Jaarverslag 31 december 2014 LEOMONTFONDS
Inhoudsopgave Algemene informatie
2
Kerncijfers en meerjarenoverzicht
3
Profiel LeoMontFonds
4
Verslag van de Beheerder
5
Jaarrekening LeoMontFonds
9
Balans per 31 december Winst- en verliesrekening over de periode 1 september 2013 - 31 december 2014
10 11
Kasstroomoverzicht over de periode 1 september 2013 - 31 december 2014
12
Toelichting op balans per 31 december 2014 en de winst- en verliesrekening over de periode 1 september 2013 tot en met 31 december 2014
13
Overige gegevens
31
Controleverklaring van de onafhankelijke accountant
32
LeoMontFonds, Amsterdam Jaarverslag 31 december 2014
Page 1
Algemene informatie Kantooradres
FondsBeheerNederland B.V. Zijde 9 2771 EJ Boskoop Nederland
Be hee rde r
FondsBeheer Nederland B.V. Zijde 9 2771 EJ Boskoop Nederland
Be waarde r
Stichting Bewaarder LeoMontFonds Jan van Goyenkade 8 1075 HP Amsterdam Nederland
Administrate ur
PES Management B.V. Jan van Goyenkade 8 1075 HP Amsterdam Nederland
De potbank
Binck Bank N.V. Barbara Strozzilaan 310 1083 HN Amsterdam Nederland
Accountant
Ernst & Young Accountants LLP Wassenaarseweg 80 2596 CZ Den Haag Nederland
LeoMontFonds, Amsterdam Jaarverslag 31 december 2014
Page 2
Kerncijfers en meerjarenoverzicht Per de stand van 31 december en over de verslagperiode 1 september 2013 tot en met 31 december 2014 Kerncijfers en meerjarenoverzicht Netto-vermogenswaarde Netto-vermogenswaarde volgens balans Aantal uitstaande participaties
2014
593,260 8,394.84
Netto ve rmoge nswaarde per participatie
70.67
Winst- en verliesrekening Directe beleggings- en overige opbrengsten Waardeveranderingen financiële beleggingen Lasten
3,724 (140,759) (104,705)
Resultaat
Winst-en verliesre ke ning pe r participatie EUR Directe beleggings- en overige opbrengsten Waardeveranderingen financiële beleggingen Lasten Resultaat per participatie Lopende kosten ratio
(241,740)
0.44 (16.77) (12.47) (28.80) 13.68%
Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar pagina 26-27 van dit verslag. In de berekening van de LKR wordt de prestatievergoeding buiten beschouwing gelaten.
LeoMontFonds, Amsterdam Jaarverslag 31 december 2014
Page 3
Profiel LeoMontFonds LeoMontFonds is een besloten beleggingsfonds voor gemene rekening met open-end structuur, ingesteld op 9 juli 2013. LeoMontFonds staat onder toezicht van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en De Nederlandsche Bank N.V. (DNB). Het boekjaar van LeoMontFonds (“ het Fonds”) loopt van 1 januari tot en met 31 december. Het eerste boekjaar loopt van 1 september 2013 tot en met 31 december 2014. Doelstelling van het Fonds is om over een periode van minimaal 5 jaar, een gemiddeld netto rendement van 20% per jaar te behalen. Dit resultaat wordt nagestreefd zonder structurele correlatie tussen de waardeontwikkeling van het fondsvermogen en de koersontwikkeling van de markten waarin wordt belegd. De Beheerder streeft ernaar het doelrendement te behalen met een hoge mate van stabiliteit in de opbouw van het resultaat. Het Fonds is een besloten fonds voor gemene rekening met een open-end structuur. Het besloten karakter betekent dat Participaties in LeoMontFonds uitsluitend ter vervreemding aangeboden kunnen worden aan het Fonds en daarnaast niet vrijelijk overdraagbaar zijn aan derden. Dit maakt dat LeoMontFonds fiscaal transparant is en dat participanten zelf verantwoordelijk zijn voor de fiscale gevolgen van hun deelname in LeoMontFonds. De open-end structuur maakt toe- en/of uittreding één maal per maand op een vastgesteld tijdstip mogelijk. Dit houdt in dat het Fonds nieuwe participaties zal uitgeven tegen een koers gelijk aan de op het moment van toetreding vastgestelde intrinsieke waarde van het fonds, vermeerderd met de aan de bewaarder te betalen uitgiftevergoeding van 25,- per participant. De uitgiftevergoeding wordt verrekend met het deelnamebedrag van de participant. Tevens is het Fonds steeds bereid om op iedere transactiedag participaties in te kopen tegen de netto vermogenswaarde per participatie per de daaraan voorafgaande waarderingsdag verminderd met de aan de bewaarder te betalen inkoopvergoeding van 25,- per participant en bij uittreding binnen 24 maanden na begin van de deelname, de aan de beheerder te betalen 2% uittredingskosten van het uittredingsbedrag. Na 24 maanden deelname worden geen uittredingskosten in rekening gebracht aan uittredende participanten.
Beloningsbeleid beheerder De inkomsten van de beheerder hebben primair als doel de uitgaven van de beheerder te bekostigen. De beheerder heeft geen personeel in dienst. Aangezien de directie van de beheerder alle aandelen van de beheerder in bezit heeft kan deze besluiten overige gelden als dividend uit te keren of te reserveren. Zij kan ook besluiten tot het voeren van een beloningsbeleid zolang dit in lijn is met de richtlijnen van AIFMD op dit gebied. Op grond van artikel 29 lid 2 van de AIFMD dient het beloningsbeleid van de beheerder openbaar te worden gemaakt. In overeenstemming met artikel 107 lid 3 van de gedelegeerde verordening van de AIFM-richtlijn heeft de beheerder gebruik gemaakt van de mogelijkheid het beloningsbeleid toe te lichten in haar eigen jaarrekening.
LeoMontFonds, Amsterdam Jaarverslag 31 december 2014
Page 4
Wettelijk financieel toezicht FondsBeheerNederland B.V. treedt op als beheerder van het Fonds als bedoeld in artikel 1:1 sub b van de Wet op het financieel toezicht (WFT),. Het Fonds en de Beheerder vallen onder wettelijk toezicht van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en de Nederlandsche Bank. Voor het aanbieden van deelnemingsrechten in beleggingsinstellingen door de Beheerder, is conform artikel 2:67 Wft, een vergunning vereist. Op 13 november 2007 is aan Beheerder door de AFM een vergunning verleend als bedoeld in artikel 2:65 lid 1 sub a van de Wft. De beheerder is opgericht op 20 december 1995 te Wassenaar en ingeschreven bij de Kamer van Koophandel en Fabrieken Haaglanden onder nummer 32061892. Per 22 juli 2014 is deze vergunning van rechtswege omgezet naar een AIFMD vergunning. .
Verslag van de Beheerder Verslag van de Beheerder Voor u ligt het jaarverslag over het verlengde boekjaar 2013/14 van LeoMontFonds, het verslag van de beheerder voor de eerste zes maanden van 2015 als ook de vooruitzichten naar inzicht van de beheerder voor de rest van het boekjaar 2015. LeoMontFonds is van start gegaan in september 2013, het moment van schrijven van dit verslag betreft eind juni 2015.
