Daarna komen we bij het hoogtepunt van de dag bij Port Campbell. Letterlijk en figuurlijk! We gaan namelijk in een helikopter over een deel van de kust vliegen. Deze grote, majestueuze rotsformaties, die boven het water uitsteken, hebben als naam The Twelve Apostles, alleen zijn het er nog maar 7. Eentje is net afgebrokkeld horen we van de piloot.
Another of the Twelve Apostles collapses; seven left By Nathan Mawby, Herald Sun, September 26, 2009 12:00am • Only seven limestones remain • The Twelve Apostles unique tourist attraction • Local coverage at the Herald Sun THE Twelve Apostles are now the Seven Apostles. Neil Sander, a tour operator noticed that one of the remaining Apostles had fallen at just after 5pm yesterday. And with the Grand Final today Mr Sander believes it could be an omen. "The Geelong surf coast beats a Saint again," he said. "I went 'oh my god'." He arrived on the scene with a tour group of nine people and instantly noticed the missing apostle. But by the time the group had arrived there wasn't much to see, according to Mr Sander. "Just a little bit of rock sticking out. The water was murky too, almost an army green mixed with a creamy colour." The apostle was one of those nearest the Loch Ard Gorge and Port Campbell and just before the remains of the Island Arch formation. Mr Sander has operated his Young Travellers Tours company for a year, and provided tours of the area for four years. And he said the apostle would soon be missed. "All the tour companies go there, so hundreds a day go to see that bit. It's a magnificent photo." Others contacted by the Herald Sun had heard rumours but couldn't confirm.
31
We zijn maar met z’n 5-en, die meewillen in de helikopter. Dennis, Greetje en ik komen met z’n 3-en in een helikopter. Mark is onze piloot. Het is geweldig. En ook helemaal niet eng. We hebben een prachtig uitzicht over de grillige vormen, die hier door de machtige golven van de oceaan zijn ontstaan. We vliegen er heel mooi overheen. Als we weer richting grond gaan, draait de helikopter goed schuin hangend terug naar de landingsplaats. Ook dat is helemaal niet eng, maar heel leuk. Het is een korte helikoptervlucht geweest, maar wel zeer de moeite waard!
Mirjam moest (we hadden geloot) in een andere helikopter mee. Ze bleek de lotto gewonnen te hebben. Ze kreeg een veel langere vlucht, omdat ze bij andere mensen ingedeeld was, die de langere vlucht geboekt hadden. Of Robert, onze 5e man, ook zo’n mazzel heeft gehad, weet ik eigenlijk niet. Terug op de grond hebben we nog genoeg tijd, om vanuit de uitkijkpost de grillige kust te bekijken. ”Daar vlogen we overheen”. Daarna gaat het in de bus weer verder door bossen, en het regent weer! Vervolgens rijden we door een mooi heuvelachtig landschap. De volgende stop is Loch Ard Gorge, een verraderlijke deel van de kust waar heel veel scheepswrakken liggen. 32
Bij een rotsformatie, die de naam London Bridge heeft, kunnen we een stuk langs de kust lopen. We lopen op een pad door groene struiken, waarvan er een aantal in bloei staan. We mogen niet van het pad afwijken, want de kliffen zijn niet te vertrouwen: er kan zomaar een stuk afbrokkelen. Het is prachtig. Maar het regent weer! Sauce pikt ons verderop weer op. Dan rijden we verder naar Warrnambool, een voormalig walvisvaardernederzetting. We gaan dan ook eerst kijken naar walvissen in zee. We zien er een paar. Zo af en toe zie je een vin uit het water steken. Maar een streep zwart in zee, een walvis dus, maakt ons ook al enthousiast. Er staan borden, die melding maken van walvis Wilma, die hier regelmatig terugkomt. Jammer, dat ze nu niet verschijnt, of… was ze er wel?
