Lezing ‘Kerk en Werk – een combi met synergie’ Door: Carola Schouten
Allereerst wil ik u hartelijk bedanken voor de uitnodiging om hier te spreken over de rol van kerken bij het helpen van werkzoekenden. Voordat ik daar wat verder op inga wil ik het eerst met u hebben over het woord van het jaar 2013: Participatiesamenleving. Wat betekent dit? Gaat het alleen maar over mensen aan het werk helpen en meer verantwoordelijkheid laten nemen voor de eigen zorg, of moeten we een spade dieper steken? Ik denk van wel. Letterlijk vertaald betekent participatiesamenleving: deelnemingssamenleving of samenleefsamenleving. Een raar woord. Het gaat vooral over een nieuwe verdeling van het dragen van verantwoordelijkheden voor elkaar tussen overheid en samenleving. Een beetje te simpel voorgesteld: de draai van ‘de overheid zorgt voor ons allen’, via de verzorgingsstaat, naar ‘wij zorgen voor elkaar’. Zo simpel is het natuurlijk niet. In onze samenleving zorgen vanouds mensen voor elkaar. Dat was zo en dat blijft zo. In onze samenleving hebben we een flink aantal collectieve regelingen opgebouwd om die zorg voor elkaar te ondersteunen. En de uitdaging voor de toekomst is om de kern daarvan vooral overeind te houden. Zodat we ook over een aantal jaren nog steeds kunnen zeggen: inderdaad. De overheid is een schild voor de zwakke en een beschermer voor de armen. Zorg voor elkaar, vroeger en nu Zoals het in de jaren van de verzorgingsstaat is gegroeid, is het niet altijd geweest. Het diaconaat speelt anno 2014 een hele grote rol. Maar het diaconaat speelde in vroeger eeuwen een nog veel grotere rol. Uit eigen motivatie. Maar ook omdat, zo zou je kunnen zeggen, de overheid het in die jaren behoorlijk liet afweten als het gaat om haar taak zich een schild voor de zwakke te betonen. Denk bijvoorbeeld aan de situatie in de 19de eeuw. Toen kinderarbeid niet alleen gewoon, maar ook noodzaak was. Omdat ouders niet rond konden komen van het loon van hun fabrieksarbeid of het werk op het land. En veel mensen leefden in verpauperde huizen. De jaren ’30 van de 20ste eeuw. Toen hele wijken in de grote steden en veel plattelandsdorpen uitzichtloos arm waren. Omdat er geen werk was. Maar goed dat in die jaren althans een deel van de nood via de kerk gelenigd kon worden!
Lezing ‘Kerk en Werk - een combi met synergie’
pag. 1
De christelijk sociale beweging en wat daaruit volgde In omstandigheden dat steeds meer mensen, waaronder veel christenen, vaststelden dat de overheid haar taak als schild voor de zwakken verzaakte, kwamen zij in beweging. Einde 19e eeuw, Via het christelijk sociaal congres. En ook via de katholieke sociale beweging. Die brede, christelijksociale beweging, richtte zich op de overheid. Zo kwam bv de Armenwet tot stand. En wethouders richtten zich op goede huisvesting. Maar van meet af aan was de christelijk-sociale beweging breder gericht. Het ging ook om het realiseren van mogelijkheden om zelf verantwoordelijkheden op te pakken in de samenleving. Soms door meer evenwicht te brengen in de verhoudingen tussen bijvoorbeeld werknemer en werkgever. Of huurder en verhuurder. Maar ook door zelf organisaties op te richten: woningbouwverenigingen, de voorlopers van de huidige corporaties, vakbonden, beroepsverenigingen, organisaties voor hulp aan gehandicapten, zoals Philadelphia, nutsverenigingen, het al wat oudere Leger des Heils en Heil des Volks, enzovoorts. Een gezamenlijk gedragen verantwoordelijkheid dus. Vanuit het besef dat het schild van de overheid voor de zwakke, altijd hand in hand gaat met het ‘onze naaste liefhebben als ons zelf’. Die gezamenlijke verantwoordelijkheid is essentieel. Van overheid. En van samenleving. De herijking van de verzorgingsstaat