Leerplichtjaarverslag 2002-2003 gemeente Heusden
2
Inhoudsopgave
Samenvatting
3
1.
Inleiding
4
1.1
Algemeen
4
2.
Uitvoering van de leerplichtwet
5
2.1
Verlof en vrijstelling
5
2.2
Verzuim - absoluut verzuim - relatief verzuim * Luxe verzuim * Signaalverzuim * Gedragsproblemen – problemen schoolbezoek * Lichamelijk/psychische problemen * Zorgleerlingen * Ziekteverzuim
6 7 7 7 8 9 9 9 9
3.
Regionaal Meld- en Coördinatiefunctie (RMC)
10
3.1
RMC-wet
10
3.2
Uitvoering RMC-wet
11
3.4
Regio 36 Brabant Noord-Oost
12
3.5
De jongeren in beeld
12
4.
Lokaal Onderwijsbeleid
13
Bijlage I Bijlage II Bijlage III Bijlage lV
Leerplichtigen Vrijstellingen/verzuim/partieel leerplichtigen/schoolverlaters Omschrijving gebruikte begrippen Toelichting op de gebruikte afkortingen
3
Samenvatting Op grond van de Leerplichtwet moet elk jaar aan de gemeenteraad verslag worden uitgebracht over het in het afgelopen schooljaar gevoerde leerplichtbeleid. Dit verslag heeft betrekking op het schooljaar 2002-2003. De raad rapporteert vervolgens aan de minister. In het schooljaar 2002/2003 zijn er twee acties geweest vanuit Leerplicht. Op eerste plaats is er een onderzoek geweest naar de leerplichtige leerlingen waarvan niet bekend was op welke school zij zitten. Het tweede onderzoek was gericht op een inventarisatie van diploma’s van jongeren in de leeftijd van 17 tot 23 jaar. In dit verslag zijn voor de eerste keer de “zorgleerlingen” en het “ziekteverzuim” in beeld gebracht. In hoofdstuk 2 Uitvoering van de Leerplichtwet wordt dit nader onder 2.2 Verzuim besproken.
4
1.
Inleiding
Voor u ligt het jaarverslag leerplicht over het schooljaar 2002/ 2003. Dit verslag vindt zijn oorspronkelijke basis in artikel 25 van de Leerplichtwet 1969, waarin is bepaald dat het college van Burgemeester en Wethouders aan de gemeenteraad verslag uitbrengt over het in de gemeente gevoerde leerplichtbeleid. De raad stelt het verslag vervolgens vast en biedt het aan het Ministerie van OCenW aan. In dit jaarverslag wordt naast de uitvoering van de leerplichtwet tevens aandacht geschonken aan zaken zoals de RMC-wet (regionale Meld- en Coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten) en lokaal onderwijsbeleid.
1.1 Algemeen Onderwijs leidt jongeren op voor hun toekomstig functioneren in de maatschappij. De leerplicht is in de eerste plaats een instrument om een optimale deelname aan het onderwijs te verzekeren. In de Leerplichtwet is vastgelegd dat ouders ervoor moeten zorgen dat hun leerplichtige kinderen bij een school staan ingeschreven en dat zij die school bezoeken. Vanaf de leeftijd van 12 jaar zijn leerplichtige jongeren ook zelf verplicht tot regelmatig schoolbezoek van de school waaraan zij staan ingeschreven. Het aan regels binden van schoolverzuim om regelmatig schoolbezoek te verzekeren, is een basisvoorwaarde om te bereiken dat zoveel mogelijk jongeren een optimale opleiding voltooien. Sinds 1969 is het toezicht op de leerplicht een taak van de gemeente. Hiervoor is de functie van gemeentelijke leerplichtambtenaren ingesteld. Voor een goed inzicht in dit jaarverslag kunt u een beschrijving van de begrippen leerplichtwet, leerplicht, leerplichtconsulent, RMC wet, startkwalificatie en voortijdig schoolverlater in een aparte bijlage nalezen.
5
2.
Uitvoering van de leerplichtwet
De uitvoering van de leerplichtwet is onderdeel van het takenpakket van twee medewerkers van de afdeling Educatie en Welzijn van de gemeente Heusden: te weten mevrouw N. Vermeulen en mevrouw E. Rosenbrand. Beide leerplichtconsulenten hadden een samengestelde functie (deels leerplicht en deels leerlingenvervoer). Sinds 1 maart 2003 zijn de werkzaamheden voor het leerlingenvervoer overgedragen aan de administratie, zodat vanaf dat moment de beiden consulenten zich alleen met uitvoerende leerplichtzaken bezig houden. De meer beleidsmatige aspecten worden behartigd door mevrouw I. Geers en tijdens haar ziekte door de heer J. Vos. Mevrouw E. Rosenbrand is in het bezit van de buitengewone opsporingsbevoegdheid, waarmee zij zelfstandig proces-verbaal kan opmaken. Mevrouw. N. Vermeulen dient deze bevoegdheid nog te halen. Momenteel volgt mevr. Vermeulen een opleiding voor het behalen van een Vakdiploma Leerplichtambtenaar. Beide functionarissen verzorgen de directe contacten met de leerlingen, ouders, schoolleiding en hulpverlening. De gesprekken variëren in duur van een eenmalig gesprek van bijvoorbeeld een half uur tot meer uitgebreide gesprekken bij complexe problemen. Tevens maken zij deel uit van de zorgteams van Scholengemeenschap De Overlaat te Waalwijk en d’Oultremontcollege te Drunen. De administratie van de leerplicht is een onderdeel van het takenpakket van de twee parttime administratief medewerksters. De leerplichtadministratie is geheel geautomatiseerd. De administratie betreft met name het verzorgen van de mutaties van leerlingen in het leerlingenbestand. Er zijn 7597 leerplichtige leerlingen (partieel en volledig leerplichtig) en 3490 jongeren in de leeftijd van 17 tot 23 jaar opgenomen in het bestand. Met de Heusdense scholen zijn uitstekende afspraken gemaakt over het toezenden van de in- en uitschrijvingen van leerlingen.
