1
LEONARD ELIZA VAN PETERSOM RAMRING1 Ad Sulman en Peter Kwant
Leonard Eliza van Petersom Ramring bij de Kattenvijver in het Belvederebos te Nunspeet.
Uit een familie van dominees, juristen en een soldaat Omstreeks het midden van de 18e eeuw vertrok de jonge ds. Samuel Ramring naar de Nederlandse kolonie Berbice, het huidige Guyana, in Zuid-Amerika, om de pastorale zorg voor de daar aanwezige leden van de Gereformeerde kerk op zich te nemen. Zijn echtgenote Margaretha van Petersom ging met hem mee. Tijdens zijn verblijf brak er op 23 februari 1763 een grote slavenopstand uit. Het fort Nassau met de daarin aanwezige kerk ging daarbij in vlammen op. De dominee werd gevangen genomen, maar vrijgelaten en als boodschapper van de opstandelingen naar de gouverneur gestuurd. De dominee verzocht de gouverneur dringend in Berbice te blijven. Die gaf daar geen gehoor aan. In tegenstelling tot zijn Lutherse collega ds. Muller liet hij zijn gemeente niet in de steek. Het Lutherse kerkgebouw was buiten het fort ge-
1
Verschenen in twee delen in De Mothoek 2013-4 en 2014-1.
2 bouwd en werd door de opstandelingen gespaard.2 Uiteindelijk werd de slavenopstand op hardhandige wijze door de Staatse troepen van de Zwitserse kolonel Fourgeoud neergeslagen.3 Uit het huwelijk van ds. Ramring en zijn vrouw Margaretha van Petersom werd een zoon geboren die de naam Jonas kreeg. Jonas ging ook theologie studeren en werd net als zijn vader predikant. Hij trouwde op 17 december 1765 in Berbice met de in deze kolonie geboren Elisabeth Barkey en noemde zich Van Petersom Ramring. Het echtpaar vestigde zich in Zevenaar waar hun zoon Samuel Anton Nicolaas op 17 augustus 1766 geboren werd. Na enige tijd vertrok het predikantenechtpaar naar Semarang in Oost-Indië waar hij op 15 november 1767 als predikant bevestigd werd.4 Hij overleed in Semarang op 1 oktober 1771. Elisabeth Barkey ging na het overlijden van haar man terug naar Nederland en hertrouwde in 1780 te Breda met ds. Pierre La Soeur. Samuel Anton Nicolaas van Petersom Ramring ging in 1789 rechten in Harderwijk studeren waar hij ook promoveerde. Hij verkoos een loopbaan als jurist. In 1798 trouwde hij te Breda met Carolina Henriëtta Antonia van Naerssen. Inmiddels was hij raadsheer in het Hof van Justitie in Bataafs Brabant, na 1802 Departementaal Gerechtshof van Brabant in ’s-Hertogenbosch. Zijn zwager mr. Jacques Teysset deed, zonder resultaat, in 1810 een poging om hem een plaats in het Keizerlijk Gerechtshof te geven. Het werd een benoeming tot raadsheer bij het Departementaal Gerechtshof van de Dommel. Dit instituut fungeerde echter nooit. Onder koning Willem I werd hij tot rechter in Breda benoemd. Nog voor hij geïnstalleerd was kwam zijn benoeming als president van de Arrondissementsrechtbank te Gorinchem. Deze functie bekleedde hij maar kort. Hij overleed op 25 juli 1811 in Gorinchem.5 Uit het huwelijk van Samuel Anton Nicolaas van Petersom Ramring en Carolina Henriëtta Antonia van Naerssen werden vier kinderen geboren onder hen Leonard Eliza van Petersom Ramring, geboren in 1749 te Breda, die voor een militaire carrière koos. Hij werd 1e luitenant bij het Garderegiment Grenadiers en Jagers. Zijn regiment werd in de ‘Tiendaagse Veldtocht’ (1830-1831) ingezet bij de verovering van Brussel.6 Op 17 juli 1848 trad hij in Rijswijk in het huwelijk met Margaretha Anna Isabella van Damme. Dochter van koopman Daniël Hendrik van Damme en Anna Constantia van der Sluijs. Lang was Leonard Eliza van Petersom Ramring sr. geen militair. In 1849 werd hem op eigen verzoek eervol ontslag verleend.7 Hij ging met zijn echtgenote wonen in huize ‘Hofstetten’ in Ellecom.8 Daar werd ook hun zoon op 17 februari 1860 geboren, die naar zijn vader Leonard Eliza werd vernoemd.
