LESMAP IMKER 1. OVER … DE VOORSTELLING 1.1.
Over de voorstelling
In de voorstelling IMKER maken de kinderen kennis met Jan Swammerdam. We zijn in het jaar 2170. Jan Swammerdam houdt het Museum voor Bij en Bloem open, maar niemand is daar nog in geïnteresseerd. De bijen zijn namelijk al lang uitgestorven door het overdadig gebruik van pesticiden, insecticiden en andere -iden (zo denkt men toch). De wereld is erg grijs en saai geworden, want er zijn geen bloemen en geen fruit meer. Die hebben namelijk bijen nodig om voort te planten. Alles verandert op het moment dat de allerlaatste bij bij Jan Swammerdam terecht komt en alleen hij de bijen kan redden. THEMA’S De voorstelling IMKER focust uiteraard op de wondere wereld van de bijen. Hoe ze leven, hoe ze samenleven, hoe ze de honing maken, enzovoort. Doorheen de teksten ontdekken de kinderen één en ander over het leven van de bij. Verder in deze lesmap vindt u daarover meer info, die u in de klas kan bespreken. Maar de voorstelling neemt ook standpunt in. Ze waarschuwt voor de gevolgen van het dreigende uitsterven van de bij en breder dan dat wil ze kinderen bewust maken van hoe we met ons milieu omgaan en wat daar de gevolgen van kunnen zijn. In deze lesmap vindt u een paar aanzetten om daar in de klas verder op in te gaan. Tot slot gaat de voorstelling ook over het psychosociale thema van eenzaten. Op hun manier zijn zowel Jan Swammerdam als Blue eenzaten (het is niet voor niets dat ze niet in de ‘ik’-vorm praten over zichzelf). Ze vinden moeilijk hun plek in de wereld. Wat is hun nut? Wat is hun waarde? Ze moeten in de loop van de voorstelling hun eigenwaarde ontdekken, door te geloven in zichzelf en door te kiezen voor een ander, voor elkaar. Het is een vriendelijk pleidooi voor de klunzen, de outcasts, de eenzaten. 1.2.
Over de interactieve installatie ‘Museum voor Bij en Bloem’
Bij de theatervoorstelling IMKER hoort ook het interactieve ‘Museum voor Bij en Bloem’. In deze installatie van Studio Kuurjeus kunnen de kinderen zich vergapen aan de mooie objecten en gaandeweg iets ontdekken over de bijen. Daarvoor ontwikkelde De Waancel een spel. Je kan dit spel als klasgroep spelen, het duurt ongeveer 1u à 1u30 en je hebt geen materiaal of voorbereiding nodig, alle materiaal is voorzien in de bijhorende speldoos. Als je het spel wil spelen, neem dan contact op met het cultureel centrum waar de voorstelling speelt. Je kan kinderen ook vrij laten rond lopen en kijken in de tentoonstelling en je kan de verschillende opdrachten van het spel ook los van het geheel doen. Ze hangen gewoon op pancarten verspreid in de tentoonstelling.
de Waancel vzw – lesmap IMKER pagina 1/14
1.3.
Nabespreken in de klas
IMKER is een vrij complexe voorstelling, zowel op het vlak van thematieken als op het vlak van theatrale vormkeuze’s. Het is dan ook erg belangrijk om na te praten over de voorstelling en zo de thema’s maximaal te laten inwerken op de kinderen. TIPS VOOR NABESPREKING … Hieronder vind je een reeks handige kapstokken om een nabesprekingsgesprek aan op te hangen. Combineer uiteraard met spontane vragen, zijwegen en filofische dwalingen. 1) geheugen opfrissen: a. wie kan het verhaal navertellen? b. Van in het begin: 'en toen..', 'en toen' c. Misschien zijn er verhaallijntjes die niet iedereen gezien of begrepen had. Als leerkracht kan je aanvullen: c.i. De verhaallijn van de Imker: van eenzame museum-bewaarder tot volwaardige Imker: hij heeft het bijnras gered! Als je dan geen echte Imker bent… c.ii. De verhaallijn van Blue: zij heeft zich als koningin opgeofferd om haar volk te redden. Als je dan geen echte koningin bent… 2) Vraagtekens oplossen: 'Wat was dat met die…' sommige elementen waren misschien minder evident voor de jonge kijkers. Praat samen over de betekenis van.. a. de