Lesopdracht Verteltafel rondom het prentenboek Rupsje nooit genoeg
Benodigdheden (ochtend) -Prentenboek: Rupsje nooit genoeg Eric Carle -Groot vel papier -Zwarte markeerstift -Diverse papiersoorten: karton, sitspapier, crêpepapier, enz -Knutselmateriaal; wol, stof, wc-rolletjes, koffiefilterzakjes, verf, ecoline, enz
Leerdoelen voor de kinderen -De kinderen leren gericht te luisteren naar het verhaal; -De kinderen kunnen in steekwoorden aangeven waar het verhaal over gaat; -De kinderen leren samen te communiceren (overleggen, afspraken maken e.d.); -De kinderen kunnen individueel maar ook in groepsverband iets (samen) maken van diverse materialen; -De kinderen leren nieuwe woorden; - De kinderen zullen de verschillende stadiums van eitje tot vlinder waarnemen; -De kinderen kunnen een versje mee opzeggen; -De kinderen kunnen aan de hand van een voorbeeld een vlinder op de kralenplank maken; -De kinderen kunnen woorden nastempelen.
Lesinhoud Inleiding -Ik maak een kring (hoefijzervorm) zodat alle kinderen mij en het boek goed kunnen zien. Het boek houd ik zo voor mij dat de kinderen de prenten kunnen zien. Ik vertel of lees het verhaal voor.. -Naar aanleiding van het verhaal maak ik een woordveld met ze. (schrijf in het midden de titel van het boek en verdeel de woorden onder: zelfstandige naamwoorden, handelingswoorden en voorzetsels. Teken bij de woorden kleine tekeningetjes)
-Tot slot van de inleiding vertel ik dat dit het nieuwe boek wordt voor de verteltafel en vraag ik aan de kinderen wie er een aantal dingen wil gaan maken/knutselen voor de verteltafel. De andere kinderen kiezen een werkje uit de keuzebak. Vanuit de kring gaan de kinderen naar hun tafel. Kern -Werkles -Tijdens de werkles begeleid ik het groepje dat een aantal voorwerpen gaan maken voor de verteltafel. Ik begin met een planningsgesprek. Hierbij heb ik de kinderen de volgende vragen gesteld: Waar ging het verhaaltje over? Welke dieren kwamen in het verhaal voor? Wat voor een voorwerpen kwamen nog meer in het verhaaltje voor, die we kunnen maken voor de verteltafel? Hoe wil je het gaan maken? Welke materialen hebben we nodig? In overleg met mij beslissen de kinderen wat ze gaan maken voor de verteltafel. De kinderen hebben het fruit getekend maar het maken van fruit d.m.v. papiermaché is ook mogelijk. De vlinder kan gemaakt worden door middel van een koffiefilterzakje. Verder heb ik gebruik gemaakt van een pluche rups. Slot -Opruimen -Eventueel nabespreken
Benodigdheden (middag) -Tafel -Zelfgemaakte voorwerpen van de kinderen -Pluche rups -Prentenboek(je) -(Eventueel een speelplan: volgorde van het verhaal, dit kun je zelf of door kind laten maken) -Keuzebak met voorwerpen -Diverse werkjes -Versje -Groene handschoen met pingpongballetje
Lesinhoud Inleiding -Ik laat de kinderen een kring maken (hoefijzervorm). -Als het rustig is begin ik het verhaal voor te spelen (hierbij let ik op mijn stemgebruik) -In het kort kunnen we eventueel nog eens herhalen waar het verhaal over ging aan de hand van het speelplan. Kern -Vanuit de kring kun laat ik de kinderen kennismaken met de nieuwe werkjes rondom het nieuw thema. Hierbij maak ik gebruik van een keuzebak. In deze bak leg ik allerlei voorwerpen: een armbandje met een kraaltje (kralenplank) enz die corresponderen aan de verschillende activiteiten. De activiteiten worden steeds uitgebreid. Vandaag kunnen de kinderen kiezen uit: een vlinder maken op de kralenplank, verteltafel ( 2 kinderen), maken van een vlinder en het stempelwerkblad fruit. Naast deze themagerichte werkjes kunnen de kinderen ook nog werken aan andere werkjes. -Tijdens het werken begeleid ik de kinderen en geef ik eventuele instructie. Slot -Opruimen -Aanleren van het versje
Aanwijzingen versje -Je doet de handschoen aan en op de handschoen leg je het pingpongballetje; -Je vraagt aan de kinderen wat het zou kunnen zijn; -Op een gegeven moment zeg je KRAK; -Er komt een rups uit het eitje -Doe nu het pingpongballetje op je wijsvinger zetten en laat de rups praten tegen de kinderen -Vervolgens kun je met behulp van de rups het volgende versje opzeggen en uitbeelden:
versje Rupsje at (ga met je wijsvinger tegen de zijkant van je andere hand omhoog kruipen) Rupsje at, Rupsje at een gat in het blad (je wijsvinger door de andere hand steken) Rupsje spon, rupsje spon een cocon in de zon (handen om elkaar heen draaien) Vlinder vrij, vlinder vrij (vlinder maken van je handen) Weg ben jij (handen op je rug)
Speelplan