Leerlijn creativiteit De creativiteitsleerlijn van de opleiding wordt gevoed door de visie en ambities van Fontys, het werkveld, het Landelijk Overleg Communicatieopleidingen (LOCO), Fontys Economische Hogeschool Tilburg (FEHT) en de opleiding zelf. Fontys stelt in zijn kaderbrief innovatieve beroepsoefenaren op te leiden, die een bijdrage leveren aan de innovatiekracht van bedrijven en maatschappelijke instellingen. Expliciet wordt de ambitie uitgesproken de onderwijscurricula af te stemmen op de innovatiebehoefte van het werkveld. De opleiding staat in nauw contact met dit werkveld door werkveldcommissiebijeenkomsten, stageopdrachten, opdrachtgeverschap binnen de thematisch vormgegeven semesters, excursies en gastcolleges. Het werkveld geeft daarbij structureel aan grote behoefte te hebben aan de frisse denkkracht en creativiteit van communicatiestudenten. Kennelijk is deze wens er één die landelijk erkend wordt. Het LOCO heeft een competentie Creëren & Realiseren benoemd en beschreven. Deze competentie wordt door de opleiding onderschreven en gehanteerd. FEHT heeft creativiteit en innovatiekracht benoemd tot een belangrijk speerpunt in de ontwikkeling van zijn onderwijs. Hiertoe is op initiatief van twee creativiteitsdocenten van de opleiding communicatie een Creatoraat opgericht dat instituutsbreed in een meerjarenprogramma probeert studenten creatiever te maken. De opleiding Communicatie Tilburg zelf constateert dat de communicatiewereld steeds complexer wordt en met zo’n snelheid verandert dat de regels van vandaag morgen alweer achterhaald kunnen zijn. In deze dynamische omstandigheden beoogt de opleiding door te groeien naar een kenniscentrum op het gebied van Merken, Media en Mensen, waarbij creatieve conceptontwikkeling en media-‐innovatie een centrale rol spelen. Daarnaast gelooft de opleiding, hierdoor geruggesteund door het werkveld, in de combinatie van denken en doen. Het bedenken van strategieën en concepten wordt daarom gecombineerd met het ontwerpen en vervaardigen van middelen. Definiëring van Creativiteit Creativiteit is een containerbegrip dat vanuit vele invalshoeken bekeken kan worden. Er zijn met gemak meer dan honderd wetenschappelijke definities voor te vinden. Steeds terugkerende elementen in deze definities zijn dat het gaat om mentale processen die leiden tot originele ideeën met waarde. De opleiding werkt met de volgende definitie. Een proces waarbij je alleen of in teamverband naar inspiratie en inzichten zoekt, op basis hiervan ideeën bedenkt, deze ideeën beoordeelt op hun waarde, de meest waardevolle ideeën selecteert en deze ideeën combineert, verbetert en verrijkt tot een concept dat je omzet naar een prototype waar je van leert.
Er bestaat een sterke wisselwerking tussen de definitie en een aantal inhoudelijke wensen en uitgangspunten die wetenschappelijk onderbouwd zijn. De definitie stuurt deze wensen en uitgangspunten, maar is er nadrukkelijk ook het resultaat van. Inhoudelijk steunt de leerlijn op zes creatieve skills afkomstig uit de literatuur van Daniel Pink: empathy, symphony, story, design, play en meaning. Deze skills worden gecombineerd met de van IDEO (Kelley en Kelley)en d school (Stanford University) afkomstige design thinking methodiek, aangevuld met creatieve technieken van COCD, Von Oech en vele andere bronnen. De leerlijn heeft door deze combinatie van skills, technieken en methodieken uiteindelijk een uniek karakter. De opleiding hanteert voorts drie belangrijke uitgangspunten voor de opbouw van de leerlijn. 1. Het gaat om creativiteit in de professionele omgeving (Kauffman & Beghetto) 2. Ieder mens is creatief, maar heeft ook creatieve blokkades. Deze blokkades kunnen deels weggenomen worden door stapsgewijs creatief zelfvertrouwen (creative confidence) op te bouwen (o.a. Pink, Kelley en Kelley, Robinson). 3. Creativiteit is op zijn minst deels te leren. Kennis en oefening van creatieve vaardigheden, technieken en processen biedt de mogelijkheid de creativiteit te verhogen en biedt de mogelijkheid bij anderen de creativiteit te stimuleren. (o.a. De Bono, Von Oech) 4. Herhaalde oefening van creatieve vaardigheden, technieken en processen verhoogt de creativiteit. (o.a. Kelley en Kelley, Pink, Delnooz) Doelstelling De leerlijn creativiteit heeft de volgende einddoelstelling: De student kan in een snel veranderende wereld met zijn creativiteit een waardevolle bijdrage leveren aan de innovatiekracht en het probleemoplossende vermogen van bedrijven en maatschappelijke instellingen. Opbouw van de leerlijn De creativiteitsleerlijn is er in het Propedeusejaar op gericht de creative confidence van studenten op te bouwen, zodat zij zoveel mogelijk onbewust bekwaam worden. In semester 1 zit daarom een groot aantal onderwijseenheden waarbij studenten alleen of in teamverband één of meerdere losstaande, creatieve producten opleveren en publiceren. Het gaat hierbij om de volgende vakken. -‐ Creatief schrijven
-‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐ -‐
Beeld & Vorm Photoshop Video Magazine Journalistiek schrijven Indesign Blogging
