Lelystadse Educatieve Agenda 2011-2014 "Presteren met onderwijs'
Resultaten uitwerkingsplan 2013 Terugblik op de kadernota
Lelystad, februari 2014
Inleiding
3
1.
WE/JongLeren
5
2.
Brede School
6
3.
Passend onderwijs
7
4.
Voorkomen VSV
8
5.
VMBO / MBO / HBO / Arbeidsmarkt
9
6.
Huisvesting
11
7.
Samenvatting van de resultaten uit het Uitwerkingsplan 2013
13
8.
Terugblik op de hoofdthema's van de kadernota
14
Inleiding Het onderwijs is van groot belang in de talentontwikkeling van kinderen en jongeren. In voorbereiding op volwaardige deelname aan de samenleving worden de eerste vaardigheden geleerd op het kinderdagverblijf en de peuterspeelzaal. Daar begint bijvoorbeeld het leren omgaan met elkaar en de eerste beginselen van de Nederlandse taal. Deze ontwikkelingen worden op de basisschool, het voortgezet, het middelbaar beroeps en het hoger onderwijs verder uitgebouwd. Ook in Lelystad hechten we daarom veel waarde aan goed onderwijs. De Lelystadse Educatieve Agenda (LEA) fungeert als een ontwikkelagenda waarin de belangrijkste gezamenlijke thema's worden benoemd waaraan door de onderwijspartners de komende jaren gewerkt wordt. Om in Lelystad gezamenlijk aan onderwijs te werken is het nodig om een gedeelde visie te hebben op het onderwijs en de taken die het onderwijs heeft. De visie op onderwijs, zoals die eerder door schoolbesturen en gemeente in Lelystad is geformuleerd, luidt: Elke leerling (mA/) de optimale kans bieden op een succesvolle schoolloopbaan, die perspectief biedt voor zijn verdere ontwikkeling, en leidt tot een voor hem zo hoog mogelijk haalbare (start)kwalificatie op de arbeidsmarkt. Visueel ziet de visie er als volgt uit:
I
T7^ M
Basisschool
voortgezet ondenwa
Voorschoolse periode
S
I
O
9' onderv Ho
i
II Talent orrtwikketihg
Competenties
\ Vakkennis
Met de permanente beleidsagenda van de L E A is de aanpak van deze complexe opgave samengevat in een viertal speerpunten die met de L E A kadernota 'Presteren met Onderwijs' op 11 januari 2011 door de gemeenteraad zijn vastgesteld: A. Kwalitatief goed onderwijs: dat wil zeggen het optimaal benutten van talenten van alle kinderen en jongeren van 0 tot 23 jaar door goed en opbrengstgericht onderwijs door gemotiveerde en deskundige leerkrachten. B. Horizontale samenwerking versterken: het realiseren van een goede afstemming tussen de instellingen/partijen die op hetzelfde moment activiteiten voor een kind aanbieden om de talentontwikkeling van kinderen optimaal te bevorderen. Voor elk kind wordt eventuele zorg en ondersteuning zo georganiseerd dat het kind zo goed mogelijk naar school kan. C. Verticale samenwerking versterken: door samenwerking en afstemming wordt zoveel mogelijk een doorgaande en ononderbroken ontwikkelingslijn gegarandeerd voor alle kinderen en jongeren van 0 tot 23 jaar. D. Hoogwaardig aanbod en goede infrastructuur: Lelystad is een aantrekkelijke onderwijsstad en beschikt over een optimaal aanbod zowel qua huisvesting als qua opleidingen.
3
Daarmee is vanuit de Kadernota "Presteren met onderwijs" niet alleen als 'vliegwiel' ingezet op een aantal speerpunten, maar geeft een meer permanente agenda weer. De L E A fungeerde daarbij als een ontwikkelagenda waarin de belangrijkste gezamenlijke thema's zijn benoemd waaraan door de onderwijspartners de komende jaren gewerkt wordt. Jaarlijks zijn deze vier thema"s vertaald naar een uitwerkingsplan, aan de hand van een zestal dossiers: 1. Voor- en Vroegschoolse Educatie 2. Brede School 3. Passend Onderwijs 4. Bestrijden Voortijdig Schoolverlaten 5. Doorgaande lijn VMBO-MBO-HBO-arbeidsmarkt 6. Huisvesting Het uitwerkingsplan 2013 is het derde (en daarmee het laatste) uitwerkingsplan op basis van de kadernota 'Presteren met Onderwijs'. Het lopende jaar (2014) zal dienen als overgangsjaar waarvoor geen middelen beschikbaar zijn omdat in dat jaar de Kadernota L E A wordt geactualiseerd. In deze notitie gaat het om de resultaten van het uitwerkingsplan 2013, in relatie tot ook de afsluiting van deze Kadernota LEA. Hierna volgt per dossier een korte terugblik op de thema's, de gerealiseerde ambities uit de Kadernota in het algemeen op het dossier, en die van het uitwerkingsplan 2013 in het bijzonder. Daarbij opgemerkt dat een aantal zaken uit het uitwerkingsplan 2013 in het schooljaar 2013/2014 wel doorlopen. Middelen en criteria voor de inzet van de middelen Ten behoeve van het uitwerkingsplan 2013 is voor het realiseren van de verschillende acties een bedrag beschikbaar van € 200.000,- Bij het maken van de keuzes voor het verdelen van de middelen zijn de " T A C T " criteria toegepast. • Tijdelijk. L E A middelen zijn incidenteel. Ze hebben een aanjaagfunctie om een structurele kwaliteitsslag te maken maar dienen niet als (aanloop naar) structurele financiering. • Aanvullend. De midden zijn aanvullend en komen niet in de plaats van de middelen voor reguliere taken. • Concreet. De maatregelen moeten concreet zijn op basis van een duidelijke prestatieafspraak. De L E A overstijgt weliswaar het rechtstreeks uitvoerende niveau maar er moet een zichtbaar resultaat zijn dat uiteindelijk ten goede komt aan de leerlingen. • Twee of meer. Er is sprake van samenwerking met meerdere partners. De maatregelen moeten gedragen worden door gemeente en onderwijspartners en de maatregelen komen in overleg tot stand. Ten behoeve van onvoorziene ontwikkelingen is voor 2013 € 7.000 gereserveerd. Op slechts een beperkt aantal maatregelen worden de L E A middelen ingezet. Dit vanwege het beschikbare budget en om de middelen niet teveel te versnipperen. Daarnaast wordt de inzet op de verschillende dossiers ook langs een andere wijze gefinancierd. Uit de doorlichting van de gemeentelijke begroting kwam daarbij naar voren dat van de middelen die vanuit het rijk (fictief) in het gemeentefonds worden gestort ten behoeve van onderwijs, Lelystad 134% uitgeeft aan huisvesting, en 78% aan overige onderwijs inhoudelijke zaken. Voor de gehele periode van de Kadernota 2011-2014 was in totaal € 550.000 beschikbaar (specifiek voor 2011 is een bedrag beschikbaar van € 150.000. Voor 2012 is € 25.000 "in de koelkast gezet" en was daarmee nog een bedrag beschikbaar van € 175.000,-. Voor 2013 was een bedrag € 200.000 beschikbaar).
4
1.
