LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS Vakken: /Huishoudkunde/Opvoedkunde/ (PV Praktijk, TV) (7/7 lestijden/week) Specifiek gedeelte Studierichting: Sociale en technische wetenschappen Studiegebied: Personenzorg Onderwijsvorm: TSO Graad : tweede graad Leerjaar: eerste en tweede leerjaar Leerplannummer: 2016/010 (vervangt 2006/032 en 2006/034)
Nummer inspectie: 2016/1233/1//V18 (vervangt 2004 / 23 // 1 / O / SG / 2H /II /D/ en 2004 / 24 // 1 / O / SG /2H/ II //D/)
En ) Pedagogische begeleidingsdienst Huis van het GO! Willebroekkaai 36 1000 Brussel
TSO – tweede graad – Specifiek gedeelte Sociale en technische wetenschappen /Huishoudkunde/Opvoedkunde/ (PV Praktijk, TV) (1e leerjaar: 7 lestijden/week, 2e leerjaar: 7 lestijden/week)
2
Inhoud 1. 2. 3. 4.
Visie Beginsituatie Algemene doelstelling Leerplandoelstellingen en leerinhouden 4.1. 4.2. 4.3. 4.4. 4.5.
5. 6. 7.
Cluster 1: Doelstellingen met betrekking tot toekomstperspectieven. Cluster 2: Generieke doelstellingen. Cluster 3: Doelstellingen met betrekking tot de mens in de maatschappij. Cluster 4: Doelstellingen met betrekking tot zorg voor zichzelf en hulp aan anderen. Cluster 5: Doelstellingen met betrekking tot voeding en voedingsgewoonten.
Minimale materiële vereisten Evaluatie Bibliografie
3 5 6 7 7 8 13 22 23 28 30 32
TSO – tweede graad – Specifiek gedeelte Sociale en technische wetenschappen /Huishoudkunde/Opvoedkunde/ (PV Praktijk, TV) (1e leerjaar: 7 lestijden/week, 2e leerjaar: 7 lestijden/week)
1.
3
Visie
De studierichting sociale en technische wetenschappen legt de nadruk op 3 centrale componenten. De sociale component beoogt de ontwikkeling van de persoonlijkheid van de leerling in zijn sociale dimensie, met andere woorden de mens die zich bij al zijn activiteiten bekommert om het welzijn van zijn medemens en zijn sociale verantwoordelijkheid opneemt. De technische component beoogt de ontwikkeling van vaardigheden die nodig zijn om producten tot stand te brengen en op een kritisch verantwoorde manier te consumeren. Het gaat hierbij om het geheel van bewerkingen en activiteiten om de mens die handelt. De wetenschappelijke component beoogt het nadenken over wat, hoe en waarom iets moet gebeuren of gebeurd is? Om in deze tijd verantwoord keuzes te kunnen maken, om al zijn activiteiten oordeelkundig te laten verlopen en om deze steeds te verbeteren en aan te passen aan de noden van de tijd heeft de mens nood aan wetenschappelijk kennis. Het gaat hier met andere woorden om de mens die denkt. In deze studierichting staan 2 invalshoeken centraal: enerzijds de wederzijdse beïnvloeding van de sociaal, technisch en wetenschappelijk ingestelde mens en de omgeving, anderzijds de mens die als consument en als verantwoordelijke persoon onderbouwde keuzes kan maken. De inhouden hebben enerzijds onder meer als doel inzicht te verwerven in de wijze waarop de mens zich in de samenleving integreert en hoe de samenleving het menselijk gedrag beïnvloedt. Het menselijk gedrag en zijn onderliggende behoeften worden als centraal motiverende kracht bestudeerd. In concrete situaties worden de leerinhouden gericht op het voldoen aan diverse behoeften van de mens en milieu. Alle activiteiten zijn bewust gericht op de ontwikkeling van de sociale ingesteldheid en verantwoordelijkheidszin van het individu. Anderzijds wordt de behoefte aan voeding in functie van de gezondheid grondig uitgewerkt en getoetst op een proefondervindelijke en / of vergelijkende wijze onder meer via de bereiding van eenvoudige gerechten. Hierbij zijn de praktijktoepassingen gericht op het aanschouwelijk maken van de theorie. Vooral het observeren, analyseren, experimenteren en verbeteren van technieken en handelingen is hier belangrijk. Bij de uitwerking van dit leerplan werden de waarden vanuit ons PPGO geïntegreerd in de algemene doelstellingen, de concretisering van de leerplandoelstellingen en de pedagogisch didactische wenken. We richten ons in deze studierichting immers op de totale vorming van onze leerlingen zodat ze het doel en de zin van hun handelen inzien en zich ten opzichte van zichzelf en het maatschappelijk gebeuren met kritisch inzicht opstellen, in vrijheid verantwoordelijkheid opnemen en op grond van dit alles verantwoorde keuzes maken. De leraar neemt hierbij enerzijds een voorbeeldfunctie op maar ook de rol van coach. Dit leerplan werd opgebouwd rond een aantal clusters van doelstellingen die worden aangevuld met een aantal vakgebonden attitudes relevant voor een latere beroepsuitoefening in de voedingssector, gezondheidszorg, welzijnssector en onderwijs. We gaan ervan uit dat binnen de vakgroep duidelijke, formele afspraken gemaakt worden wie aan welke leerplandoelstellingen zal werken. Vooral voor de generieke competenties moet worden afgesproken wie de leerplandoelstellingen aanleert en wie ze verder integreert in de lespraktijk.
TSO – tweede graad – Specifiek gedeelte Sociale en technische wetenschappen /Huishoudkunde/Opvoedkunde/ (PV Praktijk, TV) (1e leerjaar: 7 lestijden/week, 2e leerjaar: 7 lestijden/week)
hygiënisch handelen
kwaliteitsbewust handelen
milieubewust handelen
opdracht veilig handelen
ergonomisch handelen
In de virtuele ruimte van Personenzorg in smartschool vindt u meer praktische informatie over projectmatig werken, leerlijnen, evaluatie e.d.
4
TSO – tweede graad – Specifiek gedeelte Sociale en technische wetenschappen /Huishoudkunde/Opvoedkunde/ (PV Praktijk, TV) (1e leerjaar: 7 lestijden/week, 2e leerjaar: 7 lestijden/week)
2.
5
Beginsituatie
De leerlingengroep in de studierichting Sociale en technische wetenschappen is een homogene groep op vlak van interesse en motivatie, maar soms een heterogene groep op vlak van vooropleiding. De richting zal vooral jongeren aanspreken die sociaal voelend zijn, geïnteresseerd zijn in mensen en hoe ze de gezondheid van de mens op een wetenschappelijk onderbouwde manier via onder andere de voeding kunnen behouden. Normaal gezien komen de leerlingen uit het 2 e jaar Sociale en technische vorming. Maar ook instroom uit andere basisopties is mogelijk. Een aantal leerlingen hebben dan al enige kennis verworven over gezondheid en voeding, andere leerlingen hebben deze voorkennis niet. Daarom is het belangrijk om bij het begin van het traject de beginsituatie van elke leerling goed in kaart te brengen, zodoende zicht te krijgen op de leerlingengroep (zodat kan gedifferentieerd worden) en verdere afspraken te maken met betrekking tot het leertraject.
TSO – tweede graad – Specifiek gedeelte Sociale en technische wetenschappen /Huishoudkunde/Opvoedkunde/ (PV Praktijk, TV) (1e leerjaar: 7 lestijden/week, 2e leerjaar: 7 lestijden/week)
3.
Algemene doelstelling
Op het einde van de 2e graad moeten leerlingen in staat zijn om:
eigen studiemogelijkheden in functie van latere beroepsmogelijkheden te situeren. menselijke behoeften te situeren binnen een maatschappelijk kader. in te zien dat gedrag van mensen beïnvloed wordt door een aantal factoren. het verschil tussen waarnemen en observeren aan te geven. elementaire sociale vaardigheden toe te passen. op een assertieve manier op te treden met respect voor zichzelf en de anderen. in verschillende situaties gepast te communiceren. in te zien dat men eigen voedingsgewoonten kan bepalen en bijsturen. na observerend / experimenterend onderzoek van voedingsmiddelen de meest doeltreffende bereidingswijze vast te leggen. kritisch te consumeren. aangereikte informatiebronnen kritisch en efficiënt te raadplegen. informatie te structureren en te ordenen. verworven kennis en vaardigheden in praktijksituaties toe te passen. te reflecteren.
