Verschijnt 3-wekelijks, uitgez. juli en aug. Afgiftekantoor 3500 Hasselt 1
België-Belqique P.B. 3500 Hasselt 1 12/39
erkenning: P303221
4 maart 2004
nr 9
*
vijftiende jaargang
I NHOUD campuskrant
Met bijlage voor oud-studenten
Jef Vermassen wint VRG-prijs
2
B
5
4
6 7
- De winnaar mag niet naar Istanboel, en toch zonden zeven kringen een afvaardiging naar de tweeëntwintigste editie van het Interfacultair Songfestival van Landbouwkring. Onder het goedkeurend oog van de vakjury – met onder meer Jan Hautekiet, Guy Swinnen en Steven Kolacny - en een publiek dat enthousiast de gratis popcorn verorberde, ging Mudbreeder (VTK) met zowat alle prijzen aan de haal: de eerste plaats, maar ook de prijzen voor beste gitarist, bassist, drummer én de publieksprijs. Eervolle tweede was Tis (Medica), die ook de prijs voor de beste zanger en die voor de beste eigen compositie in de wacht sleepte.
Tussen diaboliseren en normaliseren
Dutroux-zaak. Een thema dat misschien op het eerste gezicht niet verwacht wordt op pagina’s over godsdienstonderwijs.
Ludo Meyvis
en hun naastbestaanden, is het kwalijkste gevolg van de Dutroux-zaak dat ze een aanslag was op de grondslagen van onze samenleving zelf, ons collectief vertrouwen: ‘Alles is rot’. Opvoeding moet dat vertrouwen zoveel mogelijk behoeden en indien nodig herstellen met het oog op de toekomst. Maar het gaat om een zodanig gevoelige en complexe zaak dat er heel zorgvuldig opgetreden moet worden. Daar hebben we materiaal voor willen ontwikkelen.”
“Naast de misdaad tegen de slachtoffers
Infosessie
7
9 12 13 14 16 17
Week van de Vrijwilliger ”Je krijgt er veel voor terug” Radicale theoloog Don Cupitt Pleidooi voor een levensreligie Alumnikrant Studiecommissie Vergrijzing “Staatsschuld is een zegen” Groeisectoren in Vlaanderen Waar blijven nieuwe producten? Bama Welke verandering waarom? Associatie Een Copernicaanse revolutie Leven Lang
Leven na Leuven
Jan Lauwereyns
foto: Rob Stevens
Rot
“Het gaat natuurlijk om een erg gevoelsgeladen materie. Dat is begrijpelijk, maar ook gevaarlijk. Door de zaak te emotioneel te benaderen, kan je trauma’s reactiveren. Dat is zeker een gevaar voor pubers, die het allemaal nog zelf hebben meegemaakt in hun lagere school. En voor jongere kinderen, die vandaag voor het eerst bestookt worden met de zaak, komt het er op aan hen zo goed mogelijk te begeleiden tijdens en na de afwikkeling van het proces.” lees verder op pagina 3
P
rofessor Didier Pollefeyt is verantwoordelijk voor het project. “Eerst even verduidelijken: het gaat niet over de Dutroux-zaak zelf, maar over de manier waarop die een plaats zou moeten krijgen in de opvoeding van onze kinderen en jongeren. De zaak-Dutroux beroert iedereen, ook kinderen. Met onze website, die bedoeld is voor mensen die met godsdienstonderwijs te maken hebben, willen we inspelen op de vraag van minister Vanderpoorten naar begeleiding op school.”
Europees project Ambience De robot: uw speelkameraad, uw babysit
Wetenschappelijk goud zoeken in USA
8
Dutroux in het godsdienstonderwijs
wat ruimte gemaakt voor de
Archeologie Krakers in Sagalassos
Popcorn en spelen
interview op pagina 11
Op de alleen al door zijn omvang indrukwekkende Thomas-website Theologie Onderwijs Multimedia Actieve Samenwerking - wordt heel
Daewoo Student Trophy Edelwijs gaat voor eerste prijs
foto: Rob Stevens
ij het ter perse gaan van Campuskrant is in Aarlen het Dutroux-proces al een paar dagen onderweg. De ogen van de media zijn honderdvoudig aanwezig. Maar ook die van de juristen. Meester Jef Vermassen, allicht ’s lands bekendste strafpleiter, heeft bedenkingen bij de mediatisering van het proces. Tussen twee interviews door spraken wij met hem, uiteraard naar aanleiding van het proces, maar ook omdat hij op 12 maart de jongste VRG-Alumniprijs uitgereikt krijgt. Daarmee schaart hij zich in het selecte rijtje winnaars, met onder meer procureur-generaal Christine Dekkers, minister Robert Vandeputte, ambassadeur Johan Swinnen en advocaat Jean-Pierre De Bandt. “Ik ben assisenpleiter geworden omdat ik blijkbaar de neiging heb om zwakkeren te verdedigen.” Zowat de helft van zijn loopbaan heeft hij besteed aan andere dan strafzaken. Echtscheidingen bijvoorbeeld. “Het is intussen alweer àcht jaar geleden dat ik nog een beschuldigde voor de jury heb verdedigd. Toeval of niet, maar op de dag dat ik de VRGAlumniprijs ontvang, start mijn eerste moordzaak na al die tijd.” (lm)
Forum Hoe jonge onderzoekers rekruteren?
Schrijver en neurowetenschapper Jan Lauwereyns: “Mijn oog viel op de fontanellen van mijn dochtertje, en ik zag plots het beeld voor me dat bij haar een elektrode werd ingeplant. Sindsdien heb ik geen elektrode meer geplaatst.” interview op pagina 15
KULAK-ere-rector Marcel Joniau
18
Cultuur
20
www.PsySoc.be
4 maart 2004
Rekrutering van jonge onderzoekers
Campuskrant
Driewekelijks tijdschrift van de K.U.Leuven
Een concreet voorstel van Cipressa
Redactie
Ine Van Houdenhove (hoofdredacteur), Ludo Meyvis, Reiner Van Hove, Wouter Verbeylen Redactieadres
Oude Markt 13 3000 Leuven (t) 016 32 40 18 (f) 016 32 40 14
[email protected] Redactiesecretariaat
Véronique Limbourg, (t) 016 32 41 84
[email protected] Adreswijzigingen (personeel en externen)
Inge Verbruggen, (t) 016 32 40 15
[email protected] Adreswijzigingen (oudstudenten)
Erik Gobin, (t) 016 32 40 02
[email protected] Losse medewerkers
Leen Bockaert, Davy Coolen, Gert Gielen, Nicholas Matthijs, Karla Venken, Tim Vuylsteke, Bert Woestenborghs Vormgeving
Wouter Verbeylen, Rob Stevens Foto’s
Rob Stevens, Michaël De Lausnay, Patrick De Spiegelaere, Patrick Holderbeke, Bruno Stuyts Cartoons
Joris Snaet Reclameregie
Véronique Limbourg, (t) 016 32 41 84 Oplage
44.000 Drukwerk
Concentra Uitgeversmaatschappij NV, Hasselt Verantwoordelijke uitgever
Ronny Vandenbroele Oude Markt 13 3000 Leuven Copyright artikels
Artikels uit deze editie - of delen ervan - kunnen overgenomen worden mits toestemming van de redactie.
Verschijningsdata Campuskrant 2003-2004 AK = met Alumnikrant / PK = met Personeelskrant Nr. Verschijningsdatum Teksten indienen vóór
12 13 mei (PK) 5 mei
10 25 maart (PK) 17 maart
13 3 juni (AK) 26 mei
11 22 april (AK) 14 april
14 24 juni (PK) 16 juni
Campuskrant is het driewekelijkse tijdschrift van de K.U.Leuven, bestemd voor studenten, personeelsleden en oud-studenten. Om de zes weken bevat Campuskrant een Personeelskrant, met nieuws dat speciaal voor personeelsleden interessant is. De nummers zonder Personeelskrant bevatten een Alumnikrant. Deze nummers worden verstuurd naar alle oud-studenten die lid zijn van een alumnikring. Wie ook de andere nummers wil ontvangen, kan dat melden aan
[email protected], (t) 016 32 40 15.
Campuskrant vindt u ook op internet:
Op deze pagina is ruimte voor uw lezersbrief of opiniestuk, ook in te zenden via www.kuleuven.ac .be/ck/opinie.htm. De inhoud van de hier gepubliceerde stukken is voor rekening van de auteur. De deadlines voor de volgende nummers vindt u onderaan op deze pagina.
In hun nota als antwoord op de Discussienota Strategie, Beleid en Organisatie K.U.Leuven (gepubliceerd als open brief in Campuskrant nr. 6) pleitte de denkgroep Cipressa onder meer voor een stimulerend onderzoeksklimaat. Hieronder stelt zij een instrument voor om dit te te realiseren.
“I
n ieder geval is onze voornaamste doelstelling te komen tot een stimulerend onderzoeksklimaat aan de K.U. Leuven. Essentieel hierbij is de zoektocht naar goede en jonge ZAP-kandidaten...” Dit schreven wij in onze bijdrage in Campuskrant van 18 december 2003. Een krachtig instrument om bovenstaande ambitie te realiseren is de uitbouw van een tenure track systeem dat aan onderzoekers met drie jaar postdoctorale ervaring de financiële en structurele mogelijkheid biedt om een zelfstandig onderzoeksproject uit te bouwen. Een tenure track professor heeft een volwaardige onderzoekspositie: zij of hij kan onderzoekskredieten aanvragen, medewerkers recruteren, onderzoeksprojecten coördineren en doctorandi begeleiden. Een tenure track loopt over een beperkte periode (maximaal vijf jaar) en kan nadien mits positieve evaluatie in een vaste ZAP-benoeming overgaan. Het is dus een opstap (track) naar een vaste ZAP-benoeming (tenure). Voorwaarden - Drie jaar postdoctorale onderzoekservaring. Een snelle doorstroming naar tenure track komt ook tegemoet aan het probleem van te lange postdoctorale periodes. - Eén jaar pre- of postdoctorale onderzoekservaring buiten de K.U.Leuven, bij voorkeur in het buitenland. Procedure - Het doorslaggevende criterium bij de beoordeling, zowel bij de initiële rekrutering als bij de eindevalutie, is de kwaliteit van het onderzoek. Een tweede criterium is de inpasbaarheid van het onderzoekswerk in bestaande of toekomstige onderzoeksprioriteiten aan de K.U.Leuven. Voor beide beoordelingen wordt het advies van externe referees gevraagd (cf. huidige beoordelingsprocedure voor BOF-ZAP aanvragen). - Een tenure track positie kan op twee manieren opengesteld worden: (i) via
een profielvacature in functie van departementale onderzoeksprioriteiten en beschikbare rekeneenheden; (ii) via een open vacature zoals nu gebeurt voor de huidige BOF-ZAP posities. - De rekrutering van kandidaten gebeurt internationaal en op basis van een ingediend project waarin de kandidaat zijn/haar onderzoeksplannen voor de tenure track periode uiteenzet. - Uiterlijk na vier jaar volgt een eindevaluatie. In geval van gezinsuitbreiding heeft de tenure track het recht een jaar uitstel van beoordeling aan te vragen. Bij positieve beoordeling volgt een benoeming in het vaste ZAP-kader. Bij negatieve evaluatie loopt de tenure track ten einde na vijf jaar. Aanbod - Een zelfstandige onderzoekspositie. - Een volwaardig pakket aan middelen zodat zij of hij in optimale omstandigheden het onderzoeksproject kan aanvatten en uitwerken. In concreto betekent dit dat bovenop het persoonlijk mandaat bijkomende middelen voor werking, uitrusting en aanwerving van medewerkers gereserveerd worden. Verder moet naargelang de discipline de nodige onderzoeksruimte (laboratoriumruimte...) gegarandeerd worden. - Beperking van de onderwijsopdracht tot maximum vier jaaruren met harde garanties voor bescherming van de onderzoekstijd. Financiering De financiering veronderstelt een creatieve herschikking van reeds beschikbare onderzoeksmiddelen. Concreet stellen wij het volgende voor: - Het budget voor de huidige BOF ZAP-mandaten wordt integraal benut voor de financiering van de tenure track mandaten. Daarnaast worden alle nieuwe ZAP-posities in het eerste geldstroom circuit via tenure track ingevuld (bv. vacature door emeritaat). - De bijhorende onderzoeksmiddelen worden geput uit het huidige BOFbudget. In zoverre de BOF-enveloppe
over de volgende jaren niet groter zal worden, impliceert dit een herschikking van de verschillende BOF-programma’s. Verder wordt verwacht dat een tenure track professor bijkomende financiering via FWO en andere kanalen aantrekt. Algemeen principe Alle nieuwe ZAP-benoemingen verlopen via het tenure track systeem. De enige uitzondering is lateral hiring: de benoeming van een ZAP-lid dat reeds elders – aan een andere universiteit of onderzoeksinstituut – wetenschappelijke en leidinggevende capaciteiten bewezen heeft. Voor benoemingen in het universitair ziekenhuis, het ILT en vergelijkbare aan de K.U.Leuven-geassocieerde instellingen geldt best een geëigende procedure los van het tenure track systeem (cf. clinical professorships in USA). Het spreekt vanzelf dat tenure track slechts één element is bij de uitbouw van een stimulerend onderzoeksklimaat. Waar het op aankomt, is dat de K.U.Leuven voor elke fase in het academische traject – doctoraat, postdoctoraat, tenure track en vast ZAP – de nodige stappen zet om optimale onderzoeksconditities te scheppen. Voor onze algemene visie hierop verwijzen wij naar de Cipressa-nota (www.kuleuven.ac.be/cipressa). Bart Bijnens (geneeskunde), Bart De Strooper (geneeskunde), Jan Eggermont (geneeskunde), Nadia Lie (letteren), Paula Moldenaers (toegepaste wetenschappen), Dirk Roose (toegepaste wetenschappen), Liliane Schoofs (wetenschappen), Nicolas Standaert (letteren), Jan Tytgat (farmaceutische wetenschappen), Alain Verbeke (rechtsgeleerdheid), Reinhilde Veugelers (economische en toegepaste economische wetenschappen), Johan Wagemans (psychologie en pedagogische wetenschappen)
• Reacties:
[email protected]
Jutta Borms en alternatieve geneeskunde Met veel interesse begon ik aan de lezing van het artikel (Campuskrant jg. 15, nr. 7) waarin dr. Jutta Borms haar relaas doet als winnares van het tv-programma Expeditie Robinson. De inleiding tot dit artikel maakte immers gewag van ‘een gesprek over geneeskunde’, hetgeen direct mijn nieuwsgierigheid wekte. Groot was echter mijn verbazing toen ik merkte dat ongeveer drievierde van het artikel handelde over biopunctuur, homeopathie en aanverwanten. Dat dr. Borms erin slaagde Expeditie Robinson te winnen, is uiteraard geheel en al haar verdienste, maar het feit dat zij in Campuskrant een open forum krijgt ter promotie van de alternatieve geneeskunde is mijns inziens van een zulkdanige gortigheid dat dit toch om een reactie vraagt. Telkens weer staat Campuskrant vol van wetenschappelijke wetenswaar-
www.kuleuven.ac.be/ck/
2 CAMPUSKRAN T 4 .3 . 2004
digheden (aankondiging doctoraten en eredoctoraten, interviews met eminente wetenschappers, nieuwe wetenschappelijke ontwikkelingen,...) en het is daarom verwonderlijk dat iemand de kans krijgt om, laat ik me maar beleefd uitdrukken, pseudo-wetenschappelijke praktijken te promoten. Het is me trouwens ook niet geheel duidelijk waarom iemand die wordt geïnterviewd omwille van het winnen van een spelprogramma een heel pleidooi moet houden voor alternatieve geneeskunde. Over de voor- en tegenstand van de alternatieve geneeskunde ga ik hier geen polemiek voeren. Echter, tot op heden is er geen enkele serieuze wetenschappelijke studie uitgevoerd die de werking van om het even welke vorm van alternatieve geneeskunde aantoont, wat dr. Borms ook moge beweren. Trouwens, dr.
Borms vat het eigenlijk mooi samen als ze zegt: “Ik ben er zelf ook nog altijd niet goed uit hoor, maar ik blijf sceptisch.” Ik zou dan ook graag besluiten met een citaat van Prof. dr. Broos, docent Traumatologie aan de Faculteit Geneeskunde. Deze zéér wijze man placht te zeggen : “Iemand die bij het uitoefenen van de geneeskunde iets doet waarvan hij niet weet waarom hij/zij het doet, is een gevaarlijk(e) man/vrouw.” Zonder het toen te kunnen weten, heeft Prof. Broos met deze profetische woorden een mooie samenvatting gegeven van de alternatieve geneeskunde, hetgeen door dr. Borms nog maar eens bevestigd wordt. Dr. Axel Jeurissen, Laboratorium voor Experimentele Laboratoriumgeneeskunde, UZ Gasthuisberg
“Natuurlijk is wat gebeurd is, volstrekt onaanvaardbaar en kwaad van het ergste soort, maar het lijkt me essentieel Dutroux niet te diaboliseren, of hem alleen te benaderen vanuit een emotionele walging. Daardoor riskeer je bij de leerlingen reacties van verzet – ‘He néé, niet wéér over die kerel…’ – of zelfs reacties van blaming the victim: ‘Dan hadden die meisjes maar niet zo laat op straat moeten lopen’.”
“Ik bedoel natuurlijk niét dat we de daden van Dutroux moeten goedpraten, integendeel. Maar we moeten wel proberen ook zijn wordingsgeschiedenis en zijn context te vatten,
lende leeftijdsgroepen. We willen de leerlingen helpen begeleiden met hun gevoelens van wraak, met hun kritiek op de rechtspraak, met de vraag of alles vergeven moét kunnen worden,
De Europese Commissie gaf dit jaar aan België uitdrukkelijk de raad de efficiëntie van zijn overheidsdiensten te verbeteren. Professor economie Wim Moesen: ,,Dat had ze nog aan geen enkel land gezegd. Het moet hier dus wel erg zijn. Onze politieke elite doet alsof ze dat niet hoort. Maar de bevolking ziet dat wél in. Het vertrouwen van de bevolking in de overheidsdiensten is zeer laag. België komt als dertiende op de vijftien uit de bus inzake vertrouwen van de bevolking in de instellingen, en als elfde op de vijftien als we de kwaliteit van de overheidsadministratie objectief meten. Italië en Griekenland zijn de enige landen die België achter zich kan laten. En dat ligt niet aan een geldgebrek, integendeel: in maar vier landen eigent de overheid zich een groter deel van het bbp toe.’’ (…) “De periode waarin we ons slecht bestuur konden permitteren, is voorbij. Het zwaartepunt in Europa verschuift naar het oosten. Wij liggen voortaan buiten de scoop. De belangstelling van internationale bedrijven voor ons land neemt af. Onze oliebron droogt op. Is een daling van onze welvaart onafwendbaar? Ja. Tenzij we lessen trekken uit landen die slecht liggen en het toch goed doen. Denemarken, Finland en Zweden. Zij halen toch een grote groei, deels door investeringen in de kenniseconomie, deels door de kwaliteit van hun instellingen. Een hoog vertrouwen van de bevolking en goede openbare diensten zijn smeerolie voor de economie.”
Geciteerd
vervolg van pagina 1
Goed bestuur is smeerolie voor economie
Geciteerd
Dutroux in het godsdienstonderwijs
“We mogen de daden van Dutroux uiteraard niet goedpraten. Maar we moeten wel proberen ook zijn wordingsgeschiedenis en zijn context te vatten, en dus naast de emotionele reflex ook een rationele benadering in te bouwen.”
