Voorstel
CONCEPT
AGP 12 Aan : Algemeen Bestuur
Datum : 26 juni 2013
Steller : PBMJW de Vet
Bijlage : 1.
Onderwerp : Evaluatie stroomstoring Uden e.o. 17 januari 2013
Algemene toelichting Op 17 januari 2013 vond een grote stroomstoring plaats in Uden, Bernheze , Landerd, Grave en Mill & Sint Hubert . Door de grote omvang van de stroomstoring (vijf gemeenten; 27.000 aansluitingen) werd opgeschaald naar GRIP 2. Ondanks het feit dat de stroomstoring relatief kort heeft geduurd en er geen grote problemen zich hebben voorgedaan, is desalniettemin besloten om de aanpak te evalueren. De resultaten, conclusies en aanbevelingen van de evaluatie treft u aan in het bijgevoegde inzetrapport. De conclusies en aanbevelingen richten zich met name op: • Operationele opschaling • Informatievoorziening • Communicatie • Regionale afstemming • Voorzieningen in gemeentehuizen Voor de borging van de aanbevelingen zal het veiligheidsbureau zorgdragen via het onlangs ingestelde multidisciplinair leeragentschap binnen het veiligheidsbureau.
Procesgang Processtap
Datum
Leeragentschap Veiligheidsbureau (bespreking & borging)
10 april 2013
Regiegroep Veiligheidsregio (informatie)
11 april 2013
Veiligheidsdirectie (informatie)
11 april 2013
Dagelijks bestuur (goedkeuring)
24 april 2013
Algemeen Bestuur (vaststelling)
26 juni 2013
Voorstel Het Algemeen Bestuur wordt voorgesteld om de inzetrapportage vast te stellen.
Akkoord
Ja
Secretaris: drs. K.G. Tuitjer
Nee
Afwijkend besluit Paraaf: ……………
Bijlage(s) 1.
Inzetrapport stroomstoring Uden e.o. 17 januari 2013
AGP 12 ABVRBN 20130626 Voorstel evaluatie stroomstoring Uden eo.docx
Pagina 1 van 1
AGP 12 ABVRBN 20130626, bijlage 1
Inzetrapportage Stroomstoring Uden e.o. (GRIP 2) 17 januari 2013 Inleiding Aanleiding van het onderzoek Op 17 januari 2013 valt omstreeks 19.15u de stroom uit in grote delen van de gemeenten Uden, Landerd, Bernheze, Grave en Mill. De reden van de stroomuitval is een technische storing in een verdeelstation in de gemeente Uden. Aanvankelijk was er grote onduidelijkheid over de oorzaak en de tijdsduur van de storing. Omdat het een groot gebied betrof en de weersomstandigheden (vrieskou) mogelijk grote problemen met zich mee konden brengen, is vrij snel opgeschaald naar GRIP 2. Omstreeks 21.30u was de storing voorbij en waren alle aansluitingen weer voorzien van stroom. Tijdens de stroomstoringen hebben zich achteraf bezien geen grote incidenten of problemen voorgedaan. Niettemin bestond er binnen de veiligheidsregio de behoefte om het incident qua opschaling en hulpverlening te evalueren. Doel van het onderzoek Hoewel de stroomstoring van korte duur is geweest, en de gevolgen beperkt zijn gebleven tot overlast, is desalniettemin besloten om de aanpak te evalueren met als doel nu lessen te trekken om bij meer complexe en langdurige incidenten (nog) adequater te kunnen optreden en de eventuele gevolgen te beperken. Het onderzoek heeft nadrukkelijk niet tot doel gehad om een zeer nauwkeurige en gedetailleerde reconstructie te maken. Om lessen te kunnen trekken zijn de volgende vragen als uitgangspunt gehanteerd: 1. Hoe heeft de operationele opschaling plaatsgevonden?; 2. Hoe was de informatievoorziening tussen burgemeester, gemeente en regionaal operationeel team gelopen? 3. Hoe was de communicatie georganiseerd? En heeft regionaal afstemming plaatsgevonden over de wijze en inhoud van communiceren? 4. Welke problemen hebben zich eventueel voorgedaan ten gevolge van de stroomstoring? Welke maatregelen zijn hiervoor getroffen? Opzet van het onderzoek Het onderzoek bestaat uit een bureauonderzoek en interviews. Voor het bureauonderzoek zijn de meldkamerrapporten (GMS), de “First Impression Reports” (FIR’s) van operationele sleutelfunctionarissen en het journaal van het Landelijk Crisis Management Systeem (LCMS) geraadpleegd. De interviews zijn gehouden onder de vijf burgemeesters van de betrokken gemeenten.