koorleden: waarom zongen ze? Wie waren ze eigenlijk? b. Waarom wou Jan de bij eerst opspiesen? Dan zou ze toch dood gaan? c. Wat voor museum was het? Over bij en bloem, oké... maar waarom zo’n gek museum, zonder bij, zonder (?) bloem, zonder bezoekers? d. Zijn er nog dingen waarvan je dacht: 'huh?' (oplossingen: wat de makers in gedachten hadden. Het is prima, zelfs aan te moedigen als de kinderen zelf (andere) antwoorden bedenken op de vragen!) a. het koor zit in Jans hoofd. Hij praat met zijn museum, hij zingt ermee. In gedachten zingt heel museum met hem mee. a.i. Hoor je zelf ook soms muziek in je hoofd? Wanneer zing je luidop? Als je denkt dat niemand je kan horen? b. Jan is eerst een museumopzichter. Hij wil dus vooral dat het museum volledig is, voor als er bezoekers komen. Een bij, opgeprikt op een kurken plaat is het element dat hij mankeert en dus erg graag wil. Pas later beseft hij dat hij liever Imker is en dus liever de bij en haar nakomelingen wil redden. a.i. Ken je zelf mensen die misschien liever een ander beroep zouden doen dan ze nu doen? c. Het museum bestaat in een verre toekomst, als de bijen en bloemen (bijna) uitgestorven zijn. Als de mensen het zo ver hebben laten komen, wat zelfs zou kunnen, zouden ze waarschijnlijk ook niet graag komen kijken naar iets dat ze zelf stuk gemaakt hebben. Alle mensen zitten met een groot schuldgevoel, en willen het verleden niet meer in de ogen kijken. a.i. Zijn er dingen waar jij spijt van hebt? 3) meningen: Wat vond je ervan? Wanneer ben je ‘afgehaakt’? Wanneer was je aan het lachen? Wanneer dacht je: ‘Wauw!’? de Waancel vzw – lesmap IMKER pagina 2/14
4) tips: Als je de makers een paar tips zou willen geven, prima! Verzamel ze gerust en mail ze naar
[email protected] ! Verder in deze lesmap vindt u nog wat achtergrondinformatie die u achteraf of vooraf in de klas kan gebruiken én enkele activiteiten die u achteraf kan gebruiken om verder door te werken op de thema's van de voorstelling.
de Waancel vzw – lesmap IMKER pagina 3/14
2. OVER … DE BIJEN 2.1.
Soorten bijen
Als we praten over bijen denken we meestal aan de honingbij. De soort die imkers in bijenkasten houden om honing te maken. Maar de wereld van de bij is veel verscheidener dan dat. -
Solitaire bijen
Er zijn heel veel soorten solitaire bijen. Zij leven alleen en nestelen zich in holen, in de grond, in spleetjes, enzovoort. Solitaire bijen maken geen honing. Sommigen hebben grappige namen zoals metselbij, behangersbij of slurfbij. -
Honingbijen
De meest gekende bij is de honingbij. Ze is over de hele wereld verspreid. Maar ook onder hen zijn er soorten en maten. Er zijn drie grote groepen: De werksterbijen: dit zijn vrouwelijke bijen. Elke bij heeft haar specifieke functie in het nest, die verandert naarmate de bij ouder wordt: - zorgen voor de larven in het nest - op verkenning gaan om bloemen te vinden - nectar gaan opzuigen in bloemen en die terug brengen naar het nest - het nest bewaken tegen allerhande indringers In het bijennest heeft ieder zijn taak en werken alle bijtjes samen om het nest te laten overleven. IN DE VOORSTELLING: Blue spreekt nooit over 'ik', maar over 'wij'. Voor zover we zouden kunnen praten van een vorm van bewustzijn bij de bijtjes, denken ze niet als individu, maar als groep. - De koningin: In elk nest leeft één koningin. Zij is groter dan de andere bijen en verlaat het nest nooit (tenzij er een nieuwe koningin wordt geboren). Zij is de enige die larfjes kan maken en staat dus in voor het voortbestaan van het nest. In de lente, als er nieuwe koninginnen geboren worden in het nest, vliegt de oude koningin uit om een nieuw nest te stichten en ze neemt een deel van de werksterbijen met haar mee. Het gevoel dat de koningin heeft als ze zin heeft om weg te vliegen heet 'zwermdrift'.