Dit concretiseren we in clusters van leerplandoelstellingen: Cluster 1: Doelstellingen met betrekking tot toekomstperspectieven. Cluster 2: Generieke doelstellingen. Cluster 3: Doelstellingen met betrekking tot de mens in de maatschappij. Cluster 4: Doelstellingen met betrekking tot zorg voor zichzelf en hulp aan anderen. Cluster 5: Doelstellingen met betrekking tot voeding en voedingsgewoonten. en volgende vakgebonden attitudes of attitudinale vaardigheden die in combinatie met de leerplandoelstellingen worden nagestreefd: zelfreflectie, respect, echtheid, empathie, flexibiliteit, verantwoordelijkheid, initiatief, samenwerken met anderen en positief kritisch denken.
6
TSO – tweede graad – Specifiek gedeelte Sociale en technische wetenschappen /Huishoudkunde/Opvoedkunde/ (PV Praktijk, TV) (1e leerjaar: 7 lestijden/week, 2e leerjaar: 7 lestijden/week)
4.
7
Leerplandoelstellingen en leerinhouden
D: deze leerplandoelstellingen worden voorzien om aan differentiatie te doen zodat de leerkracht kan inspelen op de verschillende interesses, leerstatus en leerprofielen van de leerlingen. Deze differentiatiedoelstellingen worden cursief gedrukt en aangeduid met een D.
4.1. Cluster 1: Doelstellingen met betrekking tot toekomstperspectieven. DECR. NR
LEERPLANDOELSTELLINGEN Thema 1: De leerlingen situeren de eigen studiemogelijkheden in functie van latere beroepsmogelijkheden. De leerlingen bespreken studiemogelijkheden in de 3 e graad SO. 1.1
LEERINHOUDEN Studiemogelijkheden in de 3 e graad SO.
1.2
De leerlingen leggen het inhoudelijk onderscheid uit tussen de verschillende studierichtingen in de 3 e graad binnen het studiegebied Personenzorg.
Verschillende studierichtingen 3 e graad Personenzorg
1.3
De leerlingen lichten hun studiekeuze in functie van eigen interesses en leermogelijkheden toe.
Studiekeuze in functie van eigen interesses en leermogelijkheden
SPECIFIEKE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN De leerlingen kunnen de verdere studiemogelijkheden opzoeken aan de hand van diverse bronnen (school- en andere informatiebrochures, websites), maar ook getuigenissen van leerlingen van een 3e graad of klasbezoeken in bepaalde studierichtingen, informatiesessies van CLB zijn mogelijk.
TSO – tweede graad – Specifiek gedeelte Sociale en technische wetenschappen /Huishoudkunde/Opvoedkunde/ (PV Praktijk, TV) (1e leerjaar: 7 lestijden/week, 2e leerjaar: 7 lestijden/week)
8
4.2. Cluster 2: Generieke doelstellingen. DECR. NR
LEERPLANDOELSTELLINGEN Thema 2: De leerlingen handelen hygiënisch en voedselveilig. De leerlingen bespreken hygiënerichtlijnen die van kracht zijn in de school. 2.1 2.2 2.3 2.4
De leerlingen passen algemene hygiënerichtlijnen in de didactische keuken toe.
LEERINHOUDEN Hygiënerichtlijnen in de didactische keuken
De leerlingen formuleren maatregelen om besmetting en bederf tegen te gaan.
Besmetting en bederf
De leerlingen kiezen een gepaste eenvoudige bewaarmethode op basis van de levensvoorwaarden van micro-organismen.
Bewaarmethodes Levensvoorwaarden van micro-organismen
SPECIFIEKE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN Er mag naar het begrip HACCP verwezen worden, maar de basisbeginselen en de toepassing van HACCP worden besproken in de 3e graad. Het is de bedoeling om de leerstof te beperken tot de richtlijnen van hygiënisch handelen en de basisprincipes. Het is belangrijk dat de leerlingen het verband kunnen leggen tussen besmettingsoorzaken (o.a. via kruisbesmetting) en de hygiënerichtlijnen in de didactische keuken. Daarom is het aangewezen om voorbeelden te gebruiken die gelinkt zijn aan de leefwereld van de leerling en het eigene van de studierichting. Besmettingsoorzaken: micro- en macro-organismen, besmetting via de mens, bevuild materiaal e.d., kruisbesmetting, … Leg vooral de nadruk op bewaarmethoden die kunnen toegepast worden in de school: koelen, verhitten, steriliseren, drogen, pekelen, verzuren. Industriële bewaarmethoden worden besproken in de 3e graad. Een bezoek brengen aan zowel een winkelomgeving als aan een industriële omgeving waar voeding verwerkt wordt is een meerwaarde. Dit schept de mogelijkheid om hygiënerichtlijnen in de didactische keuken te vergelijken met de hygiënerichtlijnen in een professionele context. Het is niet nodig de hygiënerichtlijnen van een professionele context te bespreken, dit komt in de 3e graad aan bod.
TSO – tweede graad – Specifiek gedeelte Sociale en technische wetenschappen /Huishoudkunde/Opvoedkunde/ (PV Praktijk, TV) (1e leerjaar: 7 lestijden/week, 2e leerjaar: 7 lestijden/week)
DECR. NR
LEERPLANDOELSTELLINGEN Thema 3: De leerlingen handelen milieubewust. De leerlingen informeren zich over het afvalbeleid op school. 3.1 3.2 3.3
9
LEERINHOUDEN
De leerlingen stellen voor dagelijkse activiteiten milieubewuste alternatieven voor. Afvalbeleid op school Milieuverontreiniging De leerlingen passen milieubewuste maatregelen en afspraken rond afvalbeleid Milieubewuste alternatieven toe op school.
SPECIFIEKE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN Bespreek zeer beknopt verschillende vormen van milieuverontreiniging bespreken: lucht, bodem, water. In de lessen wetenschappen komt milieuverontreiniging uitgebreider aan bod. Maak gebruik van actuele artikels i.v.m. milieuverontreiniging in een lokale context. De ladder van Lansink is een eenvoudige manier om milieubewuste alternatieven aan te leren. Leg regelmatig de link tussen milieu en verschillende andere vakken. Een oefening rond het bepalen van de eigen ecologische voetafdruk kan een aanzet zijn voor het nadenken over milieubewuste alternatieven. DECR. NR
LEERPLANDOELSTELLINGEN LEERINHOUDEN Thema 4: De leerlingen handelen ergonomisch. De leerlingen bespreken verschillende basisrichtlijnen voor ergonomisch handelen 4.1 op school. Basisrichtlijnen voor ergonomisch handelen Belang van ergonomisch handelen De leerlingen passen tijdens schoolse activiteiten richtlijnen voor ergonomisch Gevolgen van niet-ergonomisch handelen 4.2 handelen toe.
SPECIFIEKE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN Basisrichtlijnen: hef- en tiltechnieken / werkhouding worden in de 1ste graad behandeld – in de 2de graad breiden we uit naar bewegingen / handelingen bv. verplaatsen van gewichten / reikhoogte/… in de 3e graad worden ook licht, lucht, geluid, temperatuur … behandeld. Bespreek ook de directe gevolgen voor de leerling van niet-ergonomisch handelen op gebied van gezondheid (fysieke pijn, vermoeidheid, welzijn, …). Gebruik voorbeelden en casussen uit de leefwereld van de leerling: ergonomisch handelen op school, in vrije tijd, bij sportactiviteiten, thuis, ...
TSO – tweede graad – Specifiek gedeelte Sociale en technische wetenschappen /Huishoudkunde/Opvoedkunde/ (PV Praktijk, TV) (1e leerjaar: 7 lestijden/week, 2e leerjaar: 7 lestijden/week)
DECR. NR
LEERPLANDOELSTELLINGEN Thema 5: De leerlingen handelen veilig. De leerlingen interpreteren instructiefiches en het werkplaatsreglement. 5.1 5.2 5.3 5.4
De leerlingen voeren in concrete situaties aanpassingen/handelingen uit om gevaar te vermijden/elimineren. De leerlingen stellen voor concrete situaties preventiemaatregelen voor.
10
LEERINHOUDEN
Veilig handelen Begrippen Belang van preventie Herkennen van gevaar Preventiemaatregelen
De leerlingen voeren activiteiten uit rekening houdend met veiligheidsinstructies.
SPECIFIEKE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN Mogelijke begrippen: rationeel en irrationeel veiligheidsgevoel, preventie, persoonlijke beschermingsmiddelen, collectieve beschermingsmiddelen, wegnemen van gevaar. Het is de bedoeling om zoveel mogelijk maatregelen te nemen die voor iedereen van toepassing zijn en te focussen op eenvoudige, haalbare toepassingen. Hier is een link mogelijk naar de piramide van Maslow cfr. veiligheidsgevoel. Koppel het thema aan mogelijke activiteiten uit de leefwereld van de leerling zoals bv. onderhoud van de keuken en bereidingen, … maar ook aan andere schoolcontexten en vakoverschrijdende activiteiten.
