LEERLINGENSTATUUT juli 2015
hetstreek.nl
Ondernemende school, een goede basis voor een succesvolle toekomst!
hetstreek.nl
Leerlingenstatuut CSG Het Streek
1
Dit leerlingenstatuut van CSG Het Streek is vastgesteld door het bevoegd gezag van de school op 2 juli 2014, na instemming van de ouder- en leerlingengeleding van de GMR.
2
Inhoud 1. Algemeen .......................................................... 5 1.1 Betekenis leerlingenstatuut ................................ 5 1.2 Procedure ..................................................... 5 1.3 Geldigheidsduur .............................................. 5 1.4 Verspreiding .................................................. 6 1.5 Begrippen ..................................................... 6 2. Toelating ........................................................ 10 3. Het Onderwijs................................................... 11 3.1 Het verzorgen van onderwijs............................. 11 3.2 Het volgen van onderwijs ................................. 12 3.3 Computergebruik en Sociale Media ..................... 12 3.4 Huiswerk .................................................... 16 3.5 Toetsing ..................................................... 17 3.6 Rapportage .................................................. 23 3.7 Bevordering ................................................. 23 3.8 Schoolexamen en centraal examen ..................... 24 4. Dagelijkse gang van zaken .................................... 25 4.1 Aanwezigheid ............................................... 25 4.2 Afwezigheid ................................................. 26 4.3 Taal .......................................................... 27 4.4 Opvanguren ................................................. 27 4.5 Gedrag ....................................................... 27 4.6 Schade ....................................................... 29 4.7 Mobiele telefoon en geluiddragende apparatuur ..... 29 4.8 Veiligheid ................................................... 29 4.9 Genotsmiddelen en wapenbezit ......................... 30 4.10 Vuurwerk................................................... 31 5. Disciplinaire maatregelen ..................................... 32 5.1 Algemeen .................................................... 32 5.2 Schorsing .................................................... 33 5.3 Verwijdering ................................................ 34
6. Privacy ........................................................... 6.1 Leerlingenregistratie ...................................... 6.2 Beeld- en geluidsmateriaal ............................... 6.3 Kluisjes ...................................................... 6.4 Ongewenste intimiteiten ................................. 6.5 Netwerkbeheer ............................................. 7. Inspraak .......................................................... 7.1 Leerlingenraad ............................................. 7.2 Medezeggenschapsraad ................................... 8. Vrijheid van meningsuiting en vergadering ................ 8.1 Algemeen .................................................... 8.2 Schoolkrant ................................................. 8.3 Aanplakborden ............................................. 8.4 Bijeenkomsten.............................................. 9. Vrijheid van uiterlijk........................................... 10. Geschillen ...................................................... 11. Onvolledigheid ................................................
4
36 36 36 37 37 38 39 39 39 40 40 40 40 40 41 42 42
1. Algemeen 1.1 Betekenis leerlingenstatuut Als Christelijke Scholengemeenschap Het Streek verwachten wij van leerlingen en personeelsleden, dat zij op de hoogte zijn van de schoolregels. Die worden aan het begin van het schooljaar bekendgemaakt. De schoolregels zijn een nadere invulling van het leerlingenstatuut, waarin wij de rechten en plichten van leerlingen hebben vastgelegd. De schoolregels mogen nooit strijdig zijn met de inhoud van het statuut. Het leerlingenstatuut is van belang voor alle mensen die aan de school verbonden zijn. Het levert een positieve bijdrage aan de manier waarop wij op school met elkaar omgaan.
1.2 Procedure Het bevoegd gezag op school stelt het leerlingenstatuut vast en kan het wijzigen. Daarvoor heeft het wel de instemming nodig van de ouder- en leerlingengeleding van de medezeggenschapsraad. Wil de MR, de leerlingenraad, het managementteam of het bevoegd gezag (geledingen binnen de school) dat het leerlingenstatuut tussentijds gewijzigd wordt, dan kan de betreffende geleding dat voorstellen. Dat voorstel moet aan alle geledingen worden gestuurd.
1.3 Geldigheidsduur Elke twee jaar stelt het bevoegd gezag van de school het leerlingenstatuut opnieuw vast. Of het gewijzigd is of niet. Artikel 24g van de Wet op het voortgezet onderwijs (WVO) vraagt om deze handelswijze.
5
1.4 Verspreiding Leerlingen en medewerkers van de school krijgen één keer het leerlingenstatuut uitgereikt. Zij kunnen het ook vinden op de website van de school. Willen zij het raadplegen, dan ligt het statuut ook altijd ter inzage op de schoollocatie. De leerlingen en medewerkers krijgen het altijd te horen, wanneer het leerlingenstatuut tussentijds gewijzigd is. Dat gebeurt via de website van de school.
1.5 Begrippen Hieronder geven we de omschrijvingen van een groot aantal begrippen in het statuut. Als we in dit leerlingenstatuut spreken over de bestuurder, de docent, de leerling etc., dan gebruiken we daarvoor altijd de mannelijke vorm. Dit doen we alleen om het statuut leesbaar te houden. Het Streek wil vrouwen in geen enkel opzicht tekort doen. bevoegd gezag: het bestuur van de Stichting Christelijke Scholengemeenschap Het Streek te Ede; bhv: bedrijfshulpverlening; bovenbouw: • • • •
leerjaar leerjaar leerjaar leerjaar
3, 4 en 5 van het praktijkonderwijs, 3 en 4 van het vmbo en de mavo, 4 en 5 van de havo, 4, 5 en 6 van het atheneum/technasium/gymnasium;
buitengewoon verlof: een dag die een leerling vrij krijgt voor een jubileum, een begrafenis of een andere bijzondere gebeurtenis; de leerling moet daarvoor toestemming krijgen via de teamleider; buitenlesactiviteiten: activiteiten buiten de les en het reguliere lesrooster om, die wel een relatie hebben met het onderwijs. De leerlingen is verplicht eraan deel te nemen. Voor de kosten kan de school een vrijwillige ouderbijdrage vragen. De leerling die niet aan de betreffende 6
