Laserpro Spirit GX Hardware Lasersnijden is een industriële bewerkingstechniek. Een laser is een elektromagnetische stralingsbron die licht uitzendt in een bijna evenwijdige bundel. Om met de laserstraal te kunnen snijden, moet die worden gefocusseerd tot een lichtcirkel waarvan de diameter slechts fracties van een millimeter bedraagt. Hierdoor wordt de intensiteit van de straal zo groot, dat door smelten en verdampen van het materiaal zeer smalle en nauwkeurige gleuven kunnen worden gemaakt. Met de scherpe laserstraal kan men een groot aantal kunststoffen, hout en textiel snijden. De lasersnijder op de academie heeft een echter onvoldoende vermogen (60W) om metaal te snijden. • De maximaal te snijden dikte voor zowel hout als kunststof is 8mm. • Een aantal materialen kunnen we niet lasersnijden omdat er giftige of corrosieve gassen vrij komen. PVC - Polycarbonaat (lexaan) - Teflon - Carbon Bij andere materialen komen ook schadelijke gassen vrij. Deze kunnen beter worden afgezogen. Alles bij elkaar is het geen milieuvriendelijk proces! De bediening van de machine simpel. •
afzuiging maximaal aan.
•
perslucht aansluiten.
•
machine aanzetten dmv. de schakelaar rechts op de machine. de laserkop beweegt nu over de hele tafel om zichzelf te controleren.
•
Leg nu je materiaal linksboven (nulpunt) in de machine. Let op! De honingraat tafel is erg kwetsbaar. Niet leunen of stoten! Monteer het autofocuskopje op de laserkop (zie foto). Beweeg nu de laserkop langzaam tot boven je materiaal. Druk nu op knopje ‘autofocus’ . De machine meet nu de dikte van het materiaal. Verwijder het kopje weer. En druk op ‘back’ (knop bij lcd scherm) om terug te keren naar het begin menu. Sluit nu het deksel. Als je nu op ‘Start/Stop’ drukt zal de laser de laseropdracht die zichtbaar is in het scherm uitvoeren.
•
•
Als de laser klaar is hoor je een piep. Wacht nog 10 seconden tot alle dampen zijn afgezogen!
LET OP! Blijf altijd bij de laser cutter! Als er iets in de mis gaat: DEKSEL OPTILLEN & LASERKOP VERPLAATSEN dan stopt laser en de vlam gaat uit.
CadCam 2011
Laserpro Spirit GX
De Software De lasersnijder werkt alleen met Illustrator CS4 files. Eventueel kun je in een ander programma werken en deze file omzetten naar Illustrator. Dit gaat niet altijd goed. De lasersnijder kan vectorfiles snijden en graveren. Pixelfiles kunnen alleen gegraveerd worden. Een vectorfile kun je herkennen: kies ‘View’ -> ‘preview’ of druk + Y. Een pixelfile is nu omgezet naar een vierkant met diagonalen, vectorlijnen blijven als zwarte lijnen zichtbaar. • Het makkelijkste is het om je De template vind je op
eigen file in onze template te plaatsen. internet of in het speciale GCC panel.
• Teken in deze template de afmeting van je materiaal (bijv. met hulplijnen) en plaats deze in de linker bovenhoek(x-nul, y-nul). Nu kun je je eigen ontwerp hierin positioneren (C - V) • Selecteer nu de te snijden geometrie, en plaats deze in een aparte laag ‘snijden’ . Selecteer (indien nodig) de te graveren geometrie en plaats ook deze in een apparte laag ‘graveren’. • Selecteer nu alles (a) en druk op het lasersymbool in het GCC menu.
• Nu zie je het export scherm, hier vind je alle instellingen voor de laser. Meest gebruikt is echter ‘Manuel Color Fill’. In de werkplaats ligt eventueel een handboek waarin alle functies worden besproken.
CadCam 2011
Laserpro Spirit GX • Bovenin kun je nu doorklikken naar ‘pen’. • Beide lagen ‘snijden’ en ‘graveren’ zijn onderin zichtbaar in het vakje ‘Layer/Raster/Vector’. Hier kun je een van de lagen selecteren door op het kleurvlakje te klikken (ernaast werkt niet!). • In het vakje ernaast ‘parameter’ kies je nu een pen deze pen zit nu gelinkt aan de geselecteerde laag. • Nu kun je erboven bij ‘Pen-Setting‘ deze pen waardes geven ‘Speed’ - ‘Power’ en ‘PPI’ * Op het bureau staat een lijst met instellingen. • Op dezelfde manier kun je de laag ‘graveren’ instellen.
Geselecteerde geometrie
Laag ʻsnijdenʼ en laag ʻgraverenʼ
Export naar lasersnijder
* ‘Speed’ - ‘Power’ en ‘PPI’ moeten een soort evenwicht vormen zodat het materiaal goed gesneden of gegraveerd wordt. Gaat de snelheid bijvoorbeeld omhoog dan kan het vermogen omlaag. ‘PPI’ staat voor pulses per inch. De regel is hoe harder het materiaal deste hoger kan de ‘ppi’ kan staan. Als ‘PPI’ heel laag staat, dan komen de op een volgende pulses niet op elkaar maar naast elkaar, perforeren dus.
• Als alle instellingen zijn gemaakt kan de file naar de lasersnijder worden geexporteerd. Er kan geen naam aan de files worden meegegeven. De laatst verstuurde file krijgt het hoogste nummer op het LCD van de lasersnijder.
CadCam 2011
Laserpro Spirit GX
De File Een correcte Illustator file is erg belangrijk. • Als je een geometrie wil snijden dan zullen alle lijnen zwart en 0,01mm dik moeten zijn. • Is een lijn dikker of heeft een vorm een vulling dan zal de lasersnijder de vorm als een ‘plaatje’ beschouwen en ook zo uitvoeren. Vectorbestanden zijn een wiskundige beschrijvingen van een vorm en kunnen daarom veel sneller en nauwkeuriger uitgevoerd worden. De laser kop kan gelijktijdig in de x en y richting bewegen. Hij kan dus bijvoorbeeld diagonaal over het werkoppervlak bewegen. Bij een pixelbestand of een vectortekening met dikte of vulling zal de uitvoering zijn zoals bij een inktjetprinter, horizontale lijn voor horizontale lijn.
Vector file
Laserkop volgt geometrie
Pixel file of vectorfile met bijv. dikke lijnen Laserkop volgt geometrie niet
• De minimale afstand tussen lijnen moet 1mm zijn. Anders zal het materiaal ertussen verdwijnen. • De blend tool werkt bijvoorbeeld niet, controleer je file in ‘outline’ (kies ‘View’ > ‘outline’ of druk + Y.)
CadCam 2011
Laserpro Spirit GX
CadCam 2011