Lijst van ingekomen stukken behorende bij de commissievergadering Samenleving d.d. 10 september agendapunt 3

Lijst van ingekomen stukken behorende bij de commissievergadering Samenleving d.d. 10 september 2013 agendapunt 3.

1 2 3 4 5 6

7 8

Onderwerp

Status

Brief d.d. 26 mei 2013 van Wijkvereniging Passewaaij Informatienota d.d. 27 juni 2013 betreffende gedoogbeschikking Thedingsweert Informatienota d.d. 2 juli 2013 betreffende Kinderopvang en peuterzalen Informatienota betreffende versterken concurrentiepositie voortgezet onderwijs en middelbaar beroeponderwijs in Tiel Persmap Kinderraad Memo d.d. 17 juni 2013 en 12 augustus 2013 en de toelichting bij de rapportages betreffende WSW Tiel over het eerste en tweede kwartaal 2013 Jaarverslag 2012 van Sport Friends Informatienota d.d. 23 juli 2013 betreffende de programmaraad Welvarend (incl. bijlagen)

ter kennis ter kennis ter kennis ter kennis ter kennis ter kennis

ter kennis ter kennis

Informatienota Aan: Van: Onderwerp: Portefeuillehouder Datum collegebesluit Geheimhouding:

Commissies Ruimte, Bestuur en Samenleving W. Kersten Gedoogbeschikking Thedinghsweert Ruud Vermeulen 27 juni 2013 Ja / Nee

Kennisnemen van: Het gedoogbesluit van het college d.d. 27 juni 2013 betreffende het assortiment van de winkel van Thedinghsweert. Met dit gedoogbesluit is tegemoet gekomen aan de conclusie van de commissie Bestuur d.d. 27 november 2012.

1.

Inleiding

De commissie Ruimte heeft zich geconformeerd aan het voorstel van het college om - nu - geen bestemmingsplan wijziging door te voeren voor de winkel van Thedinghsweert, maar om een gedoogbesluit te nemen. Door dit besluit kan Thedinghsweert het huidige assortiment in ieder geval tot 31 december 2015 behouden. Hiermee wordt tegemoet gekomen aan de wens van de commissie Ruimte om niet handhavend op te treden tegen dat deel van het assortiment dat op basis van het bestemmingsplan niet is toegestaan.

2.

Kernboodschap

A. Het college heeft een gedoogbesluit genomen waardoor Thedinghsweert de winkel met het huidige assortiment kan blijven voeren. Ad A. Het wegvallen van een deel van de winkelactiviteiten zou zijn weerslag kunnen hebben op de zorg en de productie van de andere werkgebieden. B.Het gedoogbesluit geldt tot 31 december 2015, of zoveel eerder als de herziening van bestemmingsplan Buitengebied in werking treedt. Ad B. Een gedoogbeschikking dient een termijn te bevatten om daarmee de tijdelijkheid van het gedogen te waarborgen en deze termijn dient zo kort mogelijk te zijn. Naar verwachting is voor of uiterlijk 31 december 2015 een bestemmingsplan Buitengebied Tiel van kracht waarin Zorgboerderij Thedinghsweert is opgenomen. Gaande de procedure rondom het bestemmingsplan Buitengebied Tiel zal blijken of een maatwerkoplossing noodzakelijk is.

3.

Gevolgen

Handhavend optreden tegen het niet toegestane assortiment is niet aan de orde door dit gedoogbesluit. Indien er een verzoek tot handhaving wordt gedaan - bijvoorbeeld op basis van het gelijkheidsbeginsel zal gewezen worden op de bijzondere positie welke Thedinghsweert inneemt ten opzichte van 'reguliere' ondernemers.

Pagina 1 van 2

4.

Vervolg

Indien er rechtsmiddelen worden ingesteld tegen het besluit zullen de commissies op de hoogte worden gehouden van het verloop van de procedure(s).

Bijlagen 1. Gedoogbesluit met bijlage

Meer informatie: Afdeling: Contactpersoon: Telefoon: E-mail:

BM Wiebo Kersten 0344 - 637 339 [email protected]

Pagina 2 van 2

Burgemeester en wethouders van Tiel, gezien het verzoek van Stichting Thedinghsweert van 14 september 2012 om een maatwerkconstructie waarbij de zorgwinkel de mogelijkheid krijgt met haar cliënten biologisch en biologisch-dynamische producten te verkopen; overwegende dat: -

-

-

-

-

-

de betreffende gronden aan de Thedinghsweert 25 te 4017 NR KERK-AVEZAATH in het bestemmingsplan Buitengebied-Thedinghsweert de bestemming 'Agrarisch met waarden' hebben; dat het binnen deze bestemming mogelijk is om 'eigen producten' te verkopen, waarbij onder 'eigen producten' volgens artikel 3.4.1 sub a van het bestemmingsplan wordt verstaan, "de verkoop van eigen producten - die op het eigen bedrijf of elders in de streek zijn geteeld en/of op ambachtelijke wijze op het eigen bedrijf zijn verwerkt of bewerkt – en ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf – bakkerij' geproduceerde producten tot ten hoogste 50 m2 netto vloeroppervlak per bestemmingsvlak;" dat er in het verleden en momenteel producten worden verkocht die niet vallen onder de zgn 'eigen producten' zoals aangegeven binnen het bestemmingsplan; dat het kunnen blijven verkopen van deze extra producten van belang is in verband met het voortbestaan van de gehele stichting waarbij naast het verkopen van producten ook de zorgsituatie van de ruim 65 cliënten van de stichting van belang is; dat medewerking kan worden verleend aan het mogen blijven verkopen van de producten welke niet vallen onder de zgn. 'eigen producten' van de stichting op basis van gedogen, in afwachting van de afronding van de procedure bestemmingsplan Buitengebied Tiel waarbinnen het bestemmingsplan Buitengebied-Thedinghsweert zal vallen; dat herziening van het bestemmingsplan Buitengebied ex artikel 3.1 Wro is voorzien voor 2015; dat hierbij ten aanzien van de aan het gedogen te stellen voorwaarden het volgende kan worden overwogen; 1) er is hierbij sprake van een uitzonderlijke situatie; 2) alle andere mogelijkheden om tot een oplossing te komen zijn onderzocht en niet toepasbaar; 3) de belangen van Stichting Thedinghsweert wegen zwaarder dan het algemene belang dat met handhaving is gemoeid; 4) er is sprake van overeenstemming met toekomstig (gemeentelijk) beleid, nl. in de vorm van het onderbrengen van de Stichting Thedinghsweert in het bestemmingsplan buitengebied Tiel zoals dat vanaf 2015 ter inzage zal gaan; 5) de afgifte van de gedoogbeschikking is niet onredelijk ten opzichte van de belangen van derden, er is namelijk geen situatie welke vergelijkbaar is met die van de zorgboerderij; 6) de te gedogen activiteit kan op een verantwoorde wijze plaatsvinden, waarbij in aanmerking moet worden genomen dat ook in het verleden deze activiteiten zonder problemen plaatsvonden gelet op de artikelen 3.46 en 3.47 van de Algemene wet bestuursrecht:

besluit

1) Te gedogen dat op het perceel Thedinghsweert 25, te 4017 NR Kerk Avezaath de op de bij dit besluit behorende bijlage aangegeven producten welke niet vallen onder de in artikel 3.4.1. sub a van het bestemmingsplan Buitengebied-Thedinghsweert aangegeven producten worden verkocht; 2) Te bepalen dat deze gedoogbeschikking eindigt zodra het nieuwe bestemmingsplan Buitengebied Tiel in werking treedt, doch uiterlijk 31 december 2015, ook als dat betekent dat de gedoogde activiteiten niet zullen worden opgenomen in dat bestemmingsplan

Burgemeester en wethouders van Tiel, de secretaris, de burgemeester,

Mr. M.A.J. Oosterwijk

ir. J. Beenakker

Biologisch (eko keurmerk) en biologisch dynamisch assortiment winkel Thedinghsweert niet van eigen bedrijf, d.d. januari 2013 Koffie en Theeproducten Gemalen en ongemalen koffie, granenkoffie Diverse theeën waaronder kruidenthee Ontbijt -, lunch en broodbelegproducten: Deels vruchtenjam met en zonder suiker (overige jam is streekproduct) Stroop, honing (deels streekproduct), notenpasta, chocoladepasta/hagelslag Hartige spreads Muesli, cruesli, cornflakes,ontbijtpap,granenvlokken Afbakbrood, roggebrood, beschuit en ontbijtkoek Rijst/maiswafels, knäckebröd, toast en crackers Conserven en inmaakproducten Appelmoes, groenteconserven, olijven, chutney, pesto Visconserven Soepen, sauzen, oliën ed. Bouillon/bouillonblokjes Azijn, mayonaise/ mosterd Tomatensauzen en puree, gedroogde tomaten, kappertjes Smaakmakers zoals ketjap, sambal, sojasauzen Dranken Vruchten- en groentesappen ( deels streekproducten) Frisdrank en zuiveldrank Dik sap en siroop, bronwater Bier en wijn Zeepproducten ed. Shampoo, handzeep en waszeep, handcrème Bodylotion, huid oliën, douchegel Tandpasta, maandverband, toiletpapier Schoonmaakmiddelen Groenten en fruit; Avocado, sinaasappelen, citroen, bananen, kiwi, peen, zuurkool, blauwe bes, pompelmoes Zuivelproducten; Yoghurt, kwark,melk,sojaprodukten,desserts, slagroom/crème fraiche, koffiemelk Boter/margarine, kaas ( ook deels streekproducten) Overige vegetarische en vlees producten Vleesvervangers en vleeswaren Kip en kipproducten , ingevroren Worstsoorten

Overige kruidenierswaren: Zout, suiker, cacao Deegwaren en diverse melen en bakmiddelen Zaden, noten en zuidvruchten Kruiden, chips, zoutjes Koekjes met en zonder suiker,snoep met en zonder suiker Chocolade-delicatessen/ repen


Commissie Samenleving Afdeling Onderwijs en Welzijn/ M. van Toorn Gemeentelijke jaarverantwooding Kinderopvang en peuterspeelzalen De heer R. Vermeulen 2 juli 2013 Nee

Kennisnemen van: De jaarverantwoording kinderopvang en peuterspeelzalen aan de Inspectie van het Onderwijs.

1.Inleiding De gemeente heeft de wettelijke taak om het toezicht op en de handhaving van de kwaliteit van de kinderopvang uit te voeren. De jaarverantwoording hiervan is conform weten regelgeving vastgesteld en verzonden aan de Inspectie van het Onderwijs.

2. Kernboodschap De gemeente Tiel voldoet aan de wettelijke taak en staat als gemeente met A-status geregisteerd. Een A-status wil zeggen dat een gemeente de uitvoering op orde heeft

3.Gevolgen De Inspectie van het Onderwijs gaat vanaf medio 2013 risicogericht gemeenten onderzoeken of de A-status nog steeds juist is. De verwachting is dat de jaarverantwoording geen invloed heeft op de status van de gemeente Tiel.

4.Vervolg De inspectie publiceert jaarlijks een oordeel over het toezicht dat door de gemeenten op de kinderopvang wordt uitgevoerd in het rapport kwaliteit gemeentelijk toezicht kinderopvang. Dit zal t.z.t. ter kennisname worden aangeboden.

Bijlagen Jaarverantwoording Meer informatie: Afdeling: Contactpersoon: Telefoon: E-mail:

Onderwijs en Welzijn Marja van Toorn 0344-637154 [email protected]

Pagina 1 van 1


commissie Samenleving het college Versterken concurrentiepositie voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs in Tiel C.R. Vermeulen 3 juli 2013 Ja / Nee

Kennisnemen van: De ‘vervolgaanpak’ (zie bijlage) met betrekking tot het versterken van de concurrentiepositie van het rsg. Lingecollege en het ROC Rivor. In deze ‘vervolgaanpak’ is een aantal maatregelen uitgewerkt op basis waarvan het rsg. Lingecollege, het ROC Rivor en de gemeente Tiel denken de positie van het onderwijs in Tiel binnen de huidige mogelijkheden te versterken.

1.

Inleiding

Op 5 maart jl. is het advies ‘gezamenlijk onderwijsprogramma ter versterking van de concurrentiepositie onderwijs Tiel’ van de KPC-groep besproken in de Commissie Samenleving. Tijdens de vergadering van de commissie Samenleving zijn de volgende afspraken gemaakt: 1. Het college komt met een plan, waarin maatregelen om de onderwijspositie te versterken verder zijn uitgewerkt. Dit plan voor de vervolgaanpak is een coproductie van de gemeente Tiel, het rsg. Lingecollege en het ROC Rivor. 2. Voor de uitwerking en of bijdrage in de uitvoering van de maatregelen is maximaal € 40.000,- beschikbaar. In de bijlage vindt u de ‘vervolgaanpak’. Deze aanpak is samen met het rsg. Lingecollege en het ROC Rivor opgesteld. Het uiteindelijke doel is om de concurrentiepositie van met name het voortgezet onderwijs en daaraan gekoppeld het middelbaar beroepsonderwijs in Tiel, te versterken, door: vanuit het onderwijs een hoogwaardig, kwalitatief onderwijsaanbod aan te bieden met sterke doorgaande lijnen van primair naar voortgezet onderwijs en van voortgezet onderwijs naar beroepsonderwijs; vanuit de gemeente <1> en het rsg. Lingecollege onderwijshuisvesting te realiseren passend bij de onderwijskundige profilering.

2.

Kernboodschap

Tiel wil als centrumstad voor de regio Rivierenland toonaangevend zijn op het gebied van onderwijs. Om de positie van het onderwijs in Tiel te versterken wordt ingezet op: - de ontwikkeling en implementatie van stevige onderwijsconcepten; - de verkenning van daarbij passende en aantrekkelijke huisvesting; <1> De wettelijke verantwoordelijkheid van de gemeente beperkt zich met betrekking tot het voortgezet onderwijs tot (vervangende) nieuwbouw.

Pagina 1 van 3

- het inzetten op een sterke doorgaande lijn binnen het onderwijs. Op basis van de notitie ‘Vervolgaanpak programma versterking concurrentiepositie onderwijs Tiel’ heeft het college besloten om: Een verkenning te starten naar de verschillende onderwijshuisvestings-opties inclusief de haalbaarheid en betaalbaarheid van (nieuwe) huisvesting voor het rsg. Lingecollege (met uitzondering van het Praktijkonderwijs). En hierbij het huisvestingsscenario voor het ROC Rivor te omschrijven en een verband te leggen met de huisvesting van het rsg. Lingecollege. Onderwijsconcept De vmbo-locatie (Teisterbantlaan) en de havo/ vwo-locatie (Heiligestraat) werken op dit moment een eigen onderwijsconcept uit dat binnen de onderwijskundige visie van het rsg. Lingecollege het beste past bij beide onderwijsstromingen. In de bijlagen 2 en 3 van de bij deze informatienotitie bijgevoegde ‘vervolgaanpak’ staan beide richtingen te kort omschreven. Ook het ROC Rivor zet belangrijke stappen om ‘Rivor nieuwe stijl’ ontwikkelen. Meer hierover leest u in de ‘vervolgaanpak’. Huisvesting Het huisvestingsvraagstuk is een afgeleide van de onderwijsconcepten die het rsg. Lingecollege en het ROC Rivor (gaan) hanteren. Hier speelt de gemeente een belangrijke rol omdat voor de realisatie van passende onderwijshuisvesting van het rsg. Lingecollege voor waar het gaat om (vervangende) nieuwbouw de gemeente primair verantwoordelijk is. Zij heeft hier een wettelijke taak in. Hoewel het ROC Rivor zelf verantwoordelijk is voor haar huisvesting, kan de gemeente hier wel een rol spelen, namelijk op het gebied van ruimtelijke ordening (bijvoorbeeld met betrekking tot bestemmingsplannen). Om als gemeenteraad een uitspraak te kunnen doen over de inzet van middelen ten behoeve van eventuele (vervangende) nieuwbouw voor het rsg. Lingecollege is het noodzakelijk om inzicht te krijgen in de mogelijke huisvestingsopties, inzicht in de kosten hiervan en de haalbaarheid en betaalbaarheid. Doorgaande lijn Naast het uitwerken van de onderwijsconcepten van beide scholen en de verkenning naar de huisvestingsmogelijkheden, is er ook aandacht voor de doorgaande lijn tussen het primair onderwijs en het voortgezet onderwijs en het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs. In de ‘vervolgaanpak’ kunt u lezen op welke wijze dit op dit moment door beide scholen wordt opgepakt en welke samenwerking er is.

3.

Gevolgen

Als de onderwijsconcepten van het rsg. Lingecollege en het ROC Rivor eenmaal geïmplementeerd zijn en hierbij ook nog passende en aantrekkelijke huisvesting is gerealiseerd, zullen zij een positief effect hebben op de positie van het onderwijs in Tiel.

4.

Vervolg

1. Nadat de verkenning met betrekking tot de huisvestingsopties zijn uitgewerkt, zal dit najaar een voorstel met betrekking tot de onderwijshuisvesting van het rsg. Lingecollege ter bespreking aan u worden voorgelegd. 2. Het rsg. Lingecollege en het ROC Rivor organiseren na de zomervakantie een werkbezoek voor de gemeenteraad om meer inzicht te geven in de onderwijsconcepten die beide scholen voor ogen staan/ uitvoeren en hoe huisvesting passend bij de onderwijskundige profilering hier een grote meerwaarde kan hebben. Pagina 2 van 3

Bijlagen Vervolgaanpak programma versterking concurrentiepositie onderwijs in Tiel, versie 12 juni 2013


Onderwijs en Welzijn M. Winter 0344-637 318 [email protected]

Pagina 3 van 3

GemeenteTiel Achterweg 2, 4001 MV Tiel Postbus 6325, 4000 HH Tiel Telefoon: (0344) 637 111 Telefax: (0344) 637 299

Doorkiesnummer: (0344) 656 605

MEMO BERICHT aan:

raadscommissie samenleving

afdeling:

WIZ – gerrit van buuren

datum:

17 juni 2013

onderwerp:

kwartaalrapportage 1 van 2013

notities:

toelichting bij rapportage WSW

Met deze Memo wordt een 1e kwartaalrapportage van 2013 aangeboden over de WSW-uitvoering door Lander. De rapportage wordt bijgevoegd. Hieronder de toelichting bij de kwartaalrapportage. WSW Tiel 1e kwartaalrapportage 2013. In Tiel zijn er 443 inwoners met een WSW indicatie. Het aantal mensen op de wachtlijst 50. De gemiddelde wachttijd van de 5 personen die dit jaar zijn geplaatst wordt nog berekend. De dienstverbanden WSW betreffen 320.44 gewoon en 27,83se BW (begeleid werken bij een reguliere werkgever). De rijkstaakstelling gekoppeld aan het budget is 351,79se. Eind maart 2013 was het aantal geplaatste wsw'ers 349,21 se. De WSW werknemers naar aard van de plaatsing; intern werkt 57% , buiten 25%, gedetacheerd bij werkgevers 10%, en in dienst bij werkgever als begeleid werken 8%.