TSO – tweede graad – Specifiek gedeelte Sociale en technische wetenschappen /Huishoudkunde/Opvoedkunde/ (PV Praktijk, TV) (1e leerjaar: 7 lestijden/week, 2e leerjaar: 7 lestijden/week)
DECR. NR
LEERPLANDOELSTELLINGEN Thema 6: De leerlingen handelen kwaliteitsbewust. De leerlingen leggen begrippen met betrekking tot kwaliteitsbewust handelen uit. 6.1 6.2 6.3 6.4 6.5 6.6 6.7
11
LEERINHOUDEN
De leerlingen zetten een stappenplan volgens het technisch proces om in een OVUR-schema. De leerlingen stellen stappenplannen op voor eenvoudige toepassingen. De leerlingen werken planmatig.
Begrippen Van het technisch proces naar OVUR
De leerlingen werken doelgericht. De leerlingen werken oplossingsgericht. De leerlingen reflecteren over de kwaliteit van hun handelen.
SPECIFIEKE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN Voorbeelden van begrippen: kwaliteit, productkwaliteit, eindproduct, proceskwaliteit, procesbeheersing, integrale kwaliteit, borging, normen, PDCA of Demingcirkel, het technisch proces (1 e graad), OVUR schema, consument, producent, visgraatdiagram, 5 M’s, subjectief, objectief, link observatie, … Duidelijk de overgang tussen het technisch proces en het OVUR-schema uitleggen. Kwaliteitsbewust handelen in verband brengen met veilig, hygiënisch, ergonomisch, esthetisch en creatief handelen. Leerlingen bewust maken van economisch handelen.
TSO – tweede graad – Specifiek gedeelte Sociale en technische wetenschappen /Huishoudkunde/Opvoedkunde/ (PV Praktijk, TV) (1e leerjaar: 7 lestijden/week, 2e leerjaar: 7 lestijden/week)
DECR. NR
LEERPLANDOELSTELLINGEN Thema 7: De leerlingen observeren interacties. 7.1 De leerlingen leggen het verloop van een waarnemingsproces uit.
12
LEERINHOUDEN Verloop van een waarnemingsproces
1. 7.2
De leerlingen herkennen in voorbeelden de beïnvloedende factoren op de waarneming.
Beïnvloedende factoren
2. 7.3
De leerlingen leggen het onderscheid tussen waarnemen en observeren uit.
Waarnemen versus observeren
3. 7.4
De leerlingen bespreken verschillende observatiemethoden.
Observatiemethoden
4. 7.5
De leerlingen bespreken verschillende registratiemethoden.
Registratiemethoden
5. 7.6
De leerlingen bespreken verschillende rapporteringsmethoden.
Rapporteringsmethoden
6. 7.7
De leerlingen passen de vereisten gesteld aan een goede observatie toe in eenvoudige, concrete observatieopdrachten.
7. 7.8
De leerlingen rapporteren mondeling en schriftelijk aan de hand van werkmodellen.
Belang van een goede observatie Wat is een goede observatie Observatieopdrachten Mondeling rapporteren Schriftelijk rapporteren
SPECIFIEKE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN Het leren observeren en rapporteren van interacties kan worden toegepast in klas- en schoolsituaties. Het observeren en rapporteren bij doelgroepen, komt pas in de 3e graad aan bod. Het belangrijkste met betrekking tot waarnemen is dat leerlingen kritisch staan ten opzichte van de eigen waarneming. Het is niet de bedoeling dat de gestaltwetten gegeven / gekend worden. Het is de bedoeling dat leerlingen geraakt worden door de idee dat waarneming beïnvloed wordt door het ding dat we waarnemen en door wie we zijn als persoon. Bij observeren is het de bedoeling dat leerlingen ervaren dat om goed te observeren een aantal vaardigheden nodig zijn en dat aan een aantal eisen moet voldoen worden. We beperken ons hier tot situaties uit het dagelijkse leven waar een goede observatie belangrijk is bv. getuigenverslag, onveilige situaties, …
TSO – tweede graad – Specifiek gedeelte Sociale en technische wetenschappen /Huishoudkunde/Opvoedkunde/ (PV Praktijk, TV) (1e leerjaar: 7 lestijden/week, 2e leerjaar: 7 lestijden/week)
13
4.3. Cluster 3: Doelstellingen met betrekking tot de mens in de maatschappij. DECR. NR
LEERPLANDOELSTELLINGEN Thema 8: De leerlingen situeren de ontwikkeling en de psychische functies van de mens 8.1 De leerlingen leggen uit wat ‘menselijk gedrag’ inhoudt.
8.2
LEERINHOUDEN
De leerlingen tonen in herkenbare situaties aan dat menselijk gedrag tot stand komt via de interactie tussen persoonskenmerken en situationele kenmerken.
Menselijk gedrag Uiterlijk waarneembaar gedrag Uiterlijk niet-waarneembaar gedrag Situationele kenmerken die gedrag bepalen Persoonskenmerken die gedrag bepalen Interactie tussen situationele en persoonskenmerken Gedragspatronen Persoonlijkheidskenmerken Bv. persoonlijkheidstypen van Jung, The big five,…
8.3
De leerlingen koppelen gedragspatronen aan persoonlijkheidskenmerken.
8.4
De leerlingen leggen uit hoe de eerste indruk over iets of iemand het eigen gedrag kan beïnvloeden.
8.5
De leerlingen illustreren dat maatschappelijk en cultureel bepaalde elementen een invloed hebben op facetten van ons gedrag.
8.6
De leerlingen bespreken de behoeftenpiramide van Maslow.
8.7
De leerlingen tonen aan dat de piramide van Maslow bedacht is vanuit een Westers Bedacht vanuit een Westers persoons- en persoons- en maatschappijbeeld. maatschappijbeeld
8.8
De leerlingen tonen aan dat in de omgang met anderen maatschappelijke normen gelden.
8.9
De leerlingen tonen aan dat het zelfbeeld gebaseerd is op eigen perceptie en sociale Zelfbeeld en zijn deelaspecten perceptie. Positief zelfbeeld Negatief zelfbeeld
Invloed van eerste indruk op gedrag Invloed van maatschappelijk bepaalde elementen op gedrag Invloed van cultureel bepaalde elementen op gedrag Behoeftenpiramide van Maslow Gedrag duiden in de behoeftenpiramide
Normen en waarden
TSO – tweede graad – Specifiek gedeelte Sociale en technische wetenschappen /Huishoudkunde/Opvoedkunde/ (PV Praktijk, TV) (1e leerjaar: 7 lestijden/week, 2e leerjaar: 7 lestijden/week)
14
Invloed op gedrag Gebaseerd op eigen perceptie Gebaseerd op sociale perceptie Kernkwaliteiten van Ofman
8.10
De leerlingen tonen het verband aan tussen sociale perceptie en de houding die men aanneemt tegenover anderen.
8.11
De leerlingen tonen de grenzen van de ontwikkeling aan op basis van de invloed van Nature / nurture en zelfbepaling nature / nurture en zelfbepaling op ons gedrag. Invloed van nature / nurture en zelfbepaling op ons gedrag Verband gedrag en ontwikkeling Grenzen van de ontwikkeling De leerlingen leggen in concrete situaties het verband uit tussen de processen Rijpen rijpen, groeien, leren en ontwikkelen. Groeien Leren Ontwikkelen Verband hiertussen De leerlingen bespreken verschillende vormen van geheugen. Werking van het geheugen Verschillende vormen van geheugen: zintuiglijk geheugen, kortetermijngeheugen (werkgeheugen) , langetermijngeheugen (episodisch geheugen, taalgeheugen, proceduregeheugen) De leerlingen bespreken verschillende vormen van intelligentie. Verschillende vormen van intelligentie: Gardner: Verbaal-linguïstische intelligentie Logisch-mathematische intelligentie Visueel ruimtelijke intelligentie Tactiel-motorische intelligentie Muzikale intelligentie Naturalistisch-ecologische intelligentie Interpersoonlijke intelligentie
8.12
8.13
8.14
Verband sociale perceptie en houding ten opzichte van anderen
TSO – tweede graad – Specifiek gedeelte Sociale en technische wetenschappen /Huishoudkunde/Opvoedkunde/ (PV Praktijk, TV) (1e leerjaar: 7 lestijden/week, 2e leerjaar: 7 lestijden/week)
15
Intrapersoonlijke intelligentie 8.15
De leerlingen leggen het verband uit tussen het geheugen, intelligentie en leren.