Hoe die zorg voor elkaar precies vorm krijgt, daarover kun je van mening verschillen. Maar het kan ook van tijden en plaatsen afhankelijk zijn. Mede genoodzaakt door de economische crisis staan we in deze jaren voor een dergelijke herijking. Maar bepaald niet alleen vanwege die economische crisis. Er zijn ook goede inhoudelijke gronden om tot die herijking over te gaan. Grote hervormingen door grote decentralisaties Er gaat op het terrein van sociaal beleid en zorg de komende jaren veel veranderen. Ik heb het dan in het bijzonder over drie grote decentralisaties die de komende jaren hun beslag zullen krijgen. Het zijn voorstellen van de regering, van het kabinet van VVD en PvdA. Vanwege onze betrokkenheid bij het Herfstakkoord zijn wij echter, met D66 en SGP, nauw betrokken bij de vormgeving daarvan. Het gaat om het overdragen van zorgvoorzieningen van (vooral) AWBZ naar de WMO, de Wet Maatschappelijke Ondersteuning. Om de Jeugdwet, die verantwoordelijkheden van het rijk en provincie aan de gemeenten overdraagt. En de Participatiewet, die gaat regelen hoe met minder kosten, toch voldoende werkgelegenheid en zorg kan worden geregeld aan jongeren, gehandicapten en werklozen, die allemaal minder makkelijk op de arbeidsmarkt terecht kunnen.
Lezing ‘Kerk en Werk - een combi met synergie’
pag. 2
Participatiewet Gezien het onderwerp van vandaag wil ik kort wat zeggen over de Participatiewet voordat ik verder inzoom op de rol van de kerken. De Participatiewet gaat over mensen die moeilijk aan het werk komen en blijven. Denk aan iemand die gehandicapt is geraakt, maar ook aan mensen met taalachterstanden of andere problemen. Eén regeling om al die mensen aan het werk te houden of opnieuw aan werk te helpen. De gedachte achter de wet is mooi, maar ook deze regeling had de nodige scherpe kantjes. Hoe zit het bijvoorbeeld met echte kansen voor mensen die niet meer in een sociale werkplaats terecht kunnen. Of hoe zou het met de Wajongers gaan die na de herkeuring onder het bijstandsregime gaan vallen. Zij zouden dan eerst hun eigen huis of spaargeld moeten ‘opeten’ voordat ze recht hebben op een uitkering. Financiële problemen liggen dan voor de hand. Gelukkig hebben we de wet op wezenlijke onderdelen kunnen aanpassen. De herkeurde Wajongers komen niet in de bijstand terecht. En bijvoorbeeld voor mensen die door hun beperking maar een beperkt aantal uren kunnen werken, gaat het ook lonen om binnen hun mogelijkheden meer te gaan werken. Is deze decentralisatie nu helemaal zonder zorgen? Allerminst. Het was voor mij geen gemakkelijke afweging om in te stemmen met de Participatiewet. De Participatiewet zal een grote verandering betekenen voor mensen met een arbeidsbeperking en ook voor de gemeenten. Ik begrijp dat dit ook onrust kan veroorzaken bij mensen. Maar de gedachte achter de wet is goed. Er moet voor iedereen plek zijn op de werkvloer. Voor mensen die een arbeidsbeperking hebben, én voor mensen die denken dat ze die niet hebben. Dit vraagt van ons allemaal wat. In de praktijk moeten wij het verschil nu gaan maken. Vorig jaar is er een sociaal akkoord gesloten met werkgevers en werknemers. Dat gaat ook over die participatiewet. Het akkoord regelt medeverantwoordelijkheid van werkgevers en werknemers voor het slagen van die doelstelling. Zodat mensen die het zelf niet zo makkelijk afgaat, door beperkingen of handicap, toch aan werk komen. Daartoe zijn veel afspraken gemaakt. De belangrijkste is wel om liefst 100.000 mensen met een arbeidsbeperking structureel aan een baan te helpen. In gewone bedrijven. Met wat steun, in geld en wegnemen van rompslomp, van ‘ons allen’, de overheid dus. Ook een stuk participatiesamenleving. Zoals dat vroeger heel gewoon