activiteit mee kan doen, krijgt een alternatieve opdracht. Voorbeelden van buitenlesactiviteiten zijn: projectdagen, excursies, werkweken etc.; buitenschoolse activiteiten: activiteiten die vanuit de school worden georganiseerd buiten het reguliere rooster, die geen directe relatie hebben met het onderwijs en die al dan niet in het schoolgebouw worden georganiseerd. De deelname is niet verplicht. Voorbeelden van buitenschoolse activiteiten zijn: feestavonden, zeilkampen, langlaufen etc.; coördinator facilitaire zaken: de medewerker die de werkzaamheden coördineert op het gebied van de huisvesting en het beheer en onderhoud van het schoolgebouw; directie: de rector van de locatie Bovenbuurtweg of de directeur van de locatie Zandlaan; docent: een personeelslid met een onderwijstaak; geleding: een groep mensen in de school met een gemeenschappelijk belang of met gelijke werkzaamheden. Voorbeelden van een geleding zijn: de MR, de directie, de leerlingenraad en het managementteam; geschillencommissie: de commissie die meekijkt als er verschil van mening is over de toepassing van het leerlingenstatuut en die het schoolbestuur hierin kan adviseren. De geschillencommissie is onafhankelijk en wordt samengesteld door het bestuur; inlogcodes: het leerlingnummer en wachtwoord die door de school aan de leerling wordt verstrekt. Hij kan daarmee toegang krijgen tot het computernetwerk, de webportal en onderdelen van Magister; inspecteur: de inspecteur van het voortgezet onderwijs in de regio van de school; klassenvertegenwoordiger: de contactpersoon die door de klas is aangewezen; leerling: iedere persoon die op Het Streek staat ingeschreven en daar onderwijs ontvangt; leerlingenraad: een groep leerlingen die door het totale aantal leerlingen is gekozen om hun belangen te behartigen; 7
LVS: leerlingvolgsysteem; managementteam: op de locatie Bovenbuurtweg de rector met de teamleiders en op de locatie Zandlaan de directeur met de teamleiders; manager facilitaire zaken: de direct leidinggevende van het onderwijsondersteunend personeel, verantwoordelijk voor het beheer van de schoolgebouwen en de inventaris; Magister: de naam van het systeem met daarin de leerlingadministratie van de school; medewerker: een persoon die voor de school werkt; dit kan zowel een personeelslid zijn als een vrijwilliger of een stagiair(e); medezeggenschapsraad: de raad waarin leerlingen, ouders, onderwijsondersteunend personeel en docenten vertegenwoordigd zijn, zoals de Wet medezeggenschap op scholen (WMS) dat van scholen vraagt; mentor: de docent die verantwoordelijk is voor de leerlingbegeleiding in de klas of groep leerlingen die aan hem is toegewezen; MR: de medezeggenschapsraad van de school; onderbouw: alle eerste en tweede klassen én klas 3 van de havo, het atheneum, technasium en gymnasium; onderwijsondersteunend personeel (OOP): het personeel dat iets anders doet dan onderwijs geven; ouders: de ouders, voogden of verzorgers van de leerlingen; personeelsleden: het personeel dat in dienst is bij het bevoegd gezag en werkzaam is op de school; PTA: het programma van toetsing en afsluiting; dit bevat het examenreglement en de regels van het schoolexamen; het is bestemd voor de leerlingen van de derde en vierde klas van het vmbo en de mavo, de vierde en vijfde klas van de havo en de vierde, vijfde en zesde klas van het vwo; school: CSG Het Streek; Schoolgids: de gids met informatie over de school. De Schoolgids wordt elk schooljaar vernieuwd en op de website geplaatst; 8
schorsing: geen toegang tot de lessen; systeembeheerder: degene die het computernetwerk van de school beheert; teamleider: degene die leiding geeft aan een team en die daarin algemene, organisatorische en onderwijskundige zaken coördineert. De teamleider maakt deel uit van het managementteam op zijn locatie; toetsweek: een periode van minimaal drie en maximaal zes opeenvolgende schooldagen, waarin de leerlingen alleen maar toetsen krijgen; veiligheidscoördinator: de medewerker die de handhaving van de veiligheid op school coördineert. Op Het Streek is dit een taak van de coördinator facilitaire zaken. vertrouwenspersoon: de contactpersoon bij wie de leerling of de medewerker terecht kan als hij een klacht heeft over ongewenst gedrag of een vermoeden in die richting heeft; website: www.hetstreek.nl; webportal: het deel van de website dat alleen toegankelijk is met de inlogcodes die de school verstrekt. Ook wel Magister webportal genoemd; WMS: Wet medezeggenschap op scholen; WVO: Wet voortgezet onderwijs.
9
2. Toelating De school laat niet zonder meer iedere aangemelde leerling toe tot een bepaalde afdeling of tot een bepaald leerjaar. Het bevoegd gezag stelt daarvoor de criteria en voorwaarden vast. Dat noemen we het toelatingsbeleid. De directie is verantwoordelijk voor de uitvoering van dat beleid. De school vermeldt de toelatingscriteria op de webportal. Het kan zijn dat de school een aangemelde leerling moet weigeren op grond van de toelatingscriteria. Dan deelt de school dit schriftelijk aan hem mee. Is de betreffende leerling nog minderjarig, dan krijgen ook zijn ouders de bewuste brief toegestuurd. Als de leerling en zijn ouders het oneens zijn met de beslissing van de school, kunnen zij daartegen bezwaar maken. Daarvoor schrijven zij binnen zes weken een brief aan het bevoegd gezag.
10
3. Het Onderwijs 3.1 Het verzorgen van onderwijs 3.1.1 De les De leerling heeft er recht op, dat de docent en de school zich inspannen om het onderwijs zo goed mogelijk te verzorgen. Dit betreft: • • • • • •
het ordelijke verloop van de les; de aanwezigheid van veilige apparatuur of gereedschap; een goede presentatie en duidelijke uitleg van de lesstof of de opdracht; de keuze van geschikt materiaal en schoolboeken, die ook gebruikt worden; aansluiting van het opgegeven huiswerk bij de behandelde stof; een goede verdeling van de leerstof over het schooljaar.
3.1.2 De begeleiding De leerling heeft recht op begeleiding bij leerprocessen en keuzeprocessen en op begeleiding bij persoonlijke problemen. 3.1.3 Klacht over personeelslid Indien een leerling of een groep leerlingen niet tevreden is over het functioneren van een personeelslid, bespreekt hij of de groep dit in eerste instantie met de betrokken persoon. Het kan zijn dat dit gesprek niet tot een bevredigende oplossing leidt. In zo’n geval kan de leerling of de groep leerlingen (of hun ouders) het probleem voorleggen aan de mentor. Lost dat het probleem niet op, dan kan het bij de teamleider of het managementteam worden gebracht. Ligt het probleem bij het
11
managementteam, dan heeft de leerling of de groep leerlingen er recht op om binnen tien werkdagen een reactie van het MT te ontvangen.
3.2 Het volgen van onderwijs 3.2.1 Positieve instelling De leerling zit op school om kennis op te doen. De school verwacht van hem een positieve instelling tijdens de les. Hij is verplicht alles te doen wat een goed onderwijsleerproces bevordert en wat leidt tot een ordelijk verloop van de les en van een andere onderwijsactiviteit. De school verwacht van de leerling zo’n positieve instelling ook tijdens een buitenlesactiviteit en een buitenschoolse activiteit. 3.2.2 Ordeverstoring Verstoort de leerling de voortgang van de les, dan kan de docent hem uit de les verwijderen. De leerling is in dat geval verplicht de lesruimte te verlaten. Hij meldt zich direct bij een personeelslid, dat de school daarvoor heeft aangewezen. Tenzij de docent hem zegt zich bij een ander personeelslid te melden. 3.2.3 Boeken en materialen Om een les te kunnen volgen, heeft de leerling boeken en materialen nodig. Hij is verplicht die zaken bij zich te hebben. Is dit niet het geval, dan mag de docent passende maatregelen nemen.
