nadere uitwerking van deze voorstellen. Financiële vertaling zal plaatsvinden bij de actualisering van de begroting 2014. Zienswijze Drechtsteden is op 18 januari bij OZHZ ingediend (zie 13/017 op de lijst van ingekomen stukken) De portefeuillehouder heeft door de gemeentelijk portefeuillehouders te mobiliseren bereikt, dat het DB OZHZ via een gezamenlijke actie in het AB OZHZ heeft gesproken over onderzoek naar het functioneren van de OZHZ. Op dit moment loopt er een
45
Datum
Omschrijving
Motie of amendement
Stand van zaken landelijk onderzoek vanuit het ministerie naar het functioneren van de Regionale Uitvoeringsdiensten (RUD's), welke uitkomsten het DB wil afwachten alvorens te beoordelen of nader onderzoek nodig is. Onderzoeksresultaten kunnen ter beschikking worden gesteld aan de lokale raden en aan de Drechtraad. Op individuele dossiers in casu Nedstaal vindt overigens evaluatie plaats.
46
BESLUIT DRECHTRAAD d.d. 2 JULI 2013 Portefeuillehouder R.T.A. Korteland
Steller A. Tolsma
Onderwerp
1e Bestuursrapportage GRD 2013 DE DRECHTRAAD Gezien het voorstel van het Drechtstedenbestuur van 13 juni 2013;
BESLUIT: Vaststellen: 1. 1e bestuursrapportage 2013; 2. voorgestelde begrotingswijzigingen; 3. voorgestelde gemeentelijke bijdragen. Aldus besloten in de openbare vergadering van 2 juli 2013. de coördinerend griffier,
de voorzitter,
A. Overbeek
drs. A.A.M. Brok
Bijlage 7
VOORSTEL DRECHTRAAD 2 JULI 2013 Portefeuillehouder R.T.A. Korteland
Datum 16-04-2013
Steller A. Tolsma
E-mail [email protected]
Telefoonnummer 078-7702521
Onderwerp
Concept-Primaire begroting GRD 2014 Voorstel Vaststellen van: 1. de concept begroting 2014 en de meerjarenraming 2015 tot en met 2017; 2. de gemeentelijke bijdragen voor 2014. Bevoegdheid Drechtraad (art. 7 GRD) Samenvatting Deze primaire begroting 2014 is een staand beleid begroting met een pro-forma karakter. Eind 2013 wordt begroting 2014 geactualiseerd en beleidsrijk gemaakt. Toelichting op het voorstel Zoals gebruikelijk is de primaire begroting gebaseerd op het staand beleid, in de begroting zijn geen voorstellen voor nieuwe beleid opgenomen. Daarmee komt, net als vorig jaar, de nadruk te liggen op de actualisering van de begroting, die aan de Drechtraad ter vaststelling zal worden aangeboden in januari 2014. Indexering staand beleid Voorgesteld wordt de indexering van budgetten en gemeentelijke bijdragen nu achterwege te laten, en de voorstellen daartoe op te nemen bij de actualisering van de begroting. Taakstellingen De vastgestelde, oplopende, bezuinigingstaakstelling wordt gerealiseerd zoals besloten, en leidt tot een overeenkomstige daling van de gemeentelijk bijdragen. Die daling loopt op tot 10% in 2015. Voor 2014 bedraagt de taakstelling € 5,5 miljoen. In deze begroting is geen rekening gehouden met een eventuele nieuwe taakstelling als gevolg van de daling van het gemeentefonds. Daarnaast is een taakstelling als gevolg van de zomermotie niet in de cijfers verwerkt. Het financieel beeld per GRD-dochter is als volgt: Bureau Drechtsteden - De provincie Zuid Holland heeft eind 2012 aangegeven de subsidieverstrekking voor preventief jeugdbeleid per 1 juli 2013 stop te zetten. Dit betekent dat het budget voor RAS jeugd voor 2014 vervalt. - De gemeenten (behalve Alblasserdam) hebben in 2009 op basis van de ‘Verkenning klimaatbeleid in de Drechtsteden’ een SLOK-uitkering uit het Gemeentefonds aangevraagd en toegekend gekregen voor het uitvoeren van het Energieprogramma. Vanaf 2014 ontvangen gemeenten deze uitkering niet meer en vervalt deze bijdrage van de gemeenten aan de Drechtsteden.
pagina 2 van agendapunt Primaire begroting GRD 2014
Bestuur en Staf - In de actualisatie van de begroting 2013 is een éénmalig ontwikkelbudget opgenomen voor doorontwikkeling, vernieuwing, verdere professionalisering, proces- en kwaliteitsverbetering, efficiencyverbetering etc van de GR Drechtsteden. In de primaire begroting 2014 is dit budget vervallen. Sociale Dienst Drechtsteden - Door de grote onzekerheden over de komende vernieuwing in de sociale zekerheid, en verder Rijksbeleid heeft de begroting een sterk pro forma karakter. Ingenieursbureau Drechtsteden - Toenemende bezuinigingstaakstelling wordt als winstdoelstelling gerealiseerd door verhoging van de productiviteit. Servicecentrum Drechtsteden - Effecten van de nieuwe klantrelatie met GR'en en de nieuwe verrekensystematiek zijn nog niet in de begroting verwerkt. Gemeentebelastingen Drechtsteden - Geen financiële wijzigingen ten opzichte van de geactualiseerde begroting 2013. Onderzoekcentrum Drechtsteden - Geen financiële wijzigingen ten opzichte van geactualiseerde begroting 2013. Consequenties Financiële consequenties De actualisering van begroting 2013 leidt tot wijzigingen van de begroting en de gemeentelijke bijdragen. Personele en organisatorische consequenties Geen. Juridische consequenties Geen. Consequenties voor andere beleidsvelden en organisaties Geen. Advies en draagvlak Niet van toepassing. Verdere procedure, communicatie en uitvoering RCO 17 april 2013 PFO Middelen 25 april 2013 Drechtstedenbestuur 16 mei 2013 Drechtraad 2 juli 2013 ter vaststelling De gemeenten ontvangen de begroting zes weken voor vaststelling door de Drechtraad, zodat zij hun zienswijzen kunnen geven. Na vaststelling door de Drechtraad wordt de begroting naar de toezichthouder, provincie Zuid-Holland, gestuurd. Onderliggende stukken Concept primaire begroting 2014 d.d. 17 april 2013. Concept-besluit Drechtraad.
Concept Begroting 2014 GR Drechtsteden
Versie dd 17 april 2013
Begroting 2014 GR Drechtsteden
2
INHOUDSOPGAVE
1 1.1 1.2
Inleiding Budgettaire kaders en uitgangspunten Financiële uitkomsten
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5 2.6 2.7
Programma's Bureau Drechtsteden Bestuur en staf Sociale Dienst Drechtsteden Ingenieursbureau Drechtsteden Servicecentrum Drechtsteden Gemeentebelastingen Drechtsteden Onderzoekcentrum Drechtsteden
9 12 14 16 19 23 27
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5
Verplichte paragrafen Weerstandsvermogen Bedrijfsvoering Financiering Onderhoud kapitaalgoederen Verbonden partijen
30 32 34 35 36
4 4.1 4.2 4.3 4.4
Financiële begroting Recapitulatie programmabegroting Algemene dekkingsmiddelen Resultaatbestemming Verdeelsleutels
37 38 38 39
5
Vaststelling
41
Bijlagen Bijdrage per gemeente
Begroting 2014 GR Drechtsteden
5 7
42
3
Begroting 2014 GR Drechtsteden
4
1.
Inleiding
Deze primaire begroting 2014 is een staand beleid begroting. In de begroting zijn geen voorstellen voor nieuw beleid opgenomen, het is feitelijk een financiële doorvertaling van de geactualiseerde begroting 2013 die in januari 2013 door de Drechtraad is vastgesteld. Deze begroting voor 2014 heeft ook een sterk pro-forma karakter. Gezien de grote onzekerheid bij een aantal beleidsterreinen en onderwerpen is gekozen voor een summiere opzet. Hierbij wordt wel voldaan aan de eisen van de toezichthouder, provincie Zuid-Holland. De volledig begroting, inclusief inhoudelijke uitwerking van nieuw en gewijzigd beleid, wordt later dit jaar opgesteld en aan de Drechtraad aangeboden voor vaststelling in januari 2014. Op dat moment is ook meer inzicht in het (nieuwe) Rijksbeleid en de financiële en beleidsmatige consequenties die daaruit voortvloeien voor het Drechtsteden-netwerk, en kunnen afspraken worden gemaakt over de doorwerking naar de GR Drechtsteden. 1.1
Budgettaire kaders en uitgangspunten
De gehanteerde kaders en uitgangspunten zijn conform de beleidslijnen van vorige begrotingen. Er is geen afzonderlijk (financiële) kadernota vastgesteld. De begroting is opgebouwd uit begrotingsprogramma’s, waarbij elk onderdeel van de GRD zijn eigen programma kent. De financiële positie van elke GRD-dochter is daarmee herkenbaar. In de begroting zijn alle bedragen in duizenden euro’s tenzij anders aangegeven. Daar waar “Begroting 2013” staat vermeld betreft het de geactualiseerde begroting 2013 zoals vastgesteld in de Drechtraad van 8 januari 2013. Indeling van de begroting De indeling van de begroting is gelijk aan de begroting 2013. Het afzonderlijke begrotingsprogramma Manden Maken is vervallen, gezien de besluitvorming over de afhechting. Indexering staand beleid Sinds 2009 volgt de GRD de systematiek om kostenbudgetten en gemeentelijke bijdragen jaarlijks aan te passen aan de reëel verwachte kostenstijgingen. Dit gebeurt via een indexering op basis van de ramingen van het Centraal Plan Bureau voor de ontwikkeling van lonen en prijzen. Voorgesteld wordt deze indexering nu achterwege te laten, en de indexering op te nemen bij de actualisering van de begroting eind dit jaar. Bij de indexering wordt overigens gestreefd naar een synchronisering van werkwijze en percentages met de andere gemeenschappelijke regelingen (regio Zuid-Holland Zuid, Veiligheidsregio, Omgevingsdienst). Taakstellingen De bezuinigingstaakstelling loopt jaarlijks op, en leidt tot een daling van de gemeentelijke bijdragen met 10% in 2015, totaal € 6,0 miljoen. Voor 2014 is de taakstelling daarbij € 5,5 miljoen, met de volgende verdeling over de GRD-dochters. (Bedragen x € 1.000)
Dochter BDS SDD IBD SCD GBD OCD Totaal
2011 300 757 290 302 251 100 2.000
2012 400 1.089 312 1.043 516 140 3.500
2013 400 1.543 346 1.554 516 140 4.500
2014 400 1.992 446 2.006 516 140 5.500
2015 400 2.216 496 2.231 516 140 6.000
De maatregelen om deze taakstelling te realiseren zijn inmiddels vastgesteld en in uitvoering. Het financieel effect van die maatregelen is voldoende om de taakstelling in deze omvang te realiseren. Waar nodig/ mogelijk worden aanvullende bezuinigen voorgesteld en genomen.
Begroting 2014 GR Drechtsteden
5
Bureau Drechtsteden, Sociale Dienst Drechtsteden, Gemeentebelasting Drechtsteden en Onderzoekcentrum Drechtsteden realiseren de taakstelling structureel vanaf 2012. Het Ingenieursbureau heeft de taakstelling ingevuld door deze, net als voor 2012 en 2013, neer te zetten als winstdoelstelling Het Servicecentrum heeft in 2012 structurele invulling gegeven door middel van een reorganisatie. Sociale Dienst (€ 1,1 miljoen ketenkorting) en SCD (€ 1,0 miljoen VIP) hebben ook nog een specifieke taakstelling die reeds geheel in begroting 2012 zijn verwerkt. Frictiekosten boventalligen De GRD heeft een financiële taakstelling opgelegd gekregen om de gemeentelijke bijdrage te dalen tot op 10% in 2015. Dit komt overeen met € 6,0 miljoen structureel. Om deze opdracht in te kunnen vullen is de personeelsformatie ingekrompen in 2012 en begin 2013. Dit heeft ertoe geleidt dat er frictiekosten zijn ontstaan van totaal ongeveer € 7,1 miljoen. Het jaardeel van 2014 bedraagt € 1,3 miljoen (ongeveer drie ton voor het SDD en € 1 miljoen voor het SCD). Ontwikkelingen Deze begroting is een staand beleid begroting wat betekent dat er geen nieuw beleid in deze begroting is opgenomen. De financiële impact van nieuw beleid zal in de geactualiseerde begroting van 2014 worden verwerkt. Onderstaande ontwikkelingen zijn niet financieel vertaald in deze primaire begroting. • Transitieplan I&A Drechtsteden Tijdens de Drechstedendinsdag van 2 april 2013 is er informerend gesproken over het Transitieplan I&A Drechtsteden. Het Transitieplan I&A Drechtsteden bevat een integraal voorstel, inclusief kredietaanvraag, voor het op orde houden van de I&A-dienstverlening binnen de Drechtsteden. Concreet gaat het om het beschikbaar stellen van een krediet ter hoogte van € 14.844.000 en eenmalige inhaalafschrijvingen van € 4.100.000. Wanneer de besluitvorming is afgerond zullen de financiële effecten worden doorvertaald in de geactualiseerde begroting. • Verrekensystematiek Het Drechtstedenbestuur heeft in de vergadering van april 2013 een model tot verrekenen gekozen. De uitwerking hiervan zal aan het Drechtstedenbestuur van mei 2013 ter vaststelling worden aangeboden. De financiële gevolgen hiervan zullen in de 2e bestuursrapportage en de geactualiseerde begroting 2014 aan de Drechtraad worden voorgelegd. • Drechtwerk Op 5 maart heeft de Drechtraad ingestemd met het visiedocument over de wijze van organisatie van de uitvoering van de participatiewet per 1 januari 2014. In juni zal het Drechtedenbestuur aan de Drechtraad een uitvoeringsplan presenteren. Verwacht wordt dat de financiële consequenties in de geactualiseerde begroting 2014 verwerkt zullen worden. • Bezuinigingen 2013-2017 Binnen de Drechtsteden wordt het principe samen trap op – trap af gehanteerd wat betekent dat de bijdrage vanuit de gemeenten aan de GRD de ontwikkelingen van het gemeentefonds zal volgen. Als gevolg van het regeerakkoord zal de algemene uitkering vanuit het gemeentefonds naar beneden worden bijgesteld. Binnen de GRD wordt dan ook gewerkt aan een pakket van bezuinigingsvoorstellen waardoor de gemeentelijke bijdrage voor 2014 en verder structureel zullen dalen. • (Interne) verschuivingen Als gevolg van de herpositionering zijn twee afdelingen binnen de GRD verschoven (GEO naar het GBD en I&A naar BDS) en is er gestopt met het leveren van diensten op het gebied van financieel advies en de kassiersfunctie.
