3
les 1
cijferend vermenigvuldigen
1 Hoeveel kost de vakantie?
➔ Hoe reken je? 2 Hoe rekenen de kinderen? Marit kolomsgewijs
Sjaak kolomsgewijs
5 3 8 7 × 7 × 500 → 3 5 0 0 7 × 30 → 2 1 0 7 × 8 → 5 6 + 3 7 6 6
5 3 8 7 × 7 × 8 → 56 7 × 30 → 2 1 0 7 × 500 → 3 5 0 0 + 3 7 6 6
Ntumba cijferen 25
538 7 × 3766
Evert cijferen 538 7 × 3766
3 Reken uit Reken uit met cijferen. Reken uit: kolomsgewijs of met cijferen. 5 × 374 = 6 × 517 =
8 × 345 = 9 × 462 =
4 × 623 = 7 × 219 =
4 Van verhaal naar rekentaal
56
226204 LLB_7A_B3.indd 56
a
Vader koopt een andere auto. Hij betaalt acht maanden lang € 1028.
b
Moeder koopt een andere auto. Zij betaalt zes maanden lang € 734.
c
Suzanne heeft een vakantiebaan. Ze werkt zes weken en verdient € 116 per week.
d
Vader koopt vloerbedekking. Hij heeft een rol van vijf meter nodig. Per meter kost de vloerbedekking € 325.
23-06-2009 10:46:52
5 Hoeveel loon kost het schilderen?
We zijn met zijn vieren.
Voor ieder van ons moet je � 176 per dag betalen.
We werken tien dagen.
➔ Hoe reken je? 6 Reken uit op jouw manier Reken uit met cijferen. Daarna 10 × zoveel. Reken uit met cijferen of kolomsgewijs. Daarna 10 × zoveel. 4 × 176 = 40 × 176 =
7 × 214 = 70 × 214 =
6 × 423 = 60 × 423 =
8 × 532 = 80 × 532 =
4 × 413 = 40 × 413 =
6 × 372 = 60 × 372 =
8 × 264 = 80 × 264 =
10 × zoveel 2 × 236 = 20 × 236 =
7 Wat staat er onder de vlekken? Onder elke vlek staat één cijfer. 7×3 8 × 32
8=2
66
6×7
9 = 46
4
5×
=2
08
6×8
4 = 53
4
9 × 37
37 = 21 =3
5 48 57
226204 LLB_7A_B3.indd 57
23-06-2009 10:46:56
3
les 2
1 Weet je nog? kolomsgewijs 5 3 8 7 × 7 × 500 → 3 5 0 0 7 × 30 → 2 1 0 7 × 8 → 5 6 + 3 7 6 6
cijferen 25
538 7 × 3766
cijferen 538 7 × 3766
Reken uit met cijferen. Reken uit: kolomsgewijs of met cijferen. 7 × 413 = 3 × 528 = 5 × 346 =
6 × 347 = 8 × 398 = 3 × 519 =
9 × 267 = 7 × 831 = 8 × 786 =
2 Van verhaal naar rekentaal a
Vader koopt een andere auto. Hij betaalt acht maanden lang € 726.
b
Moeder koopt een andere auto. Zij betaalt zes maanden lang € 1034.
c
Ella heeft een vakantiebaan. Ze werkt zes weken en verdient € 124 per week.
d
Vader koopt vloerbedekking. Hij heeft een rol van vijf meter nodig. Per meter kost de vloerbedekking € 415.
3 Reken uit Ik kan uitrekenen hoeveel Reken uit met cijferen. Daarna 10 × zoveel. 160 × 374 is. Reken uit met cijferen of kolomsgewijs. Daarna 10 × zoveel. Jij ook?
4 × 157 = 40 × 157 =
7 × 232 = 70 × 232 =
6 × 342 = 60 × 342 =
8 × 265 = 80 × 265 =
6 × 384 = 60 × 384 =
8 × 374 = 80 × 374 =
10 × zoveel 2 × 632 = 20 × 632 =
4 × 243 = 40 × 243 =
4 Schrijf de getallen in woorden of in cijfers a
in woorden
b
in cijfers
70 000 300 000 6 000 000 5 010 000
vijftigduizend vier miljoen zeshonderdduizend twee miljoen dertigduizend
58
226204 LLB_7A_B3.indd 58
23-06-2009 10:46:59
5 Reken uit Reken uit met cijferen. Reken uit: kolomsgewijs of met cijferen. 857 + 369 = 363 + 428 =
462 + 373 = 545 + 348 =
507 + 378 = 390 + 274 =
456 + 775 = 489 + 342 =
6 Vul de afstandstabel in
➜ wb blz. 18
Meet hemelsbreed.
0
100 km
Vul de afstandstabel in
les 2 6
les 5
Deltadrecht Deltadrecht
Minval
Ooststad
km
km
km
km
km
Minval
km
Ooststad
km
km
Plusdrecht
km
km
Plusdrecht
km km les 5
Reken uit hoeveel tegels er op het plein liggen
les 3 3
7 Reken de oppervlakte van de driehoeken uit a
64 tegels op een rij
43 rijen
7 × 58 = 37 rijen
1m2
c
58 tegels op een rij
30 × 58 =
a
m2
b
m2
72 tegels op een rij
= m2
d
65 tegels op een rij
d
× n
en
×
totaal aantal tegels:
8 × 72 = 226204 LLB_7A_B3.indd 59
=
m2
c
totaal aantal tegels: b
×
=
59
les 5 23-06-2009 10:47:00
3
les 3
cijferend vermenigvuldigen
1 Mogen al die kratten op de vrachtwagen?
les 2 6
Vul de afstandstabel in
➔ Hoe reken je?