Ramp “Door teveel de emotionele kant te benadrukken, creëer je ook een voedingsbodem voor extreem-rechts gedachtegoed, een overdreven gevoel van onveiligheid en van simplistische remedies: ‘hang hem op’. Dat is nergens goed voor.” “We moeten oog blijven hebben voor de link met de samenleving: wàt heeft Dutroux gebracht tot zijn daden, wat heeft de samenleving nagelaten om te voorkomen dat dit is kunnen gebeuren? Door Dutroux alleen te diaboliseren, maak je het mogelijk dat toekomstige daders, die nù op de schoolbanken zitten, en die bijvoorbeeld latente pedoseksuele gevoelens kunnen hebben, die gevoelens radicaal gaan wegstoppen. Je verbreekt de mogelijke weg naar de therapie, en ‘toekomstige Dutroux’ gaan alleen maar onderduiken. Dat zou een ramp zijn.”
en dus naast de emotionele reflex ook een rationele benadering in te bouwen.” “Je mag Dutroux niet diaboliseren, maar je mag de zaak evenmin normaliseren, een teveel aan begrip opbrengen en te weinig oog hebben voor de onherstelbare wonden die geslagen zijn. Je moet bijvoorbeeld de vraag durven stellen of alles vergeven moet kunnen worden… Je moet ook de vraag durven stellen naar de effectiviteit van de rechtspraak. Is het mógelijk dat Dutroux een ‘aangepaste straf’ krijgt? Is proportionaliteit denkbaar rond misdaden van een dergelijk kaliber? Verwachten we dus niet teveel van het gerecht?” “De bedoeling van de site is materiaal aan te reiken voor een dergelijke genuanceerde benadering van de zaak Dutroux, aangepast aan de verschil-
met levensbeschouwelijke vragen over de zin van grondeloos lijden, en zelfs met de vraag waar God in dit alles blijft. We hopen dat iedereen die met godsdienstonderwijs begaan is, er iets zinvols in zal vinden.” • www.kuleuven.ac.be/thomas
De Standaard, 25.2.2004
Nieuwe alleenheersers
125 jaar Faculteit Landbouwkundige en Toegepaste Biologische Wetenschappen
Dit academiejaar is het precies 125 jaar geleden dat de Ecole Supérieure d’Agriculture aan de toenmalige Université Catholique de Louvain werd opgericht. Het was de voorloper van het voor de oudere generatie al meer vertrouwd klinkende Institut Agronomique/Landbouwinstituut. Het Landbouwinstituut was geen universitaire faculteit, maar wel een ‘création d’adaption de l’université’ waar een commissie van professoren de beleidslijnen uittekende. Dat maakte het mogelijk om een zekere onafhankelijkheid te bewaren, maar in de praktijk schaarde het instituut zich helemaal onder de koepel van de Alma Mater. De deelname in 1884 aan de praalstoet (foto rechts) ter gelegenheid van de vijftigste verjaardag van de heroprichting van de universiteit illustreert die verbondenheid. Op vraag van de brouwerijsector wordt in 1887 een brouwerijschool (foto links) opgericht, gevestigd in het huis naast het Landbouwinstituut. Praktisch, maar ook inhoudelijk is de verwevenheid met de opleiding tot landbouwingenieur van bij het begin vanzelfsprekend. De brouwerijschool draagt mee bij tot de (internationale) weerklank van de opleiding agronomie aan de universiteit. (bw)
“In elke partij nemen enkele tenoren duidelijk de macht over. Weliswaar hebben we anticumulregels, maar die worden op een slinkse wijze omzeild. De grote coryfeeën laten zich gewoon keer op keer voor allerlei assemblees verkiezen, waarna ze met zichtbaar genoegen hun zitje afstaan aan een plaatsvervanger. Officieel is er dus geen sprake van cumulatie, maar in de praktijk wordt het mandaat uitgeoefend door iemand die geen politieke concurrent kan worden. (…) Het is veel te riskant geworden om de lijst voor de Vlaamse verkiezingen te laten trekken door iemand die te weinig media-ervaring heeft, en dus wordt die potentiële kandidaat nu meestal gedegradeerd tot opvolger. Dezelfde politieke vedetten mogen dus keer op keer opdraven, en vergroten zo hun macht. We krijgen met andere woorden een haast feodale structuur, waarbij de kleine vazallen hun toevlucht moeten zoeken bij enkele machtige beschermheren. Op het eerste gezicht lijkt het een vooruitgang dat politici hun hooghartig misprijzen moeten laten varen, en nu gezellig moeten gaan keuvelen in ‘De Laatste Show’. Als echter blijkt dat juist daardoor die politici een waar machtsmonopolie kunnen uitbouwen, en kunnen uitgroeien tot nieuwe alleenheersers binnen hun partij, dan is er toch wel iets ernstigs aan de hand.” Politoloog Marc Hooghe, De Tijd, 1.3.2004
4.3.2004 C A M P U S K R A N T
3
KORT
Daewoo Student Trophy van start Databank aangeboren hartafwijkingen
Eerste PET/CT-scanner in België Als eerste in België heeft de afdeling nucleaire geneeskunde van de UZ Leuven een PET/CT-scanner in gebruik genomen. Dat toestel combineert een PET- en een CT-scanner, en is een belangrijke stap vooruit in een snelle en accurate diagnose van tumoren. Een PET-scanner helpt artsen om snel vast te stellen of een gezwel kwaadaardig is, om eventuele uitzaaiingen op te sporen en het effect te meten van een behandeling. Een CT-scan geeft met behulp van röntgenstralen een heel gedetailleerd beeld van alle structuren in het lichaam. Nucleaire Geneeskunde en Radiologie van UZ Leuven gebruiken al meer dan tien jaar respectievelijk PET- en CT-scanners. Nu kunnen mogelijke kankerpatiënten in één keer onderzocht worden en kunnen artsen niet alleen sneller maar ook nauwkeuriger een diagnose stellen. Ze kunnen de tumoren makkelijker en nauwkeuriger lokaliseren, en de behandeling beter richten op de meest actieve gedeelten van tumoren. Momenteel worden in de UZ ongeveer veertig patiënten per week onderzocht met de PET/CT-scanner.
Leuven scoort bij internationale pleitwedstrijden Nele Hoekx (3e licentie rechten), Inge Verdonck (3e licentie rechten) en Philippe Reyniers (LL.M.-programma) wonnen afgelopen weekend in Vilnius (Litouwen) de regionale finale van de European Law Moot Court Competition, een internationale pleitwedstrijd waarbij een honderdtal teams uit Europa, Azië en Amerika het tegen elkaar opnemen. Het Leuvense team mag zich van 17 tot 19 maart meten met de winnaars van de drie andere regionale finales (Madrid, Lissabon en Parijs) tijdens een superfinale die zal plaatsvinden in de gebouwen van het Hof van Justitie in Luxemburg voor echte rechters van het hoogste EU rechtscollege. Traditiegetrouw nam Leuven dit jaar ook deel aan de prestigieuze Philip C. Jessup International Law Moot Court Competition. Katayoun Alidadi (3e licentie rechten), Frances Ibekwe (Erasmus), Tine Tytgat (3e licentie rechten), Cornelius Bader (Erasmus) en Hendrik Schoukens (2e licentie rechten) slaagden erin om zich – als zesde Leuvense team op rij - te plaatsen voor de internationale ronde en nemen het eind maart in Washington op tegen teams uit de hele wereld.
Wie niet waagt, wint geen wagen Tim Vuylsteke
Een vreemd tafereel speelde zich vorige vrijdag af in het centrum van Leuven. Even over drieën kwamen plots achttien identieke autootjes het Ladeuzeplein opgereden, om een uurtje later, telkens met een student achter het stuur, weer te verdwijnen. Enige navraag leerde ons dat het niet ging om een
foto: Rob Stevens
Patiënten met een aangeboren transpositie van de grote bloedvaten – lichaams- en longslagader zitten omgekeerd op de hartkamers – leiden een zo goed als normaal leven na een Mustard- of Senning-operatie. Dat blijkt uit een gemeenschappelijke studie van zes Belgische centra voor kindercardiologie. Bij patiënten met een aangeboren transpositie gaat er te weinig zuurstofrijk bloed vanuit de longen naar de rest van het lichaam. Mustard- en Senning-operaties wisselen de boezems in het hart om, zodat het binnenkomend zuurstofrijk bloed uit de longen wel weer volop naar de hartkamer met de aorta wordt gepompt. Bij die operaties – vooral uitgevoerd in 1960-1980 – traden makkelijk complicaties op. In België werd nu voor het eerst een onderzoek uitgevoerd naar de effecten op lange termijn van de operaties. De studie verzamelde gedurende dertig jaar gegevens over 339 patiënten. 56 kinderen stierven binnen de maand na de operatie, nog eens tien binnen het jaar. Maar zij die overleefden, konden op het vlak van studeren, werken en sporten eigenlijk een zo goed als normaal leven leiden. Voor de studie gebruikten de onderzoekers gegevens uit een unieke databank, die alle patiënten met een aangeboren hartziekte in België registreert en volgt. De zes Belgische centra voor kindercardiologie (K.U.Leuven, UCL, UGent, ULB, UA en ULg) brengen van iedere patiënt met een aangeboren hartafwijking de gegevens in, gecodeerd en dus anoniem. De nationale coördinator van deze databank is Philip Moons van het Centrum voor Ziekenhuiswetenschappen van de K.U.Leuven. Het uiteindelijke doel van de databank is een beter begrip van aangeboren hartafwijkingen, de evolutie van die aandoeningen en de weerslag ervan op het leven van de patiënten. In België komen elk jaar ongeveer 900 baby’s ter wereld met een aangeboren hartziekte, het totale aantal patiënten met een aangeboren hartafwijking wordt geschat op 60.000 tot 65.000.
landing van aliens, zoals we aanvankelijk dachten, maar wel om de officiële start van de Daewoo Student Trophy.
T
ot 8 februari konden studenten per drie een team vormen en zich inschrijven. Enige voorwaarde was dat ze aan dezelfde universiteit studeren, en al minstens een jaar over een rijbewijs beschikken. Midden februari werd een selectieproef georganiseerd. De dertien teams die op die proef het best scoorden, krijgen elk drie Daewoos ter beschikking waarmee ze twee maanden lang mogen rondtoeren. Ondertussen moet er natuurlijk ook worden gewerkt. In maart krijgen de dertien teams elke week een aantal vragen over medische, economische en filosofische problemen voorgeschoteld. Het team dat op 2 april bovenaan de rangschikking staat, mag zijn drie wagens houden, en verdient voor zijn universiteit bovendien een studiebeurs.
Edelwijs Meer dan tachtig procent van de ingeschreven teams kwam uit Leuven. Van de dertien finaleplaatsen, die verdeeld werden op basis van het totale aantal studenten per universiteit, heeft de K.U.Leuven er uiteindelijk zes kunnen bemachtigen. Zes teams, dat betekent achttien Daewoos, en het zijn die auto’s die vorige week vrijdag
dus werden uitgedeeld op het Ladeuzeplein. Wij pikten er één team uit dat we de hele wedstrijd lang op de voet gaan volgen: het Edelwijsteam (foto), dat bestaat uit Liesbeth Vander Weyden (22, eerste doc arts), Dries Gevers (21, eerste lic burgerlijk ingenieur) en Paul Van Roy (21, tweede lic handelsingenieur). Het is – hoe kan het ook anders – de vrouw die het initiatief heeft genomen. Liesbeth: “Vrienden hadden me over de Student Trophy verteld. Die vrienden gingen zelf ook meedoen, maar ze zijn uiteindelijk vergeten om zich in te schrijven. Maar goed, op de website las ik dat er onder meer vragen over geneeskunde, economie en wetenschappen zouden worden gesteld. Gezien hun studierichtingen was het duidelijk dat Dries en Paul, beiden ex-klasgenoten en goede vrienden van mij, mijn ‘partners’ zouden worden. Ze gingen meteen akkoord.” Dries: “De preselectie op 14 februari bestond uit twintig meerkeuzevragen die op het internet moesten worden opgelost. Wie welke vragen voor zijn rekening zou nemen, lag voor de hand. Ik had eigenlijk niet zó hard mijn best gedaan bij het oplossen van mijn
deel, maar blijkbaar heb ik het er toch vrij goed van afgebracht. We scoorden zeventien punten, wat betekent dat we één vraag niet ingevuld, en één vraag fout beantwoord hadden.” Paul: “Tijdens het oplossen van de vragen communiceren we met elkaar via mail, telefoon en MSN Messenger. Als we het antwoord op een bepaalde vraag echt niet kunnen vinden, gaan we te rade bij familie en vrienden. Nu, volgend weekend begint de finale, en we zullen er in het begin echt keihard voor gaan. Lukt het niet, dan kunnen we nog altijd twee maanden rondrijden in onze Daewoo...” De vijf andere K.U.Leuven-teams: • China Dolls (Ching Man Choi, Kim Schrijver en Geert Willems) • De Hulplijn (Nicholas Matthijs, Matthias Verbeke en Willem Verrijdt) • SOIT (Sara Driesen, Tom Callens en Nele Vandebosch) • The Medical Team (Erik Bodson, Peggy Claes en Kathleen Geudens) • Winners@Work (Leen Braeken, Jeroen Geens en Dimitri Van Baelen) • www.daewoostudenttrophy.com
K.U.Loket voor ZAP: ‘Mijn cv’ en ‘Mijn onderzoeksinventaris’ Het Anemoon-team blijft naarstig voortbouwen aan K.U.Loket. Voor het Zelfstandig Academisch Personeel zijn er sinds 4 maart twee nieuwe SAP-instrumenten. Voor alle ZAP-leden wordt er automatisch een cv gecreëerd, dat toegankelijk is via een link in de elektronische personeelsgids. Vaste onderdelen van ‘Mijn cv’ zijn foto, adres en benoemingsdatum. ZAP-leden (of hun gedelegeerden) kunnen via K.U.Loket aanpassingen doorvoeren.
4 CAMPUSKRAN T 4 .3 . 2004
Daarnaast kunnen ze onderzoekstopics opgeven, die dan in het cv geplaatst worden. Ze kunnen ook aanduiden welke links geactiveerd mogen worden: onderzoeksprojecten, onderwijsopdrachten, expertises, functies, en publicaties. Met de tweede toepassing – ‘Mijn onderzoeksinventaris’ – kunnen ZAP-leden (of hun gedelegeerden) in K.U.Loket de gegevens over hun eigen projecten, expertises, onderzoeksgroepen en
samenwerkingverbanden updaten. Die informatie wordt dan opgenomen in de IWETO-databank (Inventaris Wetenschappelijk en Technologisch Onderzoek Vlaanderen). Vroeger werden de gegevens via papieren fiches verzameld, via K.U.Loket zal dat veel sneller kunnen gebeuren: de gegevens die het ZAP-lid opgeeft, worden onmiddellijk opgenomen in de databank. (rvh) • www.kuleuven.ac.be/kuloket
14de opgravingscampagne vult hiaten op
Krakers in Sagalassos foto: Sagalassos Archaeological Research Project
Wouter Verbeylen
Veertien keer al trok archeoloog Marc Waelkens met zijn team naar de historische site van Sagalassos in Turkije. De klinkende resultaten van elke campagne maakten het project tot een schoolvoorbeeld van multidisciplinair archeologisch onderzoek. Stilaan vallen de puzzelstukjes op hun plaats, en wordt duidelijk hoe en waarom de stad, eeuwenlang een bloeiend economisch centrum, onherroepelijk uit de geschiedenisboeken verdween.
S
agalassos is gelegen in een bergachtige streek van Centraal Turkije, zo’n 100 kilometer boven de toeristische havenstad Antalya. Professor Marc Waelkens: “Sagalassos kende haar grote bloeiperiode tussen het jaar 0 en de zesde eeuw na Christus. De stad was in die tijd zonder meer het belangrijkste economische centrum uit de streek, waar internationale handel bedreven werd. Om een frappant voorbeeld te geven: op de site zijn resten aangetroffen van katvissen uit het Nijlgebied van de eerste tot de zevende eeuw, en van uit Egypte afkomstig glas.” In de zesde eeuw sloeg het noodlot een eerste keer toe: Sagalassos werd achtereenvolgens getroffen door een aardbeving en een grote pestepidemie. “Na de pest krabbelde de stad nog enigszins terug uit het dal. Maar na een nieuwe grote aardbeving in de vroeg-Byzantijnse periode, in het midden van de zevende eeuw, die dan nog eens plaatsvond in een tijd van Arabische invasies, werd de stad de facto herleid tot een meer rurale en agrarische gemeenschap.” “Tijdens de laatste campagne hebben we kunnen vaststellen wat we al langer vermoedden: dat er een historisch actieve breuklijn door de stad loopt. De laatste grote aardbeving in de zevende eeuw heeft vermoedelijk een kracht tussen 6,4 en 6,8 op de schaal van Richter gehad. Niet verwonderlijk dus dat de stad nadien verlaten werd.” Sagalassos verdween gedurende meer dan duizend jaar uit de geschiedenisboeken. Waelkens: “De centrale vraag voor ons was: wat moeten we ons bij die ‘verdwijning’, die inkrimping tot een boeren-
dorp voorstellen: een plots verval, of een geleidelijke transformatie? Recente ontdekkingen wijzen steeds meer op het laatste.”
Beerput “We krijgen stilaan een goed zicht op de geleidelijke verloedering van de publieke gebouwen in de vroeg-Byzantijnse tijd”, vertelt Waelkens. “Zo stelden we vast dat een magistraal gebouw als de thermen tot in de zevende eeuw - na de rampen uit de zesde eeuw dus - nog actief gebruikt werd. In de thermen waren onder meer openbare toiletten gevestigd, en in de zevende eeuw werden die plots omgevormd tot een verzamelpunt van de beerputten uit de stad om mest te produceren die men nodig had voor de landbouw.” “Andere openbare gebouwen werden gekraakt, vaak met toestemming van de autoriteiten: het respect voor die gebouwen brokkelde langzaam af. Andere, levensnoodzakelijker behoeften drongen zich op. Nog een voorbeeld: in de enorme stadsvilla die we stukje bij beetje blootleggen, stellen we vast dat voorheen prominente kamers in kleinere ruimtes werden opgedeeld. In één kamer troffen we resten aan van gedroogde koeken van koeienmest, die daar blijkbaar als brandstof opgeslagen werden. Ook kleinere gebouwen gingen plots dienst doen als afvalkuilen.” “In de ontwikkelingsgeschiedenis van de stad zaten we nog met een aantal grote hiaten, vooral dan tussen 2200 en 300 voor Christus, vóór de grote bloeiperiode dus, en nadat de stad verlaten werd, vanaf 700 na Christus. Ook die hiaten raken nu langzaam maar zeker opgevuld. We heb-
ben inmiddels ontdekt dat er nog occupatie is geweest tot enkele eeuwen nadien. Er zijn nog resten aangetroffen van een dorp uit de negende tot elfde eeuw in het voormalige heiligdom voor de keizercultus in het zuiden van de stad, en van een Byzantijns fort uit de twaalfde-dertiende eeuw op de naburige heuvel, waarop Alexander in 333 voor Christus Sagalassos verslagen had. Pas daarna is het doek definitief gevallen.”
Geldzorgen Het in kaart brengen van de ontwikkelingsgeschiedenis van Sagalassos is slechts één spoor dat de onderzoekers jaar na jaar volgen. Ze gaat hand in hand met onder meer de studie van het veranderend landgebruik in de omgeving, het blootleggen van een magistrale villa, en de restauratie van een groot eremonument en van een grote pronkfontein, waarover we vorig jaar al berichtten in Campuskrant (nr. 12 van mei 2003). Het einde van het Sagalassosproject is dus vooralsnog niet in zicht, aldus Waelkens: “Het hele gebied bestrijkt 27 dorpen op een oppervlakte van 1.800 vierkante kilometer - bijna zo groot als de hele provincie Vlaams-Brabant. We hebben dus nog werk voor tientallen jaren. Ter vergelijking: andere grote archeologische projecten in het Middellandse Zee-gebied zijn nu al bijna een eeuw aan de gang.” “Maar groter mag het project in elk geval niet meer worden, dan is het niet meer beheersbaar. Louter praktisch gezien zitten we nu eigenlijk al op het randje: we doen aan archeologisch onderzoek, we runnen een verblijfplaats voor 80 tot 90 mensen, we leveren zelfs gratis gidsen
Zicht op de thermen. De openbare toiletten in de thermen werden in de vroeg-Byzantijnse tijd een verzamelpunt van de beerputten uit de stad om mest te produceren voor de landbouw.
voor de bezoekers. Sagalassos is inmiddels trouwens in alle toeristische rondleidingen opgenomen. 2003 was wegens de Irak-crisis een bijzonder slecht toeristisch jaar, maar het jaar voordien steeg het aantal bezoekers aan de site tot 20.000.” Ondanks het succes van de campagnes, blijft geld één van de grootste zorgen. Waelkens: “Het grootste deel van onze financiële middelen wordt momenteel opgeslorpt door de conservatie van alle vondsten. Die gebeurt door - voor het merendeel Britse - professionals. Het belang van een goede conservatie kan niet onderschat worden. We leggen bijvoorbeeld bakstenen binnenmuren bloot die hoegenaamd niet bestand zijn tegen de grote temperatuurverschillen - van min 20 graden in de winter tot 40 graden in de zomer. Als we daar geen rekening mee houden, zullen we de geschiedenis ingaan als degenen die Sagalassos hebben kapotgemaakt in plaats van blootgelegd.” • Professor Waelkens stelt de resultaten van Sagalassos 2003 voor op 9 maart in Alden Biesen, en op 11 maart in Leuven (Aula Pieter De Somer), telkens om 20 uur; reserveren kan op (t) 016 32 48 88, op www.sagalassos.be, of via
[email protected] • Op www.sagalassos.be vindt u ook een link naar de website van het Archaeology Magazine, waar sinds juli 2003 de opgravingen interactief te volgen zijn.
foto: Patrick De Spiegelaere
Voedsel: koopwaar of mensenrecht? (Groen!), Ignace Coussement (Boerenbond), professor Lodewijk Berlage (K.U.Leuven) en Jan Vannoppen (Vredeseilanden). Moderator is Gie Goris (MO*).