33
Als we naar het hotel rijden, regent het alweer! We gaan met z’n allen eten in een restaurant Macey’s “nog wat”. Hier betaal je 14 dollar. Dan krijg je een bord, en zolang je dat bord niet kwijt raakt, kun je opscheppen wat je maar wil. De kippensoep met maïs is erg lekker, de pasta is prima en de chocolademousse is lekker. Op de terugweg kopen we nog een pilsje om voor onze kamer te drinken bij een sigaretje. Zaterdag, 26 september Warrnambool - Robe Met een kaarsje en een doosje lucifers. Om 7 uur vertrekken we. We moeten vandaag slechts 315 kilometer afleggen. Al na zo’n 10 minuten hebben we onze eerste stop: Tower Hill State Game Reservation. Hier kunnen we emoes, kangoeroes en koala’s zien. We hebben 1 uur de tijd om rond te wandelen. Helaas gaat het alweer regenen. We schuilen tegen de ergste regen in een uitzichtpost. Maar toch, we hebben inderdaad emoes, kangoeroes en koala’s gezien. En ook heel veel konijntjes. En een heel mooi klein vogeltje: de superb fairy wren. Mannetje en vrouwtje samen. Prachtig blauw bij het mannetje.
Sauce vertelt over de emoe’s. Pa bouwt het nest. Ma legt om de dag een ei. Als er zo´n 7 gelegd zijn, gaat ma er al weer met andere mannetjes vandoor. Pa neemt dus ook het broeden op zich. Na 8 weken komen de kleintjes uit het ei. Dan zorgt pa nog een half jaar voor de kleintjes. En daarna is het afgelopen. Super geregeld dus. Het blijft maar regenen. De volgende stop: Princess Margaret Rose Cave. Een prachtige grot. Met een prachtig verhaal over de jongens, die het ontdekt hebben. Ene Keith McEachern gooide al tijden stenen en takken in een gat. En in 1936 laat hij zich dan aan een touw zakken in het gat met een kaarsje en een doosje lucifers. En ontdekt zo de grot. Zijn vriendjes, die boven zaten te wachten, werden wat nerveus, want hij bleef dik 2 uur weg. Later zijn ze met pikhouwelen een toegang gaan maken voor toekomstig publiek. 34
Als we de grot ingaan, zien we een rood pijltje, dat de plaats aangeeft, waar Keith naar beneden ging. We hebben best al wat grotten gezien (Greetje wilde eerst zelfs niet mee, “weer een grot”), maar deze is echt heel mooi. Dat komt ook door de prachtige kleuren. Echt heel erg de moeite waard.
Als we verder rijden moeten we de klok een half uur terug zetten. De volgende stop is bij de (James) Umpherston Sinkhole, Umpherston Sinkhole, ook bekend als The Sunken Garden was eens een grot gevormd door het oplossen van de kalksteen. De “sinkhole” (ook “doline” genoemd) is onstaan toen het “dak” van die grot naar beneden stortte en daar een prima ondergrond vormde voor de verzonken tuin, die door James Umpherston rond 1886 is aangelegd. Het heeft ook wel iets naargeestigs, met al die aronskelken. 35
We lunchen in Mount Gambier, waar ook een “sinkhole” is, maar die is niet mooi gemaakt. Vlakbij is het Blue Lake, een vulkanisch kratermeer, waar we ook nog even stoppen om foto’s te maken. Het is nog zo’n 150 kilometer tot Robe. Maar we krijgen onderweg nog een wandeling.
Bij Rainbow Rock doen we de Cape Buffon Walking Trail. Een prachtige wandeling langs de grillige vormen, waar de zee in golven tegenaan kletst. 36
Er staan prachtige vetplantjes, in allerlei tinten rood, geel en groen. We vinden een mooie schelp. We willen hier nog veel langer rondstruinen, maar helaas …. we moeten door naar Robe. Daar aangekomen doen we eerst weer boodschappen. Wat is het hier koud!! En … het regent ook hier weer! We eten in het restaurant, dat bij het hotel hoort. Daar is een heerlijk haardvuur, waar we ons aan opwarmen. Heerlijke garnalen en gamba’s. Het duurt wel even voor je je eten krijgt, maar het is het wachten waard. Zondag, 27 september Robe - Adelaide Julie Andrews. We rijden door een heuvelachtig gebied. Velden met wijnstruiken en her en der boerderijen te koop. Dit is 37
de wijnstreek Barossa Valley. In een boom zitten een heleboel “one tail black cacatoes”, die opvliegen, als we erlangs rijden. Dat het ook hier veel geregend heeft, kunnen we goed zien: grote delen van de weilanden staan onder water. Onze eerste stop is bij Larry the Lobster: een uitvergrote kreeft als reclame voor een restaurant. De tweede stop is ook al “bijzonder interessant”: een verkeersbord, dat waarschuwt voor kangoeroes en wombats.
