LEERKR ACHTEN MAP
Fotografie ©I
van Stas
2 R E V O S N E R O T EN ½
INHOUD
03
voorwoord
05
doelen
05
Wereldoriëntatie leerplan, Vlaams Verbond van het Katholiek Basisonderwijs, 1998.
10
Wereldoriëntatie leerplan, onderwijsecretariaat van de steden en gemeenten van de Vlaamse Gemeenschap vzw, 1998.
15 18
19 21
29
Introductie: Sint-Truiden nodigt je uit!
BIJLAGE: BRIEF VAN DE BURGEMEESTER
Exploratie: Op verkenning in Sint-Truiden
BIJLAGE: OPLOSSINGENSLEUTEL ZOEKOPDRACHTEN ONDERWEG
ZOOM 1: I
Geschiedenis
34
BIJLAGE: SPOREN VAN DE ROMEINEN IN SINT-TRUIDEN
36
BIJLAGE: OPLOSSINGENSLEUTEL INVULOEFENING
38
ZOOM 2:
@ Sint-Truiden
41
BIJLAGE: OPLOSSINGENSLEUTEL ZOOM 2 KEUZE 1
42
BIJLAGE: OPLOSSINGENSLEUTEL ZOOM 2 KEUZE 2
44
ZOOM 3: I
Sint-Truiden
46
BIJLAGE: BRIEVEN
57
BIJLAGE: BRONNENMATERIAAL
58 60
Synthese: Over 2 torens EN ½
BIJLAGE: OPLOSSINGENSLEUTEL
62
Feestactiviteit: Over 2 torens EN ½
64
BRONNENLIJST
©Sint-Truiden, 2008 Vormgeving www.brusatto.be
PAG
03
VOORWOORD
Beste juf, Beste meester,
Voor u ligt de werkmap van het geschiedenisboekje ‘Over twee torens en een halve’. Deze map kwam tot stand met steun van de stad Sint-Truiden, de Vlaamse Overheid en de service-clubs van Sint-Truiden. De werkmap richt zich op de derde graad van de lagere school. Omwille van de mogelijkheden tot tekstverwerking in het vijfde leerjaar kan de map best pas in het tweede semester gebruikt worden. De werkmap bevat twee delen, een leerkrachtenmap en invulfiches voor leerlingen. De leerkrachtenmap bevat de begeleidende teksten. Hierin vindt u de nagestreefde leerplandoelen terug en voorstellen naar mogelijke werkvormen. De bijlagen bevatten bijkomende informatie en oplossingensleutels. Het is een integraal onderwijsproject dat stapsgewijs wordt opgebouwd. Bij het doornemen van de leerkrachtenmap zal u zien dat we in een introductie op het thema Sint-Truiden, naast het motiveren van de leerlingen, de bij de leerlingen aanwezige voorkennis willen losmaken en hen willen stimuleren tot het stellen van eigen leervragen. In een volgende stap nemen we hen mee op exploratie in de stad. Een leerwandeling met veel actieve opdrachten zet hen aan tot brede waarneming, actieve exploratie en het zelfstandig zoeken van antwoorden op de eigen vragen. We stimuleren hier vooral de exploratieve ingesteldheid van leerlingen. Vanuit de opgedane waarnemingen wordt er vervolgens in de klas verder gewerkt. Een eerste analyse (zoom 1: I geschiedenis) focust op de historische aspecten van de ontwikkeling van de stad. Hierbij steunen we op het leerlingenboekje dat bij dit project meegeleverd wordt. In een tweede analyse (zoom 2: @ Sint-Truiden) komen de meer sociale, ruimtelijke en economische aspecten aan bod. Hierbij hoor de DVD “De 5 in Sint-Truiden”. In een derde analyse (zoom 3: I Sint-Truiden) koppelen we de opgedane ervaringen aan leergebiedoverschrijdende leerkansen en een muzische uitwerking. Het geheel wordt afgesloten met een synthese waarbij de opgedane inzichten met elkaar in verband worden gebracht. Uiteraard hoort bij een totaalproject, zoals er hier één voorligt, een feestelijke afsluiting waarbij de leerlingen naar buiten kunnen komen met hun werk.
PAG
04
VOORWOORD
De invulfiches voor de leerwandeling in de stad zetten aan tot zelfwerkzaamheid van de leerlingen en nemen bijna een hele dag in beslag (6 lestijden eventueel te spreiden over twee momenten). Indien dit voor de school moeilijk te organiseren is, is het altijd mogelijk deze leerwandeling in te korten of de leerwandeling zoals ze hier voorgesteld is te vervangen door een wandeling onder begeleiding van een stadsgids. Deze leerwandeling vormt de basis voor een verdere verwerking in de klas aan de hand van de opdrachten in de invulfiches. Er is ook telkens ruimte voorzien voor zelfsturing en zelfevaluatie. Als dusdanig sluit deze werking aan bij het competentieleren. We zijn ons er van bewust dat de grondige uitwerking van de werkmap vele lesuren in beslag zal nemen. Het blijft uiteraard de eigen keuze van de leerkracht of de school in welke mate men alle voorgestelde leerstappen doorloopt en uitwerkt. Ieder kan een eigen keuze maken uit de aangeboden activiteiten en leerkansen. Het is zeer goed mogelijk om bijvoorbeeld enkel “ ZOOM 1” i.v.m. de historische aspecten van de stad uit te werken met de leerlingen. We wensen alle leerlingen en hun begeleiders rijke ervaringen en veel plezier toe bij het doorlopen van dit project.
Marie-Huberte Massa auteur
Stad Sint-Truiden opdrachtgever Erfgoedcel Sint-Truiden Toerisme Sint-Truiden coördinatie
PAG
05
DOELEN
D o elen In het project ‘Over 2 torens en 1/2’ wordt de werkelijkheid in zijn meest complexe vorm benaderd. Deze benadering wil er een zijn van totaalperceptie en van niet categorisch denken. In dit project worden dan ook diverse competenties nagestreefd. Bij iedere activiteit wordt de nagestreefde competentie vermeld. Deze wordt onderbouwd met doelstellingen uit diverse leerplannen. Uiteraard staat het leerplan wereldoriëntatie centraal. Daarnaast echter komen zeker ook doelen van godsdienst, wiskunde, Nederlands schrijven, luisteren, spreken en lezen en muzische opvoeding ruim aan bod. Ook de vakoverschrijdende eindtermen zijn duidelijk aanwezig in dit project. Daar het leerplan wereldoriëntatie centraal staat, lichten we deze doelen nader toe. We maken hierbij het onderscheid tussen het leerplan van het VVKBaO en dat van het OVSG. LEER PL AN
Wereld o riëntati e leerplan, Vlaams Verbo nd van het K ath o li ek Basiso nderwijs, 1998. Mens & levensonderhoud 1.7 Kinderen zien in hoe een samenleving ervoor zorgt en zorgde dat aan de levensnoodzakelijke behoeften van zo veel mogelijk mensen voldaan wordt. Dat houdt in dat ze: - ervaren en uiten dat de gemeenschap (bv. de overheid) in onze samenleving zorgt voor: ziekenhuizen, tehuizen, thuisverzorging, wegen, water en energievoorzieningen, uitkeringen, onderwijs, gemeenschappelijk vervoer,.... - het nut en het belang van collectieve voorzieningen kunnen illustreren met voorbeelden uit hun leefwereld. 1.15 Kinderen ontdekken dat mensen en landen sterk afhankelijk zijn van elkaar voor hun levensonderhoud. Dat houdt in dat ze: - ervaren, vaststellen en uiten dat zowel volwassenen als kinderen voor hun levensnoodzakelijke behoeften (voeding, bescherming, veiligheid, gezondheid, ....) vaak afhankelijk zijn van andere mensen. Mens & zingeving 2.2 Kinderen zijn er zich van bewust dat veel mensen hun leven zin geven door hun geloof in een waardengeheel en/of in een persoonlijke God. Dat houdt in dat ze: - ervaren, vaststellen en uiten hoe mensen in hun dagelijks leven uitdrukking (ge)geven (hebben) aan hun geloof o.a. door symbolen, verhalen, kunst.
PAG
06
DOELEN
Mens & muzische 3.1 Kinderen zijn gevoelig voor en genieten van de muzisch expressie in hun omgeving. Dat houdt in dat ze: - de schoonheid van dingen die mensen maken (speelgoed, gebouwen, interieurs, muziek, schilderijen, toneel, dans, gebruiksvoorwerpen, audiovisuele producten....) opmerken en dit uiten. - Genieten van klank en rijm, van kunstwerken ... 3.2 Kinderen zijn zich bewust van de gevoelens die schoonheidservaringen bij hen oproepen en durven die uiten. Dat houdt in dat ze: - gevoelens van bewondering, verwondering, ontroering, trots, vreugde ... kunnen herkennen en laten blijken. - Nadenken over wat ze voelen als ze met iets moois worden geconfronteerd. 3.3 Kinderen merken verschillende schoonheidsaspecten op in hun omgeving. Dat houdt in dat ze: - aspecten als licht, ruimte, lijn, vorm, patroon, compositie, harmonie, kleur, authenticiteit, textuur, ritme ... kunnen herkennen. 3.4 Kinderen zien in dat verschillende mensen verschillende schoonheidscriteria hanteren. Dat houdt in dat ze: - ervaren, vaststellen en uiten dat iets mooi vinden gebonden is aan mode, stijl, trends, persoon, leeftijd, tijdgeest. 3.6 Kinderen combineren woord, beweging, beeld, drama, muziek, .... om de ervaringen rond een thema of project naar anderen te communiceren. Dat houdt in dat ze: - bij de voorstelling van een thema of project gebruik maken van een origineel projectboek, een zelfbedacht themalied, een rollenspel, een dans, een (foto)collage, een mimespel, een verhaal, een gedicht ..... 3.7 Kinderen vormen zich een eigen mening over allerlei kunstuitingen waarmee ze in contact komen. Dat houdt in dat ze: - openstaan voor nieuwe ervaringen en zich niet laten leiden door voorbarige oordelen en clichés in denken en voelen. - de boodschap achter een kunstwerk trachten te begrijpen. 3.10 Kinderen zien in dat mensen en gemeenschappen veel waarde hechten aan kunst. Dat houdt in dat ze: - vaststellen en uiten dat sommige kunstuitingen zo waardevol worden dat ze met zorg en respect worden bewaard, hersteld of vernieuwd.
PAG
07
DOELEN
Mens & medemens 4.1 Kinderen ontwikkelen een gedifferentieerd beeld van zichzelf. Dat houdt in dat ze: - kunnen inschatten welke taken ze aankunnen en met welke taken ze het moeilijk hebben. 4.2 Kinderen ontwikkelen vertrouwen in eigen mogelijkheden. Dat houdt in dat ze: - doorzetten als ze taken uitvoeren - iets dat ze nog niet kunnen, zien als een uitdaging om bij te leren; 4.9 Kinderen kunnen leiding volgen of meewerken. Dat houdt in dat ze: - het leiderschap van een ander kind kunnen aanvaarden. - regels en afspraken kunnen nakomen. 4.10 Kinderen kunnen leiding geven. Dat houdt in dat ze: - een voorstel naar voren kunnen brengen. - verslag kunnen uitbrengen over een taakgroepje. - verantwoordelijkheid voor een groepstaak op zich nemen. 4.11 Kinderen kunnen anderen helpen door zich dienstbaar op te stellen. Dat houdt in dat ze: - anderen helpen bij het opruimen - bereid zijn eigen materiaal uit te lenen en/of te delen. 4.12 Kinderen kunnen hulp vragen en zorg aanvaarden. Dat houdt in dat ze: - op een beleefde manier iets kunnen vragen - dankbaarheid tonen tegenover iemand die hen helpt - zich laten helpen als ze iets niet kunnen 4.13 Kinderen kunnen constructief kritisch zijn. Dat houdt in dat ze: - onder woorden kunnen brengen wat ze in de eigen omgeving verkeerd vinden, zodat er over gesproken kan worden. Mens & samenleving 5.4 Kinderen beseffen dat ze in een multiculturele samenleving leven. Dat houdt in dat ze: - ervaren, vaststellen en uiten dat er binnen onze samenleving allerlei groepen van mensen leven met een verschillende levensstijl (bv. jeugd, migranten, arbeiders, religieuzen, ouderen, jetset).
PAG
08
DOELEN
5.12 Kinderen stellen vast dat in het bestuur van ons land een taakverdeling is, die overeenkomt met verschillende graden van macht of gezag. Dat houdt in dat ze: - met voorbeelden uit hun leefwereld kunnen illustreren dat sommige beslissingen worden genomen door de gemeenteraad, de provincieraad, de Vlaamse regering, de federale regering, de rechtbank ... Mens & natuur 7.10 Kinderen ontdekken en zien in dat veel mensen de aanwezigheid van planten en dieren in hun omgeving waarderen en/of beïnvloeden Dat houdt in dat ze: - vaststellen dat veel mensen zich goed voelen te midden van planten en dieren. 7.13 Kinderen maken een bewuste keuze voor het behoud van het leven in hun directe omgeving. Dat houdt in dat ze: - de aanwezigheid van planten en dieren in hun omgeving waarderen. - destructief gedrag tegenover dieren en planten vermijden en afkeuren. Mens & tijd 8.5 Kinderen ervaren en uiten dat hun leven een opeenvolging van gebeurtenissen is. Dat houdt in dat ze: - basisbegrippen en courante aanduidingen in verband met de dagelijkse tijd in hun juiste betekenis gebruiken. Begrippen als: - de datum, de jaartallen, een eeuw. - de tijdrekening , de eeuwenband. 8.10 Kinderen kunnen in de tijd ordenen en zowel hun eigen als de Europese geschiedenis in perioden indelen. 8.11 Kinderen kunnen de eeuwenband en een tijdband van de grotere perioden in de Europese geschiedenis functioneel gebruiken. Dat houdt in dat ze op de eeuwenband of tijdband: - een aantal belangrijke economische en sociale samenlevingsvormen, gebeurtenissen, objecten, figuren, gebouwen, fenomenen, .... kunnen situeren. Onder andere: • duidelijke historische elementen in hun omgeving • lokale historische figuren uit de politieke, religieuze, wetenschappelijke, kunst, ... • wereld voor zover ze hier voor ons van belang waren of zijn; 8.12 Kinderen zien in dat mensen, dieren, planten, objecten, opvattingen, structuren ... evolueren in de tijd. Dat houdt in dat ze: - met voorbeelden kunnen aantonen hoe dagelijkse gebruiksvoorwerpen, kleding, gebouwen in de tijd evolueren. - vaststellen en uiten dat mensen nu andere gewoonten en gebruiken hebben dan vroeger - een aannemelijke verklaring kunnen geven voor vastgestelde evoluties.