Weet je hoe een koningin ontstaat? De bijen kunnen een bijzonder soort honing brouwen. Dat heet ‘koninginnepap’. Als een larfje gedrenkt wordt in koninginnepap, dan wordt het later … een koningin.
de Waancel vzw – lesmap IMKER pagina 4/14
IN DE VOORSTELLING: Blue ontdekt aan het einde van de voorstelling dat ze eigenlijk een koningin is. Ze kan dit weten omdat ze een dikker achterlijf heeft (de koningin is een stuk groter dan de andere bijen) en omdat ze alleen is uitgevlogen uit het nest (zwermdrift). Swammerdam bereidt dan voor Blue de 'koninginnebrij' - een bijzonder voedzaam goedje dat enkel voor de koningin wordt gebrouwen. De darren: dit zijn de mannelijke bijen. Zij hebben een luilekkerleventje. Lekker eten en wat hangen en rusten tot… het moment waarop de jonge, pasgeboren koninginnen uitvliegen. Dan is het een race om zo snel mogelijk een koningin te bevruchten. En dan is het gedaan met het liedje: de darren worden door de werksterbijen gedood. Het heeft geen zin meer om ze te voeden.
Wist je dat een dar geen papa heeft? Een dar wordt geboren uit een onbevrucht eitje. Een werksterbij of koningin uit een bevrucht eitje. Enkel meisjesbijen hebben dus een papa. IN DE VOORSTELLING: De darren worden een beetje genegeerd in de voorstelling. Dat mag ook een keer. 2.2.
Van bloem tot honing
In iedereen zijn kast staat wel een pot honing. En ooit was dat een bloem. Hoe gaat dat nu in zijn werk? -
Van bloem naar bij
De verkennerbijen zoeken bloemen. Als ze er gevonden hebben dansen ze in het nest. De andere bijen verstaan de betekenis van die dans en kunnen op die manier de lekkere bloemen vinden. De bijen zijn op zoek naar de nectar, die ze opzuigen uit de bloem. In de maag van de bij wordt de nectar omgezet in honing. Honing bevat veel meer suiker en blijft daardoor zo goed als voor eeuwig goed. Dat is handig voor de larfjes en voor de kolonie in de winter. -
Van bij naar honingraat
Als de bij in het nest aankomt vliegt ze met h a a r l a d i ng h o n i n g n a a r e e n l e g e honingraat. Sommige hebben larfjes. Deze worden gevoed met de opgehaalde honing. Sommige zijn leeg, daar wordt de voorraad voor de winter in opgeslagen. Als een raat vol is wordt ze met een dekseltje afgesloten.
de Waancel vzw – lesmap IMKER pagina 5/14
Fascinerend filmpje: https://www.youtube.com/watch? v=821uVRAcZ1I (muziek: “flight of the bumble bee”) -
Van honingraat naar honingpot
Nu komt de imker in actie. Hij verdooft de bijtjes met een soort rook uit een speciaal apparaat: de 'beroker'. Dan kan hij de raten uit de kast halen en de honing er af schrapen. Met een ander apparaat scheidt hij de honing van de andere deeltjes en tot slot doet hij de honing in een pot.
IN DE VOORSTELLING: Swammerdam stalt allerlei objecten uit in zijn Museum voor Bij en Bloem: een honingraat (de imker voorziet in zijn kasten vooraf gemaakte raten om het oogsten makkelijker te maken), een beroker (waarmee hij de bijen kan verdoven), een pot met honing, imkerpakken, enz.
2.3.
Wat gebeurt er als de bijen verdwijnen?
De laatste jaren zijn er veel alarmerende berichten over het welzijn van de bijen. Steeds vaker sterven in de winter grote stukken van kolonies om moeilijk te verklaren redenen af. In sommige streken van China is de bij al volledig uitgestorven. Al is het moeilijk om de concrete reden vast te pakken, de wetenschappers zijn het er over eens dat milieuvervuiling en vooral het gebruik van insecticiden en pesticiden (geproduceerd door bedrijven als Bayer, Monsanto en Syngenta) aan de basis liggen. IN DE VOORSTELLING: Jan Swammerdam vertelt af en toe over hoe het leven was voor de bijen verdwenen. Over de bloemen, die er bijna niet meer zijn. Over hoe de wereld nu grijs, saai en stoffig is geworden.
2.4.
Wat kan jij doen om dat te verkomen?
We zijn gelukkig niet machteloos. Bespreek met de kinderen in de klas wat zij zouden kunnen doen om de bijen een handje toe te steken. Er zijn vele mogelijkheden: -
Praat met je ouders over pesticiden. Misschien gebruiken zij wel niet-biologische pesticiden, waar de bijtjes aan dood gaan?