Fausta, een Tanzaniaanse boerin, staat er verweesd bij tussen de tonnen maïs, rijst en graan in een loods in Dar Es Salaam. Hier worden de voedingsgewassen die vanuit Westerse landen worden ingevoerd, opgeslagen en verder getransporteerd over het land. Exportsubsidies maken de ingevoerde landbouwproducten goedkoper dan die van de Tanzaniaanse boeren zelf… Zijn overheidssubsidies de grote boosdoener? Biedt een verdere liberalisering van de mondiale voedselmarkt de oplossing? Student Aid, Vredeseilanden, Kauri vzw en MO* organiseren een panelgesprek met Annemie Neyts (VLD), Vera Dua
4.3.2004 C A M P U S K R A N T
• 9 maart, 20u, MTC Grote Aula, Sint-Michielsstraat 6, 3000 Leuven. Gratis toegang. • Het panelgesprek kadert in de Student Aid-actieweek rond Afrika. Op 9 maart levert Student Aid voor drie euro een wereldvriendelijk ontbijt aan huis, en op 11 maart is er een optreden van Bana Liège (rumba-rock en soukous), gevolgd door een folk- en wereldmuziekfuif. Alle info: www.studentaid.be
5
Leuven levert bijdrage aan bekroond Europees project
Robot als speelkameraad of babysit Kent u Twiki nog, het blikken vriendje van Buck Rogers? Vijfentwintig jaar na zijn creatie ziet hij er allerminst hightech uit, eerder aandoenlijk. Maar aan de andere kant: hoe komt het eigenlijk dat we met zijn allen nog altijd niet zo’n robot in huis hebben? Wie een computer met internetverbinding heeft, beschikt over een superbrein, maar zou het niet handig zijn als dat brein in een rondwandelende gezelschapsrobot zat die ook nog eens de vervelende klusjes in huis kon opknappen? Gert Gielen
E
Robot als speelkameraad Eén van de experimentele robots heeft een gezichtje meegekregen waarmee hij eenvoudige emoties kan tonen. Marnix Nuttin: “Ik heb me lang afgevraagd waarom een robot emoties zou moeten tonen. Maar een emotionele interactie zegt eigenlijk heel veel, en maakt de interactie veel natuurlijker. Zo’n robot kan, naast eventueel een praktische functie als aanspreekpunt voor allerlei elektronische toepassingen in het huis, ook gewoon een aangename speelkameraad zijn. Daarvoor moet hij dan wel een bepaald karakter meekrijgen, hij mag niet altijd op dezelfde manier reageren. Er wordt veel verwacht van puur recreatieve toepassingen. Ze zouden een stimulans kunnen geven aan andere producten, zoals de games dat voor pc’s hebben gedaan.”
ambient intelligence werd uitgewerkt. Het uitgangspunt daarbij was de vraag welke producten in de toekomst gekocht zullen worden. De technologie is intussen zo ver gevorderd dat bepaalde functionaliteit evident is, op dat vlak kun je het verschil niet meer maken. Je moet dus een meerwaarde leveren. En mensen zijn ook bereid om meer te betalen voor gebruiksgemak, stijl en fun. Kijk naar het Senseokoffieapparaat, waarbij eigenlijk een ‘ervaring’ wordt verkocht. Een concreet project van Philips, dat binnenkort wordt gecommercialiseerd, is de intelligente badkamerspiegel, waarop kinderen bijvoorbeeld tijdens het tandenpoetsen een tekenfilmpje kunnen volgen, of waarop je zelf het weerbericht of verkeersinformatie kunt oproepen.” “Ambience richt zich eigenlijk op drie toepassingsgebieden: de thuisomgeving, de werkomgeving en de publieke ruimte. Onze inbreng bestond eruit voor elk van die gebieden te bekijken welke rol robots zouden kunnen spelen. In musea en andere openbare gebouwen kan een robot bijvoorbeeld een aanspreekpunt zijn om informatie te krijgen, of zorgen voor de ontvangst van bezoekers en hen meteen de weg wijzen.”
foto: Rob Stevens
r wordt al jaren geëxperimenteerd met robots, maar de soms spectaculaire prototypes worden zelden volwaardige producten. En geef nu toe, zo’n Japans robothondje is wel leuk, maar het kan niet tippen aan uw eigen R2-D2 (Artoo-Detoo voor de Star Wars-puristen) of C-3PO. Toch illustreert de hond Aibo niet alleen dat er opnieuw een verhoogde interesse is voor de rol van robotica in ons dagelijks leven, maar ook dat de meerwaarde van robots wellicht eerder zit in de ‘natuurlijke’ – dierachtige of mensachtige manier – waarop ze met ons kunnen communiceren. In het kader van het Europese project Ambience zoekt het team van Marnix Nuttin, Dirk Vanhooydonck en Eric Demeester van de Afdeling Productietechnieken, Machinebouw en Automatisering van het Departement Werktuigkunde uit welke concrete rol robots kunnen spelen in de intelligente leef- en werkomgevingen van de toekomst. Ambience kreeg vorig jaar de derde ITEA Achievement Award, een bekroning voor belangrijke Europese vernieuwingen in de informatietechnologie. Het basisidee achter ambient intelligence is dat de huidige technologie heel ver staat op het gebied van prestaties maar dat er nog veel kan gebeuren aan de manier waarop die technologie geïntegreerd wordt in onze omgeving en, de manier waarop ze bediend wordt. Nuttin: “Het project wordt getrokken door Philips, waar ook het idee van
Dirk Vanhooydonck (r), Eric Demeester (l) en Marnix Nuttin: “Het is enorm moeilijk om een autonome robot zo goed te laten reageren op zijn omgeving dat het echt een zinvolle toepassing wordt.”
zou bijvoorbeeld ook een mecanicien die een wasmachine komt repareren via de pda kunnen binnenlaten in je huis en hem dan met de robot volgen.”
Privacy Philips heeft een heus HomeLab opgericht, een stijlvol ‘toekomsthuis’ met muren vol camera’s, waarin allerlei nieuwe toepassingen concreet kunnen worden getest. Weer gaat het dan niet enkel om de functionaliteit (werkt de toepassing zoals ze hoort te werken?), maar vooral om de gebruikerservaring. Een intelligente afstandsbediening die het tv-programma en uw persoonlijke voorkeuren kent, kan ingenieus in elkaar zitten, maar zal alleen succes hebben als gebruikers ze praktischer en leuker vinden dan een combinatie van hun favoriete ‘onafhankelijk weekblad voor radio en televisie’ en een ordinaire afstandsbediening. Ook de Leuvense robotploeg ging al voor een proefritje naar het HomeLab. Een van de robots, maktub, werd ook al uitgetest door prins Filip, die vanuit de Universiteitshal via de robot een virtueel bezoekje bracht aan het Leuvens robotlabo. Nuttin:“Dat is één van de domeinen waarop een robot een duidelijke meerwaarde kan opleveren. Videocommunicatie is al goed ingeburgerd, maar met een van op afstand bestuurbare robot kun je precies bepalen wat je wilt zien, én kun je eventueel fysiek ingrijpen. Een mogelijk scenario is dat thuis een kind of grootouder ziek is en je contact wilt houden via je pda (personal digital assistant). Je kunt dan overal in huis camera’s hangen, maar daar kleven een aantal nadelen aan. Je kunt nooit overal kijken en het stoort de privacy. Een robot kun je bijvoorbeeld achter een sofa laten kijken, en je kunt hem wegsturen. Je
6 CAMPUSKRAN T 4 .3 . 2004
Stofzuiger Waar blijven al die robots die allerlei experimentele prototypes ons al jaren doen verwachten? Een van de weinige gecommercialiseerde ‘huisrobots’ is de intelligente stofzuiger, die op eigen kracht een kamer stofzuigt. Die kende een relatief succes, ondanks beperkingen, maar soortgelijke toepassingen laten op zich wachten. Nuttin: “Het is enorm moeilijk om een autonome robot zo goed te laten reageren op zijn omgeving dat het echt een zinvolle toepassing wordt. Alle bedrijven die hiermee bezig zijn, zoeken voortdurend naar speerpunttoepassingen die echt een succes kunnen worden en de weg vrijmaken voor andere producten.” “Je moet zo’n robot op een of andere manier leergedrag meegeven. Onze robotgroep, onder leiding van professor Van Brussel, hield zich vooral bezig met industriële toepassingen. Toen zijn we erin geslaagd een assemblagemachine te maken die ‘leerde’, in die zin dat ze haar handelingen aanpaste aan het materiaal dat ze te verwerken kreeg. Het is een van de weinige geslaagde projecten van die aard ter wereld. En daar gaat het om een heel beperkte aanpassing, voor de rest blijft het een goed gedefinieerde situatie. Bij een vrij bewegende robot gaat het om een totaal onvoorspelbare omgeving. Het is enorm moeilijk om hem dan zo te construeren dat hij met alle hindernissen leert omgaan.” “En dat is maar een van de praktische problemen. Het hele concept van een intelligente omgeving stelt bijvoorbeeld
gigantische beveiligingsproblemen. Het lijkt prachtig om bijvoorbeeld via draadloos internet alles in je huis te controleren, maar dat is enorm moeilijk te beveiligen. Hetzelfde geldt voor kantoren met interactieve muurschermen. De beveiliging van gegevens wordt veel minder eenvoudig dan wanneer iedereen aan zijn eigen pc werkt.”
Mobiele robot op kantoor Eén van de partners in het Ambienceproject, Barco, richt zich op de vraag hoe de kantoren van de toekomst eruit zullen zien. Nuttin: “In de werkomgeving had je vroeger een mainframe, nu heeft iedere medewerker een pc. De idee is dat we gaan naar een situatie waarbij één persoon omringd is door processoren. De interactie wordt dan heel belangrijk. Dat kan bijvoorbeeld gebeuren via grote muurschermen. Ik kan dan in mijn kantoor gemakkelijk documenten en vensters tevoorschijn halen door die schermen aan te raken, en zelfs een collega in een ander kantoor laten meekijken.” “Ook hier kan een robot voor een meer flexibel systeem zorgen. In plaats van een camera te hangen in elk kantoor, kan een robot naar een ander kantoor gestuurd worden als mobiel contactpunt. We hebben dat bij Barco uitgetest met een robot die eerst al rondrijdend een kaart opmaakt van het gebouw en dan instructies kan krijgen om naar een bepaald punt te gaan.”
Infosessie over de VS voor studenten en onderzoekers
Succes
in de VS Tim Vuylsteke
Lang geleden reisde je naar Amerika om goud te zoeken. Echt goud valt er nu waarschijnlijk niet meer te rapen, wetenschappelijk goud des te meer. Wie de droom koestert om in de Verenigde Staten te gaan studeren of doctoreren, begint zijn reis het best in de Aula Zeger Van Hee, want daar vindt volgende week een infosessie plaats. Aan het woord komen die avond onder meer Ingrid Verbauwhede, Bart Kerremans en Jan Vranckx.
Ingrid Verbauwhede – Toegepaste wetenschappen
Bart Kerremans – Sociale wetenschappen
“No such thing as free K.U.Leuven”
“Amerikanen springen creatiever om met kennis”
“Je spreekt zomaar de grote namen uit je vakgebied aan”
Professor Ingrid Verbauwhede verbleef geruime tijd in de Verenigde Staten. Ze doceerde onder meer aan de UCLA (University of California Los Angeles), en zal nu binnen ESAT (Departement Elektrotechniek) de internationale programma’s opvolgen. “Ik heb in de Verenigde Staten gewoond en gewerkt van 1992 tot 2003. Mijn oorspronkelijke plan was om er één jaar te blijven; uiteindelijk zijn het er dus meer dan elf geworden. De eerste jaren was ik actief als postdoc in UC Berkeley (University of California Berkeley), en na een omweg langs Silicon Valley werd ik in 1998 benoemd tot associate professor aan de UCLA.” “Van de 1.200 tot 2.000 buitenlandse ingenieurs elektrotechniek die jaarlijks een aanvraag indienen om te studeren aan die universiteit, wordt ongeveer een tiende toegelaten. Elke kandidaat heeft dus af te rekenen met concurrentie, vooral bij de gerenommeerde universiteiten. Maar dat is in Amerika voor alle studenten op alle niveaus het geval: there is no such thing as free K.U.Leuven there! Bovendien levert een admission je niet automatisch ook een studiebeurs op. Maar studeren in Amerika is natuurlijk een ongemeen interessante uitdaging, al moet je wel bereid zijn om hard te werken. Wees echter gerust: de Leuvense ingenieurs hebben een sterke reputatie daar.”
Professor Bart Kerremans is momenteel verbonden aan het Departement Politieke wetenschappen. In 1998 was hij te gast aan de George Washington University in Washington D.C. Hij doceerde er het vak Economic Policies of the European Union. “Toen ik in Amerika ging lesgeven, kwam ik er terecht in een uiterst dynamische academische omgeving. Het onderwijs is er interactiever: van de studenten wordt veel meer eigen inbreng verwacht dan hier in België. Om die reden denk ik dat een studieverblijf in de VS een meerwaarde kan betekenen voor de opleiding van onze studenten hier. Wij hebben een veel uitgebreidere parate kennis dan de Amerikanen, maar zij zijn beter getraind in het creatieve gebruik van kennis. De twee onderwijsculturen zijn dus complementair.” “Mijn eigen Amerika-avontuur was bijzonder positief. Ik heb de cultuur daar als ontzettend verfrissend ervaren. Mijn jaartje Verenigde Staten heeft mij echt op een zeer ingrijpende manier beïnvloed. Als het aan mij lag, vertrok ik meteen opnieuw. Wellicht zal niet iedere student even opgetogen zijn als ik over zijn verblijf in de States, maar wie niet waagt, niet wint. En je niet laten misleiden door vooroordelen, maar zelf je eigen oordeel vormen, kan je al een heel eind op weg helpen.”
Jan Vranckx is verbonden aan de Afdeling Plastische en Reconstructieve Heelkunde van het UZ Gasthuisberg. Hij was als postdoctoraal onderzoeker twee jaar lang verbonden aan de Harvard Medical School in Boston. “Mijn verblijf in de Verenigde Staten was tof en uniek. Boston is een inspirerende stad om in te wonen en te werken. Het is belangrijk voor iemand die van plan is in het buitenland te gaan studeren dat niet alleen de academische omgeving waarin hij of zij terechtkomt stimulerend is, maar ook de hele regio. Als dat het geval is, ben je nog meer gemotiveerd om er iets onvergetelijks van te maken. Een gezonde geest in een gezond lichaam, zoals dat heet.” “Niettemin betekent zo’n Amerikaverblijf hard werken, want je bent daar niet als toerist. De verwachtingen zijn hoog gespannen, en de deadlines voor projecten en publicaties stapelen zich op. Anderzijds word je voor je harde labeur rijkelijk beloond. Heel wat grote namen uit je vakgebied hebben in de States immers hun vaste stek, en je kan die zomaar aanspreken. Dat werkt uitermate inspirerend. Natuurlijk zal je je weleens ergeren aan bepaalde aspecten van the American way of life, maar dat maakt deel uit van de boeiende culturele uitwisseling. Krijg je de kans op een dergelijk avontuur? Doen!”
Jan Vranckx – Geneeskunde
foto’s: Rob Stevens
‘Success in the US’, infosessie over de Verenigde Staten voor studenten en onderzoekers, dinsdag 9 maart, Aula Zeger Van Hee, College De Valk, 19u30, www.kuleuven.ac.be/sa/usa.htm (ook voor informatie over de andere infosessies over studeren in het buitenland)
Vlaamse Week van de Vrijwilliger
Naar schatting één op vijf Vlamingen is actief als vrijwilliger. Tijdens de Week van
“Je krijgt er veel voor terug”
hun belangeloze engagement. Toekomstig orthopedagoge Lize Peers is één van hen.
de Vrijwilliger, in de eerste week van maart, richt de Vlaamse Overheid de spots op Ze was zestien toen ze haar eerste stappen als vrijwilligster zette.
foto: Rob Stevens
“I
k wou eens iets anders doen”, verklaart Lize haar keuze om mee op kamp te gaan met mensen met een ernstig meervoudige handicap. “Misschien was ik er nog een beetje te jong voor – ik begeleidde een veertienjarig meisje dat helemaal niet zelfredzaam was. En al was er professionele begeleiding, het werd een zware en confronterende vakantie. Maar wel een leerrijke. Ik hield contact met het meisje en haar ouders, en verwerkte hun en mijn ervaringen in mijn eindwerk.” De weg die Lize die zomer insloeg, bleef ze sindsdien verkennen. Terwijl ze haar eindverhandeling schrijft over de levenskwaliteit van personen met een ernstig meervoudige handicap, is ze één van de veertig vrijwilligers van VIBEG, het Leuvense vormingsinstituut voor mensen met een handicap en hun omgeving. Daar zorgt ze mee voor de begeleiding van projectdagen en zomerweken. “We werken
4.3.2004 C A M P U S K R A N T
met een bijzondere, maar ook een dankbare doelgroep: je krijgt veel terug voor je inzet.” Vrijwilligerswerk en studies verrijken elkaar wederzijds, vindt Lize: “Als vrijwilligster vergaar ik de praktijkervaring die ik in mijn studie wat ontbeer. Tegelijkertijd helpt mijn achtergrond als pedagoog in spe me om de dingen breder te zien. Soms denk je wel: ‘Al die theorie, waar slaat dat op?!’, maar door de jaren ontwikkel je toch een duidelijke visie op problemen.” Ze ging eerder ook al op bouwkamp in Portugal, en in april trekt ze voor twee weken naar Zuid-Afrika, waar ze de kinderafdeling van de Tzhilidzini-kliniek zal versterken. “Een operatie die ik zelf financier, maar ik hoop sponsors te lokken met een pannenkoekendag in mijn thuisbasis Kortrijk-Dutsel. Iedereen is welkom!” (dc) • www.vrijwilligerswerk.be • vibeg.scw.be
7
Radicale theoloog Don Cupitt in ‘Religie Heen/Terug’
God is dood, leve het leven E ‘Religie zonder God?’, dat is het thema van het derde luik van ‘Religie Heen/Terug’, een geza-
menlijk project van K.U.Leuven en UA. De lezingenreeks bekijkt het fenomeen godsdienst vanuit filosofische, theologische en menswetenschappelijke hoek. Dit jaar komen voor- en tegenstanders van de zogenaamde posttheïstische religiositeit aan het woord. De controversiële Cambridge-theoloog Don Cupitt is wellicht de meest bekende vertegenwoordiger van de anti-realistische positie: Cupitt was aanvankelijk een orthodoxe Anglicaan, maar in de loop van zijn carrière begon hij de idee van een transcendentale God te verwerpen. Hij kwam uit bij een visie op religie die hij Empty Radical Humanism noemt.
foto: Emmanuel College
Reiner Van Hove
n hoe moet religie er dan uit zien, zo zonder God in de hemel? Het antwoord zit in de titel van Cupitts lezing: ‘The Turn to Life in Modern Religious Thought’. De traditionele christelijke religie, betoogt Cupitt, heeft plaats gemaakt voor een religie van het leven: “Een vijftal jaar geleden begon ik zinnetjes en zegswijzen uit ons dagdagelijks taalgebruik te verzamelen, die me vanuit filosofisch en religieus standpunt interessant leken. Toen ik met een fluostift de meest voorkomende woorden aanduidde, bleek het woord ‘leven’ het vaakst terug te komen.” “Ik verzamelde een honderdtal van die leven-uitdrukkingen, en slechts één daarvan vond ik terug in de Oxford English Dictionary. Dat betekent dat er in de twintigste eeuw een enorme toename is geweest van het aantal idiomen met het woord ‘leven’. En vele daarvan bleken variaties op vroegere zegswijzen over God: het leven liefhebben, vertrouwen hebben in het leven, de lessen die het leven ons leert… Mensen nemen nu dus een religieuze houding aan ten opzichte van het leven zelf. Kijk bijvoorbeeld naar de manier waarop we onze doden begraven: we hebben de traditionele begrafenisplechtigheid vervangen door een viering van het leven van de overledene.” Voor Cupitt is religie zo omvattend mogelijk ‘ja’ zeggen tegen het leven, en zoveel mogelijk waarde geven aan dat leven. Want, zegt hij, er is geen leven na de dood, en geen wereld buiten de onze: “Natuurlijk is er geen leven na de dood. Het komt erop aan dit leven te aanvaarden als een pakket, met de positieve en negatieve kanten. Vergelijk het met de huwelijksgeloften: in goede en kwade dagen, in voorspoed en tegenspoed, in ziekte en gezondheid... Voor mij spelen de strijd tegen het kwaad en de veroordeling
van de zonde geen grote rol in religie. Wat van belang is, is dat we ons beetje wereld liefhebben en koesteren, en dat we het leven waarde geven door de wereld mooier te maken. En dat doen we via taal. Sinds de Tweede Wereldoorlog hebben de meeste ethische bewegingen de mensen proberen te overtuigen om hun woordenschat te veranderen. We introduceren nieuwe woorden om mensen uit hun vooroordelen te halen, tegenover vrouwen, zwarten en homo’s bijvoorbeeld. Op die manier re-valueren we onze wereld en ons leven.” Een ander begrip dat Cupitt lanceerde is solaire ethiek. In onze omgang met onze medemensen, zegt hij, moeten we zoals de zon zijn: “De zon leeft en sterft volgens hetzelfde proces van uit-gaan. Op dezelfde manier moeten wij onszelf uitschenken in ons sociale leven, in solidariteit, en daar religieuze voldoening in vinden. Het is een expressieve, all-out vorm van ethiek. Ik geloof ook niet in een inwendig ik, of een ziel. Je uitwendige ik is je enige ik. We zijn de rollen die we spelen, we zijn de voorstelling die we geven.”