Begroting 2014 GR Drechtsteden
6
1.2
Financiële uitkomsten
Samenvattend ontstaat het volgende financiële beeld per GRD-onderdeel voor 2014. Bureau Drechtsteden - De provincie Zuid Holland heeft eind 2012 aangegeven de subsidieverstrekking voor preventief jeugdbeleid per 1 juli 2013 stop te zetten. Dit betekent dat het budget voor RAS jeugd voor 2014 vervalt. - De gemeenten (behalve Alblasserdam) hebben in 2009 op basis van de ‘Verkenning klimaatbeleid in de Drechtsteden’ een SLOK-uitkering uit het Gemeentefonds aangevraagd en toegekend gekregen voor het uitvoeren van het Energieprogramma. Vanaf 2014 ontvangen gemeenten deze uitkering niet meer en vervalt deze bijdrage van de gemeenten aan de Drechtsteden. Bestuur en Staf - In de actualisatie van de begroting 2013 is een éénmalig ontwikkelbudget opgenomen voor doorontwikkeling, vernieuwing, verdere professionalisering, proces- en kwaliteitsverbetering, efficiencyverbetering etc van de GR Drechtsteden. In de primaire begroting 2014 is dit budget vervallen. Sociale Dienst Drechtsteden - Door de grote onzekerheden over de komende vernieuwing in de sociale zekerheid, en verder Rijksbeleid heeft de begroting een sterk pro forma karakter. Ingenieursbureau Drechtsteden Toenemende bezuinigingstaakstelling wordt als winstdoelstelling gerealiseerd door verhoging van de productiviteit. Servicecentrum Drechtsteden Effecten van de nieuwe klantrelatie met GR'en en de nieuwe verrekensystematiek zijn nog niet in de begroting verwerkt. Gemeentebelastingen Drechtsteden Geen financiële wijzigingen ten opzichte van de geactualiseerde begroting 2013. Onderzoekcentrum Drechtsteden Geen financiële wijzigingen ten opzichte van geactualiseerde begroting 2013.
Begroting 2014 GR Drechtsteden
7
Begrotingsprogramma
Bedragen Lasten Baten
Toelichting
Gemeente
-717
-717
Vervallen budget RAS Jeugd in 2014
S
-125
-125
Vanaf 2014 vervallen van bijdrage gemeenten aan Drechtsteden i.v.m. vervallen van SLOK-uitkering voor het uitvoeren van het Energieprogramma
S
17
17
Indexering bijdrage 2014 inzake Waterbus
S
10
10
Beheer en onderhoud fietsknooppuntensysteem
S
-250
-250
Vanaf 2014 vervallen van eenmalig innovatiebudget.
S
Alle zes gemeenten
-449
-449
S
Alle zes gemeenten
-350
-350
S
Alle zes gemeenten
-394
-394
-739
-739
-761
-761
-2.760
-2.760
2.540
2.540
0
100
-452
-452
Bureau Drechtsteden
Bestuur en Staf
Sociale Dienst Drechtsteden
Ingenieursbureau Drechtsteden
Servicecentrum Drechtsteden Totaal
S/I*
-125
-125
-4.555
-4.455
Begroting 2014 GR Drechtsteden
Verlaging apparaatskosten i.v.m. oplopende taakstelling. Vervallen incidentele verhoging uitvoeringskosten (2012) in verband met omzetting indicatiestelling huishoudelijke hulp naar ondersteuning Bijstelling frictiekosten Verlaging uitgaven Wmo huishoudelijke ondersteuning Verlaging uitgaven Wmo hulpmiddelen i.v.m. nieuwe manier van indiceren. Lasten en baten participatiebudget aan elkaar gelijk gesteld. Lasten en baten inkomensondersteuning aan elkaar gelijk gesteld. Taakstelling: extra inkomsten te genereren door hogere productiviteit Toename taakstelling in 2014 wat leidt tot lagere bijdrage gemeenten In 2014 vervalt de extra bijdrage ICT i.v.m. extra beheerscapaciteit
Drechtstedengemeenten (behalve Alblasserdam) Alle zes gemeenten Alle zes gemeenten
S S S
Alle zes gemeenten Alle zes gemeenten
S S S S S
Alle zes gemeenten Alle zes gemeenten
8
2. Programma’s 2.1 Bureau Drechtsteden 2014 is enerzijds deels het laatste jaar van een bestuursperiode en deels het eerste jaar. Voor deze periode kiezen wij op basis van de in december 2012 vastgestelde actualisatie van het regionaal MeerJarenProgramma (rMJP) voor economie, arbeidsmarkt/kennisinfrastructuur en leefomgeving als prioriteiten. Genoemd rMJP is onze beleidsagenda. Voor 2014 zal de beleidsagenda nog grotendeels hierop gebaseerd zijn, terwijl gedurende 2014 mogelijk gewerkt zal worden aan nieuwe beleidsprogrammering, afhankelijk van de uitkomst van de gemeenteraadsverkiezingen van 19 maart 2014. Ook voor 2014 zullen de financiële gevolgen van de crisis zich nog duidelijk laten gelden. Dat geldt vanzelfsprekend ook voor Drechtsteden. Scherpe keuzes in beleidsuitvoering en strakke sturing op bedrijfsvoering zijn dan ook voor 2014 aan de orde. In 2013 is een aanzet gegeven voor een betere aanhaking met zowel bedrijfsleven, maatschappelijk middenveld als ook met mede-overheden. Dit alles vanuit het besef dat het bestaande economisch tij vooral gekeerd kan worden vanuit een gezamenlijke aanpak uit de gehele samenleving. De provincie Zuid-Holland zal ook in 2014 onze belangrijkste bestuurlijke partner blijven. Daarnaast zal in 2014 nog steeds in verschillende allianties samengewerkt wordt: in Noord-Zuid richting (o.a. Zuidvleugel, DelTri, Vlaams-Nederlandse Delta, West Brabant, Zuid-Westelijke Delta) en Oost-West richting (Zuid-Holland Zuid). De beleids- en investeringsagenda en de allianties zijn allen gericht op behoud en versterking van onze positie en ons klaar maken voor het aantrekken van de economie. De samenwerking tussen de Drechtstedengemeenten is in 2013 zowel bestuurlijk als ambtelijk onderwerp van discussie geweest. Bestuurlijk zullen de resultaten vanuit Toekomst netwerkbestuur en programmatische afstemming in 2014 worden geïmplementeerd. Ambtelijk zal ook in 2014 getracht worden het programmeren van de uitwerking van het rMJP stevig binnen het netwerk van de zes Drechtstedengemeenten te verankeren en te beleggen. Wat willen we bereiken? Het jaar 2014 is het jaar van nieuwe verkiezingen bij de zes Drechtstedengemeenten. Deze verkiezingen zullen leiden tot veranderingen en verschuivingen in het Drechtstedenbestuur en de Drechtraad. Ook zal dit leiden tot nieuwe meerjarenprogramma’s bij de gemeenten en een nieuw regionaal meerjarenprogramma. 2014 wordt een overgangsjaar. Het zal gebruikt worden om dit nieuwe regionale Meerjarenprogramma vorm te geven, terwijl een aantal activiteiten van het huidige rMJP zal worden afgerond. Het huidige meerjarenprogramma Drechtsteden 2011-2014 (rMJP) is aan de hand van de Tussenbalans in 2012 geactualiseerd en aangescherpt. Daarbij zijn de thema's gebundeld in vier samenhangende focuspunten, namelijk:
Maritieme en logistieke topregio; met als doel het versterken van economische activiteiten door het scheppen van goede randvoorwaarden die investeringen door het bedrijfsleven mogelijk maken en door verbindend te zijn tussen overheid, ondernemers en onderwijs. Aantrekkelijk woonklimaat; gericht op verhoging van de kwaliteit van de leefomgeving door aantrekkelijke en veilige woonmilieus te maken, het voorzieningenniveau op orde te hebben, en aantrekkelijke groene recreatieve landschappen te behouden en te verbeteren. Sociaal sterk; gericht op vergroting van de participatie in de samenleving; het versterken van de zelfredzaamheid en de sociale veiligheid door mensen in staat te stellen zelf te voorzien in werk en in sociale netwerken. Als dit niet lukt bieden we een sociaal vangnet. Doorontwikkeling van de Drechtstedensamenwerking; ter versterking van de realisatiekracht van de Drechtsteden in de inhoudelijke strategische agenda is de inzet gericht op de doorontwikkeling van de Drechtstedensamenwerking.
Begroting 2014 GR Drechtsteden
9
Wat gaan wij daarvoor doen? Om bovenstaande ambities te kunnen realiseren wordt het regionaal werkprogramma 2014 opgesteld. Afhankelijk van de verkiezingen bij de Drechtstedengemeenten en een nieuw Meerjarenprogramma 2014-2018 zal dit bijgesteld worden. Bij de actualisatie van de begroting 2014 zal (een eerste opzet van) dit werkprogramma worden opgenomen. Hoe gaan we dit meten? Samen met het Onderzoekscentrum Drechtsteden wordt gekeken naar goede monitoren om de resultaten van het regionaal meerjarenprogramma te kunnen meten. Wat gaat het kosten? (Bedragen x € 1.000)
Resultaat voor bestemming Mutatie reserves Resultaat na bestemming
Resultaat 2012 Lasten Baten Saldo 8.856 8.352 -504 127 632 505 8.983 8.984 1
Actuele begroting 2013 Lasten Baten Saldo 4.195 3.812 -383 127 510 383 4.322 4.322 0
Primaire begroting 2014 Lasten Baten Saldo 3.381 2.998 383 127 510 383 3.508 3.508 0
Resultaatanalyse (Bedragen x € 1.000) Toelichting Omschrijving afwijking Lasten
I/S
Voordeel
Nadeel
Saldo
Gemeente
A
Middelen RAS Jeugd
S
717
717
B
Energieprogramma Drechtsteden
S
125
125
C D
Waterbus Fietsknooppuntensysteem Subtotaal
S S 842
-17 -10 -27
-17 -10 814
-717 -125
Drechtstedengemeenten (behalve Alblasserdam) Alle zes gemeenten Alle zes gemeenten
Baten A B C
Middelen RAS Jeugd Energieprogramma Drechtsteden Waterbus
S S S
D
Fietsknooppuntensysteem Subtotaal
S
Totaal voor bestemming Resultaatbestemming Totaal na bestemming
17
-717 -125 17
10 27
-842
10 -814
869 0 0
-869 0 0
0 0 0
Alle zes gemeenten Alle zes gemeenten
De primaire begroting 2014 is een staand beleidbegroting. Toch wijkt de begrotingen op een aantal punten af van de actuele begroting 2013. In onderstaande toelichting wordt dit verder uitgelegd. Toelichting: A. Middelen RAS Jeugd De provincie Zuid Holland heeft eind 2012 aangegeven de subsidieverstrekking voor preventief jeugdbeleid per 1 juli 2013 stop te zetten. Dit betekent dat het budget voor RAS jeugd voor 2014 vervalt. B. Energieprogramma Drechtsteden De gemeenten (behalve Alblasserdam) hebben in 2009 op basis van de ‘Verkenning klimaatbeleid in de Drechtsteden’ een SLOK-uitkering uit het Gemeentefonds aangevraagd en toegekend gekregen voor het uitvoeren van het Energieprogramma. Deze uitkering is over de periode 2010 tot en met 2013 gecollecteerd door de Drechtsteden bij de gemeenten, zodat deze in Drechtstedenverband kan worden ingezet voor het Energieprogramma Drechtsteden 2010-2013. Vanaf 2014 ontvangen gemeenten deze uitkering niet meer en vervalt deze bijdrage van de gemeenten aan de Drechtsteden. C. Waterbus Via de begroting van Bureau Drechtsteden wordt de betaalde bijdrage van Drechtsteden aan de Provincie Zuid Holland voor de Waterbus opgehaald bij de zes Drechtstedengemeenten. De bijdrage
Begroting 2014 GR Drechtsteden
10
wordt jaarlijks geïndexeerd door de Provincie Zuid Holland. Voor 2014 geeft dit een stijging van de bijdrage. D. Fietsknooppuntensysteem In 2007 is een voorziening door de Drechtsteden gevormd voor het onderhoud van 5 jaar van het fietsknooppuntensysteem. Destijds is voor deze voorziening een bijdrage opgehaald bij de zes gemeenten. Eind 2012 heeft het Drechtstedenbestuur besloten om het onderhoud van het fietsknooppuntenstyeem voort te zetten en jaarlijks de kosten van beheer en onderhoud op te halen via de bijdragenstraat.
