Locatie:
Bovenbuurtweg 1, 6717 XA Ede Tel.: 0318 – 632 505
[email protected]
Locatie:
Zandlaan 25, 6717 LN Ede Tel.: 0318 – 477 100
[email protected]
KLACHTENREGELING ONGEWENST GEDRAG
hetstreek.nl
Ondernemende school, een goede basis voor een succesvolle toekomst!
hetstreek.nl
Klachtenregeling Ongewenst Gedrag CSG Het Streek te Ede
Vastgesteld door het bevoegd gezag op 2 maart 2010, na instemming van de GMR op 16 februari 2010. Ingangsdatum van deze regeling: 1 april 2010. Deze regeling is op 31 mei 2012 geëvalueerd met de interne vertrouwenspersonen en daarna opnieuw vastgesteld door het bevoegd gezag. De regeling is op 4 juni 2015 gewijzigd, de externe klachtencommissie valt niet meer onder de Besturenraad, maar is aangesloten bij de Stichting Geschillencommissies Bijzonder Onderwijs (GCBO). De wijziging betreft alleen de naamgeving en adressering van de klachtencommissie.
Inhoudsopgave 1. Inleiding ………………………………………………………. 3 2. Begripsbepalingen …………………………………………... 4 3. Behandeling van formele klachten ………………………… 5 3.1 de vertrouwenspersoon 3.2 de klachtencommissie 4. Afhandeling van formele klachten …………………………. 9 5. Beroepsmogelijkheden ……………………………………... 9 6. Registratie van formele klachten …………………………... 10 7. Meldplicht en aangifteplicht ………………………………… 11 8. Slotbepalingen ……………………………………………….. 12
2
1 Inleiding Het Streek is een christelijke ontmoetingsschool. Het onderwijs op Het Streek heeft oog en respect voor diversiteit onder leerlingen en personeel. Het Streek wil goed onderwijs geven in een veilige omgeving. Zowel leerlingen als personeelsleden moeten zich op school veilig voelen. Daarvoor zijn gedragsregels en schoolregels opgesteld, die in het leerlingenstatuut en de schoolgids zijn vastgelegd. Ondanks deze gedragsregels kan er overal en altijd ongewenst gedrag voorkomen. Ongewenst gedrag is gedrag waarbij verbaal of non-verbaal, fysiek of digitaal de persoonlijke integriteit van de ander wordt aangetast. Dit kan door pesterijen, discriminatie, seksuele intimidatie, racisme, agressie of geweld. Dit gedrag wordt niet getolereerd. Wanneer leerlingen het slachtoffer zijn van ongewenst gedrag, kunnen ze dit melden bij hun mentor of teamleider of ze kunnen naar de interne vertrouwenspersoon gaan. Personeelsleden kunnen naar hun leidinggevende gaan of naar een interne of externe vertrouwenspersoon. De vertrouwenspersonen bieden een luisterend oor, kunnen bemiddelend optreden en kunnen, in het uiterste geval, ook de weg wijzen bij het indienen van een formele klacht. In onderstaande Klachtenregeling Ongewenst Gedrag staan de procedures die gelden bij het indienen van een formele klacht bij het bevoegd gezag of bij de onafhankelijke klachtencommissie van de Stichting Geschillencommissies Bijzonder Onderwijs (Stichting GCBO). We hopen uiteraard dat de meerderheid van de klachten in gesprekken met mentor, leidinggevende, directie of vertrouwenspersonen kan worden opgelost. Alle medewerkers die werken bij een onderwijsinstelling hebben een meldplicht wanneer zij, uit eigen waarneming, het vermoeden of de wetenschap hebben dat een medewerker of vrijwilliger zich schuldig heeft gemaakt aan seksuele intimidatie, seksueel misbruik, fysiek geweld, psychisch geweld, discriminatie of radicalisering jegens minderjarige leerlingen. Zij moeten dit onmiddellijk melden bij het bevoegd gezag. Dit kan via hun direct leidinggevende of een vertrouwenspersoon of rechtstreeks. Het bevoegd gezag is verplicht de zaak te melden bij de vertrouwensinspecteur. In geval van (vermoedens van) strafbare feiten is het bevoegd gezag verplicht om aangifte te doen.
