liedbundel voor kinderen van 3-7 jaar
onder redactie van Meesters in Muziek: Frans Haverkort Rinze van der Lei Lieuwe Noordam met medewerking van: Marleen Van Aken Elleke Bijsterveld Margré van Gestel Paul Helmes Lydia de Jong Marjanka van Maurik Christiane Nieuwmeijer
Naast dit boek is een set van twee cd’s verkrijgbaar. Deze cd’s zijn bedoeld om de liedjes snel te leren kennen en om er met de kinderen naar te luisteren. De liedjes zijn voorzien van een eenvoudige begeleiding op diverse instrumenten. De nummers van de tracks staan boven de liedjes. Voor bestelling: zie onderstaand besteladres.
Derde druk 2008
colofon muzieknotatie & digitale verwerking illustraties eindredactie grafisch ontwerp druk
Joep van Gurp & Jaap van der Jagt Natalie Kuypers drs. Jacqueline Gadellaa Mariëtte Haverkort Criterium Arnhem Boom & van Ketel grafimedia © 2004 Stichting ter bevordering van de Muzikale Vorming Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Stichting ter bevordering van de Muzikale Vorming.
ISBN 90-804971-2-6
besteladres Bureau SMV Gaarstraat 19 6121 HG Born telefoon/fax: 046-4859668
[email protected] www.muzikalevorming.nl
voorwoord Na de succesvolle bundel Eigen-wijs heeft het bestuur van de SMV, Stichting ter bevordering van de Muzikale Vorming, gemeend er goed aan te doen om samen met Meesters in Muziek een uitgave te verzorgen voor peuters en kleuters. De behoefte aan liedmateriaal is bij deze groepen namelijk groot. Er blijkt vraag naar een kleuterbundel waarin, naast oude en nieuwe liedjes, didactische aanwijzingen zijn opgenomen. Net als Meesters in Muziek zijn de overige medewerkers specialisten in het werken met peuters en kleuters. Wij zijn blij dat zij hebben meegeholpen aan het tot stand komen van deze uitgave. Bij de didactische uitwerkingen is er naast de ontwikkeling van de kinderstem ook ruim aandacht voor de muzikale en taalkundige ontwikkeling van peuters en kleuters. De SMV ziet deze bundel als een manier om de muzikale vorming van jonge kinderen al vanaf de peuterspeelzaal een impuls te geven. Het is de taak van zowel peuterleidsters als leraren basisonderwijs om al zingend, luisterend, bewegend en spelend met de kinderen hieraan te werken. Indien deze bundel tevens door ouders van jonge kinderen wordt gebruikt om thuis te zingen en te spelen, dan dragen ook zij bij aan de muzikale ontwikkeling van hun peuter of kleuter. Graag wens ik ook deze uitgave een goede ontvangst en een veelvuldig gebruik toe. Jan van den Driest, voorzitter SMV
inleiding Kleuter-wijs is een liedbundel met 150 liedjes voor peuters en kleuters. De bundel is bedoeld voor gebruik in de peuterspeelzaal en groep 1 en 2 van de basisschool, maar is natuurlijk ook thuis heel goed bruikbaar. Een groot deel van de liedjes is voorzien van suggesties voor de manier van aanleren. Vaak zijn ook andere activiteiten opgenomen en worden suggesties gegeven om het liedje te verrijken met andere werkvormen. Deze werkvormen komen tegemoet aan datgene wat voor jonge kinderen zinvol is: ontwikkeling van de stem, het muzikaal geheugen, beweging, taal- en begripsvorming, ritmische en melodische ontwikkeling. Ook worden voorzichtig de eerste stappen gezet voor het werken met muzieknotatie. Wij hopen dat de gebruikers door deze suggesties zelf in staat zijn om de andere liedjes ook van dergelijke activiteiten te voorzien. De auteurs en medewerkers zijn ervaren specialisten in het werken met peuters en/of kleuters en veelal werkzaam als docent muziek aan verschillende lerarenopleidingen in Nederland en België. De liedjes zijn geselecteerd uit tientallen verschillende bronnen. Naast enkele bekende liedjes is materiaal uit hedendaagse bundels opgenomen. Bij de selectie heeft de zingbaarheid voorop gestaan. Daarnaast is natuurlijk gelet op taalgebruik, passend bij de leeftijd en de muzikaliteit. De liedjes zijn gesorteerd in een aantal overstijgende rubrieken. Deze rubrieken worden gescheiden door informatieve teksten en zijn weer onderverdeeld in thema’s, die voor jonge kinderen herkenbaar zijn.