Verband: geheugen, intelligentie, leren
8.16
De leerlingen bespreken verschillende vormen van leren.
8.17
De leerlingen bespreken verschillende leerstijlen.
Klassieke conditionering Operante conditionering Sociaal leren (plaatsvervangend en modelleren) Latent leren Inzichtelijk leren Actief en constructief leren Vermunt: Betekenisvolle leerstijl. Gericht zoeken, met als doel: inzicht, verbanden en samenhang. Toepassingsgerichte leerstijl. Gericht op toepassen en concreet maken. Reproductiegerichte leerstijl. Veel herhalen en memoriseren. Ongerichte leerstijl. Stuurloos, zonder vaste, overdachte manier.
8.18
Kolb: De beschouwer: Divergente leerstijl. De denker: Assimilerende leerstijl. De beslisser: Convergente leerstijl. De doener: Uitvoerende leerstijl. De leerlingen illustreren verschillende leerprocessen aan de hand van dagdagelijkse Leerproces situaties. Verschillende fasen: Gagné: De motivatiefase. De leerling moet gemotiveerd raken om te leren. De opmerkzaamheidsfase. De leerling richt zijn aandacht op dat wat hij wil leren. De opnamefase. De leerling probeert de
TSO – tweede graad – Specifiek gedeelte Sociale en technische wetenschappen /Huishoudkunde/Opvoedkunde/ (PV Praktijk, TV) (1e leerjaar: 7 lestijden/week, 2e leerjaar: 7 lestijden/week)
16
leerstof in zich op te nemen. De geheugenfase. Het geleerde wordt opgeslagen in het geheugen. De herinneringsfase. Het terughalen van het geleerde. De generalisatiefase. Het geleerde kunnen toepassen in andere situaties. De uitvoeringsfase. De leerling laat zien wat hij geleerd heeft. De terugkoppelingsfase. Door middel van feedback en evaluatie blijkt of de leerling aan de verwachtingen van de leerkracht of zichzelf heeft voldaan.
Toepassing van verschillende vormen van leren. 8.19
De leerlingen illustreren hoe emotie het leren kan beïnvloeden.
Emotie
8.20
De leerlingen illustreren hoe motivatie het leren kan beïnvloeden.
Motivatie
SPECIFIEKE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN Bij het realiseren van deze doelstellingen kan gebruik gemaakt worden van filmfragmenten of beeldmateriaal (bv. schooltv.nl), casussen, rollenspelen, tests, gastsprekers, … Vanuit concrete situatiebeschrijvingen of korte beeldfragmenten kunnen de leerlingen persoonskenmerken en situatiekenmerken onderscheiden in het gedrag van mensen. Het onderscheid tussen uiterlijk waarneembaar en uiterlijk niet-waarneembaar gedrag kan in verschillende situaties worden aangetoond: beschrijvingen van een roman, stripverhaal, eigen verhaal, rollenspelen, … De behoeftenpiramide van Maslow moet gezien worden als de motor van ons gedrag. Aan de hand van voorbeelden kunnen leerlingen aangeven dat het invullen van deze behoeften kunnen verschillen. Het is ook interessant om de link te leggen vanuit de piramide van Maslow naar andere thema’s (o.a. de generieke doelstellingen) om de functionaliteit ervan aan te geven. Het gegeven ‘positief zelfbeeld’ dient centraal te staan. De bespreking van het ideale zelf kan een aanleiding zijn om de invloed en de technieken van reclame op onze beeldvorming te bespreken. Maar ook het weerbaar zijn en zichzelf blijven tegen de druk van de reclame zijn mogelijke invalshoeken.
TSO – tweede graad – Specifiek gedeelte Sociale en technische wetenschappen /Huishoudkunde/Opvoedkunde/ (PV Praktijk, TV) (1e leerjaar: 7 lestijden/week, 2e leerjaar: 7 lestijden/week)
17
Het is hierbij de bedoeling dat de leerlingen de theoretische onderbouw kennen van de leerprocessen om dan functioneel de concrete toepassing in het dagelijks leven te maken en om in de 3e graad dan naar de professionele context te gaan. Leerlingen moeten, aan de hand van concrete, dagdagelijkse situaties ervaren hoe leerprocessen verlopen en hoe mensen (bv. door reclame) bepaald gedrag aangeleerd krijgen, zonder dat ze zich daar soms bewust van zijn. Situaties uit de opvoedingssfeer (bv. straffen, belonen, imiteren) lenen zich hier goed toe, omdat ze herkenbaar zijn voor leerlingen. DECR. NR
LEERPLANDOELSTELLINGEN Thema 9: De leerlingen situeren de mens als consument. 8. 9.1 De leerlingen herkennen in commerciële situaties en publiciteitscampagnes de gebruikte reclamestrategieën. 9. 9.2
De leerlingen reageren op een assertieve manier tegenover reclamestrategieën.
LEERINHOUDEN Reclamestrategieën Assertief reageren op reclame
SPECIFIEKE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN Bij het realiseren van deze doelstellingen kan vertrekken vanuit de leefwereld van de jongere / de actualiteit en het inoefenen van de vaardigheid aan de hand van verschillende casussen een insteek zijn. Het kan een zinvolle opdracht zijn om uit reclameboodschappen te detecteren welke voedingsmiddelen en andere producten door de industrie via misleidende reclame, nuttige reclame, … worden gepromoot (o.m. door tekst, slogan, filmpjes beeldvorming, … ). DECR. NR
LEERPLANDOELSTELLINGEN Thema 10: De leerlingen situeren het belang van passend communiceren. De leerlingen stellen eenvoudige, herkenbare communicatiesituaties schematisch 10.1 voor.
LEERINHOUDEN Communicatieproces Communicatieschema
10.2
De leerlingen ordenen concrete situaties volgens eenzijdig en tweezijdige communicatie.
Eenzijdige en tweezijdige communicatie
10.3
De leerlingen tonen in concrete situaties de mogelijkheden en beperkingen van verbale en non-verbale communicatie aan.
Verbale en non-verbale communicatie Mogelijkheden en beperkingen
10.4
De leerlingen onderscheiden in concrete situaties het inhoudsniveau en het betrekkingsniveau van een boodschap.
Inhoudsniveau van een boodschap Betrekkingsniveau van een boodschap
10.5
De leerlingen tonen in concrete situaties de invloed van uiterlijk waarneembaar
Invloed van gedrag op het
TSO – tweede graad – Specifiek gedeelte Sociale en technische wetenschappen /Huishoudkunde/Opvoedkunde/ (PV Praktijk, TV) (1e leerjaar: 7 lestijden/week, 2e leerjaar: 7 lestijden/week)
10.6 10.7 10.8
18
gedrag en uiterlijk niet-waarneembaar gedrag op het communicatieproces bij zender en ontvanger aan.
communicatieproces Communicatiestoornissen
De leerlingen leggen uit wat communicatiestoornissen zijn.
Communicatiestoornissen
De leerlingen leggen modellen uit om de interactie tussen mensen te typeren. De leerlingen schatten -vanuit een model om de interactie tussen mensen te typeren- de effecten van het gedrag op anderen in.
Modellen om de interactie tussen mensen te typeren bv. Roos van Leary, Axenroos van Cuvelier
SPECIFIEKE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN Bij het realiseren van deze leerplandoelen is het de bedoeling de theorie functioneel en toepassingsgericht aan te brengen. Het schema van het communicatieproces kan dienen als uitgangspunt om eenvoudige boodschappen te analyseren. De roos van Leary is een eenvoudige manier om de wederzijdsheid in de communicatie te herkennen en bij zichzelf te ervaren. Er kan ook gebruik gemaakt worden van de Axenroos van Cuvelier. Via deze 2 methoden krijgen leerlingen inzicht in hun eigen communicatiegedrag en leren ze kritisch nadenken over hoe ze meestal reageren in bepaalde situaties. Het is zeer zinvol om de theorie hierover toe te passen en bv. leerlingen een positie te laten innemen die ze niet gewoon zijn. DECR. NR
LEERPLANDOELSTELLINGEN Thema 11 De leerlingen communiceren passend in verschillende situaties. 11.1 11.2 11.3
11.4
LEERINHOUDEN
De leerlingen leggen het begrip sociaal vaardig zijn uit.
Sociaal vaardig zijn Belang van sociale vaardigheden bij het omgaan met mensen
De leerlingen voeren een gesprek.