Begroting 2014 GR Drechtsteden
11
2.2 Bestuur en Staf Wat willen we bereiken? Bestuur Netwerkbestuur Afgelopen jaren zijn, naar aanleiding van de evaluatie van de Drechtstedendinsdag, belangrijke stappen gezet in de opzet en inhoudelijke programmering van de Drechtstedendinsdag. Voortdurende inzet is het regionaal platform voor raadsleden, bestuurders en maatschappelijke partners, gestalte te geven en door te ontwikkelen. In 2014 worden nieuwe verkiezingen gehouden bij de zes Drechtstedengemeenten. Deze verkiezingen zullen leiden tot veranderingen en verschuivingen in het Drechtstedenbestuur en de Drechtraad. In de evaluatie van de Drechtstedendinsdag is aangegeven dat een meer flexibel regionaal bestuursmodel zou moeten worden georganiseerd om als regio en gemeenten goed gesteld te staan voor de realisatie van de inhoudelijke strategische agenda, en om te kunnen anticiperen op de rijksvisie op de bestuurlijke inrichting van Nederland. In alle gemeenteraden is debat gevoerd over het toekomstperspectief Drechtsteden. In die discussies is, in elke gemeente in een eigen proces, gesproken over het netwerkbestuur, het lokale bestuur en de verbindingen daartussen. Om dat gesprek, zowel op lokaal als op regionaal niveau, een vervolg te geven is een verkenning uitgevoerd naar mogelijkheden de kwaliteit van het netwerkbestuur in de Drechtsteden te versterken. Het lokale en regionale debat over deze verkenning moet leiden tot een visie van de Drechtsteden op het netwerkbestuur. Netwerkontwikkeling In 2012 zijn via het proeftuinconcept belangrijke, goede, stappen gezet in de samenwerking van de ambtelijke organisaties. Basis daarin was het respecteren van de eigen profielen en eigen functie van elk van de zes gemeenten in de inhoudelijke gezamenlijke strategische agenda van de Drechtsteden. In 2013 en 2014 zal worden ingezet op een zodanige inrichting van de ambtelijke organisaties en de intergemeentelijke samenwerking dat de inhoudelijke agenda van de Drechtsteden en de gemeenten optimaal worden ondersteund. Staf Samen met de gemeenten proberen wij ons werk zo slim mogelijk uit te voeren, tegen zo laag mogelijke kosten. Zodat de middelen die we daarmee voor de gemeenten uitsparen, ingezet kunnen worden voor de leefbaarheid in de wijken, voor veilige wegen of voor goed onderwijs. Vanuit de concernstaf sturen wij op het leveren van een zo groot mogelijke meerwaarde voor onze eigenaren en klanten. De GRD biedt excellente dienstverlening, om de gemeenten te ondersteunen in hun kerntaken en bij het bereiken van hun doelen. Dit doen wij: Met publieke zakelijkheid: we combineren maatschappelijke betrokkenheid en kennis van omgeving en het netwerk, met professionele fermheid, zakelijkheid en doelmatigheid. Met degelijkheid: onze klanten en eigenaren mogen vertrouwen op gedegen producten tegen een acceptabele prijs, met continuïteit in kwaliteit en levering. Met innovatie: we zoeken voor onze klanten continu naar mogelijkheden om producten te verbeteren en kosten te verlagen, om onze doelmatigheid te verhogen. Daarbij zijn we grensverleggend zonder risico’s te vergroten. De GRD-organisatie is sterk in ontwikkeling. Vanuit een pioniersfase zijn we inmiddels gegroeid naar een fase waarin professionaliteit, zakelijkheid en optimale dienstverlening door onze klanten mag worden verwacht. Daartoe zoeken wij binnen de eigen organisatie én in overleg met onze eigenaren/klanten naar mogelijkheden om onze producten te verbeteren, onze processen te stroomlijnen en onze kosten te verlagen. Vanuit onze wens om continu te innoveren zien wij de nodige verbeterpunten. Daarnaast hebben wij een aantal krachtige punten die we nog verder willen benutten. Tijdens de Drechtstedendinsdag van 3 juli 2012 is er, tijdens de beraadslagingen over de jaarrekening 2011, 1e bestuursrapportage 2012 en primaire begroting 2013, door de Drechtraad de Zomermotie
Begroting 2014 GR Drechtsteden
12
ingediend. Met deze motie roept de Drechtraad het Drechtstedenbestuur op om invulling te geven aan nadere bezuinigingen. In november 2012 heeft het Drechtstedenbestuur, door middel van een raadsinformatiebrief, een aantal bezuinigingsmogelijkheden gepresenteerd. In de carrousel Middelen van december 2012 heeft de portefeuillehouder toegezegd om de voorstellen uit te werken en deze in het voorjaar voor te leggen aan de Drechtraad. Als gevolg van de verwachte daling van het gemeentefonds zal de GRD opnieuw met bezuinigingsvoorstellen komen. Deze voorstellen zullen dezelfde inhoud hebben als de voorstellen die in de raadsinformatiebrief Zomermotie zijn genoemd. Het totaal aan bezuinigingen zal in het 2e kwartaal van 2013 worden gepresenteerd aan het Drechtstedenbestuur. Wat gaan we daarvoor doen? Wordt opgenomen in de actualisering begroting 2014. Hoe gaan we dit meten? Op dit moment zijn er geen indicatoren benoemd om de beleidsresultaten van het programma Bestuur en staf meetbaar te maken. Er vindt wel bewaking plaats op de voortgang van de totstandkoming van deze producten. Wat gaat het kosten? (Bedragen x € 1.000)
Resultaat voor bestemming Mutatie reserves Resultaat na bestemming
Resultaat 2012 Lasten Baten Saldo 2.167 2.158 -9 0 0 0 2.167 2.158 -9
Actuele begroting 2013 Lasten Baten Saldo 2.381 2.381 0 0 0 0 2.381 2.381 0
Primaire begroting 2014 Lasten Baten Saldo 2.131 2.131 0 0 0 0 2.160 2.160 0
Resultaatanalyse (Bedragen x € 1.000) Toelichting Omschrijving afwijking A
A
I/S
Voordeel
Nadeel
Lasten Innovatiebudget Subtotaal
Saldo
Gemeente
S
250 250
0
-250 -250
Baten Innovatiebudget Subtotaal
S 0
-250 -250
-250 -250
Subtotaal
250
-250
0
Totaal voor bestemming Resultaatbestemming
250 0
-250 0
0 0
Totaal na bestemming
250
-250
0
Zes gemeenten
Toelichting: A. Innovatiebudget In de actualisatie van de begroting 2013 is een éénmalig ontwikkelbudget opgenomen voor doorontwikkeling, vernieuwing, verdere professionalisering, proces- en kwaliteitsverbetering, efficiencyverbetering etc van de GR Drechtsteden. In de primaire begroting 2014 is dit budget opgegeven.
Begroting 2014 GR Drechtsteden
13
2.3 Sociale Dienst Drechtsteden Voor u ligt de bijdrage van de Sociale Dienst Drechtsteden (SDD) voor de basis begroting 2014 aan de GRD. Deze basis begroting heeft vooral een technisch karakter. De begroting bevat slechts de doortrekking van bestaand beleid en de verwachte Rijksbijdragen 2014. In september 2013 presenteren we, zoals gebruikelijk de geactualiseerde begroting, daarin worden alle inzichten op dat moment gegeven en zo goed mogelijk vertaald naar de financiële consequenties. Het uitgangspunt van de SDD We gaan er vanuit dat mensen zelfstandig willen zijn en zoveel mogelijk zelf de regie willen voeren op hun eigen bestaan. Werk is in onze ogen het belangrijkste middel om zelfstandigheid te bevorderen. Wie geen baan heeft ondersteunen wij in de zoektocht naar werk, zo nodig aangevuld met inkomensondersteuning, schuldbemiddeling of andere activiteiten. Anderen ondersteunen we in hun zelfstandigheid door middel van zorgvoorzieningen of minimabeleid. Alle vormen van ondersteuning zijn gericht op het versterken van de zelfstandigheid en de eigen mogelijkheden van onze klanten.” Meerdere belangrijke ontwikkelingen zullen de begroting SDD van 2014 voor een groot deel gaan beïnvloeden. Naast de economische ontwikkelingen en “reguliere” wetswijzigingen zullen vooral de invoering van de Participatiewet en mogelijk decentralisatie AWBZ forse impact hebben. Deze zaken zijn in (regionale) voorbereiding. Een belangrijk element daarin is ook de ontvlechting van het huidige Drechtwerk waarvoor die deels (het detacheringsbedrijf) zal worden ingevlochten in de SDD. Al deze zaken zijn in verschillende stadia van voorbereiding en zullen bij de actualisatie, cq het feitelijk en beleidsrijk vormgeven van de begroting 2014 dit najaar, zoveel mogelijk worden vertaald. Conclusies, acties, bijsturing e.d. Deze basisbegroting vormt het kader voor 2014, waaruit de genoemde ontwikkelingen zullen worden vertaald. Deze effecten zullen worden vertaald in de actualisatie 2014. Wat willen we bereiken? Wij presenteren in deze beleidsarme begroting 2014 het totaal programma van de SDD. De geactualiseerde begroting 2013 waarin alle activiteiten zijn uitgeschreven vormt het uitgangspunt voor de nu voorliggende basis begroting 2014. In de actualisatie van de begroting 2014 zullen we op de gebruikelijke wijze beleidsdoelstellingen per product formuleren (Wat willen we bereiken, Wat gaan we daarvoor doen en Wat gaat het kosten?). Voor 2014 zullen doelen bij de actualisatie van de begroting definitief worden vastgesteld. Wat gaan wij daarvoor doen? De SDD levert de volgende producten: − Re-integratie − Regievoering op de WSW − Kinderopvang − Inkomensondersteuning − Minimabeleid − WMO individuele voorzieningen & huishoudelijke ondersteuning − Budgetadvies en schuldbemiddeling Hoe gaan we dit meten? We meten continu middels ons managementdashboard. In de bestuurlijke rapportages en de jaarrekening van de GR Drechtsteden leggen we verantwoording over de resultaten op af te spreken doelstellingen.
Begroting 2014 GR Drechtsteden
14
Wat gaat het kosten? (Bedragen x € 1.000)
Participatie
Realisatie 2012 Lasten Baten Saldo 24.269 29.753 5.484
Actuele begroting 2013 Lasten Baten Saldo 25.850 25.850 0
Primaire begroting 2014 Lasten Baten Saldo 22.787 22.787 0
Wet Inburgering oud WSW Kinderopvang
34.965 923
1.436 34.965 1.015
1.436 0 92
34.270 660
34.270 660
0 0
34.270 643
34.270 643
0 0
Inkomensondersteuning Minimabeleid
81.289 6.729
89.427 8.538
8.138 1.809
80.960 8.310
80.960 8.310
0 0
83.210 8.223
83.210 8.223
0 0
Wmo Huishoudelijke ondersteuning Wmo Hulpmiddelen Budgetadvies en Schuldbemiddeling
29.766 11.314 1.827
30.575 11.733 2.161
809 419 334
30.690 12.410 3.070
30.690 12.410 3.070
0 0 0
29.697 11.452 3.025
29.697 11.452 3.025
0 0 0
0 193.306 193.306
0
Totaal
191.082 209.763
18.521 196.220 196.220
In de apparaatskosten zijn de oplopende GRD taakstelling verwerkt en een verlaging van de Wmo uitvoeringkosten. In de bovenstaande bedragen zijn de volgende lopende taakstellingen al in de cijfers verdisconteerd. (Bedragen x € 1.000)
2012
2013
2014
2015
GRD taakstellingen Brede doorlichting
1.089
1.543
1.992
2.216
Ketenkorting Totaal SDD in GRDverband
1.150
1.150
1.150
1.150
2.239
2.693
3.142
3.366
Van bovengenoemde GRD taakstellingen heeft de SDD al een structurele dekking gerealiseerd voor 2013 en verder van € 2.693.000. Dit betreft de lopende taakstellingen. Hierin is nog geen rekeninggehouden met mogelijke extra bezuinigingen waar momenteel over wordt gesproken. Bij de actualisatie van de begroting 2014 wordt hierop teruggekomen. Financiële effecten In de basisbegroting 2014 (bestaand beleid) zijn de volgende effecten verwerkt: - Verlaging van de apparaatskosten met de oplopende taakstelling van de GRD van € 449.000 en verlaging van de uitvoeringskosten van € 350.000 (betrof incidentele verhoging 2012 i.v.m. omzetting indicatiestelling huishoudelijke hulp naar ondersteuning) en een bijstelling van € 394.000 aangaande frictie kosten t.o.v. de geactualiseerde begroting 2013. Hierin is nog geen rekeninggehouden met mogelijke extra bezuinigingen. - Verlaging van de uitgaven Wmo huishoudelijke ondersteuning met € 739.000 (exclusief apparaatskosten) door een goedkopere uitvoering op basis van resultaatfinanciering. - Verlaging van de uitgaven Wmo hulpmiddelen met € 761.000 (exclusief apparaatskosten) door een nieuwe manier van indiceren waarbij eerst gekeken word naar de mogelijkheden van de klant voordat een Wmo voorziening wordt toegekend. - Bij het participatiebudget zijn de lasten en baten aan elkaar gelijk (inclusief geschatte reserveringsregeling 2013). - Bij inkomensondersteuning zijn de lasten en baten aan elkaar gelijk gesteld. Er vanuit gaande dat mogelijke fluctuaties binnen de bestaande reserve systematiek kunnen worden opgevangen.
Begroting 2014 GR Drechtsteden
15
2.4 Ingenieursbureau Drechtsteden Inleiding Ook 2014 zal naar verwachting weer in het teken staan van bezuinigingen. Bij de reguliere opdrachtgevers bestaat er geen enkele duidelijkheid over de te verwachten omzet in de fysieke projecten in 2014. Het IBD is als omzetgestuurde organisatie daar erg van afhankelijk. Naar verwachting zal de omzet zoals (of net onder) die van 2013 zijn. Van de in 2013 ondernomen acties om van 2 naar 6 te gaan (aansluiting door alle zes de Drechtsteden) is het resultaat nog niet bekend. Of een gemeente aansluit en op welke wijze is erg bepalend voor de exploitatie. We gaan voor deze begroting van uit dat de huidige situatie ( twee deelnemers) in 2014 nog steeds bestaat. In 2012 is de discussie gevoerd over de structuur die het IBD in 2017 zal hebben. Het IBD zal groeien naar een meer “lean and mean” georganiseerd kennis- en expertisecentrum. Om transitiekosten te beperken wordt er naar gestreefd omdat zo veel mogelijk via een natuurlijk verloop tot stand te brengen. Conclusies, acties, bijsturing De onduidelijkheid over de omzet maakt dat het IBD qua organisatie zich ook nu weer flexibel zal moeten opstellen. Op basis van de te verwachten omzet, die slechts over een korte termijn te plannen zal zijn, dient de organisatie zich aan te passen en kostendekkend te maken. Dit is een opgave, die niet alleen bij het management, maar bij alle medewerkers weggelegd wordt. Of Dordrecht en Zwijndrecht hun omzetgarantie ook voor 2014 gestand zullen doen is nog ter discussie. Rond oktober 2013 zal er waarschijnlijk meer bekend zijn over de investerings- en beheerprogramma’s van beide steden. Rond die tijd zal ook bekend dienen te zijn welke overige Drechtsteden zich bij het IBD gaan aansluiten. Voor de te verwachten omzet is een aanname gedaan, gebaseerd op de ontwikkeling van de voorgaande jaren. De kans dat de komende gemeenteraadsverkiezingen van invloed zullen zijn op de omzetontwikkeling is groot, maar verwacht mag worden dat dit pas na 2014 effect zal hebben. Het tekort aan technisch personeel, dat vooral in de civiele techniek problematisch dreigt te worden, zal extra inspanningen vergen om voor de vervanging van uitstromende medewerkers (leeftijd) geschikte opvolgers te vinden. Bovendien zullen er aan de medewerkers hogere eisen gesteld worden, zodat de ontwikkeling van hen een belangrijk aandachtspunt zal zijn. In 2013 worden er verschillende verbeteracties ingezet om de samenwerking met opdrachtgevers en daarmee ook de klanttevredenheid te verbeteren. In 2014 zullen de resultaten van deze acties zichtbaar moeten zijn en zal er aan verdere verbetering van de relatie gewerkt moeten worden. Daarbij zal ook de rol van de opdrachtgever een belangrijk aandachtspunt zijn, zodat we tot een optimale samenwerking komen. Voor de verbetering van bedrijfsprocessen zijn in 2013 verschillende verbeteracties ingezet. Naar verwachting zal een deel daarvan in 2014 doorlopen. Vooral het verbeteren en het inbedden in de bedrijfsprocessen van deze acties zal de nodige aandacht krijgen. Wat willen we bereiken? Naast advisering en projectleiding in de realisatiefase van infrastructurele en bouwkundige projecten en het verzorgen van het technisch beheer van gemeentelijke gebouwen, manifesteert het IBD zich steeds meer als adviseur in de initiatief- en de planvormingsfase. De missie van waaruit het IBD deze werkzaamheden verricht is als volgt geformuleerd: “Denken om te doen, bouwen van ideeën” Met de slogan ‘denken om te doen’ geeft het IBD aan dat advisering en projectleiding plaatsvinden vanuit de filosofie dat projecten ook uit te voeren zijn, dat wil zeggen gebouwd en beheerd moeten (kunnen) worden. Met de laatste zinsnede ‘bouwen van ideeën’ wil het IBD uitdragen dat
Begroting 2014 GR Drechtsteden
16
medewerkers in de planformingsfase hun expertise kunnen inzetten en creatief en betrokken willen meedenken met de klant. Aansluitend op deze missie is er een eerste beeld van de toekomst geformuleerd. Deze visie geeft aan wat het IBD wil zijn: 1. Het regionale kennis- en expertisecentrum voor fysieke projecten; 2. Een professionele en waardevolle partner van en voor alle Drechtsteden. Ad 1. Het regionale kennis en expertisecentrum voor fysieke projecten Als het ingenieursbureau van de Drechtsteden is borging van lokale en regionale kennis van infrastructuur en gebouwen en regionale koppeling van projecten door het IBD een must. Het IBD vormt het collectieve geheugen van de regio als het gaat om historische en technisch inhoudelijke kennis. Daarnaast kent het IBD de lokale politiek en werkwijzen van de Drechtsteden en weet het IBD haar weg te vinden in zowel bestuurlijke als ambtelijke organisatie. Ad 2. Een professionele en waardevolle partner van en voor alle Drechtsteden. Dit kan als volgt worden samengevat: professioneel en gedreven; natuurlijke partner Drechtsteden; van en voor de Drechtsteden; waardevol: accent op advisering in de planontwikkeling; waardevol: centrale schakel tussen gemeenten en uitvoerende partijen; waardevol: breed georiënteerd. Wat gaan wij daarvoor doen? In 2014 zal het Ingenieursbureau zich verder inspannen om ook vanuit de andere Drechtsteden een meer continue stroom van opdrachten te verwerven. Ook worden incidenteel opdrachten uitgevoerd voor derden zoals scholen, waterschappen en energiebedrijven. Streven zal zijn om het aantal opdrachten voor derden op basis van specifieke deskundigheid uit te breiden, maar concurreren met marktpartijen op basis van prijs zal voor het IBD moeilijk zijn. Het aantrekken van projecten zal eerder gebeuren op basis van een relatienetwerk vanuit de bestaande opdrachtgevers en vanwege de unieke kennis, die het IBD op enkele gebieden bezit. Personeel Het IBD draait in 2012/2013 de pilot talentmanagement. Op de daarbij ontwikkelde structuur voor personeelsmanagement zal strak gestuurd worden. Met alle medewerkers wordt in de eerste helft van het jaar een voortgangsgesprek (functioneringsgesprek) gevoerd. In de tweede helft wordt met alle medewerkers een jaargesprek (beoordelingsgesprek) gevoerd. De ontwikkeling van ieders talenten zal daarbij een belangrijk aandachtspunt zijn. Het IBD biedt gemiddeld drie afstudeerders en twee stagiaires van HBO- en MBOniveau stageplaatsen aan met het doel deze na afstuderen te laten instromen. Hoe gaan we dit meten? Het Ingenieursbureau houdt klanten- en medewerkers tevredenheidonderzoeken waaruit blijkt of de geformuleerde ambities ten aanzien van de te leveren toegevoegde waarde en de ontwikkeling van de medewerkers ook daadwerkelijk worden bereikt. Daarnaast is het IBD initiatiefnemer van de jaarlijkse benchmark tussen gemeentelijke ingenieursbureaus. Dit geeft een beeld hoe het IBD het doet ten opzichte van collega’s. De betrokken gemeentelijke diensten leggen in hun - in het kader van de beleid- en beheerscyclus op te stellen - jaarplannen vast hoeveel opdrachten (in euro’s) zij aan het ingenieursbureau dan wel derden zullen verstrekken. Het Ingenieursbureau bekijkt per maand of de opdrachtverlening vanuit de gemeenten Dordrecht en Zwijndrecht in lijn is met de overeengekomen omzetgarantie. De jaarrekening biedt uiteraard inzicht in de afgegeven omzetgarantie en/of de beoogde financiële resultaten ook daadwerkelijk worden gerealiseerd. Monitoren Het IBD beschikt over een degelijk geheel van managementinformatie, wat als betrouwbaar stuurinstrument dient. Trends worden in dit systeem gevolgd en maandelijks levert dit een betrouwbare managementrapportage op.