VVE/JongLeren
Algemeen Met de nota JongLeren heeft de gemeenteraad laten zien optimaal te willen bijdragen aan de (talent)ontwikkeling van de jongste kinderen in Lelystad (van 0 tot 4 jaar) en het zo goed mogelijk creëren van een doorlopende leerlijn met het primair onderwijs. In 2012 zijn hierover met de betrokken partners prestatieafspraken gemaakt, met als gezamenlijke ambitie: in 2015 stroomt 97% van de doelgroepkinderen zonder achterstand groep 3 van de basisschool in. Het
accent ligt daarbij op het uitvoeren van deze afspraken, en het monitoren van de resultaten. Deze ambitie is door alle betrokkenen bij W E ondertekend, en er wordt hard gewerkt om dit te realiseren. Inmiddels is het bereik van W E bijvoorbeeld gestegen van 16% in 2002 naar bijna 80% in 2012, zijn er sluitende afspraken gemaakt tussen het consultatiebureau en de peuterspeelzaal, is het taalniveau van de leidsters verbeterd, en zijn er extra HBO'ers ingezet in de peuterspeelzalen ter versterking van het aanbod. Om het belang van taal extra onder de aandacht te brengen, zijn 'mijn eerste van dale' boeken uitgedeeld op de W E peuterspeelzalen. In het tweede kwartaal 2014 wordt de stand van zaken neergelegd bij de raad, evenals en voorstel voor de periode 2014-2015. Het rijk zal met ingang van 2016 met nieuwe kaders komen voor W E . Daarnaast is het van belang om de kinderopvang en het peuterspeelzaalwerk verder (inhoudelijk) met elkaar te verbinden, conform het regeerakkoord van kabinet Rutte II. Ook de samenhang met het onderwijs (doorgaande lijn) is daarbij cruciaal. Prioriteiten LEA in 2013 •
Prestatieafspraken. Eind 2013 is de tussenstand opgemaakt van de prestatieafspraken en een eerste voorzichtige conclusie is, dat we een eind op streek zijn met het behalen van de gemaakte afspraken. De resultaten van de inspectie, die begin 2014 is uitgevoerd, worden eind februari verwacht. Op basis van deze resultaten zal medio 2014 aan de raad een verdelingsbesluit voor 2014 en 2015 worden voorgelegd, waarin ook opnieuw accenten kunnen worden gelegd.
•
Harmonisatie. De ouder bijdrage voor peuterspeelzaalwerk wordt in twee stappen verhoogd in de richting van de ouderbijdrage voor de kinderopvang. Dit past in het idee van harmonisatie en werkt toe naar één voorschoolse voorziening voor alle kinderen. Ook is hiermee een door de raad opgelegde bezuiniging van € 50.000 met ingang van 2014 geëffectueerd. Over verdere harmonisatie is landelijk veel discussie. De minister heeft laten weten dat hij van plan is met ingang van 2016 geen onderscheid meer te willen maken in de financiering kinderopvang en peuterspeelzaalwerk. De financiering hiervan moet worden opgebracht door een greep uit het gemeentefonds. De gemeente blijft dan alleen nog verantwoordelijk voor degenen zonder werk. De V N G is echter van mening dat de gemeenten verantwoordelijk moeten worden voor alle voorschoolse voorzieningen en dat ieder recht moet krijgen op 2 dagdelen per week, aangevuld met 2 dagdelen voor kinderen met een taalachterstand. De discussie hierover loopt nog.
•
7aa/ voor kinderen uit het buitenland. Stichting S c h O O L heeft onderzoek laten doen naar de omvang van het aantal nieuwkomers, en de mogelijke opties voor een Lelystadse oplossing. Deze rapportage is in de Stuurgroep Talentontwikkeling besproken, en moet leiden tot een nieuwe structuur met ingang van het schooljaar 2014/2015. Dit in samenhang met de bestaande structuur voor extra taal aan kinderen uit de onderbouw. Hierop vooruitlopend is op de Vuurtoren een begin gemaakt met een centrale opvang van een aantal kinderen waar extra aandacht voor taal.
5
Financiën Vanuit de L E A is € 20.000 vrijgemaakt om tot een stedelijke opvangstructuur voor neveninstromers te komen. De middelen zijn ingezet voor een verkenend onderzoek (€12.000) waarmee de omvang van het vraagstuk in kaart is gebracht, en verschillende opties verkend. Ook is vooruitlopend op structurele maatregelen gestart met extra taalonderwijs op de Vuurtoren voor deze kinderen (€ 8.000). Dit is conform afspraken uit het uitwerkingsplan. Trekker hiervoor was Stichting S c h O O L . Op basis van de bevindingen is het streven om de nieuwe structuur met ingang van schooljaar 2014/2015 van start te laten gaan.
2.
Brede School
Algemeen Tweederde van de basisscholen in Lelystad is inmiddels een 'brede' school. Dat betekent dat ze naast de reguliere onderwijs werkzaamheden binnen schooltijd actief samenwerken met andere instellingen om ook buiten schooltijd tot een interessant aanbod te komen voor de kinderen, gericht op de talentontwikkeling van kinderen. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om extra aandacht voor cultuur, sport, techniek, milieueducatie en dergelijke. In december 2013 heeft een herijking van bestaand beleid plaatsgevonden, waarbij nog nadrukkelijker de regie op de uitvoering van brede school bij het onderwijs zelf is neergelegd. Stichting School heeft dit actief opgepakt onder de naam School in Verbinding, waar de andere schoolbesturen bij aanhaken. Ook heeft de raad met de herijking de criteria vastgesteld om voor de gemeentelijke subsidie in aanmerking te komen. Het gaat om de P A S S - A D criteria: de ambitie van de school moet zijn opgenomen in het schoolplan, de activiteiten moeten aanvullend zijn op regulier, specifiek voor de kinderen op de school, in samenwerking met andere instellingen, en er zijn extra middelen beschikbaar voor bestrijding van achterstanden wanneer er veel zogenaamde • 'doelgroep kinderen' op school • 4 zitten (kinderen met een schoolgewicht, kinderen van zeer • laag opgeleide ouders). In het vierde kwartaal van 2014 wordt een nieuw beleidskader aan de raad aangeboden op basis van een evaluatie van de afgelopen periode. Prioriteiten in LEA 2013 •
Regie op de uitvoering bij het onderwijs. Na vaststelling van de Actualisatienota Brede School ligt nu de uitvoering bij de onderwijspartners: onderwijsbesturen ontwikkelen samen met de brede school partners een eigen visie op 'hun' brede scholen als onderdeel van de subsidie aanvraag voor de uitvoering van de Brede School. Bij de subsidieaanvragen voor het schooljaar 2013/2014 hebben scholen zijn alle aanvragen getoetst op de nieuwe criteria, en bleek dat scholen nog nadrukkelijker bij hun activiteiten de aansluiting hebben gezocht bij wat er al binnen schools gebeurt om zo een optimaal aanbod voor talentontwikkeling voor hun leerlingen te realiseren. • Evaluatie combinatiefuncties. Bij de inhoudelijke evaluatie is nadrukkelijk de vraag vanuit het onderwijs centraal gesteld. Dit heeft tot een aantal aanpassingen geleid. Daarnaast zijn ook de combinatiefuncties getoetst aan de criteria uit de herijking brede school. Hieruit bleek dat 1,7fte functiecombinatie niet als aanvullend op het bewegingsonderwijs maar binnen schooltijd werd 6
ingevuld. Om deze reden is het aantal fte combinatiefuncties met 1,7 fte teruggebracht. Daarnaast wordt 1 fte, welke voorheen door de gemeente werd gefinancierd, nu gedragen door partners zelf. Over deze evaluatie is de raad in juni 2013 geïnformeerd, en heeft geresulteerd in een structurele bezuiniging van € 30.000 •
Vorming van een Integraal Kindcentrum (IKC). Over de uitgangspunten bij de vorming van IKC's hebben de schoolbesturen gezamenlijk benoemd wat zij met elkaar onder een IKC verstaan: her IKC is een voorziening voor alle kinderen van 0-12 jaar. Het biedt een aanbod waarbij de brede ontwikkeling van het kind centraal staat. Er zijn geïntegreerde arrangementen en er is sprake van naadloze overgangen. Het IKC werkt op basis van één visie, uitgewerkt in één pedagogisch en didactisch kader. Er is één leiding en één ondernemingsplan. Daardoor is er sprake van een doorgaande lijn. Personeel wordt ingezet op grond van functionele specialismen. Het IKC is de hele werkdag en 52 weken per jaar open. De schoolbesturen ontwikkelen op eigen kracht hun eigen (brede) scholen door tot IKC's. Hiervan zijn Warande, Regenboog, Atolplaza, een aantal voorbeelden. Ook de M F A Zuiderzeewijk is in potentie hiervan een voorbeeld, al is het gebouw nog in aanbouw.