Wat houdt het voeren van een gesprek in
De leerlingen stellen op een relatiebevorderende manier vragen aan gelijken en aan Verschillende soorten vragen meerderen. De leerlingen passen basistechnieken voor actief luisteren toe.
Luisteren versus actief luisteren Basistechnieken actief luisteren Ik-boodschap
TSO – tweede graad – Specifiek gedeelte Sociale en technische wetenschappen /Huishoudkunde/Opvoedkunde/ (PV Praktijk, TV) (1e leerjaar: 7 lestijden/week, 2e leerjaar: 7 lestijden/week)
11.5 11.6
11.7
11.8 11.9 11.10 11.11 11.12 11.13
19
De leerlingen nemen een interview af.
Interview
De leerlingen analyseren de eigen communicatiestijl om na te gaan welk discussietype ze zelf zijn.
Verschillende discussietypes: toegever, verwijter, relationele, clown, zwijger, spreker
Discussieregels: Vrijheidsregel Verdedigingsplichtregel Standpuntregel Relevantieregel De leerlingen participeren aan een discussie met in achtneming van discussieregels. Verzwegen-argumentregel Uitgangspuntregel Geldigheidsregel Argumentatieschemaregel Afsluitingsregel Taalgebruiksregel De leerlingen gaan op een positieve manier om met constructieve feedback. Omgaan met feedback De leerlingen geven constructieve feedback.
Geven van feedback
De leerlingen tonen in herkenbare situaties het verschil aan tussen assertiviteit, subassertiviteit en agressiviteit.
Assertiviteit Subassertiviteit Agressiviteit
De leerlingen reageren op een assertieve manier.
Assertief reageren
De leerlingen geven een compliment.
Geven van complimenten
De leerlingen ontvangen een compliment.
Ontvangen van complimenten
SPECIFIEKE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN Bij het realiseren van deze leerplandoelstellingen kunnen de vaardigheden apart worden ingeoefend, maar kunnen deze ook functioneel gekoppeld worden aan andere leerplandoelstellingen bv. reclame, …
TSO – tweede graad – Specifiek gedeelte Sociale en technische wetenschappen /Huishoudkunde/Opvoedkunde/ (PV Praktijk, TV) (1e leerjaar: 7 lestijden/week, 2e leerjaar: 7 lestijden/week)
DECR. NR
LEERPLANDOELSTELLINGEN Thema 12: De leerlingen hebben inzicht in identiteit en de samenleving. 12.1
12.2
12.3
De leerlingen bespreken factoren die de identiteits(ontwikkeling) beïnvloeden.
De leerlingen bespreken vormen van diversiteit.
De leerlingen bespreken reacties van anderen en de maatschappij tegenover de diversiteit waar ze in eigen omgeving mee geconfronteerd worden.
De leerlingen herkennen in aangereikte situaties hoe mensenrechten / kinderrechten geschonden worden. 12.4
12.5 12.6
20
LEERINHOUDEN Identiteit Belang van identiteit Factoren die de identiteits(ontwikkeling) beïnvloeden Diversiteit Belang van diversiteit Vormen van diversiteit: multiculturaliteit, genderdiversiteit, diversiteit in seksuele beleving, diversiteit op het gebied van sociaaleconomische stratificatie, diversiteit in gezinsvormen,… Reacties ten opzichte van diversiteit: vooroordelen, racisme / discriminatie, etnocentrisme ten opzichte van cultuurrelativisme, chauvinisme, erkennen van de verschillen als bron van verrijking voor de eigen persoonlijkheid en levensstijl Universele verklaring van de rechten van de mens Universele verklaring van de rechten van het kind Belang Ontstaan Toepassingsgebieden en –vormen Schending van mensen- en kinderrechten
De leerlingen bespreken instanties waar ze terecht kunnen bij schending van mensen- en kinderrechten.
Instanties
De leerlingen bespreken verschillen in gedrag en interactie in verschillende culturen.
Culturele verschillen
TSO – tweede graad – Specifiek gedeelte Sociale en technische wetenschappen /Huishoudkunde/Opvoedkunde/ (PV Praktijk, TV) (1e leerjaar: 7 lestijden/week, 2e leerjaar: 7 lestijden/week)
12.7
12.8 12.9
De leerlingen herkennen positieve en negatieve discriminatie in de eigen leefwereld. De leerlingen herkennen vooroordelen in de eigen leefwereld. De leerlingen tonen de impact van vooroordelen in de eigen leefwereld aan.
21
Discriminatie Positieve en negatieve discriminatie Ontstaan Voorbeelden Vooroordeel Ontstaan Voorbeelden Impact / effect
SPECIFIEKE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN De leerplandoelen kunnen aangebracht worden via een project, een gastspreker (van een andere etnische groep), een interview, een diversiteitsbeurs, … een bezoek aan een lagere school waar leerlingen 'een lesje/een activiteit' geven rond een thema (bv. kinderrechten).
TSO – tweede graad – Specifiek gedeelte Sociale en technische wetenschappen /Huishoudkunde/Opvoedkunde/ (PV Praktijk, TV) (1e leerjaar: 7 lestijden/week, 2e leerjaar: 7 lestijden/week)
22
4.4. Cluster 4: Doelstellingen met betrekking tot zorg voor zichzelf en hulp aan anderen. DECR. NR
LEERPLANDOELSTELLINGEN Thema 13: De leerlingen passen EHBO toe. 13.1 De leerlingen bespreken de werking van het antigifcentrum.
13.2
De leerlingen stellen een gepaste EHBO-kit samen.
13.3
De leerlingen passen EHBO toe.
LEERINHOUDEN
Symptomen en oorzaken van vergiftiging Gevaar en oorzaken van CO-vergiftiging Info over aard en ernst van vergiftiging Nummer van het antigifcentrum Werking antigifcentrum Instructies antigifcentrum opvolgen Wat zou in een EHBO-kit moeten zitten in functie van de mogelijke risico’s EHBO-kit samenstellen Basisprincipes en stappen bij EHBO toepassen Verslikking (op de rug slaan / buikstoten geven), huidwonde (schaafwonde, snijwonde, steekwonde, vreemd voorwerp, splinter) brandwonde (water en hulpdiensten), bloeding (bloedneus, bloeding stelpen), letsel aan botten / spieren of gewrichten (verstuiking, ontwrichting, breuk), vergiftiging (gevaarlijke producten, CO-vergiftiging), reanimeren (hartmassage, mond-op-mondbeademing)
SPECIFIEKE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN Bij het realiseren van deze doelstellingen wordt de context uitgebreid naar thuis, school, op uitstap, op reis. De doelstellingen kunnen geconcretiseerd worden door gebruik van brochures, boeken, casussen, actualiteit / krantenknipsels, rollenspel, simulatieoefeningen, DVD’s, gastlessen, trainingen, … Het toepassen van eerste hulp wordt echt als vaardigheid beschouwd.
TSO – tweede graad – Specifiek gedeelte Sociale en technische wetenschappen /Huishoudkunde/Opvoedkunde/ (PV Praktijk, TV) (1e leerjaar: 7 lestijden/week, 2e leerjaar: 7 lestijden/week)
23
4.5. Cluster 5: Doelstellingen met betrekking tot voeding en voedingsgewoonten. DECR. NR
LEERPLANDOELSTELLINGEN Thema 14: De leerlingen behandelen voedsel.
14.1
14.2
De leerlingen beoordelen de versheid van verschillende voedingsmiddelen aan de hand van verheidskenmerken.
14.3
14.4
De leerlingen passen basistechnieken en –principes aan met het oog op een betere verteerbaarheid.
14.5
De leerlingen voeren basistechnieken en -principes uit met het oog op het behoud van de voedingswaarde.
14.7 14.8 14.9 14.10
Versheidskenmerken Uitzicht Geur/smaak Consistentie Factoren die de versheidskenmerken beïnvloeden
De leerlingen omschrijven de invloed van basistechnieken en –principes op de voedingswaarde en de verteerbaarheid van een voedingsmiddel vanuit een wetenschappelijk standpunt. De leerlingen passen basistechnieken en –principes aan met het oog op het behoud van de voedingswaarde.
14.6
LEERINHOUDEN
De leerlingen gebruiken vlot keukengerei.
Basistechnieken en –principes Wetenschappelijke benadering van basistechnieken en -principes Invloed van basistechnieken en -principes op de voedingswaarde Invloed van basistechnieken en -principes op verteerbaarheid Keuze van materiaal in functie van de basistechniek en/of –principe Oefeningen met diverse voedingsmiddelen
De leerlingen bereiden vlot een eenvoudig recept. De leerlingen dekken een tafel op een verzorgde wijze.