-
Zorg voor bloemen. Je kan bloemen zaaien in de tuin, op een braakliggend stukje grond, in een perkje op de school... Praat er over met je ouders: zijn er wel genoeg bloemen in onze tuin? Dit zijn enkele bloemen die bijen graag lusten: Droge grond: beemdkroon, vetkruidsoorten (zoals hemelsleutel en muurpeper), anijs, bergamot, kattenkruid, lavendel, stokrozen Vochtige grond: koninginnekruid, grote kattenstaart, herfstaster, blauwe knoop, zilverkaars, vingerhoedskruid -
Bouw een insectenhotel voor solitaire bijen (zie verder). de Waancel vzw – lesmap IMKER pagina 6/14
3.
OM … TE DOEN IN DE KLAS: KANT- EN KLARE MUZISCHE ACTIVITEITEN
3.1 de SCHWANZELTANZ Bijen 'praten' met elkaar via een soort dans. Dit werken we uit in een muzische activiteit. IN DE VOORSTELLING: Als Jan Swammerdam en Blue elkaar leren kennen, stellen ze zich aan elkaar voor. Blue doet dit met een dansje, dat Jan probeert na te doen. Dit is de 'Schwanzeltanz', of 'kwispeldans'. Geef een beetje info over de bijendans als introductie van deze muzische les:
De bijtjes kunnen praten. Echt. Niet met woorden natuurlijk, nee, ze dansen. Hoe anders kan de ene bij aan de andere uitleggen waar de lekkerste bloemen staan. Hoe de bijen dat precies deden is heel lang een mysterie geweest. Tot een slimme professor de code heeft ontleed: Ze dansen in vorm van een plat geduwde acht. De middellijn geeft de richting aan van de bloemen. Ze schudden daarbij heftig met hun achterlijf. Daarmee duiden ze de afstand aan tot de lekkernij. De andere bijen kijken toe als een verkennerbij danst. Als ze de dans hebben begrepen… dan dansen ze mee en zo vertellen ze het verder.
de Waancel vzw – lesmap IMKER pagina 7/14
Stap 1 – opwarming Om te kunnen dansen als de bijen, moeten we ons lijf goed opwarmen: -
De leerkracht neemt twee stukjes stof Zet een leuk muziekje op Maak een kring met de kinderen Begin met één stukje stof. De kinderen beelden zich in dat zij de werksterbijen zijn die naar de dansende verkennerbij kijken. Het stukje stof is de verkennerbij. Je beweegt op allerlei manieren met het stukje stof. De kinderen proberen de beweging van het stukje stof om te zetten in heel hun lichaam. Begin met eenvoudige bewegingen. Als het goed gaat, kan je snellere en meer ingewikkelde dingen doen. Gaat het goed? Oei… nu zijn er twee verkennerbijen binnengevlogen. De helft van de groep volgt het ene stukje stof, de andere helft het andere …
Stap 2 – experimenteren Maak groepjes van 4 of 5 kinderen. Ze spreken onder elkaar een volgorde af. Zet een muziekje op. Ze zijn een groepje bijen, die op zoek zijn naar bloemen. De eerste vliegt even naar buiten of naar de ander hoek van de ruimte en keert dan terug naar de groep. Bij de groep maakt die een paar dansbewegingen, die hij/zij kan herhalen. De andere bijtjes kijken eerst goed toe. Als ze de beweging snappen, dan doen ze die na. Als iedereen danst, mag de tweede bij vertrekken (de andere bijen dansen intussen verder), zij maakt een eigen variant van de beweging, enzovoort. We doen dit in een paar rondes: Ronde 1: enkel achtvormige bewegingen maken (met je hoofd, poep, hele lijf, knieën,... dat mogen de kinderen kiezen) Ronde 2: enkel schuddende bewegingen maken (idem) Ronde 3: een combinatie van achtvormige en schuddende bewegingen Je kan de kinderen op het einde hiervan ook even kort naar elkaar laten kijken. Stap 3 - repeteren De kinderen oefenen in hun groepje een bijendansje in. Het gaat als volgt: - er zitten een paar bijen te niksen - er komt een enthousiaste verkennerbij toe, die de weg 'danst' - de wachtende bijen dansen na een paar keer enthousiast mee - er komt een tweede verkennerbij toe, die danst een andere 'route' - even zien we de twee dansen door elkaar - uiteindelijk kiezen alle bijen voor één van de twee dansen en doen ze allemaal het zelfde Ze mogen even afspreken: - welke dansen kiezen ze - in welke volgorde - wie zijn de twee verkennerbijen Dan kunnen ze oefenen de Waancel vzw – lesmap IMKER pagina 8/14
Stap 4 - presenteren Elk groepje laat zijn bijendans zien aan de andere groepen. Laat de kinderen na elk toonmomentje even napraten: was het een mooie dans? Konden de bijtjes mooi samen bewegen? Stap 5 - evalueren Bespreek kort na: - was het leuk om te doen? - was het moeilijk om dansen te verzinnen? - was het moeilijk om mee te doen met een ander zijn dans? - kunnen ze nu iets navertellen over hoe de bijtjes met elkaar via dans communiceren?
