LeoMontFonds Halfjaarverslag 2015 (geen accountantscontrole toegepast)
Halfjaarverslag 2015
Inhoud INHOUD ALGEMENE INFORMATIE PROFIEL KERNCIJFERS HALFJAARCIJFERS 2015 BALANS PER 30 JUNI 2015 WINST-EN-VERLIESREKENING OVER DE PERIODE 1 JANUARI TOT EN MET 30 JUNI 2015 TOELICHTING OP DE BALANS PER 30 JUNI 2015 EN WINST EN VERLIESREKENING OVER DE PERIODE 1 JANUARI TOT EN MET 30 JUNI 2015 OVERIGE GEGEVENS
2
2 3 4 6 7 8 9 10 25
Halfjaarverslag 2015
Algemene informatie Kantooradres Fonds
Strawinskylaan 1325 1077 XX Amsterdam Nederland
Beheerder
FondsBeheer Nederland B.V. Strawinskylaan 1325 1077 XX Amsterdam Nederland
Bewaarder
(vanaf 1 januari 2015) DAF Depositary B.V. Amstelplein 1-9 etage 1096 HA Amsterdam Nederland
Administrateur
(vanaf 1 januari 2015) FundShare Administrator B.V. Amstelplein 1-9 etage 1096 HA Amsterdam Nederland (tot 31 december 2014) PES Management B.V. Jan van Goyenkade 8 1075 HP Amsterdam Nederland
Juridisch Eigenaar
Stichting Bewaarder LeoMontFonds Jan van Goyenkade 8 1075 HP Amsterdam Nederland
Broker
(vanaf 1 januari 2015) DeGiro B.V. Amstelplein 1-9 etage 1096 HA Amsterdam Nederland (tot 31 december 2014) Binck Bank N.V. Barbara Strozzilaan 310 1083 HN Amsterdam Nederland
Accountant
Ernst & Young Accountants LLP Wassenaarseweg 80 2596 CZ Den Haag Nederland
3
Halfjaarverslag 2015
Profiel Structuur LeoMontFonds (het “Fonds”) is een besloten beleggingsfonds voor gemene rekening met open-end structuur, ingesteld op 9 juli 2013. De Beheerder van het Fonds is FondsBeheer Nederland B.V. (de “Beheerder”), gevestigd te Amsterdam. De Beheerder treedt op als beheerder van het Fonds als bedoeld in artikel 1:1 sub b van de Wet op het financieel toezicht (WFT). Het Fonds en de Beheerder vallen onder wettelijk toezicht van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en de Nederlandsche Bank. Voor het aanbieden van deelnemingsrechten in beleggingsinstellingen door de Beheerder, is conform artikel 2:67 Wft, een vergunning vereist. Op 13 november 2007 is aan Beheerder door de AFM een vergunning verleend als bedoeld in artikel 2:65 lid 1 sub a van de Wft. De Beheerder is opgericht op 20 december 1995 te Wassenaar en ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken Haaglanden onder nummer 32061892. Per 22 juli 2014 is deze vergunning van rechtswege omgezet naar een AIFMD vergunning. Als Bewaarder van het Fonds treedt op DAF Depositary B.V. (de “Bewaarder”), gevestigd te Amsterdam. Het Fonds heeft de administratie uitbesteed aan FundShare Administratie B.V. (de “Administrateur”). Het Fonds is een fonds voor gemene rekening. Door de Beheerder wordt voor rekening en risico van de participanten gelden belegd in vermogenswaarden die op naam van Stichting Bewaarder LeoMontFonds (de “Juridisch Eigenaar”) voor de participanten worden bewaard. De participanten zijn naar rato van het aantal door hen gehouden participaties gerechtigd tot het Fondsvermogen. Toetreding tot het Fonds schept uitsluitend rechten en verplichtingen van de participanten ten opzichte van het Fonds en niet ook ten opzichte van de andere participanten.
Beleggingsdoelstelling De doelstelling van het Fonds is om over een periode van minimaal 5 jaar, een gemiddeld netto rendement van 20% per jaar te behalen.
Beleggingsbeleid Het Fonds tracht deze doelstelling te bereiken zonder structurele correlatie tussen de waardeontwikkeling van het fondsvermogen en de koersontwikkeling van de markten waarin wordt belegd. De Beheerder streeft ernaar het doelrendement te behalen met een hoge mate van stabiliteit in de opbouw van het resultaat. Het fondsvermogen zal maximaal gelijktijdig belegd worden in 30 onderliggende waarden waarbij deze 30 posities aan de hand van twee sub-strategieën worden ingenomen. - Sub-strategie 1: Beleggingen voor dit deel van de strategie vinden plaats in hefboomproducten op Europese en Amerikaanse beursgenoteerde large-cap aandelen. Maximaal 20 individuele beleggingen zullen gelijktijdig op basis van deze strategie in de portefeuille worden opgenomen. - Sub-Strategie 2: Beleggingen voor dit deel van de strategie vinden plaats in hefboomproducten op valutaparen, grondstoffen, aandelenindices, & $-staatsobligaties. Maximaal 10 individuele beleggingen zullen gelijktijdig op basis van deze strategie in de portefeuille worden opgenomen. Met het fondsvermogen worden zowel hausse als baisse posities ingenomen waarbij de verwachte verhouding tussen de beleggingen bij volledige belegging van het fondsvermogen 70% hausse en 30% baisse zal zijn. Het fonds zal niet altijd volledig belegd zijn. Bij aanvang van een positie bedraagt het minimum gewicht van een positie in de 1e sub-strategie 5% van het deel van deze sub-strategie. Het maximum gewicht bedraagt
4
Halfjaarverslag 2015
10% daarvan. Bij aanvang van een positie bedraagt het minimum gewicht van een positie in de 2e substrategie 10% van het deel van deze sub-strategie. Het maximum gewicht bedraagt 20% daarvan.
Uitgifte en inkoop van participaties Het Fonds is een besloten fonds voor gemene rekening met een open-end structuur. Het besloten karakter betekent dat Participaties in LeoMontFonds uitsluitend ter vervreemding aangeboden kunnen worden aan het Fonds en daarnaast niet vrijelijk overdraagbaar zijn aan derden. Het Fonds zal op iedere transactiedag Participaties uitgeven tegen de netto vermogenswaarde per Participatie op de daaraan voorafgaande werkdag. Tevens is het Fonds steeds bereid om op iedere transactiedag participaties in te kopen tegen de netto vermogenswaarde per Participatie op de daaraan voorafgaande werkdag verminderd met bij uittreding binnen 24 maanden na begin van de deelname, de aan de Beheerder te betalen 2% uittredingskosten van het uittredingsbedrag. Na 24 maanden deelname worden geen uittredingskosten in rekening gebracht aan uittredende participanten. De netto-vermogenswaarde wordt maandelijks binnen 10 dagen na het einde van de maand bekend gemaakt op de website van de Beheerder (www.fondsbeheernederland.nl).