Fondsomgeving en interne organisatie beheerder: De beheerder, FondsBeheerNederland B.V., en daarmee ook het fonds, LeoMontFonds, hebben een aantal veranderingen in de fondsomgeving gekend waardoor aanzienlijke kostenreductie ten faveure van de participanten, in vaste alsook variabele kosten is bewerkstelligd. Door deze veranderingen toe te passen heeft de beheerder zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de inhoud van de relevante regelgeving: AIMFD (Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011, Alternative Investment Fund Managers Directive (“AIFMD”) Wft (Wet op het financieel toezicht); Uitwerkingsverordening (Gedelegeerde Verordening (EU) no 231/2013 van de Europese Commissie van 19 december 2012 ter uitwerking van de AIFMD); Bgfo (Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft); Bpr (Besluit prudentieel toezicht financiële ondernemingen Wft); NRgfo (Nadere Regels gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft); Wwft (Wet ter voorkoming van witwassen en financiering van terrorisme
LeoMontFonds, Amsterdam Jaarverslag 31 december 2014
Page 5
De toegepaste veranderingen zijn; De administratie van LeoMontFonds is vanaf aanvang tot en met 31/12/2014 uitbesteed geweest aan Arcari Fund Solutions B.V. Om een overgang naar het AIFMD regime te kunnen bewerkstelligen zijn deze diensten per 2015 overgedragen aan Fundshare Administrator B.V. De juridische eigenaar van het fonds, Stichting Bewaarder LeoMontFonds, is vanaf aanvang tot en met 31/12/2014 bestuurd geweest door Stichting Arcari Bewaarder. Per 2015 is deze taak voor onbepaalde duur overgedragen aan DAF Depository B.V. De depotbankfunctie is vanaf aanvang tot en met 31/12/2014 vervuld door Binckbank N.V. en ABNAMRO N.V. Per 2015 is voor onbepaalde tijd deze taak middels Stichting De Giro overgedragen aan ABN Amro Clearing Bank N.V., Kasbank N.V. en Morgan Stanley. De broker van LeoMontFonds is vanaf aanvang tot en met 31/12/2014 BinckBank N.V. geweest. Per 2015 is deze functie overgegaan naar De Giro B.V. De accountant van de beheerder en het fonds is Ernst & Young Accountants LLP.
Fonds resultaat: De bruto intrinsieke waarde van de beleggingen van het fonds zijn in de eerste drie maanden, september tot en met december 2013, toegenomen met ongeveer 10%. In de eerste helft van 2014 is deze waarde min of meer stabiel gebleven. In de tweede helft van 2014 is de waarde van het fonds op -30% van de aanvangswaarde gewaardeerd. De eerste helft van 2015 heeft additioneel 15% van de aanvangswaarde gereduceerd, waarmee de waarde van het fonds halverwege 2015 in -45% van de aanvangswaarde heeft geresulteerd. De relatief hoge beweeglijkheid van de resultaten zijn structureel onderdeel van het fonds door benutting van een hefboom op het belegbare vermogen en het sterk directionele karakter van de gevoerde strategie. Voor gedetailleerde gegevens van LeoMontFonds verwijzen wij u graag naar het prospectus als ook naar de Essentiele Beleggersinformatie. Beide documenten en meer zijn vrijelijk verkrijgbaar op de website van de beheerder, www.FondsBeheerNederland.nl
Terugblik beleggingsklimaat 2013, 2014 en 2015 zover: De jaren in aanloop naar het aanvangsmoment in september 2013 van LeoMontFonds hebben de aandelenmarkten zich redelijk stabiel in een opwaartse richting ontwikkeld. Onder invloed van stimuleringsmaatregelen genaamd “Quantitative Easing” van Amerikaanse zijde werd sinds 2009 een vruchtbare omgeving voor aandelenmarkten geschapen. In plaats van dat de steunaankopen van de Fed effect sorteerden in de werkelijke economie vond het goedkope geld zijn weg naar de kapitaalmarkten. Medio 2013 ervoeren markpartijen de verschillen tussen de reële economie aan de ene kant en de aandelenbeurzen aan de andere kant toch langzamerhand als zorgwekkend. In de reële economie was geen sprake van enige verbetering terwijl de aandelenkoersen dat wel zo deden lijken. Halverwege 2013 versterkte de Fed deze onzekerheid door mogelijk eind 2013 al te willen beginnen met het afbouwen van de monetaire verruiming. Als exit strategie uit QE werd de mogelijkheid van “Tapering” geïntroduceerd. De aankondiging dat de stimulering tijdelijk zou kunnen zijn zorgde voor een zenuwachtig verloop van 2013 op de financiële markten. Nadat aandelenmarkten in de eerste 9 maanden van 2013 twijfelden en aan het bekomen waren van de introductie van de mogelijkheid van tapering, begonnen aandelenkoersen aan een verrassende slot voor 2013. Er was immers Abenomics dat nog voor goedkoop geld zorgde en in Azië was geen sprake van enige op handen zijnde verkrapping. Hoop op betere economische vooruitzichten en een overvloed aan liquiditeiten werden alsnog vertaald in hogere koersen voor aandelen. LeoMontFonds, Amsterdam Jaarverslag 31 december 2014
Page 6
Optimisme won het uiteindelijk van negativisme in 2013 echter pas aan het einde van het jaar. LeoMontFonds kon goed meekomen met de markten in dit laatste kwartaal van 2013. 2014 voegde de Fed woord bij daad en begon zij met het geleidelijk doen afnemen van de monetaire stimuleringsmaatregelen. De stimulering was er nog wel maar zou vanaf dat moment geleidelijk afnemen. Na enige gewenning aan dat idee was er een andere factor die vooral de Europese markten afremde. Oekraïne, Rusland en de Krim speelden plotseling op en dempten elke optimistische noot in Europa. De gevolgen voor Europa werden negatief ingeschat en de koude oorlog gedachte speelde na decennia weer op. Hoe dit proces zou verlopen zou de toekomst van Europese beleggingen bepalen, was de gedachte begin 2014. De spanningen bleven hoog oplopen en de verstandhouding met de oosterburen verslechterde tot ver na de zomer waardoor de kapitaalmarkten in Europa na veel beweeglijkheid niet verder kwamen dan de beginstand van 2014. De toegenomen onrust en de korter geworden periode van “zichtbaarheid” van de economische vooruitzichten werd in de tweede helft versterkt door een ineen duikende EURO waarde, vooral ten opzichte van de USD. Tapering kreeg voet aan de grond en in een onzeker Europa viel dat slecht. IMF in de vorm van Lagarde gaf bijna de nekslag aan het begin van het vierde kwartaal van 2014 door uitingen te bezigen die op een gevaarlijk hoge stand van de aandelen in Europa duiden. De redding van 2014 was net zo kunstmatig in de vorm van de reactie die Draghi namens de ECB ten toon spreidde. Europa ging QE’en en fors ook. De financiële markten reageerden als een duveltje uit een doosje en 2014 was alsnog gered. Uiterst beweeglijk door de vele diepe kniebuigingen maar toch. Voor LeoMontFonds was de beweeglijkheid van het laatste kwartaal te veel van het goede daar de uitspattingen van de markten buiten de risicoparameters van het beleggingsbeleid vielen. Correcties in het laatste deel waren te heftig waardoor alle veiligheidsstops werden getriggerd bij een aantal standaarddeviatie 3 momenten en een per saldo zijwaarts koersverloop. Zo bleek ook de stijging in december niet te behapstukken door onze strategie daar zich een significante afwijking voordeed van de normaal bevonden beweeglijkheid op basis van de metingen in de voorgaande jaren . 2015 begon met een knal die de ECB uitdeelde door bovenmatig actief te worden in de financiële markten en het plan QE Europese stijl uit te voeren. De rentes tuimelden naar ongekende niveaus onder aanvoering van uitblijvende inflatie en stuiterden tientallen procenten terug bij een mogelijk aanzwellende Grieks drama dat weer de angst voor het uiteenvallen van de Euro aanwakkerde. Een correctie in de aandelenmarkten was geboren. LeoMontFonds is inmiddels ingesteld op de toegenomen beweeglijkheid en heeft zich gepositioneerd voor een verdere stijging van de aandelenmarkten echter nu met aanpassing aan meer beweeglijkheid. De parameters van de strategie verbeteren zich gaandeweg door zich aan te passen aan de verhoogde stijgings- en dalingspotentie van de markten echter niet zonder slag of stoot. De onderstaande grafiek verduidelijkt het hierboven beschrevene aan de hand van de koersen van de AEX. De kleine cirkels arceren het afwijkende gedrag van de markten in het laatste kwartaal van 2014 waar de grote cirkel de start van de Europese QE en het daarmee bereikte extreme beweeglijkheidsniveau weergeeft. Deze periodes hebben het resultaat van het fonds uiterst negatief beïnvloed door averechtse signalen te genereren. Dit is voornamelijk ontstaan doordat bewegingen plotseling ontstonden en weer uiterst diep corrigeerden, voortschrijdende effecten van de veranderde parameters hebben tijd nodig om in de strategie een structureel karakter aangemeten te krijgen. De factor tijd speelt daarbij een grote rol. Inmiddels heeft de strategie zich naar mening van de beheerder voldoende aangepast om goede kans op structurele verbetering van het resultaat te bieden. LeoMontFonds, Amsterdam Jaarverslag 31 december 2014
Page 7
Vooruitzichten 2015 en verder: Het ligt in de verwachting dat de aandelenmarkten de opwaartse richting zullen vervolgen in het hoge tempo dat recent is aangemeten. Diepe correcties dienen daartoe benut te worden om de beleggingsgraad te verhogen. De beheerder heeft zich hierop ingesteld door voornamelijk vanuit de Long richting te opereren en zal dit blijven doen zolang de opwaartse trends in de aandelenmarkten de richting blijven dicteren.