moeilijk om ze te overtuigen. Ik vrees dat ze meer en meer een orthodoxe, ultra-conservatieve lijn zullen aanhouden. Maar ik hoop tenminste dat religieuze liberalen zullen proberen om mee te gaan met de geschiedenis, en na te denken over een vorm van religie op maat van onze toekomst. Wat mijn eigen rol is? Wel, ik ben gewoonweg een schrijver, die deze ideeën probeert te introduceren en te verspreiden.” Die ideeën kunnen op weinig begrip rekenen binnen de Anglicaanse kerk, hoewel Cupitt een Anglicaans priester op rust is: “Neen, mijn opvattingen zijn uiteraard helemaal niet aanvaard binnen de kerk. Britse filosofen en theologen zijn dan ook erg conservatief. Mijn boeken worden trouwens uitgegeven in Amerika. Mijn radicale visie heeft me uitgesloten van promoties binnen de kerk of binnen de universiteit, dus ben ik noodgedwongen een soort van freelancer geworden. Maar dat vind ik niet erg, want op die manier heb ik mijn denken onafhankelijk kunnen ontwikkelen. En ik ben ervan overtuigd dat mijn ideeën op lange termijn wél beter begrepen en algemeen aanvaard zullen worden. I’m certain I’ll win in the long run. (lacht)”
Religieuze freelancer Voor de beoefening van de levensreligie hebben we volgens Cupitt geen spirituele leiders of kerken nodig: “Ik pleit voor een democratische, informele vorm van religie. Die bestaat bijvoorbeeld binnen de Sea of Faith-beweging, waarmee ik geassocieerd word. Die beweging heeft geen geloofspunten en is volledig democratisch. De leden ontmoeten elkaar en organiseren conferenties, maar er zijn geen religieuze professionelen binnen de beweging.” “Ik zou graag zien dat de grote kerken de veranderingen in de maatschappij volgen, maar het wordt
• Don Cupitt geeft zijn lezing – ‘The Turn to Life in Modern Religious Thought’ - op 18 maart om 20u in de Promotiezaal van de Universiteitshal, Naamsestraat 22, 3000 Leuven. De toegang is gratis. • Op 1 april geeft professor Arnold Burms een lezing met de titel ‘Vrome ongelovigen’. Voor meer informatie over ‘Religie Heen/Terug’ kunt u terecht op www.hiw.kuleuven.ac.be/religieHT, of bij Ingrid Lombaerts, (t) 016 32 63 28,
[email protected]. ac.be
Studiedag rond culturele citymarketing
Hoe krijg je meer volk in de culturele keet? Een cultureel evenement op poten zetten in je stad is één zaak. Dat culturele evenement goed op poten zetten is al heel wat moeilijker, want dan moet je niet alleen oog hebben voor het cultuuraspect, maar ook een goede manager zijn. Op 9 maart organiseert het Instituut voor Culturele
B
arbara De Schrijver en Evelien Versyck, beiden studente Culturele Studies, zullen het hebben over ‘Het belang van de studentenpopulatie voor het tentoonstellingsbeleid en de publiekswerking van het Stedelijk Museum’. Wat moeten we ons daarbij voorstellen? Evelien: “Ons groepje moest de publiekswerking van het museum Vanderkelen-Mertens bestuderen, en nagaan op welke manier meer studenten naar dat museum kunnen worden gelokt.
Uit enquêtes die we uitdeelden, bleek immers dat maar weinig studenten het museum ooit bezocht hebben, en dat er zelfs heel wat zijn die er nog nooit van gehoord hebben.” Barbara: “Er moet dus reclame gemaakt worden. Maar de vraag is: met welk soort promotiemateriaal kan je studenten het best bereiken? Met websites en flyers, zo blijkt uit ons onderzoekje. Dat is dus ook wat we zullen aanraden aan het museum: pas je promotiecampag-
8 CAMPUSKRAN T 4 .3 . 2004
foto: Rob Stevens
Studies in samenwerking met het Leuvense stadsbestuur een studiedag rond culturele citymarketing. Op die studiedag geven ook enkele studenten een presentatie. Tim Vuylsteke
nes aan aan je doelgroep.” “We hebben echter nog een paar andere suggesties om meer studenten in het museum te krijgen. Zo kunnen de cultuurafdelingen van de studentenkringen bij de start van het academiejaar een rondleiding door Leuven organiseren waarbij enkele belangrijke culturele sites worden bezocht, zoals het stadhuis, het Begijnhof, de centrale bib, en dus ook het museum. Daarnaast zou het museum zelf de proffen van geschiedenis en kunstgeschiedenis kunnen aanschrijven om tijdens hun lessen wat reclame te maken.” Evelien: “Aanvankelijk was het niet de bedoeling dat we ons met het beleid van het museum zouden bezighouden. Na verloop van tijd raadde professor Baetens ons echter aan dat toch te doen. Immers, de huidige collectie van het museum is niet aantrekkelijk genoeg voor een jong publiek. Ook hier zouden we
Evelien Versyck
dus dezelfde suggestie willen doen: hou meer rekening met de doelgroep. Een frissere presentatie kan in dat opzicht al een eerste stap in de goede richting zijn.” • 9 maart, Auditorium Zeger van Hee, Tiensestraat 41, 3000 Leuven, toegang gratis. www.culturelestudies.be/citymarketing.htm
I NHOUD alumnikrant
alumnikrant
10 11
zeswekelijkse bijlage voor oud-studenten
Studeren op afstand: Open Universiteit
Vorige maand studeerde Danny Henckaerts af als ingenieur informatica. Op zich niks bijzonders, natuurlijk, ware het niet dat Danny net veertig geworden is, en bovendien voltijds werkt op de Dienst Administratieve Informatieverwerking. Hij volgde zijn ingenieursopleiding aan de Open Universiteit in Heerlen.
D
Dankbaar
De meeste studenten aan de Open Universiteit zijn, zoals Danny, werkstudenten. Ze moeten hun studie zien te combineren met hun beroepsleven, en dat heeft zowel voor- als nadelen. “Een belangrijk nadeel vormen de deadlines. De deadlines op het werk en de examens op elkaar afstemmen, is niet altijd evident. Ander nadeel is dat je in het afstandsonderwijs veel minder contact hebt met docenten en medestudenten.” “Maar er zijn ook voordelen. Zo kan je de theorie vrijwel onmiddellijk toetsen aan de praktijk, en omgekeerd. Omdat de opleiding modulair is opgebouwd, is ze ook veel flexibeler. Je kan zelf je studietempo bepalen, al vereist dat wel een grote dosis zelfdiscipline. Voor mij werkte die relatieve autonomie ontzettend motiverend, maar ik kan me wel voorstellen dat dat niet bij iedereen het geval is.” “Zeer belangrijk bij afstandsonder-
“Nu, het studiemateriaal mag nog zo aangepast en gevarieerd zijn, zonder de steun van je gezin én van je werkgever
foto: Rob Stevens
Deadlines
hoofd, heeft er steeds op aangedrongen dat ik mijn opleiding zou afwerken, en daar ben ik hem zeer dankbaar voor.” “Ten slotte is ook de steun van de studiecentra belangrijk. Voor een werkstudent is het belangrijk dat hij altijd ergens terecht kan met zijn vragen. Ik heb bijzonder veel gehad aan het Studiecentrum Leuven, en, na mijn verhuizing naar Limburg, ook aan het Studiecentrum Diepenbeek van het Limburgs Universitair Centrum.” “De voornaamste troeven van de
”Je kan zelf je studietempo bepalen, al vereist dat wel een grote dosis zelfdiscipline. Voor mij werkte die autonomie ontzettend motiverend.”
kan je onmogelijk het einde halen. Het was immers niet vanzelfsprekend voor mijn vrouw en kinderen als ik mij voor een examen vijf dagen nagenoeg volledig van hen afsloot. Gelukkig heb ik mijn thesis kunnen schrijven over elektronische leeromgevingen. Vorig jaar had ik het superdruk, zowel op het werk als met mijn thesis – maar François Van de Gaer, mijn dienst-
De gegevens van alle Alumni-leden worden opgeslagen in de
Alumni Databank Voor wijzigingen in adres- en studiegegevens of werkkring, voor het opsporen van jaargenoten, enz., surf naar www.alum.kuleuven.ac.be
Alumniquiz
Sneller brouwen dankzij continue gisting
Tim Vuylsteke
wijs is het studiemateriaal. Dat moet aangepast zijn aan het doel van de zelfstudie. Met andere woorden, het moet voortdurend terugkoppelen en vooruitzien, tussenvragen bevatten, oefeningen... anders is het onmogelijk vol te houden. Bovendien moet het materiaal ook gevarieerd genoeg zijn.”
VRG-Alumniprijs Meester Jef Vermassen
International Course Malting and Brewing Science
“Het was afzien, maar ik ben een tevreden man” anny is op de Dienst AIV verbonden aan het Campus Management-project. Hij was medeverantwoordelijk voor de ontwikkeling van de (her)inschrijvingen via het web, de Internetversie van het programmaboek, en tal van andere administratieve computertoepassingen. Danny: “Vroeger heb ik een graduaatsopleiding informatica gevolgd. Die studierichting beviel me wel, en ik ben later dan ook professioneel softwareontwikkelaar geworden. Maar na een tijdje kreeg ik opnieuw zin om te gaan studeren. Omdat ik mijn werk niet wilde opgeven – ik had ondertussen ook al een gezin – ben ik afstandsonderwijs gaan volgen aan de Open Universiteit. Ik schreef me in voor één module, om te zien wat het zou geven. Die eerste module viel zeer goed mee, dus schreef ik me in voor een tweede, en een derde ... En nu, tien jaar later, heb ik het hele programma afgerond. Ik heb wel een aantal moeilijke momenten gekend, maar nu alles achter de rug is, ben ik wát blij dat ik heb volgehouden!”
11
Kringnieuws
Open Universiteit zijn, zoals gezegd, het flexibele programma en het feit dat leeftijd geen rol speelt. Er zit toekomst in het afstandsonderwijs. Niettemin is het afzien. Ik denk dat fulltime studeren op je achttiende toch zo zijn voordelen heeft. Maar mij hoor je nu niet meer klagen. Ik ben een tevreden man.”
België mag dan allang bekend staan als het bierland bij uitstek, toch blijven onze brouwspecialisten niet op hun lauweren rusten. Het Leuvense Centre for Malting and Brewing Science organiseert van 8 tot 19 maart een internationale cursus mout- en brouwwetenschap, met een reeks hoorcolleges en case studies. Coördinator is professor Freddy Delvaux: “In de eerste plaats stellen we een state of the art op van de mouten brouwtechnologie. Daarnaast gaan we specifieke aandacht besteden aan de gebieden waarop wij in Leuven onderzoek doen. In de eerste plaats gaat het dan om speciale mouten en speciale bieren. En verder leggen we ons toe op het gistingsproces.” “We zijn bijvoorbeeld intensief bezig met een nieuwe fermentatietechniek: continue gisting. De gisting van bier is tot op heden altijd een zogenaamd batchproces geweest: in elke grote fermentatietank worden enkele brouwsels ondergebracht en daar vergist tot bier. Maar dankzij die nieuwe methode zou één relatief kleine continue fermentatieeenheid volstaan om dezelfde hoeveelheid bier te produceren als zes à zeven grote fermentatietanks. We werken namelijk met geïmmobiliseerde gist, in plaats van de traditionele zwemmende gist. We immobiliseren de gist door ze vast te hechten aan een matrix: dat kunnen glazen parels zijn, keramische parels, metaaldraden, of beukenhoutschilfers. Het voordeel van die werkwijze is dat je de concentratie gist per hoeveelheid bier dat in gisting is, gevoelig kan opdrijven. En zo kan je het hele brouwproces enorm versnellen. Vroeger had je drie maanden nodig om bier te brouwen, nu is dat drie weken, en wij willen daar drie dagen van maken. We hebben al een patent op een continue gistingmethode, maar de techniek wordt nog niet industrieel toegepast. Dat zal wellicht nog enkele jaren duren.” (rvh) • International Course Malting and Brewing Science, van 8 tot 19 maart. Info: www.agr.kuleuven.ac.be/lmt/cmbs/home .htm
Dienst Postacademische Vorming Kapucijnenvoer 33, 3000 Leuven Infolijn: (t) 016 33 21 21 - (f) 016 33 21 25
[email protected] Databank Open Vorming: www.dpav.kuleuven.ac.be
• www.ou.kuleuven.ac.be/ou
Ontvang gratis de wekelijkse
eNieuwsbrief K.U.Leuven Surf naar www.kuleuven.ac.be/nieuwsbrief/
4.3.2004 C A M P U S K R A N T
9
alumnikrant Kringnieuws Ekonomika Alumni De Regionale Kern Brussel richt een Loyens Leerstoel voor Fiscaliteit op, rond het thema ‘Fiscale amnestie - Fictie of realiteit?’ De vele vragen die fiscale amnestie oproept, worden behandeld door een panel van sprekers onder voorzitterschap van professor Frans Vanistendael. • 11 maart, 16-20u, Faculteit ETEW, HOG 01.85 (onthaal HOG 00.10), Naamsestraat 69, 3000 Leuven • Info: Matthieu Vanhove, (t) 016 40 77 12,
[email protected], alumni.ekonomika.be De Senioren van de Ekonomika Alumni (studie begonnen in 1964 of daarvoor) houden hun jaarlijkse Seniorendag. Gastspreker is Bart Van Daele, algemeen directeur van de UZ Leuven. De jubilarissen zijn de ‘studenten’ van lichting 1954-1958. • 21 april, 11u45, Faculty Club, Groot Begijnhof 14, 3000 Leuven • Info: Marijke Decabooter, (t) 016 32 66 90,
[email protected]
VRG-Alumni De VRG-Alumni organiseren op vrijdag 12 maart de elfde editie van hun jaarlijkse alumnidag, met een algemeen overzicht van recente ontwikkelingen in verschillende rechtstakken. • 12 maart, 12u45-18u15, College De Valk, Tiensestraat 41, 3000 Leuven • Info: Christine Verhoeven, (t) 016 32 54 81,
[email protected], www.law.kuleuven.ac.be/alumni/alumnidag.p hp3
Geologen De Beroepsvereniging Leuvense Geologen organiseert een studiedag rond het thema ‘Geologie van België’. Op deze studiedag wordt bijzondere aandacht besteed aan de nieuwste concepten met betrekking tot de geologische geschiedenis van België in zijn Europese context. Aspecten die aan bod komen: de plaattektonische context van de Paleozoïsche geschiedenis, de concepten van sequentiestratigrafie in het Cenozoïcum, neotektoniek en seismische activiteit, landschapsontwikkeling en klimaatsvariaties. • 13 maart, 8u30-17u, College De Valk,
Auditorium Zeger Van Hee, Tiensestraat 41, 3000 Leuven • Info: Manuel Sintubin, (t) 016 32 64 47,
[email protected], www.kuleuven.ac.be/geologie/bvlg/gvb.html
Burgerlijk ingenieurs De VILV organiseert ook een forumavond rond het thema ‘Mobiliteit in de 21ste eeuw: hoe ontwarren we de knoop?’, met gerenommeerde sprekers uit binnen- en buitenland. • 23 maart, 19u30, Kasteel Arenberg - auditorium, Kasteelpark Arenberg 1, 3001 Heverlee • Info: Paul De Somer, (t) 02 565 18 02,
[email protected], www.kuleuven.ac.be/vilv/Kalender.htm
[email protected], www.politica.be, www.afrikafilmfestival.be Op vrijdag 7 mei wordt de fakbar van pol&soc omgetoverd in een bar voor oud-studenten polcomsoc, onder de titel ‘Funky Friday’. De gelegenheid om elkaar nog eens in een gemoedelijke sfeer te ontmoeten of af te spreken met je jaargenoten. Op 7 mei om 21u30 houdt het afstudeerjaar 1979 een reünie. Alle alumni pocomsoc en hun partners zijn van harte welkom. • Politika Kaffee, Tiensestraat 55, 3000 Leuven • Info: Laurent Goethals, (t) 016 40 18 85,
[email protected], www.politica.be
Geneesheren-Alumni Farmaleuven Farmaleuven organiseert een studiedag rond het thema ‘Nieuwe geneesmiddelen en updates anno 2004’. Onderwerpen die aan bod komen: lokale niet-steroïdale behandeling van atopische dermatitis: plaats van calcineurineinhibitoren als tacrolimus en pimecrolimus; Imatinib, een specifieke tyrosinekinase-remmer: een doorbraak in de behandeling van chronische myeloïde leukemie; welke plaats heeft hormonale substitutietherapie nog bij menopauze? • 1 april, 19u30-22u20, Auditorium GA 2, Gasthuisberg, Herestraat 49, 3000 Leuven • Info: Johan Van Calster, (t) 016 32 34 56,
[email protected]
De Geneesheren-Alumni organiseren een algemene statutaire ledenvergadering en studiedag rond het thema ‘De patiënt, de arts en zijn dossier’. Onderwerpen die aan bod komen: het doel en de mogelijkheden van het EMD; wettelijke en ethische aspecten die bij het EMD belangrijk zijn; technische aspecten van de beveiliging van de medische dossiers en communicatie tussen artsen. • 15 mei, 9u, Campus Gasthuisberg, Auditorium GA, Onderwijs & Navorsing, Herestraat 49, 3000 Leuven • Info: Chris Geens, (t) 016 33 74 36,
[email protected], www.vesaliusonline.be
Plant- en Dierkunde Politika De Politica Alumni en de Politika studenten slaan de handen in elkaar voor hun Galabal in Zaal de Roosenberg. Bubbelliefhebbers kunnen terecht aan de champagnebar, en DJ Kevin Major (Studio Brussel) speelt ten dans. • 2 april, vanaf 22u45, Zaal de Roosenberg, Maurits Noestraat 15, 3050 Oud-Heverlee • Info: Laurent Goethals, (t) 016 40 18 85,
[email protected], www.politica.be In het kader van ’10 years of freedom’ stellen de Politica Alumni - in Belgische première een nieuwe documentaire voor over de apartheid in Zuid-Afrika: ‘Memories of rain’. De toegang is gratis. • 28 april, 20u, Auditorium Max Weber, E. Van Evenstraat 2ABC, 3000 Leuven • Info: Laurent Goethals, (t) 016 40 18 85, poliadvertentie
10 C A M P U S K R A N T 4 . 3 . 2 0 0 4
De Vereniging van Afgestudeerden in Plantkunde en Dierkunde organiseert een familiale daguitstap, met een wandeltocht in de Voerstreek. • 31 mei, PDL secretariaat, Naamsestraat 61, 3000 Leuven • Info: Marion Crauwels, (t) 016 23 01 55,
[email protected],
www.kuleuven.ac.be/pdl/agenda/agenda.htm
Historia Historia organiseert een reünie voor de promotiejaren 1959-1963, met een geleid bezoek aan het Arenbergkasteel, en een wandeling naar de nieuwe bib voor wetenschappen in het voormalige Celestijnenklooster. • 20 maart, 10u30, Oude Kantien (Lodge), Kantineplein 3, 3001 Heverlee • Info: Ernest Gillioen, (t) 016 47 22 37,
[email protected]
Germanisten De germanistenvereniging Leuven organiseert op 21 maart haar jaarvergadering. Na een misviering in de kapel van het Pauscollege, brengt Vik Doyen een in memoriam van ere-vicerector Herman Servotte, en houdt Karel Porteman een causerie over ‘Een nieuwe Nederlandse literatuurgeschiedenis in de maak’. Aansluitend is er een lunch. • 21 maart, 10u30, Pauscollege, Hogeschoolplein 3, 3000 Leuven • Info: http://blasa.studentenweb.org/alumni
Criminologen De Vereniging van Afgestudeerde Leuvense Criminologen (VALC) en het Kriminologisch Genootschap Brussel (KGB) organiseren een debatavond rond het thema ‘Schepen van veiligheid. Baken in de integrale veiligheidszorg?’. Professor Marc Cools leidt in, deelnemers aan het debat zijn Dirk Grootjans (schepen voor integrale veiligheid Antwerpen, Rony Vandaele (Korpschef lokale politie Mechelen) en Walter Schroons (schepen van veiligheid Mechelen). • 30 maart, 20u, College De Valk, Auditorium Zeger Van Hee, Tiensestraat 41, 3000 Leuven • Info: Johan Vanderborght,
[email protected]
Rara, hoe kan dat? Campuskrant verschijnt om de drie weken en toch krijgt u maar om de zes weken een nummer in de bus. Dat komt omdat u als lid van Alumni Lovanienses enkel de edities met Alumnikrant ontvangt. Geïnteresseerd in de andere edities? U vindt ze op www.kuleuven.ac.be/ck. Wenst u per e-mail op de hoogte gebracht te worden wanneer er een nieuw nummer uitkomt, en een overzicht te ontvangen van de voornaamste artikels? Mail dan naar
[email protected].
advertentie
alumnikrant VRG-Alumniprijs voor meester Jef Vermassen
Assisen tussen ethiek en sensatie Meester Jef Vermassen is een drukbezet man. Hij is wellicht ’s lands bekendste assisenpleiter, hij leidt een advocatenkantoor met tien confraters, en wordt daarnaast geregeld door de media opgevoerd als ‘nationaal geweten’. Ludo Meyvis
“A
ch ja, de media,” zucht hij een beetje vermoeid. “De laatste dagen word ik ongeveer elk uur gevraagd om een interview te geven. Met de zaakDutroux is dat ook niet verwonderlijk. Assisenzaken, en zeker als die zo speciaal zijn, spreken nu eenmaal tot de verbeelding.” Maar een gesprek met Campuskrant kon nog wel, temeer omdat hij net vernomen heeft dat hij op 12 maart de VRGAlumniprijs krijgt.