les 5
Deltadrecht
Minval
Ooststad
km
km
km
km
96 km 40 ×
Deltadrecht 2 Hoe reken je deze cijfersommen uit? Minval 43 20 × Ooststad 0
64 30 × 0
km km
55 30 × 0
kmopschrijven? ➔Plusdrecht Waarom mag je de nul meteen
63 50 ×
km km
Plusdrecht
km
km
3 Reken uit hoeveel tegels er op het plein liggen
les 3 3
a
58 tegels op een rij
c
43 rijen
37 rijen
30 × 58 =
totaal aantal tegels:
72 tegels op een rij
b
=
×
=
65 tegels op een rij
d
51 rijen
48 rijen
40 × 72 =
×
totaal aantal tegels:
8 × 72 =
226204 LLB_7A_B3.indd 60
les 5
64 tegels op een rij
7 × 58 =
60
➜ wb blz. 18
Reken uit hoeveel tegels er op het plein liggen
×
=
×
=
les 5
23-06-2009 10:47:03
4 Van verhaal naar rekentaal Hoeveel tegels legt de stratenmaker? a
Op een rij kunnen 57 tegels. Stratenmaker Hakan moet 14 rijen leggen.
c
Op een rij kunnen 85 tegels. Stratenmaker Cor moet 23 rijen leggen.
b
Op een rij kunnen 76 tegels. Stratenmaker Wim moet 16 rijen leggen.
d
Op een rij kunnen 68 tegels. Stratenmaker Pjotr moet 57 rijen leggen.
5 Reken uit op jouw manier kolomsgewijs 6 7 3 × 2 1 180 + 20 1 13 × 57 = 16 × 43 = 18 × 52 =
cijferen
6 7 samen 40 × 280 2 0 1 2400 + 2680 + 2680 28 8 1
6 7 4 3 × 2 0 1 2680 + 28 8 1
12 × 26 = 15 × 82 = 17 × 71 =
24 × 37 = 33 × 46 = 42 × 65 =
15 × 72 = 23 × 64 = 37 × 94 =
6 Van verhaal naar rekentaal a
Meneer Jansen werkt bij een groothandel voor kleding. Hij koopt bij een fabrikant een deel van de wintervoorraad. Hij koopt 23 jassen, 48 truien en 34 sjaals. De jassen kosten € 58, de truien € 27 en de sjaals € 18. Hoeveel moet meneer Jansen betalen?
b
Mevrouw Kadi verkoopt de voorraad van meneer Jansen aan kledingwinkels. Ze verkoopt de jassen voor € 78, de truien voor € 40 en de sjaals voor € 25. Hoeveel heeft de groothandel aan de wintervoorraad verdiend?
61
226204 LLB_7A_B3.indd 61
23-06-2009 10:47:06
3
les 4
1 Weet je nog? 28 × 53 = 1484
kolomsgewijs 5 3 8 × 2 4 400 + 42 4
5 3 20 × 60 1000 + 1060
18 × 58 = 17 × 41 = 19 × 68 =
cijferen 5 3 28 × 4 2 4 1060 + 14 8 4
samen 4 2 4 1060 + 14 8 4 16 × 65 = 17 × 57 = 19 × 39 =
27 × 64 = 73 × 92 = 88 × 83 =
43 × 77 = 67 × 93 = 77 × 88 =
2 Van verhaal naar rekentaal a
Op een rij kunnen 63 tegels. Stratenmaker Hakan legt 14 rijen.
c
Op een rij kunnen 95 tegels. Stratenmaker Stanley legt 23 rijen.
b
Op een rij kunnen 76 tegels. Stratenmaker Wim legt 15 rijen.
d
Op een rij kunnen 68 tegels. Stratenmaker Pjotr legt 72 rijen.
3 Reken uit Reken uit met cijferen. Reken uit: kolomsgewijs of met cijferen. 12 × 67 = 17 × 82 = 13 × 71 =
42 × 62 = 35 × 28 = 71 × 84 =
15 × 73 = 23 × 46 = 37 × 84 =
4 Maak er rekentaal van Hoe ver nog? a
b
c
Frits moet 120 km fietsen. Hij heeft 14 deel afgelegd.
Ali moet 90 km fietsen. Hij heeft 12 deel afgelegd.
Bianca moet 160 km fietsen. Zij heeft 34 deel afgelegd.
–1 4
0
120 km
km –1 2
0
90 km
km 3 – 4
0
160 km km
62
226204 LLB_7A_B3.indd 62
23-06-2009 10:47:08
Vul de afstandstabel in
les 2 6
les 5
Deltadrecht Deltadrecht
Minval
Ooststad
km
km
km
km
km
Minval
km
Ooststad
km
km
km
km
Plusdrecht
km
5 Maak er rekentaal van Plusdrecht
km
Hoeveel kost de vloerbedekking? les 3 3
les 5
InReken de slaapkamer komttegels nieuweer vloerbedekking. uit hoeveel op het plein liggen Wat is de goedkoopste oplossing, vloerbedekking of een b? rij a c 58 tegelsaop
slaapkamer 64 tegels op een rij
43 rijen
37 rijen
7 × 58 =
30 × 58 =
totaal aantal tegels:
51 rijen
48 rijen
×
=
65 tegels op een rij
d
8 × 72 =
a
=
totaal aantal tegels:
72 tegels op een rij
b
×
40 × 72 =
totaal aantal tegels:
b
×
=
×
=
totaal aantal tegels:
6 Welke kommagetallen moeten bij de pijlen staan?
➜ wb blz. 18
Welke kommagetallen moeten bij de pijlen staan?