2.1
Verlof en vrijstelling
De wet kent verschillende vrijstellingsgronden. Dit betreft enerzijds de vrijstelling van inschrijving vanwege lichamelijke en psychische oorzaken en bezwaar tegen de richting, anderzijds is er de mogelijkheid tot (tijdelijke) vrijstelling van schoolbezoek bij verlof. In de Leerplichtwet is namelijk de mogelijkheid gegeven extra bijzonder verlof te verlenen buiten de schoolvakanties.
6
Verlof De directeur van de school oordeelt over het verlenen van verlof voor een periode van ten hoogste tien schooldagen per jaar. Indien het verlof meer dan 10 schooldagen betreft, beslist de leerplichtconsulent hierover. Het afgelopen schooljaar zijn er 5 verzoeken tot extra bijzonder verlof (art 11f) ingediend. In 2 gevallen zijn de verzoeken in overleg terug verwezen naar de betreffende directeur. Het ging hierbij om verzoeken die minder bedroegen dan 10 schooldagen. Deze verzoeken moeten door de directeur zelf behandeld worden. Met de overige 3 verzoeken werd ingestemd vanwege de gewichtige omstandigheden
Vrijstelling In het schooljaar '02-'03 is opnieuw 1 vrijstelling geregistreerd op grond van psychische c.q. lichamelijke klachten (art. 5, lid a). Driemaal is vrijstelling verleend van de verplichting om te zorgen dat kinderen als leerling van een school zijn ingeschreven omdat de ouders en of verzorgers schriftelijk verklaard hebben overwegend bezwaar te hebben tegen de richting van het onderwijs op alle scholen (art. 5 lid b). Na nauwkeurige toetsing is deze vrijstelling verleend, omdat daartoe een wettelijke verplichting bestaat. Deze vrijstelling dient jaarlijks opnieuw door de ouders te worden aangevraagd. Met het oog op een passende opleiding is aan 7 jongeren vrijstelling verleend voor de volledige leerplicht en omgezet in een partieel traject (art. 3a/3b). 18 Jongeren hebben op grond van artikel 15 een vrijstelling gekregen. De meeste van deze jongeren hebben na goed overleg met de leerplichtconsulenten en de school besloten te gaan werken omdat de motivatie voor verdere scholing niet meer aanwezig is. Bij enkelen is ook de hulpverlenende instantie waarbij de jongere bekend was geraadpleegd.
2.2
Verzuim
De signalerende functie van de school als eerste schakel in de keten bij schoolverzuim is van essentieel belang. De opstelling van de school tegenover schoolverzuim heeft een voorbeeldfunctie voor de leerling; door de houding ten aanzien van de verplichtingen die haar in de Leerplichtwet worden opgelegd, geeft de school een voorbeeld aan de leerling voor diens houding ten opzichte van schoolverzuim. Een goed verzuimbeleid van scholen bevat de drie onderdelen: preventie, registratie en zorg. In de leerplichtwet wordt een onderscheid gemaakt tussen twee soorten verzuim: het absoluut verzuim en het relatief verzuim.
Absoluut verzuim
7
Van absoluut verzuim is sprake als een leerling niet op een school staat ingeschreven, tenzij er sprake is van vrijstelling voor het volgen van het onderwijs. Het absoluut verzuim komt vaak aan het licht door registratie van de leerplichtigen in de leerlingenadministratie. Door het “binnenhalen van verhuisberichten” uit het GBA komen wel de jongeren in beeld maar is het onbekend op welke school zij zitten. Door middel van een toegezonden formulier kunnen de ouders aangeven op welke school hun kind is ingeschreven. Dit is in het verslagjaar 21 keer voorgekomen. Verder is 1 gezin met 2 kinderen spoorloos (volgens GBA adres onbekend) en 2 leerlingen hebben zich nergens in kunnen schrijven vanwege hun gedragsproblemen. 1 Gezin heeft hun kind doelbewust en om vage redenen thuisgehouden en daartegen is proces verbaal opgemaakt wegens absoluut schoolverzuim. Bovenstaande cijfers zijn in Bijlage II opgenomen. Daarnaast zijn eind december 140 ouders/verzorgers aangeschreven waarvan niet bekend was op welke school hun kind stond ingeschreven. De meeste ouders hebben direct middels een antwoordformulier of telefonisch laten weten waar hun kind op school zit. Een 6-tal gezinnen is na een herhaalde aanschrijving uitgenodigd voor een gesprek. Uiteindelijk bleek bij 4 gezinnen dat hun kinderen in het buitenland verblijven en daar op school zitten. Hiervan is melding gemaakt aan de afdeling Burgerzaken voor verder onderzoek. 1 gezin is spoorloos (adres onbekend) en 1 moeder heeft haar kind op school onder een andere naam in laten schrijven.
Relatief verzuim: luxe verzuim en signaal verzuim Onder relatief verzuim wordt verstaan dat de leerling wel staat ingeschreven op een school maar niet regelmatig naar school gaat. Dat wil zeggen: verzuim pleegt. Zodra een leerling op drie achtereenvolgende dagen verzuimt, moet de schoolleiding dit melden bij de leerplichtconsulent van de gemeente waarin de leerling woonachtig is. Voor de partieel leerplichtigen geldt dat ze gedurende vier opeenvolgende lesweken meer dan een achtste deel van de lestijd verzuimen. Er zijn twee vormen van relatief verzuim: luxe verzuim en signaal verzuim. Luxe verzuim heeft o.a. betrekking op een dag of meer verlof i.v.m. het eerder afreizen naar een vakantiebestemming of het missen van de eerste schooldag van het nieuwe schooljaar vanwege een vakantie. Signaal verzuim (o.a. spijbelgedrag) is vaak een uiting van achterliggende problemen. De benadering hiervan is wezenlijk anders dan luxe verzuim.
