Le(e)therJournaal Nieuwsbrief van de familie Le(e)ther Red.: Frank D.P.M. Lether Dorpsstraat 143, 3751 EP Bunschoten, T 033 245 05 10 E
[email protected]
Bij dit nummer Lieve en beste familie, Tussen dit en het vorige nummer kwamen wij weer in het bezit van allerhande informatie en foto’s. Dat was reden om onze familiedossiers weer eens aan te vullen. In dit nummer een overzicht van de dossiers die werden uitgebreid. We schreven het al eerder, familie historie alleen een droge opsomming zijnde van geboorte-, huwelijks- en overlijdensdata zijn het minst interessante. Het gaat om de mensen en verhalen er achter. Van de 1.021 personen in onze stamboom hebben we maar van 321 een foto. Dus altijd leuk om -in dit geval via Internet- weer eens een foto tegen te komen van een familielid. Zo kwam ik onlangs de roodharige 15 jaar oude Nanouschka tegen, dochter van Aschwin Arrelin Lether en Marianne van den Brink uit Nederland. Aschwin heeft een klussenbedrijf en deed jaren geleden met zijn vader Cees bij ons al eens een grote verbouwing. Er kwam een Amerikaanse Loether voorbij, benieuwd of we die ooit aan de Duitse kunnen koppelen. Verwandt is een nieuwe Duitse website. Daarop de familienaam ingevend krijg je een overzicht van de spreiding van familie in dat land. Gingen we de vorige keer uitgebreid in op Solms-Braunfels, in dit nummer weer eens aandacht voor Brummen. Onze voorvaders Heinrich Daniël en Ceasar Christoph waren dagloners. Wat was dat voor een beroep?
Familiedossiers In de navolgende familiedossiers zijn de afgelopen periode items toegevoegd: 1749 Heinrich Daniël 1851 Johan 1868 Gerrit Jan 1870 Elisabeth L.M. Gautzsch-Lether 1875 Geurdina H. Gieteling-Lether 1878 Cesar Christoffel Barend 1879 Johan 1881 Anna G. Sheperd-Lether 1883 Gerrit 1884 Mecheltje Dufrenne –Lether 1890 Herman Martijn 1894 Gerritje van Reeken-Lether 1895 Johanna H. Grondel-Lether 1895 Johan Christiaan 1896 Jan Willem 1902 Engelberta J.E. Klasson-Lether 1903 Willem 1903 Cesar Christoffel Barend 1908 John 1910 Marie Theunissen-Lether 1919 Anna D. Varley-Lether
1920 Dirk Jan 1920 Harvey 1921 Berend Jan 1921 Hendrik Daniël 1922 Clasina M. Pepers-Lether 1924 Gerard Hendrik 1926 Antoon 1929 Johannes 1933 Aaltjen Lohstein-Lether 1946 Frank D.P.M. 1948 Kathryn L. Fullmer-Lether 1948 Martinus 1950 Steve Louis 1957 Onno Ivo 1961 Ingrid C. Borst-Lether 1962 Martin Robert 1963 Thomas 1966 Gordon 1981 Jeremy 1990 Daniël A.M. 1993 Mason Thomas
naam gewijzigd: 1910-07-24 Marie Theunissen-Lether in 1910-07-24 Marie Hartgers-Theunissen-Lether
Foto’s Een ander prettig fenomeen is dat we af en toe foto’s toegestuurd krijgen die we al hebben, maar van een betere kwaliteit of te wel meer kb’s of mb’s blijken te zijn. Dat is altijd prettig, kijk maar een naar het verschil tussen deze twee foto’s. De rechtse ontvingen we onlangs van Steve Sheperd.
Het betreft hier overigens het gezin van John Lether en Grada W. Lamers met hun kinderen (staand v.l.n.r.: Henry, John (jr) Martin en Anna Dorothy; en zittend Mary Grace, Grada, Irene en John).