•
Versterken samenwerking MBO College Lelystad bij Brede School activiteiten, leder jaar worden vier stagières vanuit het R O C ingezet via Sportbedrijf Lelystad en ingezet bij buitenschoolse activiteiten. Daarmee blijft het versterken een aandachtpunt.
Financiën Vanuit de L E A 2013 zijn hiervoor geen aanvullende middelen ingezet.
3.
Passend onderwijs
Algemeen Passend onderwijs staat voor maatwerk in het onderwijs. Voor elk kind en iedere jongere onderwijs dat aansluit bij zijn of haar mogelijkheden en talenten. Met de invoering van passend onderwijs zijn samenwerkingsverbanden, en in het verlengde daarvan de schoolbesturen verantwoordelijk voor de interne leerlingenzorg en lichte en zware onderwijsondersteuning. Dit moet ertoe leiden dat kinderen zo regulier mogelijk naar school gaan, waar nodig met passende ondersteuning. Vanuit de L E A is in dit kader enerzijds ingezet op het versterken van passend onderwijs aan hoogbegaafden in Lelystad. Dit heeft ertoe bijgedragen dat alle basisscholen nu het digitaal handelingsprotocol hoogbegaafden gebruiken. Daarnaast is ingezet op het versterken van de kwaliteit van leerkrachten en het terugplaatsen van leerlingen vanuit het speciaal onderwijs naar regulier. Daarbij ligt de regie op passend onderwijs bij het onderwijs, maar heeft een sterke samenhang met gemeentelijke taken, zoals huisvesting, leerlingenvervoer en het jeugdbeleid/jeugdhulp. Over deze samenhang is een apart notitie opgesteld die ter informatie aan de raad is aangeboden ('Samenhang decentralisatie jeugdzorg en passend onderwijs').
*
Prioriteiten in 2013 • Verplichtingen onderwijs. De schoolbesturen zijn verantwoordelijk dat op 1 november 2013 de nieuwe samenwerkingsverband als rechtspersoon zijn ingericht. Dit is zowel voor het primair als het voortgezet onderwijs tijdig gerealiseerd. Daarnaast verplicht de wet samenwerkingsverbanden om een ondersteuningsplan op te stellen. De schoolbesturen in het samenwerkingsverband maken afspraken over hoe ze voor elke leerling zo goed mogelijk passend onderwijs kunnen realiseren. Z e leggen deze afspraken vast in een ondersteuningsplan. 1 februari 2014 is de uiterlijke datum voor het voorleggen van het concept ondersteuningsplan aan de ondersteuningsplanraad . Vervolgens moeten de samenwerkingsverbanden voor 1 mei 2014 het ondersteuningsplan hebben vastgesteld en naar de inspectie van het onderwijs gestuurd. Voor die tijd moet het ondersteuningsplan worden afgestemd met de gemeente en dat proces loopt nog. 1
De ondersteuningsplanraad is een vertegenwoordiging van ouders en personeel van de scholen binnen het samenwerkingsverband
7
Verzelfstandiging Steiger. In 2013 is duidelijk geworden dat de Praktijkschool de Steiger bestuurlijk zal worden overgedragen aan Eduvier. Na instemming van de M R zal naar verwachting met ingang van 1 augustus 2014 de verzelfstandiging ook gerealiseerd worden. Terugleiden van leerlingen. Vooruitlopend op passend onderwijs is het samenwerkingsverband P O bezig nieuwe arrangementen te ontwikkelen om leerlingen van het S ( B A ) 0 terug te plaatsen in het regulier onderwijs. De financiële ruimte binnen het samenwerkingsverband om dergelijke arrangementen te ontwikkelen is echter gering. De arrangementen die hierbij zijn ontwikkeld, kunnen daarna structureel uitgevoerd worden vanuit het samenwerkingsverband. In 2013 zijn 8 leerlingen teruggeplaatst, 2014 wordt gebruikt om dit voort te zetten binnen het beschikbaar gestelde budget. Er wordt daarbij een methodiek gehanteerd waarmee reguliere scholen goed in staat zijn tot oplossingen te komen en gerichte ondersteuning te bieden zodat de kinderen (7 van de 8 leerlingen tot nu toe) inderdaad op een reguliere school kunnen blijven. Deskundigheid leerkrachten. De inzet van passend onderwijs is om leerlingen zoveel mogelijk een passend ondersteuningsaanbod te geven binnen het regulier onderwijs. Dit betekent grotere of meer verschillen tussen leerlingen (in onderwijsbehoefte) in de klas. Vanuit de L E A is in 2013 ingezet op een verdere professionalisering van leraren binnen het V O om te kunnen omgaan met deze verschillen in de klas. Hoogebegaafden. Met de L E A is ingezet op het invoeren van het digitaal handelingsprotocol voor hoogbegaafden binnen de scholen, en is extra professionalisering geboden aan de schoolteams in het signaleren van hoogbegaafden en het bieden van passend onderwijs aan deze leerlingen. Met de laatste tranche in 2013 is gezorgd dat dit op alle scholen optimaal functioneert.
•
•
•
Financiën Vanuit de L E A is € 40.000 ingezet om 20 leerlingen terug te laten stromen van het speciaal (basis) onderwijs naar het reguliere primair onderwijs. Daarvan zijn nu 8 kinderen ook teruggeplaatst, de anderen volgens in het resterende schooljaar 2013/2014. De bevindingen hierover worden in september 2014 aan ons gerapporteerd. Conform afspraken hanteren nu alle scholen het digitaal handelingsprotocol waarmee het onderwijs aan hoogbegaafden is versterkt (€ 20.000). En leerkrachten in het V O (onderbouw) hebben op basis van de L E A bijdrage in 2013 (€15.000) extra scholing gekregen in het omgaan met verschillen.
4.
Voorkomen VSV
Algemeen Het aantal nieuwe voortijdige schoolverlaters laat voor Lelystad een lichte daling zien, en dat sinds een aantal jaren, van 395 jongeren in 2007/2008 naar 224 jongeren in 2012/2013, dat is een daling van maar liefst 43%. W e zitten dus op de goede weg, maar moeten fors blijven inzetten om deze daling voort te zetten. Dit is bereikt door onze eigen team leerplicht kwalitatief en kwantitatief op orde te krijgen, een heldere aanpak op verzuim als ook het versterken van de zorgstructuur in het voortgezet en beroepsonderwijs. Jaarlijks stelt het college een Bestedingen Nota Vangnet Kwetsbare Jongeren op, waar de bestrijding van voortijdig schoolverlaten onderdeel van uit maakt. Prioriteiten in 2013 •
VSV convenant. In regionaal verband is uitvoering gegeven aan de maatregelen uit het regionale V S V convenant . Daarbij is ook geïnvesteerd in de samenwerkingsrelaties met het V O en M B O (Lelystadse leerlingen gaan met name naar R O C Flevoland, Landstede en Deltion). De haalbaarheid van een regionaal bureau leerplicht wordt daarbij verkent.