Luxe verzuim Een hardere aanpak van luxe verzuim vormt een maatschappelijk belang. Een strikte behandeling van luxe verzuim, d.i. wanneer ouders hun kind zonder toestemming van de directeur van de school buiten de schoolvakanties meenemen op vakantie, geeft immers aan dat de school en de gemeente het volgen van onderwijs serieus nemen. De specifieke benadering van luxe verzuim bestaat uit een strenge signalering en handhaving. In het geval van een proces verbaal, moet de strafmaat bij voorkeur hoger zijn dan het ‘gewin’. De wettelijke voorschriften voor het verlenen van vakantieverlof door een directeur van een school zijn eenduidig, maar de verschillen in de manier waarop betrokkenen ermee omgaan
8
veroorzaken problemen. Sommige directeuren voelen zich gedwongen tot overmatige soepelheid, leerplichtconsulenten in verschillende gemeenten hebben andere meningen over het opstellen van een proces verbaal en er zijn verschillen in de afhandeling van luxe verzuim tussen arrondissementen. Er zijn met de Heusdense scholen en de scholen waar de Heusdense leerlingen naar school gaan afspraken gemaakt over het signaleren en goed en snel melden van luxe verzuim. Afgesproken is dat in alle gevallen van tussentijds luxe verzuim, de eerste keer een waarschuwing wordt gegeven en de tweede keer proces-verbaal wordt opgemaakt. Bij luxe verzuim direct voor en na de zomervakantie wordt direct proces-verbaal opgemaakt. Er zijn afgelopen schooljaar 12 meldingen binnengekomen. 11 Meldingen zijn afgedaan met een waarschuwing. Omdat 1 verzuim plaats vond tijdens de eerste twee lesweken na de schoolvakantie is daartegen proces verbaal opgemaakt.
Signaalverzuim Meldingen van signaalverzuim door de scholen hebben meestal betrekking op problemen bij een leerling. De aanpak moet hierbij gericht zijn op de achterliggende sociaal-emotionele problematiek. Het komt echter ook wel voor dat een probleemleerling geen spijbelgedrag vertoont maar meer vanwege wangedrag op school bij de leerplichtconsulent wordt aangemeld. Soms komen ook jongeren die tussentijds van school willen veranderen vanwege bovenstaande problemen bij de leerplichtconsulent terecht. Het zijn dan meestal de ouders die om hulp/bemiddeling van de leerplichtconsulent verzoeken. Om die reden is er een verdeling gemaakt in de verschillende soorten en aantallen van signaalverzuim. Om te voorkomen dat leerlingen voortijdig uitvallen en om te zorgen dat vroegtijdig “zorgleerlingen” worden gesignaleerd, is het noodzakelijk dat binnen een school een zorgstructuur wordt gecreëerd. Veel scholen besteden hieraan reeds aandacht door bijvoorbeeld het benoemen van mentoren en leerlingbegeleiders die op alle niveaus worden ingezet. Er ontstaan steeds meer zorgteams op scholen. In deze teams kunnen de politie, maatschappelijk werker, leerplichtconsulent, leerlingbegeleider en de schoolarts betrokken zijn. In totaal werden in de verslagperiode 95 gevallen van signaalverzuim van leerplichtige leerlingen gemeld. 62 Gevallen zijn nader onderzocht. De overige 33 gevallen betreft leerlingen die alleen zijn besproken in een zorgteam. De oorzaken van signaalverzuim zijn zeer verschillend. In alle gevallen is contact opgenomen met de ouders en de scholen. Ook instanties voor hulpverlening en de politie zijn soms ingeschakeld. In 44 gevallen (waarvan 15 ziektemeldingen!), kon er op deze wijze voor gezorgd worden dat de leerling weer deelnam aan het reguliere onderwijs. In 8 gevallen was herplaatsing op een andere school noodzakelijk. Er zijn in totaal nog 9 gevallen in behandeling. Voor deze jongeren moet nog een oplossing gevonden worden of moeten (wederom) op hun gedrag worden aangesproken. De overige verzuimmelding had te maken met een uit huis plaatsing. De leerplichtconsulent heeft de mogelijkheid om verzuim-/zorgleerlingen door te verwijzen naar verschillende hulpverlenende instanties en/of projecten. Het aantal jongeren wat in het schooljaar 2002/2003 naar externe instellingen is doorverwezen bevinden zich in onderstaande tabel. Observatorium
8
9
Back-up HALT GGZ/Herlaarhof JPP Laborel LAVA-team Zorgmelding BJZ
1 2 7 17 1 5 1