2
B. de Gaay Fortman, De geschiedenis van de Lutherse gemeente in Berbice, z.p.1941, pp.60 en 61. 3 Hans Budding’, De geschiedenis van Suriname. Utrecht 1995, p. 148. 4 Maandelijks uitreksels of Boekzaal van de geleerde wereld, deel III. 5 www.members.home.nl 6 Johan P. Nater, De Tiendaagse Veldtocht. De Belgische opstand 1830/1831. Haarlem 1980, p.40 e.v. 7 Algemeen Handelsblad, d.d. 14 augustus 1894, nr. 5525. 8 H. Kerkkamp, Rheden, De Steegh en Ellecom in oude ansichten.
3 Opvoeding en scholing Over de opvoeding van Leonard Eliza jr. is weinig bekend. Hij werd gedoopt in de Nederlands Hervormde gemeente vermoedelijk in Rheden, waartoe Ellecom kerkelijk behoorde. Lang woonde de familie niet in Ellecom. De familie Van Petersom Ramring woonde in 1866 in Den Haag. In dat jaar overleed Leonard Eliza sr, volgens de rouwadvertentie op de leeftijd van 60 jaar.9 Vermeld werd ook dat hij oud-officier bij het Regiment Grenadiers en Jagers was en Ridder in de orde van de Eikenkroon.10 Leonard Eliza jr. bleef als zesjarige jongen alleen met zijn moeder achter. Gelet op zijn verdere levensloop moet hij een christelijke opvoeding gehad hebben. Aangenomen mag worden dat hij zijn belangstelling voor de politiek ook van huis had meegekregen. Van zijn scholing is vooralsnog niet meer bekend dan dat hij aan de universiteit van Utrecht rechten ging studeren. Hij promoveerde in de maand november van het jaar 1885 aan dezelfde universiteit tot doctor in de rechtswetenschap. De titel van zijn proefschrift luidde Bijdrage tot den leer van den samenloop van strafbare handelingen.11 Promotor was professor M.S. Pols. Al in zijn studententijd verwierf Van Petersom Ramring grond in Nunspeet. In 1882, hij was net meerderjarig, kocht hij van Floris Adriaan van Hall nog grotendeels te ontginnen grond. Van Hall stond als advocaat in Utrecht ingeschreven en was daar van 1865 tot 1877 namens de liberalen lid van de gemeenteraad in deze plaats. Het is goed mogelijk dat Van Petersom Ramring hem gekend heeft. Over zijn verdere grondaankopen komen wij nog te spreken. Utrechtse activiteiten Na zijn studie vestigde Van Petersom Ramring zich als advocaat in Utrecht. Het kantoor van de kersverse meester in de rechten was gevestigd aan de Biltstraat 1 in Utrecht. Hier was ook zijn woonadres. Zijn moeder kwam hier in 1887 te overlijden. Herhaalde malen werd in de pers vermeld dat hij als curator bij faillissementen optrad. Opmerkelijk was dat van 1885 tot 1893 mr. Nicolaas Visser substituut-officier van justitie bij de Arrondissementsrechtbank te Utrecht was. Mr. Visser was tevens van 1887 tot 1893 namens de Anti-Revolutionaire Partij lid van de gemeenteraad in die plaats. Voor dezelfde partij zat hij van 1901 tot 1909 in de Tweede Kamer. Hij sloot zijn loopbaan af als burgemeester van Leiden.12 Het opmerkelijke lag in de familierelatie tussen de heren Visser en Van Petersom Ramring. De heer Visser was, zowel in zijn eerste als tweede huwelijk, getrouwd met een nicht van de advocaat. Het zegt iets over de familierelaties van en de sociale kringen waarin Van Petersom Ramring verkeerde.