Familienamen in Duitsland Naamkunde is als Namenforschung in Duitsland een fundamentele wetenschap. Zeer voortvarend en uiterst consciëntieus heeft een team van onderzoekers in de afgelopen jaren aan de Akademie für Wissenschaften in Mainz aan de samenstelling van een familienamenatlas gewerkt - der Deutscher Familiennamenatlas (DFA). De betekenis van Duitse familienamen kan momenteel worden opgezocht in het naslagwerk Duden Familiennamen (Herkunft und Bedeutung von 20000 Nachnamen), samengesteld door Rosa en Volker Kohlheim. De dure delen van de DFA zullen in Nederland moeilijk raadpleegbaar zijn. Wie evenwel een naam op een verspreidingskaart in Duitsland wil zien kan gebruik maken van: http://www.verwandt.de/karten/
Geografisch Brummen Beïnvloed door adellijke families Het dorp Brummen bestaat uit de kernen Brummen, Hall en Eerbeek en de buurtschappen Empe, Voorstonden, Tonden, Oeken, Rhienderen, Cortenoever, Leuvenheim en Coldenhove. De geschiedenis van Brummen is sterk verweven met de aanwezigheid en de historie van aanzienlijke adellijke families. In veel van deze gehuchten vinden we onze familieleden om vroegere tijden terug. Brummen wordt voor de eerste maal in een akte genoemd in oktober van het jaar 794, als de bekende prediker Liudger van de Hamelantse graaf Wrachar de villa 'Brimnum' krijgt. Brimnum hoort bij de goederen onder Wichmond en betekent 'rand' of 'boord'. Het is gelegen aan de rand van het graafschap Hamelant. In 797 worden aan Liudgers bezittingen ook nog de hoven Occini (Oeken) en Huleri toegevoegd. Rheneri (Rhienderen) zal daar in 799 nog bij komen. De Marken Eerbeek en Leuvenheim worden in 1046 en 1042 voor het eerst in een akte genoemd. De andere buurtschappen zouden ook in de tiende of elfde eeuw zijn ontstaan. Een eeuw later zijn waarschijnlijk ook de acht marken van Brummen ontstaan, die allemaal de naam van een kern of buurtschap dragen. Landhuizen en kastelen Brummen kent van oudsher een aantal kastelen en grote landhuizen. Dit zijn bijvoorbeeld 'Spaensweerd', voor het eerst genoemd in 1326 en 'De Engelenburg', voor het eerst genoemd in 1527. En in Leuvenheim de havezathe 'De Rees', die in 1441 wordt genoemd en 'De Wildbaan', genoemd in 1535. Eerbeek kende het kasteel 'Coldenhove' (eeuwen geleden al door brand verwoest) en heeft nu nog het Huis Te Eerbeek.
Het Kwartier van Veluwe De gemeente Brummen behoorde tot het Kwartier van Veluwe en was tot aan de Franse overheersing, samen met Renkum en Rheden, een van de drie schoutambten van het richterambt Veluwezoom. Sinds 1813 bestaat de huidige Gemeente Brummen. De wijk De Hoven verkocht de gemeente aan het eind van de negentiende eeuw aan de Gemeente Zutphen. Sinds 1816 heeft Brummen een officieel gemeentewapen. Vakantieoord Aan het eind van de negentiende eeuw werden er veel grote villa's in het dorp gebouwd, voornamelijk door mensen die in Nederlands-Indië fortuin hadden gemaakt. Veel van deze grote villa's bestaan nog. Ook was Brummen rond 1900 erg in trek als vakantieoord. De in 1611 opgerichte schutterij 'Sint Jansgilde' bestaat nog steeds en organiseert elk jaar het traditionele vogelschieten op de vierde maandag in augustus. In hetzelfde weekend is er dan ook kermis in het dorp. In 2012 had de Gemeente Brummen een inwonertal van ruim 21.000. Bron: Oudheidkundige Vereniging 'De Marke'.