Het aantal jongeren dat doorverwezen is naar het LAVA-team is vijf. Helaas kon niet iedere jongere geplaatst worden, omdat de financiering van de plaatsing een probleem opleverde. De plaatsing van de leerling bij Laborel heeft om dezelfde reden onnodig lang geduurd. De jongere, die deelnam aan het Back-up project, is in samenwerking met en op kosten van de reclassering geplaatst. Gedragsproblemen - problemen schoolkeuze Hierbij kan gedacht worden aan schorsingen, verwijderingen en/of crimineel gedrag op school. 5 Meldingen van jongeren met gedragsproblemen op school zijn na gesprekken opgelost. 6 Jongeren werden op een andere school geplaatst. Voor 5 jongeren is nog geen oplossing gevonden en zij zijn nog in behandeling. 1 Jongere is uit huis geplaatst. Meldingen van problemen met het vinden/kiezen van een school/opleiding is in negen gevallen na een aantal gesprekken opgelost. Lichamelijke/psychische problemen Het aantal jongeren met lichamelijke en of psychische problemen lijkt afgenomen te zijn. Dit is echter niet juist. Omdat deze jongeren niet direct verzuimen zijn zij voor de eerste keer in dit verslag opgenomen onder het kopje “Zorgleerling”. Zorgleerlingen Dit schooljaar 2002/2003 is voor het eerst het aantal zorgleerlingen (33) in het verslag opgenomen. Door de deelname van de leerplichtconsulenten aan de zorgteams van scholengemeenschap De Overlaat en d’Oultremontcollege zijn deze leerlingen eerder in beeld. Zorgleerlingen zijn jongeren waarvan verwacht wordt dat zij door omstandigheden eerder dreigen uit te vallen danwel voortijdig de school zullen verlaten. Doordat deze jongeren eerder in beeld zijn kan er door de samenwerkende instellingen sneller op de problematiek ingesprongen worden. Bij veel van deze jongeren is intensieve begeleiding van hulpverlenende instanties ingezet of begeleiding was al aanwezig. Ziekteverzuim Een nieuwe tendens in dit schooljaar is het hoge aantal ziekteverzuim (15). In veel gevallen bleek het om relatief verzuim te gaan, maar werd het ingedekt door de ouders. Als het kind niet naar school gaat of zich verslaapt, bellen de ouders naar school om hun kind ziek te melden bij school. Dit wordt dan als ziekte op de absentielijst geregistreerd. De leerplichtwet is dan niet van toepassing. In meerdere gevallen werden ouders en de jongere toch uitgenodigd voor gesprek door de leerplichtconsulent. Tijdens deze gesprekken werden ouders aangesproken op hun verantwoordelijkheid en hun kinderen niet onnodig ziek te melden bij school. Inmiddels draait het ziekteverzuimproject van de GGD op scholengemeenschap ‘de Overlaat’
10
te Waalwijk. Met ingang van 1 augustus 2003 gaat dit project ook op d’ Oultremontcollege van start. Dit project zorgt ervoor dat leerlingen, die veelvuldig ziek zijn, door worden verwezen naar de GGD voor verder geneeskundig onderzoek. Leeftijdsdispensatie VAVO voor volledig of partieel leerplichtigen De toelatingsleeftijd van het volwassenenonderwijs is gesteld op 18 jaar. Voor 16- en 17-jarigen is er een ontheffingsmogelijkheid. Tot 1998 was de bevoegdheid voor het verlenen van ontheffing neergelegd bij de inspectie. Door een wetswijziging is deze bevoegdheid aan de gemeenteraad overgeheveld. De uitvoering van deze bevoegdheid is middels mandaat opgedragen aan de leerplichtconsulent. In het schooljaar 2002-2003 is ten behoeve van 5 leerlingen een VAVO-vrijstelling verleend. Bijlagen Voor een overzicht van het totaal aantal leerplichtigen en partieel leerplichtigen wordt u verwezen naar Bijlage I. Bijlage II geeft de gegevens met betrekking tot o.a. absoluut en relatief verzuim en vrijstellingen uitgesplitst naar volledig en partieel leerplichtigen.
3.
Regionaal Meld en Coördinatiefunctie (RMC)
3.1 RMC wet Op 21 december 2001 is de RMC-wet in werking getreden. In aanvulling op de Leerplichtwet zijn scholen hiermee vanaf 21 december 2001 bij wet verplicht ook niet-leerplichtige leerlingen tot 23 jaar – die het onderwijs verlaten zonder startkwalificatie – te melden aan de woongemeente, waarna de RMC-functie moet worden ingeschakeld. Het Tijdelijke Besluit regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten uit 1995 is hiermee komen te vervallen. Door de nieuwe wet is de RMC-functie structureel gemaakt, met een eenduidig coördinerende rol voor de gemeenten met de nadruk op intergemeentelijke samenwerking. Het ministerie heeft twee maatregelen genomen: 1. invoering van een meldplicht voor deze leeftijdsgroep 2. er wordt structureel meer geld beschikbaar gesteld om bijvoorbeeld meldingen te registeren en als vervolg hierop tot actie over te gaan om trajecten/projecten op te starten. Wanneer moet gemeld worden: - als de deelnemer gedurende een maand het onderwijs aan die school of instelling zonder een geldige reden niet meer bezoekt; - als een deelnemer wordt in- of uitgeschreven of van de school wordt verwijderd. Het
11
gaat hierbij om deelnemers die nog geen startkwalificatie hebben gehaald. Het RMC-budget wordt jaarlijks achteraf op basis van de regionale rapportage toegekend, de middelen mogen in het daarop volgende jaar worden toegekend. Het bedrag dat de gemeente Heusden over 2002 ontvangt en in 2003 mag besteden is onlangs bekend geworden en bedraagt € 31.115,-. . Volgens de RMC wet heeft elke gemeente afzonderlijk de verplichting tot registratie van16 tot 23-jarigen te komen. Dat betekent echter niet dat elke afzonderlijke gemeente een registratie moet opzetten, maar dat ook regionale samenwerking mogelijk is. Onze gemeente verzorgt zelf de registratie.