3.3 Computergebruik en sociale media Op school maakt de leerling gebruik van computers. Deze paragraaf beschrijft de plichten van de leerling inzake het computergebruik en het gebruik van social media.
12
3.3.1 Doel De leerling maakt op school gebruik van computers met geen ander doel dan om kennis en vaardigheden op te doen. Daarbij gaat hij zorgvuldig om met de hardware en de software. 3.3.2 Inloggen Wil een leerling op school gebruikmaken van een computer, dan logt hij eerst in met zijn leerlingnummer en wachtwoord. Dit leerlingnummer betreft alleen deze leerling. Het is dus uniek en blijft geldig zolang hij op Het Streek staat ingeschreven. Het wachtwoord is persoonlijk. We vragen van de leerling dit geheim te houden. De leerling is verantwoordelijk voor alle acties die met zijn inlogcodes worden uitgevoerd. Hij kan zo nodig een nieuw wachtwoord aanvragen. Iedere leerling beschikt over een beperkte schijfruimte op het netwerk van de school. Daarop mag hij alleen schoolbestanden opslaan. 3.3.3 E-mailaccount De leerling heeft op school een eigen e-mailaccount. Hij kan dit account ook buiten de school gebruiken via webmail. De school verwacht dat de leerling elke dag zijn e-mail op dit account leest. Wil een leerling een email sturen naar een docent of een andere medewerker, dan doet hij dat via dit account en niet via zijn privéaccount. Dat is ook het geval indien een docent of medewerker een e-mail wil sturen naar een leerling. 3.3.4 Beperkingen Het is niet toegestaan om op school: • •
•
te hacken, te chatten of te spammen; e-mails te versturen met een beledigende, dreigende, pesterige, gewelddadige, aanstootgevende, racistische of discriminerende inhoud; e-mails anoniem te versturen;
13
•
• •
websites te bezoeken die beledigend, racistisch of discriminerend zijn, die pornografisch materiaal bevatten of die oproepen tot geweld; software, spelletjes, films en muziek te downloaden of te installeren; foto’s te maken of geluid op te nemen van anderen, zonder daarvoor vooraf toestemming te hebben gekregen van de directie en van de betreffende persoon.
3.3.5 Controle De systeembeheerde kan bestanden van gebruikers inzien. Dat gebeurt alleen bij een vermoeden van misbruik. In alle gevallen moet de directie daarvoor de systeembeheerder toestemming geven. De lesgevende docent houdt sommige werkstations in de gaten. Hij kan zo alle handelingen van de gebruiker zien en registreren. 3.3.6 Netwerkgebruik Een gebruiker kan met privéapparatuur gratis gebruikmaken van het draadloze netwerk van school. Dan moet hij eerst akkoord gaan met de gebruiksvoorwaarden en zijn inlogcode en wachtwoord intypen. De inlogcode voor de leerling is het leerlingnummer. Ook als de gebruiker eigen apparatuur gebruikt op school moet hij zich houden aan de regels die hierboven zijn genoemd. Maakt iemand ongewenst gebruik van het netwerk, dan ontzegt de school hem tijdelijk de toegang tot het netwerk. Dat gebeurt met het programma Q-net. 3.3.7 Sociale media De school heeft een protocol sociale media. Daarin staan richtlijnen, waaraan iedereen zich moet houden die bij de school betrokken is. Dit protocol staat op de website. Het noemt ook welke sancties de school neemt als iemand de regels heeft overtreden. Een gedeelte van dit protocol wordt hieronder vermeld: 14
1. Het is leerlingen niet toegestaan om tijdens de lessen actief te zijn op sociale media, tenzij er op voorhand door de schoolleiding, leraren en/of onderwijsondersteunend personeel toestemming is gegeven. 2. Het is medewerkers toegestaan om tijdens de lessen actief te zijn op sociale media, zolang dit een onderwijskundige doelstelling heeft. 3. Het is betrokkenen toegestaan om kennis en informatie te delen, als het maar geen vertrouwelijke informatie betreft en andere betrokkenen niet schaadt. 4. De betrokkene is persoonlijk verantwoordelijk voor de inhoud die hij publiceert op de sociale media. 5. Elke betrokkene dient zich ervan bewust te zijn, dat de gepubliceerde teksten en uitlatingen openbaar zijn voor onbepaalde tijd, ook na verwijdering van het bericht. Dat vraagt om extra zorg en enig voorbehoud bij het plaatsen van berichten. 6. Het is in slechts enkele gevallen toegestaan om foto-, film-, geluidsopnamen etc. die met school te maken hebben op de sociale media te zetten. Alleen als de betrokkenen hier uitdrukkelijk toestemming voor hebben gegeven. En ook als de schoolleiding hiervoor toestemming heeft gegeven. 7. Indien medewerkers actief zijn op sociale media, dienen pagina’s met privégegevens als profielpagina’s en dergelijke (zo volledig als mogelijk) te zijn afgeschermd voor onbekenden. 8. De communicatie op de sociale media tussen medewerkers en leerlingen van Het Streek vindt alleen plaats via de algemene pagina’s en profielen. Het is niet toegestaan om privé-uitingen te plaatsen (‘vrienden te worden’) op de sociale media als er geen volledige controle mogelijk is op de berichten die daar door anderen worden geplaatst (zoals Facebook). 9. Als er wel controle mogelijk is op uitingen zoals op Twitter, LinkedIn en weblogs mogen medewerkers van Het Streek uitingen en pagina’s delen met leerlingen. In die situaties is de medewerker 15
verantwoordelijk voor een zorgvuldige redactie zoals staat beschreven in dit protocol. 10. Alle betrokkenen nemen de fatsoensnormen in acht. Als fatsoensnormen worden overschreden (bijvoorbeeld: mensen pesten, kwetsen, stalken, bedreigen, zwartmaken, grove taal gebruiken of anderszins mensen beschadigen), neemt de school passende maatregelen.
3.4 Huiswerk 3.4.1 Verplicht De opdracht om huiswerk te maken, is nooit vrijblijvend. De leerling is verplicht die uit te voeren. Het maakt daarbij niet uit of de leerling de opdracht heeft gekregen via de studiewijzer of van de docent zelf. De docent zet het huiswerk in Magister. 3.4.2 Huiswerkspreiding De school streeft ernaar het huiswerk voor een klas of een groep leerlingen zo te spreiden, dat het evenwichtig over de week verdeeld is. Alle docenten of begeleiders van een klas of groep doen daar hun best voor. 3.4.3 Huiswerk niet gemaakt Heeft een leerling het huiswerk niet gemaakt, dan meldt hij dit aan het begin van de les bij de betreffende docent of begeleider. De betreffende leerling geeft dan ook aan waarom hij het niet heeft gemaakt. Vindt de docent of begeleider die reden niet geldig, dan kan hij de leerling een maatregel opleggen.