•
Sturen op cijfers. Intensief zijn heel gericht aan de hand van de D U O lijsten met uitvallers het gesprek met de scholen gevoerd en zijn deze cijfers nader geanalyseerd. Dit gebeurt oa in het V O - M B O overleg waar de schoolleiders van de V O en M B O scholen in vertegenwoordigd zijn.
•
Sluitend vangnet kwetsbare jongeren. Het in 2012 geschetste perspectief voor de inrichting van een vangnet kwetsbare jongeren is in 2013 verder ingevuld. Centraal perspectief is dat expertise en ondersteuning voor jongeren die een startkwalificatie kunnen halen niet in aparte voorzieningen worden ondergebracht, maar nadrukkelijk binnen het onderwijs moeten worden georganiseerd. Voorzieningen specifiek voor jongeren die alleen een arbeidskwalificatie kunnen halen zullen nog wel buiten het onderwijs gerealiseerd blijven worden. In het verlengde daarvan is in 2013 door een werkgroep vanuit de onderwijsinstellingen (MBO en V S O ) een plan uitgewerkt om gericht te komen tot meer arrangementen om jongeren niet alleen toe te leiden naar een startkwalificatie, maar ook naar een arbeidskwalificatie en daarmee het vangnet verder te versterken. Dit plan wordt in 2014 bekrachtigd door de onderwijsbestuurders en uitgewerkt.
2
Het V S V convenant is op 28 maart 2012 ondertekent door de partners
8
•
Specifieke inzet op verzuim. Er is 'lik op stuk' beleid gevoerd bij verzuim met de 1,2, 3 aanpak. Ook is ingezet op een preventief spreekuur bij het V O en M B O met als doel het verzuim in een eerder stadium samen met het onderwijs een halt toe te roepen. Ook is in de zomervakantie middels de 'zomeractie' gezamenlijk met de onderwijspartners fors ingezet leerlingen actief toe te leiden naar vervolgonderwijs.
•
Zomertaalschool. In de hele keten (van peuterspeelzaalwerk, naar primair, voortgezet onderwijs en MBO) wordt ervaren dat het taalniveau van de leerlingen te laag is. Het risico is dat grote groepen leerlingen aan de (strengere) exameneisen niet gaan voldoen. Voor het inrichten van een Zomertaalschool (in de overgang tussen V O en MBO) om gericht de taalachterstanden van de nieuwe instroom in het M B O te versterken is door het V O een projectleider aangesteld die de Zomertaalschool in 2013/204 zal opzetten en realiseren. De bijdrage vanuit de L E A dient hierbij als vliegwiel op dit te kunnen starten, structureel zal het V O en M B O zelf voor de kosten zorgdragen.
Financiën Om verzuim en voortijdig schooluitval te voorkomen is in de zomer ten behoeve van de 'zomeractie' € 15.000 ingezet vanuit de LEA. Dit is conform de afspraken uit het uitwerkingsplan 2013. Voor het realiseren van een Zomertaalschool bij de overgang V O - M B O ten behoeve van het wegwerken van taalachterstanden, is € 20.000 ingezet, en wordt de Zomertaalschool aan het eind van schooljaar 2013/2014 gerealiseerd.
5.
VMBO / MBO / HBO / Arbeidsmarkt
Algemeen Een goed gekwalificeerde beroepsbevolking is essentieel voor de economische ontwikkeling van stad en regio. De kenniseconomie vraagt enerzijds een hoger gekwalificeerde beroepsbevolking. Meer doorstroom naar het hoger onderwijs is noodzakelijk. Dat maakt de inzet op het verder ontwikkelen van hoger onderwijs in Lelystad, en een goede doorlopende lijn van M B O naar H B O ook zo van belang en daarom werken het M B O College Flevoland en de Hogeschool Windesheim Flevoland intensief samen. Anderzijds kan deze kenniseconomie niet zonder goed gekwalificeerde ambachtslieden op (V)MBO niveau. Naast techniek, zijn handel, zorg, logistiek en maakindustrie belangrijke pijlers van de lokale economie. Met de ontwikkeling van de luchthaven, verbeterde spoor, weg en havenfaciliteiten krijgt de stad nieuwe economische kansen als onderdeel van de metropool Amsterdam. Het is van belang dat het opleidingenaanbod hierop (blijft) aansluiten. Prioriteiten in 2013 •
•
De samenwerking tussen het V M B O en M B O begint vorm te krijgen, mede in de vorm van een Technocampus en het Vakcollege. De ideeën van de Technocampus zijn niet alleen gericht op het (V)MBO maar hebben nadrukkelijk ook het oogmerk om leerlingen van het basisonderwijs kennis te laten maken met techniek, ook samen met het Vakcollege. Dit wordt een gezamenlijk opleidingscentrum voor technisch onderwijs waar vmbo scholen (SVOL), het M B O College Lelystad, verschillende (branche) opleidingsbedrijven, mogelijk het hbo en individuele regionale bedrijven gezamenlijk gebruik maken van de beschikbare technische voorzieningen. Ofwel toepassing van het principe facility sharing. Praktijkfaciliteiten en bijbehorende instructieruimten worden voor technische opleidingen in het Technocampus gebundeld onder één dak. Tevens wordt het Technocampus Lelystad een leer- en ontdekcentrum voor jongeren die nog moeten kiezen voor een beroepsrichting. Met de vorige L E A is een plan van aanpak voor de Technocampus ontwikkeld waar de partijen erg enthousiast over zijn. Bij de verdere inrichting van de Technocampus gaat het om het inrichten van een gebouw voor gedeeld beroepsonderwijs. Het M B O College maakt hiervoor een projectleider vrij die de opdracht heeft dit te realiseren (inrichten van gebouw en passende onderwijsprogramma's), evenals het betrekken van het bedrijfsleven hierbij. O m in de uitvoering (richting realisatie) verdere stappen te zetten is vanuit de L E A bijgedragen bij het scholen van de docenten van het V M B O en M B O voor 3 D printing en het werken met composieten. Voor Lelystad Airport zijn plannen opgesteld voor een Technocampus Lelystad Airport. Daarin wordt gewerkt aan opleidingsfaciliteiten, opleidingen en rekrutering van personeel ten behoeve van het onderhoud en reparatiebedrijven, de M R O sector, die zich steeds meer op de luchthaven vestigen. Deze plannen worden uitgewerkt met het bedrijfsleven op de luchthaven, de Schipholgroup, de provincie, Windesheim Flevoland en het 9
R O C - F l e v o l a n d / R O C van Amsterdam. Op termijn als de luchthaven volledig tot ontwikkeling is gekomen kan deze technocampus Lelystad Airport doorgroeien tot een breed opleiding- werk en trainingscentrum t.b.v. de luchthaven en het bedrijfsleven dat zich aan de technocampus Lelystad Airport verbind. •
Het M B O college Lelystad heeft met behulp van subsidie van de provincie Flevoland en de gemeente Lelystad het college for leadership uitgevoerd. De kern van het College4Leadership is een programma waarbij leerlingen in " M B O niveau IV aan de hand van elementen uit de topsport (doelen zetten, hard werken, focus etc.) beter in staat zijn hun opleiding af te ronden, zodat meer jongeren succesvol de overstap naar het H B O zullen zetten.