3.2
Uitvoering RMC-wet
De registratie van Voortijdig Schoolverlaters (16- tot 23-jarigen) is inmiddels voortvarend ter hand genomen. Op de eerste plaats is de registratie in zijn geheel gecontroleerd. Vervolgens zijn alle personen uit de doelgroep persoonlijk aangeschreven met het verzoek aan te geven over welke diploma’s (startkwalificaties) ze beschikken of welke opleiding ze momenteel volgen. Op het formulier konden de jongeren tevens aangeven of zij behoefte hadden op een gesprek met één van de leerplichtconsulenten. Nadat een eerste controle is uitgevoerd bleek dat 3490 jongeren (1869 mannen en 1621 vrouwen) in de groep van 17 t/m 23 jarigen vallen. Hiervan hebben er 1090 (=31,2%) een startkwalificatie ( 516 = 14,8% mannen en 574 = 16,4% vrouwen). 2400 jongeren = 68,8% (1353 = 38,7% mannen en 1047 = 30% vrouwen ) hebben dus geen startkwalificatie. Van 810 jongeren is bekend dat ze nog op school zitten en zijn dus nog bezig hun startkwalificatie te halen. Van 1590 jongeren waren geen gegevens bekend. Deze zijn allen aangeschreven. Op deze aanschrijving hebben uiteindelijk 69,1% ofwel 1099 jongeren gereageerd. Hiervan bleken 708 jongeren = 44,5% een startkwalificatie te hebben. 60 zitten er nog op school, terwijl 269 jongeren werken zonder een startkwalificatie en verder geen gesprek willen. 59 jongeren volgen nog een opleiding, 51 jongeren wensen in aanmerking te komen voor een bemiddelingsgesprek en 16 formulieren zijn retour gezonden zonder bruikbare info. De 51 jongeren, die voor een bemiddelingsgesprek in aanmerking wenste te komen, zijn door de consulenten schriftelijk uitgenodigd. Na verzending van een reminder en diverse telefonische uitnodigingen zijn er uiteindelijk 22 bemiddelings-gesprekken gevoerd, 24 jongeren zijn gewoon niet op de afspraak verschenen en een 5-tal jongeren hebben hun gesprek weer afgezegd. Samenvattend komen deze cijfers op het volgende neer : Aantal jongeren Aantal jongeren 17 t/m 23 jaar 3490 met startkwalificatie 1798 (51,52%) nog op school/opleiding 870 (24,93% ) Werken zonder startkwalificatie 269 (7.71%) Onbekend 553 (15,84%)
12
Ten aanzien van de 2 laatste categorieën zal een plan van aanpak moeten worden opgesteld om te komen tot zoveel mogelijk jongeren met een startkwalificatie. Voorlopig hebben wij hiervoor aan de uren van één van de leerplichtconsulenten 4 uren toegevoegd voor het RMCconsulentschap. Afhankelijk van de behoefte zullen de uren voor het RMC-consulentschap uitgebreid moeten worden. Daarnaast hebben wij inmiddels toestemming gegeven om voor 16 uren per week voor de periode tot 1 juli 2006 een trajectbegeleider RMC aan te stellen. Deze zal door intensivering van de contacten met de doelgroep en de samenwerkende instellingen (zoals CWI en Koning Willen1-college) trachten de vroegtijdige schoolverlaters met 30% te reduceren
3.3
Regio 36 Brabant Noordoost
In onze regio is ’s-Hertogenbosch de RMC-contactgemeente. De taken van de contactgemeente houden onder meer in: - de contactgemeente is verantwoordelijk voor het maken van afspraken met scholen en instellingen en organisaties ( zoals jeugdhulpverlening, jeugdzorg, politie, CWI); - de contactgemeente is verantwoordelijk voor een regionaal netwerk van deze actoren: - de contactgemeente draagt zorg voor het (regionaal) opzetten en instandhouden van een registratiesysteem voor meldingen van voortijdig schoolverlaters. Jaarlijks wordt een effectrapportage opgesteld ten behoeve van de minister.
3.4
De jongeren in beeld
Binnen de totale groep voortijdig schoolverlaters kunnen meerdere subgroepen worden onderscheiden. Aan de ene kant zijn er jongeren die ondanks een tijdelijk of geheel afbreken van de schoolloopbaan er toch in slagen om vaak min of meer op eigen kracht een maatschappelijke positie te bereiken die past bij hun niveau en vaardigheden. Aan de andere kant staat de groep jongeren bij wie het voortijdig schoolverlaten maar één aspect is van een in veel opzichten problematisch maatschappelijk functioneren. Het kabinet kiest ervoor om de prioriteit van de aanpak te leggen bij deze groep risicojongeren. De term ‘risicojongeren’ heeft betrekking op degenen die niet in het bezit zijn van een VBO/MAVO diploma, zonder werk zijn en geconfronteerd worden met een meervoudige problematiek, waaronder (dreigende) aanraking met politie en justitie.
13
4.
