Studiedag 20 september 2003 Stichting Gerrit Kreveld Huwelijksmigratie: een zaak voor de overheid Kort verslag Ochtendsessie: De sociale dynamiek van huwelijksmigratie gespreksleider: Liesbet Walckiers Verwelkoming door Herman Balthazar, voorzitter van de Stichting Gerrit Kreveld Toelichting bij het thema door Frank Caestecker Lezing 1: Stereotypen in perspectief. Partnerkeuze, huwelijk en echtscheiding bij Turken en Marokkanen in België. dr. John Lievens, Universiteit Gent Lezing 2: Trouwen over de grens. Achtergronden van partnerkeuze van Turken en Marokkanen in Nederland. dr. Erna Hooghiemstra, stafmedewerker en plaatsvervangend directeur Nederlandse Gezinsraad Lezing 3: Social Dynamics of Marriage Migration form Turkey to Germany dr. Gaby Straßburger, ISSAB Universität Essen [uiteenzetting in het Engels, samenvatting vertaald] Plenaire discussie Vraag 1: Wat is de mogelijke motivatie voor jonge mensen om een partner in het land van herkomst te zoeken? Vaak wordt gesuggereerd dat hoogopgeleide vrouwen zouden trouwen met een (vaak lager opgeleide) man uit het land van herkomst om niet bij de schoonfamilie te hoeven wonen en in een eigen huis te kunnen wonen. Er zijn dan wel verschillen vast te stellen in de verschillende Europese landen. In Nederland bijvoorbeeld, zijn de huizen kleiner dan in België en is er dus al minder inwoning. Het inwoningsargument speelt zo minder een rol. In Duitsland zou de vrouw bij de eigen ouders blijven inwonen dus de motivatie van meer zelfstandigheid verwerven klopt ook niet voor de Duitse situatie. Er is wel een emancipatorische reden: vrouwen willen pas trouwen als ze hun opleiding hebben afgerond. Veel mannen zijn dan al getrouwd, zodat er in het immigratieland minder keuze is. Bovendien hebben de vrouwen een ideaalbeeld van de mannen in de steden in hun land van herkomst. Ze gaan ervan uit dat die mannen moderner zijn. De vrouwen die een hogere opleiding kunnen volgen, vormen echter nog steeds een kleine minderheid. Vraag 2: De inperking van de huwelijksmigratie wordt vaak gekoppeld aan het allochtonenbeleid. Klopt het dat een te vrije huwelijksmigratie de integratie belemmert? Uit Nederlands onderzoek blijkt de huwelijksmigranten de eerste tien jaar van hun verblijf in Nederland tot de sociaal zwakste groepen behoren (cf. werkloosheidscijfers). Ook in België hebben huwelijksmigranten over het algemeen een zwakke sociaal-economische positie, zwakker dan de positie van de gemiddelde Turk of Marokkaan hier. Turkse mannen krijgen wel vaak een baan in een familiebedrijf. De beter opgeleide huwelijksmigranten hebben minder problemen om te integreren omdat ze zeer gemotiveerd zijn. Ze nemen alle jobs aan om zo snel mogelijk onafhankelijk te zijn. De mannen steunen ook hun vrouwen in hun emancipatieproces.
In Duitsland hebben goed opgeleide migranten toch nog vaak integratieproblemen. Een aantal steden hebben integratiecursussen uitgewerkt, waar ook een Duitse taalcursus van zes maanden inzit. Dat systeem blijkt goed te werken. ? Als hoogopgeleide vrouwen met een hoogopgeleide man uit het land van herkomst trouwen, hoe zit het dan met de kinderen in die relaties? Lopen zij niet weer een taalachterstand op? De doorstroming van migrantenkinderen in het onderwijs ligt procentueel lager dan tien jaar geleden. Heeft dat te maken met de taalachterstand in de gemengde gezinnen? De taalproblemen worden niet groter. Het is bewezen dat een kind eerst zijn moedertaal goed moet beheersen voor het een vreemde taal kan leren. De slechtere doorstroming in het onderwijs is eerder het gevolg van structurele problemen. Ook autochtone kansarme kinderen zijn slachtoffer van het watervalsysteem. Uit onderzoek blijkt dat taal, sociaal-economische situatie en opleidingsniveau van de ouders niet zo belangrijk zijn voor de schoolprestaties van een kind. Wat wel een heel bepalende factor blijkt te zijn, is de peer group van oudere broers en zussen. Een kind dat voor de invloed daarvan openstaat, ziet zijn schoolprestaties opmerkelijk verbeteren. Als de oudste zoon of dochter kan studeren, volgt de rest makkelijker. De jongere kinderen krijgen dus meer kansen. Uit een onderzoek van de VDAB blijkt dat bij eenzelfde opleidingsniveau, migranten toch minder toegang hebben tot de arbeidsmarkt. Dat heeft niet met taalachterstand te maken. Er bestaat reproductie van de maatschappelijke ongelijkheid voor de toegang tot de arbeidsmarkt. Er bestaat dus nog steeds discriminatie. ? Het feit dat jongens traditioneler trouwen dan meisjes, heeft te maken met de emotionele binding van jongens met hun moeder. Moeders willen een afhankelijke schoondochter. Zij stimuleren hun zonen om met een meisje uit het land van herkomst te trouwen. Jongens gehoorzamen hun moeder. De laagst opgeleide en jongste categorie trouwt inderdaad het meest met een partner uit het herkomstland. Dat is waarschijnlijk ook de groep die het meest beïnvloedbaar is door de familie. Ook in Nederland blijken jongens meer gehecht aan de traditionele familiestructuren.
