Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Telefax 038 425 75 20 Provincie.overijssel.nl postbus@overijssel. nl RABO Zwolle 39 73 41 121
Inlichtingen bij
Provinciale Staten van Overijssel
Mevr. M. Tuk Telefoon 038 499 8341 e-mail:
[email protected]
VAN
Reg.nr. pr I ^
^ ^ / ^Lf )" a.d.
D
o nt:
26AUG2008
Aanpak loverboyproblematiek Routing
Datum
20.08.2008 Kenmerk
2008/0112527 Pagina 1/3 Uw brief Uw kenmerk
BijL:
InSeiding Loverboys zijn jonge mannen die veelal minderjarige, kwetsbare meisjes verleiden en uiteindelijk tot de prostitutie dwingen. Ook in Overijssel komt deze problematiek voor en de preventie en hulpverlening vragen om een specifieke aanpak. Sedert 2003 heeft Bureau Jeugdzorg in Zwolle op kosten van de gemeente zo'n aanpak ontwikkeld en deze is succesvol gebleken. In 2005 heeft ons college conform de motie-Oldenburger subsidie uit middelen jeugd en veiligheid beschikbaar gesteld aan Bureau jeugdzorg om de Zwolse aanpak ook in Twente en Salland in te voeren. De financiering van het project loopt af in augustus 2008. In deze brief geven wij een samenvatting van de resultaten van de inzet van Bureau Jeugdzorg en hun gemeentelijke partners en informeren wij u over de voortzetting van het beleid in de komende jaren. De aanpak en de resultaten In hoofdiijnen bestaat de aanpak uit het instellen van een casusoverleg loverboys waaraan alle relevante instellingen en organisaties deelnemen. Loverboyproblematiek of vermoedens daarvan worden gemeld bij regionale meldpunten. Een coordinator zorgt voor de afstemming en het bijeenroepen van het casusoverleg. De coordinator was in dienst bij Bureau Jeugdzorg. Bij de aanpak is voortdurend rekening gehouden met de lokale organisatie van het preventief jejjgdbeleid. In het kader van het gezamenlijk actieprogramma jeugdbeleid-jeugdzorg dat wij met de gemeenten uitvoeren, is de gemeentelijke betrokkenheid geregeld.
BIjlagen 1 >atum verzending
2UIJG2008
Een eerste evaluatie heeft laten zien dat tijdens het project de volgende resultaten zijn bereikt: Gemeenten hebben zicht gekregen op de aard en omvang (zie bijlage) van de problematiek. De Raad voor de Kinderbescherming, politie Twente, Jarabee, de drie maatschappelijk werk organisaties in Twente, Bureau Jeugdzorg Overijssel en het Advies en Steunpunt Huiselijk Geweld hebben naar Zwols voorbeeld een convenant "Gegevensuitwisseling aanpak loverboys' ondertekend. In dit convenant wordt de informatie-uitwisseling en manier van samenwerking afgesproken. Betrokken ketenpartners hebben op basis van de ervaringen gedurende de projectperiode het "pakket van eisen' van een structurele aanpak loverboys geformuleerd. Het lokale netwerk heeft de coordinatie van zorg rond slachtoffers van loverboys ontwikkeld. Het lokale netwerk is zich bewust van zijn rol bij vroegtijdig signaleren van loverboy problematiek.