Echtscheidingen
“De eerste vraag die ik me stel als iemand me vraagt om zijn zaak te behartigen, is altijd: klikt het met die persoon?”
academische loopbaan, maar toen ik daarnaast ook kennismaakte met de balie, besefte ik dat ik moest kiezen. Het werd de advocatuur, maar ik heb mijn contacten met Leuven gaaf gehouden. Ik ben een tijdlang praktijklector geweest. De combinatie van theorie en praktijk blijkt heel vruchtbaar, ook voor de studenten. Goed onderwijs eist dat je theorie en praktijk met elkaar verbindt.” “Waarom ik assisenpleiter geworden ben? Voor een deel omdat ik blijkbaar de neiging heb om zwakkeren te verdedigen. Voor het geld hoef je het niet op de eerste plaats te doen, want veruit de meeste beschuldigden die voor een assisenhof verschijnen, zijn vrij onbemiddeld. Een assisenzaak pleit je voor een groot stuk om principiële redenen. Anderzijds bezorgt het je wel een grote naambekendheid – tenminste, als je zaken wint... En daardoor haal je ook andere zaken binnen, die dan wel meer opbrengen. Maar het kan zich ook tegen je keren. Nog heel recent weigerde iemand mijn diensten toen hij vernam
Dutroux “De Dutroux-zaak brengt de assisenprocedure nu weer heel erg in de aandacht. Ik zou bij al die heisa toch willen aantekenen dat het gaat om een hóógst uitzonderlijk proces. De omvang van het dossier, de extreme tragiek van de feiten en de nooitgeziene weerklank in de internationale media maken het tot iets dat erg verschilt van een doorsnee assisenzaak.” “Er zit natuurlijk veel grond voor proceduregevechten in het dossier, maar sommige advocaten hebben al laten uitschijnen dat ze er geen procedurespelletje van willen maken. Dat zou trouwens ook onverstandig zijn. De jury apprecieert zoiets niet. Meestal keert zich dat tegen je eigen cliënt. Anderzijds mag je ook niet de fout maken om élke procedure-vraag af te wijzen als muggenzifterij: de procedure dient wel degelijk voor het vrijwaren van de kwaliteit van de rechtspraak – alleen mag je daar geen misbruik van maken.” “Assisenzaken, en bij uitstek de Dutroux-zaak, zijn voer voor de media. Dat roept vragen op. Per slot van rekening ben je bezig met een zekere mate van entertainment te creëren dat gebaseerd is op het lijden en de dood van gevangengenomen en misbruikte kinderen. Schroom en respect moeten de basis blijven van de manier waarop je dit brengt. De mediatisering van andermans leed kan vlug perverteren. Daarom vind ik het goed dat de Vereniging van Vlaamse Balies sinds augustus vorig jaar een zwijgplicht heeft opgelegd aan de advocaten die bij een zaak betrokken zijn. Alleen vind ik dat die plicht er ook zou moeten zijn voor het openbaar ministerie, anders krijg je een vertekende en oneerlijke situatie. Ik kreeg onlangs een telefoontje van een cliënt die op de vooravond van zijn proces de procureur op tv het rekwisitoor in zijn zaak hoorde doen. Dat is hoogst ongepast, natuurlijk. Ik wil wel nog mijn mening geven in de media als een zo objectief mogelijk waarnemer, om de balans met de sensatiezoekers toch een beetje in evenwicht te brengen.” “Als assisenpleiter moet je, net als in elke rechtszaak, natuurlijk proberen het beste resultaat voor je cliënt te behalen. Maar je moet dat wel doen binnen ethische grenzen. Je bent daartoe trouwens verplicht door je beroepseed. De eerste vraag die ik me stel als iemand me vraagt om zijn
zaak te behartigen, is altijd: klikt het met die persoon? Een belangrijk aspect daarbij is of hij bereid is om zijn verantwoordelijkheid voor de begane feiten op zich te nemen. De meeste assisenzaken die ik heb gepleit, hadden te maken met partnerdoding. In dat soort zaken bekent de meerderheid. Flagrante ontkenners vormen slechts een heel kleine minderheid. Beide partijen dragen in dergelijke zaken doorgaans een deel van de schuld. Met het pleiten van roofmoorden hou ik me niet bezig. Daar kan ik emotioneel niet bij – en dat blijft een belangrijke factor in de relatie tussen advocaat en cliënt.”
foto: Michaël De Lausnay
“Toen ik hoorde dat ik die prijs kreeg, gaf me dat even een dubbel gevoel. Als men je begint te vieren, betekent dat dat je stilaan oud wordt. Maar anderzijds waardeer ik het toch wel heel erg. Ik ben me altijd verbonden blijven voelen met Leuven, vanaf mijn eerste dag in 1966. Ik heb dus de woelige jaren meegemaakt: toen ik in 1971 afstudeerde bij rechten – ik was preses van het allerlaatste doctoraat – was de universiteit grondig veranderd.” “Leuven verdient zijn wereldfaam. Ik heb er ervaren wat een degelijke vorming inhoudt, de basis van mijn latere professionele bestaan. Ik heb graag rechten gestudeerd, en aansluitend notariaat, maar anderzijds vond ik het spijtig dat er in die tijd nauwelijks maatschappelijke vakken gedoceerd werden. Dus deed ik er criminologie bij. Aanvankelijk ambieerde ik een
dat ik indertijd Freddy Horion verdedigd heb – een zaak van vijfentwintig jaar geleden...” “Sommige van mijn medewerkers besteden veruit het grootste deel van hun tijd aan andere dan strafzaken, en zelf heb ik minstens de helft van mijn loopbaan gevuld met echtscheidingszaken. Trouwens, het is intussen alweer àcht jaar geleden dat ik nog een beschuldigde voor de jury heb verdedigd. Toeval of niet, maar op de dag dat ik de VRG-Alumniprijs ontvang, start mijn eerste moordzaak na al die tijd.”
Win een prijzenpakket uit de Boetiek K.U.Leuven
Campuskrants Alumniquiz In elke Alumnikrant vindt u dit jaar drie vragen. Het antwoord op twee van die vragen leest u in de krant zelf, het derde antwoord moet u elders zoeken. Wie alle vragen correct beantwoordt, maakt deze keer kans op een prijzenpakket uit de Boetiek K.U.Leuven ter waarde van 125 euro. Wie zeven keer deelneemt, en daarbij een foutloos parcours aflegt, maakt bovendien kans op de hoofdprijs: een vakantie (vlucht en logies) voor twee personen (meer details in volgende nummers). Antwoorden aan:
[email protected], of dit strookje opsturen naar het redactieadres (zie colofon). 1. Wie was de eerste rector van de K.U.Leuven? a) Willem Neefs b) Bertrand metten Langen Baard c) Wigbold van Orval 2. Wie lanceerde het begrip ‘solaire ethiek’? 3. Op welke datum organiseren de VRGAlumni hun jaarlijkse alumnidag? De juiste antwoorden op de vragen van vorige keer waren: 1. De faculteit die dit academiejaar haar 125jarige bestaan viert is de Faculteit Landbouwkundige en Toegepaste Biologische Wetenschappen. 2. ‘LERU’ staat voor League of European Research Intensive Universities. 3. De universiteit is noch eigenaar van haar
administratieve hoofdzetel, de Universiteitshal (ze heeft die enkel in erfpacht), noch van haar zinnebeeld, de Sedes Sapientiae (die bevindt zich in de Sint-Pieterskerk). Uit de juiste inzendingen trok een onschuldige hand het deelnemingsformulier van Sam Michiels (Departement Computerwetenschappen). Hij mag op de redactie een bon komen afhalen, goed voor een etentje voor zes personen in de Faculty Club. Gefeliciteerd!
Himalaya winterjas met uitneembare fleecevoering, rugzak, pennenset met vulpen en kogelpen, paraplu, lanyard en sleutelhanger (totale waarde: 125 euro)
4.3.2004 C A M P U S K R A N T
11
De toekomst van de welvaartsstaat Op het patroonsfeest riep rector Oosterlinck de academische gemeenschap op om deel te nemen aan de brede maatschappelijke discussie over de (on)betaalbaarheid van de welvaartsstaat. Campuskrant legde de vraag voor aan Theo Peeters, voorzitter van de Studiecommissie voor de Vergrijzing, en aan Koen De Backer van de Faculteit ETEW.
Theo Peeters: Doemdenken is niet nodig, wel gerichte actie
“De staatsschuld is een zegen” Ludo Meyvis
Professor emeritus Theo Peeters is voorzitter van de Studiecommissie voor de Vergrijzing. Die Commissie ressorteert onder de Hoge Raad van Financiën, waarvan hij vice-voorzitter is. Daarmee is professor Peeters zéér goed geplaatst om nader in te gaan op de (on)betaalbaarheid van onze welvaartsstaat en de rol van het vergrijzingsprobleem daarin.
Vloedgolf “Vanaf 2010 gaat de na-oorlogse babyboomgeneratie met pensioen. Daardoor krijg je een vrij snelle stijging van het aantal inactieven. Tegelijk neemt de actieve bevolking af, door een samenspel van geboortedaling en loopbaanverkorting. Dat laatste wordt mede in de hand gewerkt door een stijging van de scholingsgraad, maar vooral ook doordat we
“Personen- en vennootschapsbelasting bedroegen in 1970 ongeveer 40 % van de fiscale ontvangsten, en indirecte belastingen 60 %. Momenteel is die verhouding omgekeerd. Het moet mogelijk zijn om opnieuw in de richting van de vroegere verhouding te evolueren.”
ongeveer 26 % zijn, een stijging met 3,2 % dus. In geld uitgedrukt betekent dit dat de vergrijzing ons op termijn in BBP-termen van vandaag meer dan 8 miljard euro extra per jaar zal kosten.” “Het huidige systeem om voor de oudere bevolking te zorgen, is gebaseerd op middelen die langs fiscale weg gehaald worden uit het inkomen uit arbeid en uit bijdragen voor de sociale zekerheid. Daardoor creëer je een druk op het arbeidsinkomen die op dit ogenblik in ons land al zéér hoog is. Je kunt die druk niet opvijzelen, zéker niet als het aantal actieven daalt ten opzichte van het aantal inactieven. Persoonlijk zie ik wel nog een fiscale weg door een verschuiving te realiseren tussen directe en indirecte belastingen. Personen- en vennootschapsbelasting, de directe belastingen dus, bedroegen in 1970 ongeveer 40 % van de fiscale ontvangsten, terwijl de indirecte belastingen goed waren voor 60%. Momenteel is die verhouding bijna omgekeerd. Volgens mij moet het mogelijk zijn om opnieuw in de richting van de vroegere verhouding te evolueren. Daardoor zou je trouwens de belasting op het consumeren van welvaart doen toenemen, en de druk op het creëren van welvaart verminderen. Dat lijkt me een gezondere houding – al zijn er wel bezwaren wat betreft het herverdelend effect van belastingen, dat kleiner is bij indirecte dan bij directe belasting. Hoe dan ook, de financiering van het vergrijzingsprobleem langs fiscale weg is zeker niet de hoofdoplossing, en de fiscale en parafiscale druk màg niet toenemen.”
Doemdenker “Een belangrijke opportuniteit maar tevens een ernstig risico in de aanpak van het probleem zit hem in de timing. Tot ongeveer 2010 zitten we wat de vergrijzingskosten betreft nog in een relatief gunstige situatie en moeten we dus reserves opbouwen voor de te verwachten slechtere tijd erna. Die reserves moeten het Zilverfonds van middelen voorzien. De opbouw van die reserves dient te gebeuren door de staatsschuld verder af te bouwen. Of correcter: die afbouw gebeurt na de saneringen van de jaren ‘90 eigenlijk automatisch, door het hanteren van een strakke begrotingsdiscipline.” “Op dit ogenblik, met een staatsschuld van ongeveer 100 %, gaat 5,5 % van het BBP naar de betaling van de rentelast. In 1995 was dat nog 9,3 %. Een verdere daling van dat percentage kan uiteraard in belangrijke mate de stijging financieren van de vergrijzingskosten waar ik het
12 C A M P U S K R A N T 4 . 3 . 2 0 0 4
ongeveer 14 %, inclusief oudere niet werkzoekende werklozen. De ramingen van de Studiecommissie gaan ervan uit dat dit teruggedrongen wordt tot 7,3 % van de actieve bevolking. Als dat niet lukt, zal de geraamde vergrijzingskost van 3,2% van het BBP in 2030, beduidend hoger liggen. Hetzelfde geldt als we de staatsschuld niet versneld blijven afbouwen en het Zilverfonds onvoldoende zouden spijzen.” “Ik ben geen doemdenker wat het vergrijzingsprobleem betreft, maar ik ben me er wel degelijk van bewust dat het een uiterst complex probleem is, dat alléén door een samenspel van ingrijpende maatregelen aangepakt kan worden – meer tewerkstelling, langere loopbanen, schuldafbouw, een strikte(re) beheersing van de kosten voor gezondheidszorg, en dan laat ik er nog een paar onvermeld. We hebben nog werk voor de boeg.”
Samen sterk Naar aanleiding van de viering vijftig jaar Lovanium-Unikin-FCK organiseerden de Werkgroep Ontwikkelingssamenwerking van het Emeritiforum en Ontwikkelingshulp Geneesheren en Apothekers Alumni-Leuven op 10 februari een symposium ‘Stoute dromen. Harde realiteit. Samen sterk’.
foto: Rob Stevens
vroeger met pensioen willen. In 1970 lag de gemiddelde pensioenleeftijd op 62 jaar, nu is dat ongeveer 57 jaar. Bovendien leven we langer, onder meer door een betere gezondheidszorg, die echter ook steeds duurder wordt. Maar ouder worden, langer van je pensioen willen genieten, langer gezond willen blijven, dat kost geld. En waar komt dat vandaan, als de actieve bevolking relatief in aantal afneemt?” “Het goede nieuws is dat je de meeste van die problemen kunt voorspellen. Ze komen niet als een onverwachte schok maar als een vloedgolf die je ziet afkomen, en je kunt je beleid er dus vooraf aan aanpassen. Maar dat moet je dan ook wel doén, anders krijg je ellende. Het gaat om véél geld. Op dit ogenblik gaat zowat 22,8 % van het BBP naar de financiering van de sociale zekerheid. In 2030 zal dat
daarnet over had. In die zin kan je zeggen dat de grote staatsschuld, die ons land in heel slechte papieren gebracht heeft, eigenlijk een onverwacht positief gevolg kan hebben, het effect van een omgekeerde rentesneeuwbal. Door die schuld af te bouwen, een proces waar je nu eigenlijk persoonlijk weinig van voelt – behalve dan de continu hoge belastingsdruk – creëren we de nodige middelen om het Zilverfonds te spijzen. Landen die niét ‘gezegend’ zijn met zo’n grote staatsschuld, moeten nu al beginnen snoeien op veel pijnlijker manieren: kijk maar naar Nederland. Voorwaarde is uiteraard wel dat we deze marge ook effectief reserveren voor de toekomst en ze intussen niet aan andere ‘leuke’ dingen besteden.” “De belangrijkste maar ook de moeilijkste oplossing komt er op neer dat we meer mensen aan het werk moeten krijgen, en meer mensen langer aan het werk moeten houden. Daardoor groeit het economisch draagvlak, waarmee de extra uitgaven gefinancierd zullen kunnen worden. Tegelijk doe je de kosten dalen, omdat de actieve bevolking langer uit het pensioensysteem blijft. Op dit moment hebben we een werkloosheidsgraad van
foto: Rob Stevens
“H
et vergrijzingsprobleem is ernstig,” zegt professor Peeters, “maar niet onoplosbaar. Het is een complex probleem, met een complexe oorsprong en al even complexe uitwegen.”
world.wide.wetenschap
De toekomst van de welvaartsstaat
• Campuskrant offreert u handenvol populariserende of,
Koen De Backer: Liberalisering als versterking van het economisch draagvlak
als we het echt niet laten kunnen, zelfs heel ernstige wetenschappelijke sites, rijp voor uw voetnoten •
Extrasolaire planeten
“De vraag is niet of je moet liberaliseren, maar hoe”
Het wordt een zootje met al die nieuwe planeten rond andere sterren dan de zon. Jean Schneider van het Observatoire de Paris schept er een beetje orde in. Foto’s zijn er nog niet: planeten rond andere sterren zien er voorlopig uit als wiskundige formules. Of het echter knus leven is op zo’n vierkantswortel, valt nog maar te bezien. Zullen we toch maar aan Kyoto doen? • http://www.obspm.fr/encycl/encycl.html
Ludo Meyvis
Samen met professor Leo
Ha, ’t is gratis
Sleuwaegen publiceerde
De goede mensen van BioDidac geven de luieriken onder u gewoon voor niks duizend didactische tekeningen uit de sfeer van de biologie en de histologie. Als u belooft dat u geen geld wil verdienen met uw wereldschokkende publicaties, mag u ze nog jatten ook. • http://biodidac.bio.uottawa.ca
Koen De Backer, postdoctoraal onderzoeker in de Faculteit ETEW, een rapport over ‘De groeisectoren in Vlaande-
Mineralogie
wordt gewezen op een aantal
De miljoenen mineralogen onder onze lezertjes kennen Links for Mineralogists natuurlijk als hun broekzak, maar die paar onderontwikkelden onder u willen we graag op deze eindeloze linkverzameling attenderen. Zeg nooit meer dat u niks weet over petrologie, dat u geen plaatje vindt van cabalzariet, of dat uw kristallografie maar zo-zo is. • http://www.uni-wuerzburg.de/mineralogie/links.html
sterkten en zwakten van onze economie, sleutelfactoren dus in de vraag of onze welvaartsstaat betaalbaar is of blijft.
foto: Rob Stevens
ren in kaart gebracht’. Daarin
Taalkunde
“O
nze economie is enorm productief. Per eenheid arbeid produceren we heel veel. Maar we betrekken daar te weinig mensen bij. Dat heeft historische redenen. In de jaren ’60 en ’70 kwamen enkele van de zogenaamde ‘nationale sectoren’ – vooral staal en textiel – onder grote druk. De overheid ving de werklozen toen op door haar eigen dienstverlening uit te breiden, onder meer door de Post, de NMBS, de administratie enzovoort een grotere rol te laten spelen in het economisch leven. Dat is trouwens ook de reden waarom onze overheidssector op dit ogenblik zo groot is. Belangrijk voor mijn verhaal is dat die activiteiten eigenlijk onttrokken worden aan het marktproces. Dat geldt uiteraard ook voor de werknemers die in een latere fase in diverse werkloosheidsstelsels ondergebracht werden.” “Het draagvlak dat je nodig hebt om de grote kost van de vergrijzing te betalen, creëer je alleen door nieuwe productieve activiteiten te creëren die optimaal inspelen op de noden van de bevolking. Heel veel activiteiten die de overheid nu op zich neemt en de test van markt niet doorstaan, zouden daarom het best geprivatiseerd worden. Dat doe je niet zomaar. Je hebt er een klimaat van innovatie en ondernemerschap voor nodig.” “Jammer genoeg zijn dat net twee domeinen waarin ons land zwak scoort. Op het vlak van innovatie is het probleem niet dat we te weinig middelen inzetten, dat we te weinig aan O&O zouden besteden of te weinig talent zouden hebben, maar wel dat we die onderzoeksresultaten te weinig omzetten in nieuwe producten. Aan nieuwe productieprocessen ontbreekt het niet. Die processen worden ingeschakeld in onze steeds productievere economie. Maar die weg kan je niet blijven bewandelen: je kunt een fabriek niet onbeperkt blijven robotiseren, bijvoorbeeld. Op een bepaald moment moet je innoveren langs nieuwe producten of diensten. En dat doen we onvoldoende.”