Vraag 3: Het huwelijk is een privé-zaak, maar de definitie daarvan is erg verschillend bij westerlingen en migranten. Is de manier waarop de huwelijken tot stand komen, onderzocht? De definitie van ‘gearrangeerd huwelijk’ verschilt erg in de migranten- versus de westerse opvatting. In een migrantengemeenschap is het niet ongewoon om de beslissing tot huwen samen met de familie te nemen, maar dat is niet hetzelfde als een gedwongen huwelijk. We hebben allemaal het gevoel dat relatievorming gebaseerd is op hyperindividuele keuzes, maar toch kiezen we meestal iemand van ongeveer dezelfde leeftijd, dezelfde achtergrond en hetzelfde opleidingsniveau. Als je als migrant met iemand uit het land van herkomst wil trouwen, kan het huwelijk niet anders dan gearrangeerd zijn. Een recente evolutie is dat mensen met elkaar contact zoeken via websites. Het belang van netwerken is opvallend: Turkse allochtonen onderhouden meer netwerken dan Marokkaanse. We zien bij de Turkse migranten dan ook een meer homogene migratie: hele gemeenschappen worden als het ware ‘getransplanteerd’. Bij de Marokkaanse migranten moeten we
twee groepen onderscheiden: de Berbers onderhouden ook netwerken, Marokkanen die uit stedelijke gebieden zijn gemigreerd, veel minder.
Vraag 4: De administratie maakt het steeds moeilijker om te huwen met iemand uit het land van herkomst. Moet de discussie over de migratiestop niet opnieuw worden gevoerd? In Nederland worden steeds nieuwe eisen gesteld aan wie een partner uit het buitenland wil. Het is een problematiek die de hele samenleving aangaat; De politiek heeft geen pasklaar antwoord. Er moet worden vastgesteld dat in Nederland het humanitaire aspect uit de discussie verdwijnt. Middagsessie: De regelgeving gespreksleider: Guy Poppe
Lezing 1: Het Belgische verblijfsbeleid Sarah D’hondt, Instituut voor Vreemdelingenrecht en Rechtsantropologie, Katholieke Universiteit Leuven
Lezing 2: De Belgische wetgeving inzake gezinshereniging in de praktijk Daphné Dumery, adjunctadviseur Dienst Vreemdelingenzaken
Lezing 3: De regulering van huwelijksmigratie naar Nederland dr. Sarah van Walsum, sectie Staats- en Bestuursrecht van de Rechtenfaculteit, Vrije Universiteit Amsterdam Plenaire discussie Vraag 1: In Nederland is de reglementering in verband met de machtiging tot voorlopig verblijf veel strikter dan in België. Hoe is de reglementering precies in beide landen? Waarom is Nederland niet zo flexibel als België? In België kan iedereen eerst een toeristenvisum aanvragen en daarna een verblijfsvergunning voor lang verblijf in het kader van gezinshereniging. Dat is een type D-visum. De reglementering is altijd zo geweest. In België kan ook altijd gezinshereniging gevraagd worden voor bevoorrechte EU-onderdanen. In Nederland wordt een toeristenvisum in dergelijk geval geweigerd omdat het ‘vestigingsgevaar’ oplevert. De Nederlandse overheid wil voorkomen dat mensen met een toeristenvisum naar Nederland komen, dan een partner zoeken en daarna een verblijfsvergunning aanvragen. Vroeger was de reglementering soepeler. De huidige reglementering is ook in het nadeel van Nederlandse mannen die lange tijd in het buitenland hebben verbleven. Voor hen is wel een versnelde procedure mogelijk.