provincie
In Twente werden in de periode September 2006 tot en met maart 2008 97 slachtoffers gesignaleerd, waarvan uit Almelo 24, uit Enschede 42 en uit Hengelo 14. In Salland zijn 21 slachtoffers van loverboys gesignaleerd in de periode juni 2006 tot en met maart 2008, waarvan 19 uit Deventer. Voortzetting van de aanpak De coordinatie van het casusoverleg loverboys is geen reguliere taak van Bureau Jeugdzorg en kan daardoor niet gefinancierd worden uit de doeluitkering jeugdzorg. In Zwolle wordt Bureau Jeugdzorg gesubsidieerd door de gemeente. Meerdere partijen hebben bij het voorkomen en aanpakken van loverboyproblematiek een verantwoordelijkheid: Het verzorgen van voorlichting over loverboys met als doel de meisjes en ouders bewust te maken van de problematiek en hen leren de signalen goed te interpreteren, is primair een verantwoordelijkheid van gemeenten en gemeentelijke instellingen. Het signaleren van loverboy problematiek is primair de verantwoordelijkheid van gemeenten, onderwijs en politie. Coordinatie van zorg is een verantwoordelijkheid van gemeenten, zoals vastgelegd in prestatieveld twee van de WMO. Waar nodig wordt een indicatie voor provinciale of AWBZ gefinancierde jeugdzorg afgegeven. Het vervolgen van de dader is een verantwoordelijkheid van politie en Openbaar Ministerie. Uit bovenstaande kan worden afgeleid dat de preventie en aanpak vooral een gemeentelijke verantwoordelijkheid is. In de praktijk is ook gebleken dat slechts een beperkt deel van de slachtoffers bij de gemdiceerde provinciale jeugdzorg terecht komt. De provinciale verantwoordelijkheid spitst zich dus toe op de tweedelijns zorgverlening. Over de verantwoordelijkheidsverdeling bij de aanpak van loverboy problematiek zijn alle partijen het eens. Mede naar aanleiding van het provinciaal gefinancierde project zijn met name de steden in Overijssel overtuigd van de noodzaak van een speciale aanpak loverboysproblematiek. Wij hebben het initiatief genomen om met de wethouders van deze steden afspraken te maken over de structurele aanpak Jpyerbpysin^Twente en Salland (In Z van een structurele aanpak. In 2007 warwi er 41 meidinien van mogelijfce slaciitoffers lovarboys wa& lieeft geleid tot 23 gereafis^erde hulpverleningstrajecteo en 5 gereallseerde opvangplaatserO. In Twente ziet de toekomstige aanpak er als volgt uit: Het meldpunt loverboys wordt ondergebracht bij het Advies en Steunpunt Huiselijk Geweld (ASHG). Het regionale meldpunt registreert tevens de omvang van de problematiek in Twente en bewaakt het verloop van de hulpverlening. Op termijn zal het clientvolgsysteem VIS2 in dit laatste voorzien. Ook voorziet het meldpunt hulpverleners en ouders/ meiden van advies en verwijst door. Tussen het ASHG en Bureau jeugdzorg Overijssel worden afspraken gemaakt waardoor de aansluiting op de jeugdzorg geborgd is. Gemeenten coordineren in het voor hen daartoe best toegeruste lokale netwerk (wijkzorgteam; netwerk huiselijk geweld; jeugdnetwerk) de zorg rond het slachtoffer en haar omgeving. Tijdens het project in Twente is gebleken dat het lokale netwerk de sociale omgeving van het slachtoffer het best kan mobiliseren en versterken en zorg coordineren en direct nagaan of vriendinnen of klasgenoten van het meisje ook door loverboys benaderd worden/ preventieve maatregelen treffen. Indien er een indicatie voor provinciale jeugdzorg is, sluit BJZO aan bij het casusoverleg. In de periode September 2006 tot en met maart 2008 zijn 12 van de 97 meiden in Twente doorverwezen naar BJZO. De lokale netwerken zetten actief in op het voortijdig signaleren van loverboyproblematiek. Een regionale beleidsgroep zal twee keer per jaar trends en ontwikkelingen binnen de aanpak loverboys bespreken. Aan deze beleidsgroep nemen politie, Jarabee, BJZO, Raad voor de Kinderbescherming, Algemeen Maatschappelijk Werk en gemeente Enschede, als vertegenwoordiger van de regio, deel.