Evaluatierapport stroomstoring Uden e.o. (GRIP 2) 17 januari 2013
Pagina 1
Verloop van de hulpverlening Operationele opschaling Om 19.16 komt bij het Gemeenschappelijk Meld Centrum (GMC) de melding binnen van een grootschalige stroomstoring in de gemeente Uden en directe omgeving door het uitvallen van een hoofdtrafo. Enexis geeft direct aan dat de stroomuitval uitzonderlijk groot is en geen “huis-, tuin- en keukenuitval” is. Op grond van de melding maakt de Brigadier van Dienst van de meldkamer politie GRIP 1. Hierop worden de leden van het CoPI gealarmeerd. Omdat er geen direct brongebied is, wordt besloten dat het CoPI samenkomt op de brandweerkazerne van Uden. Het CoPI is omstreeks 20.00u operationeel op de brandweerkazerne. De hoofdofficier van dienst oost van de brandweer, die tevens leider CoPI is, verzoekt om het alarmeren van het operationeel team. In overleg met de meldkamer brandweer en brigadier van dienst wordt om 19.32u opgeschaald naar GRIP 2. Het operationeel team is operationeel omstreeks 20.15u in het GMC. De grootte van de omvang wordt in fasen bekend bij het GMC. Om 19.20u is bekend dat ook Zeeland (gemeente Landerd) getroffen is. Om 19.28u komt de melding uit Grave, 19.29u uit Nistelrode (gemeente Bernheze) en 19.36u uit Langenboom (gemeente Mill). Om 20.04u wordt via Enexis doorgegeven dat het in totaal om 27.000 aansluitingen gaat. De verwachting is dat het incident 4 uur kan gaan duren. Om 20.08u ontvangt het GMC vanuit Enexis het zogenaamde “bolletjesschema” waarop geografisch het getroffen gebied wordt aangegeven. Dit schema wordt doorgespeeld naar de sectie informatiemanagement voor opname in het Landelijk Crisis Management Systeem (LCMS). Het Nationaal Coördinatie Centrum (NCC) van het Ministerie van Veiligheid en Justitie wordt op verzoek van de informatiemanager ROT om 20.05u in kennis gesteld en toegang gegeven tot het LCMS om de informatie te volgen. Om 21.08u stelt Enexis de verwachting bij naar maximaal 20 minuten waarin de gehele stroomvoorziening weer hersteld zal zijn. Tussen 21.18u en 21.24u is de stroom weer overal beschikbaar. Om 21.25u wordt het CoPI opgeheven. Het ROT volgt om 21.37u. Verloop en activiteiten binnen de gemeente Bernheze Binnen Bernheze was het dorp Nistelrode en de kern Loosbroek getroffen door de stroomstoring. Om 20.30u is de ambtenaar openbare orde en veiligheid geïnformeerd door de sectie bevolkingszorg van het ROT. De operationeel leider heeft om 20.37u de burgemeester ingesproken op zijn voicemail (burgemeester verbleef op dat moment in Den Haag). De ambtenaar openbare orde en veiligheid heeft in verband met de afwezigheid van de burgemeester, de 1e locoburgemeester geïnformeerd en geadviseerd om alleen beschikbaar te blijven en vooralsnog geen activiteiten te ondernemen. Om 21.37u heeft de operationeel leider wederom de voicemail van de burgemeester ingesproken met de informatie dat de stroomvoorziening weer hersteld was. In verband met de problemen rondom het mobiel bereikbaar zijn van het noodnummer 1-1-2 is de gemeente Bernheze (via AOV’er) gevraagd om het gemeentehuis open te stellen. Kort na dit verzoek werd de stroomvoorziening weer hersteld en is deze actie niet meer uitgevoerd. In Nistelrode en Loosbroek hebben zich geen knelpunten voorgedaan. Het bejaardentehuis in Loosbroek is door medewerkers van de brandweer bezocht om eventuele knelpunten in kaart te brengen. Acties zijn verder niet noodzakelijk gebleken. Verloop en activiteiten binnen de gemeente Grave De burgemeester is omstreeks 19.30u gebeld door de ambtenaar openbare orde en veiligheid van de gemeente Grave (die zelf in Grave woont) over de stroomstoring. De burgemeester besluit om direct Evaluatierapport stroomstoring Uden e.o. (GRIP 2) 17 januari 2013