Tijdverlies “Ik zie heel veel groeiruimte in innovatieve dienstverlening. Maar die wordt voor een te groot deel ingepalmd door de overheid, buiten de markt om dus. Dat is niet gezond. Uit een vergelijkend onderzoek van de output op basis van gelijke productiefactoren blijkt dat onze economie maar liefst 30 procent achterblijft in vergelijking met de best scorende Europese regio’s. Simpel gezegd: we kunnen 30 procent beter… Als je dat haalt, zijn de meerkosten van de ver-
grijzing niet zó ondraaglijk. Maar je moet er wel aan toe komen, en dat is alleen mogelijk door een grondige en systematische heroriëntering van het overheidsbeleid.” “Onze overheid, en dus ook onze samenleving, is conservatief, is niet geneigd om écht nieuwe wegen te bewandelen. Daardoor krijg je op dit ogenblik discussies die in het buitenland al lang achterhaald zijn. Wij discussiëren nog over de vraag of je moet liberaliseren. Dat is verloren tijd, die buitenlandse privé-actoren natuurlijk gebruiken om een voorsprong te nemen en onze binnenlandse markt te penetreren. De discussie moet zijn: hoe moet je liberaliseren?” “Een evidente hervorming als de recente herstructurering van de NMBS, waardoor infrastructuur en uitbating van elkaar gescheiden worden, is in Nederland of Groot-Brittannië al jàren oud nieuws. Als je die beweging in gang wil zetten, heb je een mentaliteitswijziging nodig, de bereidheid om heilige huisjes weg te werken en om je te oriënteren naar radicaal nieuwe activiteiten. Als we dat zelf niet doen, zal het ons ‘aangedaan’ worden. Renault-Vilvoorde en Ford-Genk zijn daar slechts symptomen van. Sommigen gaan zelfs zo ver te beweren dat de héle autosector over een aantal jaren gewoon verdwijnt uit ons land. Je kunt daarover klagen, en je kunt lapmiddeltjes zitten bedenken, maar daarmee kom je er niet.” “Onze overheid zou natuurlijk ook veel meer haar best moeten doen om de ‘oude kwalen’ de wereld uit te helpen, die een rechtstreeks effect hebben op ondernemerschap en innovatie. Een voorbeeld is de plaag van de overreglementering. Op Europese schaal scoort België bijvoorbeeld bijzonder slecht wat het opstarten van nieuwe bedrijven betreft. Dat is bij ons véél complexer dan in de buurlanden: het kost meer en het duurt langer. Hetzelfde geldt voor het aantrekken van buitenlandse talenten. Probeer maar eens een ICT-specialist uit India naar hier te halen.” “Ik pleit natuurlijk niet voor een onbeperkte privatisering. Er blijft een belangrijke rol weggelegd voor de overheid, zeker in zaken als onderwijs, gezondheidszorg, de pensioensector enzovoort. Maar je moet ook niet het omgekeerde trachten vol te houden, namelijk de liberalisering zo maar afwijzen. Daarmee wijs je de markt af, en in een geïntegreerd Europa en een geglobaliseerde wereldeconomie is dat gevaarlijk en allesbehalve zinvol.”
Toegegeven, I Love Languages lijkt meer op een naam voor een spelletje op een commerciële zender dan op die van een vast onderkomen voor ernstige linguïsten, maar we zitten er nu eenmaal mee. Duizenden links vindt u hier, op een sobere maar grondige site. We konden natuurlijk niet nalaten even naar Dutch te kijken, en waren zielsgelukkig met een verwijzing naar een site over Nederlands voor hondentemmers. Af! • http://www.ilovelanguages.com
Rekenmachine Als u toevallig 18.000 rekenmachines nodig hebt – dat kàn – dan vindt u wel wat bij Jim Martindale. Of het nu gaat om het berekenen van de hardheid van metalen, het gedrag van stomende vloeistoffen, toepassingen uit de chromatografie, het is er allemaal. We vonden zelfs een manier om 3 + 7 te berekenen! • http://www.martindalecenter.com/Calculators.html
Fourmidabel Naar de sterren kijken zonder er een pijnlijke nek aan over te houden doet u bij het Fourmi-lab. U genereert er een sterrenkaart afhankelijk van de plaats waar u zich bevindt, u hanteert er een virtuele telescoop enzovoort. • http://www.fourmilab.ch/yoursky/catalogues/ constellations.html
Heisenberg Het Onzekerheidsprincipe van Heisenberg hoort bij de troetels van het 20ste-eeuwse gedachtegoed. Het wordt te pas en te onpas gebruikt om allerlei vreemde ideeën over de wetenschap te ‘onderbouwen’, maar het was kort en goed een ontwikkeling in de quantummechanica, anders niks. Op deze stek vindt u een boel archiefmateriaal over Werner Heisenberg, die slimmer was dan u. • http://www.aip.org/history/heisenberg
Sumerisch Het Electronic Text Corpus of Sumerian Literature geeft toegang tot 400 literaire teksten in het Sumerisch, goed drieduizend jaar oud. Als u er vandaag echt zin in hebt, kunt u het corpus ook bevragen, en achterhaalt u meteen hoe je vijfduizend jaar geleden een vorst aansprak. Je weet nooit waar dat goed voor is. • http://www-etcsl.orient.ox.ac.uk
Kerkvaders Kerkvaders zijn vreemde snuiters. Neem nu Augustinus, de straffe, die van Hippo. Die schrijft doodleuk een tractaat over de voordelen van het weduwschap! Of Johannes Chrysostomos, richtte ook een schrijven aan een jonge weduwe. Zelfs Sint-Ambrosius, toch niet bekendstaand als een schalkse rakker, hield zich met weduwen bezig. Zit daar wat achter? Ach, Kerkvaders, ge kùnt dat niet geloven! Hun lijvige teksten lezen daarentegen wel. • http://www.newadvent.org/fathers (lm) Vorige afleveringen vindt u terug op www.kuleuven.ac.be/ck/reeksen/worldwidewetenschap.htm
4.3.2004 C A M P U S K R A N T
13
Wàt er verandert, maar vooral waaròm Thema’s uit de bamahervorming (1)
Gert Gielen
In een eerdere editie van Campuskrant kreeg u al een overzicht van de concrete veranderingen die de bamahervorming per faculteit met zich meebrengt. In deze nieuwe reeks laten we telkens enkele decanen aan het woord over een belangrijk thema in de hervorming. Geen opsomming van wát er precies verandert dus, maar vooral waarom.
D
e eerste rode draad die we zien in de vele aanpassingen is grotere aandacht voor de manier waarop de leerstof overgebracht wordt, voor het onderwijsaspect dus. Ook voor er sprake was van de bamahervorming, had de universiteit uiteraard een duidelijk onderwijsconcept, en de jongste jaren werd er met name resoluut gekozen om minder ex cathedra te doceren, ten voordele van begeleide seminaries, oefeningen en zelfstudie. Daarbij wordt dankbaar gebruik gemaakt van nieuwe vormen van elektronische ondersteuning, en dan vooral het leer- en toetsplatform TOLEDO. De meeste faculteiten hebben de hervorming aangegrepen om de manier waarop ze kennis en vaardigheden overbrengen nog kritischer te bekijken en versneld bij te sturen. Actieve kennisverwerving door studenten is belangrijker dan kennisoverdracht.
wachte vaardigheden van studenten te bevorderen. Dat is volgens mij minstens even belangrijk als de pure kennisoverdracht. Concreet is de rol van het monitoraat opnieuw bekeken, krijgen studenten sneller feedback, worden informatica-tools als TOLEDO beter ingeschakeld, enzovoort.”
Farmaceutische Wetenschappen De meest in het oog springende hervorming in de
Wijsbegeerte
Wetenschappen In de bacheloropleidingen Wetenschappen weerspiegelen de vakken van de diverse studiejaren zelf dat er meer rekening gehouden wordt met de student, zegt decaan professor Jan Beirlant: “Een voorbeeld uit mijn eigen vakdomein, de wiskunde, is dat statistiek en kansberekening, waarmee leerlingen meer een meer al in het middelbaar in aanraking komen, nu in het eerste jaar gegeven worden. Meer complexe, theoretische delen van de wiskunde, die verder af staan van wat een achttienjarige al kent, zijn naar latere jaren verplaatst.” “Daarnaast bouwen we aan een heus onderwijsondersteuningsteam, waarbinnen gezocht wordt naar manieren om de zelfwerkzaamheid en ver-
keling een pakket van vakken die grotendeels niet ex cathedra worden gegeven. In het begin van een semester krijgen ze van de vaktitularis een overzicht met onderwerpen en daaruit kiezen ze er een dat ze willen bespreken, meestal in groep. Vervolgens maken ze daarrond een werkje en stellen ze dat voor aan de collega-studenten.” “In de richting Farmaceutische zorg is het vooral in het nieuwe vak Farmaceutische Zorg en Beleid, waarvoor drie docenten verantwoordelijk zijn, dat de studenten door middel van werkcolleges en specifieke opdrachten vertrouwd worden gemaakt met alle aspecten, bijvoorbeeld ook economische, van de farmaceutische sector.”
Faculteit Farmaceutische Wetenschappen is ongetwijfeld dat de vroegere apothekersopleiding opgesplitst werd in twee masteropleidingen, een Master in de Farmaceutische Zorg en een Master in de Geneesmiddelenontwikkeling. In beide richtingen wordt van de studenten verwacht dat ze actief aan het werk gaan en niet enkel leerstof absorberen, zegt decaan professor Paul Declerck: “Naast een heel semester onderzoekswerk, uiteraard in functie van een masterthesis, kiezen de studenten van de richting Geneesmiddelenontwikadvertentie
14 C A M P U S K R A N T 4 . 3 . 2 0 0 4
Praktijkcolleges metafysica liggen wellicht minder voor de hand, maar toch kent ook het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte een traditie van oefeningen, werkcolleges en seminaries, zegt decaan professor André Van de Putte: “Het enige probleem was dat de historisch gegroeide seminaries vaak wat losstonden van de corresponderende hoorcolleges, soms zelfs met een andere titularis. We hebben de hervorming aangegrepen om daarin orde te scheppen. Voor sommige vakken zijn de seminaries nu geïntegreerd in het hoorcollege. Dan waken we er natuurlijk over dat de extra uren niet gebruikt worden voor klassiek doceren. Het belangrijkste is dat de oefeningen niet meer als tweederangs worden voorgesteld en dat we daarmee het signaal geven dat het inoefenen van academische en specifiek filosofische vaardigheden een volwaardige plaats inneemt in de eindtermen.”
Leven na Leuven: Jan Lauwereyns, neurowetenschapper en schrijver
“Ik wil het systeem niet tegenwerken, ik wil het masseren”
J
4.3.2004 C A M P U S K R A N T
Vandenbossche gehad, en ik moet zeggen: die man is achter de schermen stukken genuanceerder dan op televisie. Hij heeft wel degelijk een filosofische onderbouw, en hij lijkt in te zien dat een dierenrechtenbeleid in de praktijk stukken gematigder moet dan wat GAIA proclameert. Jammer genoeg vertaalt hij dat zo niet op tv.”
Taalverliefd “Gedichten schrijf ik al sinds mijn achttiende. Film was mijn eerste liefde, maar mijn helden waren Cocteau, Pasolini, Fellini allemaal regisseurs die poëzie op het scherm brachten. Mijn mislukte filmcarrière heb ik dan maar omgebogen naar poëzie.” Lauwereyns’ poëzie bleek een instant success: zijn drie dichtbundels - Nagelaten sonnetten, Blanke verzen en Buigzaamheden - kregen bijna unaniem lovende recensies. Lauwereyns is ook opgenomen in de nieuwe ‘dikke Komrij’, stilaan een referentiewerk op het gebied van de Nederlandstalige poëzie. “Ik heb het boek zelf nog niet in handen gehad, maar mijn uitgever meldde me dat Komrij drie gedichten heeft opgenomen, uit elke bundel eentje. Is dat een compliment? Sommigen zullen beweren dat het meer betekent als je er niet in opgenomen bent. Gerrit Komrij kent uiteraard zijn vak, maar als bloemlezer is hij toch ook een ‘homo politicus’. Dan ben ik veel blijer met een goede bespreking van een recensent wiens mening er voor mij toe doet.” Raakt hij nooit zijn poëtische stem kwijt in de Angelsaksische wereld van de wetenschap? “Soms bekruipt mij wel de vrees dat mijn Nederlands gecorrumpeerd
foto: Rob Stevens
ren met andere woorden een maximal stance Business, het verhaal van het Japanse proefdieraapje Haruki dat de laatste fase van zijn voor hun wetenschappelijk denken en een minimal stance voor hun ethisch denken.” leven tegemoet ziet. De roman legt de vinger op de wonde van het morele dilemma “Kijk: ofwel neem je op beide vlakken bij het gebruik van apen voor neurowetenschappelijk onderzoek. Hij oogstte er lof en een maximal stance aan: apen gelijken meer kritiek mee bij recensenten én collega-wetenschappers. Lauwereyns verkoopt immers op mensen, dus ook op het vlak van pijnergeen loze praatjes: hij is een beslagen neurowetenschapper die artikels publiceerde in varing. Ofwel neem je een minimal stance aan: apen ervaren pijn anders dan mensen, gereputeerde tijdschripten als Nature en Neuron. Wouter Verbeylen dus zijn ook hun andere mentale vermogens heel verschillend. En dus zijn er geen dwingende redenen om apen als proefdieren te an Lauwereyns staat ons te woord in Mensje verkiezen boven bijvoorbeeld ratten.” een Nederlands dat de sporen draagt van Lauwereyns trok in ‘98 voor een postdoc “Voor ratten zijn er trouwens voldoende veelvuldig gebruik van het Engels. Niet en voor zijn geliefde - naar Japan, waar hij wetenschappelijke redenen om aan te verwonderlijk: pas een week voor dit intermeewerkte aan neurofysiologische experinemen dat ze een minder complexe pijnverview zette hij voet aan de grond in België, menten met apen. “Eerlijk gezegd stelde ik werking hebben dan apen. Momenteel doe en enkele dagen later zit hij alweer down me vanaf het begin de vraag: kàn dit soort ik neurowetenschappelijke proeven met under, in Wellington, Nieuw-Zeeland, waar onderzoek wel zomaar? Maar mijn wetenratten, en de resultaten zijn veelbelovend. hij onderzoek verricht. De voorbije vijf jaar schappelijke interesse was op dat moment Voorlopig lijken ze, toch voor heel wat verbleef Lauwereyns voor zijn neuroweten- groter dan mijn ethische reserves. Kortom: schappelijk werk in vier werelddelen. ik stelde mijn ethische vraagstelling uit. Het onderzoeksvragen, een valabel alternatief voor apen.” In diezelfde vijf jaar verschenen ook drie gebruik van apen als proefdieren is op zich dichtbundels en één roman van hem. De trouwens niet uitzonderlijk: het is een conpoëziepolitie is het er alvast over eens dat ventionele manier van neurowetenschappe- GAIA Lauwereyns een grote belofte is en een bijlijk onderzoek in zowat alle Westerse lanLauwereyns vertaalde zijn ervaringen naar zonder originele pen heeft. Ter illustratie: den - ook in Leuven - en in een groot deel de roman Monkey Business, waarin het aapje de nieuwe ‘dikke Komrij’ die in januari ver- van Azië. Concreet komt het erop neer dat je Haruki de laatste fase van zijn leven als scheen, nam drie gedichten van hem op. in de hersenen van de apen elektroden aanproefdier beschrijft. “Voor alle duidelijkbrengt en dat je zo hun hersenactiviteit heid: ik heb dat boek niet bedoeld als polimeet. Uiteindelijk heb ik vier jaar op apen tiek pamflet. Het is een roman, het is fictie, Retourtje Leuven gewerkt.” het is in de eerste plaats een emotionele Nochtans begon Lauwereyns’ carrière wei“Inmiddels was ik getrouwd met Shizu- benadering van de problematiek. Anderzijds nig veelbelovend anderhalf decennium geleka, en in 2001 kregen we een dochtertje, hoopte ik dat ik toch tot op zekere hoogte den, met twee verloren studiejaren en een Nanami. Nu moet je weten: zo’n klein au sérieux zou worden genomen, omdat ik heilige angst om te mislukken. “In oormensje vertoont opvallend veel gelijkenisnu eenmaal wetenschapper ben.” sprong was ik gebiologeerd door de biosen met een klein aapje. Op een bepaald En de discussie bleef niet uit: Monkey scoopzaal - ik wilde filmregisseur worden”, Business verscheen in bootleg-vertaling in vertelt Lauwereyns. “Maar ik dacht: eerst de moment had ik een erg akelige ervaring. Mijn oog viel op de fontanellen van mijn het Engels, zodat ook Lauwereyns’ collega’s theorie, en dan de praktijk, en dus kwam ik dochtertje en ik zag plots het beeld voor me het boek konden lezen. “Sommige collega’s in Leuven communicatiewetenschappen studeren, waarin je een filmspecialisatie had.” “Dat bleek een to-taal verkeerde keuze: ik was uit op snelle gratificatie, ik wilde ”Ik zie mezelf als een vooral films zien, en ik schuimde dat eerste dokter. In mijn tas jaar de filmfestivals af. Dat kwam al snel in zitten twee vakjes met de weg te staan van mijn studie, waar nog helemaal geen film bij kwam kijken. Ik ben instrumenten, en er volledig op afgeknapt. Het jaar daarop daarmee onderzoek ben ik aan het Narafi in Brussel begonnen ik mijn patiënten, de toch maar eerst de praktijk dus. Maar voor die opleiding was ik dan weer teveel met grote vragen naar intellectuele zaken bezig.” lichaam en ziel. Dus ging het weer richting Leuven, In het ene vakje zit waar Lauwereyns psychologie ging studeren. “Die studie leek me het beste van theode neurowetenschap, rie en praktijk te combineren. De schrik zat in het andere de er na die verloren jaren goed in, maar psypoëzie.” chologie ging me goed af: ik had een ongeveinsde interesse voor de filosofische invalshoek van de studie, ik ging ook veel buiten de cursus lezen, en aan het einde van mijn eerste jaar had ik grote onderscheiding. dat bij haar een elektrode werd ingeplant. zijn ronduit kwaad, ze vinden me naïef, Na mijn studie kreeg ik de kans om acadeSindsdien heb ik geen elektrode meer unfair, ze plaatsen me in het GAIA-kamp. misch verder te werken, en begon ik aan een geplaatst.” Dat is ergens wel te begrijpen: mijn betoog doctoraat in de cognitieve psychologie.” is ook nog niet afgerond met die roman, die “Dat is natuurlijk een heel persoonlijke “Tegen het einde van mijn doctoraat kan gemakkelijk van tafel worden geveegd. emotionele ervaring, maar ondertussen had belandde ik een jaar in de Verenigde Staten, De meesten vragen me op de man af waarik ook meer rationele ethische argumenten aan Michigan State University, en daar heb om ik neurowetenschapper blijf. Maar het is om grote vraagtekens te plaatsen bij dierik Shizuka, een Japanse linguïste, leren ken- proeven met apen. De fundamentele vraag helemaal mijn bedoeling niet mezelf buiten nen. Eind ‘97 bevond ik mij dus plots in de de neurowetenschappen te plaatsen. Ik wil bij moreel denken is toch: hoe kunnen we situatie dat mijn doctoraat bijna rond was, het systeem niet tegenwerken, ik wil het pijn en lijden vermijden? En het is niet en dat ik een serieuze relatie had met een meteen een controversiële stelling dat dieren masseren. Momenteel werk ik trouwens aan Japans meisje. Tegelijk was ik intellectueel pijn en lijden kennen. Dan kom je als neuro- een academisch boek over de problematiek, uitgekeken op de aanpak van cognitieve dat wél onderbouwd zal zijn met argumenwetenschapper voor een paradox te staan: psychologen. Ze leidden nogal gemakkelijk ten en onderzoek. Het zegt ook veel dat ik apen zijn voor vele wetenschappers veel vanuit de gedragingen van mensen af wat er geschikter dan bijvoorbeeld ratten om de van vele neurowetenschappers die niet op in hun hersenen omging. Wat ik op dat apen werken, wel heel positieve reacties mentale vermogens van de mens te ondermoment vooral wilde weten was: hoe werd krijg op mijn roman.” zoeken omdat ze er veel meer op gelijken. dat allemaal daadwerkelijk geïmplemen“Ik ben dus zeker geen GAIA-activist. Ik Maar tegelijk minimaliseren diezelfde teerd in de hersenen?” wetenschappers de pijn van apen. Ze hante- heb al wel eens een discussie met Michel
Vorig jaar maakte Jan Lauwereyns (34) een opgemerkt romandebuut met Monkey
wordt door het Engels. Maar het Engels is voor mij veel minder een sensueel gegeven ik voel er niet hetzelfde fingerspitzengefühl, niet dezelfde taalverliefdheid als in het Nederlands. Voor mij is het Engels een pragmatische taal, de taal van de wetenschap.” “Poëzie en wetenschap zijn twee totaal verschillende werelden. Wetenschap werkt naar waarheid toe, en is vooral middelpuntzoekend. Poëzie maakt de omgekeerde beweging: dat is een zoektocht naar schoonheid, die in verschillende richtingen uitwaaiert. Ik zie mezelf als een dokter. In mijn dokterstas zitten twee vakjes met instrumenten, en daarmee onderzoek ik mijn patiënten, de grote vragen naar lichaam en ziel. In het ene vakje zit de neurowetenschap, in het andere de poëzie.”
15
Associatie K.U.Leuven (4)
“Een Copernicaanse revolutie in ons onderwijsbestel” Karla Venken
Flexibilisering, studietrajectbegeleiding, assessment van verworven competenties, digitaal leerplatform… Lastige begrippen om de revolutie te omschrijven die ons hoger onderwijs doormaakt, maar Paul Crevits (KATHO) licht ze graag toe. De toekomstige bachelors en masters mogen niet minder dan onderwijs op maat verwachten.