was. Bedrijven die iemand hadden rondlopen die niet veel meer deed dan de boel een beetje vegen. En zoals dat gelukkig in sommige bedrijven die daar echt op letten, nog steeds de norm is. Zoals dat gelukkig dus ook weer de norm kan worden, als die afspraken inderdaad vorm krijgen. Werkloosheid: Rol van de overheid Via de participatiewet kom ik vanzelf bij de huidige situatie op de arbeidsmarkt. Wat kan de overheid doen tegen de werkloosheid? De overheid is zich aan het bezinnen over haar positie. De tijd van hoge re-integratiebudgetten die werden opgemaakt door bureautjes die vaak te weinig resultaat boekten
Lezing ‘Kerk en Werk - een combi met synergie’
pag. 3
of alleen het laaghangende fruit pakten is voorbij. Alle gemeenten zijn aan het kijken hoe ze met minder geld en meer werklozen toch zoveel mogelijk mensen aan een baan kunnen helpen. De jeugdwerkloosheid is door de economische crisis behoorlijk gestegen. Tegelijk zijn er 40-tigers en 50-tigers die hun baan hebben verloren en die keihard hun best doen om weer aan de bak te komen om te voorkomen dat ze definitief hun plek op de arbeidsmarkt kwijtraken. Gelukkig trekt de economie wat aan: er wordt een daling verwacht van de werkloosheid en van het begrotingstekort. Het goede nieuws is dat we volgend jaar waarschijnlijk niet extra hoeven te bezuinigen en dat we werk kunnen maken van lastenverlichting op arbeid wat een stimulans kan zijn voor meer werk. Geld hiervoor kan gevonden worden in bijvoorbeeld vergroeningsmaatregelen. Maar het economisch herstel is broos. We zijn nog niet uit de crisis. Het aantal mensen zonder werk blijft onverminderd hoog. Dit moet een topprioriteit van het kabinet blijven. Ik ben daarom blij dat we in het begrotingsakkoord het lagere BTW-tarief voor de bouw hebben kunnen verlengen. Werkloosheid: Rol van de kerk Dan kom ik op de rol van de kerk. Ik zie de kerk van de toekomst als een levende gemeenschap die zich actief onder het evangelie schaart, midden in de samenleving. Niet alleen voor elkaar, maar met een verantwoordelijkheid voor anderen. De extreme situatie van armoede en wantoestanden uit de jaren 30 waar ik eerder over sprak kennen we in ons land gelukkig niet meer. Maar in de huidige economische crisis kunnen we wellicht wel iets leren van de inzet van de kerken in die tijd en van de christelijk-sociale beweging. Hoe voorkomen we dat mensen in onze samenleving aan de kant blijven staan omdat ze geen werk kunnen vinden? Welke plaats kan de kerk daarbij innemen? Dit is jarenlang geen vraag geweest. Als iemand in de kerk een baan zocht dan was er natuurlijk altijd wel een netwerk. De kerk was eigenlijk LinkedIn avant-la-lettre. Dit netwerk is echter door ontzuiling en door de individualisering die ook binnen de kerk heeft toegeslagen veel kleiner geworden. Maar tot nu toe was dit nog geen reden voor actie. De overheid had immers allerlei voorzieningen voor werklozen en dan had je nog de uitzendbureaus. Dus waarom zou je als kerk een apart programma hebben met een eigen budget gericht op de hulp aan werklozen? Maar door de herbezinning van de overheid op haar positie bij re-integratie en de huidige hoge werkloosheid kan het niet anders dan dat kerken dat ook merken. Niet alleen onder hun leden maar ook de nood bij werklozen in de wijken rond de kerk. Ik denk dat hier een taak ligt voor de kerk. Het hoort bij naastenliefde. De kerk als gemeenschap hoort zich bezig te houden met de zorgen van haar leden en met de zorgen van mensen buiten de kerk en zo Jezus licht van hoop en liefde te laten schijnen. In de huidige problemen op de arbeidsmarkt ligt een mooie uitdaging, een nieuwe vorm van diaconie waarmee de kerken meer relevant kunnen worden voor de samenleving.