rubrieken
informatieve tekst een lied aanleren blz. 8-9
peuters blz. 10 van peuter tot kleuter blz. 34-35 dichtbij blz. 36 zingen met jonge kinderen blz. 76-77 door ’t jaar blz. 78 werkvormen blz. 122-123 dieren blz. 124 zingen en taal blz. 154-155 allerlei blz. 156 zingen en spelen blz. 200-201
De liedjes zijn genoteerd op een toonhoogte die voor de kinderstem geschikt is. Om de liedjes leerbaar en speelbaar te houden voor eenvoudige melodie-instrumenten, zijn er zo weinig mogelijk kruizen en mollen gebruikt bij deze notatie. Een andere manier voor de gebruiker om de liedjes zelf te leren is te luisteren naar een opname van het lied. Daarvoor kunnen de twee bijbehorende cd’s worden gebruikt. Op deze cd’s staat ook een zoekprogramma waar de gebruiker op trefwoorden kan zoeken
6
kleuter-wijs
naar liedjes over bepaalde onderwerpen. In dit programma zijn alle trefwoorden opgenomen die onder het kopje ‘taal’ bij de liedjes staan. Lees hiervoor verder de informatieve tekst op blz. 154-155. Alle liederen (behalve die voor peuters) zijn voorzien van eenvoudige akkoordaanduidingen. Zwolle, mei 2004 Meesters in Muziek (samenstelling en redactie): Frans Haverkort, Rinze van der Lei, Lieuwe Noordam
Marleen Van Aken was docent muziek aan de Hogeschool Groep T te Leuven (België). Elleke Bijsterveld is hoofdvakdocent aan de Opleiding docent muziek van het Koninklijk Conservatorium te Den Haag. Margré van Gestel is muziekpedagoge en docent Muziek op Schoot. Frans Haverkort is hoofdvakdocent aan de Opleiding docent muziek van het Conservatorium te Zwolle en docent muziek aan de Lerarenopleiding basisonderwijs van de Hogeschool Windesheim te Zwolle. Paul Helmes is muziekdocent aan de Lerarenopleiding basisonderwijs van de Hogeschool ArnhemNijmegen (Pabo Groenewoud). Lydia de Jong is docent muziek aan de Lerarenopleiding basisonderwijs van de Avans Hogeschool te Breda. Rinze van der Lei is docent aan de Lerarenopleiding basisonderwijs van de Hogeschool Windesheim te Zwolle. Marjanka van Maurik is docent muziek aan de Lerarenopleiding basisonderwijs van de Hogeschool Marnix Academie te Utrecht. Christiane Nieuwmeijer is docent muziek aan Lerarenopleiding basisonderwijs van de Hogeschool InHolland te Alkmaar. Lieuwe Noordam is docent muziek aan de Lerarenopleiding basisonderwijs van de Hogeschool Windesheim te Zwolle.
7
kleuter-wijs
Peuters leren een lied op een andere manier dan kleuters. Bij peuters gaat het in de eerste plaats om het uitvoeren van het spel of de beweging. De volwassene zingt het lied en al spelend doet de peuter steeds stukjes mee. Bij kleuters is de activiteit steeds meer gericht op het aanleren van het lied. Door het spel en de bewegingen worden ze gedwongen goed te luisteren.
een lied aanleren Bij de activiteitenbeschrijvingen van de peuterliedjes in Kleuter-wijs zijn geen lesfasen aangebracht. Het gaat bij peuters immers om het spel. Het aanleren komt op de tweede plaats. Voor kleuters vind je wel een fasering in het aanleren van liederen. Het nieuwe lied wordt op een speelse wijze geïntroduceerd, voorgezongen en afgewisseld met allerlei andere activiteiten. In feite kun je drie fasen aanbrengen in een les waar de kinderen een nieuw lied aanleren: een inleiding waar de kinderen kennismaken met het onderwerp, de feitelijke aanleerfase en een fase met andere muzikale activiteiten rond het lied.
de inleiding Met een gesprekje of een verhaal bereid je de kleuters voor op de inhoud of de betekenis van het lied. Soms hoef je hun voorkennis alleen nog maar even te activeren: ze zijn dan wel bekend met het onderwerp van het nieuwe lied. Je legt een relatie met datgene wat ze al weten, of je knoopt nieuwe woorden of inhouden vast aan begrippen die ze al kennen. Het is daarbij verstandig om steeds te controleren of de kinderen begrijpen waar het nieuwe liedje over gaat. Stel daarvoor controlevragen, zoals ‘Wie kan me zeggen wat een “chauffeur” eigenlijk is?’ Herhaal de nieuwe woorden en maak het onderwerp aanschouwelijk door iets te laten zien. Neem dus bij een liedje over een zoemende bij een speelgoedbeestje mee of maak als voorbereiding op de les samen met de kinderen een bijtje op een stokje. Kinderen leren het lied sneller als er een emotionele relatie met het lied ontstaat. Creëer daarom een betekenisvolle context (zie blz. 34-35), waardoor bij de kinderen die relatie kan ontstaan. Gaat een liedje bijvoorbeeld over een bakker, dan zijn de kinderen zelf de bakker die iets gaat beleven. Bij een liedje over een krokodil ligt de krokodil werkelijk in de klas en ‘schrikken’ we allemaal van de krokodil.