Administratieve organisatie en interne controle, Inrichting van de bedrijfsvoering: AIFMD FondsBeheerNederland BV valt onder het regime van de Richtlijn Alternatieve Beleggingsinstellingen (Alternative Investment Fund Management Directive, hierna AIFMD), zoals dit van kracht is geworden op 22 juli 2013. FondsBeheerNederland BV was reeds voor 22 juli 2013 bevoegd om in Nederland alternatieve beleggingsinstellingen te beheren en kon daardoor gebruik maken van het op basis van de AIFMD toepasselijke overgangsjaar om te voldoen aan de bij of krachtens de AIFMD gestelde regels. Voor een vergunning houdende beheerder houdt het overgangsjaar in dat zijn bestaande vergunning op 22 juli 2014 over is gegaan in AIFMD vergunning. FondsBeheerNederland BV heeft de regels van de AIFMD inmiddels in haar processen geïmplementeerd.
Administratieve organisatie en interne beheersing (AO/IB) Wij hebben gedurende 2013 en 2014 verschillende aspecten van de bedrijfsvoering beoordeeld. Bij onze werkzaamheden hebben wij geen constateringen gedaan op grond waarvan wij zouden moeten concluderen dat de toen geldende beschrijving van de opzet van de bedrijfsvoering niet voldoet aan de vereisten zoals destijds opgenomen in de Wet op het financieel toezicht en daaraan gerelateerde regelgeving. Wij hebben niet geconstateerd dat de bedrijfsvoering niet effectief en niet overeenkomstig die beschrijving heeft gefunctioneerd, derhalve verklaren wij met een redelijke mate van zekerheid dat de bedrijfsvoering gedurende de verslagjaren 2013 en 2014 effectief en overeenkomstig die beschrijving heeft gefunctioneerd. Verder verklaren wij in overeenstemming met Bgfo artikel 115y lid 5 als beheerder voor LeoMontFonds te beschikken over een aan de AIFMD aangepaste beschrijving van de bedrijfsvoering als bedoeld in de artikelen 3:17, tweede lid, onderdeel c, en 4:14, eerste lid, van de wet, die voldoet aan de daaraan te stellen eisen. LeoMontFonds, Amsterdam Jaarverslag 31 december 2014
Page 8
Jaarrekening LeoMontFonds
LeoMontFonds, Amsterdam Jaarverslag 31 december 2014
Page 9
Balans per 31 december 2014 (Bedragen in EUR voor resultaatbestemming)
Balans per 31 december Beleggingen Overige financi le be leggingen
ref. 5
Vorderingen Overige vorderingen en overlopende activa
6 6.1
Overige activa Immateri le vaste activa Liquide middelen
7 7.1 7.2
Kortlopende schulden Overige schulden en overlopende passiva
8 8.1
Saldo activa min kortlopende schulden
Eigen vermogen Participatiekapitaal Wettelijke reserve Onverdeeld resultaat Totaal fondsvermogen
2014
28.080
2.948 2.948
19.186 616.595 635.781
73.549 593.260
9 9.1 9.2 9.3
815.814 19.186 (241.740) 593.260
De grondslagen en toelichting op de bladzijden 13 tot en met 30 maken een integraal onderdeel uit van deze jaarrekening.
LeoMontFonds, Amsterdam Jaarverslag 31 december 2014
Page 10
Winst- en verliesrekening over de periode 1 september 2013 tot en met 31 december 2014 Over de verslagperiode 1 september 2013 tot en met 31 december 2014 (Bedragen in EUR) Winst en verliesreke ning
ref.
Opbrengsten uit beleggingen Bankrente Directe beleggings- e n overige opbrengste n
10 10.1
Gerealiseerde waardeveranderingen Turbo's
5.1
Ongerealiseerd waardeveranderingen Turbo's
2014 3,724 3,724
(139,363) (139,363) (1,396) (1,396)
Indire cte beleggingsopbrengste n
(140,759)
Totale be drijfsopbre ngsten
(137,035)
Laste n Kosten beheer van beleggingen Prestatie vergoeding Afschrijving immateri le vaste activa Kosten administratie Kosten van bewaarder Bank kosten en commissies Accountantskosten Toezichthouders kosten Algemene en overige kosten
11 11.1 11.1 11.2 11.3 11.4 11.5 11.6 11.7 11.8
Som der laste n Re sultaat verslagperiode
16,423 9,946 6,976 34,608 2,017 4,440 7,865 13,000 9,430 104,705 (241,740)
De grondslagen en toelichting op de bladzijden 13 tot en met 30 maken een integraal onderdeel uit van deze jaarrekening.
LeoMontFonds, Amsterdam Jaarverslag 31 december 2014
Page 11
Kasstroomoverzicht over de periode 1 september 2013 tot en met 31 december 2014 Over de verslagperiode 1 september 2013 tot en met 31 december 2014 (Bedragen in EUR)
Kasstroomoverzicht (directe methode)
re f.
2014
Kasstroom uit beleggingsactiviteiten Ontvangsten uit hoofde van beleggingen Aankoop van beleggingen Verkoop van beleggingen Betalingen in verband met het beheer van beleggingen Overige betalingen
776 (1.478.398) 1.309.559 (13.446) (36.896)
Totaal kasstroom uit beleggingsactiviteiten
(218.405)
Kasstroom uit financieringsactiviteiten Uitgifte van participaties Inkoop van participaties
9.1 9.1
835.000 -
Totaal kasstroom uit financieringsactiviteiten
835.000
Totaal kasstroom verslagperiode
616.595
Netto geldmiddelen primo verslagperiode
-
Netto geldmiddelen ultimo verslagperiode Samenstelling geldmiddelen: Liquide middelen Netto geldmiddelen ultimo verslagperiode
616.595
7.2
616.595 616.595
De grondslagen en toelichting op de bladzijden 13 tot en met 30 maken een integraal onderdeel uit van deze jaarrekening.