De derde korte stop, deze dag bestaat uit korte stops, is bij The Granites: 3 stenen in de zee, direct aan de kust. Het is een grijze zee, en er staat een snoeiharde wind. We rijden weer verder. Het is een mooie route: links water, een duinachtige strook erachter, eilandjes in het water. Rechts land met prachtige groene struiken, waarvan er enkele een beetje in bloei staan. Links kleine stukjes zandstrand. Dit is het Coorong National Park. Dit park is 467 vierkante kilometers groot en omvat een 207 vierkante kilometers groot moeras, de eigenlijke Coorong, een zilte lagune met een lengte van ruim 100 km bij de monding van de rivier de Murray. We stoppen bij het Coorong café. Hier neemt George (een Aboriginal horend bij de Ngarrindjeri people) ons mee voor een wandeling over het terrein. In verband met de verwachte regen wordt het een korte wandeling, en inderdaad goed gepland, want als we terug gaan naar het centrum begint het weer te regenen. Hij laat ons allerlei struiken en planten zien en vertelt, waarvoor ze gebruikt worden. Zo zijn er struiken, waarvan takken verbrand worden, voor ceremoniële rook. Een struik voor gewrichtsproblemen, artritis en dergelijke. Een vetplantje, waarvan de vruchten gegeten kunnen worden, en waarvan het vocht uit bladeren gebruikt wordt voor allerlei huidproblemen. 38
Hij vertelt ook hoe ze bezig zijn de overblijfselen van leden van hun clan naar hun eigen land terug te krijgen om ze daar te begraven. Die lichamen werden gebruikt voor wetenschappelijk onderzoek. Toen Thomas Cook Australië ontdekte, gaf hij door, dat het niet bewoond werd door mensen. De Aboriginals hoorden bij de fauna en telden dus niet als mensen. Pas in 1967 (!!!) werden de Aboriginals officieel als mensen erkend. Voordien mochten ze niet in de steden komen. Niet met andere mensen praten. Als ze “gesnapt” werden op praten met de “blanken” , werden die weggejaagd en de Aboriginal kreeg een dikke boete. Terug in het Visitor Centre laat hij ons een video van 10 minuten zien over hun leven, hun gewoontes en hun opvattingen over het ontstaan van hun omgeving.
39
Er zijn veel verschillende tribes, elk met hun eigen gebruiken en tradities. Hij laat ook nog papieren zien, waarin aan een Aboriginal wordt meegedeeld, dat hij nu als een blanke kan leven. Wel even wat voorwaarden!
foto van Wendy
40
Buiten roken we nog een sigaretje met hem. Als we vertellen, dat er overal waar we geweest zijn, rampen of zeer vreemde dingen gebeuren (Sydney duststorm, Canberra dikke fog, Melbourne kleine aardbevingen, en, zoals we later horen, wateroverlast) vraagt hij wat er in de woestijn gaat gebeuren, als wij weg zijn. Greetje antwoordt: "Snow”, en iedereen ligt in een deuk. Maar we moeten weg, iedereen zit al in de bus. We worden uitvoerig uitgezwaaid. We rijden door richting Hahndorf. Het is een heuvelachtig landschap, waar je niet raar zou kijken, als je plotseling op een heuvel Julie Andrews “Edelweiß” zou horen zingen. In Hahndorf hebben we de volgende stop, een van oorsprong Duits stadje. Je ziet er verschillende “Fachwerkhäuser”, maar een aantal ervan zijn fake. Daar hebben ze gewoon de muren witgeverfd en er donkere planken overheen getimmerd. “Fertig”. Je kunt ook “typisch Duitse” dingen eten. Wel jammer dat ze dan weer niet weten hoe je het moet schrijven: Jagerbraten zonder Umlaut” enzovoort. Verder is het een aaneenschakeling van winkeltjes met souvenirs en andere rotzooi. Het leukste was nog een dame met op haar arm een hondje met een roze jasje aan, die achter een toonbank stond van een propvol winkeltje, waar de kleur roze ook overheerste.
