Aanvullend pensioen Pensioen is in de meeste gevallen opgebouwd uit drie pijlers: pensioen vanuit de overheid (AOW), pensioen opgebouwd via een of meerdere werkgevers en het pensioen dat je zelf hebt opgebouwd. Bijvoorbeeld door zelf te sparen, te beleggen of door het afsluiten van een levensverzekering. Dit zelf opgebouwde, derde deel noemen we het aanvullend pensioen. Door versoberingen in de eerste twee pijlers (AOW en werkgeverspensioen) wordt het voor veel mensen steeds belangrijker zelf een aanvullend pensioen te regelen. • Terug naar boven
ANW (Algemene nabestaandenwet) Wie een partner verliest, kan in Nederland een nabestaandenuitkering van de overheid krijgen. Dit als ondersteuning voor de kosten van levensonderhoud van de achtergebleven partner. Dit is geregeld in de Algemene nabestaandenwet (ANW). Of de achtergebleven partner een nabestaandenuitkering krijgt, hangt onder andere af van inkomen, eigen leeftijd, leeftijd van kind(eren) en arbeids(on)geschiktheid. • Terug naar boven
ANW-hiaat Het ANW-hiaat of ANW-gat is het verschil tussen de uitkering waarop nabestaanden recht hadden in het kader van de (inmiddels vervallen) Algemene Weduwen en Wezenwet (AWW) en de huidige Algemene Nabestaandenwet (ANW). Omdat de nieuwe ANW in veel gevallen minder of zelfs niet uitkeert aan de nabestaanden wordt gesproken van een hiaat. • Terug naar boven
AOW Partnertoeslag Wie in Nederland woont en 65 jaar wordt, heeft recht op AOW. Dit pensioen wordt aangevuld met de zogenaamde AOW Partnertoeslag in het geval je partner geen of weinig inkomen heeft en jonger is dan 65 jaar. In 2015 wordt de AOW Partnertoeslag overigens afgeschaft.
• Lees hier meer over de afschaffing van de AOW Partnertoeslag • Terug naar boven
AOW-uitkering AOW is het pensioen waar iedereen die 65 jaar of ouder is en in Nederland woont of heeft gewoond, recht op heeft op grond van de Algemene Ouderdomswet (AOW). Je ontvangt het AOW-pensioen vanaf de maand waarin je 65 wordt. Het maakt niet uit in welk land je dan woont. Heb je echter een periode buiten Nederland gewoond of gewerkt, dan is de kans groot dat je een tekort hebt in de opbouw van je AOW. En dus dat ook je AOWuitkering lager uitvalt. Uitzonderingen daarop zijn bijvoorbeeld opvarenden in de koopvaardij en werknemers die in dienst van het koninkrijk in het buitenland hebben gewoond. Zij bouwen in die jaren in het buitenland wel gewoon AOW op. De AOW vormt de basis onder elk pensioen in Nederland en wordt in dat verband ook wel de eerste pijler genoemd. Het werkgeverspensioen of bedrijfspensioen wordt ook wel omschreven als de tweede pijler. De derde pijler bestaat dan uit zelf opgebouwd pensioen. Dit laatste deel wordt steeds belangrijker.
• Terug naar boven
Beperkte eindloonregeling Bij deze vorm van bedrijfspensioen is er een afspraak dat de salarisstijgingen van bijvoorbeeld de laatste 5 jaar niet meer worden meegenomen in de berekening van de hoogte van het pensioen dat bij de werkgever wordt opgebouwd. Verder werkt de regeling hetzelfde als de eindloonregeling. • Terug naar boven
Beschikbare premieregeling Een beschikbare premieregeling is een pensioenregeling, waarbij voor de werknemer een premie beschikbaar wordt gesteld, die wordt besteed aan pensioen. Anders dan bij andere typen pensioenregelingen wordt de werknemer geen vooraf vastgestelde pensioenuitkering in het vooruitzicht gesteld. • Terug naar boven
Bijzonder partnerpensioen Het (deel van het) partnerpensioen waarop de echtgenoot of geregistreerd partner na scheiding aanspraak heeft. • Terug naar boven
Diensttijd of dienstjaren De tijd die je voor een werkgever hebt gewerkt. Deze periode wordt gebruikt voor het berekenen van je pensioen. • Terug naar boven
Echtscheiding en pensioen De Wet ‘Verevening pensioenrechten bij scheiding’ regelt dat beide partners in principe recht hebben op de helft van het pensioen dat tijdens het huwelijk is opgebouwd. Partners kunnen onder voorwaarden een andere verdeling overeenkomen. • Lees hier meer over scheiden en pensioen • Terug naar boven
Eindloonregeling Pensioensysteem waarbij het pensioen wordt berekend op basis van het laatstverdiende salaris. • Terug naar boven
Franchise Vanaf 65 jaar heb je recht op AOW, de basis onder elk pensioen in Nederland. Omdat die basis er is, hoef je niet over je gehele salaris pensioen op te bouwen via je werkgever(s). Het gedeelte waarover dit niet gebeurt, is de zogenaamde franchise.