Amerikaanse Loether Een ver familielid van ons, Frans Vandermolen, een oom van hem was Anthonie Jansen, een zoon van Elsken Lether en Anthonie Wilhelmus Jansen, liet mij het volgende weten: Op de leeftijd van 69 jaar overleed in Berlin, Mass op 22 augustus ene John B. Loether. Hij laat achter zijn 45 jarige vrouw Judith (Palya) Loether; twee zonen Kurt Loether van Lunenburg, Mass en Travis Loether en zijn vrouw Jes uit Douglas; en een zuster Sally Loether. Hij werd geboren in Eau Claire, Wisconsin en was de zoon van John M. en Alycemae (Demmler) Loether. John woonde 22 jaar in Bolton, Mass voor hij naar Berlin, Mass verhuisde. Mr. Loether studeerde in 1968 af aan de Universiteit van Wisconsin met een graad in business administration en math. Van 1968 tot 1972 diende hij bij de U.S. Navy en was gestationeerd aan boord van the submarine tender U.S.S. Holland in Rota, Spain. Hij begon zijn carrière in de informatica in 1964 aan de Universiteit van Wisconsin, daarna bij EI Dupont en de US Navy. Hij werkte 10 jaar voor de First Church of Christ en de Scientist in Boston waar hij een klant werd van Digital Equipment Corporation (DEC). In 1998 trad hij in dienst van Compaq Computer Corporation (dat DEC overnam) en in 2002 werd hij een HP werknemer. In 2005 begon hij zijn eigen bedrijf, LoetherSpeaks, LLC, als principal consultant en voorzitter. Gedurende zijn carrière vervulde hij verschillende posities in verkooptraining, marketing en techniek, maar hij het meest genoot van zijn tijd doorgebracht in technische consultancy sessies met klanten. Als senior technisch adviseur, doceerde hij over de hele wereld op veel van toonaangevende technologieën van de computerindustrie, waaronder Digital VAX, Compaq ProLiant, Tandem NonStop en HP Superdome. Op zich wel een grappig bericht, immers in het begin, rond 1600, werd onze familienaam als Loeder, Löder en Loether geschreven. Of de Amerikaanse Loether’s gelinkd kunnen worden aan de Duitse is nog maar de vraag.
Dagloner Als bekend waren onze voorvaderen in Nederland dagloner. Een dagloner is een arbeider die per dag werd betaald en die vooral in de land- en tuinbouw werkte. Iemand die per dag wordt aangesteld, bijvoorbeeld om te oogsten. Hij had geen vaste betrekking en verdiende daardoor niet als er geen werk voorhanden was. Toch was hij met zijn gezin vaak afhankelijk van één boerderij, waarbij hij op loopafstand woonde. In de encyclopedie komen we omschrijvingen tegen als arbeider, arbeider die per dag betaald wordt, boerenarbeider, daghuurder, dagwerker, daggelder, landarbeider, werkman, en scheldnamen als Jan Boezeroen, koelie en kielman. Kortom een arbeider die tegen een dagloon kan worden ingehuurd; vaak zelf een keuterboertje die alle baantjes aannam die zich voordeden. Op The Mengerink Website lezen we: Het werk van de dagloner was hard. Hij leefde met het licht van de dag, wat betekende dat hij vooral ‘s zomers heel lange dagen maakte. Het waren de tijden van ploegen, zaaien, wieden en oogsten. Men begon in maart, als de vorst uit de grond was en pas in oktober of november was het werk op het land gedaan. Omdat er geen bestrijdingsmiddelen waren, moest men het onkruid en het ongedierte zélf te lijf; voorwaar meer dan een dagtaak. In de wintermaanden waren er allerlei klussen binnenhuis, en moest men ook het vee verzorgen dat op stal stond, maar doorgaans waren het stille maanden en was er weinig te doen. De arbeider die bij een grote boer inwoonde, had geluk want die kon vaak met het gezin