9
Dagblad van Zuid-Holland en ’s-Gravenhage, d.d. 13 april 1866, nr. 87. De Orde van de Eikenkroon werd in 1841 ingesteld door groothertog Willem II. De koning voelde behoefte aan een Luxemburgse orde van verdienste en wilde het instellen van de eerste Luxemburgse grondwet luister bijzetten. 11 Algemeen Handelsblad 7 november 1885, nr. 17565. 12 Jaarboek van de Maatschappij van de Nederlandsche Letteren 1910, pp. 210 e.v. 10
4
Van Petersom Ramring in zijn Utrechtse jaren Naast de advocatuur, bekleedde Van Petersom Ramring een aantal nevenfuncties. Zo was hij kapitein bij de Utrechtse schutterij, penningmeester van de Utrechtse Vereniging van Armenzorg. Deze vereniging had tot doel de verbetering van de armenzorg in Utrecht.13 De in 1893 in Utrecht opgerichte Oranjebond van Orde telde Van Petersom Ramring ook tot haar leden. Het ging hier om een protestantse antisocialistische organisatie met als doel armoedebestrijding. Een ander doel was trouw aan het Huis van Oranje te zijn en dit bij anderen op te wekken. Ondermeer door ontginningen trachtte deze bond haar doel te bereiken.14 Verder was Van Petersom Ramring nog donateur van de Utrechtse schuttersvereniging ‘De Eendracht’. In 1893 deed hij mee aan de eerste nationale flobertschietwedstrijd en viel daar in de prijzen.15 Verdere loopbaan Hij werd op 15 augustus 1893 benoemd tot griffier bij het Kantongerecht in Wijk bij Duurstede. Tot 1901 vervulde hij deze functie.16 Bij zijn vertrek naar deze plaats aan de Lek legde hij zijn aan de stad Utrecht gebonden functies neer. 13
www.historici.nl. Ibidem. 15 Het nieuws van den dag: kleine courant, 1 juli 1893. 16 Leeuwardercourant, 2 augustus 1893. 14
5
Op 24 mei 1894 trouwt hij in de leeftijd van 34 jaar te Utrecht met de zeven jaar oudere Adriana Petronella de Lange. De bruid, geboren in Batavia, was een dochter van de 1e luitenant ter zee Sjoerd Hendrik de Lange en Wilhelmina Christina Landskroon. Door dit huwelijk werden de banden met de Veluwe aangehaald. Een zuster van zijn vrouw, Christina, was getrouwd met de officier van gezondheid bij het Nederlands Indisch Leger. Deze militaire arts was een zoon van de Doornspijkse heelmeester Gerrit Spruit. Sjoerd Hendrik voegde na zijn huwelijk met Christina de naam Landskroon aan zijn familienaam toe en ging zich Spruit Landskroon noemen. Het echtpaar verhuisde in 1903 naar Schagen waar Van Petersom Ramring tot kantonrechter was benoemd. Hier trad hij toe tot de Gezondheidcommissie.17 De AntiRevolutionaire Partij (ARP) stelde hem kandidaat voor de Provinciale Staten in Noord-Holland. Een kandidatuur die hij niet aanvaardde. Het is gissen naar zijn beweegredenen om de politiek niet in te gaan. Later in zijn Nunspeetse tijd (1916) werd hij namens de Christelijk Historische Unie gemeenteraadslid van de gemeente Ermelo. Waarschijnlijk is dat zijn besluit te maken had met de problemen binnen de ARP. Aan het einde van de 19e eeuw ontstonden er spanningen tussen twee voormannen van de ARP Kuyper en De Savornin Lohman. Politieke en persoonlijke verschillen dreven beide mannen uiteen en leidde tot een scheuring. In 1895 ontstond de VrijeAntirevolutionaire Partij onder Lohman. Twee jaar later werd in Utrecht de Christelijk Historische Kiezersbond in het leven geroepen. De Vrije-Antirevolutionaire Partij fuseerde in 1903 met de Utrechtse bond tot de Christelijk Historische Partij. Sinds 1908 werd de naam Christelijk Historische Unie (CHU).18 Het is op z’n minst opvallend dat het besluit van Van Petersom Ramring om te bedanken voor de kandidatuur van de ARP samenvalt met de fusie van 1903. Sinds zijn benoeming als kantonrechter te Schagen werd Van Petersom Ramring herhaalde malen voorgedragen voor een benoeming als kantonrechter elders in het land, ondermeer in Deventer en Gouda. Uiteindelijk werd hij in 1907 kantonrechter in Terborg en gaat daar dan ook wonen. Zijn verblijf in Terborg was van korte duur een benoeming in Harderwijk als kantonrechter volgde in 1910. Deze benoeming bracht met zich mee dat hij voorzitter werd van het college van regenten over het huis van bewaring in Harderwijk.19 Inmiddels was hij in 1909 tot het bestuur van de eerder genoemde Oranjebond van Orde toegetreden. Tijdelijk voor slechts enkele maanden verhuurde hij zijn moes – en overtuin in Terborg.20 Nunspeet Het echtpaar Van Petersom Ramring kocht in Nunspeet de villa ‘Voorbosch’ aan de Groote weg. Deze woning had de kunstschilder Willy Martens in 1909 laten bouwen 17
De bekende Texelse arts Wagemaker, initiatiefnemer van de Teso die de veerdienst tussen Texel en het vaste land onderhoudt. 18 Zie voor een uitgebreide geschiedenis van de CHU: Marcel ten Hooven en Ron de Jong, Geschiedenis van de Christelijk-Historische Unie 1908-1980. Zoetermeer, 2008. 19 Nieuwe Tilburgsche Courant, 17 januari 1910, jrg. 32 nr. 4660. 20 De Graafschap-bode, 28 mei 1910.