8
kleuter-wijs
de aanleerfase Actief luisteren is een voorwaarde om het lied goed te kunnen zingen. Wanneer je bewegingsvormen of luisterspelletjes inschakelt, bevorder je dit actief luisteren. Bijvoorbeeld de opdracht: ‘Iedere keer als je het woord “…” hoort, dan mag je “…” Gebruik tijdens de aanleerfase ook allerlei materialen en attributen, zoals hoepels, stokken, poppen, kle- ding of schoolinstrumenten. Zing het lied zelf goed gearticuleerd en op de juiste toonhoogte voor. Onduidelijk voorzingen leidt bij de kinderen tot misverstanden en verkeerde imitatie. De juiste toonhoogte van het lied staat in de bundel. Gebruik altijd een muziekinstrument (blokfluit, klankstaven e.d.) om de begintoon te vinden. Kleuters zingen graag met je mee. Dat is in het begin van een aanleerproces helemaal niet erg. Zo neem je ze een beetje bij de hand. Probeer wel de kleuters steeds te laten luisteren. Zing het liedje daarom ook enkele keren voor met de opdracht ‘Nu luisteren jullie alleen.’ Kleuters leren door herhaling en van de voortdurende herhaling genieten ze. Zo kun je een liedje wel tien tot vijftien keer voorzingen en het verveelt de kinderen nog niet. Natuurlijk zorg je dan wel voor allerlei activiteiten, waarbij je hun aandacht vasthoudt. Kijk maar eens bij de verschillende aanleersuggesties. De kinderen mogen bewegen, meespelen, een spel uitvoeren, enz. Na een aantal keren kunnen de kinderen het lied met je meezingen. Probeer aan het eind van de lesactiviteit de kinderen het lied eens zelfstandig te laten zingen. Luister dan goed naar hen. Zingen ze het lied op de juiste hoogte? Spreken ze de woorden goed uit? Is het ritme goed? Soms is het nodig hier nog even extra aandacht aan te schenken.
uitbreiding Als de kinderen het liedje eenmaal kennen, zorg je voor uitbreidingsactiviteiten. Activiteiten als begeleiden met instrumenten, bewegingsspelletjes, spreekteksten, tekstvariaties, dansjes, enz. vormen een aanzet voor een complete muziekles. Je doet in deze fase dus veel meer dan alleen zingen. In het boek vind je hiervoor verschillende suggesties. Soms kun je met een kleine variatie een uitbreiding zelf aanpassen voor een ander lied.
9
kleuter-wijs
handspel peuters
mijn vingers dansen tekst en muziek: Saskia van der Werf track A 1
bewegen
De kinderen zitten op de grond in een kring. ‘Mijn vingers kunnen dansen, kijk maar.’ Zing het lied voor en voer de bewegingen uit. Mijn vingers die (…) grap. Met de vingers ‘piano spelen’.
Mijn handen die (…) klap. Klappen in de handen.
Tot ziens, (…) keer. Zwaaien.
Ik ga mij (…) meer. Langzaam de handen voor het gezicht schuiven.
ritmespel
Tik met de vingers een ritme op de grond en blijf dit ritme herhalen. De kinderen doen mee. Verander daarna het ritme. De kinderen nemen elke verandering over. Experimenteer tot slot met de verschillende geluiden die vingers en handen op de grond allemaal kunnen maken. taal: vingers, handen, verstoppen
10
kleuter-wijs
tekst en muziek: Annie Langelaar track A 2
spel
Voer samen met een kind de volgende bewegingen uit. Maak het een beetje spannend. We bouwen een huis, een heel groot huis. Vanaf je middel met de handen langs het lichaam omhoog lopen.
Deurtje open, deurtje toe: Maak met de handen luikjes langs het gezicht die open en dicht gaan.
Kiekeboe! Haal plotseling de handen weg en kijk elkaar aan.
taal: huis, deur, raam, muur, steen
11
kleuter-wijs
peuters handspel
we bouwen een huis