PAG
09
DOELEN
8.13 Kinderen zijn nieuwsgierig naar de historische ontwikkeling van planten, dieren, mensen, voorwerpen, systemen, actuele toestanden. Dat houdt in dat ze - vragen stellen bij en actief op zoek gaan naar de voorgeschiedenis van hedendaagse fenomenen als ontspanning en vrije tijd, arbeid, speelgoed, communicatie, samenlevingsvormen, feesten, woningbouw ... - overblijfselen van vroeger opsporen in hun omgeving. 8.14 Kinderen beseffen dat er naast een heden, ook een verleden en een toekomst zijn. Dat houdt in dat ze: - weten waarom een aantal gebouwen en plaatsen waaronder kastelen, hoeven, burchten, abdijen, kathedralen, stadhuizen, belforten ... historische waarde hebben. - kunnen uitleggen hoe allerlei factoren meespeelden bij de overgang van de ene historische periode naar de andere. - verwondering en waardering tonen voor de historische objecten, fenomenen,... 8.16 Kinderen beseffen dat kennis nemen van het verleden altijd gebeurt vanuit bronnen die vaak onvolledig of beperkt zijn. Dat houdt in dat ze inzien dat: - overblijfselen van vroeger onvolledig zijn en niet meer met zekerheid juist opnieuw samen te stellen zijn. - vaak slechts een onvolledig beeld kan worden geschetst van wat of hoe iets vroeger is geweest. Mens & ruimte 9.6 Kinderen kunnen een omgeving typeren als overwegend landelijk, stedelijk, toeristisch en /of industrieel. Dat houdt in dat ze: - het landelijk, stedelijk, toeristisch en/of industrieel karakter van de omgeving herkennen op basis van de aanwezigheid van akkers, fabrieken, winkels, huizen, een vijver, een kasteel ... - met eigen woorden kenmerken van een landelijke, stedelijke, toeristische of industriële omgeving kunnen opnoemen. 9.7 Kinderen zien in dat mensen vaak ruimten afbakenen en/of grenzen trekken. Dat houdt in dat ze: - Begrippen als wijk, gehucht, dorp, deelgemeente, fusiegemeente, stad, provincie correct kunnen hanteren; 9.9 Kinderen kunnen gebruik maken van diverse voorstellingen van de ruimte. Dat houdt in dat ze: - de voor hen bekende plaatsen kunnen terugvinden op een plattegrond, een luchtfoto. - plaatsen en gebeurtenissen waar ze kennis mee maken op een passende kaart kunnen opzoeken. - gebruik kunnen maken van legenden. 9.10 Kinderen kunnen plaatsen en gebeurtenissen waar ze kennis mee maken vlot op een passende kaart of plattegrond terugvinden. Dat houdt in dat ze een voorstelling in hun hoofd hebben van een aantal plattegronden en kaarten zodat ze: - in een praktische toepassingssituatie op de kaart van de eigen provincie vlot de eigen gemeente, de buurgemeenten, de provinciehoofdstad en enkele andere belangrijke plaatsen kunnen situeren.
PAG
10
DOELEN
9.20 Kinderen kunnen de te volgen reisweg uitstippelen, aan elkaar beschrijven en de afstand ervan berekenen. Dat houdt in dat ze: - de te volgen weg tussen twee plaatsen in de eigen omgeving kunnen beschrijven en aanduiden op een plattegrond. Overkoepelende doelen 0.1 Kinderen willen meer te weten komen over de wereld in al zijn dimensies, hier en elders, vroeger en nu. 0.2 Kinderen uiten hun verwondering over het goede, het mooie, het mysterieuze, het verrassende ... in de wereld. 0.3 Kinderen werken samen. Basisvaardigheden 0.9 Kinderen kunnen nauwkeurig waarnemen met al hun zintuigen. 0.12 Kinderen kunnen uit een aantal vaststellingen zelf conclusies trekken. 0.13 Kinderen kunnen informatiebronnen op een doeltreffende manier hanteren. 0.14 Kinderen kunnen verslag uitbrengen over hun bevindingen.
O NTWI KKELI N GSD O ELEN
LEERG EBI ED Wereld o riëntati e, M I N ISTERI E van de Vlaamse g emeenschap, D EPARTEM ENT O N D ERWIJS Domein natuur in de basisschool Levende natuur Onderzoekende houding 2. De leerlingen gebruiken al hun zintuigen bij het exploreren van de natuur 5. De leerlingen kunnen gericht waarnemen met al hun zintuigen en kunnen hun waarnemingen op verschillende manieren uitdrukken. 8. De leerlingen kunnen gericht waarnemen met al hun zintuigen en kunnen hun waarnemingen op een systematische wijze noteren. 11. De leerlingen kunnen op hun niveau verschillende informatiebronnen raadplegen om meer te weten te komen over de natuur. Biotoopstudie 31. De leerlingen stellen vast dat de invloed van de mens op de aanwezigheid van planten en dieren positief of negatief kan zijn. 33. De leerlingen kunnen illustreren dat de mens de aanwezigheid van planten en dieren in zijn omgeving beïnvloedt.
PAG
11
DOELEN
Milieu-educatie 6. De leerlingen tonen een houding van zorg en respect voor de natuur. 8. De leerlingen kunnen aangeven waarom het noodzakelijk is zorg te dragen voor voorwerpen, levende wezens en hun milieu. 10. De leerlingen kunnen een aantal gedragsregels die een positief effect hebben op de eigen leefomgeving opsommen en toepassen. Domein technologie in de basisschool Basisinzichten techniek 8. De leerlingen kunnen van courante voorwerpen uit hun omgeving zeggen uit welke materialen en grondstoffen ze gemaakt zijn. 31. De leerlingen leren effectief met informatica en informatieverwerking omgaan. 32. De leerlingen weten dat ze bepaalde voorschriften in acht moeten nemen bij het gebruik van technische toestellen. 33. De leerlingen zien het belang in van technologie voor hun dagelijks leven. Attitudes 1. De leerlingen brengen waardering op voor eenvoudige technieken in hun onmiddellijke omgeving. 2. De leerlingen brengen waardering op voor eenvoudige, inventieve technieken. 6. De leerlingen kunnen een waardeoordeel (ethisch, esthetisch, functioneel) over (eenvoudige) technieken en constructies uiten. 7. De leerlingen kunnen onderscheid maken tussen de functionaliteit en esthetische aspecten van technische constructies en voorwerpen. 8. De leerlingen brengen waardering op voor esthetische aspecten van technische constructies en voorwerpen. 9. De leerlingen kunnen een kritische oordeel vormen over technische constructies, voorwerpen en informatieverwerkende toepassingen. Ze kunnen hun oordeel toelichten; Domein mens in de basisschool 1.1 Bewustzijn van jezelf: weten wat je voelt, denkt en doet (zelfkennis) 4. De leerlingen drukken in een niet-conflictgeladen situatie eigen indrukken, gevoelens, verlangens, gedachten en waarderingen spontaan uit. 1.2 Jezelf in gevoelens, gedachten , bedoelingen van de andere(en) verplaatsen (‘perspectief nemen’) en hiermee (op cognitief niveau) rekening houden. 4. De leerlingen kunnen zich voorstellen wat de ander denkt, bedoelt en voelt. 7. De leerlingen kunnen een situatie, een handeling vanuit verschillende gezichtspunten bekijken en beoordelen. 9. De leerlingen kunnen rekening houden met het perspectief van de ander in de keuze van het eigen handelen.
PAG
12
DOELEN
1.3 Inzicht verwerven in sociale (probleem)situaties. 2. De leerlingen begrijpen dat samenwerken noodzakelijk kan zijn om een bepaald doel te bereiken. 4. De leerlingen kunnen in concrete situaties verschillende manieren van omgaan met elkaar herkennen en erover praten. 11. De leerlingen kunnen in concrete situaties verschillende manieren van omgaan met elkaar herkennen, erover praten en aangeven dat deze op elkaar inspelen. 2.1 Behulpzaam zijn: zorg opbrengen voor iets of iemand 1. Leerlingen zijn bereid materiaal uit te lenen. 3. De leerlingen kunnen spontaan anderen helpen. 2.2 Hulp durven vragen en zich laten helpen 1. De leerlingen durven iemands hulp inroepen. 2. De leerlingen kunnen zich laten helpen. 3. De leerlingen stellen op adequate wijze vragen. 5. De leerlingen waarderen verkregen hulp. 2.3 Respect en waardering opbrengen in de omgang met anderen 1. De leerlingen wachten hun beurt af. 2. De leerlingen kunnen een ander een deel van de beschikbare ruimte geven. 5. De leerlingen bieden de ander de mogelijkheid om te reageren zoals hij/zij het wil. 6. De leerlingen gaan op een spontane en respectvolle wijze om met leeftijdsgenoten. 7. De leerlingen kunnen voor een andere visie of mening waardering opbrengen en deze uiten. 2.4 Zich weerbaar opstellen naar leeftijdgenoten en volwassenen toe 2. De leerlingen kunnen en durven voor hun eigen meningen en wensen op een bereidbare en aanvaardbare wijze opkomen. 2.5 Kunnen leiding geven bij groepstaken 1. De leerlingen kunnen met steun van de leerkracht leiding geven. 2. De leerlingen kunnen in spel- of taaksituatie zeggen of tonen wat anderen moeten doen. 3. De leerlingen kunnen een initiatief voor een gespreksonderwerp of voor de oplossing van een probleem verwoorden. 4. De leerlingen kunnen verslag uitbrengen over een groepstaak. 5. De leerlingen kunnen de verantwoordelijkheid van een groepstaak op zich nemen;
PAG
13
DOELEN
2.6 Leiding volgen: meewerken onder leiding van een medeleerling 1.De leerlingen kunnen instemming tonen. 2.De leerlingen kunnen een opgelegde taak rustig uitvoeren. 3.De leerlingen kunnen een beperkt aantal regels en afspraken nakomen. 4.De leerlingen kunnen de leiding van een klasgenoot aanvaarden. 2.7 De leerlingen kunnen zich op een assertieve wijze voorstellen 1. De leerlingen durven in de klasgroep naar voren treden. 2. De leerlingen durven iets aan een gekende volwassene meedelen, vragen; 3. De leerlingen durven voor hun mening op een aanvaardbare wijze opkomen. 4. De leerlingen tonen in concrete situaties voldoende zelfvertrouwen, gebaseerd op kennis van het eigen kunnen. 5. De leerlingen geven blijk open te staan voor nieuwe, onbekende taken. 2.12 Kunnen samenwerken 6.De leerlingen kunnen de regels en de taakverdeling die in de groep afgesproken werden, naleven en controleren of de anderen dit ook doen. 8.De leerlingen kunnen overleggen naar aanleiding van een groepsopdracht. 10.De leerlingen herinneren anderen aan de bedoeling van het samenwerken. Ze geven blijk de intentionaliteit van de opdracht in gedachten te houden. Domein maatschappij in de basisschool 1.3 Diensten 18. De leerlingen weten dat er in een stad, gemeente belangrijke diensten zijn zoals politie, brandweer,... 19. De leerlingen weten dat er in een stad, gemeente plaatsen zijn waar diensten verstrekt worden en waar ze informatie kunnen verkrijgen. 20. De leerlingen weten dat er collectieve voorzieningen zijn waarvoor de overheid geheel of gedeeltelijk zorg draagt zoals bv. onderwijs 22. De leerlingen kunnen met een zelfgekozen voorbeeld het nut en het belang aangeven van een collectieve voorziening waarvoor de overheid geheel of gedeeltelijk zorg draagt. 2.2 Groepen & culturen 7. De leerlingen zijn zich ervan bewust dat ze in een maatschappij leven met mensen van andere nationaliteiten, volkeren of rassen; 3.4 Staathuishoudkunde 20.De leerlingen weten dat ons land verdeeld is in gemeenten, provincies ... 24.De leerlingen kunnen in grote lijnen de werking en de bevoegdheid toelichten van een gemeenteraad. 26.De leerlingen kunnen een aantal taken en bevoegdheden van een burgemeester omschrijven.
PAG
14
DOELEN
Domein tijd in de basisschool 41.De leerlingen kunnen in een kleine groep voor een welomschreven opdracht een taakverdeling en planning in de tijd opmaken. 49.De leerlingen kennen op hun niveau de kenmerken van bronnenmateriaal of kunnen deze achterhalen. 50.De leerlingen kunnen eenvoudige, aan hun niveau aangepaste bronnen raadplegen om meer te weten te komen over het leven van de mensen van vroeger. 51. De leerlingen kunnen aan de hand van eenvoudig aan hun niveau aangepast bronnenmateriaal, aspecten van het leven van mensen in een ander tijd reconstrueren en overeenkomsten en verschillen met het eigen leven aangeven. 52. De leerlingen kunnen aan de hand van een voorbeeld illustreren dat een actuele toestand die voor kinderen herkenbaar is, en die door de geschiedenis beïnvloed werd, vroeger anders was en in de loop der tijden evolueerde over situaties. 53. De leerlingen kunnen van een jaartal zeggen of het wel of niet thuishoort in de eeuw. 54. De leerlingen kunnen een jaartal op de eeuwenband aanduiden; 55. De leerlingen kunnen van een jaartal zeggen in welke eeuw die thuishoort. 56. De leerlingen kunnen jaartallen op een eeuwenband aanduiden. 57. De leerlingen kunnen duidelijke historische elementen situeren in de juiste tijdsperiode aan de hand van een tijdsband: gemeente. 59. De leerlingen kennen de grote periodes uit de geschiedenis. 63.De leerlingen betonen belangstelling voor het verleden, heden en toekomst, hier en elders. Domein ruimte in de basisschool 30. De leerlingen kunnen verschillen in landschappen en omgevingen door mensen ingericht verwoorden. 36. De leerlingen weten dat ze de zon gedurende de dag niet altijd op dezelfde plaats zien. 39. De leerlingen kunnen in een landschap gericht waarnemen en op een eenvoudige wijze onderzoeken waarom het er zo uitziet. 43. De leerlingen kunnen op een plattegrond van de eigen gemeente of stad de voor hen bekende plaatsen terugvinden. 44. De leerlingen kunnen aan elkaar in de eigen gemeente of stad een te volgen weg tussen twee plaatsen beschrijven en aanduiden op een plattegrond. 47. De leerlingen weten van de eigen woonplaats in welke provincie of gewest die ligt. 48. De leerlingen kunnen de begrippen dorp, deelgemeente, fusiegemeente en stad in de juiste context gebruiken. 60. De leerlingen kunnen plaatsen en gebeurtenissen waar ze kennis mee maken, lokaliseren op een in die context passende kaart.
PAG
15
Introductie: Sint-Truiden nodigt je uit! D o el van de activiteit Deze activiteit draagt bij tot de volgende competentie: Leerlingen kunnen openstaan voor en leergierig reageren op dingen die zich in de omgeving aandienen. Deze nagestreefde competentie steunt op onderliggende doelen. Leerlingen kunnen belangstelling tonen voor een uitnodiging om de stad te bezoeken. Leerlingen kunnen voorkennis over de stad Sint-Truiden oproepen. Leerlingen kunnen eigen leervragen in verband met Sint-Truiden formuleren. Leerlingen kunnen in onderling overleg taken verdelen voor de komende leerwandeling. Leerlingen kunnen in overleg tot afspraken komen i.v.m. gedrag tijdens de komende leerwandeling.