16
3.4.4 Huiswerkvrij Na een schoolvakantie van minimaal vijf aaneengesloten dagen hoeft de leerling voor de eerste schooldag geen huiswerk te maken. Dit geldt ook voor leerlingen in de examenklassen1.
3.5 Toetsing Voor de toetsing tijdens het schoolexamen en het centraal schriftelijk examen heeft de school een apart reglement. Dat is opgenomen in het programma van toetsing en afsluiting (PTA). 3.5.1 Soorten toetsen De docent heeft een aantal manieren om te toetsen of de leerling de leerstof beheerst en vorderingen maakt in het aangeboden onderwijs: •
Schriftelijke (dossier)toetsen Hiertoe behoren ook proefwerken en repetities. Deze toetsen moeten ten minste één week van tevoren worden opgegeven. Als de docent de toets opgeeft, heeft hij de leerstof afgerond. Het cijfer van een schriftelijke toets telt mee voor het (eind)rapport.
•
Schriftelijke en mondelinge overhoringen Hiermee toetst de docent het opgegeven huiswerk of de behandelde leerstof. Hij kan deze overhoringen onverwacht geven. Zij mogen maximaal één keer meetellen voor het (eind)rapport.
•
D(diagnostische)-toetsen Deze zijn uitsluitend bedoeld om aan te tonen of en in hoeverre de leerling de leerstof begrepen en/of geleerd heeft. De docent kan
1
Hiervan kan worden afgeweken, indien dit om organisatorische redenen niet anders kan. Zie ook paragraaf 3.5.1. 17
een d-toets onverwacht geven. Hij kan daar ook een cijfer voor geven, maar dit telt niet mee voor het (eind)rapport. •
Overige soorten toetsen • werkstukken • presentaties • beoordeling van projecten • stage beoordeling • verslagen • toetsen van praktische vaardigheden • handelingsopdrachten • beoordeling competenties • portfolio
Docenten in de bovenbouw kunnen nog andere vormen van toetsing gebruiken en daarvoor cijfers geven. Per vak moet duidelijk omschreven zijn hoe deze cijfers tot stand zijn gekomen. 3.5.2 Belangen van de leerling Wanneer een docent een toets opgeeft, houdt hij bij de keuze van de toetsdag zoveel mogelijk rekening met de belangen van de leerling. Docenten nemen twee schooldagen vóór een SE- of toetsweek geen toetsen meer af. Zij mogen in die twee dagen ook geen moment plannen, waarop een leerling praktisch werk moet inleveren. Wil een docent dat toch doen omdat het niet anders kan, dan moet hij daarvoor toestemming krijgen van de teamleider. Het kan zijn dat een leerling een toets heeft opgekregen na een schoolvakantie. Hij moet na de vakantie nog vragen kunnen stellen over de leerstof aan de docent. Daarom plant de school geen toets op de eerste schooldag na de vakantie. Een vakantie noemen we pas vakantie als die minimaal vijf aaneengesloten dagen omvat. Verder zorgt de school voor een evenwichtige spreiding van de toetsen. Dit om een piekbelasting voor de leerling te voorkomen.
18
3.5.3 Weging van het cijfer Niet elk cijfer telt even zwaar mee voor het (eind)rapport. De leerling moet van tevoren weten hoe licht of zwaar het cijfer van een toets meetelt. Op een toets moet duidelijk aangegeven zijn welke score er per onderdeel kan worden behaald. In de (pre-)examenklassen krijgen leerlingen toetsen waarvan de cijfers meetellen voor de overgang en/of voor het schoolexamen. Hoe die cijfers precies meewegen, staat in het programma van toetsing en afsluiting (PTA). Iedere leerling in de pre-examenklas krijgt het PTA vóór 1 oktober uitgereikt. 3.5.4
Maximum aantal toetsen per dag
Het maximale aantal toetsen per dag verschilt per leerjaar: •
Klas 1 en 2: maximaal één (gecoördineerde) repetitie per dag. Uitzonderingen: • bij het inhalen of herkansen van een toets • tijdens een toetsweek hoogstens twee toetsen per dag
•
Vanaf klas 3: maximaal twee proefwerken of repetities. Uitzondering: •
•
tijdens een toetsweek hoogstens drie toetsen per dag
Schoolexamens Zit een leerling in een (pre-)examenklas, dan geldt een maximum aan klokuren per dag dat aan toetsen mag worden besteed: • •
maximaal vier klokuren per dag voor leerlingen uit 3 en 4 vmbo, 3 en 4 mavo, 4 havo en 4 en 5 vwo; maximaal vijf klokuren per dag voor leerlingen uit 5 havo en 6 vwo.
19
De extra tijd voor dyslectische leerlingen is hierin niet meegeteld. 3.5.5 Inhoud en puntenwaardering De inhoud van een schriftelijke toets is een afspiegeling van de bestudeerde, behandelde en afgeronde leerstof. De docent geeft in de toets per vraag of onderdeel een puntenwaardering. Deze is voor de leerling zichtbaar en leesbaar. 3.5.6 Nakijken van de toets De leerling heeft er recht op dat de docent een toets zo snel mogelijk nakijkt en beoordeelt. In ieder geval binnen 15 werkdagen, nadat de toets is gegeven. Als een docent een toets nakijkt die meetelt voor het schriftelijk schoolexamen, moet hij er in voldoende mate rekening mee houden, dat de leerling de gelegenheid moet hebben om te herkansen. Na de beoordeling van zijn toets heeft de docent de plicht deze na te bespreken met de leerlingen. De leerlingen mogen het nagekeken werk ook inzien. Het cijfer dat de leerling heeft behaald voor een toets, moet de docent binnen 15 werkdagen na het afnemen van de toets invoeren in Magister. Ligt het klassengemiddelde voor een toets onder de 5,5 dan bespreekt de teamleider dit met de docent. De docent geeft pas een volgende toets •
nadat hij de vorige met de leerlingen heeft besproken;
•
nadat de leerlingen de vorige toets hebben kunnen inzien.