Rapportage SW gemeente Tiel 1e kwartaal 2013 A1 A2 A3 A4 A5 A6

Indicaties Aantal geindiceerden Geindiceerden * handicapcategorie aantal indicaties ontnomen aantal bovengrens vastgesteld aantal ondergrens vastgesteld aantal indicaties ontnomen * handicapcategorie Wachtlijst aantal clienten op wachtlijst aantal ingestroomd in SW dienstbetrekking aantal ingestroomd in Begeleid Werken gemiddeld aantal maanden op wachtlijst aantal indicaties ontnomen op wachtlijst aantal ingestroomd in SW dienstbetrekking naadloze overplaatsing aantal ingestroomd in Begeleid werken naadloze overplaatsing aantal ingestroomd in Begeleid werken vanuit SW dienstbetrekking tijdelijk niet beschikbaar

jan

B1 B2 B3 B4 B5 B6 B7 B8 B9

Realisatie SW

jan

C6 C7

Uitstroom in aantallen Uitstroom in SE

C8 C9 C12 C13

SW dienstbetrekking in SE SW begeleid werken in SE Totale realisatie SW in SE Taakstelling SW in SE (incl. uitruil)

jan

feb

451 474,25 0 0 0 0

449 473 0 0 0 0 feb

49 2 0 0,00 0 0 0 0 10

52 3 0 0,00 0 0 0 0 11 feb

mrt

apr

443 466,75 0 0 0 0 mrt

apr

50 0 0 0,00 0 0 0 0 16 mrt

jun

441 464,5 0 0 0 0 mei

jul

440 463,5 0 0 0 0 jun

aug

440 463,5 0 0 0 0 jul

sep

440 463,5 0 0 0 0 aug

440 463,5 0 0 0 0 sep

okt

nov

440 463,5 0 0 0 0

440 439 463,5 462,25 0 0 0 0 0 0 0 0

dec

okt

nov

dec

50 0 0

50 0 0

50 0 0

50 0 0

50 0 0

50 0 0

50 0 0

50 0 0

50 0 0

0 0 0 0 16

0 0 0 0 16

0 0 0 0 16

0 0 0 0 16

0 0 0 0 16

0 0 0 0 16

0 0 0 0 16

0 0 0 0 16

0 0 0 0 16

apr

mei

jun

jul

aug

sep

6 6

6 6,75

0 0

2 2,25

0 0

1 1

0 0

0 0

321,60 29,84 351,44

319,16 27,83 346,98

320,44 27,83 348,26

323,43 27,83 351,26

323,44 27,83 351,26

322,16 27,83 349,98

320,91 27,83 348,73

320,91 27,83 348,73

okt

0 0

nov

0 0

dec

0 0

gem

442,0 465,5 0,0 0,0 0,0 0,0 gem

50,1 0,4 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 0,0 15,1 gem

1 1,25

1,33 1,44

320,91 320,91 320,91 319,80 27,83 27,83 27,83 27,83 348,73 348,73 348,73 347,62

321,21 27,99 349,21 351,79 -2,58 -0,73%

C14 Over- of onderrealisatie SW in SE C15 Over- of onderrealisatie SW in Procenten

2013 kw1

mei

441 464,5 0 0 0 0

0281 Tiel

29-4-2013

GemeenteTiel Achterweg 2, 4001 MV Tiel Postbus 6325, 4000 HH Tiel Telefoon: (0344) 637 111 Telefax: (0344) 637 299

Doorkiesnummer: (0344) 656 605

MEMO BERICHT aan:

raadscommissie samenleving

afdeling:

WIZ – gerrit van buuren

datum:

12 augustus 2013

onderwerp:

kwartaalrapportage 2 van 2013

notities:

toelichting bij rapportage WSW

Met deze Memo wordt een 2e kwartaalrapportage van 2013 aangeboden over de WSW-uitvoering door Lander. De rapportage wordt bijgevoegd. Hieronder de toelichting bij de kwartaalrapportage. WSW Tiel 1e kwartaalrapportage 2013. In Tiel zijn er 441 inwoners met een WSW indicatie. Het aantal mensen op de wachtlijst 55. De gemiddelde wachttijd van de 7 personen die dit jaar zijn geplaatst is 17.2 maanden.. De dienstverbanden WSW betreffen 318,54 gewoon en 27,79se BW (begeleid werken bij een reguliere werkgever). De rijkstaakstelling gekoppeld aan het budget is 351,79se. Eind juni 2013 was het aantal geplaatste wsw'ers 347,76 se. De WSW werknemers naar aard van de plaatsing; intern werkt 49% , buiten 21%, gedetacheerd bij werkgevers 22%, en in dienst bij werkgever als begeleid werken 7%.

Rapportage SW gemeente Tiel 2e kwartaal 2013 A1 A2 A3 A4 A5 A6

Indicaties Aantal geindiceerden Geindiceerden * handicapcategorie aantal indicaties ontnomen aantal bovengrens vastgesteld aantal ondergrens vastgesteld aantal indicaties ontnomen * handicapcategorie

Wachtlijst jan aantal clienten op wachtlijst 51 aantal ingestroomd in SW dienstbetrekking 0 aantal ingestroomd in Begeleid Werken 0 gemiddeld aantal maanden op wachtlijst 0,00 aantal indicaties ontnomen op wachtlijst 0 aantal ingestroomd in SW dienstbetrekking naadloze overplaatsing 0 aantal ingestroomd in Begeleid werken naadloze overplaatsing 0 aantal ingestroomd in Begeleid werken vanuit SW dienstbetrekking 0 tijdelijk niet beschikbaar 8

feb

B1 B2 B3 B4 B5 B6 B7 B8 B9

Realisatie SW

feb

C6 C7

Uitstroom in aantallen Uitstroom in SE

C8 C9 C12 C13

SW dienstbetrekking in SE SW begeleid werken in SE Totale realisatie SW in SE Taakstelling SW in SE (incl. uitruil)

jan

feb

450 473,25 0 0 0 0

jan

449 473 0 0 0 0

54 0 0 0,00 0 0 0 0 9

mrt

apr

mei

jun

445 468,75 0 0 0 0

448 472,25 0 0 0 0

447 471,25 0 0 0 0

441 464,75 0 0 0 0

mrt

apr

mei

jun

52 0 0 0,00 0 0 0 0 14 mrt

56 3 0 19,57 0 0 0 0 13 apr

mei

aug

sep

okt

nov

dec

gem

446,7 470,5 0,0 0,0 0,0 0,0 jul

aug

sep

okt

nov

dec

gem

55 4 0 15,50 0 0 0 0 13 jun

54,3 1,2 0,0 5,8 0,0 0,0 0,0 0,0 11,7 jul

aug

sep

okt

nov

dec

gem

6 6

6 6,75

0 0

4 4,5

2 2

4 4

3,67 3,88

321,20 30,50 351,70

319,45 27,83 347,28

320,17 27,83 348,00

319,68 27,83 347,51

317,96 27,79 345,74

318,54 27,79 346,32

319,50 28,26 347,76 351,79 -4,03 -1,15%

C14 Over- of onderrealisatie SW in SE C15 Over- of onderrealisatie SW in Procenten

2013 SW rapportage definitief

58 0 0 0,00 0 0 0 0 13

jul

0281 Tiel

Afgedrukt op 8-8-2013

Rapportage SW Gemeente Tiel 2e kwartaal 2013 Verdeling Binnen-, buiten-, derden en begeleid werkers

Begeleid werkers (LKS) 7% Derden 22%

Binnengeplaatsten 49%

Buitengeplaatsten 21%

Derden: clienten in dienst bij LANDER, die op basis van individuele of groepsdetachering werkzaam zijn bij werkgevers Binnen: clienten in dienst bij LANDER op een beschutte werkplek, of in een LANDER werken & lerentraject tijdelijk werken voor opdrach tgevers Buiten: clienten in dienst bij LANDER, die in de groen-, schoonmaak-, industrie of overige dienstverlening werken voor opdrachtgevers Begeleid werkers: clienten van LANDER, in dienst bij een werkgever, waarvoor de loonkosten worden aangevuld met loonkostensubsidie Binnengeplaatsten Buitengeplaatsten Derden (Extern werken) Begeleid werkers (LKS) Totaal aantal personen

2013 SW rapportage definitief

49% 21% 22% 7%

203 89 92 30 414

0281 Tiel

Afgedrukt op 8-8-2013

JAARVERSLAG 2012

Combinatiefuncties Gemeente Tiel


Jaarverslag 2012

1

WWW.SPORTFRIENDS.NL Combinatiefuncties Gemeente Tiel BV

SportFriends Wadenoijenlaan 399 4006 AJ Tiel 0344-751190 [email protected]

Jaarverslag 2012

2

INHOUDSOPGAVE

1.

INLEIDING

5

2.

SPORT

6

2.1 2.2

2.3

2.4

2.5

2.6

2.7

2.8 3.

Inleiding Bewegingsonderwijs regulier basisonderwijs 2.2.1 Resultaten 2.2.1.1 Kwantitatieve resultaten 2.2.1.2 Kwalitatieve resultaten Naschoolse sportactiviteiten 2.3.1 Resultaten 2.3.1.1 Kwantitatieve resultaten 2.3.1.2 Kwalitatieve resultaten Speciaal onderwijs 2.4.1 Resultaten 2.4.1.1 Kwantitatieve resultaten 2.4.1.2 Kwalitatieve resultaten Wijk- en vakantieactiviteiten 2.5.1 Resultaten 2.5.1.1 Kwantitatieve resultaten 2.5.1.2 Kwalitatieve resultaten Evenementen en toernooien 2.6.1 Resultaten 2.6.1.1 Kwantitatieve resultaten 2.6.1.2 Kwalitatieve resultaten Verenigingsondersteuning 2.7.1 Resultaten 2.7.1.1 Kwantitatieve resultaten 2.7.1.2 Kwalitatieve resultaten Uitleiding

6 6 6 6 7 8 8 8 9 10 10 11 11 11 11 12 12 12 13 13 13 13 14 14 14 16

BREDE SCHOOL TIEL – OOST

17

3.1 3.2

17 17 17 17 18 19 19 20 20 20 21 22

3.3 3.4 3.5 3.6 3.7

Inleiding Talentontwikkeling 3.2.1 Resultaten 3.2.1.1 Kwantitatieve resultaten 3.2.1.2 Kwalitatieve resultaten Ouderbetrokkenheid 3.3.1 Resultaten Vreedzame wijk 3.4.1 Resultaten Bevorderen van bewegen en gezond gedrag Samenwerking en overige activiteiten Uitleiding


Jaarverslag 2012

3

4.

MAATSCHAPPELIJKE STAGE

23

4.1 4.2

23 23 23 23 24 24 24 25 25 25 25 26

4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 5.

6.

7.

Inleiding Plan van aanpak en overleg 4.2.1 Resultaten ICT – systeem 4.3.1 Resultaten Ondersteuning en vraagbaak 4.4.1 Resultaten Matching van vraag en aanbod 4.5.1 Resultaten Nieuwe stagevormen 4.6.1 Resultaten Uitleiding

REFLECTIE EN BELEID

27

5.1 5.2 5.3 5.4

27 27 28 28

Inleiding Context Analyse en adviezen Uitleiding

FORMATIE & UREN

29

6.1

29

Toelichting formatie en uren

FINANCIEN

31

7.1

31

Toelichting resultatenrekening en specificatie loonkosten over 2012


Jaarverslag 2012

4

1.

INLEIDING

In het najaar van 2011 is in opdracht van de gemeente Tiel gestart met de implementatie van de impulsregeling ‘brede scholen, sport, kunst en cultuur’ ofwel de combinatiefunctionarissen. De landelijke overheid beoogt met deze impuls de uitbreiding van het aantal brede scholen met een sporten cultuuraanbod in het onderwijs; de versterking van de sportverenigingen met ondermeer het oog op hun maatschappelijke functie; de stimulering van het dagelijks sporten beweegaanbod op en rond de scholen en de jongeren tot 18 jaar dienen vertrouwd te raken en gestimuleerd te worden met kunst- en cultuurvormen en de actieve kunstbeoefening. De combinatiefunctionaris is een beroepskracht die in dienst is bij één werkgever, maar minimaal werkzaam is in twee sectoren. De gemeente Tiel beoogt met de inzet van de combinatiefunctionarissen het beleid aangaande de brede scholen, cultuureducatie, onderwijs, jeugd en sport te versterken. Om dit te kunnen realiseren heeft de gemeente Tiel een transparante infrastructuur voor ogen waarin de maatschappelijke partners met elkaar samenwerken en elkaar versterken. De expliciete opdracht van de gemeente Tiel was en is om het werkgeverschap en de aansturing, incluis de daarbij behorende rapportageverplichtingen, van de combinatiefunctionarissen sport, coördinator Brede school Tiel-Oost te vervullen. De werving en selectie van de functionarissen is gefaseerd gedaan. In augustus 2011 is in eerste instantie gestart met de werving van de coördinator Brede School Tiel-Oost. Vervolgens is per 1 november de makelaar maatschappelijke stage aangesteld en last but not least zijn per 1 januari 2012 de vijf functionarissen sport van start gegaan. Hierbij dient te worden opgemerkt dat de sportfunctionaris Tiel-Oost als werknemer van Mozaïek Welzijn reeds een half jaar bezig was met het uitvoeren van zijn functie. In hoofdstuk 6 zal nader worden ingegaan op de formatie van Tiel. Ondanks dat er nog een lange weg is te gaan, is er toch in een relatief korte tijd een sterk netwerk opgebouwd met diverse lokale partners binnen de gemeente Tiel. Derhalve een bijzonder woord van dank voor al die (semi) professionals en vrijwilligers die in de gemeente Tiel bezig zijn om enerzijds sporters de gelegenheid te bieden om te sporten. En anderzijds, in een breder perspectief, jeugd en jongeren kansen te bieden om hun talenten te ontdekken en te ontwikkelen. De medewerkers van SportFriends BV hebben in het afgelopen jaar mogen ondervinden dat ze door de lokale partners worden gewaardeerd. De samenwerking met de partners blijft ook voor de nabije toekomst de basis om veel ambities te kunnen realiseren. Dit jaarverslag bestaat uit de volgende hoofdstukken. In hoofdstuk 2 worden de sportactiviteiten beschreven. Hoofdstuk 3 gaat in op de Brede School Tiel-Oost. Hoofdstuk 4 beschrijft ondermeer de resultaten van de maatschappelijke stage. Op verzoek van de ambtenaren van de gemeente Tiel zal in hoofdstuk 5 worden gereflecteerd op het gemeentelijk beleid en zal daar waar nodig beleidsadvies worden gegeven. Tot slot, met de hoofdstukken 6 en 7 ronden we het jaarverslag af door inzicht te geven in de in- en uitstroom van het personeel en de financiële resultaten van het jaar 2012.


Jaarverslag 2012

5

2. 2.1

SPORT Inleiding

Het takenpakket van de sportfunctionarissen is zeer divers. Ze vervullen niet voor niets een spilfunctie tussen de sectoren (speciaal) onderwijs, wijk en sportverenigingen. Kortom, naast het feit dat ze sportdocenten zijn, zijn zij ook ‘verbindingsofficieren’ tussen de diverse sectoren. Dit hoofdstuk beschrijft, gesegmenteerd naar de hoofdactiviteiten bewegingsonderwijs basisscholen, naschoolse activiteiten, speciaal onderwijs, wijken vakantieactiviteiten, evenementen/toernooien en verenigingsondersteuning, de kwantitatieve en daar waar mogelijk de kwalitatieve resultaten van de uitgevoerde sportactiviteiten. Hierbij dient te worden vermeld dat er door de gemeente Tiel geen expliciete SMART- doelstellingen of prestatie-indicatoren vooraf zijn opgelegd. De resultaten zijn een uitvloeisel van de inhoudelijke visie en de daaraan gerelateerde hoofdactiviteiten. 2.2

Bewegingsonderwijs regulier basisonderwijs

De basisscholen uit Tiel-Oost waren vanwege de Brede school Tiel-Oost reeds geselecteerd. Bovendien was er al een combinatiefunctionaris binnen de Brede school Tiel-Oost actief. De selectie van de andere zes basisscholen is in samenspraak met de ambtenaren sport en onderwijs van de gemeente Tiel gedaan. Er is bij de selectie bewust gekozen om de ‘schooleilanden’ los te laten, maar meer te richten op de basisscholen waarvan de leerlingen uit gezinnen komen met een lage SES (Sociaal Economische Status). Daarnaast sloot het ook aan op de inhoudelijke visie van de doorgaande ontwikkelingslijn en de verbinding tussen de sectoren van onderwijs, wijk en sportvereniging. In de onderstaande subparagrafen worden de resultaten beschreven. Het heeft betrekking op de periode tweede helft van het schooljaar 2011-2012 en de eerste helft van het schooljaar 2012-2013. 2.2.1

Resultaten

Bij de start op 1 januari 2012 is er bewust gekozen om twee sporen te volgen. Enerzijds het spoor van praktisch aan de slag gaan met de activiteiten. En anderzijds het spoor van vakinhoudelijke ontwikkeling. In een relatief korte tijd hebben de sportfunctionarissen een concept vakwerkplan Lichamelijke Opvoeding (LO) en de daarbij behorende jaarplanning opgesteld. Het vakwerkplan LO is niet definitief, maar dient te worden beschouwd als een groeidocument. In het half jaarlijks overleg met de schooldirecties is besloten om samen met de vakleerkrachten LO van de basisscholen een vaksectie LO op te richten en samen met hen de doorontwikkeling te maken van het concept vakwerkplan. Naast de vakinhoudelijke ontwikkeling, staan de overleggen (ongeveer één keer per maand) ook in het teken van kennis- en informatiedeling en intervisie. Er is getracht om de vaksectie uit te breiden met een vakleerkracht LO van RSG Linge teneinde de aansluiting tussen het primair onderwijs en voortgezet onderwijs te optimaliseren. Helaas is dat niet gelukt vanwege het feit dat er geen draagvlak was binnen de sectie LO van RSG Linge. 2.2.1.1 Kwantitatieve resultaten In figuur A is te lezen dat aan vijftig groepen, verdeeld over negen basisscholen, per week wordt lesgegeven. Dit komt overeen met 1.178 unieke leerlingen/kinderen per week. Dit is een bereik van om en nabij 27% van het totaal aantal kinderen in de leeftijd van vier jaren tot en met twaalf jaren binnen de gemeente Tiel (berekening: 1.178 leerlingen afgezet tegen het aantal 4-11 jarigen 2012 uit de bevolkingsprognose Gemeente Tiel, Pronexus, oktober 2011).


Jaarverslag 2012

6

Figuur A: Kwantitatieve resultaten bewegingsonderwijs

Basisschool 1. De Achtbaan 2. De Regenboog 3. PWA centrum 4. Adamshof 5. Molenwerf 6. PWA west 7. De Waayer 8. De Rotondaschool 9. Prins Mauritsschool Totaal

Functionaris H. van Dooijeweert H. van Dooijeweert H. van Dooijeweert V. Janssen V. Janssen V. Janssen M. Cabiroglu M. Cabiroglu M. Cabiroglu

Groep * 3 t/m 8 1 t/m 8 1 t/m 4 3 t/m 8 4 t/m 8 5 t/m 8 4 t/m 8 3 t/m 5 5 t/m 8 50 groepen

Aantal leerlingen p.w. 170 130 91 118 94 82 221 100 172 1.178

Aantal weken 40 40 40 40 40 40 40 40 40 40

Totaal bereik p.j. 6800 5200 3640 4720 3760 3280 8840 4000 6880 47.120

*Sommige scholen hebben meerdere groepen van één groep.

2.2.1.2 Kwalitatieve resultaten De kwalitatieve resultaten zijn zonder een (wetenschappelijk) onderzoek soms lastig te onderbouwen. Om enigszins gefundeerde uitspraken te doen, is aan een aantal actoren gevraagd om schriftelijk hun mening te geven over het functioneren van de sportfunctionarissen. Daarnaast is geprobeerd een beeld te schetsen van de ervaringen en meningen van groepsleerkrachten, ouders en kinderen. Het kwalitatieve gedeelte richt zich tot slot ook op de daadwerkelijke ontwikkeling van de kinderen gebaseerd op de vijf dimensies van cognitief, sociaalemotioneel, (senso) motorisch, conditioneel en volutioneel. Op basis van een opgezet leerlingvolgsysteem is de constatering dat door de inzet van de sportfunctionarissen in het bewegingsonderwijs de sociaal- emotionele ontwikkeling bij een groot deel van de kinderen wordt bevorderd. Naast de (senso) motorische ontwikkeling, valt het op dat vanwege onder andere de veelzijdige activiteiten en de didactische methode de voltutionele (wilskracht) dimensie bij kinderen toeneemt. Figuur B geeft op basis van de 0- en 1 meting van de leerlingvolgsystemen een indruk van de algemene sportontwikkeling van de kinderen van de negen basisscholen. Het is een gemiddelde en gebaseerd op de indicatoren motoriek, inzet, sportiviteit en spelinzicht. Specifieke informatie is niet mogelijk om in dit jaarverslag op te nemen, omdat dan voor 1.178 kinderen een overzicht moet worden gemaakt. Figuur B: ‘Algemene’ sportontwikkeling, uitgedrukt in waarderingscijfers

10 8

Motoriek

6

Inzet Sportiviteit

4

Spelinzicht 2

Totaal gem.

0 0-meting

1-meting

“Sinds maart 2012 wordt ook voor de Prins Mauritsschool de combinatiefunctionaris sport en beweging ingezet. De functionaris neemt als opgeleide vakleerkracht de gymlessen over van de groepsleerkrachten. De gymnastieklessen die door de combinatiefunctionaris worden gegeven zijn een verrijking van het aanbod dat door de school wordt gedaan. De lessen zijn logisch opgebouwd en de aangeboden oefeningen zijn gevarieerd en afgestemd op de leeftijd van de leerlingen. De leerlingen zijn zonder uitzondering enthousiast over de lessen. Daarnaast geeft de combinatiefunctionaris op dinsdag en donderdag leiding aan de naschoolse sportactiviteiten. Deze activiteiten voorzien in een behoefte, hoewel het aantal deelnemende leerlingen per periode wisselend is." Ellen Turkenburg- Smit, adjunct directeur Prins Mauritsschool


Jaarverslag 2012

7

Over het algemeen zijn de ouders, de kinderen en de groepsleerkrachten erg positief. Er is een tal aan voorbeelden, maar om een indruk te krijgen hoe het leeft wordt er één voorbeeld uitgelicht. De situatie van het voorbeeld is overigens niet leuk, omdat in dit geval een meisje terminaal ziek was. De wens van het meisje was om met haar klasgenootjes nog zoveel mogelijk gymlessen te volgen. Voorheen was dat niet mogelijk. In overleg met de groepsleerkrachten, sportfunctionaris en de ouders is er besloten om het uiteindelijk wel te doen. Elke week kwam ze met haar ouders naar school voor alleen de gymlessen. Ondanks de emotionele lading van dit voorbeeld, heeft iedereen het wel leuk gevonden.