mee-eten en hij kwam in principe niets tekort. Maar de zelfstandige arbeider, de dagloner, had het dan moeilijk. Hij moest maar zien aan onderdak te komen, en aan geld voor eten en brandstof. De boerenknecht, de arbeider en de dagloner hadden het dus moeilijk. En voor hen werd dat pas anders naarmate er in de 20e eeuw voorzieningen kwamen voor werkloosheid en arbeidsongeschiktheid en naarmate de landarbeid meer werd gemechaniseerd. Toch, en dat blijkt steeds weer uit de verhalen van onze oudere familieleden, waren die harde tijden ook goede tijden. De familieband was sterk en er zijn drie begrippen die we steeds weer horen: eenvoud, gezelligheid en saamhorigheid. Men was van elkaar afhankelijk en dat bracht met zich mee dat men door goede samenwerking de familieband sterk hield. Men kende elkaar, men wist wat men aan elkaar had en men hielp elkaar door dik en dun. Gezelligheid was troef. Door de grote gezinnen enerzijds, maar ook doordat men nog geen moderne media had, zoals televisie en radio, en uitgaan er ook niet bij was. Men bracht de avonden samen door binnen de warmte en veiligheid van het gezin. En doordat men dicht bij elkaar woonde, vaak in dezelfde straat of buurt, kwam men vrijwel dagelijks bij elkaar “over de vloer”. Grootouders, kinderen en kleinkinderen hielden daardoor de familieband als vanzelf in stand. Hoe anders is dat tegenwoordig L ! Vaak bestond het onderkomen slechts uit één kamer. In deze ene kamer werd gekookt, gegeten, gewerkt en geslapen. Voor het huisje stond vaak een schuurtje, waarin men soms wat kleinvee hield als kippen, een geit en in een enkel geval, als men meer te besteden had, een koe of een varken. Ook werd in de schuur de oogst van de tuin opgeslagen. De opbrengst van het bij het huisje behorende lapje grond was vaak van essentieel belang voor een gezin om zo de werkloze wintermaanden door te komen. De vaste arbeiders van de boer werkten meestal als een soort voorman voor de dagloners. Ze bepaalden welke werkzaamheden er moesten gebeuren op het land. Als dagloner kwam je eigenlijk nauwelijks op het erf van de boer, want de vaste arbeiders wa-
ren belast met de verzorging en het gebruik van het vee en zorgden voor de landbouwmachines en het gereedschap. Zo was het mennen van het vee en het hanteren van de eggen en ploegen dan ook exclusief toebedeeld aan deze arbeiders. Dagloners werd gevraagd om te poten, te zaaien, te wieden, te maaien, te zichten en te rooien. In drukke tijden werden losse arbeiders niet uitbetaald in tijdloon, maar in prestatieloon, dus hoe meer bieten of aardappelen men rooide of hoe meer aren men zichtte des te groter de verdiensten. De druk op de dagloners en de onderlinge competitie was hierdoor bijzonder groot. In het hoogseizoen namen manlijke dagloners daarom ook vaak hun vrouwen en kinderen mee, als deze al niet in koppelarbeid werkten. Vrouwen en kinderen verdienden nauwelijks iets, maar hun productie werd opgeteld bij die van de man en zo werd het gezinsinkomen verhoogd. De werkdagen van de dagloners waren lang. In de hoogzomer begon men al bij het krieken van de dag om 4 of 5 uur. Rond het middaguur had men anderhalf uur pauze, waarna men naar huis liep om daar te eten of als dit te ver weg was at men meestal het meegebrachte voedsel op het land. Na het middageten werkte men tot ongeveer 6 of 7 uur ’s avonds door. Vast staat wel dat zij een zeer armmoedig bestaan leidde. Dat is ook wel te zien aan hun behuizing. Onderstaande foto’s vonden we in de encyclopedia.