Lezing ‘Kerk en Werk - een combi met synergie’
pag. 4
Werkhulpmaatje Ik denk dan allereerst aan de begeleiding van werklozen. Veel mensen hebben niet of nauwelijks mensen in de eigen vriendenkring die een maatje kunnen zijn bij het zoeken naar werk. Het project SchuldHulpMaatje wat ook vanuit de kerken is gestart toont aan dat maatjes een grote meerwaarde hebben. Vrijwilligers helpen binnen dit project mensen met problematische schulden om hun problemen op te lossen. Ze zijn allereerst maatje, maar ze zijn ook getraind om te helpen bij het zoeken naar oplossingen. Vaak wordt dit zelfs door de lokale overheid gesubsidieerd omdat het een effectieve methode is die veel goedkoper is dan professionele schuldhulpverlening. Het is ook veel laagdrempeliger dan hulp door de gemeente. En voor kerken is het een manier om op een relevante manier aanwezig te zijn in de samenleving en contacten te leggen met mensen aan de rand van of buiten de kerk. Wordt het naar analogie van de Schuldhulpmaatjes niet tijd dat kerken lokaal gaan starten met een project Werkhulpmaatje? Ik ben heel blij met het initiatief van GIDSnetwerk om dit via het project ReConnAct op lokaal niveau vorm te geven. De overheid ziet dat dit nuttig is, want het UWV heeft al aangegeven om voor meer banen voor jonggehandicapten met een Wajong-uitkering vanaf dit jaar met GIDSnetwerk en ReconnAct samen te gaan werken in een maatjesproject voor Wajongers1. Het zou ook mooi zijn als het project dat GIDS nu doet in Soest, Barneveld en Apeldoorn in meer plaatsen navolging krijgt. Juist met zulke initiatieven kan je als kerk/christelijke organisatie betekenis vol zijn voor de maatschappij. De ChristenUnie roept gemeenten en UWV regio’s op zich vooral open te stellen voor zulke initiatieven. Dit is een slimme aanpak. Neem als gemeente en UWV belemmeringen voor de samenwerking met kerken en christelijke organisaties weg. Nog mooier is als de aanpak bij een goede opzet ook financieel mede ondersteund kan worden. Mensen hebben door de inzet van de maatjes grotere kans op uitstroom naar werk, en dat bespaart uitkeringslasten voor gemeenten. Maatschappelijk verantwoord ondernemen Kerken kunnen ook werkgevers onder hun leden aansporen hun steentje bij te dragen. De ChristenUnie vindt maatschappelijk verantwoord ondernemen erg belangrijk en wil dit stimuleren. Maatschappelijk verantwoord ondernemen gaat niet alleen over duurzaamheid van producten en werkomstandigheden in derde wereldlanden maar ook om de social return van producten. Bij grotere projecten gaat bijvoorbeeld gewerkt worden met de social return prestatieladder waarbij bedrijven die mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt inzetten worden beloond met extra punten in de aanbestedingsprocedure. Misschien is het een goed idee dat kerken in gesprek gaan met christenondernemers over dit soort zaken.
1
Het project wordt ondersteund door de PKN-kerken, Landelijk Bureau DISK (stichting die het oecumenische arbeidspastoraat ondersteunt) en de Sociale Alliantie. GIDSnetwerk en ReconnAct hebben met projecten in Soest, Barneveld en Apeldoorn bewezen dat mensen via de inspanningen van het netwerk en maatjes weer aan het werk komen. Zie: http://gidsnetwerk.nl/gidsnetwerk-en-reconnact-gaan-samenwerken-met-uwv/
Lezing ‘Kerk en Werk - een combi met synergie’
pag. 5
Dat is op zich helemaal niet nieuw. Kerken doen het vaak al in het buitenland. Hoeveel zendingsprojecten zijn er wel niet voor straatjongeren in Afrika die niet alleen onderdak, voedsel en opleiding krijgen maar ook werkervaringsplaatsen. Daar gaan dat soort zaken hand in hand. Gelukkig is de situatie van de Nederlandse economie niet zo ernstig maar het moet ons wel te denken geven. Als het zo vanzelfsprekend is werkervaring te bieden in het buitenland, waarom doen we dat in ons eigen land dan nauwelijks? Draagkracht van de kerk Het is denk ik ik heel stimulerend om op deze manier kerk te zijn, want mensen worden actief op grond van hun christen-zijn. Dat kan ook wervend zijn, maar moet nooit een doel op zich worden. Kan de kerk dit soort nieuwe taken wel aan? Immers ook binnen kerken wordt het steeds lastiger vrijwilligers te vinden. Wat kerken kunnen bijdragen, zal per plaats verschillen. Je moet goed weten wat je doet voordat je aan nieuwe projecten rond werkloosheid begint. Dit is gelijk ook een belangrijke waarschuwing