les 4 6
6m
7m
a
2,3 m
2,4 m
c
2,30 m
6,0 m 1,4 m
2,54 kg
1,5 m
b
2,55 kg
d
1,40 m
18
HR
les 5
7 Reken uit
Reken van elk rijtje ten minste één som uit met hoofdrekenen. Zet daar een * bij. Reken de andere sommen uit met cijferen. 226267_WB7A_B3.indd 18 Reken de andere sommen uit met cijferen of kolomsgewijs. 9 × 546 = 6 × 412 = 5 × 616 =
8 × 358 = 4 × 834 = 7 × 647 =
7 × 435 = 9 × 480 = 7 × 568 =
27-05-2009 19:05:10
3 × 2 018 = 4 × 1 250 = 8 × 2 035 =
63
226204 LLB_7A_B3.indd 63
05-01-11 14:50
3
les 5
1 Reken uit op jouw manier Reken uit met cijferen. Daarna 10 × zoveel. Reken uit met cijferen of kolomsgewijs. Daarna 10 × zoveel. 4 × 136 = 40 × 136 =
7 × 322= 70 × 322 =
6 × 423 = 60 × 423 =
8 × 652 = 80 × 652 =
4 × 543 = 40 × 543 =
6 × 374 = 60 × 374 =
8 × 674 = 80 × 674 =
10 × zoveel 2 × 362 = 20 × 362 =
2 Van verhaal naar rekentaal a
Jasmina heeft een vakantiebaan. Ze werkt vier weken en verdient € 136 per week.
c
Vader koopt een andere auto. Hij betaalt negen maanden lang € 912.
b
Vader koopt vloerbedekking. Hij heeft een rol van acht meter nodig. Per meter kost de vloerbedekking € 375.
d
Moeder koopt een andere auto. Zij betaalt zeven maanden lang € 834.
3 Reken uit 62 20 × 0
54 30 ×
48 20 ×
84 30 ×
63 50 ×
4 Reken uit hoeveel tegels er op het plein liggen
les 5 4
➜ wb blz. 19
Reken uit hoeveel tegels er op het plein liggen
a
b
42 tegels op een rij
53 tegels op een rij
22 rijen
17 rijen
7 × 42 =
10 × 42 =
totaal aantal tegels: les 5 7
×
=
×
=
totaal aantal tegels:
Vul in
5 Reken uit van Anne. a De teller beginstand na 10 m na 30 m na 40 m Reken uit met cijferen. Reken uit: kolomsgewijs 3,26 km km of met cijferen. km km
12 × 74 = 18 82 teller = van Klaske. b × De 16 × 67 =
64
beginstand 4,5 km
les 5 9
226204 LLB_7A_B3.indd 64
na 100 m km
14 × 64 = 15 × 48 = 12 × 84 =
na 50 m
na 80 m
na 90 m
na 100 m
km
km
km
km
15 × 53 = 23 × 62 = 37 × 54 =
29 × 31 = 38 × 42 = 57 × 63 =
na 300 m
na 400 m
na 600 m
na 700 m
na 900 m
na 1 km
km
km
km
km
km
km
Wat kan ook op het etiket staan?
23-06-2009 10:47:11
Reken uit hoeveel tegels er op het plein liggen
les 5 4
6 Wat is de verdienste na drie weken? naam 7 × 42 =
17 rijen
Khaled Marijke Maria
10 × 42 =
totaal aantal tegels:
2 week
3e week ×
€ 188
€ 315
€ 356
€ 364
€ 432
€ 346
€ 298
€ 438
€ 364
e
€ 348 × € 384
=
=
€ 387
€
totaal aantal tegels:
➜ wb blz. 19
b
7 × 42 =
17 rijen
beginstand
na 10 m
na 30 m
na 40 m
km
km
km
3,26 km
b
10 × 42 =
53 tegels op een rij ×
na 50 m
22 rijen
42 tegels op een rij
€ €
Vul in
De teller van Anne.
samen €
Reken Vul in uit hoeveel tegels er op het plein liggen a a
km
=
na 80 m
na 90 m
na 100 m
km
km
km
×
=
De teller van Klaske.
beginstand na 100 m totaal aantal tegels: 4,5 km km
na 300 m
na 400 m
km
km
na 600 m na 700 m na 900 m totaal aantal tegels: km km km
na 1 km km
Vul in
les 5 7 les 589
53 tegels op een rij
1 week e
Klaas
les 5 74 les 5 7
b
42 tegels op een rij
22 rijen
a
hetmanier etiket staan? aWatDekan teller van op Anne. Reken uitook op jouw abeginstand
na 10 m
na 30 m
km
km
kolomsgewijs
3,26 km
8 1 4 2 × b 2 × 800 De teller → van 1 6Klaske. 00 2 × 10 → na 2100 0 m beginstand 2 × 4 → 8 + 4,5 km 1 6 2 8km b
na 40 m
na 50 m
na 80 m
na 90 m
na 100 m
km
km
km
km
km
km
km
cijferen
8 1 4 2 × 814 = cl ml622 = 2 × 4× 1 6 2 8 2 × 432 = 2 × 4 321 =m na 300 m na 400 m na 600 m 4 ×na 700 2 × 10 km km km km 2 × 800
ook op ophet hetetiket etiket staan? 9 Wat Wat kan kan ook staan?
3 × 732 = liter = 3 × 523 6 × 511 = 3 × 613 na 900 m na=1 km
➜ wb blz. 19
les 5 9
cl
dl
cl
ml
ml
a
liter
b
19
cl
dl
ml
65 226267_WB7A_B3.indd 19
226204 LLB_7A_B3.indd 65
27-05-2009 19:05:13
05-01-11 14:50
3
les 6
hoofdrekenend vermenigvuldigen en delen met grote getallen
1 Hoe groot is het waterverbruik per jaar? Huishoudelijk waterverbruik in liters per inwoner per dag, 1995 – 2005 1995
2005
Baden, douchen en wassen
50
55
Toiletspoeling
40
35
Kleren wassen
30
15
5
5
10
5
Afwassen Eten en drinken, overige
➔ Hoe reken je? 2 Schrijf de sommen en antwoorden in cijfers 50 × 4 duizend 80 × 3 miljoen 4 × 250 duizend 40 × 50 duizend 1000 × 2 duizend 1000 × 3 miljoen
56 duizend : 7 400 miljoen : 8 240 miljoen : 60 1 miljard : 1000 4 miljoen : 1000 0,5 miljoen : 100