• Terug naar boven
Gematigd eindloonregeling Dit is een pensioensysteem waarbij het pensioen weliswaar wordt afgeleid van het laatstverdiende salaris, maar waarbij wel een maximum aan het pensioengevend salaris is gesteld. • Terug naar boven
Gewezen deelnemer Dit zijn niet-actieve deelnemers aan een pensioenregeling die nog niet gepensioneerd zijn. Bijvoorbeeld ex-werknemers die nu elders werken. De deelnemer heeft bij het betreffende pensioenfonds wel pensioenaanspraken maar er worden geen pensioenpremies meer betaald. De werknemer staat daar bekend als ‘gewezen deelnemer’ of ‘slaper’. Er heeft ook geen waardeoverdracht plaatsgevonden. Dat wil zeggen dat het eerder opgebouwde pensioen niet is meegenomen naar de nieuwe werkgever. • Terug naar boven
Indexatie Het aanpassen van pensioenaanspraken en pensioenuitkeringen aan de stijging van de lonen en/of de prijzen. • Terug naar boven
Levensloop Een wettelijke regeling ter vervanging van de VUT en het prepensioen. Hiermee is het mogelijk om werk en privé beter te kunnen combineren door verlof op te nemen. Je kunt als werknemer zelf bepalen of je wel of niet mee wilt doen aan de levensloopregeling of spaarloonregeling. Besluit je wel mee te doen, dan moet je een keuze maken tussen deelname aan de spaarloonregeling of de levensloopregeling. Je kunt dus niet aan beide regelingen tegelijk deelnemen. • Lees hier meer over levensloop • Terug naar boven
Lijfrente koopsom Deze vorm van koopsom is een lijfrente verzekering waarbij je eenmalig een bedrag inlegt om er later een groter bedrag voor terug te krijgen. Dit ingelegde bedrag is onder voorwaarden aftrekbaar van de belasting. • Terug naar boven
Lijfrente verzekering Een lijfrente verzekering is een individuele verzekering waarmee je op een fiscaal aantrekkelijke manier zelf aanvullend pensioen kunt opbouwen. Je legt eenmalig of periodiek (bijvoorbeeld per maand) een bedrag in. Dit heet de opbouwfase. De verzekeraar zorgt ervoor dat dit kapitaal groeit. Van tevoren bepaal je wanneer je stopt met inleggen (de looptijd). Aan het eind van de looptijd van de polis heb je de mogelijkheid het opgebouwde geld langer weg te zetten of periodiek (bijvoorbeeld
elke maand) uit te laten keren.
Middelloonsysteem Dit is een pensioensysteem waarbij het pensioen is berekend op basis van het gemiddeld verdiende salaris.
Nabestaandenpensioen Een nabestaandenpensioen is een uitkering die de achterblijvende partner krijgt als de andere partner komt te overlijden.
Ouderdomspensioen Het ouderdomspensioen is een inkomensvoorziening voor (ex-)werknemers die, vanaf de datum dat je met pensioen gaat, de rest van je leven wordt uitgekeerd.
Overbruggingspensioen In veel pensioenregelingen bestaat de mogelijkheid om vóór je 65ste met pensioen te gaan. In veel gevallen is het inkomen in de periode tussen de pensioenleeftijd en de 65ste verjaardag te laag. Met name omdat je voor je 65ste nog geen AOW ontvangt. Om dat tijdelijke inkomensverschil te overbruggen, bevatten veel pensioenregelingen een overbruggingspensioen. Het is een tijdelijke pensioenaanvulling die voortkomt uit afspraken tussen werkgever en werknemer zoals die tot en met 2005 van kracht waren. Als je pensioenregeling dit tijdelijke tekort niet of onvoldoende afdekt, dan kun je dit ook zelf regelen door aanvullend pensioen op te bouwe
Partnerpensioen Het pensioen dat voor de weduwe, weduwnaar of partner van de deelnemer tot uitkering komt na overlijden van de deelnemer.