LeoMontFonds, Amsterdam Jaarverslag 31 december 2014
Page 12
Toelichting op de balans per 31 december 2014 en de winst- en verliesrekening over de periode 1 september 2013 tot en met 31 december 2014 Over de periode 1 september 2013 tot en met 31 december 2014 (Bedragen in EUR)
1. ALGEMENE TOELICHTING 1.1 Algemeen LeoMontFonds (“het Fonds”) is een besloten fonds voor gemene rekening met een open-end structuur dat ten behoeve van haar participanten belegt in effecten. Het fonds is gevestigd Zijde 9 te Boskoop. De beheerder van het fonds beschikt over een vergunning uit hoofde van de Wet op het financieel toezicht (“Wft”). Het fonds staat onder toezicht van de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en De Nederlandsche Bank N.V. (DNB). Doelstelling van het Fonds is om over een periode van minimaal 5 jaar, een gemiddeld netto rendement van 20% per jaar te behalen. Dit resultaat wordt nagestreefd zonder structurele correlatie tussen de waardeontwikkeling van het fondsvermogen en de koersontwikkeling van de markten waarin wordt belegd. De Beheerder streeft ernaar het doelrendement te behalen met een hoge mate van stabiliteit in de opbouw van het resultaat. 1.2 Boekjaar Het Fonds heeft een kalender boekjaar. Het eerste boekjaar loopt van 1 september 2013 tot en met 31 december 2014. 1.3 Juridische structuur Het Fonds is een besloten beleggingsfonds voor gemene rekening met open-end structuur, hetgeen betekent dat het fondsvermogen is verdeeld in participaties als gevolg waarvan de Participanten gezamenlijk economisch gerechtigd zijn tot het fondsvermogen. De netto vermogenswaarde wordt maandelijks berekend en luidt in euro’s. Een fonds voor gemene rekening is geen rechtspersoon met een afgescheiden vermogen, maar een overeenkomst tussen Beheerder, de Bewaarder en de Participanten in het Fonds, waarbij door de Beheerder voor rekening en risico van de Participanten gelden worden belegd. De Bewaarder houdt het juridisch eigendom van de vermogenswaarden ten behoeve van de Participanten. 1.4 Berekening netto vermogenswaarde De netto vermogenswaarde van het Fonds wordt maandelijks berekend door de Administrateur en vastgesteld door de Beheerder als: de waarde van de activa – inclusief het saldo van baten en lasten over het al verstreken deel van het lopend boekjaar, verminderd met de verplichtingen LeoMontFonds, Amsterdam Jaarverslag 31 december 2014
Page 13
volgens de hierna vermelde waarderingsgrondslagen – gedeeld door het aantal uitstaande participaties. Bij de vaststelling van deze waarde zal rekening worden gehouden met de in rekening te brengen kosten. 1.5 Beleid en beschrijving activiteiten Het fondsvermogen zal maximaal gelijktijdig belegd worden in 30 onderliggende waarden waarbij deze 30 posities aan de hand van twee sub-strategieën worden ingenomen. Sub-strategie 1: Beleggingen voor dit deel van de strategie vinden plaats in hefboomproducten op Europese en Amerikaanse beursgenoteerde large-cap aandelen. Maximaal 20 individuele beleggingen zullen gelijktijdig op basis van deze strategie in de portefeuille worden opgenomen. Sub-Strategie 2: Beleggingen voor dit deel van de strategie vinden plaats in hefboomproducten op valutaparen, grondstoffen, aandelenindices, & $-staatsobligaties. Maximaal 10 individuele beleggingen zullen gelijktijdig op basis van deze strategie in de portefeuille worden opgenomen. Met het fondsvermogen worden zowel hausse als baisse posities ingenomen waarbij de verwachte verhouding tussen de beleggingen bij volledige belegging van het fondsvermogen 70% hausse en 30% baisse zal zijn. Het fonds zal niet altijd volledig belegd zijn. Bij aanvang van een positie bedraagt het minimum gewicht van een positie in de 1e sub-strategie 5% van het deel van deze sub-strategie. Het maximum gewicht bedraagt 10% daarvan. Bij aanvang van een positie bedraagt het minimum gewicht van een positie in de 2e sub-strategie 10% van het deel van deze sub-strategie. Het maximum gewicht bedraagt 20% daarvan. 1.6 Risico management De beheerder stelt dat risicobeheersing het belang van alle andere regels overtreft. Door middel van objectieve, periodiek geoptimaliseerde set van kwantitatieve indicatoren worden posities tijdig aangepast aan veranderende kenmerken van markten. Om op buitengewone prijsbewegingen tijdens handelsuren voorbereid te zijn wordt gebruik gemaakt van money-stops en om portefeuilleverhoudingen binnen de grenzen te houden wordt gebruik gemaakt van targetstops. Als uiterste verzekering geldt dat de ingebouwde stop-losses van hefboomproducten het fondsvermogen beschermen tegen eventuele exceptioneel scherpe waarde wisselingen buiten handelsuren. Deze samengestelde methodiek heeft ten doel ongerealiseerde winsten deels of geheel veilig te realiseren en portefeuilleverhoudingen bij te sturen. Het beleggingsbeleid voor het fonds is systematisch en verlangt een consistente toepassing. Discretionaire inputfactoren vormen geen strategisch onderdeel van het beleggingsbeleid. De beheerder kan in uitzonderlijke situaties beslissen om op tactische gronden posities te neutraliseren.
2. Algemene grondslagen voor waardering van activa en passiva 2.1 Algemeen De jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de wettelijke bepalingen van Titel 9 Boek 2 BW en met de Wet op het financieel toezicht ( “Wft”). LeoMontFonds, Amsterdam Jaarverslag 31 december 2014
Page 14
De jaarrekening is opgesteld in euro’s (EUR). Het Fonds heeft in plaats van eigen vermogen de term fondsvermogen gehanteerd, wat beter aansluit bij de kenmerken van een fonds voor gemene rekening. 2.2 Vreemde valuta De rapportages- en functionele valuta van het Fonds is de euro en is vastgesteld aangezien de participaties van het Fonds noteren in euro’s en in het afgelopen boekjaar de transacties van het Fonds plaatsvinden in euro’s. 2.3 Kasstroomoverzicht Het kasstroomoverzicht geeft inzicht in de herkomst van de liquide middelen die gedurende het jaar beschikbaar zijn gekomen en de wijze waarop deze zijn aangewend. Het kasstroomoverzicht is opgesteld volgens de directe methode, waarbij onderscheid is gemaakt tussen kasstromen uit beleggings- en financieringsactiviteiten. De liquide middelen in het overzicht bestaan uit directe opeisbare banktegoeden. Ontvangsten respectievelijk betaalde gelden uit hoofde van uitgifte respectievelijk inname van participaties zijn opgenomen onder de kasstroom uit financieringsactiviteiten, 2.4 Waarderingsgrondslagen Tenzij in het navolgende anders vermeld, zijn de activa en passiva in de balans opgenomen voor de nominale waarde. Beleggingen zijn gewaardeerd tegen reële waarde. De wijze waarop deze reële waarde wordt bepaald, wordt nader toegelicht in de onderstaande paragraaf. 2.5 Financiële beleggingen (inclusief short posities) Algemeen De financiële beleggingen van het Fonds vallen onder de definitie van financiële instrumenten. Financiële instrumenten omvatten tevens in contracten besloten afgeleide financiële instrumenten (derivaten). Classificatie Alle beleggingen (inclusief short posities) van het Fonds worden aangehouden als investeringen voor handelsdoeleinden. Criteria opname in balans financiële instrumenten De volgens standaard marktconventies afgewikkelde aankopen en verkopen van financiële activa en passiva worden administratief verwerkt op de transactiedatum van de desbetreffende aankoop of verkoop. Overige financiële activa en passiva worden verantwoord in de balans op het tijdstip dat deze zijn verkregen. De eerste waardering van financiële instrumenten op de balans vindt plaats tegen de reële waarde. De reële waarde van de financiële instrumenten bij de eerste opname zijn over het algemeen gelijk aan de kostprijs van de financiële instrumenten. De waardering van financiële instrumenten na de eerste waardering, hangt af van de classificatie van LeoMontFonds, Amsterdam Jaarverslag 31 december 2014