voor de overheid. Er wordt al heel veel door vrijwilligers gedaan en de limiet ligt bij wat mensen kunnen en willen opbrengen. Als het kabinet wil dat mensen nog meer gaan doen moet het ook de financiële ruimte daarvoor creëren, bijvoorbeeld organisaties als Stichting Present en het Leger des Heils subsidie geven om de vrijwilligers te coördineren en te trainen. Taken die nu bij de rijksoverheid liggen mogen niet zomaar over de schutting worden gegooid. Keerzijde van de participatiesamenleving Voorzitter en daarmee ben ik weer bij het begin. Ik begon met te spreken over de participatiesamenleving. We moeten ook waakzaam zijn van de keerzijde hiervan. Zoals de verzorgingsstaat zijn schaduwzijden had en heeft, zo is ook die participatiesamenleving zeker niet bij voorbaat een succes. Voor je het weet, kan die lelijk ontsporen. Zo bevatte het regeerakkoord van VVD en PvdA allerlei mooie vergezichten. Maar ook een groot aantal akelige bezuinigingen. Gelukkig heeft de ChristenUnie die samen met SGP en D66 in het herfstakkoord kunnen bijbuigen. Denk bijvoorbeeld aan de geplande bezuinigingen van honderden miljoen op gezinnen met kinderen. Gelukkig is dat van de baan. Of het plan de nabestaandenwet nagenoeg te schrappen. Zodat weduwen en wezen echt in de kou zouden komen te staan. Dankzij het ‘njet’ van de ChristenUnie is ook dat plan van de baan. Ook het herfstakkoord is echter geen garantie dat het de komende jaren zo maar goed gaat met al die grote hervormingen en grootscheepse decentralisaties.
Het kan zijn dat de (gemeentelijke) overheid aanneemt dat mensen zichzelf kunnen redden in moeilijke situaties en dat dit niet zo is. Het kan zijn dat mensen verwachten dat buren, of familie de helpende hand toesteken en dat dit niet zo gaat.
Lezing ‘Kerk en Werk - een combi met synergie’
pag. 6
De les van het verhaal van de weduwe van Sarfat Het kan, kortom, zo zijn dat mensen in een situatie raken als die weduwe in Sarfat. De vrouw van een veel te vroeg overleden profeet. Die Elisa liet weten: ik heb geen rooie cent meer. Ik moet mijn zonen verkopen om mijn schulden te voldoen. Een vrouw dus, waarnaar kennelijk geen familielid omkeek. Ondanks de sociale wetten uit de boeken van Mozes. Aan wie geen burenhulp werd verleend. Ondanks het gebod je naaste lief te hebben als jezelf. Die geen kwijtschelding van schulden kreeg en op het punt stond kinderen te verkopen. Kerken steken via het diaconaat in die omstandigheden, zo hoop en bid ik, wel de helpende hand uit. U bent, als vertegenwoordigers van de kerk van Christus, de olie in de ogenschijnlijk lege kruik. Die niet opraakt, totdat er meer dan genoeg is uit is geschonken. De kerk present via het diaconaat en (als het moet) als profeet Maar ik verwacht eigenlijk nog meer van de kerken. Niet alleen in de informele zorg via de diaconie actief zijn in maatjesprojecten en buurtontmoetingsmaaltijden. Ik verwacht ook van kerken dat zij zich op momenten die er toe doen, tonen als een profeet. Die het land aanklaagt als er sociale misstanden zijn. Zoals onder andere Jesaja en Amos hun stem verhieven, ook en juist tegen het vertrappen van het recht van de armen. Anders gezegd: als u meent dat het niet goed gaat, met die hervormingen en decentralisaties, met het nieuwe evenwicht tussen rechten en plichten in de bijstandswet, met het nieuwe evenwicht tussen de zorg voor elkaar en je eigen verantwoordelijkheid in de nieuwe WMO, zwijg niet, maar spreek uw overheden er op aan. De lokale overheid in de eerste plaats, als het gaat om concrete missers. Maar ook de landelijke overheid, de landelijke politieke partijen, als het gaat om zaken die structureel mis zijn. Heel concreet: de samenleving mag niet overvraagd worden. Professionele zorg, zoals wassen en aankleden, moet door professionals worden verleend. De kerk kan de overheid daarop aanspreken. Zoals bijvoorbeeld de Protestantse Kerk Nederland, overigens nu al bepaald niet stil zit op dit punt. En bijvoorbeeld klachten heeft ingediend bij het Europees Comité voor Sociale Rechten van de Raad van Europa over het recht van ongedocumenteerde vreemdelingen op voedsel, kleding en onderdak. Omdat het recht van de vreemdelingen in het geding was. De klacht is door de Raad van Europa ontvankelijk verklaard en het Hof heeft inmiddels verklaard Nederland uitgeprocedeerde asielzoekers niet zo maar op straat mag zetten.