➔ Hoe reken je met nullen? 66
226204 LLB_7A_B3.indd 66
05-01-11 14:50
3 Van plaatje naar rekentaal
4 Reken uit 7 × 40 000 = 70 × 40 000 = 700 × 40 000 = 7 000 × 40 000 =
300 × 6 000 = 200 × 7 000 = 400 × 600 = 500 × 7 000 =
28 000 : 4 000 = 280 000 : 4 000 = 2 800 000 : 4 000 = 28 000 000 : 4 000 =
5 Bedenk sommen die bij de hulpsom passen
les 6 5
32 000 : 400 = 4 800 : 600 = 6 400 : 80 = 7 200 : 900 = ➜ wb blz. 20
Bedenk sommen die bij de hulpsom passen
les 8
70 × 400 = 28 000 7 × 4 = 28
420 : 6 = 70 42 : 6 = 7
6 Van verhaal naar rekentaal Boer Jansen heeft zo’n 15 000 kippen. Een kip legt ongeveer 200 eieren per jaar.
c
In Rekenrijk wonen 2,4 miljoen mensen op 600 km2.
Welk ligtmaakt in het b Ingetal één jaar demidden? steenfabriek 15 miljoen stenen. Er wordt 50 weken per jaar gewerkt.
d
De Wereldbank verdeelt € 6,48 miljard gelijk over twaalf ontwikkelingslanden.
a les 7 6
a
b
c
226204 LLB_7A_B3.indd 67
d
3 000
6 000
3 000
5 000
20 000
40 000
40 000
60 000
e
f
g
h
5 000
6 000
2 000
3 000
40 000
50 000
60 000
70 000
67
23-06-2009 10:47:16
3
les 7
1 Weet je nog? 4 × 6 000
4 × 900
400 × 6 000 = 2 400 000
36 000 : 900 = 40
Reken uit. 500 × 6 000 = 700 × 5 000 = 300 × 8 000 =
42 000 : 700 = 40 000 : 500 = 6 300 : 70 =
2 Van verhaal naar rekentaal a
In een week maakt de fabriek zeven miljoen elastiekjes. Er gaan 50 elastiekjes in een doos.
c
In Talrijk wonen 3,5 miljoen mensen op 700 km2.
b
In een jaar maakt de steenfabriek 10 miljoen stenen. Er wordt 50 weken per jaar gewerkt.
d
De Wereldbank verdeelt € 2,5 miljard eerlijk over vijf ontwikkelingslanden.
3 Schrijf de sommen en antwoorden in cijfers 4 × 7 duizend 8 × 3 miljoen 50 × 4 duizend 2 × 500 duizend 4 × 125 miljoen 50 × 40 duizend
35 duizend : 7 18 miljard : 9 400 miljoen : 8 2 miljoen : 100 1 miljoen : 4 240 miljoen : 6
4 Zet de kaartjes op volgorde van klein naar groot a
gewicht
3,4 kg
3,18 kg
4 kg
b
lengte
4,6 m
4,48 m
3m
c
prijs
� 4,80
� 5,00
� 4,00
d
inhoud
2,5 liter
2,75 liter
3 liter
68
226204 LLB_7A_B3.indd 68
23-06-2009 10:47:19
Bedenk sommen die bij de hulpsom passen Bedenk sommen die bij de hulpsom passen
les 6 5 les 6 5
les 8 les 8
5 Herleid de lengtematen 70 × 400 = 28 000 70 × 400 = 28 000 Schrijf in meters.
les 76 6 les 7 6
Schrijf in cm.
3 km 4 12 hm 5,5 hm 50 dm
Schrijf in cm. 7 × 4 = 28 6,25 m 7 × 4 = 28 3 12 dm 9,5 dm 40 mm
420 : 6 = 70 Schrijf420 in km. : 6 = 70
Schrijf in m.
Schrijf in cm.
4 000 m 4 500 m 3 230 m 6 538 m
60 cm 45 cm 9 cm 30 cm
70 mm 65 mm 15 mm 28 mm
Welk getal ligt in het midden?
b b c c d d les 77 7 les 7 7
42 : 6 = 7 42 : 6 = 7
Welk in het hetmidden? midden? Welkgetal getal ligt ligt in a a
1,2 6 14 3 1
3 000 3 000
6 000 6 000
3 000 3 000
5 000 5 000
20 000 20 000
40 000 40 000
40 000 40 000
60 000 60 000
m dm dm m
Ik weet welk getal precies tussen ➜ wb blz. 20 tienduizend en honderdduizend ligt. e Jij ook? e
f f g g h h
Schat Schat het het antwoord antwoord
5 000 5 000
6 000 6 000
2 000 2 000
3 000 3 000
40 000 40 000
50 000 50 000
60 000 60 000
70 000 70 000 ➜ wb blz. 20
Schat het antwoord Trek de beste besteschatting. schatting. Trekeen eenlijn lijn naar naar de Trek een lijn naar de beste schatting.
2 235 + 1 805 2 235 + 1 805
985 + 3 096 985 + 3 096 1 186 + 3 785 1 186 + 3 785 1 905 + 1 177 1 905 + 1 177 1 498 + 1 533 1 498 + 1 533 20 20
2 045 + 2 923 2 045 + 2 923
226267_WB7A_B3.indd 20 226267_WB7A_B3.indd 20
226204 LLB_7A_B3.indd 69
3 000 3 000
4 000 4 000
5 000 5 000
8 245 − 4 218 8 245 − 4 218
les 8 les 8
9 016 − 4 967 9 016 − 4 967 7 968 − 4 093 7 968 − 4 093 5 997 − 3 076 5 997 − 3 076 6 102 − 1 087 6 102 − 1 087 7 912 − 3 004 7 912 − 3 004
27-05-2009 19:05:17
69
27-05-2009 19:05:17
06-01-11 08:44
3
les 8
oppervlaktematen
1 Zoek de oppervlaktematen uit de krantenberichten Schrijf ook op hoeveel vierkante meter (m2) het is.
In Costa Rica is een gebied ter grootte van 1200 km2 Nationaal Park geworden.