6 en hij verkocht het huis het jaar daarop aan Van Petersom Ramring.21 De keus van Nunspeet als woonplaats was niet onlogisch gelet op de hier door hem al eerder aangekochte gronden.
Voorbosch aan de Groote Weg, tegenwoordig F.A. Molijnlaan / hoek Oosterlaan, was van 1910 tot 1933 het woonhuis van Van Petersom Ramring De nieuwe kantonrechter van Harderwijk was amper aangetreden en hij liet al van zich horen. In Harderwijk werd op 18 april 1911 een huisvlijttentoonstelling gehouden. Deze tentoonstelling werd financieel door hem ondersteund.22 Van Petersom Ramring werd door de Vrij Christelijk Historische Kiesverenigingen Nunspeet en Ermelo in 1916 in de vacature van dokter J. Schut kandidaat gesteld voor de gemeenteraad van Ermelo.23 Hoewel het bestuur van genoemde kiesverenigingen in een oproep in de plaatselijke krant gevraagd had vooral op Van Petersom Ramring te stemmen ging zijn verkiezing niet zonder slag of stoot. Er waren nog drie kandidaten voor de vacature Schut, de heren J. Jager en G. Stoff. De uitslag van de verkiezing was zodanig, dat er een herstemming moest plaats vinden tussen de heren Van Petersom Ramring en Stoff. De heer Stoff verloor het duel. Op 23 juni 1916 werd Van Petersom Ramring als gemeenteraadslid geïnstalleerd. Uit de gemeenteraadsverslagen en de kranten ontstaat niet direct de indruk dat Van Petersom Ramring als raadslid uitblonk. Dat wil niet zeggen dat hij niets van zich liet horen. Met een zekere regelmaat stelde hij vragen in de raad of spande zich in om zaken gedaan te krijgen. Zo sprak hij de burgerwacht toe bij schietwedstrijden in de zomer van 1916. Ook pleitte hij om het verzoek van de heer J. Schaap om gemeentegronden ter beschikking te stellen om vlas te roten. Dit zou, tijdelijk, 40 tot 50 man werk verschaffen. Op zijn eigen terrein gebeurde dit ook al. In december 1916 werd 21
Thans ‘Hoekstein’. Algemeen Handelsblad, 19 april 1911, jrg. 84, nr. 26584. 23 Nunspeets Nieuws en Advertentieblad, 24 maart 1916. 22
7 hij voorgedragen tot ambtenaar van de burgerlijke stand. Hij legde het echter af tegen wethouder H. van ’t Hull. Daar stond tegenover dat hij in 1917 namens de gemeenteraad afgevaardigd werd, samen met H. van Olst, naar een aandeelhoudersvergadering van de elektriciteits maatschappij. Hij was sinds maart 1916 voorzitter van de plaatselijke schoolcommissie. Een orgaan dat de kwaliteit van het onderwijs bewaakte. In deze hoedanigheid sprak hij in het hoofd van de school in Hulshorst meester W. den Besten toe bij zijn 25jarig jubileum als onderwijzer. Hij stelde in 1919 in de gemeenteraad vragen over plannen om een muloschool in het leven te roepen. De Nunspeetse harmonie had ook zijn sympathie, hij was er geruime tijd bestuurslid van. Het Nunspeets Nieuws en Advertentieblad van 29 december 1916 gaf nog een aardig inzicht in het leven van het echtpaar Van Petersom Ramring – De Lange tijdens de Eerste Wereldoorlog. “Het bewakingsdetachement te Nunspeet wenscht de burgerij van Nunspeet een gelukkig Nieuwjaar. Dankt in het bijzonder den Heer en Mevrouw Mr. L.E. van Petersom Ramring voor de vele stoffelijke bewijzen van belangstelling,die het in het afgelopen jaar van zijn EdelGestr. mochten ontvangen. Uit aller naam De milicien belast met het beheer van het militaire huis H. Dussenbroek”.
