Werkgroep IMB 23/09/2013
VERSLAG Aanwezig Maaike Geryl (Voorzitter) Steven Ranson Mieke Pieters Elise Vos Ineke Willems Raf Duyvejonck Tessa De Roeck Ingrid Van Ruyskensveld Denise Catteeuw Greet Du Bois Mia Verschaere Chantal Derycker Katrijn De Gendt Veerle Sandermans Annemie Deleyn Barnard Lotte
Socialistische mutualiteiten / Verwijzersplatform UZ Leuven Bond Moyson West-Vlaanderen Liberale mutualiteit Brabant Euromut UZ Gent AZ Alma Christelijke mutualiteiten De Voorzorg Antwerpen Oriëntatiecentrum Wilrijk CAR Sint-Lievenspoort Bond Moyson West-Vlaanderen Vlaams Neutraal Ziekenfonds Aalst Brailleliga KOC Vlaams Verwijzersplatform
Verontschuldigd Lieve Heene Nathalie Van de Vyver Carine Van Hulle Veerle De Smet Sabine Blom Rina Verdoodt
OC-Modem UZ Gent REVA Spermalie REVA ziekenhuis Inkendaal Onafhankelijke Ziekenfondsen Nationaal MS-Centrum
Volgend overleg Vlaams platform van verwijzende instanties voor personen met een handicap vzw
| Erkend en
gesubsidieerd door Doornstraat 331 | 2610 Wilrijk | 03 830 73 43 |
[email protected] |www.verwijzersplatform.be
1
Werkgroep IMB 23/09/2013 -
Het volgende overleg zal plaatsvinden in november; voor de exacte datum wordt er een doodle opgemaakt.
1. Verslag 30 mei 2013 Het verslag van de vergadering van 30 mei wordt goedgekeurd, opvolging: -
-
-
-
De vraag wordt gesteld wat er nog met de visietekst IMB zal gebeuren? Deze werd bezorgd aan het KOC, VAPH en kabinet. Op het overleg van november zal deze met het VAPH worden doorgenomen. Ikv het signaal dat werd gegeven rond niet-indexering van de prijzen voor nieuwbouw geeft Annemie aan dat men hierrond bezig is. Ook de definities over wat onder nieuwbouw valt en de regels hieromtrent worden momenteel opgemaakt en zullen nadien besproken worden via de permanente werkgroep IMB. Vormingen vanuit KOC: men is momenteel volop bezig om een planning op te maken naar vormingen voor het komende jaar (een vorming rond woningaanpassingen staat al zeker op de planning). Het KOC geeft aan zeker open te staan voor suggesties, deze mogen bezorgd worden via Annemie of Maaike. MDT’s vragen of het mogelijk is om te zorgen voor voldoende plaatsen zodat MDT’s zeker de kans hebben om te kunnen deelnemen. Het KOC geeft aan dat dit voor vormingen waarbij gewerkt moet worden met specifieke computerprogramma’s niet evident is om veel plaatsen te kunnen voorzien. Ook heeft het KOC bij vorige vormingen al vastgesteld dat er een aantal mensen zijn die op het laatste moment afbellen, of slechts naar één dag van een tweedaagse vorming komen. De oproep wordt gedaan om tijdig door te geven indien men niet (volledig) kan aansluiten, op die manier kunnen er ook mensen op de reservelijst aangesproken worden om deel te nemen. Bilateraal overleg MDT’s: Vroeger vond er overleg plaats tussen de IMB-teams en de PA/VAPH op basis van een aantal geclusterde thema’s. Dit overleg is stopgezet, maar de vraag is of dit kan worden hernomen. Raf stuurt het laatste verslag van deze vergadering door om op te frissen over welk overleg dit gaat.