In de provincie Groningen wordt gebouwd aan de Blauwestad. Rond een meer van 800 ha, net zo groot als het Sneekermeer, worden op een terrein van 900 ha ongeveer 2000 woningen gebouwd, verdeeld over vijf woongebieden.
De tuiniersvereniging ‘Moeder Aarde’ heeft een terrein van 3 ha aangekocht. Daardoor kunnen 200 nieuwe tuiniers een tuin van ongeveer 150 m2 huren.
2 Maak figuren die 1 m2 groot zijn Gebruik kartonnen kaarten van 20 cm bij 20 cm.
3 Hoeveel cm2 passen op een dm2?
➔ Hoeveel cm2 passen op een m2? 70
226204 LLB_7A_B3.indd 70
23-06-2009 10:47:23
les 84 4
1
Teken figurenvan van14– een Teken drie drie figuren dm2 4– dm2
➜ wb blz. 21
1 cm
les 85 5
Maak vastaan aanhet het schema Maak de de kaartjes kaartjes vast schema 1 mm2
1 cm2
100 cm²
1 dm2
➜ wb blz. 21 1 m2
100 m² 100 mm²
1 are
100 dm² 10 000 cm²
1 ha
100 ha
1 km2
100 are 10 000 m²
6 Welke maat past erbij?
21
Kies uit: mm2 – cm2 – dm2 – m2 – are – hectare (ha) – km2 a b 226267_WB7A_B3.indd c d e f
Op een terrein van vijf passen ongeveer tien voetbalvelden. Een vel papier heeft een oppervlakte van ongeveer 600 21 De oppervlakte van de provincie Utrecht is ongeveer 1320 Dit huis staat op 234 grond. Eén vierkante centimeter is 100 De nagel van mijn pink is 87
27-05-2009 19:05:18
7 Herleid
les 8 5
Schrijf in mm2. Schrijf in dm2. Maak de kaartjes vast aan het schema 1 cm2 1 m2 2 3 cm 6 m2 2 2 2mm2 1 1 cm 1 dm 1 m2 3,2 cm 6,8 m2 2 2 3,25 cm 6,87 m
Schrijf in ha.
1 are
1 km2 4 km2 2 1 ha 4,6 km 4,65 km2
1 km2
8 Zet de maten om 100 cm² a b c d e
100 m²
Het voetbalveld 100 is 12 mm² hectare. Dat is m . De nagel van mijn vinger is 100 mm2. Dat is Deze bladzijde is meer dan 4 dm2. Dat is De gemeente Ommen is 190 km2. Dat is Boer Ytsma heeft 40 ha weiland. Dat is 2
100 dm² 10 000 cm²
100 ha
100 are 10 000 m² 21
71 226267_WB7A_B3.indd 21
226204 LLB_7A_B3.indd 71
27-05-2009 19:05:18
23-06-2009 10:47:23
3
les 9
1 Weet je nog? 1 mm2
1 cm2
1 dm2
1 m2
1 are
1 ha
1 km2
100 mm2
100 cm2
100 dm2 10 000 cm2
100 m2
100 are 10 000 m2
100 ha
Herleid de oppervlaktematen. Schrijf in mm2.
Schrijf in dm2.
Schrijf in ha.
1 cm2 2 cm2 2,5 cm2 2,52 cm2
1 m2 4 m2 4,8 m2 4,37 m2
1 km2 7 km2 7,8 km2 7,85 km2
2 Welke maat past erbij? Kies uit: cm2 – dm2 – m2 – are – hectare – km2 De oppervlakte van het land Schatrijk is ongeveer 1650 Het puntje van je neus is 1 Het schoolplein is 1600 Het marktplein is 1,5 De oppervlakte van je tafelblad is 3500
a b c d e
2 3 Teken vijf figuren van 4 cm 2
les 9 4 4 les 9 4
1 – 2
cm
1 – 2
cm
Schrijf de getallen in cijfers Schrijf de getallen in cijfers
Schrijf de getallen in cijfers getal getal 17 miljoen 17 miljoen eenentwintig miljard eenentwintig miljard zes komma drie miljoen zes komma drie miljoen 2,4 miljard 2,4 miljard drie miljoen vijftigduizend drie miljoen vijftigduizend twee miljard dertig miljoen twee miljard dertig miljoen
226204 LLB_7A_B3.indd 72
miljarden miljarden
20 × 52 =
weer weer
➜ wb blz. 22 miljoenen miljoenen
Reken uit hoeveel tegels er op het plein liggen Reken uit hoeveel tegels er op het plein liggen a b 52 tegels op een rij a b 52 tegels op een rij 2 × 52 = 2 × 52 = 22 rijenrijen
72
les 10 4 les 10 4
➜ wb blz. 22
Teken vijf figuren van 4 cm Teken vijf figuren van 4 cm2
duizenden duizenden
eenheden eenheden
weer weer
46 rijenrijen
les 9 3 les 9 3
87 tegels op een rij 87 tegels op een rij × × ×
= = =
23-06-2009 10:47:24
HR
5 Reken uit Maak van elke rij ten minste één som met hoofdrekenen. Zet daar een * bij. Reken de andere sommen uit met cijferen. Reken de andere sommen uit met cijferen of kolomsgewijs. 631 + 265 = 634 + 599 = 455 + 415 = 640 + 244 =
660 + 295 = 585 + 113 = 487 + 113 = 543 + 265 =
753 − 545 = 523 − 362 = 356 − 199 = 655 − 65 =
672 − 550 = 467 − 32 = 742 − 625 = 603 − 148 =
6 In welke vakken liggen de plaatsen? a b c d
In welke vakken ligt Dwaaloo? In welke vakken ligt Zilverstad? In welk vak ligt Mijndorp? In welke vakken ligt Grensstad?