“Wij zijn als school tevreden over de inzet van de combifunctionaris. Het is fijn dat de school geholpen wordt een goede leerlijn bewegingsonderwijs neer te zetten en dat een aantal lessen gegeven worden door een bevoegde sportdocent/vakdocent, in plaats van door de groepsleerkracht, die over het algemeen genomen minder expertise heeft t.a.v. het vak bewegingsonderwijs. Wat betreft de buitenschoolse sportactiviteiten: Als de activiteiten aangeboden worden in dezelfde wijk als waar de kinderen wonen is de animo voor de sportactiviteiten voldoende. De kinderen die deelnemen zijn enthousiast en de communicatie tussen school en de combifunctionaris verloopt goed. Als de activiteiten aangeboden worden in een zaal buiten de wijk waarin de kinderen wonen, dan zijn er onvoldoende kinderen die hieraan kunnen/willen/mogen deelnemen. Ik pleit dus voor activiteiten in de wijk waarin de kinderen wonen.” Mariëlle Ketting-Jansen, directeur Rotonda Ridderweide

2.3

Naschoolse sportactiviteiten

De naschoolse activiteiten worden in samenwerking met de basisscholen georganiseerd. Vanuit vakinhoudelijk perspectief heeft het als doelstelling om een doorgaande ontwikkelingslijn te ontwikkelen ofwel te verdiepen in de naschoolse sportactiviteiten. Deze activiteiten lopen zoveel mogelijk synchroon met de jaarplanning van het bewegingsonderwijs. Met andere woorden: de sporten die aan bod komen in de gymlessen worden vervolgens ook gedoceerd in de naschoolse activiteiten. Voordeel is dat er meer aandacht en tijd is om de sporten uit te diepen. 45 minuten binnen het bewegingsonderwijs is immers niet heel veel tijd om een verdiepingsslag te maken. De afspraak met de basisscholen is dat zij de verspreiding van de inschrijfformulieren en de brieven doen. Een tweede doelstelling is de toeleiding naar de georganiseerde sport. Hiervoor wordt een drie-traps model gehanteerd dat ook past binnen de doorgaande ontwikkelingslijn. Met de rugbyclub de Scrumboks is hiermee geëxperimenteerd. In paragraaf 2.3.1 wordt het voorbeeld nader belicht. 2.3.1

Resultaten

Inzake de naschoolse activiteiten is er een winter- en zomerprogramma opgezet. Het winterprogramma bestaat uit 4 activiteitenblokken van 6 weken. Per schooljaar 24 weken naschoolse winteractiviteiten. Voor de groepen drie tot en met vijf wordt het op een dinsdag georganiseerd en voor de groepen zes tot en met acht op een donderdag. e De laatste les (6 les) wordt de activiteit altijd afgesloten met de ouders, opa’s en oma’s en zusjes/broertjes. De kinderen presenteren dan aan hen wat ze allemaal in de zes weken hebben geleerd. Tot op heden wordt het altijd druk bezocht. Gemiddelde aanwezigheid ligt om en nabij 90%. Het zomerprogramma (start in 2013) zal voor de duur van negen weken op dezelfde wijze worden ingevuld, maar dan alleen op de sportparken Rauwenhof, De Ridderweide en De Lok. Hierbij is nadrukkelijk het streven om de desbetreffende sportverenigingen op de sportparken te betrekken zodat de kinderen kennis kunnen maken met hun sporten. Hierdoor is het mogelijk om de deelname capaciteit te verhogen. 2.3.1.1 Kwantitatieve resultaten Figuur C geeft het aantal inschrijvingen en het aantal deelnemers weer. De activiteiten zijn, vanwege de beheersbaarheid en veiligheid, over het algemeen begrensd op ongeveer 24 deelnemers. Vanwege deze begrenzing is er bij het merendeel van de activiteiten een wachtlijst. Er is dus meer vraag dan aanbod. Het aanbod Combinatiefuncties Gemeente Tiel

Jaarverslag 2012

8

is thans alleen maar op te schalen als er meer sportverenigingen trainers gaan inzetten voor het naschools aanbod. Dilemma is echter dat de trainers over het algemeen vrijwilligers zijn en overdag vaak niet kunnen vanwege hun werk. De wachtlijstkinderen worden geregistreerd en indien zij zich wederom inschrijven voor het volgende activiteitenblok worden zij zoveel mogelijk geplaatst. Echter, in samenspraak met en op voordracht van de basisscholen worden kinderen die extra zijn gebaad bij sport (bijvoorbeeld door motorische achterstanden of gebrek aan financiën) als eerste geplaatst. Op het totaal aantal kinderen in Tiel is dat een bereik van om en nabij 12 %(berekening: 504 kinderen afgezet tegen het aantal 4-11 jarigen 2012uit de bevolkingsprognose Gemeente Tiel, Pronexus, oktober 2011). Figuur C: Kwantitatieve resultaten naschoolse sportactiviteiten winter

Basisschool

Sport

Groep

Aantal inschrijvingen

Turnen Zelfverdediging Sport & Spel Atletiek Hockey Basketbal Volleybal Atletiek Dans Dans Atletiek Volleybal

4,5 4,5 4,5 4,5 6,7,8 6,7,8 3,4,5 6,7,8 3,4,5 6,7,8 3,4,5 6,7,8

Adamshof Molenwerf PWA west

Turnen Basketbal Dans Volleybal Atletiek Atletiek Volleybal

3,4,5 6,7,8 6,7,8 3,4,5 6,7,8 3,4,5 6,7,8

De Waayer De Rotondaschool Prins Mauritsschool

Turnen Basketbal Volleybal Atletiek Atletiek Volleybal

4,5 6,7,8 4,5 6,7,8 4,5 6,7,8

13 10 19 10 5 5 27 30 34 34 28 14 229 60 25 32 44 34 19 35 249 28 22 35 32 33 19 169 647

De Regenboog PWA centrum De Achtbaan

Totaal

Aantal deelnemers p.w. 13 10 19 10 5 5 27 26 24 24 28 14 205 24 25 24 24 24 19 28 168 22 16 27 22 25 19 131 504

Aantal wachtlijst

Aantal weken

0 0 0 0 0 0 0 4 10 10 0 0 24 36 0 8 20 10 0 7 81 6 6 8 10 8 0 38 181

6 6 6 6 8 8 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6

2.3.1.2 Kwalitatieve resultaten Naast de vakinhoudelijke doelstelling, is het ook een doelstelling om de kinderen zoveel mogelijk toe te leiden naar de sportverenigingen teneinde daar hun sportcarrière voort te zetten. De naschoolse sportactiviteiten blijven immers een kennismakingsactivititeit. Met de rugbyclub De Scrumboks is er in het najaar geëxperimenteerd om in de lijn van een drie–traps model de kinderen te verleiden lid te worden van de club. In de periode november tot en met december is onder de bezielende begeleiding en met veel enthousiasme van Roy Jansen, trainer en vrijwilliger pr en ledenwerving, aan een vijftal basisscholen (drie lessen per groep, totaal 15 groepen) binnenschoolse rugbylessen gegeven (1e trap). De naschoolse rugby clinics (2e trap) en de proeflessen op de vereniging (3e trap) staan geprogrammeerd voor begin 2013. Ondanks de nog te plannen naschoolse activiteiten, hebben de binnenschoolse lessen al geresulteerd in zes kinderen die lid zijn geworden van de club. De belangstelling is erg groot, en meerdere kinderen geven aan mee te willen doen aan de proeftrainingen. Het concept werkt en het


Jaarverslag 2012

9

streven is om het concept verder uit te breiden met meerdere verenigingen. Bovendien dient het te worden bestendigd door deze activiteiten op te nemen in de jaarplanning LO. Een dergelijk intensief traject is niet met elke vereniging mogelijk. Niet elke vrijwillige trainer is namelijk in staat om zoveel uren vrij te maken. Desondanks worden er zoveel mogelijk verenigingen gevraagd om in ieder geval (digitale) informatiebrochures aan de sportfunctionarissen te verstrekken, zodat bij de afsluiting met de ouders deze informatiebrochures kunnen worden uitgedeeld. Leuk om te vermelden is dat TiVoC (volleybalvereniging) zelf bij de afsluiting met de ouders was om de informatiebrochures uit te delen. De sportfunctionarissen proberen de ouders ook te stimuleren en te adviseren als het gaat om geschikte sportactiviteiten voor hun kinderen. Zo is onder andere een moeder geadviseerd om de naschoolse danslessen van haar kind voor te zetten bij een vereniging. Op verzoek van de moeder is er een aantal dansverenigingen voorgedragen. Tot slot, er is nog geen inzicht in hoeveel kinderen, door toedoen van de sportfunctionarissen, er daadwerkelijk worden toegeleid naar de sportverenigingen. Hiervoor wordt een systeem ontwikkeld waarbij op de inschrijfformulieren van de sportverenigingen kan worden aangekruist of het kind is lid geworden vanwege de activiteiten van de sportfunctionarissen. “Ik ben erg blij met de combifunctionaris. Zij sluit goed aan bij de (on)mogelijkheden van de kinderen, geeft leerkrachten handvatten om hun gymlessen nog beter in te vullen en er is een goede opbouw voor de verschillende leeftijdsgroepen. Van de naschoolse activiteiten wordt gretig gebruik gemaakt. Kinderen die voorheen geen mogelijkheden hadden tot meedoen aan vrijetijdsbesteding, kunnen nu ook meedoen. Naast dat bewegen goed is voor hen, heeft dit grote waarde voor hun sociale welbevinden en is het een oppepper voor hun eigenwaarde.” Yvonne Pantophlet, directeur Adamshof

2.4

Speciaal onderwijs

De activiteiten van het speciaal onderwijs hadden een moeizame start. Klaarblijkelijk was er nog oud zeer bij de scholen van het speciaal onderwijs aangaande het voortraject combinatiefuncties met de gemeente Tiel. Het is niet relevant om hier verder op in te gaan. Het is echter wel belangrijk om te vermelden dat onder andere hierdoor pas in het najaar van 2012 gestart kon worden met de activiteiten in het speciaal onderwijs. Bovendien lag hieraan ten grondslag dat de oorspronkelijke sportfunctionaris speciaal onderwijs vroegtijdig zijn ontslag nam. Desalniettemin is alles redelijk goed gekomen en is in een aantal gesprekken met de directies van het speciaal onderwijs besloten om naar de toekomst te kijken. Uiteindelijk zijn de Entrea scholen (PI school en RBB school) en de VSO school De Sonnewijser als eerste van start gegaan. Basisschool De Wissel had besloten om niet aan het project deel te nemen. De verwachting is dat de Cambier Notenschool zich nog zal aansluiten. In overleg met de directies is besloten om inhoudelijk te werken aan de verbinding tussen de sportverenigingen en het speciaal onderwijs. Het doel is om eveneens via het drie–traps model de leerlingen van het speciaal onderwijs toe te leiden naar de sportverenigingen. 2.4.1

Resultaten

Om daadwerkelijk een goede invulling te geven aan de doelstelling om meer speciaal onderwijs kinderen toe te leiden naar de sportverenigingen, is het noodzakelijk om op twee gebieden de interventies in te zetten. Enerzijds dienen de bijzondere groep leerlingen vertrouwd te raken met de nieuwe sportfunctionarissen. Vertrouwen is immers de basis om de kinderen uit hun comfortzone te laten treden en enthousiast te krijgen voor een nieuwe ‘uitdaging’ ofwel uiteindelijk de stap te maken naar de sportvereniging. En anderzijds dient te worden voorkomen dat na heel veel inspanningen er een ‘draaideureffect’ ontstaat, omdat de sportverenigingen niet geëquipeerd (zowel als organisatie als het (technisch)kader) zijn om deze groep kinderen voor langere tijd aan zich te binden.


Jaarverslag 2012

10

2.4.1.1 Kwantitatieve resultaten In eerste instantie hebben de sportfunctionarissen de bewegingslessen bijgewoond. In figuur D is te zien dat op dit moment zestien groepen worden bereikt. Vervolgens zijn de sportfunctionarissen onder toeziend oog van de vakleerkracht Lichamelijk Opvoeding van de school (deels) zelfstandig de bewegingslessen gaan geven. De volgende stap is om in een lessenreeks bestaande uit ongeveer drie binnenschoolse lessen, vier naschoolse lessen en één afsluitende les met de ouders bij de sportvereniging te geven. De sportfunctionaris van de Entrea scholen is inmiddels in deze fase beland en zal als eerste starten met de sport atletiek. De andere twee sportfunctionarissen zijn thans nog in de fase van het opbouwen van vertrouwen en het (deels) zelfstandig lesgeven. Bij de start van het project is er door de sportfunctionaris sportverenigingen contact gelegd met verschillende sportverenigingen binnen (en in sommige gevallen buiten) Tiel om te kijken welke verenigingen er klaar voor waren om kinderen van het speciaal onderwijs lid te maken of zelfs om gastlessen te komen verzorgen op de SO/VSO scholen. Een aantal sportverenigingen, waaronder Astylos, Kromhouters, Theole, TiVoC en Scrumboks, had te kennen gegeven dat zij graag een aanbod willen creëren voor deze doelgroep. Figuur D: Kwantitatieve resultaten speciaal onderwijs

Basisschool

Functionaris

1. PI School 2. RBB school 3. De Sonnewijser 4. Cambier Notenschool Totaal

M. Lommert M. Lommert V. Janssen en M. Cabiroglu V. Janssen en M. Cabiroglu

Aantal groepen 7 5 4 16

Aantal leerlingen p.w. 92 69 41 202

Aantal weken najaar 2012 8 8 8

Totaal bereik p.j. 736 552 328

1.616

2.4.1.2 Kwalitatieve resultaten De kwalitatieve resultaten zijn deels zichtbaar en voornamelijk gericht op de relatieopbouw met de kinderen en de vakleerkrachten LO van de scholen. De kinderen kennen de sportfunctionarissen bij naam en gezicht en zijn inmiddels ook gewend aan hun aanwezigheid. Tot op heden is iedereen enthousiast en tevreden. Ook krijgt het meer bekendheid bij de ouders. Dit blijkt ook wel uit het feit dat één functionaris is gevraagd om te bemiddelen tussen een sportvereniging en een kind. Het desbetreffende kind vindt de sport leuk, maar kan niet goed aarden binnen de vereniging. Tot slot, de functionaris van de Entrea scholen gaat zich tevens bezighouden met de organisatie van de Sportweek 2013 (april). Hij zal zich richten op het betrekken van de sportverenigingen. 2.5

Wijk- en vakantieactiviteiten

Op een explorerende wijze is in het voorjaar van 2012 gestart met de wijken vakantieactiviteiten. Op diverse locaties in Tiel hebben de sportfunctionarissen verschillende sportactiviteiten georganiseerd. De activiteiten hadden over het algemeen een karakter van een open instuif. Gezien het feit dat de sportfunctionarissen nog niet voldoende herkenbaar waren in de wijk, was het zeer noodzakelijk om de kinderen en de jongeren op een ambulante manier te benaderen. 2.5.1

Resultaten

Het heeft even geduurd alvorens de juiste locaties met kinderen en jongeren waren gevonden. Naarmate de tijd vorderde, kregen de activiteiten en de sportfunctionarissen steeds meer bekendheid in de wijken. Er werd letterlijk voor de deuren op de grasveldjes gesport. Het bereik van de kinderen tot een jaar of veertien en vijftien is goed. Mede door het feit dat veel jonge kinderen van de scholen de ‘meesters en juffen’ herkenden in de wijken. De vijftien plus leeftijd was lastiger te bereiken. Veelal wilden deze jongeren zelf sporten/voetballen zonder begeleiding van de sportfunctionarissen. Het heeft meer tijd nodig om deze doelgroep te verleiden naar de activiteiten. Combinatiefuncties Gemeente Tiel

Jaarverslag 2012

11

2.5.1.1 Kwantitatieve resultaten Onderstaand figuur E zijn de kwantitatieve cijfers van de repeterende wijkactiviteiten voor de jeugd en de jongeren. Naast dat de wijkkinderen deelnamen aan de activiteiten, namen op de locaties Meeslaan en Westroijen ook de kinderen van de Buitenschoolse Opvang deel aan de activiteiten. Per dag wisselde de aantallen, zeker in het begin. In een later stadium namen de aantallen sterk toe, met als uitschieter het EK-toernooi tijdens het echte EK voetbaltoernooi van Oranje (om en nabij 85 kinderen). De vakantieactiviteiten waren geprogrammeerd aan het begin en het einde van de zomervakantie en tijdens de kleine schoolvakanties. De aantallen fluctueerden sterk. In vergelijking met de zomeractiviteiten vielen de aantallen van de winteractiviteiten tijdens de herfstvakantie redelijk tegen. Figuur E: Kwantitatieve resultaten wijkactiviteiten

Wijklocaties Hennepeveld Hennepeveld Vuurenlaan Vuurenlaan Westroijen Meeslaan Cruijff Court Totaal

Periode 30-04-2012 t/m 29-06-2012 20-08-2012 t/m 05-10-2012 30-04-2012 t/m 29-06-2012 20-08-2012 t/m 05-10-2012 30-04-2012 t/m 29-06-2012 30-04-2012 t/m 29-06-2012 20-08-2012 t/m 05-10-2012

Dagen Dinsdagen en donderdagen Woensdagen Dinsdagen en donderdagen Maandagen en woensdagen Dinsdagen Dinsdagen Maandagen

Totaal aantal bereik kinderen 269 159 311 275 147 123 123 1.407

Figuur F: Kwantitatieve resultaten vakantieactiviteiten

Wijklocaties Rauwenhoflaan Hennepeveld Linge waalpark/Passewaay Linge waalpark/Passewaay Vuurenlaan Meeslaan Cruijff Court Betuwehal Adamshof/Betuwehal Totaal

Periode 09-07-2012 t/m 17-08-2012 09-07-2012 t/m 17-08-2012 09-07-2012 t/m 17-08-2012 15-10-2012 t/m 19-10-2012 09-07-2012 t/m 17-08-2012 15-10-2012 t/m 19-10-2012 10-08-2012 t/m 17-08-2012 15-10-2012 t/m 19-10-2012 15-10-2012 t/m 19-10-2012

Dagen Maandagen Dinsdagen Woensdagen Woensdag Donderdagen Dinsdag Vrijdagen Donderdag Vrijdag

Totaal aantal bereik kinderen 63 60 53 8 145 7 78 15 25 454

2.5.1.2 Kwalitatieve resultaten Tijdens de activiteiten spraken de sportfunctionarissen regelmatig de ouders uit de wijken. Bij de Vuurenlaan kwamen de ouders elke week kijken en hielpen ook mee met de activiteiten. Sterker nog, de kinderen en de sportfunctionarissen werden voorzien van limonade en koekjes. Dit was o.a. een manier om hun waardering uit te spreken. De ouders vonden het prettig dat het niet alleen ging om het sporten, maar dat de kinderen ook gecorrigeerd werden op hun gedrag. Vanwege het feit dat de ‘juf en meesters’ ook op het Cruijff Court actief waren, mochten kinderen die voorheen daar niet naar toe mochten nu wel naar het Cruijff Court. Van een ouder werd vernomen dat op het Cruijff Court het aantal jongeren veel minder was op het moment dat de sportfunctionarissen niet aanwezig waren. Bovendien waren door de aanwezigheid van de functionarissen minder ‘opstootjes’ en ging het samen sporten beter. 2.6

Evenementen en toernooien

Naast de kleine toernooitjes tijdens de repeterende activiteiten, is op zondag 16 september jl. op het Cruijff Court een grootschalig voetbaltoernooi georganiseerd. Hiervoor is de geweldige samenwerking gevonden met Stichting Prachtouders. Ieder vanuit haar eigen kracht en deskundigheid is dit toernooi tot stand gekomen.