Pagina 2
naar Grave te komen. Haar eerste zorg betrof de situatie in de penitiaire inrichting Grave en het asielzoekerscentrum (er hebben zich ten tijde van de stroomstoring geen problemen voorgedaan; PI beschikt over noodstroomfaciliteiten). Om 20.05u is ze aanwezig op het gemeentehuis. De communicatiemedewerker van de gemeente is al bezig met activiteiten als het plaatsen van berichten op de gemeentelijke website. De communicatiemedewerker heeft ook contact met de sectie communicatie van het regionaal operationeel team. Om 20.39u is er contact tussen de operationele leider en de burgemeester. Na dit contact is er nog enkele malen contact tussen beiden. Kort na 21.00u is ook de regionaal commandant brandweer op het gemeentehuis nadat hij teruggekeerd is uit Arnhem. Verloop en activiteiten binnen de gemeente Landerd De burgemeester is thuis als de stroom uitvalt. Ze kan geen gebruik meer maken van de telefoon thuis en besluit richting gemeentehuis te gaan. Tijdens de rit naar het gemeentehuis constateert ze dat overal in de gemeente de stroom is uitgevallen. Ze besluit richting Uden te rijden. Ook in Uden is de stroom uitgevallen waarna ze doorrijdt naar de brandweerkazerne van Schaijk in de wetenschap dat deze kazerne een noodstroomvoorziening heeft. Omstreeks 20.00u komt ze hier aan en treft daar een brandweerofficier. Via de brandweerofficier legt ze contact met de meldkamer brandweer en krijgt ze globale informatie over de situatie. Even later heeft de burgemeester nog telefonisch contact met de districtscommandant van de brandweer die haar informeert over de situatie. De districtscommandant informeert ook de gemeentesecretaris van Landerd. Na dit contact wordt besloten om vooralsnog af te wachten in afwachting van een meer definitieve prognose over de duur van de stroomstoring. Inmiddels heeft de burgemeester wel een aggregaat gevraagd voor het gemeentehuis. De gemeente heeft echter geen waakvlamovereenkomst voor de levering van aggregaten zodat onduidelijk is of een aggregaat leverbaar is. Verloop en activiteiten binnen de gemeente Mill In de gemeente Mill stond een commissievergadering van de gemeenteraad op punt van aanvang. De burgemeester en gemeentesecretaris waren beide aanwezig. De commissie zou een bijeenkomst hebben met collega-raadsleden uit het land van Cuijk. De kern van Mill, waarin het gemeentehuis staat, werd zelf niet getroffen door de stroomstoring maar wel de woonkern Langenboom. De burgemeester besluit, nadat hij geïnformeerd is over de stroomstoring, om vooralsnog af te wachten en geen nadere acties te ondernemen. Om ca. 20.40u heeft hij zelf nog contact gehad met de operationeel leider in het regionaal operationeel team. Activiteiten gemeente Uden Om ca. 19.30u wordt de burgemeester gebeld door de locoburgemeester met de mededeling dat er een stroomstoring was maar dat de loco verder nog niets wist. De burgemeester probeert de teamchef van politie te bellen. Om 19.40u belt de ambtenaar openbare orde en veiligheid, die zelf niet in de gemeente woont, dat zij gebeld is door de officier van dienst bevolkingszorg dat er een CoPI geformeerd wordt in verband met een stroomstoring bij de brandweerkazerne in Uden. De burgemeester besluit om naar de brandweerkazerne te gaan. Daar treft hij de leider CoPI aan die aangeeft zelf nog onvoldoende informatie te hebben. De leider CoPI verwijst de burgemeester naar het regionaal operationeel team in ’s-Hertogenbosch. Bij het CoPI zijn inmiddels ook enkele journalisten gearriveerd. De burgemeester staat hen kort te woord en gaat vervolgens naar het gemeentehuis. Daar informeert hij zich via nieuwssites op internet over de situatie.