7 Bereken de oppervlakte
1m2 a
b
c
d
73
226204 LLB_7A_B3.indd 73
23-06-2009 11:36:36
3
les 10
1 Reken uit
les 9 3
Reken uit met cijferen. Reken uit: kolomsgewijs of met cijferen. Teken vijf figuren van 4 cm2 7 × 241 = 6 × 247 = 3 × 252 = 8 × 198 = cm 5 × 134 = 3 × 351 =
weer
9 × 467 = 7 × 681 = 8 × 783 =
1 – 2
2 Reken uit Reken uit met cijferen. Daarna 10 × zoveel. Reken uit met cijferen of kolomsgewijs. Daarna 10 × zoveel. les 9 4
4 × 245 = 7 × 233= Schrijf 40 × 245de = getallen in cijfers 70 × 233= getal
10 × zoveel
217×miljoen 437 = 20eenentwintig × 437= miljard
miljarden
6 × 352 = 60 × 352 = miljoenen
duizenden
4 × 635 = 40 × 635 =
8 × 751 = 80 × 751 = eenheden
6 × 474 = 60 × 474 =
8 × 683 = 80 × 683 =
zes komma 3 Reken uit drie miljoen
weer
2,4 miljard
46 58 drie miljoen vijftigduizend 20 × 30 × twee 0 miljard dertig miljoen
67 40 ×
53 30 ×
68 50 ×
4 Reken uit hoeveel tegels er op het plein liggen
les 10 4
➜ wb blz. 22
Reken uit hoeveel tegels er op het plein liggen
a
b
52 tegels op een rij
87 tegels op een rij
46 rijen
22 rijen
2 × 52 =
20 × 52 =
5 Reken uit
totaal aantal tegels:
les 10 9
×
=
×
=
totaal aantal tegels:
Reken uit met cijferen. 2 Tekenuit: vijf figuren vanof5met cmcijferen. Reken kolomsgewijs 12 × 42 = cm 15 × 54 = 16 × 72 = 1 – 2
13 × 45 = 17 × 57 = 19 × 65 =
24 × 46 = 36 × 58 = 48 × 67 =
37 × 53 = 29 × 61 = 57 × 68 = weer
6 Reken uit
74
22
600 × 5 000 = 700 × 6 000 = 400 × 7 000 =
226204 LLB_7A_B3.indd 74 226267_WB7A_B3.indd 22
48 000 : 600 = 30 000 : 500 = 6 300 : 90 =
3 000 × 4 000 = 5 000 × 7 000 = 6 000 × 8 000 =
420 000 : 7 000 = 560 000 : 8 000 = 96 300 : 900 =
23-06-2009 10:47:26 27-05-2009 19:05:19
7 Van verhaal naar rekentaal les 9 3
Teken vijf figuren van 4 cm2 a In een week maakt de fabriek twee miljoen cm elastiekjes. Er gaan 40 elastiekjes in een doos.
c
In Rekenrijk wonen drie miljoen mensen op 600 km2.
Schrijf de getallen in cijfers b In een jaar maakt de steenfabriek acht miljoen stenen. Er wordt 50 weken per jaar gewerkt.
d
De Wereldbank verdeelt € 2,4 miljard eerlijk over twaalf ontwikkelingslanden.
1 – 2
les 9 4
getal
miljarden
miljoenen
duizenden
weer
eenheden
17 miljoen eenentwintig miljard zes komma drie miljoen
weer
2,4 miljard drie miljoen vijftigduizend twee miljard dertig miljoen
8 Herleid de oppervlaktematen
22 rijen
les 1099
Schrijf in mm2.
Schrijf in dm2.
20 × 52 = 1 cm2 2 3 cm 3,5 cm2 3,54 cm2totaal aantal tegels:
1 m2 6 m2 6,7 m2 6,73 m2
2 2 Teken figurenvan van5 5cm cm Teken vijf vijf figuren
1 – 2
46 rijen
Reken uit hoeveel tegels er op het plein liggen 1 mm2 1 cm2 1 dm2 1 m2 1 are 1 ha a b 87 tegels op een rij 52 tegels op een rij 2 100 mm 100 cm2 100 dm2 100 m2 100 are × 2 × 52 = 10 000 cm2 10 000 =m2
les 10 4
1 km2 100 ha
Schrijf in ha.