Begroting 2014 GR Drechtsteden
17
Om te komen tot een solide basis voor de begrotingen en prognoses dienen onze klanten een jaarprogramma aan te leveren. Wat gaat het kosten? Exploitatiebegroting 2014 De nu ingediende exploitatiebegroting 2014 is gebaseerd op kengetallen uit de jaarrekening 2012 en de huidige personele situatie van het IBD (maart 2013). De raming van de productieve uren per medewerker vormt de basis voor totstandkoming van de begroting. Dit is een omzetgestuurde begroting (kenmerkend voor een bedrijf) in tegenstelling tot een budgetgestuurde begroting van de overige dochters van de GRD. De begroting 2014 bouwt voort op de gesignaleerde ontwikkelingen die opgenomen zijn in de kadernota 2014. (Bedragen x € 1.000) Realisatie 2012 Lasten Baten Saldo Resultaat voor bestemming Mutaties reserve Resultaat na bestemming
7.992 0 7.992
8.373 0 8.373
Actuele begroting 2013 Lasten Baten Saldo
381 0 381
7.522 0 7.522
7.868 0 7.868
Primaire begroting 2014 Lasten Baten Saldo
346 0 346
7.576 0 7.576
8.022 0 8.022
446 0 446
Resultaatanalyse (Bedragen x € 1.000) Toelichting Omschrijving afwijking Lasten
I/S*
Voordeel
Nadeel
Saldo
Gemeente**
Subtotaal Baten Extra opbrengsten door hogere productiviteit
s
100
100
Totaal voor bestemming
100
100
Resultaatbestemming Totaal na bestemming
100
100
Subtotaal
Toelichting: Ten opzichte van de geactualiseerde begroting 2013 is het saldo van de begroting 2014 met € 100.000 verhoogd, conform de opgelegde taakstelling. De extra inkomsten moeten gegenereerd worden door hogere productiviteit (1200 uur) met dezelfde bezetting en inhuur zoals deze zijn opgenomen in de begroting 2013.
Begroting 2014 GR Drechtsteden
18
2.5 Servicecentrum Drechtsteden Inleiding Het Servicecentrum Drechtsteden (SCD) biedt de zes Drechtstedengemeenten en de Gemeenschappelijke Regelingen Drechtsteden, Omgevingsdienst ZHZ, Publieke Gezondheid & Jeugd (voorheen Regio ZHZ) en de Veiligheidsregio ZHZ ondersteunende producten en diensten die betrekking hebben op financiële, personele, facilitaire en juridische diensten, administratie, informatisering, automatisering, inkoop, aanbesteding en communicatie. De missie van het SCD daarbij is om een resultaatgerichte dienstverlener te zijn, die haar klanten ontzorgt door de ondersteunende taken zoveel mogelijk gestandaardiseerd uit te voeren. Conclusies, acties, bijsturing e.d. 1. De dienstverlening van het SCD zal in 2014 merkbaar verbeterd zijn door de in 2012 en 2013 doorgevoerde procesverbeteringen en ontwikkeltrajecten van medewerkers. 2. De mogelijke invlechting van de ondersteuning van Drechtwerk binnen de GRD en het SCD zal belangrijke effecten hebben voor het SCD. 3. Het Transitieplan I&A zal bij de actualisatie leiden tot een aanpassing van de begroting 2014. Wat willen we bereiken? De SCD-organisatie is sterk in ontwikkeling en inmiddels gegroeid naar een fase waarin professionaliteit, zakelijkheid en optimale dienstverlening door onze klanten mag worden verwacht. Daartoe zoeken wij binnen de eigen organisatie én in overleg met onze eigenaren naar mogelijkheden om onze producten te verbeteren, onze processen verder te stroomlijnen en onze kosten te verlagen. Om dit te realiseren zijn we in 2012 en 2013 begonnen met de uitvoering van een uitgebreid Realisatieplan SCD. Dit Realisatieplan is gebaseerd op het evaluatierapport dat PwC in 2011 heeft uitgevoerd. In vervolg hierop zijn de belangrijkste speerpunten voor 2014: a. Toonaangevende prestaties; b. Enthousiaste medewerkers; c. Transitie ICT; d. Ontwikkelingsprogramma; e. Positie klanten; f. Drechtwerk; g. Besparingspotentieel regionaal; h. Andere positie Financieel Advies en GEO-informatie. Wat gaan wij daarvoor doen? a. Toonaangevende prestaties In 2012 zijn alle processen en diensten van het SCD met behulp van Leanmanagement in combinatie met Sociotechniek doorgelicht op kwaliteit, efficiency en noodzaak. Per afdeling wordt hierop gestuurd en vindt continu verbetering plaats. De kwaliteit van de dienstverlening wordt in 2014 gemonitord via bijvoorbeeld Klanttevredenheidsonderzoeken, benchmarks en klantrapportages over klantprestatieindicatoren. b. Enthousiaste medewerkers Het Realisatieplan heeft ook betekenis voor onze medewerkers en voor de manier waarop we leiding geven. Onze medewerkers zijn ons belangrijkste kapitaal en onze ambassadeurs. Hun houding en gedrag moeten passen bij een zakelijke dienstverlenende organisatie. Om het leiderschap te versterken is in 2012 en 2013 een leiderschapsprogramma uitgevoerd. Tevens dient dit programma voor het borgen van de organisatieverandering. Verder zijn in het plaatsingstraject met medewerkers ontwikkelafspraken gemaakt. c. Transitie ICT De laatste maanden is er een grondige analyse uitgevoerd van de ICT (I&A) functie binnen de Drechtsteden. Inmiddels heeft het Drechtstedenbestuur op 6 maart 2013 het Transitieplan I&A goedgekeurd met maatregelen die leiden tot een toekomstbestendige en goed functionerende ICTorganisatie. Dit Transitieplan en de verdere besluitvorming hierover zal nog invloed hebben op deze begroting.
Begroting 2014 GR Drechtsteden
19
d. Ontwikkelingsprogramma Binnen de regio is het Ontwikkelingsprogramma voor het Organisatie-netwerk Drechtsteden gestart. Daarin is een aantal sturingslijnen opgenomen, waaronder de Sturingslijn Bedrijfsvoering. Binnen deze sturingslijn zijn onderwerpen benoemd, die in 2013 voor nadere uitwerking in aanmerking komen en die voor een belangrijk deel het werkpakket van het SCD raken (processen, interne kostprijzen en P&O). Dit programma heeft nog invloed op deze begroting. e. Positie klanten Een uitbreiding van het aantal klantorganisaties kan in theorie leiden tot een daling van de kosten voor de eigenaren. Of dat in de praktijk ook zo is hangt sterk af van de specifieke situatie en of er bijvoorbeeld schaalvoordelen te behalen zijn, nieuwe klantorganisaties een uniform dienstenpakket afnemen (sharing vs hosting) en of zij voldoen aan de door de Drechtsteden bepaalde standaarden. Voor de beoordeling hiervan heeft de GRD inmiddels een toetsingskader opgesteld. f. Drechtwerk Op 5 maart heeft de Drechtraad besloten om de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden en de Gemeenschappelijke Regeling Drechtwerk samen te voegen en onderdelen van Drechtwerk en de Sociale Dienst Drechtsteden te bundelen. Het doel hiervan is om tot één integrale dienstverlening naar werkgevers te komen, een en ander ter voorbereiding op de komst van de nieuwe Participatiewet. Op dit moment wordt onderzocht hoe de samenvoeging het best kan worden vormgegeven. g. Besparingspotentieel regionaal Het SCD heeft in 2012 initiatieven ontwikkeld om de kosten voor haar klanten te beperken. Het meest in het oog springende initiatief daarbij in 2012 was het verder regionaliseren van het inkooppotentieel. Inkoop Nieuwe Stijl moet in nauwe samenwerking met de klantorganisaties bijdragen aan een belangrijke besparing in de regio van € 20-30 miljoen over een periode van 3 jaar. Samenwerking tussen de klantorganisaties in de regio is daarbij essentieel om de synergievoordelen ook daadwerkelijk te kunnen realiseren. Met ingang van 1 april 2013 is de Aanbestedingswet van kracht. Deze wetgeving brengt wijzigingen met zich mee die invloed kunnen hebben op de inkoopfunctie en de aanbestedingsresultaten van de klantorganisaties, en daarmee op de financiële doelstelling van Inkoop Nieuwe Stijl. Team Inkoop zal dit de komende jaren nauwgezet monitoren en de klantorganisaties periodiek informeren over de behaalde resultaten. h. Andere positie Financieel Advies en GEO-informatie In 2014 zal het SCD geen diensten meer leveren op het terrein van Financieel Advies (detachering financiële medewerkers en controllers) en Geo-informatie. De bijdrage van de gemeente Dordrecht inzake Financieel Advies en de kassiersfunctie vervalt en de bijdrage voor GEO-informatie dienstverlening verschuift van het SCD naar de GBD. Deze effecten worden bij de actualisatie van de begroting 2014 meegenomen. Hoe gaan we dit meten? Het SCD werkt met een balanced scorecard, die in 2013 verder wordt uitgewerkt: 1. Dienstverlening Kritische succesfactor (KSF): klanttevredenheid Speerpunten SCD KPI’s KTO
Norm
Werkelijk
Conform planning Conform norm, zie tabel hieronder >7
2. Financiën Kritische succesfactor (KSF): financiële beeld
Norm
Prognose budget SCD 2014
≤100%
Prognose personeelsbudget 2014
≤100%
Prognose materieel budget 2014
≤100%
Prognose Transitiekosten 2014 3. Medewerker Kritische succesfactor (KSF): medewerkerstevredenheid
Begroting 2014 GR Drechtsteden
Norm
Werkelijk
Voortgang taakstelling 2014 4. Vernieuwing Kritische succesfactor (KSF): continue verbetering
Werkelijk
Conform voorziening 100% Norm
20
Werkelijk
1. Dienstverlening
Norm
Werkelijk
2. Financiën
Uitstroom
Conform planning
Voortgang fijnstructuur
Ziekteverzuim
<5,5%
Voortgang ICT
Norm Conform planning Transitieplannen afdelingen Transitieplan I&A
Werkelijk
MTO Productiviteit
>7 >1350 uur 2% van het POpleidingen budget twee gesprekken Jaargesprekken per medewerker per jaar *Nadelen worden met een - opgenomen, voordelen met een +.