Vraag 2: Kunnen allochtonen in België ook hun ouders laten overkomen in het kader van gezinshereniging? DD: De ouders van een genaturaliseerde Belg of van de buitenlandse partner van een Belg kunnen naar België overkomen als ze ten laste zijn van de aanvrager, d.w.z. als er daarvoor al aantoonbare financiële hulp aan die ouders was.
Vraag3: Als een allochtoon de Nederlandse nationaliteit krijgt, wordt hij dan autochtoon? Mensen met bijvoorbeeld de Turkse nationaliteit die in Nederland wonen, vallen onder hetzelfde regime als mensen met de Nederlandse nationaliteit. Voor EU-onderdanen geldt dat niet. Het Nederlandse integratiebeleid definieert ‘allochtoon’ als ‘iemand die in het buitenland is geboren’.
Vraag 4: De indruk ontstaat dat de integratie van allochtonen in Nederland beter geslaagd is dan in België. In Nederland hebben de allochtonen zich blijkbaar beter georganiseerd (Islamscholen, zenders voor allochtonen, ...). Is de strengere aanpak zoals die in Nederland bestaat dus te verkiezen? Er zijn te veel verschillende aspecten in het spel om op die vraag ja of nee te kunnen antwoorden. Een van de meest actieve organisaties van allochtonen, het Comité van Marokkaanse Arbeiders, is gegroeid uit het restrictieve beleid. Maar je zou ook kunnen stellen dat het de overheid is die de integratie bevordert.
Vraag 5: Wat is precies de rol van de parketten in de strijd tegen schijnhuwelijken? In hoeverre moeten mensen kunnen bewijzen dat ze geen schijnhuwelijk sluiten? Dat is de verantwoordelijkheid van de individuele ambtenaren van de burgerlijke stand van de gemeenten. Als er een vermoeden van schijnhuwelijk bestaat, kan de ambtenaar het parket inschakelen om een onderzoek te doen. Het is jammer dat er een groot verschil in aanpak bestaat tussen de verschillende gemeenten. De burgerlijke stand van Antwerpen bijvoorbeeld, heeft een cel schijnhuwelijken. Gebaseerd op een omzendbrief van de minister en op de ervaring in Antwerpen worden een aantal criteria gehanteerd om schijnhuwelijken te detecteren. Voorbeelden van die criteria zijn: elkaar tegensprekende verklaringen, prostitutieverleden van een van de partners, meerdere korte huwelijken van een van de partners, onmogelijkheid tot talige communicatie tussen de partners. Elk parket heeft normaal een magistraat die dergelijke dossiers in kortgeding behandelt. Het onderzoek wordt uitgevoerd door de politiediensten. Vaak is de zaak met één zitting opgelost.
? Wat zijn precies de cijfers voor schijnhuwelijken? De cijfers voor België moeten voor het parlement beschikbaar zijn. In Gent bijvoorbeeld zijn recent 12 van ongeveer 180 dossiers als schijnhuwelijk beoordeeld. Voor Nederland is geen precieze informatie voorhanden, maar het percentage schijnhuwelijken is te verwaarlozen in het totale aantal huwelijken met allochtonen.
Vraag 6: Heeft het verschil in regelgeving tussen Nederland en België gevolgen voor de manier waarop getrouwd wordt? De Nederlandse maatregelen helpen niet echt. Toen bijvoorbeeld de inkomenseis werd verscherpt, vonden er het eerste jaar wel minder huwelijken plaats, maar daarna kwam het aantal weer op hetzelfde
niveau. De maatregelen veroorzaken wel uitstel, maar geen afstel. Toch wordt het beleid steeds strenger.
Vraag 7: Kan een poging tot schijnhuwelijk worden vermeld in het rijksregister? Dat kan alleen op initiatief van de gemeenten. Het is een vrij nieuw initiatief. Een dergelijke vermelding impliceert niet dat de betrokkene nooit meer kan trouwen.
Vraag 8: Als partners samen een kind hebben, kan de illegaal verblijvende ouder dan een verblijfsvergunning aanvragen? In dergelijke gevallen is een gunstmaatregel mogelijk. Kinderen hebben het recht om bij hun ouders te verblijven en de overheid zal niet aan een Belg vragen om het land te verlaten. Inzake volgrecht derdelanders is er een nieuwe Europese richtlijn. Niet-begeleide minderjarigen zullen hun ouders volgrecht geven. Deze richtlijn wordt pas over twee jaar van kracht.