Jaarverslag 2012

12

2.6.1

Resultaten

De sportfunctionarissen waren verantwoordelijk voor de (sportspecifieke) organisatie van het toernooi, incluis het fluiten van de wedstrijden. Ongeveer twaalf buurtvaders/vrijwilligers van Stichting Prachtouders waren verantwoordelijk voor de werving/coaching van en toezicht op de jongeren. Gezien het succes, zal het toernooi jaarlijks terugkeren en mogelijk worden uitgebreid met meer teams. 2.6.1.1 Kwantitatieve resultaten Er was gekozen om twee poules in de leeftijd van 13 min en 13 plus te maken. Vanwege de beheersbaarheid en de organisatie was het aantal teams gemaximaliseerd op tien teams. Bij de inschrijving bleek dat er dertien teams zich wilden inschrijven, terwijl er maar plaats was voor tien teams. Kortom, het animo was groot en de verwachting is dat het animo nog groter is voor het jaar 2013. Figuur G: Kwantitatieve resultaten Cruijff Court toernooi

Leeftijd 1313+ Totaal

Aantal teams 5 5 10

Aantal deelnemers 30 30 60

2.6.1.2 Kwalitatieve resultaten Het toernooi was een ‘feest’ om te zien. Het was prachtig weer en er was redelijk wat publiek aanwezig. De vrijwilligers van Prachtouders hadden een standje ingericht waar men wat versnaperingen kon kopen. Tussen de wedstrijden door werd een wedstrijd hooghouden georganiseerd. Voor de kleinste jeugd was een luchtkussen aanwezig. Al met al had iedereen plezier en gedroeg zich in en rondom het veld voorbeeldig. De apotheose was wel de spannende finale wedstrijden en de prijsuitreiking door niemand minder dan wethouder Ruud Vermeulen. De wethouder hield een korte toespraak en reikte vervolgens de wisselbokalen uit aan de winnende teams. Daarnaast kreeg iedereen als aandenken een medaille. Ouders en buurtbewoners waren zeer positief en sommigen van hen gaven aan dat ze de volgende keer als vrijwilliger best wilden meehelpen. “Er is een goede en constructieve samenwerking met de combinatiefunctionarissen van SportFriends. Ze zijn flexibel en waren bij de organisatie van het voetbaltoernooi op het Cruijff Court snel ingespeeld op de vrijwilligers van Prachtouders. Het smaakt naar meer!” Ahmed Charifi, coördinator Stichting Prachtouders

2.7

Verenigingsondersteuning

Het heeft even een aanlooptijd nodig gehad alvorens de functie van sportfunctionaris sportverenigingen was ingevuld. De functie heeft meerledige doelstellingen. In eerste instantie is de functie gericht op de ondersteuning van de sportverenigingen. Naast het accountmanagement (relatieopbouw en onderhoud) met de sportverenigingen, kunnen de sportverenigingen met hun vragen en/of problemen terecht bij de functionaris. De ondersteuning kan liggen op het niveau van (technische) uitvoering en/of bestuurlijk/organisatorische ondersteuning. Daarnaast is hij de bindende factor tussen de sportverenigingen en de andere sectoren zoals o.a. het (speciaal) onderwijs.


Jaarverslag 2012

13

2.7.1

Resultaten

Inmiddels is al veel vooruitgang geboekt. De eerste weken is een begin gemaakt met het benaderen van en het kennismaken met de verschillende sportverenigingen uit Tiel. Er is in eerste instantie besloten de (middel) grote verenigingen te benaderen en in een later stadium de kleine verenigingen. In een relatief korte tijd is met een klein aantal verenigingen een afspraak gemaakt en kon in enkele gevallen met de ondersteuning worden begonnen. In de loop der tijd werd bij steeds meer verenigingen een ingang gevonden. Het contact met de verenigingen verloopt soepel en prettig. De contactpersonen van de verenigingen geven aan de samenwerking als zinvol te ervaren. 2.7.1.1 Kwantitatieve resultaten Van de totaal 33 sportverenigingen in Tiel is met 25 verenigingen geprobeerd contact te zoeken voor een afspraak. Uiteindelijk is met 15 verenigingen persoonlijk contact geweest. Met 11 van deze 15 verenigingen is inmiddels een ondersteuningstraject opgezet. Van de verenigingen waar nog geen contact mee is geweest, zijn de basketbalvereniging (Flip Stars) en de korfbalvereniging (Tiel'72) de grootste. Behoudens deze twee is met alle grote verenigingen in Tiel (voetbal, hockey en tennis) contact geweest. Figuur H: Kwantitatieve resultaten verenigingsondersteuning

Totaal aantal sportverenigingen Tiel 33

Aantal accountmanagement gesprekken 15

Aantal ondersteuningstrajecten

Bereik in %

11

45

2.7.1.2 Kwalitatieve resultaten Binnen deze subparagraaf wordt beknopt de belangrijkste onderwerpen uit de gesprekken met de sportverenigingen uitgelicht. Het is dus meer een kwalitatieve beschrijving van de huidige situatie van de clubs en de reeds ingezette en de nog in te zetten ondersteuningstrajecten. Astylos (atletiek) Het contact met de voorzitster van Astylos is prettig en goed. Astylos heeft aangegeven zich op drie punten te willen focussen. De eerste prioriteit is de senioren-sport. De vereniging zou erg graag meer 55 plussers lid willen maken van de vereniging. De tweede prioriteit is het vrijwilligersbeleid; er zijn te weinig vrijwilligers met te weinig mogelijkheden of bevoegdheden. De derde prioriteit is de G-atletiek. Hiermee is reeds een klein begin gemaakt. De doelstelling is om de kinderen van het speciaal onderwijs kennis te laten maken met de sport atletiek en in het bijzonder met de atletiekvereniging. Voor de vereniging zal dit vooral neerkomen op het kundig en bewust maken van de trainers om met de doelgroep van het speciaal onderwijs op de juiste wijze om te kunnen gaan. Groenendaal (tennis) Met tennisvereniging Groenendaal is een kennismakingsgesprek geweest. De vereniging heeft aangegeven dat het bestuurlijk en organisatorisch weinig tot geen ondersteuning nodig heeft. Uitvoerend is er echter zeker nog wel hulp gewenst en omdat de trainers van Groenendaal extern ingehuurd worden, zal dat zich beperken tot het organiseren van open dagen, zowel voor leden (enthousiasmeren van de wedstrijdsport) als voor niet-leden (werving nieuwe leden d.m.v. bijvoorbeeld gratis en verblijvende tennisdagen). De plannen voor met name dit laatste project worden op dit moment gemaakt. Hellas (turnen) Bij turnvereniging Hellas is recentelijk een bestuurswisseling geweest. Het ledenaantal van de vereniging stagneert of daalt zelfs en als er niet spoedig iets verandert zal Hellas het lastig krijgen. Ook is Hellas enorm enthousiast om de koppeling met het basisonderwijs te maken, maar aangezien de club deze winter een druk intern programma heeft, wordt pas in maart een definitief plan van aanpak opgesteld. Combinatiefuncties Gemeente Tiel

Jaarverslag 2012

14

Kromhouters (hockey) Het ondersteuningstraject van de Kromhouters is al in een vergevorderd stadium. Al verschillende gesprekken zijn achter de rug en het eerste probleem is bepaald (het ontbreken van didactische vaardigheden bij de jeugdtrainers). Er is om deze reden een stuurgroep opgericht die inmiddels al bij elkaar is gekomen. De stuurgroep wordt geleid door de sportfunctionaris. Na de kerstvakantie is begonnen met de aanpak van het probleem. In eerste instantie door te onderzoeken waar precies de problemen liggen en om vervolgens te kijken op welke manier de club hier een structurele oplossing voor kan bieden. De eerste workshop ‘didactische vaardigheden’ wordt na de voorjaarsvakantie van 2013 aan de trainers aangeboden. Panters (honk- en softbal) Met honk- en softbalvereniging De Panters is begin 2012 een kennismakingsgesprek geweest. Een vervolgafspraak staat gepland voor de eerste maand van 2013. Pinguïns (schaatsen) De contactpersoon van schaatsvereniging De Pinguïns heeft in augustus aangegeven dat het wellicht handig is om pas in het schaatsseizoen contact te hebben. Momenteel zit de vereniging in de verbouwing van het clubhuis. Als letterlijke de troep is opgeruimd, dan wordt vanuit de vereniging contact gezocht voor een persoonlijke afspraak. RKTVC (voetbal) Direct tijdens het eerste kennismakingsgesprek met RKTVC werden duidelijke doelen gesteld: het didactisch bijschaven van de trainers, het verbeteren van de kwaliteit van trainingen van de prestatie teams (eerste elftal) en het herschrijven van het jeugdbeleid. De sportfunctionaris zal op basis van gezamenlijk gestelde prioriteiten hierop ondersteuning gaan verlenen. Revolti (volleybal) Het gesprek met Revolti was zeer vruchtbaar. Met Revolti wordt gewerkt aan het ledenaantal (de vereniging wil meer leden in de leeftijdscategorie 30-50 jaar), het parkeerbeleid bij hun sporthal en de begeleiding van de trainers. Scrumboks (rugby) Rugbyvereniging Scrumboks heeft in 2012 rugbylessen gegeven op het basisonderwijs. Zoals reeds eerder beschreven heeft dit direct resultaten opgeleverd. De ondersteuning is voornamelijk gericht op ledenwerving en doelgroepenbeleid. De samenwerking met deze club is intensief en zeer goed.

“Sportfriends heeft voor Rugbyclub de Scrumboks de mogelijkheid geboden om samen met zijn combinatiefunctionarissen zijn sport zo breed mogelijk in Tiel te kunnen presenteren. Het team van 'Sportfriends' is niet alleen sport praktisch goed georganiseerd maar bied ook de mogelijkheid om het kader van sportverenigingen bij te staan in vraagstukken. Met deze ervaringen is 'Sportfriends' voor onze vereniging van toegevoegde waarde aan de sport in Tiel en zijn omgeving.” Roy Jansen, PR en Ledenwerving Scrumboks

Ten Medel (tennis) Met tennisvereniging Ten Medel is eind 2012 pas het eerste contact gelegd. Begin 2013 staat het kennismakingsgesprek ingepland.


Jaarverslag 2012

15

TEC (voetbal) Sportief gaat het voetbalvereniging TEC voor de wind. Veel elftallen staan hoog op de ranglijsten. Het grote probleem van TEC is echter het imago van de club. Het zou een brutale, onsportieve en agressieve club zijn. De club spreekt dit tegen, maar erkent dat dit de realiteit is. Er is ook met het oplossen van de andere problemen (bekwaamheid trainers, vrijwilligers) reeds een begin gemaakt. Maar de club heeft van haar imago de hoogste prioriteit gemaakt. Onder het motto “fairplay, zowel intern als extern” zal de club onder begeleiding van de sportfunctionaris dit imago trachten te verbeteren. Theole (voetbal) Met voetbalvereniging Theole is in het eerste gesprek bepaald dat het vrijwilligersbeleid prioriteit nummer één is. Met de vrijwilligerscoördinator zijn inmiddels drie gesprekken geweest. De vorderingen die in de afgelopen maand behaald zijn, zijn groot. Zo zal de vereniging overstappen op een digitale inschrijving en is de inschrijfprocedure verbeterd. Tevens wordt Theole begeleidt bij een grootschalig onderzoek naar het netwerk binnen de achterban. Tenslotte staat Theole in het jaar 2013 zeker open voor een ondersteuning op zowel het basisonderwijs als op het speciaal onderwijs. Tielse TC (tafeltennis) De Tielse Tafeltennis Club was ooit een bloeiende en rijke vereniging, maar de vereniging dreigt te ‘verslonzen’. Het gebrek aan enthousiaste vrijwilligers en de enigszins ouderwetse uitstraling van de club en haar clubgebouw werken hier niet echt aan mee. Met de voorzitter is daarom in goede en open gesprekken besproken op welke manier de Tielse TC aan haar ledenaantal en vrijwilligers gaat werken. Onder andere een open promotie van de tafeltennissport door middel van de organisatie van (gratis) open toernooien en de participatie van de vereniging in het basisscholentraject zijn speerpunten waarop dit moment aan wordt gewerkt. Daarnaast wordt de vereniging bijgestaan in het herschrijven van hun inschrijfbeleid, om op die manier meer betrokken vrijwilligers en trainers te werven. TLTC (tennis) Bij tennisvereniging TLTC is contact gelegd met hun tennisschool. De tennisschool is bereid om namens de tennissport in Tiel gratis workshops te gaan verzorgen op de basisscholen van Tiel. Via deze weg kunnen enthousiaste kinderen, middels een 10 lessenreeks, kiezen uit één van de vier tennisverenigingen uit Tiel. Aan verenigingsondersteuning heeft TLTC weinig behoeften. Een aantal jaren geleden was de club nog klein, maar het ledenaantal vooral bij de jeugd stijgt. Ook organisatorisch gaat alles goed. TiVoC (volleybal) Met volleybalvereniging TiVoC zijn inmiddels twee gesprekken geweest en de vereniging staat absoluut open voor ondersteuning, maar het is nog niet helemaal duidelijk waar zij prioriteit aan geven. Het teruglopende ledenaantal is zeker een kwestie. Daarnaast heeft de vereniging laten weten dat zij zeker potentie zien in het onderwijssysteem. De trainer en coach van de club zou dit voor zowel het basisonderwijs als het speciaal basisonderwijs kunnen doen, daar hij ook de trainer is van het kleine G-team dat TiVoC heeft. Momenteel worden de mogelijkheden onderzocht. 2.8

Uitleiding

Zo terugblikkend op het jaar 2012, is er met de sport relatief veel bereikt. Ondanks dat de uitvoering van het sportbeleid de grootste taak is binnen de opdracht van de gemeente Tiel, is één van de andere twee taken binnen de opdracht de coördinatie van de Brede school Tiel–Oost. In het volgende hoofdstuk wordt stilgestaan bij de ontwikkelingen van de Brede school en de daarbij behorende resultaten.


Jaarverslag 2012

16

3. 3.1

BREDE SCHOOL TIEL - OOST Inleiding

De discussienota ‘Brede school’ van het College van B&W mondde uiteindelijk uit in een kadernotitie ‘Brede school’ dat in het jaar 2007 door de gemeenteraad van de gemeente Tiel werd vastgesteld. Om verschillende redenen werd de keuze gemaakt voor het gebied Tiel-Oost. Eén reden was de nieuwbouw van de drie basisscholen uit Tiel–Oost. Vanwege de bezuinigingen was het oorspronkelijke plan om de drie basisscholen onder te brengen in één verzamelgebouw niet haalbaar. Gedurende een half jaar was een externe programmamanager aangesteld om samen met de partners een inhoudelijk programma ‘Brede school Tiel–Oost’ te ontwikkelen. Dit plan dient als referentiekader voor de verantwoording van het jaar 2012. In dit plan zijn visie, ambitie en thema’ s opgenomen. De visie kenmerkt zich tot het efficiënter en het effectiever samenwerken van partners die actief zijn op het brede terrein van onderwijs, opvoeding, opvang, ontspanning en ontmoeting. De ambitie daarentegen richt zich op de optimale ontplooiing van het kind. De concrete uitwerking van de visie en de ambitie is gedaan aan de hand van de vier thema’s: talentontwikkeling, ouderbetrokkenheid, vreedzame wijk en het bevorderen van bewegen en gezond gedrag. In de volgende paragrafen wordt per thema de resultaten beschreven. De resultaten van het vierde thema ‘bevorderen van bewegen en gezond gedrag‘ is echter grotendeels beschreven in hoofdstuk 1. Derhalve wordt met betrekking tot dit thema de resultaten beschreven die niet zijn opgenomen in het hoofdstuk van de sport. Tot slot dient te worden vermeld dat de stuurgroep van de Brede school Tiel–Oost half jaarlijkse voortgangsrapportages ontvangt waarin informatie, zoals o.a. specifieke activiteitenbegroting, projectorganisatie en aspecten van communicatie, staat dat niet in dit jaarverslag is opgenomen. 3.2

Talentontwikkeling

Het doel van het thema talentontwikkeling is in het plan van aanpak als volgt gedefinieerd: kinderen de kans te geven om zich breed te ontwikkelen, hun talenten te laten ontdekken, de leerprestaties te verbeteren en door te stromen naar HAVO/VWO. Om het doel te gaan bereiken zijn er verschillende deelprojecten opgezet of worden nog opgezet. 3.2.1

Resultaten

Van de zevental deelprojecten, Brede school academie, gezamenlijke plusklas, structureel naschools aanbod, huiswerkbegeleiding, leesbevordering, beroepsbezoek groep 7 en infobijeenkomsten, is qua ontwikkeling de tweetal deelprojecten naschools aanbod en leesbevordering in vergelijking met de andere deelprojecten in een ver gevorderd stadium. Daar waar de deelprojecten nog niet zijn gestart of nog in ontwikkeling zijn, wordt in de subparagraaf 3.2.1.2 het (kwalitatieve) proces van deze deelprojecten beschreven. 3.2.1.1 Kwantitatieve resultaten Figuur I geeft een overzicht van de kwantitatieve resultaten van de twee deelprojecten ‘naschools aanbod en leesbevordering’. Het betreft hier alleen de culturele activiteiten. In vergelijking met de sportactiviteiten is het aantal aanzienlijk lager. Omdat deze activiteiten net zijn gestart, is de verwachting dat het nog even z’n tijd nodig heeft en de komende perioden het aantal deelnemende kinderen zal stijgen. Bovendien waren de culturele activiteiten gemaximaliseerd op ongeveer tien kinderen per activiteit. Kortom, bijna alle activiteiten zaten wel vol. Met betrekking tot de inrichting van de schoolbibliotheken zijn door Bibliotheek Rivierenland de schoolbibliotheken bij de drie basisscholen ingericht. Concreet betekent dit dat de boekencollecties zijn opgeschoond/aangekocht en opnieuw zijn ingedeeld op de belevingswereld van de kinderen. Leerlingen kunnen vanaf heden boeken lenen van de scholen. Daarnaast zijn de leescoördinatoren van de basisscholen door de leesmedia coach van de bibliotheek opgeleid. Combinatiefuncties Gemeente Tiel

Jaarverslag 2012

17

Figuur I:

Kwantitatieve resultaten culturele activiteiten

Basisschool

De Regenboog PWA centrum De Achtbaan

Deelproject

Activiteit

Groep

Naschools aanbod Naschools aanbod Naschools aanbod Naschools aanbod Naschools aanbod Naschools aanbod Leesbevordering Leesbevordering Leesbevordering Leesbevordering Leesbevordering Totaal

Superchefs Boekenbende Media Media Media Media Boekenbende Boekenbende Boekenbende Boekenbende Inrichting schoolbieb

7,8 6,7,8 3,4,5 6,7,8 3,4,5 6,7,8 3,4,5 6,7,8 3,4,5 6,7,8 alle

Aantal inschrijvingen 10 10 17 21 8 9 10 9 8 10 n.v.t. 112

Aantal deelnemers p.w. 10 10 10 11 8 9 10 9 8 10 Niet geregistreerd 95

Aantal wachtlijst 0 0 7 10 0 0 0 0 0 0 n.v.t. 17

Aantal weken 7 7 6 6 6 6 6 6 6 6 n.v.t.

3.2.1.2 Kwalitatieve resultaten De resterende deelprojecten zijn veelal in de fase van planvorming. Klaarblijkelijk speelt een aantal factoren een rol waardoor de ontwikkeling van deze deelprojecten stagneren. Eén factor dat is te benoemen is de begroting. De financiële middelen voor de midden- en langere termijn zijn tot op heden niet toereikend. Desalniettemin wordt stapsgewijs vooruitgang geboekt. Uit het haalbaarheidsonderzoek blijkt dat er voldoende draagvlak is voor de Brede School Academie Tiel–Oost. Bovendien is de conclusie van het onderzoek dat de Academie een toegevoegde waarden kan zijn voor de ontwikkeling van de leerlingen van de drie basisscholen. Zodra de financiering rond is, kan er worden begonnen met de verdere voorbereiding en implementatie van het deelproject. De denominaties CPOB en OPOR hebben in het verleden Plusklassen voor hoogbegaafde leerlingen opgezet. Thans zijn de onderwijsbesturen met elkaar in gesprek om te bekijken in hoeverre het mogelijk is om gezamenlijk, via een wijkgerichte aanpak, een Plusklas Tiel–Oost op te zetten. De verwachting is dat dit nog enige jaren zal duren alvorens dit wordt gerealiseerd. Aan de leerlingen van basisschool De Regenboog wordt huiswerkbegeleiding aangeboden. De twee andere basisscholen De Achtbaan en de Prins Willem Alexanderschool hebben deze dienst op dit moment niet. Deze twee scholen geven geen prioriteit hieraan om op korte termijn wel huiswerkbegeleiding aan hun kinderen aan te bieden. In het kader van het beroepsbezoek voor de bovenbouwleerlingen is in eerste instantie geprobeerd om de samenwerking te zoeken met Mozaïek welzijn. Uiteindelijk bleek deze samenwerking niet haalbaar te zijn. Desondanks is het afgelopen jaar wel een plan ontwikkeld. Het plan richt zich op het organiseren van een Roefeldag in het voorjaar van 2013. Deze dag staat in het teken van ontmoeting tussen volwassenen en kinderen. Kinderen krijgen inzicht in de leef- en werkomgeving van de volwassenen. Ten aanzien van de informatiebijeenkomsten kan worden geconcludeerd dat in het jaar 2012 alleen een besluit is genomen om in het jaar 2013 een informatiemarkt te organiseren dat gekoppeld is aan de vier thema’s.