Belang van een verzorgde tafel
De leerlingen presenteren gerechten op een visueel aantrekkelijke manier.
Visuele aantrekkelijkheid van gerechten verhogen
De leerlingen reinigen de keuken en het keukengerei op een correcte manier.
TSO – tweede graad – Specifiek gedeelte Sociale en technische wetenschappen /Huishoudkunde/Opvoedkunde/ (PV Praktijk, TV) (1e leerjaar: 7 lestijden/week, 2e leerjaar: 7 lestijden/week)
24
SPECIFIEKE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN De bereidingen zijn ondersteunend aan de theoretische kennis in verband met voedingswaarde, verteerbaarheid e.d. Het is niet de bedoeling om louter maaltijden te bereiden. Het is niet noodzakelijk dat elke leerling dezelfde bereiding uitvoert. Het is zelfs aan te raden om in één les meerdere verschillende bereidingen met elkaar te vergelijken. Basistechnieken en –principes steeds kiezen met het oog op het behoud van de voedingswaarde: linken aan de eigenschappen van voedingsmiddelen. Bij basistechnieken en –principes het wettenschappelijk aspect van voedselbehandeling betrekken (pocheren, gratineren, bakken in de oven, grillen, wokken, barbecueën). De opdrachten van voedselbehandeling steeds koppelen aan de aspecten van veilig, hygiënisch, ergonomisch, kwaliteitsbewust en milieubewust handelen. Maak de leerlingen ook bewust van economisch handelen door zorgzaam om te springen met energie, grondstoffen, e.d. Omzetten in functie van het aantal personen, het seizoen, de kostprijs, de beschikbaarheid van de groenten, de voedingswaarde, … DECR. NR
LEERPLANDOELSTELLINGEN Thema 15: De leerlingen hebben inzicht in voedingsleer. De leerlingen bespreken de rol van de verschillende voedingsstoffen. 15.1 15.2
De leerlingen bespreken de herkomst van de verschillende voedingsstoffen. De leerlingen geven de onderverdeling van de verschillende voedingsstoffen.
15.3
15.4
De leerlingen bespreken de belangrijkste eigenschappen van de verschillende voedingsstoffen.
LEERINHOUDEN De voedingsstoffen: Water, koolhydraten, voedingsvezels, eiwitten, vetten, vitaminen, mineralen
rol en invloed op het lichaam, herkomst, onderverdeling/soorten, samenstelling, eigenschappen, voorbeelden (bronnen).
TSO – tweede graad – Specifiek gedeelte Sociale en technische wetenschappen /Huishoudkunde/Opvoedkunde/ (PV Praktijk, TV) (1e leerjaar: 7 lestijden/week, 2e leerjaar: 7 lestijden/week)
15.5
15.6
De leerlingen analyseren de voedingswaarde van voedingsmiddelen en eenvoudige bereidingen met behulp van de voedingsmiddelentabel en/of een etiket. De leerlingen kiezen vervangende voedingsmiddelen op basis van de aanwezige voedingsstoffen.
25
De voedingsmiddelentabel Hoe te gebruiken? Oefeningen
SPECIFIEKE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN De begrippen voedingsmiddelen en voedingsstoffen zijn in de 1ste graad behandeld. Voedingstoffen opdelen in macro- en micronutriënten. Gebruik Atwater-factoren voor het berekenen van calorische waarde. Water: mineraalgehalte in water bespreken, voorbeelden van verschillende merken in functie van mineraalgehalte. Koolhydraten: verdelen in mono-, di-, oligo- en polysachariden, calorische waarde van koolhydraten. Eiwitten: verschil tussen essentiële en niet-essentiële aminozuren, biologische waarde van eiwitten, calorische waarde van eiwitten. Vetten: bouw, verschil tussen essentiële en niet-essentiële vetzuren, mono en poly onverzadigde vetzuren, invloed van vetzuren op de hardheid/vastheid, verschil tussen van cis en transvetzuren, calorische waarde van vetten. Eigenschappen in verband met voedselbehandeling: kleven / stollen van eiwitten – bindkracht van zetmeel – invloed van warmte / temperatuur, licht, zuurstof op vitaminen – … Het is aangeraden om de voedingsmiddelentabel zowel in boekvorm als digitaal te raadplegen. Vergelijken van de voedingswaarde van aangekocht gerecht en een zelfbereid gerecht. Besluiten vormen op vlak van voedingswaarde /prijs/…. Via een voorbereidende taak allerlei voedingsmiddelen verpakkingen verzamelen waaruit: de samenstelling, voedingswaarde, land van herkomst, producent, prijs, … wordt afgeleid.
TSO – tweede graad – Specifiek gedeelte Sociale en technische wetenschappen /Huishoudkunde/Opvoedkunde/ (PV Praktijk, TV) (1e leerjaar: 7 lestijden/week, 2e leerjaar: 7 lestijden/week)
DECR. NR
LEERPLANDOELSTELLINGEN Thema 16: De leerlingen hebben inzicht in voedingsbehoeften. De leerlingen leggen uit welke invloed voeding kan hebben op een gezonde 16.1 levensstijl.
16.2
De leerlingen leggen het verband uit tussen beweging en voedingsbehoefte.
16.3
De leerlingen leggen het verschil uit tussen kwantitatieve en kwalitatieve voedingsbehoefte.
16.4
De leerlingen bespreken de meest gemaakte voedingsfouten uit de directe omgeving.
16.5
De leerlingen leggen uit wat de mogelijke gevolgen van voedingsfouten uit de directe omgeving zijn.
16.6
De leerlingen bespreken de oorzaken en gevolgen van onder- en overvoeding.
16.7
De leerlingen wijzen voedingsmiddelen toe aan de groepen van de actieve voedingsdriehoek op basis van de aanwezige voedingsstoffen.
16.8
De leerlingen leiden aan de hand van de actieve voedingsdriehoek de gemiddelde voedingsbehoefte voor gezonde personen af.
16.9
De leerlingen stellen aan de hand van de actieve voedingsdriehoek een evenwichtig en gezond dagmenu op.
16.10
De leerlingen vergelijken actuele voedingstendensen met de aanbevelingen van de actieve voedingsdriehoek.
26
LEERINHOUDEN Gezonde levensstijl Belang Factoren die een gezonde levensstijl beïnvloeden Rust en slaap Beweging Voeding Voedingsbehoefte Energiebalans Kwantitatieve en kwalitatieve behoefte Voedingsfouten Soorten Oorzaken en gevolgen Preventie en aanpassingen Verbanden tussen de verschillende factoren
De actieve voedingsdriehoek Opbouw Onderverdeling Verband tussen behoefte, onderverdeling en voedingsstoffen
TSO – tweede graad – Specifiek gedeelte Sociale en technische wetenschappen /Huishoudkunde/Opvoedkunde/ (PV Praktijk, TV) (1e leerjaar: 7 lestijden/week, 2e leerjaar: 7 lestijden/week)
16.11
27
De leerlingen passen maaltijden met voedingsfouten voor zichzelf aan naar een Oefeningen met actieve voedingsdriehoek evenwichtig en gezond alternatief. en de voedingsmiddelentabel.
SPECIFIEKE PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN Het laten van buiten leren van de indeling, de kleuren en de aanbevolen hoeveelheden van actieve voedingsdriehoek is geen functionele opdracht. Laat de leerlingen verschillende dagmenu’s samenstellen met steeds andere ingrediënten uit de verschillende treden van de actieve voedingsdriehoek (andere graanproducten, andere groeten- en fruitsoorten, vis, vlees, eieren en vervangproducten afwisselen, gebruik van andere vetten) om het belang van variatie aan te tonen. Je kan als leerkracht inspelen op voedingstendensen die de leerlingen aanbrengen of waar ze ervaring mee hebben (bv. vegetariërs, leerlingen die geen vlees, maar enkel vis eten, …) en deze dan te koppelen aan de richtlijnen van de actieve voedingsdriehoek. Voedingstendensen waar de leerlingen zelf niet mee in contact komen zijn nog te abstract. In de 3e graad komen verschillende voedingstendensen en voedingsgewoonten aan bod. Het is interessant om de leerlingen (sporadisch) een eetdagboek te laten bijhouden (bv. in verschillende seizoenen, rond feestdagen, …) om een patroon te krijgen van hun voedingsgewoonte en factoren die hun voedingsgewoonte beïnvloeden.