Deze regel geldt niet als het bij de nieuwe toets om totaal andere leerstof gaat. 3.5.7 Gecoördineerde toets
20
Bij een gecoördineerde toets houden alle leden van de vaksectie dezelfde normering aan. De docent deelt de normering mee aan de leerlingen en licht die eventueel toe. 3.5.8 Klachten over toetsing Heeft een leerling klachten over de toetsing, dan kan hij daarvoor terecht bij de teamleider.2 3.5.9 Omstandigheden Bij het maken van een toets kunnen de omstandigheden een nadelige invloed hebben op de prestatie van de leerling. En dat terwijl die omstandigheden de leerling niet zijn aan te rekenen. Is dat onverhoopt het geval en voelt de leerling zich daardoor belemmert, dan zal daar bij de beoordeling van de toets rekening mee worden gehouden. 3.5.10 Fraude Het kan zijn dat een leerling zich bij het maken van een toets aanwijsbaar schuldig maakt of gemaakt heeft aan fraude. In dat geval heeft de docent het recht dit mee te wegen in het bepalen van het cijfer. 3.5.11 Niet eens met beoordeling Het kan zijn dat een leerling het niet eens is met de beoordeling van zijn werk. Als die leerling en zijn docent er samen niet uitkomen, kan de leerling de stappen nemen die zijn beschreven in paragraaf 3.1.3. 3.5.12 Toets inhalen Het kan zijn dat een leerling rechtmatige afwezig is3 als een toets wordt gemaakt. Dan heeft de leerling het recht en de plicht om de toets alsnog 2
Zie ook de Klachtenregeling Onderwijs onder ‘Onze Regelingen’ op de website. 21
te maken. Dat moet gebeuren binnen drie weken na de datum van de toets. De docent wijst de leerling erop, dat hij een toets gemist heeft. Maar de leerling moet zelf een afspraak maken met de docent om het werk in te halen. Als een leerling meer toetsen in moet halen omdat hij langdurig ziek is geweest, kan de school afwijken van deze termijn van drie weken. Dit gebeurt dan na overleg met de teamleider. 3.5.13 Herkansingsregeling schoolexamentoetsen Voor de schoolexamentoetsen geldt een herkansingsregeling. Deze is opgenomen in het programma van toetsing en afsluiting (PTA). De herkansingsregeling kan per cursusjaar verschillen. Kan een leerling niet aanwezig zijn bij een toets voor het schoolexamen, dan moet hij dat altijd vooraf telefonisch melden of laten melden. Achteraf moet hij zijn afwezigheid schriftelijk verantwoorden. Is de betreffende leerling nog minderjarig, dan zijn de ouders verplicht de afwezigheid te melden en te verantwoorden. 3.5.14 Werkstuk of verslag Telt een werkstuk of een verslag mee voor het eindcijfer, dan heeft de leerling vooraf van de docent gekregen: • • • • • •
een duidelijke schriftelijke omschrijving van de opdracht; de normen waaraan het werkstuk of het verslag dient te voldoen; een duidelijke taakomschrijving bij een gezamenlijke opdracht; de datum van inlevering; de mate waarin het cijfer meetelt bij het tot stand komen van het eindcijfer; de sancties die staan op het te laat of niet inleveren ervan.
3.5.15 Overschrijven
3
Over rechtmatige aanwezigheid: zie paragraaf 4.2. 22
Het is niet toegestaan om in een toets dingen van een ander over te schrijven. Dat heet plagiaat. Als de school plagiaat constateert, krijgt de betreffende leerling een maatregel opgelegd. Dit gebeurt na overleg met de teamleider. De school heeft software om digitaal plagiaat op te sporen.
3.6 Rapportage De Magister webportal – een besloten gedeelte van de website – biedt ouders en leerlingen inzage in de prestaties van de leerling voor alle gegeven vakken en studieonderdelen. De leerling heeft er recht op om te weten hoe een cijfer tot stand is gekomen. De leerling kan een cijfer ter discussie stellen bij de docent als dat cijfer niet overeenkomt met wat de docent heeft verteld over het vaststellen van het cijfer. Komen leerling en docent er dan niet samen uit, dan kan de leerling de stappen nemen die zijn beschreven in paragraaf 3.1.3. Op spreekavonden kunnen meerderjarige leerlingen of anders hun ouders de studieresultaten met de betreffende docent bespreken.
3.7 Bevordering De school vertelt de leerlingen en hun ouders wat de overgangsnormen zijn voor dat leerjaar. Dat gebeurt aan het begin van het schooljaar en zeker vóór 1 oktober via de Magister webportal. De school mag deze normen niet wijzigen tijdens het lopende schooljaar. Tenzij er een direct opgemerkte duidelijke vergissing in het spel is. Is een leerling overgegaan, dan wordt hij toegelaten voor het gehele schooljaar.
23
3.8 Schoolexamen en centraal examen De school geeft de leerlingen uit de (pre-)examenklas vóór 1 oktober het programma van toetsing en afsluiting (PTA). In dit programma staat: • • •
hoe de school de diverse vakken bij de schoolexamens toetst; hoe het eindcijfer voor het schoolexamen wordt vastgesteld; het examenreglement.
Zit een leerling voor het schoolexamen of het centraal examen, dan krijgt hij minimaal tien werkdagen van tevoren het rooster. Daarop staat wanneer en waar de diverse onderdelen worden geëxamineerd.
24
4. Dagelijkse gang van zaken 4.1 Aanwezigheid4 4.1.1 Volgens rooster De leerling krijgt aan het begin van het schooljaar een lesrooster. Dat rooster kan in de loop van het jaar een aantal keren wijzigen. De leerling is verplicht de lessen te volgen die in het rooster zijn aangegeven. Hij moet op tijd aanwezig zijn in de lesruimte die het rooster aangeeft. Hiervan mag alleen worden afgeweken als de school voor een bepaalde les iets anders heeft geregeld. 4.1.2 Roosterwijzigingen De school plaatst de roosterwijzigingen op de website en op het mededelingenbord. Leerlingen en personeel zijn verplicht die tijdig te raadplegen. Is er een roosterwijziging bij het praktijkonderwijs, dan belt de school de leerlingen daarover op als dat nodig is. Heeft een leerling door roosterwijzigingen zoveel tussenuren dat de reistijd langer is dan de lestijd, dan bespreekt hij dit met de teamleider. 4.1.3 Te laat aanwezig Het kan gebeuren dat een leerling te laat op school komt. Dan moet hij zich direct laten registreren bij Verzuimbeheer. Daar krijgt de leerling een telaatbriefje mee. De docent laat de leerling alleen toe als hij dit briefje
4 In de schoolgids is informatie opgenomen over verzuim en verlof. Op de Magister Webportal staat het ‘Verzuimbeleid leerlingen van Het Streek’. Hiervan afgeleid is er per locatie een protocol schoolverzuim.
25
kan tonen. Is een leerling te laat, dan wordt hem een passende maatregel opgelegd. 4.1.4 Wachten op docent Het kan zijn dat de docent bij het begin van de les (nog) niet aanwezig is. De klassenvertegenwoordiger vraagt dan de teamleider (van de dag) of de les doorgaat. De leerlingen wachten in de gemeenschappelijke ruimte of het atrium totdat er duidelijkheid is. 4.1.5 Pauzes en roostervrije uren Als leerlingen pauze of een roostervrij uur hebben, verblijven zij binnen de school alleen daar, waar de school dat toestaat of op het schoolplein.