Lokaal Onderwijsbeleid
Vanaf het schooljaar 1996/1997 is het lokaal onderwijsbeleid een feit. Het lokaal onderwijsbeleid betekent een overheveling van verantwoordelijkheden van de rijksoverheid naar de gemeentelijke overheden. Binnen dit beleid wordt aan verschillende deelaspecten aandacht besteed. De deelaspecten zijn oa: - huisvesting lokaal onderwijs; - achterstandsbeleid; - leerplicht en voortijdig schoolverlaten; - schoolbegeleiding; - voor- en vroegschoolse educatie; - onderwijs in allochtone levende talen; - de arbeidsmarktgerichte leerweg; Het in hoofdstuk 3 behandelde onderwerp RMC/voortijdig schoolverlaten maakt integraal deel uit van het lokaal onderwijsbeleid en is verstrengeld met de onderwerpen leerplicht en onderwijsachterstand. In de nota "Plan van Aanpak Voortijdig Schoolverlaten" wordt aan de gemeente een centrale rol in de aanpak van de problematiek toegewezen. De leerplichtconsulent moet daarin een verbindende figuur gaan vormen tussen de scholen en de gemeente. In het onderwijsachterstandspan ‘98-‘02 is door de gemeenteraad een prioriteit gelegd bij het bestrijden van schoolverzuim en voortijdig schoolverlaten. Een eerste doel van het beleid ter voorkoming en vermindering van schooluitval is om alle leerlingen een ononderbroken schoolloopbaan te geven. Het tweede doel van het beleid is om zoveel mogelijk leerlingen met een startkwalificatie op de arbeidsmarkt te brengen. Tegelijkertijd kan geconstateerd worden dat er een groep leerlingen is voor wie dit cognitief niet bereikbaar is. Voor deze leerlingen geldt dat zij in hun onderwijsperiode leren om zich zo goed mogelijk te kunnen redden in de samenleving, zodat zij zelfstandig hun leven kunnen leiden. In het schooljaar 2001/2002 zijn er drie conferenties geweest waarin teruggeblikt is op de periode 1998-2002 en een aanzet is gegeven voor de nieuw planperiode 2002-2006. De uitkomsten van deze conferenties zijn vastgelegd in het gemeentelijk beleidsplan “Samen bouwen aan de toekomst” wat in september 2002 door de Gemeenteraad is vastgesteld. Het jaar 2002/2003 is het eerste jaar van de nieuwe GOA-periode (Gemeentelijk Onderwijsachterstandsbeleid) en vormt een overgangsjaar waarin huidige projecten doorlopen en 4 projectteams een plan gaan opstellen voor de overige drie jaren. Het Landelijk Beleidskader geeft daarbij duidelijk richting aan de te behalen resultaten. Door het projectteam Zorgbreedte zijn inmiddels de plannen en activiteiten voor de komende drie jaren geformuleerd:
14
Gewenste resultaten op het gebied van zorgbreedte zijn: 1. het aantal voortijdig schoolverlaters is in 2006 met 30% gedaald 2. het aantal allochtone leerlingen op het HAVO/VWO is in 2006 met 4% toegenomen 3. de discrepantie tussen het % doelgroepschoolverlaters met diploma en nietdoelgroepschoolverlaters met diploma moet in moet in 2006 kleiner zijn dan in 2002. Kortom: meer doelgroepkinderen moeten met een diploma het Voortgezet Onderwijs verlaten 4. Ontwikkelingsvolgmodel onderzoeken, opzetten en implementeren voor de gehele breedte van 2 tot 20 jaar, met nadruk op de specifieke overstap van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs. 5. Aanpak risicoleerlingen middels specifieke voorzieningen (preventief en curatief) 6. Aanbieden specifieke voorziening zoals de mogelijkheid van een alternatieve leerroute (bv Time-out) 7. Het opzetten van een oudersteunpunt.
15
BIJLAGE I,
leerplichtigen gemeente Heusden d.d. 1 augustus 2002
Leerplichtigen 5 t/m 12 jaar
Man
Vrouw
Totaal
2319
2124
4443
13 jaar
343
325
668
14 jaar
327
291
618
15 jaar
330
289
619
16 jaar
317
317
634
Totaal volledig leerplichtigen
3636
3346
6982
Totaal partieel Leerplichtigen
340
275
615
Totaal leerplichtigen
3976
3621
7597
Aantal 17 t/m 23 jarigen TOTAAL
1869 5845
1621 5242
3490 11.087
16
BIJLAGE II: Gegevens ten behoeve van het jaarverslag 2002-2003 Onderwerp
2002 2003
20012002
20002001
19992000
Volledig leerplichtigen: Absoluut verzuim - Gezin spoorloos - Na gesprekken ingeschreven op school - Via bemiddeling opgelost - Gedragsproblemen - Proces verbaal
2 2 12 2 1
6 -
-
3 1
Relatief verzuim Luxe verzuim: - Na onderzoek afgehandeld met waarschuwing - Na onderzoek afgehandeld met proces verbaal - In behandeling
11 1 -
6 1
16 1
8 7 1
Signaalverzuim: - Spijbelgedrag - Na gesprekken opgelost - Herplaatst - In behandeling - HALT-straf - Proces verbaal
7 2 -
9 -
11 3 -
9 1 1
-
1
1
- Gedragsproblemen - Na gesprekken opgelost - Herplaatst - In behandeling - Uit huis geplaatst
2 6 5 1
8 9 3 1
9 8 4 -
4 9 6 1
1 1 2
12 8 2
7 3 4
2 2 -
-
Lichamelijke/psychische problemen - Na gesprekken opgelost - Herplaatst - In behandeling
-
Ziekteverzuim
-
Problematische thuissituatie - In behandeling - Na gesprekken opgelost (1 niet-lp)
12 1 3
17
Problemen m.b.t. schoolkeuze - Na gesprekken opgelost - Herplaatst - In behandeling Zorgleerling
2 1 -
2 1
1 4 1
4 1
31
Partieel leerplichtigen: Absoluut verzuim - Na gesprekken ingeschreven op school - Via bemiddeling opgelost - Proces verbaal
3 4 -
7 -
-
4 8 2
Relatief verzuim Luxe verzuim: - Afgehandeld met waarschuwing
-
1
-
-
Signaalverzuim: - Spijbelgedrag - Na gesprekken opgelost
3
1
3
2 6 -
4 4 1
4 1 1 6
1 1 1
1 -
1 1 -
2 1
1 4 -
-
-
-
Gedragsproblemen - Na gesprekken opgelost - Herplaatst - Geen oplossing - In behandeling Lichamelijke/psychische problemen - Herplaatst - Geen oplossing - In behandeling - Onder toezicht gesteld - Detentie
1
-
Ziekteverzuim
3
-
Problemen m.b.t. schoolkeuze - Na gesprekken opgelost - Herplaatst - In behandeling
6 -
Zorgleerling
2
2
1
18
Vrijstellingen: - Vervangende leerplicht, art. 3a/3b - Algehele vrijstelling, art. 5, sub a - Algehele vrijstelling, art. 5, sub b - Algehele vrijstelling, art. 5, sub b (in behandeling) - Algehele vrijstelling, art. 15 - Tijdelijke vrijstelling, art. 15
Vrijstelling i.v.m. extra bijzonder verlof: - Na overleg ingetrokken - Toestemming verleend - Geen toestemming verleend - Na overleg terugverwezen naar directeur
Niet-leerplichtigen zonder startkwalificatie (VSV-ers) - Bemiddelingsgesprek gevoerd - In behandeling/nog te benaderen - Is gaan werken - Volgt een vervolgopleiding - Werkt + vakopleiding - Onbekend (weigert bemiddeling) Leeftijdsdispensatie - VAVO opleiding KW I college te Den Bosch
Overige bemiddelingen - Na gesprekken opgelost TOTAAL
3 1 2 21 -
1 2 1 7 1
13 3 -
3 3 -
54 3 2 2 7
2 10 15 11 3 18
5 2 2 8
5
3
8
7
3
11
226
213
199
133
7 1 3 18 -
3 2
2 3 19 1
2 3 10
51 Zie pag. 11 Onderzoek VSV-ers
TOELICHTING op Artikels Artikel 3a/3b: Vrijstelling i.v.m. vervangende leerplicht/vervangende leerplicht laatste schooljaar (omzetting leerplicht naar part. leerplicht). Artikel 5, lid a:
Vrijstelling wegens lichamelijke/psychische redenen.