Vraag 9: Welke reglementering geldt voor bijvoorbeeld een Marokkaan in Frankrijk, die wil trouwen met een Marokkaanse uit België? Hoe zit het met het recht op vrij verkeer voor derdelanders? Voor het gegeven voorbeeld geldt het Franse gezinsherenigingsrecht. Een huwelijk is onder bepaalde voorwaarden mogelijk. Voor het recht op vrij verkeer zijn nieuwe richtlijnen in voorbereiding. De regeling wordt vrij streng, maar er zal een gegarandeerd systeem van vrij verkeer mogelijk zijn, ook voor derdelanders.
Vraag 10: Wat is de invloed van de media in het hele debat? Creëren de media vaak niet de indruk dat de situatie van de minderhedenbevolking ‘louche’ is, en is de verstrenging in de politieke regelgeving niet daaraan te wijten? Op een dergelijke vraag is geen eenvoudig antwoord te geven. De politiek is natuurlijk gespitst op wat in het electoraat leeft, en is in die zin gevoelig voor de media. Het is moeilijk na te gaan in hoeverre de media op sentimenten spelen. Er is wel aangetoond dat bijvoorbeeld gegevens over het aantal mishandelde buitenlandse vrouwen in blijf-van-mijn-lijfhuizen zijn misbruikt om strengere straffen te vragen voor buitenlandse mannen.
Vraag 11: Op welke punten zou de wetgeving strenger gemaakt kunnen worden? Er bestaan bijvoorbeeld nog biltaterale akkoorden tussen België en Marokko, die een huwelijk voor meisjes vanaf de leeftijd van 15 toestaan. Die akkoorden zouden kunnen worden afgeschaft. In het verwerven van het zelfstandig recht op verblijf is ook verstrenging mogelijk. Nu kan dat na zes maanden huwelijk. Die periode verlengen zou helpen in de strijd tegen schijnhuwelijken. Het oorspronkelijke voorstel van Paula D’hondt was trouwens om tot twee jaar een jaarlijkse controle uit te voeren. ? De paarse regering wil ook de regels voor tenlasteneming aanscherpen. Hoe zal dat gebeuren?
Voor kort verblijf is het bedrag dat je moet verdienen al opgetrokken. Dat zal nu ook gebeuren voor lang verblijf. Vaak wordt als argument om de maatregelen restrictiever te maken, aangehaald dat men allochtone vrouwen wil behoeden voor misbruiken. Dat is echter een drogreden. De bescherming van vrouwen is geen argument voor de Dienst Vreemdelingenzaken. De Dienst wil alleen schijnhuwelijken tegengaan en de migratiestop uitvoeren. Uit de allochtone gemeenschappen zelf moeten initiatieven komen om de vrouwen te beschermen. In Nederland is de wetgeving ook strenger geworden. Onder de regering Kok moest wie overkwam naar Nederland, eerst ongeveer 3000 euro betalen, waarvan een deel werd terugbetaald als het inburgeringsexamen met goed gevolg werd afgelegd. Onder de regering Balkenende komt nu het voorstel dat de partner die naar Nederland wil komen, al in het buitenland Nederlands zou moeten leren, op eigen kosten. Een ander idee is om niet de toelating om naar Nederland te komen te laten afhangen van de kennis van de Nederlandse taal, maar wel het verlenen van de permanente verblijfsvergunning.
Vraag 12: De striktere reglementering in Nederland veroorzaakt ongetwijfeld een druk op het gezinsleven. Krijgen mensen in gemengde huwelijken sneller kinderen in Nederland, of verhuizen ze bijvoorbeeld naar België? Hoe wordt hun houding tegenover de Nederlandse overheid beïnvloed? Mensen gaan inderdaad allerlei strategieën ontwikkelen om de reglementering te ontwijken. Als vrouwen al van plan waren om kinderen te krijgen, zullen ze er sneller aan beginnen om de inkomenseis te ontlopen. Vrouwen geven sneller hun studie of een freelancebaan op en zoeken een vaste baan om aan de inkomenseis te kunnen voldoen. Autochtone Nederlanders verhuizen makkelijk naar een ander EUland. Bij allochtonen is die strategie nog niet doorgedrongen. Wat de houding tegenover de Nederlandse samenleving betreft, is het inderdaad zo dat sommige vrouwen zich vervreemd voelen en zich niet identificeren met Nederland. Als dat voor de tweedegeneratiejongeren ook zo is, is dat een slechte evolutie. In Nederland worden de huwelijken uitgesteld tot aan de eisen kan worden voldaan. Marokkaanse jongens die niet aan eisen kunnen voldoen, vinden geen partner en blijven lang ongehuwd. Die groep kan een probleemgroep worden.