TSO – tweede graad – Specifiek gedeelte Sociale en technische wetenschappen /Huishoudkunde/Opvoedkunde/ (PV Praktijk, TV) (1e leerjaar: 7 lestijden/week, 2e leerjaar: 7 lestijden/week)
28
Minimale materiële vereisten1
5.
De praktijklokalen dienen te voldoen aan de technische voorschriften betreffende arbeidsverhoudingen van de Codex over het Welzijn op het Werk van het Algemeen Reglement voor Arbeidsbescherming (ARAB) en het Algemeen Reglement op elektrische installaties (AREI). Inrichting van de voldoende ruime lokalen: nutsvoorzieningen: -voorzieningen voor koud en warm water, -elektriciteitsvoorzieningen voor verlichting, aansluiting toestellen en apparaten, -voldoende bergruimte met kasten. Inrichting van de lokalen: infrastructuur: -zone voor maaltijdzorg. Keukenblokken met: gas en/of elektrische (inductie en/of vitro-keramisch en/of halogeen en/of elektrische weerstand) fornuizen, spoelbakken, warm- en koud stromend water, voldoende werk- en opbergruimte. In het lokaal Zone voor handhygiëne, Voldoende koelingsruimte (eventueel met diepvriesvak), Voldoende ovens (microgolfoven, conventie, eventueel stoomoven), Voldoende keukengerei (pannen, potten, onderleggers, kloppers, pollepels, kooklepels, spatels, mixers, keukenmessen, dunschillers, snijplanken, zeven/vergieten, maatbekers, mengkommen, raspen, weegschalen, blikopeners, scharen), Voldoende servies: glazen, bestek, borden, kommen. In of in de nabijheid van het praktijklokaal: Voldoende tafels en stoelen om een maaltijd te nuttigen. De leraar moet met zijn klasgroep informatiebronnen kunnen raadplegen die in de school / klas aanwezig zijn. Om die reden is het aangewezen dat hij vlot toegang heeft tot een mediatheek, school-/ of klasbibliotheek en kan beschikken over een pc, beamer en internet. Het is aan te bevelen een aantal algemene werken i.v.m. psychologie, agogiek en spel/ animatie in de mediatheek of vaklokaal te hebben.
1
Inzake veiligheid is de volgende wetgeving van toepassing: Codex ARAB AREI Vlarem Deze wetgeving bevat de technische voorschriften die in acht moeten genomen worden m.b.t.: De uitrusting en inrichting van lokalen; De aankoop en het gebruik van toestellen, materiaal en materieel. Zij schrijven voor dat: Duidelijke Nederlandstalige handleidingen en een technisch dossier aanwezig moeten zijn; Alle gebruikers de werkinstructies en onderhoudsvoorschriften dienen te kennen en correct kunnen toepassen; De collectieve veiligheidsvoorschriften nooit mogen gemanipuleerd worden;
-
De persoonlijke beschermingsmiddelen aanwezig moeten zijn en gedragen worden, daar waar de wetgeving het vereist.
TSO – tweede graad – Specifiek gedeelte Sociale en technische wetenschappen /Huishoudkunde/Opvoedkunde/ (PV Praktijk, TV) (1e leerjaar: 7 lestijden/week, 2e leerjaar: 7 lestijden/week)
29
Een prikbord kan men gebruiken om projecten, uitstappen, bezoeken e.a. aan te kondigen, om resultaten en realisaties van leerlingen bekend te maken. Indien mogelijk werkt men met verschillende hoeken die elke een functie hebben en specifieke sfeer uitstralen: Een hoek vakliteratuur en documentatie Een hoek met pc voor opzoekingswerk Een hoek voor les Een hoek om in kleine groepjes te werken Voor het uitoefenen van de EHBO-technieken is de vereiste uitrusting met EHBO-materiaal nodig.
TSO – tweede graad – Specifiek gedeelte Sociale en technische wetenschappen /Huishoudkunde/Opvoedkunde/ (PV Praktijk, TV) (1e leerjaar: 7 lestijden/week, 2e leerjaar: 7 lestijden/week)
6.
30
Evaluatie
Doelstelling Evaluatie wordt beschouwd als de waardering van het werk waarmee leraar en leerlingen samen bezig zijn. Het is de bedoeling dat zowel de leraar als de leerling informatie krijgen over het bereiken van de doelstellingen en over het leerproces. De leraar gebruikt deze informatie bij toekomstige besluiten over de manier van lesgeven. Daarenboven is evaluatie – de evaluatie- en rapporteringspraktijk – een belangrijke pijler binnen de kwaliteitszorg van de school en als dusdanig spoort de evaluatie met de schoolvisie op leren. Omdat evaluatie naar de leerlingen toe eenvormigheid moet vertonen over de vakken en de leerjaren heen, is het logisch dat:
de school hierover haar visie ontwikkelt; de betrokken leerkrachten deze visie concretiseren voor hun vak in de vakgroepwerking.
De leerling en zijn ouders vinden in de rapportering (score, commentaar, remediëring) bruikbare informatie over de doelmatigheid van de gevolgde studiemethode. Kwaliteitsvol evalueren De leraar houdt rekening met verschillende criteria die bijdragen tot kwaliteitsvolle leerlingenevaluatie: Geïntegreerde evaluatie De leraar stemt de doelstellingen, het lesgeven en de evaluatie op elkaar af. Er zijn verschillende vragen of opdrachten voorzien voor verschillende doelstellingen. De lat ligt voldoende hoog voor iedereen. De leerlingen weten wat ze moeten doen. Het is ook nuttig om eventueel de evaluatietaak te maken voor je de les uitwerkt. Representativiteit/validiteit De leraar ontwerpt een evaluatietaak die de competenties die hij wil beoordelen goed weerspiegelt. Daarvoor moet wat de leraar wil meten geëxpliciteerd zijn en moet hij meten wat hij wil weten. Transparantie De leraar maakt aan de leerlingen duidelijk wat hij evalueert, hoe hij evalueert en welke beoordelingscriteria hij gebruikt. Reproduceerbaarheid/betrouwbaarheid De leraar zorgt dat evaluatieresultaten niet worden beïnvloed door toevalligheden en storende factoren. De vragen zijn onderling onafhankelijk en er zijn voldoende vragen voorzien. Een leerling moet steeds een vergelijkbaar resultaat halen, ongeacht wie de evaluatietaak afneemt en beoordeelt of in welke omstandigheden de evaluatietaak wordt afgenomen. Bij twijfel kan per twee beoordeeld worden. Eerlijkheid De leraar zorgt ervoor dat de evaluatie fair is voor alle leerlingen (ongeacht geslacht, etnische achtergrond, sociaaleconomische status, beperking …). Betrokkenheid De leraar laat leerlingen mee participeren in het evaluatieproces (voor, tijdens (bv. via zelf-, peer of coevaluatie) en/of na de evaluatie).
TSO – tweede graad – Specifiek gedeelte Sociale en technische wetenschappen /Huishoudkunde/Opvoedkunde/ (PV Praktijk, TV) (1e leerjaar: 7 lestijden/week, 2e leerjaar: 7 lestijden/week)
31
Authenticiteit De leraar gaat in de evaluatietaak uit van levensechte, reële situaties. Cognitieve complexiteit De leraar daagt leerlingen uit om in de evaluatietaak hogere cognitieve vaardigheden toe te passen (bv. probleemoplossend denken, kritisch denken, redeneren …). Verantwoording De leraar rechtvaardigt de beoordeling van de evaluatietaak. Impact De leraar houdt rekening met de invloed die de evaluatie heeft op het leergedrag van de leerlingen en op de eigen onderwijspraktijk. Differentiatie In de evaluatie kan de leraar differentiëren door keuzevragen te voorzien, voorbeeldvragen uit de les als toetsvragen aan te bieden, verschillende wijzen van toetsen toe te laten voor dezelfde doelstellingen, te variëren in toetsmateriaal … Feedback geven (mondeling en schriftelijk) is een goede manier om via evaluatie gedifferentieerd te werken met leerlingen. Door feedback te geven stimuleert en motiveert de leraar het leerproces van de leerlingen zodat ze de vooropgestelde doelstellingen kunnen bereiken. Feedback geven kan op taakniveau (juist of fout), op procesniveau (het leerproces, de gebruikte strategie), zelfregulatie (gericht op zelf evalueren en zelfstandig werken) en op persoonlijk niveau. Effectieve feedback beantwoordt volgende vragen: hoe doet de leerling het, wat is het doel van de leerling en wat nu? Soorten Er bestaand verschillende evaluatievormen: observeren, co-evaluatie (waarbij leerling en leraar samen evalueren), peerevaluatie (waarbij leerlingen elkaars werk beoordelen), zelfevaluatie, portfolio, toets, projectwerk … Het gaat niet zozeer om welke evaluatievorm de beste is, wel om afwisseling te brengen in de evaluatiepraktijk gezien de verscheidenheid aan leerlingen. Het kiezen van de juiste evaluatievorm hangt bovendien af van het doel van de evaluatie (bv. vaststellen, rapporteren, remediëren, onderwijsaanpak evalueren, vaardigheden evalueren …) en het moment waarop je evalueert.