Betrokken ketenpartners in Twente dragen net als die van Zwolle bij aan de aanpak loverboys vanuit hun reguliere financiering. Deventer heeft met ons afgesproken dat: Het meldpunt loverboys ondergebracht wordt bij het Advies en Steunpunt Huiselijk geweld. Ook dit meldpunt voorziet in de functies aanmelding, registratie, zorgmonitoring en advisering. De coordinatie voor zorg aan het slachtoffer loverboys is ondergebracht bij de werkgroep aanpak huiselijk geweld. Indien er een indicatie voor provinciale jeugdzorg is, sluit BJZO aan bij dit overleg. Daarnaast blijven de lokale netwerken actief inzetten op het voortijdig signaleren van loverboy- problematiek. De gemeente Deventer zal prestatieafspraken maken met betrokken instellingen. Er wordt onderling afgestemd tussen het lokale netwerk Huiselijk Geweld van Deventer en het netwerk van Raalte en Olst-Wijhe over de zorgcoordinatie voor een eventueel in Raalte of Olst-Wijhe woonachtig slachtoffer. Vervolging van de daders is de verantwoordelijkheid van Politie en Openbaar Ministerie. Deze structurele aanpak van de loverboyproblematiek die in overleg met ons is ontwikkeld, wordt ondersteund door de betrokken ketenpartners en de gemeenten Almelo, Deventer, Enschede en Hengelo. In de gehele provincie Overijssel zal het meldpunt loverboys worden ondergebracht bij het Advies en Steunpunt Huiselijk Geweld. Dit is duidelijk en herkenbaar voor verwijzende hulpverleners en docenten, ouders en meisjes. Een uniforme aanpak bevordert de toegankelijkheid zowel voor client als verwijzer. De werkprocessen zijn eenduidig en verlagen de drempel voor samenwerking. Gemeenten hebben ieder een eigen preventief jeugdbeleid, waarbinnen de aandacht voor loverboys meer of minder nadrukkelijk wordt benoemd. Preventie activiteiten met betrekking tot loverboys worden veelal doelgericht na een incident ingezet. Tijdens ons gesprek met de gemeenten in Twente hebben de wethouders de wens uitgesproken te komen tot een meer programmatische aanpak van preventie activiteiten loverboys. Preventie is zoals gezegd een verantwoordelijkheid van gemeenten. De gemeente Zwolle voert al jaren stevig de regie op de aanpak loverboys. De gemeentelijk insteek is daarbij gericht op preventie en coordinatie van zorg, zoals ook past binnen de gemeentelijke verantwoordelijkheid. Wij hebben de gemeente Zwolle de afgelopen jaren bij het ontwikkelen van preventieve activiteiten loverboys ondersteund. Provinciate ondersteuning Qm een goede doorstart van het succesvolle project naar regulier aanbod te bevorderen, hebben wij besloten de gemeenten Almelo, Deventer, Enschede en Hengelo te ondersteunen bij het ontwikkelen van een programmatische aanpak van preventie activiteiten loverboys. Hieraan verbinden wij de voorwaarde, dat zoveel mogelijk het voorbeeld van de Zwolse ainpak zal worden gevolgd. Dit omdat deze aanpak werkt en om er voor te zorgen dat er geen grote lokale of regionale verschillen in aanpakken gaan ontstaan.
Bijlagen: 2 Bijlage I is een pyei^icht van de Ipyerbpy pro II bevat de facbiieet van de gemeente Zwoiie met tie resnitaten van de aanpak Wij vertrouwen er op u hiermee voldoende te hebben gemformeerd. Gedeputeerde Staten van Overijssel,
Voorzitter,
Secretaris,
Bijlage I bij brief aan Provinciale Staten van Overijssel, kenmerk2008/0112527
Overzicht loverboy probSematiek regio Twente - September 2006 t/m maart 2008
Almelo Borne Dinkelland Enschede Hellendoorn Hengelo Hof van Twente Oldenzaal Rijssen-Holten Twenterand Wierden Totaal
2006
2007
Geregistreerde slachtoffers (September t/m december)
Geregistreerde slachtoffers (januari t/m december)
5
18 1 1 29
7 4 1
2008 Geregistreerde slachtoffers (januari t/m maart)
In onderzoek (januari t/m maart)
1
5
2008
1 6 3 1
1
7 3 2 2 2 1
IS
66
13
1 3 1 1 1
1 12
Samenstelling werkgroep aanpak loverboys Twente: Openbaar ministerie politie Raad voor de Kinderbescherming Jarabee SMD (maatschappelijk Werk Noord-West Twente) Bureau Jeugdzorg Overijssel Loverboys Twente, September - december 2006 In 2006 werden er 18 unieke slachtoffers geregistreerd en doorgeleid naar hulpverlening. Leeftijd i o o o
slachtoffers: 5 meldingen over meiden van 18 jaar of ouder. 12 meldingen over meiden van 16 en 17 jaar. 1 melding over een meisje van 15 jaar.