3
2 Begripsbepalingen Artikel 1: begrippen In deze regeling wordt verstaan onder: aangeklaagde: een (ex-)leerling, ouder/voogd/verzorger van een minderjarige (ex-)leerling, (een lid van) het personeel, (een lid van) de directie, (een lid van) het bevoegd gezag, een medewerker die werkzaamheden verricht voor de school, een bezoeker op school of een persoon die anderszins deel uitmaakt van de schoolgemeenschap, tegen wie een klacht is ingediend bevoegd gezag: Bestuur Stichting Christelijke Scholengemeenschap Het Streek te Ede, Postbus 460, 6710 BL Ede. bezoeker: iemand die op school komt of in de school is na een uitnodiging van een medewerker of na aanmelding bij de receptie; directie: de rector van locatie Bovenbuurtweg of de directeur van de locatie Zandlaan; formele klacht: een klacht, schriftelijk ingediend bij het bevoegd gezag of de klachtencommissie klacht: klacht over ongewenst gedrag, ingediend bij een mentor, vertrouwenspersoon, een leidinggevende of de directie; klachtencommissie: de Stichting Geschillen Commissies Bijzonder Onderwijs (Stichting GCBO), Postbus 82324, 2508 EH Den Haag; klager: een (ex-)leerling, een ouder/voogd/verzorger van een minderjarige (ex-)leerling, (een lid van) het personeel, (een lid van) de directie of een vrijwilliger/medewerker die werkzaamheden verricht voor de school, alsmede een persoon die anderszins deel uitmaakt van de schoolgemeenschap zoals stagiair of leraar in opleiding, die een (formele) klacht heeft ingediend; medewerker: iemand die werkzaamheden verricht voor de school, dit kan zowel een personeelslid zijn als een vrijwilliger, een externe surveillant, een stagiair(e) of een door school ingehuurde derde; medezeggenschapsraad: raad waarin leerlingen, ouders, onderwijsondersteunend personeel en docenten vertegenwoordigd zijn conform de Wet Medezeggenschap op Scholen; melder: degene die ongewenst gedrag kenbaar maakt aan de mentor, de leidinggevende, de directie, de vertrouwenspersoon of het bevoegd gezag. Dit kan, maar hoeft niet, degene te zijn die rechtstreeks door dit gedrag is getroffen; melding in het kader van de meldplicht: het ter kennis brengen van ongewenst gedrag van een medewerker jegens een minderjarige leerling van de school. Een melding kan, maar hoeft niet te leiden tot het in gang zetten van een formele klachtprocedure; leerlingenstatuut: een omschrijving van de rechten en plichten van een leerling; ongewenst gedrag, verbaal, non-verbaal, fysiek of digitaal of via iedere vorm van publicatie, kan zijn: • seksueel misbruik: alle seksuele handelingen die iemand gedwongen wordt uit te voeren, te ondergaan of getuige van te zijn, • seksuele intimidatie: ongewenst ervaren seksueel getinte aandacht, toenadering of verzoeken om seksuele gunsten of ander verbaal, non-verbaal of fysiek gedrag van seksuele aard; • agressie en geweld: pesten, psychisch of fysiek lastig vallen, bedreigen of aanvallen van anderen, uitoefenen van macht op anderen; • discriminatie/racisme: het in enigerlei vorm doen van uitspraken over, het verrichten van handelingen jegens of het nemen van beslissingen over personen, die beledigend zijn voor die personen vanwege hun ras, godsdienst, geslacht, levensovertuiging en/of seksuele geaardheid, dan wel het maken van enig onderscheid op basis van deze factoren. • radicalisering: het innemen en uiten van extreme standpunten personeelslid: iemand die in dienst is bij het bevoegd gezag en werkzaam is op de school; school: CSG Het Streek met twee locaties; schoolgids: gids met informatie over de school; stagiair: iemand die nog in opleiding is en op school aanwezig is om praktijkervaring op te doen; teamleider: lid van het managementteam van de school, belast met het leidinggeven aan een (kern)team en de coördinatie van algemene, organisatorische en onderwijskundige zaken. vertrouwensinspecteur: een inspecteur belast met de behandeling van klachten of meldingen over ongewenst gedrag en begeleiding en/of advisering van het bevoegd gezag hierin; vertrouwenspersoon: een persoon als bedoeld in 3.1; vrijwilliger: iemand die onbezoldigd werkzaamheden verricht op school. 4