Fiscale aspecten Vanwege de beperkte overdraagbaarheid van participaties wordt het Fonds voor de vennootschapsbelasting aangemerkt als “fiscaal transparant”. Daardoor is het niet belastingplichtig voor de Nederlandse vennootschapsbelasting. De door het Fonds ontvangen dividenden en rente, evenals behaalde vermogenswinsten, worden niet uitgekeerd maar herbelegd.
Essentiële beleggersinformatie Voor het Fonds is een essentiële beleggersinformatie opgesteld met informatie over het Fonds, de kosten en de aan deelname verbonden risico’s. Deze is verkrijgbaar via website www.fondsbeheernederland.nl.
Transparantie Het Fonds tracht de belegger zoveel mogelijk inzicht te verschaffen in het gevoerde beleggingsbeleid, het rendement en risico, en de kosten. Op de website (www.fondsbeheernederland.nl.) is meer actuele informatie beschikbaar zoals prospectus en maandberichten.
Beloningsbeleid Beheerder De inkomsten van de Beheerder hebben primair als doel de uitgaven van de Beheerder te bekostigen. De Beheerder heeft geen personeel in dienst. Aangezien de directie van de Beheerder alle aandelen van de Beheerder in bezit heeft kan deze besluiten overige gelden als dividend uit te keren of te reserveren. Zij kan ook besluiten tot het voeren van een beloningsbeleid zolang dit in lijn is met de richtlijnen van AIFMD op dit gebied. Op grond van artikel 29 lid 2 van de AIFMD dient het beloningsbeleid van de Beheerder openbaar te worden gemaakt. In overeenstemming met artikel 107 lid 3 van de gedelegeerde verordening van de AIFMrichtlijn heeft de Beheerder gebruik gemaakt van de mogelijkheid het beloningsbeleid toe te lichten in haar eigen jaarrekening.
5
Halfjaarverslag 2015
Kerncijfers (in euro’s) Kerncijfers en meerjarenoverzicht Netto-vermogenswaarde Netto-vermogenswaarde balans Aantal uitstaande participaties Netto-vermogenswaarde per participatie* EUR Lopende kosten ratio
30/06/2015
31/12/2014
425.743 8.395 50,71
593.260 8.395 70,67
6,92%
10,73%
Directe beleggingsopbrengsten en overige opbrengsten Waardeveranderingen financiële beleggingen en overige opbrengsten Lasten
01/09/201331/12/2014 0 3.724 -146.872 -140.759 -20.645 -104.705
Resultaat
-167.517
-241.740
Winst-en-verliesrekening per participatie EUR Directe en overige beleggingsopbrengsten Waardeveranderingen financiële beleggingen Lasten
0,00 -17,50 -2,46
0,44 -16,77 -12,47
Resultaat per participatie**
-19,95
-28,80
Winst-en-verliesrekening
30/06/2015
*De netto-vermogenswaarde per participatie wordt verkregen door het Fondsvermogen, zoals opgenomen in de halfjaarcijfers van het Fonds, te delen door het aantal uitstaande participaties. **Het resultaat per participatie wordt verkregen door het resultaat te delen door het aantal uitstaande participaties aan het einde van de verslagperiode
6
Halfjaarverslag 2015
Halfjaarcijfers 2015 LeoMontFonds
7
Halfjaarverslag 2015
Balans per 30 juni 2015 LeoMontFonds (Bedragen in EUR, vóór resultaatbestemming) Balans
ref.
Beleggingen Financiële beleggingen Turbo's
5 5.1
Vorderingen Overige vorderingen en overlopende activa
6 6.1
Overige activa Immateriële vaste activa Liquide middelen
7 7.1 7.2
Kortlopende schulden Overige schulden en overlopende passiva
8 8.1
30/06/2015
Saldo activa min kortlopende schulden Fondsvermogen Participatiekapitaal Wettelijke reserve oprichtingskosten Overige reserves Onverdeeld resultaat Totaal fondsvermogen
9 9.1 9.2 9.3 9.4
Netto-vermogenswaarde per participatie (€)
8
31/12/2014
196.845 196.845
28.080 28.080
0 0
2.948 2.948
16.569 221.407 237.976
19.186 616.595 635.781
9.077 9.077
73.549 73.549
425.743
593.260
835.000 16.569 -258.309 -167.517 425.743
835.000 19.186 -19.186 -241.740 593.260
50,71
70,67
Halfjaarverslag 2015
Winst-en-verliesrekening over de periode 1 januari tot en met 30 juni 2015 LeoMontFonds Over de verslagperiode 1 januari tot en met 30 juni (Bedragen in EUR) Winst-en-verliesrekening
ref.