Melding o o o o o o
binnen via: 7 maal politie 5 maal Jarabee 3 maal BJZO 1 maal Rebound (onderwijs) 1 maal kindertelefoon 1 maal Jonge moedergroep.
A fha n deling melding: o 8 maal door het bestaande lokale netwerk. o 2 maal is doorverwezen naar BJZO o 2 maal is de melding door de regionale coordinator loverboys Twente opgepakt. Zij heeft de school van het meisje, het betrokken AMW en politie bijeen geroepen en samen is een plan van aanpak opgesteld. De coordinator heeft dit gedaan omdat het lokale jeugdoverleg niet aanwezig/ ontoereikend was. o 4 maal is naar een opvangplaats gerealiseerd buiten provincie Overijssel. o 2 maal is het traject stilgelegd (reden: het meisje wilde niet weg bij de loverboy).
Loverboys Twente, januari t/m december 2007 In 2007 werden 66 unieke slachtoffers geregistreerd en doorgeleid naar hulpverlening. Afhandeling melding: o 44 maal door het bestaande lokale netwerk. o 10 maal is doorverwezen naar BJZO o 6 maal is naar een opvangplaats gerealiseerd buiten provincie Overijssel. o 6 maal is het traject stilgelegd (reden: het meisje wilde niet weg bij de loverboy). Loverboys Twente, januarS t/m maart 2008. Totaal 25 unieke gevallen. 13 zijn als slachtoffer geregistreerd en doorgeleid naar hulpverlening. Bij 12 meiden loopt het onderzoek nog. Leeftijd slachtoffers: o 10 meldingen over meiden van 18 jaar of ouder. o 8 meldingen over meiden van 16 en 17 jaar. o 7 meldingen over meiden van 14 en 15 jaar. Melding o o o o o
binnen via: 21 maal politie 1 maal Jarabee 1 maal BJZO 1 maal AMW 1 maal rechtstreeks.
Afhandeling melding: o 10 maal door het bestaande lokale netwerk. o 2 maal is doorverwezen naar een reguliere ketenpartner (AMW, RIAGG) o 1 maal is de melding door de regionale coordinator loverboys Twente opgepakt. Zij heeft de school van het meisje, het betrokken AMW en politie bijeen geroepen en samen is een plan van aanpak opgesteld. De coordinator heeft dit gedaan omdat het lokale jeugdoverleg niet aanwezig/ ontoereikend was (gemeente Almelo). o 12 meldingen zijn nog in onderzoek. Allochtoon/ autochtoon: o 20 maal autochtoon o 5 maal allochtoon
Overzicht problematiek regio Salland - junS 2006 - maart 2008 Deventer Rdalte Olst Totaal
19 1 1 21
Samenstelling werkgroep aanpak loverboys Salland: Politie Raad voor de Kinderbescherming GGD Gelre-IJssel Carinova, instelling voor Algemeen Maatschappelijk Werk Gemeente Deventer Bureau jeugdzorg Overijssel
Loverboys SalSand - Juni 2006 - maart 2008 In deze periode werden 21 slachtoffers geregistreerd en doorgeleid naar hulpverlening. Leeftijd slachtoffers: o 2 meldingen over meiden van 13 jaar. o 3 meldingen over meiden van 14 jaar. o 2 meldingen over meiden van 15 jaar. o 4 meldingen over meiden van 16 jaar o 8 meldingen over meiden van 17 jaar. o 2 meldingen over meiden van 18 jaar. Melding binnen via: De werkgroep aanpak loverboys Salland. Afhandeling melding: o 14 maal is een hulpverleningstraject via BJZO ingezet. o 7 maal overig ( Raad voor de kinderbescherming; AMW Carinova; Raster Welzijnswerk)