Klantprestatie-indicatoren In de Transitieplannen van de afdelingen voor 2013 is aangegeven hoe we de dienstverlening en werkprocessen per domein de komende jaren verder gaan verbeteren. Denk daarbij aan het verder versnellen van de betaalproces (o.g.v. nieuwe wetgeving moeten alle facturen binnen 30 dagen betaald worden), het verbeteren van de ICT-dienstverlening (Transitieplan I&A) en het verbeteren van de archieffunctie (digitaal archief/ zaakgericht werken). Daarbij maken we gebruik van onder meer de volgende klantprestatie-indicatoren:
Taakveld
Product
Prestatie-indicator*
Norm
Betalen
Registratie
5 kalenderdagen na 1e ontvangst bij SCD
100%
KO: Coderen en accorderen
% gecodeerd en geaccordeerd 20 kalenderdagen na ontvangst door klantorganisaties van SCD
100%
Fiatteren en betalen
% facturen betaald 5 kalenderdagen na terugontvangst bij SCD
100%
SCD+KO: betalen facturen
% facturen betaald 30 kalenderdagen na 1e ontvangst bij SCD
100%
Incidenten
% incidenten opgelost conform afspraak
80%
Aanmelding nieuwe medewerker
% binnen 5 dagen afgehandeld
Wijzigingsverzoek
% binnen 4 weken ingepland
80%
Wijzigingsverzoek
% volgens afspraak opgeleverd
90%
DIV
% dossiers binnen 24 uur uitgeleverd
90%
DIV
% dossiers binnen 31 dagen teruggeleverd
95%
Beheer FZ
% tijdig afgehandelde werkorders
90%
90%
ICT
FZ/DIV
Schoonmaak Bezwaar-procedures JKC Bezwaar-procedures
70% van de gelopen VSR metingen in een voortschrijdend jaar dient een voldoende resultaat te hebben % besluiten geleverd binnen afgesproken termijn (met hoorzitting/bezwaarcie’s) % bezwaarschriften na mediation ingetrokken
70% 90% 20%
Tijdens de uitvoering van de Transitieplannen in 2013 worden de klantprestatie-indicatoren geëvalueerd en zo nodig aangepast. De normen worden waar mogelijk verder aangescherpt. In de leveringsrapportages van het SCD wordt per 4 maanden over de klantprestatie-indicatoren gerapporteerd. Benchmarks en klant- en medewerkertevredenheidsonderzoek In 2014 monitoren we onze prestaties voortdurend. Bij onze partners aan de hand van klant tevredenheidsonderzoeken. Binnen onze eigen organisatie door het bewaken van prestatie-indicatoren
Begroting 2014 GR Drechtsteden
21
en met behulp van het medewerkertevredenheidsonderzoek. Via de benchmarkmethode zetten we onze prestaties af tegen die van vergelijkbare organisaties. Daarnaast bewaken en versterken we de kwaliteit van onze beleids- en adviestaken met behulp van evaluaties en audits. Wat gaat het kosten? (Bedragen x € 1.000) Realisatie 2012 Lasten
Baten
Actuele begroting 2013
Saldo
Lasten
Baten
Primaire begroting 2014
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Resultaat voor bestemming
51.348 49.253 -2.095
42.359
42.359
0
41.782 41.782
0
Mutaties reserve Resultaat na bestemming
2.860 526 -2.334 54.208 49.779 -4.429
0 42.359
0 42.359
0 0
0 0 41.782 41.782
0 0
Resultaatanalyse (Bedragen x € 1.000) Toelichting
Omschrijving afwijking
I/S*
Voordeel
Nadeel
Saldo
Gemeente**
Lasten A
Taakstelling GRD
S
452
452 ja
B
Legacy
S
125
125 ja
557
557
Subtotaal
Baten A
Taakstelling
B
Legacy
S
-452
-452
S
-125
-125
0
-557
-557
2.280
-2.280
-
2.280
-2.280
-
Subtotaal
Totaal voor bestemming Resultaatbestemming Totaal na bestemming
Toelichting: A) De GRD taakstelling stijgt in 2014 van € 1.554.000 naar € 2.006.000. De toename van de GRDtaakstelling (ad. € 452.000) is verwerkt in de begroting van het SCD en leidt tot een lagere bijdrage aan het basispakket door de klanten. B) Het SCD heeft in 2013 nog extra beheerscapaciteit nodig in verband met het operationeel houden van “oude systemen”. Deze extra bijdrage ICT vervalt in 2014. Opmerking: De impact door het vertrek van de GR-en ZHZ is als volgt verwerkt: de verlaagde inkomsten worden gedekt vanuit de frictievergoedingen. Hiervoor is in 2012 een reserve gevormd. De uittreding van de VR ZHZ heeft frictiekosten tot gevolg die gedeeltelijk door de uittredende GR-en worden gecompenseerd. In de eerste burap 2013 wordt hierover nader gerapporteerd. Bijdragen per deelnemer De bijdrage per deelnemer op basis van de oude verrekensystematiek is als volgt: Deelnemer
Alblasserdam Dordrecht H.I. Ambacht Papendrecht Sliedrecht Zwijndrecht GR Drechtsteden GR PG&J, VR en OZHZ* Totaal
Basispakket (incl. Pluspakket salarisgaranties)
1.238 9.081 1.235 2.247 1.364 2.475 4.795 5.397 27.832
Begroting 2014 GR Drechtsteden
Additioneel pakket
1.321
Cognos
1.433
179
1.500
81 42 1.556
Inkoop Nieuwe Stijl (INS)
7 48 7 12 7 13 27 0 120
15 108 15 27 16 29 61 0 270
Deelprogram extra Totaal ma 1B investeringen IPA nzaorg en licenties 474 13 1.746 2.665 88 14.744 470 15 1.741 692 20 2.997 391 13 1.791 757 25 3.478 2.599 56 7.620 0 5.439 8.048 230 39.556
22
2.6 Gemeentebelastingen Drechtsteden Inleiding Gemeentebelastingen Drechtsteden is onderdeel van de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden. Vanaf juli 2008 verzorgt zij de heffing en inning van de belangrijkste lokale heffingen van de gemeenten Dordrecht, Hendrik-Ido-Ambacht, Papendrecht, Sliedrecht en Zwijndrecht. Het gaat hierbij om een opbrengstvolume van circa € 90 miljoen per jaar. Het profiel van Gemeentebelastingen Drechtsteden is in eerste instantie die van een betrouwbare uitvoeringsorganisatie. Dat laat onverlet dat wij op het gebied van de productontwikkeling en de opbrengstmaximalisatie hoog inzetten. Ook als eerste adviseur voor de gemeenten en als dienstverlener voor de belastingplichtigen meten wij ons met hoge kwaliteit. Gemeentebelastingen Drechtsteden voert voor de deelnemers ook gemeentelijke taken van de Wet waardering onroerende zaken uit. Door het in stand houden van een kwalitatief hoogwaardig en innovatief bedrijf als onderdeel van de GR-Drechtsteden is Gemeentebelastingen Drechtsteden een betrouwbare, transparante en efficiënte uitvoeringsorganisatie voor burgers, bedrijven, instellingen, medewerkers en de deelnemende gemeenten. De taken worden op integere wijze uitgevoerd tegen maatschappelijk aanvaardbare kosten. De begroting van Gemeentebelastingen Drechtsteden is onderdeel van de begroting van de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden. Kosten worden over de deelnemende gemeenten verdeeld op basis van het aantal aanslagregels. In 2014 zullen onze jaarlijkse kosten ruim € 750.000 lager zijn dan in 2009. Dat is een kostenreductie van circa 15%. Vanaf de start van de samenvoeging in 2008 hebben wij een kostenreductie op de heffing van inning en gemeentebelastingen gerealiseerd van ongeveer 25%. Dergelijke reducties zijn alleen mogelijk door het op een juiste wijze investeren in deskundigheidsbevordering en flexibilisering van management en medewerkers. Talentontwikkeling en vakmanschap zijn hierbij kernbegrippen. Minder kosten en meer opbrengsten, meer voor minder. Voor de deelnemende gemeenten heeft de kostenreductie tot een daadwerkelijk lagere bijdrage geleid. Met meer opbrengsten wordt hier uitdrukkelijk bedoeld dat we niet stoppen met aanslagen opleggen nadat de financiële opbrengsten zijn gehaald. Dit niet alleen vanwege de rechtmatigheid, maar ook vanwege het financiële belang van de deelnemende gemeenten. In 2013 is de afdeling Geo-informatie van Het Servicecentrum Drechtsteden geïntegreerd met Gemeentebelastingen Drechtsteden. De administratieve invlechting van dit bedrijfsonderdeel wordt bij de 1e Burap 2013 geëffectueerd. Deze stap geeft veel nieuwe kansen op het gebied van de dataanalyse, de WOZ-BAG basisregistraties en productinnovatie. Ontwikkelingen in 2014 Het idee steeds meer processturing toe te passen binnen de bedrijfsvoering vraagt een andere kijk op het organiseren van werk. Hiervoor is Gemeentebelastingen Drechtsteden in 2012 een traject van organisatieontwikkeling gestart, waarbij niet de lijnorganisatie bepalend is voor de aansturing, maar de werkprocessen. Dit heeft ook geleid tot een compacter managementteam en een meer thematische aanpak van verbeteringen in de bedrijfsvoering. Deze werkwijze zal ook na de integratie met Geoinformatie blijven bestaan. Het definiëren van de werkprocessen vindt plaats op basis van verschillende thema’s. Deze thema’s staan allemaal ten dienst van de hoofdprocessen, van data naar opbrengst en van data naar (visuele) informatie . Het inzetten van de operationele lijnmanagers als procesmanagers is in januari 2012 gestart. Proces-verantwoordelijkheid is op een evenwichtige wijze binnen het managementteam verdeeld. Over onze ervaringen met de nieuwe werkwijze, inclusief voor Geo-informatie, zullen wij in onze 1e managementrapportage 2014 bericht doen. Natuurlijk blijft onze primaire taak voor gemeenten middelen binnen te halen om noodzakelijke lokale taken uit te voeren. Dat doen wij mensgericht en met oog voor dienstverlening. Daarnaast zijn we in staat een bijdrage te leveren op het gebied van databeheer en -analyse, dienst-verleningsconcepten en financieel-economische vraagstukken. Ook deze taken zullen via deelprocessen beschreven en georganiseerd worden.
Begroting 2014 GR Drechtsteden
23
De huidige economische werkelijkheid heeft thans vooral gevolgen van de inning van de belastinggelden. Er tekent zich een vermindering van de betalingsbereidheid af; veelal is een te laat reageren op wanbetaling oorzaak van oninbaarheid. Het aantal aanmaningen en dwangbevelen neemt toe. Dit resulteert enerzijds in meer inkomsten (de geïnde kosten komen ten bate van de bedrijfskosten) en anderzijds is er de noodzaak de inzet op de invordering te verhogen. Bij de 2e Managementrapportage 2013 zal Gemeentebelastingen Drechtsteden nadere voorstellen doen de inzet op de invordering budgettair neutraal voor de deelnemende gemeenten af te stemmen op de maatschappelijke ontwikkeling. Wat willen we bereiken? De primaire taak van Gemeentebelastingen Drechtsteden is het genereren van opbrengsten voor de deelnemende gemeenten. Deze opbrengsten worden, mede op grond van de adviezen van Gemeentebelastingen Drechtsteden, door de gemeenten verwerkt in hun begrotingen. Deze begrotingen worden eerst eind 2013 door de gemeenteraden vastgesteld. Vandaar dat in onderstaande tabel de bedragen van 2013 zijn opgenomen. (Bedragen x € 1.000) Begrotingscijfers 2013 Belasting OZB
Dordrecht HI-Ambacht Papendrecht Sliedrecht Zwijndrecht Totaal 20.164 4.809 5.124 3.367 8.082 41.546
Afvalstoffen
12.904
3.228
2.959
1.837
5.519
26.447
Rioolrechten
10.320
1.822
3.764
2.304
3.804
22.014
589
145
155
85
178
1.152
Hondenbelasting Precario Parkeren Totaal
160
118
-
16
100
394
1.090
-
-
-
-
1.090
45.227
10.122
12.002
7.609
17.683
92.643
Naast de hier genoemde lokale heffingen verzorgt Gemeentebelastingen Drechtsteden ook de heffing en inning van reinigingsrechten, rioolaansluitingsrechten en gelden voor de bedrijfsinvesteringzones. Zowel voor de heffing van de onroerende zaakbelastingen als voor externe afnemers, zoals de Rijksbelastingdienst, de waterschappen en het Centraal Bureau voor de Statistiek wordt jaarlijks een waardering gegeven aan de onroerende zaken in de regio. Ook in 2014 wordt dat gerealiseerd via vastgoeddomeinen. De omvang hiervan is in de onderstaande tabel aangegeven Vastgoeddomein Woningen
Aantal te waarderen 2014 (raming) 116.880
Courante Niet woningen
7.450
TIOX-objecten
2.170
Top-500 Totaal
500 127.000
In haar bedrijfsplan 2013-2014 heeft Gemeentebelastingen Drechtsteden aangegeven in een nieuwe fase van haar ontwikkeling te komen, de startblokken voorbij. Dat betekent dat er ook in 2014 ruimte gevonden moet worden in termen van productontwikkeling en –verbetering. Als voorbeelden hiervan noemen wij: • verdere synchronisatie van de uitvoeringspraktijk lokale heffingen van de deelnemers • verdere productontwikkeling dienstverlening aan gemeenten en belastingplichtigen • versnellen van het tempo waardering onroerende zaken (en de aanslagoplegging) • scherpere invorderingsmaatregelen (tegengaan oninbare belasting) • aangaan van samenwerking ten behoeve van het datagebruik voor de deelnemers • prognoses gebruiken voor toekomstscenario’s gemeenten (leegstand e.d.) productontwikkeling door de integratie met Geo-informatie.
Begroting 2014 GR Drechtsteden
24
Wat gaan wij daarvoor doen? Product/activiteit/project
Beoogd resultaat
Toelichting
Oplegging aanslagen 2012, 2013, 2014
Maximale opbrengsten
Volledige benutting belastingcapaciteit
betalingsbereidheid met een maximum van 0,5 % oninbaar Waardering onroerende zaken (inclusief gebruikswaarde nietwoningen)
T.o.v. 2010 afname debiteurensaldo in 2014 van meer dan 14 %
Invordering aanslagen Waardering onroerende zaken
Conform normering, procesgerichte aanpak via vastgoeddomeinen
Bezwaar en Beroep
Afdoening binnen de wettelijke termijnen
Conform indicatoren
P&C-cylcus gemeenten
Bijdragen aan de gemeentelijke begrotingsprocessen (opbrengstprognoses, begrotingen, burap’s, jaarrekeningen)
Conform afspraken/geconsolideerde controleverklaring
Conceptverordeningen
Verordeningen lokale heffingen
Alle verordeningen vastgesteld
Productontwikkeling
Bijdrage in Geo-informatie, analyse Drechtstedelijke kerngetallen
Afgestemde datalevering en data-analyse
Verdere synchronisatie uitvoering
Onderdeel Brede Doorlichting, continue proces
Belastingregels afstemmen
Producten Geo
Conform Jaarplan 2013-2014
Taakoverdracht en productontwikkeling
Hoe gaan we dit meten? Zoals met de opbrengsten worden ook de verzending van de aanslagen, de afdoening van bezwaarschriften, afdoening voor verzoeken om kwijtschelding en dergelijke per gemeente afgesproken. Gemeentebelastingen Drechtsteden hanteert hierbij voor alle gemeenten de volgende indicatoren. Product
Prestatie-indicator 95% voor 1 maart 2014 97% voor 1 april 2014
Verzenden gecombineerde aanslagen/WOZ-beschikkingen 2014
99% voor 1 mei 2014 100% voor 1 juni 2014
Verzenden overige aanslagen Afdoen verzoeken om kwijtschelding Afdoen bezwaarschriften
overeenkomstig wett.termijnen 99% binnen 3 maanden na indiening 100% binnen 6 maanden na indiening 25% binnen 3 maanden na indiening 100% binnen de wettelijke termijn
Het aantal bezwaarschriften is afhankelijk van de conjunctuur en gevoelig voor beleids- en tariefwijzigingen van de gemeenten. Ook wijzigingen door verandering in de wet- en regelgeving en nieuwe jurisprudentie kunnen effecten hebben op het aantal. Voor 2014 gaan we vooralsnog uit van maximaal 6.000 bezwaarschriften. Vragen van inwoners over lokale heffingen komen altijd eerst terecht bij de gemeentelijke frontoffice. Alleen wanneer de vraag daar niet kan worden afgedaan, wordt de backoffice van Gemeentebelastingen Drechtsteden aangesproken. Het gaat hier jaarlijks om circa 10.000 meldingen. Door middel van het organiseren van inloopavonden op gemeentelijke locaties voor belastingplichtigen wordt getracht dit aantal te beperken. Ook de hoeveelheid bezwaarschriften kan hierdoor beperkt worden. Voor de deelnemende gemeenten wordt ook in 2014 deze mogelijkheid geboden. Zowel de behandeling van bezwaarschriften als de meldingen worden via postverwerkingsysteem Mozaïek gemonitord.