Opbrengsten
10
Bankrente Directe beleggingsopbrengsten
10.1
Indirecte beleggingsopbrengsten Gerealiseerde waardeveranderingen op turbo's Ongerealiseerde waardeveranderingen op turbo's
10.1
2015
0 0
-103.479 -43.393 -146.872
Som der bedrijfsopbrengsten
Lasten Beheervergoedingen Prestatievergoedingen Bewaardersvergoeding Afschrijvingskosten Overige kosten Som der lasten
-146.872
11 11.1 11.2 11.3 11.4 11.5
5.164 0 1.543 2.617 11.321 20.645
Resultaat verslagperiode
-167.517
Resultaat per participatie
-19,95
9
Halfjaarverslag 2015
Toelichting op de balans per 30 juni 2015 en de winst-en-verliesrekening over de periode 1 januari 2015 tot en met 30 juni 2015 1
Algemeen
Het Fonds is opgericht op 9 juli 2013. Het Fonds is een besloten fonds voor gemene rekening met een openend structuur dat ten behoeve van haar participanten belegt in effecten. Het fonds is gevestigd te Zijde 9 in Boskoop. In het kader van de Wet op het financieel toezicht (Wft) is door de Beheerder een vergunning verkregen en is het Fonds opgenomen in het register dat wordt gehouden door de Autoriteit Financiële Markten. Per 22 juli 2014 is de Wft-vergunning van de Beheerder, voor het beheer van het Fonds, omgezet in een AIFMDvergunning. AIFMD staat voor ‘Alternatieve Investment Fund Managers Directive’. Dit is een Europese richtlijn die regels introduceert voor de Beheerders en Bewaarders van beleggingsentiteiten. De richtlijn heeft als doel: - meer transparantie; - een betere beheersing van systeemrisico`s; en - een versterking van de beleggersbescherming te bewerkstellingen. 1.1
Juridische structuur
Het Fonds is een fonds voor gemene rekening, dit betekent dat het fondsvermogen is verdeeld in participaties als gevolg waarvan de participanten gezamenlijk economisch gerechtigd zijn tot het fondsvermogen. Een fonds voor gemene rekening is geen rechtspersoon met een afgescheiden vermogen, maar een overeenkomst tussen de Beheerder en de Bewaarder. Door de Beheerder wordt voor rekening en risico van de participanten gelden belegd in vermogenswaarden (financiële instrumenten) die op naam van de Juridisch Eigenaar voor de participanten worden bewaard. De Juridisch Eigenaar houdt de juridische eigendom van de vermogenswaarden ten behoeve van de participanten. 1.2
Over de Bewaarder
Als Bewaarder treedt op DAF Depositary B.V. De Bewaarder is opgericht op 3 oktober 2011, statutair gevestigd en kantoorhoudende te Amsterdam, Nederland, en ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken te Amsterdam onder nummer 53673166. De Bewaarder zal bij de uitvoering van zijn taken in het belang van de participanten optreden. De Bewaarder kan ook als Bewaarder optreden voor andere beleggingsinstellingen. De taakomschrijving van de Bewaarder is formeel vastgelegd in een bewaardersovereenkomst. De Bewaarder heeft, ten behoeve van de participanten, onder anderen de taak erop toe te zien dat de Beheerder het vermogen van het Fonds beheert in overeenstemming met het prospectus. 1.3
Boekjaar
Het boekjaar loopt van 1 januari tot en met 31 december. De vergelijkende cijfers in de balans zijn de cijfers per 31 december 2014. In de winst-en-verliesrekening zijn geen vergelijkende cijfers opgenomen omdat deze niet beschikbaar zijn. 1.4
Fiscale status
Het Fonds wordt, vanwege beperkte overdraagbaarheid van participaties, ten behoeve van haar participanten vanuit fiscaal oogpunt als transparant aangemerkt. Uit hoofde hiervan is geen vennootschapsbelasting verschuldigd.
10
Halfjaarverslag 2015
1.5
Berekening netto-vermogenswaarde
De netto vermogenswaarde van het Fonds wordt dagelijks berekend door de Administrateur en vastgesteld door de Beheerder als: de waarde van de activa – inclusief het saldo van baten en lasten over het al verstreken deel van het lopend boekjaar, verminderd met de verplichtingen volgens de hierna vermelde waarderingsgrondslagen – gedeeld door het aantal uitstaande participaties. Bij de vaststelling van deze waarde zal rekening worden gehouden met de in rekening te brengen kosten. 1.6
Schattingen
Om de grondslagen en regels voor het opstellen van de halfjaarcijfers te kunnen toepassen, is het nodig dat de Beheerder zich over verschillende zaken een oordeel vormt en dat de Beheerder schattingen maakt die essentieel kunnen zijn voor de in de halfjaarcijfers opgenomen bedragen. Indien en voor zover het in art. 2:362 lid 1 Titel 9 BW 2 vereiste inzicht noodzakelijk is, is de aard van deze oordelen en schattingen inclusief de bijbehorende veronderstellingen opgenomen bij de toelichting op de betreffende halfjaarcijfers. 1.7
Transactiedatum en afwikkelingsdatum
Alle aan- en verkopen van financiële activa en passiva worden verantwoord op basis van de transactiedatum. Dit is de datum waarop het Fonds als partij betrokken wordt bij de contractuele bepalingen van het instrument.
2
Grondslagen voor waardering van activa en passiva
2.1
Algemeen
De halfjaarcijfers zijn opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW, de Wet op het financieel toezicht (“Wft”) en de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving, in het bijzonder het Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft (“BGfo”) en de Richtlijn 615 Beleggingsinstellingen. De halfjaarcijfers zijn opgesteld in euro’s (EUR). Het Fonds heeft in plaats van ‘eigen vermogen’ de term fondsvermogen gehanteerd, hetgeen beter aansluit bij de kenmerken van een fonds voor gemene rekening. 2.2 2.2.1
Vergelijkende cijfers Grondslagen
De gehanteerde grondslagen van waardering en van resultaatbepaling zijn ongewijzigd ten opzichte van het voorgaande jaar. 2.3
Vreemde valuta
De rapportage en functionele valuta van het Fonds is de euro (EUR). De participaties van het fond zijn genoteerd in euro’s. Activa en passiva in vreemde valuta zijn omgerekend tegen de wisselkoersen geldend ultimo verslagperiode. Voor transacties gedurende het boekjaar zijn de koersen op transactiedatum gehanteerd. De koersresultaten op beleggingen en het valutaresultaat op liquide middelen worden onder de indirecte beleggingsopbrengsten in de winst-en-verliesrekening verwerkt.
11
Halfjaarverslag 2015
2.4
Waarderingsgrondslagen
Tenzij in het navolgende anders vermeld, zijn de activa en passiva in de balans opgenomen tegen de nominale waarde. Beleggingen zijn gewaardeerd tegen reële waarde. De wijze waarop deze reële waarde wordt bepaald wordt nader toegelicht in de onderstaande paragraaf. 2.5
Financiële beleggingen
2.5.1 Algemeen De financiële beleggingen van het Fonds vallen onder de definitie van financiële instrumenten. Financiële instrumenten omvatten tevens in contracten besloten afgeleide financiële instrumenten (derivaten). 2.5.2 Criteria opname in balans financiële instrumenten (actief en verplichting) Een financieel actief wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de toekomstige economische voordelen naar het Fonds zullen toevloeien en de waarde daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Een financiële verplichting wordt in de balans opgenomen wanneer het waarschijnlijk is dat de afwikkeling daarvan gepaard zal gaan met een uitstroom van middelen en de omvang van het bedrag daarvan betrouwbaar kan worden vastgesteld. Overige financiële activa en passiva worden verantwoord in de balans op het tijdstip dat deze zijn verkregen. De eerste waardering van financiële instrumenten op de balans is tegen de reële waarde. De reële waarde van de financiële instrumenten bij eerste opname is over het algemeen gelijk aan de kostprijs van de financiële instrumenten, inclusief toe te rekenen kosten van verwerving (transactiekosten). De waardering van financiële instrumenten na de eerste waardering, hangt af van de classificatie van het betreffende instrument. Na de eerste verwerking worden financiële instrumenten op de hierna onder 2.5.3 beschreven manier gewaardeerd. Indien een transactie in een financieel instrument ertoe leidt dat nagenoeg alle of alle toekomstige economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot een actief of een verplichting aan een derde zijn overgedragen, wordt het actief of de verplichting niet langer in de balans opgenomen. Verder worden activa en verplichtingen niet meer in de balans opgenomen vanaf het tijdstip waarop niet meer wordt voldaan aan de voorwaarden van waarschijnlijkheid van de toekomstige economische voordelen en betrouwbaarheid van de bepaling van de waarde. 2.5.3 Waardering financiële beleggingen De financiële beleggingen zijn geclassificeerd als handelsportefeuille en worden, tenzij anders vermeld, gewaardeerd tegen de reële waarde (marktwaarde). De reële waarde is het bedrag waarvoor een actief kan worden verhandeld of een passief kan worden afgewikkeld tussen ter zake goed geïnformeerde partijen, die tot een transactie bereid en onafhankelijk van elkaar zijn. De reële waarde van een financieel instrument is gebaseerd op de genoteerde marktprijs, indien sprake is van een actieve markt (regelmatige marktnoteringen), waarbij de financiële activa en financiële verplichtingen beide worden opgenomen tegen de meest recente slotkoers (close-price). Van financiële beleggingen zonder regelmatige marktnotering, wordt de reële waarde bepaald op basis van de meest recente slotkoers rekening houdend met inmiddels opgetreden marktontwikkelingen. Indien geen recente slotkoers voorhanden is, dan wordt de reële waarde bepaald de hand van de marktwaarde van vergelijkbare beleggingen waarvoor wel een actieve markt bestaat met regelmatige marktnotering. Op de balansdatum bestaan de beleggingen uit financiële instrumenten genoteerd op een gereglementeerde markt.