× 1 km2 8 km2 8,7 km2 totaal aantal tegels: 8,75 km2
=
➜ wb blz. 22
cm
weer
22
75
226267_WB7A_B3.indd 22
226204 LLB_7A_B3.indd 75
27-05-2009 19:05:19
23-06-2009 10:47:29
3
WEER
1 Reken uit kolomsgewijs 4 × 200 → 4 × 10 → 4 × 3 →
2 13 4 × 800 40 12 + 8 52
4 × 213 = 4 × 512 =
6 × 225 = 7 × 312 =
5 × 326 = 8 × 213 =
7 × 411 = 4 × 236 =
2 Reken uit Reken uit met cijferen of kolomsgewijs. Daarna 10 × zoveel. 2 × 28 = 20 × 28 =
3 × 24 = 30 × 24 =
6 × 14 = 60 × 14 =
7 × 13 = 70 × 13 =
5 × 62 = 50 × 62 =
8 × 35 = 80 × 35 =
9 × 54 = 90 × 54 =
10 × zoveel 4 × 38 = 40 × 38 =
WEER
3 Reken uit weer 3
➜ wb blz. 23
Reken uit 43 20× 800 60+ 860
43 20× 60 800+ 860
43 20× 860
20 × 43 =
+
+
+
52 30×
52 30×
38 40×
38 40×
38 40×
+
+
+
+
+
+
40 × 38 =
Reken uit 56 10× 560
samen 224 560+
14 × 56 = 46 7× +
226204 LLB_7A_B3.indd 76
47 30×
52 30×
56 4× 24 200+ 224
76
47 30×
30 × 47 =
30 × 52 = weer 4
47 30×
23 8× 24 160+ 184
23 30× 690
samen +
38 × 23 = 46 10×
samen +
73 3× +
73 40×
samen + 23-06-2009 10:47:30
60+ 860
800+ 860
+
20 × 43 =
+
+
30 × 47 =
52 30×
52 30×
52 30×
38 40×
38 40×
38 40×
+
+
+
+
+
+
30 × 52 =
40 × 38 =
4 Reken uit
➜ wb blz. 23
Reken uit
weer 4
56 4× 24 200+ 224
56 10× 560
23 8× 24 160+ 184
samen 224 560+
14 × 56 =
23 30× 690
samen +
38 × 23 =
46 7×
46 10×
73 3×
samen
73 40×
+ 5 Welke+ getallen horen bij de gekleurde vakjes? +
17 × 46 =
samen +
1 000 43 × 73 =
100
73 3×
73 10×
10
+ = 100 oranje
64 3×
samen
groen = +10
a
+
64 30×
samen +
1 000 000
13 × 73 =
33 × 64 =
Reken uit
weer 8
rood =
b
10 × 10 ×
4=
blauw =
10 ×
8=
1 000 000 10 000 × 80 =
40 =
10 × 400 =
10 × 800 =
10 × 4000 =
10 × 8000 =
groen =
23
roze =
6 Reken uit 226267_WB7A_B3.indd 23
6× 8= 6× 80 = 6 × 800 = 6 × 8 000 =
5×7= 50 × 7 = 500 × 7 = 5 000 × 7 =
4 × 90 = 4 × 900 = 40 × 90 = 40 × 900 =
5×8= 50 × 8 = 5 000 × 8 = 500 × 8 =
40 × 600 = 400 × 60 = 40 × 6 000 =
500 × 60 = 50 × 600 = 5 000 × 6 =
27-05-2009 19:05:20
7 Reken uit Aan welke hulpsom denk je?
4 × 8 000
40 × 8 000 = 60 × 3 000 = 70 × 5 000 =
30 × 400 = 50 × 700 = 70 × 800 =
77
226204 LLB_7A_B3.indd 77
23-06-2009 10:47:31
+
+
+
17 × 46 =
+
43 × 73 =
3
73 3×
73 10×
WEER
+
64 3×
samen +
64 30×
samen
+
13 × 73 =
+
33 × 64 =
8 Reken uit Reken uit
weer 8
10 ×
4=
10 ×
8=
10 ×
40 =
10 ×
80 =
10 ×
400 =
10 ×
800 =
10 × 4 000 =
23
10 × 8 000 =
9 Reken uit 226267_WB7A_B3.indd 23
27-05-2009 19:05:20
20 × 300 = 20 × 3 000 = 20 × 30 000 = 20 × 300 000 =
600 × 5 000 = 600 × 50 000 = 600 × 500 000 = 600 × 5 000 000 =
7× 40 000 = 7× 400 000 = 7 × 4 000 000 = 7 × 40 000 000 =
10 Reken uit 35 : 7 = 350 : 7 = 3 500 : 7 = 35 000 : 7 =
40 : 5 = 400 : 5 = 4 000 : 5 = 40 000 : 5 =
48 : 6 = 4 800 : 6 = 48 000 : 6 = 480 : 6 =
63 : 9 = 6 300 : 9 = 630 : 9 = 63 000 : 9 =
11 Reken uit Aan welke hulpsom denk je? 240 : 30 = 300 : 60 = 420 : 70 =
240 : 30 =
24 000 : 30 = 2 400 : 30 = 240 000 : 30 =
300 : 60 = 3 000 : 60 = 30 000 : 60 = 300 000 : 60 =
420 : 70 = 42 000 : 70 = 4 200 : 70 = 420 000 : 70 =
12 Reken uit 2 800 : 40 = 28 000 : 40 = 280 000 : 40 =
63 000 : 700 = 630 000 : 700 = 6 300 000 : 700 =
320 000 : 8 = 3 200 000 : 8 = 32 000 000 : 8 =
13 Herleid de oppervlaktematen 1 mm2
78
226204 LLB_7A_B3.indd 78
1 cm2
1 dm2
1 m2
1 are
1 ha
1 km2
100 mm2
100 cm2
100 dm2 10 000 cm2
100 m2
100 are 10 000 m2
100 ha
Schrijf in mm2.
Schrijf in dm2.
Schrijf in ha.
1 cm2 2 cm2 5 cm2
1 m2 2 m2 3 m2
1 km2 2 km2 4 km2
3 cm2 3,1 cm2 3,3 cm2
4 m2 4,1 m2 4,5 m2
7 km2 7,1 km2 7,4 km2
18-01-11 14:36
MEER 1 Van verhaal naar rekentaal Hoeveel kosten de artikelen? a b c d e
Joost koopt een tv en een dvd-speler. Voor de tv moet hij zestien maanden lang 33 euro betalen en voor de dvd-speler 16 maanden lang 5 euro per maand minder. Roel koopt een computer. Hij betaalt negen maanden 54 euro. Voor een printer erbij betaalt hij negen maanden lang de helft daarvan. Linda koopt een laptop, daarvoor moet zij twee jaar lang iedere maand 36 euro betalen. Sharon heeft een keyboard aangeschaft. Zij betaalt driekwart jaar 74 euro per maand. Dylan betaalt tweeënhalf jaar 56 euro per maand voor zijn geluidsinstallatie.
MEER
2 Vul de tabellen verder in
➜ wb blz. 24
Vul de tabellen verder in
meer 2
×
10
30
50
×
20
50
70 4 970
69 7 620
254 1 247
meer34 meer 2
meer
22 500 40 200
MEER
Hoeveel verdienen ze? Van verhaal naar rekentaal Vul de tabellen verder in Wat zijn de kosten per jaar?
meer per week
uur per dag, De vier dagen in de50week. ×werkt zes 10hockey. 30contributie a Ingrid Danique speelt Ze verdient ` 4 per uur. bedraagt € 24 per maand. Twee keer per 69 twee dagen in de week en dan acht uur per Max werkt jaar krijgt ze nieuwe kleding voor € 87. Ze dag. Hij verdient ` 9keer per uur. mag ook twee per jaar op hockeykamp. 254 7 620 Dit kost € 344 per keer. Amir werkt zeven uur per dag en vijf dagen in de week. Hij 1verdient 247 ` 6 per uur.
meer 4
Hoeveel verdienen ze?
meer 6
Vul de tabellen verder in
`
`
`
`
`
per week
➜ wb blz. 24
per kwartaal
Ingrid werkt zes uur per dag, vier dagen in de week. Ze verdient ` 4 per : 40uur. 60 600
`
Max werkt twee dagen in de week en dan acht uur per 200verdient ` 9 per uur. dag.1Hij
`
`
Amir3 werkt 600 zeven uur per dag en vijf dagen in de week. Hij verdient ` 6 per uur.
