Leerplan profileringstage kinderneurologie

Leerplan profileringstage kinderneurologie L. Bok, kinderarts Erfelijke en aangeboren afwijkingen en aandachtsgebied kinderneurologie Mw. L. Niers, algemeen kinderarts en opleider kindergeneeskunde F. Halbertsma, kinderarts-neonatoloog en plv opleider kindergeneeskunde Inleiding Tijdens de stage algemene kindergeneeskunde in het MMC krijg je de gelegenheid om je te verdiepen in ontwikkelingsachterstand en neurologische stoornissen bij kinderen en in de ontwikkeling van kinderen met een hoog risico op ontwikkelingsstoornissen. In de stage werk je nauw samen met Vinus Bok, kinderarts, Laetitia Wagener-Schimmel, kinderneuroloog en de neonatologen. Vakgroepoverstijgende samenwerking is er met de klinisch genetici (MMC maakt onderdeel uit van het genetisch centrum MUMC+), psychologen en radiologen. Er is een goed contact met de revalidatiekliniek Blixembosch en het epilepsiecentrum Kempenhaeghe. Stage indeling Je doet per week minimaal twee dagdelen polikliniek kinderneurologie en/of neonatale follow-up. Hierbij worden alle patiënten voor- en nabesproken. Met behulp van videoanalyse van de polikliniek wordt het leerproces eventueel ondersteund. Dit geldt ook voor het multidisciplinaire spreekuur meervoudig gehandicapten van Vinus Bok met de orthopeed en revalidatiearts (één keer per maand; 3e woensdag middag). Je doet de consulten op de kinderafdeling en de NICU en je participeert in de afzonderlijke grote visites van de kinderafdeling en de NICU. Daarnaast neem je deel aan de wekelijkse besprekingen met de kinderneurologen en met de afdelingen radiologie, neurofysiologie, psychosociale team kindergeneeskunde en verloskunde/perinatologie. Wij streven ernaar om de stage verder zoveel mogelijk aan te passen aan jouw persoonlijke leerdoelen. Competenties In deze stage komen met name de competenties medisch handelen, communicatie, maatschappelijk handelen en samenwerking aan de orde.

Leerplan profileringstage kinderneurologie Máxima Medisch Centrum Juni 2015 Pagina 1 van 9

PDF gemaakt met pdfFactory probeerversie www.datraverse.nl/fineprint

Leerdoelen Aan het eind van deze stage heeft de AIOS kennis over: 1. Uitvoering van het kinderneurologisch onderzoek (anamnese en fysisch onderzoek) 2. Benoemen van een normaal ontwikkelend kind en het herkennen van een abnormale ontwikkeling. 3. De functionele anatomie van het centrale zenuwstelsel en het neuromusculaire apparaat en kunt u op zinvolle wijze gebruik maken van en kritisch oordelen over de interpretatie van cerebrale beeldvorming (MRI) en functieonderzoek (EEG, EP’s, EMG). 4. U leert de taal te spreken van de kinderneuroloog en leert hoe u kinderen met een ontwikkelingsprobleem multidisciplinair kunt begeleiden.

Begeleiding De stage wordt begeleid door Vinus Bok, kinderarts, kinderarts Erfelijke en aangeboren afwijkingen, en Laetitia Wagener-Schimmel, kinderneuroloog en de neonatologen. Aan het begin van de stage worden de leerdoelen formeel met de AIOS besproken. Deze afspraken worden vastgelegd in het persoonlijk ontwikkelingsplan (POP) in epass. Halverwege de stage wordt de voortgang van de stagedoelen en de persoonlijke leerdoelen en verbeterpunten in het voortgangsgesprek besproken. Hierbij geeft zowel de arts-assistent als ook de supervisor van te voren aan of deze doelstellingen behaald (lijken te gaan) worden en zo niet, waarom niet. Ook wordt tijdens deze bespreking een pad afgesproken om deze doelen alsnog te halen. Indien alle doelen gehaald zijn, worden nieuwe doelstellingen geformuleerd en vastgelegd. Aan het einde van de stage vindt opnieuw een formele evaluatie plaats in de vorm van een beoordelingsgesprek. Van alle formele gesprekken wordt door de AIOS een kort verslag gemaakt, welke verwerkt worden in het portfolio (d.w.z. minimaal drie verslagen). Leermiddelen Algemene stagegebonden leermiddelen: Overdracht, visite afdeling, overleg met supervisor en consulenten van andere specialismen, multidisciplinaire besprekingen, video nabespreking van policontacten, lokaal onderwijs (waaronder teamtraining). Stage-overstijgende leermiddelen (zie regionaal opleidingsplan): regionaal cursorisch onderwijs, landelijk cursorisch onderwijs (georganiseerd in thema weekeinden), verplichte cursussen en congressen.



Toetsing 1. Toetsing vindt plaats door dagelijkse bespreking van de medische problematiek en organisatie met de supervisor van de polikliniek (L. Bok, L. Wagener-Schimmel of neonatoloog). Hierbij wordt gebruikt gemaakt van gestructureerde feedback, video opnames van poliklinische patiënten, ’KKBs en de voortgang van het afgesproken leerdoel aan het einde van de week. 2. Toetsinstrumenten: • KKB: minimaal eenmaal per maand, waarbij de helft geïnitieerd wordt door de AIOS en de helft door de supervisor. • Video opnames (met toestemming van patiënt/ouders) en bespreking daarvan. • 360º beoordeling halverwege de module, de organisatie is in handen van de AIOS. Hierbij te betrekken: - A(N)IOS waarmee samengewerkt wordt - 2 supervisoren - Eventueel verpleegkundig specialist - Co-assistenten - Seniormedewerk(st)er van de unit waar gewerkt wordt. - Patiënten / ouders 3. Introductie-, voortgangs- en beoordelingsgesprek