12
Halfjaarverslag 2015
2.5.4 Presentatie en waardering derivaten 2.5.4.1
Algemeen
Onder derivaten worden begrepen financiële instrumenten belichaamd in contracten waarvan de waarde afhankelijk is van één of meer onderliggende waarden, referentieprijzen of indices. Derivaten die ter beurze verhandeld worden of derivaten met een beursgenoteerde onderliggende waarde worden gewaardeerd tegen reële waarde. 2.5.4.2
Saldering
Vorderingen en verplichtingen uit hoofde van financiële derivaten worden gesaldeerd per derivatencontract. De positieve reële waarde van de derivaten worden aan de activakant van de balans onder de financiële beleggingen gepresenteerd. De negatieve marktwaarde van derivaten worden als schulden uit hoofde van financiële beleggingen aan de passiefzijde van de balans gepresenteerd. Eventuele saldering van derivaten in de balans kan pas plaatsvinden indien aan de voorwaarden van saldering is voldaan. De waardeveranderingen worden rechtstreeks in de winsten verliesrekeningen verwerkt. 2.5.4.3
Presentatie en waardering turbo’s
Een turbo is gebaseerd op een onderliggende waarde. Men kan met een turbo speculeren op stijgingen en dalingen. Een turbo long stijgt als de onderliggende waarde stijgt; een turbo short stijgt in waarde als de onderliggende waarde daalt (en omgekeerd). Bij aankoop van een turbo long koopt de bank doorgaans de onderliggende waarde aan. Een deel van de kosten voor de onderliggende waarde wordt gefinancierd door de bank; het overblijvende deel betaalt de belegger in de vorm van de waarde van de turbo long. Over het deel dat de bank financiert, betaalt de belegger rente. Dit maakt uitgeven van turbo's interessant voor de bank. Stijgt de onderliggende waarde dan zal de waarde van de turbo long sneller stijgen dan het aandeel; daalt de onderliggende waarde dan zal de waarde van de turbo long sneller dalen. Het kan dus ook zijn dat de investering van de bank in gevaar komt. Daarom heeft de bank in de turbo een veiligheidsmaatregel ingebouwd. Dit heet de stoploss. Turbo’s (financiële instrumenten met een hefboomwerking) worden gewaardeerd tegen de reële waarde per balansdatum, berekend op basis van koersen die gelden aan het einde van de verslagperiode. 2.6
Vorderingen, kortlopende schulden en overige activa en passiva
Vorderingen, kortlopende schulden en overige activa en passiva worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van de tegenprestatie. Na eerste verwerking worden zij gewaardeerd tegen de (geamortiseerde) kostprijs. De reële waarde en de (geamortiseerde) kostprijs zijn gelijk aan de nominale waarde tenzij anders vermeld; de vorderingen worden opgenomen, voor zover nodig onder aftrek van een voorziening wegens oninbaarheid. Activa en passiva in vreemde valuta worden omgerekend tegen de per balansdatum geldende wisselkoers. 2.7
Liquide middelen
Liquide middelen bestaan uit rekening-courant tegoeden aangehouden bij financiële instellingen. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Liquide middelen kunnen in valuta’s anders dan euro’s worden aangehouden. 2.8
Verwerking van plaatsing en inkoop van participaties
Toekenning van participaties vindt periodiek plaats door de Bewaarder, al dan niet vertegenwoordigd door de Beheerder. De participaties worden niet verhandeld op een markt in financiële instrumenten. Elke
13
Halfjaarverslag 2015
participatie in het Fonds geeft recht op een evenredig aandeel in het vermogen van het Fonds voor zover dit aan de deelgerechtigden toekomt. De Beheerder stelt het aantal participaties, tot in maximaal vier (4) decimalen gespecificeerd, dat wordt toegekend vast, voor een bedrag dat gelijk is aan het bedrag waarvoor toekenning wordt verzocht, gedeeld door de netto-vermogenswaarde op de werkdag waarop toekenning plaats vindt. Een verzoek tot toekenning, bedraagt minimaal EUR 15.000,- en een vervolgverzoek EUR 5.000,2.9
Fondsvermogen
Het fondsvermogen bestaat uit de activa minus de kortlopende schulden. De activa en kortlopende schulden worden bepaald zoals in de grondslagen omschreven.