Opbo uw van de activiteit 1. Introductie In de klas wordt een brief of een mail bezorgd (zie bijlage pag. 18) en een pak. In de brief worden de leerlingen uitgenodigd om een bezoek te brengen aan de stad Sint-Truiden. Er wordt hen ook gevraagd zich wat te verdiepen in verschillende aspecten van de stad. De leerlingen worden eveneens uitgenodigd om na hun project rond Sint-Truiden (indien ze dit wensen) voorstellen in te dienen bij de kindergemeenteraad om de stad nog kindvriendelijker of leefbaarder te maken. In het pak zitten de nodige werkboekjes. Methodiek:
- De brief wordt geopend en voorgelezen - Klasgesprek
Vanwaar komt de brief (of mail)? Wie heeft hem verstuurd? Wat is zijn/haar functie? Wat doet hij/zij allemaal voor de stad? Waarom stuurt hij/zij nu deze brief ? Wat zou er in het pak zitten?
PAG
16
IntroductiE
2. Verruiming van het denkkader 2.1. Oproepen van voorkennis over Sint-Truiden (pag.2, opdracht 1 van de invulfiches) De werkboekjes worden uitgedeeld. De leerlingen vullen hun naam in. Methodiek:
Groepswerk per 4: brainstorm
Maak een woordspin rond het woord Sint-Truiden. Wat weet je al van deze stad? Klassikale bespreking. Op een grote flap worden de gegevens klassikaal verzameld. 2.2. Formuleren van eigen leervragen (pag.2, opdracht 2 van de invulfiches) Methodiek:
Individueel moment
Wat wil jij nog leren van of doen in verband met Sint-Truiden? Klassikaal inventariseren van leervragen. De leervragen kunnen reeds onopvallend geordend worden volgens de geplande activiteiten. 2.3. Toetsen van eigen leervragen aan de uitnodiging van de burgemeester (bijlage pag. 18) Methodiek:
Klasgesprek en aankondiging. Met de leerlingen wordt besproken wat wel of niet aan bod zal komen. Voor bepaalde eigen leervragen moet er misschien extra ruimte voorzien worden.
Komen onze vragen overeen met hetgeen de burgemeester in zijn brief voorstelt? Wat is de kindergemeenteraad? Wat gebeurt daar? Hoe kunnen we ons voorbereiden om zo goed mogelijk aan de vraag van de burgemeester te voldoen? Zijn onze leervragen hierop gericht? Wat gaan we wanneer doen? De leervragen die weerhouden worden, worden op een flap genoteerd en in de klas geafficheerd. Tijdens de volgende activiteiten wordt er herhaaldelijk naar de eigen leervragen van de leerlingen verwezen. 2.4. Voorbereiding leerwandeling In overleg met de leerlingen maakt de leerkracht de nodige afspraken. Vooraleer we morgen op pad gaan, is het goed enkele afspraken te maken zodat alles vlot kan verlopen. Opdracht en taakverdeling: De opdrachtenbladen voor de leerwandeling worden uit het werkboekje gehaald of apart uitgedeeld. Groepjes (best van 3 leerlingen) worden gevormd. Taken worden verdeeld.
PAG
17
IntroductiE
3. Afronding & koppeling aan het leerproces Het is belangrijk dat de leerlingen zich realiseren wat deze activiteit voor henzelf betekent. Daarom willen we hen hierbij expliciet laten stilstaan. Methodiek:
- Klasgesprek - Werkblad pag. 3
Welk gevoel roept de opdracht bij je op? Waar kijk je naar uit? Wat wil je zeker te weten komen? Wat wil je zeker doen? Zie je nog andere mogelijkheden om met dit onderwerp bezig te zijn?
PAG
18
IntroductiE
Bij lag e BRI EF VAN D E BU RG EM EESTER Beste kinderen ‘Sint-Truiden is een gezellige stad met vele beschermde monumenten en een uitgebreid religieus erfgoed. Daaraan besteden wij – terecht - veel zorg en aandacht. Ook andere vormen van kunst dragen wij een warm hart toe. Dat brengt immers sfeer in de stad. Oud en nieuw hand in hand? Het kan perfect. Sint-Truiden ligt in het centrum van fruitig Haspengouw. Je vindt er bloemrijke akkerranden, holle wegen, kleine en gezellige kerkdorpen, beschermde hoogstamboomgaarden, vernieuwde vesten en stadpark... Reden te over om er enkele dagen te komen genieten. Sint-Truiden is ook een evenementenstad.’ Met deze tekst uit de toeristische folder nodigen wij mensen van overal uit om een bezoekje te brengen aan Sint-Truiden: de stad waar we zo trots op zijn. We willen Sint-Truiden graag bekend maken bij zoveel mogelijk mensen. Brochures helpen daarbij, maar mond aan mondreclame is nog belangrijker. Daarvoor rekenen we op de inwoners van Sint-Truiden. We willen graag dat ze hun stad beter leren kennen en er terecht trots op zijn. Omdat jullie allen in Sint-Truiden naar school gaan, vinden we het ook belangrijk dat jullie hieraan je steentje kunnen bijdragen. Daarom nodigen wij de hele klas uit om tijdens een aantal activiteiten Sint-Truiden beter te leren kennen. Een bezoek aan de stad onder deskundige begeleiding van een gids zal het begin zijn van een boeiende en leerrijke ontdekkingstocht. Het boekje ‘over twee torens en een halve’ zal de leidraad voor jullie tocht zijn. Dit werd door aan aantal leerlingen van het Sint-Aloysiusinstituut geschreven en met steun van de Sint-Truidense serviceclubs uitgegeven. Tijdens deze activiteiten zullen jullie Sint-Truiden ongetwijfeld beter leren kennen. Maar misschien vinden jullie dat sommige dingen best nog kunnen veranderen of verbeteren. Dit willen we graag horen. Voorstellen of bemerkingen kunnen jullie indienen op het forum van de kinderraad. Dit forum is terug te vinden op www. jeugddienst-sint-truiden.be/kinderraad. De kinderraad zal alle opmerkingen en suggesties grondig overwegen en ter sprake brengen bij de politici van de stad. Wij zijn ervan overtuigd dat jullie samen met ons trots zullen zijn op onze stad. Wij zijn er ook van overtuigd dat jullie onze vraag naar suggesties ter harte zullen nemen. Zo kunnen we samen werken aan een stad waar het goed wonen is voor iedereen. Veel plezier met jullie ontdekkingstochten in Sint-Truiden! In opdracht: Jo Hendricx secretaris
Ludwig Vandenhove burgemeester
PAG
19
EXPLORATIE: Op verkenning in Sint-Truiden D o el van de activiteit Deze activiteit draagt bij tot de volgende competentie: Leerlingen kunnen een werkelijkheid zo breed mogelijk exploreren. Deze nagestreefde competentie steunt op onderliggende doelen: Leerlingen kunnen belangstelling tonen voor de omgeving. Leerlingen kunnen vanuit waarneming zich breed oriënteren op hun omgeving. Leerlingen kunnen uit vergelijkend waarnemen informatie halen. Leerlingen kunnen uit vergelijkend en nauwkeurig waarnemen leervragen formuleren. Leerlingen herkennen aanduidingen van de tijd in hun omgeving. Leerlingen kunnen aanduidingen in hun omgeving plaatsen in de tijd. Leerlingen tonen waardering voor historische overblijfselen. Leerlingen kunnen zich oriënteren in een stad. Leerlingen kunnen verschillende stadsfuncties waarnemen. Leerlingen kunnen natuuraspecten in een stad herkennen en duiden. Leerlingen kunnen met respect kennis nemen van religieuze beleving. Leerlingen kunnen uitdrukkingen van muzisch beleven waarderen. Leerlingen kunnen uitingen van economische activiteit waarnemen en duiden. Leerlingen kunnen aspecten van samenleven in een stad waarnemen.
Opbo uw van de activiteit De leerlingen beschikken ieder over een werkbundel met opdrachten. Deze bundel bevat enerzijds opdrachten per stopplaats (zie verder). Anderzijds zijn er doorlopende opdrachten die erop gericht zijn hen tot nauwkeurige en aandachtige waarneming te brengen. Bij alle opdrachten wordt er uitgegaan van de waarneming door de leerlingen. De taak van de begeleider bestaat erin de leerlingen te stimuleren tot aandachtig kijken, luisteren, voelen, ruiken en tasten. De leerlingen worden gestimuleerd tot het vormen van eigen ideeën en hypothesen over hun waarnemingen die dan later eventueel geduid en aangevuld kunnen worden. De uitgangsvragen zijn van volgende aard: Wat zie je? Als je dit vergelijkt, wat valt dan op? Wat zijn dingen die in het oog springen? Wat geeft jou hier informatie? ....... Vragen in de aard van: Wat is dit? Wat betekent dit? Hoe oud is ...? Hoe heet ...? zullen pas later aan bod komen en steeds gesteund zijn op wat door de leerlingen eerst is waargenomen aan de werkelijkheid. In deze tekst vindt u aanduidingen van de inhouden en inzichten die per stopplaats aan bod kunnen komen. Het is geenszins de bedoeling dat die als zodanig aan de leerlingen gedoceerd worden. Dit geeft enkel een aanduiding aan de begeleidende leerkracht in welke richting de waarneming van de leerlingen kan begeleid worden. Concrete opdrachten vindt u in de werkbundel. Leerlingen moeten aan het einde van de
PAG
20
EXPLORATIE
leerwandeling deze inhouden ook nog niet ‘kennen’. In de activiteiten die volgen zullen deze waarnemingen hernomen worden en verder uitgediept. Bijbehorende inzichten zullen in de loop van het project verder verworven worden. De leerlingen werken best in groepjes van drie samen. Eén leerling hanteert de kaart. Eén leerling fotografeert en één leerling noteert. De taken kunnen per stopplaats doorschuiven zodat alle leerlingen de kans krijgen de verschillende verantwoordelijkheden op te nemen. Op pag. 4 van de invulfiches wordt dit aan de leerlingen uitgelegd. Advies: Het is zeer zinvol als leerkracht op voorhand de wandeling eens te doorlopen aan de hand van de gestelde opdrachten en vragen. Tijdens de wandeling kan je ook best per stopplaats even de bevindingen van de leerlingen bespreken.
Hierbij vind je een stadsplannetje waarop het traject van de leerwandeling aangeduid wordt.
02
03
01
04
11 12
05 06
10 07
Plannetje van Sint-Truiden met aanduiding van het te volgen traject. De cijfers duiden de verschillende stopplaatsen aan. Met stippellijn wordt een mogelijke verkorting aangeduid.
08 09
PAG
21
EXPLORATIE
OplossingenSLEUTEL zoekopdrachten onderweg: Sint-Truiden in leuke details
1. Deurbel: Diesterstraat 1 (deur naast poort van de abdij) 2. Balkon in gietijzer: Diesterstraat 65 (schuin tegenover de Kazernevest) 3. Oude bakkerij: hoek Diesterstraat en Kazernevest (tip: kijk naar het raam) 4. Villa Orphee: Tiensevest 8 5. Vensteromlijsting: Stapelstraat 78 6. Deurklopper: Minderbroederstraat 6 (laatgotisch gebouw uit de 16e eeuw) 7. Achterkant gevel van de Minderbroederkerk
03.
01.
02.
04.
05.
06.
07.