de Waancel vzw – lesmap IMKER pagina 9/14
3.2 Een instectenhotel Het is voor insecten in onze mooi aangelegde tuinen niet altijd gemakkelijk om een plekje te vinden om te wonen. Ze houden van kieren, spleten en donkere hoekjes. Begin deze activiteit met een gesprek over insecten. Wie vindt insecten vies? Vind je alle insecten vies? Waarom vinden we ze soms vies? Zouden insecten ook een nut hebben? Als je met de kinderen al gesproken hebt over de soorten bijen, dan weten ze al dat er naast honingbijen ook solitaire bijen zijn. Ook zij zijn op zoek naar huisjes. De kinderen kunnen hen helpen door een insectenhotel te bouwen. Dit zet je in de tuin (of op de speelplaats) en dan vinden de insecten weer een fijn huisje. Wat heb je nodig? - een baksteen met grote gaten in per kind - een verzameling stro, takjes, boomschors, blaadjes, bamboe… Stap 1 De kinderen mogen hun baksteen schilderen om er een gezellig huisje van te maken Stap 2 De gaten van de baksteen worden volgepropt met het stro, de takjes, de boomschors,… Steek er genoeg in zodat het knelt en er niet meer uitvalt. Stap 3 De kinderen zoeken een geschikt plekje om hun hotel te zetten. Best ergens waar niet voortdurend te veel mensen komen, zodat de bijen er een rustige plek kunnen vinden. Stap 4 Wachten. Na een paar weken zullen er zeker al oorwormen en pissebedden in komen wonen. En als je wat geluk hebt… misschien ook een bijtje. TIP: als je het op school doet, kan je met alle bakstenen samen een groot hotel bouwen.
de Waancel vzw – lesmap IMKER pagina 10/14
3.3
SCHNURDIBURR: een Zoem-concert!
Stap 1 Alle leerlingen staan tegen een muur of achter een lijn. In de ruimte liggen heel veel bloempjes (papiersnippers bv.) verspreid over de vloer. Probeer zo veel mogelijk bloempjes te ‘plukken’ terwijl je in één adem “zoemmmm” zegt. Dit proberen we met de hele klas, nadien in een estafettesysteem (in rijen, elkaar aflossen) tegenover elkaar, misschien zelfs om beurten. Stap 2: verschillende manieren van zoemen zoeken
De Lange Letters (letters die lang kunnen blijven klinken) Op het bord verschijnt de letter die de Zoem veroorzaakt: de Z… de S… de V… FFF… NG…. CH… De Losse Lippen Terwijl je een van bovenstaande letters blijft zeggen kunnen de lippen flapperen, stijf op elkaar blijven, een millimetergaatje groot zijn, enkel mondhoeken open, met de vingers over en weer over de lippen,... Wat als... ...je zoemt tegen de rand van een flesje? In een ballon? Met een boterham in je mond? Wie verzint nog gekke zoem-manieren? Stap3 zoem-echoput: In een kring. Om beurten doet iemand een ander ‘zoem-trucje’ met vingers, lippen en stem, telkens doet iedereen dat na. Als een grote echo-put. De echoput kan ook blijven klinken, terwijl de echo nog bezig is kan een nieuwe leerling een nieuwe zoem inzetten (die dan stilaan ook door de hele groep overgenomen wordt). Zo wordt de echoput een lang klankbad. Ten slotte kan er iemand (leerkracht of leerling) in het midden van de kring staan om zoemers aan te duiden, misschien zelfs meerdere tegelijk. Ook kan die ervoor zorgen dat iereeen tegelijk luider en weer stiller gaat, als een grote groep zoemende bijen uit alle windrichtingen, veraf en dichtbij. Stap 4 Met de hele klas, met de leerkracht als bemiddelaar (noteert de ideeën van de leerlingen in een bordstructuur) Hoe kunnen we met de hele klas een zoem-concert geven onder dit filmpje?: https://www.youtube.com/watch?v=QOGCSBh3kmM (of kies samen een ander filmpje met een grote zwerm vliegende insecten/vogels/savannedieren/...)