3 Behandeling van de formele klachten 3.1 De vertrouwenspersoon Artikel 2 Aanstelling en taak interne vertrouwenspersoon (m/v) 1. Op beide locaties zijn twee vertrouwenspersonen: bij voorkeur een vrouwelijke en een mannelijke. Een interne vertrouwenspersoon is in dienst van de school; een directielid of teamleider kan niet ook vertrouwenspersoon zijn. 2. Het bevoegd gezag benoemt, schorst en ontslaat de interne vertrouwenspersoon. 3. De interne vertrouwenspersoon is aanspreekpunt voor een klager bij meldingen of klachten over ongewenst gedrag. 4. De vertrouwenspersoon zorgt eventueel voor opvang van de klager en gaat na of door bemiddeling een oplossing kan worden bereikt. 5. De interne vertrouwenspersoon verwijst de klager, indien en voorzover noodzakelijk of wenselijk, naar andere instanties die gespecialiseerd zijn in opvang en nazorg. 6. De interne vertrouwenspersoon gaat na of een gebeurtenis aanleiding geeft tot het indienen van een formele klacht bij het bevoegd gezag of de klachtencommissie. Hij begeleidt de klager desgewenst bij de verdere procedure en verleent desgewenst bijstand bij het doen van aangifte bij politie of justitie. 7. De interne vertrouwenspersoon geeft gevraagd of ongevraagd advies aan de directie en het bevoegd gezag aangaande gebeurtenissen betreffende ongewenst gedrag. 8. De interne vertrouwenspersoon neemt bij zijn werkzaamheden de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht in het belang van de klager en de aangeklaagde. Voordat andere personen ingeschakeld worden, wordt de klager geinformeerd over welke informatie aan wie verstrekt wordt en met welk doel. De vertrouwenspersoon is verder verplicht tot geheimhouding van alle zaken die hij in die hoedanigheid verneemt, ook nadat betrokkene zijn taak als vertrouwenspersoon heeft beëindigd. De vertrouwenspersoon draagt in dat geval zijn dossiers over aan zijn opvolger. De genoemde geheimhouding geldt niet bij vragen van justitie. 9. De interne vertrouwenspersoon legt van elke melding en behandelde klacht een dossier aan. In het kader van de Wet Bescherming Persoonsgegevens worden alleen zaken geregistreerd die noodzakelijk zijn voor een correcte klachtbehandeling. Uit het dossier mag geen informatie aan derden worden verstrekt dan na toestemming van betrokkene(n). Omdat de dossiers vertrouwelijke informatie bevatten worden ze op school in een afgesloten kast opgeborgen. (zie ook art. 13) 10. De interne vertrouwenspersoon brengt jaarlijks schriftelijk verslag uit aan het bevoegd gezag. In dit verslag staat kort de aard en de omvang van de door hem afgehandelde zaken en de bereikte resultaten. In dit verslag staan geen namen, alleen de gebeurtenissen met het aantal en tevens de vermelding of er sprake is geweest van een formele klacht. (zie ook art. 13) Artikel 3 Aanstelling en taak externe vertrouwenspersoon (m/v) 1. CSG Het Streek heeft één externe vertrouwenspersoon voor ongewenst gedrag. De externe vertrouwenspersoon behoort niet tot het personeel van de school. Een klager kan zich desgewenst tot de externe vertrouwenspersoon wenden met een melding of een klacht over ongewenst gedrag. 2. Het bevoegd gezag benoemt, schorst en ontslaat de externe vertrouwenspersoon. 3. De externe vertrouwenspersoon gaat allereerst na of er door bemiddeling een oplossing kan worden bereikt. De externe vertrouwenspersoon gaat na of de gebeurtenis aanleiding geeft tot het indienen van een formele klacht. Hij begeleidt 5
de klager desgewenst bij de verdere procedure en verleent desgewenst bijstand bij het doen van aangifte bij politie of justitie. 4. De externe vertrouwenspersoon neemt bij zijn werkzaamheden de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht in het belang van de klager en de aangeklaagde. Voordat andere personen ingeschakeld worden, wordt de klager geinformeerd over welke informatie aan wie verstrekt wordt en met welk doel. De externe vertrouwenspersoon is verplicht tot geheimhouding van alle zaken die hij in die hoedanigheid verneemt. Deze plicht vervalt niet nadat betrokkene zijn taak als vertrouwenspersoon heeft beëindigd. 5. De externe vertrouwenspersoon brengt jaarlijks aan het bevoegd gezag een kort schriftelijk verslag uit over zijn werkzaamheden en de bereikte resultaten. In dit verslag staan geen namen, alleen de gebeurtenissen met het aantal en tevens de vermelding of er sprake is geweest van een formele klacht.(zie ook art. 13) 3.2 De klachtencommissie Artikel 4 Instelling en taken klachtencommissie 1. CSG Het Streek is aangesloten bij de Stichting Geschillen Commissies Bijzonder Onderwijs (Stichting GCBO), Postbus 82324, 2508 EH Den Haag. 2. De klachtencommissie geeft advies aan het bevoegd gezag over: a. (on)gegrondheid van de formele klacht; b. het nemen van maatregelen; c. overige door het bevoegd gezag te nemen besluiten. 