PAG
22
EXPLORATIE
Vertrekpunt abdijplein & Diesterstraat 1
(pag. 7-8 in de invulfiches)
De gemaakte afspraken worden even herhaald. De groep maakt kennis met de gids. De groep kan veilig geplaatst worden op het plein voor de abdijtoren. Voor de waarneming van de abdijpoort (Diesterstraat 1) dient de straat overgestoken te worden. Tegenover de poort is er voldoende ruimte om leerlingen in groep even te laten stilstaan. Basisinzichten Waarnemingen: - abdijtoren: verschillende steensoorten,bouwfases, metselaarstekens - abdijkerk: jaartal, versieringen die door de tijd veel geleden hebben (kerk door brand verwoest in 1974) - poort abdij: deur voor de mensen, poort voor de karren, sluitsteen, fronton met verhaal Trudo, jaartal ≥ Je vindt in Sint-Truiden heel wat belangrijke en indrukwekkende historische overblijfselen. Ze leren ons heel wat over de geschiedenis van de stad. Waarnemingen: - aanleg plein voor de abdij: verweerde stenen, nieuwe stenen, jaartal - bescherming van het monument door verstevigingen - bescherming van het monument tegen vogels (gaas voor galmgaten) ≥ In de loop van de tijd zijn er heel wat gegevens verloren gegaan. Het is belangrijk dat we zorg dragen voor hetgeen ons nog rest. De stad Sint-Truiden maakt hier bewust werk van. Waarnemingen: - poort abdij: deur voor de mensen, poort voor de karren, sluitsteen, fronton met verhaal Trudo, jaartal - het abdijgebouw hoort nu bij een school - in het abdijgebouw zitten stadsdiensten - de academiezaal - duiven wonen in het abdijgebouw - toeristische functie van de stad ≥ Historische gebouwen en overblijfselen worden vandaag ook nog bewoond en gebruikt. Aanvullende informatie: - Romeinse dakpannen - Verhaal van Trudo en stichting van de stad
PAG
23
EXPLORATIE
Het Sint-Gangulfusplein
(pag. 9-11 in de invulfiches)
De groep kan veilig geplaatst worden voor de kerk. Het is belangrijk dat de leerlingen de kans krijgen de kerk vanuit verschillende hoeken te bekijken. Waarnemingen buiten: - de kerk is opgebouwd met verschillende steensoorten (wijst op lange bouwtijd en/of herstelling) - grootte van de kerk - vorm van toren en vensters - voor de kerk: buxus - voor de kerk moderne kunst: cultuurfunctie van de stad - pleintje: ontspanningsfunctie (hondenpoep) Oude gebouwen zijn soms opgeknapt zodat ze nu ook nog gebruikt worden. De aanleg van het pleintje rondom dit gebouw geeft in de stad een rustpunt voor de bewoners. Dit wordt versterkt door het aanbrengen van planten en kunst en door de vraag naar het respecteren van leefregels. Waarnemingen binnen: - grondplan - vorm van vensters (hoofdbeuk en zijbeuk) - plafond - vloer - muren met versieringen Historische gebouwen kunnen soms opgebouwd zijn in verschillende perioden. Iedere periode heeft haar eigen kenmerken. Aanvullende informatie: - romaanse stijl DE Kazernevest
(pag. 12 in de invulfiches)
De Kazernevest is verkeersvrij en veilig om leerlingen wat meer vrij te laten. Even wat aandacht voor het oversteken van de Toekomststraat en de kazernestraat. We houden eerst halt tussen de Toekomststraat en de Stapelstraat en wandelen dan over de vest verder richting Stapelstraat. Waarnemingen: - straatnaam: vest, kazerne, toekomst - moderne bouwstijl In een stad vind je verschillende straatnamen. Die namen verwijzen naar iets dat er in het verleden geweest is of wat er nu is. De mensen geven met de straatnamen betekenis aan hun stad. Naast historische gebouwen vind je in de stad ook heel wat woonhuizen. Zo vind je in een stad huizen uit verschillende perioden. Iedere periode heeft zo haar eigen kenmerken. Waarnemingen: - woonhuis uit een vroegere periode - wonen nu - administratief centrum, politierechtbank, vredegerecht
PAG
24
EXPLORATIE
Huizen uit vroegere tijden hadden nog een behoorlijke tuin in de stad. Bij hedendaagse woonvormen worden de tuinen steeds kleiner en wordt er ook vaak in appartementen gewoond. De beschikbare ruimte wordt kleiner. De groene ruimtes worden meer gemeenschappelijk. In een stad vind je ook allerlei gebouwen die deel uitmaken van diensten die de stad verleent of die dienen om administratieve taken uit te voeren. Soms kunnen deze functies terecht in oude gebouwen. Soms moet de stad daar speciaal voor bijbouwen. Sint-Maartenplein
(pag. 13-15 in de invulfiches)
We draaien de Stapelstraat in en wandelen tot voorbij de Sint Maartenkerk waar we veilig kunnen stoppen op het Sint-Maartenplein. Waarnemingen buiten: - winkelstraat - grootte van de kerk - vorm van toren en vensters - hekwerk rond de kerk - grafstenen aan buitenzijde van de kerk We zijn net door een drukke winkelstraat gelopen. In een stad vind je vele winkels. Dit zijn andere en meer gespecialiseerde winkels dan je in een dorp vindt. Deze kerk is groter dan de vorige. We zien heel wat dezelfde kenmerken aan het gebouw. Hieruit kunnen we afleiden dat deze kerk in een zelfde periode is gebouwd. Er zijn ook belangrijke verschillen. Hieruit blijkt dat er later nog heel wat toegevoegd is aan de kerk. Waarnemingen binnen: - grondplan - vorm van vensters (hoofdbeuk en zijbeuk) - plafond - vloer - muren met versieringen - oksaal of doksaal - koorgestoelte We vinden hier ook weer romaanse stijlkenmerken. Waarnemingen buiten op het kerkplein: - monument van de gesneuvelden - lindeboom: schors met littekens metalen versterkingen steunen tegen opensplijten opsleunen spankabels (duivennesten)
PAG
25
EXPLORATIE
Ook in de natuur vinden we monumenten. Oude bomen moeten ook verzorgd worden. Ze geven aan de stad een zekere sfeer en ontspanning. Een stad heeft verschillende periodes meegemaakt in haar geschiedenis. In een stad vinden we uit de verschillende belangrijke periodes herinneringen. Herinneringen uit een periode kunnen dingen uit die tijd zelf zijn of monumenten die mensen bewust gemaakt hebben om een bepaalde periode te herinneren. De Gootstraat (slechts indien er tijd genoeg is, pag. 16 in de invulfiches)
Waarnemingen: - huis op nummers 11 – 13 –15: 16e eeuws beschermd monument voorbeeld van houtbouw • doorlopende balken getuigen van vakwerkhuis • woonhuis • vrij steil dak • hoogte • restauratie - huis op nrs. 21 – 23 – 25: • woonhuis • minder steil dak • lager van structuur • versieringen • kleur • grotere bakstenen - één van de gebouwen heeft het teken van monumentenzorg In een stad vind je vele woonhuizen uit zeer verschillende perioden. Ieder periode heeft haar eigen stijl. Vroeger werkte men nogal eens met vakwerk omdat dit de huizen verstevigde. Vele oude huizen zijn in de loop van de tijd verdwenen. Daarom worden nu heel bewust monumenten beschermd om deze te bewaren voor het nageslacht. Deze huizen leren ons veel over hoe mensen vroeger leefden. Daar zoveel mogelijk over weten helpt ons ook onze eigen manier van leven nu beter te begrijpen. Tiensevest 25
(slechts indien er tijd genoeg is, pag. 17 in de invulfiches)
Huis ‘de zoutkist’, opgetrokken op de ruïnes van de voormalige zouttoren die deel uitmaakte van de vroegere stadsversterkingen (zout was vroeger het meest gebruikte bewaarmiddel voor voedingswaren). Waarnemingen: - gebouw van de Kunstkring - witte muur met sporen van tijd: • zwart: schimmelsporen (vocht) • groen: mos (vocht) • blauw: graffiti (zeer eigentijds gebruik van muuroppervlakken) • rood: stukgesprongen baksteen (verwering) • grijs: cement van noodzakelijke herstellingen
PAG
26
EXPLORATIE
We kunnen tijd aflezen aan jaartallen, stijlen en vormen. Maar er zijn in een stad ook veel kleinere aanduidingen dat de tijd verder gaat. De vorming van mos en schimmel laat zien dat er een hele tijd is overgegaan. Bakstenen die stukspringen en hersteld worden geven ook een tijdsverloop weer. Verder duidt de graffiti erop dat iedere tijd zijn eigen vormen heeft van uiten en vernielen. We wandelen terug in de andere richting, richting Minderbroederskerk
Waarneming: nieuw gebouw van de politie De stad vervult een aantal diensten. De politie zorgt voor veiligheid in de stad. Er is een nieuw modern gebouw opgericht om aan alle noden te kunnen voldoen. Tiensevest 8 (pag. 18 in de invulfiches)
Waarneming: Villa Orphée: - twee leeuwen (met naamplaat) - dubbelkoppige adelaar in fronton boven het venster (prinsbisdom Luik) - zeer veel ijzerwerk: • smeedwerken afsluiting en poort • smeedwerk in het torentje • smeedwerk in balkon • thermometer • muurankers • veranda • lantaarn - veel versieringen: • torentje • balkon • beeldhouwwerk boven de ramen • kleuren bakstenen • sluitstenen Villa Orphée is een herenhuis uit 1896 in neoclassicistisch stijl. In het huis is er zeer veel siersmeedwerk verwerkt. In de tijd dat dit huis gebouwd werd, leefde er in Sint-Truiden een eigen metaalindustrie. Het veelvuldig gebruik van metaal in de architectuur startte aan het einde van de 19de eeuw. Aanvankelijk werd metaal enkel aangewend in industriële constructies, daarna in openbare gebouwen om ten slotte het statussymbool te worden van de vooruitgang. Het gebruik van metaal liet ook iets zien van de politieke gezindheid van de eigenaars. De katholieken bouwden eerder traditioneel terwijl de liberale burgerij sneller koos voor vernieuwing in materiaalgebruik. Het gebruik van metaal was teken van welstand. De dubbelkoppige adelaar verwijst naar de stad Sint-Truiden. Dit komt in latere waarnemingen terug en wordt in de volgende les geduid.
Hier kan men de wandeling inkorten & onmiddellijk naar de Grote Markt gaan.
PAG
27
EXPLORATIE
HET MinderbroederSplein & DE MINDERBROEDERsstraat (pag. 19-20 in de invulfiches)
Waarnemingen buiten: verschillen en gelijkenissen met de vorige kerken: - groter - hogere vensters - geen toren - gevel met krullen - aangrenzend klooster - beeld van Franciscus Solanus, patroonheilige van de kerk - bouwjaar 1731 – 1735 Deze kerk werd gebouwd tussen 1731 en 1735. De voorgevel is monumentaal en steekt boven het kerkschip uit. De gevel is opgetrokken in de classicistische stijl. Deze gevel dateert van de herstelperiode na een bombardement dat in mei 1940 een groot deel van de kloostergebouwen en de kerk vernielde. In de rondboognis staat een beeld van Franciscus Solanus, patroonheilige van de kerk. De kerk is 100m lang, 16m breed en 24m hoog. Aan de kerk grenst een kloostercomplex. Aanvullende informatie: - Waarom heeft deze kerk geen toren? De kerken van bedelordes zoals de minderbroeders, clarissen en kapucijnen (allemaal aanwezig in Sint-Truiden) hebben geen toren uit nederigheid, armoede. Waarnemingen binnen: - versiering: in de kerk eerder sober, altaarstuk overdadig en met goud - hoge glasramen met figuren - biechtstoelen in rococostijl - deuren naar het klooster - orgel op oksaal en orgel in de kerk - corinthische zuilen Iedere kerk heeft een eigen stijl en een eigen sfeer. Door de hoge glasramen krijgt deze kerk een luchtige heldere sfeer. Het is goed dat leerlingen de verschillende sferen ondergaan en er voor zichzelf bij stilstaan. Aanvullende informatie: - kenmerken van de kerk - classicistische stijl - barokke stijl Bij het buitenkomen van de kerk draaien we naar rechts. Minderbroedersstraat
Waarnemingen: - kunstwerk met vogels op halve bollen - naam kunstenaar - tekst van Franciscus Her en der in de stad vind je uitingen van kunst. Dit fleurt de stad op en laat soms dingen vanuit een andere ooghoek zien. Het stemt soms tot nadenken. In de Capucinessenstraat kunnen we rechts binnen in de kloostertuin. Hier is nog een deel van de stadsmuren te zien. Afhankelijk van de beschikbare tijd kan men hier bij blijven stilstaan. Er zijn geen opdrachten voor voorzien.
PAG
28
EXPLORATIE
Capucienessenstraat: cultuurcentrum de bogaard (pag. 22 in de invulfiches)
Waarnemingen: - gebouw met zeer gekke vormen - vele niet functionele details maken het gebouw grappig en tot kunst op zich In de stad vind je ook zeer moderne gebouwen. Vaak is hier ernstig over nagedacht en heeft men in vele kleine details uiting willen geven aan originaliteit. Dit gebouw vervult binnen Sint-Truiden een belangrijke cultuurfunctie. Het gebouw is hiervan door zijn vormgeving en expressie een goede uiting. Luikerstraat
(indien er genoeg tijd is, pag. 23 in de invulfiches)
Waarnemingen: - ‘het appelmanneke’ - straatnummering Kunstuitingen in de stad (zie hierboven). De straatnamen hebben enige betekenis. Hier verwijst de straatnaam naar de richting waarin de straat ligt. De nummering gebeurt volgens een vast patroon. De laagste nummers liggen altijd het dichtst bij het centrum van de stad. De even nummers liggen links en de oneven rechts. Zo probeert men bij de stadsordening enige systematiek te handhaven. Deze straat is duidelijk een winkelstraat (handelsfunctie van de stad). ONZE-LIEVE-Vrouw ten Hemelopnemingkerk
(pag. 24-25 in de invulfiches)
Waarnemingen binnen: - grondplan - het orgel - de relikwieën van Sint-Trudo - oude glasramen - nieuwe glasramen - een retabel met het lijdensverhaal van Christus - de Onze-Lieve-Vrouwekapel - de zuilen - hoge spitsboogvensters - kruisbooggewelf Deze kerk is ongetwijfeld de opvallendste in Sint-Truiden. Door deze te vergelijken met de vorige kerken komen de leerlingen tot het ontdekken van bepaalde kenmerken. Pas later kunnen deze geduid worden. Het is een grote kerk in demergotiek. Hiervan zijn er heel wat kenmerken te zien. Deze kerk is ook sterk versierd met uiteenlopende dingen. Aanvullende informatie: - geschiedenis van de kerk - beschrijving van bepaalde details - gotiek
PAG
29
EXPLORATIE
Waarnemingen buiten: - hoge toren - gotische kenmerken - twee traptorentjes - spitsboogvensters - hoge vensters de Grote Markt met het stadhuis
(pag. 26-27 in de invulfiches)
Waarneming marktplein: - zeer groot - centraal staat stadhuis - aan de zijkant de O.L.Vrouw ten Hemelopnemingkerk - omgeven door veel horecazaken - vele historische gevels rondom Belangrijk is dat de leerlingen waarnemen dat het marktplein een centrale plaats inneemt in de stad. Dit is duidelijk een ontmoetingsplaats waar mensen elkaar treffen. Dit was vroeger niet anders. Doordat het marktplein zo groot is, zijn er ook allerlei activiteiten mogelijk. Aanvullende informatie - tweede grootste marktplein van België - hier kwamen vroeger belangrijke wegen samen Waarneming stadhuis: - twee delen : oudere toren en recenter stadhuis - de toren in lagen - perron met drielagig voetstuk en dubbelkoppige adelaar Aanvullende informatie: - derde deel van stadhuis dat niet te zien is (hal) - geschiedenis van het stadhuis Waarneming afbeelding stadhuis voor blinden: - tastelementen - brailletekst Ook mindervaliden maken van een stad en al haar functies gebruik. Daarom is het belangrijk dat we sommige voorzieningen daarop aanpassen. Nu is het voor blinden ook mogelijk om een belangrijk historisch gebouw te kunnen waarnemen. Waarneming voorgevel stadhuis: - dubbelkoppige adelaar is echt een symbool voor Sint-Truiden/Luik - streng, deftige opbouw - tekst in frontons (bestuur en volk van Sint-Truiden) Een stadhuis is vaak opgebouwd als statussymbool voor een stad. Iedere stad wil er een zo imposant mogelijk gebouw van maken. Dit heeft te maken met de uitstraling van een stad. Hier zetelt ook de belangrijkste burger van de stad: de burgemeester. We gaan nu rond het stadhuis en wandelen terug richting het plein aan de abdij. Bewonder nog even de mooie gevels op het plein. Vooral het huis op nummer 54 is de moeite waard. DIT IS HET EINDE VAN DE WANDELING!
PAG
30
ZOOM 1 I
GESCHIEDENIS
D o el van de activiteit Deze activiteit draagt bij tot de volgende competentie: Leerlingen kunnen uitgaande van waarnemingen en eigen studiewerk een geschiedkundig thema dramatisch vormgeven. Deze nagestreefde competentie steunt op onderliggende doelen: Leerlingen situeren Sint-Truiden op de tijdband. Leerlingen kunnen de tijdband van Sint-Truiden opbouwen. Leerlingen kunnen eigen waarnemingen plaatsen in de juiste tijdsperiode. Leerlingen kunnen zich documenteren i.v.m. een tijdsperiode in de geschiedenis van Sint-Truiden. Leerlingen kunnen een tijdsperiode van Sint-Truiden dramatisch vormgeven. Leerlingen kunnen een tijdsperiode in de geschiedenis van Sint-Truiden illustreren met beeldmaterialen. Leerlingen kunnen waardering uitdrukken t.a.v. de geschiedenis van Sint-Truiden. Leerlingen kunnen in groep samenwerken. Leerlingen kunnen waardering uitdrukken voor het werk van medeleerlingen. Leerlingen kunnen reflecteren over het eigen leerproces.
Opbo uw van de activiteit 1. Introductie De leerlingen hebben in de voorgaande dagen een leerwandeling in Sint-Truiden meegemaakt. Ze hebben hierbij allerlei waarnemingen gedaan. Bij die waarnemingen waren er heel wat die betrekking hadden op de historische groei van de stad. Dit betekent echter niet dat ze al hun waarnemingen chronologisch en in de juiste tijdsperiode kunnen plaatsen. Gisteren zijn we op stap geweest in Sint-Truiden. We hebben heel veel dingen gezien. Bij de dingen die we gezien hebben waren er heel wat die iets te maken hebben met de geschiedenis van Sint-Truiden. Vandaag gaan we proberen de dingen die we gisteren konden waarnemen hun juiste plaats te geven in de geschiedenis van de stad. Methodiek:
Klasgesprek
Wie kan er enkele dingen opnoemen die we gisteren gezien hebben en die ons iets meer zeggen van de geschiedenis van Sint-Truiden?