Jaarverslag 2012

18

“De Achtbaan ziet de samenwerking binnen de BSTO als een mooie kans om daadwerkelijk iets voor de kinderen van Tiel – Oost te kunnen betekenen. In de visie van De Achtbaan staat beschreven dat wij kinderen optimaal willen voorbereiden op hun latere leven. Onze school doet dit vanuit onze kerntaak, goed onderwijs. Het is de realiteit van Tiel – Oost, dat een relatief grote groep kinderen opgroeit in een thuissituatie met meervoudige sociaal – economische problematiek. Hierdoor is er niet voor ieder kind ruimte om zich breder te kunnen ontwikkelen. De activiteiten van BSTO voorzien hierin. In die zin hebben wij de samenwerking binnen BSTO nodig om onze doelstellingen te kunnen realiseren.” Caroline Lieshout, directeur De Achtbaan

3.3

Ouderbetrokkenheid

Dit thema kenmerkt zich tot het betrekken van ouders en volwassenen bij het uitwerken van de thema’s en de daaraan gelieerde activiteiten van de Brede school. Daarnaast is het streven om ouders te ondersteunen bij opvoedingsvraagstukken en de taal te bevorderen daar waar sprake is van taalachterstand bij ouders. 3.3.1

Resultaten

Helaas zijn de activiteiten van de deelprojecten klankbordgroep ouders, vrijwilligersbank, opvoedingsondersteuning en bevorderen taalbeheersing van de ouders deels of helemaal niet te kwantificeren. Daarom zal in deze paragraaf een algemene beschrijving worden gegeven van de deelprojecten. Er is een aantal pogingen gedaan om een klankbordgroep van ouders op te richten. Via de nieuwsbrieven van de scholen zijn ouders opgeroepen om hieraan deel te nemen. Dit heeft echter geresulteerd in één ouder die wilde deelnemen. Dit laat onverlet om als coördinatiegroep Brede school op een creatieve wijze alternatieven te bedenken ten einde in de nabije toekomst wel vorm en inhoud te kunnen geven aan de klankbordgroep. Om niet opnieuw het wiel uit te vinden is er aangesloten bij de online vrijwilligersbank van Mozaïek welzijn. De Brede school heeft binnen deze vrijwilligersbank een profiel aangemaakt. Potentiële vrijwilligers kunnen reageren op de aangeboden vacatures van de Brede school. Het heeft vooralsnog niet het gewenste resultaat opgeleverd. De vraag is echter of men zich überhaupt digitaal inschrijft voor vrijwilligerswerk. De beproefde methode bij het werven van vrijwilliger is immers het inter-persoonlijke contact tussen mensen. De Brede school zal door Mozaïek worden betrokken bij de verdere ontwikkeling van de online vrijwilligersbank. Het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) heeft aangaande de opvoedingsondersteuning aan ouders een pilot project uitgevoerd. Uit de evaluatie met verschillende partners is een aantal aanbevelingen voortgekomen die mee worden genomen in een nieuw plan van aanpak. Eén aspect ervan is het meer richten op een integraal beleid. De doelstelling om de taalbeheersing van ouders te bevorderen is in het plan van aanpak opgesplitst in twee activiteiten. ‘Leescorso’ is een activiteit waarbij de ouders worden gestimuleerd om hun kinderen voor te lezen. Op alle drie de basisscholen wordt deze activiteit inmiddels uitgevoerd. De tweede activiteit is nog niet van start, maar zal zich richten op ouders die hun kinderen kunnen ondersteunen bij het taal- en leesonderwijs. “Het is ontzettend goed om te zien hoe de Brede school Tiel-Oost zich steeds meer ontwikkelt van een idee naar een tastbare werkelijkheid. Het mooie gebouw waarin onze school De Regenboog nu gehuisvest is samen met Peuterspeelzaal de Flattekat, de Buitenschoolse Opvang en het Consultatiebureau. Onze kleuters zijn enthousiast over meester Hendri die iedere week gymlessen komt geven. Onze leerlingen hebben inmiddels ook de weg gevonden naar de Brede School activiteiten die na schooltijd georganiseerd worden. De activiteiten bieden voor elk kind wat wils, sport, cultuur, dans, dit brede aanbod wordt door de kinderen zeer gewaardeerd. We zien bij ieder blok het aantal inschrijvingen toenemen!” Marielle Klasen, directeur De Regenboog


Jaarverslag 2012

19

3.4

Vreedzame wijk

Het concept ‘Vreedzame wijk’ streeft naar een gezamenlijke pedagogische visie en aanpak van instituten die direct te maken hebben met kinderen en jongeren. De ‘Vreedzame school’ is een methodiek die onder andere hiervoor is te gebruiken. Deze methodiek is gebaseerd op peer mediation ofwel kinderen leren ondermeer omgaan met conflicten, waarbij de school een democratische gemeenschap wordt waarin iedereen zich betrokken en verantwoordelijk voelt en op een positieve manier met elkaar omgaat. Voor de verdere ontwikkeling en invulling van het concept ‘Vreedzame wijk’ onderscheidt de Brede school Tiel–Oost een drietal deelprojecten. Om dezelfde reden zoals beschreven in paragraaf 3.3.1 zal bij de volgende paragraaf wederom een algemene beschrijving van de resultaten worden beschreven. 3.4.1

Resultaten

Ondanks dat dit thema nog nader wordt uitgewerkt, is wel al een begin gemaakt met het opstellen van een gezamenlijke gedragscode. Door als Brede school partners deze gedragscode te onderschrijven en na te leven kan er al voorzichtig worden gesproken over een eerste aanzet tot een gezamenlijke pedagogische aanpak. De kinderraad is een deelproject dat in uitvoering is en dus ook zichtbaar. Kinderen uit de groepen zeven en acht van de drie basisscholen hebben zitting in deze kinderraad. Actuele thema’s zoals ondermeer pesten en gezondheid en bewegen worden in de raad besproken. De ‘raadsleden’ informeren de andere kinderen binnen hun school over de activiteiten van de kinderraad. Het blijft niet alleen bij praten over actuele onderwerpen, maar er worden ook concrete activiteiten uitgevoerd zoals een inzamelactie van speelgoed voor de voedselbank. Met onderwijszorgcentrum Focus zijn gesprekken gevoerd over naschoolse sociale vaardigheidstrainingen. Er zijn in het jaar 2012 geen afspraken over de concrete invulling van deze activiteiten. Het zal dus een vervolg krijgen in het jaar 2013. Tot slot, de informatiebijeenkomsten ‘Vreedzame wijk’ zijn een onderdeel van de informatiemarkt zoals beschreven in subparagraaf 3.2.1.2. “Er is het afgelopen jaar hard gewerkt aan de Brede school Tiel – Oost. De samenwerking tussen de kernpartners is bijzonder goed en de motivatie om de BSTO steeds verder te ontwikkelen is groot. Er is inmiddels een breed pakket naschoolse activiteiten en de voorbereidingen voor andere grote projecten (bijv. Brede School Academie) zijn in volle gang. Voor veel grote projecten moet nog financiële dekking komen, maar daar wordt hard aan gewerkt. De nieuwbouw/verbouw van de schoollocaties vraagt nog veel aandacht van de schooldirecties en de stuurgroep.” Arjan Veldsink, directeur Prins Willem Alexanderschool locatie centrum

3.5

Bevorderen van bewegen en gezond gedrag

Zoals reeds in de inleiding van dit hoofdstuk vermeldt zijn de resultaten van de sportactiviteiten opgenomen in het vorige hoofdstuk. Echter, de Brede school beoogt het overgewicht bij kinderen terug te dringen. Hiertoe gebruiken ze niet alleen de sportactiviteiten, maar is ook het streven om voorlichting te geven over voeding. Daarnaast wordt de methodiek ‘Lekker Fit!’ gebruikt, waarbij de kinderen leren over een gezonde leefstijl. Een onderdeel van deze methodiek is de fitheidstest. Deze testen zijn inmiddels bij de drie basisscholen afgenomen.


Jaarverslag 2012

20

3.6

Samenwerking en overige activiteiten

In deze paragraaf wordt kort stilgestaan bij de uitbreiding van de partners. Daarnaast wordt een aantal activiteiten beschreven die niet volledig te plaatsen zijn binnen één van de vier thema’s, maar wel relevant zijn om die te benoemen in dit jaarverslag. De paragraaf wordt afgesloten met figuur J, een 0- en 1 meting Brede school TielOost. Binnen de Brede school zijn de partners van essentieel belang. Immers, alles staat of valt met hun inzet. Bij een aantal deelprojecten is de samenwerking uitgebreid met nieuwe partners. Log4kids en Motoriek in Beweging zijn recentelijk toegevoegd aan het netwerk. Ondanks dat het commerciële partijen zijn, sluiten ze aan op de visie van de Brede school. Hun kerntaken zijn gericht op de versterking van taal en gezondheid en bewegen. Daarnaast kunnen ze de scholen adviseren bij de observaties van de kinderen. Al met al dragen zij bij aan de ontwikkeling van de kinderen. Natuur Milieu Educatie wordt verzorgd door centrum Zwerfkei. De Brede school is betrokken bij de ontwikkeling van het nieuw aan te leggen Cool Nature Park. De Plantage is als partner recent toegevoegd aan de Brede school. Het streven is om samen met de Plantage meer naschoolse culturele activiteiten te ontplooien. De website is één van de communicatiemiddelen om de doelgroepen te bereiken c.q. van informatie te voorzien. Sinds kort (najaar 2012) is de website bredeschooltiel.nl in de lucht. Informatie over de Brede school, nieuwsberichten, verslagen van activiteiten en foto’s zullen op de site worden geplaatst. De wens van de scholen was om een looproute te realiseren. Samen met MUS atelier is een looproute ontwikkeld dat loopt tussen de scholen en het Oosthonk. De route is gelegd met stoeptegels met daarop klavertjes vier. Kinderen hadden via workshops teksten voor de looproute gemaakt. Deze teksten zouden dan een plek krijgen binnen de looproute. Helaas bleek vanwege geldgebrek dit niet haalbaar. Figuur J laat ten aanzien van de ontwikkeling van de Brede school een 0- en 1 meting zien gebaseerd op een tiental indicatoren. Elke indicator is te verdelen in een aantal variabelen. Er is per indicator een gemiddelde getrokken van de variabelen. De waardering/beoordeling is gedaan door de partners van de Brede school Tiel-Oost. Op basis van de metingen is met voorzichtigheid te constateren dat er een positieve ontwikkeling is van de Brede school Tiel– Oost.

Figuur J: 0- en 1 meting Brede school Tiel - Oost

Ge

za m

en lij

k Ki e vi si nd Ou ce e de nt ra rp al ar t i cip M aa at tw ie er M kw ul td ijk is Do cp. S or ga am. an de Pr l of . h ijn o ud St ru in ct g .a an pa Re k su R ui lta m at zic te ht ba ar

9 8 7 6 5 4 3 2 1 0


Jaarverslag 2012

0-meting 1-meting

21

3.7

Uitleiding

Ondanks dat de Brede school Tiel–Oost nog een lange weg heeft te gaan. Heeft het inmiddels al wel voldoende piketpaaltjes geslagen om de weg naar optimaal succes te bewandelen. In hoofdstuk vijf zal in reflectieve zin nog kort worden stilgestaan bij de Brede school Tiel-Oost. De laatste taak binnen de opdracht van de gemeente Tiel is die van maatschappelijke stage. In het volgende hoofdstuk worden de activiteiten en de daaraan gerelateerde resultaten nader belicht.


Jaarverslag 2012

22

4. 4.1

MAATSCHAPPELIJKE STAGE Inleiding

In het jaar 2007 heeft het kabinet onder het motto ‘Samen leven kun je leren’ de maatschappelijke stage (Mas) ingevoerd. De overheid beoogt hiermee het vrijwilligerswerk onder jongeren te bevorderen. De jongeren zijn immers de vrijwilligers van de toekomst. Vanaf het schooljaar 2011 -2012 waren alle instromende leerlingen van het voortgezet onderwijs verplicht om 30 uren maatschappelijke stage te lopen. In september 2008 zijn de eerste pilots maatschappelijke stage gestart in de gemeente Tiel. De pilotfase was bedoeld om een stevige bemiddelingsinfrastructuur op te zetten waarmee de huidige vraag zou kunnen worden opgevangen. Deze vraag bestond op jaarbasis uit 600 masplichtige leerlingen woonachtig en/of schoolgaand in de gemeente Tiel. Gedurende de pilotfase is er veel tijd en energie gestoken in het verzamelen van voldoende aanbod en monitoring van het invoeringsproces. Er bleken onduidelijkheden te bestaan over de taken en verantwoordelijkheden van de verschillende partners, te weten de scholen, de gemeente en de maatschappelijke makelaar. Hierop is er door de toenmalige makelaar, in dienst bij Mozaïek welzijn, een plan van aanpak opgesteld dat medio april 2011 in werking trad. Dit plan dient als vertrekpunt voor de verantwoording van het jaar 2012. De taken binnen de functie van makelaar maatschappelijke stage is in een aantal hoofdactiviteiten te onderscheiden. In de volgende paragrafen worden aan de hand van deze hoofdactiviteiten de resultaten beschreven. Vanwege het feit dat de taken van de makelaar maatschappelijke stage meer een procesmatige kant kent, is mi nder expliciet de scheiding te maken tussen de kwantitatieve resultaten en de kwalitatieve resultaten zoals bij de sport wel het geval is. Derhalve worden de kwantitatieve en de kwalitatieve resultaten beschreven in één paragraaf en dus niet opgesplitst in subparagrafen. 4.2

Plan van aanpak en overleg

Eén van de doelstellingen is het uitvoeren en het jaarlijks evalueren van het Plan van Aanpak. De stuurgroep is het gremium waarin de voortgang van de maatschappelijke stage wordt besproken en waar de evaluaties plaatsvinden. Tussen december 2011 en juni 2012 is er gewerkt volgens het liggende Plan van Aanpak. Zoals reeds in de inleiding vermeldt is dit plan van aanpak in april 2011 opgesteld door de voormalige makelaar van Mozaïek welzijn. 4.2.1

Resultaten

Met de leden van de stuurgroep is eind juni het Plan van Aanpak geëvalueerd. Vastgesteld is dat alle doelstellingen zijn behaald, minus het trainingsdoel van makelaar voor school. Echter, geen van de resultaten leidde tot unanieme tevredenheid. Vandaar dat het noodzakelijk was om alle doelstellingen en/of resultaatindicatoren aan te passen. In plaats van een nieuw plan van aanpak te schrijven, is het kaderstuk ‘Toekomstmuziek, MaS Tiel 20122016’ geschreven. Dit kaderstuk dient als uitgangspunt voor de verdere ontwikkeling van de maatschappelijke stage de komende jaren. 4.3

ICT- systeem

Een ICT- systeem ofwel een ‘vacaturebank’ is een middel om efficiënter vraag en aanbod met elkaar te matchen. Binnen het regionaal netwerk van makelaars was de wens om een regionale vacaturebank op te zetten. Zoals is te lezen in de volgende paragraaf is dat niet zonder slag of stoot gegaan.


Jaarverslag 2012

23

4.3.1

Resultaten

Aan het beheren ging nog een stap vooraf. Bij de aanstelling van de makelaar maatschappelijke stage was er immers nog geen ICT-systeem. De aanbesteding hiervan bevond zich in een impasse. De makelaar heeft een adviserende rol gespeeld in de aanbesteding. Er is na onderzoek een offertevergelijking opgesteld, rekening houdend met de verschillende belangen van de gemeente Tiel, het RSG Lingecollege en de buurgemeenten. In navolging van het advies van de makelaar is in mei 2012 de keuze gemaakt voor JV Multimedia. Gedurende de zomer is dit systeem opgeleverd, uitgebreid getest en gevuld met teksten. Begin september startte dan het beheer. Dit beheer omvat veel meer dan het actueel houden van vraag en aanbod. De verschillende beheeraspecten evenals het actueel houden zullen terugkomen in de onderstaande doelstellingen. 4.4

Ondersteuning en vraagbaak

Het ondersteunen (o.a. informeren/voorlichting en deskundigheidsbevordering) van alle betrokken partijen, in het bijzonder de stagebieders, is van zeer groot belang bij het vormgeven van de stageplekken. Een ander facet van de ondersteuning is de rol van vraagbaak tussen de stagebieders en de scholen. 4.4.1

Resultaten

Zowel school, ouders, leerlingen als stagebieders kunnen in eerste instantie terecht op de website www.mastiel.nl. Hier kunnen alle belanghebbenden informatie vinden die nodig is om de maatschappelijke stage tot een goed eind te volbrengen. Stagebieders Er is met alle 110 stagebieders uit het bestand contact geweest. Met stagebieders die geen hulpvragen hadden bestond dit contact enkel uit mailing en telefoon. Waar wel hulpvragen waren zijn persoonlijke afspraken gemaakt. Doordat met iedere stagebieder contact is gelegd, blijft het aanbod actueel. Komend jaar zal met iedere aanbieder die stagiairs ontvangt, of die minimaal een half jaar geen stagiairs heeft ontvangen contact worden opgenomen om de stand van zaken door te spreken. Zo blijft het aanbod actueel en het contact met de stagebieders regelmatig. Daarnaast zijn het afgelopen jaar twee interactieve clusterbijeenkomsten georganiseerd. Deze waren bedoeld voor het cluster zorg en sport, de twee grootste aanbieders van de maatschappelijke stages. School Met de school is naast de stuurgroepbijeenkomsten regelmatig contact. Dit contact verloopt per locatie anders. Met de Heiligestraat en Rozenstraat worden regelmatig afspraken gepland, minimaal eens per kwartaal. Daarnaast vindt er contact plaatst indien één van de partijen hier behoefte aan heeft. Bij de opstart van het digitale systeem was het contact zeer intensief. Met de Teisterbantlaan is het contact veel minder. Enkele afspraken bij de opstart van dit schooljaar en mailcontact op het moment dat de coördinatoren tegen een probleem aanliepen. Kortom, deze locatie maakt simpelweg minimaal gebruik van de expertise van de makelaar. Regio De regiomakelaars voeren kwartaaloverleg. Met de makelaar van Culemborg is buiten de standaard overleggen om regelmatig overlegd. Afgelopen jaar waren het ICT systeem en de ‘veilige stages’ de meest belangrijke punten van overleg. Alle makelaren hebben dit laatste onderwerp binnen de eigen gemeente op de kaart trachten te zetten in de gesprekken met de school en de stagebieders. De bijdragen van Tiel in het regionetwerk was ondermeer het maken van een regioplanning dat nodig was voor de grotere stagebieders om hun planning te maken. Daarnaast is het handvat ‘veilige stages’ voor stagebieders ontwikkeld. Verder is in de offertevergelijking voor het ICT-systeem zeer goed gekeken naar het regionale belang. Het nu gekozen systeem is verenigbaar met dat van Culemborg en daarmee dekkend voor de regio.


Jaarverslag 2012

24

4.5

Matching van vraag en aanbod

De basis van de maatschappelijke stages is in eerste instantie het matchen van de vraag van de stagebieders en het aanbod van de school. Dit betekent concreet dat er contacten gelegd en onderhouden dienen te worden met de maatschappelijke organisaties teneinde goede stageplekken te kunnen creëren. Vervolgens dienen de vacatures te worden verzameld en daadwerkelijk worden ingevuld door de leerlingen van de school. Daar waar leerlingen niet zelf of via de school een stageplaats kunnen vinden, dient passende stages te worden aangeboden. 4.5.1

Resultaten

Het bestand telde 28 actieve stagebieders in november 2011. In december 2012 is dit aantal gegroeid naar 110 vaste stagebieders en 42 losse, d.w.z. eenmalige stagebieders. Een groei van meer dan 350%. Deze groei komt voort uit actieve acquisitie, dat vele malen makkelijker is geworden dankzij de registratie van ‘eigen stages’. Bij controle van deze ‘eigen stages’ blijkt de stagebieder veelal vaker stagiairs te ontvangen en graag vaste aanbieder te willen blijven. In januari 2012 is nog een zestal leerlingen persoonlijk bemiddeld. De website voorziet nu in deze behoefte. Daarnaast vinden leerlingen binnen school steeds beter de weg naar hun coördinatoren. Deze kunnen de leerlingen, met behulp van de website, prima van een stage voorzien. Toch zijn hier geen cijfers te noemen. De school zal na de kerst een stage-check uitvoeren voor de masplichtige leerlingen. Dan zal blijken hoe groot de groep is die nog niets heeft ondernomen en in navolging hiervan bemiddeling nodig heeft. 4.6

Nieuwe stagevormen

De laatste doelstelling is het innoveren van het ‘stagebeleid’ van ondermeer de school ofwel in samenwerking met het voortgezet onderwijs het ontwikkelen van nieuwe stagevormen. Nieuwe stagevormen kunnen namelijk een verrijking zijn van het aanbod en wellicht beter aansluiten op de vraag van de stagebieders en de beleving van de leerlingen. 4.6.1

Resultaten

De ontwikkeling van nieuwe stagevormen heeft nog weinig aandacht gehad. Hier ligt aan ten grondslag dat ten eerste de meeste energie naar het ICT-systeem is gegaan. Ten tweede bood de huidige samenwerkingsvorm, de taakgerichte uitvoering van het Plan van Aanpak, te weinig ondersteuning om school aan te zetten tot een verbeterde samenwerking dat nodig is voor nieuwe projecten. Uit de evaluatie van het Plan van Aanpak blijkt dat alle doelstellingen wel behaald zijn, maar niet naar tevredenheid. Er ontbreekt een meetlat, een gezamenlijke wens om de maatschappelijke stage naar een hoger plan te trekken. Dat maakte het niet mogelijk om nieuwe stagevormen te ontwikkelen in samenwerking met het voortgezet onderwijs. Een goede samenwerking tussen de Rozenstraat en zorgboerderij Kei daargelaten. Bovenstaande constatering gaf de aanleiding om het kaderstuk ‘Toekomstmuziek’ op te stellen. Dit moet de basis gaan vormen voor een visietraject met school én gemeente. De mogelijkheden liggen er. In de laatste stuurgroepbijeenkomst hebben alle schoollocaties duidelijk uitgesproken de waarde van maatschappelijke stage graag te willen behouden. Daarbij spraken de coördinatoren uit dat zij zeker toekomst zien in een sociaal en activerend jongerenbeleid dat voortkomt uit de behoefte van school en de lokale gemeenschap. De coördinatoren zouden graag zien dat hun leidinggevenden met de gemeente in gesprek gaan om tot een ‘jongerenparticipatie’ beleid te komen voor Tiel. Opdat het uit te voeren beleid breder door school gedragen kan worden en de coördinatoren daarmee zelf meer beslissingsbevoegdheden krijgen.