Page 15
het betreffende instrument. Na de eerste opname worden de financiële instrumenten op de hierna beschreven manier gewaardeerd. Een financieel instrument wordt niet langer in de balans opgenomen indien een transactie ertoe leidt dat alle of nagenoeg alle rechten op economische voordelen en alle of nagenoeg alle risico’s met betrekking tot het financieel instrument aan een derde worden overgedragen. 2.5.1
Waardering aandelen en obligaties
Aandelen en obligaties worden gewaardeerd tegen reële waarde. De reële waarde is het bedrag waartegen het actief kan worden verhandeld of een passief kan worden afgewikkeld tussen ter zake goed geïnformeerde partijen, die tot een transactie bereid en onafhankelijk van elkaar zijn. De reële waarde van een financieel instrument is gebaseerd op de prijsnotering indien sprake is een actieve markt, waarbij de financiële activa en financiële verplichtingen beide worden opgenomen tegen de meest recente slotkoers (close-koers). Indien niet direct een betrouwbare reële waarde is aan te wijzen, wordt de reële waarde benaderd door deze af te leiden uit de reële waarde van bestanddelen of van een soortgelijk financieel instrument, of met behulp van waarderingsmodellen en waarderingstechnieken. 2.5.2
Presentatie en waardering derivaten
Algemeen Onder derivaten worden begrepen financiële instrumenten belichaamd in contracten waarvan de waarde afhankelijk is van één of meer onderliggende waarden, referentieprijzen of indices. Derivaten die ter beurze verhandeld worden of derivaten met een beursgenoteerde onderliggende waarde worden gewaardeerd tegen reële waarde. Saldering Vorderingen en verplichtingen uit hoofde van financiële derivaten worden gesaldeerd per derivatencontract. De positieve reële waarde van de derivaten worden aan de activakant van de balans onder de financiële beleggingen gepresenteerd. De negatieve marktwaarde van derivaten worden als schulden uit hoofde van financiële beleggingen aan de passiefzijde van de balans gepresenteerd, Eventuele Saldering van derivaten in de balans kan pas plaatsvinden indien aan de voorwaarden van Saldering is voldaan. De waardeveranderingen worden rechtstreeks in de winsten verliesrekeningen verwerkt. Presentatie en waardering Turbo’s Een turbo is gebaseerd op een onderliggende waarde. Men kan met een turbo speculeren op stijgingen en dalingen. Een turbo long stijgt als de onderliggende waarde stijgt; een turbo short stijgt in waarde als de onderliggende waarde daalt (en omgekeerd). Bij aankoop van een turbo long koopt de bank doorgaans de onderliggende waarde aan. Een deel van de kosten voor de onderliggende waarde wordt gefinancierd door de bank; het overblijvende deel betaalt de belegger in de vorm van de waarde van de turbo long. Over het deel dat de bank financiert, betaalt de belegger rente. Dit maakt uitgeven van turbo's interessant voor de bank. Stijgt de onderliggende waarde dan zal de waarde van de turbo long sneller stijgen dan het aandeel; daalt de onderliggende waarde dan zal de waarde van de turbo long sneller dalen. Het LeoMontFonds, Amsterdam Jaarverslag 31 december 2014
Page 16
kan dus ook zijn dat de investering van de bank in gevaar komt. Daarom heeft de bank in de turbo een veiligheidsmaatregel ingebouwd. Dit heet de stoploss. Turbo’s (financiële instrumenten met een hefboomwerking) worden gewaardeerd tegen de reële waarde per balansdatum, berekend op basis van koersen die gelden aan het einde van de verslagperiode. 2.5.3
Verwerking transactiekosten (aan- en verkoopkosten beleggingen)
Transactiekosten bij aankoop van beleggingen en derivaten worden direct in de winst- en verliesrekening verantwoord. Het totaalbedrag aan separaat kwantificeerbare transactiekosten over het boekjaar wordt toegelicht in paragraaf 11 Lasten. 2.6 Vorderingen, kortlopende schulden en overige activa en passiva Vorderingen, kortlopende schulden en overige activa en passiva worden bij eerste verwerking gewaardeerd tegen de reële waarde van de tegenprestatie. Na de eerste verwerking worden zij gewaardeerd tegen de geamortiseerde kostprijs. De reële waarde en de (geamortiseerde) kostprijs zijn gelijk aan de nominale waarde tenzij anders vermeld; de vorderingen worden opgenomen, voor zover nodig onder aftrek van een voorziening tegen de per balansdatum geldende wisselkoers. 2.7 Liquide middelen Liquide middelen bestaan uit banktegoeden. Liquide middelen worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. 2.8 Reserve waarderingsverschillen De reserve waarderingsverschillen betreft de ongerealiseerde koers- en valutaverschillen van de beleggingen op de balansdatum.
3. Grondslagen voor resultaatbepaling 3.1 Algemeen Het resultaat over het boekjaar wordt gevormd door directe en indirecte beleggingsopbrengsten en – lasten over het verslagjaar. Onder de directe beleggingsopbrengsten worden verantwoord de aan de verslagperiode toe te rekenen interestbaten en de provisies van toe- en uittredingen van participanten. De indirecte beleggingsopbrengsten bestaan uit gerealiseerde en niet-gerealiseerde waardeverminderingen van beleggingen. De lasten worden toegerekend aan de periode waarop ze betrekking hebben. De resultaten op transacties worden verantwoord in de verslagperiode waarin zij zijn gerealiseerd; verliezen kunnen al verantwoord worden zodra zij voorzienbaar zijn. 3.2 Gerealiseerde en niet-gerealiseerde waardeveranderingen van beleggingen De gerealiseerde waardeveranderingen worden bepaald door op de verkoopopbrengst (exclusief verkoopkosten) de historische aankoopwaarde (exclusief aankoopkosten) in mindering te brengen. De niet-gerealiseerde waardeveranderingen worden bepaald door het verschil te bepalen LeoMontFonds, Amsterdam Jaarverslag 31 december 2014
Page 17
tussen de balanswaarde ultimo boekjaar en de historische aankoopwaarde (exclusief aankoopkosten) per einde boekjaar minus het verschil tussen de balanswaarde en de historische aankoopwaarde (exclusief aankoopkosten) per einde voorgaand boekjaar en zijn inclusief de bijbehorende winst- en/of verlies op vreemde valuta. De transactiekosten (aan- en verkoopkosten) van de beleggingen vormen geen onderdeel van de (niet-) gerealiseerde waardeveranderingen van de beleggingen. De transactiekosten worden separaat in de winst en verliesrekening opgenomen, op het moment dat deze aan het fonds in rekening worden gebracht.