2. Simulatierapport D&I Maaike overloopt de evaluatienota over de simulatie D&I aan de hand van de PowerPoint die door het VAPH werd opgemaakt. De PowerPoint en de integrale evaluatienota worden in bijlage aan het verslag toegevoegd. Reacties:
Vlaams platform van verwijzende instanties voor personen met een handicap vzw
| Erkend en
gesubsidieerd door Doornstraat 331 | 2610 Wilrijk | 03 830 73 43 |
[email protected] |www.verwijzersplatform.be
2
Werkgroep IMB 23/09/2013 -
Alle verslagen worden beschouwd als eerste aanvragen, dit werd ook vooraf meegedeeld aan de MDT’s die meewerkten aan de simulatie. MDT’s moesten hiervoor niets extra doen, er werd gekeken naar de oude dossiers (eerste aanvragen). Er wordt opgemerkt dat oudere dossiers aan andere kwaliteitseisen moesten voldoen, er is ook sprake van een evolutie binnen de werking van MDT’s,... Het is ook moeilijk in te schatten of deze dossiers nu door de PEC ook anders zouden beoordeeld worden dan vroeger. Het is dus gevaarlijk om uit deze vergelijking conclusies te trekken. - Er vond geen kwaliteitscontrole plaats voor het D&I-team, waarom zou een D&I-team beter oordelen dan een MDT/PEC? Deze bewijsvoering kan nu niet gevonden worden. - Wie zat er in het D&I-team? Zowel een arts, psycholoog, PA-hoofd, coördinator en hulpmiddelendeskundige. Een aantal van de leden van het D&I-team waren nieuw aangeworven en een aantal waren gedetacheerd uit het werkveld. Er vond ook een wisseling plaats van de coördinator van het D&I-team gedurende de simulatie De evaluatietekst werd besproken binnen de permanente werkgroepen Inschrijving & Evaluatie, IMB en het Raadgevend Comité, hun advies lag in dezelfde lijn: het werken met de hulpmiddelenfiches en de protocollen worden als nuttige instrumenten bevonden om tot gestandaardiseerde en gemotiveerde diagnose- en indicatiestelling te komen, indien deze flexibel ingezet kunnen worden. Het nieuwe organisatiemodel krijgt over de ganse lijn een negatief advies. Er werd geen meerwaarde aangetoond, men vond uit het onderzoek onvoldoende bewijs dat er adequatere oplossingen worden gevonden. Het zou beter zijn om te investeren in een goede werking van de MDT’s en PEC ipv nieuw systeem invoeren. Verder is men voor het behoud van second opinion en HOC. Het is nog niet duidelijk wat de vervolgstappen inzake D&I zijn. De hulpmiddelenfiches (HMF) worden in de evaluatienota voorgesteld als goede instrumenten bij het proces van adviesverlening en indicering van hulpmiddelen: “In de meeste gevallen zal het voor de mdt’s, na het proces van adviesverlening, eenvoudiger en dus minder tijdsintensief zijn om hulpmiddelen aan te vragen. Het werken met duidelijke regels waarbij ook de grenzen van de uitzonderingen vast liggen, verhoogt de transparantie en uniformiteit. Dit systeem is veel rechtvaardiger dan het huidige kluwen van informele regels. Bijkomende voordelen van het werken met hulpmiddelenfiches zijn de ruggensteun die ze bieden aan de mdt’s tegenover hun cliënten en, eens geïntegreerd in een globaal elektronisch VAPH-dossier de vele mogelijkheden om verdere administratieve vereenvoudigingen door te voeren. Concluderend kunnen we stellen dat de hulpmiddelenfiches een kwaliteitsverhogend effect hebben en dus goede instrumenten zijn bij het indiceren van IMB-vragen en na het proces van adviesverlening, het aanvragen van hulpmiddelen administratief eenvoudiger maken.”