Afsluiting door Fatma Pehlivan Fatma Pehlivan dankt de Kreveldstichting en de gastsprekers. Zij stelt dat het huwelijk een privé-kwestie is en dat mensen de vrije keuze moeten hebben wat huwelijkspartner en verblijfplaats betreft. Fort Europa moet muren slopen in plaats van er nieuwe op te trekken.
Studiedag 20 september 2003 Huwelijksmigratie: een zaak voor de overheid Samenvatting Erna Hooghiemstra Trouwen over de grens. Achtergronden van partnerkeuze van Turken en Marokkanen in Nederland. · Driekwart van alle Turken en Marokkanen die in Nederland huwden, heeft de partner gevonden in het land van herkomst. Dit 'trouwen over de grens' komt minder vaak voor bij de tweede generatie (in Nederland geboren of hier vóór hun 6de aangekomen), maar de verschillen tussen de generaties zijn niet erg groot. · Een belangrijke oorzaak van het 'trouwen over de grens' is de kloof tussen jongens en meisjes in de Turkse en Marokkaanse gemeenschap in Nederland. De jongens wensen een traditioneel gezinsleven, terwijl de meisjes een relatie nastreven op basis van gelijkwaardigheid. · Hoewel Turkse en Marokkaanse jongeren tegenwoordig vrijer zijn in hun partnerkeuze, is de invloed van de familie nog altijd erg groot. Dit is deels een gevolg van het traditionele taboe op vrije omgang tussen jongens en meisjes, waardoor eventuele partners elkaar nauwelijks kunnen leren kennen. · Aangezien religie een belangrijke rol speelt, ligt een huwelijk met een niet-Islamitische (Nederlandse) partner niet voor de hand. · Door het gewijzigde immigratiebeleid is het huwelijk een van de weinige overgebleven mogelijkheden om nog te emigreren uit het land van herkomst. Toch is dit economisch motief niet de enige reden voor het 'trouwen over de grens'. Bij gebrek aan geschikte huwelijkspartners in Nederland wordt de hechte band met het land van herkomst gebruikt om ook dáár eens rond te kijken. · De populariteit van het 'trouwen over de grens' heeft tot gevolg dat Turkse en Marokkaanse kinderen steeds vaker opgroeien in een gezin waarvan de ene ouder ook zelf is opgegroeid in Nederland, terwijl de ander op volwassen leeftijd naar Nederland is gekomen. Dit betekent dat de laatste pas aan het begin staat van een inburgeringsproces. De integratie van het gezin in de Nederlandse samenleving zou hierdoor kunnen worden bemoeilijkt.
Dit zijn de belangrijkste conclusies uit de SCPpublicatie Trouwen over de grens. Achtergronden van partnerkeuze van Turken en Marokkanen in Nederland, waarop Erna Hooghiemstra op 27 mei promoveerde aan de Universiteit van Amsterdam. De publicatie geeft inzicht in de partnerkeuze van Turken en Marokkanen in Nederland, in de achterliggende motieven en processen, alsmede in de rol van het Nederlandse immigratiebeleid. Voor het onderzoek werd gebruik gemaakt van cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), aangevuld met de resultaten van focusgroepgesprekken met jonge Turken en Marokkanen in Nederland. Overigens werden de eerste resultaten van de studie reeds gepubliceerd in het vaktijdschrift Migrantenstudies van najaar 2000, waarna de media er al regelmatig aandacht aan besteedden. Erna Hooghiemstra werkte jarenlang bij het SCP en is thans waarnemend directeur bij de Nederlandse Gezinsraad (NGR). - Het ontstaan van een 'anderhalf-generatie' Driekwart van alle Turken en Marokkanen die in Nederland huwden, heeft de partner gevonden in het land van herkomst. De tweede generatie (in Nederland geboren of hier vóór hun 6de aangekomen) trouwt minder vaak 'over de grens', maar de verschillen tussen de generaties zijn niet erg groot. Meer dan de helft van de tweede generatie is getrouwd met een partner uit het land van herkomst. Opmerkelijk is dat het percentage Turkse vrouwen in Nederland dat met een 'huwelijksmigrant' trouwde door de generaties heen gelijk is gebleven. Tenminste zo opmerkelijk is het, dat het percentage Marokkaanse mannen die hun bruid in Marokko vonden daalde van 77,5% in de eerste generatie migranten tot 55,7% in de tweede generatie. Daartegenover stond een stijging van het aantal huwelijken met autochtone (Nederlandse) vrouwen van 6% naar 14,5%. De gemiddelde leeftijd waarop Turken en Marokkanen huwen is 25 jaar voor de mannen en 20 jaar voor de vrouwen. In 2001 kwamen circa 11.000 Turkse en Marokkaanse migranten naar Nederland. Ruim de helft daarvan (rond de 6.500) bestond uit huwelijksmigranten. Iets meer dan de helft (circa 54%) was vrouw. Huwen over de grens heeft belangrijke gevolgen voor de Turkse en Marokkaanse gemeenschap. Turkse en Marokkaanse kinderen hebben steeds vaker een ouder die in Nederland is opgegroeid en een ouder die pas op volwassen leeftijd naar Nederland kwam. Dit betekent dat de laatste pas aan het begin staat van een inburgeringsproces. De