4. Financiële instrumenten en risicobeheersing Risicoprofiel De belangrijkste risico’s verbonden aan beleggen in het Fonds zijn de volgende. Risico's van algemene economische en politieke aard Beleggingen van het Fonds zijn onderhevig aan risico's van algemene economische aard zoals afname van economische activiteit, stijging van de rente, inflatie en stijging van grondstofprijzen. Ook kan de waarde van beleggingen van het Fonds beïnvloed worden door politieke ontwikkelingen en terroristische activiteiten. Koersrisico Aan het beleggen in Participaties zijn financiële risico's verbonden. Beleggers dienen zich te realiseren dat de beurskoers van de effecten waarin het Fonds posities inneemt kan fluctueren. In het verleden hebben effectenmarkten gedurende bepaalde periodes gunstige rendementen gegenereerd. Dit biedt echter geen indicatie dan wel garantie voor de toekomst. Door koersschommelingen kan ook de Netto Vermogenswaarde van het Fonds aan fluctuaties onderhevig zijn, wat kan betekenen dat Participanten niet hun volledige inleg terug zullen ontvangen bij beëindiging van hun deelname in het Fonds. Tegenpartijrisico Het risico bestaat dat een uitgevende instelling of tegenpartij in gebreke blijft bij de nakoming van haar verplichtingen. Afwikkelingsrisico Dit is het risico dat afwikkeling via een betalingssysteem niet plaatsvindt zoals verwacht, omdat de betaling of levering van de financiële instrumenten door een tegenpartij niet, niet tijdig of niet zoals verwacht plaatsvindt. Beleggingsmanagementrisico De performance van het Fonds is in belangrijke mate afhankelijk van de prestaties van de personen die het Fonds beheren. Overlijden, arbeidsongeschiktheid, vertrek, insolventie of terugtrekking van één van deze personen kan de performance van het Fonds nadelig beïnvloeden. LeoMontFonds, Amsterdam Jaarverslag 31 december 2014
Page 18
Derivaten Het Fonds zal gebruik kunnen maken van (al dan niet) beursgenoteerde derivaten. Deze producten kunnen zich uiterst volatiel gedragen, waardoor het gebruik een grote invloed kan hebben (zowel positief als negatief) op de waarde van het Fonds. Turbo’s Door de hefboomwerking is een belegging in turbo’s risicovoller dan een directe belegging in de onderliggende waarde. Hoe hoger de gekozen hefboom is, hoe dichter het stop loss-niveau bij de koers van de onderliggende waarde zal liggen, waardoor het risico dat het stop loss-niveau bereikt wordt groter is. Als de koers van de onderliggende waarde het stop loss-niveau raakt of overschrijdt wordt de turbo automatisch beëindigd en de restwaarde terugbetaald, in welk geval het risico bestaat dat de gehele inleg verloren gaat. Als de onderliggende waarde van een turbo in vreemde valuta is genoteerd zal de koers van de turbo worden beïnvloed door wisselkoerseffecten. Het stop loss-niveau kan wijzigen en daardoor dichter bij de koers van de onderliggende waarde komen te liggen. Bij turbo’s op indices zullen wijzigingen groter zijn in periodes waarin veel dividend wordt uitgekeerd. Valutarisico's Het Fonds dekt valutaposities in beginsel niet af. Beleggingen anders dan in euro’s kunnen hierdoor fluctuaties in de Netto Vermogenswaarde van het Fonds, zowel positief als negatief, veroorzaken. Risico van beperkte inkoopmogelijkheid Het Fonds is in beginsel slechts één keer per maand, op een Transactiedag, gehouden om Participaties in te kopen, waarbij geldt dat de Beheerder onder bepaalde omstandigheden gerechtigd is inkoop op te schorten of inkoopverzoeken slechts gedeeltelijk te honoreren. Risico van (fiscale) wetswijzigingen Dit is het risico dat de fiscale behandeling van het Fonds in negatieve zin wijzigt of dat andere wetgeving tot stand komt die een negatieve invloed heeft op het Fonds en haar Participanten. Het fonds is momenteel een besloten fonds voor gemene rekening op basis van de Wet op vennootschapsbelasting 1969 artikel 2 lid 2. Inflatierisico Dit is het risico dat de koopkracht van de belegde euro kan afnemen in geval van geldontwaarding. Risico verlies van in bewaring gegeven activa In geval van insolvabiliteit, nalatigheid of frauduleuze handelingen van de Bewaarder bestaat het risico van verlies van in bewaring gegeven activa. LeoMontFonds, Amsterdam Jaarverslag 31 december 2014
Page 19
5. Financiële beleggingen (long en short posities) 5.1 Effecten en derivaten
Beleggingsportefeuille per 31 december 2014
aantal
Effecten Derivaten
waarde 3.000
DSM T urbo Long 44,20
Totaal beleggingen
28.080 28.080
Het verloop van de effecten is als volgt weer te geven:
Verloopoverzicht effecten
Stand primo verslagperiode Aankopen Verkopen Gerealiseerde resultaten Niet-gerealiseerde resultaten Stand ultimo verslagperiode
Historische kostprijs
LeoMontFonds, Amsterdam Jaarverslag 31 december 2014
2014
1.478.398 (1.309.559) (139.363) (1.396) 28.080
29.476
Page 20
6. Vorderingen 6.1 Overige vorderingen en overlopende activa Overige vorderingen en overlopende activa
Opgelopen rente banktegoeden rekening courant Totaal
2014
2,948 2,948
7. Overige activa 7.1 Immateriële activa Immateri le vaste activa
Stand primo verslagperiode Toevoeging Afschrijving op oprichtingskosten Stand ultimo verslagperiode
2014
26.162 (6.976) 19.186
De oprichtingskosten zijn geactiveerd en worden afgeschreven in een periode van 5 jaren. In overeenstemming met artikel 123.1a van het Besluit gedragstoezicht financiële ondernemingen wordt vermeld dat het bedrag van de oprichtingskosten is betaald aan de beheerder van het fonds, FondsBeheerNederland B.V. 7.2 Liquide middelen Het fonds houdt rekeningen aan bij ABN AMRO BANK te Amsterdam en bij BinckBank te Amsterdam.
Liquide middelen
Saldo bij ABN AMRO Bank, Amsterdam Saldo bij BinckBank NV, Amsterdam Stand ultimo verslagperiode
2014
389.637 226.958 616.595
De liquide middelen zijn ter vrije beschikking van het fonds.
LeoMontFonds, Amsterdam Jaarverslag 31 december 2014
Page 21
8. Kortlopende schulden ( ten hoogste één jaar) 8.1 Overige schulden en overlopende passiva
Overige schulden en ove rlopende passiva
2014
Nog te betalen beheervergoeding Nog te betalen accountants kosten Nog te betalen administratieve kosten Nog te betalen vergoeding toezichthouder Nog te betalen oprichtingskosten Nog te betalen overige kosten
12.923 7.865 7.500 13.000 22.835 9.426
Totaal
73.549
De nog te betalen beheervergoeding betreft een verschuldigd bedrag aan de Beheerder van het Fonds.
9. Fondsvermogen Het fondsvermogen is het totale in het Fonds verenigde netto vermogen toebehorende aan de gezamenlijke Participanten. Het economische eigendom berust bij de Participanten van het Fonds. Het juridisch eigendom van het fondsvermogen berust bij de Bewaarder die het juridisch eigendom ten behoeve van de Participanten houdt. Het fondsvermogen vormt een van het vermogen van de Bewaarder afgescheiden vermogen. De transacties met Participanten worden verwerkt tegen de toe- of uittredingskoers exclusief de op- of afslag voor de toe- en uittredingsvergoeding.
Netto-vermogenswaarde overzicht
Netto-vermogenswaarde volgens balans Aantal uitstaande participaties Ne tto-vermogenswaarde per participatie
LeoMontFonds, Amsterdam Jaarverslag 31 december 2014
2014
593,260 8,394.84 70.67
Page 22
9.1 Participatiekapitaal Over de verslagperiode 1 september 2013 (primo) tot en met 31 december 2014 (ultimo).
Verloopoverzicht
Stand primo verslagperiode Geplaatst Ingekocht Mutatie reservering wettelijke reserve Stand ultimo verslagperiode
Aantal
2014
8,394.84 8,394.84
835,000 (19,186) 815,814
9.2 Wettelijke reserve Over de verslagperiode 1 september 2013 (primo) tot en met 31 december 2014 (ultimo).
Verloopoverzicht wettelijke reserve
Stand primo verslagperiode Toevoeging reserve Vrijval reservering Stand ultimo verslagperiode
2014
-
26.162 (6.976) 19.186
De wettelijke reserve houdt verband met de post “immateriële vaste activa”.
9.3 Onverdeeld resultaat Over de verslagperiode 1 september 2013 (primo) tot en met 31 december 2014 (ultimo).
Verloopoverzicht onverdeeld resultaat
Stand primo verslagperiode Resultaat lopend boekjaar Stand ultimo verslagperiode
LeoMontFonds, Amsterdam Jaarverslag 31 december 2014
2014
(241.740) (241.740)
Page 23
10. Opbrengsten 10.1 Rentebaten (kosten) bank Dit betreft de rentebaten en kosten verkregen op saldi van de bankrekeningen bij ABN AMRO Bank te Amsterdam. 10.2 Toe- en uittredingsprovisie De bij toe- en uittreding in het Fonds te betalen vergoeding voor administratiekosten in het Fonds bedragen respectievelijk €25 voor de toetredende Participant toetreedt en €25 voor de uittredende Participant. De vergoeding komt ten goede aan de Bewaarder van het Fonds.