In Adelaide moeten we snel uitladen, want Sauce kan hier niet blijven staan. Na even op de kamer de spullen neergezet te hebben, gaan we met Marijke op onderzoek uit. Kunnen we hier ook weer fietsen? De receptionist wijst ons waar we ongeveer moeten zijn, maar daar is niets te zien. We vragen een voorbijganger, en ja, we zijn op de goede plek, maar hij is er nu niet. Morgen misschien wel. Dan eerst maar een pilsje op de hoek bij ons hotel. Voor het eten lopen we naar Chinatown, waar we heerlijk eten, ook al komt het eten van Greetje pas, als Marijke en ik al bijna klaar zijn. Het is koud hier. Dat had Sauce al verteld: “colder than a stephmothers kiss”. Maandag, 28 september Adelaide Kroaten en Grieken. Eerst maar eens de ansichtkaarten schrijven, anders wordt dat niets. Greetje gaat naar het postkantoor (zijn we gisteren langs gekomen op weg naar China town) om postzegels te halen. Om 11 uur gaan we met Marijke naar de fietsverhuurder. En ja, hij staat er nu wel met een auto met aanhangwagen, waarop de fietsen in rekken vervoerd worden. Alledrie weer een helmpje en een fiets (ze zijn duidelijk minder goed en veel ouder dan die in Melbourne, maar ze zijn ook goedkoper: $30,-). We gaan naar de kust. Ongeveer 13 kilometer fietsen. We volgen de river Torrents, die slingerend uitmondt in de zee, over het fietspad, waarbij we steeds onder bruggen doormoeten, dus steeds omlaag en omhoog. We zijn snel de stad uit. Komen langs wat eerst een sluis lijkt, maar dat is het niet. Je kunt hier met een boot niet verder. 41
Er staan prachtige bomen langs het fietspad. Regelmatig vliegen de papagaaien ons om de oren, maar mooi gaan zitten voor ons, zodat we ze mooi zouden kunnen kieken, vertikken ze. Andere vogels zijn iets bereidwilliger.
Soms fietsen we niet direct langs de rivier. Op een weiland lopen paarden, die dekens aanhebben, die ook helemaal hun nek bedekken. Even voor mijn paardenvriendinnetje Monique foto’s gemaakt.
Het laatste stuk kunnen we niet meer langs de rivier, vanwege werkzaamheden. Dus we moeten een stukje terug om via een omweg alsnog bij de monding te komen. We parkeren onze fietsen en lopen over het strand naar rechts naar Henley Beach. Op het strand vinden we vreemde drillerige stukken, die van boven Aboriginal-motieven hebben. Horen ze nu bij zeewier of zijn het delen van kwallen? 42
Langs het strand staan heel verschillende huizen, maar het ziet er wel heel leuk uit, al die verschillende stijlen. In Henley Beach strijken we neer op een terrasje bij een Kroatisch kroegje voor koffie, cola en gebak voor Marijke. Daarna frietjes bij een Grieks tentje. Inmiddels….. je gelooft het niet: is de zon gaan schijnen! Heerlijk. Het begint op vakantie te lijken. We zitten nog heerlijk, maar een blik op de klok leert ons, dat we toch maar eens terug moeten. Via het strand weer teruggewandeld naar onze fietsen.
Deze stond bij de monding landinwaarts te kijken
De monding van de rivier overgestoken via de brug en nog een eind langs de kust gefietst de andere kant op. Eigenlijk iets te ver. We rijden langs een weg terug, waar auto’s ons voorbij racen. Langs het vliegveld en langs Ikea, over een brug tot aan het Hilton hotel in de stad. Nog even 2 postzegels gekocht en alle kaarten op de bus gedaan. Klaar.