Van Petersom Ramring in zijn Nunspeetse periode Laatste jaren Op zijn verzoek werd Van Petersom Ramring in 1925 eervol ontslagen als kantonrechter. Hij kon zich nu volledig wenden aan het beheer van zijn grondbezit in Nunspeet. De zuster van mevrouw Van Petersom Ramring – De Lange, Anna de Lange, kwam op 24 juni 1929 in Nunspeet te overlijden. Enige jaren later, 16 augustus 1933, kwam er, na een langdurig lijden, een einde aan het leven van mr. Leonard Eliza van
8 Petersom Ramring. Hij werd 73 jaar.24 Nunspeet verloor in hem een markante figuur. Op de jaarvergadering van de Nederlandsch Evangelische Vereniging op 26 mei 1934 te Zwolle werd hij herdacht. Mevrouw Van Petersom Ramring – De Lange overleefde haar man enige jaren. Zij overleed op 8 oktober 1938. Het echtpaar had geen kinderen. De nalatenschap De Nunspeetse notaris Meesters werd belast met de afwikkeling van de nalatenschap. Het huis ‘Voorbosch’ met tuin werd voor fl. 6000 aan de heer K.H. Kretz makelaar in Nunspeet verkocht. Achter het huis lag een atelier met bijbehorende tuin, die voor fl. 1380 in handen kwam van de Nunspeter P. ten Brink. Verder gingen nog twee bouwterreinen over in handen van de heren H.M. Martens en M. van Marle beide te Nunspeet.25 De Hervormde diaconie ontving een legaat van fl. 500. Mevrouw Van Petersom Ramring legateerde aan de gemeente Ermelo een complex bos-, heide- en zandgronden ter grootte van 197 hectaren. Dit legaat leverde problemen op. Als voorwaarde voor het accepteren van het legaat was gesteld dat de gemeente de wettelijke rente zou betalen en de kosten van de taxatie van de gronden op zich zou nemen. De Nederlandse Heidemaatschappij taxeerde het geheel op fl. 35.467.80. Dit nu was een te hoog bedrag voor een armlastige gemeente als Ermelo. In nauw overleg tussen de erfgenamen, de gemeente en het rijk, werd overeengekomen dat het Staatsbosbeheer de rechten op het legaat van de gemeente zou overnemen. Toen dat gebeurd was kon het legaat door de gemeenteraad worden geaccepteerd: 'Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten te aanvaarden een legaat van wijlen Mevr. de Wed. Van Petersom Ramring, bestaande uit een complex bosch- heide- en zandgronden te Nunspeet groot 197 ha. en tot ruiling van enkele perceelen daarvan met de Staat.' 26 De gemeente Ermelo kreeg zo 11 ha in het Belvedèrebos, ten noorden van de spoorlijn, Staatsbosbeheer werd eigenaar van het huidige ‘Zandenbos’.27 Van Petersom Ramring en zijn bossen Leonard Eliza van Petersom Ramring kocht in 1881 zijn eerste grond in Nunspeet, 165 ha. van de Oosteindsche heide. Daarvan was 25 hectare bebost door de vorige eigenaar, F.A. van Hall. De rest was woeste grond, zand en heide. Het bos leverde meteen al wat op, in de winter 1882-1883 werd voor het eerst hout verkocht op naam van Van Petersom Ramring: 'ongeveer 50 percelen gehakte rikken, boonestaken en slieten in het Oosteinderzand onder Nunspeet. Daags voor de verkooping aan te wijzen door Hk. Wijnbergen.' 28 Van 1881 tot 1892 was het grondbezit van Van Petersom Ramring in Nunspeet constant 165 hectare. Daarna ging hij uitbreiden, eerst met landbouwgrond en vanaf 1904 deed hij verschillende verzoeken aan de gemeente om zand en heide te mogen kopen. 'Een verzoek van de Heer L.E. van Petersom Ramring om van de gemeente 24
Algemeen Handelsblad, 18 augustus 1933, jrg. 106, nr. 34670. De banier: staatkundig gereformeerd dagblad, 22 mei 1939, jrg, 19, nr. 3402. 26 Overveluwsch Weekblad / Harderwijkerkrant 18 februari 1939 27 Algemeen Handelsblad, dinsdag 21 februari 1939. 28 Overveluwsch Weekblad 24 december 1892. 25