11. Lasten 11.1 Kosten van beheer van beleggingen
Kosten van be he er van bele ggingen
Beheervergoeding Prestatievergoeding Totaal
2014
16.423 9.946 26.369
Beheervergoeding De Beheerder ontvangt voor het beheer van het Fonds een vaste beheervergoeding van 0,16667% per maand berekend over de nettovermogenswaarde aan het einde van de betreffende maand. Prestatievergoeding De Beheerder ontvangt onder de hierna volgende voorwaarden tevens een prestatievergoeding. Een prestatievergoeding die per kalendermaand per Participatie in een Serie wordt vastgesteld. De vergoeding komt overeen met 20% van de stijging van de Netto Vermogenswaarde van die Participatie in de betreffende maand. De prestatievergoeding wordt telkens na vaststelling uitgekeerd aan de Beheerder. Daarbij geldt dat de berekende prestatievergoeding slechts verschuldigd zal zijn indien en voor zover de Netto Vermogenswaarde van een Participatie in een bepaalde Serie per de laatste dag van de verstreken kalendermaand hoger is dan de ‘High-Watermark’ (de in het verleden bereikte hoogste Netto Vermogenswaarde van die Serie). 11.2 Afschrijving stichtingskosten De geactiveerde stichtingskosten van het Fonds worden in 60 maanden afgeschreven ten laste van de resultaten. 11.3 Kosten van administratie De Administrateur ontvangt van het Fonds voor zijn werkzaamheden een marktconforme vergoeding van € 25.000 per jaar tot een Netto vermogenswaarde van € 25 miljoen. LeoMontFonds, Amsterdam Jaarverslag 31 december 2014
Page 24
11.4 Kosten Bewaarder De Bewaarder ontvangt van het Fonds voor zijn werkzaamheden als Bewaarder een marktconforme vergoeding van € 6.050 per jaar (inclusief BTW, ingaande 1 september 2013). De Bewaarder heeft in overleg met Beheerder besloten om over 2014 geen Bewaarder vergoeding in rekening te brengen. 11.5 Bank kosten en commissies Dit betreft de commissies op aan- en verkopen van beleggingen en bank kosten. 11.6 Accountant kosten Dit betreft de kosten voor de Accountant voor de controle van het Fonds 2014. Het honorarium van de accountant over het boekjaar heeft uitsluitend betrekking op werkzaamheden in het kader van de wettelijke vereiste jaarrekeningcontrole van het Fonds. Er zijn geen andere accountantswerkzaamheden verricht. 11.7 Toezichthouders kosten De toezichtkosten van AFM en DNB bedragen circa € 13.000 (geen BTW verschuldigd). De kosten van toezicht zijn doorbelast aan het fonds door de beheerder op basis van ontvangen facturen van derden. De kosten worden in overeenstemming met de kostenbegroting 2014 ten laste van het resultaat 2014 gereserveerd. 11.8 Algemene en overige kosten De algemene en overige kosten worden in overeenstemming met de kostenbegroting 2014 ten laste van het resultaat 2014 gereserveerd. Hierin zijn onder andere opgenomen kosten van juridisch en fiscaal advies en prospectuskosten om de beheerder en het fonds zo goed mogelijk te laten aansluiten aan de AIFM richtlijnen die in 2014 van kracht zijn geworden. Kostenvergelijk Koste nverge lijk Beheervergoedingen - Beheervergoeding - Prestatievergoeding Vergoeding Bewaarder Vergoeding Administrateur Kosten administratie participantenregister Kosten toe-en uittreden Afschrijving oprichtingskosten Accountantskosten Kosten toezicht Andere kosten Totaal
2014 Werke lijk *
%
Prospectus **
% Afwijking
16,423 9,946 2,017 34,608 6,976 7,865 13,000 13,870
2.77% 1.68% 0.34% 5.83% 0.00% 0.00% 1.18% 1.33% 2.19% 2.34%
2.00% 20.00% 0.02% 0.10% 0.13% 0.04% 0.02% 0.06% 0.03% 0.06%
-0.77% 18.32% -0.32% -5.73% 0.13% 0.04% -1.16% -1.27% -2.16% -2.28%
104,705
17.65%
22.46%
4.81%
* De werkelijke kosten betreffen de periode van 1 september 2013 tot en met 31 december 2014. ** Het betreft hier de geschatte procentuele kosten volgens het prospectus bij een omvang van het vondsvermogen van €25 miljoen. LeoMontFonds, Amsterdam Jaarverslag 31 december 2014
Page 25
De in het Prospectus vermelde kosten zijn variabel met de netto vermogenswaarde. De prestatievergoeding is in werkelijkheid lager omdat in het Prospectus uitgegaan wordt van een rendement van het fonds van 20% per jaar. Lopende kosten Factor De lopende kosten factor (LKF) wordt berekend door de totale kosten (inclusief beheervergoeding maar exclusief performance fee en exclusief transactiekosten) die in de verslagperiode ten laste van het Fonds zijn gekomen te delen door het gewogen gemiddelde netto vermogenswaarde van het fonds, maal 100%. Totale kosten Onder totale kosten worden in beginsel begrepen de kosten die in de verslagperiode ten laste van het resultaat worden gebracht. De kosten verband houdend met het toe- en uittreden van Participanten, voor zover deze gedekt worden uit de ontvangen op- en afslagen, alsmede de transactiekosten in verband met de aan- en verkoop van beleggingen, worden buiten beschouwing gelaten. Gemiddeld gewogen netto vermogenswaarde Op grond van artikel 5.2 NRgfo dient voor de berekening van de gemiddelde NAV van de Committee of European Securities Regulators (CESR) guidelines worden uitgegaan. Bij toepassing van de CESR methodiek zal bij de berekening van de gemiddelde NAV de normale frequentie van de netto vermogenswaarde berekening van het fonds als basis worden opgenomen. Dit betekent dat het fonds bij de berekening van de gemiddelde NAV over 2014 als basis voor de berekening van de kosten- en de omloopfactor uitgaat van 12 meetmomenten. De LKF in de gerapporteerde periode is: 13,68%. In de LKF zijn de transactiekosten en eventuele rentelasten niet inbegrepen. In het prospectus staat vermeld dat de LKF (exclusief transactiekosten en performance fee) 4.53 % zal bedragen gebaseerd op een fondsomvang van € 25 miljoen.
Lopende kosten ratio
Totale kosten Afschrijving oprichtingskosten Prestatievergoeding Transactiekosten Totale kosten
Ge midde ld gewogen netto-vermoge nswaarde Lopende kosten ratio
LeoMontFonds, Amsterdam Jaarverslag 31 december 2014
2014
104.705 (6.976) (9.946) (3.796) 83.987
613.783 13,68%
Page 26
Transactiekosten Het totaal aan transactiekosten in rekening gebracht door BinckBank N.V. over de verslagperiode 2014 bedraagt € 3.796 op basis van 148 transacties Portfolio omloop factor In de toelichting op de balans zijn cijfers opgenomen over het totaal van de aan- en verkopen van beleggingen. Deze zijn te relateren aan de gemiddelde netto vermogenswaarde, om te komen tot de portfolio omloop factor of omloopfactor van de beleggingen. In het algemeen vindt hierop een correctie plaats voor de aan- en verkopen die voorkomen uit nieuw geld dat in het Fonds stroomt, respectievelijk geld dat wordt onttrokken. Dit gebeurt omdat wordt aangenomen dat de Beheerder dit deel van de omloopsnelheid niet kan beïnvloeden. De portfolio omloop factor beoogt een indicatie te geven van de omloopsnelheid van de portefeuille van een beleggingsinstelling en is daarmee een maatstaf voor zowel de mate van actief beleggingsbeheer als voor de daaruit voortvloeiende transactiekosten. De gemiddelde netto vermogenswaarde wordt berekend in overeenstemming met de methodiek zoals die onder 11.9 Lopende kosten factor is beschreven. Indien de berekening leidt tot een negatieve uitkomst is de portfolio omloop factor nihil. De portfolio omloop factor wordt als volgt berekend: ((Totaal 1 – Totaal 2 / X) * 100 Waarbij Totaal 1 de som is van aan- en verkopen van beleggingen en Totaal 2 de som is van het totaal bedrag aan transacties (uitgifte + inkopen) van participaties van het Fonds. X is de gemiddelde netto vermogenswaarde van de beleggingsinstelling.
