Lezen is cool Pilot met vrij lezen op vmbo-‐KB in Duiven slaat aan Door: Elise Haarman Toen docent Nederlands Hans van Kol vorig jaar gevraagd werd om mee te doen aan een project om zijn vmbo-‐leerlingen aan het lezen te krijgen, moest hij aanvankelijk lachen. ‘Míjn leerlingen lezen? Echt niet. Ze weten de weg naar de bieb nog niet eens te vinden.’ Maar toen hij er meer over hoorde, werd hij toch nieuwsgierig. Een half jaar later staat hij trots de pers te woord. Op taalbegrip wordt al jaren zwak gescoord op het vmbo Kader Beroepsgericht van het Candea College in Duiven. Daarin zijn ze niet uniek. Maarliefst een kwart van de vmbo’ers in Nederland begrijpt de teksten van opgaven niet, talrijke dure methodes ten spijt. Daarom besloot de onderbouw mee te doen aan een experiment van Biebsearch: laat leerlingen elke dag op een vast moment tien minuten verplicht stil lezen in een boek naar keuze. Dat mag dus ook over Vitesse of autotechniek gaan. Je hoeft er geen boekverslag over te schrijven en krijgt geen overhoring. De enige eis is dat het boek of de strip een bieblogo moet hebben. ‘Die eis houden we voorlopig aan om zicht te houden op de kwaliteit en de gang naar de bibliotheek te stimuleren’, zegt Van Kol. ‘De drempel naar de bieb maken we zo laag mogelijk. Het schoolpasje is bijvoorbeeld meteen het biebpasje, waarmee ze op alle bibliotheken in de omgeving terecht kunnen.’ Iedereen doet mee
‘Er wordt hier nu meer gelezen dan in de afgelopen tien jaar bij elkaar’(Van Kol, docent Nederlands)
Of de CITO-‐scores van de leerlingen daadwerkelijk zullen verbeteren, is nog niet te zeggen. Toch spreekt Van Kol nu al van een succes. ‘Dat het überhaupt lukt om deze leerlingen zonder veel moeite elke dag aan het lezen te krijgen, had ik niet verwacht. Kijk, dat lezen goed is voor het taalniveau is al in zoveel studies aangetoond. Maar hoe kríjg je ze zover?’ Dat blijkt dus helemaal niet zo ingewikkeld, als je het maar structureel en consequent doet. Vluchtgedrag wordt niet geaccepteerd. Elke dag beginnen de onderbouwleerlingen het zogenaamde Challenge-‐uur op het Leerplein met tien minuten vrij lezen. Ongeacht of er nu een docent wiskunde of Nederlands voor de groep staat. De keuze om het lezen op het Leerplein te laten plaatsvinden, is niet toevallig. Leerlingen en docenten zijn al gewend hier vakoverstijgend bezig te zijn. Projectleider Iris Meuleman van Biebsearch kan het vergelijken met andere projecten en andere scholen. ‘Het succes zit hem hier echt in de schoolbrede, structurele aanpak. Iedereen doet mee.’
Woordenschat vergroten Maar Meuleman is nog niet tevreden. ‘Biebsearch biedt nog veel meer. Zo zoeken we naar een goede balans tussen het online boeken reserveren en bezorgen op school en een fysieke boekenkast en een fijne leesplek voor deze doelgroep in de mediatheek. We breiden de mogelijkheden en activiteiten steeds verder uit. Maar het gaat ons er altijd om, dat we de leerlingen aan het lezen krijgen.’ Ook het schoolpersoneel wordt in de toekomst nog meer betrokken. ‘Binnenkort organiseren we voor docenten en mediatheekmedewerkers een cursus hoe je met leerlingen het gesprek aan gaat over lezen en literatuur. En hoe je ze stimuleert een boek te kiezen dat nét iets boven hun niveau ligt. Want daarvan gaat de woordenschat echt omhoog, weten we uit onderzoek.’ Niet iedereen profiteert van het project. Van Kol: ‘Je hebt bij ons drie groepen leerlingen: ten eerste een kleine groep fanatieke lezers. Voor hen is het project eigenlijk niet bedoeld. Dan heb je een kleine groep die er een grondige hekel aan heeft én een heel grote groep die zelden leest, maar er op zich niet negatief ‘Ik denk dat we het project naar leerlingen toe niet als succes moeten labelen. tegenover staat. In dit Dan zou het zijn kracht wel eens kunnen verliezen.’ (Van Kol) project zie je de kracht van de grote getallen. Als iedereen aan het lezen is, en je zit daar nu eenmaal toch met je boek, kun je net zo goed ook gaan lezen. Tegelijkertijd moet je gewoon accepteren dat er een kleine groep blijft bestaan voor wie het lezen niet is weggelegd. De kunst is te zorgen dat zij de rest niet meeslepen.’ Meer dan lezen Dat het project leeft in de school, blijkt wel uit een initiatief om boekenleggers te ontwerpen. Dit naar aanleiding van een gesprek over ezelsoren in boeken. De mooiste ontwerpen laat Van Kol drukken en verspreiden.