9 over te mogen nemen een stuk heide en zandgrond onder Nunspeet groot 265 H.A. 82 A 70 c.A.' 29 Zo zijn er meer aanvragen, soms ging de aankoop niet door, soms ook wel. In 1908 stond voor zijn grondverzameling de teller op 221 hectare.30 Ook kocht Van Petersom Ramring Oud Soerel, net over de grens in de gemeente Doornspijk.31 In 1972, lang na de dagen van Van Petersom Ramring, werd Oud Soerel bij de gemeente Nunspeet gevoegd.32 Een discussie in de gemeenteraad in 1909 liet zien dat er destijds nog spanning bestond tussen de traditionele vorm van heidegebruik, het halen van plaggen e.d., en het bebossen. 'Een aanvraag van den heer van Petersom Ramring om hem een stuk grond in koop af te staan tot voorzetting van zijn ontginning, in de vorige vergadering aangehouden, komt thans aan de orde. Daar de aangevraagde grond groot 2,5 Bunder behoort bij het terrein aan de N.C.S.V. (Nederlandsche Christelijke Studenten Vereeniging) in erfpacht afgestaan, stellen B. en W., met goedvinden van het Bestuur dier Vereeniging, voor deze aanvraag in te willigen tegen f.100 de Bunder en aan de N.C.S.V. in ruil voor dit terrein een ander stuk in erfpacht te geven. De heer Mouw vraagt of het heide- of zandgrond is, waarop de Voorz. antwoordt, dat het zeer moerassig terrein is, dat vaak voor een groot deel onder water staat. De heer Mouw is er niet voor nog meer hei af te staan. Onlangs is al een stuk in erfpacht gegeven en nu de menschen nog meer te straffen: hij is er tegen en wil „die menschen" de hand boven het hoofd houden. De Voorz. acht het gevaar niet groot zoolang daar nog 263 H.A. ter beschikking blijft. De heer Bokhorst vindt de prijs wel wat laag evenals de heer Mouw waarom de heer v. Loo voorstelt de prijs te bepalen op f.150 de Bunder. Dit voorstel wordt door B. en W. overgenomen en daarna aangenomen met 8 tegen 3 stemmen.' 33 Van Petersom Ramring liet per brief weten dat hij 'voor de bedongen prijs de aangevraagde grond bij de Waskolk niet in koop aanneemt.'34 Het bebossen werd stevig aangepakt door Van Petersom Ramring en zijn bosbaas Wijnbergen. Op het zand van de Oosteindsche heide (die voornamelijk uit open zand bestond) werden windsingels aangelegd waarachter aanplant in het stuifzand beter verliep. Op de kaart van 1899 zijn dat rechte groene strepen in het gele zand. Later vallen de strepen steeds meer weg tegen de omgeving, die van zand bos werd. In het terrein valt op dat bij het bebossen naast de grove den verschillende soorten exotische coniferen werden toegepast.
29
De Harderwijker 5 maart 1904. Streekarchief, Archief Ermelo 1796, Kadastrale legger 2059 Van Petersom Ramring. 31 L.A. Jansen, Geschiedenis van de Boswachterij Nunspeet, Staatsbosbeheer Gelderland, 1997 32 Nunspeets Nieuws en Advertentieblad 9 november 1972 33 De Harderwijker 30 oktober1909. 34 Overveluwsch Weekblad / Harderwijkerkrant 22 december 1909 30
10
Grondaankopen door Van Petersom Ramring op een recente kaart zodat de positie ten opzichte van spoorlijn en A28 duidelijk wordt. 1. de eerste aankoop anno 1881 2. uitbreidingen door aankoop van zand en heide van de gemeente bij de Waskolk 3. aankoop voor de aanleg van de Zandenbosweg
Uitsnede uit de topografische kaart van 1899 met bij de pijl de windsingels waarvan de resten anno 2014 te vinden zijn bij de Zandenplas en in het Zandenbos. Ter oriëntatie: linksboven Nunspeet en de spoorlijn Amersfoort-Zwolle.