kinderen uit dit huwelijk vormen dan ook geen derde generatie, maar meer een anderhalf-generatie. In veel gevallen zal het gezin hierdoor te maken krijgen met integratieproblemen in de Nederlandse samenleving. - De kloof tussen de seksen Een belangrijke oorzaak van het 'trouwen over de grens' vormt de kloof tussen jongens en meisjes binnen de Turkse en Marokkaanse gemeenschap in Nederland. De meisjes richten zich tegenwoordig sterker op onderwijs en ontwikkelen een voorkeur voor een partnerrelatie waarin gelijkwaardigheid en communicatie centraal staan. De jongens leiden een veel vrijer leven, maar verlangen in de toekomst wel een traditioneel gezin. Daarbij komt, dat meisjes en jongens geen positief beeld van elkaar hebben. De jongens vinden de meisjes te vrij en te verwend; de meisjes vinden de jongens onbetrouwbaar en hypocriet: wel meisjes willen verleiden, maar niet met een ontmaagde vrouw het huwelijk in. Overigens hebben de jongeren wel veel met elkaar gemeen. Ongehuwd samenwonen wijzen ze af en ze willen per se trouwen met een moslim. Dit sluit een huwelijk met een autochtoon vrijwel uit. Wel kunnen er in de toekomst meer huwelijken verwacht worden met Islamitische partners van andere herkomst. Jongeren blijken namelijk een groter belang te hechten aan een partner van gelijke religie dan van gelijke herkomst. - Méér dan alleen economische motieven Door de slechte economische omstandigheden in de landen van herkomst blijft de behoefte om te migreren groot. Een huwelijk biedt op dit moment vrijwel de enige mogelijkheid om naar Europa te komen. Toch is dit niet de enige reden waarom huwelijken plaatsvinden. Veel jongeren passen er ook voor om als 'vliegend paspoort' te fungeren. Huwelijken komen vooral tot stand als de banden tussen de familie hier en de familie daar goed en intens zijn. Dit komt nog erg veel voor. Verder brengen Turken en Marokkanen hun vakantie vaak in het land van herkomst door, hetgeen mogelijkheden schept voor een tweede huwelijksmarkt. - De regels van het spel Het traditionele systeem van partnerkeuze is aan verandering onderhevig. Bijna alle ouders van de huidige tweede generatie Turken en Marokkanen zijn nog door middel van een huwelijksarrangement getrouwd. Dit komt zowel in Nederland als in de landen van herkomst steeds minder vaak voor. Jongeren van nu krijgen meer de ruimte om zelf een keuze te maken. Tegelijkertijd is het taboe op een vrije
omgang tussen jongens en meisjes in stand gebleven. Jonge Turken en Marokkanen staan daarom in Nederland voor een dilemma: ze willen graag zelf een partner zoeken, maar zijn ook gebonden aan tradities die een vrij zoekproces in de weg staan. In de praktijk laten de jongeren daarom vaak een deel van het zoeken aan de ouders of andere familie over. Die stellen met regelmaat kandidaten voor uit het land van herkomst. - Iedereen kijkt mee De meeste jonge Turken en Marokkanen groeien op in gesegregeerde buurten en gaan naar scholen met een oververtegenwoordiging aan allochtonen. Dat dit zo weinig leidt tot onderlinge huwelijken heeft te maken met de grote sociale controle. Vooral het gedrag van meisjes wordt nauwlettend in de gaten gehouden. Niet alleen de jongere zelf, maar de hele familie wordt er op aan gekeken als er 'grenzen zijn overschreden'. De jongeren trekken zich dit aan, omdat de familie zo'n belangrijke rol in hun leven speelt. Jonge Turken en Marokkanen zijn vanwege de familieband geneigd voor een partner te kiezen die goed valt bij hun ouders. Een groot deel van de ouders heeft voorkeur voor een partner uit het herkomstland. Een ander deel is door slechte ervaringen (de vele echtscheidingen bij huwelijken met partners uit Nederland) wijzer geworden. Grenzen aan gezinsvorming Het kabinet Balkenende heeft verscherpte maatregelen afgekondigd ter beteugeling van de huwelijksmigratie. Zo zijn strengere eisen geformuleerd ten aanzien van de leeftijd en de inkomenspositie van huwelijksmigranten. Een gevolg hiervan is dat hoger opgeleiden meer kans hebben dan lager opgeleiden om een huwelijk over de grens te sluiten. Bovendien zal vaak uitstel plaatsvinden van de migratie van de huwelijkspartner (en eventuele kinderen).