4.2 Afwezigheid 4.2.1 Aanvraag verlof Een leerling heeft toestemming nodig om lessen te verzuimen. De directie kan op verzoek van de leerling of van zijn ouders één dag buitengewoon verlof verlenen. Het moet minimaal twee dagen van te voren door de ouders worden aangevraagd. Dat gebeurt via de teamleider. Als de leerling buitengewoon verlof heeft gekregen, is hij rechtmatig afwezig. Er gelden wettelijke regels voor de aanvraag van extra vakantieverlof. Deze zijn te vinden op ede.nl en op de Magister webportal onder ‘Verzuimbeleid leerlingen van Het Streek’. 4.2.2 Ziekteverlof Indien een leerling ziek is, meldt een ouder of verzorger dit vóór 9.00 uur ‘s morgens aan de school. Door deze melding is de leerling rechtmatig afwezig. Dit geldt, totdat de leerling weer beter is gemeld door een ouder of verzorger. 26
Na elke periode van afwezigheid moet de afwezigheid worden verantwoord. 4.2.3 Spijbelen Spijbelt een leerling, dan zal de teamleider een passende maatregel opleggen. De school licht de ouders in wanneer een leerling geregeld een les verzuimt en te laat komt. De school schakelt de leerplichtambtenaar in wanneer een leerling vaak ongeoorloofd afwezig is of veelvuldig ziek is.
4.3 Taal Het is in het algemeen niet toegestaan om in school en op het schoolplein een andere taal te spreken dan Nederlands. Het spreken van vreemde talen is alleen toegestaan als de school daar les in geeft.
4.4 Opvanguren Het kan zijn dat een docent ziek of anderszins afwezig is. In dat geval kan de school vervangende lessen en/of opdrachten geven aan leerlingen uit klas 1 en soms ook aan leerlingen uit hogere leerjaren. De leerlingen zijn verplicht deze lessen te volgen en de opdrachten uit te voeren.
4.5 Gedrag 4.5.1 Schoolregels Aan het begin van het schooljaar krijgen de leerlingen de schoolregels uitgereikt. Deze staan ook op de Magister webportal. De leerlingen zijn verplicht zich aan deze regels te houden in de gebouwen en op het terrein van de school. Zij gelden ook bij activiteiten die vanuit de school worden georganiseerd. Laat een leerling ongeoorloofd gedrag zien, dan spreekt een toezichthouder hem of haar daarop aan. 27
4.5.2 Respectvol en rechtvaardig Leerlingen en personeelsleden gaan respectvol en rechtvaardig met elkaar om. Als volwaardige en gelijkwaardige mensen laat ieder de ander in zijn waarde. De school tolereert daarom geen ongelijkwaardige uiting of behandeling en geen enkele vorm van racisme, seksisme, discriminatie, pestgedrag, fysiek geweld of seksuele intimidatie. 4.5.3 Ongewenst gedrag De school vindt het belangrijk dat ongewenst gedrag wordt gemeld. Meer hierover is te lezen in de ‘Klachtenregeling ongewenst gedrag’. Deze is te vinden op de homepage van hetstreek.nl onder ‘Regelingen’. 4.5.4 Pesten Pesten is een zeer venijnige vorm van ontoelaatbaar gedrag. De leerlingen zijn verplicht zich te houden aan het antipestbeleid van de school. Als dat nodig is, volgt de school het stappenplan van het pestprotocol. Het antipestbeleid inclusief het pestprotocol is te vinden op de homepage van hetstreek.nl onder ‘Regelingen’. 4.5.5 Verwijdering5 Gedraagt een leerling zich onbehoorlijk tijdens de les, dan kan de docent hem uit de les verwijderen. Hij moet zich in dat geval melden bij de persoon die de schoolregels aanwijst.
5
Zie ook hoofdstuk 5. 28
4.6 Schade Het kan zijn dat op school bezittingen van leerlingen worden beschadigd of dat leerlingen op school spullen kwijtraken. Het bevoegd gezag draagt geen wettelijke aansprakelijkheid voor deze schade en dit verlies. Die zijn buiten zijn verantwoordelijkheid toegebracht. Het kan zijn dat een leerling iets op school beschadigt: het schoolgebouw, inventaris van het gebouw, leermiddelen op school, andere bezittingen van het bevoegd gezag of zaken die het bevoegd gezag beheert. Voor die schade stelt de school de leerling aansprakelijk. De schade wordt hersteld op kosten van de leerling die de schade heeft veroorzaakt. Is hij nog minderjarig, dan komen de kosten op rekening van de ouders of verzorgers.
4.7 Digitale apparatuur Mobiele telefoon en andere beeld- en geluiddragende apparatuur van leerlingen moeten in de leslokalen uit staan en opgeborgen zijn. Hiervan wordt alleen afgeweken wanneer de docent het gebruik ervan toestaat in verband met het onderwijskundige belang. Overtreedt een leerling bovenstaande regel, dan kan de docent tijdelijk de mobiele telefoon of de beeld- en geluiddragende apparatuur innemen. In de schoolregels staan aanvullende regels over het gebruik van de mobiele telefoon en beeld- en geluiddragende apparatuur in de school en op het schoolplein. De leerling mag tijdens toetsen geen mobiele telefoon of beeld- en geluiddragende apparatuur bij zich hebben.
4.8 Veiligheid6 Elke leerling gedraagt zich volgens de gegeven veiligheidsvoorschriften, zodanig dat de veiligheid voor iedereen is gewaarborgd. In dit kader heeft 6
Zie ook de paragrafen 4.9 en 4.10. 29
de school een gedragscode. Deze geldt voor iedereen. Meer over veiligheid en veiligheidsregels is te vinden in de schoolgids. Binnen de school zijn personeelsleden opgeleid tot EHBO’er en BHV’er. In sommige lessen is om veiligheidsredenen het dragen van specifieke kleding of een veiligheidsbril voorgeschreven. Leerlingen zijn verplicht zich daaraan te houden.
4.9 Genotsmiddelen en wapenbezit7 Onder genotsmiddelen verstaat de school: tabak, soft- en harddrugs en alcohol. 4.9.1 Roken Op de hele school mag niet worden gerookt. De leerling heeft recht op rookvrije les- en verblijfsruimten. Het managementteam kan in een enkel geval roken toestaan. Dit betreft dan bepaalde vastgestelde plaatsen of bij activiteiten die de school organiseert. 4.9.2 Soft- en harddrugs Het is leerlingen niet toegestaan om op school soft- en harddrugs te bezitten en te gebruiken. Ook bij alle activiteiten vanuit de school is dit verboden. Verhandelt een leerling genotsmiddelen, dan wordt hij van school verwijderd. 4.9.3 Alcohol Ook het bezit en gebruik van alcohol is verboden op school en bij buitenles- of buitenschoolse activiteiten. Leerlingen worden niet toegelaten op een schoolfeest als zij vooraf alcohol hebben gedronken. Bij twijfel hierover kan de school een blaastest afnemen. Dat gebeurt volgens een vastgelegd protocol. Het alcoholpromillage moet nul zijn. Het totale 7
Zie ook paragraaf 4.8. 30
alcoholbeleid is te vinden op de homepage van hetstreek.nl onder ‘Regelingen’. 4.9.4 Wapenbezit Het bezit en gebruik van (nep)wapens, messen etc. is verboden op school en bij buitenles- of buitenschoolse activiteiten. Bij overtreding informeert de school in alle gevallen de ouders of verzorgers en schakelt zij de politie in. Tevens zet de school de procedure van verwijdering in.8
4.10 Vuurwerk9 Vuurwerk is op school verboden. De leerling mag het niet bij zich hebben en niet afsteken. Overtreedt hij deze regel, dan wordt de leerling geschorst.10 De school doet bij vuurwerkzaken altijd aangifte bij de politie.