PAG
31
ZOOM 1
2. Verruiming van het denkkader 1. Situering Sint-Truiden in de eenentwintigste eeuw op de tijdband Methodiek:
Aanschouwelijk aanbieden
Jullie weten dat we de tijd kunnen voorstellen met behulp van de eeuwenband (tijdband). Vroeger hebben we deze eeuwenband (tijdband) reeds ingevuld met kennis van het verleden. Vandaag gaan we deze band invullen voor de stad Sint-Truiden. Daarom hangen we de eeuwenband (tijdband) vooraan op het bord. Zo kunnen we steeds als we het over de geschiedenis van Sint-Truiden hebben dit ook vasthangen aan andere dingen die jullie reeds geleerd hebben. Wie kan er op de eeuwenband (tijdband) aanduiden in welke tijd we ons nu bevinden? Welke eeuw is dit? Wanneer is deze eeuw begonnen? Wanneer zal die eindigen? In welk jaar zijn we nu? Probeer dit zo juist mogelijk aan te duiden. Hier hangen we de foto van onze klas bij die we gisteren maakten toen we op bezoek waren in de stad. 2. Sint-Truiden in een periode in het verleden Methodiek:
Groepsopdracht
De leerlingen worden nu in groepjes ingedeeld (7 à 8 leerlingen, best klasdoorbrekend). Ieder groepje krijgt de opdracht een bepaalde periode van de geschiedenis van Sint-Truiden grondig te bestuderen (opdracht 1, pag. 28-29 in de invulfiches). Na hun studiewerk wordt hen gevraagd dit dramatisch uit te werken (opdracht 2, pag. 30 in de invulfiches). Voor hun studiewerk beschikken ze over het boekje ‘Over twee torens en een halve. Geschiedenis van Sint-Truiden voor 10- tot 12 jarigen’. Voor de Romeinse periode kunnen ze ook beschikken over bijkomende informatie (zie bijlage, pag. 33-35). In de laatste opdracht worden alle gegevens op de eeuwenband (tijdband) bijeengebracht (opdracht 3, pag 30 in de invulfiches). We gaan eens kijken of we samen de geschiedenis van de stad Sint-Truiden kunnen opbouwen. Dit is een grote opdracht. Daarom gaan we het werk verdelen. Jullie werken in kleine groepjes. Ieder groepje krijgt de opdracht zich te verdiepen in één bepaalde periode. Hierbij kunnen jullie gebruik maken van het boekje ‘Over twee torens en een halve. Geschiedenis van Sint-Truiden voor 10- tot 12 jarigen’. Sommige groepjes krijgen van mij nog wat bijkomende informatie. Nadat jullie je periode goed bestudeerd hebben, gaan jullie dit verwerken in een toneeltje of een poppenkast. Denk er daarbij goed over dat de andere groepjes niet dezelfde informatie bestudeerd hebben als jullie groepje. Je moet dus een zo goed mogelijke voorstelling geven van wat er in jouw periode in de stad Sint-Truiden gebeurd is. Aan ieder groepje wordt ook gevraagd om de belangrijkste beelden die we gisteren tijdens de wandeling konden waarnemen uit de door jullie bestudeerde periode te verzamelen. Met deze beelden kunnen we straks de eeuwenband (tijdband) verder aankleden.
PAG
32
ZOOM 1
Om alles goed te laten verlopen, krijgt ieder lid van het groepje een taak. De voorzitter zorgt dat de opdracht stap voor stap verloopt en dat iedereen meewerkt in het groepje. De schrijver zorgt ervoor dat de opdrachten genoteerd worden. De materiaalmeester waakt erover dat alle materialen gebruikt worden en met zorg behandeld worden. De regisseur is verantwoordelijk voor het goed in elkaar puzzelen van het toneeltje. Jullie vinden in je werkboekje enkele bladen met de opdracht. Je vindt ze op pag. 28-30. Jullie krijgen voor deze opdracht ... (door de leerkracht te bepalen) tijd. Er wordt nu in groepjes gewerkt. Eventueel kan deze activiteit gespreid worden over twee dagen zodat leerlingen de kans hebben om thuis te zoeken achter verkleedkleren of attributen. Het verdient aanbeveling de samenvattingen van de leerlingen even door te nemen en eventueel bij te sturen. 3. Synthese: de geschiedenis van Sint-Truiden De verschillende groepjes brengen in chronologische volgorde hun toneeltje naar voren. Hierbij komen de belangrijkste aspecten van de geschiedenis van de stad tot uiting. Een korte nabespreking van iedere voorstelling zal de kerngedachten duiden. Telkens wordt eerst de juiste periode op de eeuwenband (tijdband) geduid. Dan worden eerst de foto’s (genomen tijdens de wandeling) getoond die met deze periode te maken hebben. Daarna volgt het dramamoment. Vervolgens vindt de bespreking plaats. Tenslotte worden de foto’s bij de juiste periode bevestigd. We gaan even kijken wat er in deze periode in Sint-Truiden gebeurd is. Wie heeft er rond deze periode gewerkt? Welke beelden van deze periode zijn we gisteren tijdens de leerwandeling tegengekomen? Toon ze eens. Laat nu maar even zien wat er in die tijd gebeurd is. Wat zagen jullie (de klas) in het toneeltje gebeuren? Wat zou dat betekend hebben? Wat is er nieuw tegenover de vorige periode? Wat betekende dat voor de stad? Wat betekende dat voor de mensen die er woonden? Wat zat er nog meer in jullie (het groepje) toneeltje dat de klas nog niet gezien heeft? Welke betekenis heeft dit voor de geschiedenis van de stad? Is het duidelijk wat de beelden die we gisteren in de stad konden waarnemen met deze tijdsperiode te maken hebben? Bevestig dan nu maar even de beelden op de juiste plaats bij de eeuwenband (tijdband). 4. Vastzetten leerproces. Nadat de verschillende groepjes aan bod gekomen zijn en klassikaal het overzicht van de geschiedenis gemaakt is, is het zinvol dat de leerlingen in een individueel moment nog even een syntheseblad invullen (invuloefening op pag. 31-32 in de invulfiches). De oplossingensleutel vind je op pag. 36-37 van deze leerkrachtenmap. Het invullen van dit syntheseblad kan naar keuze ook mee opgenomen worden in het synthesemoment van het hele thema.
PAG
33
ZOOM 1
3. Afronding en koppeling aan het leerproces Het is belangrijk dat de leerlingen zich realiseren wat deze activiteit voor henzelf opgeleverd heeft. Daarom willen we hen expliciet laten verwoorden welke plaats de nieuwe inzichten krijgen in hun eigen beleving en leerproces. Methodiek:
- Klasgesprek - Evaluatieblad op pag. 33 in de invulfiches
Vond je het leuk om deze opdracht te doen? Welke vond je prettig en welke niet? Kan je ook zeggen waarom? Wat was jouw taak in de groep? Vond je dit een leuke taak? Ben je iets nieuws te weten gekomen? Wat wist je nog niet? Vind je het belangrijk om deze dingen te leren kennen? Is dit belangrijk voor een leerling van 11 jaar? Waar wil je nog iets meer over weten?
PAG
34
ZOOM 1
Bij lag e Spo ren van de Ro mei nen i n Si nt-Tru i den Naar Jozef Smeesters Het vruchtbare Haspengouw Het is pas rond het midden van de eerste eeuw n. C. dat de Romeinen zich op het Haspengouwse platteland kwamen vestigen. Dit gebied werd doorsneden door twee belangrijke wegen. De grote weg die uit Keulen was vertrokken in de richting van de zee werd namelijk in Tongeren gesplitst. Vanuit Tongeren kon men dan langs Koninksem en Lauw naar het grote wegenknooppunt Bavay, of, voor ons vooral belangrijk, men kon ook naar Tienen en verder in de richting van Kortrijk en uiteindelijk naar de Noordzee. In dit gebied liggen de Romeinse vondsten dicht bijeen. Er zijn talrijke sporen gevonden van villa’s, tumuli, muntschatten, grafvelden en er worden nog steeds nieuwe ontdekkingen gedaan. Een andere weg liep langs Vorsen, Kortijs en Montenaken in de richting van Nijvel. Ook van de waterwegen werd druk gebruik gemaakt. De landelijke bevolking leefde in losse landbouwbedrijven. Ze pasten vaak in de Romeinse bouwtraditie en werden ‘villa’s’ genoemd. Ze bestonden uit een woonhuis met bijgebouwen en vormden het centrum van een domein dat bebouwde en braakliggende akkers, weiden en eventueel bossen omvatte. In de vruchtbare streken van Midden-België, als Haspengouw en het Hageland, is er een grote concentratie aan villa’s. Zij zijn globaal genomen te dateren tussen 50 en 200 n. C, de bloeiperiode van de ‘pax Romana’ (Romeinse vrede). Regelmatig vindt men resten van villa’s en sporen uit de ijzertijd boven elkaar op dezelfde plaats. Dit wijst er op dat de eerste villabewoners niet steeds kolonisten uit het Zuiden hoefden te zijn. Ook ter plaatse waren er genoeg kandidaten die de Romeinse cultuur wilden overnemen en geleidelijk omschakelden. Dit zijn dan… Gallo-Romeinen. Om een villa terug te vinden is men meestal aangewezen op oppervlaktevondsten als scherven van aardewerk, fragmenten van dakpannen, munten, e.d. Bij de opgraving kan men aan de hand van bewaarde muurresten, van grondverkleuringen op de plaats van verdwenen muren, van greppels, kuilen, en met wat geluk komen tot een plattegrond van het volledige complex. Het was niet toevallig dat Haspengouw zo grondig gekoloniseerd werd. De landbouwgrond is er van de beste die men vinden kan en men teelde er, ook toen al, hoofdzakelijk graansoorten. Omwille van de intensieve bewerking mag men aannemen dat de productie hoger lag dan nodig was voor de behoeften van de plaatselijke bevolking. Het overschot kwam terecht bij de staat, hetzij door belasting, hetzij door het opkopen van voorraden die bestemd waren voor de legereenheden die langs de Rijn gekazerneerd waren. Goden en doden Ook bij de godsdienstige opvattingen voelen wij de invloed van de Romeinen. De klassieke goden van de Romeinse mythologie werden er vereerd, maar vele inheemse goden bleven bewaard, zij het met een Romeins tintje. In Heers vond men een viergodensteen, het voetstuk van een zuil waarvan een Jupiterbeeld de bekroning vormde. Op de vier zijden van het voetstuk waren goden afgebeeld. Het bij deze steen horende heiligdom is echter niet teruggevonden. Deze steen bevindt zich nu in het Provinciaal Gallo-Romeins Museum in Tongeren.
PAG
35
ZOOM 1
De wijze van omgaan met de doden houdt nauw verband met de godsdienst. In Haspengouw valt het grote aantal grafheuvels of tumuli dadelijk op. De betekenis is niet duidelijk. Nu eens zijn er mannen, dan weer vrouwen, of zelfs kinderen begraven. Alleszins waren het familieleden van rijke villabewoners, zoals duidelijk blijkt uit de dikwijls zeer rijke grafgiften. Vele tumuli zijn in vroegere eeuwen leeggeroofd. Soms had men meer geluk en hebben de tumuli hun inhoud nog kunnen prijsgegeven. Naast de tumuli vindt men uiteraard ook de gewone vlakke graven. In de loop van de 3de eeuw maakt de gewoonte van de lijkverassing geleidelijk plaats voor lijkbegraving. Straten De belangrijkste vondst uit de Romeinse tijd op Sint-Truidens grondgebied gebeurde te Straten. Door de plaatsnaam (van het laat-Latijnse ‘strata’ = verharde weg) en de bijzondere ligging, bij een scherpe bocht in de weg, hadden sommige archeologen al lang vermoed dat je er bepaalde ontdekkingen zou kunnen doen. Op de plaats van dergelijke verspringingen werden immers eerder al versterkingen en/of wachttorens uit de vierde eeuw gevonden. Ook een afspanning langs de weg behoorde tot de veronderstellingen. In 1986 gebeurden de eerste vondsten. Het onderzoek is afgesloten in 2002. Men vond een rechthoekige structuur, afgezet met stenen. Verder meer dan zestig aardewerkfragmenten, een paar stukken glas, en een munt (sestertius) met de beeldenaar van Faustina de Jongere, te dateren tussen 161 en 175 n. C. Het geheel is te dateren rond het einde van de tweede en het begin van de derde eeuw. De onderzoekers konden geen sluitende verklaring vinden voor de structuur en voor de vondsten. Was het de grafkamer van een tumulus, een keldertje van een of ander gebouw of was het een rituele kuil? De vragen blijven (voorlopig) zonder antwoord. Einde en voortleven Vanaf het einde van de tweede eeuw trokken steeds grotere groepen Germanen over de Rijn en vestigden zich in het Rijk. Eerst probeerde men hen met wapens terug te drijven. Vanaf de vierde eeuw schakelden de Romeinen over op het inlijven van Germaanse eenheden in het leger. Andere inwijkelingen werden ingezet voor de instandhouding van de landbouw. Nochtans zien we dat de villa’s op het platteland in de vierde eeuw zo goed als allemaal verlaten werden, en geleidelijk in puin vielen. Uiteindelijk trokken de Romeinen zich in het begin van de vijfde eeuw volledig terug. Het gevolg was dat bij de bevolking van Haspengouw de Germaanse invloed ging overwegen. Soms is Romeins bouwmateriaal opnieuw gebruikt in latere tijden. En dit gebeurde niet steeds op de wijze die door de maker bedoeld was. We kunnen ons inbeelden dat de kleine Trudo in het puin van een villa speelde toen hij zijn kerkje bouwde. In de abdijkerk vond men de graven van abt Wiric en van de monnik Henricus. Men heeft dit kunnen afleiden uit opschriften, die waren aangebracht: voor de eerste op een Romeinse dakpan (‘tegula’), voor de andere op een tegel uit een Romeins systeem van vloerverwarming. Er gebeuren overigens nog altijd nieuwe vondsten. Bij een spoedonderzoek op de Sluisberg te Sint-Truiden in 2003 stelde men, naast sporen uit de middeleeuwen, ook de aanwezigheid van bronstijdmateriaal vast. De bodem heeft nog lang niet al zijn informatie vrijgegeven. Uitkijken blijft dus de boodschap!
BIBLIOGRAFIE Jozef SMEESTERS, Sporen van de Romeinen in Sint-Truiden, in: Sint-Truiden, grenzeloos monumentaal! Sint-Truiden, 2006.