•
Met behulp van deze subsidie participeert het M B O college Lelystad en de gemeente Lelystad ook in het programma Compoworld. Het regionale onderwijsplan van Compoworld wordt uitgevoerd. M B O college werkt aan, een opleidings aanbod composiet onderwijs en mechanical engineering op niveau IV, dat voor het eerst in 2014 zal worden aangeboden. Ook wordt een Compocenter ontwikkeld. Met dit opleidingsaanbod krijgt het M B O college opleidingen die aansluiten bij de groeiende composietindustrie en onderhoud en reparatiewerk voor de luchthaven en watersport. Stimuleren van H B O onderwijs in Lelystad. Om hier uitvoering aan te geven is een plan van aanpak opgesteld, met onder meer het opzetten van een lectoraat Watermanagement en het realiseren van een tweetal minor's Leadership en Composieten. Hierbij wordt ook de doorgaande lijn van M B O naar H B O meegenomen. Windesheim heeft de minor Watermanagement in 2013 overgeheveld van Zwolle naar Lelystad. Een internationale groep studenten volgt deze minor. Deze minor is de eerste stap naar een breder aanbod Watermanagementopleidingen dat Windesheim Flevoland i.s.m. de "waterinstellingen", in de stad gaat ontwikkelen. Daarbij zijn in 2013 bij 40 bedrijven en instellingen in totaal 69 comakerships in de stad gerealiseerd. Een voorbeeld is de samenwerking tussen Windesheim en obs De Albatros en obs Grundel in het inzetten van studenten om ouderbetrokkenheid verder vorm te geven. Om comakerships in Lelystad te stimuleren zijn 7 vouchers a € 1.500 beschikbaar gesteld. Instellingen uit Lelystad die van de expertise van studenten via een comakership gebruik willen maken, konden voor cofinanciering een beroep hierop doen.
•
•
•
Promoten van techniekonderwijs. Vanaf 2015 wordt een landelijk tekort van 170.000 mensen in de techniek verwacht. Ook Lelystadse leerlingen volgen eerder een economische opleiding dan een technische opleiding, terwijl voor Lelystad er in het bijzonder kansen liggen op de arbeidsmarkt in de Logistiek en Techniek sector. Dus is het van belang extra in te zetten op het promoten en aantrekkelijk maken van techniek onderwijs. Dit gebeurt vanuit promotie activiteiten van het Vakcollege en Technocentrum gericht op leerlingen van het primair onderwijs. En daarnaast wordt vanuit het M B O College Lelystad ingezet om met een Techniekdag voor leerlingen uit het P O A / O techniek extra te promoten. Daarbij wordt de techniek achter de attracties van Walibi Holland gebruikt. Hiervoor wordt door het M B O College Lelystad een plan opgesteld en deze dag zal in het voorjaar van 2014 plaatsvinden. Het Techniekpact 2020 uit het regeerakkoord, sluit aan bij de aandacht voor Techniek in Lelystad. Voor Flevoland is een gezamenlijke uitvoeringsagenda opgesteld waarin langs een drietal thema's in de periode 2013-2020 gewerkt zal worden op Techniek te bevorderen. De thema's zijn: kiezen voor techniek, leren in de techniek en werken in de techniek. De samenwerking tussen bedrijfsleven en onderwijsinstellingen in de stad begint tot ontwikkeling te komen. Er is echter nog een uitdagend traject te gaan om de werelden van beroepsonderwijs en bedrijfsleven meer met elkaar te verknopen.
Financiën Voor het stimuleren dat Lelystadse instellingen gebruik maken van de expertise van H B O studenten is vanuit het uitwerkingsplan L E A 2013 voor cofinanciering van comakerships € 15.000 beschikbaar gesteld, maar is voor € 13.250 gebruik gemaakt van de regeling. De andere comakerships zijn zondeDr aanvullende subsidie tot stand gekomen. Conform de afspraken uit het uitwerkingsplan is € 20.000 ingezet voor het verder voorbereiden van een Technocampus en het versterken van de samenwerking van techniek onderwijs. Voor het promoten van techniekonderwijs door het Vakcollege en Technocentrum, en door een Techniekdag is € 27.000 uitgegeven.
10
6.
Huisvesting
Algemeen Jaarlijks wordt middels het Integraal Huisvestingsplan (IHP) aan de raad voorgesteld welke nieuwe investeringen nodig zijn. Eind 2012 heeft de raad een beleidskader vastgesteld voor onderwijshuisvesting waarin onder andere actief leegstandsbeleid, geen investeringen in het gebouw van kleine scholen als ook een bepaald duurzaamheidsniveau als belangrijke kaders zijn vastgesteld. In 2013 is de daarbij behorende verordening Onderwijshuisvesting vastgesteld. De aanvragen voor huisvestingsvoorzieningen die in het kader van het IHP worden ingediend worden aan de uitgangspunten van het beleidskader getoetst. Dit heeft in het IHP 2013 al geleid tot een scherpere financiële afweging op basis waarvan een aantal stevige besparingen zijn gerealiseerd. Zo zijn de renovatie-investeringen in het gebouw van basisschool de Brink heroverwogen en zijn aanvragen om uitbreiding van de capaciteit van een aantal basisscholen afgewezen en toegekend in de vorm van medegebruik van leegstaande lokalen elders. Door af te zien van nieuwbouw voor het Asterisk (cluster IV) onderwijs is eveneens een aanzienlijke besparing gerealiseerd. Ten aanzien van het Voortgezet Onderwijs zijn met de vaststelling van het IHP in 2013 duidelijke kaders verbonden aan de financiering van de plannen van de S V O L . De gemeente is nog steeds in afwachting van deze plannen. Prioriteiten in 2013 •
De verordening Onderwijshuisvesting is in 2013 herzien. De verordening is aangepast aan het beleidskader, geactualiseerd naar aanleiding van aanpassingen in de modelverordening en in overeenstemming gebracht met de gemeentelijke besluitvormingsprocedure rondom de kadernota / programmabegroting
•
Toekomstplannen SVOL. Middels het laatste IHP en de daarop volgende besluitvorming in de gemeentelijke begrotingscyclus heeft de gemeenteraad besloten gefaseerd maximaal € 18 miljoen ten behoeve van de renovatie en aanpassing van de bestaande gebouwen op de bestaande locaties beschikbaar te stellen. In het IHP zijn voorwaarden gesteld voor de beschikbaarstelling van de genoemde bedragen. De gemeente is nog steeds in afwachting van de plannen van de S V O L . In een eerder bestuurlijk overleg heeft S V O L aangegeven dat zij in maart 2014 de plannen van de eerste fase gereed wil hebben. De S V O L heeft inmiddels aangegeven dat de plannen verwacht worden in augustus 2014. De S V O L steekt in de eerste fase in op de onderwijsontwikkeling binnen het V M B O . Bij de eerste fase wordt tevens de huisvesting van het Aurum betrokken.
•
Praktijkvoorzieningen onderwijs. In 2013 is onderzocht hoe door slimmer combineren voorzieningen kunnen worden samengevoegd en/of dat hier sprake kan zijn van medegebruik. Doel is om met hetzelfde of minder geld een goed structureel aanbod voor praktijkvoorzieningen te creëren. In het eerste kwartaal 2014 heeft de raad ingestemd met het kopen van het leegstaande pand aan de Vaartweg 67. Dit pand biedt goede mogelijkheden voor de huisvesting van de praktijklokalen van zowel Concern voor Werk, het Werkbedrijf Lelystad, als de praktijklokalen van de school voor Praktijkonderwijs De Steiger als en van het speciaal onderwijs Eduvier. Deze bundeling van krachten levert een kostenbesparing op, en heeft bovendien voordelen voor het gezamenlijk aanbod van praktijktrainingen en opleidingen. Daarnaast is het gebouw aan de Vaartweg voor alle vier de partijen een stap vooruit in de huisvesting.
