www.prv-overijssel.nl
Aan Provinciale Staten van Overijssel Postadres Provincie Overijssel Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 425 25 25 Telefax 038 425 26 85
Uw kenmerk
Uw brief
Ons kenmerk CS/2004/2
Bijlagen
Doorkiesnummer 425 19 27
Inlichtingen bij hr. A.B.M. de Vries
Datum 27 01 2004
Onderwerp
Informatie Essent in verband met ontwikkelingen liberalisering ca.
1.
Aanleiding
Liberalisering, regulering en toezicht, leveringszekerheid en privatisering zijn onderwerpen die met grote regelmaat in het nieuws komen. Bovendien hebben Essent als energiebedrijf en de aandeelhouders volop met deze ontwikkelingen te maken. Mede daarom hebben de Overleggroep aandeelhouders Essent en de Raad van Bestuur besloten tot het organiseren van enkele algemene informatiebijeenkomsten, verspreid over het land, over de ontwikkelingen in de energiesector in het algemeen en die bij Essent in het bijzonder. In Overijssel wordt deze bijeenkomst overigens gehouden op dinsdag 16 februari 2004 in het Provinciehuis in Zwolle van 18.00 – 20.00 uur. De commissie Economie en Bestuur is reeds eerder van deze uitnodiging op de hoogte gesteld. Deze uitnodiging en het belang van het onderwerp is voor ons tevens aanleiding u als Staten, vooruitlopend op de aangekondigde bijeenkomst, een actueel inzicht te geven in de stand van zaken. Evenals vorig jaar informeren wij u dan medio juni 2004 apart over de uitkomsten van de vergadering van de algemene Aandeelhoudersvergadering over de jaarstukken 2002. 2.
Liberalisering en privatisering
Liberalisering en privatisering van de energiemarkt: een korte schets van ontwikkelingen die hebben plaatsgevonden. Sinds een aantal jaren zijn er ontwikkelingen gaande gericht op liberalisering van de energiemarkt. Liberalisering is het opheffen van de verplichting om electriciteit en gas af te nemen van één leverancier. Er is besloten tot een gefaseerde invoering, waarbij een steeds grotere groep gebruikers deze vrije keus heeft. Onlangs heeft de Tweede Kamer ingestemd met opening van de markt voor kleinverbruikers van energie (hoofdzakelijk huishoudens) per 1 juli 2004. Er zijn dan geen gebonden klanten, huishoudens en ATTENTIE: GEWIJZIGD RABO Zwolle 3973.41.121
Het provinciehuis is vanaf het NS-station bereikbaar: met stadsbus lijn 1 richting Berkum, halte provinciehuis
Bezoekadres Luttenbergstraat 2 Zwolle
2
bedrijven, meer. De gehele energiemarkt is dan volledig geliberaliseerd. In de wet is overigens wel een noodremconstructie opgenomen die tot maart 2004 de Minister van Economische Zaken de mogelijkheid biedt de opening van de markt voor kleinverbruikers uit te stellen. Nederland voldoet met deze maatregelen ruimschoots aan de in de Europese richtlijn gestelde datum van openstellen per uiterlijk 1 juli 2007. Parallel hieraan is eind negentiger jaren de discussie over privatisering opgestart. Dit vanuit de gedachte, dat als de consument de volledige vrijheid krijgt in de keuze van de leverancier er eveneens geen aanleiding meer zou zijn de eis te stellen dat de eigendom van de energiebedrijven in handen van de overheid blijft. Privatiseren betreft dan de mogelijkheid tot het vervreemden van het (publieke) eigendom. In de Electriciteits- en Gaswet is vastgelegd dat het vervreemden van het eigendom van een ondermening die een gas- of electriciteitsnetwerk beheert, door de Minister van Economische Zaken moet worden goedgekeurd. In de wet is ook opgenomen dat de minister tot 1 juli 2004 deze goedkeuring zal onthouden. Het rijk heeft aangekondigd binnenkort met een standpunt te komen, of en zo ja onder welke condities per 1 januari 2005 tot een eventuele vervreemding van het netwerk gekomen kan worden. Hieronder komen we op de meest