PAG
36
ZOOM 1
Bij lag e o plossi n g ensleutel I NVU LO EFEN I N G PAG. 31-32 GESCHIEDENISEXPERT
Nog voor Sint-Truiden gesticht werd, waren er in onze streken reeds eerste ...nederzettingen... We weten dit omdat we nog sporen gevonden hebben uit de ...Romeinse... Tijd. In Sint-Truiden vinden we een ...romeinse weg (heirbaan)... en in Brustem bij Sint-Truiden zijn er nog resten van een ...tumulus..., dit is een ...grafheuvel... In 628 werd in de buurt van Sint-Truiden ...Trudo... geboren. Hij koos voor een leven in dienst van God en werd ...priester... gewijd. Hij kreeg de opdracht om in zijn geboortestreek ...een kerk... te bouwen en de mensen te bekeren tot ...het Christendom... . Er verzamelden zich vrome mannen rond hem en zo ontstond ...abdij... . Later werd deze plaats een bedevaartsoord. De vele bedevaarders moesten een slaapplaats hebben en eten. Daarom begonnen vele mensen in Sint-Truiden een ...herberg... of ...een winkeltje... .Zo werd de stad in de middeleeuwen een echte handelsstad. In de middeleeuwen werd de stad Sint-Truiden een tijd geregeerd door twee gezagsdragers. De ene helft van de stad werd geregeerd door ...de abt.... en de andere helft door ...de prinsbisschop van Luik... We kunnen dit nog zien aan ...het perron (op het wapenschild van Sint-Truiden)... Omdat de stad door twee meesters werd geregeerd, noemden ze Sint-Truiden ...tweeheerlijkheid... Na vele conflicten werd Sint-Truiden bij ...het prinsbisdom Luik... gevoegd. In de middeleeuwen werden de mensen ingedeeld in ...standen... . De grootste groep waren ...de gewone mensen, boeren en ambachtslui... Daarboven stonden ...de patriciërs, rijke lakenhandelaars en eigenaars van huizen en brouwerijen.... De hoogste stand waren ...de priesters... en ...de adel... . Dit kunnen we nu nog zien aan ...de drie treden van het perron (op de Grote Markt)... . Vanaf 1050 ontwikkelden zich nieuwe economische activiteiten zoals ...brouwen van bier... en ...lakenhandel... . Vooral de ...lakenindustrie... was belangrijk. Door de economische ontwikkelingen en de bevolkingsgroei werd er gebouwd en veranderde het stratenplan. De stad groeide. Vanaf de vroege 15de eeuw werd er wekelijks op ...zaterdag...markt... gehouden. Dat is vandaag nog zo.
PAG
37
ZOOM 1
In de late middeleeuwen waren er grote oorlogen. Sint-Truiden werd veroverd door het leger van ...Karel de Stoute... en werd een satelliet van het ...Bourgondische... Rijk. Later kon het prinsbisdom Luik (en daarmee ook Sint-Truiden) terug een meer zelfstandige koers varen. In de volgende eeuw waren er vele conflicten en spanningen tussen Europese vorsten. Ook in Sint-Truiden waren deze oorlogen merkbaar. De soldaten brachten ook een vreemde ziekte mee: ...de pest... Einde 18de eeuw kwam Sint-Truiden onder het gezag van ...de Fransen... . Door die bezetting moesten heel wat ...kerken... de deuren sluiten. Er werd gevraagd trouw te zweren aan de ...republiek... . ...Napoleon... bracht terug vrede. Hij zorgde voor vernieuwingen: ...scholen, rechtspraak, familienamen... . Na 1830, het jaar van ...de oprichting van België..., leefde de economie terug op. In Sint-Truiden, gelegen in het centrum van Haspengouw, lag de nadruk op ...landbouw.... Er ontstonden ook eerste fabriekjes. Tegelijkertijd werd er hard gewerkt aan openbare werken ...spoor- en wegennet, waterleiding, verlichting, riolen, stadspark... Tijdens de Eerste Wereldoorlog vielen de ...Duitsers... de stad binnen en richtten verwoestingen aan. Ook in de Tweede Wereldoorlog kreeg Sint-Truiden het hard te verduren, in die tijd werd ...het vliegveld... te Brustem aangelegd. Nu zijn er in Sint-Truiden nog tal van herinneringen aan die vervlogen tijden te herkennen.
PAG
38
ZOOM 2
@ Sint-Truiden D o el van de activiteit Deze activiteit draagt bij tot de volgende competentie: Leerlingen kunnen in een multiculturele samenleving deelnemen aan de voorzieningen die een stad biedt. Deze nagestreefde competentie steunt op onderliggende doelen. Leerlingen situeren zichzelf t.o.v. het fenomeen ‘stad’. Leerlingen maken kennis met en zien in hoe verschillende mensen van verschillende functies van een stad gebruik maken. Leerlingen ontdekken hoe de bevolkingsgroep van de stad Sint-Truiden samengesteld is. Leerlingen herkennen de verschillende functies van een stad. Leerlingen kunnen de verschillende functies van een stad invullen voor de stad Sint-Truiden. Leerlingen kunnen aan aantal functies van de stad Sint-Truiden situeren op een stadsplattegrond. Leerlingen kunnen de verschillende functies van een stad betekenis geven in het eigen leven. Leerlingen kunnen waardering uitdrukken t.a.v. functies van een stad. Leerlingen kunnen reflecteren over het eigen leerproces.
Opbo uw van de activiteit 1. Introductie De leerlingen volgen allemaal school in Sint-Truiden. De meesten van hen zullen ook in Sint-Truiden wonen. Dat betekent echter niet dat ze ook vaak in ‘de stad’ komen en dat ze zicht hebben op de verschillende functies van een stad. Deze intro heeft als bedoeling dat leerlingen even stilstaan bij zichzelf en vaststellen hoe zij zelf contact maken met de stad. Methodiek:
- Klasgesprek - Werkblad pag. 34 in de invulfiches
Woon je ook in de stad? Kom je vaak in de stad? Met wie kom je in de stad? Wat doe je dan als je in de stad komt? Vind jij het prettig om naar de stad te gaan? Wat vind je leuk aan de stad? Wat spreekt jou minder aan? 2. Verruiming van het denkkader 1. Video: (‘de 5 in Sint-Truiden’) In de video worden 5 personen voorgesteld die allen in Sint-Truiden wonen of werken. Zij vertellen ieder een eigen verhaal. In de vijf verhalen zijn de verschillende functies van een stad verweven.
PAG
39
ZOOM 2
In de video zullen jullie kennismaken met enkele andere mensen die ook vaak in de stad komen. Misschien doen zij er ook nog wel andere dingen dan datgene wat jullie net opgenoemd hebben. Probeer goed te kijken en zoveel mogelijk te onthouden. 2. Verwerking In de werkbundel vind je enkele opdrachten om de gegevens uit de video te verwerken. Deze opdrachten kunnen onderling in volgorde gewisseld worden. Leerlingen kunnen kiezen welke opdracht zij het liefst eerst aanpakken. De leerlingen werken zelfstandig bij voorkeur per twee. Vooraan in de klas kan je extra informatie leggen waar leerlingen vrij gebruik van kunnen maken (stadsgids, toeristische gids, telefoonboeken, kaarten van Sint Truiden met register van straatnamen ...). Toegang tot internet kan eventueel een meerwaarde zijn. Jullie vinden in je werkbundel enkele bladen met opdrachten bij de video. Jullie werken per twee, maar je vult ieder je eigen blad in. Je mag kiezen met welke opdracht je begint. Je kan eventueel gebruik maken van bijkomende documentatie die je hier vooraan in de klas vindt. Straks overlopen we de verschillende opdrachten en vullen we samen in.Veel plezier! Indien je dit zinvol zou vinden kan je ook opzoeken op internet. keuze 1: RARARA, Wie woont er in Sint-Truiden? 3 OPDRACHTEN ( pag. 35-41 in de invulfiches) De leerlingen vinden enkele tabellen met gegevens over de samenstelling van de bevolking van Sint-Truiden. Er wordt hen gevraagd dit in diagrammen weer te geven. Zo krijgen ze meer zicht op hoe de bevolkingsgroep van een stad is samengesteld. (oplossingensleutel op pag. 41) keuze 2: DE 5 IN Sint-Truiden 3 OPDRACHTEN ( pag. 42-45 in de invulfiches)
Aan de hand van de verhalen van de personages uit de video gaan we de kaart van Sint-Truiden verder verkennen. Er worden een aantal aspecten van de stad op de kaart gesitueerd. (Oplossingensleutel op pag. 43) keuze 3: WAT DOE JIJ IN Sint-Truiden? 2 OPDRACHTEN ( pag. 46-48 in de invulfiches)
Er wordt aan de leerlingen gevraagd verschillende aspecten op de kaart van Sint-Truiden aan te duiden. Deze aspecten worden geduid door ze onder te brengen bij de verschillende taken van een stad. 3. Synthese Klassikaal worden de belangrijkste inzichten uit de verwerkingsbladen overlopen. Het syntheseblad in de werkbundel kan hierbij richtinggevend zijn. Het verdient aanbeveling met een grote kaart van Sint-Truiden vooraan in de klas te visualiseren.
PAG
40
ZOOM 2
3. Afronding en koppeling aan het leerproces Het is belangrijk dat de leerlingen zich realiseren wat deze activiteit voor henzelf opgeleverd heeft. Daarom willen we hen expliciet laten verwoorden welke plaats de nieuwe inzichten krijgen in hun eigen beleving en leerproces. Methodiek:
- Klasgesprek - Evaluatieblad pag. 49 in de invulfiches
Vond je het leuk om deze opdrachten te doen? Welke vond je prettig en welke niet? Kan je ook zeggen waarom? Ben je iets nieuws te weten gekomen? Wat wist je nog niet? Vind je het belangrijk om deze dingen te leren kennen? Is dit belangrijk voor een leerling van 11 jaar? Waar wil je nog iets meer over weten?
PAG
41
ZOOM 2
Bij lag e o plossi n g ensleutels ZOO M 2 KEUZE 1
Opdracht 1 (pag. 35 in de invulfiches)
Hoeveel mensen wonen in Sint-Truiden? (Zoek even op in tabel 1). In Sint-Truiden wonen ...38.247... mensen. Daarmee is Sint-Truiden de ...26ste... grootste stad van België. In Limburg staat Sint-Truiden op de ...vierde... plaats. Hoe groot is de oppervlakte van Sint-Truiden? (tabel 2) Sint-Truiden is ...106,90 vierkante km... groot. Daarmee is Sint-Truiden de ...zevende... grootste stad van België. In Limburg staat Sint-Truiden op de ...eerste... plaats. Doordenkertje Wonen in Sint-Truiden de mensen dichter of minder dicht op elkaar dan in Hasselt? ...Minder dicht... Wonen in Sint-Truiden de mensen dichter of minder dicht op elkaar dan in Brussel? ...Minder dicht... Opdracht 2 (pag. 38 in de invulfiches)
In tabel 3 vind je gegevens over de bevolking per deelgemeente. Teken in een staafdiagram Sint-Truiden en de verschillende deelgemeenten van groot naar klein. Sint-Truiden centrum - 23.545, Brustem - 4.221, Zepperen - 3.247, Duras - 2.539, Gelmen - 2.445, Velm - 2.234, Kerkom - 585. Doordenkertje Hoe groot is het percentage mensen van Sint-Truiden dat in het centrum (en dus echt in de stad) woont? ...60 %... Opdracht 3 (pag. 40 in de invulfiches)
In Sint-Truiden wonen mensen van verschillende nationaliteiten. Teken in een staafdiagram het aantal mensen met de Belgische nationaliteit (de autochtonen) en het aantal mensen met een andere nationaliteit (de allochtonen) (tabel 3). Autochtonen - 37.174, Allochtonen - 1.247 In tabel 4 vind je de verschillende nationaliteiten die je in Sint-Truiden kan aantreffen. Plaats hieronder in volgorde van aantal welke nationaliteiten in Sint-Truiden het meest vertegenwoordigd zijn. nationaliteit Belg Indiër Nederlander Rus Noord Afrikaan Inwoner Centraal Azië
mannen vrouwen 18.300 18.874 105 88 96 96 46 53 26 41 35 28
totaal 37.174 193 192 99 67 63
PAG
42
ZOOM 2
Bij lag e o plossi n g ensleutels ZOO M 2 KEUZE 2
Opdracht 2 (pag. 43-44 in de invulfiches)
Teken op de kaart van Sint-Truiden de weg die ieder van deze mensen aflegt. Vul de tekst aan. Kies hiervoor uit de volgende woorden. CC de Bogaard, thuis, school, Vica, AC (administratief centrum), toerisme Sint-Truiden, winkels, vuilniswagen, snoepkraam, ziekenhuis, school voor volwassenonderwijs, rusthuis, telefoonwinkel, stadspark, scouts, KSTVV, markt, brandweerkazerne, internet, kunstwerk, zwembad, Velm, Haspengouwse Academie voor Beeldende Kunsten, Museum Vlaamse Minderbroeders, bibliotheek, Haspengouwse Academie voor muziek, woord en dans, politie Dieter vertrekt in ...Velm................. .Hij fietst naar zijn werk ...Toerisme Sint-Truiden... op de Grote Markt in Sint-Truiden. Om 16.30 u koopt hij schoenen en pralines in ...de winkels... van de Stapelstraat. Daarna fietst hij naar Wiric om een jarige vriend te bezoeken. Onderweg wordt hij tegengehouden door ...de politie... die zijn fiets controleert. Op zaterdagavond is hij een trouwe supporter van ...KSTVV.... Maninder zie je eerst bij haar ...thuis... .Elke morgen bidt ze. Na het eten brengt ze een bezoekje aan ...de telefoonwinkel... in de Stationsstraat waar ze naar haar familie in het verre Indie kan bellen.In ...de bibliotheek... vindt ze niet alleen boeken voor haarzelf en haar kindje maar kan ze ook het ...internet... gebruiken. ’s Avonds volgt ze Nederlandse les samen met andere allochtonen in ...de school voor volwassenonderwijs... . Evelien vertrekt ’s morgens naar ...school... .Onderweg komt ze de ...vuilniswagen... tegen. Om 15.30 wordt ze door haar mama afgehaald om kaartjes voor een toneelvoorstelling te gaan kopen in het ...cc de Bogaard.... ’s Avonds volgt ze dictieles in ...de Haspengouwse Academie voor muziek, woord en dans.... Op zaterdag is ...het markt... in Sint-Truiden. Van heinde en ver komen de mensen hiernaar toe. Evelien koopt elke week met haar broer lekkere snoepjes aan de ...snoepkraam... . In de namiddag fietst ze met haar broer door het stadspark naar de ...scouts.... Maria wordt ’s morgens opgepikt door haar kleinzoon in ...het rusthuis... . Hij brengt haar met de auto naar de dokter in ...het ziekenhuis... voor een jaarlijkse controle. In de namiddag maken ze een wandeling in het ...stadspark... en gaan ze een ijsje eten bij ...Vica... . Het bezoek aan het ...Museum Vlaamse Minderbroeders... is een aanrader voor iedereen. Het is een erg toegankelijk museum voor rolstoelgebruikers. Er zijn heel mooie voorwerpen te zien die je van alles leren over Franciscus en de minderbroeders. Daarna wandelen ze terug langs de straat waarin een ...kunstwerk... is opgesteld. De fijne namiddag wordt terug afgesloten in het ...rusthuis... met een tas koffie.