11
Resten van de windsingel langs het toeristische fietspad bij de Zandenplas, destijds ingeplant met Bergden, Pinus mugo. De dennen worden oud en takelen af, het zijn er anno 2014 alweer minder dan op deze foto uit 1999.
De Tweesprong Eeperweg en Waschkolk
12 Nadat Van Petersom Ramring zich in 1910 op ‘Voorbosch’ aan de Groote weg in Nunspeet had gevestigd kocht hij van verschillende particuliere eigenaren grond om een laan aan te leggen naar zijn bossen. De boschploeg van de gemeente Ermelo werd in 1913 ingezet 'langs de weg naar het studentenkamp bij de Waskolk', een gebeuren waarop de krant de lezers attendeerde.35 In hetzelfde jaar bezochten koningin Wilhelmina en prins Hendrik het studentenkamp, ze parkeerden waar nu de Zandenplas ligt en wandelden de rest van de route.36 Een hek bij de overweg bleef na gebruik blijkbaar wel eens openstaan en in 1914 werd in de krant met sluiting gedreigd als dat niet zou verbeteren.37 In 1915 was de heer Wijnbergen 25 jaar als bosbaas in dienst van Van Petersom Ramring. Hij kreeg onder meer een herinneringsalbum met een overzicht van de ontwikkeling van de bossen.38 Bovendien kreeg hij een persoonlijke brief van Van Petersom Ramring waarin de ontwikkeling van de bossen ook aan de orde kwam en de rol van Wijnbergen daarin.39 Duidelijk was hoe belangrijk voor Van Petersom Ramring de bossen waren.
De Margarethahut in het Zandenbos Van Petersom Ramring liet anderen graag van zijn bossen meegenieten. Hij bouwde er de Margarethahut, genoemd naar zijn moeder, voor de wandelaar, om er te ‘ver35
Overveluwsch Weekblad / Harderwijkerkrant 4 oktober 1913 Nieuwsblad van het Noorden 18 juli 1913 37 Overveluwsch Weekblad/Harderwijker Courant 12 september 1914 38 Nunspeets Nieuws en Advertentieblad 16 april 1915 39 Handgeschreven brief, waarvan kopie in het archief van de Heemkundige Vereniging Nuwenspete 36
13 poozen’. Hij bewegwijzerde de route tussen de Margarethahut en het Ronde Huis. "Een prachtwandeling", zei de krant. Nu kan het zelfs per auto, de route is deel van de toeristische weg in het Zandenbos.40 Hoe na het overlijden van Van Petersom Ramring en zijn echtgenote het bos eigendom werd van de gemeente en van Staatsbosbeheer is hierboven beschreven. De bossen zijn er nog altijd. Ten noorden van de spoorlijn zijn ze van de gemeente en ten zuiden van de snelweg van Staatsbosbeheer. In het Belvedèrebos ligt nog altijd de Zandenboslaan. De oude weg is van de Eperweg tot bij de Waskolk nog te herkennen in het terrein, maar wordt tegenwoordig onderbroken door een opgeheven overweg en door de Zandenplas. De A28 vormt weer geen onderbreking, de oude weg loopt daar door een tunneltje. Tussen spoor en snelweg is het Van Petersom Ramring terrein overgegaan naar de RGV (Recreatie Gemeenschap Veluwe), daar ligt nu de Zandenplas. Saillante aanhaling tot slot: het 'legaat is gemaakt onder de voorwaarde, dat het gelegateerde, behoudens de door te leggen publieke wegen, bestemd blijft als publiek wandelterrein en natuurreservaat, terwijl het, zelfs niet deels, niet mag worden bestemd voor natuurbad.' 41
40 41
Website Virtuele Oudheidkamer Nunspeet, geraadpleegd op 20 maart 2013 Streekarchivariaat NW Veluwe, Archief Ermelo 1913 inv nr 0393