Vlaams platform van verwijzende instanties voor personen met een handicap vzw
| Erkend en
gesubsidieerd door Doornstraat 331 | 2610 Wilrijk | 03 830 73 43 |
[email protected] |www.verwijzersplatform.be
3
Werkgroep IMB 23/09/2013 Wel wordt er een groot verschil vastgesteld bij de objectieve vs de subjectieve tevredenheid over het werken met de HMF. MDT’s geven in hun evaluatie aan dat ze niet tevreden zijn over het werken met de HMF. Dit kan volgens de MDT’s die aan de simulatie meewerkten te maken hebben met het gegeven dat je bij het invullen van de HMF vaak nog een motivatieverslag moest toevoegen. Terwijl in de gewone procedure slechts één adviesrapport nodig is, kan het zijn dat bij de aanvraag van verschillende hulpmiddelen, meerdere motivatierapporten geschreven moeten worden. Het was ook niet duidelijk wat er precies in deze motivatierapporten vermeld moest worden, bij de start van de simulatie kopieerde de teams vaak stukken uit het adviesrapporten. Na het eerste focusmoment gaf men vanuit het VAPH aan dat het niet de bedoeling was om gewoon te knippen-plakken uit het adviesrapport en moest men als MDT hiervoor anders te werk gaan. Dit gaf als resultaat dat MDT’s meer werk hadden met het opmaken van deze motivatierapporten. Er werd nadien niet meer teruggekoppeld of men als MDT nu wel juist aan de slag was of er nog iets anders van hen werd verwacht. De simulatie werd op een totaal verschillende manier geëvalueerd door het VAPH als door de MDT’s; het VAPH gaf aan uit de lucht te vallen bij het krijgen van de evaluatie van de MDT’s achteraf en waren van mening dat MDT’s tijdens de simulatie nooit negatieve feedback hebben gegeven. Op de individuele terugkoppelingsmomenten kon er volgens de MDT’s nooit ingegaan worden op concrete dossiers, het D&I-team gaf geen cijfergegevens over welke beslissingen er genomen werden in de simulatie. Het was voor MDT’s dus moeilijk om feedback te geven over het verloop van de simulatie (inhoudelijk), de praktische opmerkingen die ze hadden gedurende de simulatie werden wel steeds doorgegeven op terugkoppelingsmomenten. Aan het KOC is recent gevraagd om een aantal (kleine) aanpassingen aan de HMF te bekijken. Het KOC stelt vast dat er bij bepaalde fiches heel wat doelgroepen zijn opgenomen, het is de bedoeling om ook deze te bekijken ifv het verbeteren van de overzichtelijkheid/werkbaarheid van de fiches. Vraag van het Verwijzersplatform om de MDT’s die meegewerkt hebben aan de simulatie ook aan te spreken om hun ervaringen te gebruiken bij het verbeteren van de fiches. De leden van de permanente werkgroep IMB zijn hier minder mee vertrouwd. Het is belangrijk bij het invoeren van de fiches om te bewaken dat deze niet als strikt keurslijf mogen gehanteerd worden, maar uitzonderingen moeten gemotiveerd kunnen worden. Er wordt ook gewezen op de valkuil bij het werken met deze fiches dat MDT’s sneller geneigd kunnen zijn om toch maar een doelgroep toe te kennen om zo binnen een fiche te passen. De HMF’s proberen duidelijkheid te scheppen in wat al dan niet kan worden aangevraagd voor welke doelgroep. Het kan gezien worden als extra ruggensteun voor de MDT’s voor gebruikers te wijzen op wat wel en wat niet kan worden aangevraagd. Annemie geeft aan dat men als MDT altijd moet proberen te komen tot een zo correct mogelijk beeld: welke hulpmiddelen kunnen allemaal een adequate oplossing bieden voor Vlaams platform van verwijzende instanties voor personen met een handicap vzw
| Erkend en
gesubsidieerd door Doornstraat 331 | 2610 Wilrijk | 03 830 73 43 |
[email protected] |www.verwijzersplatform.be
4