Bijlage 1: Miller niveaus Omwille van het vaststellen van het ‘overall functioneren’ van de AIOS op de verschillende thema’s zal, na het afsluiten van een stage, mede in acht nemend de resultaten van de verschillende KBS’en die met betrekking tot een bepaald thema bij de AIOS zijn getoetst, het bereikte bekwaamheidsniveau van de AIOS worden aangegeven. Hierbij zal worden gerefereerd aan de mate van supervisie die de AIOS bij de uitvoering van de verschillende taken binnen dit thema nog nodig heeft. Op dezelfde wijze zal ook het functioneren van de AIOS met betrekking tot de verschillende vaardigheden vastgesteld worden. Voor de beoordeling wordt gebruikt gemaakt van een vijfpuntsschaal. Er wordt een oordeel gevormd wordt over het bekwaamheidsniveau binnen de verschillende CanMeds competenties gerelateerd aan de piramide van Miller en vertaald naar een medische context: 1. De AIOS heeft adequate kennis van het onderwerp. 2. De AIOS kan de bij dit thema behorende kennis toepassen en taken uitvoeren, maar onder strikte supervisie. 3. De AIOS kan de bij dit thema behorende taken en vaardigheden onder beperkte supervisie uitvoeren. 4. De AIOS kan de bij dit thema behorende taken en vaardigheden zonder supervisie uitvoeren. 5. De AIOS superviseert en onderwijst anderen adequaat t.a.v. de bij dit thema behorende taken. Voor de eerste vier opleidingsjaren geldt dat de AIOS in elke stage altijd getoetst dient te worden op algemene taken en op een aantal KBS’en gekoppeld aan een thema. Gesteld wordt dat na afloop van de ‘common trunk' van 4 jaar alle thema’s aan bod gekomen moeten zijn. Voor jaar 5 van de opleiding geldt dat binnen de thema’s die dan aan bod komen de AIOS gaat functioneren op niveau 4 van Miller. Eveneens wordt verwacht dat de taken op de generieke kaart (themakaart XIV) tenminste voldoende worden beoordeeld. Van de AIOS wordt verwacht dat er een toename plaatsvindt in het zelfstandig functioneren (afname supervisie) in steeds complexere situaties. Het kennen van eigen grenzen (en daarmee tijdig inschakelen van hulp) zijn belangrijke competenties die gedurende de opleiding ontwikkeld worden. Per stage is aangegeven op welk niveau een thema (of onderdeel daaruit) beheerst moet worden. Gedurende de stages zullen niet alle onderdelen uit een thema aan bod komen, dit is namelijk mede afhankelijk van het aanbod van patiënten. Aan het einde van de stages zal met de AIOS bekeken worden wat niet behaald is. Deze onderdelen zullen in de volgende stages in de academie meegenomen worden. Een en ander zal vastgelegd worden in het portfolio van de AIOS en in de overdracht naar de opleider in het academisch ziekenhuis MUMC.



Bijlage 2: Competenties in schema naar bespreekmomenten

Overdracht Visite Rontgenbespreking Grote visite Teamtraining Dinsdagmiddagonderwijs PICO onderwijs MDO Brieven

MedH Com SW Prof Org MaatH K&W

MedH

Com

SW

Prof

Org

MaatH

K&W

* ** * ** ** * * * *

* **

** **

* *

* *

* ** *

* ** *

* ** * *

*

** **

** *

* *

* *

**

* * * ** * * * * *

Medisch handelen Communicatie Samenwerken Professioneel gedrag Organisatie Maatschappelijk handelen Kennis en wetenschap

Legenda * **

Relevante competentie Zeer relevante competentie



Bijlage 3: weekindeling Tijd 8.30 - 8.45 9.00 - 13.00 9.00 - 11.00 9.00 - 11.00 10.30 12.45 - 13.30 13.00 - 13.30 13.00 - 14.00 13.00 - 13.30

Maandag Overdracht Poli Visite grote kinderen Visite zuigelingen Visite IC / HC Perinatologie-bespreking

14.30 - 15.30 15.00 - 18.00 17.00 - 17.30 17.30 - 18.00 19.30 - 22.00

Woensdag Overdracht Poli Visite grote kinderen Visite zuigelingen Grote visite IC / HC

Donderdag Overdracht Poli Visite grote kinderen Visite zuigelingen Visite IC / HC

Vrijdag Overdracht Poli Visite grote kinderen Visite zuigelingen Visite IC / HC

Staflunch MDO AMK (1x per maand) Staf assistentenbespreking (6x per jaar) Vakgroepvergadering (2x per maand)

13.15 - 14.15 13.15 - 14.15 13.15 - 17.15 14.00 - 15.00 14.00 - 15.30 14.30 - 15.00

Dinsdag Overdracht Poli Visite grote kinderen Visite zuigelingen Visite IC / HC

Poli

Poli werkbespreking NICU

Poli Grote visite alg kg

Onderwijs co-assistenten Necrologiebespreking (1x per 3 maanden; is onderdeel van de grote visite) Onderwijs Röntgenbespreking Overdracht

Overdracht Overdracht Refereeravond regio Eindhoven (6 x per jaar)

Overdracht



Overdracht (daarna Borrel)

Bijlage 4: Thema's





Bijlage 5: vaardigheden Vaardigheden zijn in het portfolio te vinden onder bekwaamheden en registraties. De volgende vaardigheden kunnen worden geoefend tijdens deze stage. Vaardigheden

Miller niveau

Lumbaalpunctie

5



Leerplan profileringstage kinderneurologie

Recommend Documents