De allereerste kerstmis Het kerstverhaal voor kinderen
De allereerste kerstmis Het bijbelse verhaal voor kinderen
Verteld door Koos Stenger Illustraties Jeremy Spencer Bijbelteksten uit “Het Boek” copyright StengerActief 2012
Het kerstverhaal? Dat kent toch iedereen? Nee toch niet iedereen. Er zijn wel heel veel mensen die wel hebben gehoord over een ster en een kribbe en de geboorte van een heilig jongetje, maar toch niet weten waarom dat verhaal zo belangrijk is, zo mooi en zo heel bijzonder. Daarom is het elk jaar weer fijn om te denken aan het kerstverhaal en ernaar te luisteren. Eigenlijk begint dat verhaal ver voordat Jezus geboren werd. Wij beginnen met het verhaal bij Maria, een lief meisje uit Nazareth dat verloofd was met Jozef de timmerman. Op zekere avond, nog lang voordat ze gingen trouwen, lag Maria te slapen. Opeens werd ze wakker van een prachtig licht en stond er een engel voor haar bed. Daar zou je wel even van schrikken. Maria wist eerst ook niet wat ze er van denken moest. Maar de engel vertelde haar dat ze niet bang hoefde te zijn: “Wees niet bang, Maria, want God heeft besloten u heel bijzonder te zegenen.U zult
zwanger worden en een zoon krijgen, die u de naam Jezus moet geven. Hij zal een groot man zijn en ‘Zoon van de Allerhoogste God’ worden genoemd. God, de Here, zal Hem de troon van Zijn voorvader David geven. Maar hoe kan dat nou? Maria was nog niet eens getrouwd! Maria begreep het ook niet en vroeg aan de engel hoe dit mogelijk was. De engel antwoordde haar en zei: “De Heilige Geest zal over u komen. U zult zwanger worden door de kracht van God. Daarom zal uw Kind heilig zijn en de Zoon van God worden genoemd.” De engel sprak ook nog tegen Maria over haar nicht Elisabeth en vertelde Maria dat die ook zwanger zou worden. Dat was heel bijzonder want Elisabeth kon geen kinderen krijgen. Die was al veel te oud! De baby van Elisabeth zou een boodschapper worden om het nieuws van de komst van Jezus aan te kondigen.
En Maria geloofde alles en boog zich nederig neer voor de Heer. Maria besloot direct om haar nicht Elisabeth op te zoeken. Elisabeth was hoogzwanger toen Maria er aankwam en wist niets van de woorden die de engel tegen Maria had gesproken. Maar toen ze elkaar zagen gebeurde er iets heel bijzonders. De baby in de buik van Elisabeth begon opeens opgewonden te trappelen. Elisabeth werd vervuld met de Heilige Geest en sprak tot Maria:
“Jij bent de gelukkigste vrouw van de hele wereld. Jouw kind is heel bijzonder in de ogen van God. Wat een eer dat de moeder van mijn Here bij mij op bezoek komt. Want toen je binnenkwam en ik je stem hoorde, begon het kind in mijn buik te trappelen van blijdschap. Het baby’tje in de buik van Elisabeth was Johannes, die ze later Johannes de Doper zouden noemen en hij herkende de stem van de moeder van Jezus. Dat was heel bijzonder. Maria bleef voor drie maanden bij Elizabeth, maar moest toen weer naar huis
om zich voor te bereiden op haar bevalling. Maar Jozef wist nog van niets. Wat zou hij wel gedacht hebben, toen hij Maria weer zag met een dikke buik? Hij dacht er over om de relatie met Maria maar te beëindigen. Ze had vast met een andere man geslapen… God begreep wel dat Jozef het niet snapte en stuurde daarom ook een engel naar Jozef. Die zei tegen Jozef: “Jozef, zoon van David, u kunt gerust met Maria trouwen. Zij is in verwachting door de Heilige Geest. Zij zal een zoon krijgen, die u Jezus moet noemen. Dat betekent ‘God redt’. Want Hij zal Zijn volk redden van de zonden.” Jozef was maar wat blij. Hij hield heel erg veel van Maria en beloofde God om goed voor Maria en Jezus te zorgen. Toch had God al honderden jaren eerder gezegd door de mond van de profeet Micha dat Zijn Zoon, de Redder of de Messias niet
in Nazereth zou worden geboren, maar in een heel klein dorpje, Bethlehem. “Bethlehem in Efratha, u bent één van de kleinste steden in Juda, maar toch zult u de geboorteplaats zijn van onze koning, die al eeuwig leeft.” En zo ging het ook, want net in de tijd dat Maria de baby zou krijgen besloot de Romeinse keizer Caesar Augustus dat iedereen die een deel was van het Romeinse rijk geteld moest worden. Dan wist hij tenminste over hoeveel mensen hij de baas kon spelen en kon hij ook weer meer belastingen vragen.