Evaluatierapport stroomstoring Uden e.o. (GRIP 2) 17 januari 2013
Pagina 3
Gemeentelijke activiteiten samengevat De activiteiten binnen de gemeenten laten een zeer divers beeld zien. Binnen de gemeenten Bernheze en Mill worden nauwelijks tot geen activiteiten ondernomen en werd afgewacht hoe de situatie zich zou ontwikkelen en welke activiteiten noodzakelijk zouden zijn. Bestuurders en AOV’ers waren geïnformeerd en volgden het verloop. In Uden en Landerd waren vooral de bestuurders actief, met name in het achterhalen van informatie over de situatie. Bij beide gemeenten was bij de burgemeesters een gevoel dat men over onvoldoende (tijdige) informatie beschikten en dat men daardoor niet een goede inschatting kon maken welke activiteiten zij moesten initiëren naar de burgers van hun gemeenten. In Grave waren de meeste activiteiten ontwikkeld. Communicatie was actief in het voorzien in publieksinformatie. Daarnaast waren buitengewoon opsporingsambtenaren (BOA’s) op straat en was er tussen de gemeente en diverse “kwetsbare” objecten (PI Grave, Asielzoekerscentrum, een zorginstelling etc) contact over mogelijke problemen (hetgeen niet zo was). De (loco)burgemeesters hebben allen diverse malen contact gehad met de operationeel leider in ROT (eerste contact was tussen 20.00 en 20.35u). Onderling is er geen contact geweest tussen de betreffende (loco)burgemeesters. Communicatie Ten tijde van de stroomstoring bestond nog geen regionaal team communicatie zoals wel het geval is na 2 april 2013 met de invoering van het regionaal crisisplan. Wel was er binnen het ROT een sectie communicatie die zich ondersteunend heeft opgesteld naar de communicatieadviseurs van de gemeenten die communicatieactiviteiten richting burgers hadden opgezet. Er heeft geen afstemming tussen de gemeenten plaatsgehad over de communicatiestrategie. De communicatie wisselde per gemeente tussen geen activiteit tot het vullen van de gemeentelijke website en het versturen van twitterberichten. Bij dit laatste dient te worden opgemerkt dat deze berichten niet tot moeilijk bereikbaar zijn voor getroffenen ivm het niet beschikbaar hebben van elektriciteit. Beschikbaarheid 1-1-2 De beschikbaarheid van 1-1-2 mobiel was enige tijd onbetrouwbaar (geen garantie dat een beller contact kon maken). Omdat onvoldoende duidelijk was hoelang deze situatie zich voor zou doen, zijn binnen het ROT afspraken gemaakt om gemeentehuizen, brandweerkazernes en politiebureaus open te stellen. Deze maatregel is uiteindelijk niet geëffectueerd omdat de situatie tijdig genormaliseerd was. “Vast” 1-1-2 heeft geen problemen opgeleverd.