de Waancel vzw – lesmap IMKER pagina 11/14
3.4 DE KOLONIE Stap 1: intuitieve samenwerkings-spelen – Tot 10 tellen in groep: als er 2 tegelijk een getal zeggen, begint de groep opnieuw. – Een bal (of ballon) in de lucht houden met de hele groep, ieder mag de bal slechts 1 keer na elkaar aanraken. Dan 2 ballen, enzovoort. Hoeveel ballen zijn het groepsrecord voor 1 minuut? (wedstrijdje met buurklas?). – Moeilijker: een partijtje voetbal of basket zonder bal. De klas moet ‘aanvoelen’ waar de bal is, elkaar accepteren. Stap 2: zonder overleg samenwerken (per 5) – Een donsdeken in zijn hoes steken – Een tafel omdraaien – Een reuzeknoop leggen, of een reuzeveter strikken (met een groot touw op de speelplaats) Stap 3 Sommigen hebben aparte taken, maar samen één groepsopdracht. De groepstaak kan enkel uigevoerd worden door de optelsom van de capaciteiten van elke leerling.
Voorbeelden: Groepstaak: alle stoelen moeten op de tafels terecht komen. Individuele capaciteiten: 1. Enkel stoelen opheffen 2. Enkel stoelen verschuiven over de grond 3. Enkel tafels verschuiven over de grond Groepstaak: alle balletjes moeten in de glazen. 1. Enkel sjotten tegen balletjes 2. Enkel glazen rollen 3. Enkel glazen omkantelen In dit filmpje zie je 3 (robot)mieren een eenvoudige groepstaak uitvoeren. Kan je ontdekken wat hun individuele capaciteiten zijn? http://www.dailymail.co.uk/sciencetech/article-3014462/Bionic-ants-size-human-HANDS-comingfactory-near-Machines-work-colonies-solve-complex-problems.html Stap 4 We voeren hetzelfde idee uit in een ‘echte’ situatie. Verschillende spelers kunnen aparte dingen, maar ze werken samen in 1 scène.
Voorbeelden: Kadertje ophangen, met 3 1. Iemand houdt kadertje omhoog 2. Iemand houdt nagel vast 3. Iemand klopt met de hamer Muurtje metselen, met 4 1. Iemand geeft baksteen aan de Waancel vzw – lesmap IMKER pagina 12/14
2. Iemand houdt baksteen op juiste plek omhoog 3. Iemand smeert cement 4. Iemand legt baksteen neer Kan je meer ‘rollen’ verzinnen in bovenstaande voorbeelden? (iemand veegt de muur schoon, iemand reikt de hamer aan, iemand de nagel,…) probeer met zo veel mogelijk spelers 1 groepshandeling in te vullen. Kunnen jullie met 7 personen een kadertje ophangen? Met 10?.. Stap 5: de Ongelooflijke SamenwerkingsShow Kies uit de hele les de fijnste/spectaculairste samenwerkingsresultaten. 'Dames en heren, nu zullen voor u 10 personen…' 1. 'Een donsdeken in zijn hoes stoppen!' 2. 'Een broek opvouwen! 3. 'Worteltjes snijden!' 4. '…!' (verzin er zelf één met de klas) (belangrijk: elk persoon moet een onmisbare schakel in het geheel zijn)
de Waancel vzw – lesmap IMKER pagina 13/14
4. INFO & COLOFON
De voorstelling IMKER werd ontwikkeld door de Waancel. concept: Peter Spaepen en Koen Boesman tekst & regie: Koen Boesman muziek: Peter Spaepen spel: Peter Pype en Lien Annicaert koor: het Waancel Podiumkoor kostuum: Griet Herssens decor: Wing Nuts Decor
Deze lesmap werd ontwikkeld door Koen Boesman, Peter Spaepen en Peter Pype. Voor info en boekingen kan je terecht bij Katrien van Huis Alma op www.huisalma.be. En als je ons een berichtje wil sturen, kan dat naar
[email protected].
Veel plezier in de klas en in de theaterzaal!
Peter, Koen en Peter
de Waancel vzw – lesmap IMKER pagina 14/14