•
MFA Zuiderzeewijk. In de Zuiderzeewijk wordt een multifunctionele accommodatie gerealiseerd waarin de openbare basisschool de Vuurtoren en christelijke basisschool Ichthus worden gehuisvest. De M F A Zuiderzeewijk zal voor in totaal 12 groepen voor primair onderwijs worden gerealiseerd. Daarnaast zal de M F A een 1,3 gymzaal, een dubbele speelzaal en ruimten voor kinderopvangvoorzieningen van S K L omvatten. De M F A zal bestaan uit twee aparte gebouwen. De scholen, speelzaal en de kinderopvangvoorzieningen worden samen gehuisvest in het gebouw Kindcentrum Zuiderzee. De gymvoorziening wordt, samen met ondermeer het buurthuis, gerealiseerd in het gebouw Wijkcentrum Zuiderzee. De bouw van het Kindcentrum start in het eerste kwartaal van 2014.
11
•
MFA Warande. W e zien het afgelopen jaar een ontwikkeling waarbij sprake is van een versnelde groei van het tijdelijke kindcentrum in Warande naar inmiddels 158 leerlingen bij de start van schooljaar 2013 - 2014. Dit komt deels door een versnelde overgang van leerlingen van Tjotter Buiten. Het versterkt het beeld dat er voor de M F A Warande binnen afzienbare tijd een permanente oplossing moet komen. Met Stichting S c h O O L is afgestemd dat in de eerste fase met de bouw van 12 groepsruimten gestart kan worden. Daarnaast heeft S K L aangegeven tenminste 3 groepsruimten te willen afnemen. Dit is ook het uitgangspunt geweest van de uitvraag aan de markt om te komen met een voorstel (schetsontwerp) dat in de eerste helft van 2014 verder uitgewerkt wordt. Met een eerste omvang van 12 groepen, wordt recht gedaan aan de eis van de raad, verwoord in het amendement van bij het raadvoorstel van oktober 2012, om niet te bouwen voor leegstand. Verder wordt uitgegaan van een maximaal flexibele uitbreiding, waardoor wordt aangesloten bij de ontwikkeling van de leerlingaantallen.
•
Overheveling van middelen. In het regeerakkoord is opgenomen dat in lijn met de motie Van Haersma Buma middelen uit het gemeentefonds worden overgeheveld naar de P O scholen ten behoeve van het buitenonderhoud. Dit vindt per 1 januari 2015 plaats.
•
Aurum college. Het Aurum college biedt onderwijs voor leerlingen cluster 4 op H A V O / V W O niveau met een stoornis in het autistische spectrum. Het Aurum college is op dit moment gevestigd in tijdelijke gehuurde noodlokalen. De vergunning en het huurcontract loopt af per augustus 2014. Conform de gemeentelijke beleidslijn om zoveel mogelijk de bestaande capaciteit (leegstand) in te zetten (in plaats van nieuwbouw) is in het IHP mede met het oog op de invoering van passend onderwijs besloten de huisvestingsbehoefte van Aurum op te lossen binnen de overcapaciteit van de S V O L . De S V O L kent een normatieve overcapaciteit van ruim 6.000 m waarbinnen de structurele huisvestingsvraag kan worden opgelost. Nieuwbouw of tijdelijke bouw voor het Aurum College is door de beschikbare overcapaciteit dan ook niet aan de orde. S V O L en Eduvier hebben aangegeven dat gezien de ontwikkelingen en het tijdpad van enerzijds Passend Onderwijs en anderzijds het van de uitwerking van de toekomstplannen van de S V O L niet voor 2 helft 2014 met een uitwerking over de structurele oplossing te kunnen komen. 2
e
Financiën De financiën van de verschillende prioriteiten die betrekking hebben op huisvestingsvoorzieningen lopen via het IHP.
12
7. Samenvatting van de resultaten uit het Uitwerkingsplan 2013
Dossier
Inzet LEA
Afspraak Stedelijke opvangstructuur
1. W E
€ 20.000
v o o r neveninstromers (leerlingen rechtstreeks uit het buitenland)
Resultaat 2013 Onderzoek uitgevoerd Tijdelijk gestart o p de V u u r t o r e n
€ 20.000
Uitwerking in schooljaar 2 0 1 4 / 2 0 1 5 gerealiseerd
2. Brede School
€ 40.000
3. Passend
20 leerlingen in regulier (terug
8 leerlingen terug geplaatst
van S B A O / S O ) e n o m s c h r e v e n
Overige leerlingen volgen in resterend schooljaar
arrangementen
Rapportage over ervaringen in s e p t e m b e r 2014
€ 40.000
Digitaal handelingsprotocol tbv € 20.000
onderwijs
hoogbegaafden ingevoerd o p
Protocol is ingevoerd o p alle scholen
€ 20.000
Leerkrachten hebben scholing hierop ontvangen
€ 15.000
Extra inzet leerplicht
Extra inzet tbv de Zomeractie
€ 15.000
Realisatie Zomertaalschool V O -
Projectleider aangesteld d o o r V O
MBO
Start Zomertaalschool eind schooljaar 2 0 1 3 / 2 0 1 4
alle scholen Bevorderen van de € 15.000
deskundigheid v a n leerkrachten SVOL
€ 15.000 4. VSV € 20.000 € 20.000
5. ( V ) M B O / H B O
€ 28.000
€ 15.000
V o o r b e r e i d e n van e e n Techniekcampus
Gezamenlijke scholing d o c e n t e n
Promotie in het P O , W e e k van
De 'Walibi techniek dag' zal in het t w e e d e deel
de Techniek e n Techniekdag
van het schooljaar 2 0 1 3 / 2 0 1 4 plaatsvinden
aan de hand van de techniek
Promotie van Techniek in PO heeft middels de
aanwezig in W a l i b i Holland
W e e k van de Techniek aandacht gekregen
Bieden van cofinanciering v o o r
Bij 4 0 bedrijven e n instellingen zijn in totaal 69
comakerships in Lelystad
comakerships in de stad gerealiseerd
€ 20.000 € 20.000
€ 27.000
€13.250
6. Huisvesting In kunnen spelen op Onvoorzien
€ 7.000
actualiteiten e n o n v o o r z i e n e ontwikkelingen
TOTAAL
€ 200.000
A a n b i e d e n 'mijn eerste V a n Dale' aan W E locaties, ontwikkelen van e e n f i l m ter p r o m o t i e van techniek in het PO e n b e h o u d e n v a n
€ 6.400
b e s t a n d s o p b o u w tbv de o n d e r w i j s m o n i t o r € 196.650
13
8.Terugblik op de hoofdthema's van de kadernota A. Kwalitatief goed onderwijs Centrale doelstelling: optimaal benutten van talenten van alle kinderen van 0 tot 23 jaar door goed en opbrengstgericht onderwijs door gemotiveerde en deskundige leerkrachten. Kwalitatief goed onderwijs is van groot belang voor de toekomst van een stad, voor de toekomst van de jongeren. Bij de kadernota waren op dat moment (2010) van de 39 basisscholen (inclusief speciaal basisonderwijs) slechts 25 'groen', dus goed beoordeeld. Er waren 10 scholen 'oranje', dus zwak en 4 scholen 'rood', en daarmee zeer zwak. Dit betekende in dat in Lelystad bijna 26% van de scholen zwak was en 10% zeer zwak. Ter vergelijking landelijk was 5,9% van de scholen zwak, en 1,3% van de basisscholen zeer zwak. Nu ziet dat beeld er duidelijk anders uit. Begin 2014 zijn van de (inmiddels) 38 basisscholen nu 35 'groen' en dus goed beoordeeld, en 3 zwak. En Lelystad heeft geen 'zeer zwakke' scholen meer! Dat betekent dat het aantal zwakke scholen van 26% naar 7,8% is gedaald! Een mooi resultaat waar door het onderwijs hard aan is gewerkt. W e zitten echter nog altijd boven het landelijke gemiddeld, omdat landelijk het aantal zwakke scholen is gedaald naar 2,0%. Dat betekent dat we ondanks deze mooie resultaten nog steeds een uitdaging hebben de kwaliteit van de basisscholen te versterken. Als prioriteiten binnen dit thema vanuit de kadernota zijn drie punten genoemd: 1. Gemotiveerde en deskundige leerkrachten en schooldirecteuren de komst van Windesheim naar Lelystad is binnen de kadernota op thema genoemd, omdat daar ook de P A B O onder valt: "dit biedt in dit kader kansen. Niet alleen om te investeren in een instroom van kwalitatief goede leerkrachten, maar ook in ondersteuning van de schoolbesturen in mobiliteit, opleiding, vaardigheden en motivatie van de huidige leerkrachten." Dat heeft ook inderdaad plaatsgevonden. Via 'opleiden in de school' werken scholen intensief samen met Windesheim waarin duale traject worden ingezet met betrekking tot het scholen van zij-instromers, en ook schoolt de pabo de "opleidingsleerkrachten" in de scholen om goede begeleiding te beiden aan nieuwe leerkrachten. 