Begroting 2014 GR Drechtsteden
25
Gemeentebelastingen Drechtsteden levert ook de bouwstenen aan gemeenten om hun belastingbeleid te kunnen vormgeven. In ieder geval worden jaarlijks alle verordeningen ter zake gescreend en aangepast, inclusief de tariefswijzigingen. Gemeentebelastingen Drechtsteden levert de concept-verordeningen hiervoor tijdig aan. Daarnaast wordt ondersteuning geboden bij het vaststellen van verordeningen die niet behoren tot de heffings- en inningstaak van Gemeentebelastingen Drechtsteden. Vanzelfsprekend wordt ook advies gegeven over beleidswijzigingen. Ook de reguliere managementinformatie aan gemeenten over de belastingopbrengsten is een vaste taak. Een omvangrijk subproces van de belastingheffing is de wettelijk verplichte, jaarlijkse waardebepaling van het vastgoed in de regio. Gemeentebelastingen Drechtsteden zal conform de voorschriften tijdig correcte en volledige levering van WOZ-data verzorgen naar de Rijksbelastingdienst, het CBS, het Waterschap Hollandse Delta en het Waterschap Rivierenland. De voortgang wordt per vastgoeddomein voortdurend bijgehouden. Gemeentebelastingen Drechtsteden meldt maandelijks de opbrengsten uit de aanslagen, de mate van afdoening van bezwaarschriften, het kwijtscheldingsvolume en de leegstandscijfers aan de betrokken gemeentelijke bestuurders. De producten van Geo-informatie worden in de 2e Burap 2013 nader omschreven. Wat gaat het kosten? (Bedragen x € 1.000)
Resultaat voor bestemming Mutatie reserves Resultaat na bestemming
Resultaat 2012 Lasten Baten Saldo 4.651 4.875 224 0 0 0 4.651 4.875 224
Actuele begroting 2013 Lasten Baten Saldo 4.694 4.964 0 0 0 0 4.694 4.964 0
Primaire begroting 2014 Lasten Baten Saldo 4.694 4.964 0 0 0 0 4.694 4.964 0
Bijdragen per deelnemer De bijdragen van de deelnemers in 2014 worden naar rato van het aantal aanslagregels in 2012 bepaald. De totale geraamde lasten 2014 bedragen € 4.694.000. Gemeentebelastingen Drechtsteden genereert conform de begroting € 300.000 eigen inkomsten. De totale bijdrage van de gemeenten is daarmee € 4.394.400. Deelnemer
% aanslagregels 2011
Begroting 2013
% aanslagregels 2012
Dordrecht
54,60%
2.399.342
54,71%
H-I-Ambacht
10,52%
462.291
10,36%
Begroting 2014 2.404.176 455.260
Papendrecht
9,85%
432.848
9,89%
Sliedrecht
9,81%
431.091
9,83%
434.606 431.970
Zwijndrecht Totaal
15,22%
668.828
15,21%
668.388
100,00%
4.394.400
100,00%
4.394.400
Begroting 2014 GR Drechtsteden
26
2.7 Onderzoekcentrum Drechtsteden Inleiding Het Onderzoekcentrum Drechtsteden (OCD) is ‘partner voor beleid’ voor de Drechtsteden gemeenten en de andere organisatieonderdelen van de GR Drechtsteden. Het OCD ondersteunt hen bij hun beleid met onderzoek, advies en informatie. Het OCD is continu in ontwikkeling. In 2013 hebben we strategisch partnerschap als belangrijkste speerpunt benoemd. Dit vanuit een veranderende behoefte bij gemeenten. De grote opgaven die op hen afkomen, vragen een andere vorm van ondersteuning. Dat geldt ook de ontwikkelingen binnen de Drechtsteden. Het OCD heeft de ambitie hier naadloos bij aan te sluiten met haar competenties, onderzoeksmethoden en producten, en door te ontwikkelen tot strategisch partner voor beleid. Ook in 2014 zetten we hier sterk op in. De verwachting is dat dit ‘extra’ opdrachten zal genereren. Tegelijk hebben gemeenten te maken met bezuinigingen. Op dit moment betalen gemeenten alleen een vaste bijdrage voor het basispakket. Dit basispakket lichten we in 2013 door, waardoor deze vaste bijdrage mogelijk minder wordt. In de opdrachten ‘op maat’ (pluspakket), waarvoor gemeenten betalen op basis van daadwerkelijke afname, zal naar verwachting een verschuiving plaats vinden naar meer –grotere- strategische opdrachten. De ambitie is 5% van de omzet in te verdienen via ‘extra’ interne opdrachten, die via actieve acquisitie en soms in concurrentie zijn verkregen. En ten slotte is het OCD ook actief op de externe markt. De ambitie voor 2014 is om 5% van de omzet via externe opdrachten in te verdienen. Conclusies, acties, bijsturing e.d. Voor de doorontwikkeling naar strategisch partner, investeert het OCD ook in 2014 extra in haar medewerkers. Daarnaast zetten we sterk in op netwerkverbreding, versterking strategische relaties en samenwerking met partners die ons aanvullen. We monitoren onze acquisitie en omzet, zodat we op tijd bij kunnen sturen, extra onderzoekskracht in kunnen huren, dan wel onderzoekers elders kunnen detacheren. De verwachting is dat het OCD met de huidige formatie voor 2014 voldoende omzet kan genereren om haar kosten te dekken. Wat willen we bereiken? Het OCD wil in 2014 nog meer de strategisch partner zijn van de Drechtsteden. Doelstellingen die daaraan gekoppeld zijn (strategisch) advies geven, verbreding van het netwerk, nieuwe methoden/instrumenten (door)ontwikkelen die daarbij aansluiten en relevante samenwerkingsrelaties aangaan. Daarnaast hebben we een aantal bedrijfsmatige doelen: een hoge klanttevredenheid, ‘extra’ interne en externe opdrachten die samen 10% van de omzet uitmaken, en een acquisitieresultaat van tenminste 75%. Wat gaan wij daarvoor doen? Om bovengenoemde doelen te bereiken gaan we door met onze activiteiten in het kader van strategisch partnerschap. In 2013 zijn we begonnen met het uitwerken van een strategische visie. Deze gaan we in 2014 implementeren. Daar hoort ook de verkenning van nieuwe methoden en instrumenten bij. Daarnaast zetten we in op versterking van het (strategisch) adviseren, de netwerkontwikkeling en het zoeken van relevante samenwerkingspartners. Product/activiteit/project
Beoogd resultaat
strategische visie implementeren
vijf strategische opdrachten
(strategisch) advies versterken
vijf opdrachten met adviescomponent
netwerk actief versterken
vijf opdrachten via actieve werving in netwerk
Begroting 2014 GR Drechtsteden
27
Product/activiteit/project
Beoogd resultaat
nieuwe methoden/ instrumenten verkennen
twee bruikbare nieuwe methoden voor aanpak strategische vraagstukken
relevante samenwerkingsrelaties verkennen
één samenwerkingsrelatie die meerwaarde biedt
Het OCD biedt de Drechtsteden gemeenten een basispakket aan producten voor structurele ondersteuning van hun algemene beleid. Het betreft basisinformatie, kennisoverdracht, omnibusonderzoek/panels en monitoren. Deze producten leveren kerncijfers op over de huidige stand van zaken binnen een gemeente en brengen trends en ontwikkelingen in kaart. Deze producten worden verder ontwikkeld in samenspraak met de gemeenten. In 2013 wordt het basispakket doorgelicht. In onderstaande tabel staan de producten uit het basispakket voor 2014 1 weergegeven met een doorkijkje naar de jaren 2015 t/m 2017. Basispakket OCD wat? basisinformatie bedrijvenregister kerncijfers gemeenten bevolkingsprognose
frequentie?
2014
2015
2016
2017
jaarlijks jaarlijks 4-jaarlijks
x x x
x x
x x
x x
kennisoverdracht informatie en advies werkgroepen factsheets, notities, artikelen lunch/borrelbijeenkomsten conferentie
continu continu continu continu 2-jaarlijks
x x x x x
x x x x
x x x x x
x x x x
x x
x x
x x
x x
x x x
x x x x x
x x x
x
x
x
x x
x
x x
omnibusonderzoek/panels omnibusonderzoek bewonerspanel monitoren staat Drechtsteden wonen economie & arbeidsmarkt onderwijs vrije tijd leefbaarheid/ veiligheid sociaal beeld binnenstad milieu communicatie & bestuur
2-jaarlijks jaarlijks jaarlijks jaarlijks 2-jaarlijks 4-jaarlijks jaarlijks 4-jaarlijks jaarlijks 2-jaarlijks 2-jaarlijks
x
x x x x x x x x x x
Via regionale monitoren actualiseren we belangrijke informatie op verschillende beleidsterreinen (o.a. wonen, economie, sociaal en milieu). Daarnaast kan men een beroep doen op de kennis en expertise van de medewerkers. In factsheets en notities maken we een vertaalslag van relevante resultaten voor beleid. Naast dit basispakket aan producten en diensten kunnen gemeenten en de GRD additionele onderzoeksopdrachten laten uitvoeren (pluspakket). Zoals hiervoor al gezegd betalen de gemeenten voor het basispakket een vaste bijdrage; voor het pluspakket betaalt men naar afname. Het OCD verdient daarnaast 10% van haar omzet extern of ‘extra’ intern in. Hoe gaan we dit meten? In een klankbordgroep van vertegenwoordigers van gemeenten en GRD bespreken we de producten van ons basispakket en de stand van zaken m.b.t. de interne en externe opdrachten. Daarnaast zorgen we – als onderdeel van ons kwaliteitssysteem – voor feedback per opdracht. Dat geldt als een doorlopend klanttevredenheidsonderzoek. 1
Hierin zijn de resultaten van de doorlichting nog niet verwerkt.
Begroting 2014 GR Drechtsteden
28
Verder beschikken we over managementinformatie op projectniveau en medewerkerniveau. Kritische succesfactor
Realisering 2012
Prestatie-indicator
kwaliteit medewerkers
gemiddeld rapportcijfer opdrachtgevers voor opdrachten
efficiënte organisatie acquisitievaardigheid
Normering 2013
Normering 2014
7,6
7,5
8,0
declarabel percentage
66%
68%
68%
gerealiseerde acquisitie-opdrachten (extern of intern in concurrentie)
70%
70%
75%
Wat gaat het kosten? (Bedragen x € 1.000) Realisatie 2012 Resultaat voor bestemming Mutaties reserve Resultaat na bestemming
Actuele begroting 2013
Primaire begroting 2014
Lasten 1.468
Baten 1.488 0
Saldo -19 0
Lasten 1.549 0
Baten 1.549 0
Saldo 0 0
Lasten 1.549 0
Baten 1.549 0
Saldo 0 0
1.468
1.488
-19
1.549
1.549
0
1.549
1.549
0
Bijdragen per deelnemer De bijdrage per deelnemer wordt hier weergegeven. (Bedragen x € 1.000) Deelnemer
Verdeelsleutel inwoneraantal per 1-72012
Verdeling in %
Geactualiseerde begroting 2013
Begroting 2014
Basispakket 19.569
7%
58
58
118.607
44%
355
355
H.I. Ambacht
28.564
11%
84
85
Papendrecht
32.016
12%
95
96
Sliedrecht
24.328
9%
72
73
Zwijndrecht
44.589
17%
133
133
797*
800
Pluspakket; gemeenten en GRD**
597
594
Extern en extra intern
155
155
Alblasserdam Dordrecht
Totaal
267.673
1.549 1.549 * Door het afronden op duizendtallen is het in de geactualiseerde begroting 2013 vermelde bedrag basispakket € 797.000. In de 1e burap 2013 zal deze gewijzigd worden in € 800.000. ** Er is nog geen verdeling per gemeente weer te geven. Afspraken omtrent afname pluspakket worden in de loop van 2013 en 2014 met de afzonderlijke gemeenten gemaakt.
Begroting 2014 GR Drechtsteden
29
3. Verplichte paragrafen 3.1 Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen wordt gedefinieerd als het vermogen om niet-structurele financiële risico’s op te vangen. Het weerstandsvermogen bestaat uit de weerstandscapaciteit en de risico’s waarvoor geen voorzieningen zijn gevormd of verzekeringen zijn afgesloten. Weerstandscapaciteit De weerstandscapaciteit bestaat uit het aanwezige eigen vermogen in de vorm van algemene reserves en bestemmingsreserves. Hierbij wordt nog geen rekening gehouden met eventuele resultaatbestemmingen volgend uit de jaarrekening 2012. Wel zijn de begrote mutaties van 2013 meegenomen in het overzicht. (Bedragen x € 1.000)
Algemene reserve Bestemmingsreserve BDS BWS BDS Noordoevers BDS Investerings fonds BDS Exploitatiereserve SDD WWB-inkomen SDD Minimabeleid SDD Inburgering SDD WMO HH SDD Innovatiereserve SDD Exploitatiereserve IBD Exploitatiereserve SCD Frictiereserve SCD Exploitatiereserve GBD Exploitatiereserve OCD Exploitatiereserve Totaal
Stand per 01-01 84
419 1.271 3.363 117 0 19 800 1.098 214 250 0 2.639 3 164 100 10.541
2014 toevoeging onttrekking Stand per 31-12 0 0 84
127 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 127
510 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 510
36 1.271 3.363 117 0 19 800 1.098 214 250 0 2.639 3 164 100 10.158
Toelichting bij de reserves In december 2007 is door de Drechtraad de notitie reserves en weerstandsvermogen vastgesteld. Daarbij is het ondermeer het maximum van de te vormen reserves vastgelegd, alsmede de wijze waarop de reserves worden gevormd. Per GRD-dochter wordt een exploitatiereserve gevormd, die wordt gevoed uit positieve exploitatieresultaten. De hoogte hiervan bedraagt minimaal € 100.000 en maximaal 3% van de totale lasten. Voor de algemene resrve is er een maximumniveau van € 500.000 gesteld. Bestemmingsreserve Besluit Woninggebonden Subsidies De reserve omvat door het Rijk aan de regio gedecentraliseerde middelen, die overeenkomstig de regels van het Rijk vrij besteedbaar zijn. De reserve wordt gevoed door de middelen die vrijkomen doordat er geen subsidieverplichting meer op rust. In de begroting is hiervoor vooralsnog geen bedrag opgenomen. Bij de besluitvorming over de diverse scenario’s voor de inzet van de BWS-reserve is besloten jaarlijks een onttrekking te doen ten gunste van de uitvoering van de deelprogramma’s van Bureau Drechtsteden. Voeding en onttrekking lopen beide via het begrotingsprogramma Bureau Drechtsteden. 2014 is het laatste jaar waarin een volledige onttrekking kan worden gedaan. Bestemmingsreserve Noordoevers Het Drechtstedenbestuur heeft op 11 januari 2012 ingestemd met het inzetten van de vrijvallende voorziening Landsbanki voor een deel van de financiële problematiek rondom Noordoevers. De Drechtraad is hierover geïnformeerd via de raadsinformatiebrief van 13 februari 2012.