P
Jargon “Europeanisering betekent dan ook veel meer dan de loutere invoering van de bachelor-masterstructuur. Onze universiteit en hogescholen moeten hun opleidingen afstemmen op ‘Bologna’ én onderling,
35 jaar LUK
en daarbij hun studenten maximale doorstromingskansen garanderen tussen verschillende opleidingen en onderwijsinstellingen. Dat impliceert niet alleen scherpere profilering of grondige hervormingen van bestaande opleidingen, maar ook de realisatie van flexibele studietrajecten.” “Over die flexibilisering hoor je veel wild talk, maar ze is ongemeen boeiend. Niet minder dan een Copernicaanse revolutie in ons onderwijsbestel: van voornamelijk kennisoverdracht in vaste opleidingsprogramma’s, naar onderwijsmodules voor verschillende competenties. Kortom, bijna zoveel als onderwijs op maat. Ons huidige jaarsysteem zal aangepast moeten worden. De student zal niet meer moeten slagen per studiejaar, maar kan credits verzamelen per geslaagd opleidingsonderdeel.” “Iedereen moet op elk moment in dat nieuwe onderwijssysteem kunnen stappen. We zullen voortaan niet alleen diploma’s in rekening brengen maar ook elders verworven kwaliteiten of competenties: een maatschappelijk werker met tien jaar ervaring die leraar wil worden, heeft niet dezelfde opleiding nodig als een student economie die les wil gaan geven. We screenen als het ware zijn vooroplei-
Het Leuvens Universitair Koor - onder meer bekend van het opluisteren van Patroonsfeest en Opening Academiejaar viert dit jaar zijn 35-jarige jubileum. Het koor ging in 1969 van start met ongeveer veertig leden, inmiddels zijn dat er een honderdtal. Na een hele reeks studenten-dirigenten - de vier broers Geusens en de drie Dejansen schakelde het koor over op begeleiding door professionelen. Momenteel is dat Tineke Verlooy. Het LUK geeft jaarlijks een kerst- en een lenteconcert en gaat elk jaar op concertreis. Op de foto boven het koor bij de opening van het Academiejaar in 1978. De groepsfoto onder foto’s: ingezonden werd genomen in 2003, tijdens de koorreis in Hamburg. Het jubileum wordt gevierd met een feestdag voor alle leden en oud-leden op 27 maart en met een Jubileumconcert op 29 april. Info: Jan Amand, (t) 0479 48 95 28,
[email protected], http://luk.studentenweb.org
16 C A M P U S K R A N T 4 . 3 . 2 0 0 4
foto: Rob Stevens
aul Crevits is directeur van de dienst Onderwijs & Kwaliteit aan de Katholieke Hogeschool ZuidWest-Vlaanderen, en gedreven voorzitter van de stuurgroep Onderwijs van de Associatie K.U.Leuven. “Internationalisering is onze rode draad”, benadrukt hij. “De Vlaamse overheid heeft, in navolging van de Bologna-verklaring, in haar structuurdecreet voor het hoger onderwijs een aantal onderwijskundige prioriteiten vastgelegd die de hogescholen en universiteiten in associatieverband moeten realiseren tegen 2010. Dan moet immers de ééngemaakte Europese hogeronderwijsruimte een feit zijn, met vergelijkbare diploma’s, opleidingsprogramma’s en studiepuntensystemen. De associatiepartners hebben zeer goed begrepen dat een associatie geen interne hergroepering van verwante zielen is, maar hét instrument voor een internationale harmonisering van ons hoger onderwijs.”
ding en vaardigheden, assessment van verworven competenties en kwalificaties in het jargon. Kan hij kennis van bepaalde opleidingsonderdelen bewijzen, dan krijgt hij daar credits voor. Hij volgt dus enkel
handicap. Een partnerinstelling afzonderlijk heeft niet de middelen en mensen om specifieke voorzieningen en leermateriaal voor studenten met een handicap te voorzien, op associatieniveau kan dat wel.”
“Over de flexibilisering hoor je veel ‘wild talk’, maar ze is ongemeen boeiend: we krijgen bijna onderwijs op maat.”
die opleidingsonderdelen die ontbreken in zijn ‘afstudeerprofiel’. De ene student heeft misschien ook baat bij een andere timing van de opleiding, een andere nood aan bijkomende studiepakketten. Het decreet vraagt ons daarom studietrajectbegeleiding te organiseren voor studenten, om studenten hun weg te helpen vinden in de mogelijkheden voor een meer individuele studiecarrière. Uiteraard zal die individualisering binnen bepaalde perken blijven: het opleidingsaanbod moet organisatorisch-administratief te managen blijven, en de student mag er niet in verloren lopen. Modulair onderwijs is nodig om in te spelen op specifieke noden van de arbeidsmarkt, maar een afstudeerrichting moet een evenwichtig en zinvol geheel blijven.”
Hapklaar “De onderwijskwaliteit zelf moet ook de Europese toets kunnen doorstaan. Het hoger onderwijs moet het veelbesproken ‘levenslang leren’ waarmaken waar de arbeidsmarkt om vraagt. Er is een verschuiving van ‘hapklare’ kennisoverdracht naar begeleide zelfstudie, om de student te vormen tot zelfstandig lerende.” “Dat vraagt nieuwe methodieken en leermiddelen, zoals een aangepaste didactiek voor digitaal studiemateriaal en e-learning bijvoorbeeld. De associatiepartners hebben middelen bijeengebracht in een Onderwijsontwikkelingsfonds, om zulke onderwijsinnovatieprojecten binnen de associatie te financieren. Enkele partnerinstellingen zullen bijvoorbeeld samen de meerwaarde en de kansen aftasten van een gemeenschappelijk digitaal leerplatform voor de associatie. Een ander project zal mogelijke onderwijsvernieuwingen onderzoeken voor studenten met een visuele
Spaarzaam “Samenhangend met die onderwijsverbetering, moeten de docenten zich ook didactisch kunnen bijscholen. Binnen de associatie wordt nagedacht over het opzetten van een netwerk voor deskundigheidsbevordering van docenten en de mogelijkheden voor een gezamenlijk bijscholingsaanbod. Een belangrijk principe is de zelfsturing: docenten moeten de hand hebben in hun eigen professionalisering, en hun onderwijstaken zelf kunnen evalueren en bijsturen. Er is zeker nog werk aan de winkel om tot een eenvormig zelfevaluatiesysteem te komen. We overleggen verder ook over de begeleiding van beginnende docenten. Zij moeten voldoende autonomie krijgen in hun onderwijsaanpak, maar extra begeleiding is toch een alom gehoorde vraag bij de associatiepartners.” “De stuurgroep Onderwijs zal bij dit alles nauw samenwerken met de stuurgroep Kwaliteitszorg & Accreditering van de associatie. Onderwijsverbetering en professionalisering gaan immers samen met de uitbouw van een gemeenschappelijk kwaliteitszorgsysteem, dat evenzeer moet worden afgestemd op internationale standaarden.” “Ideeën ontwikkelen door expertise te bundelen in associatieverband, maar de realisatie ervan overlaten aan de individuele partners: dat is een algemene doelstelling van onze associatie. Maar het betekent een bijkomend appèl aan weer eens dezelfde docenten. We moeten spaarzaam en efficiënt omspringen met onze energie, en mogen ons niet vergalopperen in onze verwachtingen. Daar is de Assiociatie K.U.Leuven zich óók van bewust… ” • http://associatie.kuleuven.be
EEN LEVEN LANG
KULAK-ere-rector Marcel Joniau
Van dorpsjongen tot pionier foto: Patrick Holderbeke
Door het raam van de werkkamer van KULAK-ere-rector Marcel Joniau zien we in de verte het glooiende landschap van Zuid-Kortrijk. Toch bevinden we ons op minder dan vijf kilometer van de KULAK. Bellegem is landelijk, maar toch ligt het vlakbij de stad. Als professor Joniau vertelt dat hij zijn jeugd doorbracht in Kortenberg, begrijpen we meteen waarom hij net dit stukje West-Vlaanderen uitkoos om er zich te vestigen. Tim Vuylsteke
“I
k ben geboren in 1938. Ik heb de oorlog dus meegemaakt, al had ik daar als kind natuurlijk niet zoveel erg in. Ik was echter wel oud genoeg om te beseffen wat het betekende om zuinig te leven. In mijn prille jeugd beleefde ik een schrale tijd, in schril contrast met de luxe die er na de oorlog zou komen. Vier à vijf jaar na de oorlog waren de tijden al volop aan het veranderen. Ik ging Latijn-Wetenschappen volgen aan het Koninklijk Atheneum in Brussel, en dat was voor een dorpsjongen als ik op dat moment zeker niet vanzelfsprekend. Ik kreeg er te maken met een grote verscheidenheid aan ideologieën, waardoor ik leerde een soort tolerantie te beoefenen zonder daarbij mijn eigen overtuiging prijs te geven.”
Kankerkliniek “Waarom ik aan de universiteit voor scheikunde koos? Ach, ik heb lang getwijfeld tussen biologie en scheikunde. Oorzaak van dat dilemma waren een enthousiaste leraar biologie en een stimulerende leraar scheikunde. Ik heb ooit even overwogen geneeskunde te studeren, maar ik wilde iets fundamenteel wetenschappelijks, en geneeskunde vond ik te veel een toegepaste wetenschap.” “Ik ben in Leuven gebleven tot 1968: eerst als student, later als doctoraatsstudent, en de laatste vier jaar als postdoc, steeds in hetzelfde Laboratorium voor Biochemie van professor René Lontie in de Dekenstraat. Toen ik in Leuven aankwam, was er van de splitsing van de universiteit nog geen sprake. Verschillende proffen gaven hun lessen twee keer: een keer in het Frans en een keer in het Nederlands. In de jaren zestig werd de toestand veel tumultueuzer, maar aan de taalstrijd van toen heb ik niet actief deelgenomen. Ik was op dat moment immers fulltime bezig met onderzoek. Ik heb in Alma 2 wel nog op de tafels geklopt, en samen met de rest ‘Walen buiten!’ gescandeerd, maar ik ben nooit mee op straat gekomen.” “Hoewel ik er na het behalen van mijn doctoraat in 1963 even tussenuit geknepen was om mijn dienstplicht te vervullen, raakte ik tegen het einde van de jaren zestig toch wat uitgekeken op Leuven. Ik was ondertussen getrouwd, en ook mijn vrouw wou graag naar het buitenland. Op aanraden van een aantal collega’s heb ik me toen kandidaat gesteld voor een Fullbright-reisbeurs. Ik werd geaccepteerd en kon aan de slag in het fameuze
RPMI (Roswell Park Memorial Institute), een researchcentrum annex kankerkliniek in Buffalo, New York. In dat instituut waren maar liefst 600 academische stafleden werkzaam. Ik kwam dus terecht in een zeer interessant milieu, ook al omdat in ons ‘Department of Immunology’ zowat twee derde van de onderzoekers Japanners waren. Mijn taak daar bestond erin de chemische constitutie te bestuderen van de bindende plaats van antistoffen, dat zijn de ‘grijphanden’ waarmee ze zich op hun doelwit vasthechten.” “Ik merkte dat ik me in de States niet hoefde te schamen voor mijn Leuvense vorming, die bleek zeer gedegen. Ik heb ontzettend veel bijgeleerd in en over de Verenigde Staten. Ik heb de positieve, maar ook de zwakke kanten van the American way of life leren kennen. Op sociaal gebied, bijvoorbeeld, is het daar echt de Far West.”
Pioniers “In de loop van ons tweede jaar in Amerika – mijn visum bleef drie jaar geldig – begon ik opnieuw contact te zoeken met Leuven, voor het geval ik zou terugkeren. Van mijn voormalige professor Georges Smets kwam ik te weten dat rector en viroloog Pieter De Somer op zoek was naar een nieuwe eiwitchemicus voor het jonge Rega-Instituut. Zo kwam ik in oktober 1970 terecht in de Minderbroedersstraat. Dat Rega-Instituut was voor mij een bijzonder stimulerende omgeving. Geregeld kwamen er internationale onderzoekers op visite, en bovendien runde ik er mijn eigen afdelinkje.” “Maar het universitaire landschap werd in die periode grondig dooreen geschud: in 1971 werd zowel het LUC als de UIA uit de grond gestampt, en de KULAK werd uitgebreid met twee nieuwe faculteiten, wetenschappen en geneeskunde. Aanvankelijk voelde ik er niet zo veel voor om mijn werk in het Rega-Instituut zo gauw weer op te geven - bovendien hadden we pas bouwgrond gekocht in Winksele. Maar uiteindelijk heb ik toch voor Kortrijk gekozen – al ben ik daarnaast tot 1985 als buitengewoon docent verbonden geweest aan het Departement Biochemie van de UIA. De eerste twee jaar deed ik nog de navet, maar in 1973 zijn we definitief naar West-Vlaanderen verhuisd.” “Eigenlijk waren we pioniers. We hebben die nieuwe faculteiten bijna letterlijk uit de grond gestampt: een nieuw
onderwijssysteem uitwerken, laboratoria plannen en uitrusten... Maar we werden wel beloond voor dat zware werk. In ruil voor onze verhuizing naar Kortrijk zouden we van rector De Somer een volledig uitgerust onderzoekscentrum cadeau krijgen. Voorwaarde was dat de nieuwe stafleden van de beide faculteiten een gemeenschappelijk project voorlegden. In 1974 werd dat project – we zouden aan interdisciplinair membraanonderzoek gaan doen – goedgekeurd, en we kregen ons nieuwe gebouw, het Interdisciplinair Research Centrum, waarvan ik de volgende zes jaar voorzitter was.” “Toen mijn goede vriend en collegachemicus wijlen professor Frans Van Cauwelaert in 1991 tot KULAK-rector verkozen werd, nam ik zijn mandaat in de Onderzoeksraad over. Op die manier kreeg ik niet alleen de kans om het onderzoeksdomein van de K.U.Leuven volledig te overzien, maar werd ik ook geïntroduceerd in de beleidskringen van de univer-
Centrum West-Vlaanderen en de Dienst voor Post-Academische Vorming geïncorporeerd in onze campus. En samen met onze buren van de KATHO, hebben we het Impulscentrum voor Onderwijsvernieuwing, dat was opgestart door mijn voorganger professor Vic Nachtergaele, verder uitgebouwd. Ook de banden met de andere West-Vlaamse hogescholen werden aangehaald. Die samenwerking, een soort associatie avant la lettre, leidde onder meer tot gemeenschappelijke promotiecampagnes, die de West-Vlaamse studenten moesten overtuigen in de eigen provincie te studeren, en er later ook terug te keren. Dat is echt noodzakelijk als we hier meer hoogtechnologische industrie willen aantrekken.” “Ten slotte wil ik nog even de aandacht vestigen op het Researchpark Kortrijk, dat op het grondgebied naast de KULAK zou moeten komen, en twee nieuwe instituten zou huisvesten. De plannen daarvoor waren in 1994 al klaar,
”Ik heb in Alma 2 wel nog op de tafels geklopt, en samen met de rest ‘Walen buiten!’ gescandeerd, maar ik ben nooit mee op straat gekomen.”
siteit. En dat heeft me bij mijn benoeming tot rector van de campus Kortrijk in 1996 natuurlijk wel een handje geholpen. Ik was toen wel de enige kandidaat, maar werd verkozen met een ruime meerderheid.”
Pasteltekeningen “Als rector heb ik een druk leven geleid, temeer omdat ik bijna al mijn doceertaken bleef uitoefenen. Ik werd gelukkig omringd door een schare trouwe medewerkers, die ik nog steeds erg dankbaar ben. Op die manier heb ik toch een aantal zaken kunnen verwezenlijken. Op onderwijsvlak hebben we, ondanks onze geringe bewegingsruimte, de nieuwe kandidaturen Biomedische Wetenschappen en een tweede kandidatuur Biologie kunnen realiseren. Bovendien werd de computerinfrastructuur van onze campus sterk uitgebouwd, met een video-conferencinglokaal en het gecomputeriseerde talencentrum als bekroning.” “We hebben ook het Post-Universitair
4.3.2004 C A M P U S K R A N T
maar ze werden en worden voortdurend gekelderd door juridische acties van de omwonenden. De twee instituten, het Vlaams Kunststoffencentrum en het Innovatie- en Incubatiecentrum Kortrijk, werden dan maar in gemeenschappelijk overleg geïncorporeerd in de KULAKcampus.” “Omdat ik al 63 was in 2001, was een tweede ambtstermijn als rector onmogelijk. Maar dat vond ik eigenlijk niet erg. Ik denk dat tien jaar sowieso te lang geweest zou zijn, dat mijn aandacht na verloop van tijd verslapt zou zijn. Wat ik doe nu ik met pensioen ben? Ha, nu ben ik zo vrij als een vogel in de lucht! Ik probeer natuurlijk wel nog bij te blijven in mijn vakgebied: zo’n twee keer per week rijd ik nog naar de KULAK om er het labo te bezoeken en de wetenschappelijke tijdschriften te lezen. Er is nu wel wat meer tijd voor andere dingen: reizen, op onze acht kleinkinderen passen, pasteltekeningen maken... Ik volg nu immers tekenles aan de stedelijke academie!”
17
Cultuur kort
Muzikale gasten uit Bristol Op 22 maart verwelkomt Leuven een groep muzikale studenten van de University of Bristol, één van de universiteiten van de Coïmbra Group waartoe ook de K.U.Leuven behoort. De University of Bristol, gelegen in het zuidwesten van Engeland, werd opgericht in 1876. Ze werd lid van de Coïmbra Group omdat ze - net zoals de K.U.Leuven - in een middelgrote stad is gesitueerd als een universiteit met een zeer goed onderwijs- en onderzoeksniveau. Volgens de globale ranking-cijfers van The Guardian staat Bristol University op de 17de plaats in de rangschikking van 115 Britse universiteiten. Als we echter de citatie-impact als enig referentiepunt nemen, springt Bristol naar de vierde plaats. Bristol is een universiteit met krachtige onderzoeksgroepen, zeker in de exacte wetenschappen. K.U.Leuven-onderzoekers werken op diverse vlakken intens samen met Bristol, en ook op onderwijsvlak is er een zeer goede samenwerking. De University of Bristol was de eerste om vrouwen en mannen ‘op gelijke’ voet toegang te verlenen tot het universitair onderwijs en wel meteen vanaf haar stichting, toen 30 mannelijke en zomaar even 69 vrouwelijke studenten zich inschreven. Op het programma staan onder meer het ‘Te Deum’ van Haydn (koor en orkest), het ‘Viool Concerto’ van Mendelssohn en ‘Mass in G Minor’ van Vaughn Williams. • 22 maart, 20u30, Sint-Michielskerk, tickets: 2 euro (studenten)/ 4 euro (niet-studenten), (t) 016 320 340 of via
[email protected]
Capella Academica brengt passiemuziek Het personeelskoor van de K.U.Leuven, de Capella Academica, vierde eind vorig jaar zijn vijfde verjaardag. En het koor gaat op volle kracht voort. Op vrijdag 26 maart is er het concert ‘Crucifixus’, met passiemuziek uit de barok en de renaissance, van onder anderen Antonio Lotti, Henry Purcell, Jan Dismas Zelenka, Vincentio de Grandis, William Byrd en Heinrich Schütz. De koorwerken zullen begeleid worden door basso continuo (orgel) met strijkorkest. • 26 maart, 20u, Sint-Jan-de-Doperkerk, Groot Begijnhof. Info: www.kuleuven.ac.be/capellac
25 jaar Universitair Harmonie Orkest Om zijn zilveren jubileum te vieren, brengt het Universitair Harmonie Orkest twee aulaconcerten onder de titel ‘In de ban van de roman’. Top of the bill is de uitvoering van de eerste symfonie van Johan De Meij: ‘The Lord of the Rings’. Daarnaast staan op het programma: ‘Romeo & Juliet’ (ook in een bewerking van Johan De Meij), ‘Gulliver’s travels’ van Bert Appermont, ‘Kuifje’ van Dirk Brossé en het allereerste stuk dat het prille UHO ooit uitvoerde: het eerste deel van de ‘Suite’ van Jan Segers. Acteur Michaël Pas is verteller tijdens deze muzikale en literaire reis. • 24 en 26 maart, 20u15, Pieter de Somer-aula, Debériotstraat 24, 3000 Leuven. Info en tickets: (t) 016 32 03 40, www.uho.be
UURKULtUUR: Bach-Nacht Het Flanders Recorder Quartet heeft een mateloze bewondering voor Johann Sebastian Bach. Vijftien jaar lang heeft dit blokfluitkwartet gewacht om een volledig Bach-programma te durven vertolken. In dit concert worden enkele werken van Bach op orgel, blokfluit en klavecimbel uitgevoerd. Het eerste deel van het concert vindt plaats in de Sint-Jan-de-Doperkerk, waar Bach op orgel wordt gebracht door Bart Jacobs. Voor het tweede deel, met uitvoeringen op klavecimbel en blokfluit, verhuizen we naar de Faculty Club. • 10 maart, inleiding om 21u door professor Ignace Bossuyt in de Faculty Club, concert om 22u in de SintJan-de-Doperkerk, Groot Begijnhof. Toegang gratis. Dit UUR KULtUUR wordt georganiseerd naar aanleiding van 40 jaar Universitaire Parochie. Voor meer info: www.kuleuven.ac.be/up
18 C A M P U S K R A N T 4 . 3 . 2 0 0 4
In memoriam professor André Gyselen Professor André Gyselen werd geboren in Veurne, op 23 maart 1914. Hij overleed op 8 februari jl., na een leven dat volledig in het teken stond van de geneeskunde en de longziekten. Na zijn studies in Leuven (promotie 1938) volgde hij een opleiding in de ftisiologie of tbc-kunde in het Zwitserse Montana. Van 1945 tot 1956 was hij geneesheerdirecteur van het sanatorium in Sijsele. Professor Jozuë Vandenbroucke, pionier van de inwendige geneeskunde aan onze universiteit, haalde hem naar Leuven om de afdeling longziekten uit te bouwen, eerst als buitengewoon docent, vanaf 1961 tot 1984 als gewoon hoogleraar. Professor Gyselen werd in 1958 aangesteld tot geneesheer-directeur van het Universitair Sanatorium Pellenberg, een taak die hij tot 1984 zou vervullen. Vanaf 1967 werd ‘Pellenberg’ progressief omgeschakeld tot algemeen ziekenhuis voor de diverse pulmonale, maar ook locomotorische en cardiologische aandoeningen. Professor Gyselen introduceerde een reeks nieuwe behandelingsmethoden voor de vroeger zo wijd verspreide maar op relatief korte tijd praktisch verdwenen tuberculose. Hij publiceerde ook een aanzienlijke hoeveelheid bijdragen over pneumologie, onder meer het bekende standaardwerk ‘Pathofysiologie en behandeling van respiratoire insufficiëntie’ (1979). In 1984 werd hij emeritus gewoon hoogleraar. Daarnaast was hij ook van nabij betrokken bij de splitsing van de Leuvense universiteit. Tijdens de woelige jaren 1967-1970 was hij decaan van de Faculteit Geneeskunde. Hij zetelde in de Commissie De Somer-Lavenne, die een sleutelrol speelde in de splitsing van de Leuvense universi-
teit. Verder stond hij mee aan de wieg van de nieuwe Faculteit Geneeskunde, waarin het ziekenhuiscomplex Gasthuisberg een centrale plaats zou innemen voor het klinisch onderzoek en onderwijs, en voor de meest geavanceerde vormen van zorgverstrekking. Professor Gyselen vond daarnaast nog de tijd om zich in tal van wetenschappelijke organisaties verdienstelijk te maken, onder meer als voorzitter van de Vlaamse Vereniging voor Tuberculosebestrijding, van de Union Internationale contre la Tuberculose en van de Koninklijke Academie voor Geneeskunde in België. Hij was een geliefd en zeer taalvaardig lesgever. Hij had een zeer universalistische humanitaire levensvisie, en hij had ook een zeer ruime culturele, muzikale en artistieke interesse.