In semester 2 wordt een vervolgstap gezet door studenten voor het eerst te vragen meerdere middelen te bedenken en ontwikkelen die samenhangen in een zelf bedacht creatief concept voor een echte opdrachtgever. De vakken die hiermee specifiek verband houden zijn: -‐ Crossmedia project. -‐ Publishing Het tussendoel voor jaar 1 kan als volgt geformuleerd worden: De student is er van overtuigd creatief te kunnen zijn, kan in zijn creatieve proces de basistechnieken hanteren en is in staat originele ideeën te ontwikkelen en uit te werken. In semester 3, creative advertising, wordt de stap gezet naar bewuste bekwaamheid. Er wordt ingezoomd op het creative process. Studenten krijgen theorie over creativiteit, creatieve processen, vaardigheden en technieken en conceptontwikkeling aangereikt en oefenen het proces in de met de Onderwijsprijs bekroonde Fehtex Game. Vakken die specifiek op creativiteit gericht zijn binnen dit semester: -‐ Creativity and Concepting -‐ Fehtex Day -‐ Copy & Concept -‐ Project marketingcommunicatie -‐ Gamification -‐ Onderzoek Semester 4 bouwt voort op de opgedane kennis en ervaring van semester 3. Via verschillende praktijkopdrachten wordt de creative confidence verder versterkt.. Vakken in semester 4 waarin deze oefeningen plaatsvinden: -‐ Publiekscampagnes -‐ Project Corporate communicatie -‐ Branding Het tussendoel voor jaar 2 kan als volgt geformuleerd worden:
De student is er van overtuigd creatief te kunnen zijn, kent de belangrijkste theorieën, vaardigheden en technieken op het gebied van creativiteit en is in staat deze voor het eigen creatieve proces in te zetten. In semester 5 vindt de stage plaats. De stage bestaat voor 50% uit meewerkactiviteiten en voor 50% uit het geven van communicatieadvies op basis van gedegen onderzoek. Beide stagecomponenten bieden studenten volop gelegenheid hun creatieve competenties te oefenen en te bewijzen in de beroepspraktijk. In de output zijn terug te vinden: -‐ Zelf geproduceerde concepten en middelen voortkomend uit de meeloopactiviteiten. -‐ Zelf geproduceerd concept en middelen in het strategische advies. In semester 6 kiest de student zelf een minor in binnen-‐ en buitenland. De tussendoelstelling voor jaar drie is als volgt geformuleerd: De student kan in een snel veranderende wereld met zijn creativiteit een eerste relevante en betekenisvolle bijdrage leveren aan de innovatiekracht en het probleemoplossende vermogen van bedrijven en maatschappelijke instellingen. In semester 7 wordt de student expliciet uitgedaagd zijn creativiteit te bewijzen (creative proof). Studenten wordt gevraagd relatief zelfstandig opdrachten te werven en deze zo uit te voeren dat er doordachte, onderbouwde, originele oplossingen gepresenteerd kunnen worden. Er zijn drie vakken waarbij dit specifiek gebeurt, of die ondersteunend werken: -‐ Spin Awards -‐ Bedrijfsproject -‐ Onderzoek In semester 8 wordt dit proces herhaald tijdens het afstuderen. Ook hier bewijst de student creatief te zijn door een zelf verworven praktijkopdracht zo uit te voeren dat er goed onderbouwde, originele oplossingen gepresenteerd worden. De output bevat een creatief concept en uitgewerkte middelen. Na semester 8 dient het einddoel bereikt te zijn. Toetsing van de leerlijn. De opleiding realiseert zich dat creativiteit lastig te toetsen is en dat toetsing van creativiteit de creativiteit juist kan belemmeren. Er wordt dan ook behoedzaam omgegaan met deze toetsing. Om deze reden is alleen voor de toetsing van theorie, kennis en proces in jaar twee, semester 3, een aparte toetscode voorzien. Er is behoefte om creativiteit ook in toetsingsprotocollen van assessments en het afstudeerproject op te nemen. De manier waarop dit zou moeten wordt onderzocht door een collega in het kader van een masterstudie Onderwijsinnovatie.
Professionalisering op de leerlijn De opleiding heeft een kartrekkende functie binnen het Creatoraat van de Hogeschool. Zodoende vindt voortdurend onderzoek plaats naar mogelijkheden om de creativiteit van studenten te verhogen. Creativiteitsliteratuur wordt voortdurend bestudeerd, congressen worden bezocht en uitwisseling met buitenlandse partners wordt gestimuleerd. Collega’s binnen het team delen hun visie op en kennis van creativiteit op structurele basis. Meer specifiek doet één collega onderzoek naar de toetsing van creativiteit en één collega onderzoek naar de rol van de instruerende docent bij de stimulering van creatieve proces bij studenten. Beide onderzoeken worden uitgevoerd in het kader van een masterstudie Onderwijsinnovatie. Aansluiting op andere leerlijnen. Aangezien de opleiding onderzoek voor inzichten en inspiratie als een belangrijk onderdeel van het creatieve proces beschouwt, wordt de leerlijn Onderzoek in alle fasen van de studie regelmatig gekruist. Bij de productie van middelen en de presentatie van campagnes, concepten en prototypen is er nauwe verwantschap met de leerlijn Taalvaardigheid. In jaar 4 van de opleiding trekken de leerlijnen Ondernemerschap en Creativiteit gezamenlijk op.