Begroting 2014 GR Drechtsteden
30
Zoals daarin aangegeven wordt nu voorgesteld om voor deze vrijgevallen middelen de reserve Noordoevers te vormen. De reserve wordt ingezet op het moment van feitelijke verrekening. Aan de Drechtraad wordt dan een voorstel voor onttrekking aan de reserve gedaan. Bestemmingsreserve Investeringsfonds Betreft hier het restant van het investeringsfonds van Manden Maken. Bestemmingsreserve WWB Sociale Dienst Drechtsteden Voor inkomensvoorziening in het kader van de wet WWB is afgesproken om tekorten en overschotten regionaal te verevenen. De maximale omvang van de reserve is vastgesteld op € 4,5 miljoen. Bestemmingsreserve Minimabeleid De SDD voert regiobreed het geharmoniseerde minimabeleid uit. Het betreft een open eind regeling, aanvragen kunnen niet worden afgewezen vanwege een budgettair tekort. Om die reden is de reserve gevormd, met een maximum van € 300.000. Bestemmingsreserve Inburgering Sinds 1 januari 2007 is de Wet Inburgering (WI) van kracht. Voor het uitvoeren van de WI ontvangt de SDD financiële middelen van het Rijk. Aangezien het Rijk eerst op basis van prestaties afrekent met gemeenten, ontstaan er voor- en nadelen in de prijzen die uiteindelijk met de SDD worden verrekend. Voor het opvangen van deze financiële consequenties is deze reserve gevormd, met een maximum van € 800.000. Bestemmingsreserve WMO huishoudelijke verzorging De Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) is sinds 1 januari 2007 van kracht. Voor de Drechtsteden is voor de huishoudelijke verzorging één verordening vastgesteld. Sinds 1 januari 2012 is er sprake van voor- en nacalculatie. Hierdoor is het niet meer noodzakelijk om deze reserve aan te houden. Risico’s In deze paragraaf gaan we in op risico’s die weliswaar een materiële invloed op de financiële positie kunnen hebben, maar waarvoor nog geen (volledige) maatregelen zijn getroffen, omdat de financiële omvang nog niet redelijkerwijs te schatten is.
Dochter
Omschrijving
Kans
Impact
GRD
WW
Groot
Groot
IBD
Opdrachtenstroom vanuit de klantorganisaties
Groot
Groot
SCD
Ontvlechtingen GR‘en ZHZ
Groot
Groot
SCD
Drechtwerk
Groot
Groot
SCD
Ontvlechtingen GR‘en
Groot
Groot
Begroting 2014 GR Drechtsteden
Opmerking en sturing Binnen de GRD is er voor de bovenformatieven een voorziening gevormd ten behoeve van het sociaal plan. Na afloop van de termijnen in het sociale plan ontstaan er WW-kosten. Deze doen zich voor vanaf 2014 en verder. Voor deze WW-kosten is geen voorziening gevormd omdat deze kosten op dit moment nog moeilijk in te schatten zijn en er daarnaast nog onzekerheid is omtrent de effecten van de mogelijke wijzigingen van de WW. Het grootste risico van het ingenieursbureau is de opdrachtenstroom vanuit de klantorganisaties Dordrecht en Zwijndrecht. Aangezien er geen heldere meerjarenplanning was voor 2012 is van de verwachte omzet vanuit onze klantorganisaties blijft het elk jaar onduidelijk hoe de omzet per jaar verloopt. Beide partijen hebben zich garant gesteld dat 90% van de begrote omzet (primaire begroting) wordt afgenomen. In de eerste en tweede burap van 2012 is de nieuwe relatie met de GR-en ZHZ omschreven. De gevolgen waren begin 2013 nog niet volledig in beeld. De jaarlijkse bijdrage door de GR’en is verlaagd. Het is nog de vraag of de ontvangen frictievergoeding voldoende is om alle (structurele) kosten die e (moeten) doorlopen te kunnen dekken. Bij de 1 burap 2013 wordt dit in beeld gebracht. Op 5 maart 2013 heeft de Drechtraad besloten om de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden en de Gemeenschappelijke Regeling Drechtwerk samen te voegen. Op dit moment wordt onderzocht hoe de samenvoeging het best kan worden vormgegeven. In de eerste en tweede burap van 2012 is de nieuwe relatie met de GR-en ZHZ omschreven. De gevolgen waren begin 2013
31
ZHZ
nog niet volledig in beeld. De jaarlijkse bijdrage door de GR’en is verlaagd. Het is nog de vraag of de ontvangen frictievergoeding voldoende is om alle (structurele) kosten die e (moeten) doorlopen te kunnen dekken. Bij de 1 burap 2013 wordt dit in beeld gebracht.
3.2 Bedrijfsvoering Onze ontwikkeling De GRD is, na de formele start van de eerste dochters in 2007, inmiddels een volwassen organisatie. Een organisatie die in de afgelopen tijd grote opgaven heeft gekend en ook de komende jaren nog voor grote opgaven staat. Met name de steeds beperkter wordende middelen maar ook de nieuwe opgaven die vanuit rijk en gemeenten bij ons worden belegd vragen veel van onze organisatie, van ons bestuur en ook zeker van onze medewerkers. Elke dochter binnen de GRD heeft de afgelopen tijd een transformatie doorgemaakt of zal dat de komende tijd nog doormaken. Deze veranderingen zijn vooral ingegeven voor de noodzaak van verdere kostenverlaging, efficiencyverbeteringen en het opvangen van nieuwe taken. De veranderingen zoals die nu al zijn doorgevoerd zullen echter opgevolgd worden door nieuwe opgaven tot aanpassingen van onze processen, producten en organisaties. De rode draad daarin is en blijft het slimmer en beter werken. Omdat we hier de afgelopen jaren binnen de organisatie al veel hebben geïnvesteerd zal een vraag om kostenverlaging in vele gevallen gekoppeld gaan worden aan een discussie met onze eigenaren over verdere uniformering, ambitieverlaging en vermindering van productaanbod. Binnen die context werken wij aan organisatie. Ons rol in het netwerk De GRD maakt onderdeel uit van het organisatienetwerk Drechtsteden. Voor de Drechtstedengemeenten en de GRD is de manier van werken over de organisatiegrenzen heen veel belangrijk dan de structuur zelf. Op grond van de gedeelde visie op het werken in de Drechtsteden zetten we de komende tijd verdere stappen in het intensiever samenwerken. Dit gebeurt vanuit de gedachte dat een deel van het ambtelijk werk het beste vanuit de lokale gemeenten georganiseerd kan worden en dat daarnaast verschillende samenwerkingsvormen beschikbaar zijn binnen het netwerk. Binnen ons netwerk kennen we ‘poolen’ (capaciteit uitwisselen en het werk doen samen vanuit de lokale organisaties), ‘hosten’ (de medewerker voor bepaalde taken bijeenbrengen binnen één van de gemeenten) en ‘regionaal clusteren’(de medewerkers voor bepaalde taken bijeenbrengen binnen onze GRD-organisatie). Vanuit deze gedachte van het organisatienetwerk Drechtsteden vullen wij als GRD onze opgave zo effectief en efficiënt mogelijk in. Onze dochterbedrijven werken zowel voor als achter de schermen, namens de gemeenten. Zodat de gemeenten zich kunnen richten op hun kerntaken, zoals het zorgen voor een goede woon-, werk- en leefomgeving voor de inwoners. Samen met de gemeenten proberen wij ons werk zo slim mogelijk uit te voeren, tegen zo laag mogelijke kosten. Onze visie De visie op de GRD hebben we opgebouwd rond het principe van ‘waarom, hoe en wat’. Veel bedrijven vertellen hun verhaal van ‘wat’ ze doen maar kunnen niet goed vertellen ‘waarom’ ze het doen. Wij starten onze visie daarom met het benoemen van onze meerwaarde: ‘waarom hebben de gemeenten de GRD opgericht?’. Om vanuit de beantwoording van die vraag te kijken naar hoe we dat doen en wat we daarvoor doen. Het waarom van de GRD Met het bieden van toonaangevende, solide en professionele dienstverlening bieden wij continuïteit, kwaliteit en schaalvoordeel. Daarmee creëren wij meerwaarde voor het organisatienetwerk van de Drechtsteden.
Begroting 2014 GR Drechtsteden
32
Het wat van de GRD
We willen toonaangevend presteren. Elke dochter zoekt voor haar klanten continu naar mogelijkheden om producten te verbeteren en kosten te verlagen. Daarbij zijn we grensverleggend zonder risico’s te vergroten, passend bij de aard van de dochter. We anticiperen tijdig op ontwikkelingen en vertalen deze naar gepaste diensten en producten voor onze klanten. Daarbij is publieke zakelijkheid voor ons een belangrijk principe. Wij combineren de kenmerken van een publieke organisatie met de kenmerken van een commerciële organisatie. Op dat snijvlak van publiek en zakelijk kunnen handelen laat zich onze meerwaarde duidelijk zien. Met onze medewerkers zijn wij in staat om de gevraagde prestaties te leveren. Met een goed samenspel tussen organisatie en medewerkers willen wij bevlogenheid creëren. Dit zijn wij als belangrijke pijler voor het bestaansrecht van onze organisatie en draagt bij aan meer effectiviteit, efficiency en klantgerichtheid. Een deel van onze meerwaarde is gelegen in het behalen van schaalvoordeel voor onze eigenaren. Efficiëntie in ons handelen en continuïteit in dienstverlening is daarom van groot belang. Onze bedrijfsvoering moet dusdanig zijn ingericht dat we de middelen die wij van onze eigenaren en van andere overheden ontvangen op de juiste manier inzetten én ons daarover kunnen verantwoorden. Wij zijn als GRD van en voor de gemeenten. Het is voor ons belangrijk te weten wat onze eigenaren en klanten nodig hebben en van ons verwachten. Van ons wordt enerzijds een probleemloze levering van diensten, tegen de laagste kosten, minste tijd en grootste gemak verwacht. Anderzijds willen en moeten wij kunnen inspelen op de wensen van de gemeenten, op basis van een goede onderlinge relatie en van onze kennis van de gemeenten en de zaken waar zij mee te maken hebben. Het hoe van de GRD Hoe geven wij nu invulling aan onze opgave? Heel simpel gezegd doen wij dit met de dochterorganisaties van de GRD. En door uitvoering te geven aan de vier hierboven benoemde thema’s. Deze thema’s zijn – na een analyse van onze huidige positie en ontwikkelingen – verder uitgewerkt naar het niveau van plannen en activiteiten op concernniveau en op het niveau van de dochters.
Begroting 2014 GR Drechtsteden
33
Personeelsoverzichten Formatie
Bureau Drechtsteden Sociale Dienst Drechtsteden Ingenieursbureau Drechtsteden Servicecentrum Drechtsteden Gemeentebelastingen Drechtsteden Onderzoekcentrum Drechtsteden Totaal
Bezetting ultimo 2012 (in fte) 33,3 252,4 66,3 343,0 45,8 14,0 754,7
Begroting 2013 (in fte) 30,9 260,0 72,5 348,0* 46,0 14,6 772,0
Begroting 2014 (in fte) 32,4 259,4 72,5 340,0 46,0 14,6 764,9
* Raming op basis van de doorlichting van werkprocessen en de verwachte uitstroom van personeel. Deze raming is exclusief de effecten van de ontvlechting van de GR’en PG&J, VR en OD.