TSO – tweede graad – Specifiek gedeelte Sociale en technische wetenschappen /Huishoudkunde/Opvoedkunde/ (PV Praktijk, TV) (1e leerjaar: 7 lestijden/week, 2e leerjaar: 7 lestijden/week)
7.
Bibliografie
Cluster 1: Doelstellingen met betrekking tot toekomstperspectieven Websites Onderwijskiezer is bedoeld voor leerlingen, ouders, leerkrachten, CLB-ers, … kortom voor iedereen die op zoek is naar objectieve, onafhankelijke en kwaliteitsvolle informatie over het gehele onderwijslandschap. - www.onderwijskiezer.be Aanbod in het Vlaams secundair onderwijs - http://dataonderwijs.vlaanderen.be/onderwijsaanbod/default.aspx/so/structuur Cluster 2: Generieke doelstellingen Websites Gezondheidsbeleid GO! - http://pro.g-o.be/gezondheid-enpreventie/gezondheid/gezondheidsbeleid-go De website van het departement Leefmilieu, natuur en energie - http://www.lne.be MOS (Milieuzorg Op School) in een onderdeel van het departement Leefmilieu, Natuur en Energie. MOS ondersteunt basis- en secundaire scholen, om van de school een milieuvriendelijke en duurzame leeromgeving te maken - http://www.lne.be/doelgroepen/onderwijs/mos Website van Vlaamse Overheid over natuur en milieu - http://www.vlaanderen.be/nl/natuur-enmilieu Cluster 3: Doelstellingen met betrekking tot de mens in de maatschappij Boeken Craeynest P.(2013). Psychologie van de levensloop, Leuven: Acco. De Bil P. (2014). Observeren, registreren, rapporteren en interpreteren. Booms uitgevers. Van Meggelen A., Jongman H. & Mirjam Groen M. (2011). Praktijkgerichte sociale vaardigheden , Noordhoff Uitgevers. Verhaeghe P.(2012). Identiteit, De Bezige Bij. Vyt A. (2014). Gedrag in evolutie en ontwikkeling, Garant uitgevers.
32
TSO – tweede graad – Specifiek gedeelte Sociale en technische wetenschappen /Huishoudkunde/Opvoedkunde/ (PV Praktijk, TV) (1e leerjaar: 7 lestijden/week, 2e leerjaar: 7 lestijden/week)
33
Websites http://www.schooltv.nl/zoekresultaten/?q=menselijk+gedrag http://mens-en-samenleving.infonu.nl/sociaal/116736-menselijk-gedrag-in-groepen.html http://www.eersteindruk.nl http://educatie-en-school.infonu.nl/diversen/98202-piramide-van-maslow.html http://mens-en-samenleving.infonu.nl/psychologie/4383-invloeden-op-gedrag.html http://mens-en-samenleving.infonu.nl/psychologie/116699-het-beinvloeden-van-gedrag.html http://www.lerenhoezo.be/ https://www.leraar24.nl/thema/95467 http://mens-en-samenleving.infonu.nl/psychologie/4414-gedrag-en-persoonlijkheid.html http://wij-leren.nl/roos-van-leary-gedrag.php http://mfs.plantyn.com/nc/SO/Verzorging/ZOWI/IKJA2_thema_1_en_2.pdf http://assertief.nl/ http://www.ond.vlaanderen.be/diversiteit/ https://opschool.amnesty.nl/mensenrechten/wat-zijn-kinderrechten/ http://www.discrinimeer.be/wat-is-discriminatie/ https://www.spelensite.be/spel/beinvloed-door-vooroordelen/ http://mens-en-samenleving.infonu.nl/diversen/125237-wat-is-het-verschil-tussen-waarnemen-enobserveren.html Cluster 4: Doelstellingen met betrekking tot zorg voor zichzelf en hulp aan anderen: EHBO Boeken
Vandekerckhoven P. (2007). Help! Eerste hulp voor iedereen (1e druk). Mechelen: RODE KRUIS (boek + cd-rom).
Websites Gezondheid.be is, samen met haar Franstalige tegenhanger PassionSanté.be, de grootste gezondheidswebsite van België met kwalitatieve, leesbare en actuele informatie rond gezondheid in de brede zin van het woord - www.gezondheid.be/ Het Rode Kruis is een onafhankelijke vrijwilligersorganisatie. Via het Belgische Rode Kruis maken we deel uit van de Internationale Rode Kruis- en Rode Halve Maanbeweging. Onze missie is: Opkomen voor kwetsbare mensen in binnen- en buitenland en actief zijn op het vlak van rampenbestrijding, zelfredzaamheid en bloedvoorziening - http://www.rodekruis.be/ Filmpje i.v.m. reanimatie (CPR hands saving lives – educational movie) - http://www.cpr112.be/ Website van consumentenorganisatie testaankoop met artikels i.v.m. gezondheid - http://www.testaankoop.be/publicaties/test-gezondheid
TSO – tweede graad – Specifiek gedeelte Sociale en technische wetenschappen /Huishoudkunde/Opvoedkunde/ (PV Praktijk, TV) (1e leerjaar: 7 lestijden/week, 2e leerjaar: 7 lestijden/week)
34
Cluster 5: doelstellingen met betrekking tot voeding en voedingsgewoonten Boeken
Bruggemans K. (2007). Kook-kunst en wetenschap. Berchem: Uitgeverij De Boeck. Catsberg C.M.E., Kempen-van Dommelen G.J.M. (2013). Levensmiddelenleer (6e druk). Amersfoort: ThiemeMeulenhoff De Graef D., e.a. (2016). Voedingsatelier 1, Mechelen: Plantyn. De Graef D., e.a. (2016). Voedingsatelier 2, Mechelen: Plantyn. De Jong, F.M. (2011). ons Voedsel (3e druk). Hilversem: Fontaine Uitgevers. Laureys B., (2008). Stapstenen, onderzoek stap voor stap, Antwerpen: De Boeck. McGee H., (2009). Over koken en eten: wetenschap en cultuur in de keuken. Amsterdam: New Amsterdam. Neven L., Vanhauwaert E., Morren K. (2012). Bewust eten: kiezen, kopen en klaarmaken. Leuven: acco. Unknown.(2009). Ons Kookboek (11e druk). Wijgmaal: KVLV. Unknown.(2012). De Belgische Voedingsmiddelentabel (5e druk). Brussel: Nubel v.z.w. Van Eden J.G., Gerritsen W.J., Visser T.F. (2013). Receptenleer: processen en technieken (6e druk). Amersfoort: ThiemeMeulenhoff. Vanhauwaert E. (2007). Handboek voor gezondheidspromotie: Evenwichtig eten en gezond bewegen. Leuven: LannooCampus.
Websites De v.z.w. Nubel beheert de nutritionele, wetenschappelijke informatie over de voedingsmiddelen die in het normale Belgische voedingspatroon voorkomen - http://www.nubel.com/ Het educatieve project ‘Wat eten we morgen?’ wil jongeren uit de 3e graad van het secundair onderwijs informeren over eetgewoonten en laten kennismaken met de landbouw- en voedingssector - www.watetenwemorgen.be Weliswaar.be is een officiële website van de Vlaamse overheid uitgegeven door Departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin. Weliswaar is een magazine voor iedereen die werkzaam is in de welzijns- en gezondheidszorg in Vlaanderen - www.weliswaar.be VLAM voert promotie voor hoofdzakelijk primaire producten uit Vlaanderen. Dat doen ze op basis van diepgaand marktonderzoek en rekening houdend met de aanbevelingen uit de actieve voedingsdriehoek - http://www.vlam.be Velt geeft ecologisch leven vorm in huis, tuin en daarbuiten. Met publicaties en samenwerkingen willen ze bijdragen tot de ontwikkeling van een duurzame levensstijl - http://www.velt.be/ VIGeZ is een expertisecentrum voor gezondheidspromotie en ziektepreventie. Sinds 1991 erkend door de Vlaamse overheid. Ze leveren strategieën, advies & begeleiding, opleidingen en methodieken (in de vorm van kant-en-klare pakketten) aan gezondheidsprofessionals http://www.vigez.be/home