`
`
24 600 Jeanne werkt acht uur per dag en vier dagen in de week. Zij verdient ` 12 per uur.
`
450 `
317
432
624
Vul de tabellen verder in 3
5: 226204 LLB_7A_B3.indd 79
`
` 40 200
meer
Vul de tabel verder in.
× meer 6
per jaar
× 50 `Hij tennist 70 Guido is een20 `echte 1 248 sportman. twee keer per week voor € 14 per les. Aan 4 970 toernooigeld is hij € 86 per kwartaal kwijt. ` ` In de winter volgt hij een half jaar lang 22 500 krachttraining voor € 12 per week.
b `
4 Hoeveel verdienen ze?
Jeanne werkt acht uur per dag en vier dagen in de week. Zij verdient ` 12 per uur.
per kwartaal
1 200
40
:
×
` 1 248 20
per jaar `
30
900 `
300
4
` meer
`
287
581
936
20
30
900
79
2 60
600
6:
4
23-06-2009 10:47:33
7 620
254
22 500 40 200
1 247
meer 4
3
Hoeveel verdienen ze?
MEER
per week
Ingrid werkt zes uur per dag, vier dagen in de week. Ze verdient ` 4 per uur.
per kwartaal
`
` 1 248
`
Max werkt twee dagen in de week en dan acht uur per
`
`
`
Amir werkt zeven uur per dag en vijf dagen in de week.
`
` 4 × 23 679 = `
`
5 × 46 924 = ` 8 × 72 138 = ` 9 × 83 765 =
5 Reken dag. Hij uit verdient ` 9 per uur.
3 × 3 333 = 3 × 30 333 = Hij verdient ` 6 per uur. 4 × 4 444 = 6 × 44 444 = werkt de week. 5 Jeanne × 5 555 = acht uur per dag en vier dagen 7 × 15in 555 = Zij verdient ` 12 per uur. 6 × 6 666 = 9 × 66 666 =
6 Vul de tabellen verder in
meer 6
per jaar
➜ wb blz. 24
Vul de tabellen verder in :
40
meer
60
600
:
20
30
900 4
1 200 300
3 600 450
24 600
×
317
432
624
7 Van verhaal naar rekentaal
×
3
581
936
2
Hoeveel winst? 5
a
Peter koopt en verkoopt auto’s. Hij koopt 28 nieuwe auto’s voor € 17 335 per stuk in. Hij 8 verkoopt er 26 voor € 19 995 per stuk.
b
Lars verkoopt en verhuurt caravans. In 2009 koopt hij 35 caravans voor € 14 700 per stuk in. Hij verhuurt 15 caravans elk 8 weken voor € 1 200 per caravan. Hij verkoopt 17 caravans voor € 18 950 per stuk.
24
287
c
d
6
Jenke bouwt campers. In een jaar tijd bouwt ze 12 campers op. Aan onderdelen betaalt 9 ze € 54 680 per camper. Ze verkoopt ze voor € 95 389 per stuk. Makelaar ‘De Goede Koop’ verkoopt drie blokken huizen. Elk blok bestaat uit zes huizen en elk huis kost € 245 459. De bouwkosten bedroegen € 217 670 per huis.
8 Herleid de oppervlaktematen Schrijf in mm².
Schrijf in cm².
Schrijf in dm².
2,6 cm² 44 cm² 145 cm² 742,5 cm²
13 m² 42 dm² 0,7 m² 5,6 dm²
4,85 m² 12,03 m² 0,4 m² 0,06 km²
226267_WB7A_B3.indd 24
27-05-2009 19:05:20
9 Schat de grootte van het stuk grond
Te koop Een stuk grond van 295 meter lengte en 48 meter breedte.
80
226204 LLB_7A_B3.indd 80
Hoe groot is het stuk grond ongeveer? Kies uit: 0,8 ha – 1 ha – 1,2 ha – 1,5 ha
Te koop Een stuk grond van 612 meter lengte en 89 meter breedte. Hoe groot is het stuk grond ongeveer? Kies uit: 4,5 ha – 4,8 ha – 5,4 ha – 6 ha
23-06-2009 10:47:33
10 Teken zeven verschillende figuren van 7 cm²
➜ wb blz. 25
Teken zeven verschillende figuren van 7 cm²
meer 10
11 Bereken de oppervlakte van de ruimtes
meer 10
Teken zeven verschillende figuren van 7 cm²
meer 12
Teken de plattegrond van het huis De woonkamer is 22 m². De keuken is 10 m².
De hal is 5 m². De wc is 3 m².
Bedenk er zelf nog twee ruimtes bij.
De voortuin is 2 meter breed en 6 meter lang, de oppervlakte is dus 12 m2. a b c d e
De keuken is m2 Hal 1 is Hal 2 De slaapkamer De badkamer
f g h i
De woonkamer De achtertuin De totale oppervlakte binnenshuis is De totale oppervlakte buitenshuis is
12 Teken de plattegrond van het huis
meer 12
➜ wb blz. 25
Teken de plattegrond van het huis De woonkamer is 22 m². De keuken is 10 m².
De hal is 5 m². De wc is 3 m².
Bedenk er zelf nog twee ruimtes bij.
1 cm = 1 m
© Noordhoff Uitgevers bv
© Noordhoff Uitgevers bv
226267_WB7A_B3.indd 25
226204 LLB_7A_B3.indd 81
25
81 27-05-2009 19:05:20
05-01-11 14:50