3
Grondslagen voor resultaatbepaling
3.1
Algemeen
Het resultaat van het Fonds wordt bepaald door de opbrengsten uit beleggingen, gerealiseerde en ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen en overige bedrijfsopbrengsten te verminderen met de daarop betrekking hebbende kosten. In het algemeen geldt dat baten en lasten worden toegerekend aan de periode waartoe zij behoren. 3.2
Directe opbrengsten uit beleggingen
Onder de directe beleggingsopbrengsten worden verantwoord de aan de verslagperiode toe te rekenen couponrente, bankrente, overige opbrengsten en het bruto dividend onder aftrek van niet terug te vorderen dividendbelasting. Netto contante dividenden worden op de ex-datum in het resultaat verantwoord. De niet in contanten uitgekeerde dividenden worden op het moment van verkrijging gewaardeerd tegen reële waarde en tegen deze waarde in de winsten-verliesrekening verantwoord. Onder opbrengsten uit beleggingen worden niet-verrekenbare buitenlandse bronheffingen op dividenden in mindering gebracht. Interestbaten en -lasten worden op anticipatiebasis (opgelopen maar nog niet ontvangen rente) verantwoord. 3.3
Indirecte opbrengsten uit beleggingen
De indirecte beleggingsopbrengsten bestaan uit gerealiseerde en niet-gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen. De lasten worden toegerekend aan de periode waarop zij betrekking hebben. De resultaten op aan- en verkooptransacties worden verantwoord in de verslagperiode waarin zij zijn gerealiseerd; verliezen dienen verantwoord te worden zodra zij voorzienbaar zijn. 3.3.1 Waardeveranderingen van beleggingen De gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen worden bepaald door op de verkoopopbrengst (inclusief verkoopkosten) de historische aankoopwaarde (inclusief aankoopkosten) en de reeds in voorgaande jaren verantwoorde ongerealiseerde waardeveranderingen in mindering te brengen. De ongerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen worden bepaald door het verschil te bepalen tussen de balanswaarde ultimo boekjaar en de historische aankoopwaarde (inclusief aankoopkosten) per einde boekjaar minus het verschil tussen de balanswaarde en de historische aankoopwaarde ultimo voorgaand boekjaar en zijn inclusief de bijbehorende winst- en/of verlies op vreemde valuta. Bovengenoemde historische aankoopwaarden worden bepaald aan de hand van het voorraadwaarderingsprincipe: first-in-first-out. Er wordt in de toelichting op de winst-en-verliesrekening, naast een splitsing tussen gerealiseerd en ongerealiseerd, ook een splitsing gemaakt tussen positieve en negatieve resultaten per type belegging.
14
Halfjaarverslag 2015
3.3.2 Verwerking transactie gerelateerde kosten Kosten die verband houden met de uitvoering en afwikkeling van beleggingstransacties worden bij eerste verwerking in de balanswaardering van de beleggingen opgenomen. Transactiekosten kunnen betrekking hebben op belastingen en heffingen brokers en heffingen door beurzen. Bij de vervolgwaardering na de verwerving van de beleggingen tegen reële waarde, worden deze kosten als onderdeel van de waardeveranderingen van beleggingen ten laste van het resultaat gebracht. 3.4
Lasten
De lasten worden toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben.
4
Financiële instrumenten en risicobeheersing
Aan het beleggen in participaties zijn financiële risico's verbonden. Beleggers dienen zich te realiseren dat de beurskoers van de effecten waarin het Fonds posities inneemt kan fluctueren. In het verleden hebben effectenmarkten gunstige rendementen gegenereerd. Dit biedt echter geen indicatie dan wel garantie voor de toekomst. Door koersschommelingen kan ook de netto-vermogenswaarde van het Fonds aan fluctuaties onderhevig zijn, wat kan betekenen dat participanten niet hun volledige inleg terug zullen ontvangen bij beëindiging van hun deelname in het Fonds. De Beheerder stelt dat risicobeheersing het belang van alle andere regels overtreft. Door middel van objectieve, periodiek geoptimaliseerde set van kwantitatieve indicatoren worden posities tijdig aangepast aan veranderende kenmerken van markten. Om op buitengewone prijsbewegingen tijdens handelsuren voorbereid te zijn wordt gebruik gemaakt van money-stops en om portefeuilleverhoudingen binnen de grenzen te houden wordt gebruik gemaakt van targetstops. Als uiterste verzekering geldt dat de ingebouwde stop-losses van hefboomproducten het fondsvermogen beschermen tegen eventuele exceptioneel scherpe waarde wisselingen buiten handelsuren. Deze samengestelde methodiek heeft ten doel ongerealiseerde winsten deels of geheel veilig te realiseren en portefeuilleverhoudingen bij te sturen. Het beleggingsbeleid voor het fonds is systematisch en verlangt een consistente toepassing. Discretionaire inputfactoren vormen geen strategisch onderdeel van het beleggingsbeleid. De Beheerder kan in uitzonderlijke situaties beslissen om op tactische gronden posities te neutraliseren. 4.1
Financiële risico’s
De beleggingsactiviteiten van het Fonds stellen het bloot aan diverse financiële risico’s met betrekking tot financiële instrumenten welke onderdeel zijn van de beleggingsportefeuilles van het Fonds. Dit betreft hoofdzakelijk de volgende risico’s: marktrisico, liquiditeitsrisico, kredietrisico (kredietwaardigheidsrisico en tegenpartijrisico). 4.2
Marktrisico
Het marktrisico is onder te verdelen naar valutarisico, rente- en kasstroomrisico en prijs- en concentratierisico. 4.2.1 Valutarisico De waarde van de beleggingen in financiële instrumenten wordt beïnvloed door de ontwikkelingen van de valutakoersen (ten opzichte van de euro), waarin deze beleggingen verhandelbaar zijn. Valutakoersen kunnen grote veranderingen laten zien. Deze veranderingen kunnen ertoe leiden dat het rendement op de beleggingen teniet worden gedaan door de verandering in de valutakoers. Valutarisico’s worden in beginsel niet afgedekt, maar de Beheerder kan in bijzondere omstandigheden besluiten om het valutarisico geheel of gedeeltelijk af te dekken indien de Beheerder van oordeel is dat dit verstandig is.