In memoriam professor Jacques Stalpers Op 28 december overleed in Tilburg professor Jacques Stalpers. Zijn naam is onlosmakelijk verbonden met de oprichting en de eerste twintig jaar werking van de Afdeling Sociale Pedagogiek in de Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen, waarin hij van 1966 tot 1986 als deeltijds hoogleraar actief was. Hij was ook hoogleraar aan de K.U.Tilburg (nu Universiteit van
Tilburg). Vooral de studenten uit de pionierstijd van de sociale pedagogiek aan de K.U.Leuven bewaren uitstekende herinneringen aan zijn brede visie op vorming, participatie en cultuur. Professor Stalpers stond verder bekend om zijn welbespraaktheid, zijn creativiteit en zijn bijdrage tot de sfeer van respect en vertrouwen onder de groep van docenten en studenten.
In memoriam De universitaire gemeenschap neemt afscheid van: Professor Marvin Jackson, emeritus gewoon hoogleraar aan de Faculteit Economische en Toegepaste Economische Wetenschappen, geboren op 30 augustus 1932 en overleden op 21 januari 2004. Dokter Adelin Degroote, studentenarts, geboren op 6 juni 1941 en overleden op 25 januari 2004.
Professor Hubert Vandenborre, emeritus gewoon hoogleraar aan de Faculteit Economische en Toegepaste Economische Wetenschappen, geboren op 12 januari 1912 en overleden op 10 februari 2004. De heer Luc Witters, gepensioneerd laboratoriumassistent aan de Faculteit Geneeskunde, geboren op 30 juni 1939 en overleden op 17 februari 2004.
Onderzoekskalender Een overzicht van alle openstaande onderzoeksprogramma’s en initiatieven is beschikbaar op CWIS, www.kuleuven.ac.be/gedoc. Wie geen toegang heeft tot CWIS kan contact opnemen met Karine Aert: Dienst Onderzoekscoördinatie, Naamsestraat 22, 3000 Leuven, (t) 016 32 40 53, (f) 016 32 41 9,
[email protected] advertentie
Bevorderingen ZAP
Doctoraten Doctoraten vereenvoudigd op het web Naar aanleiding van elke doctoraatsverdediging publiceert de K.U.Leuven op haar website een vulgarisatie van de proefschriften. U vindt ze op www.kuleuven.ac.be/doctoraatsverdediging/actueel.htm. De komende doctoraten vindt u in de agenda: http://agenda.kuleuven.be.
Hoger Instituut voor Wijsbegeerte 18 febr., Jason Howard, The Dynamic of Conscience and the Hegelian Appropriation. An Investigation into the Genesis of Moral Obligation. 23 febr., Peter Losonczi, Science and Transcendence: On the Apologetic Potentials of the Cartesian Philosophy.
Sociale Wetenschappan 16 febr., Jeroen Maesschalck, Towards a Public Administration Theory on Public Servants’ Ethics. A Comparative Study. 26 febr., Wouter Beke, De Christelijke Volkspartij tussen 1945 en 1968. Breuklijnen en pacificatiemechanismen in een catch-allpartij.
Toegepaste Wetenschappen 24 febr., Yajun Ha, Design Space Exploration of Hardware Virtual Machine for Networked and CoDesigned Applications. 2 maart, Bart De Win, Ontwikkeling van toepassingsspecifieke beveiliging met behulp van een aspect-georiënteerde aanpak.
Psychologie en Pedagogische Wetenschappen 2 maart, Pieter Boersema, De evangelische beweging in de samenleving. Een antropologisch onderzoek naar religieuze veranderingen in de Evangelische Beweging in Vlaanderen en Nederland gedurende de periode 1972-2002.
Landbouwkundige en Toegepaste Biologische Wetenschappen 9 febr., Kris Broos, Cadmium and Zinc Toxicity on Symbiotic Nitrogen Fixation in White Clover (Trifolium repens L.).
16 febr., Sebastien Kremer, Assembling Silicalite-1 Nanoslabs Into Hierarchical Materials. 27 febr., Marc Kwanten, Metallocene Catalyzed alpha-Olefin Oligomerization with Anchored Weakly Coordinating Anions. 3 maart, Erwin De Nys, Interaction Between Water Supply and Demand in Two Collective Irrigation Schemes in North-East Brazil: From Analysis of Management Processes to Modelling and Decision Support. 4 maart, Nahor Haddish Berhane, A Continuous/Discrete Event Modeling Methodology for Simulating Controlled Atmosphere Cool Storage Systems. 4 maart, Elly Minani Kafiriti, Integrating Conventional and Participatory Research: Experiences from Trials with Rice Farmers in South Eastern Tanzania.
Economische en Toegepaste Economische Wetenschappen 16 febr., Jurgen Martens, A Fuzzy Set and Stochastic System Theoretic Technique to Validate Simulation Model.
Geneeskunde 25 febr., Pascale Van Hoydonck, Oxidative Status and Health: Effects of Anti- and Prooxidants on Markers of Vascular and Respiratory Integrity. 4 maart, An Goris, Multiple Sclerosis Susceptibility Genes: a Candidate-Gene Study of Interferon-Gamma and a Genome-Wide Association Screen.
Vacatures AAP en BAP De vacaturelijsten met vacante mandaten van as-sisterend en bijzonder academisch personeel voor het academiejaar 2003-2004 vindt u op de website www.kuleuven.ac.be/admin/rd/niv3p/ad-i01.htm. De vacatures worden ook wekelijks aangekondigd in de eNieuwsbrief, die u vindt op www.kuleuven.ac.be/nieuwsbrief.
Biomedische Wetenschappen Gewoon hoogleraar Faculteit Geneeskunde Marcel De Cuyper Philip Joris Peter Marynen Paul Van Hecke Faculteit Lichamelijke Opvoeding en Kinesitherapie Johan Lefevre
Buitengewoon hoogleraar
Elisabeth Dequeker Bart Maes Luc Mertens Godelieve Moons Rik Vandenberghe Rene Westhovens Faculteit Lichamelijke Opvoeding en Kinesitherapie Alice Nieuwboer Willy Schroven
Exacte Wetenschappen
Faculteit Geneeskunde Frank Buntinx Georges Coremans Antoon De Laat Marc Gewillig Mark Jorissen Eric Legius Frank Luyten Willy Peetermans Jan Tack Greta Van Den Berghe Patrick Wouters Faculteit Lichamelijke Opvoeding en Kinesitherapie Henricus Gosselink
Gewoon hoogleraar
Hoogleraar
Hoogleraar Faculteit Wetenschappen Conny Aerts Peter Lievens Liliane Schoofs André Vantomme Toegepaste wetenschappen Jan Carmeliet Dominiek Reynaerts Jan Swevers Stefan Vandewalle Henricus Verschure Faculteit LTBW Dirk De Waele Bart Muys
Faculteit Geneeskunde Patrizia Agostinis Daniel Sifrim Geert Verbeke Guy Willems Faculteit Farmaceutische Wetenschappen Guy Bormans Ann Van Schepdael
Deeltijds hoogleraar Faculteit Geneeskunde Jan Bogaert Steven Boonen Jan Deprest Dirk De Ridder Hein Heidbuchel Robert Hermans Reinhilde Jacobs Bart Nuttin Dirk Timmerman Chantal Van Audenhove Marc Van Ranst
Deeltijds hoogleraar Faculteit Toegepaste wetenschappen John Dejaeger
Hoofdocent
Hoofddocent Faculteit Lichamelijke Opvoeding en Kinesitherapie Hilde Feys Bavo Vanden Eynde
Deeltijds hoofddocent Faculteit Geneeskunde Peter Adriaenssens Werner Budts Marinee Lay Khim Chuah Johannes Creemers Harry Cuppens Ronny Decorte Jan De Hoon
Faculteit Wetenschappen Wim Dehaen Christian Maes Philippe Muchez Luc Van Meervelt Faculteit Toegepaste wetenschappen Karen Maex Marc Moonen Dirk Vandepitte Jan Van Impe Faculteit LTBW Christiaan Michiels Herman Ramon
Faculteit Wetenschappen Mia Hubert Faculteit Toegepaste wetenschappen Jan Degreve Tom Holvoet Frank Piessens
Deeltijds hoofddocent Faculteit Wetenschappen Jacques Schittekat Faculteit LTBW Marie-Christine Peeters
Humane Wetenschappen Gewoon hoogleraar
Benoemd of onderscheiden
eNieuwsbrief K.U.Leuven Surf naar www.kuleuven.ac.be/nieuwsbrief/
Hoogleraar Faculteit Godgeleerdheid Lieven Boeve Faculteit ETEW Christophe Croux Geert Dhaene Ann Gaeremynck Faculteit Sociale Wetenschappen Bart Kerremans Marc Swyngedouw Jan Van Den Bulck Hoger Instituut voor Wijsbegeerte André Cloots Ullrich Melle Faculteit Letteren Hubert Cuyckens Michèle Goyens Johan Verberckmoes Faculteit Psychologie en Pedagogische wetenschappen Geert Kelchtermans Beatrijs Maes Karl Verfaillie
Deeltijds hoogleraar Faculteit Godgeleerdheid Emilio Platti
Hoofddocent Faculteit ETEW Siegfried Dewitte Faculteit Sociale Wetenschappen Marleen Brans Faculteit Letteren Kurt Feyaerts Karel Hellemans John Nawas Tatjana Soldatjenkova Dimitri Vanoverbeke Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Hans De witte
Deeltijds hoofddocent Faculteit Rechtsgeleerdheid Johan Put Faculteit Sociale wetenschappen Patrick Develtere Faculteit Letteren Katelijn Vandorpe
Wie een mededeling wil laten opnemen in deze rubriek, kan een digitaal formulier invullen op www.kuleuven.ac.be/ck/mededeling/benoemd.htm
Professor Rik Torfs, gewoon hoogleraar aan de Bijzondere Faculteit Kerkelijk Recht, werd door Marie Arena, Minister van Maatschappelijke Integratie en Interculturaliteit, benoemd tot lid van de Commissie voor Interculturele Dialoog. Deze Commissie werd op 23 februari geïnstalleerd in aanwezigheid van Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Filip.
Organiseer je iets? Kondig het gratis aan in de
Faculteit Rechtsgeleerdheid Jan Wouters Faculteit ETEW Erik Buyst Jozef Konings Robrecht Overlaet Martina Vandebroek Luk Warlop Faculteit Letteren Marcel De Smedt Rita Ghesquiere Faculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen Jan Masschelein Patrick Onghena Gerrit Storms
Benoît Allemeersch, voltijds assistent bij het Instituut voor Gerechtelijk Recht, ontving op 19 november de T.P.R.-prijs 2003 van het Tijdschrift voor Privaatrecht voor zijn bijdrage Bemiddeling en verzoening in het burgerlijk proces. Proeve van een beginselenleer in een Belgisch en Europees perspectief.
K.U.Leuven gesigneerde artikelen Sportkledij, kantwerk, pennensets, sleutelhangers, paraplu’s, Sedes-beelden, boeken, enz.
Boetiek K.U.Leuven Oude Markt 13, 3000 Leuven, tel. 016 32 40 16 (open 10-12u en 14-16u) of surf naar www.kuleuven.ac.be/boetiek/
4.3.2004 C A M P U S K R A N T
19
www.psysoc.kuleuven.ac.be
In beeld
Trendslaven In het kader van een verder doorgevoerde democratisering van de universiteit heeft de werkgroep PsySoc, in opdracht van de Inrichtende Overheid, een onderzoek opgestart dat de variabele parameters binnen de studentengemeenschap wil definiëren en analyseren. Eén deelaspect beoogt participerende observatie van de studentengemeenschap door enkele leden van het ZAP. Hun bevindingen worden opgevolgd aan de hand van vragenlijsten en dagverslagen. Zo werd onder meer een professor van de Faculteit Wijsbegeerte bereid gevonden om als ‘vrij student’ mee te draaien aan de Faculteit Geneeskunde. Exclusief bieden we u enkele van zijn dagverslagen aan in voorpublicatie. foto: Rob Stevens
Bordeaux, vrolijk of zot Zelfs een mini-sneeuwstorm kon het enthousiasme bij de honderd deelnemers van de tweede editie van de Student Trophy, georganiseerd door Sportraad, niet temperen. In vijfentwintig teams gaven ze het beste van zichzelf tijdens, op of in een oriëntatieloop, een deathride, highlandgames, een mountainbikeparcours, een speleobox, een luchtconstructie en een touwenparcours. Winnaar bij de heren was het team Bordeaux, bij de dames de Vrolijke Troela’s en bij de gemengde teams de Zottekes.
foto: Rob Stevens
De rector geeft een vat De vijftigste verjaardag van Alma werd tijdens een feestweek gevierd met een waaier aan activiteiten, zoals een gratis aperitief, een studentenfanfare en een reizende tentoonstelling. Rector Oosterlinck zorgde voor het meest opmerkelijke moment. Op 16 februari nam hij plaats achter de toog van Alma 1, om een gratis vat te tappen voor zijn studenten. De feestweek was de aanzet voor een heel feestsemester. Zo zijn er nog een paasactie, Italiaanse dagen in april, en ‘blokverwennerijen’ gepland. Info: www.alma.be
VLD’ers trappen door
20 C A M P U S K R A N T 4 . 3 . 2 0 0 4
foto: Rob Stevens
VLD en sport kan een gevaarlijke combinatie zijn, dat bewezen de liberale premiers Verhofstadt en Dewael in het recente verleden, respectievelijk op de fiets en op de latten. Gelukkig hielden Vlaams minister van sport Marino Keulen en zijn partijgenoot Vincent Van Quickenborne geen kleerscheuren over aan hun bezoek aan het Steunpunt Sport, Beweging en Gezondheid op 16 februari. In het kader van het onderzoek naar de fitheid van de Vlaamse bevolking, onderwierpen de twee politici zich zelf aan een test. Ze namen plaats op een hometrainer met als opdracht zolang mogelijk te blijven trappen, terwijl de weerstand systematisch werd opgevoerd. De Minister van sport (foto) scoorde met zijn tien minuten matig. Staatssecretaris Q hield het langer vol: hij bleef een dikke veertien minuten doortrappen, maar vond de inspanning wel “zwaarder dan een weekje VLD-miserie”.
Donderdag 30 oktober Elke student heeft een gsm. Elke student. Behalve ik, die nu toch al een goede maand voor student doorga. Terwijl destijds niemand aan de lokroep van de telefoonoperatoren kon weerstaan – nota bene zelfs enkele van mijn meest principiële collega’s niet – en de één na de ander voor de bijl ging, werd mijn volgehouden verzet mijn fierheid. Elke nieuwe aankoop van collega’s werd door ons, de achterblijvers, steevast met een gemene grijns van commentaar voorzien. “Zie nu, de Fons heeft zich ook niet kunnen houden!” Het was een strijd van de zelfverklaarde homo autonomicus tegen de trendslaaf. Eerst, toen het ding nog exclusief was, liepen de collega’s van economie er al parmantig mee te kijk. Dan volgden langzaam maar zeker ook onze vrienden van psychologie en letteren, en hier en daar begon een politiek filosoof zich al voor het hebbeding te interesseren. Toen meer dan negentig procent er ééntje op zak had, en iedereen was uitgepraat over de zaak, kwamen ten slotte ook de metafysici er verwonderd mee aanzetten. Maar ik hield voet bij stuk. Ik leefde zonder. Wie mij nodig had, moest mij maar weten te vinden. En dat ging uitstekend. Tot het moment kwam dat ik eens iemand bleek nodig te hebben. Gisterenmorgen om precies te zijn, toen ik op een onchristelijk uur aan de deur van ons kot kwam en mijn sleutel niet meer vond. Het was rond halfvijf, de maan stond bol, en de vrieskou kliefde het vel rond mijn vingers, waarvan ik sinds kort weet dat het uit drie lagen bestaat. Epidermis, dermis, en subcutis. Haastig voelde ik in mijn jaszakken en borstzakje, betastte mijn broekzakken en deed dat onrustig nog een tweede maal. Ik keerde op mijn stappen terug, om te kijken of ik hem nergens op straat had laten vallen. Nergens. Ik probeerde vervolgens alle belcodes van mijn kotgenoten uit, drie maal kort, kort – lang – kort, lang – lang – lang. Niets. Ik voegde er nog enkele improvisaties aan toe. Zes maal kort, lang – heel lang – héél lang. Geen antwoord. Er was blijkbaar nog niemand thuis. Ik stond helemaal alleen met mijn verwaaid gezicht, mijn met bier besmeurde kleren en mijn bezopen geest, niet zo dapper meer als even tevoren, toen ik met hand op borst en voet op stoel de Oude Rolderklacht stond te zingen. Het lied waarvan ik dacht dat ik
het voor de laatste maal had gezongen, toen ik in ’64 schouder aan schouder naast mijn kameraden stond, en we de laatste cantus besloten. De tranen in de ogen. Wat een vreemd gezicht moet het zijn geweest. Ik tussen al die jonge snaken, de al wel erg oude ancien tussen een nieuwe lading groentjes, de homo autonomicus tussen de trendslaven. Meezingend met de bende: “Al wie voor het eerste jaar in Leuven is, sta recht!” En dan maar doorzingen, én maar doorzingen, tot ook ik het glaasje aan mijn lippen mocht brengen: “En al wie voor het drieënveertigste jaar in Leuven is, sta recht!” Om het vervolgens uit te drinken tot op de grond. Moet toegeven dat dat niet zo evident meer was. De cantus verliep overigens opmerkelijk ordeloos. In onze tijd werd gezwegen bij silentium en gepraat indien habes. Maar ik ga het hier niet hebben over de teloorgang van gezag. Daarover heb ik genoeg boeken gepubliceerd. Toen ik bijna ingedommeld was voor onze deur op de te nauwe dorpel, voelde ik een hand tegen mijn schouder. Ik keek
op, het was één van mijn kotgenoten. Ik kraaide van geluk en sprong recht. Hij had de tranen in de ogen. Een liefdeskwestie. Ineens werd het weer helemaal helder in mijn hoofd, en ik nam hem mee voor een laatste pint. Een warm geluk deed mijn vingertoppen tintelen. Want was dat niet mooi? Honderden denkers uit meer dan twintig eeuwen stonden aan mijn zij om deze beginneling in het leven te troosten en gerust te stellen. Ik mocht nog eens een keertje doceren! Geen beschonken hersencel die mij hiervan ging weerhouden. • Voorpublicatie onder toezicht van Prof. H.J. Kindts (Afdeling Vergelijkende Psychoanalyse) en Prof. Ph. Lemmerlinck (Afdeling Socio-antropologische Systematiek), onder redactie van N. Matthijs (wetenschappelijk medewerker Psysoc) • www.psysoc.kuleuven.ac.be/exp03-04