2. W E en taalonderwijs In de kadernota is opgenomen dat met name de taaiprestaties van de leerlingen op basisscholen achterblijven. "Hier zal nog hard aan gewerkt moeten worden" staat te lezen. Ook dat is gebeurd. In 2012 zijn hierover met de betrokken partners prestatieafspraken gemaakt, met als gezamenlijke ambitie: in 2015 stroomt 97% van de doelgroepkinderen zonder achterstand groep 3 van de basisschool in. Deze ambitie is door alle betrokkenen bij W E ondertekend, en er wordt hard gewerkt om dit te realiseren. Inmiddels is het bereik van W E bijvoorbeeld gestegen van 16% in 2002 naar bijna 80% in 2012, zijn er sluitende afspraken gemaakt tussen het consultatiebureau en de peuterspeelzaal, is het taalniveau van de leidsters verbeterd, en zijn er extra HBO'ers ingezet in de peuterspeelzalen ter versterking van het aanbod. In het tweede kwartaal 2014 wordt de stand van zaken neergelegd bij de raad, evenals en voorstel voor de periode 2014-2015. Op dit moment worden de W E locaties bezocht door de onderwijs inspectie, die vrij positief lijkt over de gerealiseerde aanpak. De bevindingen van de inspectie zullen in het voorstel aan de raad worden meegenomen. 3. Onderwijs monitor: in de kadernota is de ambitie verwoord dat de kwaliteit en de opbrengsten inzichtelijk worden gemaakt, dit mede op verzoek van de gemeenteraad. Inderdaad is er een onderwijsmonitor opgezet, die de opbrengsten voor de hele onderwijsketen inzichtelijk maakt. Deze is in 2010 en 2012 verschenen, en zal in het tweede kwartaal 2014 opnieuw verschijnen. Daarnaast nemen nu naast de voortgezet onderwijs scholen, ook de primair onderwijs scholen deel aan 'Vensters voor Verantwoording'. Via deze website (zie www.scholenopdekaart.nl) worden voor ouders verschillen tussen de scholen inzichtelijk gepresenteerd.
14
B. Horizontale samenwerking versterken Centrale doelstelling: goede afstemming tussen de instellingen/partijen die op het zelfde moment activiteiten voor een kind aanbieden om de talentontwikkeling van kinderen optimaal te bevorderen. En voor elk kind wordt eventuele zorg en ondersteuning zo georganiseerd dat het kind zo goed mogelijk naar school kan Als prioriteiten binnen dit thema vanuit de kadernota zijn vier punten genoemd: 4. Partnerschap met ouders versterken. In de kadernota is aangegeven dat het belangrijk is dat ouders door de school worden betrokken als gesprekspartner over schoolbeleid, maar ook over de ontwikkeling van de leerling. Dit hebben de schoolbesturen voor belangrijke mate zelf opgepakt. Onder begeleiding van C P S is bijvoorbeeld de Boeier gestart met het voeren van kennismakingsgesprekken met ouders, niet alleen in groep 1, maar in alle groepen. Zij zien dit als de start van een goede samenwerking tussen ouders en leerkracht waarbij het kind centraal staat. Ook voorschools is het partnerschap met ouders versterkt. Zo gaan de leiderster van W E peuterspeelzalen bij alle ouders op huisbezoek als het kind op een zaal gaat beginnen. Het versterken van het partnerschap met ouders blijft een belangrijk aandachtspunt om gezamenlijk te kunnen bijdragen aan de ontwikkeling van het kind. 5. Dag arrangementen Brede School. Tweederde van de basisscholen in Lelystad is inmiddels een 'brede' school. Dat betekent dat ze naast de reguliere onderwijs werkzaamheden binnen schooltijd actief samenwerken met andere instellingen om ook buiten schooltijd tot een interessant aanbod te komen voor de kinderen, gericht op de talentontwikkeling van kinderen. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om extra aandacht voor cultuur, sport, techniek, milieueducatie en dergelijke. In december 2013 heeft een herijking van bestaand beleid plaatsgevonden, waarbij nog nadrukkelijker de regie op de uitvoering van brede school bij het onderwijs zelf is neergelegd. Stichting School heeft dit actief opgepakt onder de naam School in Verbinding, waar de andere schoolbesturen bij aanhaken. Ook heeft de raad met de herijking de criteria vastgesteld om voor de gemeentelijke subsidie in aanmerking te komen. In het vierde kwartaal van 2014 wordt een nieuw beleidskader aan de raad aangeboden op basis van een evaluatie van de afgelopen periode. 6. Zorg op en rond de school en passend onderwijs. O m de samenhang tussen passend onderwijs en de decentralisatie jeugdzorg te benoemen is een apart notitie opgesteld, met een gedeelde opgave bij de beide trajecten. Ook zijn zeven thema's benoemd waarop de samenhang tussen de beide trajecten wordt bewaakt. Vanuit de uitwerkingsplannen is scholing voor leerkrachten ingezet, alsook de terugplaatsing van leerlingen uit het speciaal onderwijs versneld mogelijk gemaakt. In het kader van passend onderwijs is daarnaast specifiek aandacht besteed aan hoogbegaafden. Het onderwijs is in samenwerking met de Universiteit van Twente een nieuwe (digitale) onderwijsomgeving aan het ontwikkelen onder de naam Be Cool. Daarbij is vanuit de uitwerkingsplannen gerealiseerd dat alle basisscholen getraind zijn in, en werken met een digitaal handelingsprotocol om snel hoogbegaafdheid te signaleren bij kinderen en hen een passend aanbod te kunnen bieden. 7. Harmonisatie van de voorschool. De ouder bijdrage voor peuterspeelzaalwerk wordt in twee stappen verhoogd in de richting van de ouderbijdrage voor de kinderopvang. Dit past in het idee van harmonisatie en werkt toe naar één voorschoolse voorziening voor alle kinderen. Over verdere harmonisatie is landelijk veel discussie. Daarbij gaat het niet alleen om de harmonisatie van de voorschool, maar ook de samenhang met het onderwijs. Daarbij wordt gesproken over de vorming van een Integraal Kind Centrum (IKC). In Lelystad hebben de schoolbesturen met de S K L gezamenlijk benoemd wat zij met elkaar onder een IKC verstaan: hef IKC is een voorziening voor alle kinderen van 0-12 jaar. Het biedt een aanbod waarbij de brede ontwikkeling van het kind centraal staat. Er zijn geïntegreerde arrangementen en er is sprake van naadloze overgangen. Het IKC werkt op basis van één visie, uitgewerkt in één pedagogisch en didactisch kader. Er is één leiding en één ondernemingsplan. Daardoor is er sprake van een doorgaande lijn. Personeel wordt ingezet op grond van functionele specialismen. Het IKC is de hele werkdag en 52 weken per jaar open. De schoolbesturen ontwikkelen op eigen kracht hun eigen (brede) scholen door tot IKC's. Hiervan zijn Warande, Regenboog, Atolplaza, een aantal voorbeelden. Ook de M F A Zuiderzeewijk is in potentie hiervan een voorbeeld, al is het gebouw nog in aanbouw.