II btj brief aan Provineiale Staten van Ovwijssei, icenmerk2008/OI 12527 'Factsheet' Zwolse aanpak Loverboys - 11 maart 2008 De Zwolse aanpak Loverboys voorziet in een ketenbenadering om de loverboyproblematiek te voorkomen en te bestrijden. Deze 'factsheet' geeft inzicht in enkele actuele resultaten van de aanpak van 2003 tot en met 2007. Een meer uitgebreide inhoudelijke beschrijving van de aanpak 2006-2009 en de inhoudelijke resultaten in de periode 2003-2005 (waar onder de preventie) is te vinden op www.loverboyszwolle.nl. Hulpverlening en opvang Signalen van meiden die mogelijk betrokken zouden zijn bij loverboyproblematiek dan wel waarbij geconstateerd wordt dat zij een verhoogd risico hierop lopen worden doorgegeven aan een werkgroep die daarmee in een vroeg stadium risicosituaties kan onderkennen en snel hulp kan bieden. Hiermee wordt in veel gevallen daadwerkelijke uitbuiting voorkomen. De werkgroep heeft vanaf 1 januari 2003 tot en met 31 december 2007 in totaal 260 meldingen
-1 H 2003-2
^2004-1 m 2004-2
m 2005-1 • 2005-2 H 2006-1 D 2006-2 H 2007-1 -2
jr
jf<^ .
gehad van meiden die een verhoogd risico liepen om slachtoffer te worden dan wel daadwerkelijk mogelijk reeds slachtoffers waren. Bespreking van deze meldingen in de werkgroep heeft uiteindelijk geleid tot in totaal 116 gerealiseerde hulpverleningstrajecten voor meiden die een (verhoogd) risico liepen om slachtoffer te worden van loverboys dan wel daadwerkelijk al slachtoffer waren. Daarnaast is er voor 37 meiden in die periode een tijdelijke
opvangplaats gerealiseerd. In totaal is dus in de aangegeven periode aan 153 meiden daadwerkelijk hulp verleend. Opsporing en vervolging van verdachten en veroordeling van daders De coordinator loverboys van de politie ontvangt meldingen vanuit de wijkteams, andere politieregio's, uit de werkgroep hulpverlening slachtoffers Loverboys en van het meldpunt Loverboys. Naar aanleiding van de binnengekomen meldingen vind onderzoek plaats. De opsporingshandelingen hebben tot doel voldoende aanwijzingen te vinden om te komen tot een verdachte in de zin van het wetboek van strafvordering, zodat tot strafrechtelijke vervolging zou kunnen worden overgegaan. Het Openbaar Ministerie vervolgd waar mogelijk altijd verdachten van mensenhandel en dus ook loverboys.
40 35
m 2003-1 30
m 2003-2
25
m 2004-1 H 2004-2
20
132005-1
15
• 2005-2 1? 2006-1 D 2006-2
10
m 2007-1 132007-2
5-
Aantal juridische verdachten Aantal vervolgde verdachten Aantal veroordeelde daders In de periode 1 januari 2003 tot en met 31 december 2008 hebben de opsporingshandelingen geleid tot 21 verdachten in de zin van de wet. In dezelfde periode zijn in totaal 14 verdachten vervolgd door het Openbaar Ministerie. Uiteindelijk heeft dit in die periode geleid tot 8 veroordelingen van loverboys. Daarnaast zijn in die periode loverboys waar mogelijk ook vervolgd voor andere delicten.