3. De klachtencommissie neemt, ter bescherming van de belangen van alle direct betrokkenen, de grootst mogelijke zorgvuldigheid in acht bij de behandeling van een klacht. De leden van de klachtencommissie zijn verplicht tot geheimhouding van alle zaken die zij in die hoedanigheid vernemen. Deze plicht vervalt niet nadat betrokkene zijn taak als lid van de klachtencommissie heeft beëindigd. Artikel 5 Indienen van een formele klacht 1. De klager dient de formele klacht schriftelijk in bij: a. het bevoegd gezag; of b. de landelijke klachtencommissie. 2. De formele klacht dient binnen een jaar na de gedraging of beslissing te worden ingediend, tenzij de klachtencommissie anders beslist. 3. Indien de klacht bij het bevoegd gezag wordt ingediend, verwijst het bevoegd gezag de klager naar de vertrouwenspersoon of klachtencommissie, tenzij toepassing wordt gegeven aan het vierde lid. 4. Het bevoegd gezag kan de klacht zelf afhandelen indien hij van mening is dat de klacht op een eenvoudige wijze kan worden afgehandeld. Het bevoegd gezag meldt een dergelijke afhandeling aan de directie van de betrokken school en op verzoek van de klager aan de klachtencommissie. 5. Indien de formele klacht wordt ingediend bij een ander orgaan dan de in het eerste lid genoemde, dan verwijst de ontvanger de klager direct door naar het bevoegd gezag of de klachtencommissie. De ontvanger is tot geheimhouding verplicht. 6. Op de ingediende formele klacht wordt de datum van ontvangst aangetekend. 7. Het bevoegd gezag deelt de directie van de betrokken school schriftelijk mee dat er een formele klacht wordt onderzocht door de klachtencommissie of door het bevoegd gezag zelf. 8. Klager en aangeklaagde kunnen zich laten bijstaan of laten vertegenwoordigen door een gemachtigde. Artikel 6 Inhoud van de formele klacht 6
1. De formele klacht wordt schriftelijk ingediend en ondertekend door de klager. 2. Van een mondeling ingediende klacht bij het bevoegd gezag wordt direct door het bevoegd gezag een verslag gemaakt, dat door de klager voor akkoord wordt ondertekend en waarvan hij een afschrift ontvangt. 3. De formele klacht bevat tenminste: a. de naam en het adres van de klager; b. de dagtekening; c. een omschrijving van de klacht. 4. Indien niet is voldaan aan het gestelde in het derde lid, wordt de klager in de gelegenheid gesteld het verzuim binnen twee weken te herstellen. Is ook dan nog niet voldaan aan het gestelde in het derde lid, dan kan de klacht niet-ontvankelijk worden verklaard. 5. Indien de klacht niet-ontvankelijk wordt verklaard wordt dit aan de klager, de aangeklaagde, het bevoegd gezag en de directie van de betrokken school bekend gemaakt. Artikel 7 Intrekken van de formele klacht Indien de klager tijdens de procedure bij de klachtencommissie de klacht intrekt, deelt de klachtencommissie dit aan de aangeklaagde, het bevoegd gezag en de directie van de betrokken school mee. Artikel 8 Vooronderzoek De klachtencommissie is in verband met de voorbereiding van de behandeling van de formele klacht bevoegd alle gewenste inlichtingen in te winnen. Zij kan daartoe deskundigen inschakelen en hen zo nodig uitnodigen voor de hoorzitting. Indien hieraan kosten zijn verbonden, is vooraf machtiging van het bevoegd gezag vereist. Artikel 9 Hoorzitting 1. De voorzitter van de klachtencommissie bepaalt plaats en tijdstip van de zitting waarin de klager en de aangeklaagde tijdens een niet-openbare vergadering in de gelegenheid worden gesteld te worden gehoord. De hoorzitting vindt plaats binnen vier weken na ontvangst van de formele klacht. 2. De klager en de aangeklaagde worden buiten elkaars aanwezigheid gehoord, tenzij de klachtencommissie anders bepaalt. 3. De klachtencommissie kan bepalen, al dan niet op verzoek van de klager of de aangeklaagde, dat de (interne of externe) vertrouwenspersoon bij het verhoor aanwezig is. 4. Van het horen van de klager kan worden afgezien indien de klager heeft verklaard geen gebruik te willen maken van het recht te worden gehoord. 5. Van de hoorzitting wordt een verslag gemaakt. Het verslag bevat: a. de namen en de functie van de aanwezigen; b. een zakelijke weergave van wat over en weer is gezegd. 6. Het verslag wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris van de klachtencommissie. Artikel 10 Advies 1. De klachtencommissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het advies.