PAG
43
ZOOM 2
Bij lag e o plossi n g ensleutels ZOO M 2 KEUZE 2
Koen is brandweerman in Sint-Truiden maar woont in Melveren. Hij mag op maximum 5 km van de ...brandweerkazerne... wonen. ’s Morgens vertrekt hij naar zijn werk met de auto. In de kazerne trekt hij eerst zijn uniform aan, begroet zijn collega’s en begint daarna aan zijn dagelijkse werk. Na zijn dagtaak springt hij in het ...administratief centrum... binnen om zijn nieuwe identiteitskaart op te halen. Koen is ook sportief en gaat regelmatig zwemmen in het ...zwembad... van sportcomplex Sint-Pieter. Eenmaal per week volgt hij een cursus juweelsmid in de ...Haspengouwse Academie voor Beeldende kunsten... . Opdracht 3
In sommige straatnamen kan je de naam van een stad herkennen. Zoek op de kaart straten in Sint-Truiden waar een stadsnaam in voorkomt? Diesterstraat, Luikerstraat, Naamsestraat, Tiensesteenweg, Naamsesteenweg, Tongersesteenweg, Diestersteenweg, Luikersteenweg, Hasseltsesteenweg, Tiensevest, Naamsevest, Brustempoort, Tiensestraat, (Halmaalweg), (Gorsemweg), (Montenakenweg), (Ziekerenweg), (Rummenweg), De gegevens die tussen haakjes staan bevatten geen naam van een stad maar wel van een dorp in de omgeving van Sint-Truiden. Deze wegen starten vanaf een steenweg buiten de ring rond Sint-Truiden. Je kan deze gegevens in drie groepen indelen: in straten, vesten en steenwegen.
PAG
44
ZOOM 3: I
Sint-Truiden
D o el van de activiteit Deze activiteit draagt bij tot de volgende competentie: Leerlingen kunnen in contact met derden de eigen fierheid over hun woonplaats positief tot uitdrukking brengen. Deze nagestreefde competentie steunt op onderliggende doelen: Leerlingen zijn zich bewust van de uitstraling van de stad Sint-Truiden. Leerlingen maken kennis met de verschillende aspecten van de uitstraling van hun stad. Leerlingen kunnen zich documenteren met diverse bronnen (internet, brochures ...). Leerlingen kunnen essentie van informatie weergeven. Leerlingen kunnen essentiële aspecten van informatie in beeld uitdrukken. Leerlingen beschikken over samenwerkingsvaardigheden. Leerlingen beschikken over presentatievaardigheden.
Opbo uw van de activiteit 1. Introductie In de klas worden enkele brieven in briefomslag bezorgd (zie bijlage op pag. 46-56). Op iedere briefomslag staan de namen van enkele kinderen van de klas. De brieven worden uitgedeeld en de leerlingen openen de brieven. Methodiek: - Klasgesprek Vanwaar komen de brieven? Wie heeft ze verstuurd? Waarom? Ben jij al eens in een andere stad op bezoek geweest? Wat wou jij dan in die stad ontdekken? Hoe kwam jij aan informatie? 2. Verruiming van het denkkader 1. Oriëntatie op de opdracht Methodiek:
- Onderwijsleergesprek - Aandachtspunten worden genoteerd op bord.
Wat wordt er van jullie gevraagd? Inhoudelijk: informatie over een bepaald aspect van Sint-Truiden. Vormelijk: uitwerken van een poster (presentatie) om reclame te maken. Hoe doe je dit? Eerst informatie verzamelen. Dan selecteren, overleggen, kladontwerp maken en dan pas definitief.
PAG
45
ZOOM 3
Hoe werken we aan goede inhoud? Waar vinden we de nodige inhouden? (internet, infobrochures, vragen aan mensen ...) De verzamelde inhouden selecteren. (belangrijkheid, wat is te visualiseren is, aandachtstrekkers ...) (zie ondersteunend werkblad) Tekst moet beknopt en kernachtig.( origineel, slagzin ...) Wat is een goede vormgeving? Beeldaspecten (duidelijke beelden, foto’s of tekeningen, titel, grootte, schikking...) Kleuraspecten (levendige kleuren, belangrijkste aspecten in meest dominante kleuren...) Tekst (kort, kernachtig, aandachttrekkend, duidelijk lettertype ...) Wanneer heb ik een goed eindresultaat? Een poster is een goede poster als iemand die hem ziet zin krijgt om meer van het onderwerp te weten. 2. Verwerking De leerlingen werken zelfstandig. Ze hebben in hun werkbundel een werkblad ter ondersteuning voor het zoeken en selecteren van informatie. Vooraan in de klas kunt u extra informatie leggen waar leerlingen vrij gebruik van kunnen maken (stadsgids, toeristische gids, telefoonboeken, kaarten van Sint-Truiden ...). Het kunnen gebruik maken van internet is bij deze opdracht essentieel. Voor de posters voorziet u best een rol breed behangpapier. Jullie vinden in de invulfiches op pag. 50-51 een aantal vragen die jullie zullen helpen tot een goed resultaat te komen. 3. Presentatie De verschillende posters worden opgehangen. Eén lid van het groepje staat bij de poster om bijkomende uitleg te geven. De anderen lopen rond en bewonderen de verschillende producten. Na een tijdje wordt er omgewisseld zodat ieder de kans heeft om de verschillende posters te bewonderen. De verschillende posters worden gefotografeerd. Een uitprint kan aan de werkbundel van de betrokken leerlingen worden toegevoegd. In een klasgesprek kunnen kort de sterke punten van iedere poster opgesomd worden. 3. Afronding en koppeling aan het leerproces Het is belangrijk dat de leerlingen zich realiseren wat deze activiteit voor henzelf opgeleverd heeft. Daarom willen we hen expliciet laten verwoorden welke plaats de nieuwe inzichten krijgen in hun eigen beleving en leerproces. Methodiek:
- Klasgesprek - Evaluatieblad op pag. 52 in de invulfiches
Vond je het leuk om deze opdracht te doen? Wat verliep vlot? Wat was er moeilijk? Kan je ook zeggen waarom? Ben je tevreden over je eindresultaat? Heb je iets bijgeleerd? Ben je iets nieuws te weten gekomen? Wat wist je nog niet? Vind je het belangrijk om dit te kunnen? Is dit belangrijk voor een leerling van 11 jaar? Waar wil je nog iets meer over weten?
PAG
46
ZOOM 3
BRI EF 1
Beste kinderen,
Mijn naam is Fons. Ze noemen me een ‘groene jongen’. Weet je hoe dat komt? In mijn vrije tijd ben ik natuurgids. Met mijn verrekijker en vergrootglas trek ik naar allerlei plekjes om de natuur te bestuderen. Nu denken jullie natuurlijk dat ik veel in het bos zit. Dat is wel zo maar je kan me vinden op allerlei plekjes waar er natuur is. Dus ook in de stad. Ik weet bv. dat er in jullie stad heel wat te bespeuren is op gebied van planten en dieren. Ik vind het belangrijk dit aan de mensen bekend te maken. Dan kunnen ze er ook van genieten en er respect voor opbrengen. Helpen jullie me met het maken van een affiche om aan de mensen te tonen waar ze in de stad een stukje natuur vinden? Dank je wel. Fons
PAG
47
ZOOM 3
BRI EF 2
Beste kinderen,
Ik ben Seppe. Mijn moeder heeft me zo genoemd omdat ze dit een mooie naam vond. Ik had mezelf liever Idesbald of Halewijn genoemd. Dat zijn tenminste namen met een historische betekenis. Dat vind ik belangrijk want geschiedenis is toch wel zeer interessant. Het leert hoe alles is geworden wat het nu is. Ik wil er zoveel mogelijk van weten. Daarom reis ik ook van stad tot stad. Denken jullie dat Sint-Truiden voor mij ook de moeite waard is om te bezoeken? Zijn er veel historische gegevens in de stad? Of zijn er leuke musea die een bezoekje waard zijn? Maken jullie me a.u.b. eens een overzicht van de belangrijkste dingen die ik zeker moet bezoeken? Zet het maar met wat foto’s op een grote affiche want mijn ogen zijn niet meer zo goed. Dank je wel. Seppe
PAG
48
ZOOM 3
BRI EF 3
Beste kinderen,
Ik heet Fien en ik heb de lekkerste hobby die je je kan inbeelden. Ik bak taarten. Mijn appeltaart is in de familie zeer gekend: appelstukjes, suiker, kaneel en .... Mijn echte geheim verklap ik niet hoor. Ik zoek altijd nieuwe ideeën om mijn taarten te verbeteren. Nu dacht ik zo bij mezelf: misschien moet je eens een andere soort appels gebruiken. Of misschien zou je hetzelfde kunnen doen met peren en een perentaart bakken. Ik denk dat dit wel eens goede ideeën zouden kunnen zijn. Maar ik weet niet zoveel van appels en peren. Kunnen jullie me helpen? Ze hebben me verteld dat er in SintTruiden veel fruit verhandeld wordt. Welke soorten hebben ze er allemaal? Waar kan ik die dan vinden? Zet al je informatie maar op een grote affiche. Als ik dan nog eens taarten verkoop, hang ik die affiche boven de tafel. Dan zien alle mensen waar ik mijn appels gehaald heb. Dank je wel. Fien
PAG
49
ZOOM 3
BRI EF 4
Hallo,
Wij zijn Tom en Mieke. Onze kinderen heten Aaron en Babette. Aaron is acht jaar en Babette zeven. In de vakantie maken we graag daguitstapjes. Natuurlijk zoeken we plekjes waar er voor de kinderen iets te beleven valt. Denken jullie dat de kinderen het in Sint-Truiden leuk zouden vinden? Wat is er voor hen allemaal te doen? Kunnen we ook komen als het regent? Kunnen jullie eens een overzicht maken met de mogelijkheden voor kinderen in Sint-Truiden? Als jullie een affiche maken, kunnen we die in de school van de kinderen ophangen want we weten dat er nog mensen zoeken naar leuke uitstapjes voor hun gezin. Alvast bedankt voor jullie werk, Tom en Mieke
PAG
50
ZOOM 3
BRI EF 5
Hoi,
Zijn jullie ook sportieve mensen? Sport is mijn leven. Vooral fietsen doe ik zeer graag. Geen wielerwedstrijden hoor! Neen, ik fiets voor mijn plezier. Iedere zondag zetten mijn vrouw en ik onze fietsen en die van onze kinderen op de fietsendrager van de auto en rijden we naar een nieuwe plek. Op de fiets verkennen we dan samen de omgeving. Wat denken jullie, zou Sint-Truiden de moeite waard zijn om te komen fietsen? Maken jullie eens een grote folder waar alle gegevens opstaan? Oh ja, soms hebben we echt wel een probleem. Als mijn petekind meegaat gaan de fietsen niet meer op de auto. Hebben jullie een idee hoe we dit kunnen oplossen? Dank je wel, Jan
PAG
51
ZOOM 3
BRI EF 6
Dag,
Mijn naam is Bart. Ik ben leraar maar in mijn vrije tijd voetbal ik. Mijn zoon Tibo heeft ook veel interesse voor voetbal. De laatste tijd volgt hij alles over de voetbal op TV. Nu supportert hij voor STVV. Volgende maand is Tibo jarig. Hij wordt 12 jaar. Als verrassing wou ik met hem een bezoek aan Sint-Truiden willen brengen. Kunnen jullie mij helpen zodat ik zelf wat meer van STVV afweet? Dan kan ik met hem meepraten als hij iets vertelt. Kunnen jullie me ook vertellen waar ik in Sint-Truiden terecht kan om voor Tibo de dag zo leuk mogelijk te maken? Misschien zou het een leuke verrassing zijn voor hem om een poster te krijgen waar al deze informatie opstaat. Die kan hij dan in zijn kamer hangen. Dank je wel. Bart (en Tibo)
PAG
52
ZOOM 3
BRI EF 7
Dag kinderen,
Ik ben al een beetje ouder en niet meer zo goed ter been. Ik breng heel wat tijd in mijn zetel door. Soms verveel ik me een beetje. Vroeger ging ik graag op reis. Ik bezocht graag nieuwe steden en streken. Nu lukt dat niet meer zo goed. Maar weet je wat ik ontdekt heb? Aan vele steden en streken zijn verhalen verbonden. Die hoor ik zo graag. Zo kan ik me toch wat voorstellen hoe het vroeger is geweest en hoe iets er nu uitziet. Zijn er aan jullie stad ook verhalen verbonden? Willen jullie voor mij eens een groot blad maken met enkele verhalen? Liefst met grote letters zodat ik ze makkelijk kan lezen Zet er ook maar wat leuke foto’s bij. Dat zie ik zo graag. Heel erg bedankt, Jullie zijn lieve kinderen, Pauline
PAG
53
ZOOM 3
BRI EF 8
Dag,
Weten jullie dat wij in Aalst echte feestneuzen zijn? Onze carnaval is alom bekend. Ik kan daar echt van genieten. Maar ik geniet eigenlijk van alle feesten. Tekens als er ergens iets te doen is , ben ik er graag bij. Dat hoeft niet altijd carnaval te zijn. Alle feesten spreken me aan. Ik reis dan ook graag door het land om allerlei feesten mee te maken. Ik speur overal rond om te zien of er nergens affiches uithangen om iets aan te kondigen. Bestaat er zo een affiche over Sint-Truiden? Of willen jullie die voor me maken? Dank je wel. Leo
PAG
54
ZOOM 3
BRI EF 9
Dag,
Ik ben Anne. Ik hou van kunst. Zelf speel ik viool. Maar ik kan ook echt genieten van mooie schilderijen of een sprekend beeld. Ik heb al op zeer vele plaatsen allerlei mooie dingen gezien en gehoord. Weet je wat ik ontdekt heb? Je moet echt niet naar Londen of Parijs om mooie dingen tegen te komen. Je kan overal leuke ervaringen opdoen. Je moet ze alleen weten te vinden. Daarom vraag ik jullie hulp. Kunnen jullie voor de stad Sint-Truiden eens een collage maken van wat er in jullie stad allemaal te vinden is op het gebied van kunst? Dat zou ik zeer prettig vinden. Dan moet ik het niet allemaal zelf uitzoeken. Dank je wel. Anne
PAG
55
ZOOM 3
BRI EF 10
Hallo,
Mijn naam is Dieter. Ik ben een echte fijnproever. Ik hou van lekker eten en drinken. Zelf kook ik ook wel eens. Maar het allerleukst vind ik steeds nieuwe dingen te ontdekken. Natuurlijk kan ik naar TV kijken en van de grote koks allerlei nieuwe ideeën opdoen. Maar ik heb ontdekt dat ik het veel leuker vind om in allerlei streken de plaatselijke specialiteiten uit te proberen. Zo heb ik al vaak heel eenvoudige, originele en lekkere gerechten ontdekt. Ik ben er zeker van dat er ook bij jullie wel lekkere dingen te vinden zijn. Ik ben benieuwd om ze te leren kennen. Weet je wat, als jullie de lekkernijen die er bij jullie te vinden zijn eens allemaal op een poster zetten, dan kan ik nu alvast dromen van de lekkere smaken die ik zal kunnen ontdekken als ik aan jullie stad een bezoekje breng. Dank je wel, Dieter
PAG
56
ZOOM 3
BRI EF 11
Dag,
Met onze wandelclub trekken we heel Vlaanderen rond om een stevige stap in de wereld te zetten. Zo leren we alle hoekjes van Vlaanderen kennen. We hebben zo goed als alle gemeenten van onze eigen provincie al verkend. Nu de zomer in aantocht is kunnen we ons ook wat verder verplaatsen om nieuwe streken te verkennen. Nu hadden we met de club het plan om dit jaar eens wat meer naar Limburg te trekken. Het schijnt dat het bij jullie zo mooi is. Ik ben dus op zoek naar allerlei informatie om onze wandelingen voor het komende seizoen te plannen. Kunnen jullie me helpen met goede informatie? Een leuke poster om in ons clublokaal op te hangen zal zeker de mensen motiveren om deel te nemen aan onze uitstappen. Willen jullie die voor me maken? Dank je wel, Mathilde (voorzitster wandelvereniging ‘De dappere stapper’)
PAG
57
ZOOM 3
BIJ L AG E: BRO N N EN MATERIAAL
Lijst adressen voor documentatie www.debogaard.be www.academiezaal.be www.erfgoedcelsint-truiden.be www.zoutkist.be www.4roses.be www.bloesemfeesten-haspengouw.be www.b-rail.be (klik op ‘reizen in Belgie’ en bij ‘onze reisformules’ klik je op ‘ontdek onze B-dagtrips’ en dan op ‘trein+huur fiets’) www.sint-truiden.be www.fruitsnacks.be www.haspengouwsegordel.be www.stvv.be www.marietherese.com www.fancyfruit.be www.kruidjes.be www.hetkookatelier.be www.gmgversmarkt.be www.dechokier.be www.stroopvrolingen.be www.brouwerijkerkom.be www.fermweb.be www.veilinghaspengouw.be www.bfv.be www.toerismelimburg.be www.toerisme-sint-truiden.be www.toerismehaspengouw.be www.rhl.be en uiteraard ook www.google.be
PAG
58
Synthese Over 2 torens EN ½
D o el van de activiteit Deze activiteit draagt bij tot de volgende competentie: Leerlingen kunnen met kennis van zaken en verbondenheid spreken over Sint-Truiden en dit in hun handelen tot uiting brengen. Deze nagestreefde competentie steunt op onderliggende doelen: Leerlingen kennen de geschiedenis van Sint-Truiden. Leerlingen kunnen in het straatbeeld herinneringen aan het verleden van Sint-Truiden duiden. Leerlingen kennen de verschillende functies van een stad. Leerlingen kunnen de verschillende functies van een stad concreet duiden voor Sint-Truiden. Leerlingen zijn zich bewust van de uitstraling van de stad Sint-Truiden. Leerlingen kunnen bijdragen aan de uitstraling van Sint-Truiden. Leerlingen kunnen voorstellen tot verbetering formuleren. Leerlingen kunnen argumenten voor hun voorstel formuleren. Leerlingen kunnen een brief schrijven om een voorstel tot verbetering in te dienen.
