Files. We kunnen er samen wat aan doen.
Inhoud Inleiding Tip 1: Invoegen op snelheid Tip 2: Blijf bij drukte in uw rijstrook Tip 3: Gebruik de spitsstrook
Files. We kunnen er samen wat aan doen. In 2006 heeft het ministerie van Verkeer en Waterstaat weggebruikers, bedrijven en vele anderen gevraagd om met tips te komen. Tips waardoor files kunnen worden verminderd. Dit heeft duizenden nuttige en bruikbare ideeën opgeleverd. Een belangrijk deel van die ideeën wordt nu gerealiseerd. Er waren ook veel goede tips van weggebruikers over rijgedrag bij,
die we in een handzaam boekje hebben gebundeld. Lees dit boekje daarom goed door en bewaar het bijvoor beeld in uw dashboardkastje, zodat u ze ook later nog eens kunt nalezen. Maar het belangrijkste: probeer u aan deze tips te houden, zodat we samen iets doen om het fileleed te beperken. We wensen u een veilige en vlotte reis toe.
Tip 4: Ritsen Tip 5: Rijd vlot en gelijkmatig Tip 6: Rijden bij werk in uitvoering Tip 7: Geef hulpdiensten de ruimte Tip 8: Volg uitwijkroutes Tip 9: Blikschade? Zoek een parkeerplaats Tip 10: Ga goed geïnformeerd op weg Tip 11: Geef vrachtwagens de ruimte Tip 12: Richting aangeven op rotondes
Rood en groen
Tip 13: Let op bewegwijzering bij uitvoegen Tip 14: Volg aanwijzingen op Tip 15: Voorkom kijkfiles na een ongeval Colofon
In dit boekje zien we telkens een situatie waarin een rode of groene auto de hoofdrol speelt. De rode auto rijdt op een manier waardoor oponthoud ontstaat. De groene auto laat zien hoe we in een dergelijke situatie beter kunnen reageren. Zodoende kan al het verkeer beter doorstromen en kunnen we samen files verminderen.
Tip 1: Invoegen op snelheid Te vroeg of te langzaam invoegen vermindert de doorstroming Een van de oorzaken van oponthoud op de snelweg is onjuist invoegen. Veel automobilisten willen als ze de snelweg opkomen, zo snel mogelijk invoegen op de hoofdrijbaan. Vaak hebben ze nog te weinig snelheid, waardoor achteropkomend verkeer moet remmen of uitwijken.
Dus gebruik de hele invoegstrook en voeg op snelheid in Zorg daarom dat u eerst voldoende snelheid hebt en voeg dan vloeiend in. De invoegstrook is lang genoeg. Gebruik zo nodig de hele invoegstrook. Daar is hij voor.
Tip 2: Blijf bij drukte in uw rijstrook Veelvuldig van rijstrook wisselen vermindert de doorstroming Sommige automobilisten wisselen tijdens drukte op de snelweg en in files veelvuldig van rijstrook. Hiermee kan soms individueel een kleine tijdwinst worden geboekt, maar het veroorzaakt extra oponthoud voor medeweggebruikers.
Dus blijf bij drukte in uw rijstrook Probeer bij drukte en tijdens files dus zo veel mogelijk in uw eigen rijstrook te blijven. Hierdoor zullen files minder lang worden en eerder oplossen. En uiteindelijk profiteert iedereen hiervan.
Tip 3: Gebruik de spitsstrook Niet gebruikmaken van de spitsstrook veroorzaakt extra files De normale rijstroken bieden op sommige trajecten onvoldoende ruimte voor het dagelijkse spitsverkeer. Als oplossing heeft Rijkswaterstaat de spitsstrook geïntroduceerd: bij grote verkeersdrukte komt de vluchtstrook als extra rijstrook beschikbaar. Veel weggebruikers weten echter nog niet dat ze hiervan gebruik kunnen maken en blijven onnodig op de overige rijstroken. Dit werkt extra drukte en files in de hand.
Dus gebruik de spitsstrook als deze open is Gebruik de spitsstrook als deze beschikbaar is. Dit wordt aangegeven met een groene pijl boven de weg. Als de vluchtstrook als rijstrook beschikbaar is, mag u over de doorgetrokken streep daarvan rijden. Door het gebruik van de spitsstrook wordt de verkeersdrukte beter verdeeld en bent u eerder op uw bestemming.
Tip 4: Ritsen Te snel willen ritsen vermindert de doorstroming Als een snelweg een rijstrook minder krijgt, moet er geritst worden. Veel automobilisten willen dan zo snel mogelijk een rijstrook opschuiven. Zij ritsen dan al bij het bord ‘Ritsen over 300 meter’, terwijl dat pas vanaf 300 meter verderop hoeft. Hierdoor wordt de weg niet efficiënt gebruikt en moet het andere verkeer soms onnodig op de rem gaan staan.