Jaarverslag 2012

25

4.7

Uitleiding

Met het hoofdstuk van de maatschappelijke stage wordt de inhoudelijke verantwoording van het jaar 2012 afgesloten. Resteert alleen nog een reflectieve beschouwing en de verantwoording van de uren en de financiën. In de volgende drie hoofdstukken worden de drie onderwerpen nader uiteengezet.


Jaarverslag 2012

26

5. 5.1

REFLECTIE EN BELEIDSADVIES

Inleiding

In dit hoofdstuk wordt zoveel mogelijk op een beschouwende wijze gereflecteerd op de activiteiten die zich binnen de context van de gemeente Tiel afspelen. Vervolgens wordt gedeeltelijk op grond van de empirie een koppeling gemaakt met het huidige beleid van de gemeente Tiel. De door de ambtenaren gewenste (beleids)adviezen vloeien voort uit deze reflectie. Het blijven adviezen. De keuzes en de daaraan voorafgaande (politieke) afwegingen om wel of niet de adviezen op te volgen is natuurlijk aan de gemeente Tiel. Voor de volledigheid dient hierbij te worden opgemerkt dat het geen oordeel is ten aanzien van het huidige beleid of het maatschappelijk veld. Immers, om betrouwbare en valide uitspraken te doen ten aanzien van het beleid of de discrepantie tussen het beleid en de uitvoering, zou al dan niet via onderzoek een gedegen analyse gemaakt moeten worden van de diverse beleidsplannen. Deze reflectie is dus grotendeels gebaseerd op een subjectieve waarneming. 5.2

Context

De gemeente Tiel heeft een breed palet aan maatschappelijke organisaties binnen hun gemeente grenzen. Veel van deze organisaties zijn vanuit hun eigen kerntaak deels gericht of volledig gericht op de jeugd en de jongeren uit de gemeente. Vanuit het perspectief van de Impulsregeling zijn de belangrijkste actoren: het primair onderwijs, het voortgezet onderwijs, de sportverenigingen, de culturele instellingen/amateur gezelschappen, Mozaïek welzijn, kinderopvang, sommige wijkstichtingen, Prachtouders en waarschijnlijk nog een scala aan organisaties. Zonder te generaliseren zal er waarschijnlijk op beperkte schaal met elkaar intensief worden samengewerkt. De organisaties benaderen, zonder waarschijnlijk oog te hebben voor hun collega organisaties, veelal vanuit hun eigen discipline voornamelijk het onderwijs. Onderwijs is immers vaak de grootste ‘vindplek’ waar de jeugd en de jongeren zich bevinden. Deels is dit ook ingegeven door het gesegmenteerde overheidsbeleid. Hiermee wordt bedoeld dat vaak elk beleidsterrein vanuit de (lokale) overheid de gesubsidieerde instellingen een opdracht meegeven dat veelal is gericht op de leerlingen van het onderwijs. Hierdoor wordt het onderwijs massaal overladen met instellingen die samen met het onderwijs activiteiten willen uitvoeren. Over het algemeen is er geen poortwachter die fungeert tussen het onderwijs en het maatschappelijk veld, waardoor een en ander voor het onderwijs kan worden gekanaliseerd. Weer terug naar de gemeente Tiel en de Impulsregeling. De huidige constatering is, zover deze constatering juist is, dat er voornamelijk sectoraal en niet inter-sectoraal wordt gewerkt. De cultuur instellingen werken apart vanuit de opdracht van de gemeente. De sport is apart georganiseerd. Mozaïek welzijn voert vanuit een aparte opdracht nog overlappende taken uit op het gebied van sport en mogelijk ook cultuur. Stichting Prachtouders zit met haar activiteiten op het snijvlak van welzijn etc. Sterker nog, de basisscholen moesten kiezen ofwel zich inschrijven voor een sportfunctionaris of media- cultuurcoach. Daarnaast loopt al enige tijd de ontwikkeling van de Brede school Tiel–Oost. Naast de ‘nieuwbouw’ van een drietal schoolgebouwen, is de Brede school als programmatisch concept in ontwikkeling. Binnen deze Brede school wordt met een aantal partners getracht om meer intersectoraal/interdisciplinair te werken. Echter, de indruk bestaat dat deze Brede school zich duidelijk apart wil profileren. Kort samengevat, het lijkt erop dat zowel het beleid als de uitvoering van het beleid enigszins is versnipperd en dat een aantal organisaties terughoudend is in de samenwerking met andere (collega) organisaties. Bovendien is er geen regisseur die als schakel acteert tussen het gemeentelijke beleid en het maatschappelijk veld.


Jaarverslag 2012

27

5.3

Analyse en adviezen

Naast de versterking van de sportverenigingen, komt het in de kern erop neer dat de doelstelling van de Impulsregeling is om zoveel mogelijk kinderen en jongeren te activeren in en kennis te laten maken met sport, kunst en cultuur. Als het talent van de kinderen en jongeren centraal staat en je hen de kansen wilt bieden om hun talenten te ontdekken en te ontwikkelen, dient er dan niet gewerkt te worden vanuit het principe van zoveel mogelijk insluiting en zo min mogelijk uitsluiting? Hebben dan niet alle kinderen en jongeren uit de gemeente Tiel het recht om zo laagdrempelig mogelijk toegang te krijgen tot het (integrale) aanbod van sport, kunst en cultuur? Is de investering van gemeenschapsgelden niet juist bedoeld om tegemoet te komen aan de bovenstaande principes en uitgangspunten? Het is toch wenselijk om vanuit vakinhoudelijk en educatief perspectief te zorgen dat alle kinderen en jongeren de kans krijgen om zo breed mogelijk hun competenties te ontwikkelen en hun repertoire te verbreden teneinde een goede basis te hebben voor onder andere hun maatschappelijke carrière? De eerder geschetste context roept de bovenstaande vragen op. Indien de principes en uitgangspunten worden gedeeld, zou het wellicht wenselijk kunnen zijn om vanuit een holistisch perspectief te gaan werken. Met andere woorden: vanuit de gedachte van een doorgaande (leer) lijn worden activiteitenprogramma’s in samenhang met elkaar ontwikkeld en voor zoveel mogelijk kinderen en jongeren uitgevoerd. Dit zou ook betekenen dat organisaties genoodzaakt zijn om intensiever met elkaar samen te werken. Het gaat immers ook om (de kracht van) het gezamenlijke netwerk dat inter- en multidisciplinair samenwerkt. Simpel gezegd: er wordt, al dan niet in expliciete opdracht van de gemeente Tiel, door alle maatschappelijke organisaties meer samengewerkt, ieder vanuit haar complementaire rol en deskundigheid. Dit kan uiteindelijk leiden tot de gewenste synergie en het optimaal behalen van de doelstellingen. In termen van vorm en inhoud zou het een mogelijkheid zijn om de Brede school Tiel–Oost als concept voor de gehele gemeente Tiel uit te rollen. In het concept werken alle functionarissen die direct te maken hebben met kinderen en jongeren zoveel mogelijk samen. Concreet kan er worden gewerkt met een integraal (activiteiten)programma dat door één regisseur wordt aangestuurd. Dit ‘betoog’ wordt afgesloten met een laatste advies om alle beleidsterreinen binnen de gemeente die direct en indirect te maken hebben met jeugd en jongeren te verankeren in het integraal jeugdbeleid. Mogelijk is dit reeds gedaan, maar is het misschien nog niet voldoende zichtbaar in de praktijk. 5.4

Uitleiding

Zoals in paragraaf 4.7 aangekondigd wordt dit jaarverslag met hoofdstuk 6 en hoofdstuk 7 afgesloten. Hoofdstuk 6 gaat ondermeer in op de formatie. Hoofdstuk 7 geeft tot slot een toelichting op de financiële inkomsten en uitgaven.


Jaarverslag 2012

28

6. 6.1

FORMATIE & UREN

Toelichting formatie en uren

In het begin van het jaar 2012 waren er relatief veel mutaties in het personeelsbestand. L. van den Berg nam ontslag vanwege een andere baan dat meer uren bood. R. van Schendel nam na drie maanden eveneens ontslag vanwege een andere baan. Gezien het feit dat S. Leenders niet snel kon starten binnen het speciaal onderwijs, koos hij na een half jaar ook voor een andere baan. Voor de functies van R. van Schendel en S. Leenders waren snel vervangers gevonden. H. van Dooijeweert trad in dienst als opvolger van Van Schendel. De uren van S. Leenders werden belegd bij de twee functionarissen V. Janssen en M. Cabiroglu en de nieuwe functionaris sportverenigingen M. Lommert die per 1 juli jl. was gestart. Gedurende 1 maart tot 1 april heeft de functie van sportfunctionaris sportverenigingen volledig stilgelegen. Derhalve is deze maand ook niet gefactureerd naar de gemeente Tiel. Gezien het feit dat het lastig was om de juiste persoon te vinden voor de functie, heeft vervolgens de directeur M. Martens tot aan 1 juli de functie tijdelijk waargenomen. Door ondermeer deze mutaties geven onderstaande urenoverzichten, figuren K en L, enigszins een vertekend beeld. Door de vertraging van het speciaal onderwijs en de invulling van de functionaris sportverenigingen zijn er bij de desbetreffende personen meer administratieve taken (organisatie, planontwikkeling etc.) weggezet. Voor het jaar 2013 zal de urenverhouding anders worden aangezien de eerder genoemde knelpunten zijn opgelost en de activiteitenprogramma’s zich verder ontwikkelen. Kortom, daarmee zullen de administratieve uren afnemen. Het totaal aantal werkelijke uren per jaar zijn naar rato van het aantal gewerkte maanden en aanstellingsuren. De constatering is dat over het algemeen totaal meer uren zijn ingezet dan minimaal vereist. Tot slot, onder algemene administratie wordt verstaan alle taken die niet direct te relateren zijn aan de uitvoering van de activiteiten. Bij de makelaar maatschappelijke stage staan directe en indirecte administratieve uren. De directe uren zijn verbonden met de directe uitvoeringstaken en de indirecte uren richten zich op taken zoals teamoverleg en urenregistraties.

Figuur K: Formatie en uren 2012 Functionaris

Functie

Arbeids uren p.w.

Arbeids uren p.j.

Effectieve arbeidsur en p.j.

R. van Schendel S. Leenders M. Cabiroglu V. Janssen L. v/d Berg B. Broersen L. Steenhof M. Martens Mutaties H. van Dooijeweert M. Lommert M. Cabiroglu M. Cabiroglu V. Janssen

Functionaris Brede School T-O Functionaris speciaal onderwijs Functionaris overige wijken Functionaris overige wijken Functionaris sportverenigingen Coördinator Brede School Tiel Oost Makelaar MAS Management

30,4 19 27 30 19 22,8 22,8 8

1.581 988 1.404 1.560 988 1.185 1.185 411

Functionaris Brede School T-O Functionaris sportverenigingen Functionaris overige wijken + extra wijk Functionaris overige wijken + SO Functionaris overige wijken + SO

27,4 26 30 36 36

1.425 1.352 1.560 1.872 1.872


In dienst

Uit dienst

1.405 878 1.247 1.386 878 1.053 1.053 370

Werkelijke effectieve arbeidsuren p.j. 356 448 1.506 1.529 131 1.092 1.162 959

01-01-2012 01-01-2012 01-01-2012 01-01-2012 01-01-2012 13-09-2011 01-11-2011 n.v.t.

01-04-2012 01-07-2012

1.266 1.201 1.386 1.663 1.663

1.025 482 Zie boven Zie boven Zie boven

01-04-2012 01-07-2012

Jaarverslag 2012

Urenwijziging

01-03-2012

n.v.t.

01-04-2012 01-07-2012 01-07-2012

29

Figuur L: Urenspecificatie Functionaris

Functie

R. van Schendel

S. Leenders

Omschrijving

Functionaris Brede School T-O

Functionaris speciaal onderwijs

M. Cabiroglu

Functionaris overige wijken + SO

V. Janssen

Functionaris overige wijken + SO

L. v/d Berg

Functionaris sportverenigingen

B. Broersen

Coördinator Brede School Tiel Oost

L. Steenhof

M. Martens

H. van Dooijeweert

M. Lommert

Bewegingsonderwijs Naschoolse activiteiten Wijkactiviteiten Evenementen/toernooien/vakantie Algemene administratie Bewegingsonderwijs Naschoolse activiteiten Wijkactiviteiten Evenementen/toernooien/vakantie Speciaal onderwijs Algemene administratie Bewegingsonderwijs Naschoolse activiteiten Wijkactiviteiten Evenementen/toernooien/vakantie Speciaal onderwijs Algemene administratie Bewegingsonderwijs Naschoolse activiteiten Wijkactiviteiten Evenementen/toernooien/vakantie Speciaal onderwijs Algemene administratie Accountmanagement sportverenigingen Algemene administratie Programma talentontwikkeling Programma ouderbetrokkenheid Programma Vreedzame wijk Programma bewegen en gezond gedrag Algemene administratie

Makelaar MAS

Gemeente Leerlingen Onderwijs Stagebieders Regionetwerk Directe uren algemene administratie Indirecte uren algemene administratie

Management

Externe overleggen Interne overleggen Personeelsadministratie Financiële administratie Algemene administratie

Functionaris Brede School T-O

Functionaris sportverenigingen + SO


Bewegingsonderwijs Naschoolse activiteiten Wijkactiviteiten Evenementen/toernooien/vakantie Algemene administratie Accountmanagement sportverenigingen Ondersteuning sportverenigingen Evenementen/toernooien/vakantie Speciaal onderwijs Algemene administratie

Jaarverslag 2012

Werkelijke effectieve arbeidsuren p.j. 250 47 0 0 59 356 203 47 44 68 0 86 448 714 136 129 170 22 335 1.506 699 221 111 54 16 428 1.529 48 83 131 452 155 44 260 181 1.092 117 78 136 288 65 292 186 1.162 141 182 239 100 297 959 722 74 70 49 110 1.025 95 166 89 44 88 482

30

7. 7.1

FINANCIEN

Toelichting resultatenrekening en specificatie loonkosten over 2012

Als financieel referentiekader is de begroting vanuit de offerte gebruikt en afgezet tegen de gerealiseerde kosten en baten van het jaar 2012. De bijdrage combinatiefuncties vanuit de gemeente Tiel is hoger vanwege het feit dat na het offertetraject de gemeente had besloten om het aantal fte van de makelaar maatschappelijke stage te verhogen van 0,3 fte naar 0,6 fte. Daarmee werden de personele kosten hoger en dus navenant ook de bijdrage van de gemeente Tiel. Bovendien is een maandsalaris van de combinatiefunctionaris sportverenigingen niet in rekening gebracht. Daarom zal, conform afspraak met en binnen het beschikbaar gestelde budget door de gemeente, in het jaar 2013 de bijdrage van de gemeente iets hoger liggen. Omdat in eerste instantie geen activiteitenbudget beschikbaar was gesteld door de gemeente bleek het wat lastiger om leuke en uitdagende activiteiten te organiseren voor de jeugd en de jongeren. In goede samenwerking met de ambtenaren is het toch gelukt om extra financiën te creëren teneinde meer zaalruimte te kunnen huren en de activiteiten meer te kunnen aankleden. De bijdrage van de partners van de Brede school is ontstaan omdat oorspronkelijk deze partners, in het bijzonder onderwijs, zouden voorzien in de huisvesting en de bureaulasten van de coördinator Brede school Tiel– Oost. Daar werd echter in de praktijk niet of nauwelijks door de partners in voorzien. Doordat de werkgever werd geconfronteerd met deze kosten, is er besloten om een deel van de kosten te laten opnemen in de begroting Brede school Tiel–Oost. Een paar kostenposten wijken af van de posten uit de offertebegroting. De meest afwijkende en opvallendste zijn die van bedrijfsverzekeringen, overhead en management. De kosten van de bedrijfsverzekeringen bleken in werkelijkheid lager te zijn dan opgenomen in de begroting. In overleg met de ambtenaren is er besloten om het deel van onderbestedingsgelden in te zetten voor de zaalhuur van de naschoolse activiteiten en de mobiele telefoonkosten van de sportfunctionarissen. Bij aanvang van het offertetraject was door de gemeente duidelijk gemaakt dat de overheadkosten niet voor rekening zouden komen van de werkgever, maar voor rekening zouden zijn van de partners uit het maatschappelijke veld. Dat was de reden om geen post overhead op te nemen in de offertebegroting. De praktijk was weerbarstiger. Hiermee wordt bedoeld dat de werksituatie voor de medewerkers verre van optimaal was. Om enerzijds te voorkomen dat de medewerkers hierdoor vroegtijdig zouden vertrekken en anderzijds de teambuilding te kunnen bevorderen, had de werkgever besloten om alsnog huisvesting te realiseren. Zoals enigszins vooraf ingeschat is het niet mogelijk om het project alleen maar vanuit de formele rol van werkgever aan te sturen. Het was en is ook noodzakelijk als directeur te acteren als projectleider. Hierdoor is het aantal uren aanzienlijk gestegen, waardoor op basis van het uurtarief uit de offerte de kosten meer dan verdubbeld zijn. Tot slot, de resultatenrekening laat een overzicht van de kosten zien van de totale formatie. Om meer inzicht te geven in de personeelskosten, is van elke medewerker die in het jaar 2012 in dienst was een specificatie van de loonkosten opgesteld. De andere kostenposten zijn algemene posten die betrekking hebben op de gehele formatie en zijn derhalve niet toegerekend naar de individuele medewerkers.


Jaarverslag 2012

31

RESULTATENREKENING OVER 2012 (in vergelijking met offertebegroting) Realisatie 2012

BATEN

Bijdrage Gemeente Tiel combifuncties Bijdrage Gemeente Tiel Cruijff Court Toernooi Bijdrage Gemeente Tiel extra huur accommodatie Bijdrage partners Brede school Tiel Oost Totaal LASTEN Bruto lonen Werkgeverslasten Sociale lasten Vakantiegeld Loonadministratie Ziekteverzuimverzekering Reiskosten woon- werkverkeer Pensioenkosten Bedrijfsverzekeringen Overhead (bureaulasten en huisvesting) Kosten zaalhuur Activiteitenkosten Cruijff Court toernooi Management Reiskosten management Kosten tijdelijke vervanging functionaris sportverenigingen Totaal

Begroting volgens offerte In hele euro’s 217.358 209.967 500 0 333 0 1.645 0 219.836 209.967 Realisatie 2012 Begroting volgens offerte In hele euro’s 121.173 117.144 43.249 46.858 27.633 9.693 2.039 3.884 8.192 7.500 5.955 4.883 1.029 3.612 6.861 0 2.242 0 562 0 77.679 29.970 1.822 0 4.770 0 273.534 209.967

Resultaat

LASTEN

53.698SPECIFICATIE LOONKOSTEN 2012 Omschrijving

B. Broersen

Realisatie 2012 In hele euro’s

Bruto loon Reiskosten woon- werk Pensioenkosten Vakantiegeld Loonadministratie Sociale lasten Ziekteverzuimverzekering Bedrijfsverzekeringen

Totaal

LASTEN

SPECIFICATIE LOONKOSTEN 2012 Omschrijving

L. Steenhof

18.446 1.368 798 1.476 321 3.105 591 152 26.257



Totaal


0

Jaarverslag 2012

16.510 1.020 722 1.321 321 2.758 529 148 23.329

32

LASTEN


M. Cabiroglu



Totaal

LASTEN


V. Janssen



Totaal

LASTEN


M. Lommert



H. van Dooijeweert

9.413 684 444 753 171 1.596 302 80 13.443



Totaal


23.895 1.536 882 1.912 321 7.259 766 196 36.767


Totaal

LASTEN

23.352 1.536 869 1.868 321 7.858 749 193 36.746

Jaarverslag 2012

14.880 1.026 623 1.190 246 2.552 477 126 21.120

33

LASTEN


R. van Schendel



Totaal

LASTEN


L. van den Berg



Totaal

LASTEN


S. Leenders

2.293 170 209 183 71 356 74 22 3.378



Totaal


5.503 342 300 440 96 1.086 176 44 7.987

Jaarverslag 2012

6.879 510 390 550 171 1.062 221 67 9.850

34


Commissie Samenleving College van B&W Afsprakenkader Regionale Samenwerking bedrijventerreinen Regio Rivierenland C.A.A. van Rhee - Oud Ammerveld 23 juli 2013 Nee

Kennisnemen van: Het afsprakenkader Regionale Samenwerking bedrijventerreinen Regio Rivierenland. Dit afsprakenkader vervangt het convenant Bedrijventerreinen regio Rivierenland (2001).