Andere stamboom Via de vereniging HCC (Hobby Computer Club) waar wij lid zijn van de interessegroep Genealogie kan men zijn stamboomgegevens aanleveren. Je hebt geen eigen pagina hier en werken nog niet alle knoppen. Wel prettig is dat de niet-Nederlands sprekenden onder ons de taal naar hun wens kunnen instellen. Ga naar http://www.stamboom.nl/search.php?mylastname=Lether&myfirstname=&mybool=AND &search=Zoeken+naar+namen
Hieronder het record van wijlen mijn vader:
En wanneer je rechtsbovenaan de taal wijzigt in Engels komt het er zo uit te zien:
Het zijn alleen de labels (links) die worden vertaald, in dit geval in het Engels, maar ook Duits en Frans kan. Helaas niet de gegevens die in het rechter veld staan http://www.stamboom.nl/getperson.php?personID=I347&tree=A32
Religie Van onze eerste voorouders is bekend dat zij ‘evangelisch’ van geloofsrichting waren, ze worden immers vanaf 1622 in de Evangelische Kerk van Solms-Braunfels gedoopt, getrouwd en begraven. Een eerste afwijking zien we in 1689 bij Johann Henrich Loeder
wanneer hij op 10 juni 1744 in Weilburg in de leeftijd van 55 jaar en bijna 3 maanden overlijd en op de 12e wordt begraven. Dit laatste is -volgens de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der Laatste Dagen (kortweg ook wel de Mormonen genoemd)- genoteerd in de ‘Lutherse’ Kerk Records van Weilburg, Hessen-Nassau, Duitsland (op pagina 1, LDS Family History Library, Microfilm # 1476616). Hetzelfde bij de in 1703 Evangelisch geboren Caesar Christian Christoph Löder/Läder/Leder, die in 1773 Luthers wordt begraven. Heinrich Daniël wordt Luthers gedoopt en trouwt in Nederland voor de ‘Nederduits Gereformeerde Kerk’, die later de ‘Nederlands Hervormde Kerk’ wordt. Wat betreft geloven waren het overigens ook geen makkelijke tijden. Neem de 80 jarige oorlog van de Verenigde Republiek (het latere Nederland) tegen Spanje maar als voorbeeld. Die ging over geloofsvrijheid. De Spaanse koning Philips legde het katholicisme op, het volk met prins Willem van Oranje als stadhouder wilde daarin juist een vrijheid, zodat iedere landgenoot zelf mocht bepalen welk geloof hij of zij wenste aan te hangen. Het protestantisme had inmiddels zijn intrede gedaan, veroorzaakt door Calvijn, Zwingli en Luther. In de Nassause graafschappen was het toen niet ongewoon dat de godsdienst van de landsheer (de graaf dus) dan ook de officiële godsdienst van het graafschap werd. Voor de Spaanse koning was dit ondenkbaar en dat hebben we geweten. Onderdrukking, de bezetting door Alva, de invoering van extra belasting en het thuis door burgers in legering nemen van Spaanse soldaten waren een aantal van de opgelegde strafmaatregelen. Het kostte Lamoraal van Gavere, graaf van Egmont (of Egmond) en Filips van Montmorency, graaf van Horne (of Hoorne), medestanders en vrienden van Willem de Zwijger, hun hoofd. Maar koek en ei is het nooit geweest tussen de volgelingen van Calvijn, Zwingli en Luther, de mannen die de aanzet gaven tot de Reformatie, de afsplitsing van de Kerk van Rome in de 16e eeuw. In Nederland overheerste de denkbeelden van Calvijn, die in 1571 leidden tot de oprichting van de ‘Nederduits Gereformeerde Kerk’, sinds de Tachtigjarige Oorlog (1568-1648) feitelijk de staatskerk van