Dus pas uw snelheid aan en rits bij het bord ‘Ritsen vanaf hier’ Dus als u moet ritsen, doe dat dan pas vanaf het bord ‘Ritsen vanaf hier’. En als u op de naastliggende rijstrook rijdt: geef ritsers de ruimte, dan gaat alles vloeiend en wordt oponthoud zo veel mogelijk beperkt.
Tip 5: Rijd vlot en gelijkmatig Agressief of juist te passief rijden vermindert de doorstroming Files op de snelweg kunnen ontstaan doordat er niet vlot en gelijkmatig wordt gereden. Weggebruikers rijden nu eens te snel, laten dan weer grote gaten vallen. Daardoor moet achteropkomend verkeer veelvuldig afremmen en ontstaan files.
Dus rijd vlot en gelijkmatig, zo bevordert u de doorstroming Probeer, zeker bij drukte, vlot en gelijkmatig te rijden. Zo stroomt alle verkeer beter door en ontstaan minder files.
Tip 6: Rijden bij werk in uitvoering Te hard rijden bij wegwerkzaamheden brengt uw veiligheid en die van anderen in gevaar Op stukken waar aan de weg wordt gewerkt, gelden lagere maximumsnelheden. Veel automobilisten rijden hier nog steeds te hard. Mede omdat de weg in veel gevallen is versmald en er mensen werken, is die lagere snelheid noodzakelijk om veiligheid en doorstroming te waarborgen.
Dus denk aan de veiligheid en pas uw snelheid aan Houd rekening met de veiligheid van wegwerkers, uw medeweggebruikers en van uzelf. Pas uw snelheid aan en houd de maximumsnelheid in de gaten. Er wordt aan de weg gewerkt om u straks weer vlot te laten doorrijden. Laat daarnaast geen onnodige gaten vallen; dit veroorzaakt files achter u.
Tip 7: Geef hulpdiensten de ruimte Als hulpdiensten een ongevalslocatie niet snel kunnen bereiken, staat u langer in de file Vaak weten weggebruikers niet goed hoe ze op een naderende hulpdienst moeten reageren, zeker als deze over de ‘normale’ rijstrook komt (bijvoorbeeld als de vluchtstrook niet gebruikt kan worden). Dat levert niet alleen vertraging op voor de hulpdienst en gestrande medeweggebruikers, maar ook voor u. Want als de plaats van het ongeval niet snel bereikt kan worden, kan een geblokkeerde rijstrook of rijbaan pas later worden vrijgegeven.
Dus geef hulpdiensten de ruimte, want elke seconde telt Dus als er een hulpdienst aankomt, geef deze dan ruim baan. Wijk zo nodig tijdig uit naar links of naar rechts, zodat de hulpdienst er makkelijk tussendoor kan. Zo is deze eerder bij een ongeval en zal de weg ook weer eerder vrij zijn. Politie, ambulance of brandweer voeren een blauw zwaailicht. Bergingsdiensten en hulpdiensten van Rijkswaterstaat voeren een oranje zwaailicht.
Tip 8: Volg uitwijkroutes Als er een uitwijkroute is ingesteld, volg die dan. Zo bent u eerder op uw bestemming De wegbeheerder geeft steeds vaker een uitwijkroute aan bij grote vertragingen of wegafsluitingen in verband met werkzaamheden of een groot ongeval. Zo’n route is voorzien van een U-nummer. Blauwe borden markeren de route. Als u deze volgt, wordt u efficiënt omgeleid en bent u vaak toch nog redelijk snel op uw bestemming.
Tip 9: Blikschade? Zoek een parkeerplaats Op de rijbaan blijven bij kleine schade is onveilig en veroorzaakt files
Het is natuurlijk niet te hopen, maar het kan gebeuren dat u op de snelweg een aanrijding krijgt. Bij kleine schade, zoals een deuk, blijven veel automobilisten op de rijbaan staan in afwachting van de politie. Hierdoor ontstaan vaak onnodige en lange files. Bovendien loopt u zelf extra veiligheidsrisico’s.
Dus handel kleine schade af op een parkeerplaats Rijd daarom uitsluitend bij kleine schade, na kort overleg met eventuele andere betrokkenen, zo snel mogelijk naar de eerstvolgende parkeerplaats. Handel de schade daar verder af. Vaak kunt u ook via de eerste afrit een veilige plek zoeken. Zo verhoogt u uw eigen veiligheid, hindert u achteropkomend verkeer niet en voorkomt u files.