Artikel 5, lid b:
Vrijstelling wegens bezwaar tegen richting onderwijs.
Artikel 15:
Vrijstelling wegens het volgen van ander onderwijs (bv werkgever met bedrijfsopleiding).
19
Bijlage III – Omschrijving van een aantal gebruikte begrippen Leerplichtwet 1969 De leerplichtwet 1969, welke in 1994 ingrijpend is gewijzigd, vormt de basis van het leerplichtbeleid. In deze wet is bepaald dat alle leerplichtige kinderen in Nederland een school of instituut moeten bezoeken. De wet bepaalt tevens dat het college van burgemeester en wethouders hiervoor een toezichthouder aanstelt: de leerplichtconsulent (voorheen leerplichtambtenaar). Een wetsvoorstel tot wijziging van de leerplichtwet waardoor de leeftijd waarop kinderen leerplichtig zijn, verlaagd wordt van vijf naar vier jaar is in nog steeds behandeling.Met de leerplichtverlaging wordt een kwetsbare groep kinderen bereikt die nu nog niet op vierjarige leeftijd naar school gaat. Om overbelasting van jonge kinderen te voorkomen kunnen zowel vier- als vijfjarigen enkele uren per week vrijstelling krijgen van de leerplicht. Dit gebeurt in overleg tussen de ouders en de school.
Startkwalificatie Een diploma van de basisberoepsopleiding (minimaal niveau 2 van de WEB) of diploma HAVO of VWO. De overheid streeft er naar om alle Nederlanders een startkwalificatie te laten halen. Scholen zijn verplicht om uitvallers tot 23 jaar te melden bij de gemeente. Bij voortijdig schoolverlaters tot en met 17 jaar (de leerplichtigen) komt de leerplichtconsulent direct in actie. Tot 23 jaar is ook de leerplichtconsulent de aangewezen persoon. Uitvallers boven de 23 jaar worden niet meer gemeld. Natuurlijk kan het zo zijn dat iemand toch op latere leeftijd alsnog de startkwalificatie wil halen. Het beste kan die persoon dan naar een ROC (Regionaal Opleidingen Centrum) of een AOC (Agrarisch Opleidingen Centrum) gaan. Ook volwasseneneducatie is hier ondergebracht.
RMC wet (regionale meld en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten) De RMC wet is een aanvulling op de Leerplichtwet, die voorziet in een aantal verplichtingen voor het bevoegd gezag en de gemeente. In aanvulling op de Leerplichtwet gaat het in de RMC wet om niet-meer leerplichtige deelnemers tot 23 jaar en om in regionaal verband de problematiek van het voortijdig schoolverlaten aan te pakken. In de wet die het kader vormt voor het voorkomen en bestrijden van voortijdig schoolverlaten zijn drie soorten voorschriften vastgelegd: 1. De zogenaamde meldplicht voor het bestuur van onderwijsinstellingen in het VO,VSO,VAVO en secundair beroepsonderwijs met betrekking tot niet leerplichtige leerlingen die zonder startkwalificatie het onderwijs verlaten; 2. De regelingen over de wijze van melden en afhandelen door gemeenten, waaronder de verplichting voor gemeenten om een systeem van melding, registratie en doorverwijzing op te zetten en in stand te houden; 3. Inhoudelijke voorschriften over de bestrijding van voortijdig schoolverlaten
20
Leerplicht Leerlingen in de leeftijd van vijf tot en met zeventien jaar zijn verplicht de school te bezoeken. De volledige leerplicht vangt aan op de eerste dag volgend op de maand, waarin het kind 5 jaar is geworden en eindigt op de laatste dag van het schooljaar waarin de leerplichtige 16 jaar is geworden. Leerlingen die in een schooljaar 17 jaar worden, zijn dat schooljaar partieel leerplichtig. Dit laatste houdt in dat de leerling minimaal nog één of twee dagen per week naar school moet.
Voortijdig schoolverlater Een voortijdig schoolverlater (uitgaande van de officiële definitie) is iemand die voor het bereiken van de leeftijd van 23 jaar: 1. het onderwijs aan de onderwijsinstelling waaraan hij is ingeschreven, gedurende een aaneengesloten periode van ten minste twee maanden niet meer volgt; 2. niet meer aan een onderwijsinstelling staat ingeschreven en niet in het bezit is van tenminste een diploma van een opleiding tot beginnende beroepsuitoefening, als bedoeld in artikel 2.10, eerste lid, onderdeel a, van de Wet op het Cursorisch Beroepsonderwijs, of een diploma van een MBO als bedoeld in artikel 15a, derde lid, van de Wet op het Voortgezet Onderwijs zoals luidend op 31 december 1995; 3. niet meer aan een onderwijsinstelling staat ingeschreven en niet in het bezit is van tenminste een diploma HAVO of VWO als bedoeld in de artikelen 7 en 8 van de Wet op het Voortgezet Onderwijs, of 4. niet meer aan een onderwijsinstelling staat ingeschreven en niet in het bezit is van een opleiding als bedoeld in artikel 7.2.2. , eerste lid, onderdelen a tot en met e, van de Wet Educatie en Beroepsonderwijs, of een diploma van een opleiding Voortgezet Algemeen Volwassen Onderwijs als bedoeld in artikel 7.3.1. , eerste lid onderdeel a, van die wet indien het ten minste een diploma VWO of HAVO als bedoeld in artikel 7 onderscheidenlijk artikel 8 van de Wet op het Voortgezet Onderwijs.