15
Halfjaarverslag 2015
4.2.2 Rente- en kasstroomrisico Renterisico is te omschrijven als het risico, dat de waarde van een financieel instrument zal fluctueren als gevolg van renteontwikkelingen. Het Fonds heeft niet geïnvesteerd in rentedragende financiële instrumenten. Renteontwikkelingen kunnen echter wel een impact hebben op de waardering van de portefeuille. Het kasstroomrisico is het risico dat toekomstige kasstromen verbonden aan een financieel instrument zullen fluctueren. 4.2.3 Prijs- en concentratierisico De netto-vermogenswaarde van het Fonds fluctueert onder invloed van de marktprijzen van de financiële instrumenten waarin wordt belegd. De omvang van dit risico neemt toe naarmate de beweeglijkheid van de koersen groter is. Beleggingen van het Fonds zijn onderhevig aan risico's van algemene economische aard, zoals fluctuaties van economische activiteit, de rente, de inflatie en de grondstofprijzen. Ook kan de waarde van beleggingen van het Fonds beïnvloed worden door politieke ontwikkelingen en terroristische activiteiten. Het Fonds tracht door een goede spreiding het prijsrisico te beperken 4.3
Liquiditeitsrisico
Het liquiditeitsrisico is het risico dat het Fonds op enig moment niet aan haar financiële verplichtingen kan voldoen. De selectie van de financiële instrumenten, waarin belegd zal worden, zal zodanig plaatsvinden, dat zoveel mogelijk wordt veilig gesteld dat het Fonds bij inkoop van participaties in beginsel kunnen voldoen aan hun verplichtingen, mede door de portefeuille van het Fonds voldoende ‘liquide’ te houden. De Beheerder beperkt zicht tot aankopen van financiële instrumenten waarvan de verhandelbaarheid zodanig is dat de gehele positie naar verwachting zonder noemenswaardige koerseffecten binnen 10 handelsdagen geliquideerd kan worden. De participant dient er echter rekening mee te houden dat geen zekerheid kan worden gegeven, dat bij uittreding voldoende liquiditeiten in het Fonds aanwezig zijn om alle aangeboden participaties in te kopen. Als gevolg van de beperkte verhandelbaarheid van de participaties (alleen door inkoop door het Fonds op vastgestelde tijdstippen) kan uw belegging mogelijk alleen op een relatief ongunstige moment te gelde worden gemaakt. Verder geldt dat, indien uittreding plaatsvindt waarbij beleggingen met bijvoorbeeld beperkingen te gelde dienen te worden gemaakt, onder meer het tegenpartijrisico, de stijging of daling van de te gelde te maken financiële instrumenten voor rekening en risico van de nog achterblijvende participanten kunnen komen, indien de uitkering hiervan plaatsvindt na het moment waarop de uittreding heeft plaatsgevonden. Onder bijzondere omstandigheden kan de Beheerder genoodzaakt zijn om toekenning en inkoop (gedeeltelijk) tijdelijk op te schorten. 4.4
Krediet risico (kredietwaardigheidsrisico en tegenpartijrisico)
Kredietrisico is het risico dat de contractpartij van een financieel instrument niet aan haar verplichting zal voldoen, waardoor het Fonds een financieel verlies te verwerken krijgt. Het krediet risico is te verdelen naar kredietwaardigheidsrisico en tegenpartij risico. Aangezien het Fonds niet belegt in obligaties is het kredietwaardigheidsrisico minimaal. Er wordt een maximaal kredietrisico gelopen op het totaal van de vorderingen en liquide middelen. Het maximale kredietrisico van het Fonds bedraagt EUR 221.407 (2014: EUR 619.543). 4.5
Turbo’s
Door de hefboomwerking is een belegging in turbo’s risicovoller dan een directe belegging in de onderliggende waarde. Hoe hoger de gekozen hefboom is, hoe dichter het stop loss-niveau bij de koers van de onderliggende waarde zal liggen, waardoor het risico dat het stop loss-niveau bereikt wordt groter is. Als de koers van de 16
Halfjaarverslag 2015
onderliggende waarde het stop loss-niveau raakt of overschrijdt wordt de turbo automatisch beëindigd en de restwaarde terugbetaald, in welk geval het risico bestaat dat de gehele inleg verloren gaat. Als de onderliggende waarde van een turbo in vreemde valuta is genoteerd zal de koers van de turbo worden beïnvloed door wisselkoerseffecten. Het stop loss-niveau kan wijzigen en daardoor dichter bij de koers van de onderliggende waarde komen te liggen. Bij turbo’s op indices zullen wijzigingen groter zijn in periodes waarin veel dividend wordt uitgekeerd.
17
Halfjaarverslag 2015
5
Beleggingen
5.1
Derivaten – turbo’s
Het verloop van de beleggingen in derivaten gedurende de verslagperiode is als volgt: Verloopoverzicht turbo's 30/06/2015 31/12/2014 Stand primo verslagperiode Aankopen Verkopen Gerealiseerde waardeveranderingen op turbo's Ongerealiseerde waardeveranderingen op turbo's Stand ultimo verslagperiode
6
Vorderingen
6.1
Overige vorderingen en overlopende activa
28.080 591.526 -275.889 -103.479 -43.393 196.845
Vorderingen
30/06/2015 31/12/2014
Overige vorderingen en overlopende activa Stand ultimo verslagperiode
7
Overige activa
7.1
Immateriële vaste activa
0 1.478.398 -1.309.559 -139.363 -1.396 28.080
0 0
Immateriële vaste activa
2.948 2.948
30/06/2015 31/12/2014
Stand primo verslagperiode Toevoeging Afschrijving op oprichtingskosten Stand ultimo verslagperiode
19.186 0 -2.617 16.569
0 26.162 -6.976 19.186
De immateriële vaste activa bestaan uit geactiveerde oprichtingskosten met een initiële waarde van EUR 26.162. Deze kosten hebben onder andere betrekking op kosten van adviseurs, kosten prospectus en overige met de oprichting samenhangende kosten. De oprichtingskosten zijn geactiveerd en worden over een periode van vijf jaar lineair afgeschreven. Voor de geactiveerde oprichtingskosten wordt een wettelijke reserve aangehouden. In overeenstemming met artikel 123.1a van het Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen wordt vermeld dat het bedrag van de oprichtingskosten is betaald aan de Beheerder van het Fonds. 7.2
Liquide middelen
Liquide middelen
30/06/2015 31/12/2014
Rekening-courant ABN AMRO Rekening-courant BinckBank NV Rekening-courant DeGiro Totaal
0 0 221.407 221.407
18
389.637 226.958 0 616.595
Halfjaarverslag 2015
De liquide middelen bestaan uit vorderingen in rekening-courant inzake rekeningen op naam van de Juridisch Eigenaar bij DeGiro. De liquide middelen staan ter vrije beschikking van het Fonds.