Portfolio tunrove r rate
2014
Aankopen Verkopen Totaal 1 Toetredingen Uittredingen Totaal 2
1.478.398 (1.309.559) 168.839 835.000 835.000
Basis voor turnover rate
(666.161)
Ge midde ld gewogen netto vermoge nswaarde Portfolio turnove r rate
LeoMontFonds, Amsterdam Jaarverslag 31 december 2014
613.783 -108,53
Page 27
12. Transacties met gelieerde partijen In de verslagperiode hebben er transacties met gelieerde partijen plaatsgevonden naast de betalingen van vergoedingen voor beheer, in overeenstemming met de bepalingen in het prospectus. De directie heeft aan het begin en aan het eind van de verslagperiode de volgende belangen in het Fonds (aantal participaties); als bedoeld in artikel 122 lid 2 Bgfo:
De heer G.J. Hartsema
01-09-2013 800
31-12-2014 800
De verkrijging van de participaties heeft op een arm’s length basis plaatsgevonden. De participaties zijn niet uitgezonderd voor beheer en prestatievergoeding regiem.
13. Uitbesteding kerntaken Als gevolg van de beleidsregel uitbesteding volgens artikel 38 lid 1 van het Bgfo van de Wft, wordt onderstaand een overzicht van de kerntaken weergegeven die door het Fonds zijn uitbesteed. In de overeenkomsten met de hierna te noemen partijen zijn onder meer voorschriften opgenomen ten aanzien van de prestatienorm, de onderlinge informatieverschaffing, de formele opzegtermijn en de vergoeding. Administratievoering De administratie is uitbesteed aan PES Management B.V. ( voorheen Arcari Fund Solutions B.V.) ( “de Administrateur”). Zij voert de administratie voor het Fonds, waaronder het verwerken van alle beleggingstransacties, het verwerken van de inkomsten en uitgaven en het berekenen en vaststellen van de maandelijkse netto vermogenswaarde. Tevens stelt zij, onder verantwoording van de Beheerder, het (half)jaarbericht en het (half)jaarverslag van het Fonds op. Het voeren van de administratie van beleggingsfondsen behoort tot de kernactiviteiten van de Administrateur. Met de Administrateur is een overeenkomst gesloten die voldoet aan de daaraan in de toepasselijke regelgeving gestelde eisen. Uitvoering beleggingsbeleid Het beleggingsbeleid is een kerntaak van de Beheerder. De Beheerder neemt de beslissingen over de beleggingsactiviteiten van het Fonds. Dit houdt in het ontwikkelen van beleggingsideeën, het volgen van de markt en het aan- en verkopen van beleggingen. Verantwoording over het gevoerde beleid wordt afgelegd door de Beheerder, door middel van het halfjaarverslag en in het jaarverslag. De Beheerder brengt het Fonds de volgende vergoedingen in rekening: (i) De Beheerder is voor het beheer van het Fonds gerechtigd tot een vaste beheervergoeding van 0,16667% per maand, berekend over de Netto Intrinsieke Waarde per maandultimo. (ii) De prestatievergoeding bedraagt 20% van de performance ( zoals gedefinieerd in 12.1).
LeoMontFonds, Amsterdam Jaarverslag 31 december 2014
Page 28
Uitvoeren van bewaarderactiviteiten De bewaring van de beleggingen is uitbesteed aan Stichting Bewaarder LeoMontFonds (“de Bewaarder”). De Bewaarder is belast met de bewaring van het fondsvermogen en treedt uitsluitend op in het belang van de Participanten. Over het vermogen van het Fonds kan slechts worden beschikt door de Bewaarder en de Beheerder tezamen. De Bewaarder verleent geen medewerking aan de afgifte van tot het vermogen van het Fonds behorende waarden, alvorens van de Beheerder een verklaring te hebben ontvangen waaruit blijkt dat de desbetreffende afgifte wordt verlangd in verband met de regelmatige uitoefening van de functie van Beheerder. Voorts stelt de Bewaarder achteraf vast dat de beleggingstransacties zoals uitgevoerd door de Beheerder passen in het beleggingsbeleid van het Fonds volgens het Prospectus.
14. Personeel Het Fonds heeft geen personeel in dienst.
15. Fiscale status Vennootschapsbelasting Het Fonds geniet een in fiscale termen fiscaal transparant in de zin van artikel 2 lid 2 van de Wet op de Vennootschapsbelasting 1969. Dit betekent dat het fonds is vrijgesteld van vennootschapsbelasting zolang aan de voorwaarden wordt voldaan. Het besloten karakter als ook het niet periodiek uitkeren van eventuele winsten van het Fonds maakt dat aan deze voorwaarden wordt voldaan. De belangrijkste voorwaarde voor een fonds voor gemene rekening, is dat het Fonds dient te beleggen in financiële instrumenten met toepassing van het beginsel van risicospreiding. Daarnaast dient het Fonds een open-end karakter te hebben. Dividendbelasting Het Fonds hoeft geen dividendbelasting in te houden op uitkeringen aan de Participanten.
LeoMontFonds, Amsterdam Jaarverslag 31 december 2014
Page 29
Amsterdam, 15 juli 2015
De Beheerder
De Bewaarder
FondsbeheerNederland N.V.
Stichting Bewaarder LeoMontFonds
Gökhan Erem
Geert-Jan Nikken
LeoMontFonds, Amsterdam Jaarverslag 31 december 2014
Page 30
OVERIGE GEGEVENS Statutaire resultaatbestemmingsregeling De resultaatbestemming vindt plaats in overeenstemming met de Voorwaarden van Beheer en Bewaring (de ”Voorwaarden”) bijlage I van het Prospectus. Conform de Voorwaarden wordt het beleggingsresultaat en de kosten voor het fonds verrekend met het fondsvermogen tot uitdrukking komende in de netto vermogenswaarde van het Fonds. Alle participaties van het Fonds die op het moment van vaststelling van de jaarrekening uitstaan bij Participanten delen in het resultaat van het Fonds over het desbetreffende boekjaar, in de verhouding van het aantal participaties dat door deze Participanten wordt gehouden. .
Resultaatbestemming Het beleggingsresultaat over de periode 1 september 2013 tot en met 31 december 2014 bedroeg € 241.740 negatief. Dit resultaat bestaat voornamelijk uit directe en indirecte beleggingsopbrengsten, onder aftrek van ten laste van het Fonds komende kosten. Dit resultaat komt volledig ten laste van het Fondsvermogen conform de Voorwaarden.
Bestuurdersbelangen De bestuurders van de Beheerder hadden aan het einde van het boekjaar geen persoonlijke belangen in beleggingen van het Fonds, zoals bedoeld in artikel 122 lid 2 van het Bgfo.
Gebeurtenissen na balansdatum PES Management B.V. de Administrateur is per 1 januari 2015 uitgetreden en per dezelfde datum is Fundshare Administrator B.V. benoemd tot Administrateur. Accountantscontrole De controle verklaring is opgenomen op de volgende pagina.
LeoMontFonds, Amsterdam Jaarverslag 31 december 2014
Page 31
LeoMontFonds, Amsterdam Jaarverslag 31 december 2014
Page 32
LeoMontFonds, Amsterdam Jaarverslag 31 december 2014
Page 33