Ziekteverzuim 2012
Raming 2013
Raming 2014
Bureau Drechtsteden
3,59%
4%
4%
Sociale Dienst Drechtsteden Ingenieursbureau Drechtsteden Servicecentrum Drechtsteden Gemeentebelastingen Drechtsteden Onderzoekcentrum Drechtsteden Totaal
6,75% 4,08% 5,64% 5,12% 2,50% 5,67%
5% 4,6% 5,4% 5% 4% 5,10%
5% 4,6% 5,4% 5% 4% 5,10%
Inhuur (Bedragen x € 1.000)
Bureau Drechtsteden Sociale Dienst Drechtsteden Ingenieursbureau Drechtsteden Servicecentrum Drechtsteden Gemeentebelastingen Drechtsteden Onderzoekcentrum Drechtsteden Totaal
Realisatie 2012
Raming 2013
Raming 2014
292
300
200
719 1.118 5.820 68 26 8.043
740 226 5.000 75 28 6.369
740 650 4.500 60 28 6.178
3.3 Financiering In december 2009 heeft de Drechtraad het vernieuwde financieringsstatuut vastgesteld. In het financieringsstatuut zijn de doelstellingen van de financiële functie aangegeven en uitgewerkt: • beheersen, beperken en spreiden van financiële risico’s; • zorgdragen voor effectief en efficiënt kas- en saldobeheer; • zorgdragen voor een goed relatiebeheer; • opereren binnen de kaders zoals die zijn gesteld in de wet Fido; • realiseren van gedegen informatiestromen. Financiële risico’s Renterisico’s kunnen worden onderscheiden in het renterisico van de vlottende schuld en dat van de vaste schuld. In de Wet Fido is een norm gesteld voor het maximum bedrag waarvoor kortlopende
Begroting 2014 GR Drechtsteden
34
financieringsmiddelen, met een looptijd korter dan één jaar, aangetrokken mogen worden. Deze norm, de kasgeldlimiet, bedraagt 8,2% van het begrotingstotaal aan lasten vóór bestemming. Voor 2014 is de kasgeldlimiet derhalve 8,2% van € 255 miljoen, is € 20,9 miljoen. De renterisiconorm heeft tot doel om binnen de portefeuille aan langlopende leningen een overmatige afhankelijkheid van de rente in een zeker jaar te voorkomen. OM dat te bereiken mat het totaal aan renteherzieningen en aflossingen op grond van deze norm niet meer zijn dan 20% van het begrotingstotaal. Het begrotingstotaal van de GRD bedraagt € 255 miljoen waardoor de norm voor de GRD gelijk is aan € 50,9 miljoen. Het werkelijke renterisico voor de GRD gedurende 2014 bedraagt € 7 miljoen, zijnde de aflossing op de in de 2011 aangetrokken langlopende lening. Dit betekent dat de GRD in 2014 ruim binnen de renterisiconorm zal opereren. Kredietrisico’s Kredietrisico’s kunnen zich op twee manieren manifesteren. Ten eerste is er risico dat wordt gelopen op verstrekte leningen en uitgezette beleggingen. Deze risico’s worden door de Wet Fido ingeperkt door middel van te stellen voorwaarden aan marktpartijen en financiële producten. Het is de verwachting dat de GR Drechtsteden in 2014 overtollige liquide middelen zal uitzetten en/of leningen zal verstrekken. Kasbeheer De treasuryfunctie kasbeheer zorgt voor een efficiënte inrichting van de bankrekeningstructuur en maakt gebruik van de verschillende betaalinstrumenten. Op basis van een korte liquiditeitsplanning worden de liquiditeiten beheerd, waarbij met kasgeld en deposito’s het saldo naar nul wordt gestuurd. Financieringskosten De financieringskosten worden mede bepaald door de rentetypische looptijd en de beschikbaarheid van de leningen. Mogelijkheden voor alternatieve financiering worden onderzocht indien die tot lagere financieringskosten kunnen leiden. Van belang is dat de marktpartijen waar leningen worden opgenomen maatschappelijk aanvaard zijn. Relatiebeheer Het relatiebeheer heeft betrekking op het onderhouden van marktrelaties met banken en financiële instellingen, en is van belang om ontwikkelingen op de geld- en kapitaalmarkt te monitoren. 3.4 Onderhoud kapitaalgoederen De Drechtraad heeft in de vergadering van december 2008 de notitie activeren en afschrijving vastgesteld. In de notitie is vastgesteld wanneer activa worden gevormd en op welke wijze afschrijvingen plaatsvinden en met welke termijnen. GR Drechtsteden heeft kapitaalgoederen in de vorm van een investering in de kantoorpanden die worden gebruikt voor huisvesting van Sociale Dienst, Ingenieursbureau, en Servicecentrum. GRD heeft met de eigenaar, de gemeente Dordrecht, een huurcontract afgesloten voor de periode van 15 jaar. Voor de kantoorpanden is in 2009 een MeerjarenOnderhoudsPlan (MOP) opgesteld op basis waarvan preventief onderhoud zal plaatsvinden en de jaarlijkse onderhoudskosten kunnen worden vastgesteld en beheerd. Uit de MOP blijkt een schommeling in de jaarlijkse kosten van preventief onderhoud. De fluctuaties in die kosten blijken echter beperkt. Er is dan ook geen reden een onderhoudsvoorziening in te stellen. De jaarlijkse kapitaal- en onderhoudslasten worden op basis van het aantal formatieplaatsen omgeslagen naar de gebruikers van de panden, en zijn dus opgenomen in de begrotingsprogramma’s van desbetreffende GRD-dochters. Daarnaast heeft de GRD ICT-activa, en investeert de komende jaren verder daarin. Het Servicecentrum exploiteert de regionale ICT-infrastructuur en stelt deze beschikbaar aan de deelnemende gemeenten en klantorganisaties. De jaarlijkse kapitaals- en onderhoudslasten zijn in het begrotingsprogramma van het SCD verwerkt. Voor onderhoud en vervanging worden planningen opgesteld. Verder heeft de GRD activa in de vorm van investering in de gebouwinrichting, zoals meubilair, en in software bij onder andere de Sociale Dienst en bij het Ingenieursbureau.
Begroting 2014 GR Drechtsteden
35
3.5 Verbonden partijen In 2004 is het Programma ICT in Dordrecht gestart. Eén van de grootste successen van dit programma is de oprichting van Stichting Breedband Drechtsteden. De doelstelling van deze stichting luidt: “het in eigendom verwerven en doen beheren van een glasvezelinfrastructuur in de regio Dordrecht”. Door deze eigen infrastructuur werd beoogd een basis voor samenwerking, synergie, innovatie en kostenefficiency te leggen. In 2006 is Bureau Drechtsteden (destijds nog de subregio Drechtsteden binnen Zuid-Holland Zuid) als deelnemer aan de stichting toegetreden, met een lening van € 350.000. In de afgelopen jaren is het aantal deelnemers en klanten van de SBD zodanig gegroeid dat er in begin 2011 een voorstel is gedaan om de SBD om te vormen naar een nieuwe structuur die professioneler en slagvaardiger is. Dit heeft ertoe geleid dat de stichting is omgevormd tot een stichting administratiekantoor (STAK) die de certificaten van aandelen beheert, met daaronder uitvoering BV’s en een netwerk BV waar het glasvezelnetwerk in eigendom is. Vanuit de GRD is er geen rechtstreekse deelneming in de BV’s. Het percentage van certificaten van aandelen dat op naam van de GRD staat bedraagt ruim 6%.
Begroting 2014 GR Drechtsteden
36
4. Financiële begroting 4.1 Recapitulatie programmabegroting (Bedragen x € 1.000)
Geactualiseerde begroting 2013
Realisatie 2012
Programma Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Begroting 2014
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
Saldo 2015
Saldo 2016
Saldo 2017
Bureau Drechtsteden
8.983
8.984
1
4.322
4.322
0
3.508
3.508
0
0
0
0
Bestuur en Staf
2.167
2.158
-9
2.381
2.381
0
2.160
2.160
0
0
0
0
Manden maken
436
436
0
-
-
-
-
-
-
-
-
-
191.082
209.603
18.521
196.220
196.220
0
193.306
193.306
0
0
0
0
7.992
8.373
381
7.522
7.868
346
7.576
8.022
446
496
496
496
54.208
49.779
-4.429
42.359
42.359
0
41.782
41.782
0
0
0
0
Gemeentebelastingen Drechtsteden
4.651
4.875
224
4.694
4.694
0
4.694
4.694
0
0
0
0
Onderzoekcentrum Drechtsteden
1.468
1.488
20
1.549
1.549
0
1.549
1.549
0
0
0
0
99
353
254
0
100
100
0
100
100
100
100
100
271.086
286.963
14.963
259.047
259.493
446
254.575
255.121
546
596
596
596
-14.963
-14.963
446
-446
546
-546
-596
-596
-596
271.086
0
259.493
0
255.121
0
0
0
0
Sociale Dienst Drechtsteden Ingenieursbureau Drechtsteden Servicecentrum Drechtsteden
Algemene dekkingsmiddelen Resultaat voor bestemming Resultaatbestemming Resultaat na bestemming
271.236
259.493
255.121
Incidentele baten en lasten De saldi van de meerjarenramingen worden niet beïnvloed door incidentele baten en lasten. In de primaire begroting 2014 zitten de volgende incidentele baten en lasten opgenome: (Bedragen x € 1.000)
Programma Algemene dekkingsmiddelen
Incidentele baten en lasten +100
Toelichting Algemeen renteresultaat
4.2 Algemene dekkingsmiddelen In 2014 bestaan de algemene dekkingsmiddelen uit het algemene renteresultaat van € 0,1 miljoen. (Bedragen x € 1.000)
Begroting 2013
Begroting 2014
Lasten
Baten
Saldo
Lasten
Baten
Saldo
0
100
100
0
100
100
Saldo 2015
Saldo 2016
Saldo 2017
100
100
100
De Algemene rente wordt gevormd door: De calculatorische rente, van 4%, op de geactiveerde investeringen. Rentelasten van opgenomen gelden; uitgegaan wordt van een gemiddelde liquiditeitsbehoefte van € 35 miljoen en een gemiddelde rente van 3%. Van het renteresultaat wordt € 150.000 gebruikt voor verlaging van het kostenniveau van het SCD. (Bedragen x € 1.000)
Begroting 2014 Rentebestanddeel kapitaallasten
1.150
Rentelasten liquide middelen
-900
Renteresultaat naar SCD
-150
Saldo baten
100
4.3 Resultaatbestemming Zoals uit de begrotingscijfers blijkt heeft de GRD een positief saldo, dat bestaat uit het Algemene renteresultaat, en het resultaat van het Ingenieursbureau. Het Algemene renteresultaat is vooralsnog beschikbaar als algemeen dekkingsmiddel. Het resultaat van het Ingenieursbureau wordt via een bestemmingsvoorstel bij jaarrekening 2014 toegevoegd aan de reserve en/of uitgekeerd aan de aan het IBD deelnemende gemeenten.
4.4 Verdeelsleutels Voor de bijdragen van de gemeenten in de kosten van de GRD-onderdelen worden de volgende verdeelsleutels gehanteerd:
Programma
Verdeelsleutel begroting 2014
Bureau Drechtsteden Algemene inwonerbijdrage Regionaal Platform Verkeersveiligheid Waterbus Bijdrage wonen Voorrangscommissie Klachtencommissie Natuur en Milieu Educatie Bijdrage uitvoeringskosten Wet Educatie en Beroepsonderwijs
Inwoneraantal per 1 juli 2012* Inwoneraantal per 1 juli 2012* Gemeentefonds uitkeringsjaar 2012 Inwoneraantal per 1 juli 2012* Inwoneraantal per 1 juli 2012* Inwoneraantal per 1 juli 2012* Inwoneraantal per 1 juli 2012* Inwoneraantal per 1 juli 2012*
Sociale Dienst Drechtsteden Participatiebudget Kinderopvang Inkomensondersteuning Minimabeleid WMO-huishoudelijke hulp WMO-hulpmiddelen (ex WVG) Schuldbemiddeling en budgetadvies Apparaatskosten
Rijksbudget Participatiebudget Voorcalculatie per gemeente met toepassing van kostenindexering Rijksbudgetten WWB-inkomen, IOAW, IOAZ, BBZ 5-jaars voorschrijdend gemiddelde WWBklantaantallen met toepassing van kostenindexering Voorcalculatie per gemeente met toepassing van kostenindexering Voorcalculatie per gemeente met toepassing van kostenindexering Voorcalculatie per gemeente met toepassing van kostenindexering 5-jaars voorschrijdend gemiddelde WWBklantaantallen met toepassing van kostenindexering; tevens 68,21% van doeluitkering gemeentefonds voor uitvoering WMO- huishoudelijke verzorging
Ingenieursbureau Drechtsteden
Afgenomen diensten
Servicecentrum Drechtsteden Basispakket Pluspakket en additioneel pakket IP&A deelprogramma 1B
Aantal fte per 1 januari 2013 Dienstverleningsovereenkomst Aantal werkplekken per 1 januari 2013
Gemeentebelastingen Drechtsteden
Aantal aanslagregels 2012
Onderzoekcentrum Drechtsteden
Inwoneraantal per 1 juli 2012*
Algemene dekkingsmiddelen * Inwoner aantallen Bron: CBS
Inwoneraantal per 1 juli 2012*
Begroting 2014 GR Drechtsteden
39
Inwoneraantallen De inwoneraantallen per 1 juli 2012 zijn als volgt (bron CBS):
Alblasserdam Dordrecht Hendrik Ido Ambacht Papendrecht Sliedrecht Zwijndrecht Totaal
Inwoneraantal 1 juli 2012 19.569 118.607 28.564 32.016 24.328 44.589 267.673
Begroting 2014 GR Drechtsteden
40
5.
VASTSTELLING
Dagelijks bestuur Als ontwerpbegroting vastgesteld door het dagelijks bestuur op 16 mei 2013. Het dagelijks bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden De secretaris,
De voorzitter,
drs. M.J.A. van Bijnen MBA
drs. A.A.M. Brok
Algemeen bestuur Vastgesteld door het algemeen bestuur van de Gemeenschappelijke Regeling Drechtsteden op 2 juli 2013. De coördinerend griffier,
De voorzitter,
A. Overbeek
drs. A.A.M. Brok
Begroting 2014 GR Drechtsteden
41
Bijlage: Bijdragen per gemeente
Alblasserdam
Dordrecht
H.I. Ambacht
Papendrecht
Sliedrecht
Zwijndrecht
Totaal
(Bedragen x € 1.000)
99 6 41 5 4 28 2 5 4 6 1
603 36 373 30 23 169 11 28 22 34 4
145 8 55 7 5 41 3 7 5 8 1
163 9 73 8 6 46 3 7 6 9 1
124 7 56 6 5 35 2 0 5 7 1
227 13 109 12 9 64 4 10 9 13 2
1.361 79 707 68 52 383 25 57 51 77 10
146
885
213
239
181
333
1.997
349 1.642 3 3.193 230 1.523 618 2 56 1.083
8.357 21.536 126 48.330 3.631 9.887 3.606 50 359 17.132
319 1.087 3 2.496 138 1.453 707 2 55 650
744 2.599 5 5.300 334 1.836 917 4 81 1.578
496 1.644 2.693 4.359 7 26 4.323 11.558 273 704 1.739 3.477 906 1.592 4 8 78 146 1.288 3.320
11.909 33.916 170 75.200 5.310 19.915 8.346 70 775 25.051
1.238
9.081 1.321 1.433 48 108 2.665 88
1.235
2.247
1.364
2.475 179
7 15 470 15
12 27 692 20
7 16 391 13
13 29 757 25
17.640 1.500 1.433 94 210 5.449 174
2.404
455
435
432
668
4.394
355
85
96
73
133
800
Programma Bureau Drechtsteden Algemene inwonerbijdrage Regionaal Platform Verkeersveiligheid Waterbus Voorrangscommissie Klachtencommissie Bijdrage wonen WMO regie Natuur en Milieu Educatie Wet Educatie en Beroepsonderwijs Walstroom Fietsknooppunten Bestuur en staf Algemene inwonerbijdrage Sociale Dienst Drechtsteden Participatie WSW Kinderopvang Inkomensondersteuning Minimabeleid WMO - Huishoudelijke hulp WMO - Hulpmiddelen Schuldbemiddeling en Budgetadvies WMO - uitvoeringskosten Apparaatskosten Servicecentrum Drechtsteden Basispakket Pluspakket Additioneel pakket Cognos Inkoop Nieuwe Stijl (INS) IP&A deelprogramma 1B Extra investeringen IPA nazorg en licenties
7 15 474 13
Gemeentebelastingen Drechtsteden Onderzoekcentrum Drechtsteden Basispakket
Totaal
Begroting 2014 GR Drechtsteden
58
10.851 132.735
9.690 17.497 14.532 31.918 217.223
42
BESLUIT DRECHTRAAD d.d. 2 juli 2013 Portefeuillehouder R.T.A. Korteland
Steller A. Tolsma
Onderwerp
Primaire begroting GRD 2014 DE DRECHTRAAD Gezien het voorstel van het Drechtstedenbestuur van 16 mei 2013; Gelet op artikel 40 van de Gemeenschappelijke regeling Drechtsteden; BESLUIT: Vaststellen: 1. de begroting 2014 en de meerjarenraming 2015 tot en met 2017; 2. de gemeentelijke bijdragen voor 2014; Aldus besloten in de openbare vergadering van 2 juli 2013. de coördinerend griffier,
de voorzitter,
A. Overbeek
drs. A.A.M. Brok