actuele hierover gevoerde discussie nog terug. Positie van de provincies cq aandeelhouders in deze discussie van privatisering en liberalisering In september van 2000 hebben uw Staten uitgesproken, dat na afronding van de liberalisering er geen noodzaak meer aanwezig is om als provinciale overheid aandeelhouder te blijven van een energiebedrijf als Essent en dat de belangen derhalve kunnen worden afgestoten. Dit onder voorwaarde dat de toezichthoudende organen goed functioneren en de toegang tot de netwerken is verzekerd. Over de (wijze van invulling van een eventuele) privatisering hebben Provinciale Staten geen eindoordeel gegeven. Daarover zou, met inschakeling van derden, eerst een goede uitwerking moeten plaatsvinden. De andere grote aandeelhouders van Essent, te weten N-Brabant en Limburg, hebben destijds gelijkluidende standpunten ingenomen. Eind 2000 is met instemming van de aandeelhouders het privatiseringstraject ingezet door vorming van een overlegstructuur tussen aandeelhouders en Raad van Bestuur (RvB) van Essent. Tevens heeft een eerste verkenning plaatsgevonden van de opties voor privatisering: beursgang vs verkoop. In 2002 is dit proces in onderling overleg stopgezet cq opgeschort, hangende de discussie in de Tweede Kamer over de verdere vormgeving van liberalisering en voorwaarden waaronder eventueel privatisering mogelijk zou moeten zijn (vlg. bekende motie Crone die zich verzette tegen de privatisering van de netwerken). Wel is afgesproken dat voortbouwend op de goede ervaringen, het overleg tussen Overleggroep (als een vorm van aandeelhouderscommissie) en de RvB wordt voortgezet, maar dan te verbreden naar algemene ontwikkelingen m.b.t. het bedrijf. Sedertdien wordt 2 à 3 keer op deze basis vergaderd. Gedeputeerde P. Jansen is onze vertegenwoordiger in dit overleg, J. Klaasen zijn vervanger. Het al dan niet privatiseren van de regionale distributienetwerken in samenhang met de zogenaamde ‘unbundling’ vormt het hoofdthema in de discussie die momenteel in aanloop naar de hiervoor genoemde datum van 1 januari 2005 op landelijk niveau wordt gevoerd. De energiebedrijven die een netwerk in eigendom hebben, zijn bij ‘unbundling’ verplicht om het eigendom en het beheer van dit netwerk (juridisch en eventueel economisch) te splitsen van de rest van de onderneming. Waar de discussie uiteindelijk in uitmondt is nog niet precies duidelijk. Wel heeft de minister aangegeven zeer veel waarde te hechten aan een stevige verankering van aspecten als voorzienings- en leveringszekerheid. Dit met het oog op het veiligstellen van de consumentenbelangen. Hij heeft aangekondigd rond februari 2004 met een standpunt te komen over privatisering. Op meerdere momenten en op diverse plekken hebben de aandeelhouders, soms in IPO-verband maar ook samen met de aandeelhouders van Nuon en Eneco, de afgelopen jaren hun standpunten cq belangen uitgedragen richting de Kabinetsformateurs, ministers van Economische Zaken en de Tweede Kamer. Daarbij is de nadruk zoveel mogelijk gelegd op inhoudelijke argumenten. Deze vormen immers de reden, dat er een moment komt dat er geen aanleiding meer is als lagere overheden aandeelhouder te blijven. We wijzen vooral op de open markt, waardoor het profiel van het bedrijf anders maar ook risicovoller wordt (vgl. ook de wet Fido die ondermeer bepaalt dat openbare lichamen uitsluitend ten behoeve van uitvoering van de publieke taak gelden mogen uitzetten in de vorm van aandelen), het gegeven dat de aandeelhouders feitelijk steeds minder invloed krijgen door ontwikkelingen op de markt, en het structuurregiem dat zijn invloed heeft op de positie van de aandeelhouder. De aandeelhouders
3