Opbo uw van de activiteit 1. Introductie Vooraleer het thema af te sluiten met een klein feestje willen we toch even stil staan bij hetgeen de leerlingen in de verschillende activiteiten geleerd hebben. We zijn bijna aan het einde van ons thema Sint-Truiden gekomen. Willen we toch nog eens lezen wat de burgemeester allemaal van ons vroeg? (Brief kan terug worden voorgelezen) Nu moeten we toch even zien of we aan zijn verwachtingen kunnen beantwoorden. Daarom gaan we eerst eens kijken of we nu al genoeg weten over Sint-Truiden om onze stad voor te stellen aan bezoekers. Daarna kunnen we eens overleggen of we een voorstel hebben voor de kinderraad.
PAG
59
SYNTHESE
2. Verruiming van het denkkader 1. Synthese van de inzichten Methodiek:
Onderwijsleergesprek en individuele opdracht aan de hand van werkbladen pag. 53-57 in de invulfiches. De leerkracht zal in functie van beschikbare tijd, niveau en zelfstandigheid van de klas sommige opdrachten individueel laten invullen of ze klassikaal begeleiden. (Oplossingensleutel op pag. 60-61)
Het overkoepelende inzicht kan in het groot genoteerd worden op flap. Dit kan verder geïllustreerd worden met foto’s van de leerlingen tijdens de verschillende activiteiten. 2. Voorstel aan de kinderraad (pag. 58) Methodiek:
- In een klasgesprek worden mogelijke voorstellen besproken. - Daarna volgt een stelopdracht (individueel of in kleine groepjes).
Nu weten we echt heel wat meer over Sint-Truiden. We hebben in de stad gewandeld, we hebben allerlei dingen opgezocht en ontdekt. Hebben jullie tijdens je zoektocht dingen opgemerkt waarvan jullie dachten “hé dit zou toch anders kunnen of als er nu dit eens was, dan zou het voor de mensen toch nog beter zijn?” Wie heeft er een voorstel voor de kinderraad? Wie heeft er nog een voorstel? Kan je ook zeggen waarom dat je je voorstel een goed voorstel vindt? Zien de anderen in de klas hier ook iets in? Is het een realistisch voorstel? Welke argumenten kan je aandragen om je voorstel te laten goedkeuren? De verschillende ideeën worden op bord gebracht en besproken. De klemtoon ligt op het verbeteren van het wonen in Sint-Truiden voor alle mensen. Er wordt gekozen of er één voorstel ingediend wordt met de hele klas samen of dat er verschillende groepjes gevormd worden die ieder hun eigen voorstel indienen. We gaan onze voorstellen in een mooie brief naar de kinderraad formuleren. Waaraan moet onze brief beantwoorden om een goede brief te zijn? - datum , aanspreking - structuur van de brief: intro, voorstel met argumenten, afronding - verwijzen naar brief van de burgemeester - bedanken van burgemeester voor geboden kansen? - ondertekening - bladschikking - zinsbouw en spelling - leesbaar handschrift of typen op PC - adres op enveloppe of versturen via e-mail
PAG
60
SYNTHESE
Bij lag e O PLOSSI N G ENSLEUTELS SYNTH ESE
Opdracht 1
(pag. 53 in de invulfiches)
Een stad is een ...plaats...waar mensen wonen. Vroeger waren steden plaatsen met ...stadsrechten... , zoals het hebben van een ...stadsmuur... of het houden van een ...markt... Tegenwoordig wordt het onderscheid tussen steden en ...dorpen... meestal gemaakt op grond van de grootte (het aantal inwoners) of ook wel het aantal voorzieningen. Het onderscheid tussen stad en ...gemeente... is vooral organisatorisch en juridisch, soms vormt een stad met de omliggende dorpen een ...gemeente... . Alle steden zijn gemeenten, maar alle gemeenten zijn geen stad. “Stad” is een eretitel. In vele steden, zo ook in Sint-Truiden, zijn er vele overblijfselen van een rijk historisch verleden terug te vinden. Sint-Truiden is ontstaan rondom een ...abdij... Omstreeks 1060 verkreeg de ...nederzetting... het ... handels- en marktrecht.... Zo kon de stad zich verder ontwikkelen. Opdracht 2 (pag. 53 in de invulfiches)
Omcirkel de juiste term stad
dorp
Karakter
Landelijk / dicht bevolkt
Landelijk / dicht bevolkt
Bevolking
Hechte gemeenschap / Geen hechte gemeenschap
Hechte gemeenschap / Geen hechte gemeenschap
Voorzieningen
Veel / Weinig
Veel / Weinig
Opdracht 3 (pag. 56 in de invulfiches)
In de eenentwintigste eeuw vervult een stad allerlei taken. Vul in. 1. In de ...Kazernestraat... straat ligt er een groot gebouw waar je naar toe kan voor allerlei papieren en documenten. Dit is het ...administratief centrum.... Hier vind je de ...administratieve... functie van de stad St. Truiden. 2. De ...Luiker... straat is een echte ...handels... straat. Hier maar ook op vele andere plaatsen in de stad wordt de ...handels.... functie van de stad St. Truiden gerealiseerd.
PAG
61
SYNTHESE
Bij lag e O PLOSSI N G ENSLEUTELS SYNTH ESE
3. Vele mensen wonen niet in de stad maar komen wel overdag naar St. Truiden om er te werken. We hebben het hier over de ...werk... voorziening van de stad. 4. Het cultuurcentrum ...De Bogaard... vind je in de ...Capucinessenstraat.... Dit centrum draagt bij tot de ...cultuur...functie van St. Truiden. 5. In St. Truiden vind je niet alleen bassischolen maar ook heel wat ...middelbare scholen.... Dit maakt dat St. Truiden ook een ...onderwijsfunctie... heeft. 6. Mensen uit de verdere omgeving van St. Truiden komen naar de stad voor heelkundige ingrepen. Hierbij spreken we over de ...zorgfunctie... van de stad. 7. Op de ...Grote Markt... zie je heel wat mensen op de terrasjes zitten. De terrasjes behoren net als het park tot de ...ontspannings (toeristische)... functie van de stad. 8. Er zijn ook heel wat mensen die in St. Truiden wonen. In de ...(naar keuze)... straat en de ...(naar keuze)...straat tref je echt de ...woon...functie van St. Truiden aan. 9. Er zijn heel wat mensen die meehelpen om van St. Truiden een leuke aangename stad te maken voor iedereen. Deze mensen verzorgen de ...diensten...functie. 10. In de zomer zie je heel wat mensen Sint-Truiden bezoeken. De talrijke historische gebouwen zijn echt wel de moeite waard. Ze zorgen ervoor dat Sint-Truiden een echte ...toeristische... functie heeft.
PAG
62
FEESTACTIVITEIT Over 2 torens EN ½
D o el van d E activiteit Deze activiteit draagt bij tot de volgende competentie: Leerlingen kunnen met vreugde en fierheid terugkijken op eigen werk en dit tonen aan anderen. Deze nagestreefde competentie steunt op onderliggende doelen: Leerlingen kunnen een recept volgen en de verschillende stappen uitvoeren. Leerlingen kunnen met zorg werken tijdens een kookactiviteit. Leerlingen kunnen genieten van bezig zijn in de keuken. Leerlingen kunnen eigen werk en werk van anderen waarderen. EN/OF Leerlingen kunnen eigen werk en werk van anderen ordenen tot een mooie presentatie. Leerlingen durven eigen werk tonen aan buitenstaanders. Leerlingen kunnen buitenstaanders ontvangen in de klas.
Opbo uw van de activiteit 1. Introductie Tijd om te feesten Er zijn twee mogelijkheden die alleen of in combinatie kunnen gebruikt worden, het bakken van kattenkoppen en/of het opbouwen van een tentoonstelling waar de ouders (of eventueel andere klassen) op worden uitgenodigd. Eventueel kunnen leerlingen ook kiezen aan welk van beide activiteiten ze liefst meewerken. We hebben hard en goed gewerkt. Daarom mogen we onszelf ook belonen. In ons boekje met de geschiedenis van Sint-Truiden, staat er een typische Truiense specialiteit. Zullen we die eens proberen te bakken? EN/OF We hebben hard en goed gewerkt. Daar mogen we trots op zijn. We hebben ook heel wat dingen gemaakt. Misschien kunnen we al de dingen die we tijdens dit thema gemaakt en verzameld hebben ook eens tonen aan anderen. We bouwen een tentoonstelling op en nodigen onze ouders (of een andere klas ...) uit om eens te komen kijken wat we allemaal gedaan hebben.
PAG
63
FEESTACTIVITEIT
2. Uitvoering 1. Kookactiviteit Methodiek:
In groepjes van drie wordt het recept op p. 32 van het boekje ‘Over twee torens en een halve ...’ uitgevoerd. Tijdens het bakken wordt er afgewassen en een tafel gedekt. De activiteit wordt afgesloten door samen rond de tafel te genieten van het zelfgemaakte gebakje.
2. Tentoonstelling Methodiek:
In een onderwijsleergesprek wordt het opbouwen en realiseren van een tentoonstelling besproken. Daarna worden er verantwoordelijkheden verdeeld en werkt ieder groepje een deel van de tentoonstelling uit.
Wat willen we precies tentoonstellen of tonen? Hoe gaan we dat doen? Hoe presenteren we de verschillende onderdelen? Hebben we genoeg materialen voor ieder aspect dat we willen brengen? Moeten we selecteren? Wanneer plannen we onze tentoonstelling? Hoeveel tijd hebben we nodig om op te bouwen? Hoe gaan we de bezoekers ontvangen? ( samen, rondleidingen, individueel, openingsceremonie, speech ...) Hoe maken we bekend dat er een tentoonstelling is? Wie neemt welk onderdeel op zich? Vooraleer bezoekers binnenkomen, nemen we even de tijd om zelf onze eigen tentoonstelling te bezoeken. Een leuk idee kan nog zijn de leerlingen interviews te laten afnemen van bezoekers van de tentoonstelling. Deze interviews kunnen aanleiding of basis zijn voor een artikel in de schoolkrant.
PAG
64
Bronnenlijst
Over twee torens en een halve.... geschiedenis van Sint-Truiden voor 10 – 12 jarigen. Trudo wandelgids. Grondstof stof tot nadenken. Metaal. Open Monumentendag Vlaanderen Sint-Truiden 2001. Sint-Truiden een zoektocht naar symbolen. Open Monumentendag Vlaanderen Sint-Truiden 2002. Sint-Truiden steen voor steen gebouwd. Open Monumentendag Vlaanderen Sint-Truiden 2003. Sint-Truiden, natuurlijk een monument. Open monumentendag Vlaanderen Sint-Truiden 2004. Bouwen met bomen. Hout in Sint-Truidense monumenten. Open Monumentendag Vlaanderen Sint-Truiden 2005. Sint-Truiden, grenzeloos monumentaal! Open monumenendag Vlaanderen Sint-Truiden 2006. Wonen in de monumentenstad Sint-Truiden. Open Monumentendag Vlaanderen Sint-Truiden 2007. Toeristische gids 2008 Sint-Truiden. Franciscus achterna. Lespakket derde graad L.O. Over Franciscus van Assisi en de minderbroeders, Museum Vlaamse Minderbroeders Bezoekersgids Sint-Truiden. De kleine Trudofietslus voor ridders en jonkvrouwen. Een boeiende zoektocht voor kinderen. Trudogids. Drie fietsroutes leren je de mooiste plekken in en rond Sint-Truiden, Nieuwerkerken, Borgloon, Gingelom, Heers en Zoutleeuw kennen. Sint-Truiden 2008. Tips voor groepen en scholen. In de ban van Haspengouw. Fancy fruit. Ambachtelijke verwerking van streekeigen fruit. Fietsparadijs Limburg 2006. Een streepje abdij. Begeleidend boekje voor een bezoek aan de abdij van Sint-Truiden. Leerlingen vanaf het derde leerjaar van het basisonderwijs. Een streepje abdij. Begeleidend boekje voor een bezoek aan de abdij van Sint-Truiden. Leerlingen van het middelbaar onderwijs. Stedelijk Museum Sint-Truiden. Historisch Centrum Luchtmachtbasis Brustem. Erfgoed in de klas. Een handboek voor leerkrachten. In de reeks HEREDUC, Antwerpen, Garant. Erf Goed! Suggesties voor juffen een meesters. Canon Cultuurcel Departement Onderwijs. www.google.be www.encarta.be
DIPLOMA VAN TRUIDOLOOG AAN .......................................................
KLAS .......................................................