Dat tellen moest gebeuren in de plaats waar de man vandaan kwam. Dat was een probleem voor Jozef en Maria, want Jozef kwam uit Bethlehem en dat was niet naast de deur, zeker niet voor een zwangere vrouw! Maar er zat niets anders op en dus reisden Jozef en Maria met een ezeltje naar Bethlehem. Dat kostte heel wat tijd en Maria begon vreselijk moe te worden. Toen ze net waren aangekomen in Bethlehem begon Maria de eerste weeën al te voelen.
Maar waar moesten ze naar toe? Het was zo vreselijk druk in de stad en niemand had plaats of zin om een hoogzwangere vrouw in huis te nemen. Het was om moedeloos van te worden. En Maria voelde dat de baby gauw zou komen. Jozef vroeg aan God waar ze naar toe moesten gaan en God leidde hem naar een schamele herberg. Toen Jozef er op de deur klopte en om een kamer vroeg keek de herbergier hem argwanend aan en zei: “Natuurlijk hebben we geen plaats meer. Alles is vol.” Maar gelukkig was die man zo slecht nog niet, want toen hij het vermoeide gezicht van Maria zag en haar dikke buik voelde hij medelijden. “Je kunt wel in mijn schuur overnachten!” zei hij. “Het is niet veel, maar het is er beschut en de koeien houden je warm.” En zo kwam het dat Jozef en Maria en hun ezeltje onderdak vonden in de stal. En daar, in die stal, werd het kindje Jezus geboren, temidden van het geloei van de koeien en het geblaat van de schapen. Jozef legde de baby in de kribbe.
Net toen de baby was geboren gebeurde er buiten ook van alles. Op een veld, net buiten de stad, zat een groep herders rondom een vuur. Hun schaapjes lagen rustig in het gras en de herders probeerden wat te slapen. Maar opeens werd de hemel verlicht en verscheen er een engel. De herders beefden van angst, maar
de engel stelde hen gerust: “Wees niet bang want ik breng u het mooiste nieuws dat u ooit hebt gehoord. Het is groot nieuws voor het hele volk.Vandaag is in Bethlehem de Redder geboren: Christus, de Here. Ik zal u vertellen hoe u Hem kunt herkennen: Het kindje ligt in doeken gewikkeld in een voerbak.” Plotseling kwamen er nog meer engelen die begonnen te zingen. Wat was dat bijzonder. “Ere zij God in de hoge. Vrede op aarde bij de mensen die naar Zijn wil leven.” De herders waren natuurlijk enorm opgewonden. Het zal je maar gebeuren dat je engelen hoort zingen! Ze wilden dan ook meteen gaan kijken en Jezus hun eer betuigen. Wat zullen Jozef en Maria verbaasd zijn geweest toen die herders opeens binnenkwamen en veel slaap zullen ze die nacht niet gehad hebben.