Werkgroep IMB 23/09/2013 een bepaald ervaren probleem. Nadien moet men nagaan welke daarvan de goedkoopste oplossing is, deze kan worden gemotiveerd tav het VAPH. Als de gebruiker dan toch één van de andere (duurdere) alternatieven wenst, kan hij het budget van het goedgekeurde hulpmiddel inzetten en met een opleg het andere hulpmiddel aanschaffen op voorwaarde dat dit hulpmiddel ook voldoet aan de eisen van adequate oplossing voor de probleemactiviteit. MDT’s ervaren dat dit in de praktijk echter niet op deze manier verloopt, indien men als gebruiker afwijkt van het goedgekeurde hulpmiddel (mits eigen opleg), wordt er geweigerd de facturen te betalen. Sommige PA-afdelingen zijn zeer rigide bij het aanvaarden van de facturen, andere laten dit sneller toe. Het is ook afhankelijk van het feit of de dossierverantwoordelijke vooraf op de hoogte is of niet. Ook wordt vastgesteld dat PA’s niet altijd 100% op de hoogte zijn van alle hulpmiddelen die er vandaag de dag bestaan. De MDT’s blijven vragende partij om meer overleg in te bouwen tussen MDT’s en de PA’s. bv AOL aanpassingen bed en persoon koopt een verzorgingsbed. Te vaak wordt ervaren dat VAPH zaken uitwerkt zonder overleg met het werkveld, dan worden er zaken ingevoerd die zonder dialoog tot stand kwamen. Nadien komen beide partijen er dan gefrustreerd uit. Dit kan allemaal worden vermeden als er op voorhand in overleg wordt gegaan. Bv kunnen jullie hier een voorbeeld geven Ook in de Administratie is men ervan op de hoogte dat MDT’s niet altijd tevreden zijn met hoe de zaken lopen, dit wordt vaak afgedaan onder het motto dat MDT’s overdrijven, maar de frustraties zijn er wel degelijk dus het is beter om deze op tafel te leggen en samen te zoeken naar oplossingen. Het belang van bilateraal overleg VAPH-MDT’s wordt nogmaals benadrukt. MDT’s nemen de opdracht als MDT op, louter en alleen voor de persoon met een Handicap, niet voor de vergoeding die hieraan gekoppeld is. Veel logischer zou zijn dat VAPH en MDT’s partners zijn ipv tegenstanders. MDT’s zouden het VAPH moeten kunnen inschakelen als medestanders, als er problemen zijn met bepaalde dossiers zouden MDT’s het VAPH moeten kunnen inschakelen om samen met MDT en de pmh na te gaan waar de noden zitten, wat knelpunten zijn, .. Het zou zelfs moeten kunnen om samen op huisbezoek te gaan. Anderzijds is het ook aan de MDT’s om zelf aan de bel te hangen en de PA’s in te schakelen als zij dit nodig achten. Dit leidt soms wel tot een wantrouwende reactie naar de MDT’s toe; alsof ze niet zouden weten hoe ze een goed advies moeten formuleren. Het KOC geeft aan dat MDT’s altijd bij hen terecht kunnen voor vragen, in de adviesverlening zelfs het liefst in het begin van de adviesverlening (zie nota hoe hulp vragen aan KOC)!. KOC geeft aan blij te zijn dat MDT’s op voorhand informatie bij hen opvragen ipv een onduidelijk dossier door te sturen naar de PA en te wachten op het signaal van de PA dat het dossier onvolledig blijkt te zijn.
Vlaams platform van verwijzende instanties voor personen met een handicap vzw
| Erkend en
gesubsidieerd door Doornstraat 331 | 2610 Wilrijk | 03 830 73 43 |
[email protected] |www.verwijzersplatform.be
5
Werkgroep IMB 23/09/2013
Momenteel is er binnen het VAPH geen leidend ambtenaar actief, Laurent Burssens is vanaf 1 september met pensioen. Het is belangrijk dat er, wanneer er een nieuwe leidend ambtenaar wordt aangesteld, een constructieve brief wordt verstuurd vanuit het Verwijzersplatform waarin we onze wens naar constructieve samenwerking duidelijk maken.
3. Ontwikkelingen binnen IJH Op 16 september is de voorstart in regio Oost-Vlaanderen begonnen. MDT’s kunnen nog niet veel eerste ervaringen meegeven omdat men momenteel nog niet op het systeem kan inloggen. Er werd overwogen om als tussenoplossing te werken met het uploaden van het Adocument via Word, maar ook dit lijkt niet te werken. Ook vanuit de basiswerking (jeugdhulpverlener) lukt het (nog) niet om in te loggen op Insisto. Wanneer MDT’s vragen stellen via mail of telefoon komt er ook geen antwoord. Het is dus afwachten hoe dit verder zal lopen. 