Partnertoeslag Wie in Nederland woont en 65 jaar wordt, heeft recht op AOW. Dit pensioen wordt aangevuld met de zogenaamde AOW Partnertoeslag in het geval je partner geen of weinig inkomen heeft en jonger is dan 65 jaar. In 2015 wordt de AOW Partnertoeslag overigens afgeschaft.
Pensioen Pensioen is feitelijk salaris van nu reserveren voor later. Het heeft in veel pensioenregelingen niet alleen betrekking op het regelen van het inkomen na de pensioengerechtigde leeftijd. Maar ook op wat financieel geregeld is bij overlijden of arbeidsongeschiktheid. Pensioen is, zo bekeken, de verzamelnaam voor alle periodieke uitkeringen die het vroegere salaris vervangen in geval van ouderdom, overlijden of arbeidsongeschiktheid.
Pensioenbreuk Een pensioenbreuk (ook wel pensioengat of pensioentekort) is feitelijk het verschil tussen het inkomen dat je wenst op het moment dat je met pensioen gaat en het werkelijke inkomen. Dit pensioentekort kan op veel verschillende manieren ontstaan. Bijvoorbeeld doordat je hebt gewerkt in het buitenland, veel gewisseld bent van werkgever of je minder bent gaan werken.
Pensioengat Een pensioengat (ook wel pensioenbreuk of pensioentekort) is feitelijk het verschil
tussen het inkomen dat je wenst op het moment dat je met pensioen gaat en het werkelijke inkomen. Dit pensioentekort kan op veel verschillende manieren ontstaan. Bijvoorbeeld doordat je hebt gewerkt in het buitenland, veel gewisseld bent van werkgever of minder bent gaan werken.
Pensioengrondslag Dat deel van het salaris waarover het pensioen wordt berekend. Vaak is de pensioengrondslag gelijk aan het jaarsalaris verminderd met een franchise die voor elke pensioenregeling is vastgesteld. Vanaf 65 jaar heb je recht op AOW, de basis onder elk pensioen in Nederland. Omdat die basis er is, hoef je niet over je gehele salaris pensioen op te bouwen via je werkgever(s). Het gedeelte waarover dit niet gebeurt, is de zogenaamde franchise.
Pensioeningangsdatum Het tijdstip waarop de deelnemer daadwerkelijk met pensioen gaat. Vanaf dit moment wordt het ouderdomspensioen dat is opgebouwd via een of meerdere werkgevers uitgekeerd.
Pensioenovereenkomst Een juridisch document waarin de afspraken over de pensioenregeling tussen de werkgever en de werknemer zijn vastgelegd.
Pensioenreglement Schriftelijk document waarin precies omschreven staat hoe de pensioenregeling in elkaar steekt, wat de rechten en plichten zijn van de pensioenverzekeraar of het pensioenfonds, de deelnemers, de gewezen deelnemers en de pensioengerechtigden.
Pensioentekort Een pensioentekort (ook wel pensioenbreuk of pensioengat) is feitelijk het verschil tussen het inkomen dat je wenst op het moment dat je met pensioen gaat en het werkelijke inkomen. Dit pensioentekort kan op veel verschillende manieren ontstaan. Bijvoorbeeld doordat je hebt gewerkt in het buitenland, veel gewisseld bent van werkgever of je minder bent gaan werken.
Pensioenverevening Wettelijke verdeling van het ouderdomspensioen tussen beide ex-partners bij scheiding. De Wet Verevening pensioenrechten regelt dat beide partners in principe recht hebben op de helft van het ouderdomspensioen dat tijdens het huwelijk is opgebouwd. Tenzij de partners in de huwelijkse voorwaarden of in een scheidingsconvenant uitdrukkelijk andere afspraken hebben laten vastleggen.
Prepensioen Het prepensioen is de periode tussen de datum waarop een werknemer stopt met werken en de datum waarop hij of zij 65 wordt. Tijdens deze periode krijgt de werknemer een periodieke uitkering. Deze uitkering loopt tot het daadwerkelijke pensioen. Met ingang van 1 januari 2006 geldt als uitgangspunt dat een werknemer
tot zijn 65-jarige leeftijd werkt. Alle fiscale regelingen die het mogelijk maken eerder te stoppen met werken zijn per 1 januari 2006 beperkt.