1.

Inleiding

De programmaraad Welvarend heeft op 11 juli jl. ingestemd met het afsprakenkader Regionale Samenwerking bedrijventerreinen Regio Rivierenland (bijlage 1 en 2). Dit afsprakenkader vervangt het convenant Bedrijventerreinen Rivierenland (bijlage 3).

2.

Kernboodschap

Voor de ontwikkeling en uitgifte van bedrijventerreinen in de regio Rivierenland zijn afspraken vastgelegd in het convenant Bedrijventerreinen Rivierenland. Met het voorliggende afsprakenkader is dit convenant herijkt en geactualiseerd. De relatie met de kernenhiërarchie (regionaal, subregionaal en lokaal) is vervallen en de insteek is nu veel meer gebaseerd op de kracht van elk bedrijventerrein. In het verleden was veelal de wens van het bedrijf bepalend en kon slechts beperkt worden gestuurd in het kader van de kernenhiërarchie. Het nieuwe afsprakenkader is, mede doordat gewerkt wordt met de specifieke kenmerken van de bedrijventerreinen, duidelijker en transparanter voor zowel degene die verantwoordelijk zijn voor de uitgifte als voor de bedrijven die de wens hebben om zich te verplaatsen of zich willen vestigen in de regio. De kenmerken van het bedrijventerrein samen met de wens van het bedrijf zijn uiteindelijk bepalend voor de locatie. Belangrijk is dat bestaande bedrijven behouden blijven voor de regio en dat de aantrekkelijkheid voor nieuwe bedrijven binnen de regio wordt vergroot. Het afsprakenkader past binnen de ontwikkelingsvisie van de regio Rivierenland tot logistieke hotspot.

3.

Gevolgen

Het voorliggende afsprakenkader vervangt het bestaande convenant Bedrijventerreinen Rivierenland. In dit convenant vervulde Tiel, vanuit de gedachten van de kernenhiërarchie, met de ontwikkeling van Medel een belangrijke rol voor de vestiging van bedrijven afkomstig van buiten de regio. In het nieuwe afsprakenkader is het niet meer vanzelfsprekend dat de bedrijven van buiten de regio doorverwezen worden naar Medel. Binnen het afsprakenkader zal een afweging worden gemaakt waarbij de wensen van het bedrijf en de meest geschikte locatie (gebaseerd op de kenmerken van het bedrijventerrein)

Pagina 1 van 2

uitgangspunt zijn. Medel heeft zich ontwikkeld tot een logistiek bedrijventerrein. De uitbreiding van Medel is met de omvang van de kavels ook hierop gebaseerd. Voor Medel blijft dit samen met de containerterminal het belangrijkste kenmerk (unique selling point) dat andere bedrijventerreinen in de regio niet bieden.

4.

Vervolg

Nu de programmaraad Welvarend heeft ingestemd met het afsprakendader zal dit binnenkort worden toegestuurd naar de gemeenten om dit afsprakenkader vast te stellen. Dit zal volgens de gangbare procedure aan de raad worden voorgelegd ter besluitvorming.

Bijlagen 1. 2. 3.

Concept besluitenlijst programmaraad Welvarend d.d. 11 juli 2013 Afsprakenkader Regionale samenwerking bedrijventerreinen Regio Rivierenland. Convenant Bedrijventerreinen Rivierenland


Stadsontwikkeling Ryan Bevers 0344 637282 / 06 11783615 [email protected]

Pagina 2 van 2

ons kenmerk: 13.0001876

Regio Rivierenland Concept-besluitenlijst Van de vergadering van programmaraad Welvarend Rivierenland van 11 juli 2013.

Aanwezig: dhr. Van Dongen (Druten), dhr. Verwoert (Neerijnen), dhr. Veerhoek (Neder-Betuwe), dhr. Van Oorschot (Culemborg), dhr. Wassink (West Maas en Waal), dhr. Van Ingen (Buren), dhr. Smits (Maasdriel), Dhr. Van Sambeek (Lingewaal), dhr. Wiendels (Geldermalsen), mw. Van Rhee-Oud Ammerveld (Tiel, voorzitter), dhr. Kennis (Regio Rivierenland, verslag). Tevens aanwezig: dhr. Smaal (logistieke hotspot), mevr. Zwart-Van Kessel (boerderijeducatie), mevr. Van der Veen (afsprakenkader bedrijventerrein). Afwezig met kennisgeving: dhr. Docter (KvK), dhr. Looijen (Zaltbommel), dhr. Leijdekker (Maasdriel), dhr. Huizinga (Maasdriel), dhr. Bel (Lingewaal), dhr. De Bruin (RBT).

Volgnr. Onderwerp

Besluit/Conclusie/Afspraken

1

Opening

·

De voorzitter opent de vergadering en dankt Uiterwaarde voor de gastvrijheid.

2

Vaststellen agenda

·

De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.

3

·

De besluitenlijst van de vergadering van de Programmaraad Welvarend van 16 mei 2013 wordt vastgesteld.

4

Besluitenlijst Programmaraad Welvarend Rivierenland 16 mei 2013 Mededelingen

·

De leden van de Programmaraad hebben kennis genomen van de schriftelijke mededelingen.

5

Voorstellen ter besluitvorming / hamerstukken

5a

Betuwse Bloem: Boerderijeducatie

·

Mondelinge toelichting op Logistieke Hotspot

·

6 6a

De programmaraad stemt in met het projectvoorstel 'Boerderijeducatie' dat voorkomt uit het Ondernemersinitiatief van Betuwse Bloem en besluit om het bedrag van € 50.000,= uit de Regiocontractgelden beschikbaar te stellen voor dit project. · Opgemerkt wordt dat niet iedere gemeente budget beschikbaar zal stellen om aan het project mee te betalen. Dit vormt geen belemmering voor de goedkeuring van de financiële bijdrage uit het regiocontract, aangezien er ruim voldoende cofinanciering door derde partijen is toegezegd. · Opgemerkt wordt dat de programmaraad het belangrijk vindt dat het doel behaald wordt dat ten minste 50% van de scholen gebruik maakt van het project. · Ter vergadering beantwoordt initiatiefnemer mevr. Zwart-Van Kessel enkele inhoudelijke vragen. Voorstellen ter bespreking / discussie

·

·

Besluitenlijst PR Welvarend 11 juli 2013

De leden van de programmaraad hebben kennis genomen van de documenten over de voortgang van de Logistieke Hotspot Rivierenland, die ter informatie met de agenda zijn meegestuurd. Dhr. Smaal geeft een mondelinge toelichting op de voortgang van Logistieke Hotspot Rivierenland. o De toekomstige uitvoeringsorganisatie heeft vooral als doel het naar Rivierenland halen van passende bedrijvigheid. Om het doel te kunnen realiseren, is samenwerking nodig met diverse partijen, die ook financieel gaan participeren. o De Programmaraad Welvarend Rivierenland is momenteel enige opdrachtgever voor de Logistieke Hotspot. Nadere afspraken over het aansturen van de stichting en de mate van aansturing door gemeenten kan gekoppeld worden aan financiële participatie, maar hoeft niet. Het punt van aansturing moet nader worden uitgewerkt. o Een bedrijf dat interesse heeft in vestiging in Rivierenland, wordt volgens reguliere processen begeleid naar de juiste locatie. In het voorstel voor het nieuwe 'Afsprakenkader Bedrijventerreinen (agendapunt 6d) wordt nader ingegaan op de reguliere processen. o Mevrouw Spijker van Industrieschap Medel fungeert voorlopig al als eerste aanspreekpunt voor bedrijven met interesse in vestiging in Rivierenland. Opgemerkt wordt dat kleine gemeenten vooral profiteren van de spin-off van nieuwe bedrijvigheid. Nieuwe bedrijven zullen zich vaker in de grotere gemeenten willen vestigen. Doel van de stichting is aantrekken van passende bedrijvigheid naar Rivierenland. Het is niet aan de stichting om te bepalen wáár in de regio een

1


Volgnr. Onderwerp

6b

Samenwerkingsovereen komst Branding, Promotie en Acquisitie Logistiek in Gelderland

Besluit/Conclusie/Afspraken

· · ·

6c

Besluit over nieuwe structuur uitvoeringsorganisatie

· · · · ·

·

·

·

·

6d

Afsprakenkader Regionale Samenwerking Bedrijventerreinen Rivierenland

· ·

· · ·


bedrijf zich wil vestigen. Omdat iedere gemeente uiteindelijk profiteert (direct of indirect) is voorgesteld om naast betaling van een 'fee' in geval van vestiging van een bedrijf, iedere gemeente ook een zeer beperkte 'vaste' financiële bijdrage te vragen. De programmaraad stemt in met de 'Samenwerkingsovereenkomst Branding, Promotie en Acquisitie Logistiek in Gelderland'. Afgesproken wordt dat de programmamanager Welvarend namens de Programmaraad de gemeenteraden schriftelijk informeert over de samenwerkingsovereenkomst. Gevraagd wordt of samenwerking met Stadsregio en Liemers niet teveel tot concurrentie gaat leiden. Dhr. Smaal geeft aan dat, hoewel er enige overlap is, de regio's zich toch duidelijk onderscheiden én dat Rivierenland duidelijk voorop loopt. Rivierenland zal dus profiteren van de samenwerking bij internationale promotie en acquisitie, aldus dhr. Smaal. De programmaraad stemt in met het verder laten uitwerken van het voorgestelde organisatiemodel en het verdienmodel door de Stuurgroep Hotspot. Afgesproken wordt dat de nieuwe structuur van de uitvoeringsorganisatie en het verdienmodel over 2 of 3 jaar geëvalueerd wordt en indien nodig herijkt moet kunnen worden. Afgesproken wordt dat aansprakelijkheidsrisico's voor bestuurders van de nieuwe stichting nader wordt uitgewerkt. Om voldoende draagvlak te krijgen is goede communicatie over voor- en nadelen van organisatie- en verdienmodel met raden, colleges én EZambtenaren essentieel. Afgesproken wordt dat direct na de zomervakantie iedere gemeenteraad wordt geïnformeerd over de globale organisatiestructuur. De programmamanager Welvarend doet op korte termijn een verzoek naar alle griffiers om hier een half uur voor ingepland te krijgen gedurende een reguliere raadsvergadering. Omdat sprake is van agendering van de Logistieke Hotspot op reguliere raadsagenda's, is deze werkwijze in overeenstemming met de suggestie in het Algemeen Bestuur over het clusteren van onderwerpen voor raadsbijeenkomsten, welke bedoeld was om de raden te ontlasten. Pas later zal een discussie volgen over het verdienmodel. In het vierde kwartaal kan door de raden een kaderstellend besluit over het organisatiemodel worden genomen. Daarbij wordt alleen aangegeven dat het model wordt betaald uit de opbrengst van grondverkoop. Dhr. Smaal en dhr. Kennis pakken dit op. Afgesproken wordt dat, voordat vaststelling van een uitgewerkt verdienmodel heeft plaatsgevonden, op individuele basis afspraken over een eventuele betaling van een fee worden gemaakt op het moment dat een bedrijf via de Logistieke Hotspot naar Rivierenland wordt gehaald om zich in een van de regiogemeenten te vestigen. Dhr. Veerhoek merkt op dat de ambitie is dat uiteindelijk alle gemeenten van Logistieke Hotspot Rivierenland profiteren, doordat de regio zich als geheel op de kaart weet te zetten. De programmaraad spreekt uit dat men realisatie van de uitvoeringsorganisatie en het verdienmodel nodig vindt om de economie van de regio te stimuleren. Beiden zullen verder worden uitgewerkt door de Stuurgroep Hotspot. De programmaraad stemt in met het Afsprakenkader Regionale Samenwerking Bedrijventerreinen Rivierenland. Het Afsprakenkader zal aan de gemeenteraden ter besluitvorming aangeboden worden. Afgesproken wordt dat er een gezamenlijk raadsvoorstel wordt gemaakt. Hierin moet duidelijk worden gemaakt wat de verbinding is met de Logistieke Hotspot. De programmamanager Welvarend neemt hiervoor het initiatief. Gestreefd wordt naar besluitvorming in het vierde kwartaal. Dhr. Van Dongen geeft aan dat gemeente Druten het Afsprakenkader niet mee zal ondertekenen. Wel doet Druten vooralsnog mee met de inzet van 'een aanspreekpunt' voor bedrijven met interesse in vestiging. Mevr. Van der Veen geeft ter vergadering een mondelinge toelichting. Dhr. Wassink vraagt wat het nieuwe afsprakenkader betekent voor bestemmingsplannen waarin verwezen wordt naar het oude Convenant Bedrijventerreinen. Mevr. Van der Veen geeft aan dat met het nieuwe Afsprakenkader niet is beoogd om ruimtelijke ordening-afspraken aan te passen. Het is bedoeld om bedrijven op de meest geschikte plek te laten vestigen. De ruimtelijke ordening is daarbij een randvoorwaarde.

2


Volgnr. Onderwerp

Besluit/Conclusie/Afspraken ·

· 6e

Bijdrage aan Fruitadventure Rivierenland van het Fruitcorso

· · ·

6f

6g

7

Inventarisatie Toeristische Investeringen Opnemen bedrijventerrein Beesdseweg in RPB

·

Rondvraag

·

·

·

8

Sluiting

·

Dhr. Veerhoek wijst erop dat nadere afspraken nodig zijn om de samenwerking op het gebied van bedrijventerreinen te realiseren. Het afsprakenkader is een eerste stap. De naam 'ROB' dekt de lading niet en zou niet moeten worden gebruikt. De programmaraad spreekt de complimenten uit over deze stap richting verdere samenwerking. `De programmaraad stemt in met het projectplan "Fruitadventure" van Stichting Vierstromenland en besluit om het bedrag € 25.000,- uit de Regiocontractgelden beschikbaar te stellen voor dit project. Vanwege zijn betrokkenheid bij het Corso. onthoudt Dhr. Verwoert zich van stemming. De programmaraad complimenteert Stichting 4 Stromenland met het nemen van deze stappen. De programmaraad stemt in met het projectplan "Inventarisatie Toeristische Investeringen" van Brederode Advies en besluit om het bedrag van € 16.100,= uit de Regiocontractgelden beschikbaar te stellen voor dit project. De programmaraad besluit de ontwikkeling van Bedrijventerrein PavijenBeesdseweg te Culemborg van maximaal 2 hectare in het Regionaal Programma Bedrijventerreinen op te nemen en de omvang van de ontwikkeling van bedrijventerrein Rietveld te Culemborg met eenzelfde oppervlak in het Regionaal Programma Bedrijventerrein te verminderen. De programmamanager geeft aan dat dhr. Looijen heeft verzocht om de Programmaraad te vragen in te stemmen met het naar voren halen in het Regionaal Programma Bedrijventerreinen van de ontwikkeling van Wildeman 2. Afgesproken wordt om gemeente Zaltbommel te vragen om in de volgende vergadering van Programmaraad Welvarend hiertoe een onderbouwd voorstel voor te leggen. Dhr. Verwoert deelt mee dat bedrijf Van Uden de gemeenten Neerijnen verzocht heeft om te mogen uitbreiden op eigen grond te Haaften. Deze ontwikkeling is reeds opgenomen in het Regionaal programma Bedrijventerreinen. De gemeente stemt de ontwikkelingen af met Provincie en Rijkswaterstaat. De voorzitter sluit de vergadering.

Tiel,17 juli 2013 Bart Kennis


3

Programmaraad welvarend, d.d. 11 juli 2013 bijlage bij agendapunt 6d

Afsprakenkader Regionale samenwerking bedrijventerreinen Regio Rivierenland

Ondergetekenden: Gemeente Buren, in deze conform art. 171, lid 1 Gemw vertegenwoordigd door de wethouder Economie, de heer G.J. van Ingen Gemeente Culemborg, in deze conform art. 171, lid 1 Gemw vertegenwoordigd door de wethouder Economie, de heer H. van Oorschot Gemeente Druten, in deze conform art. 171, lid 1 Gemw vertegenwoordigd door de wethouder Economie, de heer J.J.M. van Dongen Gemeente Geldermalsen, in deze conform art. 171, lid 1 Gemw vertegenwoordigd door de wethouder Economie, de heer N. Wiendels Gemeente Lingewaal, in deze conform art. 171, lid 1 Gemw vertegenwoordigd door de wethouder Economie, de heer G. Bel Gemeente Maasdriel, in deze conform art. 171, lid 1 Gemw vertegenwoordigd door de wethouder Economie, de heer J. Huizinga Gemeente Neder Betuwe, in deze conform art. 171, lid 1 Gemw vertegenwoordigd door de wethouder Economie, de heer C.W. Veerhoek Gemeente Neerijnen, in deze conform art. 171, lid 1 Gemw vertegenwoordigd door de wethouder Economie, de heer H.A. Verwoert Gemeente Tiel, in deze conform art. 171, lid 1 Gemw vertegenwoordigd door de wethouder Economie, mevrouw C.A.A. van Rhee-Oud Ammerveld Gemeente West Maas en Waal, in deze conform art. 171, lid 1 Gemw vertegenwoordigd door de wethouder Economie, de heer J. Wassink Gemeente Zaltbommel, in deze conform art. 171, lid 1 Gemw vertegenwoordigd door de wethouder Economie, de heer H.J. Looijen Regio Rivierenland, in deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de voorzitter Programmaraad Welvarend de heer J. Huizinga, daartoe gemachtigd door de voorzitter van Regio Rivierenland, handelend ter uitvoering van het besluit van de Programmaraad van 11 juli 2013, Hierna te noemen ‘partijen’ Overwegende dat  de partijen samenwerken op het thema bedrijventerreinen om zo de economische ontwikkeling en de groei en het behoud van werkgelegenheid in Rivierenland optimaal te faciliteren; 

de partijen de volgende doelen nastreven: o zorgen dat bedrijven weten wat Rivierenland als vestigingslocatie voor bedrijven te bieden heeft. o zorgen dat er een gedifferentieerd aanbod van bedrijventerreinen is en komt. o zorgen dat het juiste bedrijf op de juiste plek gevestigd is en wordt.


o

zorgen dat gevestigde en nieuwe bedrijven met een huisvestingsvraag goed en snel antwoord krijgen over de beste vestigingsplaats voor het bedrijf in Rivierenland;



de gemeenten in Rivierenland afspraken hebben gemaakt over de planning en programmering (behoefteraming), uitgifte en ontwikkeling van bedrijventerreinen;



de afspraken over de vestiging van bedrijven op de bedrijventerreinen in Rivierenland vastliggen in het convenant bedrijventerreinen Rivierenland (2001);



de afspraken dat er gezamenlijk gewerkt gaat worden aan de planning, programmering en monitoring zijn in het Regionaal Programma Bedrijventerreinen (RPB) (2012) opgenomen;



in het Regionaal Programma Bedrijventerreinen (RPB) een aantal thema’s benoemd zijn die in gezamenlijkheid uitgewerkt moeten worden, zoals de herijking van het convenant Bedrijventerreinen, de opzet van een planning en monitoringssystematiek en het vastleggen van een gezamenlijke grondprijsmethodiek;



de partijen het convenant willen herijken om het aan te passen aan de tijd zodat de regio slagvaardig en transparant kan omgaan met huisvestingsvragen van bedrijven;



de partijen nu al samenwerken aan de Logistieke Hotspot Rivierenland;

Spreken het volgende met elkaar af: Artikel 1. Begripsbepalingen a. Gelderse Ladder voor duurzaam ruimtegebruik: was voorheen de SER ladder. Opgesteld door de Sociaal Economische Raad. De ladder betekent dat bij vestigingsvragen eerst bestaande locaties gezocht worden. Vervolgens wordt bekeken of efficiënter ruimtegebruik op bestaande locaties mogelijk is en als dat ook geen oplossing biedt, kan pas naar een nieuwe locatie worden gekeken. b. IBIS: landelijk informatiesysteem voor bedrijventerreinen. De provincie Gelderland beheert de Gelderse data en de gemeenten in Gelderland registreren hierin de gegevens over hun bedrijventerreinen. c.