7
2. De klachtencommissie rapporteert haar bevindingen schriftelijk aan het bevoegd gezag, binnen vier weken nadat de hoorzitting heeft plaatsgevonden. Deze termijn kan met vier weken worden verlengd. Deze verlenging meldt de klachtencommissie met redenen omkleed aan de klager, de aangeklaagde en het bevoegd gezag. 3. De klachtencommissie geeft in haar advies een gemotiveerd oordeel over het al dan niet gegrond zijn van de klacht en deelt dit oordeel schriftelijk mee aan de klager, de aangeklaagde en de directeur van de betrokken school. 4. De klachtencommissie kan in haar advies tevens een aanbeveling doen over de door het bevoegd gezag te treffen maatregelen. Artikel 11 Quorum Voor het houden van een zitting is vereist, dat tenminste twee leden van de klachtencommissie, waaronder de voorzitter, aanwezig zijn.
8
4 Afhandeling van formele klachten Artikel 12 Beslissing op advies 1. Binnen vier weken na ontvangst van het advies van de klachtencommissie deelt het bevoegd gezag aan de klager, de aangeklaagde, de directeur van de betrokken school en de klachtencommissie schriftelijk gemotiveerd mee of hij het oordeel over de gegrondheid van de formele klacht deelt en of hij naar aanleiding van dat oordeel maatregelen neemt en zo ja welke. De mededeling gaat vergezeld van het advies van de klachtencommissie en het verslag van de hoorzitting, tenzij zwaarwegende belangen zich daartegen verzetten. Het bevoegd gezag stuurt een afschrift aan de inspectie. 2. Deze termijn kan met ten hoogste vier weken worden verlengd. Deze verlenging meldt het bevoegd gezag met redenen omkleed aan de klager, de aangeklaagde en de klachtencommissie. 3. De beslissing als bedoeld in het eerste lid wordt door het bevoegd gezag niet genomen dan nadat de aangeklaagde in de gelegenheid is gesteld zich mondeling en/of schriftelijk te verweren tegen de door het bevoegd gezag voorgenomen beslissing. 4. Na de uitspraak van de klachtencommissie en de beslissing van het bevoegd gezag, worden de betrokkenen in de gelegenheid gesteld om in een afwikkelingsgesprek met het bevoegd gezag van gedachten te wisselen. In voorkomende gevallen zorgt het bevoegd gezag, in overleg met betrokkenen, voor rehabilitatie van klager en aangeklaagde en voor herstel van geschonden vertrouwen en/of het bevorderen van normale verhoudingen. 5. Het bevoegd gezag informeert in algemene zin de medezeggenschapsraad over gegrond verklaarde klachten en de hieruit voortvloeiende aanbeveling en beslissing.
5 Beroepsmogelijkheden Na afhandeling van een formele klacht en bekendmaking van de beslissing van het bevoegd gezag zijn de bezwaar- en klachtmogelijkheden uitgeput. Indien een klager het niet eens is met de beslissing van het bevoegd gezag is beroep mogelijk in het kader van de Algemene Wet Bestuursrecht. Dit juridische traject loopt via de rechtbank.