Greetje krijgt een lekke band. Gelukkig hier en niet bij het strand. Wij zijn precies om 5 uur terug bij het fietsenmeneertje. Greetje volgt niet veel later te voet. Op het terras van het Festival Theatre eerst maar eens een pilsje. Dat hebben we verdiend, vinden we, 43
want we hebben hard gefietst op de terugweg. Een tweede pilsje bij ons stamcafeetje en daarna om de hoek gegeten. Onze maaltijden kwamen na elkaar. Van gezellig met z’n drieën eten, hebben ze hier niets begrepen. Gisteren kreeg Greetje haar eten ook veel later. Maar gisteren was het wel lekkerder. Terug in het hotel heb ik nog even de e-mails gecheckt, en weer een deel van het verslag verstuurd. Op de kamer nog een kopje thee en op tijd het bed in. Dinsdag, 29 september Adelaide - Flinders Range The Ghan. Vandaag gaan we de droge “outback” in. Wij moeten om 10 voor 8 klaar staan, om snel in te kunnen laden, als Sauce met de bus komt. Iedereen is er al om kwart voor! We rijden de stad uit. Komen langs tientallen autohandels, die hun autoparken versierd hebben met streepvlaggenlijntjes aan de zijkanten en over het park heen. Als we de stad uit zijn is het weer een heuvelig landschap met schapen en lamsboutjes. Verderop rijden langs velden vol met wijnranken in het lieflijke landschap van Clare Valley. Het doet Duits aan en dat klopt ook, want dit gebied is ontwikkeld door Duitse immigranten. Onze eerste stop is in Clare, een mooi, vriendelijk plaatsje, waar we nog een supermarkt in kunnen, voor we de echte “outback” in duiken. We zijn allemaal blij met het lekkere zonnetje, dat al die verkleumde botten verwarmt. In het leuke plaatsje Laura gaan we picknicken. In het parkje staat een grilplaat, die door iedereen gebruikt mag worden. Je gooit er een muntje in en braden maar. We horen, dat dat ook typisch Australisch is (ook om mensen te verleiden, dit te gebruiken in plaats van een open vuurtje te maken: gevaar: “bushfires”). En wie denk je dat onze kok is…. Precies: onze eigen Sauce!! Niet alleen is hij onze gids, reisleider en chauffeur, hij is ook onze kok. Binnen de kortste keren heeft hij een heerlijke warme lunch klaar: een “wrap” met kip, maïs, boontjes, tomaat, komkommer en ijsbergsla. We hoeven alleen maar te helpen met het snijden en wassen van de groentes, en natuurlijk onze “wraps” zelf vullen.
foto van Wendy
foto van Sauce?
Afwassen en alles weer inladen en weer verder. We rijden een tijdje achter een vrachtauto met een woning erop, die gevaarlijk uitsteekt. Ook een manier om te verhuizen. In het volgende, leuke dorpje Quorn zien we bij het station ons eerste plaatje van de Ghan. Overal waar de Ghan heeft gereden, zien we later weer zo’n bord. Op de andere kant van het bord staat dan meer informatie over het desbetreffende dorpje. 44
Deze trein (The Old Ghan Railway, aanvankelijk The Great Northern Railway geheten), die oorspronkelijk van Port Augusta tot Alice Springs liep, heeft zijn naam te danken aan de Afghaanse handelaren, die kamelen verkochten in de “outback”. Voordat The Ghan er was, waren kamelen het enige “vervoermiddel”. In een leuke kroeg gaat iedereen wat te drinken halen. De barvrouw is vals. De Annies hebben wijn gekocht. 15 Dollar nog wat. Janne koopt dezelfde fles even later: 17 Dollar nog wat. We naderen de bergen van de Flinders Ranges. We hebben nog een stop bij de Yourambulla Caves, een “Aboriginal Site”. We klimmen de heuvel op. Het laatste steile stukje kan via een trap. We zien onder een natuurlijke rotsoverkapping allerlei tekeningen, die beneden bij de trap op een bord verduidelijkt worden. 45
46
Teruglopend naar de bus hippen kangoeroes er van door. Er moet nog even getankt worden en dan rijden we door naar onze overnachtingplaats door een prachtig gebied, waar geen huizen te zien zijn. We hebben prachtig uitzicht op heuvels en bergen.
foto van Wendy Het nationale park Flinders Ranges is vernoemd naar Matthew Flinders (1774–1814), de kapitein van de Royal Navy die grote delen van zuidelijk Australië heeft verkend. Flinders Ranges National Park heeft een oppervlakte 912 km² en het maakt onderdeel uit van het middelgebergte de Flinders Ranges. Het nationale park ligt op de overgang van de South Flinders Ranges en de North Flinders Ranges. Vlakbij Wilpena Pound, een enorm natuurlijk amfitheater midden in dit 47