8
Kortlopende schulden (looptijd korter dan één jaar)
8.1
Overige schulden en overlopende passiva
Overige schulden en overlopende passiva
30/06/2015 31/12/2014
Nog te betalen beheervergoeding Nog te betalen accountantskosten Nog te betalen administratieve kosten Nog te betalen bewaardersvergoeding Nog te betalen vergoeding toezichthouder Nog te betalen oprichtingskosten Nog te betalen overige kosten Totaal
9
688 934 850 513 6.093 0 0 9.077
12.923 7.865 7.500 0 13.000 22.835 9.426 73.549
Fondsvermogen
Het fondsvermogen is het totale in het Fonds verenigde netto-vermogen toebehorende aan de gezamenlijke participanten van het Fonds. Het economisch eigendom berust derhalve bij deze participanten. De juridische eigendom van het fondsvermogen van het Fonds berust bij Juridisch Eigenaar, die deze ten behoeve van de participanten houdt. Het fondsvermogen vormt een van het vermogen van de Bewaarder en de Beheerder afgescheiden vermogen. Netto-vermogenswaarde overzicht
30/06/2015 31/12/2014
Netto-vermogenswaarde volgens balans Aantal uitstaande participaties ultimo verslagperiode Netto-vermogenswaarde per participatie
9.1
425.743 8.395 50,71
593.260 8.395 70,67
Participatiekapitaal
Het verloop van het participatiekapitaal gedurende de verslagperiode is als volgt: Verloopoverzicht participaties Stand primo verslagperiode Geplaatst Ingekocht Stand ultimo verslagperiode
9.2
2015 €
2015 #
2014 €
2014 #
835.000 0 0 835.000
8.395 0 0 8.395
0 835.000 0 835.000
0 8.395 0 8.395
Wettelijke reserve
Verloopoverzicht wettelijke reserve oprichtingskosten
30/06/2015 31/12/2014
Stand primo verslagperiode Toevoeging reserve Vrijval ten gunste van de overige reserves Stand ultimo verslagperiode
19.186 0 -2.617 16.569
19
0 26.162 -6.976 19.186
Halfjaarverslag 2015
9.3
Overige reserves
Het verloop van de overige reserves gedurende de verslagperiode is als volgt: Verloopoverzicht overige reserves 30/06/2015 31/12/2014 Stand primo verslagperiode Toevoeging/(onttrekking) onverdeeld resultaat Mutatie vanuit wettelijke reserve oprichtingskosten Stand ultimo verslagperiode
9.4
-19.186 -241.740 2.617 -258.309
0 0 -19.186 -19.186
Onverdeeld resultaat
Het verloop van het onverdeeld resultaat gedurende de verslagperiode is als volgt: Verloopoverzicht onverdeeld resultaat 30/06/2015 31/12/2014 Stand primo verslagperiode Toevoeging/(onttrekking) Resultaat boekjaar Stand ultimo verslagperiode
10
-241.740 241.740 -167.517 -167.517
0 0 -241.740 -241.740
Opbrengsten
10.1 Indirect resultaat op beleggingen Indirect resultaat op beleggingen
Winst
Gerealiseerde waardeveranderingen op turbo's Ongerealiseerde waardeveranderingen op turbo's Totaal
27.845 5.809 33.654
Verlies -131.324 -49.202 -180.526
Saldo -103.479 -43.393 -146.872
10.1.1 Gerealiseerde waardeveranderingen De gerealiseerde waardeveranderingen betreffen het nog niet eerder in de winst-en-verliesrekening verantwoorde gedeelte van het verschil tussen de aan- en verkoopprijs van de verkochte beleggingen. 10.1.2 Ongerealiseerde waardeveranderingen De ongerealiseerde waardeveranderingen betreffen het verschil tussen de gedurende het boekjaar betaalde kostprijs van de beleggingen en de beurswaarde per 30 juni 2015 dan wel het verschil tussen de beurswaarde van de beleggingen per 31 december 2014 en de beurswaarde per 30 juni 2015.
11
Lasten
11.1 Beheervergoeding De vaste beheervergoeding bedraagt 0,16667% per maand en wordt dagelijks berekend over de brutovermogenswaarde. 11.2 Prestatievergoeding De prestatievergoeding wordt per kalenderjaar vastgesteld en in rekening gebracht. Deze vergoeding komt overeen met 20% van de stijging van de netto-vermogenswaarde in het betreffende jaar. Daarbij geldt dat 20
Halfjaarverslag 2015
de berekende prestatievergoeding slechts verschuldigd zal zijn indien en voor zover de nettovermogenswaarde (gecorrigeerd voor toevoegingen en onttrekkingen) per einde van de maand hoger is dan de “high-watermark” (de hoogste netto-vermogenswaarde, gecorrigeerd voor toevoegingen en onttrekkingen) per einde van een voorafgaande kalendermaand. 11.3 Bewaardersvergoeding De Bewaarder ontvangt van het Fonds voor zijn werkzaamheden als Bewaarder een vergoeding op jaarbasis van EUR 2.500 plus 1 basispunt (0,01%)(exclusief BTW) over de netto-vermogenswaarde van het Fonds. 11.4 Overige kosten Overige kosten
2015
Kosten administratie Accountantskosten Toezichthouders kosten Totaal
2.578 3.015 5.728 11.321
11.4.1 Administratievergoeding De Administrateur ontvangt voor zijn werkzaamheden een vergoeding van EUR 5.000 plus 6,5 basispunt (0,065%) over de netto-vermogenswaarde van het Fonds zolang die netto-vermogenswaarde niet groter is dan € 25 miljoen. 11.4.2 Kosten van toezicht Dit betreft de kosten van toezicht door AFM en DNB. 11.5 Lopende Kosten Ratio Op grond van wet- en regelgeving dienen de totale kosten die gedurende de verslagperiode zijn onttrokken aan het vermogen van het Fonds ook te worden weergegeven als lopende kosten. Deze Lopende kostenratio wordt als volgt berekend: totale kosten die gedurende de verslagperiode aan het vermogen van het Fonds zijn onttrokken gedeeld door de gemiddelde netto-vermogenswaarde van het Fonds.
De gemiddelde netto-vermogenswaarde van het Fonds is de som van de netto-vermogenswaarden gedeeld door het aantal waarnemingen. Bij deze berekening wordt iedere calculatie en publicatie van de netto-vermogenswaarde in beschouwing genomen. Hierbij wordt de som van de nettovermogenswaarden gebaseerd op de cijfers van de dagelijks gepubliceerde nettovermogenswaarden gedurende de verslagperiode. Het aantal waarnemingen is 6. Onder totale kosten worden begrepen alle kosten die in de verslagperiode ten laste van het resultaat worden gebracht. De kosten van beleggingstransacties, prestatievergoeding en rentelasten worden buiten beschouwing gelaten.