9
6 Registratie van klachten Artikel 13 Dossiervorming 1. Het bevoegd gezag is verantwoordelijk voor dossiervorming van de formele klachten die ingediend worden bij het bevoegd gezag of de klachtencommissie van de Stichting GCBO. Deze dossiers worden door het bevoegd gezag beheerd en tien jaar bewaard. 2. Iedere vertrouwenspersoon houdt een archief bij van de klachten en meldingen die bij hem binnenkomen en de afhandeling hiervan. Hiertoe kan gebruik gemaakt worden van vaste registratieformulieren, zoals te vinden op de site van het PPSI. Alle schriftelijke gegevens ter zake een klacht of een melding worden door de vertrouwenspersoon in een afgesloten kast bewaard. Digitale registratie wordt beveiligd met een wachtwoord. 3. Iedere vertrouwenspersoon houdt een anonieme registratie bij van de aard en omvang van de door hem afgehandelde zaken en de bereikte resultaten. Deze gegevens worden jaarlijks gerapporteerd aan het bevoegd gezag, zoals vermeld in artikel 2 en 3. 4. In de desbetreffende leerlingendossiers en de centraal bewaarde personeelsdossiers worden de incidenten en de evt. bijbehorende disciplinaire maatregelen die op school plaats vinden geregistreerd. In het leerlingenstatuut worden de verschillende typen incidenten met de te nemen sancties voor leerlingen vermeld. Een leerlingendossier wordt tot twee jaar na uitschrijving van de leerling bewaard en daarna vernietigd. Het centrale personeelsdossier wordt bewaard door het bevoegd gezag zolang het personeelslid aan de school verbonden is, doch minimaal tien jaar. Na het verstrijken van de wettelijk geldende verjaringstermijn wordt het personeelsdossier geschoond. 5. Bij digitaal bewaarde leerling- en personeelsdossiers is de toegang tot de informatie op de computer altijd beveiligd met een wachtwoord.
10
7 Meldplicht en aangifteplicht Artikel 14 Meldplicht 1. De medewerkers van Het Streek hebben een meldplicht wanneer zij, door eigen waarneming, een vermoeden of de wetenschap hebben dat een volwassene zich schuldig heeft gemaakt aan ongewenst gedrag jegens minderjarige leerlingen. Zij moeten dit onmiddellijk melden bij een vertrouwenspersoon of hun direct leidinggevende of rechtstreeks bij het bevoegd gezag. 2. Leidinggevenden en vertrouwenspersonen hebben de verplichting om meldingen, zoals in lid 1 genoemd, door te geven aan de directie en het bevoegd gezag. 3. Het bevoegd gezag is verplicht om de onder lid 1 en 2 genoemde zaken te melden bij de vertrouwensinspecteur. De vertrouwensinspecteur kan begeleiding en advies geven in de aanpak van het gesignaleerde ongewenste gedrag. 4. Wanneer er sprake is van strafbare feiten is het bevoegd gezag verplicht om aangifte of melding te doen bij de politie. Artikel 15 Aangifteplicht 1. Er is aangifteplicht voor het bevoegd gezag wat betreft (vermoedens van) zedendelicten. 2. Aangifte bij de politie van overige strafbare feiten is eveneens verplicht.
11
8 Slotbepalingen Artikel 16 Openbaarheid 1. Het bevoegd gezag legt deze regeling op elke school ter inzage. 2. Het bevoegd gezag zorgt voor vermelding van deze klachtenregeling en de meldplicht in de schoolgids en op de website van de school en geeft aan waar de integrale tekst te vinden is. 3. Het bevoegd gezag stelt alle belanghebbenden op de hoogte van de integrale tekst van deze klachtenregeling door publicatie op de website. Artikel 17 Evaluatie De regeling wordt twee jaar na inwerkingtreding door het bevoegd gezag en de vertrouwenspersonen geëvalueerd. Artikel 18 Wijziging van het reglement Deze regeling kan door het bevoegd gezag worden gewijzigd of ingetrokken, na overleg met de vertrouwenspersonen, met inachtneming van de vigerende bepalingen en met in achtneming van de bevoegdheden van de medezeggenschapsraad terzake. Artikel 19 Overige bepalingen 1. In gevallen waarin de regeling niet voorziet, beslist het bevoegd gezag. 2. Met het van kracht worden van deze Klachtenregeling Ongewenst Gedrag vervallen alle oude klachtenregelingen van CSG Het Streek. 3. Deze regeling treedt in werking op 1 april 2010.
12
Locatie:
Bovenbuurtweg 1, 6717 XA Ede Tel.: 0318 – 632 505
[email protected]
Locatie:
Zandlaan 25, 6717 LN Ede Tel.: 0318 – 477 100
[email protected]
KLACHTENREGELING ONGEWENST GEDRAG
hetstreek.nl
Ondernemende school, een goede basis voor een succesvolle toekomst!
hetstreek.nl