Onze gezamenlijke verantwoordelijkheid voor elkaar en voor de samenleving… Ik las laatst een interview met Kim Putters, directeur van het Centraal Cultureel Planbureau. Zij vond het gek dat de participatiesamenleving in de troonrede zo prominent tegenover de verzorgingsstaat werd gezet. Ook de verzorgingsstaat is namelijk op participatie, deelneming, van burgers gericht, ook
Lezing ‘Kerk en Werk - een combi met synergie’
pag. 7
als zij kwetsbaar zijn, maar in de participatiesamenleving wordt een groter beroep gedaan op de burgers zelf. Hier ben ik het mee eens. Je moet bijvoorbeeld geen hulpverleners wegbezuinigen die mensen net dat duwtje geven om op eigen benen te staan. En geen alleenstaande moeders in de bijstand de arbeidsmarkt op jagen, zodat ze niet meer voor hun kinderen kunnen zorgen. Ofwel: Als de participatiesamenleving alleen maar gaat over bezuinigen, of over de plicht te werken en belasting op te brengen, dan kan die mij gestolen worden. Het moet blijven gaan om het realiseren van sociale rechtvaardigheid. Wie daar ook voor zorgt. De overheid alleen, of de overheid samen met de samenleving. Want sociale rechtvaardigheid spreekt nooit vanzelf Dat is lastig genoeg. Want sociale rechtvaardigheid spreekt nooit vanzelf. Want dat strijd met onze menselijke natuur. Maar al te vaak vallen we, als mens en als samenleving, voor de geldzucht, die de wortel van alle kwaad is. We weten wel dat sociale onrechtvaardigheden slecht zijn. In de bijbelse zin van het woord. Omdat we daarmee afwijken van wat ons daarin voorgehouden wordt. Voor de mensen die er slachtoffer van worden. Voor het land als geheel. Er naar handelen is altijd vers 2. Psalmnorm en bergrede, hand in hand Maar er is hoop. Begin dit jaar heeft het wereld-economisch forum plaatsgevonden in Davos. Ook Nederland nam daar aan deel. De boodschap: groeiende inkomensongelijkheid bedreigt de economie. Zelfs de machtigen en rijken van deze aarde weten het dus. Aan u en ons, om ons die boodschap iets gelegen te laten liggen. Ook in deze veranderende tijden, waarin meer dan ooit geldt dat we elkaar nodig hebben. Want verantwoordelijkheden voor elkaar dragen we samen. De psalmnorm uit psalm 72, waarin de koning wordt bezongen als beschermer van de zwakke, gaat hand in hand met de individuele oproepen uit de bergrede, die ons vraagt wat wij zelf doen. Voor onze naaste die gevangen zit. Ziek is. Of arm en hongerig. Of, aansluitend bij het thema van vandaag: werkloos. De Nederlandse samenleving heeft altijd laten zien dat veel mogelijk is. Het is mede aan u te laten zien dat dat nog altijd het geval is.
Lezing ‘Kerk en Werk - een combi met synergie’
pag. 8