terug
http://users.pandora.be/samenleving-en-politiek/project_migratie_studiedag200903Hooghiemstra.htm
Studiedag 20 september 2003 Huwelijksmigratie: een zaak voor de overheid Samenvatting John Lievens 'Migrantenmeisjes zijn de dupe'. Het zou een krantenkop kunnen zijn, representatief voor het merendeel van de berichtgeving over de positie van de tweede generatie allochtone vrouwen in België. De onderliggende gedachte is vaak dat de tweede generatie, ondanks alle goede wil, het slachtoffer is van het hardnekkig voortbestaan van achterhaalde huwelijkstradities waarvan gearrangeerde en/of gedwongen huwelijken het belangrijkste kenmerk zouden zijn. Het veronderstelde resultaat hiervan is een afgebroken integratie waarbij allochtone meisjes vaak, en op al te jonge leeftijd, de schoolbanken moeten inruilen voor een onderdanige positie in een traditioneel georganiseerd huishouden. De stereotype denkbeelden worden geconfronteerd met representatief cijfermateriaal. Dit leidt tot nuancering en nieuwe interpretaties die de stereotypen in vraag stellen. Achtereenvolgens worden behandeld: de totstandkoming van het huwelijk, het huwelijk tussen bloedverwanten en de partnerkeuze. Na een overzicht van de frequenties waarin de verschillende huwelijksvormen voorkomen, worden indicaties gegeven van de manier waarop ze geïnterpreteerd moeten worden in een context die mee wordt bepaald door de migratie. Daarbij staan evoluties over de tijd en verschillen tussen Turken en Marokkanen enerzijds en tussen mannen en vrouwen anderzijds centraal. Als belangrijkste conclusies komen naar voor dat traditionele aspecten van het huwelijk niet steeds zo traditioneel zijn als ze op het eerste zicht lijken en dat allochtone vrouwen traditionele elementen van de huwelijksvorming kunnen gebruiken om hun eigen ‘moderne’ doelstellingen te verwezenlijken. Tot slot wordt ook ingegaan op het onderzoek naar echtscheiding. Daaruit blijkt dat huwelijken met een Belgische partner en met een partner uit het land van herkomst in het bijzonder vatbaar zijn voor echtscheiding. Studiedag 20 september 2003 Huwelijksmigratie: een zaak voor de overheid Samenvatting Gaby Straßburger Social Dynamics of Marriage Migration from Turkey to Germany 1. Statistical anlysis Data about marriages of Turks in Germany: 1. Civil weddings of Turks in German registry offices, 2. Civil weddings of Turks in Turkish consulates in Germany, and 3. Visas of German consulates in Turkey, which are granted to residents of Turkey for the purpose of joining their partner in Germany. Gender differences: German-Turkish marriages account for 18 % in the male population, but only for 6 % in the female group. Marriages within the migrant population represent only 29 % in the male, but 40 % in the female population. These differences are probably an outcome of the unbalanced sex ratio in the unmarried Turkish population of Germany. 2. Case studies: Influences on transnational marriage decisions Individual Preferences Transnational marriages may be preferred because of experiences with Turks of the opposite sex in Germany that have not been very satisfactory. Transnational marriages are not always the first but sometimes just the second choice.