Intergemeentelijk bedrijventerrein: Een bedrijventerrein ten behoeve van meer gemeenten waarop bedrijven zich kunnen vestigen die qua aard, schaal en functie passen bij, of een goede aanvulling zijn op, het bestaande productiemilieu en de werkgelegenheidstructuur. (concept omgevingsvisie Gelderland, juni 2013).

d. Logistieke Hotspot Rivierenland: het regionaal economische programma van de regio Rivierenland gericht op het versterken van de logistieke sector in de regio. Vastgesteld door de programmaraad Welvarend. Programmaonderdelen variëren van promotie en acquisitie, tot scholingsprojecten en netwerkvorming van logistieke bedrijven. e. Lokaal bedrijventerrein: Een bedrijventerrein waarop kleinschalige bedrijven met een lokale functie en een milieucategorie van ten hoogste categorie 3 kunnen worden geaccommodeerd. (concept omgevingsvisie Gelderland, juni 2013) f.

Regionaal bedrijventerrein: Bedrijventerrein dat een regionale opvangfunctie heeft en als zodanig is vastgelegd in het door Gedeputeerde Staten vastgestelde Regionale Programma Bedrijventerreinen (concept omgevingsvisie Gelderland, juni 2013).

g. ROB: Regionaal OntwikkelingsBedrijf, mogelijke toekomstige doorontwikkeling van de regionale samenwerking om hiermee regionale bedrijventerreinen te ontwikkelen. Een formeel ROB is op dit moment niet opgezet of geformaliseerd.


h. RPB: Regionaal Programma Bedrijventerreinen, opgesteld door de partijen en vastgesteld door de partijen én Gedeputeerde Staten van de Provincie Gelderland in 2012.

Artikel 2. Uitgangspunten 2.1 De gemeenten maken afspraken rondom het thema bedrijventerreinen vanuit de regionale visie ‘Logistieke Hotspot Rivierenland’. 2.2 De gemeenten stellen zichzelf tot doel een marktconform regionaal aanbod van bedrijventerreinen met een duidelijke segmentering en typering aan te bieden. 2.3 De gemeenten streven ernaar elk bedrijf op de best, beschikbare plek in de regio te vestigen. Hierbij is de vraag van de ondernemer uitgangspunt. 2.4 De gemeenten leveren een efficiënte ondersteuning aan bestaande en nieuwe bedrijven bij hun huisvestingsvragen. Daarbij passen de partijen de Gelderse Ladder voor duurzaam ruimtegebruik toe. 2.5 Voor de uitvoering van de afspraken in deze samenwerkingsovereenkomst sluiten de partijen zoveel mogelijk aan bij de ontwikkeling van Logistieke hotspot Rivierenland.

Artikel 3. Nieuwe afspraken over werkwijze rondom huisvestingsvragen 3.1 Het convenant Bedrijventerreinen uit 2001 vervalt. De nieuwe afspraken staan beschreven in dit afsprakenkader. 3.2 De gemeenten streven ernaar dat reeds gevestigde bedrijven zoveel mogelijk behouden blijven voor Rivierenland. Tevens is het streven zoveel mogelijk nieuwe bedrijven die meerwaarde hebben voor de regio aan te trekken. 3.3 Om bedrijven snel en effectief te helpen, ontwikkelen partijen: 

Een Coördinatiepunt Bedrijven waar de huisvestingsvragen van bedrijven doorgeleid worden naar die gemeente(n) of terreinen die het bedrijf het beste kunnen bedienen. Dit coördinatiepunt begint met één telefoonnummer, één website en de inzet van een medewerker namens één van de partijen.



Een overzicht van beschikbare kavels op bedrijventerreinen in Rivierenland, gespecificeerd naar segment, type bedrijventerrein, grootte van de kavels, milieucategorie, bereikbaarheid, e.d. Het coördinatiepunt Bedrijven beheert dit overzicht. Gemeenten leveren de benodigde informatie aan (zie bijlage 1).



Een uniforme intake voor bedrijven die een nieuwe vestigingsplek zoeken, om zo al hun huisvestigingseisen en – wensen in kaart te brengen.



Een communicatievorm of - kanaal waarbij huisvestingsvragen van gemeenten met elkaar gedeeld en besproken worden, zodat op transparante en open manier zichtbaar is hoe de besluitvorming over verplaatsingen, uitbreidingen en nieuwe vestigingen plaatsvindt.

3.4 Procedure voor startende bedrijven uit Rivierenland én bestaande bedrijven die reeds gevestigd zijn in Rivierenland: i. In veel gevallen meldt een ondernemer die een nieuw bedrijf wil vestigen, een bestaand bedrijf wil uitbreiden of een bedrijf wil verplaatsen, zich bij zijn gemeente. ii. In dat geval bekijkt de gemeente of het bedrijf zich kan vestigen op een bestaand bedrijventerrein of een bedrijventerrein in uitgifte. De gemeente toetst hierbij of de wensen en eisen van het bedrijf passen in het bestemmingsplan. Daarbij worden ook de effecten van de vestiging op verkeer, milieu en andere relevante aspecten bekeken.


iii. Kan de ondernemer lokaal terecht, dan regelt de gemeente dit met de ondernemer. iv. De gemeente maakt naar de andere gemeenten een schriftelijke melding van de uitbreiding als de uitbreiding qua oppervlakte groter is of wordt dan het in het bestemmingsplan opgenomen maximum oppervlakte (voor lokale terreinen is dit 0,5 hectare). v. Kan de ondernemer niet lokaal terecht , dan wordt de vestigingsvraag van de ondernemer naar het Coördinatiepunt Bedrijven doorgespeeld. Afhankelijk van de vestigingseisen en -wensen en de grootte van de kavel en/of pand en de functie van het bedrijf wordt gekeken welk bedrijventerrein het meest passend is. Hiervoor gebruikt het Coördinatiepunt Bedrijven het overzicht van alle bedrijventerreinen met beschikbare kavels, hun specifieke kenmerken en ruimtelijke randvoorwaarden (zie bijlage 1). 3.5 Procedure voor bedrijven van buiten de regio: i. Het bedrijf meldt zich bij een gemeente of bij het Coördinatiepunt Bedrijven. De gemeente verwijst het bedrijf door naar het Coördinatiepunt. ii. Het Coördinatiepunt Bedrijven vraagt uitgebreid naar de vestigingseisen en –wensen van het bedrijf. iii. Afhankelijk van de vestigingseisen en -wensen en de grootte van de kavel en/of pand en de functie van het bedrijf wordt gekeken of een pand of kavel op een bestaand terrein geschikt is. Dit kan dan ook een lokaal terrein zijn. iv. Hiervoor gebruikt het Coördinatiepunt Bedrijven het overzicht van alle bedrijventerreinen met beschikbare kavels, hun specifieke kenmerken en ruimtelijke randvoorwaarden (zie bijlage 1). 3.6 Het Coördinatiepunt Bedrijven brengt alle gemeentelijk accountmanagers Bedrijven eens per kwartaal op de hoogte van de leads en voortgang van huisvestingsvragen. 3.7 De te volgen stappen worden vastgelegd in een stroomschema.

Toelichting: Met bovenstaande afspraken laten we de onderverdeling lokaal, subregionaal en regionaal bedrijventerrein los. De vraag van het bedrijf is het uitgangspunt. Op basis van de segmentering van de terreinen zoals vastgelegd in het overzicht met bedrijventerreinen en hun kenmerken , én de ruimtelijke randvoorwaarden zoals vastgelegd in het bestemmingsplan, wordt de beste locatie voor het bedrijf gezocht. Consequenties: Voorbeeld I: een nieuw Industrieel bedrijf van buiten de regio heeft behoefte aan 2500 m2 grond. Afspraken nu: Medel, niet passend of geen ruimte -> intergemeentelijke terreinen. Afspraken volgens dit voorstel: wat wil bedrijf, welk terrein past het best -> een terrein in de regio. Voorbeeld II: Bestaand bedrijf met uitbreidingsbehoefte. kan het lokaal worden opgelost? Zo ja, dan lokaal houden. Zo niet, dan het terrein dat beste past bij en toegerust is voor het bedrijf (dus niet conform oude convenant naar een subregionaal/intergemeentelijk terrein (Culemborg, Druten, Geldermalsen, Zaltbommel) of het regionale terrein Medel, Tiel. Om te laten zien dat afwegingen zuiver en open worden gemaakt is onderlinge communicatie over dergelijke huisvestingsvragen van wezenlijk belang (werken aan onderling vertrouwen). Nu vastgelegd in artikel 3.3 iv en 3.6.


Artikel 4. Keuze regionale grondprijsmethodiek 4.1 De gemeenten bepalen zelf hun grondprijzen. Voor de bepaling ervan gebruiken ze op dit moment drie verschillende methodieken: 1. De comparatieve methode: vergelijking van de grondprijzen met vergelijkbare terreinen/kavels in omliggende gemeenten. 2. De residuele grondwaarde: gebaseerd op de marktwaarde van een terrein. De stichtingskosten en bouwrijp maken e.d. worden van de commerciële waarde afgetrokken en zo wordt de grondwaarde bepaald. 3. Een combinatie van de bovenste twee.(voor het ene terrein worden de prijzen comparatief bepaald, voor het andere terrein residueel). 4.2 De gemeenten willen een gezamenlijke methodiek voor de bepaling van de grondprijzen hanteren. 4.3 De gemeenten spreken hierbij af dat zij de residuele grondwaardesystematiek gaan gebruiken als toetsingsinstrument op de grondprijzen. Hierdoor krijgt de gemeente een extra toets op het weerstandsvermogen van de grondexploitatie. Deze toets kan voor de gemeente aanleiding zijn om prijzen te verhogen of te verlagen. Concreet betekent dit :  Tweejaarlijks wordt een bureau ingehuurd door de programmaraad dat steekproefsgewijs of op aanwijzing een aantal bedrijfskavels per gemeente doorrekent met de residuele grondwaardesystematiek.  Deze informatie wordt verstrekt aan de gemeenten en zij kunnen beoordelen of en hoe zij de grondprijzen gaan aanpassen.  Eén maal per twee jaar rapporteert elke gemeente aan de Programmaraad Welvarend over haar grondprijzen.

Artikel 5. Planning en monitoring vraag en aanbod 5.1 Gemeenten maken één keer per twee jaar een heroverweging op de regionale planning van het aanbod van bedrijventerreinen gebaseerd op de berekende/bijgestelde behoeftevraag en leggen dit ter besluitvorming voor aan de Programmaraad Welvarend en de provincie Gelderland. Hierbij wordt het RPB uit 2012 als basis gebruikt. IBIS wordt door partijen gevuld en de data worden gebruikt om een analyse van de vraag en aanbod te maken. 5.2 Onderwerpen die in de monitoring worden opgenomen zijn vraag en aanbod van bedrijventerreinen, vraag en aanbod van specifieke terreinen voor bijvoorbeeld hoge milieu categorie en watergebonden bedrijventerreinen, de evaluatie van de gehanteerde grondprijsmethodiek en de voortgang van de herstructureringsopgave. 5.3 De regio Rivierenland voert de monitor uit in opdracht van de Programmaraad Welvarend.

Artikel 6. Regionale promotie en acquisitie 6.1 De gemeenten sluiten aan bij de economische promotie en acquisitie in binnen- en buitenland die het programma Logistieke Hotspot Rivierenland al ter hand neemt. 6.2 Jaarlijks wordt een jaarprogramma promotie en acquisitie opgesteld in een coproductie tussen de logistieke hotspot en de gemeenten. Hierin wordt vastgelegd wie wat wanneer en met welke bedrijven gaat doen. Dit jaarprogramma wordt door de programmaraad Welvarend vastgesteld.


Artikel 7. Uitvoering 7.1 Stuurgroep ROB De stuurgroep ROB bestaat uit 4 vertegenwoordigers vanuit de programmaraad Welvarend en heeft de volgende taken:  Het monitoren van de uitvoering van het afsprakenkader  Terugkoppeling geven aan programmaraad Welvarend over het functioneren van het ROB  Aansturen van het ROB–projectteam.  Neemt voorbereidende beslissingen voor het ROB en legt dit indien nodig voor aan de programmaraad Welvarend.  Verband leggen met de Logistieke Hotspot Rivierenland. 7.2

Coördinatiepunt bedrijven, huisvestingsteam en uniforme intake Voor de uitvoering van artikel 3 stellen de gemeenten een coördinator aan. De coördinator wordt voorlopig vanuit één van de partijen ter beschikking gesteld om deze rol te vervullen. De coördinator werkt samen met het huisvestingsteam bestaande uit de accountmanager van het bedrijfschap Medel, accountmanagers van toekomstige regionale bedrijventerreinen, de accountmanagers Bedrijven van de gemeenten Culemborg, Geldermalsen, Tiel en Zaltbommel. Kleinere gemeenten kunnen ook aansluiten als zij dat willen. Dit team komt regelmatig bijeen en bespreekt huisvestingsvragen van bedrijven. Elke gemeente kan het team direct bijeenroepen (eventueel digitaal) als er snelheid gewenst is. De coördinator brengt alle gemeentelijke accountmanagers eens per kwartaal op de hoogte van de leads en voortgang van huisvestingsvragen van bedrijven. Het team gebruikt een uniforme wijze van intake zodat duidelijk is welke huisvestingsvragen bedrijven hebben.

7.3

De uitvoering van de artikelen 4 en 5 leggen de gemeenten neer bij de Regio Rivierenland.

7.4

De uitvoering van artikel 6 wordt gedaan in samenwerking met het projectbureau Logistieke Hotspot om zo een regionaal economisch promotie en acquisitie-inspanning te realiseren.

Slotbepalingen Artikel 8. Looptijd Dit afsprakenkader treedt in werking op de dag waarop partijen deze hebben ondertekend. Dit afsprakenkader heeft een looptijd van vijf jaar. Daarna kan deze overeenkomst door partijen schriftelijk worden verlengd. Artikel 9. Wijzigingen De partijen zijn verenigd in de programmaraad Welvarend. Eventuele afwijkingen of wijzigingen in de afspraken in dit afsprakenkader of in de deelname van partijen worden altijd aan de Programmaraad Welvarend voorgelegd en schriftelijk vastgelegd. Artikel 10. Financiën Dit afsprakenkader heeft geen directe financiële consequenties. Mocht dit op termijn anders worden dan is besluitvorming in de programmaraad en de individuele gemeentebesturen nodig.


Aldus overeengekomen en in twaalfvoud opgemaakt en ondertekend: Op ………………………..

te ………………………………………..

Gemeente Buren, de wethouder Economie, de heer G.J. van Ingen,

Gemeente Culemborg, de wethouder Economie, de heer H. van Oorschot

Gemeente Geldermalsen, de wethouder Economie, de heer N. Wiendels

Gemeente Lingewaal, de wethouder Economie, de heer G. Bel

Gemeente Maasdriel, de wethouder Economie, de heer J. Huizinga

Gemeente Neder Betuwe, de wethouder Economie, de heer C.W. Veerhoek

Gemeente Neerijnen, de wethouder Economie, de heer H.A. Verwoert

Gemeente Tiel, de wethouder Economie, mevrouw C.A.A. van Rhee-oud Ammerveld

Gemeente West Maas en Waal, de wethouder Economie, de heer J. Wassink

Gemeente Zaltbommel, de wethouder Economie, de heer H.J. Looijen

Regio Rivierenland, de voorzitter van de programmaraad Welvarend, de heer J. Huizinga


BIJLAGE 1 –OVERZICHT BESCHIKBARE KAVELS in RIVIERENLAND Juli 2013 !!!!! Dynamische lijst !!!!!!! Wordt bijgehouden door Coördinatiepunt Bedrijven Nu alleen nog de grotere terreinen opgenomen, wordt later aangevuld met alle beschikbare kavels Ook terreinen voor specifieke doelgroepen zoals tuinbouw en watergebonden terreinen worden nog toegevoegd


kenmerken Direct beschikbare grond

20 ha

Medel

Wildeman 13 ha

Pavijen 5,7 ha

Westerhout zuid 5.4 ha

Ja

Hondsgemet 18,3 ha totaal 11,6 ha gemeente 6,7 ha projectontwikkelaars Ja

Kavels t/m 1 ha

ja

ja

Kavels van 1 tot 4 ha Kavels vanaf 4 ha tot 10 ha Hoogte

2 kavels tot 2 ha Nog 1 kavel van 3 ha Vanaf 2015 diverse kavels Max 16 meter

maatwerk

Max. 1,6 ha.

Maatwerk

Max 2 ha

1 x max 7.5 ha (maatwerk) Max 20 m

Nee

geen

Max 5 80%

Max 4.2 80%

Ontsluiting

A 15 Laad en loskade

A2

Max 4.2 Deels 60% Deels 85% Gelegen aan N-320 (A2 op 3 km)

Openbaar vervoer

Pilot tot 2014

Busverbinding en NSstation

NS-station op 2km.

Parkmanagement

Actieve parkmanagement. Lidmaatschap verplicht

Actieve parkmanagementorganisatie Lidmaatschap verplicht

Lidmaatschap

€ 0,26 cent per m2 per jaar

Max € 0,62 per m2 per jaar, met staffel va 4000m2

Nee. Wel mogelijkheden voor collectieve projecten. Pavijen beschikt over een ondernemersfonds. Nvt

1 x maximaal 7,5 tot 9 hectare, maatwerk Max 12 meter Vrijstelling gedeelte naar 16 meter 25 meter op “het eiland” Hondsgemet Zuid, tweede fase wordt herzien naar 15 meter. Max 4.2 60 % Vrijstelling naar 70% A 15 Knooppunt A 15/A2 op 6,5 km. (Bel)Bus NS-station op 3,5 km met oost-west en noordzuid verbindingen. Actieve parkmanagement. Lidmaatschap verplicht

Milieucat Bebouwingspercentage

€ 0,35 per m2 per jaar

Collectieve beveiliging

Met slagbomen en

Camera’s en

€ 30 per maand per bedrijf en € 0,60 per m² per jaar per kwartaal te innen. Ja, camerabeveiliging

Max 20 m.

Ja, pro-actief

ja

Max 12 meter

3b 80% A73, A50, A15

Goede verbinding

Parkmanagement lidmaatschap verplicht

ja


kenmerken Keurmerk veilig ondernemen Beeldkwaliteitsplan Services

Medel camera’[s ja

Wildeman surveillance ja

Pavijen camerasysteem Ja

Hondsgemet en afsluiting Nee

Westerhout zuid

aanwezig Opstelplaats voor vrachtwagens, Wasplaats voor vrachtwagens

Nee Geen

aanwezig

ja

Glasvezel

aanwezig

aanwezig Werkgezondloket Tankstation Parkmanager fysiek op terrein aanwezig, bewegwijzering centraal via parkmanager Aanwezig (open net)

Werkgelegenheid coëfficiënt uitbreiding

Gemiddeld 30 per ha

Gemiddeld 25-30 per ha

Gemiddeld 30 per ha

Aanwezig Tankstation in aanbouw bij toegang bedrijventerrein Centrale bewegwijzering via havennummers Aanwezig via open netwerk (eigendom parkmanagement) Gemiddeld 30 per ha

Na 2015 nog 50 ha in fases

Na 2014 fase II, maximaal 15 ha netto

Nog 8 kavels uitgeefbaar, per direct.

Na 2017 Hondsgemet Noord 22 hectare netto.

Geen uitbreiding

Profiel/segment

Kwalitatief hoogwaardig terrein met vele distributiebedrijven

Gemengdbedrijventerrei n, opgebouwd uit hoven voor volumineuzedetailhande l, groothandel, kleinekavels (va 1000m2), logistiek en distributie, ijzer- en metaalverwerkendebedr ijven

Gemengd bedrijventerrein

Kwalitatief hoogwaardig gemengd bedrijventerrein met segmentering voor volumineuze detailhandel. Mogelijkheid voor logistiek, groothandel en ambachtelijke bedrijven. Mogelijkheid voor hotel, congres servicepunt van 25 meter hoog. Aan de overzijde van de provinciale weg wordt nieuwbouwwijk De Plantage aangelegd. Huisvesting voor werknemers op

Kwalitatief hoogwaardig met goede uitstraling

Nog opmerkingen

Provinciale verbindingsweg wordt verbreed, gereed 2015

Aanwezig

Niet aanwezig

Ca 25 per ha


kenmerken

Prijzen excl. k.k. en BTW

Uitgiftekaarten meenemen.

Medel

Wildeman

Pavijen

Hondsgemet fietsafstand. Hondsgemet Zuid, fase 1 wordt mede ontwikkeld door de projectontwikkelaars J.C. van Kessel, Vabo en Tribo (Bunnik Bouw). Verdeling is op de uitgiftekaart te zien. In overleg kan maatwerk worden geleverd. € 138,- middenterrein € 153,- Oostkant € 179,- noordkant zicht € 189,- westkant en zuidkant zicht. < 2,5 ha bovengenoemde prijzen > 2,5 ha maatwerk.

Prijspeil 2012-2013 (vastgesteld) € 165,- standaard € 221,- zicht (provinciale en Wildemanweg) € 275,- Volumineuze detailhandel Zie gemeentesite onder Ondernemenbedrijventerreinen

Zie gemeentesite onder ondernemen, bedrijfshuisvesting.

Westerhout zuid

Lijst van ingekomen stukken behorende bij de commissievergadering Samenleving d.d. 10 september agendapunt 3

Recommend Documents