komen daardoor op steeds grotere afstand van het bedrijfsbeleid te staan. De argumenten uit 2000 hebben in dat opzicht niet aan kracht ingeboet. Consequentie is dat de aandeelhouders van hun aandelen moeten afkunnen als zij dat willen! Ondanks deze genoemde argumenten krijgen de lagere overheden, vaak ten onrechte, de kritiek dat zij te weinig oog hebben voor het publieke belang en alleen uit zouden zijn op het snel innen van geld. Ongelukkige persberichten, zoals vorig jaar uit Friesland, voeden dit beeld jammer genoeg. In het open gesprek tussen de aandeelhouders van de grote energiebedrijven en de Minister van Economische Zaken in november jl was juist het waarborgen van de publieke en consumenten belang het centrale thema. De positie van de netwerken daarin is evident. De twee instrumenten om de publieke belangen te borgen zijn overheidseigendom en regelgeving/toezicht. De aandeelhouders bepleiten tot op heden het primair te zoeken in verbeterde regelgeving en het toezicht via de DTe. Mocht evenwel de Tweede Kamer straks kiezen voor een stringente afsplitsing van het netwerk (zgn. unbundling) gekoppeld aan de eis van publieke eigendom, dan bepleit een belangrijk deel van de aandeelhouders als eerste optie dat het rijk cq Tennet het eigendom van het netwerk overneemt. Standpunt provincie Overijssel Deze geschetste beleidslijn van primair inzetten op de kwaliteit van regelgeving en toezicht en eventueel, als dat in de ogen van het rijk onvoldoende waarborgen biedt, een combinatie met centralisatie/overname van het eigendom van het netwerk richting rijk cq Tennet, past binnen de kaders die Provinciale Staten in 2000 hebben vastgesteld. De gezaghebbende Energieraad heeft in haar zeer recente advies aan de regering voorlopig ontraden de stroom- en gasnetten te privatiseren. De gebrekkige concurrentie op de Europese energiemarkt is hiervoor een belangrijke reden. De Energieraad vindt het daarom ook niet verstandig om de energiebedrijven te dwingen hun netwerken te scheiden van de overige activiteiten. Het is uiteraard niet uitgesloten dat een meerderheid van de Tweede Kamer straks het standpunt gaat innemen, dat het ‘eigendomsinstrument’ zeker voorlopig niet uit handen moet worden gegeven en dit bij de lagere overheden wordt gelaten. De provincies cq aandeelhouders zullen zich dan noodgedwongen gezamenlijk moeten beraden op welke opstelling zij kiezen. Eventueel is een scenario denkbaar voor een overgangsfase, bijvoorbeeld dat het transportnet wordt ondergebracht bij Tennet en bijvoorbeeld over een tijdelijke continuering van de publieke betrokkenheid bij het distributienet nadere afspraken worden gemaakt. Ook is denkbaar dat de provincies en andere aandeelhouders moeten inzetten op beïnvloeding van de condities waaronder het rijk een eventueel besluit van de Tweede Kamer gaat uitwerken. We doelen dan op de overheidsinvloed op de netwerkonderneming en de financiële randvoorwaarden/waarborgen. Over de financiële gevolgen van een eventuele afsplitsing van het netwerkbedrijf in publieke handen en privatisering van de overige onderdelen wordt overigens, ook door Investment Banks, verschillend gedacht. Het bedrijf zelf is van mening dat het netwerkbedrijf essentieel is voor de financiering van het totale bedrijf. Essent koerst daarom op het intact houden van het totale bedrijf. De strategie is gericht op stevige groei en acquisitie, op weg naar de top 5 van de energieleveranciers van Noord-West Europa. Energie vormt de kernactiviteit. Daarin past de recente berichtgeving van de RvB om op afvalgebied alleen de zorg voor stortplaatsen en de energieopwekking door afvalverbranding nog als kernactiviteiten te beschouwen. Haar forse belang (45%) in de van Gansewinkel Groep wordt derhalve afgestoten. 3.