4. Infonota 1311: hulp vragen aan het KOC in een individueel dossier Deze nota verschaft informatie over hoe men de hulp van het KOC kan inroepen, zo is er in de nota bijvoorbeeld opgenomen welke informatie een MDT eerst moet verzameld hebben alvorens ze een vraag kunnen richten aan het KOC. De nota heeft ook als doel op de PA’s alert te maken en aan te geven dat ook zij een deel kunnen opnemen indien er vragen van MDT’s binnenkomen. Opgelet: De infonota: gaat enkel over vragen die gericht worden aan het KOC, het is in kader van deze vragen dat deze informatie wordt opgevraagd. Dit wordt niet verwacht voor dossiers waarbij het voor het MDT allemaal duidelijk is (bv een verhoogd toilet). Annemie vult aan dat vragen best per mail kunnen opgestuurd worden, dit werkt veel vlotter dan werken met de post. Het KOC kan op basis van een binnengekomen vraag ook besluiten dat er nood is aan een doorverwijzing naar een gemachtigd expert. Indien men als MDT bijvoorbeeld vragen heeft mbt het plaatsen van een traplift, moeten er verschillende plannen bijgevoegd worden, zo ook een inplantingsplan/ doorsnedeplan. MDT’s vragen zich af of deze plannen opgemaakt moeten worden door een architect. Dit is echter niet altijd noodzakelijk, een MDT kan ook zelf een schets opmaken indien er geen plannen aanwezig zijn (bv. bij oudere woningen). MDT’s vragen hier ook transparantie, nl dat deze boodschap ook wordt opgenomen in de infonota. Een voorbeeld vanuit de Deutsche Dienststelle is dat bijvoorbeeld bij ziektebeelden met een evolutie die moeilijk te bepalen is zoals MS, hulpmiddelen retroactief kunnen gefinancierd worden: bij een verbouwing inspelen op de noden die zich in de toekomst zullen aandienen, maar die momenteel nog niet aanwezig zijn. Wanneer de noden zich wel manifesteren zou dan achteraf bij het VAPH alsnog de vraag tot tussenkomst ingediend kunnen worden.
Vlaams platform van verwijzende instanties voor personen met een handicap vzw
| Erkend en
gesubsidieerd door Doornstraat 331 | 2610 Wilrijk | 03 830 73 43 |
[email protected] |www.verwijzersplatform.be
6
Werkgroep IMB 23/09/2013 Annemie stelt de vraag of MDT’s er een zicht op hebben of het huren van hulpmiddelen regelmatig wordt aangevraagd. Meestal worden hulpmiddelen voor een jaar gehuurd en wordt er nadien beslist om dit aan te kopen. Dit wordt voornamelijk aangevraagd voor bedden en traplift, maar dit wordt eigenlijk niet zo vaak gedaan. Bij het huren van hulpmiddelen stoot men vaak op het probleem dat het bedrag dat gaat naar het huren van hulpmiddelen maakt dat het refertebedrag op een bepaalde termijn is opgebruikt. Ervaringen uit het Project ALS leren dat het huren van hulpmiddelen daarom geen goedkoper systeem is, maar je kan er wel de mensen sneller, meer en efficiënter mee verder helpen. Dat betekent ook winst. Een MDT stelde het volgende vast: er werd in kader van een dossier een vraag gesteld aan het KOC. Men kreeg hierop als reactie dat de vraag werd bekeken door het KOC en dat de informatie werd doorgestuurd naar het VAPH om bij aan het dossier te hangen. Volgens Annemie wordt dit niet gedaan, zeker niet als de vraag nog niet werd ingediend door het MDT. Wel is het zo dat KOC in Feniks (dossierbeheer VAPH) ingeeft dat er een overleg met het MDT heeft plaatsgevonden en het antwoord kan op deze manier worden ingekeken. Dit wordt gedaan zodat het PA hiervan op de hoogte is en op deze manier dubbele vragen door de PA kunnen worden vermeden. Dit MDT kan het dossiernummer bezorgen aan Annemie zodat zij verder kan uitpluizen wat er is fout gelopen. Een team merkt op dat volgende zinsnede in de infonota is opgenomen: ‘de nodige documenten opvragen kan de doorlooptijd gevoelig verlengen, gelieve op tijd overmacht in te roepen en uw cliënt daarover te informeren’ MDT’s kunnen echter geen overmacht inroepen ikv niet-halen van de doorlooptijden. De PA’s kunnen voor dergelijke reden wél overmacht inroepen, MDT’s zouden dit ook moeten kunnen. De periode dat een dossier bij het KOC ligt, zou moeten afgehouden worden van de doorlooptijden. Annemie neemt dit mee ter bespreking. Hetzelfde zou moeten gelden indien een cliënt graag zijn dossier inkijkt alvorens het mag worden doorgestuurd. Het kan echter lang duren vooraleer een MDT dit dossier terugkrijgt, waardoor het MDT hierop afgestraft wordt ikv de doorlooptijden. 