Evaluatierapport stroomstoring Uden e.o. (GRIP 2) 17 januari 2013
Pagina 4
Conclusies en aanbevelingen • Operationele opschaling Operationeel is opgeschaald met een CoPI (op brandweerkazerne Uden) en ROT. Er was geen sprake van een “brongebied” waardoor er geen operationele noodzaak voor een CoPI was. Het verdient aanbeveling om bij een dergelijk incident geen CoPI te formeren maar alle operationele activiteiten direct vanuit het ROT aan te sturen. • Informatievoorziening De communicatie tussen burgemeesters en operationeel leider werd door enkele burgemeesters als te laat ervaren. De contacten zijn gelegd tussen 20.00 en 20.35u. Dit is tussen 45 en 75 minuten na aanvang van het incident. In de praktijk zal dit nagenoeg niet sneller kunnen dan tussen 45 en 60 minuten omdat de operationeel leider een (wettelijke) opkomsttijd heeft van 45 minuten en er bij aankomst in het ROT nog beeldvorming dient plaats te vinden. Het verdient aanbeveling om in ieder geval zo snel mogelijk een communicatielijn op te “bouwen” tussen burgemeester(s) en operationeel leider om er zorg voor te dragen dat wederzijds de behoeften en acties zo spoedig mogelijk worden afgestemd. Eventueel al tijdens het aanrijden naar het ROT kan gestart worden met het opbouwen van de communicatielijn (ook als er nog geen uitgebreid beeld aanwezig is). • Communicatie De communicatie is per gemeente geregeld. De voortvarendheid waarmee dit in enkele gevallen is gebeurd is lovenswaardig. Het verdient wel aanbeveling om, indien sprake is van meerdere gemeenten, zo spoedig mogelijk de activiteiten regionaal op elkaar af te stemmen via het regionaal team communicatie. Hiermee worden grote verschillen, of erger nog tegenstrijdigheden, tussen gemeenten voorkomen. Communicatie in de beginfase van een incident over oorzaken en mogelijke maatregelen is altijd lastig omdat de hulpverleningsdiensten en gemeenten nog geen totaal beeld hebben. Laat staan om alle noodzakelijke maatregelen in beeld of geregeld te hebben. In de beginfase kan al wel “procesmatig” worden gecommuniceerd met pers en publiek. Bijvoorbeeld via twitterberichten waarin aangegeven wordt dat het incident bekend is, de hulpverleningsdiensten opgeschaald zijn en dat zij bezig zijn met het treffen van passende maatregelen. Dit geeft een beeld dat de overheid bezig is met de aanpak zonder dat al inhoudelijk (correcte) informatie wordt gegeven. Het verdient aanbeveling om dit soort procesmatige informatie zo snel mogelijk te versturen. • Regionale afstemming De aanpak per gemeente was erg verschillend. Ook was er niet of nauwelijks afstemming tussen het ROT en de gemeenten over de gemeentelijke activiteiten. Het verdient aanbeveling dat bij intergemeentelijke incidenten (GRIP 2 of hoger) de (gemeentelijke) aanpak onderling wordt afgestemd in nauw overleg met de OL. Met de invoering van het regionaal crisisplan (RCP) zal overigens het team bevolkingszorg worden geïntroduceerd olv de algemeen commandant bevolkingszorg. Het team bevolkingszorg zal de aansturing van gemeentelijke taakorganisaties verzorgen. Het is in dat geval ongewenst dat de coördinatie dan ook nog op gemeentelijk niveau wordt geregeld (gevaar van dubbele coördinatie!). • Voorzieningen gemeentehuizen Slechts enkele gemeenten beschikken over adequate noodstroomvoorzieningen op het gemeentehuis. In geval van een langdurige stroomuitval zal dit uiteraard grote consequenties kunnen hebben voor de gemeentelijke activiteiten. Het verdient aanbeveling dat gemeenten hiervoor maatregelen treffen. Evaluatierapport stroomstoring Uden e.o. (GRIP 2) 17 januari 2013
Pagina 5