Andere belangrijke onderwerpen
Aanpassing structuurregeling De verhoudingen tussen aandeelhouders, de RvB en RvC zijn geregeld in de structuurregeling. Al geruime tijd wordt op landelijk niveau gesproken over een aanpassing van deze regeling. Een voorstel tot aanpassing ligt bij de Eerste Kamer. Niet bekend is wanneer de besluitvorming is afgerond. Als gevolg hiervan zullen de statuten van Essent eveneens moeten worden gewijzigd. De positie van ons als aandeelhouder zal zeker veranderen. Naar verwachting zal het benoemingsrecht van overheidswege benoemde commissarissen vervallen (voor Overijssel van voordracht voor één commissariszetel). Bovendien zal conform de afspraken tijdens de aandeelhoudersvergadering van mei 2003 het aantal
4
commissarissen worden teruggebracht van 13 naar 9. Aan de aandeelhouderscommissie is een nieuw profiel voor de commissarissen voorgelegd, dat op zich goed recht doet aan de veranderde (internationale) positie van Essent. Er is voorzien in een spreiding aan kwaliteiten variërend van internationale kennis van de energiemarkt tot juridische ondernemingsgerichte kennis en oriëntatie op overheid en politiek. De onderneming heeft inmiddels een wijziging van de statuten in voorbereiding. Noord-Brabant, Limburg en Overijssel hebben eerder laten doorschemeren, dat zij gedurende de aanloopfase naar privatisering voelen voor een bindend aanbevelingsrecht voor de voordracht van drie commissarissen. Daarmee wordt gebruik gemaakt van een mogelijkheid tot afwijking die het structuurregiem biedt. Overigens is hiervoor wel toestemming nodig van zowel de Algemene Vergadering van Aandeelhouders, de Raad van Commissarissen en de Centrale Ondernemingsraad. Kabelactiviteiten Essent is actief op de consumenten- en zakelijke markt met een aanbod van snel internet via (hoofdzakelijk) de koper-kabelinfrastructuur en daarop gebaseerde diensten. Essent beschikt niet over een volledig verglaasde (=uit glasvezel bestaande) netwerkinfrastructuur, omdat tot dusver de markt goed kan worden bediend met de beschikbare koperkabels. De vraag van met name de consumenten naar ‘breedband’ is de afgelopen jaren sterk gestegen. Dit vraagt om snellere verbindingen en meer aanwezigheid in de regio. Het recente persbericht van Essent met het voornemen om meer kleinere kernen, ook in Overijssel, te ontsluiten voor kabelinternet past in de groeistrategie van Essent in dit marktsegment. Op zich is dit gezien eerdere kritische geluiden vanuit een aantal gemeenten en de aandeelhouders een goed bericht. In de zakelijke markt beweegt Essent zich niet exclusief als aanbieder van een snelle verbinding, maar probeert het ook daaraan gekoppelde diensten te vermarkten. Voorbeeld hiervan is het aanbod van vaste analoge telefonie langs digitale weg. Essent kan hiermee beter concurreren met klassieke Telecomaanbieders, zoals KPN. Pogingen om als volledige kabelsector met KPN samen te werken in de nationale verglazingsoperatie zijn tot op heden op niets uitgelopen. Verkeer en Waterstaat noch het Minister van Economische Zaken slagen erin de concurrenten in de markt tot elkaar te brengen. Als ‘terugvaloptie’ wordt gepoogd dit op regionaal niveau tot stand te brengen. Gegeven de situatie in Twente is Overijssel ook voor Essent een testcase voor meer samenwerking en daarmee benutting in een open glasvezelstructuur. Tot slot: de media besteden veel aandacht aan individuele klachten over de energieleveranciers, waaronder Essent. Ook de aandeelhouders worden met een zekere regelmaat in deze negatieve berichtgeving betrokken. Hoewel wij weliswaar ons niet bezighouden met de dagelijkse bedrijfsvoering in het bedrijf nemen wij deze klachten serieus en zullen op de geëigende plekken en momenten dit aan de orde stellen. Hopelijk geeft bovenstaande informatie u een voldoende inzicht in een aantal actuele ontwikkelingen op de energiemarkt. Tijdens de informatiebijeenkomst van 16 februari a.s. zal met name Essent nader ingaan op de consequenties en de strategie van het bedrijf. Er zal dan ook genoeg gelegenheid zijn om van uw kant nadere vragen te stellen. Gedeputeerde Staten van Overijssel,
voorzitter,
secretaris,
5