Drie van de winnende boekenleggers Maar dat is nog niet alles. Er ontstaan zelfs leesgroepjes. Vier leerlingen lezen hetzelfde boek om daarover met elkaar in discussie te gaan. ‘Dan hebben we het wel over leerlingen die al tot de ‘fanatieke lezers’ behoorden, maar toch: dat dit op KB-‐niveau gebeurt, is echt uniek!’, glundert Van Kol. Het klinkt bijna te mooi om waar te zijn. Als het echt zo’n succes is, zouden alle scholen dit project moeten invoeren. Wellicht zit er wetenschappelijk ‘bewijsmateriaal’ in. In de meeste studies wordt geconstateerd dat lezers beter zijn in taal dan niet-‐lezers. Dat verbaast niemand, aangezien lezers meer woorden onder ogen krijgen en waarschijnlijk vaker opgroeien in milieus waarin ze op álle gebieden meer stimulans krijgen. Een onderzoek naar het effect van lezen op kinderen die voorheen niet of nauwelijks lazen, klinkt echter beduidend sterker. Toch is dit niet de insteek van het project, vertelt docent Van Kol: ‘Natuurlijk willen we graag effecten meten. Daarom ga ik volgend jaar beginnen met een nulmeting bij alle leerlingen aan de hand van een test die hun tekstbegrip meet. Die herhaal ik dan in de loop van het jaar. Maar we gaan geen controlegroep inzetten die niet mee mag doen aan het project. We hebben het wel over leerlingen hè? Elke leerling die we hiermee aan het lezen krijgen, is er één.’ En wat vinden de leerlingen zelf? Senna (13): ‘Ik vind het leuk, maar soms is het wel een beetje druk met veertig leerlingen tegelijk op het Leerplein. Dan word ik afgeleid. Thuis lees ik ook graag, mijn ouders ook trouwens. Ik zou best het hele Challenge-‐uur willen lezen!’
Dani (12): ‘Ik ben nu bezig met het dagboek van Anne Frank. Soms vind ik het lezen op school wel een beetje saai. Thuis lees ik nooit, alleen op vakantie. Als je naar de middelbare school gaat heb je er gewoon minder tijd voor.’ Mica (13): ‘Tien minuten is eigenlijk best kort, tenminste als je een leuk boek hebt. Het zou van mij wel langer mogen. Vooral bij mevrouw Brulée is het fijn, dan is het tenminste echt stil. Nu lees ik in ‘De Gladiatoren’, maar dat is een saai boek. Ik ga hierna weer verder in de Grijze Jager-‐serie. Die zijn vet spannend. En heel dik.’ Lars (12): ‘De boeken van de Grijze Jager heb ik alle zeven al uit. Nu lees ik in het Reuzenradmysterie. Dat klinkt misschien kinderachtig, maar is een heel leuk boek. Voor mij moet een boek vooral spannend zijn. Ik lees nu meer dan vroeger.’
Op de foto staand: Senna en Dani, zittend: Mica en Lars.
Dit leesproject is een pilot van de Bibliotheek op school VO in het kader van Kunst van Lezen. De pilot maakt onderdeel uit van het Biebsearch-‐project van Candea College en de Bibliotheek Liemers, een structurele samenwerking op het gebied van leesbevordering en mediawijsheid. Rijnbrink Groep biedt projectleiding en ondersteuning. Bibliotheek Liemers stelt met deze nieuwe vorm van dienstverlening het belang van goed kunnen lezen en met plezier lezen voorop. De Bibliotheek op school is een programma van Kunst van Lezen, ontwikkeld door Stichting Lezen en het Sectorinstituut Openbare Bibliotheken. Lees meer op debibliotheekopschool.nl en kunstvanlezen.nl.