Lopende kostenratio Totale kosten Gemiddeld gewogen NAV Lopende kostenratio
21
2015
2014
36.056 521.273 6,92%
65.837 613.783 10,73%
Halfjaarverslag 2015
11.6 Transactie gerelateerde kosten De aan transacties gerelateerde kosten welke gedurende de verslagperiode in rekening zijn gebracht bij het Fonds, bedragen EUR 408. Alle transactiekosten zijn geïdentificeerd. 11.7 Portfolio Turnover Ratio In de toelichting op de balans zijn cijfers opgenomen over het totaal van de aan- en verkopen van beleggingen. Deze zijn te relateren aan de gemiddelde netto-vermogenswaarde, om te komen tot de portfolio turnover ratio of omloopfactor van de beleggingen. In het algemeen vindt hierop een correctie plaats voor de aan- en verkopen die voortkomen uit nieuw geld dat in het Fonds stroomt respectievelijk geld dat wordt onttrokken. Dit gebeurt omdat wordt aangenomen dat de Beheerder dit deel van de omloopsnelheid niet kan beïnvloeden. De omloopfactor beoogt een indicatie te geven van de omloopsnelheid van de portefeuille van een beleggingsinstelling en is daarmee een maatstaf voor zowel de mate van actief beleggingsbeheer als voor de daaruit voortvloeiende transactiekosten. De gemiddelde netto-vermogenswaarde wordt berekend in overeenstemming met de methodiek zoals hiervoor bij de Lopende Kostenratio is beschreven. Indien de berekening leidt tot een negatieve uitkomst, dan is de portfolio turnover rate nihil. De portfolio turnover rate wordt als volgt berekend: [(Totaal 1 - Totaal 2) / X]. Totaal 1: het aan- en verkopen van beleggingen. Totaal 2: het totaal bedrag aan transacties (uitgifte + inkopen) van participaties in het Fonds. X: de gemiddelde gewogen netto-vermogenswaarde van het Fonds. Portfolio Turnover Rate
2015
2014
Aankopen Verkopen (inclusief gerealiseerde resultaten) Totaal 1 Toetredingen Uittredingen Totaal 2
591.526 275.889 867.415 0 0 0
1.478.398 1.309.559 2.787.957 835.000 0 835.000
Basis voor turnover rate (€'000)
867.415
1.952.957
Gemiddeld gewogen NAV (€'000)
521.273
613.783
1,66
3,18
Portfolio Turnover Rate
22
Halfjaarverslag 2015
12
Overige toelichtingen
12.1 Uitbesteding van taken De Beheerder heeft administratieve taken uitbesteed aan de administrateur: FundShare Administrator B.V. (Administrateur). Met de Administrateur is een overeenkomst van uitbesteding en dienstverlening gesloten, die voldoet aan de daaraan in de toepasselijke regelgeving gestelde eisen. De Beheerder heeft het voeren van de beleggings- en financiële administratie van het Fonds, het voeren van de participanten-administratie en de berekening van de dagelijkse netto-vermogenswaarde van het Fonds uitbesteed aan de Administrateur. Hiertoe is met de Administrateur een overeenkomst van uitbesteding en dienstverlening gesloten, die, naar het oordeel van beide partijen, voldoet aan de daaraan in de toepasselijke regelgeving gestelde eisen. 12.2 Verbonden partijen Het Fonds heeft uit hoofde van het prospectus een relatie met de Beheerder ten aanzien van het beheer van de beleggingsinstelling. Beleggingen worden aangekocht via de broker van het Fonds: DeGiro B.V. (DeGiro). DeGiro is niet verbonden aan de Beheerder, maar wel aan de Bewaarder. In de verslagperiode heeft de Beheerder voor het Fonds (op rekeningen geopend door de Bewaarder) bij DeGiro transacties geïnitieerd uit hoofde van het beheren van het Fonds belegde vermogen. Deze transacties zijn op marktconforme voorwaarden uitgevoerd. Behoudens de transacties hiervoor beschreven hebben er geen transacties met verbonden partijen plaatsgevonden. De Beheerder en de Bewaarder worden, als verbonden partijen aangemerkt. Ook de statutaire directieleden en nauwe verwanten zijn verbonden partijen. Transacties met verbonden partijen bestaan derhalve slechts uit de beheer- en bewaarvergoeding die door de Beheerder respectievelijk Bewaarder in rekening wordt gebracht aan het Fonds. Er worden geen andere kosten ten laste van het Fond gebracht uit hoofde van diensten van verbonden partijen. 12.3 Gelieerde partijen Van een gelieerde partij is sprake wanneer een partij rechten kan uitoefenen waardoor invloed van betekenis kan worden uitgeoefend op het zakelijk of financieel beleid van – voor zover hier relevant – een Beheerder van een beleggingsinstelling. Er zijn geen andere rechtspersonen behalve de gezamenlijk aandeelhouders en directie van de Beheerder, die een belangrijke zeggenschap kunnen uitoefenen op het Fonds of op de Beheerder. 12.4 Retourprovisies De Beheerder ontvangt geen retourprovisies of commissies van aanbieders van andere fondsen of andere dienstverleners. Mocht de Beheerder in uitzonderlijke gevallen wel afspraken hieromtrent met uitgevende instellingen en/of andere fondsaanbieders maken, dan zullen alle eventuele hieruit voortvloeiende provisies en commissies ten goede komen aan het Fonds. Deze opbrengsten zullen dus niet ten gunste van de Beheerder komen.
23
Halfjaarverslag 2015
13
Personeel en beloningsbeleid
De inkomsten van de Beheerder hebben primair als doel de uitgaven van de Beheerder te bekostigen. De Beheerder heeft geen personeel in dienst. Aangezien de directie van de Beheerder alle aandelen van de Beheerder in bezit heeft kan deze besluiten overige gelden als dividend uit te keren of te reserveren. Zij kan ook besluiten tot het voeren van een beloningsbeleid zolang dit in lijn is met de richtlijnen van AIFMD op dit gebied. Op grond van artikel 29 lid 2 van de AIFMD dient het beloningsbeleid van de Beheerder openbaar te worden gemaakt. In overeenstemming met artikel 107 lid 3 van de gedelegeerde verordening van de AIFMrichtlijn heeft de Beheerder gebruik gemaakt van de mogelijkheid het beloningsbeleid toe te lichten in haar eigen jaarrekening.
Amsterdam, 31 augustus 2015 De directie van Fondsbeheer Nederland N.V.
Gökhan Erem
Geert-Jan Nikken
24
Halfjaarverslag 2015
Overige gegevens
Algemeen Dit halfjaarverslag is niet door de externe accountant gecontroleerd. Bepalingen omtrent de bestemming van het resultaat Winstbestemming Op basis van de voorwaarden van beheer en bewaring wordt de winst van het Fonds wordt jaarlijks toegevoegd aan de reserves van het Fonds tenzij de Beheerder anders bepaalt. Persoonlijk belang bestuurders De directieleden van de Beheerder hadden per 1 januari 2015 en 30 juni 2015 geen persoonlijk belang in de beleggingen van het Fonds als bedoeld in artikel 122 lid 2 Bgfo Wft. Gebeurtenissen na balansdatum Er hebben zich geen - voor de halfjaarcijfers 2015 van belang zijnde - gebeurtenissen na balansdatum voorgedaan.
25