8
Zie ook de paragrafen 5.2 en 5.3. Zie ook paragraaf 4.8. 10 Zie paragraaf 5.2. 9
31
5. Disciplinaire maatregelen 5.1 Algemeen11 5.1.1 Soorten maatregelen De leerling kan een straf opgelegd krijgen als hij zich niet houdt aan de regels die op school gelden. Hiertoe bevoegd zijn, afhankelijk van de maatregel: het bevoegd gezag, de directie, de teamleider en een personeelslid. De maatregelen zijn: strafwerk maken; nablijven; gemiste lessen inhalen; gemaakte rommel opruimen; corveewerkzaamheden uitvoeren.
• • • • •
Vertoont een leerling wangedrag of verstoort hij ernstig de les, dan krijgt hij straf opgelegd. Dit kan leiden tot schorsing en in het uiterste geval tot verwijdering van school. De procedure voor schorsing en verwijdering staat op de Magister webportal en is hieronder ook beschreven in de paragrafen 5.2 en 5.3. Maatregelen bij wangedrag of ernstige verstoring van de les zijn: • • • • •
uit de les verwijderd worden; de toegang tot de les ontzegd worden; de toegang tot de school ontzegd worden; geschorst worden voor een bepaalde tijd; definitief van de school verwijderd worden.
Is het nodig om een van deze maatregelen toe te passen, dan vermeldt de school dit in het leerlingdossier.
11
Zie ook paragraaf 4.5. 32
5.1.2 Maatregelen bij vernieling Maakt de leerling zich schuldig op school aan vernieling, dan krijgt de coördinator facilitaire zaken daarvan een melding. Deze kan de leerling een straf opleggen en hem aansprakelijk stellen voor de aangerichte schade. De school stelt de ouders of verzorgers hiervan schriftelijk op de hoogte. De vernieling wordt vermeld in het leerlingdossier. 5.1.3 Redelijke verhouding Legt de school een disciplinaire maatregel op aan een leerling, dan moet er sprake zijn van een redelijke verhouding tussen enerzijds de ernst van de overtreding en anderzijds de zwaarte van de straf. 5.1.4 Bezwaar Het kan zijn dat een maatregel in de ogen van de leerling onredelijk is of ten onrechte is opgelegd. In dat geval kan hij die maatregel laten beoordelen door de teamleider. Het kan zijn dat een leerling de maatregel die de teamleider heeft opgelegd onterecht vindt. In dat geval kan hij die maatregel laten beoordelen door het managementteam. Het kan zijn dat een leerling de maatregel die het managementteam of het bevoegd gezag heeft opgelegd onterecht vindt. In dat geval kan hij die maatregel laten beoordelen door de geschillencommissie. 5.1.5 Redelijke wensen Bij de invulling van een straf houdt de school rekening met redelijke wensen en mogelijkheden van de leerling.
5.2 Schorsing Het bevoegd gezag of de directie kan een leerling schorsen indien hij zich schuldig heeft gemaakt aan ernstig wangedrag. 33
Het besluit tot schorsing maakt het bevoegd gezag of de directie schriftelijk bekend aan de leerling. Is hij nog minderjarig, dan krijgen de ouders of verzorgers deze schriftelijke mededeling. Daarin staan de reden en de duur van de schorsing vermeld. Ook staat in de brief hoe bezwaar tegen de schorsing kan worden aangetekend. Een bezwaarschrift moet binnen zes weken zijn ingediend bij het bevoegd gezag van de school. Het bevoegd gezag moet binnen vier weken hierop reageren. Wordt een leerling voor meer dan één dag geschorst, dan meldt de teamleider dit met opgave van redenen bij de leerplichtambtenaar en de inspectie. De school schorst een leerling voor maximaal vijf schooldagen en heeft de mogelijkheid om de schorsing eenmalig te verlengen met nog eens vijf schooldagen. Het kan zijn dat de schorsing onderdeel is van een verwijderingsprocedure. In dat geval mag zij voortduren totdat het bevoegd gezag heeft besloten over een eventuele definitieve verwijdering. De school voorziet de leerling tijdens de schorsing van huiswerkopdrachten en biedt hem de mogelijkheid om toetsen te maken.12
5.3 Verwijdering Het bevoegd gezag kan besluiten een leerling te verwijderen van de school. Dat is mogelijk bij ernstige gedragsproblemen of bij een herhaling van incidenten, als die de gang van zaken op school ernstig verstoren of de veiligheid van leerlingen of personeel in gevaar brengen.13 Als een verwijderingsprocedure is begonnen, kan de school de betreffende leerling schorsen.14
12
Voor meer informatie over schorsing: zie het protocol ‘Schorsing en verwijdering’ op de Magister Webportal. 13 Zie het protocol ‘Schorsing en verwijdering’ op de Magister Webportal. 14 Zie paragraaf 5.2. 34
De school mag een leerling in de loop van het schooljaar niet verwijderen op grond van onvoldoende resultaten, tenzij vooraf schriftelijk anders is vastgelegd. Heeft het bevoegd gezag besloten een leerling te verwijderen, dan mag hij pas worden uitgeschreven, wanneer hij op een andere school is ingeschreven of van de leerplicht is vrijgesteld.
35
6. Privacy Op verschillende plaatsen op het schoolterrein is cameratoezicht.
6.1 Leerlingenregistratie De school registreert van alle leerlingen de relevante gegevens. Deze komen te staan in Magister, de leerlingenadministratie van de school. Die gegevens dienen correct en actueel te zijn. Ouders en leerlingen zijn verplicht wijzigingen door te geven aan de school. Het leerlingenregister is op school alleen toegankelijk voor wie daartoe door de directie is gemachtigd. Zo’n machtiging moet altijd in het belang van de leerling zijn. De school verstrekt geen gegevens uit het leerlingenregister aan derden, zonder daarvoor toestemming te hebben gekregen van de leerling of van de ouders/verzorgers. Ouders hebben te allen tijde het recht het leerlingdossier van hun kind in te zien. Leerlingen gaan van school af, omdat zij hun diploma hebben gehaald of omdat zij anderszins zijn uitgeschreven. Daarna bewaart de school de leerlinggegevens nog twee jaar. Daarna worden zij verwijderd en vernietigd, tenzij voor de school een langere termijn geldt op grond van een wettelijke bewaarplicht. De school bewaart wel de namen en adressen van de leerlingen, inclusief de gevolgde leerstroom en de schooljaren. Aan de hand hiervan kan de school bijvoorbeeld een reünie organiseren.