Scheiding en pensioen De Wet ‘Verevening pensioenrechten bij scheiding’ regelt dat beide partners in principe recht hebben op de helft van het pensioen dat tijdens het huwelijk is opgebouwd. Partners kunnen onder voorwaarden een andere verdeling overeenkomen.
Spaarloon Spaarloon of bedrijfssparen is een regeling vanuit de overheid waarmee je als werknemer jaarlijks maximaal € 613,- belastingvrij kunt sparen. Voorwaarde is wel dat het geld minimaal 4 jaar vast moet blijven staan. Eerder opnemen kan onder bepaalde voorwaarden wel, bijvoorbeeld om er een pensioenpremie mee te betalen (via een verzekering). Je kunt als werknemer zelf bepalen of je wel of niet mee wilt doen aan de spaarloonregeling of de levensloopregeling. Besluit je wel mee te doen, dan moet je een keuze maken tussen deelname aan de spaarloonregeling of de levensloopregeling. Je kunt dus niet aan beide regelingen tegelijk deelnemen.
Tijdelijk nabestaandenpensioen Een tijdelijk nabestaandenpensioen is een tijdelijke verhoging van het nabestaandenpensioen voor de partner. Het is vaak bedoeld om tot de 65ste verjaardag van de achterblijvende partner de inkomenseffecten van het hogere belastingtarief en de premieplicht voor sociale verzekeringen op te vangen. Na het 65 jaar geldt een lager belastingtarief en bovendien hoeven dan geen premies voor sociale verzekeringen meer te worden betaald.
Tijdelijk ouderdomspensioen Ook wel overbruggingspensioen genoemd. In veel pensioenregelingen bestaat de mogelijkheid om vóór je 65ste met pensioen te gaan. In veel gevallen is het inkomen in de periode tussen de pensioenleeftijd en de 65ste verjaardag te laag. Onder andere omdat je voor je 65ste nog geen AOW ontvangt. Om dat tijdelijke inkomensverschil te overbruggen, bevatten veel pensioenregelingen een overbruggingspensioen. Het is een tijdelijke pensioenaanvulling die voortkomt uit afspraken tussen werkgever en werknemer zoals die tot en met 2005 van kracht waren. Als je pensioenregeling dit tijdelijke tekort niet of onvoldoende afdekt, dan kun je dit ook zelf regelen door aanvullend pensioen op te bouwen.
Tijdsevenredig pensioen Het pensioen waarop de deelnemer aan een pensioenregeling aanspraak houdt bij ontslag. Bij het tijdsevenredig pensioen wordt het pensioen waar de ontslagen medewerker recht op heeft, berekend op basis van de periode die hij of zij bij de werkgever heeft gewerkt.
Toeslagverlening Ook wel indexatie genoemd. Het aanpassen van pensioenaanspraken en pensioenuitkeringen aan de stijging van de lonen en/of de prijzen.
Uitruil De mogelijkheid voor de deelnemer om het opgebouwde partnerpensioen om te zetten in een hoger (of eerder ingaand) ouderdomspensioen of een deel van ouderdomspensioen om te zetten in partnerpensioen.
Uitvoeringsovereenkomst Een juridisch document waarin de afspraken staan tussen werkgever en pensioenuitvoerder over de uitvoering van één of meer pensioenovereenkomsten.
Uniform Pensioen Overzicht (UPO) Het Uniform Pensioen Overzicht (UPO) is door de overheid in het leven geroepen om op een eenduidige manier te informeren over je pensioensituatie nu en in de toekomst.
VUT Een regeling van Vervroegde Uittreding vóór de reglementaire pensioendatum. De VUT stelt werknemers in staat om voor de oorspronkelijke pensioenleeftijd van 65 jaar te stoppen met werken. De VUT is op vrijwillige basis. Vanaf 1 januari 2006 zijn de werknemerspremies voor de VUT niet meer aftrekbaar en is de werkgeversbijdrage belast. Deze nieuwe regel geldt niet voor de premies die betaald worden voor de VUT-uitkeringen van werknemers die op 1 januari 2005 al 55 jaar of ouder zijn.
Waardeoverdracht De pensioenwaarde die bij een vorige werkgever is opgebouwd, mag worden meegenomen naar het pensioenfonds van de nieuwe werkgever. Dit kan afhankelijk van je persoonlijke situatie wel of niet gunstig zijn.
Waardevast De pensioenuitkering wordt aangepast aan de ontwikkeling van de prijzen (inflatie).