Toen kwam er bezoek van de drie koningen. De Bijbel vertelt ons: “In de tijd dat Herodes koning was, kwamen er enkele sterrenkundigen uit het oosten naar
Jeruzalem. “Waar kunnen wij de nieuwe koning van de Joden vinden?” vroegen zij. “Want in ons land, ver in het oosten, hebben wij een bijzondere ster zien opgaan. Daardoor wisten wij dat de grote Joodse koning geboren was. Wij zijn gekomen om Hem eer te bewijzen.” Toen koning Herodes dit hoorde, raakte hij in paniek. In de stad was de spanning voelbaar. Eigenlijk niet zo slim van die drie wijze mannen. Ze hadden de sterren bestudeerd en waren door God naar het land van Jezus geleid. Maar toen ze er bijna waren besloten ze de gemene, slechte Herodes om hulp te vragen. Ze hadden beter aan God kunnen blijven vragen waar ze Jezus konden vinden. Herodes was jaloers. “Nog een koning? Geen denken aan!” Hij besloot met een duivels plannetje meteen af te rekenen met deze nieuwe koning. Hij zei tegen de drie wijze mannen:
“Zoek het kind. Als u het hebt gevonden, kom dan terug om mij er alles over te vertellen. Want ik wil Hem ook eer gaan bewijzen.”
Leugenaar! Huichelaar! Hij wilde dat kindje doodmaken. Gelukkig weet God uiteindelijk wel raad met zulke mensen. De drie wijze mannen besloten dat het gesprek met Herodes hen dus niet verder had geholpen en keken weer naar de ster en vonden toen al snel de plaats waar Jezus, Maria en Jozef vertoefden. “De ster ging voor hen uit en bleef stilstaan boven het huis waar het kind woonde. Zij gingen naar binnen en vonden het kind en Zijn
moeder Maria. Eerbiedig knielden zij voor Hem neer. Zij gaven Hem kostbare geschenken: goud, wierook en mirre.” Toen de wijze mannen er aan dachten om weer terug te gaan naar Herodes, omdat ze hem dat beloofd hadden, stak God daar snel een stokje voor. “Maar zij gingen niet via Jeruzalem naar hun land terug. God had hen in een droom gewaarschuwd niet bij Herodes langs te gaan. Daarom kozen zij een andere weg.” Diezelfde nacht gaf God ook een droom aan Jozef en zei: “Luister, Jozef, vlucht met het kind en Zijn moeder naar Egypte en blijf daar tot ik zeg dat u kunt terugkomen. Want Herodes zal alles doen om het kind te doden.” Egypte was wel 300 kilometer weg. Dat is vandaag de dag niet zoveel, maar vroeger wel, vooral als je zo’n reis op een ezeltje moet
volbrengen. Maar Jozef gehoorzaamde God. Hij deed precies wat God van hem vroeg en vertrok nog dezelfde nacht uit Bethlehem. Gelukkig hadden ze van de wijze mannen wat goud gekregen, zodat ze alles konden betalen. Het was maar net op tijd, want toen Herodes hoorde dat de wijze mannen het land al uit waren en hem niets verteld hadden ontstak hij in een razende woede en stuurde hij zwaar
bewapende mannen naar Bethlehem om Jezus te doden. Maar Jezus was er niet meer. Die was al veilig op weg naar Egypte met Jozef, Maria en de ezel. En daar bleven ze een hele tijd. Toen Herodes jaren later uiteindelijk kwam te overlijden stuurde God weer een engel naar Jozef die zei: “Ga met het kind en Zijn moeder terug naar Israël. Want de mensen die Hem wilden doden, zijn gestorven.” Toen reisden ze weer terug naar hun eigen land en hun eigen families. De families van Jozef en Maria zullen zich weleens afgevraagd hebben wat er al die jaren met hen gebeurd was. In die tijd kon je tenslotte geen e-mails versturen. Dit vervulde ook een profetie die lang voor de geboorte van Jezus door de profeet Hosea was gegeven: “Uit Egypte heb ik mijn zoon weggeroepen.”
En dat is in een notendop het verhaal van de allereerste kerstmis, nu meer dan 2000 jaar geleden. Maar het allermooiste is dat Jezus ook nu nog steeds bij ons is. Hij kwam op aarde en werd geboren in een een stal, maar daar bleef hij niet. Hij wil nu in onze harten wonen om ons zo te verenigen met God in de hemel. Gelukkig kerstfeest!
Lieve Jezus...Dank U voor kerstmis. Ik geloof in U en wil graag dicht bij U zijn. Dank U dat U naar de aarde bent gekomen en ons helpt om God beter te leren kennen. Ik open mijn hart voor U zodat ik voor altijd bij U mag zijn. Amen