Leerplichtconsulent Overeenkomstig de bepalingen van de leerplichtwet heeft het college leerplichtconsulenten aangesteld om toezicht te houden op de naleving van deze wet. Eén van deze consulent is tevens "buitengewoon opsporingsambtenaar" met de daarbij behorende "eigen" bevoegdheden en een aparte directe relatie met de officier van justitie. Deze leerplichtconsulent mag een proces-verbaal uitschrijven op basis waarvan de officier van justitie over kan gaan tot vervolging. Dit instrument wordt alleen als uiterste redmiddel gebruikt. Voor de toezichthoudende taak is een instructie voor de leerplichtconsulent vastgesteld. De positie van de consulent is tegenwoordig veel meer te vergelijken met een maatschappelijk werker: luisterend en bemiddelend waarbij het onderwijsbelang van de jongere wordt vooropgesteld.
21
Lijst van leerplichttaken/activiteiten: Registratie en administratie: • • • • • • • •
invoeren van leerplichtigen in het bestand verwijderen van niet meer leerplichtigen uit het bestand schoolkaart meesturen bij een verhuizing naar elders vastleggen waar een leerplichtige is ingeschreven bijhouden van mutaties in het bestand regelmatig controleren van het bestand op absoluut verzuim op gezette tijden uitvoeren van een controle op de juistheid van de gegevens (opschonen van het bestand) het leveren van cijfermatige gegevens/overzichten uit het bestand
Maatschappelijke zorg:aanpak van onwettig absoluut verzuim • • • •
aanschrijven leerlingen/ouders zo nodig huisbezoek zo nodig bemiddelen bij plaatsing in het onderwijs proces verbaal bij weigerachtige ouders
Maatschappelijke zorg: aanpak onwettig relatief verzuim • • • • •
•
contact leggen met de jongere, het gezin, de school en de sociale omgeving van de jongere om de achtergronden van het verzuim te weet te komen huisbezoek om met het gezin te praten gesprek op school met de leerkracht/begeleider in gezamenlijk overleg kijken in welke richting de oplossing voor het probleem gezocht kan worden ondersteuning bieden bij diverse oplossingsrichtingen: -veranderen van school of schooltype; -een bemiddelend gesprek en verwijzing naar hulpverlening; -toestemming verlenen om met onderwijs te stoppen; -toestemming verlenen voor een ‘alternatieve’ ‘leerroute; zo nodig opstellen van een proces verbaal bij weigerachtige ouders
Behandeling van specifieke aanvragen • • • •
afhandeling van aanvragen voor extra verlof het verlenen van vrijstellingen van de leerplicht het verlenen van leeftijdsdispensatie aan 16-17 jarigen t.b.v. het volgen van VAVO het verlenen van toestemming voor vervangende leerplicht
Voorlichting • • •
aan ouders over leerplicht en extra verlof aan scholen over melding schoolverzuim/taken en werkwijze leerplicht aan instellingen op het terrein van jeugd over de taken en werkwijze van leerplicht
Samenwerking met instellingen • • • • • • • • •
scholen voor basisonderwijs scholen voor voortgezet onderwijs scholen voor speciaal onderwijs scholen voor beroepsonderwijs schoolbegeleidingsdiensten arbeidsvoorziening/CWI/WIW GGD jeugdzorg politie/justitie
22
Structureel overleg/netwerk • • •
deelname aan zorgteams deelname aan regionaal leerplichtoverleg deelname aan RMC overleg
Betrokkenheid bij lokaal beleid • •
opstellen leerplichtjaarverslag registreren van knelpunten bij jeugd en succesfactoren t.b.v. lokaal jeugdbeleid
Betrokkenheid bij regionaal beleid • • •
deelname aan werkverbanden voor RMC melden van behandeling en resultaten voor VSV-ers aan de RMC registreren van knelpunten in voortijdig schoolverlaten en succesfactoren t.b.v. regionaal RMC beleid
23
Bijlage IV -
Toelichting op de gebruikte afkortingen
AOC
Agrarisch Opleidingen Centrum
BJZ
Bureau Jeugd Zorg
CWI
Centrum voor Werk en Inkomen
GBA
Gemeentelijk Basis Administratie
GGD
Geneeskundige Gezondheids Dienst
GGZ
Geestelijke Gezondheids Zorg
HAVO
Hoger Algemeen Voortgezet Onderwijs
JPP
Jeugd Preventie Project
LAVA-team
Gespecialiseerd in coaching/begeleiding van kinderen met een Lichamelijke Achterstand en/of Verstandelijke Achterstand
MBO
Middelbaar Beroeps Onderwijs
OCW
Ministerie van Onderwijs Cultuur en Wetenschappen
RMC
Regionale Meld – en Coördinatiefunctie
ROC
Regionaal Opleidingen Centrum
VAVO
Voortgezet Algemeen Volwassen Onderwijs
VO
Voortgezet Onderwijs
VSO
Voortgezet Speciaal Onderwijs
VSV
Voortijdig School Verlater
VWO
Voortgezet Wetenschappelijk Onderwijs
WEB
Wet Educatie Beroepsonderwijs
WVO
Wet Voortgezet Onderwijs