5. Varia a. Overleg PA Een MDT stelt de vraag of men als MDT overleg met de PA kan aanvragen buiten de provincie waarin men als MDT erkend is? Dit zou wel moeten kunnen, andere teams met dezelfde vraag konden dit in het verleden wel. b. Nieuwe wetgeving automatische deuropeners Een MDT stelt vast dat de automatische deuropeners vallen onder de nieuwe wetgeving machines: de voorwaarden voor machines stellen dat een jaarlijkse controle verplicht is en dat hiervoor extra sensoren voor de veiligheid ingebouwd moeten worden (aan een meerprijs Vlaams platform van verwijzende instanties voor personen met een handicap vzw
| Erkend en
gesubsidieerd door Doornstraat 331 | 2610 Wilrijk | 03 830 73 43 |
[email protected] |www.verwijzersplatform.be
7
Werkgroep IMB 23/09/2013 van +/- €600). Dit zou dan willen zeggen dat er bij het aanvragen van automatische deuropeners extra kosten bij komen puur om in orde te zijn met de nieuwe wetgeving.. Annemie neemt deze vraag op met de consulenten woning, vermoedelijk kan het zijn dat deze regelgeving enkel van toepassing is voor openbare gebouwen.
c. Co-ouderschap bij hulpmiddelen Bij co-ouderschap moet men het bedrag van hulpmiddelen delen onder de beide ouders. Deze stelling klopt echter niet altijd, een aantal hulpmiddelen kunnen wel dubbel worden aangevraagd. Over hulpmiddelen bij co-ouderschap werd een infonota opgemaakt. De vraag is of het VAPH regelgeving kan bezorgen aan de gebruiker indien er sprake is van coouderschap. Nu zijn MDT’s aangewezen op de infonota, maar indien de gebruikers hiervoor telefoneren naar PA wordt de boodschap gegeven dat ze aan het MDT moeten vragen om dit voor hen aan te vragen, ipv correcte informatie te verschaffen. Nu moet het MDT de boodschap geven dat dit niet zomaar kan. Annemie vraagt na of deze informatie rechtstreeks aan de gebruiker kan gegeven worden.
d. Voorstellen aanpassingen aanvulling gehoor Er zijn nieuwe voorstellen voorgelegd aan de PWG IMB. Het gevoel leeft dat bij het kijken naar de ‘goedkoopste, adequate oplossing’ enkel gekeken wordt naar de goedkoopste oplossing. Het werkveld heeft niets toegevoegd aan deze lijst, maar er heerst onduidelijkheid of er wel iets gedaan is met de feedback van het werkveld. De prijzen die worden voorgesteld als de goedkoopste, adequate hulpmiddelen, maar in de praktijk blijkt dat de kostprijs van deze hulpmiddelen vaak een heel stuk hoger liggen dan op deze refertelijst vermeld staat. De meerkost wordt op deze manier niet opgenomen door VAPH. Ikv de aanvraag van een wekker die aangesloten is op een signaleringssysteem, zijn er maar enkele wekkers die kunnen dienen voor dit signaleringssysteem, maar het is wel vaak de wekker die maakt dat het systeem werkt of niet. Als deze wekker niet meer apart op refertelijst wordt opgenomen, dan zal deze indien de wekker niet meer werkt, heel het signaleringssysteem moeten worden aangevraagd ipv enkel de wekker. Annemie neemt deze opmerking mee. Na de bespreking in de PW worden deze voorstellen door Ward sowieso opnieuw bekeken. e. Loonfiches Er wordt vastgesteld dat MDT’s voor het aanvragen van zeer-uitzonderlijke-zorgbehoeften (ZUZ) standaard loonfiches worden opgevraagd om te gebruiken als bijkomend argument. De vraag is of dit enkel voor ZUZ wordt gevraagd of teams dit voor alle dossiers opvragen? Vlaams platform van verwijzende instanties voor personen met een handicap vzw
| Erkend en
gesubsidieerd door Doornstraat 331 | 2610 Wilrijk | 03 830 73 43 |
[email protected] |www.verwijzersplatform.be
8
Werkgroep IMB 23/09/2013 Teams vragen deze inderdaad op voor ZUZ, als extra motivatie. De keuze ligt echter wel steeds bij de gebruiker om deze al dan niet te bezorgen. Er zijn hierover geen richtlijnen vanuit het VAPH ter beschikking.
f.