Structural Factors The imbalanced sex ratio of the Turkish population in Germany somehow forces men to extend the search for a partner to Turkey. Social Networks Social networks are the connecting link between structural conditions and individual preferences. Transnational Social Networks provide opportunities to meet potential partners in Turkey Making use of such opportunities depends, among other factors, on ... ... the ideas about transnational marriages ... the socio-economic background of the Turkey-based networks ... the individual cultural capital (i.e. education, language proficiency and occupational skills) that a potential partner could transfer to Germany Transnational social contacts have gradually altered from relationships of loyalty and reciprocity that had been widely based on mutual dependence, to relationships characterized by emotional solidarity practised more voluntarily. Conclusion: Apart from exceptional cases marriage migration to Germany is not caused by emigration pressure in Turkey but by marriage decisions of second generation Turks in Germany. Samenvatting Sarah D’hondt Het huidige Belgische verblijfsbeleid strookt met de Europeesrechtelijke verplichtingen en kan op bepaalde punten als strenger, op andere dan weer als soepeler dan het verblijfsrecht van de ons omringende landen worden bestempeld. We staan stil bij de belangrijkste aandachtspunten, geven aan hoe de Belgische wetgeving zich situeert op de denkbeeldige lijn van wat door het Europese recht wordt toegelaten en/of wordt verplicht en ten opzichte van de opties die onze buurlanden hebben gemaakt. Tenslotte brengen we in kaart welke wijzigingen het Europese recht beoogt op te leggen aan de Lidstaten en in hoeverre de huidige manoeuvreerruimte van de Lidstaten daardoor zal worden aangetast. Samenvatting Sarah van Walsum Het huidige Nederlandse beleid inzake huwelijksmigratie zal worden toegelicht. Omdat de positie van jonge allochtone vrouwen binnen de Nederlandse samenleving vaak als argument wordt gehanteerd voor een restrictiever beleid, zal de regelgeving met name vanuit hun perspectief worden bekeken. Vervolgens zal worden stilgestaan bij recente voorstellen die zijn bedoeld om de integratie van huwelijksmigranten te bevorderen. Als slot zullen enkele suggesties worden gedaan om huwelijksmigratie op een andere, wellicht meer vruchtbare, wijze te relateren aan integratie.
http://users.pandora.be/samenleving-en-politiek/archief/zoeken.htm
Huwelijksmigratie en volgmigratie: hoe gaan we ermee om? Het huwelijk is een wederzijdse verbintenis tussen twee mensen die op vrijwillige basis wordt aangegaan, uit liefde en wederzijdse affectie. Beide partners zijn zich daarbij bewust van de wederzijdse rechten en plichten die deze verbintenis met zich brengt. Het huwelijk is immers een maatschappelijk instituut dat gebonden is aan wetten en regels die voor iedereen gelden. De keuze van een huwelijkspartner is en blijft, in onze moderne samenleving, een hoogst persoonlijke aangelegenheid. Maar de ‘familiale context’ en het zogenaamd ‘koppelen’ spelen ongetwijfeld, zelfs in de meest vrijgevochten milieus, nog steeds een vrij belangrijke rol. Het punt is en blijft evenwel dat aan het vrijwillig karakter van de verbintenis niet getornd mag worden. De problemen stellen zich dus pas als redelijkerwijs twijfel ontstaat over het vrijwillig karakter of het doel van de huwelijksverbintenis. De laatste jaren verschenen tal van persartikels over schijnhuwelijken en het uithuwelijken en recent nog over de praktijk van ‘huwelijken op proef’ (cf. De Morgen van 05/06/03). De kritiek op deze huwelijkspraktijken komt uit zowel autochtone als allochtone hoek. De problemen mogen inderdaad geloochend noch genegeerd worden, maar moeten in de juiste context geplaatst worden. Als een krant kopt dat negentig procent van de Marokkaanse en de Turkse huwelijken ‘geregeld’ zijn (Gazet van Antwerpen van 05/04/01), wordt bij de oppervlakkige (en reeds bevooroordeelde) lezer de indruk gewekt dat de overgrote meerderheid van de Turkse en Marokkaanse jongeren onder dwang van hun ouders en familie trouwen. Samenleving en politiek, jaargang 10, nummer 6 (juni 2003), blz. 55 – 56 Inhoudsoverzicht 2003 jg. 10 nr6 - Samenleving en Politiek - Deschouwer Kris Score: 6
Huwelijksmigratie en volgmigratie: hoe gaan we ermee om? 2003jrg10nr6PehlivanFatma.htm