6.2 Beeld- en geluidsmateriaal Het is wettelijk verboden om beeldmateriaal te maken en openbaar te maken waarop personen herkenbaar in beeld komen. Tenzij de betreffende personen daarvoor toestemming hebben gegeven. Hetzelfde geldt voor het opnemen van geluidsmateriaal. 36
Op school worden regelmatig foto’s en films gemaakt van activiteiten waarbij leerlingen betrokken zijn. Om redenen van geloof en/of privacy kan dit bij een aantal leerlingen en hun ouders op bezwaren stuiten. Dat kunnen zij schriftelijk kenbaar maken aan het begin van het schooljaar.15
6.3 Kluisjes De school zorgt ervoor dat voor elke leerling een kluisje beschikbaar is. Een kluisje is eigendom van de school. De leerling mag het onder voorwaarden gebruiken. Hij blijft verantwoordelijk voor zijn eigen kluisje. In sommige situaties is de school bevoegd om onaangekondigd een kluiscontrole te doen. Ook de inhoud van hun schooltassen dienen leerlingen te laten controleren indien er een vermoeden is van verboden zaken. Worden die inderdaad geconstateerd, dan doet de school aangifte bij de politie.
6.4 Ongewenste intimiteiten Het kan zijn dat een leerling zich gekwetst voelt door een ongewenste benadering of ongewenste intimiteit van medeleerlingen of personeelsleden. In zo’n geval kan hij zich wenden tot de mentor of een vertrouwenspersoon binnen de school. De namen van de vertrouwenspersonen binnen de school staan op hetstreek.nl in de digitale folder Als het niet meer veilig voelt … Het Streek hanteert de Klachtenregeling ongewenst gedrag. Deze is te vinden via de homepage van de website onder ‘Wie zijn wij?’ en vervolgens ‘Regelingen’.
15
Mocht een leerling of een ouder bezwaar hebben tegen bijvoorbeeld een foto op de website, dan kan hij contact opnemen met de teamleider en kan de foto weggehaald worden. 37
6.5 Netwerkbeheer De systeembeheerders scannen regelmatig het netwerk voor beheersdoeleinden. Daarnaast houden zij van het netwerkverkeer een digitaal logboek bij.
38
7. Inspraak 7.1 Leerlingenraad De leerlingen kiezen uit een aantal van hun medeleerlingen de leden van de leerlingenraad. Die behartigt de gezamenlijke belangen van de leerlingen in schoolzaken. De leerlingenraad kan het managementteam adviseren. De directie kan de raad raadplegen over zaken die voor de leerlingen van belang zijn. De rechten en plichten van de leerlingenraad zijn door de raad vastgelegd in een huishoudelijk reglement. De leerlingenraad moet naar behoren kunnen functioneren. De school ondersteunt de raad daarin met faciliteiten. De raad beschikt zo mogelijk over een eigen ruimte en in ieder geval over een afsluitbare kast. Activiteiten van de leerlingenraad kunnen ook tijdens de lesuren plaatsvinden. Dan moet de directie daarvoor toestemming hebben gegeven. De begeleiding van de leerlingenraad is in handen van één of twee personeelsleden. Deze zorgt/zorgen voor de genoemde faciliteiten.
7.2 Medezeggenschapsraad Leerlingen zijn op Het Streek ook vertegenwoordigd in de medezeggenschapsraad. Hoe zij daarin gekozen worden, legt het bevoegd gezag vast in het medezeggenschapsreglement. Daarin staan ook regels over hun rechten en plichten in deze raad.
39
8. Vrijheid van meningsuiting en vergadering 8.1 Algemeen Binnen Het Streek geldt vrijheid van meningsuiting voor iedereen. Iedereen moet die ook respecteren. Een leerling of personeelslid mag zijn of haar mening uiten. Op één voorwaarde: die mening mag niet kwetsend, discriminerend, onzedelijk of beledigend zijn. Bij het uiten van zijn mening houdt een leerling of personeelslid rekening met de christelijke identiteit van de school.
8.2 Schoolkrant De school stelt de middelen ter beschikking die nodig zijn voor de productie van een schoolkrant. Een docent begeleidt de leerlingen die de schoolkrant maken. Hij houdt toezicht op de inhoud ervan. Artikelen worden niet in de schoolkrant geplaatst als zij discriminerend, kwetsend, beledigend of strijdig zijn met de identiteit van de school.
8.3 Aanplakborden De leerlingenraad en de leerlingenvereniging hebben het recht om mededelingen over hun activiteiten te publiceren. Dat gebeurt op een plaats die het managementteam heeft aangewezen. Een individuele leerling of een instantie van buiten de school heeft vooraf toestemming nodig als hij van een publicatiebord gebruik wil maken.
8.4 Bijeenkomsten Voor de oprichting van een schoolclub of een leerlingenorganisatie is toestemming van de directie nodig. Alle bijeenkomsten van leerlingen die 40
vanwege de school worden georganiseerd, staan onder toezicht en verantwoording van een of meer docenten. De directie aanvaart geen verantwoording over bijeenkomsten van leerlingen die niet vanwege de school zijn georganiseerd. Als leerlingen gebruikmaken van een ruimte die de school ter beschikking heeft gesteld, zijn zij verplicht deze ruimte op behoorlijke wijze achter te laten. Voor eventuele schade zijn de leerlingen aansprakelijk.
9. Vrijheid van uiterlijk De leerlingen hebben het recht zich te kleden naar eigen smaak of overtuiging. Daarbij houden zij rekening met de regels van fatsoen, passend bij de Nederlandse cultuur. Het managementteam kan hiertoe regels opstellen. Het is niet toegestaan kleding, tassen etc. te voorzien van teksten of symbolen die anderen kunnen kwetsen in hun overtuiging of aard. Het kan voorkomen dat onderwijs wordt gegeven in een situatie met een veiligheidsrisico. Dan kan de docent aangeven, dat aangepaste kleding vereist is. Het managementteam kan maatregelen nemen als leerlingen zich niet aan deze regels houden.
41
10. Geschillen Indien tussen personen in de school een geschil ontstaat over toepassing van dit leerlingenstatuut zal het managementteam proberen dit geschil op te lossen. Als blijkt dat op die manier het geschil niet redelijkerwijs kan worden opgelost, roept het bevoegd gezag een geschillencommissie in het leven. Die bestaat uit twee leerlingen/ouders uit de medezeggenschapsraad, twee personeelsleden en een voorzitter. De voorzitter behoort niet tot de leerlingen/ouders of de personeelsleden. Het geschil wordt schriftelijk voorgelegd aan deze commissie. Deze hoort beide partijen en brengt binnen vier weken schriftelijk advies uit aan het bevoegd gezag. Binnen twee weken na de ontvangst van het advies doet het bevoegd gezag uitspraak in het geschil.
11. Onvolledigheid In gevallen waarin dit statuut niet voorziet, beslist het bevoegd gezag.
42
LEERLINGENSTATUUT juli 2015
hetstreek.nl
Ondernemende school, een goede basis voor een succesvolle toekomst!
hetstreek.nl