WAO-uitkering WAO is de afkorting van de Wet op de Arbeidsongeschiktheidsverzekering, de voorloper van de Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen, de WIA. Het is een arbeidsongeschiktheidspensioen dat de werknemer bij arbeidsongeschiktheid ontvangt op grond van de WAO. Alleen voor werknemers die vóór 1 januari 2004 ziek zijn geworden.
Weduwenpensioen / weduwnaarspensioen Het weduwenpensioen / weduwnaarspensioen is een vorm van nabestaandenpensioen dat doorgaans levenslang wordt uitgekeerd aan de nabestaande van een deelnemer aan een pensioenregeling.
Werken in het buitenland Voor elk jaar dat je niet in Nederland woont, verlies je in beginsel 2% van je persoonsgebonden AOW. Ook kan werken in het buitenland consequenties hebben voor je werkgeverspensioen. Lees hier meer over werken in het buitenland.
Werkgeverspensioen Pensioen is in de meeste gevallen opgebouwd uit drie onderdelen (ook wel pijlers genoemd): pensioen vanuit de overheid(AOW), pensioen opgebouwd via een of meerdere werkgevers en het pensioen dat je zelf hebt opgebouwd. Het tweede deel, het werkgeverspensioen, is dat deel van je pensioen dat je opbouwt via je werkgever. De meeste werkgevers hebben een collectief (gemeenschappelijk) pensioen voor hun medewerkers. De hoogte van het werkgeverspensioen verschilt per werkgever. En ook of en hoe je partner meeverzekerd is. Die pensioenen worden beheerd door een onafhankelijk (bedrijfs)pensioenfonds of door een verzekeraar. De pensioenpremies worden in veel gevallen gedeeltelijk door de werkgever betaald en
gedeeltelijk op het loon van de werknemer ingehouden. Door versoberingen in de eerste twee pijlers (AOW en werkgeverspensioen) wordt het voor veel mensen steeds belangrijker zelf een aanvullend pensioen te regelen.
Wet op het financieel toezicht (Wft) De Wet op het financieel toezicht (Wft) is op 1 januari 2007 in werking getreden. Deze wet regelt het toezicht op de financiële sector in Nederland. Hierin staan ondermeer de eisen waaraan financiële dienstverleners moeten voldoen als zij adviseren over complexe producten, zoals pensioenverzekeringen.
WIA De WIA (Wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen) is de vervanger van de WAO. In deze wet wordt beschreven hoe werkgevers, werknemers en overheid om moeten gaan met arbeidsongeschiktheid van werknemers.
WIA-inkomenshiaat (arbeidsongeschikt tot 35%) Binnen de WIA is een nieuw inkomenshiaat ontstaan. In de WAO ontving een arbeidsongeschikte werknemer al een uitkering vanaf 15% arbeidsongeschiktheid. Bij de WIA is de toelatingsdrempel gesteld op 35%. Je hebt geen recht meer op een wettelijke uitkering als je minder dan 35% arbeidsongeschikt bent. Direct na een ziekteperiode van twee jaar ontstaat een forse inkomensachteruitgang.
WIA-uitkering Het arbeidsongeschiktheidspensioen dat de werknemer bij arbeidsongeschiktheid ontvangt op grond van de WIA (wet Werk en Inkomen naar Arbeidsvermogen). Het nieuwe stelsel volgens de WIA geldt alléén voor werknemers die ziek worden of zijn geworden op of na 1-1-2004.
Wonen in het buitenland (na pensionering) Als je na je pensioen in het buitenland gaat wonen, hou je in principe je recht op AOW. Bijvoorbeeld: je bent Nederlander en je gaat na je 65ste in Spanje wonen.
Wonen in het buitenland (opbouwfase) In principe bouw je elk jaar dat je vanaf je 15e tot en met je 64ste in Nederland woont of werkt (hiervoor worden de gegevens van de burgerlijke stand gebruikt) 2% van je AOW op. Het totaal van 50 jaar AOW opbouwen is dus 100%. Heb je echter een periode buiten Nederland gewoond of gewerkt, dan is de kans groot dat je een gat hebt in de opbouw van je AOW. En dus dat ook je AOW-pensioen lager uitvalt. Uitzonderingen daarop zijn bijvoorbeeld opvarenden in de koopvaardij en werknemers die in dienst van het koninkrijk in het buitenland hebben gewoond. Zij bouwen in die jaren in het buitenland wel gewoon AOW op.