Tip 10: Ga goed geïnformeerd op weg U kunt diverse media raadplegen U kunt vertragingen en verlate of gemiste afspraken vaak voorkómen als u zich goed laat informeren voordat u vertrekt. Daartoe staan veel informatieaanbieders en diverse media tot uw beschikking: tv, radio, internet, sms, navigatiesysteem, enz. Informeer tijdig, des te meer mogelijkheden hebt u om slim te reizen. Kijk voor een overzicht van het informatie-aanbod op www.vanAnaarBeter.nl.
Tip 11: Geef vrachtwagens de ruimte Te weinig ruimte geven aan vrachtverkeer vermindert de doorstroming Een vrachtwagenchauffeur zit hoger dan de bestuurder van een personenauto en kan daardoor niet alles zien wat er in de onmiddellijke omgeving van het voertuig gebeurt. Bovendien vervoert een vrachtwagen soms kwetsbare of bewegende lading. Tijdens drukte op de weg schieten automobilisten soms rakelings voor vrachtwagens langs. Zodat de vrachtwagen onnodig op de rem moet en maar weer langzaam op gang komt. Dit werkt oponthoud en files in de hand.
Dus geef vrachtverkeer de ruimte Houd daarom rekening met het vrachtverkeer en geef het de ruimte. Zo kunnen we allemaal wat beter doorstromen.
Tip 12: Richting aangeven op rotondes Geen richting aangeven op een rotonde vermindert de doorstroming Veel weggebruikers vergeten richting aan te geven als zij een rotonde verlaten. Dit kan medeweggebruikers extra oponthoud bezorgen. Zij weten immers niet dat zij de rotonde veilig op kunnen rijden. Daardoor blijven zij onnodig wachten.
Dus geef tijdig richting aan op een rotonde Als u een rotonde verlaat, geef dan richting aan. Zo weten wachtende medeweggebruikers dat zij de rotonde op kunnen rijden. Het verkeer stroomt beter door.
Tip 13: Let op bewegwijzering bij uitvoegen Te snel willen uitvoegen kan de doorstroming verminderen Op knooppunten waar veel verkeer moet uitvoegen, ligt vaak een dubbele uitvoegstrook. Die begint als één enkele uitvoegstrook, later komt er een tweede bij. Doordat veel automobilisten echter al meteen willen uitvoegen, ontstaat er bij drukte vaak stremming op deze eerste strook, terwijl op de tweede strook nog ruimte is.
Dus let op de bewegwijzering U mag ook op de tweede uitvoegstrook uitvoegen Als u en uw medeweggebruikers gespreid uitvoegen, stroomt het verkeer vlotter door. Rijkswaterstaat plaatst in de loop van 2007 en 2008 waar nodig nieuwe wegwijzers. De dubbele uitvoegstrook wordt daarop ruim van tevoren aangekondigd. Zo weet u waar u een tweede strook kunt gebruiken.
Tip 14: Volg aanwijzingen op Volg instructies van weginspecteurs van Rijkswaterstaat of politiemensen op, dat bevordert de doorstroming Weginspecteurs of politiemensen geven vaak instructies bij bijzondere situaties zoals een ongeval of zeer zware files. Deze aanwijzingen zijn erop gericht om u vlot en veilig te laten doorrijden. Volg deze instructies op. Zo helpt u mee aan de doorstroming van het verkeer.
Tip 15: Voorkom kijkfiles na een ongeval Kijkers naar een ongeval op de andere weghelft veroorzaken vaak zelf een file Helaas gaat het soms fout op de snelweg. Hierdoor ontstaan niet alleen files op de weghelft waar het ongeluk is gebeurd, maar vaak ook op de andere weghelft. Dit komt doordat veel automobilisten willen zien wat er aan de hand is. Hierdoor remmen ze onbewust af en ontstaat er vaak een kijkfile.
Dus houd uw aandacht op uw eigen weghelft en rijd vlot door Is er dus een ongeval op de andere weghelft gebeurd, houd dan uw aandacht op uw eigen weghelft en rijd vlot door, zodat u niet ook zelf voor opstoppingen zorgt of zelfs een nieuwe aanrijding veroorzaakt.
Colofon De tips in dit boekje zijn grotendeels afkomstig van weg gebruikers zoals uzelf. Uitgebreidere informatie vindt u op www.vanAnaarBeter.nl onder filevermindering. Als u vragen of opmerkingen hebt, kunt u contact opnemen met de gratis informatielijn van Rijkswaterstaat: 0800-8002. Voor meer informatie over de verschillende projecten voor fileaanpak op korte termijn kunt u contact opnemen met de Project organisatie FileProof, tel. 010-282 59 49, of mailen naar
[email protected]. Uitgave Ministerie van Verkeer en Waterstaat, Rijkswaterstaat Illustraties Remi Tjon Ajong Vormgeving Publicis Amsterdam Juni 2007