Nederland. Toen boterde het ook al niet. Tijdens de synode van Dordrecht (1618-1619) werden tweehonderd predikanten aan de dijk gezet. Zij stichten toen de ‘Remonstrantse Broederschap’. Reuring was er vanaf 1816. Koning Willem I bemoeide zich actief met de kerk. Hij liet een nieuwe kerkorde ontwerpen die hij per koninklijk besluit goedkeurde. Vanaf dat moment heette de kerk de ‘Nederlands Hervormde Kerk’. Maar er kwam verzet tegen deze Koninklijke ingreep. De eerste kerkscheuring vond plaats in 1834. De Groningse dominee Hendrik de Cock stapte uit de kerk. Dat heet de ‘Afscheiding‘. Sindsdien rommelt het in Calvinistisch Nederland. De grootste afscheiding vond plaats in 1886, de zogenaamde ‘Doleantie‘, met als doel de oude Nederduits Gereformeerde Kerk te herstellen. Aan de basis stond Abraham Kuyper, de voorman van de Anti-Revolutionaire politieke partij ARP, die in onze tijd opging in wat nu het CDA is. Het leidde in 1892 tot de oprichting van de ‘Gereformeerde Kerken in Nederland’. Maar daar bleef het niet bij. Zelfs in de Tweede Wereldoorlog kwam het tot een kerkscheuring, de ‘Vrijmaking‘, waaruit de ‘Gereformeerd Kerk Vrijgemaakt’ ontstond. Na de Tweede Wereldoorlog kwam het besef dat de ruzies moesten worden bijgelegd. Zo ontstond na veertig jaar gehakketak in 2004 de ‘PKN, de Protestantse Kerk in Nederland’, de samenvoeging van de ‘Hervormde Kerk Nederland’, de ‘Gereformeerde Kerken’ en de ‘Evangelisch Lutherse Kerk’. Maar niet iedereen ging hier in mee zoals de Vrijgemaakten en ontstonden daardoor en daarnaast de ‘Hersteld Hervormde Kerk’ en de ‘Voortgezette Gereformeerde Kerken’. De ‘Christelijke Gereformeerde Kerk’ ontstond in 1892, waaruit weer de ‘Christelijke Gereformeerde Gemeenten (in Nederland)’ en de ‘Oud Gereformeerde Gemeenten in Nederland’.
Roy Lether Onlangs studeerde Roy af, een beetje in mijn vakgebied, leuk dus. Tijdens zijn studie werkte hij bij de Plus Supermarkt in Barneveld en gaat nu aan de slag als marketing communicatie coördinator ASCO Numatics (een bedrijf dat kwalitatief hoogwaardige magneetafsluiters en pneumatische componenten voor industriële fluid automation toepassingen produceert). De job zo zegt hij is iets ‘wat perfect bij m'n opleiding aansluit’.
Brenda en Nanouschka
Links zien jullie Brenda Smith-Lether, de echtgenote van Damion Paul Lether, zoon van Kelly Martin Lether en Billie Jean Robison. Zij liep onlangs haar eerste triatlon. Da’s heftig luitjes. Als toegezegd, hier is ze dan, rechts Nanouschka, is het geen beauty? En dan die achtergrond,wow. Prachtig.
Wilhelmus Het Nederlandse volkslied heet het Wilhelmus. Als het gezongen wordt zijn dat meestal het 1e en het 6e couplet. Onlangs vonden we op YouTube een filmpje met én de Nederlandse tekst én de Engelse vertaling ervan. Speciaal dus voor onze Amerikaanse familieleden. http://www.youtube.com/watch?v=jqKofbyWv1A&feature=youtu.be
Dit nummer kwam tot stand m.m.v.: A n n e t t e L e t h e r – W a ge n i n g e n , N e d e r l a n d S h a r o n R e i n a - L e t h e r - Whittier, USA G o r d o n L e t h e r - B u ns c h o t e n , N e d e r l a n d O n n o I . L e t h e r - A m s te r d a m , N e d e r l a n d Steve Sheperd - Salt Lake City, Ut Frans Vander Molen, USA
Le(e)ther Journaal # 4 – 2014