Testverslag leverancier
Het komt voor dat gebruikers aankomen bij een MDT die gestuurd worden door een leverancier. Leveranciers voegen soms testverslagen toe, waarvan achteraf blijkt dat het hulpmiddel helemaal niet werd uitgetest. Annemie geeft hierop als reactie dat testverslagen niet kunnen worden opgevraagd bij leveranciers, het is de taak van een MDT op een testverslag op te stellen. Indien een MDT een vraag krijgt van een gebruiker die reeds een testverslag heeft gekregen van een leverancier, is het aangewezen om met de gebruiker in gesprek te gaan om na te gaan of het hulpmiddel effectief werd uitgetest en of alle vragen die het MDT heeft mbt de testing kunnen worden ingevuld. Het kan ook handig zijn om foto’s van de testing op te vragen. De namen van leveranciers die zeggen dat ze een hulpmiddel getest hebben terwijl dit niet zo is, mogen doorgegeven worden aan Annemie. Anderzijds krijgt het KOC ook vaak vragen van de leveranciers of het van hen verwacht kan worden om testverslagen op te maken in opdracht van MDT’s. MDT’s kunnen dat van leveranciers niet verwachten, het is aan hen om mee te gaan naar een testing en nadien het verslag op te maken.
g. Aangepaste fietsen MDT’s stellen vast dat uitgebreide testings (inclusief advisering) voor aangepaste fietsen enkel in Leuven “Adviescentrum Fietsen” kan aangevraagd worden. Dit levert lange wachttijden op. Op de Revabeurs is er uitleg gegeven over deze testings, dit kan wel gemaakt hebben dat de vraag voor testing is toegenomen en aldus ook de wachttijden. Andere revalidatiecentra doen dit ook maar enkel voor hun patiënten.
h. Volgende aanvragen: moeilijkheden met terugbetaling ondervonden Als voor één zorgvrager binnen het jaar twee keer een zorgvraag wordt ingediend, stelt men vast dat deze dossiers meestal niet worden terugbetaald door het VAPH. Zo ook niet voor dossiers waarvoor bijvoorbeeld eerst door een Revalidatiecentra een dossier werd opgemaakt en waarvoor nadien, wanneer iemand terugkeert naar zijn thuissituatie, bijkomende problemen ondervindt. Het is echter niet altijd mogelijk om alles in één keer aan te vragen, sommige vragen worden pas na een tijdje duidelijk.
Vlaams platform van verwijzende instanties voor personen met een handicap vzw
| Erkend en
gesubsidieerd door Doornstraat 331 | 2610 Wilrijk | 03 830 73 43 |
[email protected] |www.verwijzersplatform.be
9
Werkgroep IMB 23/09/2013 De PA geeft aan dat MDT’s moeten kunnen aantonen in het dossier waarom deze zorvraag binnen het jaar dubbel wordt aangevraagd; MDT’s stellen vast dat ook al wordt dit opgenomen in het dossier, hier vaak geen rekening mee gehouden wordt. Hetzelfde probleem stelt zich voor het indienen van een Zorgdossier door het ene MDT en het indienen van een IMB-dossier door een ander MDT. In West-Vlaanderen geldt de afspraak dat indien het eerste dossier (Zorg) wordt opgemaakt door een team dat enkel een erkenning heeft voor het opmaken van Zorg-dossiers, de vergoeding gedeeld wordt met het team dat het luik IMB aanvraagt. Dit signaal wordt meengenomen naar overleg met het VAPH.
i. Elektronisch bewaren van dossiers Sommige provincies aanvaarden dat dossiers digitaal mogen bewaard worden, andere provincies niet. Dit verschil zou moeten worden uitgeklaard. Maaike neemt dit onderwerp mee naar de permanente werkgroep Inschrijving en Evaluatie.
Vlaams platform van verwijzende instanties voor personen met een handicap vzw
| Erkend en
gesubsidieerd door Doornstraat 331 | 2610 Wilrijk | 03 830 73 43 |
[email protected] |www.verwijzersplatform.be
10