15
C. Verticale samenwerking versterken Centrale doelstelling: door samenwerking en afstemming wordt zoveel mogelijk een doorgaande en ononderbroken ontwikkelingslijn gegarandeerd voor alle kinderen en jongeren van 0 tot 23 jaar. Als prioriteiten binnen dit thema vanuit de kadernota zijn vier punten genoemd: 8. Doorlopende lijn voorschoolse voorzieningen - basisschool. Er is een sluitende aanpak tussen het consultatiebureau en de W E peuterspeelzalen. Peuters die extra ondersteuning kunnen gebruiken bij de voorbereiding op de basisschool, worden zo actief toegeleid. Ook de overdracht van de peuterspeelzaal naar de basisschool is versterkt. Er is een overdrachtsdocument ontwikkeld, en ook de inhoudelijke samenwerking is versterkt. De meest vergaande vorm daarin is de 'nulgroep' bij de Optimist waarin een leerkracht van de Optimist samen met de leidster van de Piraat de peuters begeleid op de groep. 9. Doorlopende lijn primair onderwijs - voortgezet onderwijs. Bij de overdracht wordt Digidoor gebruikt om informatie over kinderen zorgvuldig over te dragen. Naast deze informatie overdracht, vindt voor een aantal leerlingen ook een warme overdracht plaats. Met vrijwilligers worden kwetsbare leerlingen met School's Cool extra ondersteund bij de overgang van primair naar voortgezet onderwijs. 10.Doorlopende lijn voortgezet - beroepsonderwijs. De samenwerking tussen het V M B O en M B O begint vorm te krijgen, mede in de vorm van een Technocampus en het Vakcollege. Deze Technocampus wordt een gezamenlijk opleidingscentrum voor technisch onderwijs waar vmbo scholen (SVOL), het M B O College Lelystad, verschillende (branche) opleidingsbedrijven, mogelijk het hbo en individuele regionale bedrijven gezamenlijk gebruik maken van de beschikbare technische voorzieningen. Praktijkfaciliteiten en bijbehorende instructieruimten worden voor technische opleidingen in het Technocampus gebundeld onder één dak. Tevens wordt het Technocampus Lelystad een leer- en ontdekcentrum voor jongeren die nog moeten kiezen voor een beroepsrichting. Bij de verdere inrichting van de Technocampus gaat het om het inrichten van een gebouw voor gedeeld beroepsonderwijs. Het M B O College maakt hiervoor een projectleider vrij die de opdracht heeft dit te realiseren (inrichten van gebouw en passende onderwijsprogramma's), evenals het betrekken van het bedrijfsleven hierbij. 11.Voorkomen van voortijdig schoolverlaten. Het aantal nieuwe voortijdige schoolverlaters laat voor Lelystad een lichte daling zien, en dat sinds een aantal jaren, van 395 jongeren in 2007/2008 naar 224 jongeren in 2012/2013, dat is een daling van maar liefst 43%. W e zitten dus op de goede weg, maar moeten blijven inzetten om deze daling voort te zetten. Dit resultaat is bereikt door onze eigen team leerplicht kwalitatief en kwantitatief op orde te krijgen, een heldere aanpak op verzuim als ook het versterken van de zorgstructuur in het voortgezet en beroepsonderwijs. Daarnaast stelt het college een Bestedingen Nota Vangnet Kwetsbare Jongeren op, waar de bestrijding van voortijdig schoolverlaten onderdeel van uit maakt. Het V S O en M B O werken daarbij samen om jongeren niet alleen richting een startkwalificatie te begeleiden, maar ook richting 'arbeidskwalificatie' op het moment dat dat voor jongeren het hoogst haalbare is. Dit vraagt om passende arrangementen die zij in gezamenlijkheid ontwikkelen. Dit versterkt ons Vangnet Kwetsbare Jongeren. In regionaal verband is een regionale V S V convenant afgesloten met een gezamenlijke inzet op het verlagen van het aantal V S V ' e r s . Daarbij wordt ook geïnvesteerd in de samenwerkingsrelaties met het V O en M B O (Lelystadse leerlingen gaan met name naar R O C Flevoland, Landstede en Deltion). 3
Het V S V convenant is op 28 maart 2012 ondertekent door de partners
16
D. Hoogwaardig aanbod en goede infrastructuur Centrale doelstelling: Lelystad is een aantrekkelijke onderwijsstad en beschikt over een optimaal aanbod zowel qua huisvesting als qua opleidingen. Prioriteiten: 12. Ontwikkeling van HBO in Lelystad. O m hier uitvoering aan te geven is een plan van aanpak opgesteld, met onder meer het opzetten van een lectoraat Watermanagement en het realiseren van een tweetal minor's Leadership en Composieten. Hierbij wordt ook de doorgaande lijn van M B O naar H B O meegenomen. Windesheim heeft de minor Watermanagement in 2013 overgeheveld van Zwolle naar Lelystad. Een internationale groep studenten volgt deze minor. Deze minor is de eerste stap naar een breder aanbod Watermanagementopleidingen dat Windesheim Flevoland i.s.m. de "waterinstellingen", in de stad gaat ontwikkelen. Wat betreft de comakerships zijn in 2013 bij 40 bedrijven en instellingen in totaal 69 comakerships in de stad gerealiseerd. 13. Onderwijs rond Lelystad Airport. Voor Lelystad Airport zijn plannen opgesteld voor een Technocampus Lelystad Airport. Daarin wordt gewerkt aan opleidingsfaciliteiten, opleidingen en rekrutering van personeel ten behoeve van het onderhoud en reparatiebedrijven, de M R O sector, die zich steeds meer op de luchthaven vestigen. Deze plannen worden uitgewerkt met het bedrijfsleven op de luchthaven, de Schipholgroup, de provincie, Windesheim Flevoland en het R O C - F l e v o l a n d / R O C van Amsterdam. Op termijn als de luchthaven volledig tot ontwikkeling is gekomen kan deze technocampus Lelystad Airport doorgroeien tot een breed opleiding- werk en trainingscentrum t.b.v. de luchthaven en het bedrijfsleven dat zich aan de technocampus Lelystad Airport verbind. 14. Huisvesting. Eind 2012 heeft de raad een beleidskader vastgesteld voor onderwijshuisvesting waarin onder andere actief leegstandsbeleid, geen investeringen in het gebouw van kleine scholen als ook een bepaald duurzaamheidsniveau als belangrijke kaders zijn vastgesteld. Dit heeft al geleid tot een scherpere financiële afweging op basis waarvan een aantal stevige besparingen zijn gerealiseerd. Zo zijn de renovatie-investeringen in het gebouw van basisschool de Brink heroverwogen en zijn aanvragen om uitbreiding van de capaciteit van een aantal basisscholen afgewezen en toegekend in de vorm van medegebruik van leegstaande lokalen elders. Door af te zien van nieuwbouw voor het Asterisk (cluster IV) onderwijs is eveneens een aanzienlijke besparing gerealiseerd. Ten aanzien van het Voortgezet Onderwijs zijn met de vaststelling van het IHP in 2013 duidelijke kaders verbonden aan de financiering van de plannen van de S V O L . De gemeente is nog steeds in afwachting van deze plannen. In de afgelopen periode zijn ook Atolplaza en de Zevenster gerealiseerd, en is de bouw van de M F A Zuiderzeewijk ook begonnen.
17